Opstaan voor de vrouwen van Congo Interview met Elisabeth Masika Sekanabo, voorzitster van Amuka, een Antwerpse vzw die zich inzet voor de rechten van vrouwen en kinderen in Congo Interview afgenomen op 30 april 2013 door Helena Bonte
Onderstaande tekst is een herwerkte versie van het oorspronkelijke gesprek.
Het lot van de Congolese vrouw -Goedemiddag, mevrouw Sekanabo, bedankt alvast om ons uit te nodigen voor dit gesprek. Kan u ons kort iets meer vertellen over uzelf en over uw organisatie?
Amuka VZW is voornamelijk actief in Oost-Congo. Met name in en rond Goma, vlakbij de grens met Rwanda. Hulp bieden aan vrouwen in vluchtelingenkampen, het ondersteunen van tienermoeders en het helpen vrijwaren van het recht op onderwijs voor meisjes zijn slechts enkele van de thema’s waarvoor deze organisatie zich inzet.
ES: Mijn naam is Elisabeth Masika Sekanabo. Ik woon nu 25 jaar in Antwerpen, ben afkomstig uit Congo en ik ben voorzitter van Amuka. Dat is een vzw van Belgische vrouwen van Congolese afkomst. We bestaan nu 11 jaar. We zijn begonnen vanuit ervaringen in ons eigen leven. Veel van onze generatiegenoten in Afrika zijn gestorven aan de gevolgen van aids. Daarop zijn we met een aantal vriendinnen gaan samenzitten om naar een manier te zoeken om de vele aidsweeskinderen in onze omgeving te helpen. Zo kwamen we ertoe om families te steunen die deze weeskinderen in hun familie opnamen. Onder meer door hun schoolgeld te betalen, zodat ook zij de kans kregen om naar school te gaan. Toen later dan de oorlog uitbrak in Oost-Congo zijn we ook aan de slag gegaan met vrouwelijke slachtoffers van geweld, vooral verkrachte vrouwen. Onze hulp is voornamelijk ondersteunend, waarbij we lokale initiatieven financieel, materieel en technisch tegemoet komen. We focussen op de kleinere dorpen tussen de steden, waar minder organisaties actief zijn. We hebben nu heel wat verschillende projecten lopen die zich om deze vrouwen bekommeren. Zo hielpen we bijvoorbeeld onlangs vrouwen een dierenkwekerij opstarten en was er ook de bouw van een ontmoetingscentrum waar onder meer gewerkt wordt aan de ongeletterdheid van vrouwen. -Is dat een groot probleem in Congo, het analfabetisme? ES: Ja, vooral bij vrouwen. Zeker met de aanslepende oorlog is het percentage vrouwen dat kan schrijven en lezen sterk gedaald. Daarbij komt dat er ondertussen al jaren een situatie heerst waarbij de leerkrachten slecht of niet uitbetaald worden. Zonder loon willen de leraren geen les blijven geven…
Tienermoeders ES: In 2008 breidden we onze werking verder uit en zijn we gestart met een crèche voor tienermoeders. Door de plaag van verkrachtingen in Oost-Congo, geraken er veel tieners, vaak van 12-14 jaar oud, zwanger. Voor deze meisjes stopt hun leven hier eigenlijk. Vanaf dan worden ze verplicht thuis te blijven. Het doel van onze vzw was dan ook deze jonge moeders kansen te bieden om te bouwen aan hun leven. Zo openden we een centrum waar zij hun kinderen ’s morgens vroeg heen kunnen brengen en ze daar laten terwijl zijzelf naar school gaan. ’s Avonds kunnen ze hun kinderen dan ophalen na de les. Het doel was
Uitgelezen, jrg.19, nr. 3, 2013
15
Opstaan voor de vrouwen van Congo
om deze jonge moeders te ondersteunen in de opvoeding van hun kind, hen een kans op onderwijs te geven en tegelijk ook de wijdverspreide ondervoeding bij jonge kinderen tegen te gaan door hen in het centrum van voldoende eten te voorzien. -U zegt “hun leven stopt daar eigenlijk”, kan u daar even verder op ingaan? Wat zijn, naast de voor de hand liggende fysische en psychische gevolgen, de maatschappelijke gevolgen voor een vrouw of meisje dat slachtoffer is geworden van seksueel geweld en voor de kinderen geboren uit dit geweld? ES: Vooral de erg jonge meisjes kunnen hun leven niet meer verder opbouwen. Wat kan zo’n meisje doen? Ook binnen de familie ligt dit erg gevoelig. Elke moeder wil dat haar dochter trouwt. Daarbij komt het feit dat veel van deze gezinnen in armoede leven. Een dochter in huis hebben die geen werk heeft én een extra mond om te voeden. In een arm gebied als Oost-Congo zijn dit geen evidente situaties. Een groot probleem is ook dat deze meisjes hun zelfvertrouwen vaak volledig kwijt zijn. Wij staan hen in onze werking zo goed mogelijk bij om opnieuw te leren geloven in zichzelf en in hun recht op een goed leven. -Hoe doen jullie dat concreet? ES: Wij ondersteunen ze zo goed mogelijk en doen activiteiten met hen. We trachten ook in te spreken op hen en hun directe omgeving en hen duidelijk te maken dat ook zij mensen zijn en daardoor rechten hebben en kansen verdienen. Zo zien we vaker dan ons lief is meisjes die al voor de tweede maal een kind kregen door verkrachting. Hun zelfbeeld is bijgevolg uitermate laag.
Sensibilisering ES: In 2010 zijn we vervolgens begonnen met ruimere sensibiliseringscampagnes. In onze eerste campagne lag de focus
16
© RoSa vzw
op onderwijs voor meisjes. We voerden deze campagne ter plaatse, via radio en televisie. Met de oorlog kwam daar het vluchtelingenprobleem bij. Mensen vluchten van de dorpen naar de steden, waar ze dan in de sloppenwijken terechtkomen. Met niets op zak, behalve vijf kinderen en dromen over hoe het had kunnen zijn. Je ziet daar rond de steden overal kinderen van 8-9 jaar rondlopen met baby’s op hun rug, stuk voor stuk gaan die kinderen niet naar school. Het gaat hier om jonge kinderen, meestal meisjes, die als huishoudelijk hulp in huis worden genomen of ter beschikking worden gesteld van de familie of kennissen. Amuka VZW tracht daarom haar sensibiliseringscampagnes op de moeders en vrouwen te richten, omdat zij het zijn die deze meisjes arbeid verschaffen of hun dochter ‘ter beschikking stellen’ van andere gezinnen. Wij geven hen de boodschap mee: ‘Dit is niet goed! Geef deze meisjes de kans om naar school te gaan.’ Via die campagnes hebben we heel wat vrouwen bereikt die zo’n jonge huishoudhulp hebben en verrassend genoeg kregen we van de meesten positieve reacties. Veel van deze vrouwen hebben ook zelf een leven als hulpje achter de rug, dus ze kunnen onze boodschap wel begrijpen.
Vrouwendag in Congo: onderwijs op de agenda Op 8 maart 2012 ben ik naar Goma geweest op de Vrouwendag. Normaal is Vrouwendag dé dag waarop vrouwen zich opkleden, iets mogen drinken en niet hoeven te werken. Met onze vrouwen namen we echter het besluit om niet te drinken en geen nieuwe kleren te kopen, maar om samen te zitten en na te denken over twee centrale thema’s. Het eerste thema ging over de persoonlijke gevolgen voor de jonge meisjes die weg worden gehaald bij hun families, zoals het gemis van affectie van haar ouders, broers en zussen.. De realiteit is en blijft helaas nog steeds, en dat geld ook voor de rest van Afrika, dat een kind als een soort karton kan uitgewisseld of uitgedeeld worden: ‘zij is nu van u’. Een tweede onderwerp dat we aangekaart hebben zijn de vooroordelen die er nog steeds bestaan over de manier van opvoeden in Europa. Nu, na 25 jaar, begrijp ik zelf pas ten volle waarom de situatie hier is zoals ze is en wat daar goed en niet goed aan is. Om bij het voorbeeld van de meisjes te blijven: nu weet ik dat meisjes een opleiding ontzeggen niet goed is, maar toen ik zelf nog in Congo leefde, heb ik ook een meisje in dienst gehad. Ik wist niet beter… Hierover sensibiliseren wij. Want wie neemt de verantwoordelijkheid op voor deze meisjes? Wie leert hen op eigen benen te staan? -En wordt er opgevolgd in hoeverre deze vrouwen ook effectief iets doen met de door u aangeboden informatie en of ze deze boodschap zelf verder verspreiden? We zijn nu drie jaar verder, zijn er al resultaten zichtbaar? ES: Ja, we hebben ter plaatse een groep mensen die verder werkt met deze vrouwen, onder meer rond verdere verspreiding van onze boodschap. Vaak zijn er vrouwen die door de sensibilisering zeggen: ‘Ik wil iets doen, maar ik heb het geld niet om het meisje naar school te laten gaan’. Wij van Amuka
Helena Bonte
ES: Nee, nee, we hebben daar een coordinator ter plaatse die van project tot project gaat. We blijven de projecten actief opvolgen, al is het bij sommige meer van op afstand. Wakker worden! -Amuka VZW, hoe ben je op die naam gekomen? ES: Zoals ik zei kenden we allen veel vrouwen die gestorven waren aan aids. We waren het eens dat we moesten ‘wakker worden’ om andere vrouwen en hun kinderen te helpen. Amuka betekent dan ook ‘wakker worden’ in het Swahili.
hebben tot nu toe voor ongeveer 100 van deze meisjes het schoolgeld kunnen betalen. We hebben daarnaast ook een sociale mediatheek geopend, gefinancierd door de stad Antwerpen, zodat arme kinderen ook computers kunnen gebruiken. Het gebrek aan computers in arme gezinnen geeft immers opnieuw een ongelijke startpositie als ze later op zoek gaan naar werk. Ook eindwerken vormen op deze manier een groot probleem: je hebt geen informatie, dus je hebt minder kansen om een goede score te halen. Daarom dus de mediatheek. We hebben echter één groot probleem: elektriciteit. We hebben wel generatoren, maar de benzine daarvoor is duur. We zijn dus op zoek naar een manier om zonnepanelen te installeren, zodat wij 24u op 24 onze mediatheek ter beschikking kunnen stellen. -Is Amuka zowel hier in België als daar ter plaatse permanent aanwezig? ES: Het meeste werk doen wij hier. Van de acties en het denkwerk die wij hier hebben gedaan, gaan we dan aan de slag met de projecten ter plaatse. -Zijn dat blijvende projecten? Ik hoor u zeggen “in 2008 startten we met, in 2010 met..”. Blijven jullie in deze projecten op lange termijn actief of is er eerder sprake van tijdelijke ondersteuning?
Uitgelezen, jrg.19, nr. 3, 2013
-Kunt u kort even de huidige situatie in Goma en Oost-Congo voor ons schetsen? En wat betekent dit concreet voor vrouwen? ES: Ik was in februari nog in Goma, nadat we in België een actie hadden gedaan om de vrouwen in vluchtelingenkampen daar te steunen: ‘een pagne [red. soort lendendoek] voor elke vrouw’. We hebben ze in die vluchtelingenkampen uitgedeeld. De situatie in die vluchtelingenkampen is verschrikkelijk. Zieke mensen krijgen geen behandeling. Ze slapen er gewoon op de grond. Geen dekens, niks. Die mensen leven daar al een jaar in die omstandigheden en hebben niet de vooruitzichten er snel weg te geraken. Ja, het conflict is nu relatief rustig maar in de dorpen blijft het nog erg onveilig. En naar wàt moeten ze terugkeren? Hun dorpen zijn geplunderd, hun huizen herhaaldelijk in brand gestoken… Eenmaal alles terug opgebouwd, komt er een andere groep rebellen en hup, alles terug geplunderd. Ook de velden worden vernield. En zo telkens opnieuw… De verhalen die ik daar van vrouwen te horen krijg, zijn zo hard. Ik ben zelf depressief teruggekeerd naar België. Elke vrouw in dat kamp zei: “wat je ook doet, ze blijven komen”. Eén vrouw vertelde dat ze met haar zeven kinderen was gevlucht langs de grote rivier. Ergens halverwege viel haar zoontje erin en ze zag hem meegesleurd worden. Ze konden niks doen en vluchtten
verder, nog steeds achterna gezeten. Verderop botsten ze opnieuw op rebellen, die haar ander zoontje in een vingerknip in twee stukken sneden. Zomaar, koelbloedig, vlak voor haar ogen. En het erge is dat zulke verhalen geen uitzonderingen meer zijn. Vrouwen als zij glimlachen wel, maar niet oprecht. Haar tanden zijn zichtbaar, maar verder zie je één en al verdriet.
Trauma en verdriet als basis voor de toekomst De vele trauma’s blijven dan ook een enorm probleem. In Ruberu heeft een kennis onlangs een centrum geopend voor mensen met mentale problemen. Amuka heeft ook met hen samengewerkt. We staan versteld van het grote aantal mensen met epilepsie, ook kinderen. Ik ben geen dokter, maar de stress en trauma’s van het conflict zullen hier zeker toe bijdragen. En het vluchten van de ene plaats naar de andere. Mensen vinden elkaar niet terug en weten niet wie ze kunnen vertrouwen. Ik ben één van deze dorpen op 80 km van Goma gaan bezoeken. Het is één grote chaos van overlappende jurisdicties om ergens te geraken. En uiteraard lukt dit alleen met toestemming van al de groepen die het gebied claimen. Gemakkelijk wordt de hulpverlening er dan ook niet op. Wij zijn in dit geval trouwens toch in dat dorp geraakt. Even schetsen: in dat dorp is één kookpot aanwezig. Als één gezin klaar is met koken, geeft het de pot door aan een ander, enzovoort. En als je met de mensen praatte… ze hebben geen perspectief meer. Ze weten niet meer wat te doen. -En u, ziet u een positieve toekomst voor Oost-Congo? Met al die trauma’s, ontheemde mensen, verkrachtingen. Stel dat de gevechten stoppen, wat dan? ES: Dat zal tijd kosten. Het trauma blijft uiteraard. Daarom vragen wij ons bij Amuka nu af: de kinderen die hun ouders moeten doden of zien sterven, hoe zullen hun levens er uitzien? De mensen slapen er met angst. Ook ikzelf. Als de zon ondergaat, dan gaat de
17
Opstaan voor de vrouwen van Congo
moraal onder. Tussen 18u en 22u is het zo gevaarlijk. Elke dag hoorde ik er iemand vermoord worden. Overal hoorde je schreeuwende vrouwen, geweerschoten,… Mannen die vrouwen als vodden behandelen en aan elkaar doorgeven voor eigen gebruik. En kinderen krijgen dit alles dagelijks te zien. Dus, ik weet het niet… de toekomst zie ik somber. Zeker voor de kinderen. Elk kind is daar getraumatiseerd. Kinderen spelen niet meer. Of zitten elkaar achterna met een stok: “Doodgaan! Doodgaan!” Dat is wat ze horen en zien. Als in België een ongeval is gebeurd, dan begeleidt een psycholoog de betrokkenen. In Congo bestaat dat niet. Je bent op jezelf aangewezen om alle gruwel te verwerken. Veel mensen drinken dan ook om te vergeten.
geweld. Kinshasa engageert zich ertoe de veiligheidssector sneller te hervormen, met aandacht voor nieuwe instrumenten ter preventie van geweld tegen vrouwen en kinderen. Hoe significant is een dergelijk akkoord? ES: In maart is het akkoord getekend, maar het geweld blijft aanhouden. Ik heb een vriendin die zondag naar Congo vertrekt omdat haar zoon is vermoord. We weten niet door wie. Ze zijn binnen gekomen in uniform, en ze hebben haar zoon gewoon opgepakt. ‘Tik, tik, tik, tik, tik’ [red. bootst een geweer na] en ze gaan weer buiten. Niemand weet wie het gedaan heeft of waarom. -Zorgt dit niet voor een klimaat van wantrouwen, als elke man in uniform een mogelijke bedreiging is?
-Draagt dit ook bij aan het toenemende geweld denkt u? ES: Ja, zeker. De mensen vergeten dan wel, maar hoe reageren ze onder invloed van drank? Er zijn dus verschillende problemen die op elkaar inspelen. In het centrum waar ik het over had, zijn ze dan ook op zoek naar psychologen of psychiaters. Wij kunnen de mensen opvangen en hen bijstaan in hun verwerkingsproces, maar wijzelf kunnen hen niet de juiste hulp bieden. - Scherpt de confrontatie met dat leed uw strijdlust aan? U zei al dat u onlangs depressief terug kwam… ES: Ja, uiteraard doet dat veel met je. Maar na een tijd stimuleert het je en ga je weer aan de slag: wat kunnen wij doen voor die vrouwen? Je moet blijven geven, ondanks alles. Als wij het niet doen, wie dan wel? Zo hebben we een ontmoetingscentrum voor vrouwen gebouwd. En net op het moment dat het klaar was, vernietigden rebellen alles. Wat moeten wij dan doen? Stoppen? Ons terugtrekken in onze comfortabele zetel in België? Nee, we moeten opnieuw iets doen. Tonen dat het anders kan.
Klimaat van wantrouwen en straffeloosheid -Onlangs in maart hebben de DR Congo en de VN een akkoord getekend om de strijd op te voeren tegen seksueel
ES: Ja uiteraard. Wie veroorzaakt alle geweld in Congo? Mannen in uniform. Als je een probleem hebt in België, loop je snel naar mensen in een uniform. In Congo, als je hen ziet, moet je snel wegrennen. Je weet nooit of je geslagen, verkracht, vermoord of geholpen zal worden. -Zijn de mensen dan ook wantrouwig tegenover ‘blanke’ soldaten? ES: De mensen wantrouwen de VN-soldaten omdat ze van hen verwachten dat ze voor veiligheid zorgen, terwijl er niets verandert. Soms worden de mensen zelfs agressief tegen hen. Die verdienen veel geld maar zorgen niet voor meer veiligheid. En vergeleken met de bevolking leven ook de mensen van de NAVO er comfortabel.. Veel Congolezen vragen zich dan ook af: ‘Wat hebben we aan hen?’ -Er heerst, ook op vlak van seksueel geweld, nog steeds een erg hoge straffeloosheid. Daders worden amper gestraft, zaken worden geseponeerd. Zouden meer veroordelingen voor een daling van seksueel geweld zorgen? ES: Het probleem nu in Oost-Congo, is dat als je vermoord wordt, je zomaar als een dode kat op straat ligt. Niemand weet wie het heeft gedaan. Op den duur weten de daders ook dat niemand er nog om geeft. Dus verkrachten en moorden ze er maar op los. Op 200 verkrachtingen worden misschien 5 mensen gestraft. Misschien. /Op 200 verkrachtingen, worden misschien 5 mensen gestraft. Misschien./
-We hadden het over de VN. Er zijn uiteraard ook nog andere NGO’s en multilaterale organisaties aanwezig in Oost-Congo. Hoe evalueert u de hulp die nu wordt geboden? Voldoet die aan de noden van de vrouwen daar? ES: Emanciperen is belangrijk, maar emancipatie zonder veiligheid? Geen sprake van. Wat naar mijn idee dan ook het belangrijkste is nu, is lobbyen. Erover praten. Het geweld in Syrië is constant in het nieuws, maar Congo? Niemand trekt
18
© RoSa vzw
Helena Bonte
het zich aan. Overal waar geweld is, daar moet over bericht worden. Ik denk niet dat de media geheel onpartijdig is. Het is niet normaal dat in Congo geen internationale media aanwezig zijn die berichten over wat daar dagelijks gebeurt!
-U spreekt over de rol van manipulatie. Kunt u iets meer vertellen over het concept ‘verkrachting als oorlogswapen’ en de kracht hiervan in het Oost-Congolese conflict?
ze alle vrouwen verkrachtten voor de ogen van hun mannen. Zij die nog trachtten hun vrouw te helpen, werden zonder pardon neergeschoten. Eén van de slachtoffers vertelde dat haar man nadien niet meer intiem kon zijn met haar en haar met hun vier kinderen wegstuurde. De rebellen drongen elk huis binnen, sneden de ledematen af van de aanwezigen, deden hun gevoeg op de bedden en brandden de helft van het dorp plat. De vrouw klampte me aan: “Waarom doen ze dit? Is dit tovenarij? Ik begrijp het niet.” /Via de vormingen komen deze vrouwen dan in het centrum terecht, waar we hen opvangen en hun trauma’s helpen te verwerken. De verkrachte vrouwen krijgen er medicatie tegen geslachtsziektes, dit moet binnen de 72 uur na de feiten. Onze vrouw in kwestie moest ver stappen en ze was dus veel te laat in het centrum. Ze kreeg de behandeling nog wel, maar later bleek ze zwanger. De vrouw - en ze is zeker niet de enige- wou dit kind niet. Ze was op straat gezet met vier kinderen en ‘moest geen kind van de rebellen’. Dit in een land als Congo, waar abortus totaal niet aanvaard is en elke vrouw normaal droomt van een groot gezin. Ze werd verplicht de baby te krijgen. Ik vroeg de dokters in het ziekenhuis of ze zo’n vrouwen niet konden helpen. Het antwoord dat ik kreeg was er één dat je maar al te vaak hoort in een land als Congo: “Ik ben dokter, maar ik ben ook christelijk en abortus is verboden, dus ik kan niet helpen”. In ons centrum kunnen zulke vrouwen samenleven met hun kinderen en hebben ze de tijd om aan het ongewenste kindje te wennen./
ES: De verkrachting van vrouwen gebeurde altijd al erg systematisch in Congo. Het dient om de mensen mentaal te breken. Op een bepaald moment maakte ik een theaterstuk met een groep vrouwen om aan te tonen hoe zwaar hun leven is. In het kader hiervan hebben we vormingen gegeven aan verschillende groepen vrouwen die op hun beurt vorming gaven aan andere vrouwen.. Zo konden we meer mensen bereiken. Ze vertelden dat de rebellen naar een dorp waren gekomen, waar
En de andere kinderen, die alles hebben zien gebeuren? Die ook moesten vluchten? Hoe zullen zij met de baby omgaan? Ook dat is een groot probleem. Het kind moet niet alleen door de mama aanvaard worden, ook door de kinderen en door de gemeenschap. De kinderen, geboren uit een verkrachting, worden door de gemeenschap genoemd naar de rebellengroep waartoe de verkrachter behoort. Deze naam wordt als een sticker op hun hoofd gekleefd. Deze kinderen worden als ‘iets
Messen als wapens ES: De manier ook waarop mensen er worden vermoord… In Syrië is het met een bom. In Congo is dat met messen. Mensen worden opengesneden, afgeslacht, alsof ze bij de slager zijn. De haat verspreid zich snel. En een terug opflakkerend etnisch conflict daarbovenop helpt de situatie allesbehalve. We hebben de Rwandese Tutsi’s ontvangen in Congo [red. na de genocide in Rwanda in 1994]. En nu? Hun kinderen zijn geboren in Congo en toch vechten ze mee tegen de Congolezen … /Mensen worden opengesneden, afgeslacht, alsof ze bij de slager zijn./ Er zijn ook onderlinge huwelijken geweest [red. tussen Rwandese Tutsi’s en Congolezen], ook die mensen zijn slachtoffer. De kinderen van deze gezinnen weten niet voor wie zij moeten kiezen. Uiteraard zijn niet alle Rwandese Tutsi’s moordenaars, maar het wantrouwen is er en de rebellen manipuleren hen enorm. Wat moet je doen als ze je vragen te moorden en te verkrachten om je eigen gezin te redden?
Uitgelezen, jrg.19, nr. 3, 2013
vies’ beschouwd. En niet alleen de rebellen vergrijpen zich aan de vrouwen en meisjes, ook de regeringssoldaten verkrachten. Wat zal er van deze kinderen, die toch deel uitmaken van de toekomst van Congo, terechtkomen?
Wat kunnen we doen? -U had het over het belang van sensibilisering in Congo, maar hoe kunnen mensen vanuit ons land hun steentje bijdragen aan het verbeteren van deze situatie? ES: Wij doen ons best ook in België over te sensibiliseren. Wij organiseren onder meer diners waar uitleg wordt verschaft en geld wordt ingezameld. Ik denk dat wij als vrouwen samen moeten werken voor de vrouwen die het minder goed hebben. We kunnen de oorlog misschien niet stoppen, maar we kunnen wel de situatie van die vrouwen verzachten. Naast financiële steun is lobbyen het belangrijkst. Als we onze kennissen, politici,… blijven vertellen over het geweld, dan zijn we goed bezig. Doel is om onze boodschap ‘steeds hoger’ gehoord te krijgen. Daarnaast zijn er de acties. Als Amuka de mensen daar bezoekt, willen we iets kunnen aanbieden. Zoals de actie waarover ik het al had, met het uitdelen van pagnes in het vluchtelingenkamp. Maar er zijn zoveel vrouwen die tekort hebben, het blijft moeilijk om ze allemaal te bereiken. We moeten vrouwen vooral helpen om zelfstandig te zijn. Ons meest recente plan is om een soort van coöperatieve op te starten. Zo leren deze vrouwen een
19
Opstaan voor de vrouwen van Congo
bepaald vak waar ze dan mee aan de slag kunnen en zelf in hun onderhoud kunnen voorzien. Door de emancipatorische werking krijgen deze vrouwen ook mentaal weer een boost: ze voelen zich terug mens en menswaardig. Op termijn biedt dit niet alleen perspectief voor deze vrouwen, maar ook voor de gehavende gemeenschap. We hebben veel contact met de vrouwen daar en wij vragen aan hen: “Wat willen jullie doen? Wat is nodig?”. We ondersteunen hierbij ook initiatieven die vrouwen samenbrengen zodat ze samen naar oplossingen kunnen zoeken. Zo komen ze uit de anonimiteit en doen ze een poging om samen uit die spiraal van negativiteit te komen. -Nog een laatste boodschap die u de wereld in wilt sturen? ES: Eerst en vooral wil ik de mensen die iets willen doen, bedanken. Zeker wij vrouwen moeten de vrouwen daar een hart onder de riem steken. Zolang het conflict blijft duren, zullen er vrouwen zijn die in mensonwaardige omstandigheden moeten leven. Wij kunnen hen helpen, materieel én mentaal. Wij kunnen de mensen helpen om elkaar te ‘pardoneren’. Hoe moeilijk ook, dat is nodig, willen we ooit een einde zien aan het conflict. Door vrouwen te emanciperen en te laten samenwerken, zetten we de eerste stap. Rwandezen, Congolezen, rebellen of niet, … wantrouwen moet ingeruild worden voor vertrouwen. Het klinkt makkelijker dan het is, maar we moeten ergens beginnen… Wij zijn nu ook bezig met het inroepen van een embargo tegen bewapening van de regio. We vragen de Belgische regering: geen wapens meer voor Rwanda en Oeganda.
Solidariteit -Om af te sluiten: Hoe is het om de Vrouwendag in Congo te beleven? ES: Vrouwendag in Congo is normaal een dag waarop vrouwen zich helemaal opkleden, de drank boven halen en heel openlijk vieren. Voor Amuka geldt die dag als een evaluatie van wat wij het afgelopen jaar hebben bereikt en wat vooral nog niet. We startten de dag dan ook met een conferentie tegen de oorlog. Wat mooi was, was dat bepaalde vrouwen zich op een bepaald moment hadden verenigd met een groep Rwandese vrouwen die ook tegen de oorlog strijden. Dit was in 2010 of 2011 denk ik. Samen organiseerden ze dan een conferentie om aan te tonen: wij allen willen vrede. /Wij zijn de moeders van mannen. Waarom hebben zovelen onder hen dan geen respect voor vrouwen?/ Ik doe een oproep: overal waar een vrouw wordt verkracht, mishandeld of verstoten, moeten wij zeggen: “STOP!”. Of het nu gaat om België, Syrië, Congo of waar dan ook.. In Europa hebben vrouwen zo hard gevochten voor hun rechten. Nu moeten wij even hard vechten om die rechten overal ter wereld erkend te krijgen. Wij zijn de moeders van mannen. Waarom hebben zovelen onder hen dan geen respect voor vrouwen? Amuka VZW is onderdeel van Het Afrikaans Platform en is gelegen in Breughelstraat 31-33, 2018 Antwerpen. Deze organisatie is actief op zoek naar vrijwilligers en sympathisanten. Zie www.afrikaansplatform.be/amuk www.afrikaansplatform.be/amuka voor meer info. bron foto’s: http://www.africa-confidential.com foto’s: van Amuka vzw
R
oSa
Helena Bonte
bespreekt...
Of Virgins and Martyrs: Women and Sexuality in Global Conflict
D
avid Jacobson is professor Sociologie aan The University of South Florida en oprichtend directeur van The Citizenship Initiative, een initiatief dat een nieuwe kijk op het idee ‘burgerschap’ tracht te onderschrijven in een steeds verder globaliserende wereld. Ook de boeken Rights across Borders: Immigration and the Decline of Citizenship (1997) en Place and Belonging in America (2001) zijn van zijn hand. Als politiek socioloog werkt hij voornamelijk rond thema’s als immigratie en burgerschap, internationale instituties en wetgeving, mensenrechten, religie en conflict. Binnen deze thema’s neemt de status van de vrouw in globale conflicten een centrale plaats op.
20
© RoSa vzw
Vrouwen en seksualiteit hebben altijd al deel uitgemaakt van conflicten, kijk maar naar het gebruik van verkrachting als oorlogswapen in onder meer Joegoslavië en Somalië. Volgens Jacobson vormt het lichaam van de vrouw echter steeds meer een strijdveld op zich en ook de concrete aanleiding tot vele globale conflicten. Of het nu gaat om de discussie rond het dragen van de hoofddoek of om het feit of Afghaanse meisjes al dan niet naar school mogen, vrouwelijke seksualiteit en vrijheid vormen de kern van heel wat hedendaagse twistpunten. Vaak wordt een dergelijke strijd ingekaderd als zijnde die van het liberale Westen vs. de conservatieve islam. Jacobson oordeelt echter (terecht!)