Inleiding “Intellectuele eigendom” is een beladen term:
“Intellectuele eigendom” is geen eigendom. De analogie met eigendom loopt om filosofische redenen, om praktische redenen, om technische redenen én om juridische redenen, mank.
“Intellectuele eigendom” is een vlag die vele ladingen dekt. Het samen gooien van een reeks heel diverse regelingen op één hoop en onder één noemer werkt eerder verwarrend dan verduidelijkend.
Omdat de diverse regelingen zo verschillend zijn, worden ze afzonderlijk behandeld:
Wapens, handelsnamen, merken, tekeningen, modellen, domeinen Kopierecht (Copyright) De collectieve inning van copyright Thuiskopievergoedingen Digital Rights/Restriction Management Portretrecht, beeldrecht Octrooien Handels- of bedrijfsgeheimen en diverse andere regelingen (chiprecht, databankrecht, kwekersrecht) De intellectuele rechten van de overheid
Toch hebben deze verschillende regeling ook iets gemeenschappelijk: het zijn door de overheid (wetgever) toegekende monopolies (exclusieve rechten) op intellectuele werken. De valse analogie met eigendom wordt verder uitgebreid besproken in het luik “copyright”.
1
Inhoud Wapens, handelsnamen, merken, tekeningen, modellen, domeinen .......................................... 3 Kopierecht (Copyright) .............................................................................................................. 7 Collectieve inning .................................................................................................................... 20 Thuiskopievergoedingen .......................................................................................................... 23 Digital Rights/Restrictions Management ................................................................................. 25 Portretrecht, beeldrecht ............................................................................................................ 26 Octrooien .................................................................................................................................. 28 Handels- of bedrijfsgeheimen .................................................................................................. 31 Nog meer diverse regelingen .................................................................................................... 32 De intellectuele rechten van de overheid ................................................................................. 34
2
Wapens, handelsnamen, merken, tekeningen, modellen, domeinen ANALYSE Een eerste categorie van intellectuele rechten zijn rechten op namen, symbolen en tekens die als doel hebben rechtspersonen en producten van elkaar te onderscheiden. Deze rechten hebben tot doel te verhinderen dat anderen zich als jou voordoen, of hun namaakproducten presenteren alsof ze jouw originele producten zijn. In geval van betwistingen, is het belangrijkste criterium de mate waarin verwarring kan ontstaan wanneer niet-rechthebbenden zich presenteren onder dezelfde of een gelijkaardige handelsnaam, merk, … De historisch oudste vorm is de heraldiek. Hierbij worden wapens (“wapenschilden”) aan personen, instellingen en families verleend. Het voeren van andermans verleend of erkend wapen, is verboden.1 Het staat iedereen vrij een wapen te kiezen en te voeren dat nog niet door iemand anders gevoerd wordt, ook zonder erkenning.2 Voor de erkenning van oude wapens en het verlenen van nieuwe niet-adellijke wapens (die aan bepaalde heraldische regels voldoen) zijn de gemeenschappen bevoegd, en leidt in Vlaanderen de Vlaamse Heraldische Raad alles in goede banen. Zo heeft de Vlaamse Heraldische Raad de Vlaamse gemeenten en provincies begeleid, zodat ze allen een wapen en een vlag hebben vastgesteld. Met de wapenschilden van studentenverenigingen, -kringen en -clubs verkoos de Vlaamse Heraldische Raad zich dan weer niet bezig te houden. Wat betreft de adellijke heraldiek is de redenering echter dat die verbonden is met het verlenen van adelbrieven, wat een koninklijk prerogatief is gebleven3 dat door de Raad van Adel opgevolgd wordt, een organisme dat onder de bevoegdheid van de (federale) minister van Buitenlandse Zaken valt. Modernere vormen zijn het handelsnaamrecht en het merkenrecht. Een handelsnaam is een naam waaronder een onderneming of een onderdeel daarvan aan het handelsverkeer deelneemt: een familienaam, een fantasienaam, een beschrijvende naam of een combinatie. Meestal is de handelsnaam identiek aan de ondernemingsnaam die in haar statuten vermeld staat, en waaronder een onderneming bij de Kamer van Koophandel is 1 2 3
Decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1998, blz. 8307, art. 9 Dit principe heet de “capacité héraldique” of “Wappenfähigkeit” van personen Belgische Grondwet, art. 113
3
ingeschreven, maar dat hoeft niet. De handelsnaam komt tot stand door het feitelijke gebruik ervan, wat bijvoorbeeld blijkt uit het gebruik van de handelsnaam op briefpapier, reclamemateriaal, gebouwen, auto’s of een website. Voor het ontstaan van het alleenrecht om onder je eigen handelsnaam handel te voeren (beperkt tot de streek waar de onderneming actief is) is registratie bij de Kruispuntbank niet verplicht. Een merk is een teken waarmee de producten of diensten van een onderneming kunnen worden onderscheiden van die van concurrenten. Het kan daarbij gaan om een naam (in woorden of afkorting), maar evengoed om tekeningen (“logo’s”), kleuren, vormen van goederen of van hun verpakking, geluiden, … Een merknaam van een product kan hetzelfde zijn als de handelsnaam van de producent ervan, maar kan er evengoed van verschillen. In tegenstelling tot een handelsnaam, is een merk pas beschermd als het geregistreerd is. Dat kan het Benelux-bureau voor de Intellectuele Eigendom te Den Haag, of bij het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt in Alicante (Spanje), voor bescherming in de volledige Europese Unie. Een merk kan wereldwijd geregistreerd worden bij de World Intellectual Property Organization in Genève (Zwitserland) mits eerst depot is gedaan in de Benelux of de Europese Unie. Registratie bij het Benelux-bureau geeft een onderneming 10 jaar het exclusieve recht erop, maar die periode kan eindeloos verlengd worden. Naast het merk kan ook de vorm zelf van een gebruiksvoorwerp als tekening (“tweedimensionaal uiterlijk”) of model (“driedimensionaal uiterlijk”) beschermd worden, op voorwaarde dat de vorm niet door een technisch oogmerk ingegeven is (maar dus puur voor de marketing is). Indien er wel een technisch nut is, kan mogelijks de vorm als technische innovatie met een octrooi beschermd worden. Net als bij een merk is een tekening of model slechts beschermd als het gedeponeerd is, bij het Benelux-bureau voor de Intellectuele Eigendom te Den Haag. Het alleenrecht op een gedeponeerde tekening of model geldt voor 5 jaar en kan verlengd worden tot een maximale duur van 25 jaar. Met de opkomst van het internet is er nog een nieuwe vorm bijgekomen waarmee rechtspersonen zich exclusief kunnen identificeren: internetdomeinen. De registratie van een domeinnaam laat toe om een website op te zetten, e-mailadressen aan te maken… In dat opzicht verschilt een domeinnaam wel van een wapenschild, handelsnaam of merk: het exclusief gebruik van een domeinnaam wordt op de eerste plaats technisch afgedwongen, via software met domeinresolutieprotocollen, eerder dan wettelijk/juridisch. Registratie voor een 4
.be domein kan bij de Belgische Vereniging voor Internetdomeinregistratie, en registratie voor een .eu domein kan bij het
EURid
consortium. Dat zijn privé-verenigingen zonder
winstoogmerk. Registratie van een internetdomein gebeurt voor de periode van 1 jaar, maar die periode kan eindeloos vernieuwd worden. Er bestaan nog andere vormen. Zo beheert de Scottish Register of Tartans, een agentschap van de Schotse Overheid, een databank bij met geregistreerde tartans, dat zijn de gekleurde ruitjespatronen van kilts.4 VISIE Het oogmerk van wetgever om rechtspersonen het exclusieve recht te verlenen op het gebruik van een merknaam en logo is volledig terecht. Zo kunnen namaakproducten (namaak-luxehorloges, namaak-merkkledij…) tegengegaan worden. Zo kunnen reputaties worden opgebouwd en beschermd. Het nut van deze rechten en de principes trekt Jong N-VA niet in twijfel. Vanuit de bezorgdheid om de vrijheid van meningsuiting moeten we erover waken dat ontevreden klanten en actiegroepen het recht behouden om kritiek te uiten op personen en bedrijven. Het merkrecht, tekeningrecht en/of vormrecht houden niet in dat een bedrijf het exclusieve recht heeft om over haar eigen merk te berichten. Recenties, berichtgeving, kritiek, aanklacht en persiflage moeten mogelijk blijven. Daartoe is het merk/logo/tekening of vorm gebruiken of parodiëren een geldige actievorm, zolang er geen verwarring kan ontstaan dat de tekst (flyer, website…) van het bedrijf zelf afkomstig is. Zo is het niet omdat een bedrijf de merknaam
ACME
5
gebruikt en op allerhande
manieren beschermd heeft, dat dit bedrijf een ontevreden klant zou kunnen verhinderen om het domein acmesucks.eu te registreren en er een anti-ACME website op te beheren. NAAR DE TOEKOMST De rechten van de rechthebbenden van wapens, handelsnamen, merken, tekeningen, modellen, en domeinen mogen niet allesomvattend worden, maar moeten in verhouding blijven tegenover het oogmerk om situaties waarin verwarring kan ontstaan, te vermijden. 4 5
Naar aanleiding van de culturele uitwisseling Vlaanderen/Schotland 2002 is er ook een blauw-zwartgeel-witte tartan voor Vlaanderen geregistreerd onder het referentienummer 2531 A Company that Makes Everything (voorbeeldje uit de Looney Tunes Road Runner tekenfilmpjes)
5
Zo mag een zoekrobot (zoals Google) in het antwoord op een query dat een merk-, product- of bedrijfsnaam bevat, reclame vertonen voor concurrerende bedrijven, zolang duidelijk is dat het niet gaat om een link naar de website van het gevraagde merk, product of bedrijf. Jong N-VA is voorstander van een Vlaams top level domain .vla,6 maar dat dossier zit momenteel in de koelkast.7 Jong N-VA is voor de afschaffing van de adel (waardoor ook de versnipperde bevoegdheid van heraldiek volledig bij de gemeenschappen terecht komt). Ook moet de Vlaamse Heraldische Raad hun weigerachtige houding tegenover de erkenning van schilden van studentenverenigingen, -kringen en -clubs herzien.
6 7
http://www.n-va.be/nieuws/persberichten/vlaanderen-krijgt-eigen-domeinnaam http://www.hln.be/hln/nl/4125/Internet/article/detail/1181376/2010/11/10/Nergens-interessevoor-eigen-Vlaamse-internetextensie-vla.dhtml
6
Kopierecht (Copyright) ANALYSE Kopierecht (copyright) is het recht om te bepalen hoe, waar en wanneer een werk openbaar gemaakt of verveelvoudigd wordt. Het kan toekomen aan auteurs (auteursrecht), uitvoerders (billijke vergoeding), en kan (gedeeltelijk) aan derden worden doorverkocht. Historisch kwam het in sommige gevallen ook aan uitgevers (the Stationers’ Company) toe. Auteursrecht is het recht van de maker of een eventuele rechtverkrijgende van een werk (tekst, muziek, film, kunst) om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk openbaar gemaakt of verveelvoudigd wordt. De rechthouder kan dit bepalen door toelatingen (“licenties”) te verlenen, meestal tegen een vergoeding. Eens de rechthouder een kopie in de markt heeft gebracht, heeft hij geen verdere controle over wat er met die kopie gebeurt. Zo kan de eigenaar van een boek of
CD
dat boek of die
CD
gewoon doorverkopen zonder iets aan de auteur/uitgever/copyrighthouder te laten weten (als de oorspronkelijke eigenaar geen kopie voor zichzelf meer heeft). Dit is het first sale principe. Bij het communiceren en toegankelijk maken van informatie zonder fysiek vaste reproductie, zoals over het internet, geldt het first sale principe niet. Enkel expressies van ideeën kunnen onder auteursrecht vallen: nooit ideeën an sich. Het auteursrecht ontstaat automatisch van rechtswege.8 Men hoeft niets te deponeren, te registreren of aan te vragen. Van zodra je eigen werk publiceert, rust er auteursrecht op. Een rechthebbend auteur kan er wel voortijdig afstand van doen. De auteursrechtelijke economische exploitatiebevoegdheid is overdraagbaar en kan dus verkocht worden, of in een arbeidscontract aan de werkgever overgedragen worden (voor werken die gemaakt zijn op het werk). Het auteursrecht is beperkt in de tijd. Wanneer de periode vervalt, komt het werk in het “publieke domein” terecht en kan iedereen ermee doen wat hij/zij wil. De duur van die “beperkte” periode is in de loop der jaren wel sterk gestegen: tegenwoordig geldt auteursrecht in de Europese Unie tot 70 jaar na het overlijden van de (langstlevende) auteur.
8
Sinds de Conventie van Bern van 9 september 1886 betreffende de oprichting van een internationale unie voor de bescherming van literaire en artistieke werken.
7
Werken waar nog auteursrecht op rust, maar waarvan de auteur niet te achterhalen valt of niet te bereiken valt, worden “weeswerken” (“orphan works”) genoemd. Morele rechten Morele rechten zijn een speciale categorie van auteursrechten. In tegenstelling tot de auteursrechtelijke economische exploitatiebevoegdheid zijn ze niet overdraagbaar. Het gaat om het recht van de auteur om bij openbaarmaking van het werk zijn/haar naam als maker vermeld te zien; het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van het werk onder een andere benaming of titel; het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid; en het recht zich te verzetten tegen een ongewenste andere wijziging in het werk. Naburige rechten voor uitvoerders en producenten Naburige rechten zijn de rechten van uitvoerende kunstenaars en/of producenten om mee te beslissen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Naburige rechten maken deel uit van het begrip “copyright” maar staan naast de auteursrechten. In principe heb je om een liedje in het openbaar na te spelen dus de toelating nodig van zowel de auteur (of zijn vertegenwoordigers) als de uitvoerder(s) (of hun vertegenwoordigers). In de praktijk zal je beide apart moeten vergoeden. De vergoeding voor uitvoerende kunstenaars wordt “billijke vergoeding” genoemd. Naburige rechten ontstaan eveneens automatisch van rechtswege. Ze gelden voor een periode van 50 jaar. Fair use In bepaalde gevallen heeft men het recht om zonder toelating van wie dan ook, kopieën te maken en te verspreiden van een stuk van een werk waarop copyright rust. De belangrijkste klasse van dit rechtmatig heet “fair use” in de Amerikaanse rechtspraak, maar ook in de Europese wetgeving zijn gelijkaardige principes ingeschreven. Een kopie van een stuk van een werk valt onder “fair use” als het gemaakt wordt met het oogmerk van kritiek, polemiek, recensie, commentaar, verslaggeving, onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, bloemlezing, karikatuur, pastiche of parodie. 8
Soms wordt in de beoordeling daarbij ook rekening gehouden met
Of het fragment dat gekopieerd wordt niet groter is dan noodzakelijk om dit doel te bereiken (je punt te maken in het geval van kritiek, bijvoorbeeld); ook de kwaliteit van de kopie kan hierbij een factor zijn die in rekening wordt genomen; of het geen afbreuk doet aan de economische waarde van het orignieel
Thuisgebruik Rechthebbenden kunnen zich niet verzetten tegen het afspelen van werken in huiselijke kring, en kopieën maken voor thuisgebruik (vb. back-up). Ook kunnen ze zich niet verzetten tegen uitlening door bibliotheken (uitleningsinstellingen die door de overheid zijn erkend of opgericht). Afgeleide werken Een afgeleid werk is een werk dat gebaseerd is op een eerder werk. De transformatie kan klein of groot zijn: een vertaling zijn, een filmversie, of een vervolg met dezelfde personages. De toestemming van de rechthebbende van het oorspronkelijk werk kan in sommige gevallen nodig zijn om het afgeleide werk te mogen publiceren of reproduceren, al is dat voor afgeleide werken met voldoende verschil (voorbeeld: fan fiction) een wettelijk grijze zone. Van burgerrechterlijk naar strafrechterlijk Inbreuk op de auteursrechten en de naburige rechten was oorspronkelijk een louter burgerrechterlijke aangelegenheid, tussen de rechthebbende en diegene die een inbreuk pleegde. In de recente tijdens is zo’n inbreuks stoemelings als misdrijf in het strafwet geslopen. “De misdrijven bepaald [op het auteursrecht en de naburige rechten] worden gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar en met een geldboete van 100 tot 100 000 EUR9 of met een van die straffen alleen. In geval van herhaling binnen vijf jaar na een in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde inbreuk, worden de opgelopen straffen op het dubbele van het maximum gebracht.” 10
9 10
Te verhogen met de opdeciemen uit de wet van 5 maart 1952. Tegenwoordig is dat een vermenigvuldiging met 5,5. Auteursrechtwet, zijnde de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen (I), Belgisch Staatsblad van 16 juni 2008, art. 81
9
VISIE Imitatie is meer dan alleen de meest oprechte vorm van gevlei. Kopiëren ligt in de menselijke sociale natuur. Het is meest efficiënte manier waarop we van kinds af aan dingen leren: door na te zeggen, na te spelen, na te apen, na te doen. Proberen, imiteren en repeteren. Het doel van copyright Copyright is geen natuurrecht. Integendeel: de vrijheid van meningsuiting is er rechtstreeks mee in tegenspraak. De Amerikaanse Grondwet gaf het Congres expliciet de mogelijkheid (maar niet de verplichting) om copyright- en patentwetgeving in te voeren, maar dan wel enkel met dat oogpunt voor ogen: enkel om de Vooruitgang van de Wetenschap en de nuttige Kunsten te bevorderen. “The Congreſs shall have Power (…) To promote the Progreſs of Science and useful Arts,11 by securing for limited Times to Authors and Inventors the exclusive Right to their respective Writings and Discoveries” 12 Redelijke copyright en patenten, beperkt in tijd, is een mogelijk middel; een rijke cultuur met een schat aan werken in het publieke domein en allerlei uitvindingen om het leven te verbeteren, is het doel. De creatieve makers van inkomsten voorzien was dus geen doel op zich! The copyright bargain 18e-eeuwse denkers verdedigden de copyrightwet als een goede deal (de copyright bargain) tussen het publiek en de auteurs. Het publiek gaf haar natuurrecht andermans ideeën te kopiëren tijdelijk af, en kreeg in ruil de voordelen van een culturele omgeving waarin meer werken geschreven en gepubliceerd zouden worden. Aangezien een drukpers een dure aangelegenheid was, en slechts een handvol (rijke) drukkers er één hadden, was het weggeruilde natuurrecht louter theoretisch. In principe mocht het dan wel zo zijn dat iedereen
11
12
Oorspronkelijk was het begrip “Science” breder dan “Wetenschap” vandaag: ook de kunsten vielen eronder, en daarop mocht het Congres “copyright” mogelijk maken. Met “Useful Arts” werd de nuttige techniek (domeinen waar uitvindingen in mogelijk zijn, waarop dan weer patenten kunnen toegekend worden) bedoeld. Grondwet van de Verenigde Staten, artikel 1, sectie 8, clausule 8
10
voordien het recht had alles zo maar te publiceren, in de praktijk had het overgrote deel van het publiek daar helemaal de middelen niet toe. Vandaar dat de deal zo voordelig was. Vandaag is de context een heel stuk verschillend. Vandaag heeft het grote publiek wél kopieermachines, iPods en computers met toegang tot het Internet. Vandaag is de technologie om gepubliceerde werken te kopiëren wél massaal voor handen. Daar waar het grote publiek in de 18de eeuw iets voor niets kreeg in de deal, verbiedt de copyrightwetgeving vandaag wél mogelijke handelingen. Handelingen die het publiek bovendien ook effectief liever zou doen. In deze nieuwe context zou een nieuw evenwicht moeten ontstaan tussen de rechten van het publiek en de incentives aan artiesten om de cultuur te verrijken. Volgens de oorspronkelijke logica en verantwoording van copyright, zou een dergelijk nieuw evenwicht dichter aan de kant van het publiek zou moeten liggen, daar die vandaag wél iets opgeeft (waar dat vroeger niet zo was). Met andere woorden: kortere copyrighttermijnen, minder verregaande voorwaarden, meer fair use. De valse analogie met eigendom Eigendom is een concept dat de mensheid uitgevonden heeft om “eerlijk” om te gaan met schaarse, rivalaire goederen. Stel dat ik een brood heb, en Anna en ik hebben honger. Ik kan mijn brood zelf opeten. Dat is mijn recht, het is nu eenmaal mijn eerlijk verdiend brood. Daarmee is mijn honger gestild, maar die van Anna niet. Alternatief kan ik het brood met Anna delen. Als ik het brood mooi in twee deel, kunnen Anna en ik elk een half brood eten. Ik kan ook galant Anna het volledige brood schenken, maar dan moet ik zelf op mijn kin kloppen. Wat ik ook doe, zonder bijkomend brood van buitenaf, zal het stuk brood dat ik eet en het stuk brood dat Anna eet samen nooit meer dan één brood vormen. Ieder stuk dat ik eet, kan Anna niet eten. Brood is, zoals zoveel tastbare dingen, een rivalair en schaars goed. 13 Om met die schaarste van rivalaire goederen om te gaan, heeft mensheid “eigendom” ingevoerd: een fundamentele peiler van onze maatschappijordening. Thomas Jefferson wist al dat dit voor ideeën en informatie niet geldt. Ideeën, expressies, melodieën en muziek zijn –in tegenstelling tot tastbare goederen– niet rivalair:
13
Stel dat iemand er vandaag in slaagt om Jezus’ magie te herhalen door het rivalair karakter van broden en vissen (tijdelijk) op te heffen (Matteüs 15:29–39; Marcus 6:30–44; Lucas 9:10–17; Johannes 6:1–15), moet die persoon dan echt licenties op “intellectuele waarde” van dat brood en die vissen verwerven? Het zou toch absurd zijn dat zo iemand het niet-rivalair brood niet zou mogen delen zonder toestemming van de bakker van het oorspronkelijk brood, of de niet-rivalaire vissen niet zou mogen uitdelen zonder de visser te vergoeden!
11
“If nature has made any one thing leſs ſuſceptible than all others of excluſive property, it is the action of the thinking power called an idea, which an individual may excluſively poſſeſs as long as he keeps it to himſelf; but the moment it is divulged, it forces itſelf into the poſſeſſion of every one, and the receiver cannot diſpoſſeſs himſelf of it. Its peculiar character, too, is that no one poſſeſſes the leſs, because every other poſſeſſes the whole of it. He who receives an idea from me, receives inſtruction himself without leſſening mine; as he who lights his taper at mine, receives light without darkening me.” 14
Als ik een kopie van uw muziekbestand maak, verhindert dat niet dat u verder naar uw muziekbestand kunt blijven luisteren. Bij “eigendom” zijn de rechten van de “eigenaar” vrij absoluut. Dat is bij de verschillende vormen van “intellectuele eigendom” niet het geval. Zo is copyright op dit moment een regulair kader dat haar toepassing vindt iedere keer een kopie gemaakt wordt, tenzij dat voor fair use redenen gebeurt — en enkel dan. Wanneer een kopie (van een boek bijvoorbeeld) gelezen wordt, doorverkocht wordt (volgens het first sale principe), onder de poot van een tafel gelegd wordt om het tafelblad waterpas te krijgen, verbrand wordt, … dan heeft de “rechthebbende” daar niets maar dan ook niets over te zeggen. Wanneer iemand “van buiten” een gedicht opzegt in zichzelf, of met een melodietje “in zijn hoofd zit” of dagdroomt omtrent een plot of een verhaaltje of eens setting waarop copyright rust … dan heeft de “rechthebbende” daar niets maar dan ook niets over te zeggen. Read/write cultuur Het verderbouwen op wat voorafgaat is niet alleen van toepassing in de techniek, maar ook in de kunst. Dat gaat vaak verder dan gewoon citaties en verwijzingen. Er zijn kunstvormen die uit nauwelijks iets anders bestaan dan het bewerken, herinterpreteren, al dan niet parodiëren, samplen, transformeren, verrijken (of soms verarmen), … van oude themata, melodieën, verhaallijnen, … Maar daarom is die kunst niet minderwaardig. Zo zijn de mooiste Disneyfilms vaak diegene die eerder bestaande verhalen gewoon (ongevraagd) verfilmden, op een manier die onder copyrightwetgeving zonder toelating niet wettelijk zou zijn.
14
Thomas Jefferson, brief aan Isaac McPherson van woensdag 13 augustus 1813
12
Ook het gewone publiek is vaak intensief bezig met het creatief omspringen met het cultureel erfgoed. YouTube staat vol met thuisgemaakte montages, bewerkingen, … die strikt genomen copyrightsovertredingen zijn. En daar zitten hier en daar wel een aantal pareltjes tussen. In andere gevallen gaat het om een mondain gebruik, zonder grote artistieke waarde. Een thuis opgenomen filmpje van een kleuter die op de muziek van de radio danst, bijvoorbeeld. Remix is een belangrijke en cultureel waardevolle vorm van expressie geworden; de technieken van kopiëren en bewerken van het culturele materiaal tot nieuwe expressies (vaak met nieuwe inzichten of om andere standpunten of visies te uiten) worden de basisvaardigheden van morgen, zoals lezen en schrijven dat zijn vandaag. 15 Maar rights-clearing is zo complex dat het voor de professionele contentonwikkelaars ook een belangrijke hindernis is in het creëren16 van nieuwe cultuur. Herwaardering van de “schaarse” uitvoeringen Met de verminderde inkomsten uit copyright-rechten bracht een verduring, maar ook een heropleving, met zich mee met de “schaarse” vormen van uitvoering: live-optredens van muziek (inclusief festivals), live stand-up comedy, vertoningen van films in cinema met hogekwaliteitsprojectie (al dan niet in 3D)… Hier is er wel sprake van schaarste, omdat zowel het aantal zitplaatsen als de tijd die de optredende artiesten erin steken (ook al herhalen ze tientallen keren hetzelfde optreden) beperkt zijn. Het is duidelijk dat dit vormen van dienstverlening zijn met een prijssetting die wel aan de markt onderhevig is. Copyright is niet nodig om deze vorm van cultuur te laten floreren — integendeel: het uitwisselen van beeld- en muziekfragmenten werkt als een vorm van mondaan-mondreclame voor deze uitvoeringen. Een herwaardering van kunstuitvoeringen zou ook een weerslag moeten vinden in een waardering van het statuut van (uitvoerend) kunstenaar. Duur van copyright 15
16
Zie het werk van prof. Lawrence “Larry” Lessig: waaronder de voordracht “How creativity is being strangled by the law”, TED conferentie, Monterey, Californië, in maart 2007 http://www.ted.com/talks/larry_lessig_says_the_law_is_strangling_creativity.html of zijn boek Remix, Making art and commerce thrive in a hybrid economy, Pinguin, 2008 (uitgebracht onder de Creative Commons Attributie-Niet-commercieel licentie) http://www.scribd.com/doc/47089238/Remix Of voor het op DVD uitbrengen, zoals in het geval van Buiten De Zone, dat omwille van clearing jaren op zich liet wachten.
13
Het overgrote deel van de inkomsten uit copyright wordt verdiend in de eerste 6 jaar na het uitbrengen van werken. De economische meerwaarde van lange copyright is uiterst beperkt voor de “gewone” rechthebbenden (tenzij je een catalogus met klassiekers beheert) maar de culturele kost (cultureel erfgoed waarop niet verder gebouwd mag worden) is groot. Al helemaal belachelijk is het retro-actief verlengen van copyright op bestaande werken. Zelfs wie de illusie koestert dat hogere incentives nodig zijn om ook in de toekomst culturele werken van hoge kwaliteit te zien bloeien, moet toch beseffen dat die incentives niet zullen werken met terugwerkende kracht. De artiesten van een halve eeuw geleden, velen onder hen zijn ondertussen al dood, zullen heus niet in de tijd terugkeren om meer en betere muziek te produceren, als hun erfgenamen decennia langer van hun royalty’s zullen kunnen genieten. 17 Invloed van Mickey Mouse Bij de verschillende wetgevingen die de duur van copyright verlengen valt op hoe de duur van de copyright op werken uit de late jaren ’20 (zoals Walt Disney’s Steamboat Willie uit 1928) ook steeds mee retro-actief verlengd wordt. Het lobbywerk van het Disney-imperium speelt hier duidelijk mee. Terecht spreekt men dan ook over Mickey Mouse Copyright Extension Act(s). De fallacy van harmonisatie door verlengingen tussen VS en EU Voorstanders van verlengingen hebben er vaak de mond van vol hoe telkens de verlenging er zogezegd voor zorgt dat de termijnen “in overeenstemming worden gebracht” met die van de overkant van de oceaan. Maar wie de wetgeving gedetailleerd bekijkt, merkt dat die op één of ander punt het zogenaamde doel van “harmonisatie” voorbij schiet, waarop een tijdje later in een ander segment van de culturele sector of aan de andere kant van de oceaan dan weer om een volgende stap in “harmonisatie” geroepen wordt. En opmerkelijk, telkens worden alleen voorstellen die de verkeerde richting blijven uit gaan (die termijnen verlengen, fair use inperken, …) in overweging genomen. Criminalisering van de burgers In toenemende mate voert het publiek, de jonge generatie nog het meest, haar protest niet meer via de politiek maar inciviek door de verstrekkende en verstikkende wetgeving massaal
17
Brief van amici curiæ economen tegen the Sonny Bono Copyright Term Extension Act, maandag 20 mei 2002, ingediend in Eldred v. Ashcroft, 537 US 186 (2003), 2–7 verloren. Ook Milton Friedman tekende mee, ondanks dat hij eerder als voorwaarde gesteld had dat deze redenering als “no-brainer” omschreven zou worden (wat er uiteindelijk niet in die bewoording staat).
14
en frequent met de voeten te treden. Draconische copyrightwetgeving maakt en masse misdadigers van de jeugd. De hoeveelheid wetgeving stijgt de laatste jaren enorm, en de wetgeving vervreemdt in veel gevallen meer van normale, rationeel en ethisch verdedigbare, normen. Door al die wetgeving evolueren we naar een situatie waar quasi iedereen quasi dagelijks quasi achteloos de wet overtreedt. In een wereld waar alles verboden is, inclusief “normaal” gedrag, is iedereen een out-law. Op termijn werkt dat ook heel corrumperend wat betreft de naleving van wetten die wel rechtvaardig en rationeel en ethisch verdedigbaar zijn. Verantwoordelijkheid van Internet Service Providers Bij de laatste pogingen om meer geld te slaan uit copyright, vragen de organisaties die rechthebbenden groeperen, dat de Internet Service Providers wettelijk verplicht zouden worden om hun internetverkeer te filteren op het doorsturen van werken waarop copyright rust. Wat betreft de
ISPs
die instaan voor de verbinding met het Internet, is dit zowel technisch als
filosofisch onterecht. Technisch, omdat deep packet screening/inspection enkel kan werken als de internetklanten hun verkeer niet versleutelen (en zelfs dan niet eenvoudig is); en filosofisch dit het elektronisch equivalent is van De Post die alle post zou moeten controleren of er geen beschermde teksten in de brieven worden gestuurd. Ook digitaal hoort het briefgeheim te gelden. Wat betreft bedrijven die hosting aanbieden, liggen de zaken iets anders. Er valt iets te zeggen voor de huidige wetgeving dat stelt dat hostingbedrijven niet zomaar aansprakelijk gehouden kunnen worden voor wat hun gebruikers op hun servers plaatsen, op voorwaarde dat ze op vraag van de rechthebbenden gecontesteerde bestanden verwijderen (of offline halen of de toegang ertoe verhinderen). Toch moet erop toegezien worden dat procedure daartoe echter voldoende mogelijkheid aan de gebruiker laat om argumenten van wettig gebruik (fair use, parodie) te kunnen inroepen. De verantwoordelijkheid van het hosting-bedrijf heeft natuurlijk geen invloed op peer-topeer-verkeer, want daarbij worden de bestanden (per definitie) niet gehost op servers, maar bij de individuele peers zelf, wat dus als een vorm van post beschouwd kan worden en dus door (het equivalent van) briefgeheim beschermd zou moeten zijn.
15
Waarom copyright niet onmiddellijk helemaal afschaffen? Geconfronteerd met steeds excessiever wordende copyright, is het niet verwonderlijk dat er stemmen opgaan om copyright dan maar onmiddellijk helemaal af te schaffen, zoals de Piratenpartij bepleit. Het invoeren van dit andere extreem zal echter evenmin een goede zaak zijn voor de rijkdom van onze culturele ruimte. Daarom moet het prioritair zijn om eerst de excessen van de huidige wetgeving aan te pakken. Een meer geleidelijke afschaffing laat ook toe bij te sturen wanneer de slinger naar de andere kant doorslaat (een gezond conservatief principe). NAAR DE TOEKOMST Substantieel verkorten van de duur van copyright Voor het overgrote deel van alle professionele werken, ongeacht of het nu gaat om audio, video, beeld of literatuur, wordt de quasi-totaliteit van de opbrengsten in de eerste 6 jaar na publicatie gegenereerd. Voor ieder jaar dat de beschermingstermijn langer wordt, is de gegenereerde marginale meerwaarde voor de makers steeds meer verwaarloosbaar, maar loopt de maatschappelijke kost voor liefhebbers en hergebruikers steeds verder op. Alle retro-actief verlengingen van copyright moeten ongedaan gemaakt worden waardoor het publieke domein eindelijk opnieuw wordt bijgevuld. Jong N-VA pleit voor een automatische copyright van 15 jaar die de rechthebbenden door registratie, tegen een beperkte prijs, kunnen verlengen met 15 jaar daarbovenop. Deze duur geldt zowel voor copyright op naam van natuurlijke personen en bedrijven, ongeacht de leeftijd en levensduur van de auteurs. Jong n-va ziet deze periode als een gulden evenwicht: voldoende lang opdat professionele creatievelingen hun werk kunnen verzilveren, en dus een voldoende stimulus om goede werken te creëren; maar kort genoeg opdat de werken het publieke domein kunnen versterken voordat ze in de nevelen des tijds verdwijnen. Voor echt succesvolle werken laat de bijkomende 15 jaar toe om een tweede keer het werk te kunnen verzilveren bij de 20e en 25e verjaardag. Denk hierbij aan Nevermind van Nirvana. Deze verlenging geldt enkel wanneer de rechthebbende de moeite doet om de verlenging aan te vragen. Voor minder succesvolle en bekende werken is de kans groot dat de rechthebbende daar geen belang bij ziet – en dus aan registratie verzaakt. Het zijn precies die werken die het gemakkelijkst onder de problematiek van weeswerken vallen. Doordat de
16
copyright na 15 jaar reeds vervalt (zonder registratie) wordt die problematiek voor een groot stuk opgelost. Uitbreiding van fair use Fair use moet worden uitgebreid, in plaats van ingekrompen. Vooral afgeleide werken moeten mogelijk worden zonder toelating van de rechthebbende, zeker wanneer het gaat om nieuwe werken met voldoende eigen nieuwe originele bijdrage. Denk hierbij aan fan fiction, of aan een uitbreiding van een werk in zo’n mate dat het originele werk er slechts nog een klein deeltje van vormt. 18 Het gebruik van overduidelijk onterechte dreigementen met copyright-claims om meningsuiting te verhinderen of de auteurs/uitgevers/publiceerders van meningsuiting te intimideren, moet actief bestreden en strafrechterlijk bestraft worden. 19 Uitbreiding van het begrip “huiselijke kring” Het digitaal delen van werken met een kleine, beperkte groep “vrienden” zonder commercieel oogmerk is het digitaal equivalent van het “samen beluisteren in huiselijke kring”. Een kinderkribbe zou onder de regeling moeten vallen waar scholen nu onder vallen. Muziek wordt er gebruikt met een educatief doel. Kinderkribbes kopen ook de cd’s en betalen dus sowieso al rechten. Weeswerken Wanneer de rechthebbende van een werk niet eenvoudig nagegaan kan worden, mag een werk niet zomaar “verloren” gaan indien iemand bona fide het wil gebruiken. De schadeloosstelling die de alsnog-opduikende rechthebbende kan eisen, mag niet te hoog liggen wanneer de gebruiker kan aantonen een redelijke poging ondernomen te hebben om de rechthebbende te achterhalen om er toelating aan te vragen. Dit geldt bijvoorbeeld overduidelijk voor het
18
19
Voorbeeld: Fredrik Colting’s 60 Years Later: Coming Through the Rye als sequel op Jerome David Salinger’s The Catcher in the Rye. Of nog: het verboden-en-dus-nooit-uitgegeven werk met literaire kritiek en naslagwerk van Rowling’s Harry Potter universum The Harry Potter Lexicon. Dat gebeurt vandaag wel degelijk. Zie onder andere bijvoorbeeld ABC Radio KSFO v. Spocko, Daily Kos, http://www.dailykos.com/story/2007/01/03/286790/-Spocko-Rocks-ABC!Micky-Mouse-blinks!Updated:Spocko-jumps-in Ook de Scientology-sekte heeft de gewoonte juridisch agressief met copyrightclaims te dreigen om de verspreiding van kritiek op de sekte en haar Xenu-en-het-buitenaards-leven-vertelseltjes te blokkeren.
17
alsnog (digitaal) verspreiden van boeken die out-of-print (en fysiek dus nauwelijks te verkrijgen) zijn (denk Google Books). “Verwijzen naar” is niet hetzelfde als kopiëren of publiceren Wie zegt waar een werk gevonden kan worden, bijvoorbeeld door het posten van een (hyper)link op het Internet, publiceert dat werk niet, en heeft dan ook geen enkele aansprakelijkheid tegenover de rechthebbende. Het is het digitale equivalent van het vertellen waar het werk gevonden kan worden (door middel van titel, of
ISBN,
of bewaarplaats in een
bibliotheek of zo). Ook deep linking moet volledig toegestaan zijn. Aan de andere kant hebben de systeembeheerders natuurlijk alle vrijheid om met deep linking anders om te gaan (extra advertenties tonen ter compensatie van de niet-geziene advertenties die mensen die via de thuispagina surfen wel gezien zouden hebben, bijvoorbeeld). Decriminalisatie Overtredingen op het copyright horen niet in het strafrecht thuis en moeten (opnieuw) beschouwd worden als burgerrechterlijke aangelegenheden tussen de rechthebbende en diegene die een inbreuk pleegt — zowel voor overtredingen op kleine als op grote schaal. De enige mogelijke “bestraffing” van overtredingen dienen dan ook burgerrechterlijke schadevergoedingen te zijn; in geen geval gevangenisstraffen, of boetes, of uitsluitingen van het Internet. 20 En de schadeloosstellingen dienen berekend te worden op de werkelijke inkomsten die de rechthebbenden mislopen hebben, niet zomaar een forfetaire kostprijs vermenigvuldigd met het aantal mensen dat door de overtreding met de werken in contact gekomen is. Als de rechthebbende zo’n schadeclaim indient, moet hij kunnen bewijzen dat al die mensen, ware het niet van de overtreding, dat forfetair bedrag over zouden gehad hebben om met het werk in contact te komen. Geen coöperatie met nieuwe internationale structuren die copyright nog verstrengen
20
Wat nu wel het geval is in Frankrijk, bij herhaaldelijke aanklachten van inbreuk (niet noodzakelijk bewezen inbreuken, wegens geen due process), sinds de invoering van de HADOPI-wet favorisant la diffusion et la protection de la création sur Internet, 2009.
18
De aanstormende Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) gaat nog verder de verkeerde richting uit, zeker wat betreft copyright. Dat kunnen we niet goedkeuren en kunnen we niet aan meewerken.
19
Collectieve inning ANALYSE Collectieve inningsvennootschappen: een overzicht Collectieve
inning
van
thuiskopievergoedingen
(zie
verder):
Auvibel
voor
thuiskopievergoedingen voor dragers die audiovisuele werken kunnen bevatten (CD-R); en Reprobel voor kopieerrechtvergoedingen voor visuele reproductie en het leenrecht, wat zogezegd ten goede aan komt auteurs en uitgevers. De maffia der copyrightmaffia’s,
SABAM,
voor auteursrecht, komt zogezegd ten goede aan de
auteurs, componisten en uitgevers. Voor billijke vergoeding is er Uradex, voor de billijke vergoeding aan uitvoerders en voor billijke vergoeding aan producenten. Uradex en
SIMIM
SIMIM
outsourcen aan Honebel voor
horecazaken en Outsourcing Partners voor anderen. Voor auteursrechten is er Almo; Assucopie voor auteurs;
BAVP;
Copiebel voor uitgevers;
Copiepresse voor uitgevers; Imagia rond audiovisuele werken; JAM (SAJ) voor auteurs; KVBKB (ARAPB) voor auteurs; SABAM voor auteurs (en componisten en uitgevers); SACD voor auteurs; SCAM
voor auteurs;
uitgevers; Repro
PP
SEMU
voor uitgevers;
SOFAM
voor auteurs; Procibel; Reprocopy voor
voor uitgevers; Repropress voor uitgevers; Ruit voor uitgevers;
VEWA
voor auteurs. Geen presumptie dat muziek aan copyright van een bij SABAM aangesloten lid onderhevig is De bewijslast dat een bepaald inningskantoor recht heeft op het innen van vergoedingen voor bepaalde werken, ligt bij het inningskantoor. De vraag van
SABAM
aan de mensen die op
evenementen muziek afspelen om een “voorafgaande vraag tot toelating” in te dienen heeft geen wettelijk dwingende grond en is niet juridisch afdwingbaar. 21 Eigen beheer Niettegenstaande enig andersluidend beding, kunnen de statuten, reglementen of overeenkomsten van (collectieve innings)vennootschappen een rechthebbende niet beletten
21
Arrest 2007/AR/2545 van het Hof van Beroep Gent van 28 september 2009 in de zaak Alain Meulebrouck t. SABAM
20
om het beheer van een of meer categorieën van werken of prestaties van zijn repertoire toe te vertrouwen aan de vennootschap van zijn keuze of om het beheer zelf uit te oefenen.22 Toch verbiedt
SABAM
bands die zich bij
SABAM
aansluiten om organisatoren op eigen houtje
toelating te verlenen hun nummers te spelen, zelfs als ze die zelf brengen (voor bijvoorbeeld een benefietconcert)! Transparante doorstorting Collectieve inningsvennootschappen blinken niet uit in transparantie wat betreft de doorstroming van de geïnde naar de eigenlijke rechthebbenden. 23 Vroegere tussenkomst van de Vlaamse overheid in de billijke vergoeding Vroeger kwam de Vlaamse overheid tussen in de betaling van de billijke vergoeding voor eenmalige activiteiten van vrijwilligersverenigingen, maar dat is sinds eind 2009 stopgezet. VISIE Eens men akkoord is over het principe van intellectuele “rechten” voor de rechthebbenden, is het niet verkeerd, en zelfs aan te moedigen, dat rechthebbenden de uitoefening van hun rechten via collectieve organismen beheren. Dat maakt het voor de gebruiker, die licenties allerhande wil verkrijgen, gemakkelijker omdat die zo minder verschillende partijen moet aanspreken. Het collectief organiseren van de uitoefening van deze rechten verleent echter de collectieve inningsvennootschappen niet het recht om zich als privé-politiemacht te gedragen. NAAR DE TOEKOMST Transparantie Transparantie over de werken en de rechten waarvoor het collectief inningskantoor gemachtigd is licenties te verlenen en daarvoor vergoedingen te innen
22 23
Auteursrechtwet, zijnde de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, Belgisch Staatsblad van 27 juli 1994, art. 66, 3e lid Schriftelijke vraag 5-1279 van Bart Tommelein in de Senaat, http://www.senate.be/www/?MIval=/Vragen/SchriftelijkeVraag&LEG=5&NR=1279&LANG=nl ; http://www.lalibre.be/economie/actualite/article/662603/droits-d-auteur-les-societes-de-gestiondoivent-encore-457-millions-aux-ayants-droit.html
21
Collectieve inningsvennootschappen moeten op z’n minst een databank publiek ter beschikking stellen met de werken waarvoor ze het recht hebben auteursrecht en/of billijke vergoeding te innen, en de rechthebbenden in wiens naam ze dat mogen, onafhankelijk of die rechthebbende rechtstreeks bij de vennootschap of bij partnervennootschappen aangesloten is. Transparantie over de doorstroming van de geïnde gelden naar de rechthebbenden Collectieve inningsvennootschappen moeten transparant zijn wat betreft de gelden die ze geïnd hebben, welk deel daarvan doorstroomt naar de rechthebbenden, en hoe lang de duur is tussen inning en doorstroming. Ook de manier waarop de verdeling tussen de verschillende rechthebbenden verrekend wordt, moet duidelijk en eenduidig gepubliceerd worden. Rechthebbenden behouden het recht op eigen initiatief licenties te verlenen Het staat eigenlijk al in de wet, maar er moet meer op nagekeken worden. SABAM kan haar leden niet verbieden zelf aan organisatoren de toelating te geven hun muziek te spelen, zonder via
SABAM
te passeren. Omgekeerd hebben organisatoren dus altijd het recht de toelating om
muziek te spelen met de individuele rechthebbenden te onderhandelen, ook al zijn zij bij collectieve inningsvennootschappen aangesloten. Ombudsdienst Jong N-VA pleit voor een ombudsdienst die klachten rond collectieve inning behandelt.
22
Thuiskopievergoedingen ANALYSE De rechthebbenden van copyright kunnen juridisch niet verhinderen dat iemand die reeds een (legale) kopie van het werk bezit, voor zichzelf thuis extra kopieën daarvan maakt, voor backup of gebruik in “familiale kring”. Hieronder valt: de liedjes van je aangekochte
CDs
op
je computer zetten, of op je iPod. Die thuiskopieën mogen in principe niet worden uitgeleend. In België worden de rechthebbenden van allerlei werken die aangesloten zijn bij collectieve inningsvennootschappen Reprobel (voor tekstuele en grafische werken) en Auvibel (audivisuele werken) toch forfaitair vergoed, via de Q-taks of “vergoeding voor thuiskopies”. Dat is een extra heffing geheven op de verkoop van gegevensdragers: 12 eurocent voor een CD-R;
50 eurocent voor een
USB-stick
tussen 2 en 16 GB; 6,75 euro voor een externe harde
schijf tussen 256 GB en 1 TB. Ook op verkoop van fotokopiemachines wordt een heffing geheven. Daarbovenop int Reprobel nogmaals bij alle bedrijven die fotokopiemachines hebben (tenzij ze expliciet aangeven nooit beschermde werken te kopiëren). De heffing op verkoop van gegevensdragers en fotokopiemachines gebeurt automatisch; een koper die expliciet aangeeft die nooit te zullen gebruiken voor beschermde werken (van aangeslotenen bij Auvibel of Reprobel), kan er zich niet aan onttrekken (bij aankoop in België). VISIE Thuisvergoedingsheffingen zijn inherent onrechtvaardig, en overbodig. Onrechtvaardig Er is geen reden om aan te nemen dat het maken van thuiskopieën sterk correleert met de hoeveelheid aangekochte opslagmedia en fotokopiemachines. Niet alle gegevensdragers worden gebruikt om thuiskopieën te maken van beschermde werken van de leden van Reprobel en Auvibel, net zo min als ieder leeg blad papier gebruikt wordt om beschermde teksten op te kopiëren. Zo hebben bijvoorbeeld amateurfotografen die hun eigen werk bijhouden, daartoe nood aan heel wat geheugendragers. Waarom zouden zij (en anderen) forfetair moeten betalen aan de leden van Reprobel en Auvibel? Overbodig 23
En zelfs als iemand thuiskopieën maakt van beschermde werken van de leden aangesloten bij Auvibel: als ze die werken legaal verkregen hebben (bijvoorbeeld door aankoop van een waarom zou zo iemand dan bijkomend moeten betalen voor een back-up? NAAR DE TOEKOMST Thuisvergoedingsheffingen moeten worden afgeschaft.
24
CD),
Digital Rights/Restrictions Management ANALYSE Digital Restriction Management (DRM) systemen verhinderen of bemoeilijken het gebruik van de werken, ook als dat gebruik legitiem is (thuiskopie voor back-up, fair use, citaatsrecht, gebruik in parodieën). Daarnaast wordt het tegelijkertijd via stupide wetgeving24 aan informatici en andere handige harry’s verboden om de technische belemmeringen te omzeilen, of zelfs maar om onderzoek bekend te maken hoe eventueel omzeiling mogelijk zou zijn (arrestatie van Dmitry Sklyarov, dreiging tegen prof. Ed Felton). VISIE “Digital rights management” systemen verhinderen niet alleen het onwettig, maar ook het legitiem gebruik van werken. De
DMCA/InfoSoc
wetgeving belemmert de uitwisseling van wetenschappelijke inzichten, en
dus ook het wetenschappelijk onderzoek, in de cryptografie. NAAR DE TOEKOMST Het kraken van “digital rights management” systemen met het oogmerk om werken legitiem te gebruiken zou op zich ook wettig moeten zijn. De wetenschappelijke studie van cryptografische systemen mag niet verhinderd worden omdat het kraken van dergelijke systemen zou vergemakkelijken.
24
In de Verenigde Staten: Digital Millennium Copyright Act (1998), In de Europese Unie: Information Society Directive 2001/29/EG, omgezet in Belgische wetgeving met de wet van 22 mei 2005, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2005: “Eenieder die een doeltreffende technische voorziening omzeilt en dat weet of redelijkerwijs behoort te weten en die weet of redelijkerwijs behoort te weten dat deze omzeiling het plegen van inbreuken [op het auteursrecht en de naburige rechten] kan vergemakkelijken, is schuldig aan een misdrijf”
25
Portretrecht, beeldrecht ANALYSE Het portretrecht is het recht van personen om zich te verzetten tegen het openbaar maken van elke zichtbare, herkenbare afbeelding van hen (als zij daar redelijke belangen bij hebben). Een beschrijving van het uiterlijk in woorden valt er niet onder. Vooral privacyredenen worden aangehaald om portretrecht in te roepen. Het beeldrecht is een bijzonder geval van het auteursrecht. Het is het recht van de maker van een afgebeeld kunstwerk of object te bepalen hoe, waar en wanneer afbeeldingen van zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Het meest in het oog springend aspect van beeldrecht is het beeldrecht van architecten, die het recht zouden hebben om de publicatie van foto’s van hun gebouwen en constructies te verhinderen, zelfs al zijn die gebouwen zichtbaar vanop de openbare ruimte, al is dat niet 100 % duidelijk. VISIE Fotograferen vanop openbaar terrein, zou zonder toelating van wie dan ook altijd wettig moeten zijn, zeker als de personen, gebouwen en dingen die gefotografeerd worden met het blote oog vanop openbaar terrein zichtbaar zijn. (Dat geldt dan ook voor de Google Street View opnames.) Telelensfotografie door paparazzi van celebreties die zich niet op openbaar terrein bevinden en redelijkerwijs visueel afgeschermd zijn, kan eventueel wel door portretrechtregelingen aan banden worden gelegd, ook al worden de foto’s getrokken vanop openbaar domein. Ook fotografie
vanuit
de
lucht
(satellieten
of
helikopters)
kan
door
middel
van
portretrechtregelingen ingeperkt worden. NAAR DE TOEKOMST Fotografen moeten ongestoord foto’s van (of met) gebouwen kunnen maken en publiceren, zonder toelating te vragen aan de architecten van alle gebouwen, zeker als ze gemaakt worden vanop de openbare weg of vanop privéterrein met toelating van de eigenaar (of huurder, of architect…) van het terrein. 26
Jong N-VA is voorstander van het behoud van portretrecht voor iedereen: fotografie waarin personen prominent afgebeeld worden kunnen niet worden gepubliceerd zonder toelating van de gefotografeerde.
27
Octrooien ANALYSE Een octrooi of patent is een exclusief recht tot het industrieel maken of verkopen van een product of anderszins het exploiteren van een uitvinding. Of beter gezegd: het recht om anderen te verbieden de techniek te gebruiken, te maken, te verkopen, te verspreiden, … Het is geen automatisch recht. Een octrooi wordt in principe alleen maar verleend voor octrooibare uitvindingen: technieken die nieuw zijn, die niet voor de hand liggen voor een deskundige uit het veld, en die industrieel toepasbaar zijn. Om een octrooi te verkrijgen moet een aanvraag worden ingediend waarin de uitvinding gedetailleerd beschreven staat. Deze aanvraag wordt publiek gemaakt. Een octrooi wordt verleend voor een beperkte duur, meestal 20 jaar. Daarna mag iedereen de publiekelijk-beschreven techniek gebruiken, verkopen, exploiteren, … In Europa zijn handelsmethoden, wiskundige formules en softwarealgoritmes principieel niet patenteerbaar. Maar de tendens tot het lakser maken van de voorwaarden om een octrooi te verkrijgen, en de ontoereikende controle bij toekenning van patenten, is in de hele (westerse) wereld merkbaar. VISIE Beperkingen aan de geldigheid van de conventionele rationale Volgens de conventionele wijsheid zijn octrooien nodig omdat, als potentiële concurrenten niet zouden verhinderd worden in het nabootsen van een uitvinding, de potentiële uitvinder geen voldoende economische incentive heeft om aan uitvindingen te werken. Dit omdat de kans klein is dat zijn inkomsten voldoende zullen zijn om de kosten van het onderzoek te dekken. Zo zou, zelfs indien de gegenereerde welvaart door het gebruik van de uitvinding groter is dan de ontwikkelingskosten, de potentiële innovator zonder octrooibescherming kunnen besluiten dat innovatie economisch niet voldoende waardevol is. Het is velen opgevallen dat deze argumentatie niet van toepassing bleek in de informatie- en communicatiesector in het laatste kwart van de 20e eeuw, ook al was er in die sector en in die tijd (zeker de jaren 1980) slechts in heel beperkte mate octrooibescherming. Toch werd er 28
geïnnoveerd aan een snelheid die nog stukken hoger lag dan die van vandaag (met de versterking van de octrooibescherming): PCs! Internet! Muizen! GUIs! De mythe van de eenzame uitvinder in zijn garage
Verschillende wetenschappers suggereren dat in wanneer aan bepaalde voorwaarden voldaan is — namelijk: wanneer innovatie in een vakgebied sequentieel en complementair gebeurt — dat imitatie innovatie promoot en (een te sterke of te lange) octrooibescherming innovatie tegenwerkt.25 Met sequentieel wordt bedoeld dat opeenvolgende uitvindingen in grote mate voortbouwen op voorgaande. In de westerse wetenschappelijke en technische traditie zien de individuen verder omdat ze “als dwergen staan op de schouders van reuzen”, zoals Newton zei (en Bernard of Chartres voor hem). Innovatie gebeurt zelden op een gesloten eilandje, alleen. Met complementair wordt bedoeld dat diverse innovatoren verschillende aspecten onderzoeken. Wanneer het gebruik van elkaars innovatie niet wordt verhinderd, vergroot hierdoor de algemene kans dat een bepaald doel wordt bereikt binnen een bepaalde (korte) tijd, omdat vaak innovatie in meerdere aspecten tegelijkertijd nodig is om een nuttig en werkbaar product te bekomen. NAAR DE TOEKOMST Geen octrooibaarheid voor handelsmethoden, wiskundige formules en software-algoritmes Het Europees Parlement heeft, in een zeldzame daad van oppositie tegen de voorstellen van de Europese Commissie, de octrooibaarheid voor handelsmethoden, wiskundige formules en softwarealgoritmes in juli 2005 duidelijk afgewezen, 648 tegen 14. Niettemin reikt het Europees Octrooibureau, tegen haar eigen statuten in, nog steeds patenten voor dergelijke onpatenteerbare “uitvindingen” uit. Dit moet ophouden; en voor de eerder uitgereikte patenten in deze gebieden moet een snelle, effectieve en efficiënte vernietigingsprocedure voorzien worden. Herstel van het “niet voor de hand liggend” criterium 25
James Bessen and Eric Maskin, “Sequential Innovation, Patents, and Imitation”, The Research And Development (RAND) Journal of Economics, volume 40, nummer 4, blz. 611–635, winter 2009
29
De innovatiedrempel (innovativiteitscriterium) om een octrooi te bemachtigen werd de afgelopen decennia steeds lager gelegd, en moet dringend terug omhoog. De metaforische “toevoeging van een klokje” is niet voldoende om van een nieuwe, niet voor de hand liggende innovatie te spreken. Prior art maakt octrooien nietig Als een derde kan bewijzen zelf reeds gebruik te gemaakt te hebben van de door een octrooi beschermde technologie en dat deze technologie niet afkomstig was van de rechthebbende — of van een technologie die er zo goed op lijkt dat het innovatieverschil niet aan de innovatiedrempel van nieuwe, niet voor de hand liggende innovatie voldoet —voor de aanvraag tot octrooi voor het eerst ingediend is, dan moet het octrooi als nietig worden beschouwd. Octrooien dienen technologie in voldoende detail te beschrijven Een belangrijk aspect van octrooien, is dat na afloop van de periode waarin de rechthebbende bescherming geniet, de uitvinding volledig tot het publieke domein behoort. Op dat moment kan en mag iedereen het patent gebruiken om de technologie te reproduceren. Daarbij moet de beschrijving voldoende gedetailleerd zijn zodat het onderzoek errond niet over gedaan moet worden. Indien de informatie ontbreekt die nodig is voor een onderzoeker, met normale scholing in het vakgebied, in staat te stellen de technologie te reproduceren, dan moet het octrooi als nietig worden beschouwd. Europese octrooien: ja, maar met voldoende controle Men moet erop toezien dat onterecht uitgereikte handelsmethode- en softwarepatenten niet via een achterdeur alsnog volledige rechtsbescherming zouden krijgen. Bewijslast van de terechtheid van toegekende octrooien hoort bij de octrooihouder te liggen Dit principe moet van kracht blijven ook nadat een octrooi is uitgereikt.
30
Handels- of bedrijfsgeheimen ANALYSE Voor wie economisch voordeel wil halen uit een uitvinding, productieproces of techniek, is het verwerven van een octrooi niet de enige mogelijkheid. Men kan er ook voor kiezen om de uitvinding geheim te houden. Anderen hebben dan wel wettelijk het recht om van je techniek gebruik te maken, maar dan moeten ze er natuurlijk wel eerst achterkomen. In sommige gevallen kan dat door de techniek te reverse-engineeren, al is dat niet altijd even evident. Een onderneming kan handels- of bedrijfsgeheimen houden, zolang het er in slaagt ze ook effectief geheim te houden. Één van de bekendste bedrijfsgeheimen is de bijna mythische geheime formule van Coca-Cola (al is dat al evenzeer een publiciteits- en marketingstrategie). VISIE Uit de vrijheid van gedachte en van vereniging vloeit ook de vrijheid van geheimhouding van ontdekte methoden, zelfs al worden die met winstoogmerk toegepast. Niemand kan verplicht worden “ontdekkingen” openbaar te maken, zelfs al zou men er (tijdelijk) octrooibescherming voor kunnen krijgen. NAAR DE TOEKOMST Een bedrijfsgeheim houden blijft het recht van een bedrijf. Als het geheim echter uitkomt (ook al gebeurt dit op onwettige wijze, bijvoorbeeld door spionage of door een werknemer die een non-disclosure agreement schendt in deze tijden van Wikileaks) is er geen wettelijk verweer voor die organisatie om het gebruik van het geheim tegen te gaan. Wat betreft Wikileaks: derden die niet aan non-disclosure agreements gebonden zijn en niet onder het beroepsgeheim vallen, hebben het volste recht om “geheimen” die ze te weten zijn gekomen verder te verspreiden. Dit is natuurlijk geen vrijgeleide om dergelijke geheimen op onwettige wijze (spionage, inbraak) te achterhalen.
31
Nog meer diverse regelingen CHIPSRECHT OP DE TOPOGRAFIEËN VAN HALFGELEIDERPRODUCTEN Op de twee- of driedimensionale topografie of lay-out van een geïntegreerd circuit of “chip” geldt specifieke sui generis wetgeving26: de maker heeft het alleenrecht de chip (en chipmakser) te reproduceren. Over de verdere verkoop, en de in- en uitvoer van de chips heeft hij geen controle. Afgeleide, aangepaste lay-outs vallen niet onder het alleenrecht. Het chipsrecht kan automatisch ontstaan voor een duur van 2 jaar na de eerste commerciële exploitatie van de topografie. Indien binnen de 2 jaar een registratie correct wordt aangevraagd, geldt chipsrecht voor een duur van 10 jaar. DATABANKENRECHT In principe rust er geen auteursrecht op de uitdrukkingen van feiten (zoals “Gent is een stad in de provincie Oost-Vlaanderen”). Wie een hele verzameling van feitelijke gegevens of andere zelfstandige elementen, systematisch of methodisch ordent, heeft echter wel recht om te bepalen hoe, waar en wanneer die databank als geheel wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd, op voorwaarde dat de samenstelling en/of het onderhoud van de databank een substantiële investering vergt.27 Het alleenrecht op het kopiëren, verspreiden, tentoonstellen en anderzijds openbaar maken of reproduceren van de databank als geheel duurt 15 jaar in de Europese Unie. De individuele feiten uit de databank blijven elk op zich onbeschermd. KWEKERSRECHT VOOR PLANTEN- EN PADDENSTOELENRASSEN Het kwekersrecht is een sui generis recht dat aan de houder het alleenrecht voor verhandeling van zaad en vermeerderingsmateriaal verleent. Rassen onder kwekersrecht mogen wel door anderen vrij gebruikt worden voor het maken van kruisingen.
Richtlijn 87/54/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1986 betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten 27 Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken 26
32
Kwekersrecht is geen automatisch recht, en wordt verleend voor planten- en paddenstoelenrassen die nieuw zijn, onderscheidbaar van alle algemeen bekend bestaande rassen zijn; uniform zijn; en bestendig zijn. Het kwekersrecht voor een ras geldt voor de duur van 25 jaar voor de meeste gewassen; en voor 30 jaar voor rassen van een aantal specifieke soorten (aardappelen, aardbeien, appelen, peren, pruimen, tulpen, lindes, populieren, wilgen, …). Kwekersrecht kan enkel afgedwongen worden bij bewust gebruik. Bij natuurlijke verwaaiing van zaad van soorten waarop kwekersrecht geldt, of onbewuste vermenging met “gewoon” zaad, moet de rechthebbende van het kwekersrecht niet vergoed worden. En voor de commercialisering van de gewassen die uit deze zaden groeien al helemaal niet.
33
De intellectuele rechten van de overheid ANALYSE Ook in de overheid worden er bergen teksten geschreven, databanken aangelegd en andere intellectuele werken gemaakt. Omwille van de automatische bescherming van het copyright, heeft de overheid dus — zonder het noodzakelijk altijd expliciet te willen — heel wat intellectuele rechten, op werken waar de burgers (misschien) aan de slag mee zouden kunnen. VISIE In beginsel zou de overheid en haar instellingen geen intellectuele rechten op haar werken mogen claimen, of er zo veel mogelijk afstand van moeten doen. De overheid zou haar werken en databanken, in de mate dat ze geen privacy-gevoelige persoonlijke gegevens bevatten, openbaar moeten maken in open formaten, vrij te gebruiken door iedereen. NAAR DE TOEKOMST Een centrale overheidsdienst op federaal en Vlaams niveau om open data initiatieven te coördineren, te stimuleren en de technische know-how op te bouwen Het initiatief i-Vlaanderen is misschien een goede start, maar het mag veel verder gaan.28 Principes die hierbij in acht genomen moeten worden (de verschillende oplijstingen overlappen elkaar):
28
http://wiki.opengovdata.org/index.php/OpenDataPrinciples Overheidsdata moet volledig, primair, tijdig, toegankelijk, machine-verwerkbaar, nietdiscriminerend (voor iedereen zonder dat toelating gevraagd moet worden), non-propriëtair (niet-eigendomsmatig) en vrij van licentie (ongelicenseerd) zijn. http://open-government.us/ Er mogen geen wettelijke barrières zijn die het delen van data verbieden of tegenhouden, geen technologische barrières die het delen van data bemoeilijken; en de vrije concurrentie moet spelen (tussen iedereen die diensten aanbiedt op basis van de overheidsgegevens). http://www.acm.org/public-policy/open-government Overheidsdata moet in formaten en op manieren aangeboden worden die het hergebruik bevorderen; opgeslagen en behouden worden in machine-verwerkbare formaten; toegankelijk zijn voor burgers met fysieke beperkingen; volledige bestanden (of juist gekozen subsets) van de gepubliceerde gegevens moeten gedownload kunnen worden; datasets moet toegankelijk zijn met behulp van gestandaardiseerde methoden (zoals query’s via een API); formaten zouden geen
Zie hierover Peter Dedecker’s open data initiatieven
34
uitvoerbare inhoud (executables) mogen bevatten; de inhoud dient digitaal ondertekend te worden, met attest or garantie van publicatie, bron, aanmaakdatum, authenticiteit en integriteit. http://autonomo.us/2008/07/franklin-street-statement/ http://www.capetowndeclaration.org/ http://www.freegovernment.org/
(Noot: sommige van deze websites zijn niet langer on-line op hun oorspronkelijk internetadres.)
35