“Hoe kan ik luxegevoel inzetten als leidraad voor de plattegronden van hotelkamers?” Door functies / voorzieningen te formuleren, en volgens heersende standaarden daarvoor ruimtes, en de relatie daartussen te definiëren. Wat ik concreet gedaan heb: Ik ben gaan bedenken welke functies een hotelkamer zou moeten hebben, op welk luxeniveau. Een luxe kamer heeft vanzelfsprekend meer functies dan een minder luxe kamer. Na een onderzoekje naar kamergroottes in bestaande hotels, blijkt echter dat niet alleen het aantal functies bepalend is, maar ook de absolute oppervlakte van een functie. Uit de analyse die ik gedaan heb, blijkt dat de luxe variant op een kamer gemiddeld 2.5 keer zo groot is als de ‘normale’ kamer. Dit gegeven heb ik doorgevoerd op elke functie. Omdat een luxe kamer daarbij beschikt over een groter aantal functies, is de oppervlakte zodoende meer dan 2.5 keer zo groot. De hal, die zich in elke kamer bevindt, groeit op natuurlijke wijze mee met de ruimtes. Ik heb vier luxeniveau’s geformuleerd met de daarbij horende functies: N4: het laagste niveau. Een slaapkamer met wee bedden, een badkamer met toilet en wastafel en een halletje. N3: Een slaapkamer met twee bedden, een zithoekje met tv, linnenkast en een tafel. Verder een badkamer met douche en ligbad, toilet en wastafel. Alles bereikbaar via een hal. N2: Een slaapkamer met twee grote bedden, een zithoekje, een tafel en toegang tot de inloopkast met kleedruimte. Een badkamer met douche en ligbad, toilet en grote wastafel. Een werkkamer met bureau, opbergruimte en fauteuil. Een woonkamer met zithoek en tv, eetgelegenheid, een keukentje en eigen bar. Alles bereikbaar via een centrale hal. N1: Het hoogste niveau. Een slaapvertrek met twee grote bedden, kastruimte, zithoek en tafel, toegang tot de kleedruimte met opbergvoorzieningen. Een badkamer met inloopdouche, luxe bubbelbad, toilet, urinoir, twee grote wastafels. Een fitnessruimte met sauna. Een woonkeuken, aangrenzend aan de eetruimte voor acht personen. Een woonkamer met zithoek en tv, tafels, fauteuils, dressoirs en uitzicht. Een werkkantoor met bureau, opbergruimte, fauteuil en tv. Daaraan grenzen een bibliotheek met kluis. Een entertainment ruimte met bar, biljart en pokertafel, filmruimte. Centrale hal met binnenruimte, toegang tot het dak, met tennisveld, zwembad en terrassen en uitzicht. Ik heb bij de bepaling van de ruimtes en de relatie daartussen gebruik gemaakt van Neufert. Dit handboek geeft standaarden en minimale waarden, alsmede mogelijke waarden en oplossingen. De volgens Neufert kleinste slaapkamer voor twee personen, staat hieronder afgebeeld. Het lijkt op het eerste gezicht inderdaad erg klein, maar na enig puzzelen ontdekte ik dat het nog veel kleiner en minimaler kan. Rechts van de Neufert-kamer staat mijn eigen versie van de kleinste kamer. Het bestaat slechts uit twee bedden haaks op elkaar en loopruimte ter grootte van zo’n zelfde bed. Opbergruimte is er in de vorm van planken boven het bed.
Neufert heeft ook geprobeerd een ‘allerkleinst mogelijke’ badkamer weer te geven (zie afbeelding hieronder). Het badkamertje is eigenlijk een directe schakeling van de meest standaard functies in een badkamer: douchen, wassen en het gebruik maken van een toilet. Ook in dit geval is het mogelijk deze ruimte nog drastisch te verkleinen, en daarmee het comfort zo ver te verlagen dat het niet meer prettig wordt om lang in deze ruimte te verblijven. Rechts is mijn badkamertje. Neufert gaat ervan uit dat loopruimte niet mag overlappen met andere voorzieningen. Dat heb ik echter verworpen door het douchevlak te gebruiken als loopruimte.
Door vervolgens deze twee functies aan elkaar te verbinden door een klein halletje, is de hieronder afgebeelde plattegrond ontstaan. De daadwerkelijke ingang van de totale kamer kan nog wisselen tussen ‘tegenover de slaapkamer’ en ‘tegenover de badkamer’.
Toen eenmaal deze basis bekend was, was het vanzelfsprekend hoe het daarna verder moest. Elke individuele functie wordt qua oppervlakte ongeveer 2.5 keer zo groot, per gestegen niveau. Zo kan het zijn dat de kleinste kamer in zijn geheel nog geen 9 m2 is, maar de grootste en meest luxe kamer een oppervlakte heeft van bijna 600 m2.
Nieuwe functies zijn ontstaan door minimumwaarden voor functies (of elementen daaruit) uit Neufert met elkaar te samen te voegen, en dat geheel 2.5 keer zo groot te maken. Bijvoorbeeld: een tafel voor twee personen met omringende ruimte, vermenigvuldigd met 2.5, levert een eetgelegenheid op voor niveau 3. En vanuit waarden die Neufert geeft voor een kleine, comfortabele stoel met tafeltje, kan een bureautje worden bedacht, enzovoort. Zie hieronder voor een overzicht.
Het schema hieronder geeft weer hoe de verschillende kamers zich verhouden tot elkaar qua grootte en verdeling. Duidelijk is te zien dat, naarmate het luxeniveau toeneemt, niet alleen de grootte van functies veranderd is, maar dat er daarnaast functies bij gekomen zijn. Het hoogste niveau is daardoor bijna uitgegroeid tot een complex binnen het hotel.
Er zijn dus vier niveaus van luxe te vinden in het hotel, die allemaal door elkaar heen staan, voor zover mogelijk. Zoals als eerder aangegeven, passen de kamers van de laatste twee niveaus tussen de reeds bestaande kolommen, om zoveel mogelijk flexibiliteit te kunnen garanderen. De hoogste twee zijn daarin meer gebonden aan het gebouw, met name het hoogste niveau, waarvan de kamer een halve verdieping in beslag neemt. Om meer grip te krijgen op de mogelijkheden van verschillende niveaus heb ik in het begin van het proces een matrix gemaakt die een puntentelling aanhoudt. Meerdere elementen die een rol spelen bij ‘luxe’ zijn daarin uitgezet tegen het element ‘tijd’, wat voor mij de ultieme luxe is. Volgens deze matrix zouden er 256 verschillende mogelijkheden zijn voor een kamer, elk met een aantal punten. Je zou er zelfs een groot gedeelte van kwijt kunnen in het bestaande gebouw. Uiteindelijk is dit idee verworpen in verband met de haalbaarheid ervan, maar het heeft mij geholpen om na te denken over ‘luxe’; wat is het, hoe kan het worden gemanifesteerd, welke elementen spelen daarbij een rol, etc. Overigens zijn de gekleurde cellen een representatie van de hierboven beschreven niveaus.
TIJD
1 Dag
1 Week
1 Maand
1 Kwartaal
5
10
18
25
Minimum
0
2
4
5
Gemiddeld
3
6
10
12
Uitgebreid
6
12
16
20
Alles
10
15
20
25
5 m2
0
2
4
5
25 m2
3
6
10
12
125 m2
6
12
16
20
500+ m2
10
15
20
25
Grofvuil
0
2
4
5
Grote winkelketens
3
6
10
12
Luxere winkels
6
12
16
20
Hoogwaardig design
10
15
20
25
VOORZIENINGEN
GROOTTE
KWALITEIT / AFWERKING
Dit hotel is echter niet een conventioneel hotel: het is gebonden aan een loterij. DE loterij. Iedere gast schrijft zich in voor de loterij die elke avond plaatsvindt. Niet zomaar een flauw kansspel zoals dat op tv wel eens te zien is, maar een spannende show waarbij gedurende de avond de beschikbare kamers verdeeld worden. Iedere gast betaalt hetzelfde vaste bedrag per dag om in het hotel te verblijven. Dat kan echter besteedt worden aan een ontzettend luxe kamer met een hele reeks aan voorzieningen, of je krijgt (als je pech hebt) een soort oprot-kamer waar je het liefst zo snel mogelijk weer uit wil. Of iets daar tussenin natuurlijk. En omdat iedereen hetzelfde betaalt, wil je natuurlijk perse een luxe kamer! Als je nou een slechte kamer gekregen hebt waar je toch maar een dag mag blijven, kun je de volgende avond weer meedoen om kans te maken op een betere kamer. Om het hoogste niveau toch als een hoofdprijs te zien, zijn er daar vanzelfsprekend veel minder van dan van de lagere niveaus.
Uiteindelijk is het dus zo dat het hotel en de loterij niet zonder elkaar kunnen bestaan. Het een is nodig om het ander te laten werken en andersom. Er is daarin geen tussenweg mogelijk. Als het hotel niet verbonden was geweest met de loterij, was het simpel een hotel geweest met extreem uiteenlopende luxeniveaus. In essentie bestaan er daar al zoveel van. Niet zo bijzonder meer. Tegelijkertijd, als de loterij het zonder het hotel zou moeten doen, dan is het niets meer dan een leuk kansspelletje. Wat kun je dan winnen? Een incheckticket? Jippie. Juist omdat ze niet zonder elkaar kunnen, maakt ze dat individueel sterker naar mijn mening. Het contrast tussen wel of geen bestaansrecht is erg groot, en dat gegeven vind ik erg interessant.