Omzetranglijst 2011
Terug bij af Zo optimistisch als 2011 begon, zo dramatisch eindigde het. De overtuigende groei waar Flexmarkt vorig jaar nog over repte, liep uit in een tweede seizoen van krimp, die volgens kenner Roel ter Steeg nog lang niet voorbij is: ‘Die krimp zal zich doorzetten.’ WILBERT GEIJTENBEEK
Na een krach volgt eerst een periode van uitbodemen. Daarna is er ruimte voor overtuigend herstel. In de flexmarkt is 2008 het jaar van de krach en 2009 het jaar van het uitbodemen. Het overtuigende herstel leek in 2010 te beginnen, toen de markt weer groeide. Eerst voorzichtig, met luttele procenten en vooral in de industriële en technische segmenten, maar zodra de maga-
lijst namen met 5,9 procent toe – maar van een echte hausse zoals 2006 en 2007 is nooit sprake geweest. De belofte van herstel is in de kiem gesmoord. Wat betekent dat voor 2012? Meer van hetzelfde en dat betekent in ieder geval één lichtpuntje: 2012 wordt geen herhaling van 2008. Omzetdalingen van 30 tot 50 procent zijn onwaarschijnlijk en tussen de met ingetrokken orders kampende bulkuitzenders in de Omzetranglijst staan ook namen van groeiende ondernemingen. Bloeiende bedrijven zelfs. Met dit klimaat – wisselvallig, windkracht 5, met kans op buien – is het mogelijk om met een frisse bries stevig tussen alle misère door te laveren.
‘Ditmaal is de daling net zo geleidelijk als langverwacht’ zijnen, logistieke centra en assemblagehallen van Brabant en Limburg weer vol flexkrachten zitten, dan pakken de HR- en inkoopdirecties de vergrijzingsscenario’s van voor 2008 er weer bij. Plan ze maar in, die administratieve handen. Tuig maar een nieuwe recruitmentafdeling op. Want ze komen eraan en als wij ze niet schaken, dan wel onze concurrent. Het is óf schrappen óf graaien in de mensenhandel die flexmarkt heet. Zo ging het altijd. En dus moest het ook in 2011 zo zijn. DECEPTIE
Helaas. Voor flexbedrijven liep vorig jaar uit op één grote deceptie. Weliswaar groeide de markt gemiddeld nog – de opgetelde omzetten in de rang18 / MEI 2012 ∆ NR 5
GROEI
De ondernemingen die daarop gebouwd zijn, vinden we niet bovenaan. De cijfers spreken voor zich: de top 4 van deze lijst – goed voor bijna 80 procent van de totale omzet – groeide afgelopen jaar met een kleine 3 procent. Voor de middenmoot (tot nummer 40) van de meewerkende bedrijven bedroeg die groei ruim 12 procent. De tip van dit jaar: verkoop voor je te groot wordt. Maar of dat dit jaar mogelijk is, is de vraag. Beursgenoteerde uitzenders
hebben te maken met hun eigen zorgen en de lage beurskoers is daar een van. Hoe lager de koers, des te minder De Grote Vier geneigd zijn te gaan inkopen. Waar kunnen verkopende uitzendondernemers dan nog wel terecht? Die vraag – en meer – stelden wij Roel ter Steeg, partner van Mazars Berenschot Corporate Finance en kenner van de flexbranche. Het was wederom een tweeledig jaar in de flexmarkt. Het jaar begon met het doorgezette herstel dat in 2010 aanving. En in de zomer zakte de markt opnieuw in.
‘De totale omzetgroei van deze lijst bedraagt 5,9 procent. Het is mooi dat de markt nog groeide in 2011. Na de zomervakantie bleef er sprake van groei, al remde die geleidelijk af. Dat leidde begin dit jaar tot een krimpende markt waarvan ik verwacht dat die zich voorlopig zal doorzetten: vooral in het industriële segment zijn de laatste paar maanden veel orders ingetrokken.’ Kunt u al spreken van een dubbele dip?
‘Ik denk dat het hele jaar 2012 zal tegenvallen: krimp van de markt is een zekerheid. Maar of je dat een dubbele dip moet noemen? Nee.’ Waarin verschilt 2012 van 2008?
‘In 2008 was iedereen verrast door de plotselinge krimp, maar in dat jaar was het een hele snelle en scherpe daling. Ditmaal is de daling net zo geleidelijk als langverwacht: bedrijven zijn veel beter op krimp voorbereid dan vier jaar geleden. Ik denk bovendien dat er voor de hele markt kansen zijn die slimme ondernemers in een neergaande markt kunnen benutten. Ook dat was in 2008 vrijwel onmogelijk: iedereen kreeg met de crisis te maken. Dit jaar krijgen de leveranciers van bulk zware klappen, maar daarnaast zijn er heel veel spelers
OMZETRANGLIJST
De stijger van het jaar Detacheerder Xelvin profiteerde in 2011 van de hightechindustrie en zag daarmee de omzet verdubbelen. Algemeen directeur Dennis Wissink is ook over 2012 positief gestemd.
Xelvin Nummer 29 (was 36) Omzet 2011: EUR 30,57 mio Groei: 115% Prognose 2012: EUR 35 mio (+ 14,5 %) Type: detachering Segment: technici, onder andere voor
Dennis Wissink
Hightech ‘Onze omzet is in 2011 meer dan verdubbeld, mede omdat we enorm hebben geprofiteerd van de hightechindustrie, dus eigenlijk alles rond Eindhoven, waar grote behoefte is aan een flexibele schil. Mede daardoor hebben wij ook een internationale stap gemaakt: we werven heel veel buitenlanders, waaronder Ieren, Polen en Spanjaarden. We vliegen zelfs mensen uit India of Moskou in. Op dit moment hebben we 33 nationaliteiten aan het werk. Die buitenlandse arbeidskrachten waren in 2011 verantwoordelijk voor misschien wel acht miljoen euro omzet. We zijn ook een nieuw specialisme begonnen, namelijk jacht- en scheepsbouw. We werken onder andere voor scheepsbouwer Royal Huisman en daarmee hebben we dit specialisme echt een boost kunnen geven.’
Geleidelijk in de top ‘De extreme groei zoals we die in het begin hebben gehad is wel weg, we rekenen dit jaar op een omzet van 35 miljoen euro. Geleidelijk komen we in de top van deze markt, met bedrijven als Brunel, Innotiv en TMC. Mogelijk dat we rond Amersfoort en Utrecht en in Leiden nog kantoren willen openen, al werken we al landelijk. We blijven nieuwe dingen ontwikkelen, nieuwe markten verkennen. Zo zijn we nu ook bezig in de chemie en farmaceutische sector. Zo houden we ook onze eigen mensen aan boord, door ze uitdaging te blijven bie-
die hun omzet wel zien stijgen. Een voorbeeld is het ingenieurssegment – neem Brunel Nederland – maar ook de detachering van gespecialiseerde financiële functies. In dergelijke niches is groei nog altijd mogelijk.’ Wel groei voor specialisten, maar niet voor de top 4?
‘Niet voor volumespelers. De Grote Vier zijn zo groot, dat als één van hun
industrie en jachtbouw, mbo/hbo/wo
den. Ik sluit niet uit dat we ook een keer zullen overwegen een ander bedrijf te kopen, maar dan zal dat bedrijf wel zelfstandig blijven. Elk bedrijf heeft zijn eigen cultuur en succesformule. Dat kun je beter zo laten, maar wijzelf veranderen wel. We waren een puur pioniersbedrijf, zaten allemaal bij elkaar en communicatie ging vanzelf. Vorig jaar zijn er achttien mensen bijgekomen en we hebben nu, zes jaar na oprichting, meer dan vijftig consultants in dienst, verdeeld over veertien kantoren. Dan heb je ineens overlegstructuren nodig. Onze consultants behouden de vrijheid om zelf te ondernemen, maar ruimte zonder kaders, is leegte. De twee oprichters, Vincent van Wieren en Wieger Top 5 Stijgers (%) 1
FlexFirst Personeelsbemiddeling (Best)
2
Xelvin (Groningen)
3
Skanna Horeca Uitzendbureau (Amsterdam)
4 5
Kanters, zijn echte pioniers die veel op intuïtie doen. Ik ben meer iemand van de organisatieontwikkeling en de structuur. En dat past dus goed bij deze fase.’
Positief ‘Voor de rest van 2012 verwachten wij dat de schaarste aan technici zal toenemen en om vraag en aanbod beter aan te laten sluiten, zullen werk-leertrajecten denk ik aan belang toenemen. En van veel bedrijven in onze markt hoor ik weer positieve verwachtingen, ik zie echt een positief sentiment in de techniek, tegen alle crisisgeluiden in.’ (JP)
2011
2010
0,3
0,0
30,6
14,2
1,4
0,9
Detaned Groep (Rotterdam)
13,6
9,3
De Uitzendspecialist (Rotterdam)
13,4
9,4
2011
2010
Top 5 Stijgers (absoluut) 1 Randstad (Diemen)
2940,1
2826,7
2 Harvey Nash (Maarssen)
191,5
148,5
3 ADG Personeelsdiensten (Timing, Personality, Zorgwerk)
280,0
242,0
4 Olympia (’s Gravenhage)
259,0
231,0
92,0
67,5
5 DIT Bouw en Techniek (’s-Hertogenbosch)
dochterbedrijven uitzonderlijk goed presteert, het succes in de cijfers van de holding uit het zicht verdwijnt. De Grote Vier zijn vanwege hun omvang minder goed in staat om zich aan de grillen van de markt te onttrekken. En zelfs als een van de grote beursgenoteerde uitzenders een nieuwe niche ontdekt, dan nog is dat niet hetzelfde als het uitrollen van een compleet nieuw bedrijfsmodel. Het zijn mam-
moettankers en die zijn nu eenmaal moeilijk bij te sturen.’ Als die vier mammoettankers gaan sputteren zoals nu gebeurt, welke effecten heeft dat dan op de andere bedrijven in deze markt?
‘Die winnen marktaandeel. Dat is een zekerheid in de huidige krimpende markt. De afgelopen vier jaren verloor de top 10 steevast marktaandeel aan MEI 2012 ∆ NR 5 / 19
de middenspelers en de kleinere spelers. Er blijft altijd aanwas van onderaf, van nieuwkomers die vanaf de tekentafel iets nieuws bedenken met het meest optimale businessmodel. Die nieuwkomers proberen altijd de goede niche of product-marktcombinatie te vinden en zijn flexibel genoeg om daarin bij te sturen. Daarmee dagen ze de marktleiders uit. Marktleiders zijn in theorie in staat om daarvan te leren, maar bulkleveranciers blijven bulkleveranciers.’ Gaat die wet ook in de goede jaren op?
‘Crisis of niet, het gehele afgelopen decennium verloren de grote uitzenders marktaandeel aan de middengroep. Die middengroep bestaat uit bedrijven die veel wendbaarder zijn, zich veel beter kunnen aanpassen aan een veranderde markt. Dat kunnen grote corporates nu eenmaal niet zo snel.’ Welke segmenten hebben het extra zwaar?
‘Dienstverleners aan overheden hebben het onverminderd zwaar – al ruim twee jaar. Structureel blijft die markt heel interessant, want de overheid gaat ooit wel weer inhuren. Maar voorlopig blijft het sappelen: dalende omzetten, langere volumes en bodemtarieven. Hetzelfde geldt inmiddels voor de zorgmarkt. Dit jaar is weer
een verloren jaar voor de zorgmarkt. En tel 2013 daar maar gerust bij op.’ Welke segmenten profiteren van een blijvende groei?
‘Leveranciers van ingenieurs hoeven geen last van de crisis te hebben. Ik ken zelfs een aantal sterke groeiers in deze niche. En ook in de ICT-markt gaat het beter. In het administratieve segment verwacht ik geen nieuwe forse omzetdalingen – die markt bodemt eerder uit en zal mogelijk licht groeien.’ Wat hebben afnemers geleerd van de laatste vier jaar?
‘Ze hebben de flexibele schil definitief omarmd. Dat klinkt altijd heel optimistisch in de oren van flexondernemers, maar tegelijkertijd hebben diezelfde afnemers hun flexibele schil structureel leren inzetten: als de macro-economen weer beginnen te sputteren over de schulden van welk Zuid-Europees land ook, dan staan de HR- en inhuurmanagers al klaar om in hun flexschil te snijden. De angst van afnemers voor gedwongen reorganisaties biedt daarom ook kansen voor flexondernemers.’
Welke kansen?
‘Neem bijvoorbeeld het detavastmodel. Dat is in deze tijden erg aantrekkelijk voor afnemers. Als een klant onzeker is over een vast dienstverband, kan het de detacheringsperiode van een professional vaker verlengen. Als detacheerders slim zijn, verdienen ze daaraan. Het is in deze markt een gevraagd model.’ Hoe zal 2012 eruit zien voor ondernemers die hun bedrijf willen verkopen?
‘Minder gunstig. Voor dealmakers was 2011 geen slecht jaar, voor ons zelfs een erg goed jaar. Er werden weer meer bedrijven verkocht dan in 2010. Financiële investeerders raakten ook geïnteresseerd in de flexmarkt. En ook de banken durfden beter mee te denken. Dit jaar is die hoop weer deels verdwenen. De banken geven op dit moment minder thuis en private-equitypartijen die nog steeds geld genoeg bezitten om ook in de flexmarkt te hamsteren, blijven mede afhankelijk van de banken.’ Tegelijkertijd bulken private-equitypartijen van het geld. Investeren private-equityfondsen vaker zonder hulp van banken?
‘Alleen met tegenzin. Fondsen die zonder hulp van banken investeren in een flexbedrijf, kunnen hun hefboom niet laten werken. Daarom moeten ze genoegen nemen met lagere rendementen op hun investering. De fondsen die dat weigeren, zien zich steeds vaker genoodzaakt om hun geld terug te geven aan hun investeerders – grote pensioenfondsen die rekenden op een aantrekkelijk rendement. Familiefondsen die geen verantwoording hoeven af te leggen aan institutionele beleggers zijn flexibeler in staat om hun investeringen creatiever te doen.’
ILLUSTRATIE: PETRA KWAADGRAS
Hebben familiefondsen geen huiver voor de onvoorspelbare schommelingen in deze markt?
20 / MEI 2012 ∆ NR 5
‘Die huiver hebben ze altijd al gehad. In deze markt vormt die huiver geen enkele belemmering. Wij bemerken meer interesse van familie-investeerders en soortgelijke fondsen in deze sector.’
OMZETRANGLIJST 2011
Prognose omzet 2012
Prognose omzet 2011
Omzet 2011
Omzet 2010
groei ‘11-10
Randstad (Diemen)
~
~
2940.1
2826.7
4.0%
2 (2)
USG People (Almere)
~
~
1212.0
1217.0
-0.4%
3 (3)
Adecco Group Nederland (Utrecht)
~
~
514.9
493.4
4.4%
4 (4)
Manpower (Diemen)
~
~
498.0
481.0
3.5%
5 (7)
ADG Personeelsdiensten (Timing, Personality, Zorgwerk)
~
~
280.0
242.0
15.7%
6 (6)
IT Staffing Groep (Nieuwegein)
249.9
264.0
274.8
272.0
1.0%
7 (8)
Olympia (’s Gravenhage)
~
~
259.0
231.0
12.1%
8 (~)
Harvey Nash (Maarssen)
195.6
~
191.5
148.5
29.0%
9 (9)
Vebego Personeelsdiensten (Voerendaal)
~
~
188.1
167.7
12.2%
10 (10)
Brunel (Amsterdam)
~
~
156.0
132.9
17.4%
11 (13)
OTTO Nederland (Venray)
132.5
~
116.1
101.4
14.5%
12 (12)
Luba Groep (Leiden)
~
~
110.7
103.3
7.2%
13 (~)
BMC Group (Amersfoort)
100.0
~
110.0
151.0
-27.2%
14 (15)
DIT Bouw en Techniek (’s-Hertogenbosch)
~
~
92.0
67.5
36.3%
15 (16)
Driessen HRM_Payroll (Helmond)
100.0
81.5
87.8
66.4
32.2%
16 (~)
AB Fryslan & Noord-Holland (Middenmeer)
~
~
84.5
~
-
17 (11)
Maandag (Purmerend)
76.0
100.0
81.0
121.0
-33.0%
18 (14)
Jenrick CPI Nederland (Culemborg)
75.0
78.4
75.0
71.3
5.2%
19 (18)
StudentenWerk /CN Payroll (Hoofddorp)
92.0
68.0
68.2
55.1
23.8%
20 (17)
Covebo (Nijkerk)
70.0
70.0
67.8
56.8
19.4%
21 (19)
Payroll Select Nederland (Zutphen)
80.4
65.0
64.6
54.1
19.3%
22 (20)
TMC Group (Eindhoven)
~
~
52.7
42.1
25.2%
23 (24)
DPA Groep (Amsterdam)
~
~
50.3
36.3
38.6%
24 (22)
Welten Holding B.V. (Vessem)
51.0
50.3
45.1
38.9
15.9%
25 (25)
Consolid (Amsterdam)
~
~
44.4
35.6
24.7%
26 (~)
In Person (Hengelo)
61.2
~
43.9
33.1
32.9%
27 (23)
MF Groep (Groningen)
~
~
43.6
38.5
13.2%
28 (21)
Humares (Vlissingen)
52.1
46.8
43.3
39.7
9.1%
29 (26)
Faber Personeelsdiensten (Amersfoort)
~
31.0
38.0
27.0
40.8%
30 (36)
Xelvin (Groningen)
~
30.0
30.6
14.2
114.9%
31 (~)
Staffing Associates (’s Gravenhage)
~
~
30.0
~
-
Positie
Naam
1 (1)
22 / MEI 2012 ∆ NR 5
Prog bruto marge 2012 (%)
prog bruto bruto marge marge 2011 (%) 2011 (%)
bruto marge 2010 (%)
eigen medewerkers 2011
gedetacheerden 2011
bemiddelde UZK’s 2011
Aantal freelancers (aantal mensen)
Overnames onderdeel van strategie in 2012?
~
~
21.9%
23.2%
~
~
~
~
~
~
~
~
3462.0
~
~
~
ja
~
~
~
~
800.0
4,457
15,295
~
nee
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
~
ja
5.2%
5.8%
4.7%
5.1%
70.0
10
1,350
875
nee
~
~
~
~
~
~
~
~
nee
~
~
~
~
41.0
900
~
480
misschien
~
~
~
~
~
~
~
~
nee
~
~
34.0%
35.0%
322.0
1,820
~
~
nee
~
~
~
~
136.0
3,852
4,125
56
misschien
~
~
~
23.0%
274.0
~
12,900
~
misschien
~
~
~
~
100.0
1,000
~
80
misschien
~
~
~
~
~
~
~
~
misschien
~
~
~
~
110.0
~
7,500
100.0
nee
~
~
~
~
110.0
240
3,900
345.0
nee
30.8%
32.5%
30.4%
31.8%
260.0
633
0
234
misschien
4.8%
5.7%
5.0%
5.4%
22.0
~
~
1,024
misschien
30.0%
~
30.0%
33.5%
186.0
30
1,397
~
nee
~
~
~
~
~
~
~
~
misschien
7.0%
8.0%
7.9%
8.9%
60.4
340
1,363
40
misschien
~
~
36.1%
36.3%
61.0
478
~
~
misschien
~
~
22.5%
20.4%
88.0
519
~
~
misschien
32.0%
32.0%
28.0%
32.0%
65.0
535
~
~
misschien
~
~
~
~
78.0
666
338
10
misschien
16.0%
~
17.0%
20.0%
91.0
~
1,220
~
ja
~
~
~
~
79.0
~
~
~
~
26.2%
~
26.1%
~
~
~
~
misschien
~
15.0%
16.6%
16.7%
24.5
814
1,500
65
misschien
~
31.0%
30.0%
32.0%
62.0
472
0
32
nee
~
~
~
~
70.0
~
~
~
ja
MEI 2012 ∆ NR 5 / 23
OMZETRANGLIJST
De deal van het jaar Flexbedrijven in de gezondheidszorg hadden het zwaar in 2011, zo ook TMI. Toch verwacht oprichter, eigenaar en directeur Noël de Vries het komende jaar groei. Voornamelijk als gevolg van de overname van het failliette Confesso.
TMI Nummer 31 nieuw op de lijst Omzet 2011: EUR 28,5 mio Daling: - 5 % Prognose 2012: EUR 43 mio (+ 50,9 %) Type: Detachering Segment: verpleegkundigen en parame-
Noël de Vries
Groeiverwachting ‘Die flinke omzetgroei die wij in 2012 verwachten heeft vooral te maken met de doorstart van het failliete bedrijf Confesso, dat wij in maart hebben overgenomen. Ik denk dat zo’n 80 procent van die groei daar vandaan zal komen. De omzet in 2011 was echter lager dan die in 2010 omdat ziekenhuizen overreageren op bezuinigingsplannen. Nadat die werden aangekondigd, bezuinigden ze ineens zwaar op detacheren en deden weer een veel groter beroep op eigen mensen. Maar het werk gaat door, dus langzaam komen er vanaf de werkvloer piepende geluiden en wordt er nu toch weer extern ingehuurd. Een paar jaar geleden kon je nog iedereen aannemen en weer bij ziekenhuizen detacheren. Dat is nu niet meer zo, maar gelukkig wordt er vooral gesneden in de middenlaag, niet in het uitvoerend niveau waarvoor wij detacheren. Als je echter de nummer 2 in de markt aan je kunt binden, dan moet je eigenlijk wel.’
basisgegevens heb ik binnen een paar dagen moeten bieden op onderdelen van de boedel. Toen braken ontzettend hectische weken aan. Op een vrijdag werd het faillissement uitgesproken en op zaterdag maakten we al de eerste afspraken met medewerkers, want iedereen springt daar bovenop. Een krankzinnige tijd, maar heel bijzonder om mee te maken, want iedereen krijgt er ook weer energie van. En intens, want je praat met mensen die ongewild ineens onderdeel zijn van een faillissement.’
Medische sector ‘De omzet van de flexbranche in de medische sector mag in 2011 dan gekrompen zijn, ik zie de komende tijd nog volop kansen. Vaste dienst is niet meer het hoogste goed op aarde. Tijden veranderen en ik denk dat er een grote verschuiving plaats gaat vinden naar meer flexibele arbeidsrelaties en dat
dici, zorg/ziekenhuizen, mbo/hbo
wij een steeds bredere HR-partner voor ziekenhuizen kunnen worden. De zorgbehoefte neemt daarnaast nog steeds toe, onder andere als gevolg van de vergrijzing. Mensen krijgen tegenwoordig op hun 85ste gewoon nog een nieuwe heup. Ook groeien de privéklinieken, die steeds meer eenvoudige medische handelingen uitvoeren. Tegelijkertijd spelen er flinke bezuinigingen, waar wij natuurlijk weinig aan veranderen. Desondanks is het plafond van onze markt een dynamisch gegeven. Doordat de inzet van arbeid gaat veranderen verwacht ik dat dat plafond kilometers omhoogschiet. En we zitten sinds kort niet meer alleen in Nederland, maar ook op Aruba, Bonaire en Curaçao, en in België en Duitsland. Ook daar willen wij groot worden.’ (JP)
Top 5 Dalers (%)
2011
2010
Overname
1
Maandag (Purmerend)
81,0
121,0
‘Tot medio maart hebben we meer dan honderd van de honderdzestig medewerkers van Confesso weer in dienst genomen. Die overname ging ons niet om hun klanten, want wij doen al zaken met alle ziekenhuizen in Nederland. Maar ze zaten soms wel op afdelingen van ziekenhuizen waar wij minder sterk vertegenwoordigd waren. Enerzijds voelt die overname als een grote stap, anderzijds zijn wij zelf natuurlijk al een flinke marktpartij, namelijk de grootste als het gaat om het detacheren van verpleegkundigen en paramedici bij ziekenhuizen. Je moet vooral niet te veel denken, maar snel handelen. Op basis van een ordner met wat
2
LaborAndum (Utrecht)
0,3
0,5
3
Ubron (Rotterdam)
10,1
14,2
4
SBA Euro (Tilburg)
23,0
25,0
5
TMI B.V. (Amsterdam)
28,5
30,0
2011
2010
Leeft die belangstelling ook onder strategische kopers, zoals de grote uitzenders?
‘Jazeker, maar beursgenoteerde bedrijven zijn als jager in deze markt afhankelijk van hun eigen beurskoers. Als hun eigen multiple - beurswaarde
Top 5 Dalers (absoluut) 1
Maandag (Purmerend)
2
USG People (Almere)
81,0
121,0
1212,0
1217,0
3
Ubron (Rotterdam)
10,1
14,2
4
SBA Euro (Tilburg)
23,0
25,0
5
TMI B.V. (Amsterdam)
28,5
30,0
gedeeld door winst voor aftrek van rente en belastingen - lager is dan die van hun prooi, dan is meebieden lastig. Immers, als een bedrijf zelf voor vier maal de winst genoteerd staat op de beurs, dan kan het niet vijf maal de
winst op een prooi bieden. Dat zou kapitaalvernietiging zijn en dat is moeilijk te verkopen aan aandeelhouders. Familiefondsen en niet-beursgenoteerde ondernemingen hebben geen hinder van dat plafond.’ MEI 2012 ∆ NR 5 / 21
OMZETRANGLIJST 2011 (DEEL 2)
Prognose omzet 2012
Prognose omzet 2011
Omzet 2011
Omzet 2010
groei ‘11-10
TMI B.V. (Amsterdam)
43.0
~
28.5
30.0
-5.0%
33 (28)
Pay for People (Rotterdam)
31.0
28.0
27.5
22.0
25.0%
34 (~)
InAxtion Uitzendgroep (Dordrecht)
~
~
26.5
24.0
10.4%
35 (29)
Prima Personeel (Groningen)
25.0
25.0
25.0
21.0
19.0%
36 (~)
AB Midden Nederland (Houten)
27.0
~
25.0
23.0
8.7%
37 (33)
Continu (Eindhoven)
25.5
26.5
24.0
20.1
19.3%
38 (27)
SBA Euro (Tilburg)
24.0
27.0
23.0
25.0
-8.0%
39 (31)
Worktrans (Purmerend)
21.6
23.2
20.3
20.3
-0.2%
40 (35)
De Flextra-Groep (Barendrecht)
20.0
18.5
18.5
16.7
10.8%
41 (~)
Accent Jobs for People (Breda)
23.5
~
18.0
14.0
28.6%
42 (~)
Detaned Groep (Rotterdam)
15.4
~
13.6
9.3
46.2%
43 (38)
Regiebouw Groep (Leiden)
11.0
14.0
13.5
11.0
22.7%
44 (40)
De Uitzendspecialist (Rotterdam)
16.0
14.6
13.4
9.4
41.7%
45 (37)
Artec Interim (Vlissingen)
15.0
13.5
13.0
12.0
8.3%
46 (~)
AB Zeeland (Goes)
12.5
~
11.5
8.9
29.2%
47 (~)
Careermaker Uitzendorganisatie (Rotterdam)
13.0
~
11.4
9.1
25.3%
48 (39)
Krekels Personeel B.V. (Brunssum)
11.0
9.6
11.0
9.5
15.6%
49 (~)
Ubron (Rotterdam)
13.5
~
10.1
14.2
-28.9%
50 (43)
GJ Personeelsdiensten (Monster)
9.5
8.4
8.8
7.4
18.7%
51 (~)
Introbouw groep (Veenendaal)
7.0
~
7.0
5.6
25.0%
52 (~)
WerkCentrale Nederland (Schiphol)
5.8
~
6.6
6.6
0.0%
53 (~)
Flex Uitzendwerk (hoorn)
5.4
~
5.0
4.3
17.8%
54 (~)
A1 Personeelsdiensten (Arnhem)
5.5
~
5.0
5.0
0.0%
55 (46)
Krosto Techniek (Amsterdam)
4.1
4.2
3.8
3.3
14.1%
56 (45)
Greenport People (Naaldwijk)
4.2
4.3
3.8
3.9
-3.3%
57 (~)
Module Personeelsdiensten (Schiedam)
3.4
~
3.1
2.5
24.0%
58 (47)
X-EQUO (Rijswijk)
2.3
2.6
2.5
2.5
-0.4%
59 (~)
A&E Uitzendbureau (Nieuwegein)
2.6
~
1.8
1.4
28.6%
60 (~)
Skanna Horeca Uitzendbureau (Amsterdam)
1.8
~
1.4
0.9
55.6%
61 (~)
LaborAndum (Utrecht)
0.3
~
0.3
0.5
-32.0%
62 (~)
FlexFirst Personeelsbemiddeling (Best)
0.4
~
0.3
0.0
1020.0%
Positie
Naam
32 (~)
24 / MEI 2012 ∆ NR 5
Prog bruto marge 2012 (%)
prog bruto bruto marge marge 2011 (%) 2011 (%)
bruto marge 2010 (%)
eigen medewerkers 2011
gedetacheerden 2011
bemiddelde UZK’s 2011
Aantal freelancers (aantal mensen)
Overnames onderdeel van strategie in 2012?
~
~
~
~
40.0
500
~
50
ja
~
11.5%
~
12.5%
15.0
~
~
~
misschien
~
~
~
~
40.0
250
350
0
misschien
~
~
~
~
40.0
0
1,500
0
nee
13.0%
~
14.0%
14.0%
31.0
65
566
20
nee
~
~
~
~
75.0
475
~
~
nee
23.2%
~
23.4%
24.8%
34.0
630
~
~
nee
24.1%
22.6%
24.1%
21.9%
19.0
31
600
~
nee
~
~
~
~
18.0
370
~
~
misschien
24.0%
~
23.00%
22.00%
40.0
100
400
~
nee
~
~
~
~
17.0
~
~
360
misschien
~
~
~
~
10.0
200
50
150
ja
17.4%
19.9%
18.5%
18.6%
35.0
4
1,662
53
nee
22.0%
23.0%
21.0%
21.0%
20.0
40
250
15
misschien
11.5%
~
11.0%
10.0%
14.0
70
2,000
~
ja
~
~
~
~
43.0
~
~
~
nee
16.0%
25.0%
16.0%
26.8%
11.0
0
595
0
misschien
22.5%
~
22.7%
22.3%
16.0
1
237
~
nee
16.7%
17.2%
16.9%
17.5%
12.0
0
720
0
misschien
19.0%
~
19.0%
17.0%
~
~
45
~
misschien
~
~
~
~
8.0
~
~
~
nee
22.0%
~
21.0%
23.0%
~
~
~
~
misschien
16.0%
~
15.4%
14.2%
18.0
~
565
~
ja
30.0%
32.5%
28.0%
30.0%
9.0
120
~
~
nee
~
~
~
~
7.0
~
200
~
nee
38.0%
~
35.0%
35.0%
7.0
~
~
~
nee
18.0%
18.0%
18.0%
16.0%
8.0
35
~
3
nee
23.0%
~
24.2%
23.0%
6.6
~
~
~
nee
~
~
~
~
5.2
~
300
~
misschien
31.3%
~
30.3%
32.8%
1.0
~
20
~
nee
20.0%
~
18.0%
20.0%
~
~
~
~
misschien
MEI 2012 ∆ NR 5 / 25
Omzetranglijst
Met groeipercentages van meerdere tientallen procenten was 2011 een prachtjaar voor de meeste detacheerders. Maar met de onzekerheid terug in de markt, keren ook de bankzitters terug: ‘2012 wordt een heel slecht jaar voor de detachering.’ WILBERT GEIJTENBEEK
Het was een mooi jaar voor de meeste detacheerders. Afgezien van de leveranciers aan overheid en zorg boekten de generieke detacheerders in de Flexmarkt Omzetranglijst een omzetgroei van meerdere tientallen procenten. En dat terwijl uitzenders het moesten stellen met een gemiddelde groei – volgens de ABU – van slechts 6 procent. Groeien de bomen voor detacheerders weer tot in de hemel? Integendeel. De detachering is een ouderwets laatcyclische activiteit. Zoals detacheerders na de grote ramp van 2008 ruim een jaar mochten wachten totdat ook hun omzetten instortten, zo is 2011 voor detacheerders wat 2010 was voor de uitzenders: een jaar van herstel. Dit jaar zal de onvermijdelijke hakbijl van de dubbele dip op de meeste detacheerders
vallen. Overigens is de hakbijl niet overal in de markt weggeweest. Ook in de detachering is het beeld tweeledig. Zoals niet elk uitzendbureau wist te profiteren van de gegroeide vraag naar bijvoorbeeld flexingenieurs, zo vielen in 2011 ook enkele detacheerders buiten de prijzen. Misère was er vooral onder zorg- en overheidsdetacheerders. Beide markten kampen met de gevolgen van de grote bezuinigingen van het kabinet-Rutte en, meer nog, de bezuinigingsdrift van gemeenteambtenaren. Grote spelers in die markt, BMC en Maandag zagen hun omzetten daarom in 2011 alsnog met meerdere tientallen procenten dalen. AFWACHTEN
Houdt het op? Wie het de detacheringsondernemers zelf vraagt, krijgt
Omzet 2010 (mln.)
Groei (%)
1
Brunel (Amsterdam)
156,0
132,9
17,4%
2
BMC (Amersfoort)
110,0
151,0
-27,2%
3
Maandag (Purmerend)
81,0
121,0
-33,0%
4
TMC Group (Eindhoven)
52,7
42,1
25,2%
5
50,3
36,3
38,6%
45,1
38,9
15,9%
7
DPA Groep (Amsterdam) Welten Holding B.V. (Vessem) Consolid (Amsterdam)
44,4
35,6
24,7%
8
Xelvin (Groningen)
30,6
14,2
114,9%
9
TMI B.V. (Amsterdam)
28,5
30,0
-5,0%
10
Continu (Eindhoven)
24,0
20,1
19,4%
6
Naam
26 / MEI 2012 ∆ NR 5
altijd hoopvolle geluiden te horen. Maar dat blijkt niet uit de cijfers. Rob Entjes, directeur-eigenaar van Maandag, durft het niet meer te voorspellen: ‘We zijn stabiel. De kosten zijn onder controle. Nu is het afwachten tot de markt weer ruimte biedt.’ Zo snel als Maandag in 2009 en 2010 in de Omzetranglijst opkwam – met respectievelijke groeipercentages van 78 en 29 procent – zo rap verkeerde de markt waarvan het Purmerendse bedrijf sterk afhankelijk is. Hoewel Maandag zich in diezelfde periode heeft gespecialiseerd in de detachering van professionals aan steeds meer commerciële bedrijven, heeft die verbreding van de klantenbasis de noodzakelijke omzetdaling niet weten af te wenden. Entjes: ‘We blijven hofleverancier van gemeenten. En als hofleverancier krijg je bijzonder harde klappen.’ De overheidsmarkt kende dan ook een totaal andere cyclus dan de rest van de flexbranche: geen voorzichtig herstel aan het begin van 2011, geen keerpunt in de zomer en ook geen bijzondere last van toenemende macro-economische twijfels. Niets van dat alles, stelt Entjes: ‘Er zijn geen parallellen met het bedrijfsleven. Lopende projecten liepen af. En ze werden zelden verlengd.’ DARWINISTISCH
Detachering Positie
ILLUSTRATIE: PETRA KWAADGRAS
De detacheringsdans op de vulkaan
Omzet 2011 (mln.)
Het devies voor komend jaar? Entjes: ‘Als je conjunctuurverschillen gewend bent, dan wen je aan de killing fields. Er vallen zoveel concurrenten om, dat er vanzelf markt vrijvalt voor ons. Dus wij bewegen mee en wij innoveren op een buitengewoon darwinistische manier: door met kleine aanpassingen te zoeken naar zo veel mogelijk direct resultaat.’ Hoewel Maandag de afgelopen jaren actief was op de overnamemarkt, stelt Entjes niet langer geïnteresseerd te zijn in snelle deals. Afwachten is het devies en overnemen ‘leidt vooral af ’.
OMZETRANGLIJST
Hoewel Entjes’ markt een unieke vorm van depressie doormaakt, zal de malaise van overheidsdetacheerders zich dit jaar wel degelijk verspreiden in de rest van de markt. Althans, tekenen daarvan merkt bijvoorbeeld Dennis Mortier, directeur-grootaandeelhouder van Consolid, een detacheringsbedrijf in logistiek en transportpersoneel. Grofweg de helft van zijn omzet verdient Mortier met de detachering van professionals in het openbaar vervoer (onder meer buschauffeurs en machinisten). En vanaf dit jaar zijn de bezuinigingen op die semi-publieke sector in werking gegaan: oude concessies lopen af en met nieuwe concessies ‘wordt flink minder vervoer ingekocht’, zo stelt Mortier. Omdat zijn bedrijf zo sterk afhankelijk is van het de krimpende openbaarvervoersmarkt, moest Consolid nieuwe proposities ontwikkelen. Compenseren met andere soorten klanten is één oplossing. Maar nieuwe omzet is niet de enige remedie voor detacheerders. Immers, het probleem waar bij uitstek detacheerders mee kampen, is leegloop. De professional die wel op de loonlijst van de detacheerder, maar niet op een opdracht bij de klant zit, heet in deze sector met een ouderwetse schimpscheut ‘leegloper’. Dergelijke dagdieven – of netter: bankzitters – kosten de detacheerder veel geld en toen hun aantal in rampjaar 2010 bij veel bedrijven oncontroleerbaar tierde, begonnen veel detacheerders uit arren moede te prijsbeuken: Twee professionals voor de prijs van een, één professional voor luttele tientjes per uur, het waren de oplossingen van een bulkmarkt die té lang té goede tijden had gekend.
De comeback van het jaar Twee jaar geleden ging zijn bedrijf Olympia Flexgroup failliet. Nu staat uitzendondernemer Marcel Slaghekke opnieuw op een omzetniveau van dertig miljoen euro.
Staffing Associates Nummer 30 (nieuw op de lijst) Omzet 2011: EUR 30 mio Prognose 2012: groei, onder de EUR 30 mio Type: Uitzenden en detacheren Segment: o.a. administratief, productie,
Marcel Slaghekke
Nieuwe onderneming ‘In augustus 2010 ben ik, na Olympia in 22 jaar van vijf naar vierhonderd miljoen euro omzet te hebben gebracht, met Staffing Associates begonnen. Een nieuwe onderneming opzetten vind ik leuk om te doen en dat geeft mij veel energie. De kracht van onze organisatie is ook de kracht van Olympia, namelijk die van een netwerk van lokale, betrokken franchise-ondernemers gecombineerd met de ondersteuning van een professionele, sterke centrale backoffice. Dat werkte bij Olympia en tot nu toe ook bij Staffing Associates. Afgelopen jaar was het eerste volledige kalenderjaar als onderneming. De helft van onze omzet bestaat uit autonome groei van franchisenemers. De andere helft hebben we gekocht toen we op eigen initiatief Betere Banen overnamen. Carrière Uitzendbureau, zorguitzendbureau HappyNurse, Career Factory en Betere Banen zijn de franchiseformules die het meest hebben bijdragen aan onze omzet. Met onze omzet van dertig miljoen euro presteerden we wat boven onze verwachtingen. Niettemin blijven we dit jaar voorzichtig, zeker naar buiten toe. We gaan er niet vanuit dat onze omzet opnieuw met dertig miljoen euro zal groeien.’ Olympia ‘Of ik gebonden ben aan afspraken met Olympia over het benaderen van klanten?
logistiek en zorg; mbo/hbo/wo
Nee. Het zou niet alleen onsportief zijn tegenover mijn oude franchisenemers wanneer ik op hun klanten zou jagen, het ligt bovendien niet voor de hand. Met Staffing Associates heb ik een marktaandeel dat kleiner is dan 1 procent en dat van Olympia bedraagt ook slechts enkele procenten. Kansen zie ik vooral in het verbeteren van onze marktpositie.’ Werknemers ‘Er werken hier wel mensen die eerder bij Olympia in dienst waren. In onze staffuncties, maar ook bij de franchisenemers zelf. We hebben in totaal ongeveer zeventig werknemers, van wie zes of zeven voorheen bij Olympia werkzaam waren. Die zeventig werknemers zijn weliswaar door heel Nederland verspreid, maar geografisch gezien vertonen de verschillende formules zeker nog wel wat gaten. Het jaar 2012 zal uitdagend worden, want los van de verschillende ontwikkelingen in de afzonderlijke segmenten denk ik dat de omzet in de gehele uitzendmarkt zeker 5 procent zal dalen. Ons groeidoel blijft niettemin ongewijzigd desnoods groeien we via nieuwe overnames. Overnames zijn geen noodzakelijke bouwstenen voor onze groei, maar ze kunnen het proces natuurlijk wel versnellen.’ (JP)
KORTCYCLISCH INHUREN
Zo niet bij Consolid. Althans, Mortier zet veel van zijn professionals via een detavastconstructie in de markt: Consolid leidt nieuwkomers op tot buschauffeur, laat ze gedurende een jaar, of desgewenst langer, door een vervoerder inhuren met de optie dat tijdelijke contract af te kopen. De vervoerder heeft zijn flexibiliteit, Consolid krijgt een grotere marge en de professional is al die tijd aan het werk. Het is één antwoord op de opnieuw toegenomen onzekerheid onder HRdirecteuren en inhuurmanagers. Maar of het genoeg blijkt? Veel afnemers van gedetacheerden durven dit jaar niet langer dan een half jaar vooruit te kijken en passen hun nieuwe contracten met detacheerders op die termijn
aan. Mortier: ‘Wij merken het bij onze klanten. Iedereen is ontzettend kortcyclisch aan het inhuren: met de wens een professional voor korter dan een half jaar te contracteren. En detacheerders die hun professionals voor een jaar op de loonlijst hebben staan, worden bijzonder huiverig van dergelijke contracten.’ De remedie? Mortier raadt detacheerders aan ‘vol met de kop in de wind de onzekerheid tegemoet te treden.’ Immers, voor elke professional in de markt staan meerdere zzp’ers te trappelen om een halfjaarklusje. Hoewel Mortier stelt dat ‘2012 een heel slecht jaar voor de detachering wordt’, verwacht hij niettemin geen krimp voor
zijn bedrijf. ‘We hebben een omzetgroei van 4 procent in onze boeken staan.’ Er is één bijzonder gevolg van al deze onzekerheid: het vak van detacheerders groeit langzaam maar zeker naar dat van de traditionele uitzenders toe. De vraag is dezelfde: die naar flexibiliteit. Niet voor niets zijn de voornaamste concurrenten die Mortier tegenkomt Randstad en Start People. Of beide markten de komende jaren samen zullen vloeien, zal moeten blijken. Maar als dat het geval zal zijn, zullen de kiemen daarvan in deze jaren zijn gelegd. Tot die tijd zal Flexmarkt een aparte lijst van detacheerders publiceren. MEI 2012 ∆ NR 5 / 27
De coming-of-age van distancematching Uitzendbedrijven die arbeidsmigranten bemiddelen, rukken op in onze ranglijst. ‘Deze markt wordt giga.’ WILBERT GEIJTENBEEK
Het gaat goed met de grensoverschrijdende flexdienstverleners. Bovengemiddelde omzetgroei boekten drie van
deel, de omzet van de bedrijven op deze lijst beperkt zich tot de bij Nederlandse klanten gefactureerde arbeid. En die Nederlandse klanten zijn dezelfde die bij generieke uitzendbureaus hun orders intrekken, hun afname verlagen of hun lopende contracten openbreken. En als die klanten dat doen bij generieke uitzendbedrijven, waarom dan niet ook bij de grensoverschrijdende arbeidsbemiddelaars?
‘Wij zitten continu in de groei’ de vier distancematchers in onze lijst. En als het aan marktleider Otto Work Force ligt, zal die groei alleen maar doorzetten. Dat beweert althans Frank van Gool, directeur-grootaandeelhouder van de Venlose uitzender van Oost-Europese arbeidsmigranten: ‘Wij zitten continu in de groei.’ Dat wil niet zeggen dat de distancematchers zich onttrekken aan het negatieve marktsentiment. Integen-
TWEELEDIG JAAR
Terugtrekkende klanten zijn er ook in deze markt. Alleen wordt de krimp nog altijd gecompenseerd door de
Omzetgroei naar omvang Deelnemers 2007-2011
25% 18%
20%
14%
15% 10% 5%
14%
12% 5%
4%
5% 5%
3%
1%
0% -5%
-2%
-4%
-10%
-5%
-15%
-13%
-20%
-18%
-19%
-25% ‘10-11
‘09-10 Nr. 1-10
‘08-09
Nr. 11-30
Nr. 31->>
‘07-08 Totaal
Distance-matching
Positie
Naam
Omzet 2011 (mln.)
Omzet 2010 (mln.)
Groei (%)
116,1
101,4
14,5%
Covebo (Nijkerk)
67,8
56,8
19,4%
Humares (Vlissingen)
43,3
39,7
9,1%
SBA Euro (Tilburg)
23,0
25,0
-8,0%
1
OTTO Nederland (Venray)
2 3 4
28 / MEI 2012 ∆ NR 5
aanwas van nieuwe klanten. Kortom: de markt is nog niet volwassen. En dus merkte ook Van Gool dat 2011 een tweeledig jaar was. Het eerste half jaar was ‘super voor ons.’ En na de zomer ‘namen bestaande klanten steeds minder af ’. Diezelfde teneur geldt voor het begin van 2012. Van Gool is niettemin optimistisch: ‘Ons marktaandeel is nog lang niet verzadigd. Deze markt wordt een giga! Wij verwachten dit jaar 133 miljoen euro om te zetten.’ GROEIVERWACHTING
En dat betekent een groeiverwachting van 15 procent. En dat is binnen de perken, zeker in het licht van de groei van voor de crisis. In 2009 groeide P&E People zichzelf kapot. De nummer twee in de toenmalige markt voor arbeidsmigrantenuitzenders viel na jaren van stormachtige groei plotseling om. Toen de crisis het bedrijf overviel, bleek het management de volledige controle over het bedrijf kwijt te zijn – met een bankroet tot gevolg. Het Leidse Luba nam daarop de boedel over en was daarmee de ook in de contracten geïnteresseerde Van Gool voor. GROOTSTE
Na de val en overname van P&E People is Otto Work Force op afstand de grootste uitzender van arbeidsmigranten in Nederland. En het bedrijf heeft de potentie ook in het buitenland te groeien. Nadat Otto Work Force Olympia Duitsland in 2010 overnam, steeg de omzet daar forser dan die in Nederland. Inmiddels is Otto Work Force ook in Polen actief met het bemiddelen van Oekraïense arbeidsmigranten; tegen lagere lonen en dus lagere omzetten en lagere marges. Opgeteld bedroeg de omzet van Otto Work Force vorig jaar 176 miljoen euro, waarvan tweederde in Nederland. ‘Nog drie jaar, dan zijn we in Duitsland net zo groot als hier.’
ILLUSTRATIE: PETRA KWAADGRAS
Omzetranglijst
Omzetranglijst
Veel positieve uitschieters in onze ranglijst zijn payrollbedrijven. ‘De markt zal ook de komende jaren behoorlijk doorgroeien.’ WILBERT GEIJTENBEEK
De payrollmarkt is nog altijd een groeimarkt. En niet alleen in dat opzicht vormen de verloningsbureaus de vreemde eend in de bijt van onze groslijst. Sinds de crisis begon, zagen verloningsbureaus hun omzetten onverminderd stijgen – de eerste jaren met tientallen procenten per jaar. Over 2011 meldde branchevereniging VPO dat de omzetgroei 4 procent bedroeg. Dat betekent niet dat beide markten – payrolling en uitzenden – naar elkaar toe bewegen. Althans, dat stelt Hans van de Ven, directeur van Please Payroll. Feitelijk telt de payrollmarkt namelijk twee soorten dienstverleners: aan de ene kant de payrollbedrijven die hun dienst leveren aan het grootbedrijf en aan de andere kant de ondernemingen die voornamelijk leveren aan kleine bedrijfjes en zelfstandige ondernemers met koudwatervrees om personeel aan te nemen. GROTE AFNEMERS
In de eerste groep verzamelen zich de grotere payrollondernemingen – zoals de verloningsdochters van de grote uitzenders. In toenemende mate is hun dienstverlening een mogelijkheid voor grote afnemers om te besparen op mogelijke reorganisatiekosten door via payrolling verder te flexibiliseren. Grote klanten bedingen de laagste marge voor de verloning van hun vele honderden werknemers. Bijkomend voordeel voor dergelijke grootbedrijven is dat werving- en selectiebureaus alleen nog maar hoeven werven en selecteren, tegen een afgedwongen lager tarief. De opkomst van payrolling
wordt voor een groot deel betaald door de krimpende uitzendmarkt. Dat de payrollmarkt afgelopen jaar minder hard groeide dan eerder, is iets wat voelbaar was bij de grote leveranciers. ONTZORGING
Zo niet bij de payrollbedrijven in de Flexmarkt Omzetranglijst. ‘Besparen is niet de grootste wens van onze doelgroep. Wij worden ingezet voor het regelen van arbeidsvoorwaarden of ontzorging. Wij groeien agressief onder kleine afnemers en zzp’ers die geen vaste werknemers aan durven nemen’, zegt Van de Ven, die benadrukt dat de grens voor dergelijke kleine afnemers van payrolldiensten op ongeveer vijftien fte ligt. Van de Ven: ‘Bedrijven met een grotere loonlijst hebben algauw budget om een vaste HR-werknemer aan te nemen en hun salarisafhandeling in eigen huis te regelen.’ Het leverde voor Please Payroll een omzetgroei op van 24 procent. Maar opkomende markt of niet: het risico van payrollbedrijven zit in de financi-
ILLUSTRATIE: PETRA KWAADGRAS
Verloningshausse in payrolling zet door ele betrouwbaarheid van zijn klanten. Of payrolling een zeepbel is, zal pas blijken uit wat er gebeurt als de payrollmarkt stopt met koortsachtig groeien. Volgens Van de Ven is het plafond nog niet bereikt: ‘Ik denk dat de markt de komende jaren nog behoorlijk zal doorgroeien.’ STIJLE GROEICURVE
Het meer op het kleinbedrijf gerichte deel van de payrollmarkt heeft dan ook een ander 2011 achter de rug. Terwijl uitzenders na een aanvankelijk goed eerste half jaar vanaf de zomer rechtstreeks op de krimp van nu af koersten, volgden de payrollondernemingen in de omzetranglijst een immer stijle groeicurve. Dat is logisch: de uitzendmarkt heeft last van de opkomst van sociale media en de steeds eenvoudigere mogelijkheden om online nieuwe werknemers te zoeken. Van die gratis groeimarkt hebben gespecialiseerde payrollbedrijven eerder profijt dan last. En dat illustreert de toegenomen afbakening van de twee soorten dienstverlening. Please Payroll geniet zijn groei zelfs in toenemende mate dankzij uitzendondernemers die zichzelf opnieuw beperken tot werving en selectie. Zegt Van de Ven: ‘Steeds meer uitzendbureaus, vooral nieuw opgestarte uitzendbureaus, laten hun administratie door ons verzorgen. Dat is een flinke groeimarkt.’
Payrolling & Contractbeheer Positie Naam
Omzet 2011 (mln.) Omzet 2010 (mln.) Groei (%)
1
IT Staffing Groep (Nieuwegein)
274,8
272,0
1,0%
2
Harvey Nash (Maarssen)
191,5
148,5
29,0%
3
Driessen HRM_Payroll (Helmond)
87,8
66,4
32,2%
4
Jenrick CPI Nederland (Culemborg)
75,0
71,3
5,2%
5
Payroll Select Nederland (Zutphen)
64,6
54,1
19,3%
6
Please Payroll (Aarle-Rixtel)
38,0
30,6
24,2%
7
Pay for People (Rotterdam)
27,5
22,0
25,0%
8
Detaned Groep (Rotterdam)
13,6
9,3
46,2%
MEI 2012 ∆ NR 5 / 29