OCMW Bredene
Jaarverslag
2014
CIJFERS & LETTERS
over sterk zijn in wel_zijn
inhoud Woordje vooraf
05
Missie en visie
06
Samenwerkingsverbanden
08
Sociale dienstverlening
09
Ouderenzorg
24
Interne organisatie
33
De raad voor maatschappelijk welzijn
45
OCMW financiën in 2014 49
Jan Eerebout
Jacques Deroo
woordje vooraf Alweer tijd om terug te blikken… Na het plannen maken in ‘13 werd 2014 vooral een jaar van actie. De doelstellingen uit het meerjarenplan effectief opnemen en ontplooien. Hard werken zoals het echte West-Vlamingen toegekend wordt. Opnieuw zorgde de beleidsploeg er samen met zijn administratie voor dat een aantal keien in de rivier konden verlegd worden. Perspectieven bieden voor kinderen en kwetsbare gezinnen in onze gemeente, ondernemers in moeilijkheden de hulpverlening leren kennen waar ze recht op hebben, investeren in ouderen en hun zorgvragen, de vinger aan de pols houden bij wat goed is voor het motiveren van medewerkers. Telkens interessante en relevante oefeningen die ingefluisterd worden door de maatschappelijke realiteit, maar tegelijk afgetekend worden tegen een gezond financieel beleid. 2014 was een jaar van ontwikkelen en bijsturen. Wat goed loopt houden. Wat minder was, aanpakken. Dat de druk op lokale besturen steeds groter wordt, ondervinden we dagelijks. Dit mag ons echter niet verlammen om lokaal kwaliteitsvolle sociale dienstverlening te blijven voorzien. Want net dat plaatselijke en ingeburgerde karakter zorgt voor een toegankelijk, open en efficiënt sociaal beleid. Het Sociaal Huis is ondertussen goed ingeburgerd in de gemeente. Het is goed dat men de weg ernaartoe gevonden heeft, maar we kunnen uiteraard niet te enthousiast zijn als we zien dat steeds meer mensen moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Het is goed dat we er zijn met een vangnet, maar het is des te belangrijk om ook een preventieve en proactieve rol op te nemen om burgers te informeren en bij te staan nog voor er effectieve problemen de kop op steken. Ook na een hulpverleningstraject willen we er nog zijn om cliënten te ondersteunen in het terug zelf in handen nemen van hun leven. Het OCMW Bredene blijft immers gaan voor een sterke inzet op welzijn voor iedereen. Fiets even door dit jaaroverzicht en je zal merken dat we ons ook in 2014 in alle stilte sterk maken hierin.
Jan Eerebout Jacques Deroo OCMW-secretaris OCMW-voorzitter
5
onze missie Het OCMW Bredene: Sterk in Wel_zijn Als lokaal bestuur organiseert het OCMW binnen haar wettelijk kader hulp-, dienst- en zorgverlening voor iedereen die in Bredene woont, met bijzondere aandacht voor mensen met minder welzijnskansen. Elke inwoner moet concreet in staat gesteld worden om een leven te leiden dat aan de menselijke waardigheid beantwoordt. Het OCMW Bredene moet met dat doel voor ogen zorgen
voor een maatschappelijke dienstverlening die de sociale basisrechten (gezondheid, huisvesting, werk, inkomen, enz.) opneemt en zorgt voor een bewaking hiervan binnen een lokaal sociaal beleid. We vertrekken hierbij vanuit een open kijk op de samenleving waarbij we aandacht hebben voor de korte en lange termijneffecten. We spelen accuraat in op nieuwe evoluties en uitdagingen.
6
onze visie Door een doelmatige inzet van middelen en een transparante manier van handelen wil het OCMW Bredene in samenwerking met de gemeente het welzijn van de Bredense bevolking verhogen door een dienstenpakket uit te werken op maat van gezinnen, senioren, allochtonen, personen met een fysieke of mentale beperking, kinderen en jongeren. Personen en gezinnen die zich door ziekte, handicap, leeftijd, taalbarrières, schuldenoverlast, enz. moeilijk kunnen redden in de maatschappij, kunnen zich mede door de inspanningen van het lokaal bestuur toch emanciperen en integreren in het maatschappelijk leven. Het beoogde welzijnsbeleid richt zich echter tot alle inwoners van de gemeente en wil op een geïntegreerde en professionele doch laagdrempelige wijze de noden met betrekking tot sociaal en maatschappelijk werk bewaken. Dit gaat voor het OCMW Bredene steeds gepaard met een continue afstemming op nieuwe en evoluerende noden en behoeften van de bevolking. Het OCMW wenst een open en gastvrij sociaal huis te vertegenwoordigen waarbij het OCMW zich ook weet te profileren als een aantrekkelijke werkgever waarbij de kwaliteiten van de medewerkers centraal staan in optimale werkomstandigheden.
7
samenwerkingsverbanden • Kringwinkel Kust vzw
• Rode kruis Bredene
• VDAB
• Vakantieparticipatie Vlaanderen
• Sociaal Verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende
• Vlaamse Zorgkas
• PWA Bredene
• Dienst studietoelagen Vlaamse Overheid
• VMSW = Vlaamse Maatschappij voor Sociaal wonen
• Provincie West-Vlaanderen
• VZW huurpunt.
• SEL Veurne-Oostende
• Provinciaal overleg SVK’s regio’s west- en oostkust
• Vzw Duinenwacht
• CAW Middenkust Prometheus
• Curieus Bredene/Samen Sterker
• Antoon Coucke Advocatenkantoor
• Dienst Ondersteuningsplan (DOP)
• POD MI Voedselbedeling (vroegere BIRB)
• Sociaal Huis Oostende
• Diensten voor gezins- en bejaardenhulp
• Wit-Gele Kruis West- Vlaanderen
• BOD dienstenbedrijf
• CKG Kapoentje
• Eandis
• Thuiszorg 2.0-regio Oostende (Thuisverzorging in
• Huurdersbond West-Vlaanderen
Solidariteit vzw en vzw Thuiszorg Bond Moyson
• Fedasil
West-Vlaanderen)
• RVA Oostende
8
sociale dienstverlening Enkele feiten
contact gebracht met EFREM vzw teneinde hun problemen van welke aard ook mee te helpen aanpakken. Dit gebeurde in de meeste gevallen in nauwe en blijvende samenwerking met het OCMW. EFREM kon 6 nieuwe begeleidingen opstarten van mensen die in Bredene gedomicilieerd zijn.
Aan de hand van dit jaaroverzicht trachten we opnieuw in te zoomen op een aantal nieuwigheden en bijzondere accenten binnen de werking van de sociale dienst. Naast de bestendiging en verdere professionalisering van de reguliere werking en wettelijke opdrachten werden opnieuw, in navolging van de engagementen geformuleerd in het meerjarenplan, nieuwe dienstverlening en projecten aangeboord. Want stilstaan is immers achteruitgaan, niet?
De samenwerking werd voor de volledige duur van de legislatuur bestendigd bij wijze van een jaarlijkse werkingsbijdrage aan DYZO vzw (voorheen EFREM).
kids@OCMWbredene
Zelfstandigen kunnen het niet altijd zelf
In 2014 werd er resoluut ingezet op het creëren van kansen voor kinderen en jongeren gekoppeld aan hulpverlening voor kwetsbare gezinnen. Voor de allerkleinsten werd de pamperbank verder uitgebreid. In 2013 startte het OCMW in samenwerking met Curieus Bredene en Samen Sterker de pamperbank op voor wat betreft de inzameling van luiers. Begin 2014 kon na zes maanden inzamelen al effectief met de verkoop worden gestart. De verschillende inzamelpunten lijken goed ingeburgerd in de gemeente en zorgen voor een constante aanvoer van pampers. Aanvullend wordt de opbrengst van de verkoop van de pamperbanksteunkaarten goed besteed door de aankoop van nieuwe pampers om zo de pakketten aan te vullen waar nodig teneinde pampers te kunnen aanbieden voor verschillende leeftijden. Over de periode van 5 maart 2014 tot en met 31 december 2014 werden 117 pamperpakketten ‘verkocht’ aan kwetsbare gezinnen.
Vanuit de vaststelling van de noden op het terrein gesignaleerd door de maatschappelijk werkers, gekoppeld aan het feit dat 13 à 15 % van de actieve bevolking op zelfstandige basis werkt, bleek het interessant om actief in te zetten op hulpverlening aan zelfstandigen. Bij deze doelgroep is er vaak ook heel wat onrust en verborgen problematiek aanwezig. Toch zijn er verschillende hulpmaatregelen voor zelfstandigen in moeilijkheden voorhanden, maar bereiken deze de doelgroep niet of missen hun doel. Het OCMW startte begin 2014 een samenwerkingsverband op met EFREM vzw, ondertussen gewijzigd in DYZO vzw naar aanleiding van een fusie met Tussenstap vzw. De samenwerking omvat het formuleren van een duidelijk hulpverleningsaanbod op gemeentelijk niveau naar ondernemers toe. De drempel voor ondernemers om aan te kloppen bij het OCMW is hoog en ze hebben tegelijk ook weinig verwachtingen er naartoe. Enkel in uiterste nood en crisis kloppen ze bij het OCMW aan.
Eind december 2013 werd door de Staatssecretaris voor maatschappelijke integratie en armoedebestrijding een projectoproep gelanceerd om OCMW’s en verenigingen er toe aan te zetten om op een proactieve manier kinderarmoede te bestrijden en het welzijn van kinderen te bevorderen. Het OCMW Bredene diende begin januari 2014 effectief een project in en ontving hiervoor aansluitend subsidies.
Door het creëren van een samenwerking met EFREM vzw (DYZO vzw) zijn we nu in staat om sneller en dichter bij de problematieken van ondernemers te komen. De maatschappelijk werkers kunnen terug vallen op de kennis binnen de partner EFREM vzw en krijgen de mogelijkheid om hun knowhow en inschatting van de problematiek bij ondernemers te ontwikkelen. Anderzijds creëert EFREM zelf ook nauwere banden met de instanties die in staat zijn om bepaalde hulpverlening aan te bieden, zoals bv. leefloon, huisvesting, budgetbeheer, enz. In 2014 werden 7 hulpvragende zelfstandigen in
In 2012 kende Bredene een stijging van 1,1 % van gezinnen in armoede ten opzichte van 2011, dit betekende een stijging van 5 % ten opzichte van 2003. Ongeveer 584 huishoudens leven in Bredene in armoede. Hiervan heeft 45 % kinderen en is 15,4 % alleenstaande ouder. 9
Het feit dat kinderen in armoede worden geboren, zorgt ervoor dat deze kinderen al van in de kinderjaren kansen missen om aan hun situatie te ontsnappen. Het project ‘De Sociale Springplank: gemeentelijk kinderforum’ kon van start gaan op 1 mei 2014. Er is een focus op 2 pijlers, nl. • individuele aanpak: oprichting van een meldpunt waarbij alle actoren actief binnen de gemeente rond en met kinderen gesensibiliseerd worden om probleemen risicosituaties met en voor kinderen te signaleren • collectieve aanpak: ontwikkelen van een gemeentelijk overlegplatform/kennisplatform voor jeugdwelzijn De doelgroep bestaat uit kinderen van 0 tot 12 jaar met een bijzondere aandacht voor de subgroep 0 tot 5 jaar. Sinds de start van het project zijn 24 meldingen binnengekomen via het meldpunt, waarvan 20 gezinnen nog niet op de diensten van het OCMW gekend waren. Zowel de scholen als Kind en Gezin zorgden voor het grootste aandeel van deze meldingen. Maar ook andere actoren werden bezocht en gesensibiliseerd om het meldpunt te benutten. De projectcoördinator binnen het OCMW kon 5 gezinnen effectief stimuleren om te starten met schuldbemiddeling via het OCMW. Ook de dienstverlening van de pamperbank, het sociaal verhuurkantoor, het verkennen van de rechten voor bepaalde tussenkomsten (verminderd tarief K&G, socio-culturele participatie) enz. kon via dit project aangeleverd worden aan de aangemelde gezinnen. Daarnaast werd actief ingezet op het bezoeken van scholen en het aanbod rond ondersteuning bij het indienen van een aanvraag voor studietoelage te promoten. Zo werden op die manier alleen al 30 aanvragen studietoelagen gerealiseerd door actieve administratieve ondersteuning van de ouders in de scholen. Opvallend is dat een aantal gezinnen op regelmatige basis blijft langskomen in het Sociaal Huis voor verdere hulpverlening en opvolging. Een bewijs dat het project wel degelijk iets in beweging kon zetten en dit op vrij korte termijn. 10
voor dak- en thuislozen. Zo wordt er voortaan gewerkt met bepaling van welk OCMW in de buurt bevoegd is voor de cliënt die zich komt aanmelden voor overnachting en is er een financiële bijdrage voor die cliënten verschuldigd. Zonder bijdrage in de lasten door de OCMW’s van de buurgemeenten weegt deze nachtopvang zwaar door bij het OCMW Oostende. Dit terwijl bijvoorbeeld in de winter 2013-2014 5 cliënten afkomstig uit Bredene in totaal 157 nachten verbleven in de nachtopvang.
In het kader van het project werd ook aangesloten bij een bestaand forum, nl. jeugdoverleg Bredene (JOB). In de gemeente Bredene was er reeds overleg voorzien met de diverse diensten werkzaam rond kinderen (scholen, kinderopvang, bibliotheek, sportdienst, dienst cultuur, privé initiatieven kinderopvang, jeugdopbouwwerk, enz.). De projectcoördinator sloot aan bij deze overlegmomenten om het project en het meldpunt te agenderen. In het najaar 2014 werd voor kwetsbare gezinnen in Bredene ook nagedacht over gezinsondersteunende initiatieven. CKG ’t Kapoentje kon hierin een mooie bijdrage leveren. Het CKG was vragende partij om ook in Bredene gezinsondersteuning aan te bieden in samenwerking met de andere partners op het grondgebied. Zo kon er een continu aanbod van preventieve opvoedingshulp (012 jaar) gerealiseerd worden, waarbij het OCMW bij CKG terecht kon met gezinnen die mobiele begeleiding aan huis konden gebruiken. Daarnaast bood het OCMW en de gemeente de nodige logistieke ondersteuning voor de organisatie van zgn. STOP 4-7 trainingsprogramma voor jonge kinderen tussen 4 en 7 jaar die moeilijk en/of antisociaal gedrag stellen. Het initiatief richt zich zowel naar de kinderen, de ouders als de leerkrachten die met moeilijk en/of antisociaal gedrag geconfronteerd worden.
In eigen beheer Binnen de dienst schuldbemiddeling werd verder ingezet op de afbouw van de begeleiding en het bieden van kwaliteitsvolle nazorg. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het stimuleren of opnieuw creëren van de zelfstandigheid bij de cliënt. Deze trend zette zich reeds in eind 2013 in het kader van een steeds stijgende dossierlast. Door ook actief in te zetten op nazorg wordt getracht de balans tussen het in-en uitstromen van dossiers in evenwicht te houden. De nazorg blijkt in veel gevallen een erg intensief proces waarbij cliënten stappen moeten zetten om opnieuw zelf verantwoordelijk en verantwoord om te springen met de inkomsten en uitgaven. In 2014 maakte het OCMW Bredene ook de keuze om zich bij de arbeidsrechtbank kenbaar te maken als collectieve schuldbemiddelaar. Zo kan het OCMW in dossiers collectieve schuldbemiddeling nu zelf fungeren als schuldbemiddelaar. In deze is er een samenwerkingsverband met een plaatselijke jurist. Deze centralisatie zorgt voor een positieve insteek naar de cliënten. Hun dossier wordt dicht bij huis en door dezelfde maatschappelijk werker behandeld in overleg en met ondersteuning van de jurist.
Ik sport, jij toch ook? Ook op het vlak van kansen rond sociale participatie en vrije tijd konden we in 2014 rekenen op een subsidie via de gemeentelijke sportdienst die in het kader van BLOSO- subsidies diende in te zetten op kansengroepen. Zo konden we gebruik maken van een subsidie van € 2.000 en kreeg de sociale dienst ook zwemkaarten aangeboden. De subsidie en de zwemkaarten zorgden ervoor dat heel wat cliënten ondersteund konden worden en in staat waren om zelf of hun kinderen te laten participeren aan sportclubs, evenementen op school, sportkampen, enz. In 2014 werden 73 20-beurtenkaarten voor het Bredense zwembad verdeeld.
Nieuwe partner sociaal verhuurkantoor Het sociaal verhuurkantoor Koepel Bredene-Oostende bouwde verder aan de uitbreiding van het patrimonium binnen de gemeente Bredene en Oostende. In juli 2014 gebeurde een bestuurswissel voor wat betreft deelgenoot Oostende. Zo trad OCMW Oostende uit en werd Stad Oostende nieuwe deelgenoot. Dit zorgde voor een herschikking van de taken, waarbij deelgenoot Bredene voortaan het secretariaat zou verzorgen voor de vereniging.
Solidariteitsprincipe Op vraag van het OCMW Oostende werd met de buurgemeenten een samenwerkingsprotocol opgemaakt in het kader van het gebruik van nachtopvang georganiseerd 11
‘Wat wil je worden, vroeg de juf, ‘t was in de derde klas ik keek haar aan en wist het niet ‘k dacht dat ik al iets was.’ Toon Hermans
12
enkele cijfers 20.250 bezoekers werden ontvangen
15 cliënten
ontvingen equivalent leefloon. Een stabiel cijfer ten opzichte van 2013 (13).
in het sociaal huis Bredene
Alleenstaanden vormen nog steeds de grootste
Leefloon en equivalent leefloon
groep onder de leefloongerechtigden
161 dossiers werd leefloon toegekend. Dit is een stijging ten opzicht van 2013 (145). Er is vooral een stijging vast te stellen bij de leefloners van vreemde origine. Dit kan verklaard worden door een lagere turnover binnen deze groep. Dergelijke dossiers vergen een langere doorlooptijd en minder stopzettingen omwille van het feit dat de betrokkenen vaak eerst nog de Nederlandse taal dienen aan te leren vooraleer er kan gewerkt worden rond tewerkstelling of het volgen van een beroepsopleiding.
13
Arbeid en activering
Participatie en sociale activering
26 cliënten kregen een tewerkstelling art.60§7 aangeboden om hen in staat te stellen hun sociale zekerheidsrechten te herstellen. 5 van hen waren jonger dan 25 jaar.
€ 5.638 voor socioculturele participatie mochten we als subsidie van de overheid ontvangen. 268
individuele tussenkomsten werden toegekend voor een totaal van € 6.408,76.
11 van hen gingen aan de slag binnen diensten van het
€ 3.557 werd extra gesubsidieerd door de overheid specifiek voor kinderarmoede en integratie van kansarme kinderen.
OCMW zelf (keuken, schoonmaak, technische dienst)
15 cliënten werden door het OCMW als werknemers ter beschikking gesteld aan het sociaal economie initiatief (SEI) vzw Kringloopcentrum Kust en Oxfam. Voornoemd project wordt betoelaagd door de federale overheid in het kader van het Lenteprogramma. Dit is een actieplan ter bestrijding van armoede en voor sociale huisvesting via structurele maatregelen.
Dit resulteerde in individuele tussenkomsten voor 59 dossiers schoolondersteuning 16 dossiers paramedische ondersteuning 2 dossiers psychologische ondersteuning voor een totaal van € 3.383,62
1 cliënt doorliep een beroepsverkennende stage in de
De overheidssubsidie werd net zoals in 2012 en 2013 overschreden. Door de ontvangst van een subsidie van de gemeente ten bedrage van € 2.000 (BLOSO subsidie te verantwoorden door inzet op kansengroepen) kon de ondersteuning van socio-culturele initiatieven aangehouden worden en de ontplooiingskansen van onze cliënten op sociaal en cultureel vlak bevorderen. We zien een duidelijke stijging in het aantal tussenkomsten voor activiteiten ten opzichte van 2013 (205 individuele tussenkomsten). Dit wordt verklaard door het feit dat de scholen zeer diverse activiteiten organiseren en hiervoor telkens individuele tussenkomsten door het OCMW worden voorzien.
kringwinkel in samenwerking met de VDAB als voortraject op een art. 60§7 tewerkstelling om hun integratie op de reguliere arbeidsmarkt te verhogen.
Doorstromingen 6 personen zijn op heden werkzoekende en ontvangen stempelgeld via RVA 3 personen volgden een beroepsopleiding via de VDAB 3 personen konden aan de slag op de reguliere arbeidsmarkt 4 personen doorliepen het traject niet volledig door het feit dat bv. het contract vroegtijdig werd stopgezet. Van deze 4 personen kreeg er 1 uiteindelijk opnieuw leefloon.
Tussenkomsten 4 personen ontvingen tussenkomst in de mutualiteitsbijdragen voor een totaal bedrag van € 11.184,25 verhaalbare steun. Dit hoge bedrag wordt o.a. veroorzaakt door de regularisatie van de mutualiteitsbijdragen van een zelfstandige.
€ 8.109,24 werd uitbetaald voor tussenkomst medicatie voor 11 cliënten.
56
gezinnen ontvingen een eindejaartoelage voor een totaalbedrag van € 7.822,80. 14
Voorschotten
De federale overheid betaalde hiervoor aan het OCMW Bredene een toelage van € 250 uit.
4 personen genoten van voorschotten op hun pensioen
Mazouttoelagen
voor een totaalbedrag van € 5.479,74.
88 stookolietoelagen werden uitbetaald. Ten opzicht van voorgaande jaren is dit een merkbare daling van het aantal toelagen (2011: 108, 2012: 98, 2013: 124). Deze daling kan geduid worden door het feit dat heel wat vroegere aanvragers ondertussen kozen voor een andere verwarmingsbron, zoals bv. aardgas. Het betreft immers een oudere populatie van hulpvragers die de rompslomp bij het gebruik van mazout willen vermijden en kiezen voor een andere warmtebron.
5 cliënten ontvingen een voorschot in afwachting
van hun werkloosheidsuitkering en dit voor een totaalbedrag van € 3.521,24.
In afwachting van de uitbetaling van een vervangingsinkomen door de mutualiteit ontvingen 3 gezinnen een voorschot voor een totale som van € 1.722,27.
5 gezinnen werden geholpen met een voorschot op de kinderbijslag ten bedrage van € 7.294,51.
Bankgaranties 18 gezinnen
werden geholpen door de bankgarantie-formule. De bankgarantie wordt o.a. verleend aan cliënten die steun ontvangen en een nieuwe woongelegenheid hebben gevonden. Het betreft hier verhaalbare steun zodat de betrokkenen na verloop van tijd over een eigen waarborg beschikken.
15
Andere financiële tussenkomsten
Hulp in natura
€ 25.193,09 aan verhaalbare financiële steun werd verleend aan 68 personen. Ondanks de stijging in
150 kinderen ontvingen een speelgoedwaardebon van sinterklaas ter waarde van € 30. Deze kon worden ingewisseld in een plaatselijke speelgoedwinkel te Bredene.
het aantal toekenningen (2013: 65; 2012:47) merken we in 2014 een daling van het toegekende totaalbedrag ten opzichte van 2013 (€ 39.795,70) en zelfs ten opzichte van 2012 (€ 29.571,58). De sterke stijging werd in 2013 verklaard door een aantal dossiers met een zware medische problematiek en dito kosten. Het steuncijfer mocht in 2014 opnieuw wat stabiliseren met een daling in de uitgaven tot gevolg. Toch blijft het OCMW geconfronteerd worden met een toename aan hulpvragen bij het dragen van medische kosten.
Gemiddeld 46 gezinnen werden geholpen met voedselpakketten gesteund door het FEAD (Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, vroeger BIRB). Dit is opnieuw een daling ten opzichte van 2012 en 2013 waar we respectievelijk gemiddeld 91 en 50 gezinnen bedienden. Cliënten met dergelijke noden worden ook vaak geholpen door het aanbieden van steun in maaltijdcheques. De voedingsmiddelen die aangeboden worden via het FEAD zijn eerder basis van aard en met een lange houdbaarheid (rijst, spaghetti, melk, soep in blik; olie, tomaten in blik, enz.). Deze pakketten worden ook echt gezien als noodoplossingen. De daling in het moeten aanbieden van voedselpakketten wordt deels verklaard uit het kunnen aanbieden van maaltijdcheques aan dergelijke gezinnen of het kunnen doorverwijzen naar voedselbanken in de omliggende gemeenten, bv. Oostende.
€ 19.267,14 werd reeds aan onze diensten terug-
betaald. Deze vorm van dienstverlening bevat diverse verhaalbare tussenkomsten door het OCMW (bril, medicatie, ziekenhuis, mutualiteitsbijdragen…) Deze tussenkomsten dienen te worden terugbetaald door de cliënten rekening houdend met hun financiële draagkracht.
16
Schuldbemiddeling Gemiddeld 225 gezinnen werden in 2014 begeleid door het OCMW Bredene in het kader van budget. MAAND 2014
NIEUWE AANVRAGEN
TOTAAL AANTAL DOSSIERS
Januari
14
220
Februari
11
220
Maart
8
224
April
11
220
Mei
5
227
Juni
2
230
Juli
3
227
Augustus
8
219
September
20
235
4
Oktober
12
227
28
November
9
228
45
December
7
231
36
Gemiddeld 9
AANTAL COLLECTIEVE
nieuwe aanvragers werden maandelijks geregistreerd. zich vanaf september 2014 zelf op als collectieve schuldbemiddelaar bij de arbeidsrechtbank. Dit resulteerde in de toekenning van de dossiers collectieve schuldbemiddeling waarvan de aanvragers ook in begeleiding zijn bij het OCMW Bredene. Dit zorgt voor een totale dienstverlening aan deze betrokken cliënten. Het OCMW werkt hiervoor ook samen met een jurist voor de nodige juridische ondersteuning en opvolging.
Ten opzichte van 2012 en 2013 waar er gemiddeld nog 242 en 231 gezinnen begeleid werden, kan een daling vastgesteld worden. Deze verklaart zich in de stopzetting van een aantal langlopende begeleidingen vanuit de dossiers collectieve schuldbemiddeling. Een aantal dossiers konden schuldenvrij verklaard worden na het verlopen van de wettelijke termijn. Door de stopzetting van de samenwerking met het OCMW Brugge voor wat betreft de dossiers collectieve schuldbemiddeling in 2013, stelde het OCMW Bredene 17
- Organisatiewaarden -
respect De relatie met onze cliënten is gebaseerd op wederzijds respect zonder onderscheid op basis van religie, overtuiging, nationaliteit, herkomst, geslacht of huidskleur. Het OCMW Bredene vertrekt vanuit wederzijdse rechten maar zeker ook plichten en verantwoordelijkheden. We benaderen onze cliënten met respect en begrip.
18
Ook in 2014 lag de focus binnen de cluster schuldbemiddeling op budgetbegeleidingen, eerder dan op budgetbeheer om de autonomie en weerbaarheid van cliënten in het beheren van hun financiële middelen te verhogen en hen op lange termijn schuldenvrij te houden. Er werd zwaar ingezet op de afbouw van dossiers door te werken aan de zelfstandigheid van de hulpvragers en hen onderbouwde nazorg aan te bieden.
Lokaal opvanginitiatief (loi) 68 % is de bezettingsgraad op jaarbasis van de 15 plaatsen beschikbaar in de LOI’s.
19
2 personen kozen ervoor om hun leven verder te zetten in de illegaliteit.
Dit staat voor 3.756 dagen bezetting en betekent opnieuw een daling ten opzichte van 2013 van 8 %. Ook in 2013 kende het LOI een daling van 23 % ten opzichte van het bezettingspercentage in 2012. In 2014 was het lokaal opvanginitiatief geen enkele maand volledig bezet. Vooral de eerste helft van het jaar vertoonde een zeer lage bezettingsgraad. Vanaf augustus is er terug een stijgende tendens van het aantal bezette dagen waar te nemen. Het jaar kon worden afgesloten met een bezetting van 93 % van het aantal beschikbare plaatsen. Ondanks de kentering midden 2014 waarbij opnieuw meer toewijzingen aan het LOI gebeurden, werd door Fedasil eind 2014 bekend gemaakt dat het LOI zoals het op vandaag bestaat in Bredene, nl. een collectieve opvangvorm, zal stopgezet worden midden 2015. Er is dus een duidelijk gewijzigd asielbeleid vanuit de Federale Overheid. Door hervormingen en nieuwe prioriteiten zijn o.a. de procedureregels strenger geworden. Er wordt meer ingezet op de zgn. herhuisvesting van vluchtelingen via individuele opvangplaatsen voor maximale en langdurige integratie. Gezinnen worden vaak al in het thuisland geselecteerd op basis van hun kans om in België een erkenning te krijgen. Dit beleid vertaalt zich in minder toewijzingen en een afbouw van het aantal lokale collectieve opvangvoorzieningen.
Energiearmoede 244 dossiers werden door de Lokale adviescommissie
gas- elektriciteit (181) en water (63) (LAC) behandeld. Dit is een duidelijke stijging ten opzichte van 2013 waar er 171 dossiers werden behandeld. Dit illustreert dat steeds meer gezinnen moeilijkheden ervaren voor het beheer en betaling van hun basisvoorzieningen zoals elektriciteit en water.
3.191 maal werd het oplaadpunt in OCMW Bredene gebruikt ten bedrage van € 161.124. Dit is een lichte daling in vergelijking met het jaar 2013 waar 3.260 keer werd opgeladen. Toch blijft de budgetmeter een belangrijke dienstverlening.
In 2014 was het LOI gekenmerkt door een hoog percentage aan verloop waarbij ook een variëteit aan nationaliteiten werd vastgesteld.
13 % van de opgevangen asielzoekers is gevlucht uit Soedan. Gevolgd door Afghanistan, Irak, Syrië en Palestina goed voor elk 9 %. Overige landen zijn Pakistan, Kameroen, Somalië, Guinea, Togo, Turkije, Burundi, Mauritanië, Djibouti, Ethiopië, Congo en Georgië.
2.115 maal werd de budgetmeter in het OCMW Bredene gebruikt voor elektriciteit en 1.076 maal voor gas. 35 gezinnen
werden door Eandis doorverwezen naar onze diensten in het kader van minimale levering aardgas. 13 gezinnen konden na een huisbezoek aanspraak maken op deze minimale levering aardgas tijdens de winterperiode. De financiële tussenkomst moet een minimaal comfort garanderen. Het aantal doorverwijzingen is lager dan de gegevens voor 2013 (50 doorverwijzingen), maar er konden in 2014 wel meer gezinnen aanspraak maken op de tussenkomst (2013:6). De daling kan deels ook verklaard worden door het feit dat een aantal dossiers zijn weggevallen omdat de betreffende gezinnen aangaven niet langer gebruik te maken van aardgas, maar kozen voor een alternatieve
6 mensen verlieten in 2014 definitief het LOI. Er werden geen no shows genoteerd. Niemand weigerde om in het LOI te verblijven.
50 % van het totaal aantal asielzoekers die het LOI
dienden te verlaten, deden dit hoofdzakelijk omdat zij het Europees grondgebied in eerste instantie zijn binnengekomen via een ander land dan België en België bijgevolg niet bevoegd is om de asielprocedure te behandelen.
20
21
Huisvesting en sociaal verhuurkantoor
warmtebron, zoals bv. een houtkachel. Het niet opladen van de budgetmeter betekent dan uiteraard niet dat er zich problemen stellen. De daling van het cijfer kan dus eerder relatief genoemd worden. Het huidige cijfer voor 2014 werd dus als het ware gefilterd.
De noodwoning van het OCMW diende in 2014 niet ter beschikking te worden gesteld.
25 tussenkomsten
energiefonds werden gerealiseerd in het kader van preventie met de nadruk op energiebesparende maatregelen ten bedrage van € 6.439,48.
33 keer werd de sociale dienst gecontacteerd door
gerechtsdeurwaarders voor bemiddeling bij uithuiszettingen van personen woonachtig in de gemeente Bredene. Telkens werd de cliënt bij aangetekende en gewone zending uitgenodigd om zich aan te bieden op het OCMW.
Voorbeelden hiervan zijn voornamelijk: • steunen van de aankoop van energiezuinige huishoudtoestellen
Slechts 2 personen reageerden positief op dit
schrijven. Bij de overige werd vastgesteld dat zij reeds het pand hadden verlaten en/of absoluut geen tussenkomst wensten vanwege onze diensten. Geen enkele uithuiszetting werd effectief uitgevoerd.
• controles laten uitvoeren van de verwarmingsinstallaties • schoorstenen laten schoonmaken • voorzien van overgordijnen
81 woningen zijn in beheer in SVK Bredene.
In 2014 werd hoofdzakelijk ingezet op deze preventieve acties zodat voorkomen werd dat energiefacturen de pan uitswingen.
TOESTAND 31.12.2014 Woningen in beheer
81
15 tussenkomsten voor een totaal bedrag van €
Woningen uit beheer
0
Woningen nieuw in beheer
4
1.635,63 hadden betrekking op de aanzuivering van nietbetaalde rekeningen.
AANTAL
547 gezinnen staan ingeschreven op de wachtlijst. De
Het energiefonds werd dus aangesproken voor een totaal bedrag van € 7.440,52. Het financierde voor het preventief beleid een bedrag van € 6.470,03. Voor de ondersteuning van de dienst voor schuldbemiddeling en budgetbegeleiding ontvingen we in dat kader € 47.552,09.
grootste groep betreft alleenstaanden (276) gevolgd door gezinnen (166) en samenwonenden (105). 4 nieuwe contracten werden afgesloten met eigenaarsverhuurders.
22
- Organisatiewaarden -
samenwerken Het OCMW wenst samen te werken met partners en verenigingen die naast en samen met ons actief zijn op het werkveld. Daarnaast blijven ook vrijwilligers belangrijk om de organisatie te versterken. Het is niet zozeer belangrijk wie iets doet, zolang het maar gebeurt. We bouwen hierbij graag netwerken uit en nemen onze rol als coördinator graag op.
23
ouderenzorg Enkele feiten
Kwaliteit
Nieuwbouwproject
Ook in 2014 werd druk gewerkt aan de kwaliteit van de dienstverlening in de cluster ouderenzorg. Niet alleen omdat het van overheidswege moet, maar vooral omdat er door het OCMW-bestuur expliciet belang aan gehecht wordt en het noodzakelijk is dat elke individuele medewerker blijvend vragen stelt bij de dagdagelijkse handelingen, processen en procedures. Opnieuw kiezen we voor vooruitgang, want stilstaan is in deze geen optie om beter en/of efficiënter te worden.
Uiteraard stond 2014 voor wat betreft ouderenzorg hoofdzakelijk verder in het teken van de afwerking van het nieuwbouwdossier woonzorgcentrum. Zo werd in samenwerking met het adviesbureau Probis het technisch-financieel plan klaargestoomd en eind oktober 2014 ingediend bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (verder VIPA) van de Vlaamse Overheid. Na het zorgstrategisch plan in 2012 en 2013 was dit het noodzakelijke sluitstuk van het administratieve aanvraagdossier voor overheidssubsidies. Deze timing diende strikt te worden gerespecteerd gezien er heel wat beweging te verwachten viel bij de Vlaamse Overheid naar aanleiding van de zesde staatshervorming. Besturen die nog in aanmerking wilden komen voor dossierbehandeling en subsidies door VIPA dienden uiterlijk op 31 december 2014 een ontvankelijk dossier neer te leggen. Met de nodige inspanningen lukte dit, waardoor het dossier nu in afwachting is van behandeling door de bevoegde minister en zijn diensten te Brussel. Ondertussen kan het bestuur voorlopig niet meer doen dan lijdzaam afwachten en opvolgen welke pistes er door de Vlaamse Overheid zullen geboden worden in tijden van bevoegdheidswijzigingen en besparingen.
Zo werden o.a. volgende zaken in 2014 gerealiseerd: • optimalisering van het onthaalbeleid voor toekomstige en nieuwe bewoners, o.a. door nieuwe onthaalbrochure voor te bereiden • systematische revisie van bestaande procedures en processen o.a. door intervisie en visitatie van leidinggevenden op de afdelingen • aandacht voor taakdifferentiatie binnen het woonzorgcentrum door inventarisatie van de opdrachten, screening van de competenties binnen elke discipline en uitstippelen van de verschillende verantwoordelijkheden voor elke werknemer via de tool van planningsen functioneringsgesprekken. • Aandacht voor coaching van de medewerkers op de werkvloer via o.a. opmaak van checklijsten (op hun beurt gecreëerd door brainstormsessies met verschillende disciplines)
Omdat het administratief subsidiedossier ook een duidelijke financiële en technische onderbouw vereiste werd in 2014 de selectieprocedure voor de aanstelling van een architect gehouden. Zo schreven 26 bureaus zich voor de opdracht in. 7 hiervan werden weerhouden om hun voorstel aan een selectiecommissie, samengesteld uit interne en externe deskundigen van het OCMW-bestuur, persoonlijk te komen toelichten. Heel wat mooie concepten passeerden de revue, maar het was VK Studio Architecten uit Roeselare die het best aansloot op het uitgebreide en gedetailleerde boek van eisen van het OCMW-bestuur. In april 2014 werd het bureau dan ook officieel aangesteld. Zij werkten aansluitend verder mee aan de finalisering van het technisch financieel plan.
• De verplichte zelfevaluatie resulteerde in het streven naar een uniformiteit van alle logistieke taken binnen het woonzorgcentrum. Nieuwe medewerkers kregen de opdracht om overkoepelend op verschillende afdelingen te werken om verschilpunten te kunnen detecteren vanuit de frisse blik van nieuwe medewerkers. • Aanpak en uitbouw van de procedures rond grensoverschrijdend gedrag in de zorgrelatie tussen zorgvrager en zorgverlener.
24
Residentiële zorg
nen worden. Waar dit een positieve invloed creëert op de financiering aan het OCMW door het RIZIV en de inkomsten uit deze subsidiëring gevoelig doet stijgen, stellen we toch vast dat de verhoogde zorggraad ook voor de werkvloer logischerwijze een gewijzigde werkdruk creëert. Er wordt vastgesteld dat ook de rusthuisbedden door zwaardere profielen bezet worden en dit voor de medewerkers op de werkvloer een aanpassing vergt. In 2014 werd deze evolutie dan ook met de nodige aandacht opgevolgd. Als organisatie is het van belang om mee te evolueren met bepaalde maatschappelijke tendensen als verhoging zorggraad, autonomie en inspraak van bewoners, verhoging van de assertiviteit van bewoners en hun familie, evoluties op vlak van personeelsbeleid, enz. Waar nodig zal het bestuur ondersteunende beslissingen nemen om de kwaliteit van de dienstverlening hoog te houden, doch hierbij een gezonde en aangename werkomgeving als bijkomende doelstelling voor ogen te houden. In de zorgsector is ons menselijk kapitaal, de medewerkers, immers de schakel om thuisvervangende en kwalitatieve zorg te bieden.
2014 startte met een wijziging van het opnamebeleid voor het woonzorgcentrum. Deze ingreep was nodig om de zorggraad in het woonzorgcentrum te laten evolueren naar een verhouding waarbij het aandeel aan zwaarder zorgbehoevende ouderen groter werd ten opzichte van de nog zelfredzame ouderen. Vanuit de Vlaamse Overheid wordt duidelijk gesteld dat de druk op de zorgvoorzieningen steeds groter zal worden rekening houdend met de toenemende vergrijzing. Ook voor Bredene is dit een realiteit. Het is daarom van belang dat de residentiële ouderenzorg voorbehouden wordt voor ouderen die omwille van veiligheid of gezondheid echt niet meer thuis kunnen wonen. Door de aanpassing van het opnamebeleid kon al na een paar maanden een stijging in de zorggraad worden vastgesteld. Waar initieel werd vooropgesteld om naar 80 % zwaar zorgbehoevenden te streven tegen 2017, werd reeds eind 2014 een cijfer van 76 % gehaald. De doelstelling zal dus veel eerder dan verwacht gerealiseerd kun-
25
huisjes ergonomisch aangepast aan de noden van ouderen (plaatsen van handgrepen, verwijderen van opstapjes, inrichting van badkamer en douche, verwijderen van losse tapijtjes enz.). Dergelijke ingrepen zijn vaak simpel, maar maken een groot verschil naar valincidenten en zelfredzaamheid van de oudere bewoner.
Om deze veranderingen de baas te kunnen en als organisatie in te spelen hierop, werden in 2014 een aantal projecten uitgestippeld en waar mogelijk al wat voorbereid*, o.a. • het opstarten van een organisatieaudit binnen het woonzorgcentrum onder begeleiding van een externe partner. De uitdaging is er om binnen de huidige infrastructuur en in afwachting van een doorbraak in het nieuwbouwdossier kwalitatieve zorg aan te bieden en te zorgen voor een aangename werkomgeving. Kritisch stilstaan bij de huidige werking en deze samen met de medewerkers in vraag stellen, staat hierbij centraal.
Wanneer een oudere of een familielid zich bij de diensten van het sociaal huis aanbiedt met hulpvragen dan zorgt een doortastende intake door de sociale dienst ervoor dat voor deze hulpvrager alle mogelijkheden bekeken worden en waar nodig ondersteunende maatregelen voorgesteld. Vaak komt men tot de vaststelling dat een opname nog kan uitgesteld worden mits het creëren van de nodige ondersteuning aan de oudere en/of zijn mantelzorger in de thuissituatie. Het zorgproject Thuiszorg 2.0 is dan voor het OCMW een belangrijke partner binnen de regio.
• hervorming van het medicatiebeleid waarbij uit berekening blijkt dat door een aanpassing in de wijze waarop medicatie wordt ontvangen, klaargezet en toegediend binnen de voorziening er heel wat hoofdzakelijk verpleegkundige tijd kan worden gerecycleerd. De intentie is er onder impuls van de nieuwe richtlijnen rond tarifering van medicatie aan bewoners van woonzorgcentra om het medicatiebeleid te hervormen door robotisering en samenwerking met een externe partner die het grootste stuk van de medicatieflow binnen de voorziening kan overnemen. Hierdoor zal er tijd vrijkomen die terug kan vloeien naar het opvangen van die verhoogde zorggraad op de werkvloer.
Helpende handen Net omdat ze ons zoveel waard zijn, vernoemen we ook graag de inzet van ons uitgebreide team van vrijwilligers in dit jaaroverzicht. Het professionele team werd in 2014 versterkt en ondersteund door ruim 70 vrijwilligers. Het blijft een voortdurende uitdaging om in de vervanging van oudere vrijwilligers te voorzien. We stellen achter vast dat gepensioneerde medewerkers of familieleden van ex-bewoners zich vaak spontaan komen aanbieden om verder iets voor het woonzorgcentrum te betekenen.
(*Bij opmaak van dit jaaroverzicht werd reeds heel wat van bovenstaande gerealiseerd. Uiteraard lees je daarover meer volgend jaar.)
Oost west thuis best
Om te starten als vrijwilliger wordt er steeds uitgebreid gepolst naar de motivatie en de interesses van de kandidaten. Het is belangrijk dat iemand ingezet wordt waar hij/zij zelf ook open voor staat en wat haalbaar is. Als vrijwilliger werken in een woonzorgcentrum brengt veel voldoening maar mag niet onderschat worden. Het vergt engagement. En dat is uiteraard onbetaalbaar.
Om een goed ouderenbeleid binnen de gemeente te voorzien volstaat het uiteraard niet om steeds actief te zijn binnen de muren van het woonzorgcentrum. Het is een duidelijk keuze van het bestuur om ook in te zetten op de doelstelling om ouderen zo lang mogelijk in staat te stellen thuis te verblijven. In 2014 werd daarom een samenwerkingsverband afgesloten met Thuisverzorging in Solidariteit vzw en vzw Thuiszorg Bond Moyson West-Vlaanderen om het project Thuiszorg 2.0- regio Oostende te ondersteunen. Via dit project wordt er met zorgcoaches een zorgaanbod gecreëerd aan nog thuiswonende ouderen aan huis. Het OCMW liet o.a. alle ouderenwoningen op de site Wandelweg screenen door een ergotherapeut. Op basis van dit verslag werden alle
De nodige aandacht tijdens de jaarlijkse week van de vrijwilligers telkens in maart ontbrak hen ook dit jaar niet. De traditionele daguitstap bracht hen dan weer op het Veerse Meer en eindigde met een ferme pot stomende mosselen in de mosselstad Philippine.
26
Even Apeldoorn bellen?
Enkele cijfers
Om de efficiëntie van het personenalamsysteem in de serviceflats Duinenzichterf te verhogen werd in 2014 overgestapt van een interne verpleegkundige permanentie door het OCMW zelf georganiseerd naar een samenwerkingsverband met het Wit-Gele Kruis WestVlaanderen voor wat betreft de verpleegkundige interventies. Op basis van een kosten-baten analyse werd vastgesteld dat een uitbesteding van deze permanentie zowel naar dienstverlening als naar budget voordelen met zich meebracht. Ook werd het monitoringcontract voor de oproepcentrale zelf gewijzigd en werd in dat verband ook met het Wit-Gele Kruis een contract afgesloten. Beide ingrepen werden zeer positief geëvalueerd en bieden aan het bestuur de zekerheid dat de opgelegde norm rond monitoring en interventie voor de serviceflats in alle omstandigheden gewaarborgd blijft.
Het woonzorgcentrum heeft een capaciteit van
128 bedden en 1 kortverblijf.
59 dossiers werden in 2014 geopend ten opzichte
van 58 dossiers in 2013. Dit cijfer is inclusief de dossiers kortverblijf en vertoont een stabiele trend.
43 bewoners kwamen te overlijden. Een lichte daling ten opzichte van 2013 (51), maar nog steeds een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2012(28). Door een stijgende zorggraad valt deze trend voor de komende jaren ook verder te verwachten. 1 bewoners verhuisde naar een ander woonzorg-
centrum.
2 bewoners keerden terug naar huis na een verblijf (vaak via het kortverblijf) in het woonzorgcentrum.
69 bewoners verbleven één tot meerdere keren in het ziekenhuis. Dit is opnieuw meer dan 50 % van alle bewoners. Langdurige hospitalisaties en het aantal sterfgevallen zorgden ook in 2014 voor een grote turnover aan residenten en verklaart het aantal geopende dossiers. In 2014 telden we 96 hospitalisaties ten opzichte van 67 in 2013. In 2014 diende het OCMW geen tussenkomsten te verlenen voor verblijf van bewoners. Dit is hoofdzakelijk te verklaren door de eerder lage huisvestingsprijs in vergelijking met de regio, het aanwenden van de zorgpremie en de tussenkomsten ‘hulp aan bejaarden’. De oudste bewoner is 97
de jongste
61 jaar.
jaar oud,
84 jaar is de gemiddelde leeftijd van de bewoners in het woonzorgcentrum
27
Meer dan 78 % van de bewoners heeft de kaap van
in 2013 naar 68,5 %. Sinds begin 2014 werd er vanuit de realisatie van de beleidsdoelstellingen sterker op ingezet door een aanpassing van het opnamebeleid. Dit resulteerde in een opmerkelijke en sneller dan verwachte evolutie van die zorggraad. Hiermee komt het beleid ook tegemoet aan doelstellingen van de Vlaamse Overheid betreffende de vergrijzing en de zorgsector.
80 jaar overschreden.
1 op de 5 bewoners is tevens ouder dan 90 jaar. 75 % van de bewoners zijn vrouwen. Hiervan is 87 % ouder dan 80 jaar. 76 % van de bewoners voldoet aan de RVT - criteria B of C profiel of ROB - criteria D. Dit cijfergegeven steeg het afgelopen jaar gevoelig en komt steeds meer in de buurt van het nationaal gemiddelde te liggen. Sinds midden 2013 wordt er beleidsmatig meer ingezet om die zgn. zorggraad en zorgafhankelijkheid te doen stijgen. In 2012 bedroeg deze nog 67 % met een lichte stijging
28
Katzschaal
2013
2014
2013 %
2014 %
Verschil
ROB O
15
10
11,81 %
7,81 %
-4,00 %
ROB A
24
20
18,90 %
15,63 %
-3.27 %
ROB B
0
0
ROB C
0
0
0%
0%
ROB Cd
14
19
11,02 %
14,84 %
+ 3.82 %
ROB D
6
11
4,72
8,59 %
+ 3.87 %
RVT B
33
36
25,98 %
28,13 %
+ 2.15 %
RVT C
13
13
10,24 %
10.16 %
- 0.08 %
RVT Cd
21
18
16,54 %
14,06 %
-2.48 %
CKV O
1
0
0,08 %
CKV A
0
0
0%
CKV B
0
1
CKV C
0
0
CKV Cd
0
0
CKV D
0
0
Totaal
127
128 (*)
-0,08 % % 0.78 %
+ 0.78 %
(*) uitbreiding met 12 woongelegenheden na verhuis OCMW kantoren naar sociaal huis.
3 jaar blijft de gemiddelde verblijfsduur in het woonzorgcentrum. Er wordt echter vastgesteld dat er een tendens
is naar een steeds kortere verblijfsduur, hoofdzakelijk te verklaren door de opnames op hogere leeftijd (gemiddeld 84 jaar) en de aanwezigheid van multi pathologie (verschillende gezondheidsproblemen) bij de bewoners.
29
8 gebruikers bleken eerder zelfredzame ouderen
Er is 1 kamer kortverblijf in het woonzorgcentrum Wackerbout en dit sinds 1 januari 2010.
die beroep deden op het kortverblijf om de mantelzorger even te ontlasten of om tegelijk kennis te maken met het verblijf in een woonzorgcentrum. De overige ouderen maakten gebruik van het kortverblijf als tussenstap na ziekenhuisopname en het terug huiswaarts keren. Een enkeling diende aansluitend op het kortverblijf in het woonzorgcentrum te worden opgenomen.
13 personen maakten gebruik van de dienst kortverblijf wat goed is voor een totaal van 346 ligdagen. Het aantal ligdagen ligt lager dan vorig
jaar en komt overeen met een bezettingspercentage van 94,79 %.
30
Slechts verblijf.
1 man maakte in 2014 gebruik van het kort-
De jongste gebruiker was 52 persoon), de oudste 92 jaar.
jaar (mentaal beperkt
81 jaar is de gemiddelde leeftijd van de bewoners van
het kortverblijf.
48 overeenkomsten waren actief op 31 december 2014 voor het serviceflatcomplex Duinenzichterf. Dit betekent een 100 % bezetting. 7 flats kwamen in de loop van 2014 vrij omwille van
verhuis naar een andere woonst (4) of naar het woonzorgcentrum (2) of omwille van overlijden (1).
6 seniorenwoningen van het OCMW Bredene,
gelegen in de Wandelweg, werden permanent bewoond in 2014. 1 woning hiervan was wel wegens renovatie, na overlijden van een bewoner, gedurende 4 maanden niet bezet.
31
- Organisatiewaarden -
Oprechtheid We streven ernaar op een duidelijke, correcte en transparante manier te communiceren en te handelen, dit zowel naar de buitenwereld als naar en tussen de eigen medewerkers. We wensen vooral vertrouwen te creëren en vlot toegankelijk te zijn voor iedereen.
32
interne organisatie Human Resources
De uitdaging ligt in medewerkers aan boord krijgen, maar evenzeer ze aan boord houden. Het is daarbij de bedoeling om o.a. een preventieve invalshoek te hanteren waarbij medewerkers gemotiveerd worden in hun aanwezigheid op de werkvloer.
Enkele feiten Uit de startblokken In 2014 werd gestart met de voorbereidingen van de invoering van een systeem van flexibele werkuren, zgn. glijtijden, in de administratie. Dit kadert binnen de doelstelling om als werkgever ondersteunend te zijn in het zoeken naar een evenwicht tussen werk en privé. Medewerkers worden op heden uitgedaagd om verschillende rollen in de maatschappij op te nemen. Medewerkers de verantwoordelijkheid en de mogelijkheid geven om zelf binnen bepaalde grenzen hun tijdsbesteding te regelen en de beoogde doelstellingen te bereiken, draagt rechtstreeks bij tot hun welbevinden en motivatie op de werkvloer. Een zekere flexibilisering van de arbeid is op heden niet meer weg te denken uit een dynamische en duurzame organisatie.
Elektronische maaltijdcheques
Het grootste aandeel aan medewerkers binnen het OCMW bevindt zich in de zorgsector waar een goede teamwerking, loyaliteit en werkvermogen erg belangrijk is om een volcontinue dienstverlening te kunnen verzekeren. Human resources wenst hierbij constant de vinger aan de pols te houden en in te spelen op evoluties binnen de medewerkerspopulatie. Medewerkers betrokken houden en blijvend appelleren op hun waarde voor de organisatie is onontbeerlijk. Via plannings-en functioneringsgesprekken wordt getracht op dat vlak contact te houden met de wensen en vooruitzichten van zowel jongere als oudere medewerkers. Tijdens deze gesprekken wordt nagegaan welke ambities de medewerkers koesteren en krijgen we als organisatie zicht op hun sterktes en werkpunten. In de literatuur spreekt men van functioneringsgesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen enz. Het zijn structurele uitwisselingsmomenten waar zowel de medewerker als de werkgever de nodige brandstof moet kunnen uit halen om goed te functioneren. Items als ontwikkelingskansen, borging van kennis, ergonomie en werkvermogen zullen de komende jaren ook bij het OCMW boven aan de HR to do lijst blijven staan.
Welkom
In 2014 werd resoluut gekozen om de papieren maaltijdcheques voortaan te vervangen door de elektronische maaltijdchequekaart. Deze overgang werd door de medewerkers positief onthaald. Deze kaart is in de meeste handelszaken ook ruim ingeburgerd ondertussen. Hiermee zorgt het bestuur voor het wegvallen van heel wat papierafval en het maandelijkse transport van de cheques naar het bestuur. Het gebruik van de kaart biedt ook aan de medewerker voordelen omdat de waarde op de kaart een langere geldigheid draagt dan de papieren versie en de kaart compact en gebruiksvriendelijk is. Een duurzame ingreep dus.
De onthaalmodule voor studenten (stagiaires, jobstudenten, enz.) werd het afgelopen jaar ook grondig onder handen genomen in samenwerking met een aantal medewerkers van het woonzorgcentrum. Zo werd het starttraject herbekeken met aandacht voor het toewijzen van een coach op de werkvloer. Ook de informatiebrochure werd in een nieuw jasje gestoken om beter aan te sluiten bij de leefwereld van studenten. Welke informatie is nu echt nuttig, wat hebben studenten nodig aan informatie en hoe gaan ze ermee om. Door actief studenten te betrekken en te bevragen kon een brochure en een flyer op maat ontwikkeld worden. De personeelsdienst en de betrokken dienst gebruikt nu een checklist bij de start van nieuwe studenten om zeker te zijn dat alle nodige en nuttige informatie verstrekt wordt en er geen noodzakelijke instructies over het hoofd worden gezien. Het biedt ook de garantie dat elke student op dezelfde wijze onthaald wordt en dit niet afhankelijk is van de begeleidende persoon.
33
Sociale werkgever
De medewerkerspopulatie bestaat nog steeds hoofdzakelijk uit 40-plussers met het grootste aandeel 50-plus. Het OCMW Bredene blijft geconfronteerd met een oudere werknemerspopulatie en zet dus extra in op de ontwikkeling van een leeftijdsbewust personeelsbeleid, een gezonde en aangename werkomgeving en ontwikkelingskansen voor elke medewerker. In tijden waar medewerkers langer aan boord moeten worden gehouden, dient men creatief en preventief medewerkers blijvend te motiveren.
Ook in 2014 stond het OCMW als werkgever open voor speciale tewerkstellings-of opleidingstrajecten. Naast de bestendige rol van werkgever in het kader van een aantal art. 60§7 trajecten, werd bijvoorbeeld ook aandacht besteed aan doelgroepmedewerkers. Zo werd een samenwerking opgestart met Duinhelm vzw, dewelke instaat voor opvang en begeleiding van personen met een mentale en/of fysieke beperking. Dit resulteerde in 2014 in de opstart van een onbezoldigde inschakeling van een doelgroepmedewerker in de administratie. Betrokkene nam wekelijks een aantal eenvoudige administratieve taken op binnen verschillende diensten gedurende twee namiddagen. Dit vergde uiteraard van de verschillende diensten een duidelijke inspanning naar begeleiding toe. Het OCMW blijft steeds open staan voor dergelijke vormen van inschakeling en wil hiertoe kansen creëren. Uiteraard dient elke aanvraag individueel geëvalueerd te worden op mogelijkheden en haalbaarheid.
211 spontane sollicitaties
werden ontvangen in 2014 en dit voor uiteenlopende functies. Werken bij een lokale overheid is opnieuw aantrekkelijk. Vooral in de zorgsector is een blijvende en spontane instroom cruciaal om de vele vervangingen te kunnen opvangen. Het OCMW geeft de nodige aandacht aan het zich profileren op de arbeidsmarkt door bij de bron reeds aanwezig te zijn in scholen, te fungeren als stageplaats, te participeren aan educatieve projecten enz.
Enkele cijfers 146 medewerkers zetten zich in 2014 in voor het
OCMW Bredene.
34
- Organisatiewaarden -
professionaliteit De dienstverlening kunnen we aanbieden dankzij professionele medewerkers. Wij verwachten dat zij zich verantwoordelijk voelen voor onze cliënten en voor het realiseren van de missie en visie van de organisatie. Een geëngageerde, deskundige en klantvriendelijke houding van onze medewerkers is de maatstaf.
35
Overzicht op jaarbasis Te presteren dagen
Ziektedagen
Administratie
6.091
171
Paramedici
21.186
1.741
Technici
12.567
1.149
Te presteren dagen
Ziektedagen
Administratie
6.785
96
Paramedici
22.789
1.518
Technici
13.886
1.282
2013
2014
We kenden een instroom van 17 en een uitstroom van 29 medewerkers. In deze cijfers is de inzet van artikel 60§7 medewerkers in de diensten van het OCMW inbegrepen. Ook medewerkers die vervangingen waarnemen voor afwezige medewerkers zijn in de telling opgenomen. Het absolute verloop is lager en in evenwicht.
Het ziekteverzuim is en blijft zoals vermeld een aandachtspunt binnen het personeelsbeleid. In 2014 werd op basis van de afwezigheidsgegevens 2013 een eerste inventarisatie opgemaakt bij wijze van nulmeting in het kader van verzuim. Er werd een aanzet gegeven voor een aanwezigheidsbeleid door de opmaak van een visietekst. De visietekst zat eind 2014 in een ontwerpfase en wordt verder ontrold in 2015.
In 2014 was het totaal aantal ziektedagen lager dan in 2013, die gekenmerkt was door een aantal langdurige afwezigheden. 2014 stabiliseerde zich op dit vlak gekoppeld aan een hoger aantal te presteren dagen op jaarbasis. De daling in het ziekteverzuim zoals hierboven weergegeven betekent niet dat er effectief minder ziekteverzuim is, maar kan verklaard worden door minder ziektedagen ten opzichte van een groter aantal te presteren dagen (te presteren dagen door vervangers van afwezigen worden tevens meegeteld).
36
37
organogram ocmw bredene lid managementteam
ocmw-secretaris
beleidsondersteuning
sociale dienst
personeelsdienst
onderhoud
ocmw stafmedewerker 1 vte statutair b1-b3
hoofdmaatsch. werker 1 vte statutair b4-b5
ocmw deskundige personeelszaken 1 vte statutair b1-b2-b3
ocmw coördinator schoonmaak 1 vte contractueel D1-d2-d3
ocmw adm. medewerker 1 vte statutair c1-c2-c3 ocmw adm. assistent 1 vte statutair d1-d2-d3
ocmw maatschappelijk werker 6 vte statutair 2 vte contractueel b1-b2-b3 ocmw adm. medewerker 1 vte statutair c1-c2-c3
ocmw adm. medewerker 2 vte statutair c1-c2-c3
ocmw technisch beambte 5,5 vte statutair 2 vte contractueel 1 vte sociale maribel e1-e2-e3
projecten 2 vte art. 60§7 ow ongeschoold arbeider (min. loon)
projecten 7 vte art. 60§7 ow sei ongeschoold arbeider
woonzorgcentrum
centrum kortverblijf
coördinator dagverzorgingscentrum 1 VTE contractueel BV1-bv2-bv3
hoofd bewonerszorg 1 VTE statutair bv7 hoofd verpleegkundige 3 VTE statutair bv5
animatie
desk.animatie/activatie 1 vte statutair b1-b2-b3
animator 1,25 vte statutair c1-c2
zorgkundige 2 VTE contractueel C1-c2
verpleging/verzorging
verpleging
paramedico
verzorging
verpleegkundige 12 vte statutair 2 VTE contractueel bv1-bv2-bv3 of c3-c4
dagverzorgingscentrum
Zorgkundige C1-C2 19 VTE statutair 4 VTE contractueel 3 VTE sociale maribel 3 VTE contractueel gesco 1,60 VTE startbaan Logistiek assistent D1-D2-D3 2 VTE sociale maribel seizoenspersoneel 3 vte jobstudent (01/07-31/08) d1-d2-d3
38
logistiek assistent 2 VTE contractueel d1-d2-d3
Kinesitherapeut Ergotherapeut Logopedist 2 VTE statutair 1 VTE contractueel BV1-BV2-BV3
raad voor Maatschappelijk welzijn
vast bureau
bijzonder comite voor de sociale dienst
ocmw-voorzitter
financieel beheerder
technische dienst
ouderenzorg
financiele dienst
ocmw ploegbaas 1 vte statutair d4-d5
directeur 1 vte statutair a1a-a2a-a3a
boekhouder/ veiligheidsconsulent 1 vte statutair b1-b2-b3
ocmw technisch assistent 1 vte statutair 1 VTE Contractueel 1 vte sociale maribel d1-d2-d3
ocmw adm. medewerker 1 vte statutair c1-c2-c3
ocmw adm. medewerker 1 vte statutair c1-c2-c3
Projecten 2 VTE art. 60§7 OW ongeschoold arbeider (min. loon)
serviceflats
dienstencentrum
administratie
keuken
ocmw adm. medewerker 1 vte sociale maribel c1-c2-c3
chef-kok 1 vte statutair c1-c2-c3
centrumleider 1 VTE contractueel B1-B2-B3
kok 1,5 vte statutair 1,5 VTE contractueel d1-d2-d3 keukenhulp 1 vte statutair e1-e2-e3 ocmw technisch beambte 1,5 vte statutair 5,5 vte contractueel 1 vte sociale maribel 1 vte contractueel gesco e1-e2-e3
OCMW technisch beambte 2 VTE contractueel E1-e2-e3 projecten 2 VTEart. 60§7 ow ongeschoold arbeider (min. loon)
projecten 4 vte art. 60§7 ow
39
seizoenspersoneel 2 vte jobstudent (01/07-31/08) e1-e2-e3
Keuken
31 % zijn gewone maaltijden. Het aanbieden van maaltijden in gewone vorm ging dit jaar wat vooruit ten opzichte van een dalende tendens de afgelopen twee jaar (2012: 28,71, 2013: 27,14). Dit in tegenstelling tot de verwachting bij een stijgende zorggraad. De inzet van de logopediste voor slik-en eetproblemen blijkt uit deze cijfers te lonen. Binnen het woonzorgcentrum is er veel aandacht voor het maaltijdgebeuren. Voor ouderen is dit vaak ook één van de hoogtepunten van hun dag. De liefde gaat ook hier misschien door de maag.
Enkele feiten en cijfers In december 2014 werd op de labelling van de maaltijden, de menukaarten enz. voorzien in de vermelding van de aanwezigheid van allergenen. Onder invloed van Europese wetgeving dient voortaan de aanwezigheid van 14 allergenen kenbaar gemaakt te worden aan de eindgebruiker. Er is de verwachting dat naar de toekomst toe deze trend zich nog verder zal uitbreiden naar o.a. vermelding van de caloriewaarde en andere detailvermeldingen (koolhydraten, vitamines, enz.). Het keukenteam wist zich op deze verplichting klaar te stomen en zorgde voor een vlotte implementatie ervan.
20.028 maaltijden werden in 2014 aan huis geleverd bij cliënten die gebruik maken van de dienst maaltijdbedeling aan huis. Dit is een aanzienlijke daling ten opzichte van de twee voorgaande jaren (2012: 21.740; 2013: 23.375).
66.472 maaltijden werden in het totaal door de keuken in 2014 bereid. Hiervan werd 50,29 % met gewijzigde consistentie aangeboden en 11,26 % als dieet. Deze cijfers vertonen een daling ten opzichte van voorgaande jaren (2012: 70.097, 2013: 69.844) maar vertonen gelijkaardige tendensen waar de meerderheid van de maaltijden afwijkt van een gewone maaltijd, nl. 61,55 % (61,45 % in 2012 en 60,99 % in 2013) 45.317 maaltijden werden bereid voor het woonzorgcentrum. Dit ligt in de lijn van 2013 met 45.242
maaltijden. 69 % van deze maaltijden diende te worden aangeboden mits gewijzigde consistentie (gesneden of gemalen )
40
36 nieuwe aanvragen voor maaltijden aan huis
Technische dienst
werden geregistreerd en toegekend ten opzichte van 43 in 2013 en 47 in 2012. NIEUWE AANVRAGEN
MAAND 2014
Enkele feiten en cijfers 1.367 opdrachten met daaruit volgend 5.357 taken werden in 2014 verwerkt door de technische
GEMIDDELD PER DAG
Januari
2
63,74
Februari
1
60,07
Maart
3
58,41
April
3
59,2
Mei
3
57,93
Juni
3
54,56
Juli
1
52,48
Augustus
4
52,48
September
4
52
Oktober
3
49,16
November
3
49,76
December
6
49
dienst. Dit ligt in de lijn van voorgaande jaar 2013 met 1.366 opdrachten maar dan met 5.840 taken. Het aantal taken vertoont dus een stijging.
987 opdrachten gebeurden ten behoeve van het
woonzorgcentrum gevolgd door de serviceflats (113), het sociaal huis (105) en het patrimonium van het sociaal verhuurkantoor (65). De opdrachten variëren van heuse projecten (o.a. renovatie) tot herstellingen en onderhoud van het patrimonium. Dit ligt opnieuw in de lijn van 2013 waar we voor de meeste sites wel een stijging zien. Zeker voor het woonzorgcentrum ligt de interventiegraad hoger omwille van de leeftijd van het gebouw en de nood aan onderhoud.
54,89 maaltijden werden gemiddeld per dag bedeeld.
Het takenpakket van de technische dienst omvat beheer van de keuringen, opvolgen van contracten, gras maaien, dienstwagens, opfriswerken allerhande, kleine herstellingen toe te schrijven aan exploitatie, afspraken met aannemers, technische opvolging SVK-patrimonium. Enz. Kortom constructie, logistiek en onderhoud van het OCMW patrimonium.
In 2013 was dit nog 64,02 wat dus voor 2014 opnieuw een daling betekent. Er wordt vastgesteld dat cliënten vaker voor kortere periodes maaltijden wensen (bv. bij hospitalisatie partner) of minder maaltijden per week afnemen en andere mogelijkheden benutten (bv. kant- en klare maaltijden slagerij, supermarkt, enz.).
25 technische opdrachten werden uitgevoerd
in het patrimonium van het lokaal opvanginitiatief (twee woningen) en dit hoofdzakelijk voor kleine herstellingen. De seniorenwoningen in de wandelweg zorgden voor 18 opdrachten.
75,12 % van de maaltijden aan huis worden in gewone vorm aangeboden. Slechts 10,8 % vereist een gewijzigde consistentie.
1.127 maaltijden werden genuttigd in het perso-
neelsrestaurant.
6 rouwmaaltijden
werden verzorgd door het
keukenteam in 2014.
2.000 liter soep mocht geleverd worden aan BOD Dienstenchequebedrijf voor gebruik op weekdagen en 2.502 liter aan de dienst BKO van de gemeente voor woensdagen en schoolvakanties.
41
Schoonmaak Enkele feiten en cijfers In 2014 werd ten behoeve van de schoonmaak in de serviceflats een nieuwe compacte materiaalwagen aangekocht. Voorheen werd een materiaalwagen gebruikt zoals gehanteerd in het woonzorgcentrum, maar die bleek minder afgestemd op het takenpakket in de serviceflats. Op heden zijn er 8 uniforme werkwagens aanwezig op de werkvloer in het woonzorgcentrum en het sociaal huis. Zij zorgen er mee voor dat taken op een efficiënte en ergonomisch verantwoord wijze kunnen worden uitgevoerd. Er werd vastgesteld dat door de verhoging van de zorggraad in het woonzorgcentrum ook de graad van vervuiling toeneemt. Vanuit het onderhoudsteam werd dan ook voorgesteld om te wijzigen van reiniger om de vervuiling van het interieur, sanitair en vloeren professioneel aan te pakken. Er werd geopteerd voor het product Biosan dat op basis van enzymen werkt en de vervuiling efficiënt aanpakt Zowel de medewerkers als de bezoekers stellen vast dat het goed is. De technisch beambten aangesteld voor de onderhoudstaken evolueerden in hun takenpakket naar het opnemen van een aantal logistieke taken ter ondersteuning van de verzorging in het woonzorgcentrum. Zo bieden zij hulp bij de bedeling van het ontbijt op sommige afdelingen en staan ze in voor de opmaak van de bedden en het verversen van het bedlinnen. Verder staan ze ook in voor de verdeling van het incontinentie- en verzorgingsmateriaal op de afdelingen alsook de verdeling van het plat linnen en de privéwas van de residenten.
Veiligheid en welzijn Enkele feiten en cijfers Volgende accenten werden weerhouden in 2014 in het kader van arbeidsveiligheid:
Ook het voorbereiden en klaarzetten van lesruimten en vergaderzalen behoort voor het sociaal huis tot de taak van de technisch beambten schoonmaak. Gezien er dagelijks interne en externe activiteiten gepland staan in de vergaderzalen in het sociaal huis, is dit zeker geen bijkomstige opdracht.
• sensibilisatie rond brand- en evacuatie in het woonzorgcentrum • Instructiefiches en indienststellingsverslagen verzorgen voor toestellen en aankopen van de verschillende diensten
In samenwerking met de interne preventiedienst werd een vorming voorzien rond het gebruik van pictogrammen op de onderhoudsproducten. Vanaf 1 juni 2015 dienen alle producten immers te voldoen aan CLP, nl. Classification Labelling and Packaging Regulation. De medewerkers werden dan ook tijdig op de hoogte gebracht van de nakende veranderingen.
• Sensibilisatieacties naar correct en veilig gebruik van onderhoudsproducten voor medewerkers schoonmaak • Interne audit schoonmaak openbare gebouwen in het kader van veilig werken, ergonomie, enz. • Opleiding voor interne vertrouwenspersonen 42
worden. Eind 2014 werd samen met de ongevallenverzekeraar dan ook een analyse hiervoor opgemaakt gekoppeld aan de opmaak van een actieplan met een aantal uit te rollen maatregelen vanaf 2015.
• Opleiding voedingshygiëne voor de medewerkers van de keuken In 2014 werden 4 vergaderingen van het basis overlegcomité (BOC) georganiseerd.
2 ongevallen gebeurden op weg van of naar het
155 medische onderzoeken werden uitge-
werk.
voerd door de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk Arista. Dit hoofdzakelijk in het kader van de periodieke gezondheidsbeoordeling.
117 vaccinaties werden uitgevoerd (hepatitis, tetanus, maar hoofdzakelijk tuberculose opsporing (98)).
19 arbeidsongevallen werden in 2014 geregis-
treerd. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren (2013:10, 2012:7, 2011:9, 2010:11). Bij alle ongevallen was er sprake van een periode van tijdelijke werkonbekwaamheid voor een totaal van 398 verloren kalenderdagen. 5 ongevallen zijn goed voor 63 % van de dagen tijdelijke ongeschiktheid bij de arbeidsongevallen en goed voor 54 % van de totale ongeschiktheid. Waar mogelijk werden reeds de nodige preventiemaatregelen getroffen na de uitvoering van een risicoanalyse. Op basis van de analyse van de cijfers arbeidsongevallen de afgelopen jaren konden een aantal trends vastgesteld
laatste 5 jaar: aanvaard/geweigerd/in beraad
43
- Organisatiewaarden -
klantgerichtheid We overleggen met de cliënt over de individuele hulp- en dienstverlening en geven hem of haar inspraak in de verdere invulling van het traject. Hierdoor wordt de cliënt in staat gesteld om zijn/ haar leven mee richting te geven. We vertrekken vanuit de sterktes en de leefwereld van de cliënten en geloven in hun capaciteit om eigen keuzes te maken.
44
de raad voor maatschappelijk welzijn
In 2014 werden 11
zittingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn georganiseerd.
45
Raadsleden
Jacques Deroo sp.a
Evelyn Vermont sp.a
Ulrike De Ridder sp.a
Kelly Spillier sp.a
Glenn Lejon sp.a
Randy Vanderputte sp.a
Nathalie Caestecker sp.a
Daniël Poppe CD&V
Marie-Jeanne Colsoul N-VA
Ingrid Bulteel N-VA
Herman Van Poucke CD&V
OCMW-voorzitter Eksterstraat 24 8450 Bredene M
[email protected]
Wateringstraat 32 8450 Bredene M
[email protected]
Fritz Vinckelaan 14 8450 Bredene M
[email protected]
Fritz Vinckelaan 80 bus 101 8450 Bredene M
[email protected]
Zandheuvel 4/ E004 Dorpsstraat 81 8450 Bredene 8450 Bredene M
[email protected] M
[email protected]
Parklaan 57 8450 Bredene M
[email protected]
Paaphoek 33 8450 Bredene M
[email protected]
Molenstraat 81 Brouwerijstraat 18 8450 Bredene 8450 Bredene M
[email protected] M
[email protected]
Benediktijnenstraat 1A 8450 Bredene M
[email protected]
46
1 juli 2014: wijziging samenstelling OCMW-raad
Sanderijn Vanleenhove CD&V
Herman Van Poucke CD&V
Op 1 juli 2014 nam Sanderijn Vanleenhove afscheid van
Benediktijnenstraat 1A de Bredense OCMW-raad omwille van familiale redenen 8450 Bredene M
[email protected] (verhuis). Haar mandaat werd vanaf dan ingevuld door
haar opvolger Herman Van Poucke. Na de raadszitting van juni 2014 legde Herman Van Poucke dan ook de eed af als OCMW-raadslid.
Vast bureau 2014
Jacques Deroo sp.a
OCMW-voorzitter Eksterstraat 24 8450 Bredene M
[email protected]
Nathalie Caestecker sp.a
Kelly Spillier sp.a
Molenstraat 81 Paaphoek 33 8450 Bredene 8450 Bredene M
[email protected] M
[email protected]
In 2014 maakten volgende raadsleden deel uit van het vast bureau: • OCMW-voorzitter: Jacques Deroo (Sp.a) • Leden: Nathalie Caestecker (Sp.a), Kelly Spillier (Sp.a), Daniël Poppe (CD&V) • OCMW-secretaris: Jan Eerebout Het vast bureau hield geen zittingen in 2014.
47
Daniël Poppe CD&V
Brouwerijstraat 18 8450 Bredene M
[email protected]
Bijzonder comité voor de sociale dienst 2014 Volgende raadsleden maakten in 2014 deel uit van het comité: • OCMW-voorzitter: Jacques Deroo (Sp.a) • Leden: Evelyn Vermont (Sp.a), Ulrike De Ridder (Sp.a), Sanderijn Vanleenhove (CD&V) (t.e.m. 30/06/2014), Herman Van Poucke (CD&V) (vanaf 01/07/2014) • OCMW-secretaris: Jan Eerebout
t.e.m. 30/06/2014 + vanaf 01/07/2014
Jacques Deroo sp.a OCMW-voorzitter Eksterstraat 24 8450 Bredene
Evelyn Vermont sp.a Fritz Vinckelaan 14 8450 Bredene
Ulrike De Ridder sp.a Parklaan 57 8450 Bredene
M
[email protected] M
[email protected]
Sanderijn Vanleenhove CD&V
Herman Van Poucke CD&V
Benediktijnenstraat 1A 8450 Bredene
M
[email protected]
M
[email protected]
Het Bijzonder Comité voor de sociale dienst kwam 26 maal samen in 2014 om beslissingen rond individuele sociale dossiers te nemen.
OCMW-secretaris
Financieel beheerder
Jan Eerebout Duinenstraat 106 I 8450 Bredene
Wilfried Nyssen Duinenstraat 106 I 8450 Bredene
T 059 33 97 70 F 059 33 97 77 M
[email protected]
T 059 33 97 70 F 059 33 97 77 M
[email protected]
48
OCMW financiën in 2014 Gerealiseerde investeringen in 2014 Overzicht van de investeringsenveloppes IE 1 matrassen WZC IE 2 Stalen verpleegster WZC IE 4 Aanloopkosten nieuw WZC IE 5 Renovatie Wandelweg IE 6 Informatica saldo 2013 IE 7 Projectontwikkeling nieuw WZC TOTAAL
€ 17.418,89 € 11.786,99 € 320.517,56 € 14.120,29 € 53.545,61 € 10.829,50 € 428.218,84
Overzicht van de investeringssubsidies Investeringssubsidie matrassen WZC / Gemeente Investeringssubsidie tillift WZC / Gemeente Subsidie Serviceflats / Vlaamse Gemeenschap Vooruitbetaling investeringssubsidie LOI TOTAAL
€ 17.418,89 € 11.786,99 € 54.740,64 € 36.404,31 € 120.350,83
Evolutie van de schuld Algemeen overzicht op 01/01/2014 Aflossingen 2014
€ 2.363.718,52 - € 268.482,13 € 2.095.236,39
Leningbestand 31/12/2014 iNG aanvraag
einde
rentevoet
bedrag lening
saldo op 31/12/2014
000001
1995
2016
4,848
127.169,38
12.716,94
200105
2002
2007
3,600
105.000,00
-
000003
2005
2011
3,074
18.047,32
-
000004
2005
2016
4,039
609.500,00
142.308,77
nummer
000005
2006
2016
4,522
403.271.79
140.597,66
000006
2007
2017
4,995
360.955,63
147.211,66
000008
2009
2029
3,609
2.200.000,00
1.649.980,00
TOTAAL
2.092.815,03
BELFIUS nummer
1031
aanvraag
einde
rentevoet
bedrag lening
saldo op 31/12/2014
1994
2015
4,150
34.705,09
2,421,36
TOTAAL
2,421,36
Totale leningbestand: € 2.095.236,39 (€ 2.092.815,03 + € 2.421,36)
49
Aflossingstranches en intresten: evolutie aflossingstranches
intresten
2008
234.055,53
60.191,58
2009
174.446,39
60.980,00
2010
276.396,18
128.082,35
2011
252.321,12
116.962.51
2012
256.532,94
106.670,91
2013
262.779,03
106.039,84
2014
268.482,13
83.869,95
Vergelijking werkingskosten aard
2012
2013
2014
Aankoop goederen en diensten
1.755.194
1.849.992
1.858.993
specifieke kosten Sociale dienst
601.351
662.351
667.381
6.226.123
6.465.357
6.172.419
423.741
470.684
491.924
95.692
108.815
14.295
9.102.100
9.557.199
9.205.012
Bezoldiging + sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen Voorzieningen voor risico’s en kosten Andere werkingskosten TOTAAL
Evolutie belangrijkste steuncategorieën aard
2012
2013
2014
Leefloon
281.550
363.142
397.322
Installatiepremie
18.959
22.608
16.347
Steun in speciën
19.396
22.008
15.494
Tussenkomst huisbrandolie
10.623
11.705
8.265
Voorschotten pensioen
3.796
7.400
5.480
Socio-culturele participatie
5.993
7.070
7.638
Verblijf bejaarden eigen instelling
870
-
5.750
Huishuur + waarborg
20.221
35.940
15.259
Medische kosten
6.615
8.354
5.792
Farmaceutische kosten
8.232
6.748
8.109
Steun vreemdelingen
98.736
73.095
50.997
50
colofon Verantwoordelijke uitgever Jacques Deroo, OCMW-voorzitter Eindredactie Emily Lhoëst, stafmedewerker Medewerking Wilfried Nyssen, Dominique Maes, Kim Van Dael, Paul Wille, Myriam Batsleer, Marc Decerf, Eddy Bossier, Emily Lhoëst Ontwerp en druk Drukkerij Lowyck, Oostende
OCMW Bredene Duinenstraat 106 I 8450 Bredene T 059 33 97 70 I F 059 33 97 77
[email protected] I www.ocmwbredene.be