OVERZICHT RESULTATEN PROJECTEN MBKA 2012
Projectnaam
VMBO-SEN
Projectnummer
54
Algemene omschrijving Het project betreft de realisering van vervangende nieuwbouw VMBO SCE op Sportpark Eindhoven Noord met herstructurering sportpark en openbare ruimte. Het gaat om vervangende nieuwbouw geschikt voor 1020 leerlingen (incl. leerlingen Internationale Schakelklas) , een sportvoorziening, een parkeervoorziening en de aanpassing van de openbare ruimte grenzend aan het schoolterrein. Informatie Het bekostigingsbesluit is door de raad genomen op 19 december 2011. Het deelproject voetbal is reeds in uitvoering. De aanbesteding voor de VMBO SEN is gestart in juni 2012 (vijf5 partijen geselecteerd zijn in augustus 2012 geselecteerd). De samenwerkingsovereenkomst is op 3 juli 2012 door B en W vastgesteld en ondertekend door partijen in oktober 2012. De opdracht tot bouwrijp maken is verstrekt op 21 september 2012. Legitimiteit Het project wordt uitgevoerd binnen de gemeentelijke zorgplicht onderwijshuisvesting (wettelijke taak). Tot de kwaliteitsimpuls VMBO , waar dit project een bijdrage aan levert, is door de gemeenteraad besloten in 2006. Het project is opgenomen in het dossier ‘“Lopende onderwijshuisvestingsprojecten”’ waarvan B en W op 14 februari 2012 kennis heeft genomen. Dekking is binnen de huidige financiële kaders geregeld en is opgenomen in het MIP. In een letter of intent hebben schoolbestuur en gemeente afspraken gemaakt die zijn gericht op een optimale instroom van leerlingen techniek waar de Brainport regio zo’n enorm grote behoefte aan heeft. Ook het Midden en Kleinbedrijf is bij deze letter of intent betrokken. Effectiviteit In 2006 is de noodzaak voor een kwaliteitsimpuls voor de VMBO onderkend en in het raadsbesluit van 6 juli 2006 verwoord. Het is één van de strategische projecten in het MIP 2012 en draagt bij aan het ontwikkelen van een door het gemeentebestuur ( raadsprogramma 3.2 Pedagogische infrastructuur) gewenst ongedeeld VMBO. Efficiëntie
2
Aanvankelijk waren de kosten voor de drie3 VMBO’s geraamd op € 87 mln. Deze zijn uiteindelijk teruggebracht tot € 72,8 mln. Het taakstellend budget voor de realisatie van vervangende nieuwbouw voor het VMBO SEN incl. gymaccommodatie en inrichting schoolterrein bedraagt € 23,3 mln. Uitstel of stoppen met het project is geen optie, omdat daardoor de kwaliteitsimpuls VMBO uit het coalitieakkoord niet wordt gerealiseerd. Risico’s Het project verkeert al in een zo vergevorderd stadium dat tegenvallers niet te verwachten zijn. Kostenoverschrijdingen van de bouw komen voor rekening van het schoolbestuur die hiervoor een voorziening heeft getroffen. Er zijn wel aanbestedingsrisico’s (gunning). Er is evenwel een post onvoorzien en er zijn tussen alle partijen afspraken gemaakt die erop gericht zijn het taakstellend budget niet te overschrijden. Conclusies Het project VMBO SEN wordt uitgevoerd in het kader van de door de raad vastgestelde kwaliteitsimpuls VMBO en verkeert reeds in een vergevorderd stadium.
3
Projectnaam
MPG/ IHP/ PM/ Vastgoed Grondexploitatie Kostenverhaal
Projectnummer
Strijps S – ID 177-01 en 02 Aansluitende Infrastructuur.
Algemene omschrijving De gebiedsontwikkeling Strijp S dient ingepast resp. aangesloten te worden op de stedelijke infrastructuur. Bij het opstellen van de PPS samenwerkingsovereenkomst zijn hierover afspraken gemaakt. Informatie Het project is opgedeeld in verschillende onderdelen: A. realisatie HOV-verbinding op Strijp S (gereed); B. reconstructie Glaslaan (gereed); C. reconstructie Kastanjelaan deel A (incl HOV-schakel Cederlaan) (nagenoeg gereed); D. reconstructie Kastanjelaan deel B; E. verlenging perrons station Beukenlaan; F. transferium; G. spoortunnel tussen park Lijmbeek en Strijp S (relatie met bereikbaarheid station Beukenlaan, en verbinding park en buurt Lijmbeek met Strijp S-voorzieningen, waaronder HOV); H. rotonde Beukenlaan (of alternatieve aansluiting Strijp-S op rondweg) I. reconstructie/herinrichting Schootsestraat; De delen A tot en met C zijn nagenoeg gereed en worden buiten beschouwing gelaten. Legitimiteit Geen aanvullende informatie gegeven. Effectiviteit Geen aanvullende informatie gegeven. Efficiëntie Algemeen: De gemeente realiseert de infra met een subsidie van de provincie (Mooi Brabant). De gemeente en PSB moeten hiervoor samen € 15 miljoen kosten maken, de gemeente ontvangt dan € 5 miljoen subsidie. De investeringen moeten voor 31 december 2013 gedaan zijn. De gemeente en PSB hebben samen per juli 2012 reeds € 12 miljoen geïnvesteerd en in het overige deel is voorzien in 2013. Risico’s We dienen onze afspraken uit de SOK PPS na te komen en kunnen deze niet zomaar schrappen. Wel wordt er gekeken of er delen getemporiseerd kunnen worden of dat er goedkopere alternatieven zijn.
4
Projectnaam
Landelijk Strijp
Projectnummer
62
Algemene omschrijving Integrale gebiedsontwikkeling Landelijk Strijp binnen de ruimtelijke opgave van nationaal belang Brainport Avenue. Het betreft de transformatie naar een innovatief vestigingsklimaat voor High Techbedrijven (Brainport Innovatie Campus), in een aantrekkelijke parkachtige ruimte voor publiek (Groen Rraamwerk) met randvoorwaardelijk een optimale bereikbaarheid (bereikbaarheidsplan). Informatie Landelijk Strijp is een programma waarin de drie sleutelprojecten in samenhang worden uitgewerkt en uitgevoerd (Ggroen Rraamwerk €55 mln., BIC €152 mln. en bereikbaarheidsplan €170 mln.) en bevindt zich grotendeels in de afronding van de initiatieffase. Deels is het programma reeds in uitvoering, o.a. 1ede eerste fase van het groen raamwerk. Er was sprake van een kasstroom voor de voorbereiding à € 1.950.000 (waarvan € 1.250.00 t.l.v. gemeentelijke middelen). Dit krediet is inmiddels besteed aan de tussenresultaten. Daarnaast is er een kasstroom voor uitvoering eerste1e fase Groen Rraamwerk à €8 mln. (zie bijlage 3) en voor de noordelijke aansluiting A2 à €0,5 mln. Landelijk Strijp maakt onderdeel uit van de Brainport Avenue. Op dit moment wordt in samenwerking tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu IenM, Provincie Noord Brabant, gemeente Eindhoven en het SRE een plan van aanpak voorbereid t.b.v. een SVIR- pilot (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte) pilot voor de Brainport Avenue. Doel is de verdere ontwikkeling van Brainport die zich ruimtelijk laat vertalen in drie domeinen: nl. 1.
infrastructuur (o.a. landzijdige ontsluiting Eindhoven Airport/Landelijk Strijp);
2.
, stedelijk gebied ( o.a. Campus High Tech maakindustrie van nationale betekenis);
3.
en landschap van allure (vestigingsmilieu van allure).
Legitimiteit We staan op het kantelpunt dat andere overheden naast de gemeente Eindhoven -die de afgelopen jaren een sleutelrol voor in de initiatief fase van deze gebiedsontwikkeling heeft vervuld- maar zeker ook private partijen (Brainport Industries, beleggers en investeerders) en onderwijsinstellingen in de komende fase (2013 e.v.) nadrukkelijker als initiatiefnemers aan bod komen. De specifieke rol die de gemeente speelt, varieert per sleutelproject en per deelproject en is afhankelijk van de partijen, de opgave en de fase (ontwikkeling, exploitatie en beheer). De ontwikkeling van Landelijk Strijp haakt aan op rijks- en provinciale doelen. Daarnaast is het door het college (en raad) vastgesteld in Brainport 2020, in de ontwikkelingsvisie Brainport Avenue, in het Aldersadvies, in het MIP, in de
5
programmabegroting 2013, en in de ontwikkelingsvisie Landelijk Strijp (2009) en het bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport/ Landelijk Strijp.
Effectiviteit De maatschappelijke behoefte voor Landelijk Strijp is de belangrijkste input geweest voor de ontwikkelingsvisie. Landelijk Strijp moet de internationale toplocatie worden voor zowel innovatieve bedrijvigheid als een aantrekkelijke parkachtige omgeving voor publiek. Het plangebied beslaat ongeveer 1300 ha en omvat: 1 de aanleg van een duurzame en internationale toplocatie (BIC) als noodzakelijke en toegevoegde waarde in de keten van de High Tech Systems (vestigingsplaats voor de kennisintensieve en innovatieve toeleveranciers); 2 het versterken van het Groene Rraamwerk, dat de verbinding tussen de stad Eindhoven en Nationaal Landschap het Groene Woud gestalte moet gaan geven; 3 het garanderen van de bereikbaarheid van Landelijk Strijp in het algemeen en van BIC in het bijzonder. De raad heeft de ontwikkelingsvisie Landelijk Strijp op 17 maart 2009 vastgesteld en als strategisch project in het Meerjaren Investerings Programma opgenomen. Efficiëntie In de adviesnota ESP van 26 mei 2011 is aangegeven waarom o.a.. reeds bestaande bedrijventerreinen niet geschikt zijn voor de high tech maakindustrie. Het eventueel niet doorgaan van LS/BIC maakt het voorts voor de toeleverende MKB-bedrijven zeer moeilijk om volledig aan te kunnen haken bij Brainport. Risico’s Aantoonbare verplichtingen zijn aangegaan voor het groene raamwerk (€ 23 mln.) en bereikbaarheidsplan ( € 17,5 mln.). Het betreft prestatieafspraken met SRE, subsidiebeschikkingen van het rijk, de provincie en SRE, Aldersadvies en Brainport 2020. Het niet doorgaan van LS impliceert dat toegezegde subsidies teruggegeven moeten worden en dat inmiddels t.l.v. de subsidie gedane uitgaven eveneens teruggestort moeten worden. Tevens is te verwachten dat de open op technologische, innovatieve, en belevingsgerichte en voor Brainport Avenue onmisbare campus van nationale betekenis niet wordt gerealiseerd. Conclusies Voor De eerste fase van het Groene raamwerk is is fase 1 reeds van start (niet beïnvloedbaar). Voor fase twee2 is een subsidie van het rijk beschikbaar (FES-geld). De onderzekerheid zit in fase drie3, die voor een deel te bekostigen is uit de opbrengsten van de grondexploitatie voor BIC. Wat betreft BIC zijn erEr zijn nog geen concrete afspraken gemaakt met de bedrijven die verenigd zijn in Brainport
6
Industries over de ontwikkeling van BIC. De vraag is wie welke rol gaat vervullen. De gemeentelijke neemt - in samenwerking metrol bestaat uit het samen met het Rijk, de provincie, SRE , en andere stakeholders (o.a. BI en Eindhoven Airport)- de volgende rollen op zich: - realiseren van het maken van een ontwikkelmodel voor de ontwikkeling van BIC/ Eindhoven Noord; - het borgen van de integratie van de opgaven; - facilitator; - en toetser achteraf. Bereikbaarheid. De exacte rol en bijdrage van de gemeente (en daarmee het risico) wordt duidelijker nadat het lobbytraject met de hogere overheden is afgerond. De vraag of de bijdrage daadwerkelijk beschikbaar komt is afhankelijk van de vraag of en wanneer deze (Grex) eventueel geopend kan worden.
7
Projectnaam
HOV2
Projectnummer
379
Algemene omschrijving Passend binnen de ambitie van Brainport en verbeteren van de leefbaarheid, het realiseren van vrije businfrastructuur voor hoogwaardig openbaar vervoer. . Het deeltraject Sterrenlaan is nu in uitvoering. Planning om het volledige traject gereed te hebben is op 1 januari 2017. Informatie De informatie is voldoende en concreet. Legitimiteit Aanpassingen doen aan infrastructuur en bijliggende openbare ruimte is een gemeentelijke taak. Effectiviteit De nulsituatie ten opzichte waarvan de toename OV-gebruik wordt gemeten, is 2007. Deze is vastgesteld door middel van enquêtes. Door het gebruik van de OV-chipkaart zijn reizigersaantallen duidelijk meetbaar. Daarnaast worden ook de reistijden van zowel de auto als het OV gecheckt op het traject (cijfers najaar 2011). Zodra het deeltraject Sterrenlaan gereed is, is de investering meteen lonend en niet pas bij het gereedkomen van het volledige project. Bij de volgende deelprojecten krijgt OV maximaal voorrang om de investering zo lonend mogelijk te benutten. Efficiëntie Het ontwerp is sober en doelmatig. Om de kosten voor het project te reduceren wordt in de ontwerpfase gekeken naar bijv. de constructie van wegen. Is het nodig om alles te vervangen of kan worden volstaan met een deklaagvervanging.? Bij de ongelijkvloerse kruising is verder de 2x2 doorstroming vervangen door 2x1. Mogelijk is op technisch gebied, bij de ongelijkvloerse kruising, nog ruimte voor optimalisatie door de markt (bestek + optie variant). De gehele projectkosten zijn gedekt. De subsidie van de provincie is afgegeven op de verschillende deeltrajecten, de overige subsidies op het gehele traject. Het grootste effect van de investering zit in de deeltrajecten Montgomerylaan en Aalsterweg. Risico’s
8
Het voornaamste planningsrisico op dit moment betreft het deeltraject Aalsterweg. Om de subsidiedeadline, 1 oktober 2014 gereed, te kunnen halen , moet de projectoverdracht in november 2012 plaatsvinden. Vervolgens maart/april 2013 aanbesteding. Verwerving woningen: Iindien de laatste woning midden 2014 in bezit is, hoeft geen belemmering te vormen voor de start in 2015. SRE/BDU subsidie bedraagt €16 miljoen (eindtermijn 1-1-2017). Conclusie: MIP.
9
Projectnaam
Spoorzone (Stationsdistrict Zuid -Stationstunnel, Stationsplein Zuid en Stationsweg, VVV-lokatie, Lichthoven, -alhoewel aan de noordzijde gelegenHoliday Inn, Bubble).
Projectnummer
59
Algemene omschrijving De Spoorzone is een prioritair aangewezen gebiedsontwikkeling. Accenten zijn gelegen in Strijp S, Stadionkwartier en Stationsdistrict. De grondexploitatie (raad juni 2011) bestaat uit realisatie van een dagwinkelgebouw op het 18 Septemberplein (Bubble), ontwikkeling van de VVV locatie, ontwikkeling van Lichthoven, realisatie van de Stationstunnel en de aansluitende herinrichting van Stationsplein en Stationsweg. Daarnaast is alhoewel gelegen aan de noordzijde de herontwikkeling van Holiday Inn hierin meegenomen. Tevens worden initiatieven welke passen binnen de visie Verbinden en Verblijven en voor de gemeente niet tot netto kosten leiden uitgevoerd aan zowel aan de noord- als zuidzijde. (Denk hierbij aan renovatie winkelstrip Seepaerdstad; aanpassing C&A pand; aanpassing Piazza; renovatie Rabobank). Informatie Het project omvat concreet: -
circa 75.000 m² bvo wonen, werken en hotel op Lichthoven;
-
circa 35.000 m² bvo commerciële ruimten, winkels, werken en wonen op VVV-locatie;
-
circa 25.000 m² bvo leisure, werken en wonen op Holiday Inn locatie;
-
.circa 500 m² winkelgebouw op het18 Septemberplein.
De nieuwe spoortunnel is ingericht op 150.000 passanten per dag. Tevens: opnieuw ingerichte/ gereconstrueerde openbare ruimte (Stationsplein en Stationsweg). Legitimiteit Voor het Stationsdistrict is de visie Verbinden en Verblijven in december 2005 door de raad vastgesteld. Als uitvoeringsprogramma voor de zuidzijde is in juni 2011 een grondexploitatie vastgesteld. In de stedelijke ontwikkeling van Eindhoven en Brainport is de relevantie van een gemoderniseerde en economisch aantrekkelijke Spoorzone benoemd. Effectiviteit De nu bekende financiële bronnen voor het project zijn: -
subsidie vanuit Rijk en Provincie voor Stationstunnel;
-
subsidie NS en Prorail vastgesteld in een realisatieovereenkomst;
-
contract Lichthoven (exploitatieovereenkomst met ontwikkelaar);
10
-
opbrengst bouwplan Bubble;
-
schriftelijke afspraken Holiday Inn ;
-
met overige initiatiefnemers zijn/worden afzonderlijke anterieure overeenkomsten afgesloten die tot een minimaal budgettair neutraal saldo leiden.
Efficiëntie De inschatting van de kosten en opbrengsten van het project is realistisch en is weergegeven in de grondexploitatie die onderdeel uit maakt van de Meerjaren prognose Grondbedrijf. Deze wordt jaarlijks minimaal 1x één keer herijkt. In de weerstandsvoorziening worden de project- en marktrisico's regelmatig in beeld gebracht en afgedekt (zie 1e eerste halfjaarsrapportage). Er is er geen aanleiding om het project uit- of af te stellen gelet op het financieel resultaat van de grondexploitatie. Deelprojecten die nog niet financieel haalbaar zijn, zijn o.a. Neckerspoel en Inverse Fellenoord. Alleen die deelprojecten worden uitgevoerd die minimaal budgettair neutraal zijn. De reeds vastgestelde grondexploitatie is daarvan het resultaat. Wat betreft het project spoorzone: dit is nauwelijks meer beïnvloedbaar. Risico’s Mede gelet op de toplocatie waar het project wordt uitgevoerd zijn de risico’s beperkt. Voor het OVtunnel project heeft de aanbesteding reeds plaatsgevonden. en zijn daardoor zijn de bedragen reeds bekend en zijn daarmee de risico's verlegd. Voor het project Lichthoven zijn contracten gesloten. Voor de VVV-locatie dienen worden nog wel verkoopafspraken te worden gemaakt, maar deze zijn dusdanig geprogrammeerd gepland in de tijd dat de verwachting is wordt dat dan de markt alreeds is aangetrokken. In het weerstandsvermogen is een reservering voor risico's voor het Stationsdistrict opgenomen. Conclusies Het project Spoorzone is in belangrijke mate niet meer beïnvloedbaar.
11
Projectnaam
Civieltechnische kunstwerken onderhoudsprogramma
Projectnummer
721-00-06, 721-00-10
Algemene omschrijving Uitvoeren van groot onderhoud aan diverse civieltechnische kunstwerken in Eindhoven, waar dat het vanuit een technisch oogpunt noodzakelijk is. Het gaat om inspecties op basis van schadebeelden (CROW-systematiek Heel en veilig). Deze inspecties worden iedere vier jaar uitgevoerd. Op basis hiervan volgen verdiepende, constructieve inspecties ten behoeve van risico-inschatting. Het betreft alleen onderhoudsmaatregelen. Met uitzondering van de Sterrenlaan gaat het om kleine werken. Door uitstel van deze reparatie projecten zal het toekomstig onderhoud veel duurder worden. Daarnaast en bestaat het risico dat er kunstwerken eerder moeten worden vervangen of moeten worden afgesloten worden. Er is momenteel geen geld voor vervanging. Informatie Voldoende. Legitimiteit Onderhoud Civiel kunstwerk is een taak van de gemeente. Effectiviteit De maatschappelijke behoefte is gebaseerd op veiligheid en bereikbaarheid. Efficiëntie Uitstellen van onderhoud aan voegvullingen kan leiden tot constructieve schade aan het kunstwerk, waardoor de levensduur van het kunstwerk wordt verkort en er eerder tot vervanging moet worden overgegaan. Curatief herstel is, behalve aanrijdschade, niet mogelijk. Risico’s Het viaduct Sterrenlaan wordt maandelijks geïnspecteerd. Het risico bestaat dat er plots moet worden afgesloten, als blijkt dat de schade ontoelaatbaar toeneemt. Zie informatie onder het kopje efficiëntie (Met uitzondering van de Sterrenlaan gaat het om kleine werken). Door uitstel van deze reparatieprojecten wordt het toekomstig onderhoud veel duurder worden en bestaat het risico dat er kunstwerken eerder moeten worden vervangen of moeten worden afgesloten. Er is momenteel geen geld voor vervanging.
12
Projectnaam
Openbare verlichting
Projectnummer
692-00-00, 692-00-01, 692-00-03, 692-00-04, 692-00-05, 692-00-06 en 758-00
Algemene omschrijving Vervangen van verouderde en energieverslindende verlichting (armaturen en masten) door energieefficiënte lichtbronnen. Informatie Voldoende. Legitimiteit Gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor het aanleggen en goed functioneren van verlichting in de openbare ruimte. Effectiviteit Het gebruik van kwikhoudende armaturen is vanaf 2016 verboden, en deze zijn ook niet meer verkrijgbaar. Met het vervangen van deze armaturen wordt voldaan aan de wettelijke bepaling. Temporiseren is hierdoor niet mogelijk. Daarnaast wordt het lichtniveau in de straat op basiskwaliteit gebracht, maar nooit hoger dan noodzakelijk. Efficiëntie De verlichting in Parkforum is nog vrij nieuw, toch wordt deze vervangen. De huidige verlichting is dermate energieverslindend, dat de investeringsvervanging door meer efficiënte verlichting binnen 3 jaar is terugverdiend. Bij wetgeving is bepaald dat indien de terugverdientijd minder dan 10 jaar bedraagt, vervanging verplicht is. De overige armaturen bevatten kwiklampen. De voor armaturen en masten vastgestelde tijdstippen voor vervanging (resp. 20 en 40 jaar) zijn al overschreden. Bij vervanging wordt onderzocht wat de meest efficiënte lichtbron is voor die locatie (dus niet automatisch LED). De energiebesparing en preventieve besparing die hierdoor behaald wordt, heeft echter maar een klein effect op het totaal. Risico’s Het belangrijkste risico is de verplichting om kwikhoudende armaturen te vervangen voor 2016.
13
Projectnaam Projectnummer
Onderhoudsprogramma verharding 054-08, 721-00-09, 721-00-02, 721-00-01, 703-00-00, OHP 2014 en wandelpaden dommelplantsoen
Algemene omschrijving Uitvoeren van groot onderhoud aan diverse straten in Eindhoven die hun technische levensduur hebben bereikt en niet meer voldoen aan de basiskwaliteit. Technische staat wordt niet bepaald op basis van theoretische afschrijving, maar door het uitvoeren van technische inspecties op basis van schadebeelden uit de landelijke CROW richtlijnen. Werkzaamheden bestaan uit het vervangen van de deklaag bij asfaltconstructies (4) en het herstraten van klinkerwegen (3). De wandelpaden Dommelplantsoen betreffen asfaltwerk en zijn opgenomen omdat de gemeente al meerdere malen aansprakelijk is gesteld. Binnen dit project wordt nog bekeken of het percentage verhard oppervlak kan worden teruggebracht. Informatie Goed. Alle informatie is voorhanden en concreet. Legitimiteit In de Wegenwet (artikel 15) staat dat de gemeente verplicht is de openbare weg te onderhouden. Effectiviteit Programmering vindt plaats op technische noodzaak en maatschappelijke behoefte. Voor het bepalen van de technische noodzaak wordt gebruik gemaakt van de CROW-systematiek “Heel en veilig”. Basiskwaliteit is klasse B, ingrijpniveau klasse C of lager. Vervolgens wordt bij de wegen met C / D kwalificatie de maatschappelijke behoefte in kaart gebracht en gemeten (klachten en bereikbaarheid). Dit bepaalt de rangorde. Efficiëntie De kwaliteit verharding bevindt zich niet op basiskwaliteit. De achterstand bedraagt 34 %. Bij de programmering gaat men uit van een integrale benadering. Projecten worden op elkaar afgestemd. Het programma omvat alleen deelmaatregelen, volledige reconstructie van de weg wordt, vanwege gebrek aan financiële middelen, uitgesteld. Temporisering leidt tot hogere curatieve lasten, een jaar uitstel ongeveer 10-15 % hoger en daarna nog verder oplopend. Uiteindelijk moet de reconstructie toch worden uitgevoerd. Curatief is lapmiddel. Risico’s
14
Onderhoud aan wegen is een basisverantwoordelijkheid van de gemeente. Uitstellen van onderhoudsmaatregelen leidt tot hogere curatieve lasten. Na een strenge winter is dit effect nog groter. Afgelopen jaar lieten deelvervangingen al een overschrijding zien van € 900.000,00. Bij strenge winters loopt dit zelfs op tot €1.500.000,00. Bij kiezen voor curatieve oplossingen in plaats van groot onderhoud, gaat slijtage van de wegen gewoon door en is de kans steeds groter dat er ongelukken plaatsvinden door bijvoorbeeld gladheid.
15
Projectnaam
Cluster onderhoudsprogramma herinrichtingen
Projectnummer
549-00-00, 705-00-00, 724-00-07, 724-00-08, 724-00-10, 724-00-11,724-00-12, 724-00-13, 724-00-14
Algemene omschrijving Dit cluster ligt in het verlengde van het cluster verhardingen (rijbanen). 1/3 van de wegen voldoet niet aan de basiskwaliteit. Hier wordt curatief gerepareerd. Vanwege de beperkte middelen moeten er keuzes gemaakt worden c.q. een prioritering opgesteld worden op basis van: 1.
Dde technische staat van het wegdek (= het leidende criterium);,
2.
dDe verkeersdrukte (drukke wegen zijn belangrijker);,
3.
hHet aantal meldingen/klachten.
Voor de programma’s Wwater, vVerkeer en Ggroen wordt integraal geprogrammeerd. Met andere woorden de planning wordt op elkaar afgestemd en er wordt gekeken of (afzonderlijk) geprioriteerde onderwerpen gecombineerd uitgevoerd kunnen worden. Stand van zaken met betrekking tot de aanpak van de bovenstaande projecten: - de Broekakkersweg, St. Josephlaan en Dr. Cuyperslaan staan gereed.; - de Roostenlaan (bestemmingsplanwijziging) is klaar voor uitvoering.; - de planvorming van de Turnhoutlaan (buurtonsluitingsweg in slechte technische staat) en de Brussellaan is net gestart. Bij de Dr. Cuyperslaan moet een fundering vervangen worden. Indien dit niet mogelijk is moet curatief gerepareerd worden. In dat geval nemen 15% per jaar toe. Legitimiteit In de Wegenwet (artikel 15) staat dat de gemeente verplicht is de openbare weg te onderhouden. Dat betekent dat de gemeente er voor moet zorgen dat de wegen in goede staat verkeren. De gemeente draagt 'risico aansprakelijkheid' voor schade die burgers oplopen door slecht onderhoud van de wegen. De gemeente moet dus een aanvaardbare kwaliteit van haar wegen realiseren.
Effectiviteit Het uitvoeren van herinrichtingsprojecten een in directe relatie met deze beleidskaders: de stad wordt op basiskwaliteit gebracht, is weer heel veiliger en is bovendien toegankelijk voor alle doelgroepen.
16
Doordat er sprake is van een integrale aanpak dragen de projecten ook bij aan de doelstellingen van de programma's groen, water en verkeer. De maatschappelijke behoefte is op programma- en collegeniveau vastgesteld: er voor zorgen dat bewoners tevreden zijn over de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Hiervoor worden in de programmabegroting en collegeproduct doelstellingen opgenomen. Jaarlijks wordt d.m.v. de inwonersenquête gemeten in hoeverre deze doelstellingen worden bereikt. Efficiëntie De baten vertalen zich naar de volgende maatschappelijke effecten: leefbaarheid en vestigingsklimaat:. onderhoud en herinrichting is van invloed op het prettig en veilig wonen en waar bedrijven zich willen vestigen. Daarnaast heeft het onderhoud een direct gevolg op de bereikbaarheid van de stad: slecht onderhoud kan uiteindelijk leiden tot afzetting van wegen. Onderhoud is van invloed op veiligheid: gaten in de weg en gladheid kunnen leiden tot verkeersonveilige situaties, schades aan voertuigen en ongelukken (waarbij de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld). Daarnaast is onderhoud van invloed op leefbaarheid (geluid): oude wegen hebben een hoger geluidsniveau dan nieuwe wegen dit komt door het type asfalt dat toegepast gebruikt wordt bij vervanging. Doordat er sprake is van een integrale aanpak dragen de projecten ook bij aan het verminderen van sociale veiligheid en, woninginbraken (vernieuwen verlichting) en verkeersveiligheid. Bij de keuze van de wegen wordt gekeken naar a) het niet voldoen aan de kwaliteit, b) hoeveel mensen gebruik maken van de weg c)en het aantal klachten. De inschatting van de kosten is realistisch binnen het huidige tijdsgewricht. Bij de herinrichtingen wordt kritisch naar de maatregelen gekeken. Alleen de noodzakelijke maatregelen worden getroffen. Toepassing van materialen is conform basiskwaliteit om zo de kosten van het project te beperken. Bijdrage van andere projecten vindt plaats als er vanuit die disciplines een noodzaak bestaat tot het treffen van maatregelen (verkeersveiligheid, maatschappelijke problemen, riolering). In de projecten wordt zoveel mogelijk gekozen voor oplossingen die de onderhoudskosten in de toekomst lager maken (waaronder verminderen verhard oppervlak). In de beheertoets wordt hier kritisch op toegezien Risico’s Vertraging betekent dat er vaker curatieve reparaties aan het wegdek worden uitgevoerd moeten worden om gevaarlijke situaties te voorkomen. Voor de Roostenlaan is een bestemmingsplanwijziging nodig. Mocht dit niet doorgaan, dan gaat het laatste stukje van het project niet door en blijft het liggen zoals het ligt.
17
BLISS (Better Lighting In Sustainable Streets) Nieuwe openbare verlichting/proefgebied voor het inkopen van de nieuwste lampen. Eindhoven is de belangrijkste peiler in dit project. Subsidie is 50%. 2/3 van het project is afgerond. Het niet nakomen van de afspraken kan mogelijk tot kosten leiden + het leiden van gezichtsverlies in Europa. Project moet 31-12-2013 afgerond zijn. Daarna kan er eventueel nog een vervolg (uitbreiding) komen. Hiervoor moet nog dekking gevonden worden.
18
Projectnaam
Onderzoek transport gevaarlijke stoffen (Gemeentebrede samenwerking uitvoering externe veiligheid)
Projectnummer
508
Algemene omschrijving Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Volendam en Enschede zijn de regels met betrekking tot externe veiligheidsrisico’s als gevolg van vervoer, productie en gebruik van gevaarlijke stoffen aangescherpt. De kwaliteitseisen vanuit het Rijk worden steeds verder opgeschroefd. De projecten worden gedekt met subsidies van Brabant Veiliger (doeluitkeringen). Deze regeling stopt met ingang van 1-1-2015. De gemeente wordt dan geacht de Externe Veiligheid regelgeving adequaat uit te voeren. Er is een interim structuurvisie opgesteld die er voor zorgt dat risicovolle bedrijven zich vestigen aan de rand van de stad. Risico’s binnen 200 meter van elke vervoersas worden gemonitord en beheerst. Eindhoven kent 100 risicobedrijven (opslag van grondstoffen geen productie).
Informatie De grootste risicobronnen zijn de spoorzone en industrieterrein De Hurk. Legitimiteit Gemeente is bevoegd gezag (Milieu, RO, Verkeer, beheersbaarheid). De rol van de gemeente is sturen op risico’s en deze zo klein mogelijk en beheersbaar houden d.m.v. instrumentarium Milieu, RO, Verkeer, brandveiligheid/calamiteiten. Andere publieke partijen zijn provincie en ministeries van I&M en Defensie; rol gemeente is aanspreken op het zo klein mogelijk en beheersbaar houden van risico's. Private partijen zijn met name projectontwikkelaars; gemeente spreekt hen aan op het voldoende implementeren van maatregelen ter verbetering van zelfredzaamheid en beheersbaarheid in concrete plangebieden.
Op adequaat niveau structureel uitvoering geven aan wettelijke taken in medebewind van het Rijk, zodanig dat ten minste wordt voldaan aan vastgestelde kwaliteitscriteria. Huidige en nieuwe wettelijke taken moeten door de organisatie goed worden ingeregeld. Tot 2015 is het een kwestie van de puntjes op de i zetten, zodat we voldoen aan de gestelde eisen.
19
Effectiviteit Beleidskader is programma gemeentebrede samenwerking uitvoering externe veiligheid, zendmasten en hoogspanningslijnen. Om risico's zo goed mogelijk te beperken is eind 2009 de ruimtelijke Visie Externe Veiligheid vastgesteld. Daarin is met name ruimtelijke scheiding geregeld tussen wonen en risicobronnen, door middel van het aanwijzen van een beperkt aantal locaties aan de rand van de stad voor nieuwe risicovolle bedrijven, verbeteren van de beheersbaarheid (spoorzone en De Hurk) en in welke gebieden geen nadere afweging nodig is (Verantwoordingskader Groepsrisico). Wettelijke taken worden door gemeente als bevoegd gezag structureel op adequaat niveau uitgevoerd. Risico's zo klein mogelijk en beheerst. Dit wordt in nieuwe plannen nabij risicobronnen nader uitgewerkt in de vorm van maatregelen ter bevordering van zelfredzaamheid, bereikbaarheid en , bluswatervoorzieningen.
Efficiëntie De onderbouwing bestaat uit het aantal risicobronnen in de stad, de omvang van de risico's en de mate van beheersbaarheid. Dit is de basis voor de verdeelsleutel van subsidies in Noord Brabant. Aanpak vindt gemeentebreed gecoördineerd plaats en is teruggebracht tot de kern van de te verrichten activiteiten.
Risico’s Belangrijkste risico’s bij niet uitvoeren bestaan uit toename van risico's in de woonomgeving (in plaats van afname). De belangrijkste processen binnen de gemeente zijn in onderlinge samenhang beschreven en worden ingeregeld en geaudit. De nog te ontvangen subsidie van Brabant Veiliger is nodig voor het afronden van de inhaalslag (borgen processen, risicocommunicatie, verbeteren beheersbaarheid spoorzone en industrieterrein De Hurk, saneren van de risico’s hoogspanningslijnen + zendmasten en monitoren van risico’s en beheersbaarheid.
20
Conclusies Er zijn geen investeringen, behalve de brandblusvoorzieningen (€ 50.000,=). De gemeente ontvangt €120.000 subsidie per jaar. Als alles goed voor elkaar is dan ontvangt de gemeente 2 x €25.000 extra. De lasten nemen steeds meer af. Indien de wettelijke taken niet adequaat uitgevoerd worden, zullen risico’s in de stad toenemen.
21
Projectnaam
Geluidsanering
Projectnummer
197-00
Algemene omschrijving Invullingen geven aan Rijksverplichting Sanering Weg- en Railverkeerslawaai. Informatie De beschikbare informatie is concreet en verder toegelicht in het gesprek. Financiering gevelfinanciering 100% door ISV (investeringsfonds stedelijke vernieuwing) financiert voor 100% de gevelfinanciering. ProRail financiert voor 100% het geluidscherm in Tongelre: 100 % financiering door prorail.. Er zijn D dus geen eigen middelen vanuit de gemeente nodig. Legitimiteit Het Rijk is verplicht de sanering uit te voeren en te financieren, maar heeft deze taak doorgelegd naar de gemeente. Prestatie en bijbehorende middelen vanuit Rijk worden vastgelegd. De taak is dus legitiem. Effectiviteit Het beoogde effect is vastgelegd in het beleidskader geluidsanering gevel, met bijbehorende prioriteitenlijst. De prestatieverplichting in verlagen van welk dBA binnenshuis moet worden bereikt is vastgelegd. Er is duidelijk een maatschappelijke behoefte, maar de prioriteitenlijst bepaalt de volgorde. Efficiëntie De prioriteitenlijst (172 woningen) is vastgesteld door het Rijk (geluidbelasting op de gevel > 60 dBA). Hiervan dienen 63 woningen eind 2014 gereed te zijn. De bijbehorende middelen vanuit het Rijk voor de 63 woningen zijn al binnen. Voor 109 woningen moet de prestatie ment bijbehorende financiering nog worden vastgelegd. De maatregelen worden sober en doelmatig uitgevoerd, passend bij de situatie ter plaatse. Er wordt uitgevoerd wat is afgesproken en wordt betaald door het Rijk (100% financiering). Risico’s Kettingbeding is vastgelegd (voor het geval dat een huidige bewoner geen maatregel accepteert).
22
Projectnaam
Luchtkwaliteit en mobiliteit
Projectnummer
403-00; 647-00
Algemene omschrijving Door de gemeenteraad is in 2007 het Actieprogramma Luchtkwaliteit en Mobiliteit vastgesteld. Dit programma heeft tot doel geconstateerde knelpunten in de luchtkwaliteit in Eindhoven op te lossen. Volgens de geldige ruimtelijke- en milieuwetgeving kan verdere ontwikkeling van de stad alleen plaatsvinden als aan de gestelde Europese normering voor luchtkwaliteit blijvend wordt voldaan. Met ingang van 1-1-2015 moet Eindhoven voldoen aan de Europese grenswaarde voor NOx. Rijksregelgeving is gebaseerd op Europese richtlijn voor NOx en ultra fijn stof. De luchtkwaliteit wordt niet alleen berekend maar ook gemeten. Er zijn in Eindhoven 2 RIVM stations en 30 andere meetpunten, waar de luchtkwaliteit wordt gemeten. Het centrum van Eindhoven wordt erg veel gebruikt voor doorgaand verkeer. Dit verkeer zorgt voor overlast in het centrum en de uitlaatgassen zijn van dien aard dat Eindhoven dicht tegen de maximaal toegestane waarde fijnstof zit. Daarom is de Strategische Mobiteitsagenda opgesteld met een aantal voorstellen om het verkeer, dat niet in het centrum zelf moet zijn, daar te weren. De ambities en doelen van de Strategische Mobiliteitsagenda 2012-2025 zijn: 1. een betere bereikbaarheid van de stad;. 2. de verandering van de modal split (de verdeling tussen de verschillende vervoerwijzen) ten gunste van fiets en openbaar vervoer;. 3. een betere luchtkwaliteit;. 4. een grotere verkeersveiligheid.
Het uitvoeren van het programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is erop gericht uiterlijk 2015 aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit te voldoen en omvat zowel een maatregelenpakket als de mogelijkheid ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken zonder daarbij in de tussenliggende periode al aan de wettelijke normen te hoeven voldoen. Doel van de projecten
23
Het doel van de projecten is het beperken van negatieve gezondheidseffecten zoals NOx uitstoot en het ontstaan van fijne stofdeeltjes. De grootste vervuiler is het autoverkeer. Met ingang van 1-1-2015 moet Eindhoven voldoen aan de Europese grenswaarde voor NOx. Lukt dit niet dan zijn er geen ruimtelijke ontwikkelingen meer mogelijk, zonder dat de toets impact op luchtkwaliteit wordt gedaan. Er zijn dan Vvoor o.a. het Centrumgebied zullen dan geen ontwikkelingen meer mogelijk zijn. De belangrijkste initiatieven om te voldoen aan de gestelde normen zijn: 1.
actieplan fiets;
2.
gratis openbaar vervoer ;
3.
verkeer Regel Installaties;
4.
bevorderen van doorstroming van het verkeer in de stad.
Informatie De gemeente is verplicht de maatregelen zoals die zijn opgenomen in het NSL uit te voeren. Als de gemeente daar niet aan voldoet zullen de NSL-middelen, € 10.600.000, terugbetaald dienen te worden. In de subsidievoorwaarden is opgenomen dat voor iedere euro subsidie, de gemeente eveneens een euro dient te besteden. Legitimiteit Met het opnemen van het programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit in het NSL betreft het hier een wettelijke taak (Wet luchtkwaliteit). Niet deelnemen aan het NSL was echter geen optie, door het niet kunnen voldoen aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit waren immers de ruimtelijke ontwikkelingen van de stad onmogelijk geworden. Effectiviteit De maatschappelijke behoefte is vastgelegd in wet- en regelgeving (wet luchtkwaliteit). Door het opnemen van het programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit in het NSL heeft de gemeente zich vastgelegd om voor 2015 de maatregelen in het NSL uit te voeren. Het uiteindelijke doel is een stad waarvan de luchtkwaliteit voldoet aan de wettelijke normen en ruimtelijke ontwikkelingen doorgang kunnen vinden. Een afgeleid doel is de luchtkwaliteit zodanig te verbeteren dat dit de gezondheid van de burgers ten goede komt. Efficiëntie De afdeling Milieu draagt zorg voor de uitvoering van de programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit, daar waar nodig samen met de afdeling Verkeer en Openbare Ruimte. Monitoring vindt jaarlijks plaats jaarlijks via de monitoringstool van I&M.
24
Momenteel wordt er met I&M gesproken over een hogere bijdrage om de aanvullende maatregelen die noodzakelijk zijn om de hoeveelheid afgelegde kilometers binnen de Ring van bestemmingsverkeer te verlagen te kunnen bekostigen. Risico’s Onzekerheid bestaat nog voor het aanvullende pakket van maatregelen. Indien hiervoor de financiering van Rijkswege niet komt zal Eindhoven deze maatregelen niet opnemen in het NSL en bestaat er geen uitvoeringsplicht. Een risico is dan dat indien er niet voldaan wordt aan de wettelijke normen in 2015 de ruimtelijke ontwikkelingen van Eindhoven moeizaam of niet kunnen doorgaan. De HOV2 Montgomerylaan is benodigd voor het verkrijgen van de bijdrage a € 10,6 mln van het Rrijk.
25
Projectnaam
Proces koersbepaling MEC / Stadspoort Gennep
Algemene omschrijving De huidige vorm van het MEC kost te veel en levert te weinig op. Op 14 februari 2012 hebben B&W besloten om een zelfstandige ondernemer te zoeken die stadspoort Gennep gaat exploiteren. De marktverkenning hiertoe is gestart eind september 2012. In januari 2013 kunnen gegadigden voorstellen indienen. Daarna wordt een besluit genomen over het vervolgtraject. Project heeft onder andere als doel om de overschrijding ten aanzien van de begroting te verkomen en de bezuiniging te realiseren. Informatie Voldoende. Legitimiteit Besluit B&W op 14 februari 2012: in gang zetten proces koersverandering MEC om te komen tot private exploitatie van stadspoort Gennep. Effectiviteit Het MEC nu sluiten is weinig effectief omdat er evengoed kosten worden gemaakt. Efficiëntie Het project is ontstaan uit een bezuinigingsopdracht. Acktie/investering is nodig om de exploitatie sluitend te maken. Risico’s Het project is een noodzakelijk proces met een bezuinigingsdoelstelling die hoe dan ook gerealiseerd zal gaat worden. Geen verplichtingen aangegaan anders dan de bezuinigingsopdracht om zaken af te bouwen. Dit betekent in de praktijk dat lopende contracten m.b.t. MEC moeten worden afgebouwd / opgezegd.
26
Projectnaam
Fiets/ langzaam verkeer / fietsenstalling
Projectnummer
646-00-04 / 483-00-05 / 761-00-00 / 760-00-00 / 004-00 Dr Cuyperslaan en Neckerspoel
Algemene omschrijving Er is een actieplan fiets inclusief uitvoeringsprogramma. Dit bevat maatregelen die betrekking hebben op de aanleg van nieuwe fietspaden, het verbeteren van bestaande fietspaden (van tegels naar asfalteren), het realiseren van voldoende fietsenstallingen en het verbeteren van de verkeersveiligheid voor fietsers. Doelen: 1) verbeteren verbeteren van de bereikbaarheid van de stad;. 2) terugdringen autogebruik en bevorderen/vergroten fietsgebruik (2000 extra dagelijkse fietsers per jaar in 2020 = +16.000) en gebruik openbaar vervoer;. 3) meer fietsverkeer draagt bij aan (verbeterde) luchtkwaliteit.
Het betreft de projecten: - kruispunt Emmasingel/Mediamarkt;: - fietspad Kennedylaan:; - rotonde Airbornelaan; - fietsbruggen Eindhovens kanaal;: Hiervoor is een maximaal bedrag gesteld. Eindhoven heeft al subsidie verkregen. Voorwaarde is dat de twee2 bruggen worden gerealiseerd. Niet realiseren betekent teruggave subsidiegeld. Dit is dus een 100% financiering. - fietsflat Neckerspoel.
Informatie Voor het programma fiets en openbaar vervoer is uit het mobiliteitsfonds per jaar €1.100.000 beschikbaar.
27
. Legitimiteit Legitiem.
Effectiviteit Nota Fietsverkeer, vastgesteld door de gemeenteraad in 2006, Actieplan Fiets, vastgesteld door het college in 2009 en het projectplan Quick wins in het kader van de Strategische Mobiliteitsagenda, vastgesteld door het college in 2012. Een bereikbare stad is essentieel voor het economische klimaat en woonmilieu in Eindhoven. Maatregelen treffen ter verbetering van het fietsklimaat zijn noodzakelijke maatregelen voor het in stand houden van of verbeteren van de bereikbaarheid van de stad. De belangrijkste doelstelling uit programma-onderdeel 8.6 (verkeer en vervoer) is dan ook de bereikbaarheid van de stad verbeteren. Tweede doelstelling is het beïnvloeden van de modal split (keuze vervoerswijze) ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Daarnaast draagt meer fietsverkeer bij aan de luchtkwaliteit in de stad. Met name in het centrum voldoet de luchtkwaliteit niet aan de normen. De doelstelling uit PO 8.6, minder autoverkeer binnen de Ring, moet de grootste bijdrage leveren aan de verbeterde luchtkwaliteit. Stimuleren van fietsverkeer is daar een belangrijk onderdeel van.
Efficiëntie Fietsmaatregelen leveren een grotere bijdrage aan de bereikbaarheids-, leefbaarheids- en milieudoelstellingen dan maatregelen die het autoverkeer reduceren. Bovendien zijn ze efficiënter. Bijna alle fietsmaatregelen worden in Eindhoven binnen de bebouwde kom uitgevoerd. Dat betekent dat een extra fietser in Eindhoven gemiddeld 25 cent per kilometer oplevert (MKBA onderzoek Ministerie I&M binnen de bebouwde kom). Om de doelstelling uit programmaonderdeel te kunnen behalen is het noodzakelijk dat er elk jaar 2000 dagelijkse fietsers bij komen. Eindhovenaren fietsen gemiddeld 6 kilometer per dag (3 km enkele reis). Elke extra fietser levert dus dagelijks 6,0 x 25 cent = 150 cent op. 2000 fietsers leveren dan dagelijks 2000 x 150 = € 3000,- op een werkdag. Op jaarbasis is dat € 660.000. Daar bovenop komen nog de gezondheidsvoordelen (15 cent per kilometer = 400.000 euro per jaar), wat een totaal oplevert van ruim een miljoen euro per jaar. De keuze bestaat altijd uit: 1) curatief onderhoud;. 2) (opnieuw) tegels aanleggen;. 3) (opnieuw) asfalteren.
28
Subsidies vanuit SRE voor het aanleggen van fietspaden worden alleen verstrekt in geval van asfalteren. Er wordt gekeken op het niveau van fietsroutes/ doorgaande fietspaden – straatoverstijgend (met als doel; zoveel mogelijk eenduidige fietspaden, met zoveel mogelijk voorrang, zo weinig mogelijk rode verkeerslichten en zoveel mogelijk asfalt).
Risico’s Die projecten zijn al in een zover gevorderd stadium dat de risico's al onderzocht zijn en tot een minimum zijn beperkt. Voor de fietsflat moet nog een business case uitgevoerd worden. Daarin worden de risico's zoals kosten, beheer van de stalling en mogelijke ruimtelijke procedures onderzocht.
29
Projectnaam
VRI’s/DVM
Projectnummer
Diversen
Algemene omschrijving De gemeente heeft in totaal 175 VRI’s, waarvan er 40 ouder zijn dan 15 jaar (normale afschrijvingstermijn). Qua onderhoud is er alleen geld voor curatief. 1) Het vervangen van verouderde verkeerslichten. De middelen worden ingezet voor de vervanging van de verkeerslichten op de Boschdijk, de Anthony Fokkerweg, de Karel de Grotelaan en de Willemstraat. Daarnaast worden op enkele locaties verkeerslichten weggehaald als blijkt dat deze niet meer nodig zijn. Dat geldt met name op rustige wegen. 2) Het aanpakken van de zogenaamde black spot op de Gabriel Metsulaan/ Petrus Dondersstraat/ Geldropseweg . (concreet: een black spot is een plek waar in 3 jaar tijd meer dan 6 ziekenhuisgewonden vallen (landelijke norm), met andere woorden hier is sprake van gevaarlijke situaties zoals een bv. kruispunten, rotondes etc.). Door het vervangen van de verkeerslichten in combinatie met wat infrastructurele maatregelen wordt de onveilige situatie opgelost. Legitimiteit De legitimiteit is de verkeersveiligheid. Effectiviteit De projecten komt voort uit de VRI nota, vastgesteld door de gemeenteraad. Hier staat een programmering/prioritering in op basis van de volgende criteria: 1) de leeftijd van de VRI’s (40 in de categorie > 15 jaar); 2) de drukte van de desbetreffende weg; 3) het binnenhalen van subsidies (dit betekent automatisch meenemen bij aanpassingen aan het hoofdwegennet (meeliften met andere (majeure) projecten) of koppelen aan een groene golf (is goed voor 50% subsidie); 4) verkeersveiligheid;: op basis van ongevallenregistratie en signalen/klachten uit de buurt. Een VRI draagt bij aan een betere benutting van de infrastructuur.
30
Meten van de bereikbaarheid: De ‘bereikbaarheid’ wordt continue gemeten door de kwaliteitscentrale (lussen in de weg). Voor alle nieuwe verkeerslichten wordt o.a. de wachttijd/ doorstroming (reistijd) van het verkeer gemeten. De meetwaarden worden afgezet tegen de te behalen effecten.
Efficiëntie Elk voertuig heeft bij een groene golf per VRI gemiddeld 30 seconden reistijd winst ten opzichte van de situatie zonder groene golf. De Karel de Grotelaan kent zes rijrichtingen die met de groene golf gekoppeld worden. Dus bij zes richtingen wordt de winst behaald. Gemiddeld rijden 1000 voertuigen per rijrichting op de Karel de Grotelaan. De groene golf is vier uren per dag geactiveerd tijdens 260 werkdagen. De berekening is als volgt: 0,5 x 6 x 1000 x 4 x 260 is 3.120.000 voertuig verliesminuten per jaar. Dat komt overeen met 52.000 voertuig verliesuren per jaar, wat weer overeenkomt met 52.000 x € 15,00 = € 780.000 aan maatschappelijke baten per jaar. Voor de Anthony Fokkerweg en de Boschdijk is dezelfde berekening uitgevoerd. De Anthony Fokkerweg levert 17.333 minder voertuig verliesuren op, wat overeenkomt met € 259.995 aan maatschappelijke baten per jaar en de Boschdijk 34.667 voertuig verliesuren is € 520.005 aan maatschappelijke baten per jaar. Black spot Geldropseweg Door middel van het terugdringen van het aantal ziekenhuisgewonden met twee2 per jaar kunnen de maatschappelijke kosten € 500.000,= minder zijn. De terugverdientijd is/ kan minder zijn dan 1 jaar. De vertaling naar luchtkwaliteit is niet gemaakt. Door middel van subsidies (40 tot 50%) is het zeer aan te bevelen om dit mee te nemen c.q. daarmee kosten te vermijden.
Risico’s Het raamcontract laat de gemeente vrij in het aantal VRI’s. Tijdsdruk vanuit de subsidievoorwaarden. Uitval van verkeerslichten op de ring zal leiden tot ontregeling van het verkeer, wat weer leidt tot lange files, mogelijk tot op de snelweg.
31
Projectnaam
Cluster Openbaar vervoer
Projectnummer
565-00-00 / 633-00-00 / HOV fase 3 en verder / bushaltes Meerhoven west
Algemene omschrijving Het cluster bevat de volgende openbaar vervoerprojecten: • het uitvoeren van infrastructurele maatregelen als gevolg van wijzingen en/of knelpunten aan de businfrastructuur (565-00-00);, • het toegankelijk maken van alle bushaltes in Eindhoven (633-00-00);, • het realiseren van het vervolg van Hoogwaardig Openbaar Vervoer; • het realiseren van bushaltes in Meerhoven west. Met ingang van 1-1-2016 moeten alle bushaltes conform de nieuwe eisen zijn ingericht (opgehoogd etc.). In 2011 was 46% gereed. De ‘belangrijkste’ bushaltes (bv. bij zorginstellingen) zijn gedaan. Er is geen beeld voor hoeveel mensen je het uiteindelijk doet. Er worden geen enquêtes gehouden voor minder valide mensen. Er is ook geen zicht op hoeveel mensen (meer) gebruik maken van het openbaar vervoer. Afhankelijkheid: Het SRE stelt de (aangepaste) dienstregeling vast en Eindhoven is verantwoordelijk voor de infrastructuur en moet zorg dragen voor de investeringen (130 nieuwe haltes/verlengen van haltes en kleine aanpassingen).
Decarbonized Airport Regions (D-AIR) Het betreft hier een bindend contract. Bij niet nakomen van de afspraken is een schadeclaim te verwachten van 13 regionale partners en Brussel (Eindhoven is immers leadpartner).
Legitimiteit De gemeente heeft de zorgplicht om een deugdelijke infrastructuur ten behoeve van het openbaar vervoer aan te leggen. Het toegankelijk maken van bushaltes is een wettelijke verplichting voor de wegbeheerders conform het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
32
Het SRE is concessieverlener voor het rijden van openbaar vervoer. Wijzigingen aan de dienstregeling worden echter in overleg met de gemeente doorgevoerd.
Effectiviteit Een bereikbare stad is essentieel voor het economische klimaat en woonmilieu in Eindhoven. Maatregelen treffen ter verbetering van het openbaar vervoer zijn noodzakelijke maatregelen voor het in stand houden van of verbeteren van de bereikbaarheid van de stad. De belangrijkste doelstelling uit programmaonderdeel 8.6 (verkeer en vervoer) is dan ook de bereikbaarheid van de stad verbeteren. Tweede doelstelling is het beïnvloeden van de modal split (keuze vervoerswijze) ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Daarnaast draagt een groter openbaar vervoergebruik bij aan de luchtkwaliteit in de stad. Met name op enkele wegen in het centrum voldoet de luchtkwaliteit niet aan de normen. De doelstelling uit PO 8.6, minder autoverkeer binnen de Ring, moet de grootste bijdrage leveren aan de verbeterde luchtkwaliteit. Stimuleren van het openbaar vervoer is daar een belangrijk onderdeel van. Het stopzetten van maatregelen ter bevordering van het openbaar vervoer betekent meer autogebruik wat files en een nog slechtere luchtkwaliteit met zich meebrengt. Daarnaast heeft het openbaar vervoer een sociale functie. Efficiëntie Landelijk zijn al vele MKBA's uitgevoerd om te kunnen beoordelen of een nieuwe vorm van openbaar vervoer maatschappelijk rendabel is. Echter, deze onderzoeken zijn zo specifiek op een bepaalde vervoerwijze of stad gericht, dat ze niet op de Eindhovense situatie gekopieerd kunnen worden. Uit landelijk onderzoek is bekend dat een extra fietser in Eindhoven gemiddeld 25 cent per kilometer oplevert. Een extra openbaar vervoerreiziger levert niet zo'n groot bedrag op, maar in vergelijking maken met de fiets, wordt aangenomen dat een openbaar vervoerreiziger gemiddeld 15 cent per kilometer oplevert. Om de doelstelling uit programmaonderdeel 8.6 te kunnen behalen is het noodzakelijk dat er elk jaar 8.100 dagelijkse openbaar vervoergebruikers bij komen. Dat zijn ongeveer 5.000 treinreizigers en 3.000 busreizigers
Risico’s De subsidiemogelijkheden voor de toegankelijke bushaltes zijn voor de komende jaren nog niet bekend. Als er voor deze maatregelen geen subsidie meer beschikbaar wordt gesteld, is er niet voldoende eigen geld om alle bushaltes conform de nieuwe eisen in te richten, wat in 2016 tot mogelijke schadeclaims kan leiden.
33
HOV fase 3 heeft een relatie met de mogelijke ontwikkeling van een NS-station Airport. Zonder HOVverbinding naar dit station, is de realisatie van het station niet haalbaar.
34
Projectnummer
634-00-00 Aansluiting N2/Meerenakkerweg
Algemene omschrijving De Raad van State heeft bepaald dat de voorgestelde variant gemaakt mag worden. Er is een overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Eindhoven over wie wat doet. De gemeentelijke bijdrage voor dit project bedraagt € 1,6 miljoen. Informatie Het project wordt toegelicht aan de hand van een situatieschets en is voldoende. Legitimiteit De gemeente legt aan: - Heistraat (gerealiseerd); - Meerenakkerweg (gerealiseerd); - Beemdstraat (gerealiseerd); - Hovenring (gerealiseerd); - Verkeersregelingsinstalatie (VRI) (te realiseren als Rijkswaterstaat klaar is). Effectiviteit
Efficiëntie
Risico’s Het betreft geen investering van de gemeente. Conclusies Het betreft alleen een kasstroom waaraan we verplicht zijn.
35
Projectnaam
Park Meerland bruggen
Projectnummer
035-00-33
Algemene omschrijving Het verbinden van het centrumgebied Meerrijk met park Meerland én het verbinden van de wijk Zandrijk met het centrumgebied Meerrijk middels via een brug, genaamd de Zandbrug. De opdracht is reeds gegund aan de aannemer. Informatie Voldoende. Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak. Maatgevend is het Masterplan Meerhoven (door de Rraad vastgesteld in 1997). Effectiviteit De Zandbrug is noodzakelijk voor een goede ontsluiting van het gebied. Bewoners uit Zandrijk klagen reeds over de slechte bereikbaarheid van het centrumgebied Meerhoven. Met het aanleggen van de brug wordt ook de afstand tot park Meerland verlaagd van 1km naar 50m. Efficiëntie Er zouden nog drie3 bruggen worden aangelegd. Hiervan is inmiddels één brug geschrapt, wat een besparing oplevert van €200.000. Daarnaast is voor de Zandbrug het ontwerp aangepast, waardoor de kosten worden verlaagd van €550.000 naar €500.000. De resterende brug is nog niet gegund en wordt verschoven naar 2014 / 2015. Risico’s De opdracht is reeds gegund en het staal is reeds aangekocht. Met de aannemer is geen uiterlijke startdatum afgesproken. Bij helemaal niet uitvoeren zal de aannemer minimaal €200.000 (kosten voor reeds aangekocht staal) claimen.
36
Projectnaam
Verkeersveiligheid
Projectnummer
762-00-00 / Tuinstraat aanpassing schoolomgeving
Algemene omschrijving Er is een programma Verkeer en Vervoer (8.6.2) waarin opgenomen zijn: 1) oplossen van black spots; 2) schoolomgevingen; 3) duurzaam veilige maatregelen (bv drempels bij 30 km wegen). Het betreft de projecten: 1) blackspot Franse baan/Montpellierlaan;. 2) de Tuinstraat: aanpassing schoolomgeving. In een straat met 2twee scholen is een parkeergarage (> 200 parkeerplaatsen) gesitueerd. Hierdoor komt de veiligheid in het gedrang. Een totale reconstructie kost €140.000, maar met een alternatief van €55.000 kan de schoolomgeving (verantwoord) aangepast worden. Legitimiteit De legitimiteit is de verkeersveiligheid. Effectiviteit De verkeersveiligheidsdoelstelling staat verwoord in raadsprogramma 8.6 verkeer en vervoer (10% minder verkeersslachtoffers ten opzichte van twee jaar daarvoor). Efficiëntie De maatschappelijke baten van verkeersveiligheidsprojecten worden berekend op basis van het aantal ziekenhuisgewonden en doden. Een dode kost de maatschappij € 2,4 mln. Een ziekenhuisgewonde kost € 249.000. Deze kosten zijn berekend en onderbouwd door het SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid). Op het kruispunt Fransebaan/ Montpellierlaan zijn in drie jaar tijd 7zeven ziekenhuisgewonden gevallen. De berekende maatschappelijke baat is dus 7 x € 249.000 = € 1.743.000 in drie jaar. Dat is € 581.000 per jaar, terwijl de maatregel € 460.000 kost. Die maatregel is dus binnen één jaar terug verdiend. De maatschappelijke baat voor de Tuinstraat is het voorkomen van verkeersonveilige situaties rondom de school.
37
Risico’s Voordat de projecten worden aanbesteed, is de financiering rond. Het niet treffen van de gewenste voorzieningen houdt een risico op ongelukken in.
38
Projectnaam
Slowlane
Algemene omschrijving Slowlane is een fietspadverbinding die de verschillende economische toplocaties in Brainport Avenue met elkaar verbindt. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het bestaande tracé en de bestaande fietspaden. Gekoppeld aan het fietspad worden ecologische verbindingszones aangelegd en vindt landschaps-/ natuurontwikkeling plaats. Informatie De ingevulde vragenlijst wordt nader toegelicht en is voldoende. Legitimiteit Aanleg fietspad is legitiem. De Eindhovense investeringen hebben betrekkingen op onderdelen die in zijn geheel op Eindhovens grondgebied liggen. Effectiviteit Slowlane draagt bij aan: -
een betere ontsluiting voor fietsers;
-
verbetering van de verkeersveiligheid met vrijliggende fietspaden, ongelijkvloerse kruisingen en voorrangssituaties voor fietsers;
-
tijdswinst voor fietsers om van A naar B te komen;
-
Verbinding verbinding stad - land;
-
Natuuropgave / biodiversiteit
De fietser heeft geen alternatief voor het tracé Best-Veldhoven (of men fietst via de Boschdijk enkel 1,5 km extra): -
OV: geen rechtstreekse verbindingen, langere reistijd en 1 of meerdere keren overstappen;
-
auto: het wordt steeds drukker op de rondweg, en verkeerslichten zijn ingesteld op snel autodoorstroming, dus meer wachten voor fietsers.
Efficiëntie Beatrixkanaal / Dommeldal / Ecologische verbindingszone: Werk met werk maken. Gelijktijdige aanleg van het Dommeldal en het fietspad biedt verschillende voordelen: -
geen beschadigingen aan Dommeldal door aanleg fietspad;
39
-
maatregelen kunnen verwerken die de kosten op beheer en onderhoud drukken (bijv. m.b.t. worteldruk);
-
subsidies stapelen.
De geraamde kosten zijn voor de fietsbrug, landschapsontwikkeling en het daadwerkelijk aanleggen van het fietspad. Het is een breed fietspad (4,1 meter) over 4,5 kilometer waarvoor de grondconstructie ook gelegd moet worden. Voor de uitbreiding van dit areaal zijn de extra beheer- en onderhoudskosten niet geregeld. (middels via een Collegebesluit inmiddels wel in gang gezet). Risico’s Op 1 november 2012 is het voornemen de prestatieafspraak in de stuurgroep Brainport Avenue te ondertekenen. Eindhoven loopt voorop in de uitvoering. Mochten anderen partners hun prestatieafspraak niet nakomen dan heeft dit geen gevolgen voor de gemeente Eindhoven. Er kunnen dan met de overgebleven partijen nieuwe afspraken gemaakt worden over de verdeling van de subsidie. Het Rijk heeft haar subsidiegelden voor Brainport Avenue opgeknipt in deelprojecten. Het SRE heeft het geld ontvangen. De gemeenten maken prestatieafspraken met het SRE over de subsidieverdeling binnen deze deelprojecten.
40
Projectnaam
GRP cluster opheffen water op straat en milieuproblemen
Projectnummer
Diversen zie bijlage kasstromen GRP MKBA projecten
Algemene omschrijving Doel is om wateroverlast en overstorten op oppervlaktewater bij hevige neerslag te beperken. Hiertoe schoon regenwater separaat inzamelen en afvoeren (afkoppelen), sturing rioolstelsel en het herstellen van foutieve aansluitingen. Informatie De cluster van projecten maken onderdeel uit van het GRP (Gemeentelijk Riolerings Plan). De gegevens zijn actueel en financieel inzichtelijk (kasstromen). Er zijn operationele (SMART)doelstellingen vertaald in technisch berekende en meetbare resultaten met bijbehorende planning. Het cluster omvat projecten in diverse fases en worden meestal gecombineerd met andere projecten, en leiden dan tot een bijdrage zoals bij IWV. Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak, volgend uit de Wet Milieubeheer, Waterwet en Gemeentewet. Wel vindt er afstemming plaats met 10 omliggende gemeenten en het waterschap. Dit gaat met name over het behalen van de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (opheffen milieuproblemen). Er is een convenant met het Waterschap. Het GRP is daarmee gesynchroniseerd. Effectiviteit Als richtlijn normering voor wateroverlast wordt de landelijke leidraad riolering gebruikt. Eindhoven is hier terughoudender. Eindhoven maakt hierbij onderscheid tussen schade en overlast. Overlast wordt als acceptabel gesteld. De Eindhovense norm ligt daarmee lager dan de landelijke norm. Het beoogde maatschappelijke effect is vastgelegd in te behalen % tevredenheid inwonersenquête. Efficiëntie Vanuit de opgave uit het bestuursakkoord water wordt samengewerkt met het waterschap, 10 omliggende gemeenten en waterleidingmaatschappij Brabant Water om invulling te even aan doelmatig waterbeheer en te sturen op efficiency. De wateroverlast wordt door metingen, rekenmodellen en klachten in de praktijk in de gaten gehouden. De vervuiling wordt gemeten door het waterschap. Bij niet doorgaan van IWV kunnen maatregelen t.b.v. GRP toch noodzakelijk zijn. Aan de hand van de metingen en berekeningen wordt dit bekeken. Er zijn normen bepaald wanneer er wel en niet wordt meegelift met andere projecten, gebaseerd op de restant levensduur. Aandachtspunt bij
41
temporisering van een latere fase van een project is dat het effect van voorgaande fases niet goed wordt uitgenut, oftewel investeringen van eerdere fases hebben weinig nut. Risico’s Onduidelijk is welke consequenties er zijn aan het eventueel niet houden aan de afspraken met het waterschap.
42
Projectnaam
GRP cluster Opheffen Grondwateroverlast
Projectnummer
Diverse
Algemene omschrijving Deze projecten worden uitgevoerd in de openbare ruimte om grondwateroverlast tegen te gaan. Ook risico op gladheidsgevaar in de winter bij grondwateruittreding naast fietspaden. De projecten vormen het laatste deel +/- 80% is gereed. Informatie Voldoende Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak, volgend uit de Wet Milieubeheer, Waterwet en Gemeentewet. Wel vindt er afstemming plaats met 10 omliggende gemeenten en het Waterschap. Er is een convenant met het Waterschap. Het GRP is daarmee gesynchroniseerd. Effectiviteit Projecten ten behoeve van opheffen grondwateroverlast hebben direct effect op particulier bezit. Er zijn wel al claims ontvangen, maar als aangetoond kan worden dat er plannen zijn om de grondwateroverlast tegen te gaan, kunnen deze momenteel gepareerd worden. De grondwaterzorgplicht voor gemeenten is pas vier jaar (in 2008) geleden wettelijk ingesteld. Efficiëntie De basis is nog niet op orde is. Door samenwerking met de overige waterpartners kan er efficiënter en doelmatiger worden gewerkt. Er vindt overleg plaats met 19 wijken omdat er sprake is van problemen. Niet alle wijken voldoen echter aan de norm. 10 wijken worden daarom niet aangepakt. De maatschappelijke behoefte is bijna 2x zo groot, als wat er nu wordt uitgevoerd. Voor wat betreft fasering is de grens al opgezocht. Risico’s Gezondheidsrisico door een slecht woon- leefklimaat t.g.v. vochtproblemen in woningen. Mislopen van subsidies bij niet tijdig uitvoeren. Stoppen of temporiseren kan boetes / schades en claims tot gevolg hebben. Onduidelijk is hoeveel.
43
Projectnaam
GRP cluster rioolvervanging
Projectnummer
Diverse
Algemene omschrijving Vervangen van riolen en gemalen die aan het einde van hun levensduur zijn om het rioolstelsel in stand te houden. Het cluster gemalen is opgenomen in dit cluster rioolvervanging. Bij het bepalen van de levensduur wordt het feitelijke schadebeeld en dus de feitelijke levensduur als criterium gebruikt. Een riool van 100 jaar oud dat in prima staat verkeert, wordt dan ook niet vervangen. Er wordt alleen vervangen als het schadebeeld de ingrijpmaatstaf overstijgt. De gegevens komen uit een periodiek inspectieprogramma of inspectiegegevens naar aanleiding van klachten. Informatie Voldoet. Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak, volgend uit de Wet Milieubeheer, Waterwet en Gemeentewet. Wel vindt er afstemming plaats met 10 omliggende gemeenten en het Waterschap. Er is een convenant met het Waterschap. Het GRP is daarmee gesynchroniseerd. Effectiviteit Is gedefinieerd in het GRP en volgt NEN-normen en Leidraag riolering. Efficiëntie Er wordt alleen vervangen als het schadebeeld de ingrijpmaatstaf overstijgt. Maar ook na de ingrijpmaatstaf volgt nog een filter. Voor ieder project wordt kritisch bekeken of de investering daadwerkelijk nodig is. Het percentage vervanging ten opzichte van de investering bedraagt 0,5%. Daarnaast wordt bepaald welke methode het meest geschikt is. Met name bij drukke verkeerswegen en diepe ligging riool wordt gekozen voor relinen, indien het riool hiervoor geschikt is. Door relining wordt de levensduur van het riool met zo’n 50 jaar verlengd. Voor deze methode hoeft de weg niet te worden opengebroken. Relining kan eenmalig worden toegepast. Er wordt tot 2070 een continue stijging van vervangingskosten verwacht vanwege piekaanleg in de jaren zestig. Het riool afsluiten is geen optie. Afvalwater en regenwater worden dan niet meer afgevoerd. Risico’s
44
De risico’s zijn minimaal. Door het uitvoeren van de inspecties is er een goed inzicht in schadebeelden. Bij het actualiseren van het kostenoverzicht worden alle gegevens geactualiseerd. Strakke sturing op budgetten op basis van ramingen en geactualiseerde gegevens.
45
Projectnaam
GRP cluster Rioolvervanging en herinrichting openbare ruimte
Projectnummer
Diverse
Algemene omschrijving De separate onderdelen van de openbare ruimte zijn al besproken in afzonderlijke MKBA’s. Het gaat bij deze projecten om werk met werk maken door integrale programmering. Met name op het gebied van onderhoud wordt er bezuinigd op kosten. Ook sec rioolvervanging levert voordeel op voor het onderhoud van wegen. Dan wordt namelijk de bovenliggende open verharding goed vlak teruggelegd. De ene keer is rioolvervanging leidend, de andere keer herinrichting. Dit heeft invloed op de verdeling van de kosten. In de meeste gevallen echter is de rioolvervanging leidend, dit is ook minder uitstelbaar. Informatie De beschikbare informatie is voldoende en concreet. Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak, volgend uit de Wet Milieubeheer, Waterwet en Gemeentewet. Effectiviteit Is gedefinieerd in het GRP en volgt NEN-normen en Leidraad riolering. Maatschappelijke behoefte functionele herinrichting wordt vastgesteld via klachten en samenspraak. Efficiëntie Bij projecten waar relining voordeliger is dan vervanging, is er minder combinatie van werk. Zijn de kosten voor relining vrijwel gelijk aan de kosten voor rioolvervanging , wordt gekozen voor vervanging zodat de bovenbouw ook in orde wordt gebracht. Er zijn normen in het GRP vastgelegd om eerder te vervangen dan de einde levensduur, variërend van 10 tot 30 jaar (bijvoorbeeld in het Centrumgebied). De herinrichting beperkt zich tot een functionele herinrichting (bijv. draaien parkeervak of vervangen kapot materiaal, openbare verlichting zodat de bovenbouw weer voldoet aan de standaard kwaliteit. Daarnaast wordt bekeken of het verhard oppervlak kan worden verminderd en beheerkosten kunnen worden gereduceerd. Voor eventuele nieuwe wensen komen bijdrages vanuit andere programma’s. Indien deze nieuwe wensen leiden tot bijv. verandering van het wegprofiel, wordt voor dat project een eigen MKBA uitgevoerd. Bij projecten waar herinrichting leidend is, wordt ook altijd het riool geïnspecteerd en bekeken op schadebeelden. Vervolgens wordt op basis van ramingen doorgerekend wat de projectkosten zijn met of zonder rioolvervanging. Oude gres huisaansluitingen worden wel altijd vervangen.
46
Risico’s Als rioolvervanging pas in een later stadium plaatsvindt, gaat de kwaliteit van bestrating sneller achteruit. Daarnaast is het lastig uit te leggen aan bewoners.
47
Projectnaam
cluster parkeren
Projectnummer
769-00-00 /investeringen betaald parkeren en vanaf 2013 t/m 2016 investeringen parkeren algemeen
Algemene omschrijving De projecten hebben betrekking op de vervanging van parkeerapparatuur, de uitbreiding van betaald parkeren en het toepassen van innovatiesystemen. Informatie Voldoende. Legitimiteit Het is een gemeentelijke taak. Bepaalt de verkeersstromen van parkeren in de stad. Effectiviteit De kosten voor plaatsing of vervanging zijn op bijna alle locaties binnen 1 jaar terugverdiend aan inkomsten. De kosten voor handhaving zijn in woonstraten relatief hoog, maar worden in o.a. centrum- locaties en andere drukbezochte locaties weer ruim terugverdiend. Vervangingsinvestering is altijd lonend. Bij uitbreiding is er reeds nagedacht over het maatschappelijk effect, samenspraak heeft dan al plaatsgevonden. Efficiëntie De afschrijvingstermijn bedraagt 15 jaar. Hierna wordt bekeken of het binnenwerk gerenoveerd kan worden en indien mogelijk omgebouwd van muntbetaling naar meer innovatieve methoden (pin, stadspas ed.) Alleen als deze maatregelen niet mogelijk zijn wordt er vervangen. Verwachting is dat door het gebruik van innovatieve betaalmethoden de exploitatiekosten omlaag zullen gaan, dit wordt in het kader van SLIM werken onderzocht. Er wordt alleen uitgebreid als er maatschappelijke behoefte is. Risico’s Niet vervangen/tijdig repareren van de parkeerapparatuur kan bij storing leiden tot minder opbrengsten.
48
Projectnaam
VG overige panden
Projectnummer
IJzeren Man
Algemene omschrijving De gemeente is eigenaar van de IjJzeren Man. en De gemeente heeft contractuele verplichtingen voor het onderhoud hiervan. Op het moment dat het onderhoud op 0-status is gebracht, kan er met de exploitant een langlopende erfpacht worden gesloten waarin ook exploitatie en onderhoud zijn meegenomen. Er is echter sprake van achterstallig onderhoud. Informatie De gemeente kiest ervoor om het achterstallig onderhoud zelf aan te pakken. Voor de investering die gedaan moet worden is een sluitende dekking gevonden. Legitimiteit De gemeente is eigenaar en er zijn contractuele afspraken gemaakt met de exploitant. Effectiviteit Best case scenario: werken aan 0-status, langlopende erfpacht afsluiten met de exploitant (incl. investeren, onderhoud en exploitatie). Efficiëntie Doel is het contract aan te gaan met de opening van het seizoen 2013. Daar is de planning van de werkzaamheden op gebaseerd. Risico’s Er is sprake van achterstallig onderhoud. Het achterstallig onderhoud is zo groot dat als het NU niet opgepakt wordt: - de veiligheid niet gewaarborgd kan worden en de IJzeren Man volgend seizoen (vanaf mei 2013) gesloten moet blijven; - de exploitant zich terugtrekt en waarschijnlijk een claim (exploitatie, schade en gedane investeringen) gaat indienen; - er ook bij sluiting maatregelen nodig zijn (hekken, leeglopen bad, veiligheid e.d.); Conclusies - de urgentie is hoog; - de consequenties van niet investeren zijn groot; - dekking voor de investering is gevonden.
49
Projectnaam
GV/Vastgoed/Overige Panden
Projectnummer
TR Essent Strijp S
Algemene omschrijving In dit gesprek is het project Veiligstellen gebouw TR Essent besproken. Informatie Geen aanvullende informatie gegeven. Legitimiteit Veilig stellen, minimaal onderhoudsniveau en beheersingsmaatregelen t.b.v. verzekering. Effectiviteit Het gebouw is een strategische aankoop van de gemeente, primair gericht op de parkeergelegenheid bij het gebouw. Het gebouw als zodanig voorziet niet in een behoefte van de gemeente. De gemeente overweegt verkoop, na uitvoering van deze maatregelen. Efficiëntie Geen aanvullende informatie gegeven. Risico’s Veiligheid Conclusies Het project is niet-beïnvloedbaar en staat op de MKBA-lijst in verband met een investering. Op dit moment is er dekking voor de te treffen maatregelen.
50
Projectnaam
Paviljoen Sportcomplex Eindhoven Noord
Projectnummer
49
Algemene omschrijving Het project heeft tot doel een kwaliteitsimpuls te geven aan een deel van het Sportcomplex Eindhoven Noord (SEN). Het omvat 2 ha. en betreft de realisatie van een kleinschalig pPaviljoen (laagbouw) van ± 400m²2 t.b.v. toezicht, beheer en exploitatie van het Sport- Speel en Beweegplein en huisvesting Innosportlab Sport en Beweeg. Het SSB-plein wordt gebruikt voor verhuur aan verenigingen, ROC opleidingen, individuele gebruikers en t.b.v. maatschappelijke vrije openstellingsuren voor jeugd in Woensel. Informatie De investeringsopzet en exploitatiebegroting is vastgesteld bij besluit van B en W van 17 juli 2012. Legitimiteit De gemeente is verantwoordelijk voor het sportbeleid, i.c. basisinfrastructuur Ssport zoals verwoord in het programmaonderdeel 4.3. Het SSB-plein, in totaliteit 2ha groot, is onderdeel van de gemeentelijke basisinfrastructuur sport. Het maatschappelijk rendement van de investering is hoog (zie onder effectiviteit). Effectiviteit De achterliggende doelstellingen voor de investering is gericht op stimuleren van sportparticipatie. Daarnaast kan gesteld worden dat het maatschappelijk rendement voor de investering (reeds gedane investeringen op het sportcomplex alsmede de realisatie van het paviljoen waar het hier over gaat) voor het gebied Eindhoven Noord erg hoog is. Efficiëntie Zowel de investeringen als exploitatie zijn budgettair neutraal. Als het Ppaviljoen niet door kan gaan, zullen worden deze middelen alsnog ingezet moeten worden voor de instandhouding hiervan. Dat is ingeval van realisatie paviljoen niet meer nodig. Risico’s Going concern risico’s Conclusies
51
De realisatie van een kleinschalig Paviljoen op Sportcomplex Eindhoven Noord heeft een groot maatschappelijk rendement voor Eindhoven Noord. De risico’s voor de gemeente zijn laag. Maatregelen zijn getroffen om de risico’s zoveel als mogelijk is te beperken.
52
Projectnaam
Masterplan Genneper Parken
Algemene omschrijving Het Masterplan Genneper Parken bestaat uit een aantal onderdelen. Primair gaat het om de bouw van een nieuwe hockeyaccommodatie, de aanleg van een kunstgrasveld (in combinatie met het slaan van waterputten) en de aanleg van een rotonde. Daarnaast gaat het om een verbouwing van het stadion van FC Eindhoven en de bouw van een parkeergarage. Informatie Er ligt een masterplan voor het gebied dat een nadere uitwerking geeft aan een eerder opgestelde structuurvisie. Het masterplan geeft een overall beeld van de geplande ontwikkelingen. Er is / wordt gewerkt aan een business case per onderdeel van het plan (zie boven). De totale investeringen voortvloeiend uit het masterplan bedragen €60 miljoen Euro. Legitimiteit De gemeente heeft een faciliterende / ondersteunende rol daar waar het gaat om sportaccommodaties. Dit is geen wettelijke taak, maar een taak die voortvloeit uit het streven om de sportparticipatie te verhogen. Effectiviteit De achterliggende doelstellingen voor het ontwikkelen van de locatie zijn gericht op sportparticipatie. Voor de Genneper Parken zijn er aanvullende doelstellingen geformuleerd op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid (mede in relatie tot de Fontys Hogeschool die gebouwd is). Efficiëntie Rotonde: voor de verkeersafwikkeling rond de Fontys Hogeschool is behoefte aan een rotonde. De kosten hiervan bedragen €0,4 miljoen Euro. Er is €0,3 miljoen Euro gereserveerd in het MIP 2012. In het MIP 2013 is aanvullend nog eens €0,1 miljoen Euro gereserveerd. De aanleg van de rotonde is een gevoelig punt. Er zijn reeds toezeggingen gedaan dat deze er gaat komen. ; In het masterplan ligt de prioriteit bij de rotonde (vanwege gedane toezeggingen). Risico’s Going concern risico’s (veiligheid, verkeerskundig en aanbesteding). Conclusies De aanleg van de rotonde heeft de hoogste prioriteit.
53
Projectnaam
ICT/Communicatie/Werk/Z&I)
Projectnummer
67
Algemene omschrijving Werk/Z&I Allegro (schuldhulpverleningssysteem: de huidige versie moet vervangen worden om te kunnen voldoen aan de gewenste managementinformatie. De ondersteuning vervalt op de huidige versie van Allegro. , maar er wordt ook niet meer doorontwikkeld op de huidige versie. Informatie Werk/Z&I Het nieuwe systeem moet het mogelijk maken om individuele klantinformatie van de gemeente te verbinden met die van externe instanties zodat de klant optimaal bediend kan worden. dat er systeem ontstaat waarmee het mogelijk is om een op de individuele klant gericht systeem ontstaat waarmee het mogelijk wordt informatie over de klant in het gemeentelijk sociaal domein te verbinden met die van externe instanties opdat de klant optimaal bediend kan worden. Legitimiteit Werk/Z&I Zie hierboven onder “Informatie”. Effectiviteit Werk/Z&I Het WIJ Eindhoven verlangt een andere informatievoorziening dan sec backoffice oplossingen per sector; hoogstwaarschijnlijk een integraal beeld over deze backoffice gegevens heen. Efficiëntie Werk/Z&I Zie hierboven onder “Effectiviteit” en “Informatie”. Risico’s Werk/Z&I Systeem wordt niet meer door leverancier onderhouden en vormt daarmee een ernstig risico voor de bedrijfsvoering. Conclusies
54
Werk/Z&I Investering is noodzakelijk voor de continuïteit in de bedrijfsvoering.
55
Projectnaam
ICT/IB
Projectnummer
65
Algemene omschrijving Het betreft de projecten: ARIS-businessmodelling:. Voorts: 1. software I&A (kleine pakketten); 2. WAN telematica; 3. toegangsvoorziening op basis van stadspas; 4. SW telefonie kosten registratie; 5. Vervanging BI tools Cognos Informatie 1 Software I&A (kleine pakketten): : dit betreft de noodzakelijke vervanging van software. 2 WAN telematica: ; dit betreft de vervanging van netwerkapparatuur voor communicatie tussen gebouwen van de gemeente;. 3 Toegangsvoorziening op basis van stadspas: ; het betreft de noodzakelijke vervanging van de toegangsvoorziening. 4 SW telefonie kosten registratie:; dit betreft de vervanging van de voorziening voor de registratie van telefoonkosten. 5 Vervanging BI tools Cognos:; het betreft het verlengen van de site licentie voor Cognos. Legitimiteit In algemene zin kan gesteld worden dat nagenoeg alle projecten betrekking hebben op noodzakelijke vervanging ten behoeve van robuuste en betrouwbare ICT voorzieningen , het faciliteren van netwerkverkeer en de bedrijfsvoering. Effectiviteit De vervangingsinvesteringen zijn noodzakelijk om de continuïteit van taken zoals die o.a. hierboven (onder legitimiteit) zijn genoemd te waarborgen. Efficiëntie Wordt voor een aantal projecten die pas in 2013 of later worden uitgevoerd meegenomen in de businesscase. Voorts via aanbesteding. Risico’s Deze worden per project geïdentificeerd, gewaardeerd en beheerst. Conclusies De conclusies staan per project zijn reeds weergegeven onder het kopje informatie“Informatie”.
56
Projectnaam
ICT-VTH
Projectnummer
66
Algemene omschrijving Het betreft hier de volgende projecten: 1. Handhelds; 2. Key2vergunningenMW4all5. Informatie 1 Handhelds; Bbeperkte investering (voor 3 jaar) voor het vervangen van de handhelds van stadstoezicht. 2 Key2vergunningenMW4all: het betreft de vervanging van BWT4ALL en MVV4ALL en is gericht op het digitaliseren van het proces van vergunningverlening. Het betreft is een omvangrijk proces waarbij onder meer afscheid wordt genomen van papieren documenten. De investering leidt tot een besparing. De businesscase is daarmee positief. Legitimiteit/Effectiviteit/Efficientie De diverse vervangingsinvesteringen zijn nodig omdat: 1. de handhelds slijten door dagelijks gebruik. Het aantal operationele handhelds moet op peil blijven om om de inkomsten uit parkeerboetes en CJIB-inkomsten zeker te stellen.; 2. Key2vergunningenMW4all: het systeem zorgt voor het efficiënt uitvoeren van een wettelijke taak en is al opgenomen in de businescase digitaal zaakgericht werken, opgesteld door het programma SLIM werken. Risico’s De risico’s die beheerst moeten worden zijn beperkt. Sommige vervangingsinvesteringen zijn noodzakelijk uit een het oogpunt van “te derven inkomsten” of verantwoorde uitvoering van wettelijke taken. Andere investeringen kunnen enig uitstel dulden.
57
Projectnaam
MPG/ IHP/ PM/ Vastgoed Grondexploitatie Kostenverhaal
Projectnummer
Strijps S – ID 177-01 en 02 Aansluitende Infrastructuur.
Algemene omschrijving De gebiedsontwikkeling Strijp S dient ingepast resp. aangesloten te worden op de stedelijke infrastructuur. Bij het opstellen van de PPS samenwerkingsovereenkomst zijn hierover afspraken gemaakt. Informatie Het project is opgedeeld in verschillende onderdelen: A. realisatie HOV-verbinding op Strijp S (gereed); B. reconstructie Glaslaan (gereed); C. reconstructie Kastanjelaan deel A (incl HOV-schakel Cederlaan) (nagenoeg gereed); D. reconstructie Kastanjelaan deel B; E. verlenging perrons station Beukenlaan; F. transferium; G. spoortunnel tussen park Lijmbeek en Strijp S (relatie met bereikbaarheid station Beukenlaan, en verbinding park en buurt Lijmbeek met Strijp S-voorzieningen, waaronder HOV); H. rotonde Beukenlaan (of alternatieve aansluiting Strijp-S op rondweg) I. reconstructie/herinrichting Schootsestraat; De delen A tot en met C zijn nagenoeg gereed en worden buiten beschouwing gelaten. Legitimiteit Geen aanvullende informatie gegeven. Effectiviteit Geen aanvullende informatie gegeven. Efficiëntie Algemeen: De gemeente realiseert de infra met een subsidie van de provincie (Mooi Brabant). De gemeente en PSB moeten hiervoor samen € 15 miljoen kosten maken, de gemeente ontvangt dan € 5 miljoen subsidie. De investeringen moeten voor 31 december 2013 gedaan zijn. De gemeente en PSB hebben samen per juli 2012 reeds € 12 miljoen geïnvesteerd en in het overige deel is voorzien in 2013. Risico’s We dienen onze afspraken uit de SOK PPS na te komen en kunnen deze niet zomaar schrappen. Wel wordt er gekeken of er delen getemporiseerd kunnen worden of dat er goedkopere alternatieven zijn.
58
Projectnaam
MPG/ IHP/ PM/ Vastgoed Grondexploitatie Grondverkoop
Projectnummer
736-00 Winkel en wonen AH Leenderweg, 739-00 Wonen Tongelresestraat 32 Drankurgel, 698-00 Hotel Bergstraat, 715-00 Kerk/MFC Palermopad.
Algemeen Het betreft hier projecten vastgesteld als planexploitatie door het college waarop vervolgens de anterieure overeenkomst wordt getekend. Het bestemmingsplan wordt gewijzigd en de gemeente vraagt een vergoeding voor de door haar te maken apparaatskosten en een verkoopprijs voor de door haar in te brengen gronden die onderdeel uitmaken van de totale planexploitatie. Dit wordt vastgelegd met de externe partij middels de anterieure overeenkomst. Informatie: Getekende anterieure overeenkomst met vastgestelde exploitatie. Legitimiteit De gemeente doet aan kostenverhaal. D.w.z. dat de gemeente de door haar gemaakte kosten verhaalt op de initiatiefnemer/ontwikkelaar van de planexploitatie. De eventueel daaraan gekoppelde grondverkoop vindt marktconform plaats. Effectiviteit Het voeren van een adequaat ruimtelijk beleid met up- to- date bestemmingsplannen en een tijdige doorbelasting en verrekening met de initiatiefnemer. Efficiëntie Proces loopt inmiddels goed maar kende aanloopproblemen i.v.m. o.a. wetswijzigingen aangaande grondexploitaties waar ook landelijk nieuwe ervaringen mee opgedaan worden. Risico’s Belangrijkste risico houdt verband met het realiseren van de bestemming door de initiatiefnemer. De inschatting van de geplande apparaatskosten t.o.v. de werkelijke apparaatskosten en de gemaakte afspraken. Conclusie: Voor onderstaande projecten is er reeds een door het college vastgestelde planexploitatie (kosten neutraal) en is de anterieure overeenkomst getekend: 736-00 Winkel en wonen AH Leenderweg;
59
739-00 Wonen Tongelresestraat 32 Drankurgel; 698-00 Hotel Bergstraat ; 715-00 Kerk/MFC Palermopad.
60
Projectnaam
ICT/Communicatie/Werk/Z&I)
Projectnummer
67
Algemene omschrijving Werk/Z&I Allegro (schuldhulpverleningssysteem: de huidige versie moet vervangen worden om te kunnen voldoen aan de gewenste managementinformatie. De ondersteuning vervalt op de huidige versie van Allegro. , maar er wordt ook niet meer doorontwikkeld op de huidige versie. Informatie Werk/Z&I Het nieuwe systeem moet het mogelijk maken om individuele klantinformatie van de gemeente te verbinden met die van externe instanties zodat de klant optimaal bediend kan worden. dat er systeem ontstaat waarmee het mogelijk is om een op de individuele klant gericht systeem ontstaat waarmee het mogelijk wordt informatie over de klant in het gemeentelijk sociaal domein te verbinden met die van externe instanties opdat de klant optimaal bediend kan worden. Legitimiteit Werk/Z&I Zie hierboven onder “Informatie”. Effectiviteit Werk/Z&I Het WIJ Eindhoven verlangt een andere informatievoorziening dan sec backoffice oplossingen per sector; hoogstwaarschijnlijk een integraal beeld over deze backoffice gegevens heen. Efficiëntie Werk/Z&I Zie hierboven onder “Effectiviteit” en “Informatie”. Risico’s Werk/Z&I Systeem wordt niet meer door leverancier onderhouden en vormt daarmee een ernstig risico voor de bedrijfsvoering. Conclusies
61
Werk/Z&I Investering is noodzakelijk voor de continuïteit in de bedrijfsvoering.
62
Projectnaam Projectnummer
IWV Lakerlopen 024
Algemene omschrijving Lakerlopen is in 2000 samen met nog tien andere buurten in Eindhoven aangewezen als gebied voor integrale wijkvernieuwing. Destijds werd nog uitgegaan van herstructurering , sloop en vervanging van de meeste woningen. Gaandeweg het proces kwam vanuit de buurt steeds meer protest tegen de sloop en ook steeds meer inzicht en waardering voor het eigen karakter van de buurten. Dit heeft zich geuit in een masterplan van 2005 waarin de verschillende buurten zijn opgedeeld (A tot en met D). Inmiddels zijn 215 nieuwe woningen in gebied A ( 8 zijn nog in aanbouw) en 156 nieuwe woningen in gebied B gerealiseerd ( mogelijk komen er nog 28 bij). Ook de bijbehorende openbare ruimte is voor het grootste deel aangelegd. Vooral de Kempensebaan. Gebied C is van een particuliere ontwikkelaar. Die wil daar een nieuw winkelcentrum met parkeergarage en 56 appartementen bouwen aan de Crabethstraat. Dit is ter plaatse van het parkeerterrein achter de AHOLD vestiging aan de kop van de Tongelresestraat. Voor dit plan is de bouw-/ omgevingsvergunning reeds afgegeven. Met gebied D, waarvoor een inrichtings- annex riolerings-huisaansluitingsplan voorhanden is, kan de uitvoering van de stedelijke vernieuwing worden voltooid. De corporaties Woonbedrijf en Trudo hebben hier hun woningbezit opgeknapt. Trudo gaat aan de slag met Slimmer kopen. De gemeente kan de vernieuwing nu voltooien. Informatie Het gehele project kent een uitvoerige documentatie, met name een Masterplan van 2005 en een recente evaluatie door een onderzoeksbureau (RIGO). De gegevens zijn actueel en ( ook financieel , met name kasstromen) voorhanden.. Legitimiteit Aan de orde voor de gemeente is nu alleen nog gebied D. Investeren in de openbare ruimte is een duidelijk gemeentelijke taak. Direct belanghebbenden zijn (inwoners en woningbouwcorporatie) die hieraan geen directe financiële bijdrage leveren. De corporaties hebben hun woningbezit al vernieuwd. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen.
63
De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk die integraal en in samenspraak wordt aangestuurd. Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Inmiddels is er ook een Sociaal Programma en wordt met activiteiten in het kader van het Buurtcontract verder ingezet op de sociale pijler. Efficiëntie De grootste investering geschiedt door Woonbedrijf en Trudo in de woningen. De gemeente beperkt zich tot een bekostiging van de openbare ruimte. In gebied D betaalt de gemeente de gehele herinrichting. Hiervoor worden zowel IWV middelen, GRP middelen als gelden van het programma Openbare Ruimte ingezet. Risico’s Risico’s voor de gemeente zijn er maatschappelijk/politiek als de gemeente niet tenminste het nu voorgestelde minimale en reeds versoberde programma in Lakerlopen D uitvoert. Het onderdeel riolering kan niet verder uigesteld worden. Voor andere plandelen kan fasering worden bezien. De gemeente investeert in de openbare ruimte en voorzieningen voorzover het beschikbare budget reikt. Een deel van het programma ( met name aanpak Ruijsdaelbaan) is reeds geschrapt. Conclusies Maatschappelijk gewenst om in elk geval de (versoberde en ingekorte) opgave voor Lakerlopen D uit te voeren. Dat is meteen (bijna de gehele) afronding van Lakerlopen.
64
Projectnaam Projectnummer
IWV Kruidenbuurt 066
Algemene Omschrijving De Kruidenbuurt (Noord) is in 2000 samen met nog tien andere buurten in Eindhoven aangewezen als gebied voor integrale wijkvernieuwing. Begonnen als een echte herstructurering met de sloop en vervanging van ruim 700 sociale huurwoningen. Ongeveer een gelijk aantal nieuwe woningen moet terugkeren. De opgave is in twee masterplannen van 1999 (stedenbouwkundig) en 2004 (openbare ruimte) uitgewerkt. De bedoeling was een nieuwe stedelijke tuinwijk te maken met onder meer een gedifferentieerde voorraad woningen met een menging van koop en huur. Het woningbouwprogramma is in vier fasen opgedeeld. De eerste beide fases met 189 en 194 woningen zijn inmiddels gerealiseerd. Van de derde fase zijn 33 woningen gebouwd. Alle oorspronkelijke Kruidenbuurters die wilden terugkeren in de wijk ( vastgelegd in een Sociaal Plan) zijn inmiddels opnieuw in de vernieuwde buurt gehuisvest. De moeilijke bouw- en woningmarkt zorgde ervoor dat het project leek te stagneren. Inmiddels heeft de directie van Trudo ( zomer 2012) groen licht gegeven voor een verdere investering voor nog eens 100 woningen. Het vervolg van fase drie. Volgens planning zou nog in het najaar van 2013 met de bouw worden begonnen. Informatie Het gehele project kent een uitvoerige documentatie. Twee masterplannen van 1999 en 2004 en een recente evaluatie door een onderzoeksbureau (RIGO 2011). De gegevens zijn actueel en financieel (kasstromen) duidelijk. Legitimiteit Goedgekeurde masterplannen en een contract tussen gemeente en Trudo waarin de gemeente geld beschikbaar stelt voor ( een deel van ) de kosten van de openbare ruimte. De bijdragen worden in gedeelten volgens een schema betaald, al naargelang de oplevering van de nieuwe inrichting. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen.
65
De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk die integraal en in samenspraak wordt aangestuurd. Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Aanvullend aan de fysieke investeringen is geïnvesteerd in de sociale pijler. Er is een emancipatiefonds en een emancipatieprogramma opgezet en in uitvoering genomen, waarvan reeds successen zichtbaar zijn ( educatie en mentoraat, kinderopvang, buurtparticipatie, wijkverpleging). Efficiëntie De grootste investering geschiedt door Trudo. De gemeente draagt bij in de openbare ruimte en de gerichte inzet van reeds bestaande instrumenten op sociaal terrein in de Kruidenbuurt. Risico’s De gemeente beperkt zich tot de vooraf afgesproken bijdragen, dus er zijn geen echte risico’s. De gemeente betaalt na afloop van geleverde prestaties. De corporatie voert ook de werken in de openbare ruimte uit. Conclusie Niet beïnvloedbaar.
66
Projectnaam Projectnummer
IWV Bloemenbuurt Zuid 136
Algemene omschrijving De integrale wijkvernieuwing in de Bloemenbuurt-Zuid is onderdeel van de stedelijke afspraken uit 2000 tussen gemeente en corporaties over een 11-tal IWV gebieden. Inmiddels is circa 2/3 deel van de wijk gereed. Voor het laatste deel zijn de oude woningen gesloopt en is de grond bouwrijp gemaakt. Dit laatste deel zal gezien de huidige omstandigheden per blok ontwikkeld worden, waarbij het tempo bepaald wordt door de verkoop. De uitvoering, inclusief de inrichting van de openbare ruimte, is in handen van woningbouwcorporatie Domein. Zij opereert binnen de kaders en het budget van de gemeente. Als onderdeel van de wijkvernieuwing (maar buiten de scope van Domein) heeft de gemeenteraad, mede onder druk van een groot aantal bezwaarmakers tegen het Masterplan, besloten tot een herinrichting van een belangrijke ontsluitingsweg ten behoeve van een goede en veilige ontsluiting van het verkeer uit de Bloemenbuurt-Zuid via het tracé Gerarduslaan/Gladiolusstraat/Winkelstraat/Kerstrooslaan naar de radialen, waarbij extra aandacht moet worden besteed aan de veiligheid voor het langzame verkeer op dat tracé. Het toepassen van de principes van Duurzaam Veilig is daarvoor uitstekend geschikt. Informatie Alle relevante informatie is beschikbaar. Er ligt een Masterplan IWV Bloemenbuurt-Zuid. Legitimiteit De gemeente is de wegbeheerder, dus is het logisch dat de gemeente ook aan de lat staat voor de verbetering. Effectiviteit Het primaire doel is het verbeteren van de ontsluiting van de Bloemenbuurt-Zuid. Daarvoor is het noodzakelijk om het tracé Gerarduslaan/Gladiolusstraat/Winkelstraat/Kerstrooslaan beter in te richten zodat het al drukke tracé al het extra verkeer uit de Bloemenbuurt vlot en veilig kan verwerken. Dat extra verkeer is een gevolg van het raadsbesluit m.b.t. het Masterplan Bloemenbuurt-Zuid, waarbij de noordelijke ontsluiting van de buurt is opgeheven. Efficiëntie De herinrichting van het tracé wordt uitgevoerd op basis van de principes van Duurzaam Veilig. Het is niet mogelijk om met deeloplossingen voor aanpassingen aan de inrichting hetzelfde beoogde effect te bereiken. Derhalve is het niet mogelijk om voor de inrichting een kostenreductie te bewerkstelligen en de principes van Duurzaam Veilig los te laten.
67
In het project is geen rekening gehouden met de effecten van het later ontwikkelde en ook nog uit te voeren project HOV2. Dit laatste project heeft een duidelijke relatie met het herinrichtingsproject Gerarduslaan / Gladiolusstraat / Winkelstraat / Kerstrooslaan. De vraag is wat de effecten zijn om de herinrichting van het tracé uit te stellen en te combineren met de uitvoering van het project HOV2. De precieze consequenties daarvan qua bereikbaarheid, ontsluiting, verkeersveiligheid en routes bouwverkeer zijn nu nog moeilijk in te schatten. Risico’s De risico’s van het project zijn beperkt. Conclusies De herinrichting van het tracé ten behoeve van het verbeteren van de ontsluiting van de Bloemenbuurt moet plaatsvinden volgens de principes van Duurzaam Veilig. Optimalisering van post onvoorzien kan plaatsvinden omdat de risico’s beperkt zijn.
68
Projectnaam Projectnummer
IWV Barrier 146
Algemene omschrijving De Barrier is in 2000 samen met nog tien andere buurten in Eindhoven aangewezen als gebied voor integrale wijkvernieuwing. Het Masterplan van 2002/2003 ging uit van herstructurering. Een vooral fysieke opgave, waarvoor echter een sociaal plan ten behoeve van de bewoners is opgesteld. Het programma bestaat uit vervangende nieuwbouw met 177 koop- en 177 huurwoningen en de renovatie van 124 woningen. Er was van meet af aan oog voor de cultuurhistorische waarde van de oorspronkelijke buurt ut de jaren 30 met zijn kernmerkende en geliefde bouwstijl. Typisch voortgekomen uit de sterke stedelijke groei van Eindhoven die direct samenhangt met de sterke groei van Philips in die tijd. “Philipsdorp” was de eerste in een rij van “Philipsdorpen” in de stad waartoe ook de Barrier behoorde. In nauw overleg met de buurtbewoners ( die voor een belangrijk deel zelf het initiatief hadden genomen) is een beeld kwaliteitsplan gemaakt dat ervoor waakte dat de buurt weliswaar grondig werd vernieuwd maar dat de karakteristieke sfeer en uitstraling zouden blijven behouden. Dat is gelukt. Het IWV plan is nagenoeg geheel gerealiseerd in vier fasen. De opgaven die er nu nog liggen vallen buiten de financiële kaders van de oorspronkelijke IWV opgave. Ze kunnen nu worden uitgevoerd omdat daarvoor de ruimte vrij is gekomen omdat de rest van de opgaven is vervuld. De twee resterende plannen zijn nog het plan voor kleine appartementen aan de Van Noortlaan en de herinrichting van het “Veld” dat een buurtpark moet worden. Informatie Het gehele project kent een uitvoerige documentatie. De basis is nog steeds het masterplan Barrier 2002 /2003. Daarnaast is er een recente evaluatie door een onderzoeksbureau (RIGO 2011) voorhanden. De gegevens zijn actueel en financieel (kasstromen) helder. Legitimiteit De eigenlijke IWV opgave is afgerond. De twee resterende fysieke plannen worden niet uit de IWV middelen bekostigd. Het plan Van Noortlaan is van Woonbedrijf (een exploitatieplan) en het plan Buurtpark wordt uitgevoerd volgens het masterplan en op basis van een contract tussen gemeente en Woonbedrijf. De kosten voor het plan Buurtpark worden betaald vanuit de middelen voor structureel groen. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop;
69
4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk die ide integraal en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. De gekozen opgave om vooral op de fysieke pijler in te zetten is succesvol gebleken. De wijk heeft inmiddels de status en de behandeling van een gewone of reguliere wijk waarvoor een wijkcoördinator is aangewezen. De gemeente beperkt zich tot de projectbegeleiding van de Van Noortlaan en het projectmanagement en de uitvoering van Het Park. Efficiëntie De grootste investering geschiedt door Woonbedrijf en er is een relatief bescheiden bijdrage geweest van de gemeente in een (deel van ) de openbare ruimte. Een en ander is vastgelegd in contracten met Woonbedrijf. Het plan is bijna geheel financieel afgewikkeld. Risico’s De gemeente heeft zijn financieel risico beperkt tot de IWV bijdrage die inmiddels geheel is besteed. Conclusies Plan is geheel afgewikkeld.
70
Projectnaam Projectnummer
IWV Drents Dorp 149
Algemene omschrijving Het project bestaat uit twee onderdelen: Drents Dorp Noord (DDN) en Drents Dorp Oost (DDO). Voor DDN behelst het project de inrichting van de openbare ruimte. Woonbedrijf is nu aan de slag met de bouw van nieuwe woningen. Hiermee ivoor Woonbedrijf een bedrag gemoeid van ongeveer € 20.000.000,-. Afgestemd op deze bouw zal de gemeente de openbare ruimte opnieuw inrichten. Hiervoor is een inrichtingsplan en een kostenraming beschikbaar. Op 27 november 2012 (bst01954) heeft het college van burgemeester en wethouders besloten reeds groen licht te geven voor de aanbesteding voor de inrichting van de openbare ruimte in het plangebied in DDN. Voor DDO gaat het eveneens om het herinrichten van de openbare ruimte, maar dan slechts een deel en in beperkte mate. Woonbedrijf investeert een bedrag van € 15.000.000,- in de renovatie van de woningen, in plaats van nieuwbouw, waardoor de aanpassingen in de openbare ruimte minder ingrijpend zijn dan in DDN. Het definitief ontwerp bevindt zich in een afrondende fase. Woonbedrijf heeft inmiddels een besluit genomen om de renovatie in DDO uit te voeren. Voor DDN ligt er een overeenkomst uit 2008 met Woonbedrijf. Informatie Voor DDN is alle informatie beschikbaar. Gezien het stadium van voortgang is er weinig tot geen ruimte om het project nog aan te passen. Voor DDO dient nog een definitief ontwerp met bijbehorende kostenraming te worden opgesteld. Vervolgens is een besluit van de het college benodigd. Onderdeel van deze besluitvorming zal zijn een verdere optimalisatie van het bedrag dat hiervoor is gereserveerd. Legitimiteit Voor beide projecten gaat het om het herinrichten van de openbare ruimte. Dit is een reguliere taak van de gemeente. Er is gekozen voor een traditionele aanpak, waarbij de gemeente ook zorgdraagt voor de uitvoering van de activiteiten en Woonbedrijf de nieuwbouw en de renovatie voor haar rekening neemt. Voor beide projecten geldt dat bewoners, corporatie en gemeente intensief samenwerken bij programma, vormgeving en planning. Effectiviteit Naast de duidelijke zichtbare effectiviteit dat de kwaliteit van de openbare sterk verbetert draagt het tevens bij aan de kwaliteit van de woonomgeving en leefbaarheid en verzorgt de verbetering van de openbare ruimte in belangrijke mate een randvoorwaarde voor de effectiviteit van de inzet in het sociale domein. Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn:
71
1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk die integraal en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Efficiëntie Voor beide delen van het project geldt dat de ingrepen worden uitgevoerd op standaard niveau. Het verschil in kosten met een minimum niveau is beperkt. Het budget dat beschikbaar is voor DDO is een eerste raming, Het beschikbare budget is taakstellend, zodat overschrijding niet aan de orde is. Een dreigende overschrijding zal leiden tot aanpassing van het ontwerp / bestek. Zoals hiervoor is aangegeven zal het project nog ter besluitvorming aan het college worden aangeboden waarbij dan een verdere optimalisatie zal hebben plaatsgevonden. Voor de uitvoering van de activiteiten in DDO zal afstemming plaatsvinden met de Woonbedrijf. Risico’s De risico’s voor DDN zijn relatief beperkt. Voor DDO zijn deze ook heel beperkt, aangezien er sprake is van een taakstellend budget waarover nog optimalisering zal plaatsvinden. De kans dat Woonbedrijf terugkomt op haar renovatiebesluit is te verwaarlozen. Het is niet noodzakelijk dat gemeente en Woonbedrijf een overeenkomst afsluiten ten aanzien van DDO. Beide partijen voeren in gezamenlijke afstemming met elkaar en met bewoners een deel uit van het Masterplan. Conclusies DDN is in een zodanig stadium, dat er feitelijk geen andere optie is dan de activiteiten uit te voeren. Het college heeft dit in haar besluit van 27 november ook aangegeven. Voor DDO zal e.e.a. nog verder worden geoptimaliseerd en aan het college worden voorgelegd, maar vertraging van DDO betekent het nog niet kunnen afronden van de door bewoners, corporatie en gemeente gezamenlijk aangegane IWV-opgave.
72
Projectnaam Projectnummer
IWV Woensel West 150
Algemene omschrijving Woensel-West is al decennia een wijk met veel problemen. Met integrale wijkvernieuwing willen we hier verandering in aanbrengen. In dit proces heeft de woningbouwcorporatie (Trudo) de lead. De woningbouwcorporatie werkt met veel spirit aan het succesvol maken van de wijkvernieuwing samen met de gemeente. Er is door Trudo en de gemeente is een tweetal visie-documenten vastgesteld (“Omdat smaken verschillen” en “Focus op emancipatie in een ander decor”), op basis waarvan de wijkvernieuwing gestalte dient te krijgen. De visie is gebaseerd op een drietal pijlers te weten: Focus op emancipatie Verandering van decor Verbetering van imago Vanuit deze visie moet Woensel-west de komende jaren uitgroeien tot een eigentijdse, inspirerende buurt, met kansen en mogelijkheden voor iedereen die ze wil grijpen. Fysiek vormen de Edisonstraat en de daaraan gerelateerde straten alsmede de totale reconstructie van het plan Celsius de belangrijkste componenten van de omvorming. Legitimiteit Het herinrichten van de openbare ruimte is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarnaast is de gewijzigde herstructurering van het plan Celsius van invloed is op de huidige planstructuur als gevolg waarvan de herstructurering van de openbare ruimte binnen en aangrenzend aan het plan Celsius noodzakelijk wordt. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. Evenals voor andere projecten op het gebied van integrale wijkvernieuwing is de vraag te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing).
73
Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Efficientie Het project Spilstraat en de groenimpuls krachtwijken worden in 2013 gerealiseerd en afgerond. Deze zijn in uitvoering. Het project Volta Galvani is in uitvoering en wordt 2014 afgerond. Er ligt een overeenkomst met Trudo waarin de afspraken vastliggen. Voor plan Celsius geldt dat de plannen van Trudo bij het vaststellen van het visiedocument ‘Omdat smaken verschillen”, gewijzigd zijn van gedeeltelijk in volledige herstructurering van het plan Celsius. In de plannen heeft de herontwikkeling van het plan Celsius en het aanpassen van de Edisonstraat (als drager van de wijk) prioriteit. Dit zal gefaseerd plaatsvinden. Risico’s De fysieke planontwikkelingsprocessen verkeren op dit moment nog in studie/voorbereidingsfase. Conclusies In de integrale wijkvernieuwing speelt Trudo een belangrijke rol. De projecten Spilstraat, Groenimpuls en Volta Galvani zijn in uitvoering en in een vergevorderd stadium en zijn niet meer te beïnvloeden. Voor project Edisonstraat en plan Celsius geldt dat deze nog in een planontwikkelingsfase zitten en fasering aan de orde kan zijn.
74
Projectnaam Projectnummer
IWV Philipsdorp 173
Algemene omschrijving Philipsdorp is in 2000 samen met nog tien andere buurten in Eindhoven aangewezen als gebied voor integrale wijkvernieuwing. Destijds ging men nog uit van herstructurering en ongeveer 350 te slopen woningen in Philipsdorp. Gaandeweg het proces kwam er vanuit de buurt steeds meer protest tegen de sloop en ook steeds meer inzicht en waardering voor de cultuurhistorische waarde van de buurt. De sterke stedelijke groei van Eindhoven is voornamelijk te danken aan de sterke groei van Philips. Philipsdorp is de eerste in een rij van “Philipsdorpen” in de stad. Tijdens het proces besloot Woonbedrijf in 2006 de wens van de bewoners te honoreren en over te gaan tot hoogwaardige renovatie van alle 770 woningen en niet te slopen. Vanaf dat moment is er gezamenlijk met de bewonersorganisaties gewerkt aan visie op voor Philipsdorp. Deze is in begin 2009 vastgesteld in Raad. Behoud en versterking van de cultuur-historische kwaliteit van dit stukje Eindhoven (beschermd stadgezicht en veel gemeentelijke monumenten) werd een gezamenlijk ambitie van Woonbedrijf, bewoners en de gemeente. De Bazelbuurt is de eerste fase die volgens planning in 2013 in uitvoering moet gaan. De tweede fase is Oud-Philipsdorp. Deze plannen zijn nog in voorbereiding. Informatie Het gehele project kent een uitvoerige documentatie, waaronder de visie uit 2009 en een recente evaluatie door een onderzoeksbureau. De gegevens zijn actueel en financieel (kasstromen). Voor de Bazelbuurt is al een definitief ontwerp gemaakt met bijbehorende kostenraming. Legitimiteit Investeren in de openbare ruimte is een gemeentelijke taak. Woonbedrijf levert een financiële bijdrage in de buurt door 770 woningen hoogwaardig te renoveren (totale kosten circa 100 miljoen). Bewoners leveren een bijdrage in de vorm van een huurverhoging. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing).
75
Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. In Philipsdorp is gestart vanuit de doelstelling herstructureren en een deel van de wijk slopen. Gaandeweg het proces bleek de sociale kwaliteit van de wijk goed. En de waardering vanuit de buurt voor de woningen bleek ook hoog. Doordat naar verwachting 90% van de oorspronkelijke huurders terugkeert is te verwachten dat er geen sprake zal zijn van aantasting van de sociale samenhang in de buurt. Mede door de sterke sociale kwaliteit is er gekozen voor duurzame renovatie van huurwoningen door Woonbedrijf en vernieuwing van de openbare die daar bij hoort door de gemeente. Hierbij is een ambitieniveau gekozen dat recht doet aan de bijzondere cultuurhistorische waarde van Philipsdorp. Efficiëntie Woonbedrijf doet in verhouding tot de investering van de gemeente in de openbare ruimte een forse investering. Voor de renovatie en de herinrichting is uitgegaan van een ambitieniveau gekozen dat recht doet aan de bijzondere cultuurhistorische waarde van Philipsdorp. Risico’s De gemeente is volgend op de investeringen van Woonbedrijf, daardoor is het risico van de investering van de gemeente niet groot. Een potentieel risico is dat een meer dan standaard inrichting van de openbare ruimte in de Bazelbuurt ook bepalend is voor inrichting van de openbare ruimte in de latere fasen. Conclusies Woonbedrijf is al volop bezig met de renovatie van de Bazelbuurt; deze wordt in 2013 opgeleverd, waarna de openbare ruimte heringericht moet worden. Het is mogelijk om te kijken naar het gekozen kwaliteitsniveau t.o.v van het standaardkwaliteitsniveau en de consequenties daarvan in beeld te brengen samen met partners en bewoners.
76
Projectnaam Projectnummer
IWV Bennekel 273
Algemene omschrijving Als laatste fase van het fysieke deel van de integrale wijkvernieuwing is het Franz Leharplein op te waarderen. Al eerder zijn hiervoor plannen gemaakt. In de loop van de tijd zijn deze plannen aangepast en is gekozen voor een minder ingrijpende herinrichting. Het gaat om technische / functionele aanpassingen die een aantal actuele problemen oplossen. Hiervoor is (in aanvulling op de reguliere budgeten voor groen, verlichting en openbare ruimte) een bedrag nodig van 350.000 Euro. Van de aanpassingen is inmiddels een eerste schets gereed. Deze wordt besproken met de bewoners en ondernemers. Vervolgens wordt een ontwerp gemaakt en wordt e.e.a. ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Informatie Voor de integrale wijkvernieuwing Bennekel is uitgebreid studie gedaan. Er is een visie en wijkactieplan ontwikkeld, die vertaald zijn in concrete plannen. De visie is gebaseerd op het algemene beleid van de gemeenten ten aanzien van integrale wijkvernieuwing. Ook ligt er een intentieovereenkomst (2007) met de woningbouwcorporatie (Trudo) over het Willaertplein. Deze hebben geen financiële consequenties voor de gemeente. Legitimiteit Het project betreft het aanpassen van de openbare ruimte. Dit is een taak van de gemeente. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten.
77
De ingrepen op het plein zijn nodig om het plein, welke een buurtoverstijgende winkelfunctie heeft volgens de detailhandelsnota, een betere uitstraling te geven en daarmee bij te dragen aan de leefbaarheid en veiligheid. Gezien de berichtgeving over het plein is het wel duidelijk dat er iets moet gebeuren om de situatie te verbeteren. Niets doen zou de situatie alleen maar verslechteren en zou in een latere fase alsnog een beroep doen op reguliere onderhoudsbudgetten. Efficiëntie Als de nu voorgenomen aanpassingen niet worden uitgevoerd, blijven de problemen op veiligheid bestaan en is op termijn tevens aanzienlijk regulier onderhoud nodig. Daarnaast is het verleden niet gelukt om winkeliers en eigenaren, een bijdrage te laten leveren aan het opwaarderen van het plein. Dit door het grote aantal vastgoedeigenaren en het ontbreken van een winkeliersvereniging. Risico’s De risico’s van het project zijn beperkt Conclusies Het project behelst de laatste stap in de fysieke aanpassingen in Bennekel in het kader van de integrale wijkvernieuwing. Het gaat om ingrepen met een relatief beperkt budget en beperkte risico’s. De ontwikkelingen in de afgelopen periode (overlast, artikelen in krant en aandacht van bestuur) maken aannemelijk dat er echt iets dient te gebeuren.
78
Projectnaam Projectnummer
IWV Oud Woensel 274
Algemene omschrijving In 2008 is het masterplan Oud Woensel vastgesteld. Aanleiding was de vernieuwing van de buurt Vredesplein e.o. In de “Tussenbalans Integrale wijkvernieuwing Oud Woensel” van 2004 werd besloten verder te kijken dan alleen naar deze woonbuurt waarmee een veel bredere problematiek dan enkel de woonbuurt van Domein onderwerp van discussie werd. Met name de stedelijke voorzieningen aan de Kruisstraat en de Woenselse markt zijn centraal komen te staan. Uiteindelijk vindt het gebied zijn begrenzing in de Boschdijk, Kronehoefstraat/Pastoriestraat, Veldm Montgomerylaan en Pastoor Petersstraat. Het masterplan biedt het samenhangende kader voor het totale gebied Oud Woensel en behelst een globale opzet voor het fysiekruimtelijke, het functionele, het sociaal-maatschappelijke en het (sociaal-)economische programma. In het masterplan was een aantal ‘enveloppen’ opgenomen, die richtinggevende informatie geven over de gewenste ontwikkeling van een bepaald gebied of thema in Oud Woensel. Inmiddels is een aantal enveloppen omgezet naar projecten. Andere daarentegen zijn (nog) niet “projectrijp”, terwijl ook enkele enveloppen niet verder uitgewerkt zullen worden. Informatie Het gehele project kent een uitvoerige documentatie, waaronder een Masterplan, een recente evaluatie door een onderzoeksbureau (RIGO), een sociaal-economisch programma. Legitimiteit De rol van de gemeente is gericht op het herinrichten van de openbare ruimte. Dit is gemeentelijke taak. Effectiviteit Bij de wijkvernireuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. Evenals voor andere projecten op het gebied van integrale wijkvernieuwing is de vraag te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen
79
(waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Er ligt ook een sociaal-economisch programma voor Oud-Woensel waarin de bijdrage aan de sociale doelstellingen geconcretiseerd is. Efficientie De efficiëntie van het project verschilt per onderdeel/project: Vredesplein: dit onderdeel is reeds in uitvoering. Er ligt een overeenkomst met Domein waarin is bepaald dat de gemeente middelen beschikbaar voor het herinrichten van de openbare ruimte. De woningbouwcorporatie is gestart met de sloop van de woningen; Bakkerstraat: dit project is gestopt. Woenselmarkt: betreft de kop van de Woenselmarkt; planvorming ligt vooralsnog stil, omdat er geen trekker is. Inmiddels wel organische ontwikkeling. Panden kloosterdreef renovatie en transformatie kantoor Kronehoeftstaat. Hemelrijken/ van Gentplein: hiervoor is een plan van aanpak opgesteld. Op dit moment worden gesprekken gevoerd met het buurtplatform en over het samenspraakproces. Vanuit de IWV-middelen is voor deze envelop een budget van 650.000 Euro gereserveerd. De herinrichting van het van Gentplein is qua planontwikkeling en samenspraak afgerond. Visserstraat: dit is een binnenstedelijk bedrijventerrein, waarop een beperkt aantal bedrijven gevestigd zijn (o.a. grote meubelzaak). Er is een relatie met de moskee die in de directe omgeving gerealiseerd wordt. Daarnaast speelt hier betaald parkeren. Dit onderdeel van Oud-Woensel is eventueel later uit te voeren (na 2015). Hekwerk ring: om de veiligheid voor het verkeer te verbeteren is in de middenberm van de ring een hekwerk gepland, waarvan de kosten 50.000 Euro bedragen. Uitgaande van het masterplan voor het gebied is – zoals hiervoor blijkt - al een aantal onderdelen van de agenda gehaald. Naast het Vredesplein dat al in uitvoering is, hebben Hemelrijken en het Van Gentplein de hoogste prioriteit. De herinrichting van de Visserstraat is eventueel later uit te voeren. Risico’s Voor het Vredesplein zijn de risico’s beperkt, dit is al in uitvoering. Voor Hemelrijken zijn de plannen nog in ontwikkeling (uitgezonderd de geplande schoolzone voor spilcentrum Hemelrijken) en moet het overleg met alle belanghebbenden nog worden opgestart. De planontwikkeling van Gentstraat is afgerond en kan uitgevoerd worden. Conclusies De plannen voor het Vredesplein (in uitvoering) , Hemelrijken (schoolzone) en herinrichting Van Gentplein hebben de hoogste prioriteit. De overige plannen zijn minder ver in de planvorming, waarbij fasering aan de orde kan zijn.
80
Projectnaam Projectnummer
IWV Genderdal 275
Algemene omschrijving Het project behelst de integrale wijkvernieuwing in de wijk Genderdal. De rol van de gemeente is gericht op het herinrichten van de openbare ruimte. Woonbedrijf draagt zorg voor de sloop / nieuwbouw van de bestaande woningen. De huurders zijn er inmiddels al uit en er zijn tijdelijke bewoners. De gemeente heeft in samenspraak met Woonbedrijf de programmatische en stedebouwkundige kaders voor de nieuwbouw aangegeven. Het Genderdal is niet opgenomen in het oorspronkelijke budget voor integrale wijkvernieuwing, omdat Woonbedrijf destijds nog niet zover was. Daarnaast vindt begin 2013 afronding plaats van het project in de Schubertlaan/Gounodlaan. Ongeveer 80% is reeds gerealiseerd. In dit project heeft de Trudo de flatwoningen gerenoveerd en heeft Trudo i.s.m. de gemeente de openbare ruimte verbeterd. Ook het project Severijnpark is nagenoeg afgerond. Enkel nog plantwerk is begin 2013 gepland. Informatie Er ligt een ontwikkelingsvisie voor het gebied. In vervolg hierop zijn aanvullende documenten opgesteld die een nadere uitwerking geven. Legitimiteit De gemeente is verantwoordelijk de inrichting van de openbare ruimte, dit is een gemeentelijke taak. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'. De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten.
81
De wijk zat niet in de eerste tranche van IWV-wijken (geselecteerd op concreetheid van plannen voor sloopopgaven) en is in een tweede tranche toegevoegd. Voor deze tweede tranche is gekeken naar sociaal-fysieke componenten. Er bestaat een duidelijke relatie tussen de investeringen in het fysieke domein en de effectiviteit van sociaal-economische inzet en leefbaarheid. In dit kader betreft het sloop en nieuwbouw van 3 Airey flats en 12 omliggende ééngezinswoningen. Het sloopbesluit is inmiddels genomen. Er is een akkoord op het woonprogramma en Woonbedrijf heeft op inmiddels het plan geaccordeerd. We zitten nu in de ontwerpfase. Efficiëntie De kosten dienen nog gedetailleerd in beeld te worden gebracht. In het nieuwe voorstel is de kostenraming naar beneden bijgesteld. Dit doordat een deel van de openbare ruimte groen wordt ingericht (geen verharding / verstening). De uitvoering zal plaatsvinden op het standaardniveau. De planning van de activiteiten wordt bepaald door Woonbedrijf. De gemeente is volgend. Risico’s Er is nog geen anterieure overeenkomst met Woonbedrijf. De noodzaak hiertoe is verminderd, omdat Woonbedrijf op eigen grond bouwt en geen grond van de gemeente nodig heeft. Conclusies De groenvoorziening aan de Schubertlaan/Goudnolaan is aanbesteed en al in uitvoering en is niet meer te beïnvloeden. De overige plannen zijn nog in de ontwerp-fase. Daar kan planning en fasering kan aan de orde zijn.
82
Projectnaam Projectnummer
IWV Doornakkers 682
Algemene omschrijving Doornakkers heeft als wijkvernieuwingsgebied en krachtwijk, waarin de problematiek relatief ernstig is, al jaren de aandacht van gemeente, rijk en corporaties. Het resultaat van deze inspanningen is dat er veel projecten en initiatieven zijn op zowel fysiek, sociaal als economisch vlak. Het project kent fysieke componenten met daaraan gekoppeld maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven. Een aantal van deze componenten is reeds aangepakt, met name nieuwe voorzieningen in De Toeloop, renovatie bestaande woningen en woningbouw in Tongelresche Akkers. De focus van de resterende opgave ligt op herbestemming van twee belangrijke ontwikkelingsgebieden in het oude Doornakkers om aanvullend aan De Toeloop oud en nieuw (Tongelresche Akkers) nog meer te verbinden: 1. Omgeving St. Joseph, met o.a. stimulans van wijkeconomie via ZZP-buurtcentrum in Tongelaarschool; 2. Omgeving Jan van Riebeecklaan, met o.a. woonvormen voor Turkse senioren op St. Franciscus-schoollokatie en revitaliseren van de winkelstrips als aanjager. In begrepen op deze locaties en daarnaast voor de Oostenrijkse woningen en de monumentale boerderij aan Jeroen Boschlaan telt het behoud van cultureel erfgoed, het eigen karakter van de wijk. De nadruk voor de gemeente Eindhoven ligt op de herinrichting van de openbare ruimte, gesteund door het europese LICI-project (Lively Cities), inclusief de herontwikkeling van een aantal wegen. De herinrichting heeft betrekking op Doornakkers Oost en West. Voor de integrale wijkvernieuwing is sprake van een alliantie met Woonbedrijf, de belangrijkste woningbouwcorporatie in de wijk, die zelf ook flink investeert. Informatie De achtergronden van de integrale wijkvernieuwing zijn vastgelegd in een aantal documenten: Doornakkers Eén (2006), wijkactieplannen krachtwijk (2008) en raadsbesluit Visie Doornakkers (2012). Er ligt een visie met ambities, die is uitgewerkt in concrete plannen. Legitimiteit De herinrichting van de openbare ruimte is een taak van de gemeente. Voor de overige componenten van de integrale wijkvernieuwing (o.a. herontwikkeling schoollocaties) geldt dat de betrokkenheid en daarmee de investeringen van de gemeente beperkt is. Effectiviteit Bij de wijkvernieuwing is sprake van integraal programma (fysiek, sociaal en economisch) met doelstellingen op programma niveau. De doelstellingen zijn: 1. Het verbeteren van de leefbaarheid in de meest bedreigde wijken; 2. Het tegengaan van de ruimtelijke segregatie; 3. Het veranderen van de verhouding koop- en huurwoningen ten gunste van koop; 4. Het bevorderen van 'sociale stijging'.
83
De vraag is te stellen of de (ruimtelijke) ingrepen leiden tot de realisatie van de doelstellingen. De veronderstelling is dat de optelsom van de ingrepen de ambities dichterbij brengen. Daarnaast geldt dat er sprake is van een integrale visie op de wijk die integraal en in samenspraak met bewoners en partners wordt aangestuurd (organische, natuurlijke wijkvernieuwing). Vanuit het programma zijn per wijk samenhangende projecten benoemd. De realisatie van de projecten vindt vanuit de gemeente plaats vanuit verschillende gemeentelijke financieringsbronnen (waaronder MIP). Daarnaast een forse bijdragen derden (o.a corporaties). De rol van gemeente vooral ligt in het sociale domein (via reguliere subsidies en begroting) en aanpak openbare ruimte (deel reguliere begroting en deels IWV-investeringsbudgetten. Efficiëntie De aanpassingen in de openbare ruimte zijn gericht op het realiseren van een standaard niveau. Er is weinig ruimte om de kosten verder te verlagen. De vraag is wel of de te nemen maatregelen in het kader van de integrale wijkvernieuwing het hoogste rendement opleveren. Dit is niet in beeld gebracht. De organische aanpak onderzoekt alternatieven als die zich aandienen. Ook dient er nog een gedetailleerde kostenberekening / business case gemaakt te worden, waarbij de vraag is of de kosten binnen het nu beschikbare budget blijven. Tot slot is de vraag welke fasering aangehouden wordt. Risico’s De risico’s voor de gemeente blijven beperkt tot de verkoop van de schoollocaties en de monumentale boerderij. Daarover moet overeenstemming worden gevonden met de woningbouwcorporaties, bij voorkeur Woonbedrijf, en/of andere investeerders en lokale initiatieven. De kosten van de ruimtelijke ingrepen zijn goed in te schatten. De vraag is wel of deze binnen het nu beschikbare budget blijven. Conclusies In vergelijking met andere projecten op het gebied van integrale wijkvernieuwing moet er in Doornakkers nog veel gebeuren. De visie en doelstellingen zijn helder. De planning van de uitvoering is nog inzichtelijker te maken, evenals de kosten van de uitvoering (concrete kosten-raming). Een optie is om een aantal onderdelen van de fysieke ingrepen te temporiseren.
84