Nr. 2 - Donderdag 8 mei 2014 Wmo nieuwsbrief
Transitie heeft zeker kans van slagen, maar:
‘Overheid, houd de centrale regie’
Gea Broekema
Rients Bergstra
Gea Broekema, directeur en bestuurder van Alzheimer Nederland vult aan: ‘Het is van groot belang dat gemeenten de basis van de nieuwe zorg goed regelen, omdat die anders tot hogere kosten leidt in plaats van tot lagere, en tot grote frustratie bij alle partijen. Oog voor de kwetsbaren is daarbij essentieel. Zo komen er voorlopig alleen maar meer alzheimerpatiënten bij en dus zou ik willen dat de staatssecretaris eist dat elke gemeente dementieproof is. Het is een ingewikkelde aandoening, die specifieke kennis vereist van een casemanager of wijkverpleegkundige en daarom heeft Alzheimer Nederland de Zorgstandaard Dementie ontwikkeld; een wetenschappelijk onderbouwde leidraad die professionals een gedegen navigatie biedt voor de omgang met alzheimerpatiënten en hun familie; die zou elk wijkteam moeten hebben. Onze zesduizend vrijwilligers weten meer van dementie dan wie dan ook, schakel hen dus in! En ik zie graag een vaste casemanager die de zorg coördineert en de cliënt nu eindelijk eens écht centraal stelt. Dan voorkom je dat patiënt, familie en mantelzorger verdwijnen in het oerwoud van hulpverleners. Zo bespaar je beslist tijd en geld.’
Fotograaf: Movisie
Dementiegids
Liane den Haan
Fotograaf: Taco Smit
Liane den Haan, directeur-bestuurder van ouderenbond ANBO: ‘Decentraliseren is prachtig, maar ik pleit voor een centrale regie vanuit de rijksoverheid. Nu is elke gemeente te autonoom, de beleidsvrijheid is te ver doorgevoerd en daardoor kan het straks wezenlijk uitmaken in welke gemeente je woont. Ik zou graag zien dat de overheid gemeenten nog zo veel mogelijk oplegt, wijkteams bijvoorbeeld. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe ze die inrichten, maar dan moeten ze wel heel zorgvuldig omgaan met de kwetsbare groepen en daar specialistische professionals op inzetten. Zo onderzoeken wij met Amsterdam de mogelijkheid om onze ouderenconsulenten toe te voegen aan de wijkteams. Daar vragen we geen geld voor, we willen gewoon dat onze doelgroep serieus genomen wordt, dat onze kennis gebruikt wordt in de teams. Onze consulenten komen bij de ouderen thuis en zien zo als eerste dat iemand vereenzaamt bijvoorbeeld, ze kunnen helpen oplossingen te vinden. De samenleving wordt socialer van de nieuwe visie op zorg. Dat de tijd daar rijp voor is, merken we ook aan ons digitale sociale vangnet We helpen, dat slaat aan. Mooi, want we werden te individualistisch als maatschappij.’
Fotograaf: Bart Versteeg
In de vorige editie van MO-zaken lieten we drie wethouders aan het woord over de herinrichting van de langdurige zorg en de Wmo. De strekking van hun verhaal: het wordt een zware operatie, maar het gaat lukken. We vroegen drie vertegenwoordigers van kwetsbare cliëntgroepen of zij dat optimisme delen.
Valkuil Annette van den Bosch is senior adviseur bij Movisie, kennisinstituut en adviesbureau op het gebied van sociale vraagstukken.‘Wij adviseren gemeenten over wijkteams en het valt ons op dat weinig gemeenten weten welke problemen er in de wijken spelen. Gemeenten zouden met wijkteams, cliënten en bewoners een plan van aanpak moeten maken voor de Lees verder op pagina 2 >>
1
Annette van den Bosch
Donderdag 8 mei 2014
wijk en op basis daarvan de samenstelling van de teams moeten bepalen. Veel gemeenten laten maatschappelijke kosten- en batenanalyses doen waarin verwachtingen nogal eens worden gepresenteerd als feiten. Een flinke valkuil als je daar je beleid vervolgens op baseert. We horen van professionals die al in wijkteams werken dat zij zaken als “eigen kracht” en “de regie terug bij de cliënt” onderschrijven, maar dat de druk van de bezuinigingen en het tempo waarin de veranderingen moeten plaatsvinden een bedreiging vormen voor het welslagen ervan. En dat kan de bedoeling natuurlijk niet zijn.’
’s Rijks wegen Den Haan, Broekema en Van den Bosch zijn het erover eens dat deze grootscheepse transitie zeker mogelijkheden heeft, maar dat de veranderingen te snel gaan en met te weinig geld voor gemeenten. Of, om te besluiten met Liane den Haan: ‘De infrastructuur ervan zou in handen moeten blijven van het Rijk. Dat is beter voor het gelijkheidsbeginsel en beter voor de samenleving.’
Wvg in retrospectief
Is er nieuws onder de zon? Twintig jaar geleden maakte de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) plaats voor de nieuwe Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en namen gemeenten de uitvoering over van het Rijk. Onder grote bezuinigingsdruk. Het hele land in rep en roer, want dat kón niet goed gaan! De gemeentelijke vrijheid zou leiden tot rechtsongelijkheid, tot slechtere zorg, zeker voor de zwakkeren in de maatschappij, en tot vage normen die elke gemeente vrij kon invullen. Jurist Els Raaijmakers, bij de MO-zaak belast met bezwaar- en beroepszaken, was toentertijd maatschappelijk werker en rechtenstudent en wijdde er haar eindscriptie Wvg Vernieuwing of vernieling? aan. Ook zij kwam tot de conclusie dat de nieuwe plannen gedoemd waren tot mislukking, maar de tijd heeft uitgewezen dat het eigenlijk allemaal verrassend goed heeft uitgepakt. Raaijmakers is de eerste om dat toe te geven.
Corrigerende commotie De gevreesde vernieling bleek een vernieuwing: de overheid heeft twee decennia geleden terecht haar vertrouwen uitgesproken in de gemeenten, het is allemaal dik in orde gekomen. Het ging opnieuw goed toen de Wvg veranderde in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die de eerste AWBZ-voorzieningen toegeschoven kreeg. Toch is dat blijkbaar niet voor iedereen voldoende om te durven vertrouwen in de transities van nu. Raaijmakers ziet de veranderingen wél met een gerust hart tegemoet. Natuurlijk zijn er straks schrijnende gevallen, verwacht ze, maar gemeenten zullen die respectvol oplossen. Al is het maar omdat ze niet negatief in het nieuws willen komen: een wethouder staat veel dichter bij zijn kiezers dan een staatssecretaris of een minister, en wordt dus veel directer afgerekend op falend beleid. Toch heeft de burgerlijke waakzaamheid ook een corrigerende kant, bleek uit alle commotie rond dagbesteding. De overheid zag dat ze op dat punt een steek had laten vallen en herstelde haar fout. Dagbesteding blijft nu buiten schot.
Blik vooruit Resultaten uit het verleden mogen dan geen garantie zijn voor de toekomst, ze kunnen wel dienen als graadmeter, en een reden zijn voor waakzaam optimisme. Gebleken is tenslotte dat niet elke verandering op het gebied van de zorg een verslechtering was. De veranderingen zijn onontkoombaar, want er moet worden bezuinigd en er is steeds meer zorg nodig. Wie onterecht een AWBZ-indicatie heeft, kan op z’n klompen aanvoelen dat hij die straks kwijt is, want de gemeente kent haar pappenheimers beter dan de rijksoverheid. Maar verder zou het zo maar kunnen dat we over twintig jaar weer zeggen: wie sinds 2015 zorg nodig had, bleef die gewoon krijgen, we hebben ons voor niets zorgen gemaakt. Weer.
2
Fotograaf: Joyce Harkema
Donderdag 8 mei 2014
Renate Harkema
Samenwerken helpt de cliënt
Zorgen en kansen in de praktijk
Het Leger des Heils is al 125 jaar vertrouwd met kwetsbare cliënten, Renate Harkema is er transitiemanager in de regio Noord-Nederland. Welk beleid is volgens haar nodig om te voorkomen dat zwakkeren tussen wal en schip vallen als begeleiding straks overgaat van de AWBZ naar de Wmo?
Sascha Steinmann is programmamanager Wmo Maatwerk bij de gemeente Amsterdam, Myrian Nienhuis is indicatieadviseur voor de MO-zaak, onder meer bij de gemeente Hilversum. Ze hebben allebei dagelijks te maken met kwetsbare cliënten. Hoe kijken zij vanuit de praktijk aan tegen de ophanden zijnde veranderingen in de zorg? Waar zien ze kansen, waarvan fronsen ze de wenkbrauwen?
Het Leger des Heils is er bij uitstek voor mensen die overal buiten dreigen te vallen, begint Renate Harkema: ‘Onze cliënten zijn niet onder één noemer te vangen. We zijn geen psychiatrische instelling of verslavingskliniek, maar veel van onze cliënten kampen met geestelijke en verslavingsproblemen. Kwetsbare mensen met multiproblematiek, de uitvallers, zijn al 125 jaar onze expertise. Ze vertrouwen ons. Daarom hopen we dat gemeenten ons weten te vinden als ze verantwoordelijk worden voor de begeleiding.’
Schakel experts in Veel gemeenten worstelen met de manier waarop ze hun wijkteams moeten inrichten, signaleert Harkema. ‘Vóór 1 januari moeten de wijkteams opgetuigd zijn, maar de complexiteit ervan leidt bij veel gemeenten tot vragen zoals: welke professionals moeten er een vaste plek krijgen in het wijkteam en wie schakelen we alleen in als dat nodig is? Dat vind ik zorgelijk, ik adviseer gemeenten gebruik te maken van experts om hen daarbij te helpen.’
Beleidsruimte De transitiemanager hoopt dat iedereen zich realiseert dat de transformatie een meerjarenplan is, met bovendien een bezuiniging, terwijl elke reorganisatie geld kost. ‘Er ontstaan onvermijdelijk fouten, reken mensen daar niet meteen op af, gun elkaar de tijd om te leren. Het rendement komt pas veel later.’ Lees verder op pagina 4 >>
3
Wmo Maatwerk is een dienst van de gemeente Amsterdam voor cliënten met complexe Wmo-aanvragen. ‘Vaak hebben lichamelijk beperkte kinderen en revalidatie- en neurologische cliënten specifieke, met elkaar samenhangende voorzieningen nodig,’ licht Sascha Steinmann toe. ‘Daarom werkt onze dienst samen met alle ketenorganisaties die bij de cliënt betrokken zijn, met een casemanager van revalidatiecentrum Reade als regisseur. Amsterdam laat deze dienstverlening in 2015 ongemoeid, dat geeft lucht. Hoe we vanaf januari de verbinding maken met AWBZ-aanvragen weten we nog niet precies, daarover lopen nu pilots. Het nieuwe zorgstelsel, met een groter beroep op eigen kracht van mensen, vraagt een enorme omslag van iedereen, niet alleen van onze cliënten met complexe aandoeningen.’
In beeld Myrian Nienhuis onderzoekt voor de gemeente Hilversum ondersteuningsaanvragen voor mensen die om welke reden dan ook dakloos zijn geworden. Anders dan de meeste gemeenten ondersteunt Hilversum onder voorwaarden nog wel psychosociale cliënten zonder duidelijke grondslag. Nienhuis maakt zich zorgen over ambulante cliënten die niet zelf aan de bel trekken. ‘Wie uit een instelling komt, blijft hopelijk in beeld, maar Lees verder op pagina 4 >>
Donderdag 8 mei 2014
Harkema maakt zich zorgen om beleidsdrift bij de implementatie. ‘Dichtgetimmerde beleidsstukken bieden schijnveiligheid, ze belemmeren innovatie. Ik zou willen zeggen: houd ruimte in het beleid, want door strakke kaders raken mensen tussen wal en schip.’
wie houdt je in de gaten na een crisis of als je zorgmijder bent? En hoe moeten cliënten zonder sociale kring zich redden als de voorzieningen ook nog eens afnemen? Ik vind de ontwikkelingen ook zorgelijk voor licht verstandelijk gehandicapten, zoals meisjes die in de praatjes van loverboys trappen, en goedgelovige volwassenen die financieel worden uitgekleed. ’
Hulp dichterbij Goede regie
Harkema verwacht dat gemeenten elkaar opzoeken om de nieuwe zorg in goede banen te leiden, bijvoorbeeld door samen te investeren in goed opgeleide professionals aan de voorkant. ‘Daarmee voorkom je duurdere specialistische hulp. De visie “hulp dichterbij” vind ik goed, door kortere lijnen ziet het wijkteam verbanden die eerder niet opvielen.’ Het Leger des Heils hoeft niet per se in een wijkteam, zegt ze, als de teams haar en haar collega’s maar inschakelen als dat nodig is. ‘We kennen de buurt, hebben verstand van onze doelgroep en schrikken nergens van: gezinnen die alle hulp buiten de deur hebben gezet en overlast veroorzaken in de buurt, kinderen voor wie uithuisplaatsing dreigt, cliënten met huurschulden die dakloos lijken te raken. Onze medewerkers weten in lastige situaties de juiste toon te zetten, mensen in hun waarde te laten en ze daardoor te helpen. We hebben alles in die 125 jaar al eens voorbij zien komen.’
Er is nog veel onduidelijk en dat leidt tot onrust, merken beiden. Steinmann: ‘De lagere vergoedingen voor vervoer naar dagbesteding leiden tot onrust onder de ouders van Maatwerkkinderen, en instellingen zijn onzeker over het feit dat dagbesteding volgend jaar naar de gemeente gaat.’ Toch zien ze niet alleen nadelen. ‘Er werd te veel gepamperd, het is wenselijk en zelfs noodzakelijk dat we zuiniger omspringen met verblijf in instellingen,’ verwoordt Nienhuis de kansen. ‘Maar er moet voldoende tijd en geld beschikbaar komen zodat we zorgvuldig kunnen afwegen wie zelfstandig kan wonen en wie voor ambulante begeleiding in aanmerking komt. Met een goede regie en communicatie kan dat leiden tot meer welzijn en daarmee tot minder zorg. Maar van 24-uurszorg naar “zoek het zelf maar uit” kun je niemand aandoen.’
Workshops begeleiding in de praktijk Beleidsmakers en vertegenwoordigers van cliëntenorganisatie die in deze en de vorige editie van MO-zaken aan het woord kwamen, lijken in grote lijnen dezelfde zorgen en kansen te zien rond de aankomende veranderingen. Maar ze moeten elkaar nog weten te vinden, want voor een succesvolle overgang is het noodzakelijk dat de ketenpartners samenwerken. Daarom biedt de MO-zaak zorgaanbieders, gemeenten en andere belanghebbenden de mogelijkheid een dag met elkaar in gesprek te gaan over de komende transitie AWBZ.
De praktijk In 2011 en 2012 organiseerden we bijeenkomsten waarin de cliënt en zijn beperking centraal stonden, deze zomer leggen we de nadruk op de burger en zijn begeleiding. Via interactieve workshops en met hulp van professionals ontdekt u wat er gebeurt als Wmo en AWBZ elkaar ontmoeten, hoe de hulpverlening er dan uit gaat zien. Wat betekent begeleiding in het dagelijks leven van een cliënt? Hoe krijgt begeleiding vorm in de praktijk? Weet u wat uw cliënt nodig heeft?
Uw beleid Hoe geeft u inhoud aan eigen kracht? Wat is de rol van de mantelzorg, wat kunnen vrijwilligers betekenen? Welke kansen bieden de veranderingen, zijn er risico’s die we onder ogen moeten zien?
4
De workshops* • De grenzen van participatie • De filosofie van de AWBZ-functie Begeleiding • De wereld achter de AWBZ • Sociaal wijkteams • Het Gesprek • De wereld achter de Wmo • Gespreksregistratie in de Wmo • De digitale match van ondersteuningsvraag en -aanbod De workshops zijn vooral bedoeld voor zorgaanbieders, gemeenten, uitvoerders en beleidsmakers, maar ook andere belangstellenden zijn van harte welkom. * Onder voorbehoud
Iets voor u? Bent u in voor een dialoog over het beleid en de weerbarstige praktijk? Wij garanderen dat u deze dag energiek eindigt met een agenda vol zinnige contacten en een hoofd vol nieuwe inzichten en ideeën! We houden u graag op de hoogte van het definitieve programma, de locaties en data. Dat kan als u een mailtje stuurt naar
[email protected]. U kunt dit adres ook gebruiken als u suggesties heeft voor een onderwerp. We kijken graag of dat aansluit bij het programma.
Fotograaf: Frans Rasker
Donderdag 8 mei 2014
Serie: De dag van ... Wat doet een gedetacheerde medewerker van de MO-zaak zoal in een organisatie? Wie Linde de Wiljes Waar revalidatiecentrum Reade en Maatwerk Amsterdam Waarom cliënten begeleiden bij complexe Wmo-aanvragen Functie indicatieadviseur en casemanager Linde de Wiljes: ‘Jaren geleden heeft de gemeente Amsterdam samen met Reade het programma Maatwerk opgezet voor cliënten die in het revalidatiecentrum verblijven en complexe woningaanpassingen of vervoersvoorzieningen nodig hebben. Ze worden door een casemanager zoals ik begeleid bij hun Wmoaanvragen, maar ook daarna. Linde de Wiljes
Mijn dag 8.30
Maandagochtend, teamoverleg. Maatwerk begeleidt per jaar ongeveer vijfhonderd complexe cliënten. We bespreken de cliënten die extra aandacht nodig hebben en verdelen de nieuwe aanmeldingen: wie heeft tijd voor deze mevrouw met MS, wie kan dit kind begeleiden? We nemen ook lopende zaken door: hoe staat het met de autoaanpassing van meneer X, is het nog gelukt met dat kinderfietsje?
11.00
Omdat we onze cliënten persoonlijk begeleiden, is de drempel voor contact laag, en dat is precies de bedoeling. Cliënten hoeven hun vragen over voorzieningen niet meer te stellen tijdens een therapie, maar kunnen daarvoor bij hun casemanager terecht: therapietijd blijft zo therapietijd, dat bevordert hun welzijn. Ik besteed daarom veel tijd aan mailen en bellen met ketenpartners, en maak rapporten van de afspraken en toezeggingen.
14.00
Intakegesprek met een oudere heer met een amputatie. Ik probeer tijdens een eerste gesprek altijd zo veel mogelijk boven tafel te krijgen over de woon- en leefsituatie, zodat ik daarna snel kan handelen: contact leggen met behandelaars, de MO-zaak en de gemeente. Zoals zo vaak komen ook nu mijn MO-zaak-achtergrond als indicatieadviseur en twintigjarige ervaring als ergotherapeut goed van pas: deze meneer moet naar huis, maar zijn woning is nog niet aangepast, hij heeft dus snel een indicatie nodig. Ik bel een collega van de MO-zaak of zij alvast voor mijn cliënt aan de slag wil gaan. Ze heeft aan weinig woorden genoeg. Fijn!
16.00
Op huisbezoek bij een vrouw met een progressieve aandoening, die ik al een tijdje begeleid. We hebben elkaar een paar maanden niet gesproken, maar nu ze een probleem heeft met haar aangepaste elektrische rolstoel, weet ze me gelukkig te vinden. De leverancier die ik erover bel, belooft morgen bij haar langs te komen. Dat maakt een casemanager voor cliënten zo prettig: iedereen heeft baat bij de korte lijnen en de persoonlijke contacten. En daar handelen we dus ook naar.’
5
Donderdag 8 mei 2014
Een goede voorbereiding… 2014 is een turbulent jaar. Van u als zorgaanbieder wordt verwacht dat u de huidige taakmandatering AWBZ optimaal uitvoert. En gelijktijdig investeert u in uw organisatie en medewerkers om klaar te zijn voor de komende veranderingen. Dat vergt flexibiliteit en een open houding.
Beweging is mensenwerk Blijft de vergoeding voor uw dienstverlening gelijk en met wie maakt u resultaatafspraken? Kent u uw gemeentelijke opdrachtgever? Werken uw medewerkers al op een ‘gekantelde’ manier en weten ze hoe je een cliënt aanspreekt op ‘eigen kracht’? De MOzaak ondersteunt zorgaanbieders bij de heroriëntatie op hun taken en in hun contact met gemeenten. Dat varieert van het inrichten van accountmanagement tot bijvoorbeeld procesanalyse en -verbetering. Maar bovenal geven we trainingen, zodat uw medewerkers op tijd klaar zijn voor de veranderingen in 2015. In de leaflet De wereld achter de Wmo leest u wat de MO-zaak hierin voor u kan betekenen.
Houd de winkel open Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) stellen hoge eisen aan de gemandateerde indicatiestelling voor de AWBZ. Ondanks de harde inspanningen op de werkvloer blijkt uit de toetsing door het CIZ dat dit niet altijd leidt tot het gewenste resultaat. De vraag is dan: wat is er nodig om het gewenste resultaat wel te bereiken? Kennen uw medewerkers de terminologie van het CIZ en de nuances van de CIZ-uitvoeringsregels? In de leaflet Ondersteuning indicatiestelling vindt u een aantal voorbeelden van gerichte diensten die de MO-zaak aanbiedt.
Handige tool Als extra service biedt de MO-zaak u een rekentool voor AWBZnormtijden. Deze praktische tool berekent automatisch de benodigde klasse PV of VP, rekeninghoudend met samengestelde handelingen. Dit helpt uw organisatie fouten te voorkomen en uw toetsingsresultaten voor de HiTs te verbeteren. In de leaflet Rekentool AWBZ-normtijden leest u hier meer over.
Meer informatie? Wilt u reageren op een artikel, heeft u suggesties of wilt u meer informatie? Mail naar
[email protected].
6
De resultaten Met deze manier van werken boeken we uitmuntende resultaten, gemiddeld waarderen onze klanten onze dienstverlening goed tot zeer goed. Twee voorbeelden van succesvolle trajecten zijn Carintreggeland en TSN Thuiszorg. Bij Carintreggeland trainen we elk kwartaal medewerkers, bijvoorbeeld op ‘vaardig en aardig professioneel handelen’, ‘verdieping AWBZ-indicatiestelling’ en ‘toegangsbepaling AWBZ en Wmo’. Bij TSN Thuiszorg brachten we binnen twee maanden de score AWBZ-indicatieaanvragen (HiT en SIP) naar 97 procent in één keer conform de CIZ-norm. Met extra capaciteit hielpen we de achterstand weg te werken en met het management van TSN implementeerden we een nieuwe werkwijze.
Praktische scholing Misschien heeft u allang alle expertise in huis om deze kennis over te dragen aan uw medewerkers en waar noodzakelijk een gedragsverandering te bereiken. Heeft u daarbij toch wat ondersteuning nodig, dan springen we graag bij! Dat doen we bijvoorbeeld door maatwerkscholing, coaching on the job en intervisie. Het is onze ervaring dat theorie het best beklijft als die meteen wordt vertaald naar de dagelijkse praktijk van uw medewerker, daarom gaan de deelnemers vooral praktisch aan de slag, onder meer met eigen casuïstiek. Zie www.MOzaak.nl voor ons uitgebreid scholingsaanbod.
Wilt u meer informatie? Mail naar
[email protected] of bel met een van onze opleidingscoördinatoren: Bianca Welink 06 33 34 24 93 Marga Visscher 06 12 23 23 07 Mieke Ehlebracht 06 12 20 40 17