VAN DE REDACTIE
DOOR WALTER PAULI
NIET ALLEEN VOOR STUDENTEN DESIDERIUS ERASMUS WAS AFKOMSTIG VAN
Er zullen er altijd wel een aantal zijn die Erasmus zien als academisch toerisme, maar in essentie is het puik besteed overheidsgeld.
Rotterdam, werkte in Leuven en richtte zich tot heel Europa. Vijfhonderd jaar na zijn leven inspireert deze humanist de Europese Unie tot de organisatie van een internationale uitwisseling tussen studenten. Het is een van die ‘innovaties’ – nu toch al een kwarteeuw oud – die de universiteit de laatste decennia meer ‘universitas’ heeft gemaakt. Twintigers kunnen de eigen instelling inruilen om elders slimmer te worden. Van dergelijke kans tot verruiming van het blikveld konden vroegere generaties studenten enkel dromen. Voor hen kon er met veel geluk eens een studiereis af. Dat was het. Het is dus met veel sympathie, en een tikje jaloezie, dat oudere veertigplussers de kansen aanschouwen die de studenten van vandaag kunnen grijpen. Zeker, er zullen er altijd wel een aantal bij zijn die de Erasmusbeurs zien als academisch toerisme. Barcelona, Bologna of Firenze zijn populairder dan Hamburg of Manchester, en niet alleen om strikt academische redenen. Maar in essentie is Erasmus puik besteed overheidsgeld. Al was het maar omdat Erasmus zich richt tot jongelui die al een paar jaar universiteit achter de rug hebben. Erasmus spreekt dus knappe studenten aan, precies in díé jaren dat ze overtuigd zijn van hun eigen slimmigheid. Dat ze staan te trappelen om ‘het’ zelf in handen te nemen, weze het hun leven of meteen maar de hele maatschappij. En juist in die zelfzekere toestand (dat is geen kritiek maar een vaststelling, wij waren ook zo) worden ze gedropt in een andere land, in een ander onderwijssysteem, met een andere taal, met andere waarheden en vooronderstellingen, andere wetenschappelijke inzichten en methoden, en als het even meevalt onwaarschijnlijk interessante leeftijdsgenoten, ook buiten het lab of de bibliotheek. Er zijn weinig betere methoden die je tegelijk én met jezelf confronteren én je een boost van enthousiasme geven om er nog een paar jaar tegen te kunnen. In die zin trekt Erasmus door wat de soixanthuitards
in gang hebben gestoken: het opengooien van de ramen van gemakkelijk op zichzelf gerichte ‘tempels der wetenschap’. Over een mogelijke afschaffing van Erasmus spreekt dus niemand, ook niet in deze crisistijden, en dat is maar goed ook. Zowel bij de Europese Commissie als de Vlaamse universiteiten is vooral de wil aanwezig om Erasmus te verbeteren. En dat in het besef dat Erasmus eigenlijk steeds minder een ‘extratje’ mag zijn. Wie nadenkt, weet dat (internationale) ervaring tegenwoordig eigenlijk in de standaardopleiding van een masterstudent hoort. Natuurlijk brengt dat nieuwe problemen mee, en zoals dat zo vaak gaat zijn die (ook) van financiële aard. Alleen hebben decision makers in onderwijsland wel eens de neiging om dure plannen te maken. Om die te financieren, stellen ze een holdup op de publieke middelen voor. En als dat onmogelijk is, krijgt ‘de gebruiker’ een pistool op zijn hoofd: de student, zijn ouders. Vandaar de pleidooien voor (veel) hogere inschrijvingsgelden of, in het geval van Erasmus, voor studieleningen. Misschien kunnen de universiteiten nog ambitieuzer zijn door dichter bij huis te kijken. Waarom niet verplichten dat een Vlaamse student geen master kan worden zonder dat hij of zij x aantal studiepunten volgde in een andere Vlaamse (of Franstalige) universiteit. Zou het niet erg zinvol zijn om Leuvense studenten geneeskunde toe te laten dat ze fertiliteit aan de VUB studeren, en VUB’ers kennis te laten maken met het Leuvense ethische debat? Waarom Vlaamse studenten politologie geen workshop over de geschiedenis van de federale instellingen laten volgen in Louvainla-Neuve of Namen? Zeker, dan moet wettelijk veel veranderen, dat vereist ook bij ministers, parlementsleden, universiteitsbesturen en docenten een aanpassing van opvattingen en waarheden. Maar de ‘openheid van geest’ van de oude Erasmus hoeft toch niet alleen studenten te inspireren? KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 3
EXTRA
coverbeeld uit L’Auberge espagnole
Lezersservice Brieven aan de redactie: Raketstraat 50 bus 2, 1130 Brussel
[email protected] of via www.knack.be Redactie Raketstraat 50 bus 2, 1130 Brussel, tel. 02 702 46 51, fax 02 702 46 52 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur
[email protected] Adjunct-hoofdredacteur
[email protected] Directeur strategie
[email protected] Coördinatie
[email protected] Eindredactie
[email protected] Teksten Jan Braet, Jan De Deken, Hanne Ghyselen, Andreas Ilegems, Michael Ilegems, Koen Meulenaere, Stefanie Van den Broeck, Thomas Verbeke Fotografen Lies Willaert, Franky Verdickt Illustratie Steve Artdirector
[email protected] Vormgeving
[email protected] [email protected] Karen Willey Infografieken
[email protected] Drukkerijredactie
[email protected] Redactiesecretariaat
[email protected] Reclameregie Roularta Media, Z.1. Researchpark 120, 1731 Zellik. Tel. 02 467 56 11, Fax 02 467 57 57 www.roulartamedia.be Abonnementen tel. 078 35 33 13, fax 078 35 33 14
[email protected] www.abonnementen.be voor inschrijving, wijziging of informatie over uw abonnement Uitgever
[email protected] Verantwoordelijke uitgever
[email protected] Knack Extra is een uitgave van NV Roularta Media Group, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare Druk: Roularta Printing Gedelegeerd bestuurder Rik De Nolf Directeur magazines Xavier Bouckaert
03
Van de redactie
❘Door Walter Pauli.
06
12
GEWIKT
Hebben we iets in den vreemde ❘geleerd?
Wat win je nu echt met een verblijf aan een buitenlandse universiteit of hogeschool?
❘
CIJFERS
Erasmus in kaart Waar trekken de studenten naartoe, wie komt naar hier?
16
❘
NIVEAUVERSCHILLEN
De ene en de andere universiteit Eén punt van kritiek op Erasmus komt regelmatig terug: de niveauverschillen met de opleiding in het gastland zijn soms enorm.
08
Knack Extra is lid van de Raad voor de Journalistiek
DESIDERIUS ERASMUS
De man die studenten leerde reizen De wereldberoemde auteur van Lof der
❘Zotheid stelde zelfs al een beurs in.
20
❘
HOEZO, NAAR HUIS? Knack treedt toe tot de Jury voor ethische praktijken inzake reclame en houdt zich aan de Jurybeslissingen tot verwijdering uit haar uitgaven van reclame die strijdig is met de wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen. Indien u toch enige klacht heeft, verzoeken wij u om de JEP te contacteren: Barastraat 175, 1070 Brussel. www.jep.be
Dit magazine is auteursrechtelijk beschermd. Wenst u artikels te scannen, digitaal op te slaan, te drukken, meermaals te kopiëren of commercieel te gebruiken? Contacteer Ann Soete, 051 26 65 70. Meer info over uw rechten: www.presscopyrights.be.
4 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
De post-Erasmusdepressie Als uw huisgenoot na een half jaar Portugal plots alleen nog maar fado draait, is er mogelijk meer aan de hand dan een nieuwe muzikale passie.
LOF DER ONTHEEMDHEID
Bekend en onbekend Vlaanderen over hun Erasmuservaring, over hoe die tijdelijke ontheemdheid hen deugd heeft gedaan, in een enkel geval zelfs een tweede thuis opleverde. — opgetekend door Andreas en Michael Ilegems
25 JAAR ERASMUS INHOUD — NR. 2 — 18 JANUARI 2012
24
43
INTERVIEW
‘Elke student ❘ op Erasmus’
Toch als het aan Europees commissaris voor Onderwijs Androulla Vassiliou ligt. Plus Europarlementariërs en exerasmussers Saïd El Khadraoui en de Nederlandse Esther de Lange over de toekomst van het programma.
ERASMUS IN BELGIË
‘Werkt goed, zo zonder regering’ Wat vindt dat jong grut uit alle hoeken
❘van Europa nu van ons land?
46 50 ❘
23
❘
STRIP
Het land van Albert Door Steve Michiels.
❘
Et les autres
BLADSPIEGEL
Een overzicht van wat er nog zoal op de uitwisselingsmarkt is.
Rik Dorps Door Koen Meulenaere.
DE VOLGENDE KNACK EXTRA VERSCHIJNT OP 1 FEBRUARI
32
❘
DE PRAKTIJK
‘Harder werken dan hier’ Vier jongeren – en twee moeders – vertellen over hun recente Erasmuservaringen. Die bleken niet altijd te stroken met L’Auberge espagnole – soms wel.
38
ERASMUS MUNDUS
Vandaag de EU, ❘ morgen de wereld
De war for talent stopt niet aan de Balkan of op Gibraltar. Europa opent het volgende front.
m l i f m e n d o e b
Tvvan eigen
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 5
Erasmus in cijfers 213.266 studenten namen in 2009-2010 deel aan het Erasmusuitwisselingsprogramma, 6347 van hen waren Belg. Waar ze naartoe gaan, wie naar ons komt en vanuit welke studierichtingen ze dat doen, vindt u hier. Alle cijfers hebben betrekking op het academiejaar 2009-2010. Bron: Europese Commissie
25 universiteiten en hogescholen die de meeste Erasmusstudenten ontvingen Universiteit Granada
Spanje
Estudi General Universitat Valencia
Spanje
Universitad Politécnica Valencia
Spanje
Universitad Complutense Madrid
Spanje
1862 1770 1638 1601
Universiteit Bologna
Italië
1465
Universiteit Sevilla
Spanje
1449
Universitad Autonoma Barcelona
Spanje
1154
Universiteit Salamanca
Spanje
1152
Universita’ degli Studi Firenze
Italië
Sapienza-universiteit Rome
Italië
Universiteit Kopenhagen
Denemarken
Universiteit Barcelona
Spanje
Karlova-universiteit Praag
Tsjechië
Universiteit Alicante
Spanje
1101 1083 1046 1016 997 855
Vrije Universiteit Berlijn
Duitsland
Universiteit Wenen
Oostenrijk
Universiteit Linköping
Zweden
830
Technische Universiteit Kungliga
Zweden
813
854 831
Universitad Autonoma Madrid
Spanje
810
Universiteit Lund
Zweden
798
Universiteit Zaragoza
Spanje
791
Universiteit Uppsala
Zweden
768
Universiteit Ljubljana
Slovenië
756
Humboldtuniversiteit Berlijn
Duitsland
Katholieke Universiteit Leuven
België
Uppsala
Stockholm
Linköping
735 715
Kopenhagen
Lund
Berlijn Leuven
Praag Wenen Ljubljana
Bologna Firenze Zaragoza Salamanca
Barcelona Madrid
Alicante
Sevilla Granada 6 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Valencia
Rome
and
nin krij k
rijk
472
Ver
Ne de rla n
d
. Ko
1033 Frank
1516 Spanje
0 nstein Liechte
Letl
s
46 5
0
Cy
atië
nd
3
la
pr u
Kro
ije ak ow Sl
IJ s
lië
54
6
5 onderwijsinstellingen in België die de meeste Erasmusstudenten ontvingen
Ita
4
nd
sla
6
39
it Du
1
tu Por
298
8
Katholieke Universiteit Leuven
gal
715 Universiteit Gent
Bulgarije
9
eden 276 Zw
6347 Belgische studenten naar het buitenland
Litouwen 18
Université de Liège
9 nd 1
Estla
42
50
k krij 242
de
rla
Ver
nd
. Ko
nin
rijk
1626 Spanje
867 F rank
mbu
Hongarije
rg
78
76
a Luxe
n ge
len
Ma lt
we
Po
6
51 2
Ne
an
ijk
22 33 22 Ita
lië
7 d lan its
7
24
Du
4
53
12 12
l
tuga
Por
225
60
rken
69
ië ven 36
Slo
93
2
16
5 14
216 Hongarije
41 rg Luxe mbu
lta
8
nd
Ma
en
g we
nl a
or
chië
Tsje
len
Po
ke
te n
rij
No
8
ie
Oo s
37
46 241
292 Turkije
Gr
Ier
lan
Ro
In In in % %
33
52 D enem a
e
Studierichtingen richtingen
177 Finland
d 28
nië
35 35
den 84 Zwe
7300 buitenlandse studenten naar België
em
nr
chië
2
84
Université Catholique de Louvain
or No
d
4 10
98 Tsje
Gr ie ke nl
Oo s
te
96
Litouwen 96
n Estla
89
Bulgarije
80 Turkije
and
0
77
s
6
ije
Cy pr u
nd
nstein Liechte
atië Kro
ak
la
en
and
9
ow Sl
IJ s
mark
Ier l
10
36
em Ro
Letl
399
Dene
378
156
33
ië en
529
228 Finland
194
ië ven Slo
560 Vrije Universiteit Brussel
k
d
Sociale wetenschappen, economie/bedrijfskunde en rechten Geestesen cultuurwetenschappen Engineering Wetenschappen, wiskunde en informatica Geneeskunde en gezondheidswetenschappen Onderwijs Dienstverlening Landbouwwetenschappen en diergeneeskunde KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 7
Desiderius Erasmus
De man die studenten leerde reizen Desiderius Erasmus (1467-1536) is het schoolvoorbeeld van levenslang leren en studiemobiliteit in Europa. Tot na zijn dood, zelfs. Bij testament liet hij reizende studenten met zijn geld betoelagen. Is zijn model nog bruikbaar? — door Jan Braet – Ik verzoek om een heel eenvoudige maaltijd. Ik verlang alleen vliegen en mieren. God zij met je. – Wat spreek je daar in raadselen, ellendeling? Je houdt me toch niet voor een Oedipus die een sfinx in zijn bureaula heeft liggen? En toch stel ik mij voor dat je onder vliegen kleine vogels en onder mieren konijntjes verstaat. Maar alle gekheid terzijde. Nu gaat het erom een maaltijd te kopen. Je zou er dan ook goed aan doen niet langer in raadselen te spreken. God zij met je. – Ik begrijp nu heel goed dat je een Oedipus bent. Ik verlang niets anders dan kleine vogeltjes, hele kleintjes, en de konijntjes, laat die maar zitten! God zij met je, grootste ontraadselaar van raadsels.
Z
oals overal en altijd wanneer studenten zich vervelen tijdens een college, twitteren ze erop los als kleine vogels. Onbeschaamd, onder het oog van de professoren. Zo ook Fausto Andrelini en Desiderius Erasmus in 1498 aan de Sorbonne in Parijs. In zijn biografie Erasme parmi nous (1987) suggereert Léon Halkin dat de twee boezemvrienden het land hebben aan theologie. Ze voelen zich eigenlijk dichters. Hoe meer antieke teksten ze kunnen opduikelen, hoe liever ze het hebben. Het slijpt hun kennis van het klassieke Latijn, stelt hen in staat om het topzware middeleeuwse Latijn af te schudden. Ze zitten in een beweging die de middeleeuwen definitief ten grave draagt, en de renaissance tot volle bloei brengt. Ongodsdienstig zijn ze daarom niet, wel integendeel. Alleen, de scholastici hebben godsdienst zo bezwaard met explicaties en voetnoten dat de authentieke beleving verloren gaat. Terug naar de bron, zo predikt het christelijke humanisme, de new wave waarop Fausto en Desiderius surfen. En, overigens: wég met het ex-cathe8 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
©ERASMUSHUIS
LOF DER ZOTHEID Een dodelijk ironische catalogus van de menselijke zwakheden. (hier een bladzijde uit de editie van Johann Froben, 1521)
draonderwijs voor honderd man en meer. Kennisoverdracht moet plezierig zijn en gebeuren volgens de regels van de kunst van de conversatie. Bij voorkeur in kleine groepen, tijdens de maaltijd of een lange wandeling. Het liefst van jongs af aan, en zonder onderscheid tussen jongens en meisjes. First things first, echter. Zonder doctoraatsdiploma in de theologie geen mooi curriculum. Geen armslag in het netwerk van humanisten. Beperkte carrièrekansen aan vorstelijke hoven en kerkelijke instellingen. Maar afstuderen aan de Sorbonne? Onbegonnen werk. ‘Erasmus was nog niet bekwaam om in Parijs, Leuven of Keulen, de drie grote orthodoxe universiteiten van toen, dat doctoraat te behalen’, zegt Alexandre Vanautgaerden. De directeur van het Erasmushuis in Anderlecht kent de streken van zijn humanist: ‘In Turijn haalde hij zijn doctoraat in slechts enkele dagen. En toen hij in 1506 vanuit Italië zijn vrienden in Parijs, onder wie de drukker Jodocus Badius uit Asse, meedeelde dat hij doctor was geworden, dacht iedereen dat hij het had over de grote universiteit van Bologna. Erasmus bleef daar zeer wazig over, en liet hen in hun illusie.’ Wie zal het hem ten kwade duiden? Geboren in Rottterdam als bastaardkind van een priester. Door voogden in een augustijnenklooster bij Gouda gestopt. Naar Kamerijk gestuurd als privésecretaris van de bisschop. Vervolgens vooral op zichzelf aangewezen om te studeren. De jonge monnik Erasmus had de knepen van het overleven geleerd. Hij organiseert zijn studentenbestaan volgens een ambitieus drietrapsmodel. De kennis die hij al beheerst, maakt hij te gelde door privélessen te geven, Latijn in zijn geval. En terwijl hij nieuwe kennis opdoet – theologie, filologie – produceert hij zelf al leerKNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 9
▲
©ERASMUSHUIS
PORTRET VAN ERASMUS Door Hans Holbein, 1535 (kopie).
©ERASMUSHUIS
▲
boeken. Weinig studenten doen het hem tegenwoordig na, vindt ook Vanautgaerden: ‘Vandaag zien we het niet gauw gebeuren dat een masterstudent tegelijk ook boeken produceert. Een student in de theologie aan de KU Leuven die een theologisch werkstuk produceert nog voor hij doctor is, komt omzeggens niet voor. Maar de opleiding bevat nu dan ook veel meer cursussen dan toen. Dat is een zeer belangrijk aspect. We hebben een beetje de mogelijkheid verloren om terzelfder tijd te leren en te produceren. De dynamiek zoals die ten tijde van Erasmus bestond, is weg. Nu, Erasmus was ook wel een niet-alledaagse figuur.’ De vergelijking tussen toen en nu brengt Vanautgaerden tot een bespiegeling over het Erasmusprogramma van de Europese Commissie, dat sinds 1987 de studiemobiliteit organiseert tussen Europese universiteiten. ‘De studenten van onze tijd hebben het enerzijds gemakkelijk. Ze krijgen onmiddellijk een beurs, de structuren van de universiteiten zijn erop bedacht, en ze beschikken over voldoende middelen om te reizen. Het probleem nu is meer het kiezen van een geschikte universiteit. Er zijn er zoveel, en ze zijn van zulke verschillende niveaus. Veel diploma’s van vandaag hebben weinig waarde voor de toekomst. De vraag komt onvermijdelijk: “Oke, je hebt een universitair diploma, maar waar heb je het behaald?” In theorie kan iedereen naar om het even welke universiteit, alleen is de vraag welk arbeidersgezin de kosten voor universiteiten als Oxford of Cambridge zal betalen.’
Lof der zotheid Wie niet rijk is, moet het anders aan boord leggen. Laat Desiderius Erasmus opnieuw een voorbeeld zijn. Hij ontpopt zich van jongs af aan als een prima netwerker, niet het minst door zijn natuurtalent om tegelijk privéleraar, vaderfiguur en intieme vriend te zijn. Als de leerling toevallig van hoge afkomst is, dan lijkt de weg naar het succes verzekerd. Het begint in Parijs, waar de onbemiddelde Erasmus een zekere William Blount mag onderwijzen. Dat blijkt de toekomstige Baron Mountjoy te zijn, die hem bij het uitbreken van de pest uitnodigt om hem naar Engeland te vergezellen. En zo gaan voor Erasmus in Londen de deuren open van al wie er in humanistische kringen echt toe doet. Thomas More, auteur van de Utopia en later kanselier van Engeland. John Colet, het hoofd van St Paul’s School. En, ook niet de geringsten: William Warham, primaat van Engeland, aartsbisschop van Canterbury, en Thomas Linacre, lijfarts van Hendrik VIII. Tussen 1499 en 1517 zal Erasmus met regelmatige tussenpozen in Engeland verblijven om er zijn drietrapsprogramma verder te ontwikkelen: lesgeven, studeren – in Oxford en Cambridge! – en publiceren. Het zijn de jaren waarin Erasmus de grootst mogelijke mobiliteit aan de dag legt, en zijn ster pijlsnel ziet rijzen. Via Parijs belandt hij in 1503 voor het eerst opnieuw in de Nederlanden. In Antwerpen kan hij immers bij drukker Dirk Martens publiceren, een verzamelbundel waarin hij het theologische werkje Handleiding van de Christenstrijder opneemt, en een Lofrede op hertog Filips de Schone, bedoeld om een baantje als functionaris aan het hof van Bourgondië te versieren. Zo kan hij misschien geld lospeuteren voor de echt belangrijke publicaties. Dat lukt, en in 1505 wil hij met Bourgondisch geld een door hem verzorgde uitgave van een manuscript van zijn humanistische voorbeeld Lorenzo Valla laten drukken. Dirk Martens beschikt echter nog niet over voldoende Griekse lettertypes. Erasmus moet het Bourgondische milieu alweer verlaten en in Parijs de klus door Jodocus Badius laten klaren. Van 1506 tot 1509 realiseert hij eindelijk de natte droom van elke humanist in de renaissance: Italië bereizen. Hij krijgt zijn trip immers pas gefinancierd wanneer hij de twee zonen van Giovan10 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
ni Boerio, de Italiaanse lijfarts van Hendrik VII, mag begeleiden. Hij ziet er de heilige plaatsen, bezoekt bibliotheken en gaat om met filologen, Bijbelkenners en filosofen. Turijn, Padua, Ferrara, Siena, Rome en Venetië liggen op zijn weg. In de dogestad laat hij bij Aldus Manutius een nieuwe uitgave van zijn Adagia (een bloemlezing van Griekse en Latijnse spreuken) drukken, en slaat hij na enig aarzelen een uitnodiging van kardinaal Grimani om in zijn dienst te treden af. ‘Hij verlaat Italië omdat Engeland hem roept’, schrijft Halkin in zijn biografie. ‘Hij haast zich naar zijn tweede vaderland. Daar heeft zopas een nieuwe koning, een vriend van letteren en wetenschap, de troon bestegen: Hendrik VIII, die hem uiteindelijk zekerheid en een vaste werkplaats zal bezorgen.’ Terwijl hij op zijn paard de Alpen oversteekt, ontwerpt hij de contouren van zijn meesterwerk, Moriae encomium, sive Stultitiae laus, beter bekend als Lof der Zotheid. Hij voltooit die dodelijk ironische catalogus van de menselijke zwakheden, verhaald door de Zotheid zelf, in het huis van zijn vriend Thomas More. Zijn onverholen toespelingen op de wantoestanden in de ‘bloedeloze’ katholieke kerk, de abominabele aflatenhandel voorop, bezorgen hem in kerkelijke en universitaire middens gevaarlijke vijanden, hoe-
‘Altijd op dezelfde plaats te blijven, als een oester of een sponsdier aan dezelfde rots te kleven, is dat het laatste woord van de vroomheid?’ Thomas More over de critici van Erasmus’ reislust
Wereldburgers
RENAISSANCEZAAL ERASMUSHUIS De middeleeuwen ten grave gedragen, de renaissance tot volle bloei gebracht.
wel paus Leo X en diens opvolger, de Nederlander Adrianus VI, zijn hervormingsideeën niet meteen verketteren. Voor de fundamentalist Martin Luther gaat zijn kritiek echter niet ver genoeg. Tussen twee vuren beland, polemiseert Erasmus met een retorische glans die elke tegenstand doet verbleken. Zijn thuis is waar zijn werken verschijnen. In Parijs, waar Gilles de Gourmont in 1511 Lof der Zotheid drukt. In Leuven, waar Dirk Martens zich inmiddels gevestigd heeft. (Erasmus komt in de Lage Landen op krachten bij kanunnik Pieter Wyckman in het idyllische Anderlecht, in het huis dat nu zijn naam draagt, het museum geleid door Alexandre Vanautgaerden.) In het tolerante Bazel ten slotte, bij zijn oude vriend, de drukker Johann Froben. ‘Erasmus heeft meer geschriften gepubliceerd dan een filoloog tegenwoordig in zijn hele leven leest’, schrijft Halkin. Zijn mobiliteit, door geen van de straks 3 miljoen Erasmusstudenten ooit te evenaren, wekt de afgunst van velen. En het is Thomas More die die criticasters lik op stuk geeft: ‘Altijd op dezelfde plaats te blijven, als een oester of een sponsdier aan dezelfde rots te kleven, is dat het laatste woord van de vroomheid?’ De laatste jaren van zijn leven bezint de afgepeigerde, zieke humanist zich in Bazel over zijn nalatenschap. ‘We hebben drie versies van zijn testament’, zegt Vanautgaerden. ‘In de eerste denkt Erasmus vooral aan het voortbestaan van zijn eigen oeuvre. Het grootste deel van zijn geld is bestemd voor de publicatie van de Opera omnia, zijn verzameld werk, door Johann Froben. Maar in de laatste versie is deze beschikking geschrapt. Ze is vervangen door de creatie van een reis- en studiebeurs, vooral voor arme studenten en met de bepaling dat er een evenwicht moet zijn tussen vrouwelijke en mannelijke studenten.’ Een moderne opvatting, ingegeven door de manier waarop zijn vriend Thomas More zijn twee dochters opvoedt.
De Italiaanse onderzoekster Lucia Felici retraceerde de werking van de Erasmusstiftung tussen 1536, het jaar van Erasmus’ dood, en 1600, toen het geld op was. De organiserende universiteit van Bazel verdeelde meer dan 12.000 subsidies en beurzen, zonder levensbeschouwelijk of geografisch onderscheid. Het niet-discriminerende karakter van het fonds maakte het tot een ‘aantrekkingspool voor migrerende studenten in Europa’ en tot ‘een factor in de culturele bloei van de universiteit en gemeenschap van Bazel’. De beursstudenten werden verondersteld om de naam en faam van Erasmus te verdedigen, zijn dragende idee van tolerantie in de verf te zetten en bij te dragen tot de culturele en sociale vooruitgang van de burgergemeenschap. ‘Arme’ studenten, denkers, bannelingen en geestelijken uit heel Europa, uit Duitsland en Zwitserland in het bijzonder, genoten van de beurs. Onder hen zowel protestanten, katholieken, joden, Grieks-orthodoxen als ketters. Er ontstond een netwerk van studenten en professoren, diep doordrongen van ‘het bewustzijn de vruchten te hebben geplukt van het grote, door Erasmus ontworpen culturele project’. Er is een bedankbrief bewaard van Hugo Blotius aan de zoon van Erasmus’ executeur-testamentair, Blasius Amerbach. De Nederlandse student in de rechten toont zich zeer erkentelijk dat hij dankzij de Erasmusbeurs zijn in Leuven onderbroken studies – vanwege de oorlog tegen Spanje – kon verderzetten. Zo was hij in staat om ten slotte bibliothecaris te worden aan de Wiener Hofbibliothek, een der grootste universele bibliotheken ter wereld. Zijn levensproject was de oprichting van een museum en bibliotheek van de menselijke soort, op een van oorlogen gevrijwaard territorium. Hij reisde er heel Europa voor af, maar kreeg het niet van de grond. Wereldburgerschap, de eenheid van Europa, het waren voor Erasmus geen ijdele begrippen. ‘Hij dacht een soort homogeniteit voor Europa te kunnen bereiken met het Latijn’, zegt Vanautgaerden. ‘Hij koos consequent voor het Latijn en tegen de ontwikkeling van de nationale talen, want hij had wel begrepen dat daardoor de natiestaten aan kracht zouden winnen, en hij was tegen zo’n model van Europa.’ Erasmus’ gebrek aan kennis van de landstalen brak hem in Engeland en Italië enkele keren zuur op. Geestesgenoten als François Rabelais en Michel de Montaigne kozen wel voor moderne talen. Behalve het Latijn, dat hij zelf grondig vernieuwde, beheerste Erasmus het klassieke Grieks en had hij noties van het Hebreeuws. ‘Een beetje archaïsch toch wel’, vindt Vanautgaerden. Vandaag wordt Erasmusstudenten de mogelijkheid geboden om een vreemde, moderne taal te leren. Communiceren in een eenheidstaal, met name het Engels, is in vele Europese landen problematisch. In theorie even geschikt als andere moderne talen om complexe gedachten helder mee uit te drukken, in de praktijk helaas ondermaats: het belabberde niveau van de communicatie in het Engels op het internet liegt er niet om. Tot een babylonische situatie van algemene spraakverwarring is het nog niet gekomen. Het Erasmusprogramma heeft een dynamische situatie gecreëerd die studenten stimuleert tot meertaligheid. De meest succesvollen onder hen blijken vlot drie talen te beheersen. Betekent het verkiezen van meertalige communicatie boven een eenheidstaal uiteindelijk winst of verlies? ‘Geen winst of verlies, het is een verandering. We moeten vandaag leven. Erasmus had de mogelijkheid om in één taal te leren en te communiceren. Ja, dat is afgerond. Afgelopen. Verleden tijd.’ Zo spreekt de directeur van het Erasmushuis, die zelf perfect Latijn spreekt. KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 11
Gewikt en gewogen
Hebben we überhaupt iets in den vreemde geleerd? Wat win je als student nu écht door een tijdje in het buitenland te vertoeven? — door Michael Ilegems
12 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
D
DUART DANIEL/ISOPIX
e Europese Commissie pompt jaarlijks meer dan 450 miljoen euro in Erasmus, waaraan ondertussen ruim vierduizend onderwijsinstellingen uit 33 Europese landen deelnemen. Houdt de Commissie de resultaten van die inspanning eigenlijk een beetje bij? ‘Naast het feit dat ze registreert hoeveel Europese jongeren precies op Erasmus vertrekken, waar ze naartoe gaan en wat ze zoal studeren, moeten alle Erasmusstudenten achteraf
in opdracht van Europa ook een enquête invullen’, legt Geneviève Cochez uit, verantwoordelijke van de afdeling Internationale Betrekkingen van de UGent, een van de Vlaamse onderwijsinstellingen die al sinds de opstart bij Erasmus betrokken zijn. ‘Die evaluatiedocumenten komen bij het nationale agentschap EPOS (Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking, nvdr.) terecht, dat de gegevens verwerkt en aan de Commissie bezorgt. Alle 33 landen die aan Erasmus deelnemen, hanteren die werkwijze. Die schat aan informatie gebruikt de Europese Commissie voor onderzoekswerk.’ Alle Erasmusonderzoeken door en in opdracht van de Commissie staan integraal op haar website, onder de rubriek ‘Education & Training’. EPOS bewaart alle evaluatierapporten van Belgische studenten op zijn webstek.
Zachte vaardigheden
ZELFREDZAAMHEID ‘Wij verplichten onze studenten zélf hun vervoer en verblijf in het buitenland te regelen’, aldus Mark Devenyns van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende.
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 13
▲
Wat studenten nu echt opschieten met een Erasmusuitwisseling is, aldus Cochez, ‘nog altijd moeilijk volledig objectief te bepalen. Ze verwerven naar eigen zeggen een aantal belangrijke soft skills. Zo’n studie in het buitenland maakt hen socialer en flexibeler, en verplicht hen om een nieuwe taal aan te leren of een bekende taal nog beter onder de knie te krijgen. Wij, van de UGent, stellen bovendien vast dat studenten in de academiejaren na zo’n uitwisseling zelden slecht of slechter presteren. Sterker nog: wie in het verleden wel eens bleef hangen, doet het na Erasmus vaak een stuk beter. De uitwisseling geeft studenten dus zeker een extra stimulans.’ Cochez houdt zich vooral bezig met de administratieve kant van Erasmus. ‘Een steeds weerkerend probleem op dat vlak is de onzekerheid over hoe groot de Erasmusbeurs precies is. Dat bedrag wordt bepaald door het ministerie van Onderwijs, op advies van een comité met vertegenwoordigers van de Vlaamse hogescholen en universiteiten. Op dit moment kennen we het plaatje voor volgend jaar nog niet. Dat maakt het elke keer weer lastig om studenten te overtuigen.’ ‘Ik heb het in mijn cursus wel eens over internationale muziekpedagogie,’ aldus Thomas De Baets, ‘maar het is pas als studenten naar een ander land gaan en ervaren hoe het er daar toegaat dat ze hun horizon echt verbreden.’
De Baets doceert muziekpedagogie aan het Leuvense Lemmensinstituut. ‘Alle positieve en negatieve ervaringen daarvan integreren ze automatisch in hun verdere studiecarrière en hun beroepsleven. ‘Sommige studenten zijn bij hun terugkeer nauwelijks veranderd, maar verreweg de meesten hebben wel een serieuze ommezwaai gemaakt’, aldus Thomas De Baets. ‘Een half jaar of een jaar weg zijn van je familie, je vrienden of je lief is voor jonge mensen vaak ook een drastische verandering, al hebben studenten via de sociale media tegenwoordig meer contact met het thuisfront. Dat geeft hen ongetwijfeld een comfortabeler gevoel.’ Het zijn overigens niet alleen de studenten die internationaler denken, ook de docenten en de scholen doen dat. ‘Zo geef ik, in het kader van Erasmus Staff Mobility, wel eens les aan een buitenlands instituut’, zegt De Baets. Ik ben ook bestuurslid van de European Association for Music in Schools (EAS), die twee tot drie keer per jaar samenkomt. Tijdens die vergaderingen gaat het niet noodzakelijk over Erasmus, maar in de wandelgangen wordt er wél over gesproken. Ik kan mijn studenten zo in contact brengen met buitenlandse docenten die ik ondertussen persoonlijk ken, en dat is vaak toch een enorm voordeel, bijvoorbeeld bij het kiezen van de Erasmusbestemmingen.’ Dat elke onderwijsinstelling toch een andere ‘geest’ heeft, vindt de Lemmensdocent een minder evident aspect van Erasmus. ‘In theorie zorgt het ECTS (European Credit Transfer System, nvdr. ) ervoor dat je alle vereiste competenties aan verschillende Europese scholen kunt verwerven, maar in de praktijk is dat toch wat anders. We hebben het al meegemaakt dat een student met een achterstand terugkeert die we dan moeten wegwerken door zijn programma aan te passen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Ook de rol van de docent is in zo’n Erasmusperiode naar mijn mening nog te beperkt. Studenten in het buitenland brengen wel maandelijks verslag uit bij de Erasmuscoördinator, maar zolang er zich geen problemen voordoen, worden de docenten niet altijd van alle nieuws op de hoogte gebracht. De meeste docenten blijven wel in contact met hun studenten, maar niet altijd op een formele manier. Eigenlijk zou de docent de groei van een
LIEN VAN DE KELDER (29) ❘ ACTRICE
REPORTERS
Van alle erasmussers in Montpellier waren de Belgen veruit de beste in Frans. Maar hoe vlotter je Frans sprak op mondelinge examens, hoe meer moeilijke bijvragen je kreeg. Na een tijdje hadden we dat door en maakten we soms expres taalfouten. Zo waren we er het snelst van af en hadden we toch nog de beste punten. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
▲
student in het buitenland van de eerste tot de laatste dag moeten volgen.’
Zelfredzaamheid De docenten van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) volgen het doen en laten van hun studenten in het buitenland bijna dagelijks op de voet. Mark Devenyns geeft er toeristische geografie en organiseert de Erasmusstages voor laatstejaars toerisme en recreatiemanagement. ‘Tijdens hun stage in het buitenland vragen we hen driewekelijks een zelfevaluatie te maken en wekelijks een evaluatie van de stageplaats’, zegt hij. ‘Ze moeten ook dagelijks een logboek bijhouden, dat ze digitaal aan ons bezorgen. Daarnaast nemen wij heel geregeld contact op met hun stagementor, en bezoeken we de stagiair zelfs één keer ter plaatse.’ Een stage evalueren, blijft volgens Devenyns echter een probleem. ‘Met het huidige quoteringssysteem kan iemand bijvoorbeeld een onvoldoende halen voor de taal van het land waar hij verblijft, maar dat cijfer compenseren door gewoon elke dag op tijd op zijn stage te komen en zo het maximum te halen voor dat onderdeel. Dat zou eigenlijk niet mogen.’ Devenyns noemt zelfredzaamheid het belangrijkste voor een Erasmusstudent. ‘Wij verplichten onze studenten zélf hun vervoer en verblijf in het buitenland te regelen. Enkel en alleen de taal spreken is bij ons dus niet voldoende om aanspraak te maken op een Erasmusbeurs. De student moet ook in staat zijn in een vreemd land de nodige contacten te leggen en zijn plan te trekken.’ In weerwil van zijn naam krijgt de Erasmushogeschool in Brussel zijn eigen studenten maar moeilijk overtuigd de stap naar het buitenland te zetten. De school ontvangt jaarlijks wel behoorlijk veel studenten. Kris Steenhaut, die bij de industriële ingenieurs doceert: ‘Wij hebben al jaren veel meer 14 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Volgens een VOKA-studie prefereren de meeste ondernemers schoolverlaters met internationale ervaring.
inkomende dan uitgaande Erasmusstudenten. Die buitenlandse studenten moeten in het project Internationalisation@home, dat we al tien jaar met de VUB organiseren, in teamverband samenwerken met onze studenten. Daar zijn heel wat voordelen aan verbonden. Zij brengen hun expertise en eigen manier van werken mee, wij proberen dat te integreren in het groepswerk. Onze Belgische studenten leren in een internationale omgeving te werken, waar het Engels de voertaal is. Dat loopt zeer goed.’ De studenten van de Brusselse hogeschool kunnen ervoor kiezen om hun bachelor- of masterthesis in het buitenland te schrijven. ‘Maar we merken dat velen daar veeleer weigerachtig tegenover staan. Ze zijn bang voor de taalbarrières, of voor de kostprijs en de duur van een Erasmusuitwisseling. Sommigen vrezen ook dat ze in den vreemde minder goed begeleid zullen worden. Het zijn logische bekommernissen, maar toch willen wij alles in het werk stellen om meer studenten te motiveren om in
MATTHIAS BRANTEGEM (22) ❘ STUDENT POLITIEKE WETENSCHAPPEN
GF
Van de vele dingen die ik op Erasmus in Spanje geleerd heb, is sneeuwkettingen leggen me het meest bijgebleven. (lacht) Dat heb ik gedaan op het dak van een bus die ergens tussen Madrid en Valencia vastzat in de sneeuw. Zeven uur later dan gepland bereikte ik Valencia. Daar scheen de zon. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
het kader van Erasmus naar het buitenland te gaan.’
Arbeidsmarkt Er zijn Erasmusstudenten die ontgoocheld terugkeren, omdat de kwaliteit van deze of gene opleiding in een ander land beduidend lager ligt, waardoor hun credits niet erkend worden, of in elk geval niet au sérieux genomen worden. Volgens Tim Deprez van de UGent doet dat zich niet of veel minder voor bij Erasmus Mundus, het programma van de Europese Commissie dat het Europese hoger onderwijs bekend wil maken in de wereld en dat Deprez voor de UGent coördineert. ‘Dat is naar mijn mening beter gestructureerd’, zegt Deprez. ‘Studenten kunnen daarin bijvoorbeeld kiezen voor een gezamenlijk programma, waarbij ze lessen volgen aan universiteiten in verschillende landen. De keuze is beperkter – de UGent werkt bijvoorbeeld met maar zes andere internationale universiteiten samen, waaronder die van Oviedo in Spanje en Klaipeda in Litouwen – maar de begeleiding is beter en de academische kwaliteit hoger.’ De hoogte van de Erasmus Mundusbeurzen verschilt van land tot land. ‘En er komt zowel voor de universiteit als voor de student meer administratie bij kijken’, zegt Deprez. ‘Persoonlijke problemen – zich niet kunnen aanpassen, heimwee – duiken hier natuurlijk ook weer op. Onderschat dat niet: studenten die in een totaal andere cultuur terechtkomen, zoals die van Litouwen, kunnen echt wel een cultuurshock krijgen.’ De vraag die het meest gesteld wordt, blijkt nog het moeilijkst te beantwoorden. Hoe goed scoort een Erasmusuitwisseling op het cv van pas afgestudeerden? Op de website van de Europese Commissie staat een onderzoek uit 2006, uitgevoerd door de universiteit van het Duitse Kassel. Daaruit blijkt dat de interesse voor jongeren die op Erasmus geweest zijn groter is bij werkgevers uit Centraal-
en Oost-Europese landen dan bij WestEuropese bedrijfsleiders. In die contreien kan iemand met internationale ervaring bovendien aanspraak maken op een substantieel hoger loon. Het moet wel gezegd dat slechts 312 van de in totaal 4500 gecontacteerde ondernemingen aan het bewuste onderzoek hebben deelgenomen, wat meteen vragen doet rijzen over de representativiteit ervan. Een studie uit 2008 van de universiteiten van Twente en Kassel is nog veel vager in zijn conclusies: ‘Buitenlandse studies helpen jongeren naar verluidt gemakkelijker aan werk, en werkgevers verkiezen iemand met buitenlandse ervaring vaak boven iemand zonder internationale ervaring’, luidt het. ‘Toch kunnen wij niet exact bepalen welke invloed een Erasmuservaring op de professionele carrière van jongeren heeft.’ ‘Er wordt vaak gezegd dat een buitenlandse ervaring goed staat op je curriculum, maar je hoort evengoed cowboyverhalen die dat tegenspreken’, aldus Hakima El Meziane, adviseur onderwijs en diversiteit van het Vlaams netwerk van ondernemingen VOKA. ‘Om eindelijk wat duidelijkheid te scheppen, hebben wij de Vlaamse ondernemers bevraagd over het belang van internationale studentenmobiliteit.’
Toegangsticket VOKA maakte eind 2010 een enquête op in samenwerking met een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en het hoger onderwijs. 217 ondernemingen vulden die in, zowel kmo’s als grote bedrijven uit verschillende sectoren. 43 procent van de respondenten vindt een studie in het buitenland belangrijk. Bij de kwaliteiten die schoolverlaters in de ogen van Vlaamse werkgevers idealiter hebben, staat internationale mobiliteit op de vierde plaats – na praktijkervaring, afstudeerrichting en ervaring in het verenigingsleven. De meerderheid van de bevraagde
ondernemers (58 procent) vindt een pas afgestudeerde met internationale ervaring interessanter. 29 procent ziet geen verschil en 11 procent geeft helemaal geen voorkeur aan iemand die gestudeerd heeft in het buitenland. Op de vraag of een buitenlandse ervaring een belangrijk aanwervingscriterium is, antwoordde 25 procent ja. Voor 41 procent is het dat in sommige gevallen. ‘Pas afgestudeerden durven wel eens te denken dat een buitenlandse ervaring hun toegangsticket is tot de arbeidsmarkt. Dat hebben wij hier duidelijk genuanceerd’, aldus El Meziane. In de enquête werd ook nog gepeild naar de belangrijkste competenties die jongeren met buitenlandse ervaring zouden moeten hebben. Vaardigheden en attitudes als zelfstandigheid, flexibiliteit en ondernemerszin primeren hier duidelijk op kennis. ‘Bedrijven vinden het een groot pluspunt als jongeren hun plan kunnen trekken en hun sociale vaardigheden kunnen aanscherpen in nieuwe, voorheen onbekende omgevingen, en dus autonomer worden’, zegt de onderzoekster. ‘In een economie die steeds mondialer wordt, zijn internationale connecties een must om als onderneming succesvol te blijven. Ondernemingen hebben dus werknemers nodig met een brede kijk op de wereld, die die wereld ook in willen, in plaats van de kerktorenmentaliteit die nog sterk aanwezig is in Vlaanderen. Daarom zijn jongeren die, bijvoorbeeld in het kader van Erasmus, in het buitenland gestudeerd hebben zo interessant voor bedrijven.’ Volgens VOKA moet de ‘mobiliteit’ van onze Vlaamse studenten dus nog omhoog. El Meziane: ‘We moeten een voorbeeld nemen aan de Scandinavische landen, waar studentenuitwisseling zelfs al in het secundair onderwijs ingeburgerd is. Daar wordt internationaal denken en wereldwijsheid er met de paplepel in gegoten, terwijl het bij ons toch nog veeleer uitzondering dan regel is.’ KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 15
F
antastische levenservaring, interculturele ontmoetingen, in dat slag termen wordt meestal over Erasmus gesproken. Kritiek geven is zelfs een groot taboe, zegt emeritus professor Yvan Vanden Berghe, die jarenlang geschiedenisvakken doceerde aan de Universiteit Antwerpen. ‘Wie ook maar één kritisch woord durft te uiten, wordt meteen in het hokje van de Europahaters geduwd.’ De ‘gigantische niveauverschillen’ tussen de deelnemende landen zijn Vanden Berghe een doorn in het oog. ‘Op de Vlaamse universiteiten ligt het niveau erg hoog, zeker als je het vergelijkt met landen als Italië, Spanje en Griekenland. Daar vind je natuurlijk wel enkele topuniversiteiten, maar over het algemeen staan die landen niet bekend om hun schitterende onderwijs. En toch zijn net dat de plekken waar de meeste studenten naartoe trekken. Ze zouden naar prima universiteiten in Duitsland of Zweden kunnen, maar de toerismelijn richting zuiden is een stuk aantrekkelijker.’ In theorie moeten studenten op hun Erasmusbestemming dezelfde vakken volgen als thuis, in de praktijk is dat vaak onmogelijk, stelt Vanden Berghe. ‘Studenten kunnen een moeilijk vak als statistiek soms omzeilen met pakweg de geschiedenis van de Italiaanse cinema, simpelweg omdat je niet overal statistiek kunt volgen. En als ze al gegeven wordt, dan ligt het niveau vaak veel lager.’ Ook de ‘taalkwestie’ is volgens de emeritus professor een heikele zaak. ‘Het is de bedoeling dat je colleges volgt in de plaatselijke taal. Maar de meesten van onze studenten kennen helemaal geen Italiaans, Spaans of Grieks. Aan Italiaanse universiteiten krijg je trouwens al de helft van de punten als je gewoon aanwezig bent. Zonder één woord Italiaans te kennen. Zelf heb ik ook nog Italiaanse Erasmusstudenten gehad. Die spraken amper Engels, laat staan Nederlands. En toch verwachtten ze dat ik hen liet slagen. Ik herinner me nog dat ik aan zo’n student vroeg waarom hij in Vlaanderen kwam studeren. ‘Here I can read English book.’ Dat was zijn antwoord!’
Eerst een diploma, dan op reis Begrijp me vooral niet verkeerd,’ benadrukt Vanden Berghe, ‘ik ben een voorstander van Erasmus. Maar er moet 16 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Niveau verschillen
DE ENE UNIVERSITEIT IS DE ANDERE NIET Eén punt van kritiek over Erasmus komt regelmatig terug: het niveau in sommige – lees: zuiderse – landen staat niet helemaal op punt, en dat is nog zacht uitgedrukt. — door Stefanie Van den Broeck
Belgische Erasmusstudenten
6347 Gemiddelde beurs per maand voor een Belgische student
€ 225 CIJFERS 2009-2010
ACADEMISCHE VAKANTIE Studeren onder een zuiderse zon zou volgens sommigen al te aantrekkelijk zijn.
Ook professor Wim Soetaert van de Gentse faculteit Bio-ingenieurswetenschappen is kritisch. ‘Op zich is Erasmus best een goed systeem, maar de hele bamahervorming zorgt voor rampzalige toestanden. Alle universiteiten en hogescholen worden op één hoop gegooid, zonder kwaliteitsvoorwaarden. Zo krijgen wij op onze faculteit geregeld studenten uit Spaanse hogescholen over de vloer die het niveau spectaculair verlagen. Ze hebben veel minder kennis en hun Engels is erbarmelijk. Ik kan hen niet weigeren voor mijn vak, maar ze slagen bijna nooit. Vice versa is dat wel
21 op 20 Om op de kwaliteit te kunnen toezien, werken de universiteiten met vaste partners in het buitenland. ‘De akkoorden worden afgesloten op faculteitsniveau’, legt Van Hove uit. ‘Iedere faculteit heeft een coördinator die voldoende contacten heeft met de buitenlandse coördinatoren. Dát is de sleutel tot kwaliteit. Bovendien KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 17
▲
grondig aan het concept geschaafd worden. Het lijkt me eerder iets voor wie al afgestudeerd is en een extra masterjaar wil volgen in het buitenland. Op voorwaarde dat je de taal van dat land beheerst, uiteraard. Dan kun je tenminste praten met de plaatselijke bevolking, in plaats van rond te hangen met internationale studenten. Daarnaast lijkt het me interessant om een stagejaar te organiseren in het buitenland, zodat studenten er echt iets aan hebben. Nu ligt de klemtoon te zeer op kwantiteit: ieder jaar moet je meer studenten uitsturen.’
anders: als onze studenten naar Spanje trekken, zijn ze gegarandeerd de primus van de klas.’ ‘Kritiek geven is natuurlijk makkelijk’, zegt Piet Van Hove, afdelingshoofd Internationale Samenwerking aan de Universiteit Antwerpen. ‘Je mag een opleiding niet te ouderwets bekijken. Misschien ligt de nadruk in sommige landen iets minder op encyclopedische kennis, maar dat is toch niet per se verkeerd? De maatschappij verandert, dus studenten hebben ook creativiteit en innovatie nodig. Ze moeten leren hoe ze problemen kunnen oplossen. Erasmus brengt hen heel wat vaardigheden en attitudes bij.’ Volgens Van Hove kun je niet zomaar stellen dat het niveau in bepaalde landen lager ligt dan hier. ‘In Spanje en Italië zijn ook heel goede universiteiten. Erasmus is trouwens een democratisch programma: het is niet de bedoeling dat alleen de primussen naar de allerbeste universiteiten kunnen. Al wil dat ook weer niet zeggen dat het vrijblijvend is. De studenten moeten vakken volgen die in hun curriculum passen. Voor ze vertrekken, moeten ze een concreet plan laten goedkeuren. De ene opleiding is wel flexibeler dan de andere: economiestudenten hebben bijvoorbeeld relatief veel vrijheid, terwijl de eisen bij farmacie heel streng zijn.’
GF
RENÉE SLEGERS (21) ❘ STUDENTE PSYCHOLOGIE
Met een studentenkaart van de Aarhus Universitet in Denemarken kun je de universiteitsgebouwen de klok rond binnen. Daar hebben wij erasmussers gebruik van gemaakt door er stiekem nachtelijke feestjes te organiseren, waarbij elke student een typisch gerecht uit eigen land meebracht. Mijn chocomousse en petit-beurretaart vielen in de smaak. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
▲
krijgen we ieder jaar feedback van de studenten.’ Die komen vaak met schitterende resultaten terug. Soms moeten die punten zelfs worden ‘afgeroomd’, kwestie van het eerlijk te houden. ‘Maar dat is toch niet zo abnormaal? Punten zijn tenslotte een relatief gegeven. In Italië bestaat er zelfs een systeem waarbij studenten 21 op 20 kunnen halen. Dat moeten we wel vertalen naar onze manier van quoteren. Sommige landen geven consequent hoge punten, en die passen we dan aan.’ Professor Luc François, aan de Universiteit Gent verantwoordelijk voor internationale betrekkingen, vindt dat er te veel heisa is over die punten. ‘Daarover doen veel fabeltjes de ronde. Er is een systeem waarbij de verschillende ‘puntentradities’ worden omgerekend naar onze ‘nationale’ traditie. Het concrete cijfer dat de student in een gastuniversiteit krijgt, is minder belangrijk dan het cohort – van ‘topgroep’ tot ‘net geslaagd’ – waartoe hij behoort. Op basis daarvan worden de cijfers aangepast, zonder de student te bevoor- of te benadelen. Vreemd genoeg hoor je nooit iets over het omgekeerde: de punten van studenten die uit Frankrijk terugkeren, worden soms verhoogd.’ François benadrukt dat de UGent op zoek gaat naar kwaliteit. ‘We sturen de studenten niet op onbekend terrein. We rekenen op onze professoren en hun contacten in het buitenland. En zij gaan heus niet over één nacht ijs. De beslissing wordt goed overwogen, er wordt nagegaan of de vakken in de gastinstelling wel binnen het Gentse curriculum passen. Bestaande akkoorden worden ook geëvalueerd, door uitgaande én inkomende studenten. Als de kwaliteit ondermaats blijkt, worden ze stopgezet. Soms kan het weleens fout lopen, als er bijvoorbeeld ter plaatse een aantal vakken gewijzigd worden. Maar dat zijn eerder uitzonderingen.’ 18 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Spanje De meeste Erasmusstudenten zijn best tevreden over de academische kant van hun internationale ervaring. Dat blijkt uit het recentste rapport van EPOS, het Vlaamse agentschap dat over de uitvoering van het Europese ‘levenslanglerenprogramma’ waakt. Van de studenten die tussen 2005 en 2008 naar het buitenland trokken, vond een kleine 10 procent dat zijn wetenschappelijke en/of professionele kennis onvoldoende werd verruimd. De meerderheid vond die kennisoverdracht wel goed en een kwart omschreef die zelfs als ‘uitstekend’. Nederland scoort het best: bijna negen op de tien Vlaamse erasmussers vonden dat hun verblijf in Nederland een grote academische meerwaarde had. Voor Spanje zijn dat er maar zes op de tien. En toch is Spanje de populairste bestemming. Persverantwoordelijk Sicco Wittermans van de VUB beaamt het niveauverschil met sommige landen – ‘Italië is daar een goed voorbeeld van’ – maar er is meer dan het puur academische. ‘De studenten krijgen er heel wat vaardigheden mee en er is natuurlijk de culturele component: als je bijvoorbeeld kunstgeschiedenis studeert in Firenze, krijg je wel een heel pak bagage mee.’ Europa blijft inzetten op meer: steeds méér studenten moeten naar het buitenland. Dat is volgens de Antwerpse rector Alain Verschoren zeker een goede zaak. Bij het begin van dit academiejaar opperde hij zelfs dat álle universiteitsstudenten verplicht een periode naar het buitenland zouden moeten. Al besefte hij wel dat zo’n Erasmusverblijf vaak te vrijblijvend is en dat veel studenten het beschouwen als een ‘academische vakantie’. Daarom leek het hem een goed idee om als universiteit met een beperkt aantal goede partneruniversiteiten samen te werken en systematisch kleine groepen studenten uit te wisselen.
Die ‘afslanking’ van het aantal partners spreekt ook Kathleen Van Heule van Hogeschool Gent wel aan. ‘Wij werken nu met ongeveer 380 partners. Dat is vrij veel. Dat we 18.000 studenten hebben, verklaart natuurlijk ook al iets. Maar in de toekomst moeten we misschien toch wat kritischer durven te zijn, alleen al om alles administratief geklaard te krijgen. Ook de kwaliteit van de opleidingen moet je altijd in de gaten blijven houden. Daarvoor rekenen we op de experts binnen onze opleidingen. Zij trekken naar de plaatselijke instellingen en leggen daar contacten. Akkoorden worden ook geëvalueerd: als de punten van de studenten bijvoorbeeld niet goed onderbouwd worden, kunnen we de samenwerking stopzetten. Heel af en toe sturen we zelfs een inkomende Erasmusstudent terug, omdat zijn Engels bijvoorbeeld ondermaats is. Als je niet streng
MARIEKE HELSEN (31) ❘ LERARES GODSDIENST
GF
In Oxford was er een vak waar ik als enige voor kwam opdagen. Blijkbaar had niemand anders zich ervoor ingeschreven en vond de docent het niet nodig om les te geven. Toen ik hem contacteerde, deed hij een voorstel: “Zeg tegen je docenten in Leuven dat je de lessen gevolgd hebt, en kom af en toe bij mij op de thee om te bespreken wat er in je paper komt.” <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
‘Nu kiezen Vlaamse studenten zelf om in hun eentje naar Valencia of Stockholm te vertrekken. Het lijkt me zinvol om hele groepen studenten te kunnen ‘ruilen’.’ Bart De Moor (KU Leuven)
bent, ondervindt iedereen daar de nadelen van. Bij onze eigen studenten horen we zelden klachten. Het kan gebeuren dat ze – door een plotse wijziging – een bepaald vak niet meer kunnen volgen, maar meestal kunnen we daar wel een mouw aan passen.’
Noordelijker Ook de KU Leuven wil het aantal akkoorden inperken, zegt Bart De Moor, vicerector internationaal beleid. ‘Onze universiteit heeft nu een 250-tal bilaterale akkoorden. Persoonlijk vind ik dat te veel. Als je met zo veel faculteiten werkt, zal er af en toe wel eens een mindere tussen zitten. Nu zijn we al die overeenkomsten aan het bekijken, een werk van lange adem. Kwaliteit is ook een relatief begrip – het is niet zo eenvoudig om daarover te oordelen – maar er zijn wel een aantal netwerken waarop
wij kunnen terugvallen. Zo maken wij deel uit van de League of European Research Universities, een groep van 21 Europese universiteiten waar hoogstaand onderwijs én onderzoek centraal staan. Ook de uitstekende universiteiten van Milaan en Barcelona maken daar deel van uit. En daarnaast werken we graag samen met instellingen uit de Coïmbragroep: veertig van de oudste en meest prestigieuze universiteiten van Europa.’ De Moor zou de Leuvense studenten graag wat vaker naar noordelijker landen zien vertrekken, waar het onderwijs vaak erg goed is en de accommodatie op punt staat, in tegenstelling tot heel wat zuiderse steden. ‘We moedigen onze professoren aan om ook naar Scandinavië te kijken. En volgend jaar organiseren we een Duitslandjaar. Daar zijn excellente universiteiten, die
we graag wat extra willen promoten. We kunnen onze studenten niet in één richting dwingen, maar hen toch wel een zacht duwtje in de goede richting geven. Onderzoek en ontwikkeling zijn voor ons heel belangrijk, maar dat geldt niet voor alle Europese lidstaten. Neem nu Italië. Daar verkeert de onderzoekswereld op dit moment in crisis, waardoor er bijvoorbeeld minder assistenten zijn om te doceren. Dat is voor onze erasmussers geen goede zaak.’ Minder Erasmusakkoorden, maar we moeten ook out of the box leren te denken, vindt De Moor. ‘Op dit moment bekijken we samen met de Europese Commissie of we niet aan andere vormen van studentenmobiliteit moeten werken. Wij willen graag een pilotproject opzetten omtrent gestructureerde mobiliteit. Nu kiezen Vlaamse studenten zelf om in hun eentje naar Valencia of Stockholm te vertrekken. Het lijkt me zinvol om hele groepen Leuvense studenten te kunnen ‘ruilen’ met pakweg Zweedse studenten. Of met studenten uit China of Canada, want waarom zouden we binnen de Europese grenzen moeten blijven?’ Hele groepen studenten versassen, daar komt wel wat bij kijken. Maar De Moor ziet vooral voordelen. ‘Zo heb je meer controle over de kwaliteit, want je werkt met een beperkt aantal topuniversiteiten en je weet heel precies welke lessen je studenten zullen krijgen. Het kan ook verrijkend zijn: de universiteit van Cambridge heeft bijvoorbeeld wetenschappelijke apparatuur die wij niet hebben, maar waar onze studenten dan wel mee kunnen kennismaken. Ál onze studenten. Met zo’n systeem zou iedereen zo’n ervaring meemaken, niet alleen de beoogde 20 procent. En het kan zelfs op een vrij goedkope manier, doordat je ook de huisvesting gewoon ‘ruilt’ en de studenten dus geen (duur) kot hoeven te zoeken.’ KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 19
De omgekeerde
cultuurshock
De post-Erasmusdepressie De meeste Erasmusveteranen pakken na ‘het beste jaar van hun leven’ al gauw de draad weer op. Sommigen wacht echter het zwarte gat, en voor die groep is erkenning noch opvang voorzien. Knack Extra stapte naar de psycholoog. — door Jan De Deken
Beste familie en vrienden, Dit is mijn laatste blogbericht. Het deed me deugd dat zovelen onder jullie de afgelopen vijf maanden mijn Erasmuservaringen hebben gevolgd. Sinds een week ben ik weer thuis en ik geef toe dat ik al tranen heb gelaten. Ik zal mijn semester in het buitenland dan ook niet snel vergeten. Ik leerde samenleven, koken, kleren wassen en dat je een broek ook ongestreken aan kunt doen. Niet alleen spreek ik een nieuwe taal en heb ik ongelofelijke mensen vanuit de hele wereld ontmoet, ik ben zelf ook veranderd. Sommigen onder jullie hebben dat al opgemerkt, me zelfs een tikkeltje arrogant genoemd omdat ik de Vlaamse kerktorenmentaliteit op de korrel nam. Ver weg van ‘dat land zonder regering’, zoals mijn buitenlandse vrienden het thuisfront consequent noemden, was ons wereldrecord regeringsvormen dan ook niet meer dan een sterk verhaal om in het Erasmuscafé mee uit te pakken; een verhaal over frietrevoluties, baarden en een politiek artefact van het nationalisme dat zijn overwinningsspeeches in het Latijn houdt. Wat moesten mijn Italiaanse huisgenoten daarom lachen. Wist ik veel dat die momenten nu zoveel melancholie zouden oproepen. Ik voel me ‘terug naar af’, vastzitten in afstompende, grijze routine. De cursussen hebben me nooit zo verveeld als nu en de donkerste dagen van het jaar breng ik door in de bibliotheek om mijn hopeloos achteropgeraakte masterproef nieuw leven in te blazen. Ik trek me op aan de gedachte dat mijn vriendenkring zich nu over heel Europa uitstrekt. De eerste vliegtuigtickets zijn al geboekt.
I
n honderden varianten valt dat – in dit geval fictieve – relaas op evenveel blogs en discussiefora te lezen, in alle talen van de Europese Unie. Ex-Erasmusstudenten die zich maar moeilijk opnieuw kunnen aanpassen luchten hun hart of zoeken naar spitsbroeders van de eurogeneratie met wie ze zich voortaan identificeren. Bij
gebrek aan professionele begeleiding maken ze zelf de diagnose: post-Erasmusdepressie. ‘Naar huis terugkeren was veel moeilijker dan naar het buitenland vertrekken’, zegt de Italiaanse Martina Bolognesi, die in 2009 voor een jaar naar Lissabon trok. ‘Ik verwachtte dat de puzzel bij mijn terugkeer in elkaar zou zitten zoals ik hem had achtergelaten, maar mijn vrienden
20 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
waren met andere vrienden beginnen om te gaan, sommigen waren getrouwd. Ik wilde mijn Erasmuservaringen met hen delen, maar zelfs als ze geïnteresseerd waren, konden ze natuurlijk niet begrijpen waarom ik mijn avonden al huilend doorbracht met foto’s te bekijken en naar sombere Portugese fadomuziek te luisteren.’ Na een jaar zelfstandig leven kwam Martina weer
in het ouderlijk huis terecht, waar ze maar moeilijk weer kon aarden. ‘Ik maakte plannen om opnieuw te vertrekken, maar wist niet waarheen. Net zoals de fadozangeressen had ik heimwee naar een verleden dat niet meer bestond.’
De blues De Facebookgroep ‘posterasmus-depression’ heeft zo’n 1300 aanhangers en de
Engelse term levert op Google ruim 10.000 resultaten op, maar om welk percentage van de uitwisselingsstudenten het gaat, daar kan niemand een zinnig antwoord op geven. Het fenomeen is de
wetenschappelijke term, het fenomeen is nooit systematisch onderzocht. Wat het dichtst in de buurt komt, is de reverse culture shock: mensen die lange tijd in het buitenland hebben verbleven, zoals solda-
wekenlang erg neerslachtig voelt, van weinig tot niets kan genieten, vaak met slaap-, concentratie- of andere klachten, dan kun je spreken van een depressie. Laat ons zeggen dat het in de meeste gevallen
De dip na de trip
GF/ATILA MADRONA
ontkoppeling 1mentale van je gastland moment 2kort van euforie prikkelbaar, vijandig 3jegens je oude omgeving je past je 4 opnieuw aan
ten of expats, kunnen door de veranderde routine en de cultuurverschillen bij hun terugkeer problemen ondervinden om zich opnieuw aan te passen. Dat is ook voor Erasmusstudenten het geval.’ Kunnen we hier dan van een echte depressie spreken, professor? FILIP RAES: In de meeste gevallen is die term waarschijnlijk te sterk. Pas als iemand zich
over ‘post-Erasmusblues’ gaat. In uitzonderlijke gevallen zal dat uitgroeien tot een echte depressie met klinische proporties. Vergelijk het met een postnatale depressie. De meeste moeders hebben de dagen na de bevalling wat stemmingsschommelingen. Bij 10 tot 15 procent wordt dat een klinische depressie. Overdrijven de studenten niet gewoon, professor? Moeten
Volgens Trees Deloddere van Vesta, een werkgroep die instaat voor interculturele communicatie aan de KU Leuven, komt daar binnenkort verandering in: ‘Vanaf dit jaar willen we aan terugkerende studenten infosessies en activiteiten aanbieden die verder gaan dan even snel een enquête invullen. Hoe die er precies zullen uitzien, moeten we nog wel bekijken.’ Het Amerikaanse Center for Global Education waarschuwt uitgaande studenten al langer voor een ‘omgekeerde cultuurshock’ bij de terugkeer. Zo moeten studenten niet verbaasd zijn als ze plots de Amerikaanse waarden in vraag stellen, anticipeert het centrum op zijn website. Geen paniek, want dat gaat, in vier fases, snel weer over. Na de mentale ontkoppeling van je gastland en een kort moment van euforie word je prikkelbaar en sta je vijandig tegenover je oude omgeving. Al gauw slaag je er gelukkig weer in je opnieuw aan te passen. ‘Dat soort modellen doet het altijd goed, maar veel
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 21
▲
wetenschap onbekend. ‘Ik moest me toch even informeren’, geeft de Leuvense professor Filip Raes toe. Hij is als psycholoog in depressie gespecialiseerd. ‘Bij het Psychotherapeutisch Centrum van de KU Leuven, waar studenten psychologische begeleiding kunnen krijgen, komt het blijkbaar toch regelmatig voor. Maar postErasmusdepressie is geen
ze zich niet wat vermannen? RAES: (grinnikt) Ik zal nooit zeggen dat ze overdrijven. Op zich verrast het fenomeen mij trouwens niet. Jonge mensen hebben gemakkelijker last van depressieve klachten, aangezien hun identiteit nog niet zo stabiel is. Daarnaast is bij personen met neurotische trekken, zoals vaak piekeren en angstig zijn, de kans groter dat de postErasmusblues uitgroeit tot meer fundamentele klachten. Zij stappen best naar de hulpverlening. Voor anderen is het vaak al voldoende om te weten dat ze niet de enigen zijn en dat het een bekend fenomeen is. Het is dus goed dat studenten het herkennen en er aandacht aan besteden. Een schok is het grootst wanneer niemand je erop heeft voorbereid, wat bij Vlaamse studenten het geval lijkt te zijn.
GF/KARELDEVOS
VIOLISTE BIJ PLATEL De Spaanse Graciela Zaera wordt verliefd op Gent. De informatica is daar nu ook violiste, onder meer bij Pascale Platel.
▲
wetenschappelijke waarde hebben ze niet. In de praktijk verloopt dat proces natuurlijk veel grilliger’, relativeert professor Raes. ‘Ik denk dat post-Erasmusdepressie meer wetenschappelijke aandacht verdient, maar er moet dan wel echt grondig en systematisch onderzoek naar gevoerd worden, zodat je de resultaten kunt implementeren in de omkadering van uitwisselingsstudenten. Wat raadt u in de tussentijd patiënten aan om hun depressie te overwinnen? RAES: Als ik daar een snel antwoord op had, konden we het evengoed hebben over de Nobelprijs die ik net gewonnen heb. Maar wat je vooral niet moet doen, is je isoleren en binnen zitten. Sociale steun is een van de belangrijkste factoren die bepalen of een persoonlijke crisissituatie al dan niet uitgroeit tot een depressie. Ik zou Erasmus-
studenten aanraden om in contact te blijven met de vrienden die ze in het buitenland hebben gemaakt. Hun vrienden thuis kunnen hopelijk voldoende interesse tonen voor hun ervaringen. Ook de universiteit kan haar steentje bijdragen, bijvoorbeeld door ex-erasmussers in te schakelen bij de begeleiding van nieuwe inkomende uitwisselingsstudenten.
Nieuwe start ‘De hele ervaring had me te sterk veranderd om gewoon terug naar huis te gaan. Na zes maanden weigerde ik te geloven dat het gedaan was’, zegt de 28-jarige Graciela Zaera, die in 2006 in België op Erasmus ging. Toch was de Spaanse haar post-Erasmusdepressie te snel af. ‘Ik behaalde mijn diploma informatica. Terugkeren naar mijn thuisstad Palencia had geen zin, want daar was toch geen werk. In
22 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
plaats van uit te wijken naar Barcelona of Madrid keerde ik na de zomervakantie terug naar Gent.’ Graciela’s droom was jazz studeren aan het Gentse conservatorium, maar ze raakte niet door de toelatingsproeven. ‘Een enorme teleurstelling, maar ik besloot het niet zomaar op te geven. Ik ging jazz volgen aan de muziekschool, studeerde intensief Nederlands en kon na enkele maanden als informaticus aan de slag bij Siemens. Ondertussen ben ik ook semiprofessioneel muzikant.’ De goedlachse Spaanse violiste toerde de afgelopen maanden door Vlaanderen met de theaterproductie C’est moi le monstre van Pascale Platel. Graciela is niet de enige die een radicaal andere richting uitging in de high van haar Erasmusbestaan. Uitwisselingsstudenten blijven op hun Erasmusbestemming wonen, veranderen van studierichting of beslissen zich voltijds op hun passie te storten. Vooral jongeren uit afgelegen gebieden en traditionele families zien voor het eerst dat er meer mogelijkheden zijn dan wat hen hun hele leven is voorgekauwd. ‘Ik besefte plots dat goede schoolresultaten en snel een gezin stichten niet de enige wegen naar het geluk zijn, zoals mijn ouders me steeds hadden voorgehouden’, zegt de Italiaanse Martina Bolognesi. Het klinkt Wim Beyers, professor ontwikkelingspsychologie aan de UGent, bekend in de oren. ‘De leeftijd van 20 tot 25 jaar, wat we de opkomende volwassenheid noemen, is hét moment waarop tijdens een uitgebreid exploratieproces de identiteit gevormd wordt. Erasmus heeft uiteraard een sterk exploratief karakter: studenten leren nieuwe culturen, onderwijsmethoden en horizonten kennen. Op basis van die impulsen kiezen ze een
levensrichting die goed bij hen past.’ Speelt dat hele proces zich niet al in de pubertijd af? WIM BEYERS: Vroeger situeerden we de identiteitsontwikkeling voornamelijk in de middelbareschooltijd, maar we merken dat die tegenwoordig in een andere vorm later terugkomt, vooral bij studenten. Dat geldt trouwens ook voor de beroepskeuze. Vroeger wisten jongeren in het secundair al wat ze later zouden doen. Nu ze steeds langer studeren, worden ook de belangrijke levenskeuzes alsmaar langer uitgesteld. Volgens Beyers gaat het wel om een kleine minderheid die radicaal een andere weg inslaat. ‘Studenten die op Erasmus gaan, staan in het algemeen al meer open voor nieuwe impulsen. Ze volgen niet de normen die ze van anderen opgelegd krijgen, maar gaan zelf op zoek. Zelfs binnen die groep keert de meerderheid van de studenten na een uitwisseling gewoon naar zijn oude omgeving terug.’ Filip Raes begrijpt dat bepaalde jongeren op Erasmus hun roeping vinden: ‘Sommige studenten zijn thuis niet zo sociaal betrokken, maar komen in een ander land en andere context wel terecht in projecten waarin ze zich kunnen vinden. Ik kan me voorstellen dat sommigen hun leven echt een andere richting willen geven.’ Iedereen op Erasmus om een latere midlifecrisis te voorkomen dan maar? RAES: Daar moet ik eens over nadenken. Bij mijn patiënten vind ik het alleszins belangrijk zo snel mogelijk uit te zoeken wat hun leven zin geeft, zodat ze eventueel van koers kunnen veranderen. Het heeft geen zin nog jaren aan te modderen en pas dan tot het besef te komen dat je eigenlijk iets anders wilde doen.
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 23
Interview
}
Europees commissaris Androulla Vassiliou
‘Het einddoel: elke student op Erasmus’
24 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Een kweekvijver voor de kenniseconomie, de levensverzekering van de Europese integratie, ja zelfs een middel tegen de crisis. Europees commissaris voor Onderwijs Androulla Vassiliou schat de Erasmusuitwisseling hoog in. En ze acht de tijd rijp voor een nieuwe fase met nog steilere ambities. ‘Een Erasmusjaar in China zal ook kunnen.’ — door Thomas Verbeke
H
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 25
▲
et creëren van echte Europese burgers. Dat was al de onderliggende drijfveer toen de Europese Commissie in 1986, onder het voorzitterschap van Jacques Delors, met het idee van een studentenuitwisseling begon te spelen. Toen al besefte men dat een Europese geest tot stand brengen niet zo eenvoudig zou zijn. De jonge intelligentsia in Europa rondsturen, moest ervoor zorgen dat die elkaar leerden kennen, een absolute voorwaarde voor meer burgerschap en onderlinge solidariteit in de EU. Dat hogere doel wordt nog steeds maar zelden hardop verwoord. De Spanjaard Manuel Marin, destijds commissaris van Onderwijs, had zijn handen vol met de lidstaten overtuigen van het nut van zijn voorstel, dat pas op 15 juni 1987 officieel werd aangenomen. Er waren al enkele uitwisselingsprogramma’s, en waarom zou de Unie geld moeten pompen in een eigen systeem? Vijfentwintig jaar later oordeelt de huidige commissaris van Onderwijs, de Cypriotische Androulla Vassiliou, dat de Commissie meer dan in haar opzet geslaagd is. ‘Je ziet dat er vandaag een echte Erasmusgeneratie is, jonge Europeanen die geen grenzen meer kennen, hun talen kennen en socialer zijn’, zegt Vassiliou met zichtbare trots. ‘Als ik met jonge mensen hier in Brussel of in mijn vaderland praat, zie en hoor ik telkens opnieuw die generatie die van Erasmus geprofiteerd heeft. Ze denkt ruimer, mobieler, Europeser. Zij redeneert: kun je geen werk vinden in je eigen land, dan zoek je elders. Die spontane mobiliteit was en is wat de Commissie stimuleert en aanmoedigt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat er al een tweede
generatie Erasmusstudenten is. Van de eerste, van 25 jaar geleden, zijn er zeker die al kort daarna kinderen kregen. Die kunnen vandaag al op Erasmus. Het heeft ook effect op de ouders. Gisteren nog wilde ik een belangrijk Europees parlementslid van mijn plannen overtuigen, en hij zei: “Je hoeft me niet te overtuigen, ik heb zelf twee kinderen op Erasmus. Zij overtuigen mij elke dag.” (lacht) Het algemene gevoel, overal waar ik ga, is dat Erasmus het succesvolste programma van de EU is. Het heeft onze jonge burgers geholpen zich meer Europeaan te voelen. Het heeft het solidariteitsgevoel onder Europeanen versterkt, de burgers meer bij Europa betrokken. Zelfs als ik buiten Europa reis, spreekt men van Erasmus. Dat is toch een indicatie van het succes. Erasmus is een zeer sterk merk geworden, dat vandaag iedereen wil gebruiken. Dat is ook de reden waarom we die sterke naam behouden voor het overkoepelende project Erasmus for All, Erasmus voor Iedereen.’ Dat laatste moet een nieuwe fase inluiden, waarbij de lat nog hoger ligt. Vassiliou brengt alle bestaande uitwisselingsprogramma’s, voor onder meer studenten, docenten en sporters, onder de paraplu van Erasmus. Tegen 2014 zullen zo’n 2,5 miljoen Europeanen met een beurs naar elders zijn getrokken, vanaf 2014 wil Vassiliou in zeven jaar tijd nog eens vijf miljoen Europeanen een beurs bezorgen voor een opleiding in een ander land. Daarvoor wil ze het totale Erasmusbudget met 19 miljard euro verhogen, plus 70 procent ten opzichte van het huidige budget, voor 2007-2013. Vooral vanuit Frankrijk, na Spanje nochtans het land dat het meeste studenten uitstuurt en ook een van de populairste Erasmusbestemmingen, werd met scherp geschoten op zo’n budgetverhoging, maar de eurocommissaris verdedigt haar plannen echter met vuur. ‘Na 25 jaar dient Erasmus gestroomlijnd te worden. Er zijn nog verbeteringen nodig, zoals bijvoorbeeld de erkenning van graden en diploma’s in het buitenland. Wederzijdse erkenning is de basis van het Erasmusprogramma. Alle bevoegde nationale ministers hebben aanvaard om dat aan te pakken. Daarom hebben we in de Europese ministerraad ook
REPORTERS
EVA BREMS (42) ❘ KAMERLID GROEN! EN HOOGLERAAR UGENT
Bologna heeft een gerespecteerde universiteit, maar toen ik er in 1991 studeerde, ging het er erg chaotisch toe. Naar de les gaan had weinig zin, want in de aula’s waren slechts 300 zitjes voor 1000 studenten. We wisten vooraf ook niet op welke dag en welk tijdstip we een mondeling examen moesten afleggen. Toch haalde ik voor alle vakken 30 op 30, al werd dat in Leuven herleid tot 16 op 20. (lacht) <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
▲
besloten om een jaarlijks scorebord te maken, om te zien hoe goed elk land het doet, en om individuele lidstaten te kunnen bijstaan waar het beter moet.’ Waarom wilt u alle uitwisselingen onder het Erasmusmerk brengen? ANDROULLA VASSILIOU: De algemene teneur over al onze programma’s is dat ze simpeler en efficiënter moeten. Zowel qua procedures als qua kosten. En als we de programma’s kostenefficiënter kunnen maken, kunnen we meer besteden aan mobiliteit waar het nodig is. De verschillende mogelijkheden voor uitwisseling van de EU zitten intussen ook zodanig verspreid – over wel zeven projecten – dat de mensen niet meer zo goed snappen wat waarvoor staat. Hoewel die projecten afzonderlijk wel allemaal erg succesvol zijn. Er gaan bijvoorbeeld steeds meer docenten en volwassenen op uitwisseling. Maar die programma’s mikten meer op een beperkt publiek, en hadden nog niet de zichtbaarheid die wij zouden willen. Hoeveel Europeanen weten nu wat Grundtvig is? (het Europees programma ter ondersteuning van de volwasseneneducatie, nvdr.) Daaraan willen we verhelpen door alles Erasmus te noemen. Eén programma dat iedereen kent en begrijpt, en dat wij en de nationale agentschappen vlot kunnen managen. We zullen er wel over moeten waken dat elke sector evenwaardig is aan de andere, dat niemand erbij verliest. Vandaar ook dat ons budget sowieso omhoog moet. Twee derde van dat budget zal naar mobiliteit gaan, naar beurzen voor studenten, docenten, vrijwilligers, jeugdwerkers, enzovoort. De rest gaat naar samenwerking tussen de onderwijsinstellingen – dat is de basis van wat we met de EU aan het doen zijn: leren van elkaar – en naar beleidsondersteuning en dialoog tussen de verschillende landen. Kijk, als de Europese Raad bepaalt dat onderwijs tegen 2020 de kern van het EU-beleid moet zijn, dan moet hij ons ook de middelen geven om meer eras26 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Belgische deelnemers aan Erasmus voor leerkrachten
1151 mussers te vinden en zo dat doel te bereiken. En er zijn enkele erg belangrijke prioriteiten vastgelegd voor Europa 2020 (de groeistrategie van de Commissie, nvdr.). Zo willen we het aantal vroegtijdige schoolverlaters verminderen. Nu is dat in de EU nog 14 procent, we willen het onder de tien procent krijgen. Bovendien willen we het aantal afstuderende hooggeschoolden verhogen, omdat de nieuwe banen die in de toekomst gecreëerd zullen worden steevast hooggeschoolde jobs zullen zijn. Er zullen in 2020 misschien nog 10 of 15 procent laaggeschoolden nodig zijn op de Europese arbeidsmarkt. We moeten onze jeugd de nodige competenties meegeven voor die omslag naar de kenniseconomie. Daar speelt Erasmus een sleutelrol in. Verwacht u moeilijkheden voor uw voorstel? U trekt het Erasmusbudget op met maar liefst 19 miljard euro. Niet evident in tijden van budgettaire krapte. VASSILIOU: Laten we redelijk zijn: natuurlijk verwacht ik moeilijkheden. Ik verwacht het meeste moeilijkheden bij de Raad. Omdat de EU de lidstaten nu al vraagt hun begroting op orde te krijgen door zware bezuinigingen. Dan zou het wel eens kunnen dat die budgetverhoging voor Erasmus moeilijk ligt bij diezelfde nationale regeringen. Maar goed, de voornoemde doelstellingen voor 2020 hebben ze zelf vastgelegd. Als ze mijn voorstel onder vuur nemen, zal ik hen dan ook antwoorden dat de Commissie enkel de bedoeling heeft hen te helpen en te ondersteunen. En trouwens, mijn budget, voor onderwijs, jeugd en cultuur samen, is nog geen 2 procent van de totale begroting van de EU. Wat de lidstaten hiervoor bijdragen, is dus
ook maar een fractie van hun begrotingen. Voor zo’n essentiële bevoegdheid, waar ze zelf veel van verwachten, is dat niet overdreven. En ik zal hen zeker ook uitleggen dat de verhoging voor Erasmus het totale EU-budget niet verhoogt. We willen die extra 19 miljard halen door onze prioriteiten te verleggen. Door elders te snoeien, en onze focus te verleggen naar die domeinen die groei produceren, en dus jobs opleveren, zoals onderwijs, onderzoek en innovatie. Erasmus voor Iedereen zal ook meer gericht zijn op die elementen van ons onderwijsbeleid die we willen aanpakken: op de modernisering van het hoger onderwijs, op analfabetisme en vroegtijdige schoolverlaters. En het nettoresultaat zal alle Europeanen ten goede komen en Europa over de crisis helpen. In ons land zei de Antwerpse rector Alain Verschoren bij het begin van dit academiejaar dat er nog veel meer studenten in het buitenland zouden moeten studeren, dat u de lat nog veel hoger zou moeten leggen. VASSILIOU: De ministers hebben in het Bolognaproces (de Europese hervorming van het hoger onderwijs, nvdr.) aanvaard om ernaar te streven dat 20 procent van onze studenten deelneemt aan die studentenmobiliteit, voor de beroepsopleidingen is het streven 6 procent. Veel landen vinden dat hoog en zullen dat ook niet halen, maar die percentages zijn natuurlijk het Europees gemiddelden. Het zou uiteraard erg welkom zijn dat België – of andere landen – dat streefdoel overstijgt. Nog in de Belgische academische wereld gaan er al stemmen op dat elke student ooit in het buitenland gestudeerd zou moeten hebben. Is dat realistisch? VASSILIOU: (lacht) Dat is natuurlijk wat we zouden willen. Op de korte termijn is dat niet realistisch, maar het moet ons streefdoel zijn. Door elders te studeren, krijgen studenten aanvullende competenties die ze nooit via formele opleidin-
GF
MATHIEU NUYTENS (22) ❘ STUDENT POLITIEKE WETENSCHAPPEN
In Boedapest kun je heel goedkoop eten. Daarom ging ik er dagelijks op restaurant met mijn kameraad Sebastiaan, met wie ik een appartement in het centrum deelde. Omdat ze weinig geld hebben, drinken de jongeren vaak witte wijn met spuitwater of rode wijn met cola. Toegegeven, een vreemde combinatie, maar eigenlijk is het best te drinken. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
‘Jonge mensen denken door Erasmus ruimer, mobieler, Europeser: als je geen werk kunt vinden in je eigen land, dan zoek je het elders.’ toestanden, waar jonge mensen zich in financiële moeilijkheden werken om toch maar te kunnen studeren. VASSILIOU: Als we elke student een beurs zouden kunnen geven, zouden we dat natuurlijk doen. Maar daar hebben we dus het budget niet voor. Die leningen zijn bedoeld voor masterstudenten die hun volledige master in het buitenland doen. Weinigen krijgen daar vandaag een beurs voor. Daarom hebben we met de Europese Investeringsbank afgesproken dat wanneer zij, samen met nationa-
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 27
▲
gen zullen krijgen: beslissingen nemen, culturele bewustwording, talenkennis, teamwork en je aan veranderingen aanpassen. Zeker dat laatste zal in de huidige context voor deze generatie steeds belangrijker worden. Werkgevers beginnen die competenties bij jonge mensen ook steeds meer te waarderen. Er is ook kritiek van studentenorganisaties op leningen voor wie geen Erasmusbeurs krijgt. VASSILIOU: O, was er kritiek? Dat doet hen denken aan Amerikaanse
le banken, studenten leningen toekent voor een Erasmusuitwisseling ze dat aan erg goede voorwaarden doet, een erg lage interest bijvoorbeeld. Dat zal starten in 2014, samen met ons nieuw programma. Daar zal een groot aantal studenten van kunnen profiteren. Het is beter om tevreden te zijn met wat we kunnen aanbieden dan dat je niets hebt. Moeten Europese studenten beseffen dat dat de toekomst is? Lenen om te kunnen studeren? VASSILIOU: Veel lidstaten hebben al besloten om voor leningen te kiezen. Persoonlijk zou ik dat liever niet zien. En als ze daar dan toch voor kiezen, dan moeten alle lidstaten zeker een project hebben om jonge mensen uit achtergestelde groepen te helpen. Met beurzen of met erg voordelige leningen. Want we moeten koste wat het kost vermijden dat hogere studies voor de rijken voorbehouden zijn. Dat is een verwijt dat Erasmus blijft meedragen: dat het voor de rijken is. VASSILIOU: Dat is niet zo. Nu we meer fondsen krijgen, bevoordelen wij jonge mensen uit achtergestelde groepen. We benadrukken bij de lidstaten dat dat een prioriteit is, en dringen erop aan om onze studentenbeurzen nog te verhogen met nationale en regionale fondsen. Sommige landen doen dat nu al. Want, toegegeven, onze beurzen zijn soms niet voldoende. Het blijft duur, in het buitenland studeren. U wilt ook via Erasmus de jeugdwerkloosheid in de EU aanpakken. Hoe werkt dat? VASSILIOU: Als studenten over meer competenties beschikken, met dank aan Erasmus, zal hen dat helpen om een bevredigend leven te leiden, maar ook om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Vandaag trekt in de EU nog steeds een op de zeven jongeren de schoolpoorten achter zich dicht zonder echt iets te kunnen. Door dat te bestrijden, daalt de werkloosheid. Je ziet nu al dat hoe hoger jongeren opgeleid zijn, hoe groter de kans is dat ze een job vinden. De cijfers voor het eerste kwartaal van 2011 liegen er niet om: de
GF
ANA MARIA FRANKEN (25) ❘ ADVOCATE
In Barcelona had ik tijd om mezelf te evalueren. Ik besefte dat ik in België in een vast patroon verstrikt was, dat ik te veel in hokjes dacht. Sinds ik terug ben, leef ik veel bewuster, en doe ik de dingen die ik écht plezant vind. In Barcelona heb ik weer volop zin gekregen in het leven. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
▲
totale werkloosheid in de EU was 9,5 procent, bij hooggeschoolden 5,3 procent, bij laaggeschoolden zonder diploma van het secundair 15 procent. We leven vandaag in een andere wereld dan toen die uitwisselingsprogramma’s gelanceerd werden. Hoe ver liggen uw huidige intenties van het aanvankelijke doel van Erasmus? VASSILIOU: We hebben intussen een forse uitbreiding van de EU meegemaakt. Vijfentwintig jaar geleden was de EU veel kleiner, en de behoefte aan mobiliteit veel geringer. Nu hebben we een crisis en een Unie van 27. Er is meer dan ooit behoefte om de andere lidstaten van de EU te leren kennen, en de solidariteit tussen Europeanen te verhogen. En natuurlijk, de kenniseconomie was 25 jaar geleden nog niet zo belangrijk. We moeten onze jongeren daarvoor wapenen, zodat ze zich zeker voelen dat ze een job zullen vinden en die ook zullen houden. Ook flexibiliteit was een kwarteeuw geleden niet zo belangrijk. Je had een job en je hield die de rest van je leven. Vandaag blijven heel weinig mensen in dezelfde baan. Als je destijds pakweg rechten gestudeerd had, ging je daarmee ook aan de slag. Tegenwoordig is die rechtenstudie enkel nog de basis waarvan je vertrekt. Je studeert een leven lang verder en je verzamelt een leven lang bagage. Je moet je kunnen aanpassen, van job naar job gaan, en van het ene land naar het andere. Zal die mobiliteit ooit kunnen zonder beurzen en andere overheidssteun? VASSILIOU: Mobiliteit zal altijd ondersteuning nodig hebben. We zien dat de vraag groeit, omdat meer en meer mensen er de voordelen van inzien. En hoe groter de vraag, hoe groter onze verantwoordelijkheid. In uw voorstel zouden studenten ook via Erasmus buiten de EU kunnen studeren. VASSILIOU: Vandaag zijn uitwisselingen buiten de EU ook al mogelijk, maar ze zijn nog niet mijn bevoegdheid. Ze zitten 28 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
De ene Erasmusbeurs is dieper dan de andere Slechts een kleine minderheid studenten betaalt haar Erasmusproject zelf. In het academiejaar 2009-2010 waren dat er 7053 (van wie 172 Belgen). De rest had een beurs van de Europese Unie. Zowel bachelor- als masterstudenten kunnen die aanvragen, maar enkel voor een gedeeltelijke opleiding (tussen drie en twaalf maanden) aan een gastuniversiteit in het buitenland. Ze blijven ingeschreven aan hun thuisuniversiteit, waarnaar ze uiteindelijk ook terugkeren om hun opleiding af te ronden. Dankzij het Erasmusprogramma betalen ze geen inschrijvingsgeld aan de gastuniversiteit, en is er steun om de taal in het gastland te leren. Hoeveel je precies krijgt, hangt sterk af van het beleid van je thuisland. Gemiddeld krijgt elke student 254 euro per maand, maar dat Europese gemiddelde geeft een vertekend beeld. De Europese Commissie verdeelt haar beurzenbudget immers over de deelnemende landen. Niet elk land krijgt evenveel. Daarvoor is een verdeelsleutel gemaakt, waarbij vooral het aantal studenten en docenten in het land en het aantal erasmussers dat ze de voorbije jaren hebben uitgestuurd, de doorslag geven. Dat Europese geld kunnen
de lidstaten volgens hun eigen normen wel zelf verdelen onder de studenten. Daarom krijgt een Kroatische student gemiddeld 145 Europese Erasmuseuro’s per maand, en zijn collega uit Liechtenstein 861. (zie grafiek) Filip Van Depoele, die Erasmus coördineert bij de Europese Commissie, legt uit dat men streeft naar beurzen van minstens 200 euro per maand. ‘Spanje en Oostenrijk zitten daar nog onder, maar dat komt ook omdat zij aan die beurzen nog aardig wat nationale middelen toevoegen. Het lage Kroatische gemiddelde heeft ermee te maken dat dat land nog maar net aan Erasmus participeert, en er veel studenten zonder beurs toch vertrokken. Liechtenstein heeft dan weer erg weinig erasmussers – 25 in het academiejaar 2009-2010.
Totaal aantal Erasmusstudenten
213.266 ‘Europa legt trouwens ook maxima op voor de beurzen, naargelang de reiskosten en levensduurte in het gastland’, vervolgt Van Depoele. ‘Wie met Erasmus naar België komt, mag bijvoorbeeld niet meer dan 640 euro krij-
gen. Die maxima worden de komende jaren nog verlaagd, waardoor de gemiddelde beurzen per land meer naar elkaar toe zullen groeien.’ In België hebben de gemeenschappen, die bevoegd zijn voor onderwijs, elk een agentschap – voor Vlaanderen is dat EPOS – dat hun deel van de Europese koek mag verdelen onder de onderwijsinstellingen. Uit de Europese pot was er vorig jaar 5.843.271 euro voor de Vlaamse studenten. Sommige nationale overheden voegen daar dus nog een bepaald bedrag aan toe, zoals Spanje en Oostenrijk, maar dat is zeker geen algemene regel. Vlaanderen trok daar vorig jaar 1.866.100 euro voor uit. Dit academiejaar krijgen alle Vlaamse beursstudenten minstens 310 euro. Dat wordt verhoogd tot 370 euro voor wie een studiebeurs krijgt of een verminderd inschrijvingsgeld betaalt. Wie naar een land met een minder bekende taal gaat, krijgt nog een extra beursmaand voor de taalcursus. Die beursbedragen zijn vastgelegd door minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A). De universiteiten en hogescholen beslissen wel zelf wie een beurs krijgt. Dat doen ze vooral op basis van studieresultaten en motivatie, maar de criteria verschillen ook
FREDERIK DE SWAEF (27) ❘ HOOFDREDACTEUR STORY
PHOTONEWS
In 2005 werd in Duitsland hevig geprotesteerd tegen de inschrijvingsgelden aan de universiteiten. Omdat ik me had laten ompraten om bij het studentenparlement van Freiburg te gaan, ben ik mee gaan betogen in elke deelstaat. Natuurlijk moest ik dat inschrijvingsgeld als buitenlander helemaal niet betalen, maar en passant had ik wel heel Duitsland gezien. (lacht)
Pol e
n
26 9
36 5
Ier lan d Lu xe m bu rg
en
Por tug al
328 L itouw
29
7 35
kr ijk
1
ije
nin
291
6 35
ak
Ko
351
d
ow
r.
351 egen Noorw
ië ven Slo
an
tl Le
Sl
Ve
345 Hongarije
<<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
n 390
d
€
225 België 224 D uitsla
428
212 20
62 ije 4 9 46
ië en
em
nd
Ital
ië
Ts jec
hië
Leningen arij e 5 41
per faculteit. Bart De Moor, vicerector van de KU Leuven, klaagt wel aan dat de beursbedragen elk jaar verschillen, en dat het vaak lang wachten is vooraleer ze bekend zijn. ‘Voor vele stu-
Liechtenstein 861
Cijfers 2009-2010
Cypru
Gemiddelde beurs per maand voor een student
s 796
Bul g
Gr
iek
en lan
d
50
M
4
al
ta
49 0
Ro
8
ijk kr an Fr ijk nr 3 ste 19 Oo 5 18 nje Spa 152 roatië 145 K
k
nd erla
inlan 233 F
Estland 405
Tur
De
Ned 244
Zwede
d IJslan
en
rk
n
0 26
376
a em
denten is de omvang van die beurs een doorslaggevende factor in de beslissing om op Erasmus te trekken. Daar zou Vlaanderen toch eens meer structuur in moeten krijgen.’
Wat het Erasmusprogramma momenteel niet doet, is steun geven aan wie een volledig opleiding in het buitenland wil doorlopen. Ook in haar nieuwe plannen voor na 2014 heeft de Commissie daar geen geld voor. Die studenten wil ze wel vooruithelpen, door leningen via commerciële banken. Momenteel is het zeer moeilijk en bovendien zeer duur om bij een Belgische bank een lening te krijgen voor een studie in het buitenland. In het nieuwe Erasmus voor Iedereenopzet zou de Commissie zelf gedeeltelijk garant staan voor de lening, wat veel voordeliger voorwaarden moet opleveren. — Thomas Verbeke
gescheiden van Erasmus, bij ‘burenbeleid’ (ENP, nvdr.) en uitbreiding. En ook daar is er versnippering: Erasmus Mundus, Edulink, Tempus en Alpha. In mijn voorstel worden die allemaal onderdeel van Erasmus voor Iedereen. We willen die uitwisseling met niet-EU-landen versterken. Met Erasmus een jaar of een halfjaar naar China gaan, zal in de toekomst ook kunnen. Vandaag kun je wel al een joint degree halen. Als jouw universiteit daarover een afspraak heeft met een instelling buiten de EU, krijg je een gezamenlijk diploma. Dat is uiteraard goed, en we willen daarmee doorgaan, maar we willen die kans aan iedereen geven. Natuurlijk blijft onze prioriteit bij mobiliteit binnen de EU. Voor uitwisselingen buiten de EU zijn er uiteraard minder fondsen. Hoe ziet u Erasmus op de langere termijn evolueren? Waar wil de Commissie staan over nog eens 25 jaar? VASSILIOU: Als ik zie hoe het jaar na jaar evolueert, geloof ik echt dat Erasmus ooit een vast onderdeel van het onderwijs in het algemeen wordt. Dat elk diploma een Erasmusluik bevat, en dat elke student eraan deelneemt. Daar moeten we op mikken. Bij sommigen heeft Erasmus nog steeds de naam van een academische citytrip. Hoe wilt u het idee bestrijden dat de EU voor een feestjaar betaalt? VASSILIOU: Dat maakt deel uit van het Erasmuscharter, de overeenkomst die deelnemende onderwijsinstellingen ondertekenen. Zij moeten studenten die ze uitsturen ook opvolgen. Dat doen ze ook nauwgezet, om toerisme gaat het dus zeker niet. Bovendien vind ik de uitwisseling op zich voor de jongeren al een grote winst: een ander land leren kennen, een andere cultuur, op jezelf aangewezen zijn, zelf beslissingen nemen, onderdak vinden, met de lokale bevolking communiceren. Maar de universiteiten en hogescholen moeten waken over de onderwijskwaliteit die wij eisen. Dat is hun verantwoordelijkheid. KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 29
Ooit Erasmus, nu Europarlementslid
‘Gratis voor iedereen kan niet’ Saïd El Khadraoui en de Nederlandse Esther de Lange trokken destijds zelf met Erasmus naar Frankrijk, als verkozenen des volks is Europa nu dagelijkse praktijk voor hen. ‘Erasmus mag geen eliteproject worden.’ — door Hanne Ghyselen e Belgische Europarlementariër Saïd El Khadraoui (SP.A) trok in het academiejaar 1997-1998 voor een halfjaar naar Parijs, naar het prestigieuze Institut d’Etudes
D
‘Om Erasmus voor iedereen betaalbaar te maken, denk ik aan een combinatie van beurzen en renteloze leningen.’ Saïd El Khadraoui
30 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Politiques. ‘In het buitenland studeren had me altijd al aangesproken. Ik was er met andere woorden van overtuigd dat Erasmus een nuttige ervaring zou zijn. Ik verbeterde er mijn talenkennis, werd zelfstandiger en ik leerde nieuwe culturen, mensen en een andere omgeving kennen.’ El Khadraoui had bewust gekozen voor een land waarvan hij de taal al sprak. ‘Het was nooit mijn bedoeling een volledig nieuwe taal te leren, ik zag mijn uitwisseling als een unieke kans om mijn kennis van het Frans nog te verbeteren. Wonen in Parijs was wel even wennen, want het verschil met Leuven is groot. Door er een aantal maanden te verblijven, heb ik heel wat minder bekende en charmante plekken gevonden waar toeristen nooit komen. Je leert een vreemde stad eigenlijk door en door kennen.’ Als politicus in het Europees halfrond komt El Khadraoui nu dagelijks in contact met verschillende nationaliteiten. ‘Ik heb er nooit moeite mee gehad om om te gaan met mensen met verschillende achtergronden, opvattingen en ideeën. Dat verrijkt je, je gaat daardoor ook op een andere manier naar problemen kijken en die op een andere manier oplossen.’ Erasmus moest mee een Europese identiteit helpen te creëren. ‘Misschien keert dat nog, maar van een Europese
identiteit is allang geen sprake meer. Nochtans is het o zo belangrijk om de handen in elkaar te slaan. Erasmus helpt een béétje die samenhorigheid te verwezenlijken, maar de studenten die er nu aan deelnemen zullen het verschil niet maken. We moeten ernaar streven dat iedereen de kans krijgt om een tijdje in het buitenland te studeren of stage te lopen.’ Vandaag neemt ongeveer 10 procent van de Vlaamse studenten deel aan Erasmus. Dat percentage moet, aldus Saïd El Khadraoui, met een stappenplan opgetrokken worden. ‘Bijvoorbeeld eerst naar 20 procent, dan 30, 40, 50, en op de lange termijn misschien 100 procent. Zo’n plan moet je vanuit het allerlaagste niveau uitvoeren – Europa is daar niet toe in staat. Onderwijsinstellingen moeten studenten nog meer aanmoedigen om deel te nemen, er is ook meer informatie nodig over de verschillende studie- of stagemogelijkheden in het buitenland. We moeten de studenten absoluut weg krijgen van onder de Vlaamse kerktoren, want internationalisering wordt alsmaar belangrijker.’ De hoge kosten van een tijdje buitenland zijn de grootste drempel. El Khadraoui is zich ervan bewust dat de beurzen niet voldoende zijn, maar zegt dat het onmogelijk is om Erasmus voor iedereen gratis te maken. ‘Dat hoeft ook niet,
maar ik vind dat we nog creatiever moeten zijn. Ik denk zelf aan een combinatie van een vaste beurs en een door de overheid opgericht leenstelsel, waarin studenten een renteloze lening kunnen aangaan die ze later, als ze aan het werk zijn, terugbetalen. Met wat goede wil zijn er dus wel haalbare oplossingen te bedenken om die financiële drempel weg te werken.’
‘Een investering in jezelf’ De Nederlandse Esther de Lange, die voor het christendemocratische CDA in het Europees Parlement zit, trok in 1995 met Erasmus naar de universiteit van Lyon, waar ze een volledig academiejaar relations politiques volgde. ‘Voor Nederlanders is Frans een moeilijke taal. Het was ook de enige taal die ik nog wilde verbeteren. Daarom Frankrijk.’ Na twee semesters bleef ze er nog eens drie maanden om te werken in de alarmcentrale van ANWB, de Nederlandse Touring. ‘Ik moest er onderhandelen met garagisten. Toen heb ik pas echt Frans geleerd. Op de universiteit werd ik enkel geconfronteerd met het academische Frans, waar je niet veel aan hebt in het dagelijkse leven. Tijdens je periode in het buitenland leer je ook andere culturen kennen en begrijpen van binnenuit en word je je tegelijkertijd bewust van je eigen cultuur. Ik heb me nog nooit zo Nederlands en Europees gevoeld als toen in Lyon.’ Het begrip voor Franse gewoontes dat ze toen heeft opgedaan, daar heeft ze nu nog altijd baat bij. ‘Een Fransman denkt, onderhandelt en argumenteert helemaal anders dan een Nederlander. Fransen spreken geen of slecht Engels. Voor hen is het een hele
opluchting dat ik wel Frans spreek, want onderhandelingen in het Engels lopen vaak stroef. Zulke dingen weet je ook alleen maar als je de cultuur van binnenuit kent.’ Het totale EU-budget zal na 2014 niet veel groeien, maar dat van Onderwijs, Opleiding en Jeugd stijgt aanzienlijk – met 73 procent – en daar is De Lange heel tevreden om. Toch ziet ze nog ruimte voor verbetering. ‘De uitwisselingsprogramma’s zijn momenteel vooral gericht op hogescholen en universiteiten, maar ik vind dat er nog meer projecten moeten zijn voor de rest van het onderwijs, zodat ook die leerlingen hetzelfde kunnen ervaren. Je kunt heel wat over Europa leren uit boeken, maar het heeft pas echt effect als je met eigen ogen kunt zien, als je zelf kunt ondervinden wat het is om Europeaan te zijn. Europa heeft ook een enorme diversiteit aan talen. We moeten die optimaal benutten, want ze maakt ons uniek in de wereld. Meer communicatie over de verschillende uitwisselingsmogelijkheden acht de Nederlandse politica ook nodig. ‘Nu gaan veel studenten zelf op zoek naar informatie of moeten ze het geluk hebben dat ze een opleiding volgen in een hogeschool of universiteit die internationaal ingesteld is.’ De Lange was tijdens haar opleiding Europese studies in Nederland zelfs verplicht om naar het buitenland te gaan. ‘Deels daarom heb ik ook voor die opleiding gekozen. Het verbaast me echt dat er studenten Europese studies zijn die niet een tijdje naar het buitenland gaan. Zo zie je als het ware enkel de theorie, niet de praktijk.’ De hoge kostprijs mag volgens haar studenten niet
tegenhouden. ‘Het is onmogelijk om de beurs volledig kostendekkend te maken, maar ze moet wel aangepast worden aan de koopkracht van het gastland. Erasmus mag geen eliteproject worden, net zoals studeren niet enkel voor vermogende studenten mag
‘Ik heb me nog nooit zo Nederlands en Europees gevoeld als toen in Lyon.’ Esther de Lange zijn. Ik heb zelf een aanvullende lening aangegaan om mijn Erasmus te bekostigen. Dat vond ik niet erg, want het is een investering in jezelf. Die verdient zich later op zo veel vlakken, in je werk, in je dagelijkse leven, weer terug.’
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 31
De praktijk Vier studenten – en twee moeders – die vorig academiejaar met Erasmus grenzen overstaken, vertellen over hun ervaring. — door Stefanie Van den Broeck / foto’s Lies Willaert
‘Het leek L’Auberge espagnole wel’ Studente communicatiewetenschappen Karlien De Haes (22) vertoefde een semester op een Spaanse universiteit waarvan de bibliotheek kleiner was dan een woonkamer. Moeder Ann begeleidde haar ‘naar de vallei van de schotelantennes’. oor haar omgeving kwam de Erasmusdroom van Karlien De Haes niet als een verrassing, vertelt moeder Ann De Haes. ‘Op haar zestiende zei ze al dat ze een jaar naar Australië wilde. Uiteindelijk heeft ze na haar middelbaar een halfjaar in Frankrijk gezeten en een halfjaar down under. Maar Spanje, dat is toch nog iets anders. Zeker als je, zoals Karlien toen, geen woord Spaans spreekt.’ Maar dochterlief was vastberaden en dus trokken de twee vorige zomer naar Zaragoza, met de motorhome. ‘Dat was een fijne roadtrip langs de Atlantische kust’, herinnert Ann zich. ‘Net voor we onze eindbestemming hadden bereikt, kwamen we in een dor niemandsland terecht. Tot in de vallei ineens een stad opdook, vol vieze appartementsgebouwen en schotelantennes. Toen wilde ik het liefst rechtsomkeert maken. Moest ik mijn dochter hier achterlaten? Gelukkig had Karlien op voorhand al een fijn kot gevonden en werden we onthaald door een warme kotmadam, een echte Spaanse mama.’ Een dag later vertrok Ann weer en moest Karlien het verder zelf maar uitzoeken. ‘Die eerste weken waren best eenzaam en stresserend. Op het International Department van de universiteit, waar ze ondanks die naam geen woord Engels spraken, hadden ze nog nooit van mij gehoord. Nochtans had ik in Leuven een officieel mapje gekregen met alle info en mijn inschrijvingsbewijs. Maar ter plekke bleek de richting communicatiewetenschappen niet eens te bestaan. Ik heb dan maar wat vak-
V
32 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
ken bijeengesprokkeld, uit richtingen als vertaalkunde, media en journalistiek. Gelukkig was mijn promotor aan de KU Leuven vrij flexibel. Ofwel begreep hij al dat Spaans zelf niet zo goed’, lacht ze. Het taalverschil zorgde voor grappige misverstanden, herinnert moeder Ann zich. ‘Karlien wilde graag weten of er in het hele universiteitsgebouw internet was, en ze zei dus iets à la “hay internet los servicios?”, wat zoveel betekent als “is er internet op de toiletten?”. Dat vond die receptioniste toch een beetje verontrustend.’ Met dat Spaans ging het snel beter, ook dankzij haar kotgenoten. ‘Dat waren allemaal Erasmusstudenten – Italianen, Britten en Fransen – maar we hadden geen enkele taal gemeenschappelijk. Dus moesten we wel Spaans spreken. Dat leverde hilarische toestanden op. Zo werd ons vergiet consequent la cosa verde por la spaghetti genoemd’, lacht Karlien. ‘Maar het was vooral een heel gezellige boel met fijne feestjes. Het leek L’Auberge espagnole wel. Al werden wij ‘noorderlingen’ door de vlotte Spanjaarden en Italianen toch een beetje als seuten aangezien. En toegegeven: hun feesten zijn echt loco. Daar verbleken alle Belgische festivals bij.’ De Spaanse sfeer en de plaatselijke bevolking vond Karlien een hele revelatie, maar op academisch gebied voelde ze toch een cultuurshock. ‘Ik kwam van de KU Leuven, een universiteit die zich al ruimschoots heeft bewezen op het gebied van onderzoek en onderwijs. Maar die privé-universiteit in Zaragoza had niet één wetenschappelijke publicatie! Toegege-
ven, alles zag er gloednieuw uit: witte, steriele lokalen, een buiten- en binnenzwembad, een voetbalstadion groter dan dat van Oud-Heverlee Leuven, televisieen radiostudio’s... Maar de bibliotheek was kleiner dan onze woonkamer. Er stonden twee rekken: één met boeken en één met dvd’s.’ Karlien hoorde meteen bij de primussen. ‘Toen ik mijn eerste paper inleverde, heeft de professor die getoond op een groot scherm, als voorbeeld voor de rest. De studenten haalden hun informatie vooral van Google en Wikipedia en dat was allemaal prima. Als de powerpoint maar mooi en flitsend was. Boeken waren er trouwens niet, alleen dunne cursussen. En ook de examens waren helemaal anders dan hier. We kregen bijvoorbeeld nooit multiplechoicevragen met giscorrectie. Wie het goed kon uitleggen, kreeg hoge scores. Ik haalde voor veel vakken meer dan 95 procent. In Leuven werden die wel omgezet naar vijf- en zestienen.’ Alles ging er misschien wat losser toe, maar Karlien moest wél hard werken. ‘De studenten konden veel meer, ze hadden heel wat technische vaardigheden die bij mij ontbraken. Zo moesten we voor een vak een reclamefilmpje maken: zelf met een camera de stad intrekken en alles monteren. Dat was wel een revelatie.’ Ook volgens haar moeder is Karlien verrijkt teruggekeerd. ‘Alles wat hier evident lijkt – de bus nemen bijvoorbeeld, of een bankkaart opvragen – moet je daar opnieuw leren. Karlien laat zich nooit meer ontmoedigen door kleine hindernissen.’
‘Je zag zelfs studenten met Down’ Marieke Vandecasteele (22), studente orthopedagogie, ontdekte veel open deuren in Reykjavik. eel studenten dromen van een zwoel Erasmusjaar in Spanje of Italië, het koude IJsland staat meestal niet in de top drie. Marieke Vandecasteele was wel benieuwd naar het land van elfen, geisers en Björk. Bovendien had ze na drie jaar in Gent behoefte aan een nieuwe uitdaging. ‘Een opleiding orthopedagogie is meer dan alleen objectieve wetenschap, docenten dragen ook een bepaalde visie uit. Als je het bij één universiteit houdt, mis je heel veel inzichten en ideeën. IJsland is erg dunbevolkt en alles is er dus minder anoniem. De natuur overheerst er ook nog, waardoor mensen elkaar wel moeten helpen om te overleven. In mijn vakgebied hoor je vaak spreken over ‘inclusiviteit’: mensen met een beperking mag je niet wegstoppen achter
V
34 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
gesloten deuren, maar moet je – met de nodige hulp – opnemen in de samenleving. In IJsland gebeurt dat veel meer dan bij ons. Op mijn universiteit zag je zelfs studenten met het downsyndroom. Dat kan, omdat elke student er heel individueel benaderd wordt.’ En toch lag het niveau er ongeveer even hoog als hier, zegt Marieke. ‘We kregen vaak les in kleine groepjes, waardoor je veel dieper in discussie kon gaan en echt kritisch leerde denken. Uiteraard kunnen de curricula nooit honderd procent overeenstemmen. Ik heb dus ook wel een aantal Gentse vakken gemist, maar ik heb veel in de plaats gekregen. Eén nadeel misschien: door de taalbarrière kon ik alleen Engelse lessen volgen en zat ik dus voornamelijk met internationale studenten in de klas. Veel intens contact met IJslanders was
er niet. Al heb ik wel IJslandse dans- en tekenles gevolgd en kon ik – dankzij een voorbereidende taalcursus – een mondje IJslands praten in bars en winkels. Ik moet wel toegeven dat ik een lichte cultuurshock heb gevoeld. De IJslanders zijn nogal Amerikaans qua mentaliteit: je ziet er veel grote auto’s en fastfood. En het leven is er helaas ook een stuk duurder dan bij ons.’ Al bij al vindt ze het een verrijkende ervaring. ‘Er wordt weleens gezegd dat zo’n Erasmusjaar vooral om feesten en drinken draait, maar bij mij was het heel anders. Ik vond het vooral belangrijk om een nieuwe cultuur te ontdekken, op menselijk én academisch vlak. En net doordat ik geconfronteerd werd met al die verschillende nationaliteiten, heb ik mezelf ook beter leren kennen.’
‘Ik was een half genie omdat ik voetnoten gebruikte’ Historicus in spe Wesley De Visscher (21) is niet te spreken over zijn verblijf in Grenoble. m zijn Frans op te krikken, trok Wesley De Visscher vorig academiejaar een semester naar het Zuid-Franse Grenoble. Het zachte klimaat nam hij er met plezier bij. Maar la douce France viel lelijk tegen, vertelt hij nu. ‘Grenoble is een stad zonder ziel, waar bedroevend weinig te beleven valt. Je kunt het een beetje vergelijken met Aalst of Ninove.’ Academisch bleek het evenmin een hoogvlieger. ‘Het niveau ligt er een stuk lager dan bij ons. De studenten weten alles over hun nationale geschiedenis, maar over pakweg Engeland of Amerika blijft het stil. Bovendien is de aanpak veel schoolser: we moesten vooral taakjes maken, examens waren minder belangrijk. Die taken waren bovendien heel anders. In Gent leer je vanaf het eerste jaar hoe je correct onderzoek voert en een gestructureerde analyse
O
opstelt. In Grenoble werden niet eens bibliografieën of voetnoten gebruikt. De proffen vonden me een half genie omdat ik dat wel deed én zelfs een Engelse bron had geraadpleegd. Stel je voor! Van een powerpointpresentatie of cursus hadden ze ook nog nooit gehoord. De lessen leken eerder op een langgerekt dictee: de docent deed zijn zegje en de studenten noteerden.’ Alle colleges waren wel in het Frans. ‘De professoren hielden er totaal geen rekening mee dat het voor internationale studenten niet zo eenvoudig is alles te begrijpen en deftig te verwoorden. Examens waren dus wel een uitdaging. Maar doordat er minder kennis werd verwacht, lagen mijn punten toch boven het plaatselijke gemiddelde.’ Ook praktisch stootte hij op een paar minpunten van Erasmus à la française. ‘Het land is vreselijk bureaucratisch: ik moest massa’s
formulieren invullen. Ook mijn kot viel een beetje tegen. Ik had – na een lange zoektocht – zelf op internet een colocation gevonden: een appartementje dat ik deelde met drie Franse studenten. Best gezellig, zolang je naast de troep en de schimmels in de badkamer keek’, grijnst Wesley. ‘En jammer genoeg was die ongezellige stad allesbehalve goedkoop: ik heb er in een halfjaar tijd al mijn spaargeld moeten doorjagen.’ Mocht hij opnieuw kunnen beginnen, Wesley zou in Gent blijven. ‘Eigenlijk heb ik wel spijt van die semester. Hier zou ik veel meer bijgeleerd hebben. Het enige pluspunt is dat ik voor mezelf leerde zorgen: wassen, koken, poetsen. Maar ik had beter een andere bestemming gekozen, Parijs bijvoorbeeld. Daar valt tenminste iets te beleven. En’, glimlacht hij, ‘de Sorbonne geeft ook net dat tikkeltje meer prestige aan je cv.’ KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 35
‘Ik moest verdorie harder werken dan in Gent’ Weg met Erasmus, moeder Marleen De Vos vond het allemaal prima, maar moest dat nu Polen zijn? Stephanie De Deckers (24), kersvers interieurvormgever, was enorm onder de indruk van haar medestudenten in Krakau. igenlijk wilde Stephanie De Deckers graag naar een ‘typisch’ Erasmusland, zoals Spanje of Italië. Maar de keuze was vrij beperkt: ze kon naar Nederland (‘dat zei me niet veel’), Duitsland (‘die taal beheers ik niet genoeg’), het Verenigd Koninkrijk (‘daar was de aanpak wel erg theoretisch’) of Polen. ‘Laat dan maar, was mijn eerste gedachte. Zo’n totaal onbekend land? Na lang twijfelen heb ik de sprong toch gewaagd.’ Haar moeder moest er ook even aan wennen. Ze wist wel dat haar dochter doodgraag op Erasmus wilde en dat vond ze ook prima, maar een halfjaar Polen? ‘In het begin was ik toch wat bang en ongerust’, legt moeder Marleen uit. ‘Mijn beeld van Polen was heel beperkt: ik dacht dat het een arm, ‘achtergesteld’ land was. En dan wordt er ook nog eens een taal gesproken waar je kop noch staart aan krijgt. In mijn omgeving reageerde iedereen stomverbaasd: wat ging mijn dochter daar in godsnaam zoeken? Maar we zijn Stephanie eens gaan bezoeken en we hebben onze mening helemaal moeten herzien. Het was er fantastisch.’ Ook Stephanie had al snel haar vooroordelen moeten opbergen. ‘Krakau is een hele nette, gezellige stad. En de mensen helpen je meteen als je problemen hebt, met veel moeite, dat wel, want er wordt heel weinig Engels gesproken. Hartverwarmend.’ Ter plaatse leerde Stephanie wel een mondje Pools, om zich uit de slag te kunnen trekken. Maar theorieën over architectuur en interieur oppikken in het Pools,
E
dat is andere koek. ‘Gelukkig werd er op school veel praktijkles gegeven, zodat we ons met wat gebarentaal konden behelpen. Voor de schaarse theorielessen kregen we vrijstellingen. We hebben ook geen enkel examen moeten afleggen, er waren alleen ‘toonmomenten’.’ En toch moest ze veel harder werken dan in Gent, vertelt de vormgeefster. ‘We kregen vakken als schilderen en beeldhouwen. Dat lijkt misschien zinloos, maar zo leer je wel dat interieurvormgeving veel verder kan gaan dan wat we aan de Hogeschool Gent leerden. Iedere dag hadden we een ander vak en telkens moesten we iets nieuws tonen. Die Poolse studenten gingen voor iedere opdracht voluit. Je moest hun creaties eens zien, ongelofelijk. Ik had het gevoel dat ze veel meer konden dan Vlaamse studenten. Wij krijgen een opdracht en blijven daar dan wat rond ‘hangen’, terwijl zij hun grenzen aftasten en alles heel precies uitpluizen. Dus heb ik ook keihard gewerkt. Ik wilde tenslotte geen slechte reputatie, als erasmusser. Maar soms vroeg ik me wel af wat ik daar in godsnaam zat te doen. Op voorhand denk je toch dat zo’n Erasmusjaar veel meer à l’aise zal zijn. Ik moest verdorie harder werken dan in Gent’, lacht ze. ‘Uiteindelijk haalde ik goede resultaten, maar ik vermoed dat de docenten voor mij toch iets milder waren. De erasmussers werden extra in de watten gelegd. Af en toe kregen we van de directeur zelfs een chocolaatje.’ Om te bewijzen dat het geen plezierreisje was, toont Stephanie haar portfolio, met
een aantal creaties die ze in Polen maakte, een kunstwerk in metaal en oud ijzer bijvoorbeeld. ‘Ik moest ter plaatse ijzer zoeken, bij een Pool die helemaal niet begreep wat ik wilde. Hij heeft me dan maar van alles gratis gegeven.’ Maar er zit ook een indrukwekkende architecturale creatie bij. ‘Zoiets had ik in Gent nooit gedurfd. Ik was altijd een brave student die netjes binnen de lijntjes kleurde. Nu is mijn blik op interieur en architectuur toch wel verruimd. En ik ben gemotiveerder geworden, doordat ik de Poolse studenten zo heb zien knokken. Zij hadden allemaal een streng toelatingsexamen afgelegd om aan die school te mógen beginnen. Hun hele toekomst hing ervan af.’ Uitgaan was er voor de Poolse studenten amper bij, dus daarvoor was Stephanie vooral aangewezen op Erasmusstudenten. Ook dat bleek een revelatie. ‘Sommige plekken zijn echt helemaal anders dan hier. De Polen dansen nog in koppeltjes, net als vroeger. Wel even schrikken, als je zo’n aanzoek krijgt. Maar gelukkig zijn er ook veel ‘normale’ clubs en cafés.’ Na een semester kwam ze naar huis met een puntenblad vol A’s en een hoop levenservaring. ‘Ze is veel zelfstandiger geworden en haar blik is verruimd’, vertelt haar moeder. Intussen heeft Stephanie ook werk gevonden, op een ontwerpbureau. ‘Toen ik solliciteerde, werden er af en toe wenkbrauwen gefronst. “Krakau?” Maar ik denk dat het wel een troef is: ik heb al bewezen dat ik me prima in mijn eentje kan redden.’ KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 37
Erasmus Mundus
Europese frontlinie in de ‘war for talent’ Internationalisering stopt niet aan de Balkan of op Gibraltar, weet ook de Europese Commissie. Onder de vleugels van het Erasmus Mundusprogramma kan het kruim van de Europese studenten en onderzoekers nu ook in onder andere China en Brazilië terecht. Studenten uit het Zuiden worden ondertussen bij bosjes aan onze alma maters verwelkomd. Niet uit altruïsme, maar als munitie om de wereldwijde war for talent in Europees voordeel te beslechten. — door Jan De Deken
38 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Terwijl heel wat Erasmusstudenten hun uitwisseling op academisch gebied een flop noemen, vond Minne zijn semester aan de staatsuniversiteit van Rio de Janeiro wel een verrijking. ‘De opleiding hier combineerde specialisaties die in België gescheiden blijven. Ook de methodologie is helemaal anders. In België is die heel strak, terwijl er hier meer ruimte is voor creativiteit. Door te leren werken in een andere cultuur begon ik de mij in België aangeleerde ideeën en werkwijzen in vraag te stellen en buiten het kader te denken.’ De designopleiding van zijn Braziliaanse gastuniversiteit staat bekend als een van de beste van Latijns-Amerika. ‘Het was de enige instelling buiten Europa waarmee mijn faculteit op dat moment samenwerkte. Kwaliteit stond centraal’, zegt Minne. Wat natuurlijk niet betekent dat er ondertussen niet gefeest werd. ‘Op dat gebied had ik wel een typische Erasmuservaring,’ lacht hij, ‘met wilde kotfeesten en lange nachten in de uitgaansbuurten van Rio.’
Arm en rijk 22 uur, donderdagavond. Een vijftigtal jongeren staat te wachten tot de poort van een poepchique villa met zeezicht opengaat. In het opvallend blonde gezelschap wordt even opvallend veel Engels gesproken. REI Rio, een netwerk dat uitwisselingsstudenten in Rio de Janeiro met elkaar in contact brengt, organiseert vanavond zijn Beach House Party. Er staan een sambagroep, vijf dj’s en heel wat liters caipirinha op het programma. Aan de overkant
DANNY GYS/REPORTERS
J
ente Minne (26) kuiert door de steil oplopende steegjes van Rocinha, alsof hij in Westmalle een ommetje naar de bakker maakt. Nochtans kent de sloppenwijk van Rio de Janeiro een van de hoogste concentraties aan tuberculosebesmettingen ter wereld en domineerden gewapende drugsbendes de favela de afgelopen decennia. Minne is al wat gewoon. Hij werkt in Haïti als communicatieverantwoordelijke voor Viva Rio, een Braziliaanse ngo met duizenden werknemers die haar expertise in sociale projecten in sloppenwijken nu ook in Haïti aanwendt. Voor een congres is Minne enkele dagen in Rio de Janeiro, de stad waarnaar hij drie jaar geleden als student productontwikkeling op uitwisseling vertrok. ‘Heel wat van mijn medestudenten gingen op Erasmus, maar ik was de enige die naar een niet-Europese bestemming trok. Het leek me een intensere ervaring, ik hoopte op een cultuurschok.’ In Brazilië kwam hij in een heel andere realiteit terecht: ‘De veiligheidssituatie is complexer, informele contacten zijn erg belangrijk en miserie is hier veel zichtbaarder. Die ervaringen hebben mijn wereldbeeld en mijn verdere keuzes compleet veranderd.’ Een half jaar na zijn uitwisseling landde Minne opnieuw in Rio. Deze keer om onderzoek te doen naar innovatiemanagement bij ngo’s. Zo kwam hij in contact met Viva Rio, waarvoor hij, na een stage bij het VN-milieuprogramma UNEP in Parijs, aan de slag kon in Haïti.
van de straat stapelen de krotten van de favela Vidigal zich op, als een doos legoblokken die op een berg zand is gedumpt. Dat is ook André Cunha niet ontgaan. De Portugese masterstudent ingenieurswetenschappen werkt een paar dagen per week in een vrijwilligersproject in Vidigal, net zoals heel wat andere uitwisselingsstudenten. ‘REI Rio organiseert niet alleen feestjes, het biedt ons ook de mogelijkheid om in ontwikkelingsprojecten mee te draaien. In Rio word je geconfronteerd met een gigantisch contrast tussen arm en rijk, op een schaal die we in Europa niet kennen. Wij beseffen ook wel dat deze luxefeesten maar één kant van de medaille tonen.’ De volgende middag staat Cunha in een lokaaltje van Grupo de Açao Social Comunitaria (Gasco) aan enkele kinderen computerles te geven. Enkele jongens zitten op hun Facebookpagina, terwijl een ander een Hotmailaccount probeert aan te maken. ‘Heel wat van deze kinderen worden aan hun lot overgelaten. Hun ouders kijken niet naar hen om of zijn in de drugshandel actief. Het geeft voldoening dat je hen hier een alternatief kunt bieden.’ Cunha geeft ook fotografie- en Engelse les. Hij ziet zijn toekomst anders dan een half jaar geleden, toen hij nog gewoon in Porto studeerde. ‘Ik weet nog niet hoe ik het met mijn diploma kan combineren, maar ik hoop wel in de ontwikkelingssector te blijven.’ Dat Europees talent in de sloppenwijken van Haïti en Rio de Janeiro blijft plakken, is natuurlijk niet wat de Europese Commissie voor ogen had toen ze in 2004 het Erasmus Mundusprogramma boven de doopvont hield. Intercultureel begrip promoten door met niet-Europese landen samen te werken stond natuurlijk wel in het doelstellingenlijstje, maar belangrijker was de kwaliteit van het Europese onderwijs wereldwijd opnieuw als dé standaard te laten gelden. Met hoge kwaliteit en aanlokkelijke beurzen hoopt Europa de beste studenten en onderzoekers van over de hele wereld binnen te halen. In tegenstelling tot het gewone Erasmusprogramma, dat zoveel mogelijk studenten van onder de kerktoren wil wegsleuren, is Erasmus Mundus een eliteproject dat enkel op de keur van de studenten en universiteiten mikt.
Paradepaardje Dat mag natuurlijk iets kosten. Voor de periode van 2009 tot 2013 werd een indicatief budget van 950 miljoen euro voorzien. Van 2004 tot 2008 was dat nog 609 KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 39
▲
ELITEPROJECT Europa hoopt de beste studenten en onderzoekers van over de hele wereld binnen te halen.
GF
ELIEN SLEGERS (20) ❘ STUDENTE TOEGEPASTE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN
Ik verblijf momenteel in Athene. Van de crisis heb ik nog weinig gemerkt. In oktober ben ik tijdens de nationale staking wel halsoverkop een boekenwinkel moeten binnenvluchten, achternagezeten door de politie. Die dag kreeg ik pas echt door hoe boos de Grieken zijn op hun leiders. Ik heb medelijden met hen, omdat ze in de penarie zitten door een corrupt beleid.
VRIJWILLIGER De Portugese masterstudent André Cunha geeft computerles in een favela van Rio.
▲
miljoen euro. Het leeuwendeel van de middelen gaat naar de zogenaamde Actie 1en Actie 2-programma’s. Binnen Actie 2uitwisselingen kunnen Europese studenten, onderzoekers en professoren aan een van de 704 partnerinstellingen in meer dan 100 landen buiten de Europese Unie terecht. Tenminste, als hun thuisuniversiteit onder de vleugels van Erasmus Mundus samenwerkt met de buitenlandse partner. Die mag dan op zijn beurt studenten en medewerkers naar Europa sturen. ‘Zesenzeventig van de honderd beste Europese universiteiten nemen deel aan het Erasmus Mundusconsortium, maar daar blijft het niet bij’, zegt Dennis Abbott, woordvoerder van Europees commissaris voor Onderwijs Androulla Vassiliou. ‘We werken samen met vele van de beste universiteiten uit de VS, Canada, China, Brazilië, India en Japan.’ Hét paradepaardje van Erasmus Mundus zijn de Actie 1-programma’s: Europese 40 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
universiteiten bieden in samenwerking met Europese en niet-Europese partnerinstellingen gemeenschappelijke masters en doctoraten aan. Studenten die zo’n Europese master volgen, studeren in minstens twee verschillende landen binnen het consortium en krijgen een dubbel diploma uitgereikt. De afgelopen acht jaar zagen 164 Europese masters en 34 doctoraten het licht. Meer dan 12.000 studenten en onderzoekers uit 170 landen konden al op een beurs rekenen. Het is aan de universiteiten om zelf met voorstellen op de proppen te komen. Als die kans willen maken dat hun project wordt goedgekeurd, kunnen ze maar beter aan enkele voorwaarden voldoen, zegt Abbott. ‘Daaraan moeten minstens drie Europese universiteiten uit verschillende landen deelnemen. Zo promoten we intensere samenwerking over de landsgrenzen heen en worden de opleidingen meer op elkaar afgestemd. Onderwijsinstellingen
JAN DE DEKEN
JAN DE DEKEN
<<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
VAN BRAZILIË NAAR DE VUB Daniel Silva Chantein de Almeida specialiseert zich hier in artificiële intelligentie.
die willen deelnemen aan de Europese masters moeten ook belangrijke delen van het Bolognaproces onderschrijven, zoals het Europese creditsysteem ECTS. Erasmus Mundus is in die zin een middel om de Europese onderwijsdoelstellingen te verwezenlijken.’ Vooral de gemeenschappelijke diploma’s, waarbij studenten van twee verschillende universiteiten zo’n schriftelijke erkenning krijgen, zijn sommige lidstaten een doorn in het oog. Onderwijs is tenslotte een nationale bevoegdheid. Abbott: ‘We blijven daarvoor in dialoog met de ministeries van Onderwijs. Meerdere lidstaten hebben door Erasmus Mundus hun wetgeving al aangepast.’
Te veel vrijheid Aan de Belgische universiteiten wordt ondertussen volop ingezet op Erasmus Mundus. De KU Leuven en de UGent staan beide aan de Europese top wat aantal Europese masters en doctoraten betreft. ‘We
GF
DUITSLAND FREDERIK DECLERCQ (24) ❘ MARKTSPECIALIST BIJ BALTA INDUSTRIES
Tijdens mijn verblijf in Estland heb ik samen met vier andere erasmussers een roadtrip gemaakt. Onderweg werd onze auto in beslag genomen door de politie toen bleek dat Gregerly, onze Hongaarse chauffeur, geen rijbewijs had. Hij zou voor een Estse rechtbank verschenen zijn, ware het niet dat hij de dag voordien een al geboekte vlucht naar Boedapest moest halen. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
begeleiden onze professoren intensief om die programma’s aan te vragen’, zegt Leuvens vicerector internationaal beleid Bart De Moor. ‘Wanneer we de doelstelling niet halen, werken we een beter voorstel uit tegen het jaar erop.’ De Europese opleidingen zorgen volgens hem wel degelijk voor kwaliteitsverbetering. ‘Vooral omdat het om meer gestructureerde mobiliteit gaat. Bij het gewone Erasmusprogramma kiezen studenten zelf grotendeels waar ze heen willen en welke vakken ze volgen. De universiteiten hebben wel bilaterale akkoorden, maar de vakkenpakketten zijn vaak niet goed op elkaar afgestemd. Bij Erasmus Mundus daarentegen steken de partneruniversiteiten zélf het programma in elkaar, dus is er meer inhoudelijke afstemming. Kwaliteit wordt gegarandeerd door de sterke sociale controle tussen de partners onderling. Ook de specialisaties waarin we een master of doctoraat aanbieden, worden door de universiteiten naar voren geschoven. Zo coördineren wij bijvoorbeeld een master in nanotechnologie. Doordat de thema’s zo specifiek zijn, is de motivatie van studenten en professoren doorgaans zeer hoog.’ De Moor wil die gestructureerde mobiliteit doortrekken naar andere internationale uitwisselingsprogramma’s. ‘We verwijzen consequent naar Erasmus Mundus wanneer we de noodzaak aan zulke programma’s op de agenda van de Europese Commissie proberen te zetten. Europa wil dat tegen 2020 20 procent van de studenten een buitenlandse ervaring opdoet. Dan vraag ik mij af: wat met die overige 80 procent? Naar het voorbeeld van Erasmus Mundus zouden we ook op grotere schaal met een beperkt aantal, kwaliteitsvolle partners kunnen samenwerken. Waarom niet een hele klas fysicastudenten voor vier maanden naar Londen sturen bijvoorbeeld?’
Professoren op Erasmus
‘Erasmus Mundus begon tijdens de economische crisis. Dat men meteen op de rem ging staan, is begrijpelijk, maar zo kun je moeilijk duurzame banden opbouwen.’ Ann Heirman (UGent) Volgens professor Ann Heirman, Erasmus Munduscoördinator bij de vakgroep Talen en culturen van Zuid- en OostAzië aan de UGent, is die opvolging er wel degelijk, maar is ze gemakkelijk te omzeilen. ‘In een verslag kun je altijd de realiteit wat verbloemen, maar aan de concrete resultaten merk je uiteindelijk wel wanneer er output is. Bij professoren die vooral genieten van de uitstap, blijft het wellicht bij die ene keer.’ Zelf gaat Heirman regelmatig op uitwisseling naar Azië, wat essentieel is in een opleiding als sinologie. ‘Lesgeven in een andere context verhoogt je internationale competenties. Chinese studenten stellen andere vragen dan Belgische. Ook gemeenschappelijk onderzoek is veel toegankelijker wanneer je langere tijd kunt samenwerken.’
Aan de KU Leuven wordt weinig gebruikgemaakt van de beurzen voor professoren, zegt De Moor. ‘Wij zijn onderzoeksgedreven. Onze professoren laten de onderzoeksgroep liever geen maanden achter. Professoren die zich aan academisch toerisme zouden bezondigen, kunnen wij ons als universiteit al zeker niet permitteren.’ Wat niet wil zeggen dat De Moor geen belang hecht aan internationalisering. ‘Wetenschappelijk onderzoek is geen Belgisch of Europees, maar een mondiaal gebeuren. Onze bacheloropleidingen geven we in het Nederlands, maar in de masters zetten we volop in op internationalisering. We hebben tachtig masteropleidingen die volledig in het Engels worden gegeven. Ongeveer een derde van onze doctoraatsstudenten zijn buitenlanders. Bij de post-docs is dat bijna de helft.’ Erasmus Mundus is volgens De Moor een instrument waar internationaal gerichte universiteiten dankbaar gebruik van kunnen maken. ‘In mijn eigen vakgroep doctoreren twee Indiase studenten. De eerste drie jaar van hun doctoraat wordt uit de spaarpot van Erasmus Mundus gefinancierd. Het resterende anderhalf jaar betalen we met eigen middelen.’ Hoewel hij tevreden is over dat systeem, ziet de vicerector nog zaken waaraan gewerkt moet worden: ‘We zouden de studenten nog meer zelf moeten kunnen selecteren. De onderwijssystemen in China en India zijn heel anders dan hier. Soms zitten we daar wel met wat afstemmingsproblemen.’ Hoopt De Moor dan ook dat de beste buitenlandse onderzoekers na afloop van hun uitwisseling in Leuven blijven hangen? ‘Dat hoeft niet per se. Ons professorenkorps kan best wel wat internationaler, maar ook als ze teruggaan naar hun eigen universiteit blijven die mensen waardevolle contacten. Zo bouwen we een netwerk uit. ‘Twintig jaar geleden bleven de meeste niet-Europese onderzoekers hier, tegenwoordig keren ze terug naar hun land. Dat is natuurlijk minder het geval voor een Congolees die hier een doctoraat haalt, KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 41
▲
Naast studenten en jonge onderzoekers kunnen ook professoren van Erasmus Mundusbeurzen genieten. Volgens een voor-
malige Erasmus Munduscoördinator aan een Belgische universiteit zijn de criteria voor professoren echter heel wat minder strikt dan voor hun studenten. ‘De output van professorenuitwisseling wordt vaak niet of nauwelijks opgevolgd. Een professor gaat een maand op academische uitwisseling en drinkt een paar pinten met collega’s die hij al lang kent. Dat is academisch toerisme gesponsord met een Europese beurs.’
GF
MARIEKE VANDERSCHAEGHE (21) ❘ STUDENTE MEERTALIGE COMMUNICATIE
Voor mijn studies televisie en documentaire in Denemarken ben ik met twee Canadezen naar Istanbul getrokken om een documentaire te draaien over religie en politiek. We zochten buurten op waar ik als toerist nooit zou komen, en spraken er veel meer met de lokale bevolking. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
▲
want waar kan die in eigen land in godsnaam met zijn diploma terecht? Groeilanden als China, India en Brazilië daarentegen bieden meer dan genoeg opportuniteiten, hun onderzoekers keren terug.’
Niet consistent genoeg Hoewel Erasmus Mundus universiteiten de mogelijkheid biedt om wereldwijd contacten te leggen met vakgroepen in dezelfde specialisaties, zijn de samenwerkingsverbanden vaak van korte duur. In 2011 viel Brazilië grotendeels uit de Erasmus Mundussubsidiepot. Ook de mobiliteit van België naar China werd een jaartje in de wacht gezet. ‘De grote start van Erasmus Mundus viel net samen met de economische crisis, waardoor men al onmiddellijk op de rem ging staan. Daar kun je begrip voor opbrengen, maar een langetermijnwerking vraagt stabiliteit’, zegt Ann Heirman. De Moor sluit zich daarbij aan: ‘Op deze manier is het moeilijk om binnen het netwerk duurzame banden op te bouwen. Wij zouden van Europa graag wat meer consistentie zien.’ Volgens Dennis Abbott is die kritiek terecht: ‘Daarom hebben we beslist om vanaf 2014 met Erasmus for All alle internationale onderwijsdimensies in één programma te bundelen. Daarmee willen we een einde maken aan de fragmentering en consistentere relaties mogelijk maken.’ Volgens De Moor mag er ook van buiten Europa wat meer initiatief komen: ‘De EU is een van de enige grote overheden die inspanningen levert om uitwisseling met andere continenten te financieren. We moeten pleiten voor wat meer wederkerigheid, vanuit de BRIC-landen bijvoorbeeld.’ De Braziliaanse overheid doet binnenkort alvast een stevige duit in het zakje. Tegen 2014 wil het land 1,3 miljard euro investeren om 75.000 Brazilianen naar buitenlandse onderzoeksinstellingen te sturen. Met de wetenschaps- en technologiebeurzen hoopt het groeiland de vele vacatures voor hoogopgeleide ingenieurs, informatici en andere wetenschappers in eigen land in te vullen. De Moor zal hen met open armen ontvan42 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
gen: ‘In november is hier nog een Braziliaanse delegatie geweest om dat project te presenteren. Wij hebben ons kandidaat gesteld om een actieve partner te zijn.’ De Braziliaanse student informatica Daniel Silva Chantein de Almeida wachtte niet op het Braziliaanse initiatief en sleepte vorig jaar al een Erasmus Mundusbeurs in de wacht voor een tweejarige master aan de VUB. ‘In Brazilië horen we maar weinig over uitwisselingen met Europa. Chili en Argentinië zijn de voor de hand liggende landen. Ik zag een ver-
‘De EU is een van de enige grote overheden die uitwisselingen met andere continenten financieren. Er mag wat meer wederkerigheid komen.’ Bart De Moor (KU Leuven) blijf in Brussel wel zitten, omdat ik me aan de VUB in artificiële intelligentie kon specialiseren. Aan mijn thuisuniversiteit zijn de mogelijkheden daartoe nogal beperkt.’ De Almeida weet nog niet of hij terugkeert naar Brazilië. ‘Een verdere carrière kan ik in beide landen uitbouwen, maar het weer bevalt me hier beter. Brazilië is me te warm’, lacht hij.
Elitair clubje De Almeida was een van de gelukkigen die op een riante studiebeurs konden rekenen. Geen evidentie, want Erasmus Mundus mikt niet op de massa, maar op een klein clubje topstudenten dat uitstekende resultaten kan voorleggen. Voor de Europese master in duurzame territoriale ontwikkeling, waarin naast de KU Leuven ook de gerenommeerde Parijse Sorbonne par-
ticipeert, is het aantal plaatsen voor beursstudenten jaarlijks beperkt tot acht Europese en tien niet-Europese studenten. Wie naast de beursplaatsen grijpt, kan wel alle kosten op zich nemen en zelf het jaarlijks inschrijvingsgeld ophoesten: 4000 euro voor Europese of 7000 euro voor niet-Europese studenten. Wordt een Europese master zo geen titel die vooral kapitaalkrachtige studenten op hun cv kunnen zetten? ‘Daar schuilt inderdaad een gevaar’, geeft Bart De Moor toe. ‘Aan de andere kant stellen we in het buitenland vast dat de inschrijvingsgelden steeds hoger komen te liggen. Dat gebeurde onlangs nog in het Verenigd Koninkrijk. Ook in Nederland speelt men met dat idee. Als je dat als referentiekader neemt, lijken die Europese masters plots niet meer zo buitensporig duur. In Vlaanderen kiezen we er vooralsnog voor om de inschrijvingsgelden laag te houden, maar we zijn daarin een uitzondering en het is niet duidelijk in welke richting wij de komende tien jaar zullen evolueren. Ons lage inschrijvingsgeld is op termijn een bedreiging, aangezien ook buitenlandse studenten zich voor datzelfde bedrag aan onze universiteiten kunnen inschrijven. We zullen transparante en rechtvaardige selectiemechanismen moeten ontwikkelen.’ Nog een mogelijk gevaar van de Europese masters is dat het de nationale opleidingen dreigt te devalueren. Volgens Dennis Abbott waren de Europese opleidingen vooralsnog steeds een aanvulling op de bestaande masters, maar hij ziet wel ‘een duidelijke meerwaarde van de Europese masters tegenover hun gewone nationale tegenhangers in dezelfde disciplines’. Moeten we binnenkort allemaal op Erasmus Mundus om voor de meest begeerde jobs in aanmerking te komen? De Moor denkt dat het niet zo ver zal komen: ‘Laten we het positief bekijken. De gewone opleidingen hebben dezelfde docenten als die van Erasmus Mundus, dus als de Europese masters het niveau optrekken, komt dat ook de klassieke opleidingen ten goede.’
STUKCAFÉ, LEUVEN Een populaire pleisterplek voor buitenlandse én Belgische studenten.
Erasmusstudenten
{
in België
Knack Extra zocht enkele buitenlandse studenten in Brussel, Antwerpen, Gent en Leuven op. ‘Terug thuis wil ik mijn vrienden ook positiever leren zijn, zoals de Belgen.’ — door Andreas Ilegems / foto’s Franky Verdickt
‘IK HEB NU MET EIGEN OGEN GEZIEN DAT EEN LAND GEEN REGERING NODIG HEEFT’ KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 43
Erasmusstudenten
{
in België
Z
ondag, 21 uur, de wekelijkse jazzavond in het café van het Leuvense kunstencentrum STUK. ‘Over een halfuurtje zit het hier boordevol Erasmusstudenten’, verzekert de barman ons. De liveband van dienst is inderdaad amper opgewarmd of tientallen buitenlandse studenten mengen zich tussen de talrijke Vlaamse culturo’s. Zo gaat het in het STUKcafé al jaren. De erasmussers houden van de sfeer, de muziek uit alle windstreken, en het alomtegenwoordige bier. Onder de aanwezigen treffen we Søren Mandrup, een 24-jarige student politieke wetenschappen uit Kopenhagen. ‘Ik wilde nieuwe ervaringen opdoen in het buitenland. De meeste Erasmusstudenten gaan voor hun bachelor, ik studeer dit jaar af als master’, zegt hij. ‘Ik heb er wat langer over gedaan omdat ik in Kopenhagen een pauze had ingelast tussen mijn middelbaar en de universiteit.’ Hij verblijft hier in een internationalestudentenresidentie. ‘Leuven is klein, zeker in vergelijking met Kopenhagen, maar heeft wel een grote universiteit. Dat maakt het makkelijker om mensen van allerlei pluimage en origine te leren kennen. Als ik de wereld zou rondtrekken, ken ik nu in elk land wel iemand.’ Hij vindt vooral de Leuvense colleges over de Europese Unie interessant. ‘De profs hier kénnen het systeem, ze weten hoe die machine maalt en hoe het er achter de schermen toegaat. Omdat ze er
vaak zelf gewerkt hebben. Dat maakt de stof die ze geven en hoe ze die doceren heel geloofwaardig.’
Little Africa Elsene, Matonge meer bepaald. Ook de Tsjech Robert Ach-Hübner (21), die internationale relaties studeert aan de VUB, prijst de manier van doceren in ons land. ‘We discussiëren en worden aangemoedigd ons voor te bereiden op de colleges. In mijn geboortestad Brno is het anders, veel theoretischer. De prof doceert, wij noteren, lezen boeken en vertellen op het examen wat we geleerd hebben. Hier moet je aan de slag kunnen met de informatie die je krijgt. Ik weet niet welke methode de beste is, maar het is in ieder geval goed om ze allebei eens te ervaren.’ Robert deelt een studentencomplex met dertien Belgen, een Nederlander en een Taiwanese in Matonge, de Congolese wijk van Elsene. Toen hij hier arriveerde, waren de stad en haar internationale cultuur voor hem onbekend terrein. ‘Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast ben door de diversiteit en het kosmopolitische karakter van Brussel. Hier is het net Little Africa. En hoe noordelijker ik ga – richting Schaarbeek – hoe Aziatischer de omgeving wordt. Mijn geboortestad Brno is in dat opzicht homogener, elke buurt is er nagenoeg hetzelfde. ‘Veel mensen, onder wie een Tsjechische tv-journalist die hier vaak geweest is, vertelden mij voor mijn vertrek dat Brussel de saaiste stad ter wereld is’, vervolgt Robert.
44 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
Als ik de wereld zou rondtrekken, ken ik nu in elk land wel iemand.’ Søren Mandrup Denemarken >> Leuven
‘Ik ga daar niet mee akkoord. Sommige inwoners van mijn wijk gooien hun vuilnis gewoon op straat, anderen dealen of plassen tegen je gevel. En op een avond trof ik een colonne politiemannen op straat, uitgerust met helmen en schilden. Ze gingen in de clinch met black people die auto’s in brand staken om te protesteren tegen de officiële verkiezingsuitslag in Congo. (lacht) Uiterst opwindend allemaal, toch? Maar ik zie mij hier op termijn nog niet komen wonen. Uiteindelijk
zal ik kiezen voor het kalmere leven in Brno.’
Net Tim Burton De kamers op de tweede verdieping van campus Vesalius, het departement gezondheidszorg van de Hogeschool Gent, zijn voorbehouden voor Erasmusstudenten. Dit semester verblijven er zo’n 50 buitenlandse gasten van de hogeschool. ‘Een groot voordeel van zo’n residentie is het sociale contact’, aldus Vincent Deleu, logistiek verantwoordelijke
’s Nachts is het net het decor van een Tim Burtonfilm.’
Vriendjes maken in Antwerpen
‘Ik dacht dat Brussel de saaiste stad ter wereld was, ten onrechte.’ Robert Ach-Hübner Tsjechië >> Brussel
van de studentenresidenties. ‘De studenten leven in een minigemeenschap. Ze koken samen, organiseren feestjes of trekken samen de stad in.’ Op een druilerige vrijdagnamiddag kloppen we aan bij de Hongaarse Zsuzsanna Medve (21), studente administratie. ‘Let niet op de rommel.’ Zsuzsanna heeft de nacht voordien een verjaardagsfeestje gehad. Ze houdt ervan om met verschillende mensen samen te leven. ‘Erasmus was voor mij een uitgelezen kans om met mensen uit diverse
culturen in contact te komen: Taiwanezen, Turken, Spanjaarden, Tsjechen. Dat is in elk geval beter dan alleen op een appartement te zitten waar je niemand kent.’ De meeste Erasmusstudenten op de campus hebben nauwelijks contact met hun Belgische medebewoners op de hogere verdieping, Zsuzsanna wel. ‘Ik ga altijd uit met Belgen. Ik wil alles weten over hun cultuur, zonder dat ik de toerist moet uithangen.’ ‘In mijn thuisland is iedereen altijd gehaast’, zegt ze nog.
‘Hier kom je nog mensen tegen die rustig een boekje zitten te lezen, op een bankje bij de rivier. Belgen staan ook veel positiever in het leven dan Hongaren, ze zien er zelfs gelukkiger uit. Als ik straks weer thuis ben, wil ik mijn Hongaarse vrienden ook positiever leren te zijn. En Gent is echt haar Belgische lievelingsstad. ‘Als je in het historische centrum komt, met zijn kathedralen, kastelen en grachten, lijkt het alsof je een paar honderd jaar teruggaat in de tijd.
Martin Winter (21) studeert rechten aan de Universiteit Antwerpen. ‘De stad, de architectuur en de mensen zijn behoorlijk verschillend van wat ik gewend ben in mijn thuisland Tsjechië. Ik heb hier vooral internationale vrienden: Spanjaarden en Polen, maar ook Zuid-Afrikanen, Australiërs, Amerikanen. We treffen elkaar in de studentencafés op de Ossenmarkt.’ Martin heeft geen moeite om met Belgen te communiceren, want iedereen spreekt hier haast vlekkeloos Engels. Maar die Belgische studenten echt leren kennen, is een ander paar mouwen. ‘Als ik een café binnenstap waar Belgen zitten, krijg ik vaak niet meer te horen dan een beleefd ‘hallo’. Het is alsof ze niet met je willen praten omdat je geen Nederlands spreekt. ‘Nu heeft België een regering,’ zegt Martin, ‘maar ik heb hier met mijn eigen ogen gezien dat een land ook zonder regering kan functioneren, en zelfs behoorlijk lang. Officieel is België één land, maar volgens mij zijn Vlaanderen en Wallonië twee totaal verschillende werelden. Ik zat eens op de trein met een Vlaming en een Waals meisje. De Vlaming werkte voor het Erasmus Student Network in Antwerpen. Het meisje nam deel aan Erasmus Belgica, een samenwerking tussen de verschillende cultuurgemeenschappen in dit land. Ze discussieerden in het Engels over het onderwijssysteem in Vlaanderen en Wallonië. Het was net alsof twee buitenlanders aan het debatteren waren, wildvreemden voor elkaar.’
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 45
Andere programma’s
Meer dan Erasmus Internationalisering staat hoog op de Europese politieke agenda, en uitwisselingsprogramma’s beperken zich dan ook niet tot Erasmus of tot studenten. En zelfs binnen België kun je als student grenzen oversteken. Een overzicht van de voornaamste programma’s. — door Hanne Ghyselen
Erasmus Intensive Programmes
Erasmus voor Jonge Ondernemers
SINDS 2000.
SINDS 2000.
VOOR WIE Hogeschool- of universiteits-
VOOR WIE Ondernemers die in de voorbije drie jaar een eigen bedrijf hebben opgestart of dat van plan zijn, en kmo’s als gastbedrijf.
studenten vanaf het tweede jaar en docenten uit Erasmuslanden. Er moeten ten minste drie landen aan een Intensive Programme (IP) meedoen.
WAAR EU-lidstaten. WAAR Altijd in een land van het levenslanglerenprogramma (LLP). Dat zijn alle leden van de Europese Unie, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland, Turkije en overzeese gebieden zoals de Nederlandse Antillen en Frans-Polynesië.
WAT Nieuwe ondernemers werken een
HOE LANG 10 dagen tot 6 weken. Elk IP
tijdje samen met een ervaren collega van een succesvol bedrijf in een andere EUlidstaat en kunnen zo leren hoe ze een bedrijf moeten runnen en laten groeien.
kan ten hoogste drie opeenvolgende jaren georganiseerd worden.
WAAROM Het concurrentievermogen,
WAT De IP’s zijn ook een onderdeel van het Erasmusproject. Het zijn korte studieprogramma’s waarin studenten en docenten uit verschillende landen samenkomen in het land dat het IP organiseert om er samen te werken omtrent een bepaald thema, bijvoorbeeld migratie en diversiteit, ecologie. Elke hogeronderwijsinstelling kan bij haar eigen nationale agentschap IP-voorstellen indienen.
WAAROM Ideaal voor studenten die er nog niet helemaal uit zijn of ze met Erasmus naar het buitenland willen, omdat ze zo ook met studenten uit verschillende landen werken.
CIJFERS Elk jaar 380 IP’s. In 2009-2010 organiseerden de Vlaamse hogescholen en universiteiten 14 IP’s, voor een totaalbudget van 537.130 euro. Per IP namen ongeveer 35 studenten en 10 docenten deel.
46 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
HOE LANG Een maand tot zes maanden.
de internationalisering en de groei van nieuwe en al langer actieve kmo’s bevorderen. Deelnemers breiden hun netwerk en commerciële relaties uit en leren de internationale markt beter kennen. Beide partijen wisselen kennis en ervaring uit.
CIJFERS Van januari 2010 tot juni 2011 trokken vier jonge ondernemers naar het buitenland en ontvingen dertien Belgische bedrijven een buitenlandse gastondernemer. Niet alle aanvragen werden goedgekeurd, omdat Europa enkel kwaliteitsvolle relaties wil uitbouwen en zo geslaagde uitwisselingen wil garanderen.
TIANY KIRILOFF (33) ❘ PRESENTATRICE EN MODEJOURNALISTE
GF
Ik ben twaalf jaar geleden op Erasmus geweest in Den Haag. Eigenlijk wilde ik verder van huis studeren, maar de keuzemogelijkheden waren toen nog heel beperkt. Toch was het een niet te missen ervaring, vooral omdat ik er Russisch als tweede taal gestudeerd heb, en zo in aanraking kwam met de roots van mijn vader. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
Erasmus voor docenten
Erasmus Belgica
Erasmus Mundus
SINDS 1997.
SINDS Academiejaar 2004-2005.
SINDS 2004.
VOOR WIE Docenten in het hoger
VOOR WIE Belgische studenten, vanaf het tweede jaar hoger onderwijs. Ook toegankelijk voor wie al aan Erasmus deelnam, en vice versa.
VOOR WIE Studenten in een master-
lerenprogramma (LLP).
WAAR Deelnemende hogescholen en
HOE LANG Drie maanden tot drie jaar.
HOE LANG Eén dag (minstens vijf uur)
universiteiten van de Nederlandse, Franse of Duitstalige Gemeenschap.
onderwijs en personeel van ondernemingen.
WAAR Landen van het levenslang-
tot zes weken.
WAT Net als studenten kunnen docenten met Erasmus een tijdje naar het buitenland, om les te geven aan een gastuniversiteit of -hogeschool. Soms wordt ook personeel van internationale bedrijven uitgenodigd om voor studenten te komen spreken. Docenten kunnen ook een bijkomende korte opleiding volgen in het buitenland.
WAAROM Studenten die de kans niet krijgen om aan Erasmus deel te nemen, of dat niet willen, kunnen zo toch hun voordeel doen met de kennis en onderwijsmethoden van buitenlandse docenten. Hogescholen en universiteiten worden aangemoedigd om hun richtingen en vakken te internationaliseren.
CIJFERS In het academiejaar 2009-2010 trokken 821 Vlaamse docenten naar het buitenland. Iets meer dan de helft ging naar Spanje, Finland, Nederland, Frankrijk, Portugal en Polen. De meeste deelnemers zijn mannen.
HOE LANG Drie maanden tot een volledig academiejaar.
WAT Een beetje Erasmus, maar dan binnen België. Met steun van het Prins Filipfonds – dit is voor alle duidelijkheid geen Europees project – kunnen Belgische studenten een gelijkaardige ervaring opdoen in een van de andere taalgemeenschappen van ons land. Net zoals bij het Europese Erasmus betaal je geen inschrijvingsgeld aan de gastinstelling en worden de behaalde studiepunten volledig erkend door de eigen hogeschool of universiteit.
of doctoraatsopleiding.
WAAR 140 landen over de hele wereld.
WAT De EU wil studenten van elders naar Europa lokken, en haar eigen studenten de wereld in sturen. WAAROM De kwaliteit van het Europese hoger onderwijs verbeteren en dat wereldwijd promoten. CIJFERS Meer dan 1000 hogescholen en universiteiten uit 140 landen. Dit academiejaar kregen 21 Belgische doctoraats- en 57 masterstudenten een beurs.
WAAROM De kennis van een van de andere landstalen verbeteren en integratie in de cultuur van een andere gemeenschap. CIJFERS In 2010 vertrokken 163 Vlaamse studenten en 14 stagiairs met Erasmus Belgica, het totale beurzenbudget bedroeg 80.000 euro.
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 47
ANTON DE COSTER (33) ❘ COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKE AGENTSCHAP WEGEN EN VERKEER
GF
Op Erasmus gaan naar Barcelona was voor mij echt een totaalervaring. Na drie maanden kon ik mij al vlot in het Spaans uitdrukken. Bovendien heb ik er sommige van mijn beste vrienden leren kennen. Nadien heb ik zelfs nog zeven jaar in Barcelona gewoond. Het is mijn tweede thuis geworden. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
Comenius – individuele leerlingenmobiliteit
Comenius – nascholingen voor personeel
Comenius – schoolpartnerschappen
SINDS Dit schooljaar.
SINDS 2007.
SINDS 2007.
VOOR WIE Leerlingen uit het secundair,
VOOR WIE Onderwijzend, maar bijvoorbeeld ook administratief personeel.
VOOR WIE Kleuterscholen, lager en secundair, maar ook lerarenopleiding en -nascholing.
WAAR Landen van het levenslangleren-
WAAR Minstens een van de partners is
programma LLP.
een school uit een land dat deelneemt aan het levenslanglerenprogramma (LLP).
vanaf 14 jaar.
WAAR Het is de bedoeling dat alle landen die deelnemen aan het levenslanglerenprogramma ook hieraan deelnemen, maar vooralsnog zijn het er nog maar zeventien: België, Frankrijk, Spanje, Italië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Oostenrijk, Finland, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Polen, Estland, Letland, Liechtenstein en Luxemburg. De overige staten vragen meer voorbereidingstijd.
HOE LANG Drie maanden tot een volledig schooljaar.
WAT Net zoals bij Erasmus volgen deelnemers enkele maanden les in een partnerschool. In dit geval verblijven die bij een gastgezin. De tieners worden ook begeleid door hun eigen school en door de school waar ze tijdelijk de lessen volgen. Vlaamse scholen kunnen natuurlijk ook buitenlandse leerlingen ontvangen.
WAAROM ‘Junior-Erasmus’ heeft dezelfde voordelen als grote broer: leren omgaan met een nieuwe omgeving, cultuur en taal.
CIJFERS In Vlaanderen zeven aanvragen van scholen die in totaal dit schooljaar dertig leerlingen wilden uitsturen, het voorziene maximum voor dit jaar.
48 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
HOE LANG Een tot zes weken. WAT Personeel kan zich in het buitenland verder in zijn vak bekwamen, door deel te nemen aan internationale nascholingscursussen, conferenties of door een collega in het buitenland te volgen. De laatste twee mogelijkheden zijn minder populair onder Vlaamse deelnemers. Comenius omvat verder onder meer partnerschappen tussen onderwijsoverheden. WAAROM Deelnemers aan de nascholingen doen natuurlijk meer vakkennis op, krijgen meer inzicht in hun eigen methodes, maar kunnen ook hun netwerk internationaal uitbreiden. Achteraf tonen ze meer interesse voor en openheid naar andere landen en culturen en zijn ze meer gemotiveerd. CIJFERS Ongeveer de helft van de 140 Vlaamse deelnemers in 2010 werkte in het basis- of secundair onderwijs. 37 procent is docent in de lerarenopleiding. Het totale budget daarvoor was 280.000 euro, 20.000 euro meer dan het jaar voordien.
HOE LANG Twee jaar. WAT Leerkrachten en leerlingen van minstens twee scholen uit verschillende landen werken samen aan projecten over bepaalde thema’s, zoals water of spijbelen. Bij de bilaterale partnerschappen zijn er klasuitwisselingen, bij de multilaterale projecten is vooral het personeel mobiel.
WAAROM In de bilaterale projecten worden de scholieren er van bij de start nauw bij betrokken, wat hun motivatie versterkt. Ze leren of verbeteren ook een andere taal. De uitwisselingen van personeel zorgt ervoor dat leerkrachten nieuwe onderwijsmethoden ontwikkelen.
CIJFERS In 2010 werden vanuit Vlaanderen, voor een totaalbedrag van 1.552.000 euro, 3 bilaterale en 87 multilaterale projecten goedgekeurd, 31 voor het basisonderwijs en de rest in het secundair.
ELISAH VANDAELE (25) ❘ STUDENTE POLITIEKE WETENSCHAPPEN
GF
De meeste studenten gaan in het buitenland alleen maar om met de andere internationals. Ik wilde die ‘Erasmusval’ vermijden, dus zocht ik in Aarhus in mijn eentje een leuk café op, waar ik ging schaken met de locals. Zo heb ik veel vrienden gemaakt. Ik keer ieder jaar nog wel eens terug. <<<<<<< LOF DER ONTHEEMDHEID
Study Visits
Leonardo da Vinci – stages
Grundtvig – leerpartnerschappen
SINDS 2007.
SINDS 2000.
SINDS 2000.
VOOR WIE Kaderpersoneel en specialisten, zoals directies van scholen en opleidingscentra, pedagogische begeleiders, inspecteurs en overheidsvertegenwoordigers.
VOOR WIE Buitenlandse stages voor het beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, onderverdeeld in drie groepen: stages voor leerlingen, stages voor werknemers en werkzoekenden en stages voor opleidings- en personeelsverantwoordelijken.
VOOR WIE Organisaties en instellingen
WAAR Landen van het levenslangleren-
verschillende landen werken samen aan kleinschalige projecten en wisselen via een thema (bijvoorbeeld cultuur en ICT) informatie en ervaringen uit. In 2010 was hét thema artistieke vorming. Naast partnerschappen omvat Grundtvig bijvoorbeeld ook voorbereidende bezoeken, nascholing en workshops.
WAAR EU-lidstaten. HOE LANG Drie tot vijf dagen. WAT Tien tot vijftien onderwijsspecialisten uit verschillende landen, hooguit één per land, komen samen om rond een bepaald thema van onderwijs en opleiding te werken en kennis uit te wisselen. Daarbij bezoeken ze ook ministeries en onderwijsinstellingen. Vorig schooljaar waren er 266 dergelijke ‘studiebezoeken’.
WAAROM Deelnemers leren goede en innovatieve beleidspraktijken, om met die kennis het eigen onderwijssysteem aan te passen en te internationaliseren.
CIJFERS Het Vlaams ministerie van Onderwijs organiseerde er in 2010 zelf vijf, 53 Vlaamse specialisten woonden een studiebezoek in het buitenland bij.
programma LLP.
HOE LANG 2 tot 39 weken (voor leerlingen), 2 tot 26 weken (werknemers en werkzoekenden) en 1 tot 6 weken (verantwoordelijken). WAT De buitenlandse stages zijn het
uit de volwasseneneducatie.
WAAR Landen van het levenslanglerenprogramma LLP.
HOE LANG Twee jaar. WAT Minstens drie instellingen uit
vlaggenschip van Leonardo da Vinci. Verder omvat het programma nog voorbereidende bezoeken, partnerschapprojecten en projecten voor innovatietransfer.
WAAROM De deelnemende volwassenen
WAAROM Ervaring en technische
CIJFERS In 2010 werden in Vlaanderen
en sociale vaardigheden opdoen.
46 partnerschappen aangevraagd, waarvan de helft werd goedgekeurd. In totaal werd daar 367.000 euro aan gespendeerd, ongeveer 5 procent minder dan het jaar ervoor.
CIJFERS In 2010 kregen 470 leerlingen (plus 64 begeleiders), 222 werkzoekenden en 48 mensen uit de derde groep een beurs.
zijn van begin tot eind nauw bij het project betrokken en verwerven zo competenties op het vlak van onder meer cultuur, talen en burgerschap.
KNACK EXTRA 18 JANUARI 2012 49
LEGEIPSDA LB DOOR KOEN MEULENAERE
RIK DORPS over Maarten van Dorp. Van de Katholieke Universiteit Leuven. De Rik Torfs van zijn tijd, laten we er niet omheen draaien. Was er toen al televisie geweest, Maarten van Dorp was er elke dag op verschenen. Hadden er zelfverklaarde kwaliteitskranten bestaan, Maarten van Dorp had hen elke week drie gastcolumns opgedrongen. Tot meer en eerdere glorie van zichzelf. De gelijkenissen tussen beide farizeeërs zijn treffend. Maarten van Dorp, die zichzelf een tikje aanmatigend Martinus Dorpius noemde, was een Nederlander die rond 1504 in Leuven arriveerde en het daar tot magister artium bracht. Laat u hierdoor niet overdonderen. Magister artium was in die tijd wat kerkjurist is in de onze: een neptitel voor wie te stom is om een echte studierichting onder de knie te krijgen. Dorpius was een lutheraan, maar vooral een windhaan. Hij sloot vriendschappen als ze hem van persoonlijk nut waren, en zo ook met de man aan wie deze Knack Extra is opgedragen: Desiderius Erasmus. Met dezelfde bedoeling wrong hij zich trouwens ook in de gunst van Vives, wiens naam onlangs werd vereeuwigd in een denktank binnen de christelijke gemeenschap die door Rik Van Cauwelaert mee is opgericht. Eerst zou die denktank Fast Willy heten, naar een hazewind die onze chef-Wetstraat eens zevenduizend pond heeft opgeleverd op de hondenrenbaan van Tooting nabij Londen. Maar omdat Fast Willy niet erg academisch klonk, en bovendien ook de titel was van een wat al te vrijmoedige film uit het genre dat door Standard & Poor’s met een triple x-rating wordt bedacht, besloot men bij het ACW een andere naam te zoeken. Tenslotte was de beweging na het faillissement van Arco en de strapatsen van monseigneur Vangheluwe en Yves Leterme al genoeg in diskrediet gebracht. Juan Luis Vives was een Spaanse Jood, en dus niet erg gul van aard en hart, die in Leuven was aanbeland na een kort verblijf in Brugge. Hij publiceerde onder meer De institutione feminae christianae, een soort voorloper op Wat een jong meisje weten moet, met uitzondering van de genitale passages. Dat Rik Van Cauwelaert na aan Fast Willy spontaan aan Vives dacht om zijn denktank te benoemen, mag dus geen verwondering wekken. Al hebben wij tegenstanders van onze chef-Wetstraat al eens oneerbiedig horen gniffelen over ‘Vives bomma, petaate mè saucisse’. Schenken we geen aandacht aan dergelijke onopgevoede lieden. Ook Vives behoorde als humanist tot de vriendenkring van Erasmus en Thomas More, al moet gezegd worden dat hij ten opzichte van Maarten van Dorp altijd een grote achterdocht heeft gekoesterd. Hij zag in hem een opportunist. Van Dorp gaf eerst les in oude talen aan het bekende Collegium Lilii aan wat toen nog het Fochplein heette, maar was vooral geïnteresseerd in theo50 18 JANUARI 2012 KNACK EXTRA
VAN DE VOORDE/REPORTERS
WE KUNNEN NIET SPREKEN OVER ERASMUS, ZONDER TE SPREKEN
MAARTEN VAN DORP Wie gelooft in reïncarnatie zal niet langer twijfelen.
logie en filosofie. Hij pleitte in zijn Oratio in laudem Aristotelis voor de scholastiek, en in zijn Oratio in praelectionem epistolarum divi Pauli voor het gebruik van humanistische leermethoden in de theologie. Dorpius schreef nogal veel Oratio’s. Die werken konden uiteraard niet tippen aan De lof der zotheid die Erasmus schreef, men beweert in één week tijd. Daarin dreef hij de spot met de godsdienst en met al wie haar beleed. Een bijtende satire die geen machtige katholiek uit die tijd ontzag. Welnu, ook toen al konden ze daar in Leuven niet mee lachen. Maarten van Dorp schroomde zich niet om zijn vriendschap voor Erasmus voor de universitaire raad af te zweren en diens boek als niet meer of niet minder dan ketters te bestempelen. Daarna schreef hij snel een brief aan Erasmus zelf, om te zeggen dat hij eigenlijk gelijk had. Van een tweezak gesproken. En nu komt het: in 1523 werd hij bij zijn tweede poging rector van de Leuvense universiteit! Ondanks verdenkingen dat hij gefraudeerd had met fondsen voor de aanschaf van theologische boeken en relatiegeschenken voor buitenlandse bezoekers. Hoeveel scherper kan een gelijkenis eigenlijk nog zijn? Wie gelooft in reïncarnatie zal niet langer twijfelen.
BEROEMDE REIZEN Meer dan 70 klassieke en moderne ne reizen in woord en beeld. In Beroemde Reizen reis je de wereld rond langs de opmerkelijkste, oudste, langste, mooiste en sensationeelste trajecten ter wereld. Van de Zijderoute oute en de Oriënt-Express tot de legendarische Route 66 6 in Amerika. Dankzij adembenemende foto’s en meeslepende teksten beleef je deze fantastische reizen mee bij jou thuis. En met de vele handige tips ps en interessante informatie kan je zo zelf op stap!
Meer dan 70 klassieke en moderne reizen in woord en beeld
OB50996
DE ALLEREERSTE IN HET NEDERLANDS VERTAALDE LONELY PLANET GIDS
OVER LAND > OVER DE WEG > PER SPOOR > ONTDEKKINGSREIZIGERS EN VEROVERAARS > RIVIEREN EN ZEEËN > OUDE HANDELSROUTES > LITERAIRE REIZEN > WANDELINGEN EN PELGRIMAGES
HAAL MET DE VOORDEEL VOORDEELBON LBON DEZ DEZE WEEK BIJ KNACK HET BOEK ‘BEROEMDE REIZEN’ BIJ STANDAA BOEKHANDEL VOOR € 14,95 I.P.V. € 29,95. STANDAARD BOE