Artikel: Europa: supermacht? Auteur: Annemarie van Sandwijk Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 27.3, 49-55. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Annemarie van Sandwijk
Europa: supermacht? Review-artikel
Rob de Wijk, Supermacht Europa; Amsterdam: Mets & Schilt, 2005; gebonden, 224 pagina's; ISBN 90 5330 463 0; Prijs: 22,50 euro.
Na een hausse aan Britse en Amerikaanse boeken waarin Europa wordt verheerlijkt, verschijnt met Supermacht Europa van Rob de Wijk een proEuropees boek van Nederlandse bodem.' Supermacht Europa is, evenals het onlangs verschenen manifest van Karel van Wolferen en Jan Sampiemon,^ zowel geschreven uit weerzin tegen de regering-Bush als uit geloof in het Europese project. Vooral de tweede drijfveer valt te prijzen, gezien de huidige malaisestemming rond de EU.^ Europa staat voor drie uitdagingen, aldus De Wijk: het uit elkaar groeien van Europa en de VS, het internationaal terrorisme en de opkomst van Azië. De Wijk toont zijn expertise in zijn analyse van de geopolitieke visie en de veiligheidsdoctrine van de regering-Bush. Hij benadrukt terecht dat de teloorgang van de Europees-Amerikaanse betrekkingen al voor aanvang van het presidentschap van Bush in 2000 in gang is gezet - een gegeven dat vaak vergeten wordt."^ De Amerikaanse benadering van de internationale betrekkingen, die grosso modo wordt gekenmerkt door realisme (uitgewerkt tot de doctrine van de preemptive strike), hard power, unilateralisme en ondermijning van de internationale rechtsorde, staat volgens De Wijk lijnrecht tegenover de Europese aanpak. De Europese benadering wordt grofweg gekarakteriseerd door idealisme (gebaseerd op coöperatieve veiligheid), soft power, multilateralisme en eerbied voor internationaal recht.5 Het internationale terrorisme is de tweede uitdaging die De Wijk aankaart. Zo geeft hij een lijst van 28 door Europese inlichtingendiensten verijdelde aanslagen.^ Europa is volgens De Wijk onveiliger geworden dan de VS, omdat de Europese geheime diensten onvoldoende gecentraliseerd zijn en slechts mondjesmaat bereid zijn hun inlichtingen te delen. Bovendien verloopt de integratie van moslims in Europa gebrekkig, waardoor het voor moslimextremisten goed toeven is in Europese steden. De derde uitdaging die De Wijk schetst, zijn de Aziatische tijgers, China en India voorop, die in zijn ogen flink grommen. Ter illustratie tekent hij een nieuwe wereldkaart. 'Als we de kaart anders indelen, heeft dat grote consequenties voor ons wereldbeeld. Projecteer 49
de Stille Oceaan in het midden, met rechts op de kaart het Amerikaanse continent en links Azië. Europa is het Verre Westen en de Atlantische Oceaan is in tweeën gesplitst'. Azië vormt volgens De Wijk niet alleen op economisch terrein een bedreiging, maar ook vanwege botsende belangen in het gebied rond de olierijke Kaspische Zee. Anders dan China, Rusland en de VS schittert Europa door afwezigheid in dit geopolitieke machtsspel, terwijl haar afhankelijkheid van externe energiebronnen alleen maar zal toe-nemen. De EU moet de leveringszekerheid van energie niet langer alleen in handelspolitieke maar ook in machtspolitieke termen gaan zien, stelt De Wijk terecht vast. Hij ziet niet het MiddenOosten maar Centraal-Azië als de grote oliebrandhaard in de toekomst. Daarmee maakt hij een interessant punt. Na de diagnose schrijft dokter De Wijk een behandeling voor. Hij stelt dat op lange termijn marginalisatie dreigt als Europa haar economische macht niet in militaire en politieke macht weet om te zetten, een punt dat minister Bot eerder in zijn bekende Hofstadlezing maakte.'' De Wijks finalité of toekomstvisie voor Europa is een samenwerkingsverband van onafhankelijke staten dat op een aantal terreinen zijn krachten bundelt, te weten; de interne markt, de aanpak van grensoverschrijdende problemen met inbegrip van terrorismebestrijding en een gemeenschappelijk buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Het lijkt me onomstreden dat economische integratie voor de open Nederlandse handels- en diensteneconomie essentieel is. Ook de veiligheid van de Nederlandse burger kan uitsluitend door middel van een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid worden gegarandeerd. Op dat terrein kan en moet vooruitgang worden geboekt, aldus De Wijk. Europese veiligheidsdiensten moeten beter samenwerken en meer inlichtingen uitwisselen, ondanks de hardnekkige wens van de lidstaten om op het terrein van veiligheid - het hart van de natiestaat - zo min mogelijke bevoegdheden naar Brussel over te hevelen. Het Europees Veiligheidsen Defensiebeleid (EVDB) en het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) zijn de belangrijkste terreinen waar De Wijk meer gezamenlijke slagkracht wil zien. Hij houdt een uitvoerig pleidooi voor de verbetering van coördinatiemechanismen vanuit Brussel, het integreren van de diverse defensiebureaucratieën en een meer realistische kijk op internationale gevaren zoals terrorisme. Als Europa een geloofwaardige bondgenoot (of een geloofwaardig tegenwicht) van de VS wil zijn, moet Europa eenheid uitstralen. Naar een kakofonisch Europa luistert niemand. Hoewel De Wijk de huidige geopolitieke ontwikkelingen scherp formuleert, zijn zijn conclusies en aanbevelingen minder overtuigend. Dat heeft vooral te maken met de manier waarop hij Amerika en Europa aanvankelijk nadrukkelijk tegen elkaar afzet, maar aan het eind van zijn 27.3
boek concessies doet aan die stelligheid door Europese eendracht als basis voor een nieuw transatlantisch partnerschap te beschouwen. Alsof eerst de eurocentrische De Wijk aan het woord is, maar uiteindelijk de euroatlantische De Wijk het overneemt. De verschillen tussen Europa en Amerika worden aanvankelijk erg dik aangezet. Herhaaldelijk bedient De Wijk zich van clichés zoals: 'Europeanen verwachten van hun leiders dat ze hen met argumenten overtuigen; Amerikanen verwachten leiderschap door middel van een ideologisch gedreven visie, verpakt in soundbites'. Alsof Europeanen niet gevoelig zijn voor argumenten die op onderbuikgevoelens inspelen, en er geen enkele weldenkende Amerikaan bestaat. Ook schrijft hij over de 'Rambo-mentaliteit van de Amerikanen' en 'wapengekletter, het handelsmerk van de Amerikaanse diplomatie' - frases die de nuance van zijn betoog geen goed doen. Om de verschillen tussen Amerika en Europa aan te geven, loopt De Wijk met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van beide continenten. Zo schrijft hij: 'De grens tussen de joods-christelijke traditie en de oosterse orthodoxie, ontstaan na de opdeling van het Romeinse Rijk in 395 na Chr., verklaart de verhitte debatten over de uitbreiding van de Europese Unie met landen die niet tot de 'Europese' cultuur behoren.' De Wijk gaat voorbij aan het feit dat de splitsing van het Romeinse Rijk in 395 van territoriaal-bestuurlijke aard was. Hij loopt op de zaken vooruit door te stellen dat de splitsing van het Romeinse Rijk een voorbode was van het religieuze schisma in 1054.^ Op de volgende bladzijde - we zijn inmiddels 14 eeuwen verder - legt De Wijk uit dat de Amerikaanse 'White Anglo-Saxon Protestant-variant' van de westerse beschaving, ruim 200 jaar geleden door Britse immigranten ontwikkeld, het verschil in politieke cultuur in Amerika en Europa en daarmee de huidige transatlantische verwijdering verklaart.^ De grondleggers van het moderne Amerika maakten volgens De Wijk de laatste fase van de Reformatie en het begin van de Verlichting in Europa nog mee, maar ontwikkelden de ideeën niet verder. Vanaf het begin van de achttiende eeuw werd het Amerikaans protestantisme daardoor in toenemende mate individualistisch en populistisch, steeds minder hiërarchisch, minder intellectueel en meer emotioneel. John Locke en Adam Smith voegden daar nog eigen verantwoordelijkheid en eigenbelang aan toe en voila - de moderne Amerikaanse cultuur, gekarakteriseerd door onder meer protestante waarden, moralisme, arbeidsethos en efficiëntie, was geboren. In Europa liep het een tikje anders. De combinatie van de klassieke en joods-christelijke tradities bepaalde hier het handelen van politieke elites. Europa werd gekenmerkt door democratie, pluralisme, sociale modernisering, wetenschappelijke gerichtheid, vrije markteconomie, nadruk op rechtsorde, individuele vrijheid, religieuze 51
tolerantie en van oorsprong bijbelse waarden zoals mededogen. Behalve deze klassieke en joods-christelijke tradities hebben de Verlichting, de Franse Revolutie en de Industriële Revolutie 'overigens ook sterk bijgedragen aan deze ontwikkelingen', merkt hij op. Maar, 'ondanks reformatie en Verlichting bleven het katholieke paternalisme en het feodalisme sterke invloeden in Europa. Dit resulteerde in een minder individuele samenleving en in de verzorgingsstaat van vandaag de dag': geschiedenis in een wel erg kleine notendop. De Wijk gaat in zijn boek enorm tekeer tegen de missiedrang van de Amerikaanse neoconservatieven. Maar heeft professor De Wijk zelf geen missiedrift met de vorming van zijn supermacht Europa, wanneer hij meent dat de afgelopen vijftig jaar een 'typisch Europese politieke cultuur' is ontstaan, die 'zo diep geworteld', 'van onschatbare waarde' en 'een voorbeeld voor de rest van de wereld' is, maar wel 'heel wat zendingswerk vereist'? Wat De Wijk voor ogen heeft is weliswaar geen religieuze missie, maar toch zeker een beschavingsoffensief. Europa zal meer hard power moeten ontwikkelen om verwezenlijking van het ideaal van soft power kracht bij te kunnen zetten, een standpunt dat De Wijk recent de naam 'machtspolitieke idealist' opleverde.'o Hij vindt dat Europa te ver is doorgeschoten in de zachte aanpak van internationale gevaren. Daarom pleit hij aan het einde van zijn boek voor een middenweg tussen de harde aanpak van de Amerikanen en de zachte aanpak van de Europeanen. Over de vraag hoe zo'n middenweg vorm kan krijgen, schrijft hij weinig substantieels. Bovendien is het ongeloofwaardig dat hij aan het eind van zijn boek plotseling voor die middenweg pleit en heil ziet in een nieuw transatlantisch partnerschap, terwijl hij eerder met stelligheid een verfijnde Europese identiteit bewierookt tegenover de Amerikaanse junglepolitiek. De Wijk verwijt Europese politici geen aansprekende visie op de finalité - het einddoel van Europa - te hebben ontwikkeld, terwijl die in zijn ogen essentieel is om nieuw beleid te kunnen ontwikkelen en te legitimeren. Door het debat over de finalité te vermijden, is Europese integratie een doel op zich is geworden, een autonoom proces en een historische wetmatigheid, aldus De Wijk. Mijns inziens is het openlaten van het eindstation van de Europese integratie juist één van de voorwaarden voor haar succes, gezien het gebrek aan consensus tussen en binnen de lidstaten. Bovendien heeft het recente referendum juist aangetoond dat het benadrukken van het einddoel van de EU - of je nu voor of tegen zo'n 'grondwet' bent - de eurosceptici in de kaart speelde en het proces van kleine stappen vooruit heeft verstoord. Om dan te roepen dat Europa een supermacht moet worden lijkt me onverstandig.
27.3
Hoe overtuig je mensen dan wél dat Nederland niet zonder Europa kan? In de jaren vijftig en daarna stoelde Europese integratie op de gedeelde oorlogservaring: 'behoud van vrede en welvaart' rechtvaardigde het Europese integratieproject. Anno 2005 is er echter al te lang vrede en welvaart in (West-)Europa om de Brusselse invloed te legitimeren. 'Nooit meer oorlog' voldoet niet als je die nooit hebt meegemaakt en leidde evenmin tot een adequaat Europees optreden tijdens de Joegoslavische crises in de jaren negentig. Europese integratie in de eenentwintigste eeuw vraagt dus om een overtuigende en eigentijdse rechtvaardiging. Volgens De Wijk ligt die in de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Hoewel die rechtvaardiging wel aan de tijd is aangepast, vind ik hem niet overtuigend. Ten eerste omdat De Wijk een Europese eenheidsgedachte louter op externe dreigingen baseert: gedeelde weerzin tegen een roekeloos en ontrouw Amerika en angst voor het gele gevaar en AlQaida moeten Europa van eenheid en zelfvertrouwen voorzien. Is een op zichzelf vertrouwend Europa waaraan een intrinsieke waarde ten grondslag ligt op lange termijn niet overtuigender? i' Ten tweede doet De Wijk in zijn pleidooi zelf precies wat hij Europese politici verwijt: hij drukt elke discussie de kop in door Europese integratie als iets onontkoombaars te zien. Zijn betoog is nogal onheilspellend: Europa móét vooruit, anders worden we het economisch slecht presterende, energie-afhankelijke en onveilige 'Verre Westen' waar niemand naar luistert. Zijn stellingen dat 'de uitdagingen van de huidige tijd en het proces van integratie zelf wijzen in de richting van een Europese supermacht' en dat het '"project Europa" bepalend voor de loop van de wereldgeschiedenis [is]', lopen over van finalisme en zijn moeilijk verenigbaar met zijn eerdere verwijt aan Europese politici dat ze Europa als een autonoom proces en een historische wetmatigheid beschouwen. Supermacht Europa - dat overigens zeer slecht geredigeerd is^^ - is enerzijds ambitieus, idealistisch en ook moedig, omdat De Wijk tegen de eurosceptische stroom in schrijft. Anderzijds is zijn pleidooi onrealistisch (dat geeft hij trouwens ook zelf toe!) en niet overtuigend. Vooral het feit dat zijn Jinalité voor Europa zowel eurocentristische als euroatlantische trekken heeft, doet afbreuk aan de overtuigingskracht. Zijn pleidooi voor Europese eenheid als basis voor een nieuw transatlantisch partnerschap is op zichzelf een honorabel standpunt, maar valt moeilijk te rijmen met zijn eerdere uitspraken over het hegemonistische 'Rambo-achtige' Amerika. Supermacht Europa is een cocktail met van alles en nog wat erin. Laten we de overtuigende ingrediënten eruit halen.
53
Noten 1. Eerdere pro-Europa boeken zijn bijvoorbeeld The breaking of nations. Order and chaos in the twenty-first century (2003) van Robert Cooper, The European dream. How Europe's vision of the future is quietly eclipsing the American dream (2004) van Jeremy Rifkin en het dit jaar verschenen Why Europe will run the 21st century van Mark Leonard. 2. Karel van Wolferen en Jan Sampiemon, Een keerpunt in de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 2005). 3. Rob de Wijk is hoogleraar strategische studies aan de Universiteit Leiden en hoogleraar internationale betrekkingen aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Daarnaast is hij directeur van het centrum voor strategische studies en hoofd van het veiligheids- en conflictprogramma van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael en een veelgeziene televisiecommentator. 4. De Wijk stelt dat de war on terror feitelijk al in 1998 begon toen Ai-Qaida de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania bombardeerde. Sindsdien richtten de VS zich (nog) minder op de Europese veiligheid, omdat niet langer Europa maar de verwijdering van Saddam Hussein een strategische prioriteit was. Nóg eerder, in 1992, werkte de latere vice-president Dick Cheney al aan een nieuwe Defense Planning Guidance voor Amerika, waarin een te sterke EU een potentiële rivaal werd genoemd. Om dat te voorkomen moesten de lidstaten tegen elkaar worden uitgespeeld via een klassieke verdeel- en heerspolitiek.
5. De Wijk schrijft in de geest van Robert Kagan, die in zijn boek Of paradise and power (2003) het in het internationale recht gelovende Europa tegenover het in militaire termen denkende Amerika plaatste (Kant versus Hobbes).
6. In Nederland waren er plannen aanslagen te plegen op de kerncentrale in Borssele, het ministerie van Defensie, het hoofdkwartier van de AIVD, Schiphol en de Tweede Kamer. Elders in Europa wilden terroristen onder meer op kerstavond 1994 een vliegtuig in de Eiffeitoren laten crashen, de waterieiding van Rome met cyanide vergiftigen (februari 2002), aanslagen plegen op het WK en EK voetbal in respectievelijk Frankrijk en Portugal (2002 en 2004) en een aanslag plegen op de HSL-tunnel in Antwerpen (2004). Het is overigens jammer dat De Wjk niets vermeldt over de manier waarop hij deze lijst heeft samengesteld.
7.Zie:http://wv™.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=BCBC637D2BD04F52A792D072139CB0A7X3X6101 2X23
8. Met dank aan prof.dr. F.J.A.M. Meijer.
9. Dit idee valt overigens na te lezen in Jeremy Rikfins boek. Zie ook: Mare Leijendekker, 'Jeremy Rikfn: Europa moet durven geloven in zijn eigen droom', NRC Handelsblad, 12-03-2005. De Wjk verwijst in de betreffende passages niet naar Rifkin.
10. Eenzelfde visie leverde Robert Cooper, één van de architecten van het GBVB, de bijnaam 'agressieve duif op, wat veelzeggend is over de originaliteit van De Wjks betoog. Het zou opnieuw netjes zijn geweest wanneer De Wjk in deze passages aan Cooper had gerefereerd. 11. Ik geef meteen toe dat een pleidooi voor de intrinsieke waarde van Europa op het moment misschien
27.3
verspilde moeite is omdat het geloof in eigen kracht ver te zoeken is in Europa. Desalniettemin zou ik inzetten op het feit dat oorlog binnen de EU ondenkbaar is geworden, het Europese BNP het Amerikaanse evenaart, de EU de grootse exporteur en omvangrijkste interne markt ter wereld is, Europa gemeenschappelijke waarden als vrijheid, democratie, gelijkheid, solidariteit, diversiteit, duurzaamheid, respect voor mensenrechten en internationaal recht deelt en de belichaming van multilateralisme is.
12. Er staan tientallen typefouten en slordigheden in. Zo wordt de VS een inwonertal van 240 miljoen toegekend in plaats van 280 miljoen.
55