Basisschool “Onder de Wieken” Rector de Fauwestraat 26 5964AE Meterik telefoon: 077-3983497 internet: www.onderdewieken.nl e-mail :
[email protected]
Vacature unit-leerkracht M/V groep 1-2 Wtf 0,8500 Met ingang van het nieuwe schooljaar heeft basisschool “Onder de Wieken” een vacature voor een groepsleerkracht onderbouw (groep 1-2). Wij zoeken een leerkracht die onderwijsvernieuwing niet schuwt. Dat betekent: Dat de leerkracht werkzaam is in groep 1-2, maar meedenkt met de schoolontwikkeling, waarbij de kinderen uit groep 3-4-5 en 6-7-8 een unit vormen. De leerkrachten van deze units hebben geen eigen groep, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kinderen van de unit met meerdere leerkrachten, waarbij elke leerkracht mentor is van een aantal kinderen uit de unit. het vormgeven van ateliers voor de kinderen uit groep 1-2 op een aantal woensdagochtenden tijdens het schooljaar. De ateliers worden vanuit de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie opgezet. dat de taakbrief wordt vormgegeven vanuit de onderwijsbehoeften van kinderen. dat je denkt in kansen en mogelijkheden. dat je van aanpakken weet. dat je de visie van onze school onderschrijft en meedenkt in het verder vormgeven en uitdragen van de visie (zie voor een beschrijving hiervan de pagina 2-3-4-5) Maar dat betekent ook: Betrokken kinderen Enthousiaste, meedenkende ouders Hardwerkende collega’s Uitdagende leeromgeving Resultaatgericht werken Kortom: Werken op een school waar kwalitatief goed onderwijs voorop staat. Werken op een school waar je je verder kunt ontplooien tot een excellente leerkracht. Ben je die collega die aan bovengenoemde punten voldoet, dan nodigen we je uit om te reageren. Je kunt solliciteren tot en met 26 april via de link bij deze vacature of via
[email protected] o.v.v. 2013 32
De gesprekken vinden na de meivakantie plaats. Bij de gesprekken zijn de directeur, een mr.-ouderlid en een leerkracht aanwezig.
Het motto van onze school is: Onder de Wieken: altijd in beweging Dit betekent voor onze school dat wij staan voor: het realiseren van eigentijds goed onderwijs, dat gericht is op een optimale ontwikkeling van het kind; d.w.z. gericht op de sociaal- emotionele en verstandelijke ontwikkeling, creativiteit en de noodzakelijke kennis w.b. sociaal – culturele vaardigheden. Hierbij gaan we uit van de individuele mogelijkheden van het kind en houden we rekening met de verschillen die er zijn tussen kinderen. het creëren van een kindvriendelijke school, met een fijn pedagogisch klimaat. We vinden het belangrijk dat onze school een veilige school is, met respect voor iedereen, waar, in een open sfeer, met elkaar omgegaan wordt. het leren, wat een belangrijke plaats inneemt. We proberen uit elk kind te halen, wat er in zit, tot aan de grenzen van zijn/haar kunnen. Daarnaast hebben we veel aandacht voor het samen leren en werken en het verkennend bezig zijn. het bieden van een passend onderwijsaanbod aan alle kinderen, ook de kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Maar: niet alle kinderen met een specifieke zorgbehoefte zullen binnen onze school begeleid kunnen worden. Voor die groep kinderen sluiten we zorgarrangementen af, met andere scholen en zorgaanbieders. een open communicatie en transparante besluitvorming. Het is belangrijk dat er een sfeer van vertrouwen is. Dit stimuleert de bereidheid ervaringen met elkaar te delen. Onze visie. De gewenste kwaliteit. Samengevat ziet onze school er zo uit: “De leerkracht geeft zo kort mogelijk (en waar nodig) klassikale instructie en begeleidt de kinderen vooral binnen kleinere groepen, met ondersteuning van een klassenassistent of onderwijsassistent. De methodes worden soms losgelaten en de leerkracht, internet en de bibliotheek zijn ook belangrijk als leerbron. De kinderen werken zelfstandig en bepalen regelmatig zelf wanneer ze waaraan werken. Toetsen bewaken en stimuleren de ontwikkeling van de kinderen”. Op onze school ziet het er dan als volgt uit: kinderen: werken met weektaken / dagschema’s. Krijgen instructie naar behoefte of op vraag van de leerkracht. De kinderen werken in groepjes / individueel en maken gebruik van elkaars kennis. Er wordt veel van coöperatieve werkvormen gebruik gemaakt. De inbreng van kinderen bij thema’s en projecten is groot. De kinderen zijn betrokken, enthousiast, gemotiveerd en gaan er op uit. leerlingenzorg en differentiatie: de groeps- en handelingsplannen worden in de weektaken verwerkt. Daar waar nodig en mogelijk is, werken we met meer handen in de klas. Leerkrachten blijven verantwoordelijk voor het aanbod. Het instructiemoment is kort, daarna zelfstandig verwerken, evt. nog kleine groep instructie of individuele instructie. instructie: er wordt alleen noodzakelijk instructie gegeven. In elke groep is een instructietafel. Er wordt een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de kinderen. Regelmatig worden coöperatieve werkvormen voor de instructie gebruikt. Kinderen krijgen meer eigen verantwoordelijkheid. Ook krijgen ze meer zicht op het leren van en met elkaar. leerkracht en team: de leerkracht bepaalt het lesrooster en de taakbrief. De leerkracht zet zijn eigen professie in als dit mogelijk is, bv. muziek, sport, handvaardigheid, tekenen, computer, techniek.
Gebouw en voorzieningen: dit schooljaar wordt het gebouw nog verbouwd en zal ook groep 1-2 een plaats in het hoofdgebouw krijgen. We kijken naar mogelijkheden om ook de peuterspeelzaal te integreren.
De vormgeving van ons onderwijs De vormgeving van ons onderwijs ziet er als volgt uit: Groep 1-2: De kinderen van groep 1-2 vormen een heterogene groep. Een aantal weken per jaar werken zij een ochtend in de week in ateliers. De kinderen werken met een weektaak. Voor de kinderen van groep 1 staan daar in het begin 2 taken in, de kinderen van groep 2 hebben 3 taken. In de loop van het schooljaar worden de taken verder uitgebreid. Groep 3-4-5: De kinderen van groep 3-4-5 zitten de hele week in de unit. Groep 3 zit tot half tien homogeen, groep 4-5 zitten in de unit en krijgen daar instructie of werken aan hun taakbrief. De unit heeft in de ochtenden de beschikking over twee leerkrachten en een klassenassistent en waar mogelijk worden stagiaires ingezet. De instructie wordt door de leerkrachten gegeven. s’ Middags vormen zij een unit 3-4-5 waarbij voornamelijk de vakken gymnastiek en Leefstijl gegeven worden. Een middag in de week werken zij in ateliers (zie ook uiteg bij unit 6-7-8). De kinderen van groep 3-4-5 werken met een dagtaak. Bij de kinderen in groep 3-4-5 staat voornamelijk de basisstof van de vakken rekenen, taal en spelling in de taakbrief. De instructietijden staan op de taakbrief vermeld en ieder kind krijgt dan ook instructie op zijn / haar niveau. Groep 6-7-8: De kinderen van groep 6-7-8 zitten de hele week in de unit. De unit heeft in de ochtenden de beschikking over twee leerkrachten en een onderwijsassistent en waar mogelijk worden stagiaires ingezet. De instructie wordt door de leerkrachten gegeven. Tot maart werken de kinderen op donderdagmiddag in de ateliers. Vanaf maart hebben zij ook op maandagmiddag ateliers. Dan zijn de kinderen heterogeen verdeeld over drie of vier groepen en zij doorlopen in een cyclus alle atelieractiviteiten. De ateliers worden opgezet vanuit de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie, aangevuld met kerndoelen van taal en rekenen. In groep 6-7-8 werken de kinderen met een weektaak. In de weekstaat staat basisstof van de vakken rekenen, taal en spelling, uitgebreid met stof uit de wereldoriënterende vakken. De samenstelling van de basisgroep kan op deze manier ook doorbroken worden. De instructietijden staan op de taakbrief vermeld en ieder kind krijgt dan ook instructie op zijn / haar niveau. In de units werken de kinderen met een vast weekrooster. Zij weten per week wat hen te wachten staat. De groepsplannen worden waar mogelijk ook in de taakbrief verwerkt. De leerkrachten zijn mentor van een aantal kinderen, zij hebben de verantwoordelijkheid over deze kinderen en voeren oudergesprekken met de ouders van deze kinderen. Leerkrachtvaardigheden: Een belangrijk uitgangspunt is het werken naar zelfstandige kinderen op onze school. Voor de kinderen betekent dit, dat ze leren zelfstandig te werken, zelfsturend bezig te zijn, zelf plannen van activiteiten en verantwoordelijk zijn voor hun eigen leren. Dit vergt een andere benadering van de kinderen door de leerkrachten. De leerkrachten zijn niet meer alleen verantwoordelijk voor hun klas, maar delen de verantwoordelijkheid met een aantal collega’s. De afgelopen tijd hebben we op school veel aandacht besteed aan leerkrachtvaardigheden en leerkrachtstijlen. We hebben uitgebreid stilgestaan bij de stijlen stimulerend tussenkomen, autonomie verlenen, aanvaarding, echtheid en empathie. Competentieprofiel Welke medewerkers met welke competenties én accenten, kwaliteiten, specialismen, vaardigheden én verdeling: onder- midden- en bovenbouw én denkers - doeners enz. zijn nodig om ons onderwijs volgens bovenstaande visie en organisatie te realiseren. In
beginsel zijn alle zeven competenties van belang zijn om een bekwaam leraar te zijn. Voor een viertal, hieronder beschreven competenties, geldt dat zij noodzakelijk zijn en dan ook bij de waarderingsgesprekken met een B gewaardeerd moeten zijn. Competentie: Pedagogisch competent De leerkracht moet de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen bevorderen. Hij moet hen helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden. Dat is de verantwoordelijkheid van de leerkracht en om die waar te kunnen maken moet hij pedagogisch competent zijn. Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leerkracht het volgende onder andere doen: • Hij vormt zich een goed beeld van het sociale klimaat in een groep, van het individuele welbevinden van de kinderen en van de vorderingen die zij maken op het gebied van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. • Hij maakt op basis daarvan een plan van aanpak of een benadering om de kinderen te begeleiden naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en om hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling te bevorderen. • Hij signaleert problemen en belemmeringen in de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen en stelt, eventueel samen met collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op. Competentie: Vakinhoudelijk en didactisch component De leerkracht stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de kinderen en houdt rekening met individuele verschillen, motiveert de kinderen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden, leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen. Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leerkracht onder andere het volgende doen • Hij vormt zich een goed beeld van de mate waarin de kinderen de leerinhoud beheersen en van de manier waarop ze hun werk aanpakken • Hij ontwerpt op basis daarvan (speel en) leeractiviteiten die voor de kinderen uitvoerbaar zijn en die hen aanzetten tot zelfwerkzaamheid • Hij voert die activiteiten samen met de kinderen uit • Hij signaleert leerproblemen en –belemmeringen en stelt, eventueel samen met collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op. • Hij beheerst de leerinhouden van de vak- en vormingsgebieden, zoals beschreven in de kerndoelen voor het primair onderwijs • Hij kent het belang van die leerinhouden voor het dagelijks leven van basisschoolkinderen en hij weet hoe zij die leerinhouden gebruiken • Hij is vertrouwd met de opbouw van de leerinhouden in leerlijnen en met de samenhang daartussen • Hij heeft een praktische kennis van veel voorkomende leerstoornissen en onderwijs-belemmeringen Competentie: Competent in samenwerking met collega’s Een leerkracht die competent is in het samenwerken met zijn collega’s levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk & didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo’n leerkracht • Goed met collega’s communiceert en samenwerkt • Een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren • Een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school. Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leerkracht het volgende doen: • Hij deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is, met collega’s en hij maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt
• • •
Hij levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school Hij is op praktisch niveau bekend met methodieken voor samenwerking en intervisie Hij is op praktisch niveau op de hoogte van leerlingvolgsystemen en manieren om zijn eigen werk toegankelijk te administreren
Competentie: Competent in reflectie en ontwikkeling Een leerkracht die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo’n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet hij het volgende doen: • Hij werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn competenties • Hij stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school • Hij maakt bij die ontwikkeling gebruik van informatie van kinderen en collega’s en ook van collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie • Hij heeft voldoende gedragspsychologische kennis om zijn eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen en te analyseren