Tijdschrift van de
Nationale Bank van België
LIP Jaargang Deel 1 Nr 5 - Mei 1977 Verschijnt maandelijks
INHOUD :
3
De indexcijfers van de gewogen gemiddelde of effectieve wisselkoers van de Belgische frank.
53
Maatregel van monetair beleid • Mededeling van 4 mei 1977.
55
Synthetische curve van de voornaamste gegevens van de maandelijkse conjunctuurtest van de Nationale Bank - Resultaten van de maand april 1977.
1
Statistieken.
151
Economische wetgeving.
155
Literatuur in verband met de economische en financiële problemen die van belang zijn voor België.
De getekende artikels geven de opvattingen weer van de schrijver en zijn niet bindend voor de Bank. De opvattingen uitgedrukt in de niet-getekende artikels dragen de goedkeuring weg van het Directiecomité van de Bank. Overneming van uittreksels uit het Tijdschrift is toegestaan, op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.
DE INDEXCIJFERS VAN DE GEWOGEN GEMIDDELDE OF EFFECTIEVE WISSELKOERS VAN DE BELGISCHE FRANK
I. BETEKENIS YAN DEZE INDEXCIJFERS EN NAGESTREEFDE DOELSTELLINGEN.
De jongste jaren ondergingen de wisselkoersverhoudingen grondige wijzigingen. Het internationale monetaire stelsel, dat aan het einde van de tweede wereldoorlog in Bretton Woods werd uitgewerkt, steunde in hoofdzaak op de handhaving van vaste wisselkoersen, d.w.z. dat de pariteiten alleen konden worden gewijzigd in geval van een fundamentele verstoring van het evenwicht van de betalingsbalans. Uit de feiten blijkt, dat dit stelsel tot tegen het einde van de jaren 1960 aanleiding gaf tot weinig talrijke pariteitswijzigingen in de industrielanden, de devaluaties van 1949 buiten beschouwing gelaten. Vanaf 1967 is de druk op de wisselkoersen sterker en zijn bijgevolg de pariteitswijzigingen frequenter geworden : er zij o.m. herinnerd aan de devaluatie van het pond sterling in november 1967, die van de Franse frank in augustus 1969 en aan de revaluatie van de Duitse mark in oktober 1969. Daarna kwam het zweven als koersstelsel opnieuw naar voren; het werd welbewust gekozen door Canada in juni 1970, de Bondsrepubliek Duitsland en Nederland in mei 1971. Ten slotte werd de verklaring in verband met de opheffing van de inwisselbaarheid van de dollar in goud en in andere reserve-instrumenten in augustus 1971 gevolgd door een min of meer algemeen zweven van de valuta's. Gedurende een korte periode, gaande van het « Smithsonian Agreement » van december 1971 tot in februari-maart 1973, werd dit zweven onderbroken door een terugkeer naar vaste wisselkoersen. Thans zijn de wisselkoersverhoudingen gekenmerkt door het naast elkaar bestaan van monetaire gebieden, namelijk een belangrijk gebied dat de landen met een zwevende valuta omvat en kleinere gebieden bestaande uit landen die de schommelingsmarges van de koersen van hun valuta's tegenover elkaar beperken, maar waarvan de valuta's gezamenlijk zweven tegenover derde valuta's. De Belgische frank behoort tot een van die 3
beperkte gebieden, namelijk dat wat doorgaans de « slang » wordt genoemd; het omvat de valuta's van de landen van de Europese Economische Gemeenschap die nog de akkoorden van Bazel van april 1972 op de beperking van de schommelingsmarges toepassen en de valuta's van twee landen die zich in feite bij deze akkoorden hebben aangesloten : Zweden en Noorwegen. Tussen de valuta's van de « slang » mogen de koersen zich niet meer dan 2,25 pct. aan weerszijden van de spilkoers verwijderen, maar de « slang » zweeft zelf tegenover de derde valuta's. Zolang de koersen vast waren en de pariteitswijzigingen zeldzaam en geïsoleerd bleven, was de wijziging van de pariteit van een valuta — hetzij tegenover het goud, hetzij tegenover de dollar — een vrij juiste weergave van de veranderingen van de koers van die valuta tegenover het geheel van de andere valuta's van de landen die aan het stelsel deelnemen. Zodra de pariteitswijzigingen minder zeldzaam werden en, nog meer, zodra de wisselkoersen niet meer vast waren, kon het verloop van de verhouding tussen een valuta en zijn vroegere basiswaarden zoals het goud en de dollar geen geldige aanwijziging meer geven voor de positie van die valuta tegenover het geheel van de andere valuta's. Men diende derhalve een maat te vinden die in een enkele verandering een samenvatting zou geven van de schommelingen van de koers van een valuta tegenover alle andere valuta's. juister nog, deze maat zou moeten aangeven welk, in een stelsel van vaste wisselkoersen, het percentage zou zijn geweest van de unilaterale pariteitswijziging, die dezelfde uitwerkingen zou hebben gehad dan die koersveranderingen die in het huidige koersstelsel werkelijk hebben plaatsgehad. Dit is het algemene doel dat door de verschillende indexcijfers van de gewogen gemiddelde koersen of van de effectieve wisselkoersen van de valuta's wordt nagestreefd. Maar de gelijkwaardigheid van de uitwerkingen van de koerswijzigingen in het huidige wisselstelsel en van een pariteitswijziging in het stelsel van de vaste wisselkoersen kan op verschillende manieren worden nagestreefd. In dit verband dient een onderscheid te worden gemaakt tussen twee categorieën indexcijfers van de gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank : a) die welke de pariteitswijziging aangeven die voor de buitenlandse koper of de koper van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie uitwerkingen op de kosten zou hebben gehad die gelijkwaardig zijn aan die van de koersveranderingen die zich hebben voorgedaan. Onder de kosten voor de buitenlandse koper moet worden verstaan de prijs die de « gemiddelde » buitenlandse koper, in zijn eigen munt, betaalt voor produkten van de B.L.E.U. en onder de kosten voor de koper van de B.L.E.U. moet worden verstaan de prijs die de « gemiddelde » importeur, in Belgische franken, betaalt voor buitenlandse produkten. Tot deze eerste categorie behoren alle indexcijfers die gewogen zijn met coëfficiënten gebaseerd op de structuur van het bilaterale handelsverkeer tussen de B.L.E.U. en haar handelspartners of belangrijkste handelspartners;
b) die welke ernaar streven de pariteitswijziging te bepalen die dezelfde
gezamenlijke uitwerkingen zou hebben gehad op de handelsbalans van de B.L.E.U., als die van de koersveranderingen welke zich hebben voorgedaan. Tot deze tweede categorie behoren de indexcijfers die gewogen zijn met coëfficiënten welke gebaseerd zijn op een 'multilateraal model van de wisselkoersen. Deze zeer uitgewerkte modellen houden rekening met de concurrentie tussen de B.L.E.U. en elk van haar partners, niet alleen in hun bilaterale betrekkingen, maar ook op de markten van andere landen. Meestal houden ze eveneens rekening met de wijzigingen van de binnenlandse prijzen die voortvloeien uit de koersveranderingen alsmede met de reacties van de geïmporteerde en geëxporteerde hoeveelheden op de prijsveranderingen. Zoals men zal hebben opgemerkt, streven de indexcijfers van de tweede categorie een ambitieuzer doel na dan die van de eerste. Aangezien in de modellen waarop zij steunen een vrij grote foutenmarge onvermijdelijk is, vergen de waardeovereenkomsten die zij verstrekken daarentegen des te meer voorbehoud. Is er een volledige overeenstemming tussen de stabiliteit van een valuta in de betekenis die er door het stelsel van Bretton Woods aan werd gegeven en de stabiliteit van de gewogen gemiddelde koers van een valuta in het huidige deviezenstelsel ? Onder het stelsel der vaste pariteiten van Bretton Woods werd een valuta als stabiel beschouwd wanneer haar pariteit niet werd gewijzigd. Daar de pariteitswijzigingen, hoewel ze voor de valuta's van de industrielanden zeldzaam waren, bijna steeds de vorm van een devaluatie aannamen, waren de z.g. stabiele valuta's, m.a.w. die waarvan de pariteit geen enkele formele wijziging had ondergaan, in feite meestal valuta's die tegenover het geheel van de andere valuta's gerevalueerd waren; hun gewogen gemiddelde koers of effectieve wisselkoers werd immers geapprecieerd telkens als de valuta van een handelspartner devalueerde. In het huidige deviezenstelsel is een valuta waarvan de gewogen gemiddelde koers stabiel is, daarentegen, een valuta die noch gerevalueerd, noch gedevalueerd is in vergelijking met alle andere valuta's.
II. GESELECTIONEERDE INDEXCIJFERS.
Verscheidene officiële of particuliere instellingen berekenen en publiceren geregeld veranderingen of indexcijfers van de gewogen gemiddelde koers of effectieve wisselkoers van de Belgische frank. In de hiernavolgende sectie wordt een overzicht gegeven van sommige van de meest bekende van die indexcijfers, waarbij de voornaamste kenmerken ervan in het licht worden gesteld en, aan de hand van deze kenmerken voor zover mogelijk, de belangrijkste oorzaken van de verschillen in evolutie worden onderstreept. In de daaropvolgende sectie worden de twee indexcijfers van de gemiddelde koers van de Belgische frank beschreven die de Nationale Bank geregeld berekent, de ene gewogen met de uitvoer, de andere met de invoer van de B.L.E.U. Die indexcijfers, die 5
in de vorm van een grafiek voorkomen in de jaarverslagen van de Bank, sedert dat van 1972, zullen voortaan iedere maand in het Tijdschrif t van de Bank worden gepubliceerd, evenals de indexcijfers van de effectieve wisselkoersen van verschillende valuta's, w.o. de Belgische frank, berekend door het Internationale Monetaire Fonds. Onder de indexcijfers die regelmatig worden gepubliceerd, werden de volgende gekozen (zie Bijlage I) : cc
a) « Citibank-dagelijks », « Citibank-wekelijks », « Paribas », « Morgan », Deutsche Bundesbank » en « E.E.G. 1 »; b) « I.M.F.-MERM », « U.K. Treasury », « O.E.S.O. » en « E.E.G. 2 ».
De onder a) gegroepeerde indexcijfers zijn van het z.g. bilaterale type, omdat ze verkregen worden door de indexcijfers van de koers van iedere valuta te wegen met de belangrijkheid van de directe buitenlandse handel van de B.L.E.U. met het land of het gebied van deze valuta. Hun doel stemt overeen met dat wat onder I a) werd omschreven. De onder b) gegroepeerde indexcijfers zijn van het z.g. multilaterale type, omdat ze verkregen worden door de indexcijfers van de wisselkoers van iedere valuta te wegen met de van een multilateraal model van de wisselkoersen afgeleide coëfficiënten. Hun doel stemt overeen met dat wat onder I b) werd omschreven. Sommige instellingen hebben indexcijfers van de gewogen gemiddelde koersen berekend door wegingscoëfficiënten te gebruiken die niet alleen gebaseerd zijn op de handelsbetrekkingen, maar ook op de kapitaalstromen tussen de valuta of het land van de bestudeerde valuta en de andere valuta's of landen. Andere instellingen, ofschoon zij uitsluitend gebruik maken van de handelsbetrekkingen als wegingsbasis, berekenen coëfficiënten die uitgaan van de valuta waarin de betalingen voor invoer of uitvoer worden verricht wanneer ze in een buitenlandse munt plaatsvinden en van het land van verblijf van de verkoper of de buitenlandse koper wanneer de invoer of de uitvoer betaald wordt in Belgische franken. Deze soorten indexcijfers worden in dit artikel niet onderzocht.
III. VERGELIJKING VAN DE METHODES DIE WERDEN GEBRUIKT OM DE GEKOZEN INDEXCIJFERS UIT TE WERKEN (Bijlage II).
Deze vergelijking werd gemaakt op basis van vijf criteria : het gebruikte type van gemiddelde; de referentieperiode; de voor de • berekening van de gedeeltelijke indexcijfers gebruikte wijze van opneming van de koersen; de samenstelling van de korf van valuta's die voor de berekening van het indexcijfer in aanmerking werden genomen; de wegingscoëfficiën ten. 6
A. Gebruikt type van gemiddelde. De methode die voor de berekening van de indexcijfers wordt gebruikt is of wel het rekenkundig gemiddelde, of wel het meetkundig gemiddelde van de partiële indexcijfers, m.a.w. van de indexcijfers van de wisselkoersen van de Belgische frank tegenover elk van de andere in aanmerking genomen valuta's. Wanneer het erop aan komt synthetische indexcijfers uit te werken, m.a.w. indexcijfers die het gemiddelde zijn van partiële indexcijfers, vertoont het meetkundig gemiddelde aanmerkelijke voordelen op het rekenkundig gemiddelde. Het indexcijfer voortvloeiend uit het meetkundig gemiddelde van de partiële indexcijfers zal omkeerbaar zijn ( 1 ), transitief ( 2) en het zal niet op
( 1 ) Er is omkeerbaarheid wanneer, indien men de vermenigvuldiging met 100 voor de berekening van de indexcijfers verwaarloost, het indexcijfer /go van het verschijnsel gedurende de tijd t t.o.v. de basis o gelijk is aan het omgekeerde van het indexcijfer /o/t van het verschijnsel gedurende de tijd o t.o.v. de basis t. a) De elementaire indexcijfers, die eenvoudige verhoudingen zijn tussen de waarde van een element op twee verschillende ogenblikken, vermenigvuldigd met 100, zijn steeds omkeerbaar. Bijvoorbeeld, indien de prijs van een koopwaar oploopt van fr. 40 in de periode o tot fr. 50 in de periode t, is het indexcijfer /t/o gelijk (met verwaarlozing van de vermenig40 vuldiging met 100) aan vuldiging = 1,25 en het indexcijfer Lolt is gelijk aan = 0,80. 50 40 1 1 Dit geeft dus wel degelijk /t/o = 1,25 = 0,80 /o/t b) Men kan aantonen dat de synthetische indexcijfers voortvloeiend uit een van elementaire indexcijfers ook steeds omkeerbaar zijn.
meetkundig
gemiddelde
c) Daarentegen zijn de synthetische indexcijfers welke voortvloeien uit een rekenkundig van elementaire indexcijfers niet omkeerbaar. Dit zou, bijvoorbeeld, het geval zijn met een indexcijfer uitgewerkt op grond van het rekenkundig gemiddelde van twee elementaire indexcijfers, respectievelijk gelijk aan 1 en 1 in de periode o en 0,50 en 1,20 in de periode t ; dit geeft :
gemiddelde
/go
=
lolt =
1 —
/o/t
1,20
0,50 2 1 0,50
1 1,20 2 1 1,42
en
— 0,85
— 1,42
= 0,70
maar
0,85 =
It/o.
( 2 ) Er is sprake van transitiviteit wanneer, indien men de vermenigvuldiging met 100 voor de berekening van de indexcijfers verwaarloost, het indexcijfer It s/o van het verschijnsel in de tijd t s in verhouding tot de basis o gelijk is aan het produkt van het indexcijfer It s/t van het verschijnsel in de tijd t s in verhouding tot de basis t met het indexcijfer Itlo van het verschijnsel in de tijd t in verhouding tot de basis o. a) De elementaire indexcijfers zijn steeds transitief. Bijvoorbeeld, indien de prijs 'van een koopwaar oploopt van fr. 40 in de periode o tot fr. 60 in de periode t en tot fr. 72 in de Zie vervolg noot op volgende bladzijde.
7
overdreven wijze beïnvloed worden door de opwaartse of neerwaartse schommelingen van een van zijn componenten. Het indexcijfer voortvloeiend uit het rekenkundig gemiddelde van de partiële indexcijfers zal daarentegen noch omkeerbaar, noch transitief zijn; het zal op een overdreven wijze beïnvloed worden door de uiterste termen en het zal een positieve afwijking vertonen t.o.v. het indexcijfer dat voortvloeit uit het meetkundig gemiddelde van de partiële indexcijfers. Wanneer de veranderingen gering zijn, wat het geval was tot in 1973, worden ze evenwel nagenoeg op dezelfde wijze weergegeven door de twee soorten van gemiddelde indexcijfers. Bij de in aanmerking genomen indexcijfers zijn de « I.M.F.-MERM », de « U.K. Treasury », de « Morgan » en de « E.E.G., » meetkundige gemiddelden van partiële indexcijfers.
B. Keuze van de referentieperiode.
De referentieperiode is die waarin de wisselkoersen worden opgetekend die gebruikt worden om de basisindex = 100 te vormen. Logisch gezien heeft de keuze van de basisperiode weinig belang voor de indexcijfers die voortkomen uit het meetkundig gemiddelde van de partiële indexcijfers, ter wille van de vorengenoemde eigenschappen van dit soort van Vervolg van noot van vorige bladzijde.
periode
is het indexcijfer /t/o (bij verwaarlozing van de vermenigvuldiging met 100) 72 60 — 1,20 en het index— 1,50, het indexcijfer /t sit gelijk aan 60 40 72 sic) gelijk aan 40 — 1,80. Men heeft dus wel degelijk
t
s,
gelijk aan cijfer
It
.
It
It/o
= 1,50 x 1,20 = 1,80 =
.s/o.
h) Men kan aantonen dat de synthetische indexcijfers welke voortvloeien uit een van elementaire indexcijfers eveneens steeds transitief zijn.
meet-
kundig gemiddelde
c) De synthetische indexcijfers die voortvloeien uit een rekenkundig gemiddelde van elementaire indexcijfers zijn daarentegen niet transitief. Dit zou, bijvoorbeeld, het geval zijn van een indexcijfer uitgewerkt op basis van het rekenkundig gemiddelde van twee elementaire indexcijfers, respectievelijk gelijk aan 1 en 1 in de periode o, aan 0,90 en 1,20 in de periode t en aan 0,45 en 1,68 in de'periode t s. Dit geeft : It
It
s/ t
It It
8
s/t . /t/o
=
0,90 + 1,20 — 1,05 2 1,68 0,45 1,20 0,90 — 0,95 2 0,45 + 1,68 — 1,065 2 1,065 = 1,05 x 0,95 = 0,998
en maar It
sic).
gemiddelden. Voor de indexcijfers op basis van het rekenkundig gemiddelde is het daarentegen wenselijk dat de basisperiode zou gekenmerkt zijn door een zo gering mogelijke spreiding van de ontwikkelingen der verschillende partiële indexcijfers. Deze voorwaarde is, t.a.v. de Belgische frank, op een vrij bevredigende wijze vervuld door de indexcijfers waarvan de basisperiode voorafgaat aan het « Smithsonian Agreement » en op een praktisch volmaakte wijze door de indexcijfers waarvan de basisperiode voorafgaat aan het zweven van de Duitse mark en de Nederlandse gulden in mei 1971 ( 1 ). Afgezien van de bovengenoemde statistische beperkingen wordt de basisperiode vaak zo gekozen dat het indexcijfer de wijzigingen weerspiegelt die zich voordeden in vergelijking met het absolute of relatieve niveau van de koersen of de pariteiten waaraan een bijzonder belang wordt gehecht. In dat opzicht kan men drie categorieën van indexcijfers onderscheiden : 1) die welke gebaseerd zijn op de pariteiten of op de koersen die van kracht waren in een periode waarin de wisselkoersen vast waren, m.a.w. praktisch vóór het zweven van de mark en de gulden in mei 1971 : het zijn de « I.M.F.MERM » (mei 1970), de « Morgan » (mei 1970) ( 2 ), de « Citibank-dagelijks » (2 januari 1971), de « Citibank-wekelijks » (2 januari 1971), de « Paribas » (31 december 1970) en de « O.E.S.O. » (eerste kwartaal van 1970) ( 3 ); 2) die welke gebaseerd zijn op de centrale koersen van het « Smithsonian Agreement » : het zijn de « U.K. Treasury », de « O.E.S.O. » ( 3 ), de « E.E.G. 1 » en de « Morgan » ( 2 ); 3) die welke gebaseerd zijn op een periode gelegen tussen het « Smithsonian Agreement » van 18 december 1971 en het tweede veralgemeende zweven van de valuta's in maart 1973 : het zijn de « E.E.G. Z » (eerste kwartaal van 1972), de « Deutsche Bundesbank » (eind 1972) en de « Morgan » (15 februari 1973) ( 2 ).
C. Wijze van optekening van de partiële indexcijfers. De voor de berekening van de partiële indexcijfers voor iedere maand gebruikte wisselkoersen kunnen worden opgetekend volgens twee methodes, hetzij door de eenheidsprijs van een vreemde valuta uitgedrukt in eenheden van de nationale valuta te nemen, hetzij door de prijs van een eenheid van de nationale valuta uitgedrukt in eenheden van de buitenlandse valuta te nemen. Bijvoorbeeld, indien de prijs van de dollar daalt van fr. 50 gedurende de periode 0 tot fr. 35 gedurende de periode 1, stijgt de prijs van 100 Belgische (1) De Canadese dollar is beginnen te zweven op 1 juni 1970, maar zijn relatieve belangrijkheid bij de berekening van de gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank is gering. (2) Met Morgan-indexcijfer wordt berekend tegenover drie verschillende bases : de pariteiten per eind mei 1970, de centrale koersen van het « Smithsonian » en de koersen die van kracht waren onmiddellijk na de devaluatie van de dollar in februari 1973. (3) Het indexcijfer van de O.E.S.O. wordt berekend tegenover twee verschillende bases : de pariteiten van het eerste kwartaal van 1970 en de centrale koersen van het « Smithsonian ».
9
franken van $ 2 in de periode 0 tot $ 2,857 in de periode 1. De eerste methode zal voor de berekening van het indexcijfer van de gemiddelde wisselkoers rekening houden met een depreciatie van 35
50 x 100 = — 30 pct. van de 50 dollar tegenover de Belgische frank, terwijl de tweede methode rekening zal 85 72 — 2 x 100 = 42,85 pct. van de Belhouden met een appreciatie van 2, gische frank tegenover de dollar. Het numerieke verschil tussen deze twee wijzen om het verloop van de koers van een valuta tegenover een andere uit te drukken, neemt toe met de belangrijkheid van de koersveranderingen. Men kan overgaan van de notering met de vaste waarde in het buitenland naar de notering met de vaste waarde in het binnenland door het verkregen indexcijfer om te keren, maar indien dit laatste een rekenkundig gemiddelde is van de partiële indexcijfers, komt men tot onsamenhangende resultaten. In geval van een appreciatie van de Belgische frank tegenover de andere valuta's is de stijging van de gemiddelde gewogen koers verkregen door het omgekeerde van het gemiddelde van de veranderingspercentages van de koersen opgetekend met de vaste waarde in het buitenland lager dan die verkregen door het gemiddelde van de veranderingspercentages van de koersen opgetekend met de vaste waarde in het binnenland. Anderzijds, in geval van een depreciatie, geeft het omgekeerde van het gemiddelde van de veranderingspercentages van de koersen opgetekend met de vaste waarde in het buitenland een sterkere daling dan die voortvloeiend uit het gemiddelde van de veranderingspercentages van de koersen opgetekend met de vaste waarde in het binnenland. Het verschil in de verandering van de koersen waartoe het rekenkundig gemiddelde aanleiding geeft naargelang de wijze van opneming van de koersen, is in het theoretische vlak onaanvaardbaar, aangezien de twee noteringen slechts twee kanten zijn van een zelfde verschijnsel. In de praktijk wordt dat verschil hoe langer hoe belangrijker en dus hoe langer hoe minder aanvaardbaar naarmate dat de spreiding van de componenten die bij de berekening van 'liet indexcijfer van de gemiddelde gewogen koers in aanmerking worden genomen, toeneemt; dit was o.m. het geval voor de Belgische frank sedert het « Smithsonian Agreement ». Bij de indexcijfers die rekenkundige gemiddelden van de partiële indexcijfers zijn, zijn de « Citibank-dagelijks », de « Citibank-wekelijks » en de « Deutsche Bundesbank » gebaseerd op noteringen met de vaste waarde in het binnenland ('). Daardoor vertonen deze indexcijfers, in geval van een appreciatie van de Belgische frank, een sterkere hausse dan die welke voortvloeit uit de berekening van het omgekeerde van het gemiddelde van de veranderingspercentages der noteringen met de vaste waarde in het buitenland en, in geval i) Of, wat op hetzelfde neerkomt, op noteringen met de vaste waarde in het buitenland maar waarvan de veranderingen werden berekend door het indexcijfer van de referentieperiode te delen door dat van de lopende periode en niet omgekeerd.
10
van een depreciatie, een minder sterke baisse. Aangezien de Belgische frank sedert 1971 geapprecieerd is, bevatten de bovenvermelde indexcijfers ten gevolge van de wijze van opneming van de veranderingen van de koersen en het soort van gemiddelde dat erop wordt toegepast een opwaartse afwijking voor het geheel van de periode; voor sommige van die indexcijfers wordt de invloed van deze afwijking op het eindresultaat evenwel volledig of gedeeltelijk goedgemaakt door de actie van andere systematische factoren, zoals, bijvoorbeeld, de in aanmerking genomen hypothesen over het gedrag van de valuta's die niet in de korf zijn opgenomen. De indexcijfers « Paribas », « O.E.S.O. » en « E.E.G. 1 » zijn, van hun kant, opgemaakt door, voor het eerste, het tegengestelde en, voor de twee andere, het omgekeerde te berekenen van het rekenkundig gemiddelde van de gedeeltelijke indexcijfers van de noteringen met de vaste waarde in het buitenland ( 1 ); dientengevolge bevatten ze, althans voor het geheel van de periode 1971-1976, een neerwaartse afwijking van de gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank. Voor de indexcijfers berekend op basis van een meetkundig gemiddelde : « Morgan », « I.M.F.-MERM », « U.K. Treasury » en « E.E.G. Z », heeft de keuze van de wijze van opneming van de koersen geen invloed op de resultaten.
D.
Samenstelling van de valutakorf en hypothesen t.a.v. de evolutie van de valuta's die niet in de korf zijn opgenomen.
1. Het aantal valuta's waarvan de wisselkoersen worden opgenomen, verschilt van het ene indexcijfer tot het andere en gaat van 15 in het « Morgan » -indexcijfer tot 70 in het « E.E.G. 1 » -indexcijfer. Bij intuïtie kan men vooropstellen dat het indexcijfer des te beter zal zijn naargelang het aantal valuta's waarvan de koersen worden opgenomen groter is en de handel van de B.L.E.U. met de landen van deze valuta's een aanzienlijker percentage van de totale buitenlandse handel van de B.L.E.U. vertegenwoordigt. Op basis van het aantal valuta's andere dan de Belgische frank, waarvan de koersen worden opgenomen voor de berekening van de indexcijfers, kan men deze in afnemende orde als volgt rangschikken : « E.E.G. 1 » (70), « O.E.S.O. » (22), « I.M.F.-MERM » en « U.K. Treasury » (20), « Paribas » (17), « Citibankwekelijks » (17), « Citibank-dagelijks » (17), « E.E.G. 2 » (17), « Deutsche Bundesbank » (16) en « Morgan » (15). Op basis van het procentuele aandeel van de totale handel van de B.L.E.U. met de landen waarvan de koers van de valuta wordt opgenomen, ziet de rang( 1 ) De koersen van de indexcijfers « O.E.S.O. » en E.E.G. 1 » zijn noteringen met de vaste waarde in het binnenland, maar aangezien de partiële indexcijfers verhoudingen zijn .tussen het appreciatiepercentage (t.o.v. de dollar van de Verenigde Staten) van iedere buitenlandse valuta en dat van de Belgische frank, vertoont de methode de kenmerken van een opneming van noteringen met dè vaste waarde in het buitenland.
11
schikking eruit als volgt ( 1 ) : « E.E.G. 1 » (95,3), « O.E.S.O. » (84), « Paribas » (83,7), « Citibank-dagelijks » en « Citibank-wekelijks » (83,7), « I.M.F.-MERM » en « U.K. Treasury » (83,6), « E.E.G., » (82,9), « Deutsche Bundesbank » (82) en « Morgan » (80,7). 2. Ieder indexcijfer van het bilateraal type omvat (expliciete of impliciete) hypothesen over het verloop van de wisselkoersen van de valuta's die niet in de korf zijn opgenomen, m.a.w. van de valuta's waarvan de noteringen niet als dus-
danig worden opgenomen. • De hypothese die impliciet in de uitwerking van de indexcijfers « Morgan », « Paribas », en « Citibank-dagelijks » is opgenomen, is dat de koersen van de valuta's die niet in de in aanmerking genomen korf zijn begrepen, evolueren zoals het gewogen gemiddelde yan de koersen van de in de korf opgenomen valuta's, hetgeen een zeer grote betekenis verleent aan de valuta's van de landen die de belangrijkste handelspartners zijn van de B.L.E.U., in het bijzonder aan de sterke valuta's (Duitse mark, Nederlandse gulden). Dezelfde hypothese geldt voor de uitwerking van het « E.E.G. 1 »-indexcijfer, maar de gevolgen hiervan voor de eindresultaten van dat indexcijfer zijn te verwaarlozen aangezien dit laatste rechtstreeks 69 valuta's in aanmerking neemt en het aandeel van de handel van de B.L.E.U. met het geheel van de landen van deze valuta's zeer hoog is. De uitwerking van het « Citibank-wekelijks »-indexcijfer berust op de hypothese dat de wisselkoersen van de niet in de korf opgenomen valuta's voor 1/3 die van het pond sterling volgen, voor 1/3 die van de dollar van de Verenigde Staten, voor 1 /6 die van de Duitse mark en voor 1/6 die van de Franse frank. De in het indexcijfer « Deutsche Bundesbank » in aanmerking genomen hypothese is dat de koersen van de valuta's die samen met het pond sterling zweven, de koers van deze valuta volgen; de valuta's van het frankgebied volgen de Franse frank; alle andere valuta's die niet in Frankfort genoteerd zijn, volgen de dollar. De indexcijfers van het multilaterale type gebruiken wegingscoëfficiënten die zo zijn uitgewerkt, dat ze rekening houden met de betrekkingen met het geheel van de landen, ongeacht of de koersen van de valuta's van deze landen al dan niet rechtstreeks in aanmerking worden genomen voor het berekenen van de partiële indexcijfers.
E. Wegingseoefflelenten (Bijlage III) . 1. De wegingscoëfficiënten kunnen bepaald worden door de bilaterale handelsbetrekkingen tussen de B.L.E.U. en de andere landen of door een multilateraal model van de wisselkoersen. Wij hebben gezien dat de wijze waarop de wegings(') Gebaseerd op de invoer- en uitvoerhandel van de B.L.E.U. van 1974 tot 1976.
12
coëfficiënten bepaald werden, afhankelijk was van de door de indexcijfers nagestreefde doeleinden. Die welke tot doel hebben het geheel weer te geven van de veranderingen van de koersen van een valuta tegenover ieder van de andere valuta's in een enkele variatie x, die de unilaterale pariteitswijziging vertegenwoordigt welke, in een stelsel van vaste wisselkoersen, dezelfde uitwerking zou hebben gehad op
de kosten voor de « gemiddelde » buitenlandse koper of de « gemiddelde » Belgische koper, hebben wegingscoëfficiënten die gebaseerd zijn op de bilaterale handelsbetrekkingen; deze coëfficiënten zijn in dit geval een weergave van de relatieve belangrijkheid van de handel van de B.L.E.U. met het land of het gebied van iedere valuta, waarvan de koersen worden opgetekend. De multilaterale wijze van bepaling — d.w.z. die welke gebaseerd is op een multilateraal model van de wisselkoersen — van de wegingscoëfficiënten wordt daarentegen gebruikt voor de uitwerking van indexcijfers die tot doel hebben het geheel weer te geven van de wijzigingen van de koers van de Belgische frank tegenover elk van de andere valuta's, in een enkele variatie x, die de unilaterale pariteitswijziging vertegenwoordigt die, in een stelsel van vaste wisselkoersen, dezelfde gezamenlijke — directe en indirecte — uitwerkingen zou hebben gehad op de ontwikkeling van de handelsbalans van de B.L.E.U. 2. De gegevens welke dienen om de wegingscoëfficiënten op te maken in de indexcijfers die gebaseerd zijn op een bilaterale structuur van het handelsverkeer, kunnen zijn hetzij die van de invoerhandel, hetzij die van de uitvoerhandel, hetzij die van de gezamenlijke handel van de B.L.E.U. ( 1 ). De indexcijfers « Citibank-dagelijks », « Citibank-wekelijks », « Paribas » en « Deutsche Bundesbank » worden gewogen met coëfficiënten die gebaseerd zijn op de totale handel van de B.L.E.U. Het « E.E.G., » -indexcijfer maakt gebruik van coëfficiënten die gebaseerd zijn op de invoerhandel van de B.L.E.U. De Morgan Guaranty Trust berekent, van haar kant, drie indexcijfers, de ene gewogen met de geografische spreiding van de invoer van de B.L.E.U., de andere met de geografische spreiding van de uitvoer en, de derde, de enige die gepubliceerd wordt, wordt verkregen door het gemiddelde te maken van de twee andere. 3. De wegingscoëfficiënten kunnen vast blijven gedurende de hele periode waarop de indexcijfers betrekking hebben : in dat geval vertegenwoordigen ze steeds een zelfde handelsstructuur, bijvoorbeeld, de geografische spreiding van de uitvoer van de B.L.E.U. in 1970. Zij kunnen ook voortdurend veranderen en aldus de wijzigingen in de structuur van het handelsverkeer volgen naargelang zij zich voordoen. Het aannemen van vaste coëfficiënten, met verwaarlozing van de substituties die zich in de structuur van het handelsverkeer hebben voorgedaan ( 2) naar aanleiding van veranderingen in de wisselkoersen, heeft tot (1) De van een multilateraal model van de wisselkoersen afgeleide wegingscoëfficiënten houden steeds rekening zowel met de geografische spreiding van de invoer als met die van de uitvoer. (2) In de veronderstelling van niet-perverse substitutie-elasticiteiten.
13
gevolg deze veranderingen te maximaliseren, indien de coëfficiënten gekozen worden in een ver verwijderde periode, en ze te minimaliseren wanneer ze gekozen worden in een zeer nabije periode. Bijvoorbeeld, indien de koers van de Belgische frank tegenover de dollar van 1970 tot 1976 met 40 pct. geapprecieerd is en ten gevolge van deze appreciatie het aandeel van de uitvoer van de B.L.E.U. naar de Verenigde Staten, laten we veronderstellen, van 10 pct. in 1970 is teruggelopen tot 1 pct. in 1976, zou een indexcijfer waarvan de wegingscoëfficiënten gebaseerd zijn op de geografische spreiding van onze uitvoer in 1970, een hausse van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank van 1970 tot 1976 met 4 pct. geven, terwijl een indexcijfer waarbij zou worden gebruik gemaakt van een weging gebaseerd op de geografische spreiding van onze uitvoer in 1976, een hausse van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank met slechts 0,4 pct. geven. Om deze extreme situaties te vermijden, kan men wegingscoëfficiënten gebruiken die wel vast zijn maar die gebaseerd zijn op een vrij lange observatieperiode in vergelijking met de bestudeerde periode en die binnen die periode gelegen is, of wel veranderlijke coëfficiënten gebruiken. De « Deutsche Bundesbank » gebruikt wegingscoëfficiënten gebaseerd op drie jaar : 1971 tot 1973 voor de « Deutsche Bundesbank » opgemaakt tot in december 1975; 1972 tot 1974 voor de « Deutsche Bundesbank » opgemaakt sedert januari 1976. De « Morgan » gebruikt, van haar kant, coëfficiënten gebaseerd op twee jaar : 1974-1975. Wat de andere indexcijfers betreft, gebruiken de « Citibankdagelijks », de « Citibank-wekelijks » en de « Paribas » veranderlijke wegingscoëfficiënten. De « U.K. Treasury » en de « LM.F. MERM » gebruiken daarentegen vaste, op één jaar gebaseerde wegingscoëfficiënten. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling past de uitgangscoëfficiënten aan recentere handelsstucturen aan, daarna past zij deze nieuwe coëfficiënten toe op geheel de historische reeks van de effectieve veranderingen der wisselkoersen.
IV. INDEXCIJFERS VAN DE GEWOGEN GEMIDDELDE KOERS VAN DE BELGISCHE FRANK OPGEMAAKT DOOR DE NATIONALE BANK.
De Nationale Bank publiceert in haar jaarverslag, sedert dat van 1972, twee grafieken van de gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank op de gereglementeerde valutamarkt, de ene gewogen met de uitvoer en de andere met de invoer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. De indexcijfers, die gebruikt worden bij het uitwerken van die grafieken en die sedert 1971 worden berekend, werden in 1976 lichtjes gewijzigd. Ze worden voortaan iedere maand in het Tijdschrift van de Bank gepubliceerd in een nieuwe tabel — nummer X-4 — van het statistisch gedeelte ( 1 ), waarin bovendien de effectieve (') De drie bestaande tabellen van hoofdstuk X werden opnieuw genummerd ten einde de volgorde waarin de tabellen van dit hoofdstuk worden gepubliceerd logischer te maken.
14
wisselkoersen van verscheidene andere deviezen en van de Belgische frank, berekend door het Internationale Monetaire Fonds, zijn opgenomen. Deze twee indexcijfers worden respectievelijk aangeduid als volgt : a) Nationale Bank van België, weging met de uitvoer, b) Nationale Bank van België, weging met de invoer.
A. Nagestreefd doel.
De indexcijfers van de Nationale Bank behoren tot de categorie der indexcijfers die gebaseerd zijn op de bilaterale handelsbetrekkingen tussen de B.L.E.U. en het buitenland, aangezien ze tot doel hebben de unilaterale wijziging van de pariteit van de Belgische frank (revaluatie- of devaluatiepercentage) aan het licht te brengen die, in een stelsel van vaste wisselkoersen, dezelfde uitwerking zou hebben gehad op de kosten respectievelijk voor de gemiddelde buitenlandse koper van produkten van de B.L.E.U. en voor de gemiddelde koper in de B.L.E.U. van buitenlandse produkten, als het geheel van de veranderingen van de wisselkoers van de Belgische frank tegenover ieder van de buitenlandse valuta's op de gereglementeerde markt in het huidige deviezenstelsel.
B. Berekeningsmethode.
De indexcijfers welke in de vorm van cijfers in dit Tijdschrift en in de vorm van een grafiek in het jaarverslag van de Bank van 1976 gepubliceerd zijn, verschillen enigszins van die welke gediend hebben voor het opmaken van de grafieken die voorkomen in de jaarverslagen van de Bank van 1972 tot 1975. De berekeningsmethode werd inderdaad licht gewijzigd ten einde sommige nadelen weg te werken die werden onderstreept in de sectie waarin de door andere instellingen berekende indexcijfers werden onderzocht. Zo werd het rekenkundig gemiddelde dat werd gebruikt om de partiële indexcijfers samen te voegen, vervangen door het meetkundig gemiddelde en werden de keuze van de valuta's waarvan de koersen worden opgenomen alsmede de t.a.v. de niet in aanmerking genomen koersen geformuleerde hypothesen opnieuw onderzocht. De huidige indexcijfers worden op de volgende manier berekend :
1. Gebruikt type van gemiddelde.
Het gewogen meetkundig gemiddelde wordt dus gebruikt om de twee algemene indexcijfers te vormen, uitgaande van partiële indexcijfers, m.a.w. van indexcijfers van de Belgische frank op de gereglementeerde markt tegenover ieder van de andere in aanmerking genomen valuta's. 15
2. Keuze van de referentieperiode.
De indexcijfers van een gegeven periode worden berekend in vergelijking met de voorgaande periode, de voorgaande maand voor de maandelijkse indexcijfers, het voorgaande kwartaal voor de kwartaalindexcijfers en het voorgaande jaar voor de jaarlijkse indexcijfers. Zij worden vervolgens kettingsgewijze verbonden aan een vaste basis, in dit geval mei 1970, m.a.w. de laatste periode gedurende welke het stelsel der vaste wisselkoersen, dat in Bretton Woods werd ingesteld, nog algemeen werd toegepast. De kettingberekening maakt het mogelijk verschillende wegingscoëfficiënten te gebruiken voor iedere periode (zie hierna) en, aangezien ze wordt toegepast op indexcijfers die verkregen zijn door het meetkundig gemiddelde van partiële indexcijfers te maken, vertoont ze niet het nadeel systematische afwijkingen over te brengen.
3. Wijze van opneming van de partiële indexcijfers.
Indien de valuta's genoteerd zijn op de Beurs van Brussel zijn de opgenomen koersen die van de gereglementeerde markt. Indien de in het indexcijfer in aanmerking genomen valuta's niet in Brussel genoteerd zijn, zijn de opgenomen koersen die van Londen (') of van New York ( 2), omgerekend in Belgische franken op basis van de noteringen respectievelijk van het pond sterling en van de dollar van de Verenigde Staten op de gereglementeerde markt in Brussel. Aangezien de partiële indexcijfers worden samengevoegd door gebruik te maken van het meetkundig gemiddelde is het onverschillig of de noteringen worden opgenomen met de vaste waarde in het binnenland of met de vaste waarde in het buitenland.
4. Samenstelling van de valutakorf en hypothesen in verband met de evolutie van de niet in de korf opgenomen valuta's.
a) De valuta's waarvan de koersen worden opgenomen voor het berekenen van de indexcijfers zijn : 1) die welke op de Beurs van Brussel genoteerd zijn en 2) die van de landen waarvan de handel met de B.L.E.U. ten minste 0,5 pct. hetzij van de invoer, hetzij van de uitvoer van deze laatste vertegenwoordigt. Voor de olie-exporterende landen heeft men in de partiële indexcijfers die het indexcijfer « Nationale Bank-invoer » vormen evenwel geen rekening gehouden met het verloop van de koersen van de valuta's van die landen maar in de plaats daarvan met die van de dollar van de Verenigde Staten, waarbij wordt verondersteld dat de exportprijs van de aardolie in dollars wordt vastgesteld. (1) Roebel en zloty. (2) Andere valuta's.
16
De samenstelling van de valutakorf wordt periodiek herzien ten einde de twee bovenvermelde criteria in acht te nemen. In maart 1977 waren de valuta's waarvan de koersen wei den opgenomen voor het berekenen van de indexcijfers ten getale van 20 voor de « Nationale Bank-uitvoer » en van 21 voor de « Nationale Bank-invoer ». Het percentage van de totale handel van de B.L.E.U. van de jaren 1974 tot 1976 gedekt door deze indexcijfers bedraagt 86,9 pct. voor de « Nationale Bank-uitvoer » en 85,7 pct. voor de « Nationale Bank-invoer ».
b) Volgende hypothesen werden in aanmerking genomen voor de valuta's waarvan de noteringen niet als dusdanig worden opgetekend in de berekening van de twee indexcijfers van de Nationale Bank : — de koersen van de valuta's van de « Scheduled Territories » van het Verenigd Koninkrijk, alsmede van de andere landen die voor sommige transacties het statuut van de « Scheduled Territories » genieten, volgen de koers van het pond sterling. Vormen een uitzondering op dit beginsel, de koersen van de valuta's van die landen die, uitgedrukt in ponden sterling, gedurende de periode 1973-1976 een standaardafwijking hebben vertoond die hoger ligt dan die van de koersen van dezelfde valuta's, uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten, op voorwaarde evenwel dat de landen van deze valuta's ten minste 0,1 pct. van de invoer- of uitvoerhandel van de B.L.E.U. voor hun rekening nemen. De koersen van de valuta's van de « Scheduled Territories » die de koers van het pond sterling niet volgen, worden geacht die van de dollar van de Verenigde Staten te volgen; — de koersen van de valuta's van de landen van het vroegere « Franse-frankgebied » volgen de koers van de Franse frank. Vormen een uitzondering op dit beginsel : de koersen van de valuta's van die landen die, uitgedrukt in Franse franken, gedurende de periode 1973-1976 een standaardafwijking hebben vertoond die hoger ligt dan die van de koersen van dezelfde valuta's, uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten, op voorwaarde evenwel dat de landen van deze valuta's ten minste 0,1 pct. van de invoer- of uitvoerhandel van de B.L.E.U. voor hun rekening nemen. De koersen van de valuta's van de landen van het vroegere « Franse-frankgebied » die de koers van de Franse frank niet volgen, worden geacht die van de dollar van de Verenigde Staten te volgen; — de koersen van alle andere valuta's volgen die van de dollar van de Verenigde Staten.
C. Wegingsooëfficiënten. Zoals we gezien hebben onder A, worden de indexcijfers van de Nationale Bank berekend op grond van coëfficiënten die gebaseerd zijn op de bilaterale structuur van het handelsverkeer tussen de B.L.E.U. en haar belangrijkste
17
partners. De coëfficiënten van het indexcijfer « Nationale Bank-uitvoer » zijn gebaseerd op de geografische spreiding van de uitvoer van de B.L.E.U. en die van het indexcijfer « Nationale Bank-invoer » op de geografische spreiding van de invoer. Ten einde de wijzigingen te volgen welke zich voordoen in de structuur van het handelsverkeer naarmate zij plaatsvinden, worden de in de twee indexcijfers van de Nationale Bank gebruikte wegingscoëfficiënten elk jaar herzien. Dit is de reden waarom kettingindexcijfers worden opgemaakt die daarna aan een vaste periode worden gekoppeld. Uit de aard van de uitwerking zijn deze indexcijfers omkeerbaar, zowel voor twee onmiddellijk op elkaar volgende periodes als voor twee periodes die niet onmiddellijk op elkaar volgen; zij zijn eveneens transitief.
18
BIJLAGE I
LIJST VAN DE ONDERZOCHTE INDEXCIJFERS VAN GEWOGEN GEMIDDELDE WISSELKOERSEN
1. Gewogen gemiddeld revaluatie- of devaluatiepercentage van de Belgische frank — First National City Bank Belgium - Dagelijks (« Citibankdagelijks »). Zie Bijlage IV. 2. Gewogen gemiddeld revaluatie- of devaluatiepercentage van de Belgische frank — First National City Bank Belgium - Wekelijks . (« Citibankwekelijks »). Zie Bijlage V. 3. Effectieve wisselkoers van de Belgische frank — Bank van Parijs en de Nederlanden België — Weging met het handelsverkeer (« Paribas »). Zie Bijlage VI. 4. Effective exchange rate changes — Morgan Guaranty Trust Company of New York (« Morgan »). Zie Bijlage VII. 5. Entwicklung des Aussenwerts fremder Wgirungen — Deutsche Bundesbank (« Deutsche Bundesbank »). Zie Bijlage VIII. 6. Veranderingen van de effectieve wisselkoersen — Commissie van de Europese Gemeenschappen — vroeger indexcijfer (« E.E.G., »). Zie Bijlage IX. 7. Indexcijfers van de effectieve wisselkoersen — Internationaal Monetair Fonds (« I.M.F.-MERM »). Zie Bijlage X. 8. « Effectieve » veranderingen van de wisselkoersen — Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (« O.E.S.O. »). Zie Bijlage XI. 9. Effective exchange rate changes — Bank of England en United Kingdom Treasury (« U.K. Treasury »). Zie Bijlage XII. 10. Indexcijfers van de effectieve wisselkoersen — Commissie van de Europese Gemeenschappen — nieuw indexcijfer (« E.E.G. 2 »). Zie Bijlage XIII. 11. Gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank op de gereglementeerde deviezenmarkt — Nationale Bank van België — Weging met de uitvoer van de B.L.E.U. (« N.B.B. - uitvoer »). Zie Bijlage XIV. 12. Gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank op de gereglementeerde deviezenmarkt — Nationale Bank van België — Weging met de invoer van de B.L.E.U. (« N.B.B. - invoer »). Zie Bijlage XV.. 19
HOOFDKENMERKEN VAN DE ONDERZOCHTE INDEXCIJFERS
BIJLAGE II
Wegingseoêfficiénten Soort van gemiddelde
Indexcijfer
(1)
Referentieperiode
(2)
Koersopneming 1
(3)
Aantal gebruikte valuta's
(4)
Hypothesen m.b.t. het verloop van de wisselkoersen van de niet in de korf begrepen valuta's
Wijze van vaststelling
In aanmerking genomen bestanddeel van de buitenlandse handel
Vaste of veranderlijke
(5)
(6)
(7)
(8)
Bilateraal
Aandeel in de totale B.L.E.U.handel (invoer + uitvoer)
Veranderlijke
Bilateraal
Aandeel in de totale B.L.E.U.handel (invoer -I- uitvoer)
Veranderlijke
De koers van het Ierse pond volgt die van het £ 1. Citibank-dagelijks
I
De koersen van de overige valuta's volgen het gemiddelde van de koersen der valuta's van de korf Rekenkundig
2 januari 1971
2
17
De koers van het Ierse pond volgt ‘ die van het £ De koersen van de overige valuta's zijn ingedeeld als volgt : 1/3 volgt die van de U.S.-$ 1/3 volgt die van het £ 1/6 volgt die van de Fr.fr. 1/6 volgt die van de D.M. ,
2. Citibank-wekelijks
3. Paribas
Rekenkundig
31 december' 1970
Meetkundig
Mei 1970 18 december 1971 (Smithsonian) 15 februari 1973
Notering met vaste waarde in het buitenland
17
De koersen van deze valuta's volvolgen het gemiddelde van de koersen der valuta's van de korf
Notering met vaste waarde in het binnenland
15
De koersen van deze valuta's volgen het gemiddelde van de koersen der valuta's van de korf
4. Morgan : a) Indexcijfer a uitvoer » b) Indexcijfer a invoer » Samengesteld indexcijfer
5. Deutsche Bundesbank
Rekenkundig
Eind 1972 (centrale koersen)
Aandeel in de uitvoerhandel van de B.L.E.U. Bilateraal
Aandeel in de invoerhandel de B.L.E.U.
van
Vaste
Gewogen gemiddelde van a) en b)
Notering met vaste waarde in het binnenland
De koersen van de valuta's van het a Franse-frankgebied » volgen de koers van de Fr.fr. 16
De koersen van de valuta's die samen met het £ zweven, volgen de koers van het £ De koersen van alle overige valuta's volgen die van de U.S.-$
Bilateraal
Aandeel in de totale B.L.E.U.handel (invoer .-1- uitvoer)
Veranderlijke
6. E.E.G. 1
7. I.M.F. - MERM
Rekenkundig
3
Meetkundig
18 december 1971
4
70
De koersen van deze valuta's volgen het gemiddelde van de koersen der valuta's van de korf
Bilateraal
Aandeel in de invoerhandel van de B.L.E.U.
Vaste
Mei 1970
Notering met vaste waarde in het binnenland
20
5
Multilateraal
Multilateraal model van de wisselkoersen van het I.M.F.
Vaste
22
5
Multilateraal
Aangepaste versie van het multilateraal model van de wisselkoersen van het I.M.F.
Vaste
20
s
Multilateraal
Multilateraal model van de wisselkoersen van het I.M.F.
Vaste
Multilateraal
Aandeel van de concurrenten van de B.L.E.U. op de uitvoermarkten en aandeel van die markten in de uitvoerhandel van de B.L.E.U.
Vaste
19 december 8. O.E.S.O.
9. U.K. Treasury
10. E.E.G. 2
Rekenkundig 3
le
kwartaal 1970
Meetkundig
18 december 1971
Notering met vaste waarde in het binnenland
Meetkundig
le kwartaal van 1972
Notering met vaste waarde in het binnenland
20
11. Nationale Bank - uitvoer Meetkundig 12. Nationale Bank - invoer
17
Mei 1970
2
21
5
De koersen van de valuta's der € Scheduled Territories » volgen die van het £ De koersen van de valuta's van het vroegere € Franse frankgebied » volgen die van de Fr.fr. De koersen van alle overige valuta's volgen die van de U.S.-$
Aandeel in de uitvoerhandel van de B.L.E.U. Bilateraal
.
Veranderlijke
Aandeel in de invoerhandel van de B.L.E.U.
1 Notering met vaste waarde in het buitenland = aantal nationale munteenheden per buitenlandse munteenheid. Notering met vaste waarde in het binnenland = aantal buitenlandse munteenheden voor een nationale munteenheid. tussen de koersen van de referentieperiode en die van de lopende periode is het eindresultaat 2 De noteringen hebben plaats op basis van een vaste waarde in het buitenland, maar aangezien de partiële indexcijfers de verhouding weergeven hetzelfde als datgene wat verkregen zou worden op basis van een notering met vaste waarde in het binnenland. dollar, en het rekenkundig gemiddelde van de appreciatiepercentages (depreciatiepercentages) 3 Het indexcijfer is berekend op grond van de verhouding tussen het appreciatiepercentage (depreciatiepercentage) van de Belgische frank t.o.v. de van de overige valuta's t.o.v. de dollar. tussen het appreciatiepercentage (t.o.v. de dollar) van iedere buitenlandse valuta en dat van 4 De noteringen hebben plaats op basis van een vaste waarde in het binnenland, maar aangezien de partiële indexcijfers de verhouding weergeven de Belgische frank (zie noot 3 hierboven), vertoont deze methode de kenmerken van een notering met vaste waarde in het buitenland. gehouden met juiste hypothesen t.a.v. het koersverloop van de valuta's die niet begrepen 5 Aangezien de wegingscoëfficiënten berekend zijn op grond van een multilateraal model van de wisselkoersen, is er, in beginsel, impliciet rekening zijn in de korf.
BIJLAGE III
VERGELIJKING TUSSEN DE WEGINGSCOEFFICIENTEN YAN DE VERSCHILLENDE INDEXCIJFERS 1 2
1
Indexcijfer
Citibank Paribas Dagelijks
Valuta
Wekelijks
E.E.G., Uitvoer
Invoer
Duitse mark
26,51 24,94 27,86
26,8
23,4 25,10
30,92 25,79
27,9 23,25 22,55
Franse frank
21,85 21,01 22,86
22,5
20,4 20,06
18,76 19,27
20,7 22,42 17,20
Gulden
20,27 17,03 17,92
20,5
17,0 17,06
12,16 17,33
5,4 16,95 17,26
Pond sterling
7,89 11,96
7,80
7,4
6,2
6,60
1,97
5,82
7,4
8,27
9,09
Italiaanse lire
4,74
3,98
5,24
4,9
4,2
4,30
5,99
6,54
7,1
4,74
3,82
U.S.-dollar
6,29 10,62
6,07
6,9
19,8
5,70
17,16
8,56
1,30
5,56
2,45
4,6
0,54
1,58
13,4 12,50 17,32
Yen
1,15
0,97
1,29
1,2
1,0
Zwitserse frank
2,35
1,97
2,01
2,3
1,8
1,26
2,57
2,50
2,1
1,74
1,56
Deense kroon
1,05
0,88
1,13
1,1
0,8
0,41
1,21
1,23
1,2
1,43
0,45
Zweedse kroon
2,32
1,95
2,06
2,4
1,9
2,13
0,30
2,32
2,8
1,87
1,57
1,00
0,8
0,92
0,46
Noorse kroon
0,86
0,72
0,87
0,8
0,6
0,48 -0,50
Peseta
1,18
0,99
1,17
1,2
0,9
0,71
1,45
1,60
1,8
1,03
0,84
Canadese dollar
0,89
0,75
0,91
0,9
0,7
0,97
0,84
1,55
1,5
0,37
1,04
Escudo
0,32
0,27
0,31
0,4
0,24
0,34
0,18
0,5
0,30
1,22
1,01
1,2
0,76
0,36
0,4
0,42
0,29
0,60
0,9
0,40
0,31
0,40
1,74
Schilling
0,64
0,54
0,62
Finse mark
0,48
0,40
0,43
Zaïre
1,21
1,02
1,45
Australische dollar
0,6
0,40
1,95 0,5
0,45 -0,50
0,57
Nieuw-Zeelandse dollar
0,25
0,16
Iers pond
0,30 -0,10
0,27
IJslandse kroon
0,01
0,04
Drachme
0,18
0,63
Turks pond
0,17
0,36
Rand
0,89
Roebel
0,59
0,9
0,3 0,54
0,70 0,90
.
Zloty
0,85
0,63
Cruzeiro
0,59
New Taiwan-dollar
0,10
0,53 0,10 0,12
Hong-Rong-dollar Dinar
0,16
Overige valuta's 3
7,91 Totaal
2 ,
Nationare Bank
I.I.F.DeutMorgan Busenid'l • E.E.G. i en1 In Trens-111Y bank
0,48
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,0 100,0 100,0 100,0
Ilet gaat om de co , frieiënten waarmee de wisselkoersen Belgische frank - buitenlan lse valuta, voor iedere in aanmerkii g genomen valuta, gewogen zijn. Laatste, door ieder van de betrokken instellingen meegedeelde gegevens. Valuta's van : Marokko, Algerië, Tunesië, Libië, Egypte, Soedan, Senegal, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Cameroun, Equatoriale Douaneunie, Angola, Kenya, Mozambique, Madagascar, Zambia, Mexico, Jamaica, Panama, Colombia, Venezuela, Trinidad en Tobago, Equador, Peru, Chili, Argentinië, Pakistan, India, Sri Lanka, Thailand, Zuid-Vietnam, Maleizië, Indonesië, Singapore, Zuid-Korea, Filippijnen, Libanon, Israël, Irak, Saoedie-Arabië, Koeweit, Iran.
BIJLAGE IV
GEWOGEN GEMIDDELD REYALUATIEOF DEYALUATIEPERCENTAGE YAN DE BELGISCHE FRANK FIRST NATIONAL CITY BANK BELGIUM • DAGELIJKS
A. Beschrijving van de methode. Men noteert iedere dag de koers van iedere in aanmerking genomen valuta, uitgedrukt in een aantal Belgische franken voor één buitenlandse munteenheid. Het schommelingspercentage van de Belgische frank tegenover ieder van die valuta's wordt berekend door de koers van de referentieperiode te delen door die van de lopende periode, zodat een positieve verandering tot uiting komt in geval van een appreciatie van de Belgische frank tegenover een buitenlandse valuta en een negatieve verandering in geval van een depreciatie. Vervolgens berekent men het gewogen rekenkundig gemiddelde van deze veranderingspercentages door als wegingscoëfficiënten te gebruiken het relatieve aandeel — in de loop van het laatste jaar waarover gegevens beschikbaar zijn — van de landen van iedere valuta in de totale handel (uitvoer plus invoer) van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie met de gezamenlijke landen van de in aanmerking genomen valuta's. De wegingscoëfficiënt van het veranderingspercentage van de koers van het pond sterling stoelt op de handel van de B.L.E.U. met het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Behalve de Belgische frank worden voor de berekening de 17 valuta's in aanmerking genomen die ter beurze van Brussel genoteerd worden : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark en de Zaïre.
23
De thans gebruikte wegingscoëfficiënten steunen op de cijfers van de buitenlandse handel voor het jaar 1975 en luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon P eseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Totaal
26,51 21,85 20,27 7,89 4,74 6,29 1,15 2,35 1,05 2,32 0,86 1,18 0,89 0,32 0,64 0,48 1,21 100,00
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Nationaal Instituut voor de Statistiek : « Maandelijks Bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. ». 2. Wisselkoersen : dagelijkse koersen van de op de gereglementeerde markt in Brussel genoteerde deviezen.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks :
— volgens de thans geldende methode : juni 1975; — volgens een vergelijkbare methode, maar met betrekking tot de referentieperiode van 19 maart 1973: 20 januari 1975; — volgens een vergelijkbare methode, maar met betrekking tot de referentieperiode van 20 december 1971: juli 1974. 2. Referentieperiode : 2 januari 1971 (pariteiten). 3. Periodiciteit : dagelijks. 4. Publikatie : min of meer geregeld in de Agefi.
21
BIJLAGE V
GEWOGEN GEMIDDELD REYALUATIEOF DEYALUATIEPERCENTAGE YAN DE BELGISCHE FRANK FIRST NATIONAL CITY BANK BELGIUM - WEKELIJKS
A.
Beschrijving van de methode.
De methode is dezelfde als die welke de First National City Bank Belgium gebruikt voor de berekening van het dagelijks indexcijfer, behalve dat : — de noteringen van de valuta's op de gereglementeerde markt niet meer iedere dag maar de vrijdag van iedere week worden opgetekend; — de wegingscoëfficiënten niet langer gebaseerd zijn op de handel van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie met alleen die landen waarvan de valuta in Brussel wordt genoteerd, maar op de totale handel van de B.L.E.U. Te dien einde heeft men de wegingscoëfficiënten van de dollar van de Verenigde Staten, het pond sterling, de Franse frank en de Duitse mark verhoogd met een fractie van het aandeel van de buitenlandse handel van de B.L.E.U. met de gezamenlijke landen waarvan de valuta's niet uitdrukkelijk in aanmerking zijn genomen, aannemende dat een derde van deze valuta's afgestemd zijn op de dollar van de Verenigde Staten, een ander derde op het pond sterling, een zesde deel op de Franse frank en nog een zesde op de Duitse mark. De aldus verkregen wegingscoëfficiënten belopen thans : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Totaal
24,94 21,01 17,03 11,96 3,98 10,62 0,97 1,97 0,88 1,95 0,72 0,99 0,75 0,27 0,54 0,40 1,02 100,00
25
B. Bronnen van de basisgegevens. Zie Bijlage IV.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : 2. Referentieperiode : 3. Periodiciteit : 4. Publikatie :
26
zie Bijlage IV.
zie Bijlage IV.
wekelijks.
zie Bijlage IV.
BIJLAGE VI
EFFECTIEVE WISSELKOERS YAN DE BELGISCHE FRANKBANK YAN PARIJS EN DE NEDERLANDEN BELGIE WEGING MET HET HANDELSVERKEER ( 1 )
A. Beschrijving van de methode. 1. T.o.v. de referentieperiode berekent men iedere dag het veranderingspercentage van de koers van iedere in aanmerking genomen valuta, uitgedrukt in een aantal Belgische franken voor één buitenlandse munteenheid. 2. Vervolgens berekent men het gewogen rekenkundig gemiddelde van de aldus verkregen veranderingspercentages door als wegingscoëfficiënten te gebruiken de relatieve aandelen — in de loop van de laatste twaalf maanden waarover gegevens beschikbaar zijn — van de landen van iedere valuta in de totale handel (invoer plus uitvoer) van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie met de gezamenlijke landen van de in aanmerking genomen valuta's. De effectieve dagelijkse wisselkoers van de Belgische frank is gelijk aan het tegengestelde van het bovenvermelde gemiddelde. 3. De effectieve wekelijkse wisselkoers is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de dagelijkse wisselkoersen. Het maandelijkse veranderingspercentage is de dagkoers van de laatste woensdag van de maand. Behalve de Belgische frank zijn de voor de berekening in aanmerking genomen valuta's de 17 valuta's die in Brussel worden genoteerd : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon. de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Zaïre.
( 1 ) De Bank van Parijs en de Nederlanden berekent nog twee andere indexcijfers waarvan de weging steunt op de indeling naar valuta respectievelijk van de invoer- en uitvoerbetalingen van de B.L.E.U. Het beroep op deze methode houdt een keuze in t.a.v. de bestemming die moet worden gegeven aan de buitenlandse betalingen in Belgische franken (een kwart van de invoer en bijna de helft van de uitvoer). Deze keuze stoelt in hoofdzaak op de geografische opbouw van de buitenlandse handel.
27
De thans gebruikte wegingscoëfficiënten steunen op de gegevens voor de periode november 1975-oktober 1976 en luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Totaal
27,86 22,86 17,92 7,80 5,24 6,07 1,29 2,01 1,13 2,06 0,87 1,17
0,91 0,31 0,62 0,43 1,45 100,00
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Nationaal Instituut voor de Statistiek : « Maandelijks Bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. ». 2. Wisselkoersen : dagelijkse koersen van de op de gereglementeerde markt
in Brussel genoteerde deviezen.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks :
— maandcijfers : januari 1973; — wekelijkse en dagelijkse gegevens : mei 1975. 2. Referentieperiode : 31 december 1970 (pariteiten). 3. Periodiciteit : dagelijks, wekelijks en maandelijks. 4. Publikatie : tweemaandelijks in « Ekonomische Berichten — Paribas -
België ». 28
BIJLAGE nl
EFFECTIYE EXCHANGE BATE CHANGES MORGAN GUARANTY TRUST COMPANY OF NEW YORK ( 1 )
A. Beschrijving van de methode.
1. T.o.v. de referentieperiode berekent men iedere dag het veranderingspercentage van de koers van iedere in aanmerking genomen valuta, uitgedrukt in eenheden van de buitenlandse valuta voor één Belgische frank. Vervolgens berekent men twee gewogen meetkundige gemiddelden door als wegingscoëfficiënt te gebruiken de relatieve belangrijkheid — in de loop van de laatste twee jaar waarvoor men over cijfers beschikt -- van de landen van iedere valuta, respectievelijk in de uitvoer en in de invoer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie tegenover de gezamenlijke landen van de in aanmerking genomen valuta's. 2. Het veranderingspercentage van de gewogen gemiddelde wisselkoers van de Belgische frank is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de twee aldus verkregen veranderingspercentages, gewogen respectievelijk met het deel van de uitvoer en van de invoer in de totale handel van de B.L.E.U. 3. Uitgaande van het aldus verkregen dagelijkse gemiddelde veranderingspercentage berekent men een wekelijks veranderingspercentage en een maandelijks veranderingspercentage, die elk gelijk zijn aan het eenvoudig rekenkundig gemiddelde van de dagelijkse veranderingspercentages. Behalve de Belgische frank worden voor de berekening 15 valuta's in aanmerking genomen : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Oostenrijkse schilling en de Australische dollar.
(') Dit indexcijfer wordt berekend voor 16 verschillende valuta's. Hier worden alleen de veranderingen in de effectieve wisselkoers van de Belgische frank vermeld.
29
De thans gebruikte wegingscoëfficiënten steunen op de statistieken van de buitenlandse handel van de periode 1975-1976. Ze luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Schilling Australische dollar Totaal
26,8 22,5 20,5 7,4 4,9 6,9 1,2 2,3 1,1 2,4 0,8 1,2 0,9 0,6 0,5 100,0
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, Statistiques du Commerce Extérieur. Séries A. 2. Wisselkoersen : dagelijkse koersen bij • de aankoop van dollars van de
Verenigde Staten in New York.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : januari 1970. 2. Referentieperiode : er bestaan drie indexcijfers, respectievelijk berekend
t.o.v. de referentieperiodes : — eind mei 1970 (pariteiten); — december 1971 (« Smithsonian Agreement »); — 15 februari 1973 (twee dagen na de devaluatie van de dollar). 3. Periodiciteit : dagelijks, wekelijks en maandelijks. 4. Publikatie -: vanaf begin 1973 dagelijks in de pers.
30
BIJLAGE VIII
ENTWICKLUNG DES AUSSENWERTS FREMDER WAEHRUNGENDEUTSCHE BUNDESBANK ( 1 )
A.
Beschrijving van de methode.
1. T.o.v. de referentieperiode berekent men iedere dag het veranderingspercentage van iedere in aanmerking genomen valuta, uitgedrukt in een aantal buitenlandse munteenheden voor één Belgische frank. 2. Vervolgens berekent men het gewogen rekenkundig gemiddelde van de aldus verkregen veranderingspercentages door als wegingscoëfficiënt te gebruiken de relatieve belangrijkheid — in de loop van een periode van drie jaar — van de landen van iedere valuta in het totale handelsverkeer (uitvoer plus invoer) van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie met de gezamenlijke landen van de in aanmerking genomen valuta's. Men verhoogt de wegingscoëfficiënten van de dollar van de Verenigde Staten, het pond sterling en de Franse frank ieder met een fractie van de buitenlandse handel van de B.L.E.U. met de gezamenlijke landen waarvan de valuta's niet uitdrukkelijk in aanmerking zijn genomen, uitgaande van de veronderstelling dat : — de koersen van de valuta's die samen met het pond sterling zweven de koers van die valuta volgen; — de valuta's van het Franse-frankgebied de Franse frank volgen; — de overige valuta's die niet genoteerd worden in Frankfort de dollar van de Verenigde Staten volgen. Behalve de Belgische frank worden voor de berekening 16 valuta's in aanmerking genomen : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark.
(I) Dit indexcijfer wordt berekend voor 17 verschillende valuta's. Hier wordt alleen meiding gemaakt van het indexcijfer van de Belgische frank.
31
De sinds januari 1976 ( 1 ) gebruikte wegingscoëfficiënten steunen op de statistieken van de buitenlandse handel van de periode 1972-1974. Zij luiden als volgt : 23,4 D uitse mark 20,4 ( 2) Franse frank 17,0 Gulden 6,2 (3 ) Pond sterling 4,2 Italiaanse lire 19,8 (4) U.S.-dollar 1,0 Yen 1,8 Zwitserse frank 0,8 Deense kroon 1,9 Zweedse kroon 0,6 Noorse kroon 0,9 Peseta 0,7 Canadese dollar 0,4 Escudo 0,5 Schilling 0,4 Finse mark Totaal
100,0
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Internationaal Monetair Fonds. 2. Wisselkoersen : gemiddelde koersen á contant van de officieel in Frank-
fort genoteerde valuta's.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : begin 1973. 2. Referentieperiode : centrale koersen eind 1972 ( 5 ). 3. Periodiciteit : dagelijks. 4. Publikatie : maandelijks in « Monatsberichten der Deutschen Bundes-
bank » en driemaandelijks in « Statistische Beihefte zu den Monatsberichten der Deutschen Bundesbank ». (1) Tot eind december 1975 waren de wegingscoëfficiënten gebaseerd op de periode 19711973. (2) Waarvan 19,4 pct. voor de handel tussen de B.L.E.U. en Frankrijk. (3) Waarvan 5,8 pct. voor de handel tussen de B.L.E.U. en het Verenigd Koninkrijk. (4) Waarvan 5,9 pct. voor de handel tussen de B.L.E.U. en de Verenigde Staten. (5) De centrale koérsen zijn dezelfde als die welke voortvloeien uit het < Smithsonian Agreement » van 18 december 1971. Voor het pond sterling is de koers van de markt eind 1972 in aanmerking genomen.
32
BIJLAGE IX
VERANDERINGEN YAN DE EFFECTIEVE WISSELKOERSEN COMMISSIE YAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VROEGER INDEXCIJFER ( 1 )
A.
Beschrijving van de methode.
1. Iedere dag berekent men het veranderingspercentage van de koers van 14 van de in aanmerking genomen valuta's (zie hieronder B. 2) volgens de formule : NR• —
R 'to n :
Rbto
• R
bti
waarin : NR i het depreciatie- of appreciatiepercentage is van de koers van de valuta j tegenover de Belgische frank; Rb en R ; respectievelijk de wisselkoersen zijn van de Belgische frank
en van de valuta j in dollars van de Verenigde Staten, uitgedrukt in een aantal Belgische franken en eenheden van de valuta j voor een dollar;
ti en to respectievelijk de lopende en de referentieperiode zijn. Vervolgens berekent men het gemiddelde, per maand, van de aldus verkregen dagelijksé veranderingspercentages. Het maandelijks veranderingspercentage van de 56 overige valuta's wordt berekend volgens dezelfde formule maar op grond van de noteringen aan het einde van de maand. Het veranderingspercentage per kwartaal is voor iedere valuta gelijk aan het gemiddelde van de maandelijkse veranderingspercentages.
( 1 ) Dit indexcijfer wordt berekend voor 16 verschillende valuta's. Alleen de veranderingen van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank komen hier ter sprake.
33
2. Het gemiddelde veranderingspercentage van het geheel van de koersen .van de in aanmerking genomen valuta's t.o.v. de Belgische frank is gelijk aan het volgende rekenkundig gemiddelde :
NRJ .M bi WR (M)=
Mb
waarin : WR (M) het gewogen gemiddelde depreciatie- of appreciatiepercentage is van de gezamenlijke in aanmerking genomen valuta's t.o.v. de Belgische frank gezien uit het oogpunt « invoer »; het vertegenwoordigt de verandering van de prijs van de invoer van de BelgischLuxemburgse Economische Unie uit de gezamenlijke landen waarvan de valuta in aanmerking is genomen en die toe te schrijven is aan de wisselkoersveranderingen; Mb; het bedrag is van de invoer van de B.L.E.U. uit het land met
de valuta j, in 1972; Mb het totale bedrag is van de invoer van de B.L.E.U. uit de geza-
menlijke in aanmerking genomen landen, in 1972 ( 1 ). Een zelfde berekening wordt gemaakt voor de .invoer van de B.L.E.U. uit respectievelijk de lid-staten van de Europese Economische Gemeenschap, de niet bij de Europese Economische Gemeenschap aangesloten landen en de lid-staten van de. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
3. Men berekent ook een verancleringspercentage van de gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank gezien uit het oogpunt « uitvoer », door de bovenstaande uitdrukking gewoon om te keren :
WR (X) =
WR (M)
waarin : WR (X) de verandering vertegenwoordigt van de prijs van de uitvoer van de B.L.E.U. naar de gezamenlijke in aanmerking genomen landen en die toe te schrijven is aan de wisselkoersveranderingen. Een zelfde berekening wordt gemaakt voor de uitvoer van de B.L.E.U. naar respectievelijk de lid-staten van de E.E.G., de niet bij de E.E.G. aangesloten landen en de lid-staten van de O.E.S.O. De voor de berekening in aanmerking genomen valuta's zijn, buiten de Belgische frank, ten getale van 70 de 7 valuta's van de overige lid-staten van de E.E.G., 7 andere belangrijke valuta's (de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Oostenrijkse schilling, de Canadese dollar) en 56 andere valuta's.
(') In beginsel wordt het geheel van deze wegingscodficiënten om de twee jaar herzien.
34
De gebruikte wegingscoëfficiënten steunen op de invoer van 1972 en luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Australische dollar . N ieuw-Zeclandse dollar Iers pond IJslandse kroon Drachme Turks pond Rand Cruzeiro New Tai-wan dollar . Dinar Andere munten
25,10 20,06 17,06 6,60 4,30 5,70 1,30 1,26 0,41 2,13 0,48 0,71 0,97 0,24 0,30 0,42 1,95 0,45 0,25 0,30 0,01 0,18 0,17 0,89 0,59 0,10 0,16 7,91 (i)
Totaal
100,00
13. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling. 2. Wisselkoersen :
— officiële noteringen van de 8 valuta's van de Europese Economische Gemeenschap, rechtstreeks meegedeeld door de centrale banken; (') Zie noot 3 van Bijlage
35
— noteringen van 6 andere valuta's (Noorse kroon, Zweedse kroon, Oostenrijkse schilling, Zwitserse frank, Japanse yen, Canadese dollar), meegedeeld door het agentschap Reuter; — maandelijkse noteringen voor 56 andere valuta's, volgens « International Financial Statistics » van het Internationale Monetaire Fonds.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : begin 1972. 2. Referentieperiode : 18 december 1971 (centrale wisselkoersen of pari-
teiten van het « Smithsonian Agreement »). Voor de Canadese dollar : notering van eind december 1971. 3. Periodiciteit : maandelijks en driemaandelijks. 4. Publikatie : het gemiddelde appreciatie- of depreciatiepercentage van de
Belgische frank t.o.v. de 70 valuta's vanuit het oogpunt « uitvoer » werd tot eind 1976, eens per kwartaal, gepubliceerd in de vorm van een grafiek in « Graphiques et notes rapides sur la conjoncture ».
36
BIJLAGE X
INDEXCIJFER YAN DE EFFECTIEVE WISSELKOERSEN INTERNATIONAAL MONETAIR FONDS ( 1 )
A. Beschrijving van de methode. 1. T.o.v. de referentieperiode berekent men iedere dag het indexcijfer van de koers van iedere in aanmerking genomen valuta, uitgedrukt in een aantal eenheden buitenlandse valuta voor één Belgische frank. Iedere maand berekent men voor iedere valuta een indexcijfer dat gelijk is aan het eenvoudig rekenkundig gemiddelde van deze dagelijkse indexcijfers. 2. Vervolgens berekent men het meetkundig gemiddelde van de aldus verkregen maandindexcijfers, waarbij, voor een valuta j, een wegingscoëfficiënt W* 5 —
20 1:
WI wordt gebruikt, waarin W 5 de in Belgische franken gemeten
j=1
wi
weerslag is op de handelsbalans van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ( 2 ) van een verandering van de koers van de Belgische frank met 1 pct., uitgedrukt in een aantal eenheden van de valuta j. Voor de berekening van deze weerslag is uitgegaan van het « Multilateraal model van de wisselkoersen » (MERM) van het Internationale Monetaire Fonds. Indien men, bijvoorbeeld, meent dat een appreciatie met 1 pct. van de Belgische frank t.o.v. de valuta van het land A op de handelsbalans van de B.L.E.U. een dubbel zo grote uitwerking heeft als een verandering met 1 pct. van de Belgische frank t.o.v. de valuta van het land B, geeft men aan het indexcijfer van de koers van de valuta van A een wegingscoëfficiënt die twee-
(1) Dit indexcijfer wordt berekend voor 15 verschillende valuta's. Hierna wordt alleen uitdrukkelijk melding gemaakt van het indexcijfer van de veranderingen van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank; toch zij erop gewezen dat de voor de berekening van de indexcijfers der overige valuta's gebruikte methode dezelfde is als die waarvan gebruik is gemaakt voor de Belgische frank, aangezien de gezamenlijke wegingscoëfficiënten afgeleid zijn van een enkel model. (2) De handelsbalans van de B.L.E.U., uitgedrukt in Belgische franken, is bovendien dedefleerd met de gemiddelde verandering van de in- en uitvoerprijzen, uitgedrukt in Belgische franken, die het gevolg is van de wisselkoersverandering. Hiermee wordt ernaar gestreefd de weerslag weg te werken op de berekening van de wegingscoëfficiënten van de willekeurige keuze van een of andere valuta waarin de uitwerkingen van de wisselkoersveranderingen worden gemeten, zonder evenwel de invloed op te heffen van de ruilvoet die immers een hoofdbestanddeel is van de gezamenlijke weerslag van de wisselkoersveranderingen op de handelsbalans.
37
maal zo groot is als die van het indexcijfer van de koers van de valuta B. Deze \vegingscoëfficiënten weerspiegelen in hoofdzaak : 1. de omvang van de directe commerciële betrekkingen van de B.L.E.U. met haar handelspartners; 2. de concurrentie _tussen de B.L.E.U. en de overige industrielanden op derde markten; 3. de prijsveranderingen voortvloeiend uit de wisselkoersschommelingen; 4. de reacties van de ingevoerde en uitgevoerde hoeveelheden op de prijsveranderingen (prijselasticiteit). Behalve de Belgische frank zijn er voor de berekening 20 valuta's in aanmerking genomen : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Australische dollar, het Ierse pond, de New Tai-wan dollar, de HongKong dollar, de Joegoslavische dinar. De thans gebruikte wegingscoëfficiënten zijn : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Schilling Finse mark Australische dollar Iers pond New Tai-wan dollar . Hong-Kong dollar Dinar
30,92 18,76 12,16 1,97 5,99 17,16 5,56 2,57 1,21 0,30 — 0,50 ( 1 ) 1,45 0,84 1,22 0,29 — 0,50 ( 1 ) — 0,10 ( 1 ) 0,10 0,12 0,48
Totaal
100,00
( 1 ) Een negatieve wegingscoëfficiënt betekent (lat, volgens het MERM-model, een appreciatie van de overeenstemmende valuta (bv. de Australische dollar) de handelsbalans van de B.L.E.U. veeleer verslechtert dan verbetert en dat ze bijgevolg, wat haar uitwerking op deze balans betreft, beter te vergelijken is met een appreciatie dan met een depreciatie van de Belgische frank.
38
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Wegingscoëfficiënten
: Internationaal Monetair Fonds en nationale
bronnen. 2. Wisselkoersen : middagnoteringen in New York, uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten per eenheid van buitenlandse valuta.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : januari 1971. 2. Referentieperiode : mei 1970 (pariteiten). 3. Periodiciteit : maandelijks. 4. Publikatie : maandelijks in « International Financial Statistics ».
39
BIJLAGE Y.I.
« EFFECTIEVE » VERANDERINGEN YAN DE WISSELKOERSEN ORGANISATIE VOOR ECONOMISCHE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING ( 1 )
A. Beschrijving van de methode.
T.o.v. de referentieperiode berekent men iedere dag een indexcijfer van de koers van de Belgische frank in dollars van de Verenigde Staten, uitgedrukt in een aantal dollars voor één frank. De verandering van de gewogen gemiddelde wisselkoers van de Belgische frank wordt verkregen door dit indexcijfer te vergelijken met het gewogen rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de koersen in dollars van de Verenigde Staten van de overige valuta's. Voor dit laatste gemiddelde gebruikt men als wegingscoëfficiënt voor iedere valuta de geraamde relatieve weerslag van de koersveranderingen van die valuta op de handelsbalans voor de verwerkte produkten van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Deze wegingscoëfficiënten, gebaseerd op een aangepaste versie van het « Multilateraal model van de wisselkoersen » van het Internationaal Monetair Fonds (zie Bijlage X), weerspiegelen in hoofdzaak : 1. de relatieve omvang van de totale handel van de in aanmerking genomen landen; 2. de omvang van hun directe commerciële betrekkingen met de B.L.E.U.; 3. hun relatieve positie op de markten van derde landen die de voornaamste afzetgebieden zijn van de B.L.E.U. Iedere week en iedere maand berekent men een eenvoudig rekenkundig gemiddelde van de veranderingen van de aldus verkregen gewogen gemiddelde wisselkoersen. ( 1 ) Dit indexcijfer wordt berekend voor 23 verschillende valuta's. Alleen de a effectieve » veranderingen van de wisselkoers van de Belgische frank komen hier uitdrukkelijk ter sprake.
40
De voor de berekening in aanmerking genomen valuta's zijn' de 22 valuta's van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, met uitzondering van België en Luxemburg, namelijk : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Australische dollar, de Nieuw-Zeelandse dollar, het Ierse pond, de IJslandse kroon, de Griekse drachme, het Turkse pond. De thans gebruikte wegingscoëfficiënten zijn berekend op basis van de statistieken van de buitenlandse handel van 1973 en luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Australische dollar Nieuw-Zeelandse dollar Iers pond IJslandse kroon Drachme Turks pond Totaal
25,79 19,27 17,33 5,82 6,54 8,56 2,45 2,50 1,23 2,32 1,00 1,60 1,55 0,40 1,01 0,60 0,57 0,16 0,27 0,04 0,63 0,36 100 00
B. Bronnen van de basisgegevens.
1. Buitenlandse handel : statistieken van de buitenlandse handel van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
2. Wisselkoersen : dagelijkse koers van de dollar van de Verenigde Staten op de gereglementeerde markt in Brussel (geraadpleegde bron : Agefi); diverse bronnen voor de overige valuta's. 41
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : eerste kwartaal van 1971. 2. Referentieperiode : er zijn twee indexcijfers die respectievelijk berekend worden t.o.v. de volgende referentieperiodes : — 19 december 1971 (centrale koersen); — eerste kwartaal van 1970 (koers á contant). 3. Periodiciteit : dagelijks, wekelijks en maandelijks. 4. Publikatie :
— tweemaal per jaar in « Perspectives Economiques de l'O.C.D.E. »; — maandelijks in de vorm van documenten met beperkte verspreiding.
12
BIJLAGE XII
EFFECTIYE EXCHANGE BATE CHANGES BANK OF ENGLAND EN UNITED KINGDOM TREASURY ( 1 )
A. Beschrijving van de methode. De methode is dezelfde als die volgens welke het Internationaal Monetair Fonds het indexcijfer van de effectieve wisselkoers berekent (zie Bijlage X).
B.
Bronnen van de basisgegevens. 1. Wegingscoëfficiënten : zie Bijlage X. 2. Wisselkoersen :
— voor de periode begin 1972 - eind 1976: zie Bijlage X; — vanaf begin 1977 : dagelijkse sluitingskoers tegenover het pond sterling (in London).
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : begin 1972. 2. Referentieperiode : 18 december 1971. 3. Periodiciteit : dagelijks, maandelijks en driemaandelijks. 4. Publikatie : — dagelijks, via de persagentschappen; — maandelijks in « Financial Statistics » (H.M.S.O.); — driemaandelijks in « Bank of England Quarterly Bulletin ».
( 1 ) Dit indexcijfer wordt berekend voor 15 verschillende valuta's. Hier komen alleen de veranderingen van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank ter sprake.
43
BIJLAGE XIII
INDEXCIJFER VAN DE EFFECTIEVE WISSELKOERSEN • COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN NIEUW INDEXCIJFER ( 1 )
A. Beschrijving van de methode. 1. Men berekent iedere dag het veranderingspercentage van ieder der in aanmerking genomen valuta's, inclusief de Belgische frank, t.o.v. de dollar van de Verenigde Staten volgens de formule : EXb
waarin :
=
Rbt o Rbt
en EX • =
R.,. R it,
en R 1 respectievelijk de wisselkoersen zijn van de Belgische frank en van de valuta j in dollars van de Verenigde Staten uitgedrukt in een aantal Belgische franken en in eenheden van de valuta j voor één dollar; t, en t, respectievelijk de lopende en de referentieperiode zijn. Rb
Vervolgens berekent men voor iedere valuta een gemiddelde per maand van de dagelijkse veranderingspercentages en een gemiddelde per kwartaal van de maandelijkse veranderingspercentages. 2. Een indexcijfer van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank wordt berekend, vanuit het oogpunt van de uitvoer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. In een eerste stadium berekent men een indexcijfer van de gewogen gemiddelde wisselkoers van de Belgische frank op ieder van de afzetmarkten van de B.L.E.U. De in aanmerking genomen markten zijn ten getale van 23, namelijk ieder van de landen overeenstemmend met de valuta's die bij de berekening betrokken zijn (17), plus 6 markten waarin de andere landen zijn gegroepeerd : Afrika, Amerika (Latijns-Amerika plus de overige landen van het Westelijk halfrond), het Verre-Oosten, het Midden-Oosten, het blok van de socialistische landen (U.S.S.R., Oost-Europa, China, enz.) en de overige landen (andere landen van ( 1 ) Dit indexcijfer wordt berekend voor 18 verschillende valuta's. Alleen het indexcijfer van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank komt hier ter sprake.
44
Europa min Finland, plus Oceanië en Zuid-Afrika). Voor een bepaalde markt is dit indexcijfer gelijk aan de verhouding tussen het veranderingspercentage van de koers van de Belgische frank t.o.v. de dollar en het gemiddelde van de veranderingspercentages van de koers der overige valuta's t.o.v. de dollar, gewogen met de relatieve belangrijkheid van het land van iedere valuta als leverancier van industriële produkten op deze markt :
in EEXT, ; = in EX b — W' i; in EX ; waarin : EEXf); de effectieve wisselkoers van de Belgische frank is op de markt i (oogpunt « uitvoer »);
j de leveranciers zijn van industriële produkten op de markt i (de B.L.E.U., haar concurrenten en i indien dit een industrieland is) ;
W il
141, „ =
W i;
-
W y) Mir
en Wij =
(Ii — Mir) — Mij — Mir
M ij = invoer van i uit het industrieland j; Mir = Mi — Mij = invoer van
i uit de gezamenlijke niet-industrie-
landen; = Yi + M i — X i — Si = totaal van de door i « importeerbare » produkten waarin : Y i = het bruto nationaal produkt van i; M i = de totale invoer van i; X i = de totale uitvoer van i; S i = de produktie van i in de beschermde sector. In een tweede stadium berekent men het indexcijfer van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank (oogpunt « uitvoer ») op de gezamenlijke uitvoermarkten van de B.L.E.U. door gebruik te maken van het gemiddelde van de bovenvermelde koersen op ieder van de afzetmarkten, gewogen met de belangrijkheid van ieder van die markten in de totale uitvoer van de B.L.E.U.
las EEX7;
1,`"
EEX
waarin :
EEX7J = de effectieve wisselkoers van de Belgische frank, vanuit het oogpunt « uitvoer »;
Xb Xb
= de uitvoer van de B.L.E.U. naar i; = de totale uitvoer van de B.L.E.U. 45
De bovenstaande formule wordt herleid tot een gewogen gemiddelde van indexcijfers van de koers van de Belgische frank t.o.v. ieder van de in aanmerking genomen valuta's, volgens de formule : ln EXb — W"b; . In EX ;
waarin
kir
Xbi v- • i %kb
Wij
Met andere woorden, de belangrijkheid van j als concurrent van de B.L.E.U. is de som van de produkten van de belangrijkheid van j als leverancier op de markt i (14/' i;) en de belangrijkheid van i in de uitvoer van de B.L.E.U. (Xbi/Xb) e). De in aanmerking genomen valuta's voor de berekening zijn, behalve de Belgische frank, ten getale van 17 : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Australische dollar, het Ierse pond. De thans gebruikte wegingscoëfficiënten zijn de volgende : 27,9 Duitse mark 20,7 Franse frank 5,4 Gulden 7,4 Pond sterling 7,1 Italiaanse lire 13,4 U.S.-dollar 4,6 Yen 2,1 Zwitserse frank 1,2 Deense kroon 2,8 Zweedse kroon 0,8 Noorse kroon 1,8 Peseta 1,5 Canadese dollar 1,2 Schilling 0,9 Finse mark 0,9 Australische dollar 0,3 Iers pond 100,0
Totaal
( 3 ) De E.E.G. berekent eveneens een indexcijfer van de effectieve wisselkoers van de Belgische frank vanuit het oogpunt van de invoer van de B.L.E.U., die niet gepubliceerd wordt. Dit indexcijfer is gelijk aan de verhouding tussen het indexcijfer EX b en het meetkundig gemiddelde van de indexcijfers EX ., van de wisselkoersen van de in aanmerking genomen valuta's. gewogen met de belangrijkheid van ieder der beschouwde industrielanden in N ~ ), d.w.z. : de totale invoer van de B.L.E.U. uit die landen ( ~b
Albj
In EEX
46
= In EX b — (
Al . b) .
)
In EX
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, Reeksen A, en Internationaal Monetair Fonds, Direction of Trade. 2. Wisselkoersen : van 1963 tot eind 1971 : I.M.F. (kwartaalcijfers); eerste kwartaal van 1972 tot september 1976 : officiële noteringen van de 8 valuta's van de Europese Economische Gemeenschap, rechtstreeks medegedeeld door de centrale banken; noteringen van de 6 overige valuta's (Noorse kroon, Zweedse kroon, Oostenrijkse shilling, Zwitserse frank, Japanse yen, Canadese dollar), medegedeeld door het agentschap Reuter; maandelijkse noteringen voor 56 andere valuta's volgens « International Financial Statistics » van het I.M.F.; sedert oktober 1976: idem, behalve dat de noteringen van de valuta's van Oostenrijk, Spanje en Finland worden medegedeeld door het agentschap Reuter.
C. Overige aanduidingen. 1. Begin van de reeks : kwartaalcijfers : eerste kwartaal van 1963; maandcijfers : januari 1974.
2. Referentieperiode : gemiddelde van het eerste kwartaal van 1972. 3. Periodiciteit : maandelijks en driemaandelijks. 4. Publikatie : in de vorm van een grafiek, eens per kwartaal, van de uit het oogpunt « uitvoer » berekende indexcijfers in « Graphiques et rotes rapides sur la conjoncture » vanaf het begin van 1977.
47
BIJLAGE XIV
GEWOGEN GEMIDDELDE KOERS VAN DE BELGISCHE FRANK OP DE GEREGLEMENTEERDE DEVIEZENMARKT NATIONALE BANK YAN BELGIE WEGING MET DE UITVOER VAN DE B.L.E.U.
A. Beschrijving van de methode.
1. Iedere dag noteert men de koersen van de in aanmerking genomen valuta's, uitgedrukt in een aantal Belgische franken voor één buitenlandse munteenheid. Voor iedere maand, kwartaal en jaar berekent men een eenvoudig rekenkundig gemiddelde van deze koersen. Men verkrijgt het indexcijfer van iedere valuta door het gemiddelde van de voorafgaande periode (maand, kWartaal of jaar) te delen door dat van de lopende periode. 2. Vervolgens berekent men het gewogen meetkundig gemiddelde van de aldus verkregen partiële indexcijfers door als wegingscoëfficiënten te gebruiken het relatieve aandeel — in de loop van het laatste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn — van de landen van iedere valuta in de totale uitvoerhandel van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unié. Om de wegingscoëfficiënt van de Franse frank te bepalen, neemt men in aanmerking de uitvoer van de B.L.E.U., niet alleen naar Frankrijk, maar ook naar de landen van het vroegere « Franse-frankgebied », met uitzondering echter van de landen waarvan het aandeel in de uitvoerhandel van de B.L.E.U. ten minste 0,1 pct. bedraagt en waarvan de koers van de valuta, uitgedrukt in Franse franken, gedurende de vier kalenderjaren die aan de berekening van het indexcijfer voorafgaan, een standaardafwijking vertoonde die groter is dan die van de koers van dezelfde valuta uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten; in dat geval wordt de handel van de "B.L.E.U. met die landen gevoegd bij die niet de Verenigde Staten en verhoogt hij aldus met een zelfde bedrag de gegevens die in aanmerking worden genomen om de wegingscoëfficiënt van de dollar van de Verenigde Staten te bepalen. Met hetzelfde voorbehoud neemt men, om de wegingscoëfficiënt van het pond sterling te bepalen, de uitvoer van de B.L.E.U. in aanmerking, niet alleen naar het Verenigd Koninkrijk, maar ook naar de « Scheduled Territories » en de overige landen die voor sommige transacties het statuut van « Scheduled Territories » genieten. 98
Om de wegingscoëfficiënt van de dollar van de Verenigde Staten te bepalen, neemt men niet alleen de uitvoer van de B.L.E.U. naar de Verenigde Staten in aanmerking, maar ook die naar alle landen waarvan de valuta niet uitdrukkelijk in aanmerking is genomen, met uitzondering echter van de landen van de valuta's die het pond sterling of de Franse frank volgen (zie hierboven). 3. Deze indexcijfers, berekend op basis van de maand, het kwartaal of het jaar tevoren, worden ten slotte kettingsgewijs gekoppeld aan een vaste referentieperiode. De schakels van de ketting zijn de maanden voor het maandindexcijfer, de kwartalen voor het kwartaalindexcijfer en de jaren voor het jaarindexcijfer. De voor de berekening in aanmerking genomen valuta's zijn, buiten de Belgische frank, die welke ter beurze van Brussel worden genoteerd en die van de landen welke ten minte 0,5 pct. van de totale uitvoerhandel van de B.L.E.U. voor hun rekening nemen. Op dit ogenblik zijn zij ten getale van 20, namelijk : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Zaïre, de Griekse drachme, de Sovjetroebel, de Poolse zloty. De wegingscoëfficiënten als volgt :
toegepast op de veranderingen van 1977 luiden
Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Drachme Roebel Zloty Totaal
23,25 22,42 16,95 8,27 4,74 12,50 0,54 1,74 1,43 1,87 0,92 1,03 0,37 0,34 0,76 0,40 0,40 0,54 0,90 0,63 100,00
49
B. Bronnen van de basisgegevens. 1. Buitenlandse handel : Nationaal Instituut voor de Statistiek. 2. Wisselkoersen :
— dagelijkse koersen op de gereglementeerde markt voor de ter beurze van Brussel genoteerde valuta's; — dagelijkse koersen genoteerd in Londen of in New York voor de overige valuta's.
C. Overige aanduidingen.
1. Begin van de reeks : 1971. 2. Referentieperiode : de voor de berekening gebruikte referentieperiode
is altijd de maand, het kwartaal of het jaar onmiddellijk voorafgaand aan het indexcijfer van de lopende maand, het lopende kwartaal of het lopende jaar. Deze opeenvolgende indexcijfers worden vervolgens kettingsgewijs gekoppeld aan een vaste referentieperiode : mei 1970 (pariteiten). 3. Periodiciteit : maandelijks, driemaandelijks en jaarlijks. 4. Publikatie : maandelijks in het Tijdschrift van de Nationale Bank van België.
50
BIJLAGE XV
GEWOGEN GEMIDDELDE KOERS YAN DE BELGISCHE FRANK OP DE GEREGLEMENTEERDE DEVIEZENMARKTNATIONALE BANK YAN BELGIE WEGING MET DE INVOER YAN DE B.L.E.U.
A. Beschrijving van de methode. De methode is dezelfde als die waarvan gebruik is gemaakt voor de « Gewogen gemiddelde koers van de Belgische frank op de gereglementeerde deviezenmarkt — Nationale Bank van België — Weging met de uitvoer van de B.L.E.U. ». Hier worden de wegingscoëfficiënten evenwel berekend op grond van de geografische spreiding van de invoer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Zoals voor het indexcijfer « N.B.B.-uitvoer » zijn de voor de berekening in aanmerking genomen valuta's, buiten de Belgische frank, die welke genoteerd zijn in Brussel en die van de landen welke ten minste 0,5 pct. van de totale invoerhandel van de B.L.E.U. voor hun rekening nemen. Op de lijst van de uitdrukkelijk in aanmerking genomen valuta's komen die van de olie-uitvoerende landen evenwel niet voor, zelfs indien het aandeel van sommige ervan 0,5 pct. van de totale invoerhandel van de B.L.E.U. overtreft; men is er dus van uitgegaan dat de valuta's van die landen afgestemd zijn op de dollar van de Verenigde Staten. Hierbij steunt men op de veronderstelling dat de olie-exporterende landen hun uitvoerontvangsten uitdrukken in dollars en niet in hun eigen valuta; dit vindt zijn bevestiging in de omstandigheid dat de prijzen van de aardolie voor het merendeel vastgesteld zijn in dollars. De tegenwoordig in aanmerking genomen valuta's zijn ten getale van 21, namelijk : de Duitse mark, de Franse frank, de Nederlandse gulden, het pond sterling, de Italiaanse lire, de dollar van de Verenigde Staten, de Japanse yen, de Zwitserse frank, de Deense kroon, de Zweedse kroon, de Noorse kroon, de Spaanse peseta, de Canadese dollar, de Portugese escudo, de Oostenrijkse schilling, de Finse mark, de Zaïre, de Australische dollar, de Zuidafrikaanse rand, de Sovjetroebel, de Braziliaanse cruzeiro. 51
De weging.scoëfficiënten toegepast op de veranderingen van 1977 luiden als volgt : Duitse mark Franse frank Gulden Pond sterling Italiaanse lire U.S.-dollar Yen Zwitserse frank Deense kroon Zweedse kroon Noorse kroon Peseta Canadese dollar Escudo Schilling Finse mark Zaïre Australische dollar Rand Roebel Cruzeiro Totaal
13. Bronnen van de basisgegevens. Zie Bijlage XIV.
C. Overige aanduidingen.
Zie Bijlage XIV.
52
22,55 17,20 17,26 9,09 3,82 17,32 1,58 1,56 0,45 1,57 0,46 0,84 1,04 0,18 0,36 0,31 1,74 0,59 0,70 0,85 0 53 100,00
MAATREGEL VAN MONETAIR BELEID Mededeling van 4 mei 1977
De Nationale Bank van België heeft besloten, met ingang van 5 mei 1977, haar officiële discontovoet en haar voorschottentarief in rekening-courant te verlagen van 7 tot 6,50 pct., en haar bijzondere rentepercentages van 7,25 tot 6,75 pct. Deze nieuwe verlaging is verantwoord door het conjunctuurverloop en wordt in de hand gewerkt door de afneming van de inflatoire druk, de bevredigende toestand op de deviezenmarkt, evenals door het verloop van de korte rente in het buitenland en de ruimte op de binnenlandse geldmarkt.
53
SYNTHETISCHE CURVE VAN DE VOORNAAMSTE GEGEVENS VAN DE MAANDELIJKSE CONJUNCTUURTEST VAN DE NATIONALE BANK RESULTATEN VAN DE MAAND APRIL 1977 Verloop van de synthetische curve, inclusief de indicator nopens het • verloop der verkoopprijzen » Verloop van de synthetische curve, exclusief de indicator nopens het • verloop der verkoopprijzen •
120
120
110
110
100
100
90
90
80
80
70
70
1 1 1 1 1 1 t 1 1 1 1972
1 1 1 1 1 1 1973
111 1
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1974
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1975
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1978
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1977
Commentaar :
De getalwaarde van de synthetische curve, waarin de indicator nopens het prijsverloop is begrepen, vertoonde een lichte stijging in april 1977, nl. van 83,85 punten in maart naar 84,67 punten. Deze stijging vloeit voort uit de toename van zekere indicatoren betreffende de verwerkende nijverheid. De vooruitzichten van de bedrijfsleiders voor de volgende drie maanden zijn evenwel verslechterd. De indicatoren nopens de bouwnijverheid en de groothandel bleven ongewijzigd. De synthetische curve, waarin de indicator van het prijsverloop niet is begrepen (stippellijn), vertoonde een iets sterkere stijging (van 82,99 naar 83,92 punten). 55
STATISTIEKEN
ECONOMISCHE WETGEVING
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN DIE VAN BELANG ZIJN VOOR BELGIE
STATISTIEKEN INHOUD Nummers van de tabellen
5. Geografische spreiding
I. - Bevolking en nationale rekeningen.
1. Bevolking 2. Verdeling van het nationaal produkt over de produktiefactoren 3. Bruto toegevoegde waarde, tegen marktprijzen, per activiteitsklasse 4. Besteding van het nationaal produkt : a) Ramingen in werkelijke prijzen b) Indexcijfers van de ramingen in prijzen van 1970
I-1 I -2 I- 3 I - 4a
I. 4b
II. - Werkgelegenheid en werkloosheid.
Aanbiedingen van werkzoekenden en aanvragen van werkgevers
III - 1 III - 2
IY. - Nijverheid.
0. Resultaten van de conjunctuuronderzoekingen 1. Indexcijfers van de industriële produktie 2. Indexcijfers van de produktie in de verwerkende industrie, per sector 3. Energie 4. Metaalproduktie 5. Bouwnijverheid 6. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
IY - 0 IV - 1 IV - 2
11/ - 3 IY - 4 IY - 5 IY - 6
• - la Y- lb lc • - 2 •
-
✓ - 3a Y - 3b
Y-4
YI. - Inkomens.
1. Bezoldigingen van de werknemers 2. Gemiddelde bruto-uurverdienste van de arbeiders in de nijverheid 3. Gemiddelde bruto-maandverdienste van de bedienden in de nijverheid
•
-1
YI - 2 YI - 3
VII. - Prijsindexcijfers.
1. Indexcijfers van de wereldprijzen 2. Indexcijfers van het Hamburgisches Welt-Wirtschafts-Archiv per produkt 3. Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België 4. Prijsindexcijfers bij consumptie in België : a) Basis 1971 = 100 b) Basis 20 halfjaar 1974 - iste halfjaar 1975 = 100
VII - 1 VII . 2 VII - 3 VII - 4a
VII-4benc
- Buitenlandse handel van de B.L.E.U.
1. 2. 3. 4.
Valutamarkt.
-
1. Interventiekoersen toegepast door de centrale banken die toegetreden zijn tot het akkoord over de margevernauwing 2. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in verrekenkamer te Brussel vergaderde bankiers 3. Markt van de U.S.-Dollar te Brussel 4. Effectieve wisselkoersen XI.
-
X-1 X -2 • - 3 X- 4
Rijksfinanciën.
1. Ontvangsten en uitgaven van de Schatkist voortvloeiend uit de verrichtingen volgens begroting 2. Kasresultaat van de Schatkist en financiering ervan 3. Nettofinancieringsbehoeften van dé Schatkist en hun dekking 4. Belastingontvangsten (per kalenderjaar) 5. Indeling van de belastingontvangsten
XI - 1 XI - 2 • - 3 XI - 4 XI - 5
XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie.
V. - Diensten.
1. Vervoer : a) Activiteit van de N.M.B.S. en de SABENA b) Zeevaart c) Binnenscheepvaart 2. Toerisme - Overnachtingen van toeristen in België 3. Binnenlandse handel : a) Indexcijfers van de verkoop b) Verkoop op afbetaling 4. Activiteit van de verrekenkamers
VIII - 5
IX. - Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers IX - 1 2. Saldi per kwartaal IX - 2 3. Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengevoegde maandsaldi IX - 3 4. Verrichtingen met het buitenland, verrichtingen in buitenlandse valuta's van de ingezetenen met de Belgische en Luxemburgse banken en termijnvalutatransacties IX - 4 5. Uitvoer en invoer IX - 5 X.
II
III. - Landbouw en visserij.
1. Landbouwproduktie 2. Zeevisserij
Nummers van de tabellen
Algemene tabel VIII - 1 Uitvoer naar de aard der produkten YIII 2 Invoer naar het gebruik der produkten VIII - 3 a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid VIII • 4a b) Indexcijfers van het volume VIII - 4b
1. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1973 ° b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1974 2. Bewegingen van de vorderingen en schulden in 1974 3. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1973 (totalen per sector) b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1974 (totalen per sector) 4. Bewegingen van de vorderingen en schulden in '1974 (totalen per sector) XIII.
-
XII-la XII - lb XII - 2 XII - 3a XII - 3b XII - 4
Overwegend geldscheppende instellingen.
1. Gezamenlijke balansen van de overwegend geldschep-
pende instellingen 2. De balansen van de Nationale Bank van België, de geldscheppende openbare instellingen en de depositobanken : a) Nationale Bank van België b) Geldscheppende openbare instellingen c) Depositobanken d) Totaal der overwegend geldscheppende instellingen 3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid bij de overwegend geldscheppende instellingen 4. Geldhoeveelheid : a) Bij de overwegend geldscheppende instellingen b) Totaal 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de overwegend geldscheppende instellingen 6-7. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten bij hun oorsprong door de depositobanken verleend aan de bedrijven en particulieren en aan het buitenland : - Zichtbare economische bestemming Vorm en houderschap
XIII - 1
XIII - 2a XIII - 2b XIII - 2c XIII - 2d XIII .3 XIII - 4a XIII - 4b XIII - 5
XIII - 6 XIII - 7
Nummers van de tabellen
8. Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan de bedrijven en particulieren en aan het buitenland bij hun oorsprong toegestaan door de overwegend geldscheppende instellingen en ondergeXIII • 8 bracht bij de Nationale Bank van België 9. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten, bij hun oorsprong door de overwegend geldscheppende instellingen verleend aan de bedrijven en particulieren en aan het buitenXIII - 9 land XIII - 10 10. Balansen van de Nationale Bank van België XIII • 10 Weekstaten van de Nationale Bank van België XIII - 11 11. Verrichtingen in postrekening XIII - 12 12. Algemene staat der banken 13. Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening XIII - 13 XIV. - Financiële instellingen andere dan overwegend geldscheppende. 4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds 5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas : a) Spaarkas - Verrichtingen van de gezinnen b) Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas • c) Voornaamste posten uit de balansen van de Lijfrentekassen d) Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas 6. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid 7. Algemene staat der private spaarkassen 8. Gemeentekrediet van België 9. Levensverzekeringsmaatschappijen
XIV - 4
XIY - 5b
XIV - 5c X11/ - 5d XIV - 6 XIV - 7 XIY - 8 XIV - 9
1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rendement van de beurswaarden 2. Rendement van ,de vennootschappen op aandelen jaarcijfers 3. Rendement van de vennootschappen op aandelen cumulatieve cijfers 4. Uitgiften van de vennootschappen - jaarcijfers 5. Uitgiften van de vennootschappen - maandcijfers 6. Verplichtingen van de bedrijven en particulieren tegenover de Belgische financiële instellingen 7. Hypotheekinschrijvingen XVIII. - Geldmarkt. 1. Markt van het daggeld 2. Houderschap van het door de depositobank gedisconteerde handelspapier en van de bankaccepten 3. Herdiscontoplafonds en maandelijkse quota's van de voorschotten in rekening-courant van de banken bij de Nationale Bank van België XIX. - Disconto-, rente en rendementstarieven. 1. Disconto- en rentetarief van de Nationale Bank van België 2. Daggeldrente 3. Rentevoet van de schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds 4. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken 5. Rentetarieven door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas toegepast op gewone spaarboekjes 6. Rendement van effecten met vast rendement op de Beurs te Brussel 7. Rentevoet van de kasbons en obligaties uitgegeven door de openbare kredietinstellingen
XY - 1 XY - 2
XV • 3a XV - 3b XY - 4
XY 5a XV - 5b XY - 6
XVI. - Uitgiften en schulden van de overheidssector. 1. Uitgiften in Belgische franken voor meer dan een jaar 2. Voornaamste uitgiften voor meer dan een jaar van de overheidssector 3. Rijksschuld : a) Officiële staat b) Veranderingen van de overheidsschuld die aanleiding hebben gegeven tot geldbewegingen 4. Indeling van de schulden in Belgische franken voor meer dan een jaar van de overheidssector : a) Indeling naar de debiteuren b) Indeling naar de houders
XVII. - Effecten van de particuliere sector en kredieten aan de bedrijven en particulieren. XVII - 1 XVII • 2 XVII - 3 XVII • 4 XVII - 5 XVII . 6 XVII - 7
XVIII - 1 XVIII - 2 XVIII - 3
XIV • 5a
XV. - Financiële activa. 1. Financiële activa in het bezit . van de overheid en van de bedrijven en particulieren 2. Financiële activa in het bezit van de bedrijven en particulieren 3. Financiële activa in het bezit van de bedrijven en particulieren : a) Niet-monetaire activa voor ten hoogste een jaar (veranderingen) b) Niet-monetaire activa voor ten hoogste een jaar bij de nationale financiële instellingen (uitstaande bedragen) 4. Financiële activa in het bezit van de bedrijven en particulieren. Activa voor meer dan een jaar 5. Financiële activa in het bezit van de bedrijven en particulieren. Activa in Belgische franken en buitenlandse valuta's bij de nationale financiële instellingen : a) Veranderingen b) Uitstaande bedragen 6. Voornaamste vormen van de besparingen van particulieren beschikbaar in de Belgische volkshuishouding
Nummers van de tabellen
XYI - 1 XVI - 2 XVI - 3a XVI - 3b XYI - 4a XYI - 4b
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
XX. - Buitenlandse circulatiebanken. Discontovoet Banque de France Bank of England Federal Reserve Banks Nederlandsche Bank Banca d'Italia Deutsche Bundesbank Banque Nationale Suisse Banque des Règlements Internationaux
Grafieken. B.N.P. berekend door ontleding van de bestedingen Aanbiedingen van werkzoekenden en aanvragen van werkgevers Conjunctuurtests • Indexcijfers van de industriële produktie Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen Bezoldigingen van de werknemers - Indexcijfers van het gemiddeld brutoloon per gewerkt uur Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België Prijsindexcijfers bij consumptie in België Buitenlandse handel van de B.L.E.U. Belastingontvangsten per kalenderjaar Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid bij de overwegend geldscheppende instellingen Gebruiksfrequentie van de direct opeisbare bankdepo sito's in Belgische franken en van de tegoeden in postrekening Algemene Spaar- en Lijfrentekas - Deposito's : overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de opvragingen Indexcijfers van de Belgische effecten op de contantmarkt
XIX - 1 XIX - 2 XIX - 3 XIX • 4 XIX - 5 XIX - 6 XIX - 7
XX - 1 XX - 2 XX - 3 XX -4 XX - 5 XX - 6 XX - 7 XX - 8 XX - 9
I- 4 II IY - 0 IY - 2 IY - 6 VI - 1 VII - 3 YII-4a-b-c VIII XI - 4 XIII • 3 XIII - 13 XIY - 5a XVII - 1
—3—
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN ASLK B.I.B. B.L.E.U. B.P.C. B.R.T. C.B.H.K. DULBE A E.E.G. E.F.M.S. E.G.K.S. O.E.S.O. FABRIMETAL F.A.O. H.W.I. I.A.B. I.B.H.O. I.M.F.
IRES M.E.Z. N.B.B. N.D.D. N.I.L.K. N.I.S. N.K.B.K. N.M.B.S. N.M.H. N.M.K.N. O.Y.N. R.M.Z. R.T.T. R.Y.A. SABENA Y.B.O. Z.K.O.S.
Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Bank voor Internationale Betalingen. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Bestuur der Postchecks. Belgische Radio en Televisie. Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet. Afdeling voor Toegepaste Ekonomie van de Vrije Universiteit van Brussel. Europese Economische Gemeenschap. Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid. Food and Agriculture Organization. Herdiscontering- en Waarborginstituut. Internationaal Arbeidsbureau. Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Internationaal Monetair Fonds. Université Catholique de Louvain - Institut de Recherches Economiques. Ministerie van Economische Zaken. Nationale Bank van België. Nationale Delcrederedienst. Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet. Nationaal Instituut voor de Statistiek. Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Nationale Maatschappij voor de Huisvesting. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Organisatie der Verenigde Naties. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid. Regie van Telegrafie en Telefonie. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Belgische Naamloze Vennootschap tot Exploitatie van het Luchtverkeer. Verbond van de Belgische Ondernemingen. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
CONVENTIONELE TEKENS
pct. 9
r p.m.
het gegeven bestaat niet. niet beschikbaar. procent. voorlopig. gerectificeerd cijfer. raming. nihil of te verwaarlozen hoeveelheid. pro memorie.
VLUGGE MEDEDELING VAN DE GEGEVENS
De abonnees kunnen desgewenst de « Synthetische curve van de voornaamste gegevens van de maandelijkse conjunctuurtest van de Nationale Bank » en de gegevens vermeld in de tabellen VI-1, IX-3 en 4, XIII-3, 4a en b, 5 en 13, XV-1 tot 5, XVII-6, XVIII-1, 2 en 3 en XIX-2 verkrijgen zodra- zij opgemaakt zijn De aanvragen dienen te worden gericht aan de Nationale Bank van België, Documentatiedienst, de Berlaimontlaan 5, 1000 Brussel. Hierbij dient te worden vermeld welke tabellen de abonnee wenst te ontvangen.
5
I. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. BEVOLKING ( Duizenden) Bronnen : N.I.S. en Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. 1968
1969
1970
1971
1972
1978
1974
1975
9.813
(aan het einde van het jaar)
Totale bevolking
9.632
9.660
9.651 3
9.695
9.727
9.757
9.788
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot minder dan 65 jaar)
6.071
6.088
6.081 3
6.116
6.151
6.183
6.234
3.023 3.048
3.032 3.056
3.028 3.053 3
3.049 3.067
3.069 3.082
3.088 3.095
3.119 3.115
3.715
3.761
3.732
3.767
3.778
3.831
3.892
3.913
201
191
173
162
151
144
139
136
1.269 304 268
1.296 307 272
1.239 298 237
/.237
299 245
1.219 287 252
1.227 285 260
1.233 292 266
1.165 293 268
1.510 110
1.554 88 53
1.661 69 55
1.704 67 53
1.733 84 52
1.777 87 51
1.819 94 49
1.839 168
waarvan : Mannen Vrouwen
(ramingen eind juni)
Beroepsbevolking 1 waarvan : Landbouw Extractieve en fabrieksnijverheid Bouwbedrijf Vervoer Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledig werklozen 2 Grensarbeiders
53
1 Ezel. de gewapende macht. Nieuwe reeks vanaf 1970. Incl. de werklozen die een opleiding en een beroepsecholing genieten. 3 Getelde bevolking 2
44
- 6 -
I - 2. - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen in werkelijke prijzen) (Miljarden franken) Bron : N.I.S. 1988
1989
1970
1971
1972
1978
1974
1975
285,5
317,5
368,1
418,7
468,4
543,0
660,4
757,1
20,7
22,6
22,4
23,6
24,9
29,6
31,7
35,4
A. Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 : 1. Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid 2. Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid 3. Werkgeversbijdragen Maatschappelijke Zekerheid 4. Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid 5. Aanvullingen en correcties Statistische aanpassing
63,5
71,3
84,4
97,6
114,1
132,1
156,7
183,8
121,9 23,2 - 2,8
132,3 25,5 - 1,7
139,3 25,9 - 4,5
159,8 28,9 - 6,4
189,6 33,3 1,4
214,1 36,6 - 0,4
255,9 43,7 - 10,1
316,4 42,0 - 37,0
Totaal ...
512,0
567,5
635,6
722,2
831,7
955,0 1.138,3 1.297,7
30,2 26,3 122,3
34,6 28,7 130,5
29,6 32,3 139,5
32,2 34,9 141,6
43,2 40,1 148,5
46,6 46,6 159,6
38,4 53,1 169,1
45,6 61,9 181,8
8,9 1,0
10,1 - 0,6
10,8 - 1,5
10,7 - 2,0
11,6 0,4
13,1 - 0,1
14,0 - 2,4
11,9 -- 8,4
Totaal ...
186,7
203,3
210,7
217,4
243,8
265,8
272,2
292,8
C. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 , 1. Intresten 2. Huur (ontvangen of toegerekend) .. 3. Dividenden, tantièmes, giften
43,140,8 22,1
51,4 43,1 27,2
60,9 44,1 36,6
67,5 45,2 41,1
73,6 47,2 43,1
87,6 47,7 58,9
117,2 52,9 82,0
131,8 63,0 78,0
• Totaal ...
106,0
121,7
141.6
153,8
163,9
194,2
252,1
272,8
D. Reserveringen van vennootschappen 2
21,4
•26,6
31,2
25,3
30,6
37,5
37,7
17,2
E. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen
21,0
25,9
30,9
36,3
41,6
54,6
65,1
71,9
F. Inkomen uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid : 1. Toegerekende netto-huur 2. Intresten, dividenden, winsten
4,8 3,9
5,1 4,0
5,8 6,3
6,8 1,7
7,4 - 3,6
8,2 - 6,7
10,6 4,7
13,3 - 8,1
8,7
9,1
12,1
8,5
3,8
1,5
5,9
5.2
- 31,7
-37,6
-43,1
-46,4
-51,8
- 59,2
-73,2
-82,6
824,1
916,5
1.019,0
1.117,1
1.263,6
1.449,4
1.698,1
1.875,0
98,9
108,9
124,6
137,8
149,4
161,9
191,2
211,1
923,0
1.025,4
1.143,6
1.254,9
1.413,0
1.611,3
1.889,3
2.086,1
138,9
153,1
165,2
177,2
185,5
206,4
240,5
260,5
-16,0
-18,8
-17,0
-17,5
-20,4
-25,4
- 25,0
-26,6
1.045,9
1.159,7
1.291,8
1.414,6
1.578,1
1.792,3
2.104,8
2.320,0
B. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en van personenvennootschappen : 1. Land-, tuin en bosbouw 1 2. Vrije beroepen 1 3. Handelaars en ambachtslieden 1 4. Inkomen der personenvennootschappen 2 Statistische aanpassing
Totaal
G. Intresten van de overheidsschuld Netto nationaal inkomen tegen factorkosten
H. Afschrijvingen Bruto nationaal inkomen tegen factorkosten I. Indirecte belastingen
J. Subsidies Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen V66r belastingheffing. 2
Na belastingheffing.
-
-
_ 7 _ I 3. - BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE, TEGEN MARKTPRIJZEN, PER ACTIVITEITSKLASSE (Ramingen in werkelijke prijzen) (Miljarden franken)
Bron : N.I.S. 1966
1969
1970
1971
1972
1978
1974
1975
1. Landbouw, bosbouw en visserij
46,7
51,2
46,0
49,0
61,1
66,3
58,4
66,0
2. Extractieve industrieën
11,2
11,0
12,0
13,5
13,1
11,7
15,4
16,4
64,2 23,8 14,0 15,1 17,1 26,8 16,6 26,8
69,8 26,0 15,4 17,2 19,0 33,4 18,9 38,6
75,7 27,6 16,5 18,1 20,6 38,8 21,2 43,4
79,4 29,2 17,9 19,8 22,3 42,6 22,0 35,4
88,5 32,2 20,8 23,2 23,8 48,3 24,1 38,8
95,6 34,5 20,5 26,6 27,5 54,8 27,4 56,3
109,8 37,5 23,4 29,0 34,1 64,6 31,3 79,4
121,3 30,6 24,5 28,7 35,6 61,7 31,2 56,6
81,5 31,4
93,6 36,3
110,7 38,9
116,3 39,8
129,4 46,6
143,3 55,0
168,7 66,8
173,9 73,5
317,3
368,2
411,5
424,7
475,7
541,5
644,6
637,6
4. Bouwnijverheid
67,0
71,8
88,6
95,1
102,2
118,6
147,0
164,7
5. Elektriciteit, gas, water
25,1
27,9
29,4
36,0
40,0
49,9
52,2
64,5
181,7 33,2 54,6
201,5 37,6 58,0
222,9 41,1 61,3
265,1 44,5 64,3
287,5 51,4 68,8
325,8 63,1 73,9
379,3 75,2 85,8
411,1 83,8 101,3
269,5
297,1
325,3
373,9
407,7
462,8
540,3
596,2
76,1
83,3
92,6
104,8
119,1
137,1
173,6
186,0
234,9
256,6
285,0
321,5
368,1
423,0
489,8
579,3
9. Correctie voor investeringen met eigen arbeidskrachten
2,1
2,4
2,9
3,1
3,2
3,3
4,3
4,3
10. Intermediair verbruik van toegerekende intresten i.v.m. kosteloze diensten van finan ci ële instellingen
-- 9,2
-10,5
-11,7
-12,7
-15,5
-19,0
-23,4
-25,5
-10,2
-14,1
-20,7
-25,9
-25,0
3. Verwerkende industrieën : Voedingsmiddelen, dranken, tabak Textiel Kleding en schoeisel Hout en meubelen Papier, drukkerij, uitgeverij Chemie en aanverwante activiteiten Klei, ceramiek, glas, cement IJzer, staal en non ferro-metalen industrieën, Metaalverwerkende scheepsbouw j) Overige industrieën a) b) c) d) e) f) g) h) i)
Totaal van rubriek 3
6. Handel, bank- en verzekeringswezen, woongebouwen : a) Handel b) Bank- en verzekeringswezen c) Woongebouwen Totaal van rubriek 6
7. Vervoer en verkeer 8. Diensten
11. Aftrekbare B.T.W. op investeringen .
-
-
-
-- 3,2
-- 7,7
-- 0,7
3,6
0,1
- 0,5
4,0
24,9
1.037,5
1.151,3
1.280,9
1.402,3
1.580,7
1.774,0
2.080,3
2.289,4
12. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland
8,4
8,4
10,9
12,3
17,4
18,3
24,5
30,6
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
1.045,9
1.159,7
1.291,8
1.414,6
1.578,1
1.792,3
2.104,8
2.320,0
Statistische aanpassing Bruto binnenlands marktprijzen
produkt
tegen
— 8. — I
-
4.
-
B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN (Miljarden franken)
Bron : N.I.S. IN WERKELIJKE PRIJZEN
IN PRIJZEN VAN 1970
2400
2400
2200
2200
2000
2000
Bruto nationaal produkt
1800
1800
1600
1600
Bruto nationaal produkt
1400
1400
1200
1200
Particuliere consumptie / 1000
1000
Particuliere consumptie
800
800 ro•
600
600
Bruto binnenlandse kapitaalvorming
400
400
Bruto binnenlandse kapitaalvorming
Overheidsconsumptie 200
200
Overheidsconsumptie
Netto-uitvoer
Netto-uitvoer
1 1968
1970
1972
1974
1968
1970
1972
1974
g
I - 4a. - BESTEDING YAN HET NATIONAAL PRODUKT (Ramingen in werkelijke prijzen) (Miljarden franken) Bron : N.I.S.
A. Particuliere consumptie : 1. Voedingsmiddelen 2. Dranken 3. Tabakswaren 4. Kleding en ander persoonlijk goed 5. Huur, belastingen, water 6. Verwarming en verlichting 7. Duurzame huishoudartikelen 8. Onderhoud van de woning 9. Persoonlijke verzorging en hygiëne 10. Vervoer 11. Verkeer : P.T.T. 12. Vrijetijdsbesteding 13. Onderwijs en onderzoek 14. Financiële diensten 15. Diverse diensten 16. Persoonlijke uitgaven in het buitenland 17. Minus : uitgaven van niet-ingezetenen in België Statistische aanpassing Totaal B. Overheidsconsumptie : 1. Bezoldigingen en pensioenen 2. Lopende aankopen van goederen en diensten 3. Toegerekende netto-huur van administratieve- en onderwijsgebouwen van de openbare besturen 4. Betaalde huur 5. Toegerekende afschrijvingen van administratieve- en onderwijsgebouwen van de openbare besturen 6. Afschrijvingen meubilering en materieel Totaal C. Bruto binnenlandse kapitaalvorming : 1. Landbouw, bosbouw en visserij 2. Extractieve industrieën 3. Verwerkende industrieën 4. Bouwnijverheid 5. Elektriciteit, gas en water 6. Handel, bank- en verzekeringswezen 7. Woongebouwen 8. Vervoer en verkeer 9. Overheid en onderwijs 10. Andere diensten 11. Veranderingen der voorraden Statistische aanpassing Totaal
1988
1989
1970
1971
1972
1978
1974
1975
161,5 34,0 14,4 59,0 68,3 33,7 58,7 30,6 49,6 64,0 4,8 54,9 1,5 16,4 4,5
173,4 36,8 14,9 63,0 72,6 35,4 65,6 33,3 53,6 70,5 5,3 59,6 1,6 18,8 4,9
185,4 40,9 15,4 65,8 77,7 39,5 72,1 35,5 60,4 73,9 5,8 66,0 1,7 20,0 5,2
193,9 45,2 17,1 74,4 83,5 41,3 87,4 38,7 67,4 80,6 6,3 74,6 1,8 21,5 5,9
210,1 50,9 18,3 82,7 89,8 46,5 97,8 41,7 77,4 95,1 7,3 84,5 1,9 25,3 7,0
231,0 59,4 20,3 92,3 98,3 52,5 119,7 49,0 90,4 107,5 8,3 95,5 2,1 32,0 8,2
263,0 62,1 22,8 107,2 115,6 64,6 145,0 55,4 105,7 124,8 8,9 105,9 2,5 37,9 9,0
289,2 69,4 25,3 116,1 136,4 78,0 149,2 61,7 124,6 149,5 11,3 117,4 3,0 40,9 10,0
16,6
18,9
20,5
23,8
26,5
34,5
37,8
42,9
14,9 5,2
- 17,1 7,3
- 18,8 2,0
- 20,0 3,4
- 21,1 - 1,4
- 26,8 0,8
- 29,7 6,0
- 34,0 15,1
662,8
718,4
769,0
846,8
940,3
1.075,0
1.244,5
1.406,0
101,1
112,0
125,1
142,4
167,9
193,9
231,8
285,2
34,9
39,1
40,3
48,1
51,9
55,8
63,8
85,3
4,8 1,0
5,2 1,1
5,8 1,3
6,8 1,3
7,4 1,5
8,2 1,6
10,6 1,9
13,3 2,6
1,2
1,3
1,5
1,8
2,0
2,1
2,8
3,5
1,0
1,1
1,3
1,4
1,6
1,8
2,0
2,2
232,3
263,4
312,9
392,1
144,0
159,8
175,3
201,8
6,3 1,9 49,3 6,5 13,4
6,9 2,1 57,7 6,6 13,5
7,5 2,2 73,5 8,5 15,7
6,2 2,6 76,9 6,0 19,6
8,3 2,8 73,1 6,3 23,7
10,8 2,3 80,7 8,4 19,5
12,9 2,5 110,1 8,3 23,4
12,8 2,1 107,4 6,0 31,5
19,3 58,1 23,8 34,7 5,5 8,9 1,8
22,0 62,4 25,0 38,0 7,0 20,1 2,7
26,3 71,8 27,4 45,4 8,8 19,6 0,8
33,1 61,8 32,3 56,5 10,9 18,5 1,3
35,8 68,9 35,9 62,4 11,6 9,5 - 0,5
42,2 94,4 43,4 59,5 13,4 25,5 0,3
48,7 129,6 47,2 66,1 19,1 45,3 2,5
48,9 140,0 57,5 77,6 18,8 - 17,5 5,3
229,5
264,0
307,5
325,7
337,8
400,4
515,7
490,4
°
D. Netto-uitvoer van goederen en diensten : 1. Factorinkomens ontvangen van het buitenland 2. Uitvoer van goederen en diensten Totale uitvoer 3. Factorinkomens betaald aan het buitenland 4. Invoer van goederen en diensten Totale invoer Netto-uitvoer
28,5 401,6 430,1
38,2 482,7 520,9
54,1 561,9 616,0
61,3 608,8 670,1
67,6 683,0 750,6
96,3 846,4 942,7
170,0 1.116,4 1.286,4
173,4 1.061,8 1.235,2
20,1 400,4 420,5 -1-. 9,6
29,8 473,6 503,4 A-. 17,5
43,2 532,8 576,0 + 40,0
49,0 580,8 629,8 A-. 40,3
50,2 632,7 682,9 + 67,7
78,0 811,2 889,2 + 53,5
145,5 1.109,2 1.254,7 + 31,7
142,8 1.060,9 1.203,7 -1- 31,5
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
1.045,9
1.159,7
1.291,8
1.414,6
1.578,1
1.792,3
2.104,8
2.320,0
-
10 -
I - 4b. - BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (Indexcijfers van de ramingen in prijzen van 1970) Bron : N.I.S.
A. Particuliere consumptie : 1. Voedingsmiddelen 2. Dranken 3. Tabakswaren 4. Kleding en ander persoonlijk goed 5. Huur, belastingen, water 6. Verwarming en verlichting 7. :Duurzame huishoudartikelen 8. Onderhoud van de woning 9. Persoonlijke verzorging en hygiëne 10. Vervoer 11. Verkeer : P.T.T. 12. Vrije tijdsbesteding 13. Onderwijs en onderzoek 14. Financiële diensten 15. Diverse diensten 16. Persoonlijke uitgaven in het buitenland 17. Minus : uitgaven van niet-ingezetenen in België Totaal
B. Overheidsconsumptie : 1. Bezoldigingen en pensioenen 2. Lopende aankopen van goederen en diensten 3. Toegerekende huur en afschrijvingen van administratieve- en onderwijsgebouwen van de openbare besturen; betaalde huur; afschrijvingen op meubilering en materieel van de centrale overheid Totaal
C. Bruto binnenlandse kapitaalvorming : 1. Landbouw, bosbouw en visserij 2. Extractieve industrieën 3. Verwerkende industrieën 4. Bouwnijverheid 5. Elektriciteit, gas en water 6. Handel, bank- en verzekeringswezen 7. Woongebouwen 8. Vervoer en verkeer 9. Overheid (excl. onderwijs) 10. Onderwijs 11. Andere diensten Totaal
D. Netto-uitvoer van goederen en diensten : 1. Factorinkomens ontvangen van het buitenland 2. Uitvoer van goederen en diensten Totale uitvoer 3. Factorinkomens betaald aan het buitenland 4. Invoer van goederen en diensten Totale invoer Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1970)
1968
1969
1970
1971
1972
1978
1974
94 85 95 96 95 90 85 95 89 90 90 88 95 93 94
96 92 98 99 98 94 94 98 94 98 96 94 97 98 98
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
102 106 104 108 103 100 113 103 106 101 105 104 103 104 109
103 113 108 115 106 115 121 106 114 112 108 110 105 117 123
106 124 112 120 109 127 142 110 125 118 111 118 108 138 136
110 122 111 125 111 126 158 114 122 115 121 111 142 134
108 127 105 127 114 132 153 112 137 131 113 122 113 136 133
84
96
100
105
109
134
136
143
83
95
100
96
95
113
116
124
91
96
100
105
111
120
123
124
90
95
100
104
112
119
124
127
95
103
100
109
112
112
110
132
87
92
100
110
116
121
139
162
91
97
100
106
112
117
121
130
96 96 77 86 98
99 105 87 83 96
100 100 100 100 100
74 110 98 68 116
95 117 91 70 136
114 93 .97 89 106
121 88 116 79 108
111 71 104 52 130
84 89 102 87 97 72
92 92 101 91 97 88
100 100 100 100 100 100
118 79 110 114 101 114
124 83 119 119 104 116
138 105 138 99 102 126
139 121 133 90 108 154
125 113 153 93 124 135
84
93
100
98
98
110
121
102
57 79 77
74 91 89
100 100 100
108 106 107
113 117 117
150 134 135
235 142 151
213 129 136
51 81 79
72 93 92
100 100 100
108 105 105
105 114 113
152 136 137
252 146 154
220 131 138
88,2
93,9
100,0
104,0
110,0
116,9
121,7
119,5
1975
•
Bibliografische referenties : Bevolking : Statistisch Jaarboek voor Belgii. - Statistisch Tijdschrift van
het N.I.H. - Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische berekeningen. - Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1970. - Annuaire eldrnografigue (O.V.N.). Revue Internationale du Travail (I.A.B.). - Annuaire des etatistigues du Traven (I.A.B.). - Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : s Overzicht van de evolutie van de Belgische beroepsbevolking voor de periode 1942-1960 s en e Raming van de Belgische beroepsbevolking op 80 juni
131
der jaren 1950, 1955, 1957, 1960 tot 1974 s. Nationale Rekeningen : Statistisch Jaarboek voor Belgi6. - Statistisch (DULBEA). Tijdschrift van het N.I.S.- Statistische reeksen van Brussel - Service de Conjoncture (TRES). - International Financial Statistica (I.M.F.). - Principaux indicateurs économiques (O.E.S.O.). Donnetcs Statistiques (Rand van Europa). - Yearbook of national accounts statistici (0.V.N.). - Belgische Economische Statistieken 1960. 1970. - Eurostat (Bureau voor de Statistiek der Europese gemeen. schappen).
II. - WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID AANBIEDINGEN VAN WERKZOEKENDEN EN AANVRAGEN VAN WERKGEVERS (Duizenden) Bron : R.V.A. Aanvragely van werkgevers
Aanbiedingen van werkzoekenden 1 -
Andere verplicht ingeschreven werklozen
Volledig werklozen die uitkering ontvingen met normale arbeidsgeschiktheid van jonger dan 25 jaar
van 25 jaar of ouder
met ge. deeltelijke of eterk verminderde arbeids• geschiktheid
Totaal
Door de oen bare bestaren tewerk- van jonger gestelde dan werklozen 25 jaar
van 25 jaar of ouder
Vrijwillig ingeschreven niet-werkende werkzoekenden
van jonger dan 25 jaar
van 25 jaar of ouder
ontvangen aanvragen 2
openstaande 1
1969
11,0
28,0
46,3
85,3
6,5
3,8
0,9
3,1
2,8
16,0 3
11,6e
1970
8,9
17,2
45,2
71,3
6,3
4,0
1,5
2,7
2,4
17,8
23,9
1971
10,5
15,9
44,5
70,9
6,8
5,3
2,7
3,2
2,5
14,9
13,4
1972
15,9
24,4
46,5
86,8
6,9
8,1
3,4
3,9
2,9
14,8
8,5
14,9
14,2
1973
17,4
26,1
48,2
91,7
8,2
9,4
3,7
3,6
2,8
1974
24,4
30,8
49,5
104,7
8,5
10,5
3,4
3,2
2,3
13,0
13,5
1975
57,3
64,6
55,5
177,4
10,8
17,0
4,6
5,0
3,8
10,6
4,1
1976
74,5
97,0
57,0
228,5
15,9
21,3
5,4
6,2
5,1
11,5
4,1
1975 1 0 kwartaal
47,0
51,4
54,0
152,4
8,3
4,9
4,4
3,9
3,2
11,2
5,0
2e kwartaal
47,5
58,5
55,2
161,2
10,5
4,5
4,4
3,3
3,2
11,9
4,2
3e
54,5
67,5
55,6
177,6
12,1
43,8
4,6
6,2
4,1
8,4
3,7
12,4
14,9
4,9
6,5
4,8
11,0
3,3
kwartaal kwartaal
80,2
81,0
57,2
218,4
1976 1° kwartaal
78,8
89,7
57,1
225,6
13,0
6,4
5,0
5,4
4,7
13,3
3,9
20 kwartaal
68,2
92,4
56,8
217,4
16,0
6,2
5,1
4,6
4,5
12,9
4,3
30 kwartaal
67,9
98,9
56,8
223,6
17,3
49,7
5,4
7,1
5,3
9,6
4,5
7,7
6,0
10,2
3,6 3,6
40
kwartaal
83,1
107,0
57,5
247,6
17,3
22,9
6,0
1977 le kwartaal
86,5
115,4
58,4
260,3
17,8
7,4
6,2
6,5
5,5
13,3
1976 April
71,8
91,7
56,7
220,2
15,1
5,2
5,1
4,9
4,5
13,5
4,0
4,4
12,5
4,4
4°
67,8
92,3
56,8
216,9
16,1
4,8
5,1
4,4
Juni
65,0
93,4
56,7
215,1
16,8
8,6
5,1
4,6
4,5
12,8
4,4
Juli
68,7
98,7
57,1
224,5
17,1
48,5
5,2
5,7
4,8
7,1
4,2
Augustus
68,1
98,4
56,7
223,2
17,2
52,2
5,2
7,2
5,3
9,7
4,8
11,9
4,7
Mei
September
66,8
99,6
56,6
223,0
17,5
48,4
5,8
8,4
5,8
Oktober
71,6
102,3
56,9
230,8
17,6
38,2
6,0
8,2
6,1
11,3
3,9
November
86,6
107,2
57,5
251,3
17,4
20,2
6,0
7,8
6,3
9,0
3,5
December
91,1
111,4
58,1
260,6
16,9
10,4
5,9
7,1
5,7
10,2
3,4
90,5
115,8
58,9
265,2
16,9
8,5
6,1
7,0
5,7
11,0
3,6
Februari
86,4
115,2
58,3
259,9
17,6
7,3
6,1
6,4
5,5
14,1
3,9
Maart
82,5
115,3
57,9
255,7
18,8
6,5
6,3
6,0
5,5
14,7
3,4
April
79,4
115,8
57,4
252,6
20,2
6,0
6,4
5,8
5,5
12,8
3,6
1977 Januari
1 Voor de jaarlijkee of kwartaalgegeven : maandgemiddelde van de gegevens aan het einde van de maand. Voor de maandgegevens : aan het einde van de maand. 2 Het betreft de in de loop van de maand ontvangen aanvragen. Voor de jaar- of kwartaalgegevens : maandgemiddelde van de in de loop van het jaar of van het kwartaal ontvangen aanvragen.
3
Vroegere reeks, voor het koninklijk bes uit van 5-12-1989 betreffende de aangifte van collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen, dat in werking trad op 1 januari 1970. Dit besluit verplicht de ondernemingen die tenminste 20 werknemers te werk stellen er o.m. toe, de R.V.A. in kennis te stellen van elke betrekking die sedert tenminste drie werkdagen vacant ie.
II - AANBIEDINGEN VAN WERKZOEKENDEN EN AANVRAGEN VAN WERKGEVERS 1 (Duizenden) Bron : R.V.A. •••■■•••••■■■• 1975
■■• ■ ∎
1976
1977
NORMAAL ARBEIDSGESCHIKTE VOLLEDIG WERKLOZEN
220
220
200
200
180
180
160
160
140
140
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
OPENSTAANDE AANVRAGEN VAN WERKGEVERS
20
68
70
72
74
76
D
1 Voor de jaarlijkse gegevens : maandgemiddelden van de gegevene per einde maand. Voor de maandelijkse gegevens : per einde maand. 2 NOM-19M arbeidsgeschikte volledig werklozen, vrij ingeschreven nietwerkende werkzoekenden en andere verplicht ingeschreven werklozen.
Bibliografische referenties : Maandelijks bulletin van de R.V.A. — Statietisch Tijdschrift van het N.I.S. Sociale statistieken van het N.I.S. — Statistisch Jaarboek voor België. — Arbeidsblad. — Service de Conjonc-
M
D 3
Nieuwe reeks als gevolg van het koninklijk besluit van 5 deoember 1009 betreffende de aangifte van collectieve afdankingen en de kennisgeving van de vacante betrekkingen, dat in werking trad op 1 januari 1970. Dit besluit verplicht de ondernemingen die ten minste 20 werknemers te werk stellen er o.m. toe, de R.V.A. in kennis te stellen van elke betrekking die sedert ten minste drie werkdagen vacant is. ture (TRES). — Statistische Mededelingen (E.G.R.S.). — Annuaire des Statistiques du Travail (I.A.B.).
- 13 -
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ 1. - LANDBOUIMPRODUKTIE Bronnen : Ministerie van Landbouw
(plantaardige produktie). - N.I.S. 1970
1969
(oppervlakte cultuurgrond, aantal dieren en dierlijke produktie) 1971
1972
1978
1974
1975
1976
Oppervlakte cultuurgrond 1 (duizenden hectaren) 197 27 249 90 19 43 34 788 23 26 57
181 26 255 90 11 46 34 795 25 20 57
193 32 229 93 16 42 31 782 25 19 64
204 30 228 101 11 37 28 768 24 18 72
193 25 230 104 11 43 27 762 27 17 73
190 22 224 105 12 40 27 753 29 16 79
176 15 210 120 13 36 27 742 30 16 95
195 24 202 96 13 38 25 735 27 15 100
1.553
1.540
1.529
1.521
1.512
1.497
1.480
1.470
754 281 555 132 4.217 1.253
708 194 525 123 3.868 1.373
878 278 588 168 4.873 1.373
916 244 637 149 4.319 1.106
976 246 716 156 5.136 1.201
1.004 222 699 142 4.465 1.460
677 228 426 113 4.913 1.049
891 129 610 128 4.600 714
2.780
995 1.892 3.728
967 1.873 3.912
964 1.861 4.283
1.000 1.963 4.634
1.005 2.043 5.034
993 2.004 4.638
985 1.989 4.882
2.475
2.355
2.339
2.510
2.480
2.580
2.579
2.611
599
695
729
753
798
884
848
8t7
Tarwe Overige broodgranen Andere dan broodgranen Suikerbieten Overige nijverheidsgewassen Aardappelen Overige wortel- en knolgewassen Weiland Groenteteelt Fruitteelt Diversen Totaal
Plantaardige produktie
2
(duizenden tonnen) Tarwe Haver Gerst Overige granen Suikerbieten Aardappelen
Aantal dieren 1 (duizenden) Melkkoeien Ander rundvee Varkens
2.839
Dierlijke produktie Melkleveringen aan de melkfabrieken (miljoenen liters) Slachtingen (nettogewicht van het vlees in duizenden tonnen) 1 Telling op 15 mei van ieder jaar. 2 Ramingen op grond van de opbrengst per hectare.
III - 2. - ZEEVISSERIJ (Duizenden tonnen) Bron : N.I.B. 1989
1970
1971
1972
1978
1974
1975
Vissersvloot 1 (brutotonnage)
29,5
32,2
24,1
23,2
22,8
24,0
24,0
Aanvoer in België door de Belgische vloot : Haring en daarmee gelijkgestelde vis Ronde vis Platte vis Overige vissoorten Schaal- en weekdieren
1,0 31,4 10,2 4,9 2,3
1,3 27,3 10,8 4,4 2,5
0,7 29,5 9,3 3,9 1,8
1,5 30,7 9,2 3,8• 2,1
2,2 22,9 9,7 4,5 2,9
0,7 22,0 9,1 3,5 2,9
2,3 18,8 8,2 3,3 3,4
1 Telling op 81 december.
Bibliografische referenties : Landbouwtijdschrift
(Ministerie van Land-
bouw). - Landbouwstatistieken (N.I.8.). - Statistisch Jaarboek
- Belgische Economische Statistieken 1960.1970.
voor
1979
1,5 15,7 ) ‘ 13 6 ' 3,6
IV. — NIJVERHEID IV • 0. - CONJUNCTUURTESTS UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE INDUSTRIE * Percentage van de antwoorden « vermeerdering' op vragen A, B en C Percentage van de antwoorden « daling » op vragen A, B en C Procentueel verschil tussen de antwoorden « vermeerdering » en « daling » op vragen A, B en C
A. - PRODUKTIETEMPO (GLIJDEND GEMIDDELDE VAN 3 MAANDEN)
+ 50 -
+ 50 11 .121"1110:11 01.!::::11 11::Ellielleffiaffiffili•~9~MillidEREEZER~Mil gaaigágáP@Mag@2225222k1COal2lainglEqqgggligg222RiigiEMP; a le4ig
p5 wlbág5 0"-g
-
0
C6g -
d
-
50
-
-
B.-
-
50
INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT (1)
1- 50 -
- + 50
IiiiimillIgillábildi AiiiilimásaimadhoillgillIiiiiiiimmill
0
111/1iiiilgliEllilgelr:1111/211/EillEllEIIilililliii;Eille:1 4 OW01 ,00gid 1 - 50 d N_
- - 50
0
1
1
1
1
1tttttt
11111111111
11111111111
11111111111
llllllll
111
11111111111
C. - INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT (1)
+ 50 o
- + 50
iimlimmii.ailliiliáIIiiili!illii.......moisimiOlIimilimi..moll --31iIiiiliE - EIE'ENEEE'81111111E1111111iliPiraiiiiiii;11:1 m géhEipsp,
0
c
- 50 .-
he
,
1111111111
11111.11111
11111111111
- d4
Sd
lllllllllll
- - 50
11111111111
D. - GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (IN MAANDEN)
_
. 3
-
5
-
3
-
2
.........••• ...• •••• llllllll ..... ■ •
.....,",...
..... ... ■ ,........,
-
111111111
1972
1
1
•••■ '..... ....
11111111111
11111111111
11111111111
1111111111e
1973
1974
1975
1976
• Deze onderzoekingen hebben betrekking op de volgende nektoren : cement. agglomeraten, hout, bouwkeramiek, cement, chemische nijverheid, leder, metaalverwerkende nijverheid, non ferro-metalen, papier, petroleumraffinaderijen, ijzer en staal, kleinijverheid, textiel en glee. De antwoorden
lllllllllll
1977
1
der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A, B en 0 aan. 1 Na uitschakeling van de seizoenschommelingen.
- 15 —
UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE INDUSTRIE* Percentage van de antwoorden - vermeerdering » op vragen G, H en J Percentage van de antwoorden .. hoger dan normaal » op vragen E, F en I -7-.
Percentage van de antwoorden .. daling ,, op vragen G, H en J Percentage van de antwoorden .« lager dan normaal ,. op vragen E, F en I
-:
Procentueel verschil tussen de antwoorden .. vermeerdering ., en .. daling » op.vragen G, H en J Procentueel verschil tussen de antwoorden .. hoger » en .. lager » dan normaal op vragen E, F en I E. - OORDEEL OVER ORDERPOSITIE
+ 50
MamMEIMMMME4110!!!!!!,0 111111113 _ Wim-gliggE10029110Eaggagala§ggiili m.1 5270b212§" -
50
■■
-__
__-1111111111
1111111111
1
1
1
11111111
I
+ 50 ..-..1.1•111fflosim/Z-..._
0
11111E1 ll
- - 50
-
1
1111111111
111111111i
1
1
1
111111111
F. - OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN
+ 50
+ 50
rOl.....~ ■~Ellialgg Willella■ igrablOMUMIREEMMOIMMIEEERMEEMERSIIMIIIIli IMIRIONELIORM:WA!! M.O552 @alaWleal irinCO:Cedigg:;2 25.2" -2 222552 P -iigiaMEREEPW2aa ho m
0
o
- 50 -
- 50 11111111111
11111111111
11111111111
11111111111
11111111111
11111111111
G. - VERLOOP VAN DE VERKOOPPRIJZEN
+ 50 ." — 11
Abion - -- .. ...--a . Inilassilla... _Is..2 ■111111112.1 5..aiOE :é --PRE :ij i2 RP2ig - "1-22 PW c - me g --
11 11 111I111
_ 50
+ 50
I
ra .--
dilika•i ■■ ____ il
0
1
iiiimill 1
1 1 mitiiii
1
11111111
11111111111
0
iliiiiiiiii
H. - VOORUITZICHTEN AANTAL WERKLIEDEN + 50
+
50 50
ni
232:::::::"1111111i1:"SEE:112i12 1 •
- 50
0
-1111111111112111512511§gii W Ite-t i —
iiiiiitit
iiittititil
iiiiiiittil
- 50 itiiiiiiiit
iiiiiiiiiii
1
1
111111111
UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE BOUWSEKTOR Rompwerken van gebouwen I. - OORDEEL OVER DE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR + 50
o
- 50
-
+
--._..maselimimiliiIIIIRmadha-m-._-___...____ ..111mommis le. O1 E00100m0eill 5 115 I i@a20°°hrsmé sss 1111111 11:11:1:1 ii:i::Eli liiI1110111111 ■ ,.§.. ..id — ..1 1
50
0
......G1121",.-......
1
1
1
1
1
1
1
11 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1111111111
1
1111
11111
11111111111
1111
- 50
1111111
J. - VOORUITZICHTEN AANTAL INGESCHREVEN WERKLIEDEN +
50 --
-
oug 210511ilikgailagaehlimmaina 111M:iii:R ....m.m._ _ - A i"gil w .W i gib-_lO lieigmaiii gE222==032° =2 =EmaRblijRCONg:aggigigq2 -4 m NIR r _ IR 21 PmmOma
+
50
PI
o
- 50
Si
g
1
1
h
g
0
....
N E S '''
-
1
1
iittli
1972
1
i
1
111111111
1973
1
111111111
1974
• Deze onderzoekingen hebben betrekking op de volgende sektoren : cement. agglomeraten, hout, bouwkeramiek, cement, chemische nijverheid, leder, metaalverwerkende nijverheid, non ferro-metalen, papier, petroleumraffi-
1
1111111111
1975
1
1
1111111111
1976
1
- 50
1111111.11
1977
naderijen, ijzer en staal, kleinijverheid, textiel en glas. De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen E, F, G en H aan.
IY • 0. - UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE NIJVERHEID PER SECTOR B. Beoordeling van de buitenlandse orderpositie 1
A. Beoordeling van de totale orderpositle 1
Maart
1976
1977
1976
13e kwart. 1 4e kwart.
C. Beoordeling van bet pell van de voorraden afgewerkte produkten 1
1977
1976
le kwart.
Maart
Maart
3e kwart.
4e kwart.
le kwart.
Maart
Maart
1977
3e kwart.
le kwart.
Maart
+ 7 + 15 + 5 + 7
+ 9 + 15 + 2 + 10
— 32 — 20 — 37 — 36
— 33 — 16 — 39 — 40
— 52 — 33 — 42 — 57
— 47 — 37 — 47 — 56
— 47 — 42 — 44 — 55
— 40 — 19 — 41 — 43
— 41 — 18 — 43 — 46
— 56 — 25 — 45 — 59
— 55 — 32 — 49 — 65
— 57 — 36 — 51 — 66
+ 15 — 14 — 3 + 9
Textielnijverheid (excl. breiwerk) waaronder : Wol Katoen Kleding en breiwerk waaronder : Breiwerk Kleding Leder en schoenen waaronder : Leerlooierijen Schoenen Houtverwerking Meubelen Papier en karton waaronder : Papier- en kartonfabricage Papier- en kartonverwerking . Verwerking van kunststoffen Chemische nijverheid Petroleumraffinaderijen Bouwmaterialen, keramiek, glas waaronder : Bouwmaterialen, bouwkeramiek, vlakglas Holglas Ijzer- en staalindustrie en eerste bewerking van ijzer en staal Metalen gebruiksgoederen waaronder : Rijwielen en motorrijwielen . Metalen uitrustingsgoederen Machinebouw waaronder : Landbouwmachines Werktuigmachines Motoren, compressoren, pompen Textielmachines Elektrische huishoudtoestellen, radio, televisie Elektrotechnische uitrustingsgoederen Automobielassemblage waaronder : Personenwagens Scheepsbouw, spoorwegmaterieel waaronder : Scheepsbouw
— 52 — 81 — 51 — 53 — 21 — 35 — 57 — 44 — 62 —4 — 23 — 56 — 67 — 50 — 25 + 2 — 96 — 6
— 47 — 37 — 60 — 33 — 23 — 37 — 53 41 — 57 — 24 — 33 — 56 — 73 — 46 —8 + 1 — 47 — 1
— 58 — 56 — 64 — 54 — 44 — 57 — 60 — 42 — 65 — 26 — 43 — 72 — 87 — 62 — 11 — 5 — 20 —4
— 53 — 60 — 42 — 50 — 69 — 76 — 55 — 57 — 57 — 60 — 55 — 55 — 70 — 80 — 41 — 42 — 80 — 92 — 55 — 62 — 63 — 59 — 58 • — 58 — 82 — 83 — 45 — 44 — 22 — 27 + 2 + 4 — 14 — 51 — 12 —4
— 52 — 66 — 46 — 56 — 16 — 38 — 57 — 39 — 72 + 2 — 9 — 68 — 81 — 46 — 29 + 6 —100 + 1
— 48 — 44 — 57 — 43 — 46 — 42 — 44 — 37 — 52 — 14 — 34 — 80 — 92 — 58 —3 + 2 — 43 —5
— 52 — 53 — 55 — 52 — 46 — 56 — 51 — 11 — 66 — 39 — 54 — 76 — 91 — 48 + 7 —2 — 31 —9
— 60 — 60 — 60 — 60 — 62 — 58 — 56 . — 37 — 74 — 40 — 56 — 76 — 93 — 42 — 46 + 1 — 32 — 13
— 64 — 59 — 74 — 56 — 63 — 52 — 69 — 37 — 98 — 36 — 66 — 78 — 92 — 51 — 71 + 3 — 29 — 11
+ 21 + 21 + 57 + 3 —4 + 9 — 14 + 7 — 20 — 18 + 39 + 23 + 49 + 8 — 38 + 5 — 52 — 17
+ 34 4- 15 + 55 + 13 + 5 +15 — 6 + 8 — 11 — 24 + 38 + 12 + 3 + 17 + 3 + 3 —5 — 12
+ 36 + 17 + 43 + 25 + 19 +27 + 5 + 9 + 4 — 11 + 36 + 18 + 29 + 12 — 13 + 7 — 5 — 11
+ 29 + 17 + 39 + 17 + 10 +21 — 5 + 15 — 11 + 16 + 39 + 14 + 38 + 1 + 26 0 — 11 + 6
+ 25 + 17 + 33 + 12 + 1 + 17 — 14 + 16 — 24 + 30 + 38 + 4 + 36 — 12 + 18 —2 + 16 — 6
— 2 — 40
0 — 18
0 — 33
—8 — 39
0 — 38
+ 9 — 40
0 — 29
—5 — 33
—9 — 39
— 6 — 38
— 17 — 18
— 17 + 30
— 13 + 1
+ +
6 2
— 7 + 2
— 37 — 27 + 5 — 59 — 60 — 51 — 74 — 39 — 22 — 60 — 50 + 37 + 21 — 59 — 63
— 57 — 10 + 38 — 56 — 58 — 37 — 82 — 35 — 37 — 24 — 52 + 17 + 22 — 64 — 64
— 85 — 15 + 4 — 56 — 60 — 44 — 81 — 37 — 40 — 15 — 57 — 16 — 20 — 59 — 65
— 86 — 17 — 11 — 58 — 65 — 46 — 83 — 51 — 91 — 42 — 59 — 16 —3 — 55 — 64
— 73 — 31 — 48 — 57 — 66 — 36 — 83 — 52 — 91 — 51 — 61 — 32 — 14 — 25 — 64
— 52 + 6 + 24 — 69 — 57 — 50 — 61 — 40 — 18 — 67 — 44 + 31 + 19 — 91 —100
— 72 — 7 + 6 — 59 — 54 — 27 — 77 — 45 — 33 — 28 — 48 + 22 + 25 — 94 —100
— 89 —3 + 12 — 64 — 54 — 38 — 81 — 31 — 42 —2 — 47 —2 + 4 — 92 —100
— 91 — 9 + 17 — 71 — 66 — 44 — 77 — 27 — 91 — 34 — 40 + 5 + 11 — 94 —100
— 89 — 36 — 16 — 74 — 67 — 38 — 77 — 36 — 91 — 58 — 49 + 20 + 23 — 94 —100
— 15 + 12 + 29 + 18 + 23 + 9 + 45 + 34 — + 62 + 35 — 67 — 59 — —
+ 2 + 11 — 75 — 14 + 23 + 4 + 68 + 12 — + 20 + 31 — 58 — 47 — —
—6 + 10 — 36 —4 + 36 + 22 + 67 + 28 — + 66 + 5 — 31 — 14 — —
— 27 + 23 + 8 + 13 + 30 + 39 + 47 + 19 — + 56 + 3 — 20 0 — —
—8 + 40 + 45 + 17 + 30 + 36 + 45 + 23 — + 44 + 10 — 20 0 — —
1 Netto verschil tussen de percentages van de antwoorden hoger dan normaal en • lager dan normaal
+t +
Gezamenlijke nijverheid I. Gebruiksgoederen' II. Investeringsgoederen III. Halffabrikaten
egClen
4e kwart.
UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE NIJVERHEID PER SECTOR D. Produktiebelemmeringen E. Beoordeling van het geïnstalleerde prodaktievermogen
Produktie belemmerd door onvoldoende
2
Geen belemmering Vraag 1976 Jan.
Gezamenlijke nijverheid I. Gebruiksgoederen II. Investeringsgoederen Halffabrikaten Textielnijverheid (excl. breiwerk) waaronder : Wol Katoen Kleding en breiwerk waaronder : Breiwerk Kleding Leder en schoenen waaronder : Leerlooierijen Schoenen Houtverwerking Meubelen Papier en karton waaronder : Papier- en kartonfabricage Papier- en kartonverwerking Verwerking van kunststoffen Chemische nijverheid Petroleumraffinaderijen Bouwmaterialen, keramiek, glas waaronder : Bouwmaterialen, bouwkeramiek, vlakglas Holglas IJzer- en staalindustrie en eerste bewerking van ijzer en staal Metalen gebruiksgoederen waaronder : Rijwielen en motorrijwielen Metalen uitrustingsgoederen Machinebouw waaronder : Landbouwmachines Werktuigmachines Motoren, compressoren, pompen Textielmachines Elektrische huishoudtoestellen, radio, televisie Elektrotechnische uitrustingsgoederen Automobielassemblage waaronder : Personenwagens Scheepsbouw, spoorwegmaterieel waaronder : Scheepsbouw
5 6 7 2 5 1 10 10 5 12 15
Mci
6 9 7 2
1976
1977 Okt.
Jan.
7 6
9 7
0
1
Jan.
Mei
1977 Okt.
Jan.
1976 Jan.
Mei
1977 Okt.
J
1976 Jan.
85 83 83 91
79 77 73 84
82 76 73 89
83 79 76 90
3 2 5 3
4 6 4 3
4 3 7 3
3 3 4
79 84 75 75 76 75 69 59 72 64 49 97 93 98 77 100
75 81 60 81 88 78 79 60 85 61 44 85 67 95 98 95
76 84 67 81 82 80 73 50 81 58 63 90 83 94 76 100
80 82 81 80 86 78 94 100 92 62 66 92 91 93 74 100
6 5 8 6 12 3 0 0 0 0 2 1 0 2 0 0
11 12 16 7 6 8
0
6
5 17 3 5 2
9
3 1 5 . 2
Mei
1977 Okt.
Jan.
12 10 15 5 5 5 0 1 0 2 2 1 3 0 2 0
0 6 4 4 7 3 0 2 0 20 4 1 4 0 9 0
8 7 5 4 6 3 0 0 0 2 7 2 6 0 26 0
+ 48 + 35 + 15 + 49 + 58 + 39 + 46 + 64 + 50 + 34 + 57 + 40 + 32 + 41 + 32 + 45 + 13 + 46 + 31 + 54 + 38 + 38 + 33 + 41 + 34 + 4 + 41 + 42 — 3+ 5 + 21 + 21 + 46 + 3 + 48 + 48 + 57 + 46 + 42 + 46 + 35 + 15 + 33 + 1 + 76 + 50 + 55 + 60 + 70 + 44 + 37 + 78 + 78 + 53 + 66 + 50 + 35 + 51 + 29 + 9 +100 +100 +100 +100
5
8
10
10
+ 49 + 39 + 19 + 24 + 50 + 44 + 24 + 27 + 40 + 2 — 16 — 2
8
9
8
17
83
69
65
66
1
0
7 18
8 18
7 16
18 19
83 82
67 82
63 82
63 81
1 0
0 0
5 2
2 0
5 0
9 0
11 0
12 0
0
0
1
0 0
0 0
0
0 0
0
0
7 3 23
7 6 28
4 3 0 6
14
5 6 30 0 14
0
0
16 0
0
99 100 100 88 81 31 87 74 84 84 71 100 100 54 53
87 95 100 78 84 31 87 86 100 71 74 86 82 54 53
98 78 71 80 78 26 86 82 59 53 63 85 81 70 53
99 82 71 83 89 60 85 99 91 53 60 90 88 75 61
0 0 0 3 4 7 7 0 0 0 3 0 0 27 43
0 1 0 3 4 0 6 0 0 0 2 9 0 27 43
1 17 0 2 2 0 0 3 0 0 14 0 0 30 47
1 12 0 2 2 0 3 0 9 0 2 0 0 23 35
0 0 0 0 7 46 13 0 0 0 9 0 0 26 40
2 0 0 2 6 39 8 0 0 0 9 0 0 26 40
5 29 1 7 46 8 0 0 0 8 0 0 23 35
1 6 2 6 40 6 1 0 0 5 10 12 23 35
0
0 0
16 0
0
7 5 7
15 0 17 6 6 8
0 0
0 0
0 0
47 13 0 0 0 0
0 0
0 11 3 7 0 2 0
0 0 0
2 3 0 0 0 0
Jan.
9 9 4 3 4 3 10 38 0 0 0 2 3 2 3 0
0
7 28 3 2 0 3 0
0
Okt.
4- 54 + 45 4- 53 4- 53 +50 +35 -I- 35 +33 +53 +44 +46 -}-45 4- 64 + 46 4- 65 4- 68
0
5
0
6 3 4 3 0 0 0 3 5 1 0 1 2
Mei
5 5 8 4
0
0
0
1 10 4 11 6
Jan
4 3 8 3
17
21 25 17 1 4
1 2 1 3 14 39 6 27 24 11 23
1977
1976
4 2 8 3
0 9 1 6 0 11 41 1 18 11 2 6 0 10 0
0
1 In percent van de gezamenlijke ondernemingen. Netto verschil tussen de percentages van de antwoorden die aanduiden dat de c paciteit « ruim voldoende a is of « onvoldoende
2
Uitrusting
Arbeidskrachten
60 50 51 60 43 14 23 18 44 51 43 51 63 34 22
31 + 76 50 + 66 20 — 17 63 + 71 53 + 47 21 — 22 79 + 42 61 + 37 47 + 91 62 + 2 20 + 36 6 + 36 15 + 20 43 + 22 21 + 18
88 59 22 73 45 8 76 45 30 29 49 1 2 43 53
UITSLAGEN VAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE NIJVERHEID PER SECTOR G. Vooruitzichten omtrent de vraag tijdens de volgende drie maanden 1
F. Gemiddelde verzekerde activiteitsduur (in maanden)
Maart
I
3e kwartaal
4e kwartaal
le kwartaal
1977
1976
1977
1976
Maart
Maart
3e kwartaal
4e kwartaal
le kwartaal
Maart
Gezamenlijke nijverheid I. Gebruiksgoederen II. Investeringsgoederen III. Halffabrikaten
3,23 2,70 5,18 2,08
3,10 2,72 5,00 1,93
2,90 2,61 4,73 1,72
2,88 2,45 4,77 1,72
2,97 2,40 5,04 1,78
-1+ -}-
1 10 9 2
-
17 9 11 24
-
18 21 25 40
-1-
21 6 24 30
-
21 11 24 26
Textielnijverheid (excl. breiwerk) waaronder : Wol Katoen Kleding en breiwerk waaronder : Breiwerk Kleding Leder en schoenen waaronder : Leerlooierijen Schoenen Houtverwerking Meubelen Papier en karton waaronder : Papier- en kartonfabricage Papier- en kartonverwerking Verwerking van kunststoffen Chemische nijverheid Petroleumraffinaderijen Bouwmaterialen, keramiek, glas waaronder : Bouwmaterialen, bouwkeramiek, vlakglas Hofglas IJzer- en staalindustrie en eerste bewerking van ijzer en staal Metalen gebruiksgoederen waaronder : Rijwielen en motorrijwielen Metalen uitrustingsgoederen Machinebouw waaronder : Landbouwmachines Werktuigmachines Motoren, compressoren, pompen . Textielmachines Elektrische huishoudtoestellen, radio, televisie Elektrotechnische uitrustingsgoederen
2,26 1,51 2,62 2,11 2,33 2,05 1,38 2,44 1,02 1,56 2,22 1,63 1,80 1,53 2,78 2,44
2,32 1,96 2,44 2,00 1,95 2,01 1,61 2,16 1,43 1,67 1,98 1,31 1,11 1,43 2,74 2,42
2,27
2,23 1,89 2,39 1,96 1,62 2,10 0,96 1,92 0,64 1,42 1,59 1,36 1,09 1,53 2,28 2,57
+ + + ± 4-144.-
26 52 41 34 11 7 29 18 31 3 14 3 27 11 31 7 17 34
--E --E + -
22 4 36 17 12 19 26 9 30 24 5 32 51 21 10 5 26 10
+ -I-
44 43 53 39 33 42 60 15 43 51 15 41 70 25 8 5 7 11
-
43 41 49 23 29 21
± -
7 21 16 27 4 38 72 17 7
-1-
51 47 68 33 40 30 24 26 22 39 8 41 71 23 2
2,20
2,24 1,85 2,42 1,94 1,77 2,00 1,08 1,89 0,81 1,45 1,66 1,40 1,20 1,51 2,23 2,46
-I± -F
2 3 8
-I±
6 29 6
2,38 2,93
2,33 3,06
2,22 2,82
2,36 3,19
2,48 3,26
-I+
26 98
-I-
12 10
-
7 41
+ -
11 14
± -
19
1,99 2,05 1,52 3,17 4,63 6,40 3,05 7,14 5,37 7,22 7,00 2,30 2,39 16,90 18,24
1,65 2,19 2,32 2,92 4,62 6,59 3,11 6,74 5,61 7,62 7,29 2,26 2,44 14,96 15,83
1,32 2,05 2,29 2,77 4,42 6,32 2,78 6,26 5,24 7,63 6,72 2,18
1,40 2,05 2,15 2,96 4,25 6,24 2,50 5,93 4,09 6,18 6,73 2,25 2,45 14,43 14,12
1,52 2,33 2,10 2,97 4,48 6,39 2,95 6,67 3,96 5,45 6,76 2,25 2,45 16,74 13,30
-1+ + + + -
9 1 76 8 13 42 23 26 58 26 26 35 44 76 81
± -+ ± -
47 2 5 22 13 11 21 5 48 6 17 12 14 59 80
-1± ± -
62 9 23 37 30 7 33 18 79 2 18 7 9
-1-. +
43 10 6 33 18 1 24 18 79 12 43
+ -
29 12 59 19 17 20 13 22 79 22 48
5
-
1
75
-
80
-
24 65 80
± -
25 72 84
Automobielassemblage waaronder : Personenwagens Scheepsbouw, spoorwegmaterieel waaronder : Scheepsbouw
1 Netto verschil tussen de percentages van de antwoorden a vermeerdering en a vermindering ».
1,84 2,44 1,86 1,96 1,81
1,61 1,97 1,51 1,60 1,89 1,17 0,94 1,30
2,51
2,36 14,42 15,47
8
UITSLAGEN YAN DE CONJUNCTUURTESTS IN DE NIJVERHEID PER SECTOR II. Vooruitzichten omtrent de personeelsbezetting tijdens de volgende drie maanden 1 1976 Maart
1977
3e kwartaal
4e kwartaal
Gezamenlijke nijverheid I. Gebruiksgoederen II. Investeringsgoederen III. Halffabrikaten
+ + — +
1 6 10 7
— — — —
10 5 11 14
— -— — —
Textielnijverheid (excl. breiwerk) waaronder : Wol Katoen Kleding en breiwerk waaronder : Breiwerk Kleding Leder en schoenen waaronder : Leerlooierijen Schoenen Houtverwerking Meubelen Papier en karton waaronder : Papier- en kartonfabricage Papier- en kartonverwerking Verwerking van kunststoffen Chemische nijverheid Petroleumraffinaderijen Bouwmaterialen, keramiek, glas waaronder : Bouwmaterialen, bouwkeramiek, vlakglas Bolglas IJzer- en staalindustrie en eerste bewerking van ijzer en staal Metalen gebruiksgoederen waaronder : Rijwielen en motorrijwielen Metalen uitrustingsgoederen Machinebouw waaronder : Landbouwmachines Werktuigmachines Motoren, compressoren, pompen . Textielmachines Elektrische huishoudtoestellen, radio, televisie Elektrotechnische uitrustingsgoederen Automobielassemblage waaronder : Personenwagens Scheepsbouw, spoorwegmaterieel waaronder : Scheepsbouw
+ — + — — — — — — + + — — -1+
2 14 11 30 4 10 31 9 38
— — — — — — — — — —
15 11 16 4 6 4 28 14 32 24 0 19 37 8 1 1
— — — — — — — — — — — — — — + —
9 10 10 30 2 1 0
— — — + +
—
—
Maart
Maart
3e kwartaal
1977 4e kwartaal
le kwartaal
Maart
14 11 21 29
— — — --
20 18 19 21
— — — —
18 19 18 18
+ + -1+
10 33 40 51
+ + + +
26 35 34 16
+ + + +
26 34 35 14
-1+ + —
10 30 22 9
+ + + —
42 25 18 2
29 27 33 17 12 19 40 11 . 50 24 14 39 57 29 6 3
— — — — — — — — — — — — — — —
32 33 31 20 22 20 35 0 47 14 24 26 49 13 14 2
— — — — — — — + — — — — — — —
35 35 40 22 21 22 25 6 35 2 29 23 47 8 14 0
+ — + + + + + + + + + + + + + +
48 4 52 27 22 27 65 92 56 78 60 29 60 11 61 4
+ + + + + + + + + + + + + + + +
40 52 29 40 42 39 40 57 34 47 45 27 15 34 40 1
+ + + + + + + + + + + — — + + —
22 25 15 42 35 44 23 11 28 25 40 4 36 16 35 7
— — — + + + + + + + + — — + + —
1 7 8 31 20 36 33 33 33 3 28 1 17 9 13 2
— — — + + + + + + — + — — + + +
12 15 23 20 8 25 23 21 24 1 30 2 13 4 18 1
—
—
—
—
—
—
—
—
+
3
—
9
+
2
+
3
+
45
+
44
+
45
+
37
+
0
+ —
5 5
— —
10 5
0 25
+
0 36
+ +
48 20
+ +
40 74
+ +
41 79
+ +
38 26
+
+
— — — — — + — — — — — — — —
26 6 18 23 16 13 22 10 34 13 19 6 7 1 0
— — + — — + — — — — — — — — —
52 16 2 29 28 6 41 8 79 2 22 9 2 9 3
— —
30 18
— —
20 12
23 18 38 37 3 76 39 33 22 10 14 14
— — — — — — — — — — — —
+ + + + + + + + + + + + + + +
67 50 85 22 35 4 74 47 4 7 71 29 36 29 54
— + + + + + + + — + + + + + +
3 49 90 20 45 63 45 73 9 16 29 31 31 40 53
— + + + + + + + — + + + + + +
53 48 98 12 26 50 32 41 35 4 68 21 26 50 53
— + + + + + + + — + + + + + +
29 46 47 5 18 6 35 44 71 7 26 41 52 40 53
— + + + + + + + — + +
6 23 —
— — — — — — — — + + — +
le kwartaal
1976
0 — + +
I. Vooruitzichten omtrent de ontwikkeling van de verkoopprijzen tijdens de volgende drie maanden 1
3 9 42 17 18 6 52 33 50 63 9 1
Netto verschil tussen de percentages van de antwoorden a stijging • en « daling ..
— — — — — — — — — — — — —
— 13 22 36 29 11 79 51 20 32 14 27 42
24 27 —
+ + + +
4 41 29 2 20 15 34 45 76 1 10 38 48 50 51
— 20 —
IV
-
1.
—
INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1970 = 100 Bron : N.I.B.
Bron
Waarvan : Maandgemiddelden of maanden
Weging t.o.v. de gezamenlijke industriële produktie in 1977
Algemeen indexcijfer 1
Verwerkende industrie
Agefi
Waarvan :
Extractieve bedrijven
3,7
Grondstoffen en halfafgewerkte produkten
Niet duurzame verbruiksgoederen
57,3
16,1
Duurzame verbruiksgoederen
Investeringsgoederen
15,3
11,3
Algemeen indexcijfer
100,0
96,3
1969
97
96
110
98
97
96
92
97
1970
100
100
100
100
100
100
100
100
1971
103
103
99
100
103
107
97
102
1972
109
110
96
106
108
115
104
108
1973
116
118
80
112
116
120
113
111
1974
120
123
75
119
119
124
123
108
1975
108
111
69
103
112
116
118
95
v 119
v 122
67
ti 116
v 119
ti 125
ti 128
100
1975 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
113 109 98 114
115 111 101 116
72 73 60 72
109 105 91 109
113 114 109 114
122 116 106 122
122 117 112 123
96 97 89 99
1976 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
118 v 122 ti 111 v 126
121 v 125 ti 115 v 129
v
70 72 56 71
114 ti 119 v 108 ti 123
114 120 116 125
132 129 ti 113 v 126
127 ti 128 v 121 ti 138
92 103 103 102
1977 le kwartaal
v 124
v 127
v
70
v 120
v 121
v 136
v 135
v 104
1976 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
128 124 v 117 v 124 ti 89 ti 112 ti 132 ti 130 v 123 ti 124
131 127 v 120 ti 127 v 93 ti 116 ti 135 ti 134 ti 126 ti 127
ti
81 77 69 71 39 61 69 69 72 70
123 122 v 116 ti 119 v 87 ti 110 v 127 ti 127 ti 121 ti 121
123 121 113 127 106 115 126 ti 125 ti 123 ti 126
150 136 121 129 77 ti 116 ti 147 ti 137 v 120 v 121
132 127 . ti 127 v 130 v 91 ti 126 ti 144 ti 143 ti 136 v 134
88 98 104 108 99 104 107 104 101 102
1.977 Januari Februari Maart
v 119 v 118 ti 135
ti 123 v 121 v 139
ti v v
65 68 78
ti 116 v 114 v 130
v 114 v 114 v 135
v 126 v 129 v 152
v 135 ti 131 v 140
ti 102 ti 100 v 108
1976
1 Exclusief het bouwbedrijf.
v
ti
•
IY - 2. — INDEXCIJFERS YAN DE PRODUKTIE IN DE VERWERKENDE INDUSTRIE, PER SECTOR Basis 1970 = 100 Bron : N.1.S. Basismetallurgie Vormstaalgieterij, gieterij draadtrekkerij, metaaltrekkerij en walserij
Levensmiddelen en drank
Niet-metaalhoudende minerale produkten
Elektriciteit
Kleding en schoeisel
Papier en karton
Aardolie-
Watervoorziening
Maandgemiddelden of maanden
Metaalverwerking
Weging t.o.v. de gezamenlijke in industrie verwerkende 1977 1
27,9
8,1
2,8
1,9
13,5
9,5
7,6
5,9
6,3
5,5
5,1
2,5
0,6
1,2
94 100 98 103 110 118 113 v 124
103 100 98 113 122 127 88 96
100 100 92 92 96 106 82
93 100 97 103 112 117 105 130
96 100 109 121 138 142 121 v 140
95 100 104 107 117 121 119 v 123
101 100 105 106 106 101 86 v 98
93 100 100 101 106 108 95 v 104
95 100 109 123 135 141 135 156
96 100 113 134 151 162 154 v 175
99 100 108 118 114 116 111 106
95 100 101 106 114 122 103 114
96 100 101 121 124 101 95 95
98 100 106 109 116 119 121 130
1974 4 8 kwartaal
125
118
110
110
135
122
94
106
152
162
115
117
119
116
1975 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
117 112 107 118
104 95 63 88
94 81 73 82
106 114 94 107
127 123 111 124
111 118 120 129
90 85 74 94
96 100 88 96
141 126 114 158
157 159 131 169
124 108 104 108
107 106 93 107
82 92 94 111
119 121 123 121
1976 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
125 v 124 v 116 v 134
96 102 93 93
93 92 75
114 130 119 155
136 141 134 v 147
112 123 119 v 138
107 104 81 v 101
91 116 103 v 106
164 150 148 160
174 185 151 v 188
121 109 99 97
117 120 105 114
54 105 113 110
125 135 133 125
1976 Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
123 131 126 v 120 v 125 v 88 v 119 v 140 v 139 v 131 v 132
88 107 110 99 98 82 92 104 98 96 84
93 100 v 96 v 89 v 91 v 32 v 92 v 102 v 102
116 124 124 133 134 109 107 141 153 152 160
136 140 147 128 147 114 133 155 150 v 142 v 149
108 126 121 117 131 116 118 124 v 141 v 137 v 135
102 121 107 98 109 59 79 106 v 105 v 93 v 105
78 112 115 120 112 86 112 111 118 105 v 96
160 164 152 153 146 139 141 165 154 160 165
167 200 191 173 192 95 151 209 194 v 176 v 193
121 139 122 99 107 56 102 137 121 94 77
109 130 119 117 125 73 111 132 122 112 110
63 • 6 79 117 120 108 114 116 100 104 125
121 128 128 135 141 137 137 126 128 125 121
146 145
107 111
93 94
98 87
166 149
168 180
108 120
107 115
104 107
132 121
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
1977 Januari Februari
v v
130 127
IJzer en staal
v v
Non-fermetalen
Chemie en rubber
Textiel
Hout
rdaefr%nea;
1 De tabaks-, cokes- en ledernijverheid waarvan de indexcijfers van de produktie niet in de tabel opgenomen zijn, vertegenwoordigen respectievelijk 0,7, 0,8 en 0,8 pot. van de gezamenlijke produktie in de verwerkende industrie.
-22--
I V - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (N.I.S.) Basis 1970 = 100 •••■•■••••■•••• 1975
1977
1976
140
140
100
100
60
60
140
GRONDSTOFFEN EN HALFFABRIKATEN
140
100
100
60
60
NIET-DUURZAME CONSUMPTIEGOEDEREN 140
140
100
100
DUURZAME CONSUMPTIEGOEDEREN
140
140
100
100
60
60
KAPITAALGOEDEREN (ZONDER DE BOUWNIJVERHEID)
140
140
100
100
60
60
70
72
74
76
D
M
S
D
IV - 3. - ENERGIE Bronnen : N.I.S. [kol. (1) tot (6) en (11)] - M.E.Z., Administratie van het Mijnwezen [kol. (7) tot (10)]. Elektriciteit
Steenkool
Cokes
Gas
Petroleum Binnenlands verbruik Maandgemiddelden of maanden
Verwerking van ruwe petroleum
Waarvan : Totaal
Gas-oil en lichte stookolie
Autobenzine
Invoer van aardgas
Ilesiduele stookolie
(miljoenen
(duizenden tonnen)
(1)
I
(2)
1
(3)
Produktie
(4)
(5
573 660 674 749 771 695 690 737
534 566 575 661 709 611 536 621
Produktie
( miljoenen kW h )
(7)
(g)
(9)
(10)
(11)
249 351 549 689 809 957 904
604 593 565 603 648 671 477 518
694 653 598 648 705 743 513 533
1.100 947 913 875 737 676 623 603
1.565 1.474 1.214 1.261 1.252 1.345 1.002 1.104
2.303 2.413 2.633 2.972 3.260 3.397 3.248 3.752
(0)
)
Binnenlands verbruik
Produktie
( duizenden tonnen)
m3)
1
Binnenlands verbruik
1.969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
2.379 2.485 2.520 3.008 3.084 2.515 2.358 2.370
1.538 1.721 1.763 1.896 1.959 1.710 1.632 1.756
168 184 191 208 213 212 230 240
1975 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1 976 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal 1977 10 kwartaal
2.047 2.294 2.346 2.746 1.348 2.614 2.796 2.722
1.846 1.559 1.286 1.835 1.960 1.547 1.428 2.091
211 242 231 237 230 240 237 252
836 651 493 781 963 586 507 892
631 459 405 650 627 553 526 778
996 956 751 912 1.167 902 810
584 521 374 430 490 552 542 487
648 534 365 503 510 580 526 515
687 639 525 642 680 639 470 622 669
1.284 1.042 710 965 1.123 1.145 1.044 1.106
3.393 3.035 2.740 3.821 3.955 3.624 3.575 3.854
1.076 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart April
1.966 2.911 2.966 2.691 2.818 2.880 2.488 2.587 3.092
1.766 1.409 1.465 1.214 1.439 1.632 1.690 2.065 2.518
232 230 259 257 203 • 252 244 245 267
772 486 501 395 532 593 570 925 1.180
596 525 538 455 528 594 704 730 899
1.056 872 777 691 801 940 1.006 1.163
540 561 556 550 528 549 513 487 461 466 452
575 593 572 521 508 554 556 518 470 461 458
700 605 613 392 469 550 574 633 660 652 636 719 647
1.186 1.055 1.194 1.007 1.068 1.057 1.131 1.125 1.062 837 1.090
3.659 3.689 3.525 3.359 3.398 3.969 3.721 3.850 3.992 4.015 3.583
.
'
1 Autobenzine, gas-oil, lichte stookolie, residuele stookolie, vliegtuigbenzine en carbureactor (type benzine), speciale benzine en white spirit, petroleum en carbureactor (type petroleum), smeerolie en andere smeerpro-
v v
v v
dukten, residuele petroleumteer, asfaltachtige aardpek, energetisch en scheikundig petro eumgas.
IV - 4. - METAALPRODUKTIE Bronnen : N.I.S. [kol. (1) en (2)]. - Fabrimétal [kol. (8) tot (0)]. IJzer- eg staalnijverheid
Metaalverwerkende nijverheid ( miljarden franken)
( duizenden tonnen)
Maandgemiddelden of maanden
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1975 le kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1976 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1 977 le kwartaal 1976 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart .
Binnengekomen bestellingen
Produktie van ruwstaal
Produktie van afgewerkt staal
voor de binnenlandse markt
voor de uitvoer
Totaal
(1)
(2)
(3)
(4)
(5 )
1.070 1.051 1.037 1.211 1.294 1.353 966 1.012 1.209 1.058 671 923 988 1.074 1.021 967 v 995 1.097 1.180 1.033 1.008 943 1.016 1.103 1.042 979 879 956 v 948 v 1.080
819 775 770 894 954 1.013 659 706 756 708 481 692 747 738 636 703 830 797 669 748 522 622 764 698 749 661 613
12,6 14,5 14,5 v 14,2 v 12,6 v 16,0
11,5 13,0 14,2 15,8 20,4 22,5 24,3 v 30,3 24,5 25,0 21,1 26,4 31,2 v 31,0 v 27,1 v 31,7
15,5 v 14,5 v 12,9 v 15,0 v 9,2 v 13,8 v 14,7 v 14,3 v 13,6 v 20,0
33,4 v 30,9 v 31,1 v 31,1 v 21,7 v 29,1 v 30,5 v 29,2 v 30,3 v 35,7
8,6
9,3 9,4 10,2 12,7 14,1 13,9 v 14,3
15,5 13,2
Totaal der verzendingen (6)
v
20,1 22,3 23,6 26,0 33,1 36,6 38,2 44,6 40,0 38,2 33,7 40,9 45,7 45,2 39,7 47,7
18,2 21,3 23,3 26,0 30,2 34,6 37,2 v 43,5 35,9 38,5 32,6 41,6 43,3 v 45,8 v 37,6 v 47,3
v v v v v v v v v
48,9 45,4 44,0 46,1 30,9 42,9 45,2 43,5 43,9 55,7
50,4 v 44,5 v 44,5 v 48,4 v 29,5 v 35,4 v 47,9 v 45,2 v 44,2 v 52,4
v
v v
- 24 IV • 5. - BOUWNIJVERHEID Bronnen : Ministerie van Openbare Werken, Bestuur van Stedebouw [kolommen (1) en (6)1. -
[kolommen (2) tot (5) en (7) tot (11)1. Overige
Woningen Begonnen gebouwen
gebouwen
Gunstige adviezen 1
Bouwvergunningen Aantal
Volume
Aantal
Volume
Armtal
Volume
Aantal
Volume
(duinenden)
(duinenden)
(duinenden m3)
(duinenden)
(duinenden m3)
(duinenden)
(duinenden)
(duinenden m3)
(duinenden)
(duinenden m3)
(1)
(2)
(3)
(4)
(2)
(6)
(7)
(8)
(0)
(10)
1969
3,3
6,1
3.068
4,7
2.374
1,6
0,9
2.402
0,6
1.721
87
1970
2,5
5,0
2.505
3,7
1.915
1,3
0,7
2.849
0,5
1.865
100
1971
2,0
4,0
2.020
3,5
1.838
0,9
0,5
2.302
0,5
2.227
99
1972
3,5
6,1
3.173
4,3
2.309
1,0
0,6
2.742
0,5
2.282
99
1973
3,8
6,7
3.483
5,2
2.702
1,1
0,7
3.031
0,5
2.282
93
1974
7,1
7,4
3.844
5,4
2.889
0,7
0,6
3.459
0,5
2.523
99
1975
5,7
6,3
3.336
6,4
3.425
0,5
0,5
2.362
0,6
2.486
98
1976
7,3
7,9
4.021
6,3
3.334
0,6
0,5
2.084
0,5
2.085
94
1.974 40 kwartaal
5,4
5,0
2.676
4,5
2.171
0,5
0,4
3.406
0,4
2.528
--
1975 le kwartaal
5,5
5,9
3.251
7,0
3.302
0,5
0,4
2.945
0,6
3.066
-
20 kwartaal .
5,7
6,5
3.508
8,0
4.331
0,5
0,5
2.241
0,7
2.916
-
30 kwartaal
5,6
6,1
3.171
5,6
3.026
0,5
0,5
2.067
0,5
1.867
-
40 kwartaal
6,0
6,6
3.413
5,3
2.880
0,5
0,4
2.195
0,4
2.104
__
1976 le kwartaal
7,7
8,2
4.197
5,8
3.079
0,4
0,4
2.127
0,4
2.191
-
20 kwartaal
7,7
8,4
4.469
8,0
4.231
0,6
0,7
2.605
0,6
3.028
-
30 kwartaal
7,0
7,8
3.609
5,8
3.132
0,6
0,6
1.903
0,4
1.621
-
40 kwartaal
6,7
7,7
3.809
5,8
2.897
0,6
0,5
1.701
0,4
:L.500
--
8,4
8,6
4.286
6,0
3.084
0,4
0,4
1.458
0,4
2.422
94
Maandgemiddelden of maanden
Gunstige adviezen 2
Bouwvergunningen
Begonnen gebouwen
indexcijfer van de produktie 1970 ■=100 3
1976 Februari Maart
8,6
8,7
4.472
6,7
3.630
0,6
0,5
2.718
0,5
1.858
94
April
8,1
8,1
4.448
7,9
4.301
0,7
0,6
2.424
0,6
2.977
94
Mei
6,5
8,9
4.549
9,2
4.832
0,6
0,7
2.649
0,7
3.826
94
Juni
8,5
8,4
4.410
6,9
3.559
0,6
0,6
2.742
0,5
2.282
94
2.493
0,6
0,5
1.307
0,4
1.276
94
Juli
8,1
6,4
3.238
4,7
Augustus
6,5
7,9
3.859
5,5
3.215
0,6
0,6
2.440
0,4
1.759
94
September
6,5
7,7
3.730
7,2
3.688
0,6
0,6
1.961
0,5
1.828
94
Oktober
6,3
7,6
3.720
7,0
3.565
0,6
0,5
1.446
0,4
1.675
94
November
5,9
6,6
3.352
6,7
3.227
0,6
0,5
1.630
0,4
1.432
94
December
7,8
8,8
4.355
3,7
1.898
0,5
0,6
2.028
0,3
1.392
94
.977 Januari Februari
7,5
0,5
94
5,3
0,5
95
t Tot 1978 : aantal gunstige adviezen voor woongebouwen. Tot 1078 : aantal gunstige adviezen voor utiliteitsgebouwen. Openbare en particuliere bouwwerken. Maandindexciff ere : voortschrijdende gemiddelden van de laatste twaalf maanden van het niet voor seizoen maar wel voor de ongelijke samenstelling van de maanden
2
3
(11)
gecorrigeerde indexcijfer van de produktie. Jaarindexcijfers : gemiddelden van het niet voor seizoen maar wel voor de ongelijke samenstelling van de maanden gecorrigeerde indexcijfer van do produktie van de twaalf overeenstemmende maanden en niet het gemiddelde van do maandindexcijfers.
-25-
IV - 6. - VERGELIJKENDE EVOLUTIE YAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1970 = 100 Bron : O.E.S.O. Gezamenlijke E.E.G.-landen (8 landen 1 ) 1974
1975
Bondsrepubliek Duitsland
België
Schommel. in procenten *
1974
1975
Schommel. in procenten *
1974
1975
2
Schommel. in procenten *
le
kwartaal
116
109
-
6,0
122
111
-
9,0
114
106
-
7,1
Ze
kwartaal
117
105
- 10,3
122
107
- 12,3
113
103
-
8,8
3e
kwartaal
116
105
-
9,5
121
105
- 13,2
111
103
-
7,6
-
109
108
-
0,2
1975
1976
te kwartaal
111
109
1975
1976
-
1,8
116
110
1975
1976
5,2
le
kwartaal
109
112
-I-
2,8
111
115
+
3,6
106
110
-I-
4,4
2,
kwartaal
105
115
+
9,5
107
121
-I- 13,1
103
112
+
8,9
3,
kwartaal
105
115
+
9,5
105
118
+ 12,4
103
112
+
8,8
110
122
+ 10,9
108
114
+
5,1
de kwartaal
109
• 117
+
7,3
1,9
123
110
- 10,3
-
8,2
125
107
- 14,2
100
-
9,1
119
106
- 11,2
107
102
-
4,7
111
111
-
0,4
1975
1976
1975
1976
5,8
8,8
105
107
+
111
- 11,9
110
101
110
- 12,7
110
125
114
-
20 kwartaal
126
kwartaal
126
kwartaal
Schommel. in procenten ..
1975
kwartaal
40
1975
1974
1975
3e
1974
Schommel. in procenten *
Schommel. in procenten
1974
le
118
114
1975
1976
Italië
Verenigd Koninkrijk
Frankrijk
-
3,4
le
kwartaal
114
121
+
6,1
107
103
-
3,7
110
117
+
20
kwartaal
111
122
+
9,9
101
104
+
3,0
107
121
+ 12,8
30 kwartaal
110
126
+ 14,5
100
104
+
4,0
106
123
+ 15,9
kwartaal
114
126
+ 10,5
102
106
+
3,9
111
128
+ 15,2
40
1974
1975
Groothertogdom Luxemburg
Ierland
Nederland Schommel. in procenten *
1974
1975
Schommel. in procenten •
1974
1975
Schommel. in procenten
le
kwartaal
122
118
-
3,3
127
115
-
9,4
124
101
- 18,5
2,
kwartaal
124
115
-
7,3
124
114
-
8,1
120
93
- 22,5
30
kwartaal
125
113
-
9,6
122
115
-
5,7
121
83
- 31,5
40 kwartaal
121
121
0,0
120
117
-
2,5
113
94
- 16,5
1975
1976
1975
1976
1975
1976
-
3,8
le
kwartaal
118
121
+
2,5
115
123
+
7,0
101
98
2,
kwartaal
115
123
+
7,0
114
125
+
9,6
93
104
+ 12,5
96
+ 16,1
98
+
30 kwartaal
113
125
+ 10,6
115
129
+ 12,2
83
kwartaal
121
126
+
4,1
117
131
+ 12,0
94
40
* Schommeli n gsprocent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmende kwartaal van het vorige jaar. 1 België, Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Italië,
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 19601970. - Service de Conjoncturc (IIES). - Agence économigue et
3,9
Nederland, Ierland en Grootherdogdom Luxemburg. Denemarken bezit 2
geen indexcijfer van de industriële produktie. West-Berlijn inbegrepen.
financière. - Het Bouwbedrijf. - Principaux indicateurs économiques
(O.E.S.O.).
IV • 6.
—
VERGELIJKENDE EVOLUTIE YAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN Algemene Indexcijfers van de industriële produktie Basis 1970 = 100 (Aangepast voor seizoenschommelingen)
BELGIE
DUITSE BONDSREPUBLIEK
P
r
.,
...
/
...
r r
AA44/41 AAI/.
•••
.. '''' • • . .•• ••• "•• ... .,. •••• '' . ''' ... .. . ... ... .."
11111
09'
_
-
4 ■ 4.4.4
11
FRANKRIJK
A 4
111
1
It
1
VERENIGD KONINKRIJK
— ....
r
r r
...,
rr _
-
_
,, o, 0..
V
r
r
.......—"---------------------
0
r
d
,d A 2, . a A 24.
111
d 44APAAAd
t111111
ITALIE
NEDERLAND -
,---.
.0. ...--,
•/ --
-
...,-*
-
_ ...•••••,.......,•
;----
_ _
r r r
_
r
5
0
_
4 /4 IERLAND
4.,.44
A
III
t1111111
GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG
...... ...... ...• ■ •••'"-- -
r
/ / /
ii,
I 0
didoddid
I
i
I
1
ii
lil
/
..,
• .
■
1
- 27 -
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER a. - Activiteit van de N.M.B.S. en de SABENA Bronnen : N.M.B.S. en SABENA. N.M.B.S. Reizigersvervoer Maandgemiddelden of maanden
Aantal reizigers-km
SABENA
Goederenvervoer (volledige wagonladingen) Aantal produktieve
Geregeld en betalend luchtverkeer
waarvan : Totaal tonnenmaat
bernanmdisntoefit:
ertsen
oliën
(miljoenen passagiers-
km)
duizenden tonnen)
(miljoenen)
(miljoenen
ton-km)
1969
686
618
5.769
1.655
1.450
183,9
31,4
1970
688
651
5.931
1.592
1.508
203,9
34,4
1971
702
611
5.535
1.457
1.379
226,6
38,0
1972
681
624
5.778
1.495
1.447
257,7
42,6
1973
674
682
6.294
1.556
1.704
304,1
48,0
1974
690
762
6.841
1.697
1.846
331,3
54,4
1975
689
563
4.933
1.317
1.218
316,2
52,6
1976
684
554
4.936
1.318
1.219
324,4
56,4
1974 4e kwartaal
691
775
6.875
1.759
1.847
286,9
51,4
1975 le kwartaal
695
662
5.850
1.572
- 1.640
272,6
48,9
kwartaal
708
589
5.145
.1.339
1.375
303,9
50,5
30 kwartaal
671
451
3.817
1.024
796
404,1
58,8
1.333
1.060
284,2
52,1
2°
kwartaal
678
551
4.921
1976 le kwartaal
693
508
4.638
1.236
1.073
254,1
48,3
kwartaal
708
593
5.342
1.315
1.462
316,2
55,1
30 kwartaal
657
556
4.946
1.283
1.315
426,4
65,1
4 0 kwartaal
677
559
4.817
1.442
1.027
300,9
57,1
664
475
4.418
1.344
975
234,2
46,4
Maart
718
567
5.150
1.262
1.240
253,7
49,7
April
707
596
5.403
1.373
1.469
304,9
54,9
Mei
713
568
5.081
1.246
1.412
296,3
54,0
Juni
704
615
5.542
1.307
1.506
347,4
56,4
Juli
633
534
4.569
1.188
1.260
455,2
67,9
Augustus
659
521
4.725
1.235
1.272
438,0
65,1
September
679
614
5.545
1.427
1.414
386,1
62,2
Oktober
685
585
5.303
1.522
1.156
324,2
58,5
November
689
555
5.029
1.351
1.090
282,8
54,8
December
656
536
4.901
1.453
835
295,6
57,9
700
510
4.521
1.306
930
290,8
52,6
659
512
4.558
1.350
986
244,8
49,2
40
20
1976 Februari
1 977 Januari .
Februari
1 De productieve ton-km hebben betrekking op het commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer) : het is de som van de verrnenig•
vuldigingen van het gewicht van elke verzending met de afstand van het traject.
28 --
-
V
lb.
-
-
Zeevaart
V - le. - Binnenscheepvaart
Bronnen : liavenbeatuur to Antwerpen [kol. (1)1, te Gent [hol. (4)], Maatschappij van de Brugsc Zecroaartinriolitingen N.V. [kol. (7)], N.I.S. (overige kolommen ). Haven van Antwerpen Laadvermogen von de
Maandgemiddelden of maanden
gekomen schepen (duizenden
Goederen (duizenden metrieke tonnen)
=
Binnengekomen
(1)
(2)
1969
5.461
4.069
1970
5.658
4.565
1971
5.433
1972
Vertrokken
Haven van Gent Laadvermogen van de binnengekomen schepen (duizenden
Goederen (duizenden metrieke tonnen)
Havens van Brugge en Zeebrugge Laadvermogen Goederen van de (duizenden binnengekomen metriek tonnen) schepen (duizenden BinnenVerEeltomen trokken
Bron :
N.I.S. Totaal iverkeer
(duizenden metrieke
tonnen)
(miljoenen ton-km)
regietor-
Binnengekomen
(6)
(4)
(5)
(1)
(2)
1.921
419
373
331
981
635
67
7.721
572
1.946
476
463
303
1.005
615
71
7.630
558
3.864
2.037
572
608
208
1.222
593
62
7.947
561
5.366
3.183
2.490
688
634
341
1.485
623
85
8.034
563
1973
5.305
3.406
2.527
676
809
414
1.637
732
96
8.482
541
1974
5.322
3.522
2.788
765
853
399
1.814
697
130
8.907
571
1975
5.082
2.687
2.299
657
729
427
1.963
579
118
6.978
427
1976
Vertrokken (6)
773
7iii:J:i (7)
(6)
(0)
1-944
1974 4 0 kwartaal
5.323,
3.223
2.800
750
857
428
1.892
637
114
8.620
549
1.975 1° kwartaal ._
5.168
3.093
2.634
759
874
498
1.788
451
118
8.107
516
397
118
8.145
529
2°
kwartaal ._
5.185
2.746
2.264
572
672
253
1.857
3e
kwartaal ._
4.834
2.325
1.761
615
686
379
2.204
905
125
5.034
288
40
kwartaal ._
5.141
2.583
2.535
681
686
577
2.001
562
112
6.624
376
1976 10 kwartaal ._
5.101
2.791
2.014
695
672
361
1.790
662
124
7.490
478
kwartaal _.
5.847
3.404
2.027
724
760
304
1.938
434
105
9.013
560
5.751
3.195
2.344
881
816
454
2.112
795
136
8.216
479
20 3°
kwartaal
4°
kwartaal
792 5.223
2.380
5.150
Februari
1.934
2.573
753
806
459
2.075
253
108
7.953
494
2.455
1.864
679
418
242
1.858 1.033
104
7.163
448
4.987
2.715
1.970
679
842
472
1.860
203
188
6.648
424
Maart
5.167
3.204
2.208
727
755
368
1.652
751
81
8.658
561
April
5.530
3.515
1.865
701
770
141
1.556
344
119
9.033
571
L975 December
._.
1976 Januari
Mei
6.164
2.787
1.613
755
720
172
2.142
655
75
8.689
549
Juni
5.847
3.911
2.603
716
789
600
2.117
304
121
9.317
559
Juli
6.026
3.339
2.199
908
496
377
2.077
355
136
7.129
433
Augustus
5.986
2.983
2.383
853
806
399
2.233 1.201
154
8.274
469
5.240
3.262
2.449
881
1.145
585
2.026
828
118
9.246
536
5.802
3.538
2.709
829
966
578
1.923
572
201
8.798
512
5.130
3.213
1.945
717
915
210
1.730
395
101
8.574
504
September
_.
Oktober November
._.
December
.-.
1 Binnenlands vervoer + invoer -f- uitvoer + doorvoer.
830
2.148
- 29 - 2. - TOERISME Overnachtingen van toeristen in België (Duizenden) Bron : N.I.S. waarvan land van gewone verblijfplaats Maandgemiddelden of maanden
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1974 4 0 kwartaal 1975 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal 1976 le kwartaal 2e kwartaal 36 kwartaal 40 kwartaal 1975 December 1976 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Totaal België
Frankrijk
Nederland
Verenigd Koninkrijk
2.167 2.236 2.288 2.263 2.306 2.314 2.458 2.484
1.619 1.662 1.682 1.782 1.787 1.691 1.788 1.824
89 92 100 90 92 88 91 88
134 132 147 145 145 151 173 182
99 109 100 95 102 91 107 99
76 87 99 95 107 111 120 117
39 43 44 42 43 48 42 43
652
337
48
37
36
40
31
535 2.230 6.022 666
47 83 175 46
30 137 456 45
43 121 157 36
471 2.228 5.909 679
253 1.589 4.711 362 223 1.577 4.674 376
42 80 128 42
29 149 453 43
33 120 164 41
40 122 266 43 34 118 242 42
25 46 59 34 26 50 61 33
633
393
36
44
24
32
24
427 438 549 1.688 2.006 2.990 8.912 7.018 1.798 790 605 641
207 206 256 1.214 1.399 2.119 7.157 5.673 1.193 386 329 413
36 38 52 63 90 86 117 190 77 52 42 33
27 27 32 52 125 269 948 308 102 59 32 37
27 29 43 115 113 133 176 198 119 64 32 26
31 33 38 89 90 175 240 377 108 61 37 27
24 24 31 38 51 60 64 58 60 48 30 22
Incl. de overnachtingen op kampeerterreinen.
Duitse Verenigde Staten Bondsrepubliek van Amerika
— 80 — V - 3. — BINNENLANDSE HANDEL
a. — Indexcijfers van de verkoop Totaal van de detailhandel Basis 1970 = 100 Bron : N.I.S. Indexcijfers naar de vorm van distributie Maandgemiddelden of maanden
Kleine . detailhandel
Warenhuizen
Verbruiks- Filiaal„.„ "°'P e" bedrijven raties
Indexcijfers naar categorieen produkten
Supermarlden
Levensmidd2elen
Textiel en kleing d 3
Algemeen indexcijfer
ltfeubilering
luis-
Overige waren
Waarde. itidcxcijfer
Hoeveellieids indexcijfer 4
houden
94 100 105 115 129 152 167 v 186
90 100 107 122 137 156 169 189
98 100 100 100 97 97 98 98
83 100 120 138 161 191 225 264
84 100 120 128 155 184 217 235
92 100 104 113 124 141 166 v 189
94 100 107 115 135 155 169 v 179
91 100 122 140 171 205 213 v 230
91 100 107 126 141 175 204 v 233
92 100 108 120 138 162 183 v 205
95 100 104 113 121 127 129 v 133
1974 4e kwartaal
169
186
101
222
209
158
185
232
191
183
136
1975 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
151 170 160 189
147 164 165 203
93 100 96 103
201 222 218 259
197 213 220 238
149 165 166 182
143 178 150 206
188 211 206 246
190 206 192 228
164 184 176 207
120 132 123 141
1976 10 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
v 170 v 191 v 178 v 203
165 183 184 223
96 99 95 101
235 260 262 298
212 233 239 257
v 171 v 190 v 191 v 203
v 153 v 195 v 159 v 210
v 205 v 224 v 225 v 265
v 220 v 238 v 220 v 253
v 18G v 208 v 199 v 226
v 124 v 136 v 129 v 143
215
243
113
297
267
204
227
298
264
237
160
v 163 v 159 v 187 v 189 v 188 v 196 v 171 v 169 v 195 v 193 v 182 v 233
171 152 172 184 184 182 195 170 188 196 202 270
96 91 100 100 97 101 100 93 94 96 91 116
241 224 244 267 256 257 276 249 260 288 262 345
219 199 218 234 228 236 259 230 228 246 233 293
v 170 v 162 v 182 v 187 v 186 v 195 v 196 v 184 v 194 v 191 v 184 v 233
v 157 v 130 v 171 v 205 v 197 v 183 v 159 v 130 v 186 v 212 v 181 v 238
v 199 v 193 v 224 v 219 v 223 v 230 v 214 v 219 v 243 v 244 v 229 v 322
v 206 v 212 v 241 v 237 v 232 v 244 v 209 v 214 v 236 v 238 v 231 v 290
v 183 v 174 v 201 v 208 v 205 v 211 v 197 v 189 v 211 v 215 v 202 v 261
v 122 v 116 v 133 v 137 v 134 v 138 v 128 v 123 v 135 v 137 v 128 v 165
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
1975 December 1976 Januari Februari Maart • April Mei
Juni Juli Augustus September Oktober November December
1 Kleine en middelmatige supermarkten met gehele of gedeeltelijke zelfbediening. Voor de kleine detailhandel, inclusief tabak.
2
3 Inclusief textiel voor stoffering. 4 Waarde-indexcijfer gedeeld door het algemene prijsindexcijfer bij con-
sumptie zonder de diensten.
-vl 3b. - Verkoop op afbetaling
Y
1° - Algemene resultaten Bron : N.I.S. Aantal lopende contracten aan het einde van het halfjaar
Uitstaande kredieten aan het einde van het halfjaar
(duizenden)
(miljarden franken)
Financiering door
Financiering door verkopers
banken
financieringsinetel liegen of particulieren
1.061 978 907 864 853 803
215 222 219 206 203 210
450 434 424 420 406 435
Totaal
1973 2° halfjaar 1974 1° halfjaar 2° halfjaar 1975 1° halfjaar 2° halfjaar 1976 1° halfjaar
.....
..... .....
..... .....
.....
1.726 1.634 1.550 1.490 1.462 1.448
Kredieten verleend
in de loop van het halfjaar (miljarden franken)
Financiering door
verkopers
banken
financieringsinstellingen of particulieren
10,3 10,1 9,7 9,4 10,2 12,3
13,4 14,3 14,3 14,7 15,6 18,6
11,6 12,2 12,4 12,8 14,5 20,3
Totaal
35,3 36,6 36,4 36,9 40,3 51,2
banken
financieringsinstellingen of particulieren
4,2 4,8 3,9 4,4 5,0 6,6
4,0 4,7 4,3 5,2 6,6 8,7
Totaal verkopers
11,9 13,8 12,0 13,5 16,8 21,8
3,7 4,3 3,8 3,9 5,2 6,5
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars die in gebreke gebleven zijn met het betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar
Totaal van alle vorderingen, die door de debiteuren, vermeld in vorige kolommen, niet werden betaald
(duizenden)
(miljoenen franken)
Financiering door Totaal verkopers
banken
38 46 38 38 40
2 2 2 2 2 1
13 14 14 14 14 16
53 62 54 54 56 60
1973 2° halfjaar 1974 1° halfjaar 2° halfjaar 1975 1° halfjaar 2° halfjaar 1976 1° halfjaar
Financiering door financieringsinstellingen of particulieren
43
Totaal verkopers
305 342 343 373 383 436
financieringsinstellingen of particulieren
banken
71 74 67 114 78 63
89 92 94 95 120 128
145 176 182 164 185 245
3° - Indeling van de kredieten verleend tijdens het halfjaar, naar de aard der goederen
Totaal
Vrachtwagens, bèstelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel
nieuw
Wagens voor Landbouwpersonenvervoer materieel, landbouw- behalve autobussen tractoren, vee
reeds gebruikt
Motoren, scooters, bromfietsen, rijwielen
Textiel, bont, kleding
Niet elders vermelde huishoud. artikelen en voorwerpen voor persoonlijk gebruik
Diversen waarvan : dieneten (reizen, herstellen van motorrijtuigen, centrale verwarming, enz.)
6 7 6 6 6 7
438 412 452 407 465 495
21 20 14 16 16 22
1,5 1,9 1,6 1,3 1,5 1,7
2,4 2,5 2,7 2,7 3,6 3,7
0,8 0,8 0,6 0,7 0,9 1,1
12,5 13,5 13,4 9,9 8,7 7,8
20,3 18,6 22,6. 20,5 21,7 17,2
Boeken
r reeds nieuw gebruikt
Aantal contracten (duizenden) 1973 2° halfjaar 1974 1° halfjaar 2° halfjaar 1975 1° halfjaar 2° halfjaar 1976 le halfjaar
..... .....
..... .....
.....
859 801 824 765 862 898
4 5 4 4 4 5
1 1 1 1 1 1
2
58
16
2 1
67 55
16
1 1 1
65 77 101
11 13 14 18
9 8 7 7 8 9
192 145 ' 159 129 162 155
112 118 114 116 108 84
Verleende kredieten (miljarden franken) 1973 2e halfjaar 1974 1° halfjaar 2e halfjaar 1975 1° halfjaar ..... 2° halfjaar 1976 le halfjaar .....
.....
.....
.....
.....
11,9 13,8 12,0 13,5 16,8 21,8
1,2 1,5 1,3 1,4 1,3 1,7
0,1 0,2 0,1 0,2 0,1 0,2
0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3
4,4 5,2 4,2 5,5 7,5 11,2
0,6 0,7 0,5 0,6 0,7 1,1
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2
0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
0,2 0,3 0,3 0,4 0,4 0,3
Verleende kredieten - Indeling in procent van het totaal 1973 2° halfjaar ..... 1974 1° halfjaar ..... 2° halfjaar ..... 1975 le halfjaar ..... 2° halfjaar ..... 1976 1° halfjaar ..."
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
9,8 11,2 10,8 10,5 7,5 7,9
1,0 1,2 1,2 1,1 0,9 0,9
2,9 2,1 2,8 1,9 2,1 1,3
36,9 38,2 35,1 40,5 44,9 51,4
5,3 4,8 3,9 4,3 4,4 4,9
0,9 0,8 0,8 0,9 0,8 1,0
2,2 1,9 2,3 2,0 1,7 1,3
1,7 1,9 2,1 2,6 2,2 1,3
6,5 5,8 5,0 5,8 5,1 5,0
V - 4. - ACTIVITEIT VAN DE VERREKENKAMERS
Debetverrichtingen
Maandgemiddelden of maanden
Brussel • Aantal Eindtotaal Provincie Andere kamers Totaal Daggeld verricht ngen 1 (per einde Periode) Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden stukken franken stukken franken stukken franken stukken franken stukken franken
1969
39
2
233
2.005
585
2.007
818
1.161
177
3.168
995
1970
39
3
268
2.819
643
1971
40
3
291
3.763
795
2.822
911
1.546
198
4.368
1.109
3.766
1.086
1.623
200
5.389
1.286
1972
40
3
346
5.370
1.248
5.373
1.594
1.881
213
7.254
1.807
1973
40
3
492
6.860
1.643
6.863
2.135
2.482
265
9.345
2.400
1974
37
3
468
8.106
2.059
8.109
2.527
3.077
329
11.186
2.856
L975
33
4
629
8.986
1.972
8.990
2.601
3.222
357
12.212
2.958
1976 2
32
1
r 254
10.405
2.933
10.406
3.187
2.896
398
13.302
3.585
1975 le kwartaal
36
4
619
8.600
1.935
8.604
2.554
3.165
339
11.769
2.893
2e kwartaal
35
4
626
8.866
1.915
8.870
2.541
3.306
366
12.176
2.907
3e kwartaal
35
4
576
8.541
1.823
8.545
2.399
3.015
344
11.560
2.743
40 kwartaal
33
4
693
9.935
2.215
9.939
2.908
3.402
380
13.341
3.288
1976 1. kwartaal
33
3
497
9.824
2.667
9.827
3.164
3.126
372
12.953
3.536
2° kwartaal
32
3
512
10.291
2.654
10.294
3.166
3.013
395
13.307
3.561
10.066
2.909
10.069
3.356
2.637
400
12.706
3.756
30 kwartaal
32
3
447
4° kwartaal 2
32
2
289
11.439
3.500
11.441
3.789
2.807
427
14.248
4.216
19771 0 kwartaal
32
2
301
11.562
3.689
11.564
3.990
2.722
428
14.286
4.418
1976 Maart
33
3
439
10.459
3.210
10.462
3.649
3.307
404
13.769
4.053
April
32
4
492
10.172
2.739
10.176
3.231
3.243
372
13.419
3.603
Mei
32
3
584
9.920
2.429
9.923
3.013
2.893
391
12.816
3.404
Juni
32
3
460
10.779
2.794
10.782
3.254
2.905
423
13.687
3.677
Juli
32
3
414
9.988
2.663
9.991
3.077
2.796
387
12.787
4.464 3.412
Augustus
32
3
351
9.516
2.673
9.519
3.024
2.507
388
12.026
September
32
2
577
10.693
3.390
10.695
3.967
2.608
426
13.303
4.393
Oktober 2
32
1
240
10.308
3.271
10.309
3.511
2.662
401
12.971
3.912
November
32
1
229
10.942
3.188
10.943
3.417
2.634
414
13.577
3.831
December
32
2
396
13.069
4.042
13.071
4.438
3.125
467
16.196
4.905
32
2
279
11.816
3.777
11.818
4.056
2.730
421
14.548
4.477
Februari
32
2
262
10.462
3.626
10.464
3.888
2.463
396
12.927
4.284
i6huut
32
2
363
.12.407
3.665
:1.2.409
4.028
2.973
466
15.382
4.494
1977 Januari
1 Effecten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, promessen, kwitanties, transacties met het buitenland, enz. 2
Nieuwe reeks. De terugbetalingen van het daggeld worden niet meer vernield. Gemiddelden van het jaar 1976 : raming.
referenties : Statistisch Jaarboek voor Belgje'. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 1960. otter 1970. - Statistisch Jaarboek van de N.M.B.S. - Maandstatiatiek de internationale trafiek der havens (N.I.S.). - Lea tranaports maritimes, Etude Annuelle (O.E.S.0.). - Eurostat (Bureau voor de Statistiek der
Bibliografische
Europese Gemeenschappen).
- 33 -
VI. - INKOMENS 1. - BEZOLDIGINGEN YAN DE WERKNEMERS (mannen en vrouwen) Indexcijfer van het gemiddeld brutoloon per gewerkt uur Basis 1970 = 100
260
260
-
_
220
220
-
_
180
180
140
140
100
100 _
1969
1977
1975
1973
1971
Indexcijfers basis 1970 = 100 Regelingelonen
Bezoldigingen der arbeiders in de nijverheid • Type-uurloon 1
Gemiddeld brutoloon cltoo2 pnge Geschoold 1 O er arbseider arbeider gewerkt uur
UulloonI-osten ' 2
N.B.B.
I.R.B.S.
Bronnen :
Arbeiders Algemeen indexcWer
waarvan • Verwerkende industrie
3
Bedienden _waarvan Algemeen Verwerende k indexcijfer deurstre ise e sw
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
89 100 112 128 149 180 216 v 240
90 100 112 125 143 173 205, v 227
90 100 112 127 146 178 214 v 239
88 100 113 131 151 182 223 v 245
90,6 100,0 111,2 126,1 145,8 176,6 210,9 236,7
91,9 100,0 111,1 125,7 147,0 177,8 210,5 235,3
92,7 100,0 110,0 122,1 138,8 166,1 196,1 217,2
90,6 100,0. 108,7 118,2 131,9.. 158,0 187,6 206,2
1975 Maart Juni September December
206 212 216 230
196 202 206 216
204 211 217 226
212 219 223 236
200,5 207,6 213,2 222,1
200,7 207,4 212,6 221,1
187,3 192,2 198,9 205,9
180,9 184,6 188,8 195,9
1976 Maart Juni September December
v 230 v 240 v 240 v 251
220 225 230 v 235
232 237 242 v 247
v 234 v 245 v 245 v 257
228,5 233,4 239,8 245,3
.227,3 232,1 237,9 243,9
210,4 215,1 219,4 223,9
199,9 203,9 208,6 212,3
:1977 Maart
v 251
v 241
v 254
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
• Om de indexcijfers op basis 1970 = 100 om te zetten in indexcijfers basis 1903 = 100, volstaat het de huidige cijfers te vermenigvuldigen toet de volgende coëfficiënt : gemiddeld brutoloon per gewerkt uur : 1,813; type-uurloon - geschoold arbeider : 1,745 - ongeschoold arbeider : 1,822; uurloonkoeten : 1,981. 1 Excl. de transportarbeiders. 2 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft
3
de arbeidsuurloonkosten, incl. de wettelijke maatschappeli • te lasten door de werkgever gedragen, en niet de kosten per geproduceerde eenheid. Doordat het regelingsloon van de arbeiders een uurloon is en dat van de bedienden een maandloon, brengt een overeengekomen vermindering van de arbeidsduur een stijging mee van het eerste maar niet van het tweede. Bij elke vergelijking van het respectieve beloop van deze indexcijfers moet met dat verschil rekening worden gehouden.
- i4VI - 2. - GEMIDDELDE BRUTO-UURVERDIENSTE VAN DE ARBEIDERS IN DE NIJVERHEID
(In franken per uur) Bron : N.I.S. 1974 april
1074 oktober
1975 april
1975 oktober
1070 april
156,12
169,25
188,47
204,33
211,70
115,10
126,29
146,43
160,09
167,8.1
:137,36
149,87
108,74
183,57
192,17
Cokesfabrieken
137,07
149,34
168,04
177,29
187,43
Aardolieraffinaderij
174,09
190,20
214,66
224,19
241,42
Groep en tak van industrie
Extractieve nijverheid 1
:
Steenkolenwinning (arbeiders ondergrond) (arbeiders bovengrond)
Bewerking van steenkolen
Totaal van de extractieve nijverheid
Verwerkende nijverheid 2
Produktie en voorziening stoom en warm water
:
van
elektrische
energie,
gas, 168,15
175,63
192,41
201,36
2L3,28
Produktie en eerste verwerking van metalen
146,79
162,63
170,09
177,88
189,34
Industrie van niet-metaalhoudende minerale produkten
116,79
129,20
142,72
150,56
160,83
Chemische industrie
129,29
139,94
156,82
162,95
173,28
Produktie van kunst- en synthetische vezels
130,07
141,15
155,88
166,86
178,66
Vervaardiging van produkten uit metaal (met uitzonderring van machines en transportmiddelen)
112,58
128,28
137,83
147,13
154,23
Constructie van machines en mechanisch materieel
118,19
133,94
144,31
153,05
161,97
Kantoormachines en installaties voor informatieverwerking
100,12
116,92
128,67
129,75
Elektrische en elektronische constructie
112,12
126,83
136,69
145,37
156,16
Automobielbouw en onderdelen
131,71
146,54
159,92
172,60
185,30
Constructie van overige transportmiddelen
128,62
144,76
161,70
170,50
174,60
Vervaardiging van.fijnmechanische en optische instrumenten
101,77
117,18
124,85
135,98
143,41
Levensmiddelen, drank en tabak
-
100,78
114,63
126,19
135,71
146,90
Textiel
93,87
107,06
116,67
123,07
131,64
Leder
89,51
98,11
109,63
114,78
123,06
Schoeisel en. kleding
77,97
85,44
97,29
102,88
110,50
Hout en houten meubelen
99,16
115,35
126,93
133,64
143,56
Papier, grafische nijverheid en uitgeverij
112,90
129,86
144,55
152,29
161,48
Rubber en plastiek
110,87
122,94
132,60
140,95
148,62
Potaal van de verwerkende nijverheid
111,45
125,28
136,52
144,32
154,10
121,00 83,76
136,00 94,20
147,46 104,83
155,79 111,06
166;24 118,92
114,64
130,07
144,35
150,55
163,10
112,97
127,01
139,05
146,85
157,05
waarvan : mannen .: vrouwen
Sottiebedrijf en burgerlijke bouwkunde 1 . . -
.
.
.
Ilgeineen gemiddelde voor de ni j verheid : Potaal 2 1 Mannen alleen. Mannen en vrouwen.
2
- 35 -
VI. - 3. - GEMIDDELDE BRUTO-MAANDYERDIENSTE VAN DE BEDIENDEN
IN DE NIJVERHEID 1
(In franken per maand) Bron : N.I.S. 1974 april
1974 oktober
1975 april
1975 oktober
Winning en bewerking van vaste brandstoffen
34.166
38.503
42.401
46.997
48.122
Totaal van de extractieve nijverheid
33.024
37.082
40.773
44.888
46.312
Cokesfabrieken
34.602
38.817
42.088
44.204
46.922
Aardolieraffinaderij
39.894
42.787
49.318
51.512
56.214
Produktie en voorziening van elektrische energie, gas, stoom en warm water
40.091
44.027
48.461
51.01 6
54.539
Produktie en eerste verwerking van metalen
34.226
39.533
42.028
44.915
47.122
Industrie van niet-metaalhoudende minerale produkten
29.367
32.415
35.268
37.416
39.820
Chemische industrie
32.963
35.982
39.634
41.215
43.564
Produktie van kunst- en synthetische vezels
39.970
42.932
46.486
49.025
53.287
Vervaardiging van produkten uit metaal (met uitzondering van machines en transportmiddelen)
28.777
32.639
34.713
37.187
38.815
Constructie van machines en mechanisch materieel
30.013
33.846
36.025
38.612
40.019
Kantoormachines en installaties voor informatieverwerking
24.658
29.143
--
32.397
-
Elektrische en elektronische constructie
28.736
33.627
35.730
38.675
40.779
Automobielbouw en onderdelen
31.700
35.001
37.992
41.589
43.469
Constructie van overige transportmiddelen
31.212
35.205
38.024
40.935
42.990
Vervaardiging van fijn mechanische en optische instrumenten
28.284
31.603
33.996
35.499
36.873
Levensmiddelen, drank en tabak
26.661
29.750
32.233
34.694
36.608
Textiel
26.481
28.878
31.424
33.318
35.161
Leder
27.046
30.286
32.270
33.889
36.597
Schoeisel en kleding
21.867
23.940
26.240
27.383
28.677
Groep en tak van industrie
1976 april
Extractieve nijverheid :
Verwerkende nijverkeid :
.
Hout en houten meubelen
25.102
27.635
30.366
31.700
33.165
Papier, grafische nijverheid en uitgeverij
27.901
31.626
34.353
36.583
38.384
Rubber en plastiek
29.206
31.900
34.350
36.763
38.407
Totaal van de verwerkende nijverheid waarvan : mannen vrouwen
29.458 32.706 18.839
33.097 36.761 21.112
35.741 39.583 23.173
38.161 42.270 24.722
40.058 44.326 26.098
Bouwbedrijf en burgerlijke bouwkunde
27.766
31.041
33.933
35.935
37.696
29.302
32.903
35.573
37.957
39.886
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid :
Totaal
1 Mannen en vrouwen.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Service de Conjoncture (IRES). - Jaarverslag vuil de - Arbeidsblad. - Belgische Economische
Statistieken 1960-1970. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting,
XXXII° jaargang, deel 11, nr 5, november 1957: bruto-uurbezoldigingen der arbeiders e.
Indexcijfer van de
- 36 -
VII. - PRIJSINDEXCIJFERS 1. - INDEXCIJFERS VAN DE WERELDPRIJZEN Basis 1970 = 100 Bronnen : Comtel Reuter - Moody's Investore Service - Institut !Sr Wirtschaltsforschung, Hamburg. Indexcijfers van het Hamburgisches Welt-Wirtschafte-Archiv
Daggemiddelden
Reuterindexcijfer (Londense markt) 1
Moodyindexcijfer (New Yorkse markt) 2
2
Grondstoffen bestemd voor do Totaal
voeding
3
Algemeen
industrie Voor do Voor do van produktie van Brandstoffen produktie verbruiksinvesterings• goederen goederen
1969
95,4
96,3
94,1
91,9
95,3
90,1
98,4
97,6
1970
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
1971
93,9
91,2
101,2
103,0
100,6
111,2
105,2
88,4
1972
106,1
102,1
113,4
116,7
111,9
121,4
131,4
93,6
170,1
173,5
168,7
149,5
210,5
164,3
285,4
278,5
288,6
410,5
198,5
224,3
259,9
229,4
273,3
440,5
186,0
168,0
1973
185,4
1974
233,8
1975
199,5
142,5 (177,54 205,9 5 185,7
1976
255,0
199,0
274,0
222,2
296,9
463,8
233,7
180,2
1975 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
196,7 192,1 204,2 204,8
187,2 178,1 192,8 184,6
278,4 258,0 252,7 250,3
281,0 220,1 212,2 204,5
277,4 274,6 270,6 270,5
444,8 437,5 435,7 444,2
171,6 185,8 188,9 197,7
180,9 174,0 164,4 152,8
1976 10 kwartaal
20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
219,8 257,6 267,1 275,5
188,8 201,7 204,7 . 201,0
261,2 274,1 279,1 281,7
206,7 225,1 225,4 231,7
285,3 295,8 302,8 303,7
462,3 461,8 462,5 468,4
208,7 224,4 248,1 253,8
166,1 184,0 188,1 182,5
1.977 le kwartaal
295,1
223,0
303,2
276,3
315,1
493,8
246,9
190,2
1976 April
244,6 257,9 270,4 274,9 • 262,5 263,8 273,2 277,3 276,0
195,6 200,4 208,8 212,2 199,7 202,1 197,0 199,2 206,8
269,3 274,5 278,6 281,7 278,7 277,0 279,7 281,0 284,4
215,9 228,0 231,2 230,4 223,9 221,7 223,4 230,5 241,1
292,9 295,1 299,5 304,2 302,8 301,4 304,4 303,2 303,5
464,0 460,8 460,6 461,4 462,3 463,8 467,4 467,2 470,6
212,7 221,6 238,8 252,1 247,8 244,5 254,8 256,1 250,5
180,9 184,3 186,7 190,5 188,5 185,4 184,5 181,1 181,7
285,2 291,0 309,0 309,6
214,0 221,2 233,7 230,5
293,3 299,8 316,3 318,6
255,9 269,3 303,5 316,0
309,8 313,3 322,2 319,9
486,1 488,9 506,5 510,5
242,7 245,7 252,3 249,7
186,7 190,9 193,1 185,6
Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari : 'Februari Maart April
1 Berekend op basis van prijzen uitgedrukt in ponden sterling. Berekend op basis van prijzen uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten. 3 Sedert juni 1974 houdt het 1\loody-indexcijfer rekening met de contantkoersen van katoen, wol en zijde. 2
4 5
Gemiddelde von januari tot mei 1974. Gemiddelde van juni tot december 1974.
- 37 VII - 2. - INDEXCIJFERS
VAN HET HAMBURGISCHES WELT•IAIIRTSCHAFTS-ARCHIV PER PRODUKT 1 Basis 1970 = 100 Bron : Institut Mr. Wirtachaftaforachung, Hamburg. Grondstof ren bestemd voor de voeding Daggemiddelden
Genotmiddelen
Brandgaten
Zuivelprodukten
Steen-
93,7
66,8
Grondstoffen bestemd voor de industrie Voor de produktie Voor de produktie van investeringsgoederen van verbruiksgoederen Non-
IJzer en staal
metalen
89,3
100,3
1970
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,0
1971
101,8 100,8
99,4 110,6 112,1 110,5 111,7 105,3 112,4 107,6 101,1
82,2
86,2
84,9
1972
107,8 123,8
90,5 132,9 125,5 112,9 125,0 137,3 154,5 111,1 109,6
82,6
92,8
88,5
1973
186,7 166,9 171,4 180,3 168,0 146,8 150,8 237,8 238,7 122,2 195,4 167,3 180,5
137,9
1974
253,8 340,6 268,5 177,9 174,5 220,9 483,9 209,9 167,7 186,4 265,3 177,5 270,1
183,9
1975
220,8 263,3 175,0 196,0 199,9 232,0 520,8 176,7 150,2 235,4 239,3 145,1 182,3
128,4
1976
193,5 262,5 162,2 197,6 209,5 213,4 560,2 238,8 212,9 234,0 259,9 191,4 179,7
138,9
1975 18 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
238,1 212,1 215,4 217,4
364,3 240,9 232,6 214,9
203,4 172,9 170,4 153,2
192,8 215,1 184,6 191,5
197,8 210,5 191,3 200,2
255,9 227,4 222,9 221,7
517,5 518,3 517,6 529,6
161,2 94,9 236,6 263,6 174,6 164,6 236,8 250,9 179,6 167,8 234,0 230,5 191,4 173,6 234,0 212,2
1976 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
208,4 203,6 192,8 169,3
222,8 269,4 269,2 288,9
148,3 148,3 172,9 179,3
208,9 191,9 192,0 197,8
201,1 205,8 206,5 224,5
213,2 213,7 214,4 212,1
558,3 557,4 558,0 567,1
207,7 226,0 259,1 262,5
Graan
en
Olie
88,2
90,9
Vlees
suiker
1969
97,7
92,8
kolen
cokes
Aardolie Textiel- Huiden Cellulose en derf- produken ten leder vaten
98,9 102,3 101,6
88,7
Hout
Rubber
92,3 123,8
f erre-
138,5 138,4 154,5 148,9
196,7 193,3 177,7 161,6
138,6 130,7 125,5 118,7
173,6 195,8 192,8 203,4
177,3 184,9 183,7 172,9
124,1 144,5 150,5 136,6
1 977 le kwartaal
174,4 377,1 209,8 203,3 228,4 220,0 599,4 252,6 263,3 234,0 278,1 198,5 166,6
160,5
1976 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
202,8 201,4 206,8 207,6 191,5 179,1 172,5 168,0 167,4
186,5 184,1 184,0 185,5 185,9 179,8 181,1 168,3 169,4
142,0 144,7 146,7 157,0 149,5 145,0 136,0 135,1 138,7
1977 Januari Februari -Maart April
173,1 334,0 197,0 208,5 228,5 209,8 592,5 245,8 272,5 234,0 273,3 198,5 169,9 175,2 363,7 201,7 202,4 227,3 209,3 596,7 253,0 241,5 234,0 279,5 198,5 165,9 174,9'433,5 230,7 199,0 229,2 240,8 608,9 259,0 276,1 234,0 281,5 198,7 164,0
152,5 161,7 167,3
.
249,8 277,8 280,4 274,0 267,7 265,7 273,1 287,9 305,8
144,1 145,6 155,5 174,2 170,3 174,0 167,0 179,2 191,8
191,9 192,8 191,0 189,6 192,0 194,3 197,1 194,5 202,0
207,4 206,9 203,2 201,0 204,9 213,8 219,6 223,8 230,1
214,3 213,6 213,2 213,2 214,6 215,5 217,4 209,1 209,9
560,1 556,0 556,0 557,0 557,8 559,4 563,5 566,6 571,0
211,2 221,8 244,9 264,5 258,8 254,2 267,9 263,8 255,6
168,2 208,1 212,8 262,7
190,9 210,5 222,9 216,3 211,3 210,7 220,7 281,7 285,7
234,0 234,0 234,0 234,0
234,0 234,0 234,0 234,0 234,0 234,0 234,0 234,0 234,0
233,6 258,4 268,4 279,2
251,5 260,9 262,6 263,6 269,0 272,6 278,9 277,9 280,8
184,4 194,7 208,2 194,3 193,7 190,4 204,8 213,0 192,1
172,7 458,3 251,0 197,7 227,7 248,0 611,6 252,3 307,9 234,0 273,2 194,3 160,0
Berekend op basis van prijzen uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten.
157,1
- 38 -
VII - 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1970 = 100
96,4
98,3
96,2
Fabrikaten
89,0
Grondstoffen
93,8
Bouwmaterialen
94,9
Sche ikundige produkten
94,3
Textielprodukten
94,8
Metalen en metaalprodukten
93,4
Delfstoffen
Inheemse produkten
Dierlijke
Algemeen indexcij fer
98,2 103,7
Algemeen indexcijfer
95,4
na4toozqejnag
1969
Gezamenlijke industriële produkten in de drie produktiestadia
Industriële produkten
baprn poid a piaoka ui
Maandgemiddelden of maanden
Landbouwprodukten
eil !pranniata
Algemeen indexcijfer
Bron : M.E.Z.
93,7
96,7
94,2
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 :1.00,0 100,0
1970 1971
'
99,4
95,7 102,2
90,1 100,4 101,9
97,6 103,8
97,5 103,9
1972
103,4 101,1 111,2
92,6 104,1 106,1
99,2 104,6
99,0 113,1 102,0 109,0 105,1 102,7 104,6
1973
118,2 121,8 125,2 118,8 114,9 113,8 117,3 108,1 107,5 132,1 106,0 113,6 123,8 117,6 108,1
1974
135,8 127,6 124,5 130,6 137,9 136,8 146,9 152.4 134,2 147,8 121,2 126,2 146,4 147,9 126,8
1975
137,3 131,9 143,5 122,0 138,9 142,6 137,4 169,1 128,9 136,9 131,8 137,1 142,0 141,1 135,6
1976
147,1 150,0 153,4 147,1 146,5 149,4 145,7 172,5 132,2 149,0 137,7 150,5 152,2 150,1 140,8
98,5 105,1
101,6
98,4 101,1
'975 le kwartaal _. 135,7 124,0 136,9 113,1 139,0 142,1 138,9 169,9 132,0 136,0 129,5 134,4 141,7 143,2 134,6 2e kwartaal _. 135,4 126,1 142,6 112,4 138,0 141,7 136,4 168,5 129,0 135,2 130,8 135,3 :140,1 140,2 135,2 80 kwartaal _. 137,9 135,0 143,7 127,4 138,8 142,8 136,8 169,0 127,7 137,4 132,1 137,8 142,5 140,5 135,4 4e kwartaal ._ 140,2 142,4 150,8 135,1 139,9 143.7 137,6 169,1 126,9 139,1 134,8 140,9 143,6 140,5 137,2 1976
10
kwartaal _. 143,9 1.47,9 157,5 139,5 143,1 145,6 143,0 169,4 130,1 142,2 138,7 144,7 148,0 144,9 139,0
20 kwartaal _. 146,4 1.47,6 152,1 143,7 146,3 148,4 147,2 172,3 133,6 146,3 137,2 151,0 152,5 150,4 140,0 3e kwartaal _. 148,3 148,0 150,2 146,0 148,6 151,3 148,4 174,5 134,4 154,2 136,5 151,5 155,1 153,2 141,7 4e kwartaal
149,6 156,5 153,6 159,3 148,1 152,1 144,0 173,7 130,8 153,4 138,3 154,7 153,2 151,8 142,5
1977 . 1.0 kwartaal
152,5 :1.60,4 154,5 166,4 150,7 153,5 149,0 176,0 133,9 155,7 139,0 159,2 156,6 1.54,2 144,9
1976 Maart
145,8 149,6 157,7 142,5 145,0 147,1 146,0 170,3 131,8 142,9 138,9 151,0 151,1 146,7 140,2
April
145,4 145,8 156,1 136,9 145,4 147,1 146,9 171,2 133;3 143,2 137,9 151,0 151,2 148,6 139,9
Mei
145,9 147,4 150,6 144,4 145,7 147,7 146,2 172,7 133,1 144,1 135,7 151,0 151,5 14,9,3 139,8
Juni
148;1 149,6 149,5 149,7 147,9 150,4 148,5 173,0 134,3 151,5 138,1 151,0 154,7 153,2 140,3
Juli
147,9 146,2 143,9 148,4 148,5 150,9 149,5 173,8 134,9 154,0 136,3 151,0 155,4 153,7 141,0
Augustus September Oktober
148,1 148,3 152,7 144,2 148,3 150,9 147,9 174,0 134,6 153,3 136,7 151,0 154,2 152,9 141,7
_. 149,0 149,5 154,1 145,3 149,0 152,1 147,9 175,7 133,7. 155,2 136,5 152,6 155,8 1.53,0 142,5 149,7 156,9 153,1 160,4 148,2 151,9 144,8 174,7 131,2 152,6 137,4 154,7 153,7 151,6 142,6
November
_ 149,6 156,9 154,1 159,4 148,1 152,2 144,2 172,7 130,5 153,7 138,7 154,7 153,7 151,7 142,4
December
._. 149,4 155,9 153,4 158,2 148,0 152,3 143,1 173,7 130,6 153,9 138,6 154,7 152,3 152,0 142,7
1 977 Januari .
152,1 160,5 153,8 167,0 150,2 153,4 147,9 175,4 133,0 155,0 139,5 159,2 155,7 153,7 144,7
Februari
152,6 159,3 154,7 164,8 151,0 153,5 149,9 176,7 134,7 155,5 139,6 159,2 157,1 154,7 145,0
Maart
152,8 161,3 155,1 167,4 150,9 153,8 149,2 175,8 134,1 156,5 139,6 159,2 157,0 154,4 :1.45,0
Nieuwe reeks. De nieuwe indexcijfers worden berekend volgens prijzen vrij van belasting over de toegevoegde waarde; de vroegere prijzen bevatten sommige overdrachttalcsen.
--
—
VII - 3. — INDEXCIJFERS YAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1970 = 100 INHEEMSE EN INGEVOERDE INDUSTRIELE PRODUKTEN
Bron : M.E.Z.
180
180 1
Algemeen indexcijfer ................. Ingevoerde produkten — — — — Inheemse produkten
160
160
.■ I1.1. •• ..•• ...•
•••••
140
140 / /1 / / / / /
120
120 I #
••
I
... ••• ••• ...• .• ••••• 100
....• •• ,...•••
••• 100
••• ........
80
1
I
1
___I_1__1
I
I
1_
I
1
I
I
I
11
I
1
I
I
I
I
I
80
INHEEMSE EN INGEVOERDE INDUSTRIELE PRODUKTEN Prijzen in drie produktiestadia 180
180
1
Grondstoffen ...** Halffabrikaten .■
—. — Fabrikaten
160
160
40 •••
•• •••
.......
••• ..111.
140
... / / / / /
120
20
/
..•••
o•
•••
••
100
100
80
I
I 1969
I
I
I 1970
I
11 1971
I
1_1 1972
I
I
I 1973
I
1
11 1974
1
1 1975
1
I
1 1976
1
1
1 1977
I
80
-- 40 -L
YII • 4a. - PRIJSINDEXCIJFERS BIJ CONSUMPTIE IN BELGIE Basis 1971 = 100 Bron : M.E.Z.
I
-1
rt.t...-
Algemeen indexcijfe r
w•wt--
Niet.voedingsworen
--...--
Diensten
-
-
Voedingswaren
160
160
-
-
140
140
...."
/ 120
120 /
/ -
/ ■ ■ ■■ ■■ ■
■
100
100
..,... ■ .
80
-
r■--........"'''.7...............
80
1968
1972
1970
1974
1976
Maandgemiddelden of maanden
Algemeen Indexcijfer
Voedingswaren
Niet-voedingswaren
Diensten
Wegingscoëfficiënten in pct. van het algemeen indexcijfer tot februari 1972 .. van maart 1972 tot mei 1976
100,00
41,56
37,01
21,43
100,00
30,00
40,00
30,00
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975
88,89 92,23 95,84 100,00 105,45 112,78 127,08 143,31
90,64 94,83 98,13 100,00 106,60 115,15 125,94 140,08
91,41 93,18 95,67 100,00 102,80 107,58 122,69 136,55
82,78 86,62 92,69 100,00 107,61 117,28 134,02 154,07
1975
1976
1975
1976
1975
'
1976
1975
1976
le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
137,92 141,55 144,79 148,97
152,05
133,65 137,35 142,36 148,95
152,59
132,82 135,11 137,53 140,76
141,70
148,49 152,76 155,26 159,76
163,41
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
136,59 138,13 139,04 140,59 141,77 142,28 143,65 144,74 145,98 147,64 149,23 150,03
151,38 151,90 152,87 154,27 155,40
132,31 133,74 134,89 136,18 137,62 138,26 141,82 142,14 143,13 144,63 147,33 148,95
151,75 152,37 153,65 155,87 157,59
132,13 132,89 133,43 134,50 135,08 135,74 136,12 137,46 139,00 140,34 140,86 141,09
141,38 141,54 142,18 143,26 143,93
146,75 148,72 149,99 151,63 153,27 153,38 154,31 155,27 156,21
162,33 163,55 164,36 165,27 166,54
September Oktober
November Decmnber
158,28 160,03 160,97
--41-VII - 4b. - PRIJSINDEXCIJFERS BIJ CONSUMPTIE IN BELGIE Basis 2e halfjaar 1974 -
le
halfjaar 1975 = 100
(Spreiding in 4 groepen)
Bron : M.E.Z.
Algemeen indexcijfer 130
-
130
voedingswaren ,--• ■ ••- Niet-voedingswaren ........... Diensten Huur
-• -• --
/Wim-
120
120 -.-.-...-
.411100111r.
..... -•-• ......... 110
...- ••■ ••••
...j • / /.
■
..''''
■ •.'"".
110
_....................-. .---.--
1
100
D
1
1
1
M
1
1 1
1
1
1
I
1
1 D
S
t
1
I
I
M
1976
Maandgemiddelden of maanden
Wegingscoëfficiënt in pct. van het algemeen indexcijfer ...
I
1
J
1 S
I
I
100 D
1977
Algemeen Indexcijfer
Voedingswaren
Niet-voedingswaren
Diensten
Huur
100,00
25,15
42,79
27,06
5,00
108,53 109,68
•
1976 3 0 kwartaal 4e kwartaal
115,32 117,23
118,43 121,74
111,73 112,92
:1977 le kwartaal
119,57
124,55
114,05
119,37 121,23 124,32
1976 Juni
113,61 114,53 1 114,97' 116,46 116,72 117,16
116,54 116,73 1 117,25 1 121,31 120,65 121,71 122,87
111,07 111,48 111,63 112,07 112,79 112,86 113,12
116,02 118,53 119,33 120,24 120,65 121,12 121,91
107,60 107,98 108,44 109,16 109,34 109,60 110,10
124,51 125,38 123,77 121,98
113,66 114,22 114,27 115,25
123,38 124,28 125,29 127,68
113,48 117,42 117,49 118,17
Juli
Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart April
117,80 119,01
119,91 119,80
120,45
" Om van dit indexcijfer over te schakelen op basis 1971 = 100, heeft de Nationale Arbeidsraad 1,37 als overschakelingsformule aanvaard. Deze omzettingscoëfficiént wordt verplicht toegepast op elke overeenkomst
116,13
gesloten door de paritaire comités m.b.t. de koppeling van liet index. cijfer der consumptieprijzen aan de regelingslonen. Excl. de prijsevolutie van vers fruit, verse groenten en aardappelen.
- 42 VII - 4c. - PRIJSINDEXCIJFERS BIJ CONSUMPTIE IN BELGIE Basis 20 halfjaar 1974 -
halfjaar 1975 = 100
1"
(Spreiding volgens het Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen) Bron : M.B.Z.
Voedingsmiddelen, dranken en tabak 130
-
130
Kleding en schoeisel ••••••••••-- Huur en bijkomende lasten Meubels. huishoudelijke apparaten
-,----120
,.,
I
I
, ...... ....„, .iii
120
„..• ...„.............„... .... .... ........**---.**"."-...:.............................................„.....--** 110
110
1
100
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
100
Lichamelijke verzorging 130
-
130
Vervoer en verkeer Kultuur en ontspanning
--. ..--...--
Andere goederen en diensten
120
120
,iiiiii ......„,..,,..... ..... '''
..."
........ ..
9 ,..• ,o 110
110
1
100 D
1
1
1
M
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
D
S
1
1
I
1
M
1 1977
1976
1
1
1
1
1
100 D
S
Algemeen 'oen ig
Voedingsmiddelen, dranken en tabak
Kleding en schoeisel
Huur en bijkomende lasten
Mrlsels, houdeli-jke apparaten
100,00
26,42
9,61
15,14
10,46
3,98
14,21
7,61
12,57
kwartaal
115,32 117,23
118,69 122,06
111,26 113,82
113,56 114,57
109,79 111,57
116,63 117,66
117,41 118,30
112,30 114,49
117,12 117,88
1.977 le kwartaal
119,57
125,00
114,97
119,33
112,62
122,50
119,07
11.5,81
119,70
1.976 juni Juli Augustus September Oktober November December
113,61 114,53 1 114,97' 116,46 116,72 117,16 117,80
116,83 117,06 1 117,57 1 121,45 120,95 122,05 123,17
110,74 111,01 111,20 111,56 113,23 113,86 114,36
111,85 112,98 113,32 114,38 114,64 114,21 114,87
109,23 109,48 109,81 110,08 111,11 111,56 112,05
116,18 116,65 116,63 116,60 117,14 117,87 117,96
115,43 116,78 117,43 118,02 118,09 118,37 118,44
111,12 111,30 111,81 113,80 114,36 114,71 114,41
113,45 116,74 117,26 117,35 117,41 117,49 118,73
1.977 Januari Februari Maart April
119,01 119,91 119,80 120,45
124,76 125,84 124,39 122,70
114,48 114,89 115,54 116,50
117,99 120,27 119,72 120,20
112,21 112,57 113,09 11.3,78
121,99 122,66 122,85 123,02
118,88 118,80 119,53 121,24
115,39 115,72 116,33 116,81
118,69 :119,86 120,54 125,10
Maandgemiddelden of maanden
Wegingscodficiënt in pct. van het algemeen indexcijfer -.
1976 3° kwartaal 4e
,
• Om van dit indexcijfer over de schakelen op basis 1071 = 100, heeft de Nationale Arbeidsraad 1,87 als overschalcelingsformule aanvaard. Deze omzettingscoUfici8nt wordt verplicht toegepast op elke overeenkomst gesloten Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad. - Statistisch Jaarboek voor Conjoncturc
- Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Service de (InEs). - Bulletin ~snel de statistique -
Lichamelijke Ve rvoer verkee 'verzorging° e n verkeer
Andere ontspannin gg engoederen diensten
door
de paritaire comités m.b.t. de koppeling van het indexcijfer der consumptieprijzen aan de regelingslonen. van vers fruit, verse groenten en aardappelen.
1 Excl. de prijsevolutie
Belgische BconoMische Statistieken 1960-1970. - Principaux indicateurs économiques
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U.
INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS Maandgemiddelden in miljarden franken
Bron : N.I.S.
Uitvoer Invoer
120
120 7 " 's , Invoer ,' 's
/
..,
7 f'
100
100 / ....,,
li s
v
/ Uitvoer
80
80
60
60
40
40
1
1
1
1
t
1
t
1
1
1
1
Uitvoeroverschot
0
Invoeroverschot 1
—20
1
1
1
1
1
1
1
1
1
—20
INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME
Bron : N.I.S. — Berekeningen N.B.B. Basis 1970 = 100
150
/
♦
Invoer
150 /
/ Uitvoer Uitvoer
Invoer 100
100
1
1
1
1
I.
1
1
t
t
1
1
I
t
I
1
INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET — Berekeningen NBB.
Bron :
Basis 1970 = 100
Invoer 150
150 Uitvoer
100
100
1 Ruilvoet 100
100
1 68
1
1 70
I
1 72
1
I 74
1
1 76
1975
1976
1977
--44---
VIII - 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL Bron : N.I.S. Maandgemiddelden
Waarde : (miljarden franken) Invoer
Uitvoer
Handelsbalans
Bron : N.I.S. - Berekeningen N.B.B. Indexcijfers basis 1070 s 100
Percentage uitvoer invoer
invoer
uitvoer
bij invoer
bij uitvoer
hoeveelheid
pri zen ruilvoet 1
1969
41,8
42,0
-I-
0,2
101
89,9
91,2
95,6
94,7
99,1
1970
+
0,7
102
100,0
100,0
100,0
1.00,0
100,0 98,4
47,6
48,3
1971
52,4
51,7
-
0,7
99
108,8
107,2
101,2
99,6
1972
56,8
59,2
-1-
2,4
104
118,8
120,7
1L00,1
100,2
100,1
1973
71,3
72,5
-I-
1,2
102
138,4
137,8
107,1
1.08,3
101,1
1974
96,7
91,6
-
5,1
95
146,8
140,7
136,9
134,7
98,4
1975
94,2
88,1
-
6,1
94
136,1
129,9
144,4
139,8
96,8
1.976
113,6
105,4
-
8,2
93
1.54,5
146,1.
153,9
147,8
96,0
1.974 4e kwartaal
97,6
96,1
-
1,5
39
145,7
141,2
144,0
140,7
97,7
1975 le kwartaal
90,4
89,3
-
1,1
99
128,9
131,7
11.2,0
141,7
99,8
87,9
-
6,9
93
136,1
130,4
141,4
139,5
98,7
77,6
- 10,0
89
123,8
115,2
144,0
138,6
96,3
97,5
-
5,6
95
145,8
142,5
147,0
140,5
95,6
-
20 kwartaal
94,8
30 kwartaal
87,6
40 kwartaal
103,1
1976 1 0 kwartaal
108,5
99,5
9,0
92
144,9
140,9
150,8
144,6
95,9
2e kwartaal
118,1
107,5
- 10,6
91
156,4
149,9
153,5
146,8
95,6
3e kwartaal
110,4
98,8
- 11,6
89
141,3
134,8
156,1
150,1.
96,2
4 , kwartaal
117,5
115,8
--
1,7
99
159,4
159,0
155,2
1.50,1
96,7
2 maanden
103,2
93,0
-- 10,2
90
Eerste
3 maanden
108,6
99,5
-
9,1
92
144,9
140,9
:150,8
1.44,6
95,9
Eerste
4 maanden
111,3
100,9
- 10,4
91
Eerste
5 maanden
111,5
101,2
-- 10,3
91
Eerste
6 maanden
113,3
103,5
--
9,8
91
150,7
145,4
152,2
145,7
95,7
Eerste
7 maanden
111,7
101,9
-
9,8
91
Eerste
8 maanden
111,2
99,9
-- 11,3
90
Eerste
9 maanden
112,3
101,9
- 10,4
91
147,5
141,9
153,5
:1.47,2
95,9
Eerste 10 maanden
113,3
104,0
--
9,3
92
Eerste 11 maanden
113,7
104,0
-
9,7
91
12 maanden
113,6
105,4
--
8,2
93
154,5
146,1
153,9
:147,8
96,0
112,7
100,3
- 12,4
90
111,1.
:102,3
--
92
076 Eerste
1.977 le maand Eerste
2 maanden
•
8,8
indexcijfer van de uitvoerprijzen >c 100. indexcijfer van de invoerpripeen N. B. - Wat de indexcijfers van de hoeveelheid, de prijzen en de ruilvoet betreft, wijkt liet gemiddelde van de kwartaalcijfers af van liet jaarlijks indexcijfer omdat in dat laatste ook eeizoenprodukten en sommige arikelen waarvan de bewegingen sporadisch zijn, worden opgenomen. Laattijdige verbeteringen van het N.I.S. worden niet in aanmerking genomen. t
Ruilvoet
VIII • 2.
-
UITVOER VAN DE B.L.E.U. - Indeling naar de aard der produkten (Miljarden franken)
ificatie voor de Internationale handel van de O.V.N.).
•
Rouw-
Maandgemiddelden
Metaal- DierLandScheiNonverwar - en bouwkdige i estaal Textiel kundige kende produkralnen produknijvermetalen ten ten b ed di" held ven
Diamantnijverheid
Petro• lleumnijverheld
Vosdingsbedrijven
boeken
Hout en rneubejen
en
er . e i- , sp iegel- leder en Rubber greevn glas schoeisel
1969
10,97
5,96
5,22
4,02
3,83
2,13
1,93
1,27
1,25
1,08
0,81
0,80
0,41
1970
13,24 7,12
5,48
4,90
4,29
2,56
1,83
1,14
1,50
1,23
0,91
0,93 0,91
1971
15,40 6,64
6,05
5,68
'mi aal.tseencemm ent en uit gips
Bewerkte tabak
Steenkolennijverheid
Coraruiek
Cement
D
eivener-
Totaal
41,94
0,29
0,21
0,17
0,13
0,11
0,10
0,07
1,18
0,41
0,34
0,23
0,20
0,13
0,15
0,11
0,08
1,59
48,37
0,44
0,40
0,24
51,51
3,18
2,95
1,93
1,22
1,72
1,33
1,16
0,23
0,14
0,13
0,13
0,10
1,53
2,47
1,59
2,10
1,50
1,42
1,08
0,53
0,43
0,27
0,26
0,18
0,12
0,16
0,10
1,72
58,99
1,77
1,18
0,59
0,58
0,31
0,32
0,27
0,11
0,19
0,11
2,24
72,52
1972
16,95 7,66
6,91
6,73
3,25
3,56
1973
19,60 9,95
8,14
8,68
4,82
4,33
2,97
1,95
2,57
1,84
1974
22,6714,27
9,20 13,32
6,52
4,58
3,01
2,88
3,28
2,27
1,93
1,22
0,63
0,80
0,38
0,34
0,34
0,15
0,21
0,14
3,31
91,44
1,91
1,01
0,53
0,92
0,38
0,33
0,36
0,17
0,22
0,11
3,62
88,08
1975
25,7210,32
8,64 11,97
3,91
5,25
3,18
4,08
3,41
2,04
1976
32,0210,74 10,00 14,68
5,03
5,92
4,30
4,82
3,93
2,45
2,12
1,29
0,65
0,94
0,42
0,38
0,33
0,15
0,27
0,14
4,81
105,40
1974 4 5 kwartaal
24,5416,15
9,44 12,91
5,53
4,75
2,85
3,52
3,35
2,49
1,98
1,20
0,64
0,90
0,40
0,35
0,36
0,24
0,21
0,12
3,57
95,49
1975 le kwartaal 2 5 kwartaal 3e kwartaal 4 5 kwartaal
24,2513,46 26,2910,82 23,00 7,82 28,78 9,36
9,93 8,42 8,54 9,63
12,13 11,82 10,85 13,14
4,04 3,88 3,27 4,49
5,17 4,56 4,62 6,34
2,81 2,70 2,80 3,90
3,15 3,65 3,96 5,54
3,57 3,51 3,12 3,34
2,07 1,95 1,88 2,26
1,86 1,94 1,58 2,23
1,07 1,00 0,89 1,13
0,54 0,54 0,48 0,57
0,88 0,96 0,84 1,00
0,36 0,40 0,34 0,42
0,32 0,34 0,29 0,35
0,38 0,38 0,28 0,39
0,22 0,20 0,12 0,14
0,20 0,23 0,21 0,23
0,12 0,11 0,11 0,11
3,57 3,57 3,17 4,09
89,11 87,26 77,12 97,45
1976 15 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
31,1410,24 10,08 13,92 33,7511,33 10,18 14,87 8,67 14,27 27,3410,49 35,4410,97 11,12 15,50
3,87 5,13 5,01 6,09
5,84 5,54 5,38 6,78
3,80 4,39 3,96 5,03
3,49 3,46 6,65 5,69
3,53 4,19 3,91 4,05
2,42 2,52 2,26 2,60
1,99 2,16 1,76 2,54
1,16 1,34 1,19 1,48
0,60 0,66 0,64 0,70
1,00 0,97 0,79 1,00
0,36 0,47 0,39 0,46
0,34 0,42 0,37 0,40
0,34 0,31 0,30 0,38
0,14 0,13 0,15 0,18
0,24 0,30 0,25 0,28
0,09 0,16 0,17 0,17
4,56 4,70 4,30 4,09
99,15 106,98 98,25 116,45
1975 12 maanden
25,7210,32
8,64 11,97
3,91
5,25
3,18
4,08
3,41
2,04
1,91
1,01
0,53
0,92
0,38
0,33
0,36
0,17
0,22
0,11
3,62
88,08
1976 1 0 maand Eerste 2 maanden -. Eerste 3 maanden _, Eerste 4 maanden _. Eerste 5 maanden _, Eerste 6 maanden _, Eerste 7 maanden _, Eerste 8 maanden _, Eerste 9 maanden _. Eerste 10 maanden -. Eerste 11 maanden _. 12 maanden
26,96 9,88 28,57 9,74 31,1410,24 31,88 10,55 32,0510,59 32,5510,83 31,5310,66 30,5610,41 30,8910,66 31,3210,84 31,3410,74 32,0210,74
13,31 13,41 13,92 14,15 14,07 14,46 14,35 14,23 14,41 14,60 14,54 14,68
3,39 3,46 3,87 4,13 4,27 4,50 4,52 4,53 4,68 4,87 4,91 5,03
5,45 5,40 5,84 5,86 5,67 5,70 5,63 5,56 5,63 5,76 5,82 5,92
3,13 3,58 3,80 3,77 3,94 4,10 4,29 3,95 4,06 4,21 4,22 4,30
3,84 3,65 3,49 3,00 2,85 3,48 3,64 3,98 4,54 4,79 4,67 4,82
3,67 3,35 3,53 3,64 3,73 3,87 3,80 3,89 3,90 3,93 3,90 3,93
2,16 2,20 2,42 2,43 2,42 2,46 2,43 2,38 2,40 2,43 2,43 2,45
1,69 1,82 1,99 2,05 2,07 2,05 2,02 1,94 1,97 2,05 2,07 2,12
1,04 1,09 1,16 1,20 1,22 1,25 1,23 1,20 1,23 1,26 1,27 1,29
0,47 0,49 0,60 0,61 0,63 0,63 0,63 0,62 0,64 0,65 0,64 0,65
0,90 0,90 1,00 0,99 0,99 0,98 0,95 0,91 0,92 0,93 0,94 0,94
0,34 0,33 0,36 0,38 0,40 0,42 0,41 0,40 0,41 0,42 0,41 0,42
0,30 0,31 0,34 0,36 0,37 0,38 0,37 0,37 0,38 0,39 0,38 0,38
0,32 0,28 0,34 0,34 0,33 0,32 0,32 0,31 0,32 0,32 0,32 0,33
0,16 0,15 0,14 0,13 0,13 0,13 0,13 0,13 0,14 0,15 0,15 0,15
0,20 0,22 0,24 0,26 0,26 0,27 0,27 0,26 0,26 0,27 0,27 0,27
0,09 0,08 0,09 0,11 0,11 0,12 0,12 0,12 0,13 0,14 0,14 0,14
4,55 4,25 4,56 4,53 4,61 4,63 4,57 4,43 4,54 4,68 4,72 4,81
89,86 92,34 99,15 100,47 100,88 103,30 101,71 97,42 101,72 103,85 103,78 105,40
w
8,51 9,06 10,08 10,11 10,18 10,13 9,85 9,47 9,63 9,85 9,90 10,00
R - Tin inlinini aan albe nitwit& atonni, maf: an hangmine overeen. zelf« indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiviteit heeft.
De verbeteingen die in de totale gegevens van tabel VIII.I werden aangebracht, konden niet worden gespreid over de verschillende produkten.
VIII - 3. - INVOER VAN DE B.L.E.U. - Indeling naar het gebruik der produkten (Miljarden franken) Bron : N.I.S. - Berekeningen door de N.B.B. Produktiegoederen bestemd voor
Maandgemiddelden
Totaal
de de metaal- textielnijver- bedrijbeid ven
Verbruiksgoederen
diverse produktiesectoren
niet duurzame
de landbouwen de voedingsmiddelen bedrijven
de diamantnijverbeid
de houtnijverbeid
ledernijverheld
de de de de de papieren gra- tabaks- bouw- rubber- petrofische nijver- bedrij- nijver- leum nijverheld ven held raffinaheid derijen
vloeibare
scheikundige metaal- andere proproproandere dukten dukten dukten
de
brandstoffen
voedingsmiddelen Totaal
Uitrustings- Divergoede- sen 1 ren
andere
duurzame
1,60
0,85
4,93
5,10
0,05
dierplantlijke aardige proprodukten dukten
Algemeen totaal
1969
27,94 10,15
2,03
2,54
2,41
0,52
0,30
0,43
0,17
0,68
0,24
2,01
0,47
1,19
2,20
0,78
1,82
1970
31,15 11,99
1,93
3,11
1,60
0,51
0,28
0,51
0,18
0,82
0,28
2,20
0,56
1,50
2,53
1,00
2,15
9,42 1,32
1,75
0,97
5,38
6,71
0,06
47,34
1971
33,39 11,60
2,01
3,29
2,07
0,50
0,30
0,55
0,19
1,02
0,33
2,65
0,84
1,42
2,97
1,25
2,40
11,19 1,51
2,14
1,11
6,43
7,59
0,07
52,24
1972
36,02 12,25
2,22
3,37
2,33
0,64
0,34
0,55
0,20
1,08
0,31
3,37
0,72
1,59
3,33
1,14
2,58
13,25 1,85
2,32
1,32
7,76
7,91
0,06
57,24
1973
44,95 15,69
2,83
4,33
3,29
0,95
0,40
0,72
0,22
1,41
0,39
3,08
0,99
1,99
4,14
1,35
3,17
16,33 2,33
2,78
1,49
9,73
9,50
0,28
71,06
1974
64,23 19,07
3,01
5,76
3,37
1,13
0,42
1,14
0,25
2,03
0,60
7,46
2,81
3,28
7,16
1,89
4,85
19,26 2,39
3,13
1,97
11,77 11,98
0,72
96,19
1975
58,95 17,03
2,42
5,91
3,08
0,91
0,35
0,92
0,28
2,05
0,51
6,97
2,73
3,43
5,83
1,89
4,64
21,27 2,73
3,74
1,95
12,85 12,46
1,25
93,93
1976
73,03 22,60
3,20
6,46
4,43
1,26
0,46
1,14
0,33
2,24
0,56
8,55
3,30
4,08
7,56
2,03
4,82
26,51 3,45
4,69
2,27
15,99 12,76
1,32 113,62
1974 4e kwartaal
65,12 18,91
2,37
6,35
2,60
0,92
0,35
1,23
0,27
2,12
0,63
8,63
3,27
3,72
6,68
1,94
5,13
19,73 2,39
3,54
2,00
11,80 12,55
0,76
1975 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
54,11 57,08 52,24 65,41
16,11 17,24 14,77 18,95
2,49 2,40 2,10 2,69
5,94 5,55 5,17 6,84
2,58 3,21 2,58 3,80
0,84 0,94 0,79 1,07
0,41 0,36 0,28 0,35
1,03 0,94 0,76 0,93
0,27 0,30 0,24 0,29
1,83 2,11 1,90 2,18
0,53 0,53 0,44 0,52
5,70 6,28 7,59 8,05
1,44 1,73 1,90 2,89
3,54 5,10 1,93 3,42 5,39 1,96 2,60 4,39 1,67 3,64 6,70 1,90
4,37 4,74 4,62 4,61
20,14 20,67 20,27 22,94
2,49 2,67 2,49 3,16
3,10 3,70 3,50 4,25
2,00 1,89 1,86 2,10
12,55 12,41 12,41 13,43
11,44 12,31 10.85 13,92
1,26 86,95 1,42 91,48 1,47 84,83 0,82 103,09
1976 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
65,82.20,51 75,27 23,99 67,51 20,53 74,67 23,36
3,25 3,54 2,89 3,08
5,91 5,96 6,36 7,28
4,27 4,83 4,10 4,49
1,19 1,28 1,11 1,43
0,48 0,50 0,40 0,45
1,09 1,21 1,03 1,18
0,33 0,30 0,31 0,35
2,08 2,31 2,00 2,38
0,61 5,90 0,53 7,92 0,48 10,29 0,59 8,88
2,34 4,27 1,56 2,63
4,06 7,11 1,89 4,01 7,76 2,01 3,56 6,66 1,79 4,31 7,26 2,23
4,80 4,85 4,44 4,78
25,35 25,68 24,44 27,91
3,26 3,30 3,10 3,66
4,05 4,60 4,68 5,24
2,32 2,15 1,92 2,33
15,72 15,63 14,74 16,57
12,14 12,65 11,43 13,52
1,19 1,26 1,44 1,34
1 Rubriek die vooral produkten omvat waarvoor een vertrouwelijk tarief geldt. N. B. De verbeteringen die in de totale gegevens van tabel VIII-1 werden aangebracht, konden niet worden gespreid over de verschillende goederensoorten. -
8,53 1,15
41,62
98,16
104,50 114,86 104,82 117,45
VIII • 4a. - INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID * Basis 1970 = 100 Bron : N.I.S. - Berekeningen door de N.B.B. 1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1974
1975
1976
4e kwart.
le kwart. 12e kwart. 1 3e kwart. 14e kwart.
le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
1976
INVOER (C.I F.) - Indeling naar het gebruik der produkten
Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen Totaal ...
95,5 96,6 96,1
100,0 100,0 100,0
100,7 101,7 304,3
97,5 104,3 107,0
106,0 109,4 110,4
148,4 120,9 118,0
152,3 131,1 130,4
162,7 140,4 136,1
157,4 127,1 121,2
150,9 127,8 125,8
149,0 127,9 128,6
152,1 131,8 132,2
155,1 134,9 133,3
159,0 137,8 136,8
163,1 137,8 136,9
165,2 142,1 136,1
163,4 143,4 135,1
95,6
100,0
101,2
100,1
107,1
136,9
144,4
153,9
144,0
142,0
141,4
144,0
147,0
150,8
153,5
156,1
155,2
UITVOER (F.O.B.)
-
ndeling naar de aard der produkten
Ijzer- en st aalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Non-f errometalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Bouwmaterialen uit cement en uit gips Groeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsm iddelenbedrij ven Diversen
83,4 94,0 93,9 100,8 99,6_ 67,2 103,2 106,6 104,6 92,9
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
95,4 103,1 79,9 98,5 98,7 89,8 111,6 99,6 105,3 112,9
94,2 105,4 75,6 101,7 97,9 80,8 107,6 97,3 111,0 119,6
109,2 109,6 93,7 108,6 101,7 79,8 118,6 101,9 120,7 124,7
149,8 124,3 129,6 126,7 141,2 118,8 218,8 110,1 126,0 155,5
143,8 139,3 94,7 126,7 145,6 146,4 260,6 118,9 133,8 157,4
147,1 148,4 103,6 130,8 151,3 171,1 307,5 118,8 145,4 164,2
165,1 130,5 116,8 131,2 144,7 144,3 244,9 115,4 126,9 166,5
158,3 137,2 97,6 129,6 149,8 163,2 225,1 116,8 130,4 158,3
144,1 136,9 92,8 125,4 147,8 116,3 254,9 119,6 132,8 160,0
137,4 139,0 95,4 126,7 140,9 153,0 268,2 119,0 135,3 163,4
133,2 143,1 93,8 125,6 142,0 153,1 282,9 120,2 141,1 160,5
138,6 145,7 94,2 128,3 151,9 162,4 298,4 120,0 147,3 166,4
147,8 148,5 102,1 128,5 152,7 176,4 302,0 120,6 143,8 166',5
153,6 144,6 110,7 132,9 152,4 137,8 313,5 120,9 147,2 165,0
149,0 150,2 105,9 133,4 151,3 150,2 311,9 120,7 146,9 167,6
98,4 95,8 93,6 95,5 103,4 96,6 97,9 98,4 96,2 85,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,1 104,6 110,6 99,6 96,1 102,2 94,5 103,3 105,1 127,5
102,1 107,1 117,7 103,0 106,4 99,9 111,6 107,0 103,7 119,3
105,7 111,1 127,6 110,8 119,1 104,8 140,6 112,8 114,6 129,2
117,9 124,8 150,1 128,1 116,0 137,7 137,4 133,9 136,4 163,6
133,9 136,0 176,7 136,0 118,0 148,9 146,5 143,8 145,9 175,8
147,0 141,8 190,5 141,3 137,9 148,6 140,1 147,4 143,4 197,6
125,3 132,7 160,8 134,0 116,7 152,7 138,9 140,4 148,1 178,8
129,6 131,5 171,9 134,4 118,1 152,3 145,1 144,3 150,9 197,3
134,2 133,9 173,4 134,6 113,3 150,8 151,4 143,4 146,5 202,7
135,2 138,5 176,7 136,4 119,6 147,8 140,6 144,2 142,3 168,6
137,2 146,8 175,0 139,0 120,4 148,0 147,4 143,9 143,1 179,4
142,9 144,2 186,2 137,8 128,3 148,8 145,2 145,2 141,7 196,7
143,8 142,5 184,3 141,0 139,9 146,5 129,2 147,3 140,5 193,0
149,7 145,0 193,7 143,9 146,9 150,1 140,5 147,4 144,0 187,9
151,3 143,2 198,3 144,3 144,1 149,0 144,3 149,1 148,5 211,5
Totaal ...
94,7
100,0
99,6
100,2
108,3
134,7
139,8
147,8
140,7
141,7
139,5
138,6
140,5
144,6
146,8
150,1
150,1
96,3
95,6
95,9
95,6
96,2
96,7
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 1 Totaal .'.:
99,1
100,0
98,4
100,1
101,1
98,4
96,8
I 1 Indexcijfers van de ruilvoet • Zie N.B. van tabel VIII - 1.
indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.) indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.)
96,0
1 1 97,7
99,8
98,7
I
VIII - 4b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME 1 Basis 1970 = 100 Bron : N.I.S. - Berekeningen door de N.B.B. 1969
1970
1971
1972
i
1974
1975
1976
1975
1974 1973
1973 9e kwart.
le kwart.
2e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
Ie kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
INVOER (C.I.F.) - Indeling naar bet gebruik der produkten
Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen Totaal
157,8 133,8
136,9 168,5 158,7
123,1 172,2 146,0
138,4
146,8
136,1
90,4 93,5 79,6
100,0 100,0 100,0
105,4
114,5
132,7
116,7 111,0
134,6 113,2
89,9
100,0
108,8
118,8
100,5 89,2
Non-ferrometalen
95,0
Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid
94,5 85,2
Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Bouwmaterialen en uit gips
uit
Rubber Voedingsmiddelenbedrijven Diversen Totaal
115,3 92,6 112,2 116,3 97,4
114,1 122,0 99,9 123,8 139,1 95,4 130,1 118,9
95,8 97,6 109,4
100,0
103,0
84,9 94,1 93,8
100,0 100,0 100,0
113,1 99,8 105,2
126,4
93,6
100,0 100,0
127,9 113,1
100,7
100,0 100,0
105,2 111,8
152,1 121,1 122,1
89,2 86,4 78,6
100,0 100,0 100,0
115,5
91,2
100,0
cement
Bewerkte tabak
van tabel
100,0 100,0 100,0 100,0
'97,8
100,0 100,0
79,8 85,1
Groeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken
1 Zie N.B.
111,8 108,4 80,9
100,0 100,0 100,0
98,0 90,9
123,9 99,3
109,3 122,0
127,8 137,7 120,6 134,3 175,5 93,1 144,4
133,6 140,9 117,6 130,1 190,1 85,4
100,6 141,3 103,0 121,8 166,3 74,2 136,5 88,2
172,0 151,2
154,5
145,7
128,9
136,1
-
102,2 163,9 119,9 137,4 195,2 56,0 140,3
199,6 146,1
208,4 160,9
144,9
156,4
141,3
159,4
98,6
103,2
154,1 119,5 136,9 186,7
161,6 100,9 140,1
108,1 173,4
96,1 140,3 112,3 117,3
103,0 180,4 142,6
Indeling naar de aard der produkten
137,3 146,5 110,2 128,7 175,7 114,7
119,0 136,5 102,3 123,2 164,4 90,4
105,1 147,8 103,7 119,8 161,0 111,9 124,9
80,2 126,8 86,8 106,4 156,3 55,8 129,5 77,4
59,4
183,6 54,5
136,7 72,9
170,3 98,0 180,4 71,0
105,2 100,9 163,4
106,5 103,9
124,8 120,6
118,3 107,2
114,9 127,7 99,8
109,8 175,7
115,8 173,8
113,2
113,9 134,7
112,6 146,2
150,9 87,3
161,5 61,3
127,6 124,9 125,4
130,6 125,6
122,5
154,6 108,4 121,1
180,3 112,6
163,8 128,2 143,1
191,9 216,1
185,4 215,5
205,1
120,2 205,4
214,2
208,1
196,5 226,7
157,2 196,7
208,1 235,8
181,9 230,8
106,8
106,2
148,4 118,4 131,8
141,3 127,9 125,2
119,5
176,3 118,6
166,1
153,1 70,0
116,5 111,9
112,7 158,5 103,6
148,2
114,4
118,2 98,3 152,8 110,9
86,7 139,1 66,4 124,1 126,7 120,4 159,0 114,8 114,2
56,5
125,0 141,8 196,7 49,3 102,9 114,1 152,9 110,8 141,6 138,5 143,7
189,4 70,1 190,8 101,5 147,4
149,9 206,5 74,8 162,7
120,8
127,1 181,7 121,9
122,4 111,4
126,7 135,0
112,5
126,9
184,3 113,6
146,7 105,7
155,0 186,3
135,8 166,0
207,9 112,4 157,2
220,9
179,1 185,3
109,1 76,0
133,2 135,1 88,8
173,7 150,8
193,4 200,3 163,2
186,1 133,1
154,0 122,6
160,9 115,2
163,5 111,6
160,1
120,0
158,8 115,1
149,3
105,9
107,9
129,5
169,0 127,2
202,8 135,5
107,2
120,7
137,8
140,7
129,9
146,1
141,2
131,7
130,4
115,2
142,5
140,9
149,9
124,0
144,2
129,4 183,2 133,6
126,5 107,8
114,2 115,3 141,4
142,4 151,0
145,8
110,2
121,3 95,7
120,1 139,6
128,9 144,7
123,8
121,8
200,8 147,3
114,7 168,8 141,1
UITVOER (F O.B.)
Ijzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven .
130,0 196,5 142,1
145,0
165,3 129,5
133,3 181,8 150,9
133,9 166,3 168,5
141,4
207,1 230,8 185,6
123,8
148,0
134,8
159,0
- 49 -
VIII • 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (Miljarden franken) Bron : N.I.S. Bondsrepubliek Duitsland Maandgemiddelden
Frankrijk
Nederland
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
9,65 11,05 13,18 13,86 17,69 21,44 20,70 25,62
9,60 11,91 13,08 14,71 17,15 19,71 19,62 24,50
+ + -
0,05 0,86 0,10 0,85 0,54 1,73 1,08 1,12
6,62 8,11 9,28 11,08 13,38 16,66 16,39 18,51
8,81 9,58 10,24 12,03 15,07 18,31 16,84 22,15
+ 2,19 + 1,47 + 0,96 + 0,95 + 1,69 + 1,65 +.0,45 + 3,64
5,94 6,92 8,49 9,08 11,48 15,97 15,76 19,61
8,12 9,37 9,85 11,01 12,94 15,73 15,08 17,87
+ 2,18 + 2,45 + 1,36 + 1,93 + 1,46 - 0,24 - 0,68 - 1,74
1971 40 kwartaal 1975 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1976 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
21,46 20,15 21,00 18,97 22,68 24,62 26,04 24,21 27,61
20,10 19,05 19,92 18,00 21,52 23,53 25,47 23,59 25,43
1,36 1,10 1,08 0,97 1,16 1,09 0,57 0,62 2,18
17,15 16,12 17,23 14,47 17,75 19,12 19,85 16,09 19,00
18,27 16,03 17,04 14,51 19,79 21,93 23,52 19,59 23,57
+1,12 - 0,09 - 0,19 + 0,04 + 2,04 + 2,81 + 3,67 + 3,50 + 4,57
15,95 15,75 15,79 14,75 16,85 19,79 18,54 15,74 24,36
16,96 15,00 15,43 13,42 16,47 16,26 18,04 16,60 20,57
+ 1,01
1976 Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1.977 le maand Eerste 2 maanden
23,26 24,62 25,48 25,45 25,33 24,95 24,51 24,96 25,38 25,52 25,62 24,16 25,29
21,81 23,53 23,97 24,00 24,50 24,11 23,75 24,19 24,50 24,35 24,50 21,47 22,49
1,45 1,09 1,51 1,45 0,83 0,84 0,76 0,77 0,88 1,17 1,12 2,69 2,80
17,96 19,12 19,34 19,19 19,48 19,14 18,36 18,35 18,47 18,43 18,51 17,72 18,58
20,10 21,93 22,23 22,40 22,73 22,34 21,39 21,68 22,02 22,08 22,15 21,13 20,85
+ 2,14 + 2,81 + 2,89 + 3,21 + 3,25 + 3,20 + 3,03 + 3,33 + 3,55 + 3,65 + 3,64 + 3,41 + 2,27
18,17 19,79 20,41 20,11 19,17 18,17 17,91 18,03 18,93 19,09 19,61 16,96
15,36 16,26 16,77 16,86 17,15 16,65 16,36 16,96 17,36 17,49 17,87 16,35
15,49
16,56
- 2,81 - 3,53 - 3,64 - 3,25 - 2,02 - 1,52 - 1,55 - 1,07 - 1,57 - 1,60 - 1,74 - 0,61 + 1,07
Verenigd Koninl rijk
Italië
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1974 40 kwartaal 1975 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1976 le kwartaal 2 0 kwartaal 30 kwartaal 4 0 kwartaal
1976 Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1977 le maand Eerste 2 maanden
invoer
uitvoer
1,68 1,77 2,06 2,37 2,68 3,62 3,67 4,34
1,80 2,27 2,25 2,70 3,50 4,10 3,54 4,99
3,62 3,43 3,55 3,83 3,87 4,12 .4,27 4,46 4,53
3,80 3,19 3,18 3,02 4,78 4,66 5,06 4,49 5,76
3,83 4,12 4,14 4,16 4,20 4,23 4,26 4,28 4,36 4,34 4,34 4,09 4,56
4,12 4,66 4,75 4,72 4,86 4,80 4,65 4,74 4,85 4,88 4,99 5,75 5,57
handelsbalans
E.E.G. 1
handels. balans
invoer
uitvoer
handelsbalans
1,21 0,99 1,38 1,00 1,29 0,62 0,14 1,31
27,09 31,04 36,63 40,42 50,20 63,92 63,09 76,73
30,61 35,31 37,89 43,74 53,02 64,07 62,13 77,68
+ 3,52 + 4,27 + 1,26 + 3,32 + 2,82 + 0,15 - 0,96 + 0,95
5,76 5,77 5,51 5,14 6,33 5,52 6,01 6,04 7,88
+ 0,36 + 0,42 - 0,46 + 0,02 - 0,54 - 2,04 - 2,14 - 0,81 - 0,25
64,32 61,53 64,19 57,86 68,88 76,10 77,94 68,23 84,62
66,12 60,41 62,30 55,17 70,63 73,59 79,59 72,31 85,24
+1,80 - 1,12 - 1,89 - 2,69 + 1,75 - 2,51 + 1,65 + 4,08 + 0,62
5,46 5,52 5,64 5,53 5,76 5,81 5,73 5,86 6,18 6,17 6,36 5,78 6,11
1,40 2,04 2,08 2,22 2,10 1,88 1,86 1,66 1,48 1,56 1,31 2,31 2,18
70,94 76,10 78,02 77,63 77,02 75,15 73,58 74,09 75,73 76,07 76,73 71,79 73,05
68,40 73,59 74,97 75,05 76,59 75,31 73,50 75,16 76,71 76,76 77,68
- 2,54 - 2,51 - 3,05 - 2,58 - 0,43 + 0,16 - 0,08 + 1,07 + 0,98 + 0,69 + 0,95 + 0,29 + 0,24
invoer
uitvoer
+ 1++++++
Maandgemiddelden
- 0,75 - 0,36 - 1,33 - 0,38 - 3,53 - 0,50 + 0,86 - 3,79
0,12 0,50 0,19 0,33 0,82 0,48 0,13 0,65
2,90 2,75 3,22 3,63 4,65 5,57 5,83 7,67
1,69 1,76 1,84 2,63 3,36 4,95 5,69 6,36
+ + ▪ ▪ • ▪
0,18 0,24 0,37 0,81 0,91 0,54 0,79 0,03 1,23
5,40 5,35 5,97 5,12 6,87 7,56 8,15 6,85 8,13
+ + + + + + + + + + +
0,29 0,54 .0,61 0,56 0,66 0,57 0,39 0,46 0,49 0,54 0,65
6,86 7,56 7,72 7,75 7,86 7,69 7,59 7,52 7,66 7,73 7,67
+ 1,66 + 1,01
8,09 8,29
1 Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Nederland, Italië, Verenigd Koninkrijk; Ierland, Denemarken.
.-
72,08 73,29
VIII • 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (Miljarden franken) Bron : N.I.S. Totaal Europese O.E.S.O.-landen Maand gemidd elden
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1974 40 kwartaal 1975 1° kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1976 10 kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal 1976 Eerste 2 maanden
Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1977 10 maand Eerste 2 maanden
invoer
uitvoer
handelsbalans
29,35 1 33,61 39,51 43,66 54,45 69,74 69,31 83,15 70,9] 67,68 70,58 63,67 75,43 82,73 84,24 74,43 91,19 77,41 82,73 84,61 84,12 83,48 81,53 79,93 80,46 82,12 82,47 83,15 77,62 78,77
33,79 1 39,41 41,68 48,43 58,97 71,96 69,52 86,09 74,65 68,46 69,70 61,54 78,38 81,70 87,60 80,18 94,89 75,43 81,70 82,64 82,75 84,65 83,17 81,32 83,16 84,88 84,98 86,09
+ 4,44 1
80,91 82,04
• 3,29 -1- 3,27
+ 5,80 + 2,17 A 4,77 -
+ 4,52
+ 2,22 + 0,21 + 2,94 + 3,74 + 0,78 -- 0,88 -- 2,13 -1- 2,95 - - 1,03 ▪ 3,36 + 5,75 ▪ 3,70
+ + + + + + +
1,98 1,03 1,97 1,37 1,17 1,64 1,39 2,70 2,76 2,51 2,94
Latijns-Amerika 2 Maandgemiddelden
uitvoer
3,19 4.15 3,34 3,20 4,03 6,29 5,97 6,97
2,90 2,90 3,44 3,61 4,07 5,13 3,60 3,74
5,58
5,36
6,08 5,49 4,99 7,32 6,37 7,25 6,49 7,76 6,01 6,37 6,56 6,67 6,81 6,69 6,67 6,71 6,82 6,87 6,97 6,93 6,85
3,61 3,52 2,89 4,38 3,52 3,65 3,47 4,33 3,33 3,52 3,52 3,56 3,59 3,56 3,43 3,55 3,67 3,68 3,74 3,65 3,95
handelsbalans
invoer
uitvoer
1,28 1,57 1,41 1,20 1,55 1,88 1,70 2,45
0,75
1,80 1,95 1,18 1,10 1,92 2,47
0,40 0,50 0,55 0,47 0,49 0,65 0,54 0,50
1,98 1,39 1,63 1,81 1,94 1,96 2,57 2,88 2,37
2,87 2,89 1,78 1,82 2,14 1,61 1,68 1,61 1,66
- 0,53 - 0,68 - 0,38 - 0,03 - 0,22 + 0,55 4- 0,46 - 0,81 ▪ 0,89 + 1,50 + 0,15 + 0,01 + 0,20 - 0,35 - 0,89 - 1,27 - 0,71
1,71 1,96 2,07 2,14 2,27 2,27 2,40 2,47 2,48 2,48 2,45
1,43 1,61 1,58 1,65 1,65 1,63 1,62 1,63 1,65 1,61 1,64
2,08 2,13
1,20 1,39
1976 Eerste 2 maanden
Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
1977 1° maand Eerste 2 maanden
0,89 1,03 1,17 1,33 2,43 2,16 1,64
Landen van hot sterlinggebied exclusief let Verenigd Koninkrijk
handelsbalans
invoer
uitvoer
+ + + -
2,31 2,33 2,36 2,29 2,78 4,31 3,77 4,96 4,74 3,04 4,15 3,50 4,38 4,95 5,11 4,73 5,05 5,19 4,95 4,92 4,85 5,03 4,98 4,90 4,93 4,96 4,94 4,96 6,52 6,13
1,24 1,39 1,47 1,45 2,05 3,03 3,22 3,90 3,23
-
1,07 0,94 0,89 0,84 0,73 1,28 0,55 1,06 1,51
3,96 3,14 2,78 2,98 3,76 3,97 3,72 4,15 3,63 3,76 3,73 3,78 3,87 3,85 3,80 3,82 3,85 3,83 3,90 3,91 4,18
• ---
0,92 1,01 0,72 1,40 1,19
0,29 1,25 0,10 0,41 0,04 1,16 2,37 3,23 0,22 2,47 1,97 2,10 2,94 2,85 3,60 3,02 3,43 2,68 2,85 3,04 3,11 3,22 3,13 3,24 3,16 3,15 3,19 3,23 3,28 2,90
Rep. Zaire, Rwanda en Burundi
uitvoer
4e kwartaal
1
invoer
invoer
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 :L974 4e kwartaal 1975 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1976 le kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal
2
Verenigde Staten van Amerika
-
0,28 0,35 0,49 0,49 0,62 0,64 0,78 0,84 0,83 0,87 0,81 0,88 0,74
1,39 2,01
1,76 1,08 1,51 1,54 1,44 1,21 1,98
0,82
2,44 2,41
0,75 0,54 0,34 0,53 0,41 0,53 0,48 0,54
0,86 1,21 1,30 1,47 1,60 1,79 1,89 1,88 1,98 2,06 2,01
0,36 0,41 0,44 0,44 0,47 0,47 0,47 0,51 0,49 0,48 0,50
2,17 1,91
0,53 0,57
handelsbalans
-
1,40 1,45 0,63 0,63 1,43 1,82 0,85 1,51 0,94 0,35 0,97 1,20 0,91
---
0,80 1,45 1,96 1,87
-
0,50 0,80 0,86 1,03 1,13 1,32 1,42 1,37 1,49 1,58 1,51 1,64 1,34
handelsbalans
- 1,14 - 1,01 --- 0,90
- 2,61 - 1,95
Comecon invoer
uitvoer
0,65 0,74 0,88 0,97 1,26 1,85 1,89 1,89
2,10
0,62 0,71 0,75 0,99 1,62 2,69 2,60 2,54 3,05
1,99 1,92 1,78 1,88 2,02 2,02 1,73 1,80
3,25 2,65 2,09 2,42 2,29 2,43 2,65 2,80
1,99 2,02 2,04 1,94 2,02 1,95 1,89 1,92 1,90 1,88 1,89
2,22 2,29 2,30 2,30 2,36 2,36 2,41 2,46 2,52 2,46 2,54
1,71 1,75
2,50 2,53
handelsbalans
+ ▪ + + + + + ▪ + + + + + +
0,03 0,03 0,13 0,02 0,36 0,84 0,71 0,65 0,95 1,25 0,73 0,31 0,54 0,27 0,41 0,92 1,00
+ 0,23 + 0,27 + 0,26
+ 0,36 + 0,34 + 0,41 + 0,52 + 0,54 + 0,62 -j- 0,58 4- 0,65 + 0,79 + 0,78
Finland niet inbegrepen. Zuid-Amerika, Midden-Amerika en Mexico.
Bibliografische referenties : Maandelijks bulletin over de buitenlandse handel van do B.L.E.U. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgi ch Handelstijdschrift van do Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. - Belgische Economische
Statistieken 1960-1970. - Statistische tijdschriften : Commerce exterieur (O.E.S.O.), Statistica' Papers : Direction of International Trade (O.V.N.), Eurostat (Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeen-
schappen).
IX. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE 1. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Jaarcijfers (Miljarden franken) 1976 v 1973
1974
1975
1970
1971
1972
+ 23,9 + 9,7 + 5,0 ... + 1,5 0,9 7,2 3,4 0,6
...
+ 20,8 + 13,9 + 6,4 + 0,1 + 3,8 - 0,2 + 0,6 - 10,2 + 4,2 + 3,4
+ 29,3 + 13,7 + 3,1 + 0,3 + 4,8 - 0,2 + 0,1 - 12,4 + 7,4 + 8,5
Totaal 1
3,9 1,8 I 43,5
- -
+ 4,2 + 2,3 + 49,3
15,3 + 5,0 + 4,9 + 5,] + 5,5 9,4 + 5,9 91,4 79,4 + 12,0 + 0,4 + 3,3 + 0,4 + 4,3 + 60,0 + 57,1 + 50,4 + 46,4 1.455,0 1.447,2 + 7,8
Totaal 2
+ 6,6 - 14,4 - 7,8
+ 6,8 - 14,8 - 8,0
+ 8,1 + 11,5 + 6,8 + 7,1 - 16,9 - 23,6 - 21,4 - 28,6 - 8,8 -12,1 - 14,6 - 21,5
31,4 3,5 34,9
21,5 + 9,9 33,1 - 29,6 54,6 - 19,7
+ -
1,8 1,9 0,6
-
2,5 - 1,4 - 1,5 - 1,5 6,5 - 1,5 - 0,9 + 0,6 1,6 - 1,5 - 1,5 - 3,3
1,8 ...
1,2 - 1,2 1,6 + 0,2 2,1 - 2,1
-
... 0,7
... - 11,0
•• • •• • •• • •• • •• • •• • - 10,7 - 4,4 - 3,9 - 4,2
... ... 1,8
... ... ... ... 4,9 - 3,1
+
2,4 0,3
-
1,2 - 1,3 + 1,1 + 1,5 1,0 - 1,6 - 2,1 - 1,7
1,6 7,7
1,4 + 0,2 0,6 + 7,1
Ontvangsten
Uitgaven
Saldo
1. Goederen- en dienstentransacties :
1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.14 Niet-monetair goud 1.2 Vrachtkosten 2 1.3 Verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Niet elders vermelde overheidstransacties 3 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige
+ + -I-
+ +
+ 27,4 + 17,0 + 5,3 - 1,4 + 3,2 - 0,3 - 0,2 -16,6 + 7,2 + 7,3
+11,3 + 16,9 + 13,9 - 7,3 + 3,7 - 0,5 - 0,5 - 17,9 + 12,1 + 13,2
- 15,3 + 15,8 + 16,8 + 1,0 + 6,7 - 0,5 + 0,7 - 20,1 + 16,4 + 15,1
990,7 1.066,2 - 75,5 31,7 10,3 + 21,4 21,5 - + 21,5 9,9 13,1 - 3,2 53,4 45,5 + 7,9 1,3 1,7 - 0,4 20,2 20,1 + 0,1 35,3 59,2 - 23,9 155,3 131,8 + 23,5 29,0 10,5 + 18,5
2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat 3. Kapitaalverkeer van de overheid :
Staat 4 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden
3.1
Totaal 3
2,0 7,8 1,2
-
4. Kapitaalverkeer van de bedrijven 5 en particulieren :
4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten (nettocijfers) 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige (nettocijfers) 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. • 4.321 Effecten (nettocijfers) 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige (nettocijfers) 4.33 Niet- onderscheiden investeringen en beleggingen (nettocijfers) Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen (netto) Totaal 1 tot 5
0,5 1,2
-
- 15,7 - 7,8 - 0,9 2,7
- 23,6 - 8,8 - 1,2 - 1,3
- 36,0 - 6,5 - 1,5 - 1,5
- 31,4 - 6,7 - 3,6 - 6,6
- 15,4 - 14,5 - 3,8 - 12,6
- 36,1 - 5,5 - 3,0 - 3,2
2,8 2,4 -
11,4 14,1 4,6 17,4
- 11,4 - 11,3 - 2,2 -17,4
+ 1,3 + 15,9 ... 1,8
+ 5,1 + 21,8 -1- 0,3 + 0,1
+ 4,1 + 17,7 + 0,9 + 4,8
+ 3,4 + 27,5 + 3,2 + 4,0
- 2,9 + 41,8 + 2,1 + 1,2
+ 1,6 + 33,9 + 1,4 + 4,3
0,6 32,6 3,5 8,9
2,8 1,0 -
+ 0,6 + 29,8 + 2,5 + 8,9
... - 13,8 1,2 + 20,0
-
... ... ... ... - 20,2 - 13,1 - 5,1 - 6,8 - 0,5 + 6,8 + 3,7 + 11,2
... 60,1 4,8
-I- 20,4
+
4,8
-
+
3,8 0,7 0,7 11,4
... 9,3 0,6
+ 19,8
+ 34,3
+30,5
+25,1
... 53,3 + 6,8 - + 4,8
1.556,6 1.560,0 -
3,4
B. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de overwegend geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutatie van de goudvoorraad en de netto deviezenpositie van de overwegend geldscheppende instellingen : 6.21 Belgische en Luxemburgse banken : 6.211 In Belgische en Luxemb. franken 6.212 In buitenlandse geldsoorten 6 6.22 Diverse instellingen 6.23 N.B.B. 6 p.m. Mutatie van de bijzondere trekkingsrechten voortvloeiend uit toekenningen .
+ + (-1-
3,0
-
- 4,5 + 1,3 - 2,7 + 26,4
- 5,2 + 10,6 + 0,5 + 17,5
3,5) (+
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. dat de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer erin begrepen zijn. Incl., vanaf januari 1972, de uitgaven voor militair materieel. 2 De ontvangsten en uitgaven van deze rubriek omvatten slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kon niet worden gescheiden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van de rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer a (cf. noot 1). 3 Vanaf 1972, exclusief de uitgaven voor militair materieel.
0,7 + 1,0 + 5,9 + 0,7
3,5) (+
3,4)
-
-
+ 2,6
- 13,8 + 10,9 - 0,2 + 36,4
+ 2,6 + 13,9 + 0,6 + 7,5
- 6,2 + 12,0 + 0,4 + 18,2
-
-
+ 3,7 + 13,5 - 0,5 - 22,7
-
-
-
-
-
-
4 Incl. het Wegenfonds. 5
Andere dan de overwegend geldscheppende instellingen.
6 Vanaf januari 1974 zijn deze cijfers berekend op basis van de mutatie van de
nettotegoeden op het buitenland in buitenlandse geldsoorten, omgezet in Belgische franken tegen de wisselkoersen van de periode; zij houden geen rekening met de boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse geldsoorten kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode.
IX • 2.
-
ALGEMENE BETALINGSBALANS Saldi per kwartaal (Miljarden franken) 1975
1974 40 kwartaal
le kwartaal
2e kw artaal
1976 ro
3e kwartaal
40 kwartaal
10 kwartaal
20 kwartaal
30 kwartaal
40 kwartaal •
1. Goederen- en dienstentransacties :
1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer I 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage 1.14 Niet-monetair goud 1.2 Vrachtkosten 2 1.3 Verzekeringskasten voor goederen vervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Niet elders vermelde overheidstransacties 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige Totaal 1
+ 9,2 + 4,4 + 2,6 + 0,2 + 1,7
- 5,4 + 4,2 + 6,7 + 0,4 + 1,6
- 8,7 + 3,1 + 2,2 + 1,2 + 1,9
-10,4 + 4,1 + 5,3 - 0,8 + 1,5
-25,8 + 3,7 + 3,1 - 1,0 + 1,5
-12,2 + 6,1 + 5,7 - 1,2 + 2,1
-25,3 + 6,0 + 3,3 - 0,4 + 1,9
-12,2 + 5,6 + 9,4 - 0,6 + 2,4
+ 0,2 - 2,1 + 4,9
- 0,1 - 0,1 - 3,8 + 4,3
- 0,3 + 0,6 - 5,1 + 0,8
- 0,1 + 0,1 - 9,7 + 6,1
... + 0,1 - 1,5 + 5,2
... + 0,2 - 4,1 + 4,9
- 0,1 - 0,2 - 6,3 + 5,8
- 0,2 - 0,2 -11,1 + 5,3
- 0,1 + 0,3 - 2,4 + 7,5
+ 3,8
+ 3,4
+ 3,8
+ 3,6
+ 4,3
+ 5,0
+ 4,7
+ 5,0
+ 3,8
+ 1,3 ... +18,7
+ 1,4 + 0,8 +24,0
+17 + 1,0 +10,0
+ 1,6 - 0,4 + 0,9
+ 0,8 + 2,9 +11,5
+12 + 0,5 -10,8
+15 + 2,6 + 8,5
+ 1,5 + 4,5 - 9,7
+1,7. + 4,4 +19,8
+ 1,0 - 5,8 - 4,8
+ 1,4 - 6,1 - 4,7
+ 0,3 - 7,5 - 7,2
+ 2,4 - 6,9 - 4,5
+ 3,0 - 8,1 - 5,1
+ 1,5 - 7,0 - 5,5
+ 2,8 - 8,1 - 5,3
+ 3,5 - 7,5 - 4,0
+ 2,1 - 7,0 - 4,9
- 0,2 - 0,4 - 0,7
- 0,5 - 0,6 ...
- 0,5 + 0,9 - 1,3
- 0,2 - 0,3 - 0,1
- 0,3 + 0,6 - 1,9
- 0,3 - 0,2 - 0,1
- 0,5 + 0,4 - 0,2
- 0,2 - 0,2 - 0,6
- 0,2 + 0,2 - 1,2
... ... - 1,3
•• • •• . - 1,1
•• • •• • - 0,9
•• • •• • - 0,6
•• • •• • - 1,6
•• • •• • - 0,6
•• • •• • - 0,3
•• • •• • - 1,0
... ... - 1,2
...
+ 0,5
...
+ 0,1
+ 0,9
+ 0,4
- 0,3
+ 0,4
- 0,3
- 0,2
+ 1,0
- 1,7
- 0,6
- 0,4
+ 1,1
+ 3,9
+ 0,1
+ 2,0
-
-
8,8 2,0 0,7 1,6
-11,1 - 2,9 - 0,9 ...
- 6,2 ... - 0,5 - 0,5
-10,0 - 0,6 - 0,9 - 1,1
-10,3 - 3,9 - 0,5 - 0,7
+ 3,6 - 3,0 - 0,6 - 4,5
-
-
- 0,1 +10,2 + 0,9 - 3,3
+ 0,9 + 7,5 + 0,3 + 2,2
- 0,1 + 7,5 + 0,3 + 0,2
+ + + +
0,5 7,0 0,3 0,2
+ 0,3 +11,9 + 0,5 + 1,7
+ 0,3 + 5,9 + 0,5 + 3,7
+ + + +
0,2 3,7 0,5 2,7
- 0,2 + 5,6 + 0,9 - 1,6
+ 0,3 +14,6 + 0,6 + 4,1
... - 9,9 -11,2
... - * 0,7 + 3;2
•• • - 8,7 + 6,4
•• • + 0,3 + 0,9
•• • + 2,3 + 0,7
•• • - 3,5 - 4,2
•• • + 6,2 - 1,2
... - 4,5 + 6,8
... + 8,6 + 3,4
- 8,5
+20,7
- 0,4
- 3,0
+ 7,8
-24,6
+ 7,9
-12,4
+25,7
+ 1,9
+ 2,8
+ 1,0
...
- 3,1
+ 1,7
- 0,7
+ 0,8
+ 0,8
- 6,3 -13,6 + 0,4 + 9,1
+ 4,1 + 2,6 + 1,1 +10,1
+ 0,8 - 1,5 - 1,4 + 0,7
- 4,4 + 1,4 + 1,7 - 1,7
- 6,7 + 9,5 - 1,0 + 9,1
+ 5,7 +14,6 - 1,2 -45,4
- 9,0 -10,3 + 0,4 +27,5
+20,0 + 2,4 - 0,5 -35,1
-13,0 + 6,8 + 0,8 +30,3
+11,9 + 4,4 - 0,1 - 6,4 +1,1 - 0,3
2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat Totaal 2 3. Kapitaalverkeer van de overheid :
3.1 Staat 3 3,11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden Totaal 3 I. Kapitaalverkeer van de bedrijven 4 en particulieren :
4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet-onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen Totaal 1 tot 5
7,3 7,2 0,7 2,2
1,7 0,9 0,8 6,3
3,0 3,5 0,3 5,9
i. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de overwegend geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutatie van de goudvoorraad en de netto deviezenpositie van de overwegend geldscheppende instelling. : 6.21 Belg. en Luxemb. banken : 6.211 In Belg. en Lux. fr. . 6.212 In buiten]. geldsoort. 5 6.22 Diverse instellingen 6.23 N.B.B. 3 p.m. Mutatie van de bijzondere trekkingsrechten voortvloeiend uit toekenningen
-
-
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-ei Iers, d.w.z. dat de vracht- en verzekeringskoeten voor het goederenvervoer erin begrepen zi . n. 2 De ontvangsten en uitgaven van deze rubriek omvatten slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kon niet worden gescheiden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van de rubriek 1.11 • Uitvoer en invoer • (cf. noot 1). 3 Incl. het Wegenfonds.
-
4 5
-
-
-
-
-
Andere dan de overwegend geldscheppende instellingen.
Deze cijfers zijn berekend op basis van de mutatie van de nettotegoeden op het buitenland in buitenlandse geldsoorten, omgezet in Belgische franken tegen de wisselkoersen van de periode; zij houden geen rekening met do boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse geldsoorten kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode.
IX - 3. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengevoegde maandsaldi (Miljarden franken) 1976
1976
35 kwartaal
4e kwartaal v
v
ntvanOgsten
Uitgaven en
1. Goederen- en dienstentransacties :
1 977
1976
Saldo
vanOgste
Uitgaven
Saldo
Eerste
v
2 maanden
-
1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.14 Niet-monetair goud 1.2 Vrachtkosten 2 1.3 Verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Niet elders vermelde overheidstransacties 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige
243,0 8,4 3,3 1,7 13,8 0,3 5,4 10,9 36,1 7,1
268,3 2,4 2,1 11,9 0,5 5,6 22,0 30,8 2,1
-25,3 + 6,0 + 3,3 - 0,4 + 1,9 - 0,2 - 0,2 -11,1 + 5,3 + 5,0
266,0 8,5 9,4 4,9 14,4 0,3 5,6 8,2 42,7 7,4
278,2 2,9 5,5 12,0 0,4 5,3 10,6 35,2 3,6
-12,2 + 5,6 + 9,4 - 0,6 + 2,4 - 0,1 + 0,3 - 2,4 + 7,5 + 3,8
-13,7 5 + 1,5 + 5,5 - 0,6 + 1,2
-12,0 7 + 4,7 + 0,8 + 0,4 + 2,4
+ 0,3 - 2,6 + 3,5 + 3,1
+ 0,2 - 3,0 + 3,4 + 3,0
Totaal 1
3,7 23,6 357,3
2,2 19,1 367,0
+ 1,5 + 4,5 - 9,7
4,1 26,5 398,0
2,4 22,1 378,2
+ 1,7 + 4,4 +19,8
+ 1,0 + 0,9 + 0,1
+ 1,0 + 3,7 + 4,5
5,3 8,3 13,6
+ 3,5 - 7,5 - 4,0
7,5 1,1 8,6
5,4 8,1 13,5
+ 2,1 - 7,0 - 4,9
+ 1,2 - 3,8 - 2;6
+ 3,5 - 6,1
Totaal 2
8,8 0,8 9,6
0,6 ...
0,2 0,8 0,6
- 0,2 - 0,2 - 0,6
1,2 ...
0,2 1,0 1,2
- 0,2 + 0,2 - 1,2
-0,1 +0,1
... + 0,5
... ... 0,6
... ...
... • ..
• .. •• .
1,6
- 1,0
1,2
•• . •• • 2,4
... ... -1,2
...
... ... + 0,1
0,8 0,3
0,4 0,2
+ 0,4 + 0,1
0,2 2,4
0,5 0,4
- 0,3 + 2,0
+ 0, 3 + 1,1
+0,1
0,7 0,6 -
1,7 1,6 1,4 6,3
-
1,7 0,9 0,8 6,3
0,7 0,7 -
3,0 4,2 1,0 5,9
-
- 7,3 - 2,2 - 0,3 - 0,5
- 1,5 + 1,7 - 0,4 - 0,7 o
6,6 1,1 -
0,2 1,0 0,2 1,6
- 0,2 + 5,6 + 0,9 - 1,6
0,3 15,3 0,9 4,1
0,7 0,3 -
+ 0,3 +14,6 + 0,6 + 4,1
+ + + +
-
...
... - 4,5 + 6,8
... 24,6 3,4
16,0 -
... + 8,6 +3,4
... - 1,7 -1,3
435,8
410,1
+25,7
- 5,5 •+11,3
2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat
- 2,6
3. Kapitaalverkeer van de overheid :
3.1 Staat 3 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden Totaal 3 1. Kapitaalverkeer van de bedrijven 4 en particulieren :
4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten (nettocijfers) 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige (nettocijfers) 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten (nettocijfers) 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige (nettocijfers) 4.33 Niet-onderscheiden investeringen en beleggingen (nettocijfers) 5. Vergissingen en weglatingen
3,0 3,5 0,3 5,9
0, 3 3,2 0,4 3,3
+ 2,8
0,3 + 3,0 + 0,6 + 4,9
Totaal 4
10,1 6,8
14,6 -
Totaal 1 tot 5
384,4
396,8
-12,4
-
+ 0,8
-
+0,8
+ 2,6
+1,4
-
+20, 0 + 2,4 -0,5 35,1
-
-13, 0 + 6,8 +0,8 +30,3
+5,5 + 7,7 +4,9 -26,2
- 2, 4 + 6,9 +2,6 + 2,8
-
-
(netto)
... +10,2 -0,9
0. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de overwegend geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutatie van de goudvoorraad en de netto deviezenpositie van de overwegend geldscheppende instellingen 6.21 Belgische en Luxemburgse banken : 6.211 In Belgische en Luxemburgse franken 6.212 In buitenlandse geldsoorten 5 6.22 Diverse instellingen 6.23 N.B.B. 5 p.m. Mutatie van de bijzondere trekkingsrechten
-
-
voortvloeiend uit toekenningen 1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. dat de vracht,- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer erin begrepen zijn. 2 De ontvangsten en uitgaven van deze rubriek omvatten slechte een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kon niet worden gescheiden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van de rubriek 1.11 « Uitvoer en invoer (of. noot 1). 3 Incl. het Wegenfonds. 4 Andere dan de overwegend geldscheppende instellingen.
5
7
-
Deze cijfers werden berekend op basis van de mutatie van de nettotegoeden op het buitenland •n buitenlandse geldsoorten, omgezet in Belgische franken tegen de wisselkoersen van de periode ; zij houden geen rekening met de boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse geldsoorten kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode. Uitvoer = 145,9; invoer = 159,6. Uitvoer = 100,0; invoer = 172,0.
IX • 4.
-
VERRICHTINGEN MET HET BUITENLAND, VERRICHTINGEN IN BUITENLANDSE VALUTA'S YAN DE INGEZETENEN MET DE BELGISCHE EN LUXEMBURGSE BANKEN EN TERMIJNVALUTATRANSACTIES * (Miljarden franken) 1975 1973
1974
1975
1176
v
1976 v
4e le 2e 4e 30 kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
1. Goederen- en dienstenverkeer (rubr. 1 v. de algem. betalingsbalans) 2. Overdrachten (rubriek 2 van de algemene betalingsbalans) 3. Kapitaalverkeer van de overheid :
+ 57,1 +50,4 +46,4 + 7,8 +11,5 -10,8 + 8,5 - 9,7 +19,8 - 12,1 -14,6 -21,5 -19,7 - 5,1 - 5,5 - 5,3 - 4,0 - 4,9
3.1 Rubriek 3 van de algemene betalingsbalans 3.2 Vermeerdering (+) of vermindering (-) van de schuld in buitenlandse valuta's tegenover de Belgische en Luxemburgse banken 3.3 Vermeerdering (-) of vermindering (+) van het bedrag van de op termijn van de N.B.B. te ontvangen buitenlandse valuta's 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven 1 en particulieren : 4.1 Rubriek 4 van de algemene betalingsbalans 4.2 Mutatie in de tegoeden en verplichtingen in buitenlandse valuta's van de ingezetenen tegenover de Belgische en Luxemburgse banken : 4.21 Vermeerdering (-) of vermindering (+) van tegoeden : 4.211 Vorderingen in buitenlandse valuta's 4.212 Bedrag van de op termijn te ontvangen buitenlandse valuta's 4.22 Vermeerdering (+) of vermindering (-) van verplichtingen : 4.221 Schulden in buitenlandse valuta's 4.222 Bedrag van de op termijn te leveren buitenlandse valuta's 5. Mutatie van de tegoeden en verplicht. in Belg. en Lux. franken
-
4,4 - 3,9 - 4,2 - 3,1 - 1,6 - 0;6 - 0,3 - 1,0 - 1,2
-
0,3 + 0,1 + 0,3 + 0,6 + 0,1 + 0,5 + 0,1 + 0,1 - 0,1 •
- 13,1 - 5,1 - 6,8 + 6,8 + 2,3 - 3,5 + 6,2 - 4,5 + 8,6
. - 10,8 -21,7 -57,0 -23,0 - 5,8 - 3,6 - 6,7 - 4,2 - 8,5 - 53,2 -13,9 - 3,2 -15,8 - 3,3 -28,4 +14,6 - 6,8 + 4,8 + 11,8 +14,1 +52,5 +15,0 + 6,1 -10,1 +12,2 + 2,9 +10,0 + 46,7 +12,5 - 5,0 +24,0 + 4,2 +39,2 - 8,7 + 4,2 -10,7
van de niet-ingezetenen tegenover de Belg. en Lux. banken en tegenover andere overwegend geldscheppende instellingen.:
5.1 Vermeerdering (-) of vermindering (+) van de verplichtingen in de vorm van commerciële kredieten bij hun oorsprong gefinancierd door de Belgische banken 5.2 Vermeerdering (+) of vermindering (-) van het overschot van de tegoeden op de overige contante verplichtingen 5.3 Vermeerdering (+) of vermindering (-) van het overschot van het bedrag der op termijn te ontvangen Belgische en Luxemburgse franken t.o.v. het bedrag van de op termijn te leveren Belgische en Luxemburgse franken
-
5,7 -10,7 - 4,8 -11,7 - 5,9 - 4,5 + 1,3 - 6,1 - 2,4
+ 18,3 + 6,5 +10,1 + 4,0 + 6,1 - 7,7 +11,0 -14,3 +15,0
-
0,3 -10,0 + 9,8 - 5,6 - 6,9 -16,4 + 1,6 - 0,2 + 9,4
-
9,1 - 7,9 - 6,9 - 7,3 - 9,3 - 4,2 + 4,0
+
5,4 +12,4 - 1,2 - 2,6 + 6,0 + 5,6 - 7,5 + 2,8 - 3,5
+
6,8 + 3,7 +11,2 + 4,8 + 0,7 - 4,2 - 1,2 + 6,8 + 3,4
-
2,7 + 1,5 - 0,9 + 1,2 - 0,6 + 2,8 + 0,7 - 1,2 - 1,1
6. Buitenlandse valutapositie 2 van de Belgische en Luxemb. banken :
6.1 Vermeerdering (-) of vermindering (+) van de positie k contant 3 6.2 Vermeerdering (-) of vermindering (+) van de positie op termijn
...
- 7,1
7. Vergissingen en weglatingen :
7.1 Rubriek 5 van de algemene betalingsbalans 7.2 Afwijkingen in de statistieken van (le contante verrichtingen met de ingezetenen en in die van de termijnverrichtingen Totaal 1 tot 7
+ 34,4 +13,4 +18,8 -24,6 - 1,5 -51,4 +30,0 -35,2 +32,0
8. Tegenposten van het totaal in de balans van de N.B.B. [vermeer-
dering (+); vermindering (-)] : 8.1 Goudvoorraad 8.2 Tegoeden bij het I.M.F. 4 8.3 Nettotegoeden op het Europees Fonds voor Monetaire Samenw. 8.4 Netto buitenlandse valutapositie : 8.41 Contante tegoeden 5 8.42 Overschot van het bedrag der op termijn te ontvangen buitenlandse valuta's op het bedrag van de op termijn te leveren buitenlandse valuta's 8.5 Nettotegoeden in Belgische franken op niet-ingezetenen 8.51 Contante tegoeden 5 8.52 Overschot van het bedrag van de op termijn te ontvangen Belgische franken op het bedrag van de op termijn te leveren Belgische franken
" Wat de deviezentransacties op termijn betreft, excl. de aankopen en verkopen door ingezetenen en buitenlanders van buitenlandse valuta's tegen buitenlandse valuta's. Vanaf januari 1974 zijn de mutaties van de tegoeden en van de verplichtingen, h contant en op termijn, in buitenlandse geldsoorten van de Belgische en Luxemburgse banken en van de Nationale Bank van België omgezet in Belgische franken tegen de wisselkoersen van de periode; zij houden geen rekening met de boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse geldsoorten kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode. Andere dan de overwegend geldscheppende instellingen.
Bibliografische referenties :
Belgische Economische Statistieken 1960-1970. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting XLe jaargang, deel I, nr 1,
januari 1965: Aanpassing van bepaalde reeksen van de a Statistieken », hoofdstukken IX a Betalingsbalans ›, en XIII a Geldscheppende instellingen n; XLIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1968, hoofdstukken IX a Betalingsbalans ,» en XIII a Geldscheppende instellingen » van het a Statistisch gedeel-
+ +
3,9 - 1,3 + 5,1 + 1,2 - 0,1 + 3,0 + 4,2 - 5,9 - 0,1 ... ... ... -33,1 +33,1 -19,0 +19,0 3,5 - 3,5
+
30,8 +17,7 +13,9 -26,2 - 1,2 -20,6 - 7,7 -10,5 +12,6
-
8,3 +15,3 + 1,2 +12,0 + 0,7 + 3,5 + 2,9 + 4,0 + 1,6
-
0,6 - 0,5 - 0,6 + 0,4 - 0,2 - 0,7 + 0,9 + 0,2
+
...
6,7 -14,3 - 0,8 -12,0 - 0,7 - 3,5 - 3,4 - 4,0 - 1,1 2 Overschot van do tegoeden in buitenlandse valuta's op de verplichtingen in buitenlandse valuta's. 3 Exclusief de vastliggende activa (in hoofdzaak do deelnemingen van de banken in hun buitenlandse dochtermaatschappijen) die reeds zijn opgetekend onder rubriek 4.1 van de bovenstaande tabel aangezien zij in do betalingsbalans beschouwd worden als een directe investering. 4 Exclusief de mutatie van do speciale trekkingsrechten ten gevolge van toewijzingen. 5 Incl. de financiële bijstand op middellange termijn E.E.G. e Met uitzondering van de uitvoeraccepten die in deze tabel opgenomen zijn onder rubriek 5.1. te : Herziening van sommige gegevens. - Tijdschrift van de Nationale Bank van België : XLVIIIe jaargang, deel I, nr 1, : a Een nieuwe statistiek : verrichtingen met het buitenland, verrichtingen in buitenlandse valuta's van de ingezetenen met de Belgische en Luxemburgse geldscheppende instellingen en termijnvalutatransacties n : LIe jaargang, deel II, er 1-2 : e De betalingsbalans van de B.L.E.U. in 1975 ».
- 55 -
IX - 5. - UITVOER EN INVOER VAN DE B.L.E.U. Betalingen, transacties en variaties van de netto commerciële vorderingen en schulden t.o.v. het buitenland (Miljarden franken)
•
Betalingen van uitvoer en invoer (incl. sommige verrichtingen op krediet) opgetekend in de betalingsbalans van de B.L.E.U. 1
Betalingen van uitvoer en invoer, excl. de verrichtingen op krediet
Ramingen van de uitvoeren invoertransacties
Variaties 2 van de netto commerciële vorderingen of schulden t.o.v. het buitenland Totaal (12) (9) - ( 8) (10) = (11) = (7) - (4) (5) - (8) (10)+(11)
Bij de uitvoer
Bij de invoer
Uitvoer
Invoer
Saldo
Uitvoer
Invoer
Saldo
Uitvoer
Invoer
Saldo
(1)
(2)
(8)
(4)
(5)
(8)
(7)
(8)
(9)
1968
318,6
330,7
- 12,1
312,5
330,7
- 18,2
321,1
331,8
-10,7 + 8,6 - 1,1 + 7,5
1969
388,1
392,7 -
4,6
385,5
392,3 -
6,8
398,3
394,4
+ 3,9 + 12,8 - 2,1 + 10,7
1970
466,6
442,7 + 23,9
458,7
442,7 + 16,0
464,6
439,6
+ 25,0 + 5,9 + 3,1 + 9,0
1971
502,0
481,2 + 20,8
498,7
481,9- + 16,8
492,9
479,0
+13,9 - 5,8 + 2,9 - 2,9
1972
561,8
532,5 + 29,3
555,0
532,7 + 22,3
571,6
532,7
+ 38,9 + 16,6
1973
700,6
673,2 + 27,4
696,3
672,0 + 24,3
717,0
686,2
+ 30,8 + 20,7 - 14,2 + 6,5
1974
933,0
921,7 + 11,3
920,7
921,5 -
0,8
939,8
939,1
+ 0,7 + 19,1 - 17,6 + 1,5
1975
872,5
887,8 - 15,3
868,9
888,2 - 19,3
858,7
889,7
-31,0 - 10,2 - 1,5 -11,7
1974 20 kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwartaal
234,5 238,7 249,9
237,1 - 2,6 238,0 + 0,7 238,0 + 11,9
231,5 243,3 242,2
237,1 237,1 + 238,9 +
5,6 6,2 3,3
251,7 230,1 233,8
260,4 227,4 233,8
- 8,7 + 20,2 -23,3 - 3,1 + 2,7 -13,2 + 9,7 - 3,5 - 8,4 + 5,1 - 3,3
1975 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
227,3 218,2 200,2 226,8
218,1 223,6 208,9 237,2
+ 9,2 - 5,4 - 8,7 - 10,4
226,1 221,5 200,8 220,5
218,1 223,9 209,2 237,0
+ 8,0 - 2,4 - 8,4 - 16,5
219,9 214,4 194,8 229,6
220,1 220,2 212,6 236,8
-- 0,2 - 5,8 -17,8 - 7,2
1976 1 8 kwartaal 20 kwartaal
235,1 246,6
260,9 -- 25,8 258,8 - 12,2
230,9 247,6
260,4 - 29,5 259,6 - 12,0
241,1 255,2
257,7 274,5
-16,6 +10,2 + 2,7 +12,9 -19,3 + 7,6 - 11,9 - 7,3
1 Zie tabellen IX-1 tot 8, rubriek 1.11. 2 Teken -j- : stijging van de nettovorderingen of daling van de nettoschulden. Teken - : daling van de nettovorderingen of stijging van de nettoschulden.
...
+ 16,6
...
+
6,2 7,1 6,0 9,1
+ +
2,0 3,7 3,4 0,2
-+
8,2 3,4 9,4 9,3
X. - VALUTAMARKT 1. - INTERVENTIEKOERSEN TOEGEPAST DOOR DE CENTRALE BANKEN DIE TOEGETREDEN ZIJN TOT HET AKKOORD OVER DE MARGEVERNAUWING op 30 april 1977
100 Belgische franken
Aankoop
Nationale Bank van België (in Belgische franken) Deutsche Bundesbank Duitse marken)
--
Verkoop
--
1 Duitse mark
Aankoop
Verkoop
15,07125
15,7650
1 Nederlandse gulden
Aankoop
14,18
Verkoop
14,8325
1 Zweedse kroon
Aankoop
Verkoop
1 Deense kroon
Aankoop
Verkoop
5,8460
6,1150
6,6485
6,9550
0,52215
0,54615
0,37925
0,3967
0,43135
0,45120
0,55495
0,5805
0,4031
0,42165
0,45845
0,47955
0,8077
0,8449
1,11205
1,16320
(in
6,7420
7,0520
1,03925
1,0870
Sveriges Riksbank (in Zweedse kronen)
11,8785
12,4250
1,83100
1,91515
1,72265
1,80195
Danmarks Nationalbank Deense kronen)
16,3535
17,106
2,5208
2,63675
2,3717
2,4808
1,3461
1,40805
--
--
14,3788
15,0406
2,21637 .
2,31838
2,0853
2,18128
1,18357
1,23804
0,859686
0,899253
Norges Bank nen)
(in
Verkoop
8,4185
6,635
Bank
Aankoop
8,0485
6,343
Nederlandsche dens)
1 Noorse kroon
--
--
0,91995
0,96225
gul--
--
-
--
0,71020
0,7429
(in
(in Noorse kro--
--
X • 2. - OFFICIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN VERREKENKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Belgische franken)
Bron : Koerslijst de, Fondsen- en Wieselbeurs van Brussel. 100
Daggemidde:den
1969
1970
1 U.S.
dollar
1 Duitse
Mark
50,13 1256' 13,47 2 49,65 13,62 13,66' 49,65 )14,21° 14,21 5 46,92 14,07
1971
8
1971
10
1971
11 -- 45,19 13,81
100
yen
__ --
8,73
1973
14
44,05 13,83
8,70
1973
15 -- 40,35 13,85 14,231 15 _. 38,05
8,76
1973
15,17'
--
1974
38,95 15,06 13,39
1975
36,80 14,95 12,41
1976
38,60 )
15'34"
1975 1ekwart 2ekwart 30 kwart 4°kwart
34,89 35,00 38,09 39,16
14,93 14,87 14,93 15,08
15,313
8,76 8 6 8, ',7= 80 8,58
1
Zwit-
kroon
frank
1
100
Deense kroon
schilling
9,70 11,63
71,77
6,67
9,58 11,52 11,54 9,62 12,15 9,36 11,83
71,27
6,62
71,38
6,63
68,21
115,24 7,6145,20 13,83
9,27 11,57
114,621'
9,26 11,53
sterling i g
Ita- 1 Canadese
haan i se ire
dollar
1 Nederl.
gulden
7,5544,44 13,71 105,88'3 104,06 7,5444,08 13,74
serse
kroon
1 F' se M at inl C
Weed0
Z Elite l-
193,87
7,02
11,88 5 176,15
--
6,95
11,90 174,01 100,03°
6,97
11,89 174,50
100,01
6,45
192,10 191 99 , 199,07 194,00
6,84
11,30 172,52
93,79
68,67
6,38
191,03
6,74
10,93 167,08
90,22
68,51
6,34
190,51
6,68
10,63 163,58
88,03
6,69
10,57 164,90
88,10 80,69
p
Oostenr.
1 Noorse
•
69,41
6,42
191,25
99,30 7,0940,63 13,81 9,00 12,29 13,75 15 93,72 6,5338,03 14 ,4820 8,87 12,37 91,09 5,9939,84 14,50 8,78 13,10
68,44
6,43
66,36
6,46
67,62
6,40
192,10 6,71 10,33 159,90 194 ,992T 74" 1 0 15 160,66 205,99" 7 ,,11m - ' 208,83 7,05 10,34 154,72
14,61
8,86 14,24 8,893 15,45 7,76 ,
14,46 14,51 14,52 14,69
8,77 8,89 8,88 8,91
14,66
81,45 5,64 36,19 14,54
8 ' 76'
69,85
11,92 11,99 12,79 12,91
8,14 8,57 8,75 8,85
83,42 81,39 81,05 80,00
1 4,6739,17
5,4734,97 5,57 1 34,29 5,7336,97 5,76'38,49 1 78,38 5,15 39,43
64,10 6,41 211,50 65,7630 6,42" 6,25 , 215,39 56,91"
69,78 70,00 76,18 78,32
210,63 210,12 211,83 213,38
6,96 7,08 7,04 7,08
9,92 9,87 10,12 10,14
8,95 15,22
65,763° 6,38
213,90
7,08
10,22 141,58
8,89 15,75 8,86 15,75 8,81 2 8,76 ,15,09
58,12 57,42 54,10
6,47 214,56 6,43 217,25 6,4033 6,25 , 215,80
62,30 62,56 65,44 66,01
8'7629
7,40
70,95 4,57140,14 14,47 68,98 4,6539,94 14,63 1 61,02 4,2837,18 14,66 1
1977 10kIvart 36,75 15,35 12,90
7,39
62,99 4,16 1 35,68 14,69
8,71 14,58
53,45
6,24
216,07
6,98
38,97 15,36 13,04 1 976 April Mei ._ 39,19 15,31 13,12 Juni _ 39,64 15,39 13,26 Juli _. 39,70 15,42 13,48 Aug 39,01 15,43 13,43 Sept 38,41 15,42 13,38 Okt. -. 37,31 15 ' 3633 12,83 15,36" Nov. ._ 36,97 15,33 12,54 Dec. 36,42 15,27 12,36
8,34
71,99 4,44 39,64 14,51 1 70,89 4,5940,00 14,43 70,01 4,68 1 40,73 14,48 70,92 4,7440,86 14,55
8,85 15,42 8,89 15,77 8,91 16,06
57,95
6,46 6,47
214,55
7,10
213,96 215,13
8,89 15,99 8,85 15,74 8,84 15,54. 8 81" 15,26 ' 8,74" 8,77 15,15
58,38
8,76 14,87
.
8,34 8,37 8,21 7,82 7,49
69,58 4,6639,60 14,59 66,54 4,5539,41 14,74 61,25 4,3738,36 14,65
7,41 7,30
60,65 4,2837,53 14,68 61,15 4,2035,73 14,65
- 36,70 15,35 12,62
7,39
. 36,89 15,35 12,96
7,41
62,89 4,1836,32 14,68 63,10 4,1835,89 14,69
36,68 15,34 13,10 April- 36,34 15,32 13,20
7,36 7,32
62,99 4,1134,90 14,70 62,48 4,1034,59 14,71
1977 Jan. Febr. Maart
7,86
1 Gemiddelde van 1 januari tot 24 septeml er 191)9. De notering werd geschorst van 20 september ot 24 oktober. 2 Gemiddelde van 27 ok ober tot 31 december 1969. 3 Gemiddelde van 1 januari tot 8 augustus 1969. 4 Gemiddelde van 11. augustus tot 31 december 1960. 5 Gemiddelde van 1 september tot 31 december 1969. 6 Gemiddelde van 16 november tot 31 december 1970. 7 Gemiddelde van 1 januari tot 4 mei 1971. 8 Gemiddelde van 1 januari tot 13 augustus 1971. 9 Gemiddelde van 11 mei tot 13 itugustus 1971. la Gemiddelde van 23 augustus tot 17 december 1971. Gemiddelde van 21 tot 31 december 1971. 12 Gemiddelde van 1 januari tot 22 juni 1972. 1 3 Gemiddelde van 28 juni tot 31 december 1072. 1 4 Gemiddelde van 1 januari tot 9 februari 1973. 15 De noteringen werden geschorst, voor alle vreemde munten van 10 tot 13 februari; deze periode werd verlengd, voor de Zweedse, Noorse en Deense kronen
tot 14 februari en voor de peseta tot 19 februari. De maandgemiddelden hebben dus betrekking op de periode van 14, 15 of 20 februari tot 1 maart. 16 Gemiddelde van 19 maart tot 31 december 1973. De noteringen werden geschorst van 2 tot 18 maart. 1 7 Gemiddelde van 19 maart tot 28 juni 1973. 18 Gemiddelde van 29 juni tot 31 december 1973. 19 Gemiddelde van 19 maart tot 14 september 1973. 20 Gemiddelde van 17 september tot 31 december 1973. 21 Gemiddelde 22 Gemiddelde
van 19 maart tot 30 juni 1973. van 1 juli tot 31 december 1073.
58,00 58,41 57,28 56,65 54,85 54,14
6,47 6,44 6,42 6,42 6,4033
7,13 10,14 130,11 7,09 10,06 125,38 7,05" 9,63 117,71 7,00 ,
78,4932
45,1924 45,07 44,88 42,64
114,3491 42,50 9,65 4 94,8612
7,14 7,15
44,89 44,96 45,34
216,73
7,11
10,22 126,86
217,35 217,65
7,08 10,04 125,63 7,08 9,91 123,71 7 05" 9,68 119,58 , 6,9934 7,02 9,63 117,82 9,58 115,82 6,99
45,48 44,82
216,27 215,91
53,34
6,24
215,26
8,72 14,75 8,69 14,64
53,54 53,47
6,23
216,14
6,24
216,01
8,71 14,38 g: 73 254:14,39
53,35 52,88
6,25
216,06
23 24
144,39 144,46 145,61 146,44
10,13 131,89 10,13 130,55 10,17 128,01
6,273 6,26
p:g44 ,
77,91 73,61 78,49m ‘14,2522
6,31 6,40 6,45 6,46
14,00 13,90 14,29 14,78
76,10
7,04 10,01 145,22 7,10" 7,00 , 10,01 128,71
1976 lekwart 39,22 15,24 12,99 20kwart 39,27 15,35 13,14 3ekwart 39,03 15,42 13,43 15,363 40 kwart 36,89 15,313 12,58
8,392 8,35 7,96
100
9,31 11,92
13,04
7 933
1
Zweedse
100 eseta
1 pond
10 , 123 119,85 7,9946,56 13,84 8 , 984 11 8,98 118,95 7,9247,60 13,73 13,80 7 9,00 120,00 7,9749,04 13 ,99 5 8,49 116,64 7,6746,61 13,95 8,64
44,01 13,80
1972
1 Franse frank
44,37 43,15 42,68 42,11
6,96 6,98
9,65 114,93 42,41 9,66 113,680 42,65
6,99
42,46
9,65 94,86 , 1 215,74 r:2 42 :: 87 45 93,97
42,20
Gemiddelde van 19 n aart tot 14 november 1973. Gemiddelde van 16 november tot 31 december 1077. De notering werd geschorst
op 15 november. 25 Gemiddelde van 1 tot 18 januari 1074. 26 Gemiddelde van 22 januari tot 31 december 1974. 27 Gemiddelde Vall 15 tot 31 maart 1976. 28 Gemiddelde van 16 tot 31 maart 1076. 29 Gemiddelde van 1 januari tot 14 maart 1976. 3 0 Gemidd2kle van 1 januari tot 6 februari 1976.
3 1 Gemiddelde van 9 felnuari tot 31 maart 1070. 32 Gemiddelde van 1 januari tot 15 maart 1976. 3:1 Gemiddelde van 1 tot 15 oktober 1976. 34 Gemiddelde van 18 tot 31 oktober 1976. 35 Gemiddelde van 18 oktober tot 31 december 197)). 3 G Gemiddelde van 15 maart tot 31 december 1976. 37 Gemiddelde van 1 januari tot 15 oktober 1976. 38 Gemiddelde van 9 februari tot 31 december 1076. 39 Gemiddelde van 16 maart tot 31 december 1976. 40 Gemiddelde van 1 tot 27 februari 1977. De notering werd geschorst op 28 februari. 4 21 een Gemiddelde van 1 januari tot 27 februari 1977. De notering werd geschorst op 28 februari. Gem iddelde van 1 tot 31 maart 1977. 43 Noors op 1 april 1977. 44 Gemiddelde van 4 tot 30 april 1977. 45 Gemiddelde van 1 tot 4 april 1977. 46 Gemiddelde van 5 tot 30 april 1077.
- 58 -
X - 3. - MARKT VAN DE U.S.-DOLLAR TE BRUSSEL
Contantmarkt Officiële markt Transferts
Daggemiddelden
Termijnmarkt op 8 maanden
Vrije markt
I
Biljetten
Officiële markt
Vrije markt (trans f erts)
Report (+) of Deport (-) (in procenten por jaar
(koers in Belgische franken)
van de koers op de contantmarla 1)
1969
50,13
52,50
52,47
+ 1,39
1970
49,65
50,17
50,16
- 0,16
0,44
49,62
49,59
- 0,87
- 0,90 1,87
- 0,84 2
1971
3
49,65
1971
4
46,92
46,97
46,85
- 1,86
1971
5
45,19
45,26
45,22
- 0,20
0,20
44,01
43,96
43,93
- 1,18
- 0,82
1972 1973
6
44,05
44,14
44,16
- 1,06
0,52
1973
7
40,35
40,26
40,36
- 8,74
- 2,24
1973
8
38,05
38,08
38,07
- 3,80
- 2,23
1974
38,95
39,77
39,86
+ 2,94
+ 0,99
1975
36,80
37,80
37,92
+ 0,74
-I- 0,19
1976
38,60
39,48
39,61
+ 6,43
-I- 5,12
1975 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
34,89 35,00 38,09 39,16
35,25 36,13 39,57 40,25
35,42 36,25 39,65 40,34
+ 2,82 + 1,08 - 0,27 - 0,66
+
1976 10 kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 4 0 kwartaal
39,22 39,27 39,03 36,89
40,45 40,17 40,05 37,28
40,58 40,30 40,17 37,37
+ 3,64 + 4,75 + 8,75 + 8,58
+ + + +
1977 10 kwartaal
36,75
36,82
36,90
+2,93
+2,82
1976 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
38,97 39,19 39,64 39,70 39,01 38,41 37,31 36,97 36,42
40,40 39,96 40,14 40,32 40,34 39,47 38,32 37,14 36,38
40,55 40,08 40,27 40,44 40,44 39,64 38,39 37,23 36,50
+ 7,13 + 4,39 + 2,73 + 4,10 A-11,14 -1-11,01 A-11,99 + 7,64 + 6,11
+ 5,94 + 4,28 + 3,02 + 3,77 + 6,54 + 9,08 + 9,55 + 7,43 + 5,92
1977 Januari Februari Maart April
36,70 36,89 36,68 36,34
36,83 36,90 36,72 36,42
36,90 37,00 36,79 36,50
+ + + +
+ 3,60 + 2,71 + 2,15 + 2,03
(Koers op de termijnmarkt - koers op de contantmarkt) x 100 x 4 Koers op de contantmarkt 2 Gemiddelde van 15 april tot 81 december 1989. 3 Gemiddelde van 1 januari tot 18 augustus 1971. 4 Gemiddelde van 28 augustus tot 17 december 1971. 5 Gemiddelde van 21 tot 81 december 1971. 1
3,93 2,72 2,14 2,00
1,94 + 0,51 - 1,16 - 0,54 2,00 4,41 6,46 7,63
Formule
6 7 8
Gemiddelde van 1 januari tot 9 februari 1978. Gemiddelde van 14 februari tot 1 maart 1973. De noteringen werden geschorst van 10 tot 18 februari. Gemiddelde van 19 maart tot 81 december 1978.
X - 4. - EFFECTIEVE WISSELKOERSEN Pariteiten mei 1970 = 100 Bronnen : N.B.B., I.M.F. U. S.dollar
Belgische frank
Duitse mark
Yen
Franse frank
Pond sterling
Italiaanse lire
Nederlandse gulden
Zweedse kroon
Zwitserse frank
Deense kroon
I Noorse kroon
N.B.B.-Indexcijfers gewogen met Indexcijfers van het Internationale Monetaire Fonds
de uitvoer van de B.L.E.U.
de invoer van de B.L.E.U.
1971
99,57
99,69
100,3
96,8
103,6
102,4
98,4
100,0
98,8
101,0
99,7
104,4
99,2
99,3
1972
103,48
103,96
103,3
89,8
107,1
114,5
101,7
96,7
98,5
102,4
101,8
106,1
99,9
100,0
1973
105,04
106,28
104,4
82,3
119,3
123,2
106,3
87,5
89,7
105,7
103,6
118,3
106,4
104,8
1974
106,39
107,17
105,5
84,2
125,5
115,4
99,3
84,8
81,0
111,7
103,5
128,6
107,2
111,0
1975
108,13
108,93
106,6
83,5
127,6
111,7
109,3
78,3
77,8
113,5
108,8
145,0
111,1
114,5
1976
110,47
110,68
107,1
87,7
132,3
115,7
103,7
66,3
63,7
115,8
109,2
157,0
113,5
115,9
1975 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
110,00 108,90 106,60 105,45
111,57 110,54 107,69 106,24
109,3 108,1 105,2 103,8
81,3 81,4 85,2 86,2
131,4 129,4 124,9 124,5
111,4 111,6 112,6 111,2
106,1 111,5 109,8 109,8
82,8 80,1 76,2 74,0
77,7 78,4 77,8 77,1
115,2 114,6 111,9 112,1
110,6 111,5 106,9 106,0
147,0 144,8 142,5 145,7
111,5 112,7 110,3 109,9
115,9 117,1 112,6 112,2
kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
106,65 109,39 110,60 115,42
107,20 109,96 110,89 116,08
104,6 106,0 106,7 111,0
86,9 88,1 87,7 88,0
127,2 130,6 132,4 139,1
112,4 114,9 118,4 116,9
108,7 106,4 101,1 98,4
73,0 66,7 65,0 60,4
68,7 61,7 63,4 61,1
113,1 113,7 115,7 120,8
107,1 108,0 108,4 113,4
150,7 157,9 158,7 160,0
109,4 113,6 113,7 117,3
112,8 115,4 115,5 119,9
kwartaal
115,17
116,04
111,1
88,0
140,0
120,3
98,5
62,7
59,4
121,2
112,8
155,4
116,6
119,1
1976 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
109,49 109,46 108,90 109,04 110,71 111,56 114,67 115,31 116,07
110,19 110,19 109,59 109,51 111,06 111,88 115,03 115,85 116,97
106,5 106,3 105,3 105,6 107,0 107,6 110,1 110,9 111,9
87,9 88,1 88,3 88,0 87,8 87,2 87,5 88,0 88,4
131,4 130,3 130,0 130,3 132,7 134,3 137,8 139,0 140,4
114,7 114,9 115,1 116,9 118,5 119,7 118,1 116,5 116,2
106,8 106,3 106,0 103,1 99,9 100,3 98,6 98,5 98,1
68,1 66,7 65,2 66,0 65,7 63,3 60,0 59,9 61,3
60,2 62,1 62,9 63,9 63,6 62,7 61,7 61,0 60,6
114,4 113,5 113,2 113,8 115,6 117,8 119,7 121,0 121,6
108,1 108,1 107,7 107,2 108,3 109,6 112,1 113,2 114,8
155,3 158,4 160,1 158,8 158,9 158,4 160,2 160,9 160,3
113,9 113,7 113,3 112,5 113,6 115,1 117,2 117,0 117,7
115,3 115,7 115,2 114,4 115,5 116,7 119,0 120,0 120,7
1977 Januari Februari Maart April
115,15 114,90 115,29 115,95
116,06 115,86 116,36 117,00
111,3 110,9 111,2
88,0 88,1 87,9
140,0 139,8 140,1
117,7 120,5 122,6
98,5 98,6 98,3
62,7 62,6 62,7
59,7 59,5 59,1
121,1 121,0 121,4
113,2 112,3 113,0
157,4 155,5 153,2
116,6 116,2 116,9
119,1 119,0 119,3
1976
le
1977
le
Bibliografische referenties :
v
Belgische Economische Statistieken 1950-1970. - Tijdschrift van de Nationale Bank van België,
wisselkoers van de Belgische frank ,.
LIIe jaargang, deel I, nr 5, mei 1977 : a De indexcijfers van de gewogen gemiddelde of effectieve
en eJD
- 60 -
XI. - RIJKSFINANCIEN 1. - ONTVANGSTEN EN UITGAVEN VAN DE SCHATKIST VOORTVLOEIEND UIT DE VERRICHTINGEN VOLGENS BEGROTING 2 (Miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Gewone begroting periode
Buitengewone begroting
Ontvangsten
Uitgaven
Saldo
Ontvangsten
Uitgaven 3
Saldo
Totaal begrotingssaldo
(1)
(2)
(3) = (I ) - (2)
(4)
(5)
(6) = (4) - (5)
(7) =, (3) -f- (6)
0,6
42,3
- 41,7
- 46,8
1968
238,8
243,9
1969
266,3
271,4
-
5,1
0,3
44,2
- 43,9
- 49,0
1970
299,5
293,9
-1-
5,6
0,6
59,4
- 48,8
- 43,2
1971
325,5
316,6
+
8,9
0,6
63,8
- 63,2
- 54,3
1972
365,1
368,5
-
3,4
0,5
76,3
-
75,8
1973
409,7
431,9
- 22,2
0,8
75,0
-
74,2
- 96,4
1974
488,8
508,7
- 19,9
0,7
77,9
- 77,2
- 97,1
-
5,1
-
79,2
Nieuwe reeks Lopende verrichtingen periode
Ontvangsten
Kapitaalverrichtingen Saldo
Totaal begrotingssaldo
( 6) = (4) - (5)
(7) = (3) + (6)
62,9
-- 57,2
-- 57,8
1,7 3,5 5,4 7,6
18,2 38,8 57,4 78,6
--- 16,5 -- 35,3 -- 52,0 -- 71,0
-- 67,1 -106,7 -117,6 --113,8
-- 31,8 - 62,1 -- 75,8 - 84,5 -100,2 -- 89,8 -- 83,1 -- 98,0 -- 79,8 -- 75,1 -- 54,3
1,4 2,1 2,7 3,3 4,1 4,7 5,3 6,0 6,6 7,2 8,2
12,9 19,6 26,6 32,4 39,3 47,3 54,2 63,9 70,4 77,0 85,5
-- 11,5 -- 17,5 -- 23,9 - 29,1 -- 35,2 - 42,6 -- 48,9 -- 57,9 -- 63,8 -- 69,8 -- 77,3
-- 43,3 -- 79,6 -- 99,7 -113,6 -135,4 -132,4 -132,0 -155,9 -143,6 -144,9 --131,6
-- 22,4 -- 54,7
0,7 1,3
8,6• 17,3
-- 7,9 - 16,0
-- 30,3 -- 70,7
Uitgaven
Saldo
(1 )
(2)
(3) = (1) - (2)
1974
483,8
484,4
--
0,6
5,7
1975 Eerste 3 maanden _. Eerste 6 maanden _. Eerste 9 maanden _. 12 maanden
117,3 254,4 399,3 577,5
167,9 325,8 464,9 620,3
-- 50,6 -- 71,4 - 65,6 -- 42,8
1076 Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden _. Eerste 4 maanden _. Eerste 5 maanden _. Eerste 6 maanden _. Eerste 7 maanden -. Eerste 8 maanden _. Eerste 9 maanden ._ Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden _. 12 maanden
98,7 133,6 198,1 241,3 287,3 364,0 412,9 454,9 527,0 574,1 657,1
130,5 195,7 273,9 325,8 387,5 453,8 496,0 552,9 606,8 649,2 711,4
1977 Eerste maand Eerste 2 maanden -.
57,2 104,8
79,6 159,5
1 Do statistieken betreffende de staatsschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. Werkelijke ontvangsten en uitgaven gedurende iedere periode, ongeacht het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben, excl. de interne oversch•ijvingen.
2
3
Ontvangsten (4)
Uitgaven (5)
3
De buitengewone of 1 apitaaluitgaven gepubliceerd door het Ministerie van Financiën omvatten sedert 1973 de investeringsuitgaven van het Wegenfonds. Om ze to kunnen vergelijken met de cijfers van de voorgatuide jaren, zijn bij de uitgaven van de eigenlijke buitengewone begroting voor die jaren de investeringen gevoegd van het Wegenfonds en dit ongeacht de wijze waarop ze gefinancierd werden.
XI - 2. - KASRESULTAAT VAN DE SCHATKIST EN FINANCIERING ERVAN ( Miljarden franken) Bron : Ministerie van Financién. Financiering
Periode
Totaal begrotings saldo 1
Gelden van derden en thesaurieverrich• tingen
Aflossingen van de schuld 2
Rasresultaat
Speciale beleggingen
Te financieren totaal
3
(4) = (1) -l- ( 2 ) + (3)
( 5)
(6) = ( 4 ) + (5 ) of - [(7) -I- (13)]
-39,3
- 92,8
...
3,0 7,9 5,9 9,6
- 8,3 -16,3 -25,1 -35,0
- 72,5 -115,1 -136,8 -139,2
- 43,3 - 79,6 - 99,7 -113,6 -135,4 -132,4 -132,0 -155,9 -143,6 -144,9 -131,6
- 2,1 - 1,9 - 3,1 - 1,3 + 5,3 + 2,1 + 2,4 + 6,2 + 2,6 + 2,8 + 0,5
- 6,1 - 9,2 -12,7 -16,6 -22,0 -25,8 -29,7 -34,9 -38,5 -42,6 -47,5
- 30,3 - 70,7
+ 0,2 + 2,9
- 3,7 - 6,8
(1)
(2) .
1974
- 57,8
+ 4,3
1975 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 12 maanden
- 67,1 -106,7 -117,6 -113,8
+ + + +
1976 Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1977 Eerste maand Eerste 2 maanden
(3)
Veranderingen van de vlottende schuld 5
Nettoopbren gs t van geconsolideerde leningen 4
o
Opneming de marge p bij de N.B.B.
Portefeuille Postchequevan de rekeningen financiële particulieren instellingen . (10)
Vreemde munten
Diversen e
(11)
(12)
Totaal (13) = (8) tot (12)
(7)
(8)
- 92,8
+ 84,9
+ 4,7
- 3,2
+
2,3
...
+ 4,1
+
7,9
... ... ... ...
- 72,5 -115,1 -136,8 -139,2
+ 37,3 + 56,2 + 83,2 +122,8
- 2,7 +15,4 + 6,3 - 0,9
+37,5 +40,2 +46,9 +15,2
+ + + +
0,4 5,4 2,9 3,7
... ... ... ...
... - 2,1 - 2,5 - 1,6
+ + + +
35,2 58,9 53,6 16,4
- 51,5 - 90,7 -115,5 -131,5 -152,1 -156,1 -159,3 -184,6 -179,5 -184,7 -178,6
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- 51,5 - 90,7 -115,5 -131,5 -152,1 -156,1 -159,3 -184,6 -179,5 -184,7 -178,6
+ 23,2 + 62,5 + 57,5 + 57,5 + 99,7 + 98,6 + 98,6 +115,1 +126,9 +126,9 +126,7
+14,8 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4 +16,4
+14,0 + 8,7 +24,2 +50,8 +28,1 +26,1 +36,9 +47,2 +26,9 +34,8 +27,6
- 0,3 + 3,2 + 17,5 + 6,9 + 8,2 + 15,3 + 7,5 + 6,0 + 9,4 + 5,8 + 7,4
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- 0,2 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,3 - 0,3 - 0,1 - 0,1 - 0,1 + 0,8 + 0,5
+ 28,3 + 28,2 + 58,0 + 74,0 + 52,4 + 57,5 + 60,7 + 69,5 + 52,6 + 57,8 + 51,9
- 33,8 - 74,6
... ...
- 33,8 - 74,6
- 10,4 + 41,9
... ...
+33,1 +26,3
+ 11,1 + 6,3
... ...
... + 0,1
+ 44,2 + 32,7
(g)
t
1 Cf. kolom (7) en noot 3 van tabel XI-1, nieuwe reeks. 2 Contractuele aflossingen (d.w.z. via uitloting of door terugkoop ter beurze gedurende de looptijd
van de lening) ten laste van de Schatkist en van het Wegenfonds. 3 Vermeerdering ( - ) of vermindering (+) van de voorlopige beleggingen van de Schatkist in handelspapier en van haar tegoeden in rekening-courant. 4 Nominaal bedrag van de uitgegeven leningen min de uitgiftekosten en -premies met betrekking tot die leningen en min de aflossingen op een tussentijdse vervaldag of op de uiteindelijke vervaldag van eerder uitgegeven leningen.
5
6
Schuld op middellange en korte termijn, met uitzondering van de veranderingen in de portefeuille schatkistcertificaten van het I.M.F., die geen weerslag hebben op het volume van de voor de financiering beschikbare middelen. Omvat onder andere de veranderingen in de portefeuilles schatkistcertificaten van de niet-financiële instellingen van de overheidssector en die in de portefeuille certificaten van de schijf B van het Rentenfonds.
- 62 -XI • 3. - NETTOFINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE SCHATKIST
EN HUN DEKKING (Miljarden franken)
Periode
Totaal begrotingssaldo 1
Saldo van de extrabudgettaire verrichengen
Aflossingen van d, Schatkisttekort
-
1969 1970 1971 1972 1973 1974
Veranderingen
(2)
(4)
(5 ) = (3) + ( 4 )
- 1,0 - 1.0 + 1,3 - 4,5 + 10,8 + 0,4
- 50,0 - 44,2 - 53,0 - 83,7 - 85,6 - 96,7
+ 21,9 + 20,4 + 19,2 + 20,0 + 34,5 + 39,3
- 28,1 - 23,8 - 33,8 - 63,7 - 51,1 - 57,4
+ 18,0 + 20,7 + 62,1 + 77,4 + 62,1 + 50,9
•
49,0 43,2 54,3 79,2 96,4 97,1
aterin gsbehoeften
(3) = (1) + (2)
3
van de Schatkist 4
lef. kolom (7) en noot 3 van tabel XI-1. Het saldo van de extrabudgettaire verrichtingen omvat niet alleen de gelden van derden en de schatkistverrichtingen [kolom (2) van tabel XI-2] , maar ook de uitgaven van parastatale instellingen, andere dan het Wegenfonds, gefinancierd door de uitgifte van indirecte leningen. Het wordt bovendien beinvloed door uitgifte- en delgingsverschillen. 3 Het verschil tussen deze kolom en de kolom (4) « Kasresultaat n van tabel XI-2 wordt verklaard door liet feit dat het schatkisttekort rekening houdt met een aantal verrichtingen die niet in aanmerking komen voor de 2
4 5 6
7
5
Beroep op de Belgische markt
in het uitstaand bed rag der gevestigde leningen (6)
2
(1)
overheide• schuld begrepen in de begrotingsuitgaven
Dekking Nettofinan-
in de verplichtingen op halflange termijn (7 )
+ + + +
in de verplichtingen op korte termijn
Totaal
Beroep op de buitenlandse markten 7
6
4,8 1,4 0,9 4,3 1,8 3,8
(8 )
(0) ° (6) tot (8)
(10)
+ 0,2 + 14,9 - 0,5 - 2,1 - 6,2 + 5,2
+ 23,0 + 34,2 + 62,5 + 79,6 + 54,1 + 59,9
+ 5,1 - 10,4 - 28,7 - 15,9 - 3,0 - 2,5
berekening van liet a Kasresultaat n; genoemde verrichtingen werden opgesomd in noot 2 Cf. tabel XVI-3b. Incl. de veranderingen in de indirecte schuld. In voorkomend geval wordt het creditsaldo van do Schatkist bij do N.B.B. en haar voorlopige beleggingen in handelspapier afgetrokken von haar verplichtingen op korte termijn. Deze rubriek geeft de beweging aan van de schulden, zowel in vreemde munten als in Belgische franken, waarvan de Staat t.o.v. het buitenland de debiteur is, hetzij rechtstreeks, hetzij via Belgische instellingen.
Nieuwe reeks Dekking
Periode
Totaal begrotingssaldo
1
Saldo van de extrabudgettaire verrichtingen
(2)
Veranderingen
(3 ) ° (1) + (2)
4
in de verplichtingen op halflange termijn (5)
1974
- 57,8
+
0,4
- 57,4
+ 50,9
+
3,8
1975 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 12 maanden
- 67,1 -106,7 -117,6 -113,8
+ + + +
2,0 5,6 2,8 4,5
- 65,1 -101,1 -114,8 -109,3
+ 30,5 + 43,1 + 62,4 + 94,4
-
1976 Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
- 79,6 - 99,7 -113,6 -135,4 -132,4 -132,0 -155,9 -143,6 -144,9 -131,6
+ + + + + + -
3,3 3,2 1,2 4,5 0,9 1,4 4,7 0,8 1,0 1,5
- 82,9 -102,9 -114,8 -130,9 -131,5 -130,6 -151,2 -142,8 -143,9 -133,1
+ 54,9 + 45,3 + 41,2 + 79,1 + 74,8 + 70,8 + 82,6 + 91,1 + 87,1 + 82,3
1 977 Eerste maand
- 30,3 - 70,7
+ +
0,3 1,7
-114,4
+
7,6
- 30,0 - 69,0 -106,8
- 14,2 + 36,3 + 32,9
.
Eerste 2 maanden Eerste 3 inaanden
1 Cf. kolom (7) en noot 3 van tabel XI - 1. Zie noot 2 van de vroegere reeks. Het verschil tussen deze kolom en kolom (4) « Kasresultaat n van tabel XI-2 wordt verklaard door het feit dat, enerzijds, de netto financieringsbehoeften rekening houden met een aantal verrichtingen die niet in aanmerking zijn genomen voor de berekening van het a Kasresultaat » (genoemde verrichtingen werden opgesomd in noot 2) en anderzijds, dat
2 3
5
Beroep op de Belgische markt
in het uitstaand bedrag der gevestigde leningen (4)
3
2
(1)
Nettofinancieringsbehoeften van de Schatkist
in do verplichtingen op korte termijn 6
(6)
+
Totaal
Beroep op de buitenlandse markten 7
(7) = (4) tot (6)
(8)
5,2
+ 59,9
-
2,5
... 0,3 2,1 2,4
+ 35,5 + 58,8 + 55,4 + 17,9
+ 66,0 +101,6 +115,7 +109,9
-
0,9 0,5 0,9 0,6
-
0,9 1,5 1,7 1,9 2,3 2,3 2,6 2,9 3,3 4,3
+ 28,5 + 59,2 + 75,5 + 53,7 + 59,4 + 62,3 + 71,0 + 54,8 + 59,5 + 55,1
+ 82,5 +103,0 +115,0 +130,9 +131,9 +130,8 +151,0 +143,0 +143,3 +133,1
+ -
0,4 0,1 0,2 ... 0,4 0,2 0,2 0,2 0,6 ...
-
... 0,5
-
1,0
+ 44,1 + 32,9 + 74,5
+ 29,9 + 68,7 +106,4
+ + +
0,1
+
0,3
+
0,4
de nettofinancieringsbehoeften de contractuele aflossingen niet bevatten. Cf. tabel XVI-3b. 5 Zie noot 5 van de vroegere reeks. 6 Zie noot 6 van de vroegere reeks. 7 Zie noot 7 van de vroegere reeks. 4
XI - 4. - BELASTINGONTYANGSTEN PER KALENDERJAAR
BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN REGISTRATIERECHTEN
XI - 4.
-
BELASTINGONTVANGSTEN (per kalenderjaar) (Miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën. Totale lopende ontvangsten 3 Periode
Directe belastingen
2
Douane- en accijnsrechten
B.T.W. en registratie
Totaal
55,3
5,1
425,1
495,4
62,1
5,1
500,5
591,3
78,5
6,6
597,9
215,2
671,9
91,7
7,2
679,1
15,3 15,9 15,0 16,2 17,4 16,6 17,1 17,6
33,8 44,9 46,1 54,7 42,9 54,5 55,6 62,2
117,4 142,0 149,7 182,2 135,1 159,2 174,3 203,3
4,6 18,1 21,3 34,5 1,5 18,7 27,9 43,6
119,0 143,5 151,4 184,0 137,0 160,8 176,1 205,2
17,5
45,9
146,1
2,5
1,6 1,5 1,7 1,8 1,9 1,6 1,8 1,9 2,0
21,8 38,2 23,0 26,9 50,9 27,0 23,7 50,4 25,6 47,5
6,4 5,5 5,5 5,6 5,4 5,8 5,8 5,1 5,9 6,6
8,9 22,1 16,4 15,9 22,5 18,4 14,7 17,7 17,2 27,3
37,1 65,8 44,9 48,4 78,8 51,2 44,2 73,2 48,7 81,4
0,3 16,2 1,3 1,2 23,5 3,1 1,3 24,0 0,5 19,1
0,7 0,6 0,5 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,5 0,7
37,8 66,4 45,4 49,0 79,4 51,8 44,8 73,8 49,2 82,1
31,0 25,2 26,5
5,9 5,3 6,3
16,6 18,4 10,9
53,5 48,9 43,7
1,2 0,1 1,2
0,7 0,6 0,7
54,2 49,5 44,4
49,4
130,5
358,7
1973
219,3
54,1
146,6
420,0
1974
275,3
52,9
167,2
1975
349,4
62,4
179,5
1976
388,0
68,7
1975 1° kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1976 le kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal
68,3 81,2 88,6 111,3 74,8 88,1 101,6 123,5 82,7
1.976 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes. 2 Incl. de bij voorbaat gedane stortingen. 3 Inclusief de belastingontvangsten die, buiten begroting, rechtstreeks worden toegewezen aan het Fonds voor Economische Expansie en Regionale
-
5.
belastingontvangsten
363,8
178,8
XI
Totaal der 4
5,1
1972
1977 1" kwartaal
Kapitaalontvangsten
waarvan vooruitbetalingen
-
148,1
Reconversie, aan het Wegenfonds, aan het Speciaal Gemeentefonds en aan de Europese Gemeenschappen, maar exclusief do douanerechten die als eigen middezen aan do Europese Gemeenschappen worden afgedragen. 4 Successierechten.
INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN (Miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën. 1976
1970 : maart
EigenTc:tale Buiten lirka Vooruitbelas- tang toe- budget- ziehten tangtaire volgens tvang- Etwveaznej; ontvang- 1 opaten 5 ten sten ving 2 eten (3)= (1)
Totale belastingntvang,,„. ..,,,,
Buiten ,, ." e gmting toeontvangntvang-
sten
Eigenl i j ke budgettams ontvangeten (3)=
(1)-(2)
(1)
(2)
(1)-(2)
13,8 374,2 398,5
21,8
0,9
20,9
(2)
1977 :
\, noruitVooruitzichten belas t i n -''t',"egto. 3`..ns on ,..,„ t v agn n g°'. 2 ving (1)
maart
Buiten "enlijk° begroting toe- budgetg ewezen faire ge ontval': ontvangsten 3. sten (8)= (2)
(1)- (2)
1,1
25,4
, . ‘zichten 9°n "‘" v°13 '" beg.n. t ing 2
A. Lopende ontvangsten : I. Directe belastingen onroerende voorheffing roerende voorheffing voorafbetalingen (kovennootschapsbelasting hieren) personenbelasting (kohieren) bedrijfsvoorheffing diversen
388,0 28,8 91,7 6,2 36,9 212,3 10,8
II. Douanen en accijnzen
68,7
III. B.T.W. en registratie
215,2
B. Kapitaalontvangsten
7,2
28,8 29,0 88,4 101,2
2,7 0,3
.. ..
6,2 6,5 1,5 35,4 37,1 1,5 210,8 220,6 2,7 3,3 7,5
0,3 2,2 15,4 0,9
0,1 0,1 0,7
0,3 2,1 15,3 0,2
...
3,3 ...
...
2,7 0,3
20,4 2,4 0,3
26,5 2,5 1,2
0,3 --0,1 2,0 3,0 15,1 1.8,9 0,3 1,0
.. .. ...
0,2 0,2 0,7
28,0
...
...
2,5 1,2
2,8 1,0
--0,1 2,8 18,7 0,3
3,1 20,8 0,3
60,1
6,4
0,6
5,8
5,2
6,3
0,6
5,7
6,1
18,7 196,5 185,8
8,9
1,9
7,0
6,6
10,9
1,6
9,3
7,9
7,2
0,7
0,7
0,5
0,7
0,7
0,6
6,7
62,0
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes. 2 Vooruitzichten voor do eigenlijke begroting. Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie van Financiën). - Statistisch Jaarbock van België. - Statistisch Tijdschrift van hot N.1.S. - Belgisch Staatsblad. - Tijdschrift voor Documentatie cn Voorlichting : XLIIs jaargang, deel I, nr 3, maart 1967: a Hoofdstuk XI « Rijksfinanciën n van het statistisch gedeelte - Wijziging van sommige gegevens n - Tijdschrift van de Nationale Bank van België, XLV11e jaargang, deel II, nr 5, november 1972 : « De begroting 1973
6,7
N. B. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en om. standige gegevens over de belastingontvangsten. in het licht van liet verloop van de overheidsfinanciën van 19(17 tot 1973 n. - XLIX0 jaargang, deel I, nr 5, mei 1974 : a Hoofdstuk XI Rijksfinanciën n van het statistische gedeelte - Wijziging van sommige gegevens - Le jaargang, deel I, nr 4, april 1975: a Hoofdstuic XI : a Rijksfinanciën a van het statistische gedeelte - Wijziging van sommige gegevens 5.
XII. - VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE mi • la. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1973
(Miljarden franken)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Financiële instellingen
Privébedrijven particulieren (1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ... Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ...
or nel,
:C'
Totaal
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Diversen Totaal Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Overige verplichtingen voor ten hoogste een jaar t.o.v. de overwegend geldscheppende instellingen 1 Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ...
(2)
(3)
Sociale verzekering
Buitenland
(5)
(6)
0,3 14,5 44,3 (394,0) 58,8 0,4 23,0 14,4 (1,0) 37,7 5,6 . . . 189,9
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke 'belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen Totaal ...
Staat ( Schatkist )
195,4
... 0,2 6,0 (3,4) 6,5
0,3 ... 9,4 (0,5) 9,4
.. . 2,3 0,1
... ...
0,2
7,2 (20,3) 7,2
2,6 ... 1,1 3,6 0,2 1,4 6,3
...
. . . . . . 0,2 0,1 0,7 (11,6) 1,0
-
4,6 0,2 2,5 . ..
-
( . .) 0,4
0,3 0,3 0,1 •• • 1,0 0,6 1,7 4,6 8,3
7,3
22,5
-
•• . -
0,2 ...
0,3 ...
-
-
... -
53,0 -
0,3 ... 7,3 1,2 8,8
. . . .• •
0,1 ...
5,5 5,5
. .. 0,3 0,1
...
... .. . 6,8 ... 2,1 8,9
__ -
3,3 56,3
0,1 1,0 49,5 (0,2) 50,6
ric7r-cmcq co GO CO COri
Gelden van derden Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke 'belegger Diversen
Overheidsbedriven 1
Overhe idssec tor n iet elders 7. verme ld (o. m. lagere overheid)
Nationale niet-financiële sectoren
0,1
0,2
6,0 0,3 13,7 263,1 1,0 (1,1) 284,2
0,7 0,5 0,1 13,0 6,2 . . . . . . (0,2) 20,5
-1,9 ... (-) 1,9
0,6 ... •• • 13,8 7,8 1,4 •• . (0,6) 23,6
... --• 7,7 6,7 0,2 •• • (0,3) 14,6
... 9,1 8,5 ... 17,6
•• • 13,0 70,2 7,1 7,7 98,0
•• • •• 65,3 1,6 1,9 68,8
•• •
•• .
64,0 10,5 184,1 65,1 6,2 329,9 ••• 0,4 22,4 25,8
4,1
•• • 0,4 1,6 •• • 0,2 1,0 3,2
•• • ... -...
... •• • 0,1 •• • 0,1
... •• • . . . 9,7 0,3 10,0
-
-
-
•. -
-
-
•••
26,9 66,0 23,6 (7,0) 116,5
-
Kredietinstellen, eri yen d: overheidssector (11)
7,3 3,0 ... 255,7 0,1 ( ...) 266,1 1,6 6,0 1,7 1,7 3,3 33,0 -• • (0,8)
N iet bepaalde sec toren en aanpassingen
(12)
0,6 . . . •. . •• • (.. .) 0,6 ... _. ... 2,9 ... 3,8 (0,9)
47,3
6,7
0,6 11,7 29,7 1,9 0,5 44,4
17,9 -• • ... - 0,1 •• • 17,9
•• •
•• •
1,2 4,4 3,4 131,4 0,4 140,8
... . . . 0,2 . . . 10,2 10,5
... 18,7 16,3 12,6 •• • 47,7
... 14,3 0,5 ... •• • 14,7
24,0 3,7 (5,4) 708,5
(--) ...
0,6 (...) 6,1
... (1,4) 5.2
•• (__)
-•(--) 0.4
(0,2) 3,4
(0,5) 26,:_.
1,6
( --) _0,4
0,4 1,7
508,8 67,9
---
-
•• •
0,4 23,6 121,2 25,1 151,3 20,7 342,3
58,2 76,7
•- •
--
(35,7)
171,7 98,8 53,7 564,4 79,1 21,0 817,0
--• 0,4 -• •
5,2
1,4
36,3 30,9
•-6,1 -• -
1,4
-
27,9
-
.•.
-
7,0 1,8 64,7
•• • 4,2
508,8 48,1
16,3
3,2
1,6 42,7 57,2 103,5
-
10,4
1.162,1
. . . ••• ... 9,9 9,9
76,7
3,4
586,0 89,6 (409,2)
... •• • ... 0,5 0,5
-
-
158,7 236,2 91,5
0,1 ••• 1,1 3,3 4,5
•• • -
0,2
(13) = (1) tot (12)
... -• • 0,2 0,9 1,1
47,2"
...
Totaal van de schulden
•••
0,4
...
- ..,
(-) -
0,3
... •. . ... •• ...
13,0
144,2 218,4 6,5 ... •• • (3,0) 369,1
...
... . • • ... 2,7 2,7
-
(8)
4,1
•• • ... ... •• • ...
...
(7)
... •• • 53,4
-• • 33,0 38,5 71,5
13,0
Rentenfonds
4,8
'
Inst. voor verzekering Spaarkassen, op het leven hypotheeken tegen ei- ^kapitaliarbeidssatiemaatongevallen, evallen . , pensioenfondsen (10) (9)
Overwegend end geldscheppende instelEngen.
6.1
•• •
•••
40,3 19,5 (7,5) 771,4
7)
v el de
:9)
In
1, 1 em
( 8: gel Pt rbe nds,
Geld Geld op zeer korte ternaijn . (Belgische franken) Andere brutoverplichtingen tegenover het buitenland Andere deposito's in buitenlandse valuta's voor ten hoogste een jaar Andere deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Verplichtingen niet elders vermeld Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ._
( 11)
---
11,7 156,6 149,5 --
6,1
26,2
2,5
---
---
... --
---
-... --
-__ -...
-... --
-... -.
27,1 41,4 0,3 (22,4)
0,3 (0,2)
'No° : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. 1 Inclusief de goudvoorraad van de N.B.B.
--
...
21,3 (2,3) 124,9
2.377,5
3,9
...
-
...
...
3,7
-... 62,4
8,5
62,4
1.674,5
0,8
0,1
... ...
---
...
...
0,1 0,1 8,0 (0,3) 22,4
--
2,4
-...
0,3 0,5 (0,6) 2,3
...
8,4
--
2,8
--
...
--
...
2,8
0,1
--
3,5
9,6
--
6,6
--
0,8
0,2 0,3
0,2
...
0,5
1,9
0,1
19,9
-----
... ... ... --
-----
... ... ... --
... ... ... --
1,9
0,4
1,1
7,4
2,7
-... -----
1,2
-----
... ...
1,8
-----
... -----
...
-----
...
..
---
.. ... . --
...
.
26,2
--
--
.. --
...
0,1
3,6
0,2 1,0 --
...
4,3
10,5
0,6
...
...
... ... --
... ... --
...
--
-...
0,8
--
0,1
0,8
--
--
0,1
0,1
-...
-...
-...
0,2
13,3
(0,8)
2,0
13,4
2,1
0,5
5,2
9,3
2,8
2,0
...
0,1
(0,3) 13,0
... --
---
... --
...
... --
... --
--
... --
''' --
... --
... --
-...
--
-...
-...
-...
-...
-... (•••)
-... (--)
--
0,4
...
0,4
...
0,7
-
-
...
...
-
-
-
• 3,6 ... ...
0,4 •' ' •• • (...)
4,0
... ... ... •• '
18,8 (1,5) 18,8
0,2
...
...
2,0
... ...
0,3
...
... ...
... ...
...
... -
30,9
1,2
27,1
26,2
6,0
... ... ...
19,9 0,2
22,8
3,3 0,2
4,6 17,3
(0,2)
(-)
43,6
1,2
44,0
46,5
80,4
0,4 -
13,4
8,7
0,6
... ...
...
2,4 0,3
0,3
7,3
...
3,1
7,4
9,4
•• • (...)
... (...)
...
...
4,3
54,4
97,0
2,0 (...)
...
-
19,1
(•••)
0,2
...
-
(0,7) 14,4
--
0,1 0,1
-
•' • " •
--(--)
...
•
9,1 (0,3) 281,4
0,3
11,7 156,6 159,7 99,7 27,2 41,8 96,5 (25,8) 8,0 ... 12,8 3,0 23,8
8,5
Totaal van de vorderingen
99,7
...
----
4,4
-
6,0 --
__ __ -... --
...
----
192,1
--
----
--
14,2
-
__
-__ ---
-----
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons voor ten hoogste een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ._
31,3 8,4 36,1
--
--
1,2
--
-
--
--
3,5
--
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Kasbons voor ten hoogste 1 jaar, verkrijgb. door elke belegger Kasbons voor ten hoogste 1 j., niet verkrijgb. door elke belegger Kasbons en oblig., voor meer dan 1 j., verkrijg. door elke beleg. Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar, niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal _.
--
... --
7,9 0,3
556,6
----
-55,2 241,6 24,5 (2,8) 321,3
...
... --
... ...
2,5
6,4
-----
302,8 26,2 48,6 17,0 65,7 1,3 8,2 (3,8) 484,0
0,8
---
3,9
--
520,4 4,6 556,2
1,2
0,4 556,2
... -0,1 --
4,3
----
Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen)
858,0
”1!,, ziy., 5 17-= ii -,7,-;:;-1:,F; .., .....
4,3
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Diversen Totaal -.
Totaal ...
Krediet ins tel lingen va n de o verhe idss ec tor
471,4
8,0
612,8
1.708,7
7,6 ... ...
... -
1,5 ...
0,4 -
-
0,3 0,4
0,6
...
...
0,2 1,0 302,8 50,8 48,6 17,0 67,4 1,3 25,6 (4,9) 534,5 ... 55,2 241,6 27,1 (2,8) 323,9 5,5 0,1
8,4 31,3 39,5 36,8 ...
291,6
(••.)
•• • (•••)
(••.)
(...)
54,8
50,8
10,6
22,5
70,5 45,5 (2,7) 529,2
1,2
15,0
6,9
6,7
--
86,6
26,0
559,7
297,3
533,7
146,6
6.540,6
XII - lb. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1974
(Miljarden franken)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT
PrivéOverheidebedrijven en bedrijven particulieren
1)
edi
icu
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Gelden van derden Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen
( 2)
le'
(4
l e ri
dss s v
-
Totaal ...
ioc •ze i
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Diversen
( n)
Bu itenland
Totaal Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Overige verplichtingen voor ten hoogste een jaar t.o.v. de overwegend geldscheppende instellingen 1 Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ...
-
(415,9)
8,3 (0,5)
63,2
5,9
8,3
...
Sociale verzekering
Buitenland
(5)
(0)
6,3 .. .
.. .
0,1 1,0 67,3 (0,2)
.. . ( ...)
68,4
6,3
0,3 26,6 -
... 2,3 0,1
17,4 (1,0)
.. . .. . 7,4 (21,8)
. .. 0,2 0,2 0,1 0,5 (11,9)
... 0,3 "' (.
2,4
7,4
0,9
0,3
4,9
... 0,8 3,6 0,2 0,6
-
2,1 . .. 2,5 . ..
•• . 0,1 7,9 ...
209,4
5,2
-
-
-
-
50,1 -
. . . •. .
. ..
4,7
(7)
146,3 252,2 8,3 ... (2,9) 406,8 0,7 0,6 4,1 15,6 7,0 ... •• . (0,3)
9,5
4,9 •• • -
Overwegend geldscheppende instellingen
0,3 0,4 ... 0,7 0,6 2,7 4,7
.)
44,3
204,4 Totaal ...
0,5 ... 0,2 5,2 (3,8)
.-•
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen
(3)
Niet
Inst. voor
CO
e)
32,1 1;
13
;-fli
Totaal ...
(2)
Financiële instellingen
12,9
20,3
-
• •• -
0,5 •• •
0,2 •• •
0,3 •• •
0,5
sp aaskassen, overzekering Rentenfonds
hypotheeken kapitalisatiemaat.
(8) (-)
7,0 0,7 14,4 303,7 1,0 (2,6)
-
326,9
1,4
(9)
p et leven en tegen arbeidsg, ongevallen, . pensioenfondsen (10)
29,0 75,2 26,7 (7,4) 130,9
Kredietinstellingen van de overheidssector
bepaalde ic reu tin
Totaal van de
aalgen
(11)
(12)
9,8 3,4 ... 286,7 0,1 ( • • •)
1,6 ... ... ... •• ( • . •)
300,0
1,6
(13) = (1) tot (12)
171,5 273,1
98,1 666,9 108,6 (433,2) 1.318,2
•• • (-)
1,0 ... ... 14,9 8,2 1,3 •• • (0,6)
1,5 .. . 6,8 ... 0,6 8,6 1,4 6,4 6,1 0,2 38,4 •• • -•• (0,3) (0,8)
27,9
1,4
25,4
15,2
54,9
6,7
196,3
65,0 13,5 201,1 66,6 8,5
•• • 9,1 5,2 ... ...
•• •
0,2 14,8 30,9 1,8 0,4
13,4 .. .
80,9 9,7 9,5
•• • .. . 74,7 1,6 1,3
•. . •• •
92,4 56,8 614,3 82,4 26,4
354,7
14,3
111,8
77,6
48,1
13,5
872,4
••• 3,9 •• • -
•• •
•• -
... 20,0 16,4 15,3 •• •
... 14,4 1,5 ... •• -
-••
0
eideb(
Totaal ... Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen)
16,8 46,4
Staat (Schatkist)
Overhe ids sec tor n iet elders Ir. verme ld (o. m. lagere over heid)
Nationale niet-financiële sectoren
12,8 4,9 4,1 146,5 0,3
... ... 0,4 . ..
•• • 0,7 37,7 124,7 29,4 169,3 11,6
168,6
0,4
11,7
... .. . 2,8 .. . 3,9 (0,9)
8,2
4,7 72,0 31,4 42,7 33,9 (37,7)
3,6
0,2 •• • 7,5 1,1
53,7
8,9
6,5
0,2
0,3
62,7
3,9
51,7
16,0
.. . 37,3 52,4
. .. . .. . .. ...
•. . . .. ... 2,6
...
. ..
.. . .. .
0,4 •. .
•• • . .. . .. 10,2 0,3
0,1 .•• •• . 0,7 6,0
•• . ..• ... -
•• • ••• 0,1 0,1
•• • •• • 2,1 4,2
•• • •• • ... 0,4
•• • •• • ... 13,8
3,2 47,5 79,7
89,7 ___
...
2,6
. ..
0,4
10,5
6,7
...
0,2
6,3
0,4
13,8
130,6
-
-
-
1,3 -
0,2 53,0 101,4
•• • -
•• • 5,4
-
-• • 10,1
•• 0,2 . ..
0,2 70,0 101,4
14,8
...
. ..
0,1
0,1
-
593,4 53,7
...
1,7
5,4
...
...
593,4 75,9
-
4,3 (0,3)
14,8 11,8 (0,5)
-
1,6
(--)
(--)
0,5 (0,1)
••• (1,4)
-•• (--)
-- (...)
14,8
4,3
26,6
0,1
1,8
1,3
...
7,6
5,4
10,1
0,2
39,7 23,0 (8,6) 903,6
6,5
•• •
24,9 4,8 (6,4) 831,5
373,4 -••
0,1 --• •- -
8)
( 7)
Overweg end e h:lsd-leppende instellingen in f(
ppi :g)
Iise
i, I In
3T
ndi ( 111
be
ger p
Kr edietins tellingen van de o ve r he idssector
0,1 ...
-
114,3 -
... -
1,5
30,4
2,0
699,0
-
-
2,8
... 0,3 -
-
-
-
2,8
0,3
18,0 334,1 32,5 51,2 20,8 84,5 1,3 11,0 (3,6)
0,4 -
... -
2,0
0,4 -
...
0,2
6,0
...
553,5
2,4
0,7
6,9
64,1 259,3 29,9 (2,9)
... ...
... 0,4
Totaal ...
353,3
...
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Kasbons voor ten hoogste 1 jaar, verkrijgb. door elke belegger Kasbons voor ten hoogste 1 j., niet verkrijgb. door elke belegger Kasbons en oblig., voor meer dan 1 j., verkrijg. door elke beleg. Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar, niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
5,2 -
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Diversen
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons voor ten hoogste een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
5, --, ,c,- -g, .....
... 0,7 -
5,8
Totaal ...
-
5,6 -
945,0
Totaal
. .4 d,.., :5.32 211g„1 1
3,9 695,0
Totaal ...
38,3 11,7 38,7 223,0 8,2 (0,3) 325,0
0,8 ...
... -
4,0 ... ... 0,5
'loot : Wegens d afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de eom van de posten 1 Inclusief de goudvoorraad van de N.B.B.
2.651,9
1,0 0,6 -
... ... -
552,9 13,3 695,0 17,4 169,5 189,8 114,3 23,4 48,7 96,2 (27,6)
1,6 ... ...
... (-)
... ... 0,2 0,3 (0,6)
1,9
134,6
0,7
19,3
2,3
5,0
74,9
1.920,6
... 0,1 -
... ... 10,8 ...
-
... ... 5,1 ...
-
... ... 1,8 ...
... 0,4
... ... 18,1 3,2
-
0,1
10,8
-
5,1
-
1,8
0,4
21,3
0,3 -
3,7 -
... -
... ... 0,1 ... ...
• .. -
0,7
4,2
1,8
0,1 ... 0,2 ... (1,4)
3,7 ... 8,7
0,8 ... ... ... ... 1,2
0,2 ... ... ... ... ...
... 0,9 ... (0,3)
... ... 0,2
... ... 17,1
27,0 ... 0,1 ... 334,1 51,5 51,2 20,8 87,0 1,3 34,7 (5,3)
17,3
607,7
14,7 (2,6)
..
.
... ... ...
0,1
1,3 0,1
...
7,9
1,9
1,4
...
0,3
13,3
2,2
... ...
... -
...
... ...
... ...
... (-)
... 0,1 (0,1)
... ... (...)
... ... (--)
... 2,2 (•••)
64,1 259,3 32,6 (2,9)
0,4
...
...
...
...
...
0,1
...
...
2,2
356,0
-
0,3 . . . .. .
. 2,1
... 0,4 . 3,5 ... ... 37,0
... 1,6
•• •
... 0,1 1,4 ... 0,3 0,1 0,6 6,8
... 0,1
0,1 ... ... 31,1
0,3 0,1 ... 2,6 ... ... 25,9
5,7 2,9 10,6 38,3 51,3 38,8 0,6 333,6
10,9 •• • (0,2)
(--)
22,7 0,2 (-)
21,3 •• • (•-•)
3,3 0,4 (••.)
5,5 21,9 (...)
51,9
1,6
63,4
50,1
13,0
28,0
606,5
66,7
1,4
19,0
10,5
6,5
--
119,6
1.955,7
23,4
630,8
327,6
610,6
-
7
-
.
... ... ...
16,1 ... ... 0,6
•• • •• • (••.)
•• • 19,2 (1,4)
... •• • (0,7)
(...)
6,4 1,2 (...)
4,6
19,2
17,1
22,0
10,6
49,2
1,8 -
5,4 ... 0,1 3,9 (0,4)
... ...
..
.
7,4 2,5 -
... ... ... ... ... ... 74,9
0,3 (0,2)
9,8
Totaal van de vorderingen
30,4 ... -
1,9 -
504,2 17,4 169,5 181,9 23,3 48,4 0,3 (23,8)
5,0 -
1,1 -
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Andere brutoverplichtingen tegenover het buitenland Andere deposito's in buitenlandse valuta's voor ten hoogste een jaar Andere deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Verplichtingen niet elders vermeld Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen)
..
75,9
60,8
11,5
0,9
... ...
... ...
7,0 3,4
•• •
5,7
121,6
759,7
0,5 8,8
...
... ... 0,6 ... ...
159,0
...
73,5 51,1 (2,7)
7.426,2
XII • 2. - BEWEGINGEN VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1974
( Miljarden franken)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Nationale niet-financiële sectoren Financiële instellingen Privé• bedrijven OverheidsStaat en bedrijven (Schatkist) particulieren
-
( 2)
Is b
bed tic] ( 1)
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening • Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen)
St
cht
Totaal ...
■
dds: es ger (4
-fit
Totaal ... Gelden van derden Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar -door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen voor meer dan een jaar Diversen
[07.J
DoS
Totaal ... Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Diversen Totaal
( 9)
PUY1119119 E1
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Overige verplichtingen voor ten hoogste een jaar t.o.v. de overwegend geldscheppende instellingen 3 Andere deposito's in buitenl. valuta's voor ten hoogste een jaar Andere deposito's in Belg. franken voor ten hoogste een jaar . Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
(2)
+0,2
' (3)
. . .
.. .
(+22,0) + 4,2
-0,8 (+ 0,3) -0,6
-1,0 ( . .) -1,0 -
. .. . ..
+ 3,0 (• .) + 6,5
- 0,1
... +14,6 -
- 0,3 . . . . .. -0,7 -1,1 -
+14,0 +0,3 -2,6 ... + 4, 4 +13,8 +18,2 -
-0,2
.. . +0,3 -0,2 + 0,1 ... . .. ... . .. ... -
-
-
+7,5 +40,8 +13,4 4
... ...
...
+25,3 + 0,9 (+ 2 , 0 ) 4 (• • •) +87,0 -l- (1 .9
,.
o6.'2 `-. •' 72,è, '15'2 . <, •,;', 2, a,J: .T. ❑ ó 1' 2, 0 (4)
Overweend g Sociale Buitenland geldschep_ verpende zekering instellingen (5)
-
+2,3 +1,9
+3,5 -
.
t; .
. . . . . . + 0,2 (+ 1,5) + 0,2 .. .
. . .
...
+0,1 ... - 0,3 (+ 0,3) - 0,1 - 2,4 - 0,2 - 0,1 . . . - 2,7 .. . ...
...
(7) + 6,0 + 2 , 1 + 32,8 + 0,1 1 + 1,8 (0)
+17,8 +38,9... ( • -) (- 3,0)t(- 0,1) +17,8 +45,0 + 36,8
... ...
+0,3
+
- 0,2 - 0,1 + 1,0 + 0,2
+ +
(. ... ... + 0,1 + 1,2 ... + 2,7 + 4,0 -
+1,2 + 0,6 - 0,7 - 0,7 - 0, 7 - 0,1 - 1,5 •• • -
. . .
... ...
0,1
2,6 0,8 ... ... (+ 0,1) + 7,5 + 1,0 + 3,0 + 17,0 + 1, 5 + 2,3 + 24,8 . • . + 0,2 + 2,5 + 4,4 + 2,2 •
+1,0 +1,0 . . . . . . . .. -0,2 -0,2 -
+0,4 .. . .. . ... . .. ... .. .
. . . ... .. . + 0,3 . . . + 0,3 -
-
-
-
-
-
-
... . . . ... + 0,4 2 ... + 0,4 + 0,9 -
-
-
+ 1,4 ( •• .) + 0,6
+ 0,1
+ 0,2
(-) + 0,2 + 0,9
+
9,3
... 0,5
Rentenfonds
(8)
Inst. voor Spaarkassen, verzekering op het leven inKrediethypotheekst e11'mgen - • . en tegen en k a .teilvan de saemaatti overheidsschappijen ongevallen, sector pensioenfondsen (8)
(-) -
+ 1,0 +0,4 + 0,7 +40,6 ... (-1- 1,5) +42,7 +0,4 ...
- 0,5 ...
+1,1 + 0,4
(-) - 0,5 ... ... - 3,3 ... ... - 3,3 .. • - 0,2 ... - 0,2 -
. .• ( ...) +1,8 . .. - 1,3 +10,6 + 2, 6 + 1,8 +13,8 . .. .. . + 1,3 + 0,1 +2,7 . . . + 4,1
(10)
+ 0,9 - 0,3 . . . . . . ( ...) + 0,6 ... .. . + 9,4
- 0,3 + 2,8 +5,4 ... (+ 0,1) + 7,5 - 0,4 + 3,1 + 1,2
- 0,6 + 8,9 .. . + 0,2 + 1,1 .. . ... + 1,3 -
- 0,1 + 3,7 .. .
. . . - 0,1 .. . +0,1 ( ...) .. . - 4,5 ... .. . . . . . . . - 4,5 ...
+11,7 + 0,4 + 0,7 +10,1 - 0,1 +27,9
.. . .. . + 0,2 . . . -10,2 -10,1
. . .
. . . - 0,1
. .. + 0,9
+ 4,9 + 3,6 +0,2 + 5,8 + 24,8
... .. . -
- 0,8 - 0,9 ... +1,2
+ 0,9 + 1,7 -
+
...
+ 0,3
+ 0,2
-(-) ...
••• (...) + 1,5
••• (-) + 0,2
+
-
82,9 5,6
+ 0,9 +1,0 ( -I- 1,0) +121,3
-
-
(13) -.--,. (12)
+ 0,9 .. . . . .
+ 2,0 + 9,2 + 3,0 ,0 (+ 0,4) +14,3
-
.. . ( •• .) + 0,9 .. . . . .
... ... ...
. .. ... .. .
- 0,1 - 0,1 .. . + 4,0 ...
+ 4,0 + 4,0 . .. - 0,2 .. .
-
. .. • .. (-) + 4,0
Totaal van de schulden
aanpassingen
+ 2,5 +0,4 ... +31,0 ... (. - -) +33,9 0,1 + 0 ,8
.. . ...
+
(11)
Niet bepaalde eedoren
-
... -0,7 ... (••.)
(1) tot (12)
+ 12,7 + 35,9 + 6,6 + 80,9 + 57,9 (+ 21,2) +194,0 + 0,2 + 1 ,2 + 7 ,3 + 3,5 + 6,4 + 3,1 (+ 2,0) + 24,6 - 6,4 + 3,8 + 49,9 + 3,3 + 5,4 + 56,0 . .. + 0,2 + 14,2 + 3,5 + 4,3 + 18,0 - 9,1 + 31,1 +
±
+ + + + +
0,3 1,7 .. . 1,7 4,8 22,5 27,0 0,2 11,7 24,8
+ 82,9 + 7,5 + 40,8 + 19,6 - 0,6 + 28,8 (+ 3,1)
(7 )
Ove rwegend eldschepp e nde ins te llingen
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Andere brutoverplichtingen tegenover het buitenland Andere deposito's in buitenlandse valuta's voor ten hoogste een jaar Andere deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Verplichtingen niet elders vermeld Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Diversen (Aandelen en deelnemingen)
8)
tn fi
Totaal ...
+32,8 + 5,6 +12,9 +32,4 - 3,8 + 7,0 •• • (+ 1,4) +87,0
a, 1 list pp ] (9) a ia
cT ger P I". rbe n ds
Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen)
( 11)
Kre die t ins tellingen van de o ve r he idssector
Totaal Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Kasbons voor ten hoogste 1 jaar, verkrijgb. door elke belegger Kasbons voor ten hoogste 1 j., niet verkrijgb. door elke belegger Kasbons en oblig., voor meer dan 1 j., verkrijg. door elke beleg. Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar, niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen eo deelnemingen) Totaal
•• (...) + 1,4
- 5,0
... -
- 0,5 + 3,5 +136,0 + 0,1 ...
... •
-
•• •
+ 4,1
- 0,4 +139,5
... + 0,7 -
- 0,4 + 2,2 -
+ 0,7 -
+ 0,1 + 0,6 -
... ... + 2,8
+ 32,5 + 8,7 +138,8
+14,7 ... - 6,6 (+0,3)
... ... -
- 0,6 ... ... - 4,2 (+ 0,1)
- 0,3 . . - 0,1 - 0,2 (+ 0,1)
- 2,3 ...
- 1,8
... ... ... ... +12,6
+ 5,6 + 12,9 + 30,0 + 14,7 - 3,8 + 6,9 - 0,3 (+ 1,8)
+ 9,7
+ 0,7
- 3,1
...
- 3,4
+15,4
+246,0 -
3,5 + 0,1 -
- 1,2 ... + 2,4 ...
-
- 2,3 •- . + 0,8 ...
-
- 0,8 . • . + 1,8 ...
- 0,1 + 0,2
8,0 ••• + 5,3 + 0,2
-
-
...
+ 0,2
-
-
3,4
+ 1,2
-
- 1,5
-
+ 1,0
+ 0,1
-
+ 3,8 +31,3 + 6,2 + 2,6 + 3,8 +18,8 ... + 2,9 (- 0,2)
+ 0,2 + 0,1
... -
- 0,3 - 0,4
... •• -
•• • -
+ 0,1 ... ... ... ...
+
-
- 0,4 ... ... •• • + 0,6
.
-
+ 0,4 ...
-
+69,5
+ 0,3
- 0,6
...
+ 0,2
+ 0,2
+ 0,2
+ 3,9
+ 73,2
+ 8,9 +17,7 + 5,4 (. .)
... ...
...
... ...
... ...
... ...
... ..•
(-)
... - 0,1 (...)
••• (...)
... (--)
... -+ 0,2 (...)
••• + 8,9 + 17,7 + 5,5 (-)
+32,0
...
...
...
...
...
...
...
...
+ 0,2
+ 32,1
+ 0,7 . + 7,0 + 3,3 + 2,6 +30,9
... -
-
+ 0,5 ... ... + 0,1
• .. ... ...
- 0,5 ... . + 2,8 ... ... + 0,3
+ 0,2 + 2,8 + 2,1 + 7,0 + 11,9 + 2,0 + 0,6 + 42,1
- 0,9 ( ...)
... + 0,5 ( ...)
... ... (...)
+ 0,4 -
... (•••)
+43,6
+ 0,5
+ 0,5
+ 2,6
+ 2,9 +
2,6
+ 1,4 -
0,7
...
+359,5
'loot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. CL rubriek 4.821 van tabel IX-1. 2 In de betalingsbalans is deze beweging niet opgenomen in de kapitaalverrichtingen.
-
+ 1,7 -
-
+ 1,8 ... - 3,1 - 0,9 .. -
. .
... -
-
...
,,,,,,,,,,, ...„
+ 1,3
Totaal van de vorderingen
...
+ 4,1 ... -
... + 0,2 -
get,':,L-Z z .... 5:4,0 .r c,
-`0,
5,0 -
...
:1 .?,,
ii
+ 0,8 -
-
-
Totaal
Totaal ...
-
-
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Certificaten voor ten hoogste een jaar Diversen
Geld Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening Deposito's op gewone boekjes Andere deposito's voor ten hoogste een jaar Deposito's voor meer dan een jaar Kasbons voor ten hoogste een jaar Kasbons en obligaties, voor meer dan een jaar Wiskundige reserves Diversen (Aandelen en deelnemingen)
--1-4
+ 2,7
+ 0,1
+ 1,7
...
- 3,9
+ 6,3 3 4
- 1,4 -
0,9
-+ 2,1 .. + 2,8 + 0,3 •• ... - 0,3
... -
- 0,1
... ... ... ... ... + 0,2 -... (+ 0,5)
+ 1,9 - 1,8 ..,. + 0,1 ... (...)
... ... ...
-.• ... + 3,8
... + 0,6 + 1,1 + 0,1 ... ... + 4,0 -
... + 0,1 + 1,1
... + 0,1 + 1,0 ...
... - 0,3
+ 0,6 + 0,9
... + 0,1 ... ... ... ... ...
2,5
7,1 ... - 0,1 - 0,9 + 31,3 + 0,7 + 2,6 + 3,8 + 19,5 ••• + 9,1 (+ 0,3)
+ 1,1
-
... + 6,1
+ 0,4
+ 1,5
(-)
+ 2,8 ... ( • • .)
- 1,6 ... ( • • .)
... + 0,2 ( • • •)
+ 0,9 + 4,5 ( ..• )
+ 3,0 + 5,6 (• • .)
+ 8,3
+ 0,4
+ 8,6
- 0,6
+ 2,4
+ 5,6
+ 77,4
+25,3
+ 0,2
+ 4,0
+ 3,7
- 0,3
+24,7 +183,2 +247,1
- 2,7
-
F71,1
+30,4
+76,8
(...)
1,0
(•• •)
( ...)
Inclusief de goudvoorraad van de N.B.B. Cf. rubriek 4.311 van tabel IX-1.
-
+14,5
+ 35,0
+1.009,7
XII - 3a. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1973 Totalen per sector (Miljarden franken)
Privébedrijven en particulieren
Overheidsbedrijven
(1)
(2)
Staat (Schatkist)
(3)
1. Privé-bedrijven en particulieren
58,8
6,5
9,4
2. Overheidsbedrijven
37,7
2,6
7,2
195,4
6,3
56,3
8,8
3. Staat (Schatkist) 4. Overheidssector meld
niet
elders
71,5
nationale
Instellingen voor ovperizieeiler;negn en tegen arbeidsongevallen, pensioe n . fondsen
Kredietinstellingen van de overheidssector
(9)
(10)
(11)
(12)
(13) = (8) tot (12)
-
284,2
116,5
266,1
1.035,8
0,6
1.162,1
1,9
23,6
14,6
47,3
107,9
6,7
171,7
329,9
17,6
98,0
68,8
44,4
558,6
17,9
817,0
0,3
53,4
4,1
47,7
14,7
140,8
260,7
10,5
342,3
0,1
74,3
10,0
3,2
1,1
4,5
0,5
9,3
9,9
103,5
60,2
537,3
41,4
776,0
454,6
219,1
499,0
1.972,3
45,6
2.596,6
1,6
44,7
0,4
708,5
...
6,1
5,2
6,1
725,9
0,4
771,4
897,4
556,6
124,9
...
22,4
2,3
8,5
158,1
62,4
1.674,5
2,9
3,5
9,6
-
6,6
-
0,8
17,0
0,3
23,8
2,8
2,0
...
0,1
13,0
2,0
17,1
13,4
534,5
...
0,2
0,2
2,0
323,9
Sociale verzekering
(4)
(5)
...
50,6
125,3
0,3
369,1
1,0
0,4
48,9
8,3
20,5
7,3
8,9
217,9
22,5
0,1
0,2
70,9
Buitenland
samen ( 8) = (1) tot (5)
(7)
Overwegend geldBentenfonds scheppende instellingen
(8)
Financiële instellingen samen
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(14)
Totaal van de schulden
(15) = (0+ (7)+ (13)+ (14)
ver-
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
-
Spaarkassen, hypotheeken kapitalisatiemaatscheppijen
Nietfinanciële nationale sectoren
Overheidssector niet elders vermeld
...
5,5 2,7
...
...
sectoren 419,7
24,2
24,8
13,0
3,4
26,7
8. Overwegend geldscheppende instellingen
858,0
4,3
6,4
26,2
9. Rentenfonds
-
2,8
0,1
2,5 .,. -
0,5
5,2
9,3
501,1
...
321,7
7. Buitenland
-
8,4 ...
23,6
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
484,0
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
321,3
12. Kredietinstellingen heidssector
281,4
4,0
18,8
14,4
19,1
337,7
8,0
43,6
1,2
54,8
50,8
10,6
161,0
22,5
529,2
1.944,7
10,4
28,9
45,9
30,9
2.060,9
570,9
180,1
1,2
84,1
66,1
21,9
353,4
100,6
3.085,9
4,3
12,9
44,0
1,2
15,0
6,9
6,7
73,8
97,0
2.655,8
612,8
1.708,7
26,0
559,7
297,3
533,7
3.125,4
146,6
6,5
+ 59,2
- 158,6
+ 34,2
+ 2,2
+ 25,2
- 26,6
+ 4,5
+ 39,5
+ 60,0
van
de
14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 15. Totaal van de vorderingen de
vorderingen
...
0,4
...
...
...
...
...
over-
13. Financiële instellingen samen
16. Saldo van schulden
2,1
8,5 2.377,5
...
...
46,5
80,4
54,4
+1.215,4 - 125,2
- 736,6
- 287,9
.
-
86,6 6.540,6
en
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen met noodzakelik gelijk aan de som van de posten.
-
-
XII • 3b. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1974 Totalen per sector ( Miljarden franken)
Privébedrijven en particulieren
(1) 1. Privé-bedrijven en particulieren 2. Overheidsbedrijven
)
3. Staat (Schatkist) niet
4. Overheidssector meld
elders
(2)
Staat (Schatkist)
(3)
63,2
5,9
8,3
44,3
2,4
7,4
209,4
5,2
53,7
8,9
-
Kredietinstellingen van de overheidesector
(8 )
( 9)
(10)
(11)
(12)
(13) = (8) tot (12)
-
326,9
130,9
300,0
1.164,6
1,6
1.318,2
Sociale verzekering
(4)
(5)
( 6 ) -= (1) tot (5)
...
68,4
145,8
6,3
406,8
0,9
0,3
55,3
9,5
27,9
1,4
25,4
15,2
54,9
124,8
6,7
196,3
4,7
12,9
232,2
20,3
354,7
14,3
111,8
77,6
48,1
606,5
13,5
872,4
0,5
0,2
69,8
0,3
62,7
3,9
51,7
16,0
168,6
302,9
0,4
373,4
0,4
92,7
10,5
6,7
0,2
6,3
0,4
13,6
13,8
130,6
516,0
246,0
572,0
2.212,4
36,0
2.890,9
7,6
5,4
10,1
854,6
0,2
903,6
19,3
2,3
5,0
161,9
74,9
1.920,6
Overheidesector niet elders vermeld
Buitenland
(7)
ver89,7
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
Overheidsbedrijven
Overwegend g eldscheppende instellingen
Instellingen voor Spaarkassen, hypotheek- ovperfieelarynegn en tegen Rentenfonds en kapitaliarbeidsactiemaatongevallen, schappijen pensioenfondsen
Nietfinanciële nanc nationale sectoren samen
...
6,5 2,6
...
...
sectoren
nationale
19,6
Financiële instellingen samen
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(14)
Totaal van de schulden
(15) = (0+ ( 7 )+ (13)4-(14)
460,3
22,4
24,8
6,1
82,2
595,7
46,9
858,8
14,8
4,3
26,6
0,1
1,8
47,5
1,3
831,5
8. Overwegend geldscheppende instellingen
945,0
5,8
1,5
30,4
2,0
984,7
699,0
134,6
9. Rentenfonds
-
2,8
0,3
3,1
0,1
10,8
-
5,1
-
1,8
17,7
0,4
21,3
0,7
6,9
571,4
1,9
1,4
...
0,3
13,3
2,2
17,2
17,3
607,7
...
0,1
0,1
2,2
356,0
7. Buitenland
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
553,5
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
353,3
12. Kredietinstellingen heidssector
van
de
0,4
...
...
353,7
...
...
...
...
4,6
19,2
17,1
22,0
387,9
10,6
51,9
1,6
63,4
50,1
13,0
180,0
28,0
606,5
2.176,8
12,8
24,6
54,7
31,9
2.300,8
711,6
198,7
2,3
88,2
65,7
22,0
376,9
122,8
3.512,1
5,7
15,5
66,7
1,4
19,0
10,5
6,5
104,1
-
121,6
2.959,4
759,7
1.955,7
23,4
630,8
327,6
610,6
3.548,1
68,5
- 143,9
9,8 49,2
75,9
60,8
+1.333,7 - 147,1
- 796,5
- 312,6
2.651,9
15. Totaal van de vorderingen vorderingen
...
7,9
325,0
14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
de
2,4
-
0,7
over-
13. Financiële instellingen samen
16. Saldo van schulden
-
...
en
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzaken k gelijk aan de som van de posten.
-
9,0
4-
±
35,1
+
2,1
-1-•
23,1
-
28,4
4-
4,1
+
36,0
4-
119,6
159,0
7.426,2
39,4
-
XII
-
4.
-
BEWEGINGEN VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1974 Totalen per sector (Miljarden franken)
Privébedrijven en particulieren
Overheidsbedrijven
(1)
(2)
Staat (Schatkist)
+
4,2
-
0,6
-
1,0
2. Overheidsbedrijven
+
6,5
-
0,2
+
0,2
3. Staat (Schatkist)
+ 14,0
-
1,1
-
+
0,1
4. Overheidssector meld
niet
elders
2,6
+ 18,2
nationale
(4)
(5)
(8) = (1) tot (5)
...
+ 17,8
-
-
0,1
-
2,7
+
0,4
... +
4,0
...
+
1,0
-
0,2
-
1,8
7. Buitenland
+ 87,0
+
0,9
+
8. Overwegend geldácheppende instellingen
+ 87,0
+
1,4
-
9. Rentenfonds
•
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13) = (8) tot (12)
+ 20,4
+ 45,0
+ 36,8
-
+ 42,7
+ 14,3
+ 33,9
+127,7
+
6,4
+
1,2
+
7,5
-
0,5
+
1,8
+
0,6
+
7,5
+ 16,9
+ 14,2
-
1,5
+ 24,8
-
3,3
+ 13,8
+
8,9
+
3,7
+ 47,9
-
...
...
+
9,3
-
0,2
+
4,1
+
1,3
+ 27,9
+
+
3,6
-
0,9
+
1,7
-
-
1,1
...
0,3
+ 18,3
+
-
...
0,4
-
-
2,4
+ 22,1
+ 58,2
+ 45,1
+ 81,9
0,6
+
0,1
+
0,2
+ 88,8
+
+121,3
5,0
+
4,1
-
0,4
+ 87,1
+139,5
+
9,7
+
0,2
+
0,2
-
3,4
+
1,2
+
1,7
+ 70,2
-
0,9
-
0,6
...
-
+ 69,5
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
+ 32,0
12. Kredietinstellingen heidssector
+ 43,6
+
0,5
+
0,5
+
2,6
+
2,9
+ 50,1
+
+232,2
+
2,2
-
4,4
+
8,6
+
1,1
+239,6
+
1,3
+
1,4
+
+359,6
+
2,7
+165,6
- 21,9
de
...
14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 15. Totaal van de vorderingen vorderingen
+
0,3
+
...
0,1
...
-
...
1,4
...
+ 32,0
0,9
...
-
... -
3,9
... +
6,3
2,7
2,6
+
...
+
4,0
Financiële instellingen samen
(14)
+
0,9 ...
Totaal van de va l schulden
(15) = (8)+(7)+ (13)-1- (14)
+ 194,0 +
24,6
4,5
+
56,0
+ 42,4
- 10,1
+
31,1
0,1
+
4,3
+
4,0
+
27,0
+ 61,5
+ 26,8
+ 72,9
+239,2
-
9,7
+ 332,7
+
1,5
+
+
4,0
+127,0
-
0,9
+ 215,8
-
3,1
...
-
3,4
+
3,9
+ 15,4
+ 246,0
-
-
1,5
-
+
1,0
+
0,7
+
0,1
-
2,5
...
+
0,2
+
0,2
+
3,9
+
73,2
... .
-
0,1
0,1
+
0,2
+
32,1
5,6
+
77,4
...
over-
13. Financiële instellingen samen
de
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
Bentenfonds
Buitenland
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
L6. Saldo van schulden
Kredietinstellingen van de overheidesector
sectoren + 40,3
van
Instellingen voor Spaarkassen, verzekering hypotheek- op het leven en kapitalien tegen arbeidssatiemaat. ongevallen, scha pensioenfondsen
Overwegend geldscheppende instellingen
ver-
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
Sociale verzekering
(3)
1. Privé-bedrijven en particulieren
Nietfinanciële nationale sectoren samen
Overheidssector niet elders vermeld
0,7
+
0,2
0,2
...
...
...
-
8,3
+
0,4
+
8,6
-
0,6
+
2,4
+ 19,1
+
+137,8
+ 18,6
+
1,1
+
4,1
-
0,4
+
0,2
+ 23,6
+ 25,2
-
0,7
+ 25,3
+
0,2
+
4,0
+
3,7
-
0,3
+ 32,9
-
+ 426,2 +
35,0
+ 24,7
+389,4
+183,2
+247,1
-
2,7
+ 71,1
+ 30,4
+ 76,8
+422,7
+ 14,5
+1.009,7
-
+ 56,7
- 32,6
+
-
0,2
-
-
-
-
- 20,6
-
en - 59,9
- 24,8
2,3
.. : wegens de a f ron d ingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie en Voorlicht ng : XXXVIIe jaargang, deel II, nre 2-3,
augustus-september 1962, XXXVIIIe jaargang, deel I, nr 2, februari 1963 en XL1Xe jaargang, deel II, ure 1-2, juli-
1,1
2,1
1,7
0,6
3,5
augustus 1974. Tijdschrift van de Nationale Bank van België, LIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1976, Lilo jaargang, deel I, nr 1, januari 1977.- Belgische Economische Statistieken 1960-1970. - a Statistigues financières s de 1* 0.E.C.D. (0.E.S.0.).
XIII. - OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. -
GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (Miljarden franken) Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Vorderingen op de overheid
Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 2
Einde periode
1969 1970 1971 (oude reeks) 1971 (nieuwe reeks)
In buitenlandse valuta's (deposito's voor ten hoogste een jaar)
Goudvooraad en nettodeviezenPositie
Totaal
Voor ten hoogste een jaar (deposito's)
Voor meer dan een jaar (deposito's, kasbons en obligaties)
(1)
(2)
(3)
(4)
353,7 378,2 416,1 420,4
159,8
31,8 39,9 52,4 52,4
14,7 11,4 9,7 9,7
560,0
178,5 208,4
(5) = (1) tot (4) = (6) tot (141
608,0
243,2
484,5 520,4
247,8 316,4
62,6 68,8
9,2 11,9
917,5
1974 December
552,9
358,1
71,9
17,5
1.000,4
1975 Maart Juni September December
565,7 624,2 608,3 640,3
374,7 370,3 390,1 402,7
74,8 78,8 83,5 86,8
18,0 19,9 21,9 23,0
1976 Maart Juni September December
634,5 692,1 661,2 684,1
426,6 437,0 470,7 488,5
92,6 96,2 99,0 101,0
31,7 28,7 30,0 31,4
690,9
247,3 257,5 257,5 291,0
Andere overheden h
(8)
18,9 26,0 30,8 30,8
4
bij hun Gefinancierd oorsprong door de verleend overwegend door de geldschepoverwegend pende ingeldschepstellingen 6 pende instellingen 7 (10) (9)
Obligobies 5
Rentenfonds 1 0
Andere financiële . instellingen 1 1
(11)
(12)
(13)
195,9 218,0 251,9 251,9 305,0
206,5 231,2 266,3 266,3 318,4
10,8 15,2 16,8 16,8
364,8
5,4 5,4
12
(14)
-
35,9 45,6 49,0 44,7
4,4
28,1 37,0 41,7
24,5
4,4 8,5
41,7 38,6
374,4
25,7
9,6
32,4
- 51,8 - 53,3
329,8
39,6 56,6
132,5
354,6
69,3
399,7
417,5
35,0
10,1
44,3
- 45,1
1.033,2 1.093,2 1.103,8 1.152,8
144,6 153,1 145,5 159,5
369,7 399,1 412,5 390,7
69,5 71,6 66,5 77,2
393,1 418,9 432,4 466,3
420,1 436,2 447,8 483,9
40,9 41,1 40,7 43,1
6,0 5,0 6,3 9,2
57,2 59,9 61,1 57,1
-
1.185,4 1.254,0 1.260,9 1.305,0
130,9 136,4 v 115,5 v 145,5
432,8 458,5 v 455,8 v 450,8
74,5 76,7 v73,8 v 86,0
487,0 515,4 543,5 554,8
504,3 527,9 549,8 568,4
42,5 42,6 v 42,9 v 48,3
13,6 17,7 40,0 13,9
61,2 64,7 66,2 63,8
1 Zie tabel XIII-4a, kolom (10) Incl. de « andere verbintenissen 1, - in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. 3 Incl. het Wegenfonds (zie artikel « Hoofdstukken IX, Betalingsbalans, en XIII, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte ,, gepubliceerd in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XLIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1968), na aftrek van de gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B. 4 Incl. de instellingen van de sociale verzekering en na aftrek van de niet-monetaire verbintenissen tegenover de andere overheden. 5 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. Zie tabel XIII-9, kolom (11) (12). 7 Zie tabel XIII-9, kolom (4). 9 Met inbegrip van de certificaten voor ten hoogste een jaar van de overheidsbedrijven. 9 Na aftrek van de verbintenissen tegenover financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, in een andere vorm dan deposito's of kasbons en obligaties. 10 Na aftrek van het creditsaldo van het Rentenfonds bij de N.B.B. 2
3
93,6 104,7
1972 1973
686,6
Staat
(7)
804,1
208,4
9
Diversen
memorie :
(6)
132,5 132,5 148,7 151,9
13
Vorderingen op financiële instellingen andere dan overwegend geldscheppende
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten
In Belgische franken Geldhoeveelbeid 1
5
V V
47,8 55,5 61,2 50,3
- 57,1 - 58,0 76,8 V 58,1 V -
11 Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen en kredietinstellingen van de overheidssector. 12 Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de niet elders ingedeelde activa en passiva van het Muntfonds, het saldo van de niet elders ingedeelde vorderingen en verbintenissen op en tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, de verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels, en, met ingang van 1970, de tegenpost van de netto cumulatieve toekening aan België van bijzondere trekkingsrechten op het I.M.F. 13 Nieuwe reeks : de afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden der buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het B.P.C. N. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting. XXIVe jaargang, deel II, nr 6, december 1949; XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955; XXXIIIe jaargang, deel II, nr 5, november 1958; XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967, deel II, nr 3, september 1967 en Tijdschrift van de Nationale Bank van België, LIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1976; Lilo jaargang, deel I, nr 1, januari 1977. - Voor de indeling van de e Geldhoeveelheid zie tabel XIII-4a. - Voor de indeling van de • Goudvoorraad en nettodeviezenpositie • zie tabel XIII-5.
XIII 2. DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OVERHEIDSINSTELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) Nationale Bank van België - Activa - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers -
-
31-12-69
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. : - Deelneming - Leningen - Bijzondere trekkingsrechten - Andere 3. Internationale akkoorden 4. E.F.M.S. 5. E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn 6. Obligaties 7. Uitvoeraccepten in Belgische franken 8. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken Totaal van de vorderingen op het buitenland
31-12-70 131-12-71 131-12.72
31-12-73
31-12-74
I
31-3-75
30-6-75
30-9-75
• 31-12-75
31-3-76
(Miljarden franken 30-6-76
30-9-76
81-12-76
31-3-77
76,0 7,8 -... • .. 9,8
73,5 19,6 -10,2 ... •• . 1,9
77,2 30,0 -20,3 ... • .. 5,8
75,4 25,9 -26,1 ... • .• 16,5
71,8 24,0 -30,5 ... 3,5 ... 16,9
71,8 24,9 -28,4 ... ... 6,5 ... 12,0
71,8 25,5 -28,4 ...
71,8 25,6 __ 30,0 ...
71,8 26,4 __ 30,0 2,4 ...
71,8 26,3 30,0 2,4 ...
71,8 27,0 -30,0 4,9 ...
71,8 28,7 -27,4 9,7 ...
71,8 29,5 -19,9 9,7 0,3
71,8 29,9 -19,3 9,7 0,2
72,1 29,5 0,8 19,3 9,7 0,4
6,5 ... 4,6
6,5 • .. 0,7
6,5 ... 1,3
6,5 ... 11,9
6,5 ... 17,8
6,5 ... 14,9
6,5 ... 15,0
6,5 ... 13,7
6,5 • .. 5,9
35,6 ... 129,2
39,0
35,0
52,4
75,9
88,6
99,2
106,8
106,3
107,2
87,2
79,3
64,5
84,1
94,2
144,4
168,3
196,3
222,6
232,2
243,3
245,0
244,7
256,1
245,2
238,3
217,2
235,2
238,4
0,3
0,2
0,3
0,3
0,3
0,4
0,5
0,4
0,4
0,4
0,6
0,4
0,5
0,4
0,5
•• • 0,9
... 2,1
... 0,2
... 0,1
... 2,2
... 0,1
. ... 0,1
2,1 2,3
2,5 1,7
2,5 0,1
-
B. Vorderingen op de nationale overwegend geldschep-
pende instellingen : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de N.B.B. : - monetaire reserve - andere b) op de overheidsinstellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de andere nationale sectoren : 1. Op de Staat 1 : a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 2. Op de andere overheden 2 ; a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 3. Op de bedrijven 3 en particulieren : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) andere vorderingen voor ten hoogste een jaar e) andere vorderingen voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 4. Op het Rentenfonds : voor ten hoogste een jaar 5. Op de andere financiële instellingen 4 a) voor ten hoogste een jaar : - kasbons verkrijgbaar door elke belegger - andere b) voor meer dan een jaar : - kasb. en oblig. verkrijgbaar door elke belegger - andere
•• • ...
•• • ...
15,5
13,2
4,9
1,1
0,5
5,1
2,5
20,5
11,5
4,2
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
2,5 34,0
2,3 34,0
1,9 34,0
2,0 34,0
2,2 40,2
2,7 38,3
3,1 38,3
3,0 38,3
3,0 38,3
3,0 38,3
3,2 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,2 38,1
3,8 38,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,6 -
0,6 -
1,0 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,9 6,9 •• • -
1,5 3,2 0,2 -
4,5 4,8 0,3 -
6,3 10,6 0,2 -
7,9 15,2 0,3 -
5,2 14,9 0,5 -
1,6 3,5 ... -
0,1 3,4 ... -
0,9 1,6 ... -
... 10,3
5,9 23,8
5',1 19,8
-
-
-
7,4 24,3 0,2 -
5,4 26,2 0,4 -
1,2 11,4 ... -
0,3 ...
0,5 ...
0,5 ...
0,5 2,5
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 1,2
0,5 0,9
0,5 2,9
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
•• .
•• •
•• .
•• •
.•.
• ..
...
• ..
...
...
0,1
0,9
0,9
...
0, 2
0,1 -
0,2 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
26,7
23,5
46,4
15,7
v 26,9
366,4 _ 356,5
365,2
349,7
345,3
• .. ...
... ...
2,3 ...
,
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
58,4
55,9
41,9
28,3
37,8
24,2
23,6
24,7
25,3
23,3
249,7
256,2
262,7
284,4
331,0
325,6
318,4
340,7
328,6
340,8
1 Inc l. het Wegenfonds (cf. de toelichting « Hoofdstukken IX, Betalingsbalans en XIII, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte lp, gepubliceerd in het lichting : XLIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963). 2 Incl. de instellingen van de sociale verzekering.
Tijdschrift voor Documentatie en Voor-
3
Pivé-bedrijven die geen financiêle instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 4 Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen, kredietinstellingen van de overheidssector.
a) Nationale Bank van België - Passiva - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers
I A. 1. 2. 3.
Verbintenissen tegenover het buitenland : Tegenover het I.M.F. Tegenover het E.F.M.S. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken 1 c) monetaire reserve : Groothertogdom Luxemburg Totaal der verbintenissen tegenover het buitenland
B. Verbintenissen tegenover de nationale overwegend geldscheppende instellingen : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) tegenover de N.B.B. b) tegenover de overheidsinstellingen c) tegenover de depositobanken : - monetaire reserve - kasbons en obligaties - andere C. Verbintenissen tegenover de andere nationale sectoren : 1. Geldhoeveelheid : a) monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven 3 en particulieren : - chartaal geld 4 - giraal geld 5 b) giraal geld in het bezit van de overheid 6 2. Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 7 • a) in Belgische franken : - voor ten hoogste een jaar : - deposito's op gewone boekjes - andere deposito's - voor meer dan een jaar : - deposito's - kasbons en obligaties b) in buitenlandse valuta's : deposito's voor ten hoogste een jaar 3. Andere verbintenissen : a) tegenover de Schatkist b) tegenover de andere overheden : voor ten hoogste een jaar (termijndeposito's) c) tegenover de financiële instellingen : - het Rentenfonds - instel. voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongev., pensioenfondsen : mon. reserve - de andere financiële instellingen : - monetaire reserve - andere 8 D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
31-3-75
30-6-75
30-9-75
(Miljarden franken)
31-12-75 i 31-3-76
30-6-76
30-9-76
31-12-76
I
81-3-77
31-12-69
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
0,2 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 . . .
0,1 . . .
0,1 . . .
0,1 . ..
0,1 . ..
0,1 ...
0,1 33,1
0,1 ...
0,1 19,0
0,1 ...
0,1 ...
.. . 0,7 0,9
... 1,0 1,3
. .. 3,5 3,8
. . . 1,7 2,0
. . . 2,3 0,9 3,5
. . . 3,0 0,3 3,4
... 2,4 0,3 2,8
. . . 2,2 2,3
. .. 3,4 3,5
... 3,6 3,7
. . . 4,3 37,5
.. . . 3,3 3,4
.. . 3,4 22,5
.. . 3,3 3,4
.. . 3,3 3,4
4,9
5,0
5,4
5,8
7,0
7,2
7,0
8,3
7,4
7,2
7,7
8,4
7,4
7,7
v
8,2
...
. . .
. ..
...
. . .
. . .
.. .
. . .
...
. . .
. . .
.. .
.. .
...
1,0
1,2
1,0
7,7 1,1
21,3 0,6
14,7 0,9
11,6 0,1
5,8 ...
0,1
0,7
0,1
.. . 0,1
••• 0,1
--0,7 v 0,1
178,1 0,4
183,2 0,4
196,4 0,6
216,8 0,6
231,5 0,5
248,9 0,3
248,3. 0,6
274,0 0,6
267,7 0,6
281,2 0,9
276,2 0,7
299,7 1,0
292,0 0,4
299,5 v293,8 1,2 0,8
• • •
• • •
• ..
. • .
. . .
. . .
. • •
. • •
• • .
• . •
. • .
• • •
• • •
• • •
. . .
• • •
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
.. .
. ..
. ..
...
. . .
. . .
. . .
.. .
. ..
•• .
. . .
.. .
•• •
•• •
•• •
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
•••
---
-
. . .
...
.. .
.. .
•• •
...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
. . .
. . .
. ..
. ••
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
64,4
65,1
55,5
46,4
54,3
44,2
44,1
47,8
49,3
47,1
44,2
43,9
42,8
328,6
340,8
366,4
356,5
365,2
249,7
256,2
262,7
4,0
284,4
1 Incl. de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het I.M.F. Incl. de munten en biljetten van de Schatkist in het bezit van de overwegend geldscheppende instellingen andere dan de N.B.B. 3 Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die in het bezit zijn van de overwegend geldscheppende instellingen andere dan de N.B.B.
. . .
-
0,5 11,8
331,0 5
2
6 7 8
0,3 5,7
325,6
0,1 3,8
318,4
1,9
340,7
•• •
-
-
37,2 v 39,0 349,7
345,3
Excl. het creditsaldo van het Rentenfonds bij de N.B.B., welke opgenomen is in C. 3. c) of in D. naargelang de data. Excl. de gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B., welke opgenomen ie in C. 8. a). - in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover Incl. de « andere verbintenissen de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. Verbintenissen andere dan in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties en monetaire reserve (zie voetnoot 7).
a) Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers 30-4-76
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. : - Deelneming - Leningen - Bijzondere trekkingsrechten - Andere 3. Internationale akkoorden 4. E.F.M.S. 5. E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn 6. Obligaties 7. Uitvoeraccepten in Belgische franken 8. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken Totaal van de vorderingen op het buitenland
71,8 26,0 26,7 4,9 ...
31-5-76
30-6-76
31-7-76
31-8-76
30-9-76
31-10-76
(Miljarden franken)
30-11-76
31-12-76
31-1-77
28-2.77
31-3.77
30-4-77
6,5 ... 13,9
71,8 28,5 27,4 9,7 ... ... 6,5 ... 14,2
71,8 28,7 27,4 9,7 ... ... 6,5 ... 14,9
71,8 28,8 27,4 9,7 0,1 ... 6,5 ... 15,2
71,8 29,5 27,4 9,7 0,2 ... 6,5 ... 15,8
71,8 29,5 19,9 9,7 0,3 ... 6,5 ... 15,0
71,8 29,6 19,9 9,7 0,1 ... 6,5 ... 17,5
71,8 30,3 19,3 9,7 0,2 ... 6,5 ... 12,6
71,8 29,9 19,3 9,7 0,2 ... 6,5 ... 13,7
72,1 29,4 0,8 19,3 9,7 0,5 ... 6,5 ... 4,7
72,1 29,5 0,8 19,3 9,7 0,1 ... 6,5 ... 9,5
72,1 29,5 0,8 19,3 9,7 0,4 ... 6,5 ... v 5,9
72,1 29,5 0,8 19,3 9,7 0,3 ... 6,5 ... v 7,6
83,7 ... 233,5
80,1 ... *238,2
79,3 ... 238,3
72,5 ... 232,0
70,7 ... 231,6
64,5 ... 217,2
64,2 ... 219,3
70,9 ... 221,3
84,1 ... 235,2
87,5 ... 230,5
91,0 ... 238,5
94,2 ... 238,4
96,8 ... 242,6
0,5
0,4
0,4
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,4
0,5
0,5
0,5
0,5
... 0,8
2,2 1,2
2,1 2,3
2,4 0,4
2,4 4,4
2,5 1,7
2,4 4,7
2,5 0,5
2,5 0,1
2,3 0,1
2,3 0,1
2,3 ...
2,3 6,0
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
20,6
3,2 38,3
3,2 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,3 38,3
3,2 38,1
3,2 38,1
3,8 38,1
3,8 38,1
3,8 38,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
1,1 -
4,1 18,7 ... -
3,1 13,5 •• • -
5,1 19,8 •• • -
5,8 24,1 ... -
8,2 27,0 0,3 -
7,4 24,3 0,2 -
8,8 25,9 ... -
6,9 21,7 ... -
5,4 26,2 0,4 -
1,5 20,3 0,3 -
3,3 19,8 0,3 -
1,2 v 11,4 ... -
2,2 v 15,7 0,4 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,1
0,7
0,9
...
1,9
0,9
1,0
0,1
...
...
...
0,2
1,5
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
B. Vorderingen op de nationale overwegend geldschep.
pende instellingen : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de N.B.B. : - monetaire reserve - andere b) op de overheidsinstellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de andere nationale sectoren : 1. Op de Staat 1 : a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 2. Op de andere overheden 2 a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 3. Op de bedrijven 3 en particulieren : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) andere vorderingen voor ten hoogste een jaar e) andere vorderingen voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 4. Op het Rentenfonds : voor ten hoogste een jaar 5. Op de andere financiële instellingen 4 a) voor ten hoogste een jaar : - kasbons verkrijgbaar door elke belegger - andere b) voor meer dan een jaar : - kasb. en oblig. verkrijgbaar door elke belegger - andere :
:
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
32,2
27,2
23,5
22,5
30,6
46,4
27,1
22,0
15,7
19,3
13,6
v 26,9
v 18,3
353,9
350,5
356,5
351,8
371,0
365,2
353,8
339,6
349,7
338,6
342,8
345,3
353,9
1 Incl. het Wegenfonds (cf. de toelichting a Hoofdstukken IX, Betel ngabalana en RUI, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte ., gepubliceerd in het Tijd chrift voor Documentatie en Voorlichting : XLIHe jaargang, deel II. nr 3, september 1968). 2 Incl. de instellingen van de sociale verzekering.
3
Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 4 Spaarkassen, hypotheek. en kapitalisatiemaatschappijen, kredietinstellingen van de overheidssector.
a) Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers 30-4-76
A. 1. 2. 3.
31-5-76
30-6-76
31-7-76
31-8-76
30-9-76
31-10-76
30-11.76
31-12-76
I
(Miljarden franken) 31-1-77
28-2-77
31-3-77
30-4-77
Verbintenissen tegenover het buitenland :
Tegenover het I.M.F. Tegenover het E.F.M.S. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken 1 c) monetaire reserve : Groothertogdom Luxemburg Totaal der verbintenissen tegenover het buitenland
0,1 14,8
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 25,8
0,1 19,0
0,1 8,7
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
... 3,4 18,3
... 3,9 4,0
... 3,3 3,4
... 3,2 3,3
... 3,6 29,5
... 3,4 22,5
... 3,3 12,1
... 3,4 3,5
... 3,3 3,4
... 3,6 3,7
... 2,9 3,0
... 3,3 3,4
... 3,1 3,2
7,2
8,7
8,4
7,1
7,3
7,4
6,9
7,9
7,7
8,1
B. Verbintenissen tegenover de nationale overwegend geldscheppende instellingen :
1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) tegenover de N.B.B. b) tegenover de overheidsinstellingen c) tegenover de depositobanken : - monetaire reserve - kasbons en obligaties - andere
v
8,2
v
8,2
v
8,2
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
0,1 0,2
... 0,1
... 0,1
... ...
... 0,1
... 0,1
... ...
... ...
0,7
0,1
v 0,1
v 0,1
v ...
284,9 0,6
290,9 1,7
299,7 1,0
295,1 0,5
290,9 0,7
292,0 0,4
292,2 0,4
286,8 0,9
299,5 1,2
289,0 0,6
v291,3 0,7
v303,3 0,6
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
v293,8 0,8 ...
...
C. Verbintenissen tegenover de andere nationale sectoren :
1. Geldhoeveelheid : a) monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven 3 en particulieren : - chartaal geld 4 - giraal geld 5 b) giraal geld in het bezit van de overheid 6 2. Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 7 a) in Belgische franken : - voor ten hoogste een jaar : - deposito's op gewone boekjes - andere deposito's - voor meer dan een jaar : - deposito's - kasbons en obligaties b) in buitenlandse valuta's : deposito's voor ten hoogste een jaar 3. Andere verbintenissen : a) tegenover de Schatkist b) tegenover de andere overheden : voor ten hoogste een jaar (termijndeposito's) c) tegenover' de financiële instellingen : - het Rentenfonds ' - instell. voor verzek. op het leven en tegen arbeidsongeval., pensioenfondsen : monet. res. - de andere financiële instellingen : - monetaire reserve - andere 8 D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
...
...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
-
-
-
-
-
-
-
-
v 38,6 353,9
... -
42,6 353,9
... -
45,1 350,5
... -
43,9 356,5
1 Incl. de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het I.M.F. Incl. de munten en biljetten van de Schatkist in het bezit van de overwegend geldscheppende instellingen andere dan de N.B.B. 3 Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die in het bezit zijn van de overwegend geldscheppende instellingen andere dan de N.B.B.
...
...
-
-
45,8 351,8 5
2
6 7 8
42,5 371,0
... -
42,8 365,2
... -
42,2 353,8
-
40,5 339,6
37,2 349,7
37,1 338,6
39,5 342,8
v 39,0 345,3
Excl. het creditsaldo van het Rentenfonds bij de N.B.B., welke opgenomen is in C. 3. c) of in D. naargelang de data. Excl. de gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B., welke opgenomen is in C. 3. a). Incl. de andere verbintenissen ■ - in de vorm 'van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. Verbintenissen andere dan in de vorm van deposito's; kasbons en obligaties en monetaire reserve (zie voetnoot 7).
b) Geldscheppende overheidsinstellingen - Activa 1 -7- Jaarrjkse en driemaandelijkse cijfers A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen - Bijzondere trekkingsrechten - Andere 3. Internationale akkoorden 4. E.F.M.S. 5. E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn 6. Obligaties 7. Ilitvoeraccepten in Belgische franken 8. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken Totaal van de vorderingen op het buitenland
31-12-69
31-12-70
1,9
3,5
1,9
31-12-71
31-12-72
31-12-73
3,2
...
...
0,4
1,8
0,1
3,5
3,2
...
...
0,4
1,8
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,8
... 0,1 ...
... 0,7 ...
... 0,3 0,5
... 0,8 0,1
... 0,5 0,5
... 1,2 ...
... 0,6 ...
51,8
55,4
55,9
64,4
64,0
65,0
6,7 -
6,9 -
7,1 -
7,6 -
8,1 -
9,9
10,6
12,4
16,5
31-12-74
31-3-75
30-6-75
30-9-75
(Miljarden franken)
31-12-75
31-3-76
30-6-78
1,9
0,8
...
...
0,5
0,3
1,9
0,8
...
...
0,5
0,3
0,5
0,1
0,4
0,1
1,0
0,3
... 0,4 ...
... 0,8 0,6
... 1,0 ...
... 0,6 0,9
... 1,0 2,2
... 1,8 3,3
... 1,1 1,4
67,6
72,0
68,9
70,1
73,3
78,7
75,9
77,5
8,3 -
8,4 -
8,4 -
8,9 -
8,7 -
9,1 -
9,3 -
10,1 -
10,0 -
19,5
21,8
18,1
21,3
15,7
25,7
20,9
23,1
18,8
28,3
30-9-76
31-12-76
B. Vorderingen op de nationale overwegend geldscheppende instellingen : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de N.B.B. : - monetaire reserve - andere b) op de overheidsinstellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de andere nationale sectoren : 1. Op de Staat 2 a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 2. Op de andere overheden 3 a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 3. Op de bedrijven 4 en particulieren : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) andere vorderingen voor ten hoogste een jaar e) andere vorderingen voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger - andere 4. Op het Rentenfonds : voor ten hoogste een jaar 5. Op de andere financiële instellingen 5 a) voor ten hoogste een jaar : - kasbons verkrijgbaar door elke belegger - andere b) voor meer dan een jaar : - kasb. en oblig. verkrijgbaar door elke belegger - andere
1,1.
:
-
:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,5 0,9 -
0,9 0,7 -
0,1 0,2 -
0,2 0,2 -
... ... -
0,7 1,9 -
0,5 4,1 -
... 0,2 -
0,9 3,1 -
3,0 3,6 -
... 0,5 -
... ... -
0,3 0,9 -
1,1 2,0 -
... ...
... ...
... ...
0,4 2,9
0,4 0,4
0,4 ...
0,4 ...
0,4 ...
0,4 ...
0,4 0,1
0,4 -
0,4 -
0,3 -
0,4 -
0,2
0,2
0,3
0,6
...
...
0,6
1,1
...
0,1
...
...
0,9
...
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
:
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
3,4
1,5
8,8 5
7,3
11,1
14,0
17,0
18,7
18,2
18,1
18,4
23,3
24,7
23,2
76,6
80,6
89,0 6
101,2
104,7
114,0
120,0
123,8
120,0
131,8
124,6
138,2
138,6
145,7
1 B.P.C., Belgisch Muntfonds (activa op korte term. en oblig.), Gemeentekrediet van België (activa die de tegenwaarde vormen van de direct opvraagbare passiva), H.W.I. (alleen de activa ge inancierd met middelen opgenomen bij de overwegend geldscheppende instellingen). Wat betreft het Belgisch Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in de rubriek D. » Andere ». 2 Incl. het Wegenfonds (cf. de toelichting » Hoofdstukken IX, Betalingsbalans en XIII, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte ., gepubliceerd in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : xmile jaargang, deel II, nr 3, september 1968).
3 4 5 6
Incl. de instellingen van de sociale verzekering. Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatechappijen, kredietinstellingen van de overheidssector. Nieuwe reeks vanaf 31 december 1971; de afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden van de buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het B.P.C. Het vergelijkbaar cijfer in 1971 bedraagt 4,6 en voor het totaal der activa 84,8.
b) Geldscheppende overheidsinstellingen - Passiva 1 - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers A. 1. 2. 3.
(Miljarden franken)
31-12-69
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
81-3-75
30-6-75
30-9-75
31-12-75
81-8-76
30-6-76
30-9-76
.81-12-76
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,4 0,4
1,3 1,3
0,5 0,5
... ...
0,2 0,2
... ...
0,3 0,3
... ...
0,1 0,1
... ...
... ...
... ...
0,5 0,5
... •• •
Verbintenissen tegenover het buitenland :
Tegenover het I.M.F. Tegenover het E.F.M.S. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken c) monetaire reserve : Groothertogdom Luxemburg Totaal der verbintenissen tegenover het buitenland
B. Verbintenissen
tegenover de geldscheppende instellingen :
nationale overwegend
1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) tegenover de N.B.B. b) tegenover de overheidsinstellingen c) tegenover de depositobanken : - monetaire reserve - kasbons en obligaties - andere C. Verbintenissen
tegenover
de
-
-
0,3
0,4
0,5
0,4
0,4
1,2
0,6
0,7
0,5
0,4
... 0,8
. .. 0,5
. .. 1,2
. .. 0,6
... 0,4
... 0,8
.. 1,0
... 0,5
2,1 1,0
2,5 1,8
2,5 1,1
6,2
1,3
3,9
6,5
1,8
3,9
6,5
2,6
2,2
.5,0
6,2
9,5 67,5 31,5
9,5 70,5 31,7
9,8 76,6 34,8
9,9 73,3 29,6
10,1 75,0 35,9
10,2 77,5 33,2
10,8 81,6 39,8
11,1 77,8 39,4
11,3 v80,4 v43,8
0,4
0,4
0,5
0,7
... 0,1
.. . 0,7
. .. 0,3
10,1
7,2
8,5
.
andere nationale sec-
toren : 1. Geldhoeveelheid :
a) monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven 3 en particulieren : - chartaal geld 6 - giraal geld b) giraal geld in het bezit van de overheid 2. Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 5 • a) in Belgische franken : - voor ten hoogste een jaar : - deposito's op gewone boekjes - andere deposito's - voor meer dan een jaar : - deposito's - kasbons en obligaties b) in buitenlandse valuta's : deposito's voor ten hoogste een jaar 3. Andere verbintenissen : a) tegenover de Schatkist b) tegenover de andere overheden : voor ten hoogste een jaar (termijndeposito's) c) tegenover de financiële instellingen : - het Rentenfonds - instel. voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenf. : monet. reserve - de andere financiële instellingen : - monetaire reserve - andere 6
, 7,0 44,5 14,1
TOTAAL DER PASSIVA
8,1 51,5 19,6 7
8,5 63,2 21,8
. -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
.-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
.. .
1,1
...
. ..
...
...
0,4
...
2,0
2,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
•-•
76,6
. • .
80,6 ,
•• •
89,0 7
•• .
•• •
101,2
1 B.P.C., Belgisch Muntfonds (munten en biljetten), Gemeentekrediet van België (direct opvraagbare passiva), H.W.I. (alleen de passiva t.o.v. overwegend geldscheppende instellingen). Alleen de munten en biljetten van de Schatkist in het bezit van de N.B.B. Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die in het bezit zijn van de overwegend geldscheppende instellingen andere dan de N.B.B. 2 3
9,1 65,7 27,6
.
. • .
D. Andere
7,5 50,1 12,3
104,7 5 6 7
•••
114,0
•••
120,0
•••
123,8
•• •
120,0
•• •
131,8
•• •
124,6
•• •
138,2
-••
138,6
•••
145,7
Incl. de ir andere verbinten i ssen a - in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. Verbintenissen andere dan in de vorm van deposito's', kasbons en obligaties en monetaire reserve (zie voetnoot 5). Nieuwe reeks vanaf 31 december 1971: de afwijking t.o.v. de oude reeks ie toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden van de buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het B.P.G. Het vergelijkbaar cijfer in 1971 bedraagt 15,4 voor het giraal geld en 84,8 voor het totaal der passiva.
c) Depositobanken - Activa - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers , . ..
.
, - Leningen ' - Bijzondere trekkingsrechten
31-12-69
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
31-3-75
30-6-75
30-9-75
31-12-75
31-3-76
30-6-76
30-9-76
31-12-76
----
-
-
----
----
----
----
----
---
----
----
7,3 6,5
----
-. ----
-----
14,6 12,6
-----
-----
24,8 13,9
31,9 11,8
48,1 11,1
53,7 17,0
40,2 20,1
40,0 20,3
40,7 19,3
39,6 17,2
38,9 15,2
37,1 15,0
35,4 17,5
35,5 16,6
134,4 19,9 168,1
198,1 20,8 246,1
235,3 22,3 296,3
297,0 27,1 367,8
391,4 35,4 486,0
489,5 38,6 598,8
520,8 40,1 621,2
536,1 44,6 641,0
591,0 44,4 695,4
596,1 49,8 702,7
648,2 51,5 753,8
618,8 51,9 722,8
647,5 61,4 761,8
656,7 65,0 773,8'
4,8
5,0
5,3
5,7
6,9
7,0
6,9
8,2
7,3
7,1
7,6
8,3
7,2
7,7 1,1 6,2 58,6
21,3 0,6 1,3 91,1
14,7 0,9 4,0 105,5
11,6 0,1 6,5 103,2
5,7 ... 1,9 99,1
--
--
--
--
--
--
0,1 3,9 99,6
0,7 6,5 106,0
... 2,6 127,6
0,1 2,2 118,7
0,1 5,1 132,9
0,7 6,2 135,6
27,4
28,5
'28,6
.
.
A. Vorderingen op het buitenland : '. 1. Goud : 2. I.M.F. - Deelneming
3. 4. 5. 6. 7. 8.
(Miljarden franken)
..
, ..
.
.
- Andere Internafionale akkoorden ELF.111.S. E.E.G. : Financiële bijstand op-náddellange termijn Obhgafies Uitvoeraccepten in Belgische franken Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken Totaal van de vorderingen op het buitenland
B. Vorderingen op de nationale overwegend geldscheppende instellingen
1. Munten en biljetten 2. Andere: a) op de N.B.B. : -- monetaire reserve ... -- andere b) op de overheidsinstellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de andere nationale sectoren: 1. Op de Staat/ , . a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar: -- obhgafies verkrijgbaar door elke belegger -- andere 2. Op de andere overheden 2 : a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar: -- obfigafies verkrijgbaar door elke belegger -- andere 3. Op de bedrijven « en particulieren : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) andere vorderingen voor ten hoogste een jaar e) andere vorderingen voor meer dan een jaar : -- obligaties verkrijgbaar door elke belegger -- andere 4. Op het Rentenfonds : voor ten hoogste een jaar 5. Op de andere financiële instellingen 4 a) voor ten hoogste een jaar : -- kasbons verkrijgbaar door elke belegger -- andere b) voor meer dan een jaar: -- kasb. en obhg. verkrijgbaar door elke belegger -- andere D. Andere
--
--
. --
1,0 10,1 18,8
1,2 7,1 27,6
1,0 8,5 44,7 •
•
37,1
28,0
17,8
9,4
10,0
8,4
11,1
10,3
31,7
10,0
11,9
63,1 32,5
73,7 33,8
106,1 29,7
140,» 32,5
173,8 31,1
194,3 32,6
206,2 32,6
214,0 32,6
218,9 31,3
226,3 30,0
247,2 29,2
252,7 v251,7 v247,9 28,2 v 27,5 v 24,9
1,5
3,1
2,3
3,2
4,7
9,8
10,8
8,6
9,2
11,6
13,3
10,8 v 11,2 v 12,7
4,6 2,3
9,3 2,4
12,3 2,8
15,5 3,4
24,7 6,6
29,1 7,6
31,5 8,0
31,9 8,8
31,4 9,2
29,8 9,1
29,5 9,8
29,2 v 30,1 v 31,3 12,6 v 12,7 v 12,7
3,9 82,3 98,5 1,5
6,3 91,6 113,7 2,0
8,6 93,5 139,9 0,1
9,1 106,2 172,3 0,1
5,9 116,0_ 219,4 0,1
7,9 116,3 252,3 4,1
10,1 118,8 254,5 5,1
16,3 123,1 275,9 3,4
14,1 120,3 291,5 3,6
10,9 128,6 309,5 4,5
14,4 122,0 320,3 5,8
4,4 4,6 5,4
6,7 6,0 6,4
8,9 7,4 4,4
11,5 12,0 5,6
12,2 12,6 9,2
14,7 15,3 10,8
14,7 20,2 6,8
15,8 20,9 3,8
15,7 20,5 10,0
14,7 23,0 9,0
14,9 21,0
14,7 v 14,7 v 14,7 24,0 0 23,6 v 23,6
--
--
16;5 134,3 339,8 3,0
17,0 135,6 357,7 3,8
--
11,9 136,1 371,7 9,1
--
_
:
TOTAAL wal ACTIVA
7,7
0,3 3,3
0,8 3,6
0,6 4,4
1,9 2,9
0,2 4,1
0,7 4,7
1,2 6,1
1,4 7,7
2,5 8,9
19,9 4,5 60,7
27,3 6,0 68,6
31,8 4,6 84,0
31,6 5,2 87,6
31,2 8,5 99,5
37,2 10,1 129,9
40,3 12,5 120,1
40,0 12,5 128,9
38,8 11,2
633,2
776,3
2,6 9,8
3,7 7,5
2,9 v 3,0 .8,0 v 11,0
39,0 v 39,7 13,2 v 13,5 144,1 153,2 v154,6 915,0 1.097,1 1.377,0 1.616,7 1.660,1 1.711,8 1.819,2 1.833,6 1.933,0 1.962,4 2.039,9
1 Incl. bet Wegenfonds (cf. de toelichting « Hoofdstukken IX, Betalingsbalans en XIII, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte », gepubliceerd in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XLI1Ie jaargang, deel II, nr 3, september 1003). 2 Incl. de instellingen van de sociale verzekering.
37,0 10,7 133,5
37,5 12,8 140,6
4,5 v 7,2 v
v 38,5 v 13,5 v148,8 2.064,0
Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 4 Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaaMchappijen, kredietinstellingen van de overheidssector. 3
c) Depositobanken - Passiva - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers 31-12-69
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
Verbintenissen tegenover het buitenland : Tegenover het I.M.F. Tegenover het E.F.M.S. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken 1 c) monetaire reserve : Groothertogdom Luxemburg Totaal der verbintenissen tegenover het buitenland
B. Verbintenissen tegenover de nationale overwegend geldscheppende instellingen : J. Munten en biljetten 2. Andere : a) tegenover de N.B.B. b) tegenover de overheidsinstellingen c) tegenover de depositobanken : - monetaire reserve - kasbons en obligaties - andere C. Verbintenissen tegenover de andere nationale sectoren : 1. Geldhoeveelheid : a) monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven 2 en particulieren : - chartaal geld - giraal geld b) giraal geld in het bezit van de overheid 2. Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 3 • a) in Belgische franken : - voor ten hoogste een jaar : - deposito's op gewone boekjes - andere deposito's - voor meer dan een jaar : - deposito's - kasbons en obligaties h) in buitenlandse valuta's : deposito's voor ten hoogste een jaar 3. Andere verbintenissen : a) tegenover de Schatkist b) tegenover de andere overheden : voor ten hoogste een jaar (termijndeposito's) c) tegenover de financiële instellingen : - het Rentenfonds - instel. voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongev., pensioenfonds : monet. reserve - de andere financiële instellingen : - monetaire reserve - andere 4 D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
. 30-9-75
30-6-76
. 30-9-76
31-12-76
.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
333,2 80,1 413,3
434,3 118,6 552,9
525,9 169,6 695,5
551,3 167,2 718,5
567,0 163,7 730,7
630,3 162,6 792,9
633,9 162,5 --• 796,4
669,6 160,9 830,5
648,1 173,2 821,3
667,4 173,6 841,0
680,6 179,8 860,4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
169,6 34,7 204,3
236,5 50,2 286,7
267,0 64,0 331,0
-
-
-
... ...
... ...
... 0,5
0,9 0,1
2,1 0,5
0,2 ...
0,1 0,1
2,2 0,1
0,1 0,6
... 0,1
0,1 1,0
2,3 2,2
1,7 3,3
0,1 1,4
... 18,8
... 27,6
... 44,7
... 58,6
... 91,1
... 105,5
... 103,2
0,1 99,0
0,1 99,5
0,1 105,9
0,1 127,5
0,1 118,6
0,1 132,8
0,1 135,5
109,4 ...
124,5 ...
144,0 ...
173,3 ...
185,9 0,1
195,1 0,2
205,3 0,5
229,3 ...
227,5 0,1
236,3 0,1
. 236,1 0,9
258,9 0,1
241,2 0,1
248,1 0,1
71,6 88,3
74,3 104,2
96,1 112,3
131,7 116,1
156,6 159,8
169,5 188,5
179,0 195,6
192,3 178,0
205,0 185,1
220,4 182,3
235,7 190,9
241,3 195,7
246,0 224,7
253,9 234,6
10,8 21,0
14,4 25,5
22,0 30,4 -
26,9 35,8
27,2 41,8
23,3 48,7
24,0 50,8
25,5 53,3
27,0 56,6
28,6 58,2
29,8 62,8
28,7 67,5
28,0 71,0
26,6 74,4
14,7
11,4
9,7
9,2
11,7
17,5
18,0
19,9
21,9
23,0
31,7
28,7
30,0
31,4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
...
...
...
...
...
...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,3
1,2
0,4
...
0,3
3,1
...
1,2
93,6
106,5
123,9
128,7
147,0
168,8
164,5
180,1
633,2
776,3
915,0 1.097,1 1.377,0 1.616,7 1.660,1 1.711,8 1.819,2 1.833,6 1.933,0 1.962,4 2:039,9 2.064,0
2,5
1 Incl. de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven.
2
30-6-75
81-3-76
•
„
A. 1. 2. 3.
31-3-75
(Miljarden franken) 31-12-75
3 4
...
0,1
0,1
...
0,7
0,4
0,1 ...
-
0,1
0,1
2,6
0,7
0,1
0,1
0,1
0,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,7
3,4
0,8
0,4
...
2,6
199,4
178,0
185,0
196,5
219,9
194,7
Incl. de e andere verbinten'ssen » - in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. Verbintenissen andere dan in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties en monetaire reserve (zie voetnoot 3).
d) Totaal der overwegend geldscheppende instellingen - Activa - Jaarlijkse en driemaandeliIse cijfers A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. -- Deelneming -- Leningen - Bijzondere trekkhagsrechten -- Andere 3. Internationale akkoorden 4. E.F.M.S. 5. E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn _. 6. Obligaties 7. Uitvoeraccepten in Belgische' franken 8. Andere: a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken Totaal van de vorderingen op het buitenland ._ B. Vorder. op de nationale overwegend geldschep. instel. : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de N.B.B. : -- monetaire reserve andere b) op de overheidsinstellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de andere nationale sectoren : 1. Op de Staat 1 a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar : -- obligaties verkrijgbaar door elke belegger -- andere 2. Op de andere overheden a) voor ten hoogste een jaar b) voor meer dan een jaar: -- obligaties verkrijgbaar door elke belegger -- andere 3. Op de bedrijven 3 en particulieren : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) andere vorderingen voor ten hoogste een jaar e) andere vorderingen voor meer dan een jaar : - obligaties verkrijgbaar door elke belegger -- andere 4. Op het Rentenfonds 4 voor ten hoogste een jaar 5. Op de andere financiële instellingen 5 a) voor ten hoogste een jaar : - kasbons verkrijgbaar door elke belegger -- andere b) voor meer dan een jaar : -- kasbons en obhg. verkrijgbaar door elke belegger -- andere D. Andere
--
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
31-3-75
30-6-75
30-9-75
31-12-75
31-3-76
(Miljarden franken)
30-6-76
30-9-76
31-12-76
76,0 7,8
73,5 19,6
77,2 30,0
75,4 25,9
71,8 24,0
71,8 24,9
71,8 25,5
71,8 25,6
71,8 26,4
71,8 26;3
71,8 27,0
71,8 29,5
71,8 29,9
--
10,2
20,3
26,1
30,5
28,4
28,4
30,0
30,0 2,4
30,0 2,4
__ ...
71,8 28,7
30,0 4,9
27,4 9,7
19,9 9,7 0,3
19,3 9,7 0,2
-7,3 18,2
-14,6 18,0
-24,8 22,9
28,3
28,0
6,5 53,7 29,4
6,5 40,2 26,5
6,5 40,0 21,1
6,5 40,7 22,5
6,5 39,6 29,9
6,5 38,9 33,0
6,5 37,1 29,9
6,5 35,4 33,0
35,5 30,6
170,0 19,9 299,2
237,1 21,0 394,0
270,3 22,3 467,8
349,4 27,1 564,1
467,3 35,4 708,6
578,1 38,6 831,4
620,0 40,1 866,3
642,9 44,6 886,1
697,3 44,4 942,0
703,3 49,8 959,6
735,4 51,5 999,0
698,1 51,9 961,1
5,2
5,3
5,7
- 6,1
7,3
7,6
8,2
9,7
8,2
7,6
8,6
8,8
8,7
8,4
--1,0
--1,2
--1,0
7,8 27,6
8,8 45,2
21,3 0,6 1,8 93,7
14,7 0,9 5,2 105,7
11,6 0,1 7,1 103,3
5,7 ... 2,3 101,3
-0,1
--0,7
--
10,2 18,8
7,7 1,1 7,0 59,6
4,7 100,4
104,4
96,6-
78,6
74,9
74,5
78,5
81,2
102,8
72,3 66,5
82,9 67,8
115,1 63,7
149,6 66,5
184,1 71,3
205,3 70,9
217,7 70,9
11,4
13,7
14,7
19,7
24,2
31,6
5:2 2,3
9,9 2,4
13,3 2,8
16,6 3,4
25,8 6,6
7,3 90,1 98,5 1,5
8,7 95,5 113,9 2,0
13,2 98,5 140,2 0,1
15,6 117,0 172,5 0,1
4,7 4,6 5,4
7,2 6,0 6,4
9,4 7,4 4,4
0,3 3,5
0,8 3,8
__ ...----
__ ...----
...----
__ ...--31,9
__ ...--48,1
__ ...--
__ ...--7,3
__ ...--3,6
__ ... ...
__ ... ...
__ ... ...
-
__
...
...6,5
712,0 740,8 61,4 65,0 979,5 1.009,3
Kolom van ta belX11I- 1 c Gezamenlijke balansen van de overw egen d geldschepp ende inste llingen n, waar in de ru• briekbegrepen ie.
31 , 12-69
(6) (1)
--0,1
--0,1
--0,7
7,5 106,0
... 3,2 128,6
5,3 123,2
9,4 137,9
9,8 137,1
112,1
84,3
105,8
126,7
125,0 v 126,7
(7)
225,4 70,9
230,8 69,6
238,0 68,3
259,5 67,5
265,3 v .66,5 v
265,1 v 261,1 65,8 63,0
(7) (7)
28,9
29,9
24,9
37,3
34,2
33,9 v
30,2 7,6
32,6 8,0
33,0 8,8
32,5 9,2
30,9 9,1
30,6 9,8
30,3 v 12,6 v
13,8 131,2 219,7 0,1
13,8 133,1 252,8 4,1
12,2 126,4 254,5 5,1
16,4 126,7 275,9 3,4
15,9 125,0 291,5 3,6
13,9 142,5 309,9 4,5
20,3 146,3 320,3 5,8
12,4 12,0 11,0
13,1 12,6 9,6
15,6 15,3 10,8
15,6 20,2 6,8
16,7 20,9 5,0
16,5 20,5 10,9
15,6 23,0 12,0
15,8 21,0
15,6 v 24,0 v
0,5 4,8
1,9 3,5
0,2 4,1
0,7 4,7
1,2 6,7
1,4 8,8
2,5 8,9
2,6 9,9
3,7 7,6
4,5 v 8,1 v
27,5 32,1 6,1 4,7 126,0 . 134,7 6
31,9 5,3 123,2
31,5 8,6 148,4
37,5 10,2 168,1
40,6 12,6 160,7
:
2:
:
:
TOTAAL DER ACTIVA _.
20,0 4,6 122,5
--
21,6 154,1 339,8 3,0
30,0
'
41,0
(8)
31,2 v -12,7 v
32,4 12,7
(8) (8)
18,4 164,3 372,1 9,1
(9) (9) (9) (11)
15,5 v 23,6 v
15,6 23,6
--
(11) (11) (12)
2,9 v 10,5 v
3,0 11,0
(13) (13)
v 38,8 v 13,6 v 187,7 2.559,4
(13) (13) (14)
24,7 160,8 357,9 3,8
--
--
-
40,3 39,1 37,3 37,8 39,3 v 39,3 12,6 11,3 10,8 12,9 13,3 v 13,6 172,3 187,6 174,9 185,7 200,0 v 225,7 959,5 1.113,1 1.266,76 1.482,7 1.812,7 2.056,3 2.098,5 2.176,3 2.267,8 2.306,2 2.424,0 2.457,1 2.543,7
1 Incl. het Wegenfonds (zie de toelichting ■ Hoofdstukken IX, Betalingsbalans en XIII, Geldscheppende instellingen van het statistisch gedeelte a, gepubliceerd in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XLIIIe jaargang, deel H, nr 3, september 1968). 2 Incl. de instellingen van de sociale verzekering. 3 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen.
4 5 6
Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Renten. fonds begrepen in rubriek D.. Andere a. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen, kredietinstellingen van de overheidssector. Nieuwe reeks vanaf 31 december 1971 : de afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden van de buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het B.P.O. Het vergelijkbaar cijfer in 1971 bedraagt 130,5 en voor het totaal der activa 1.262,5.
d) Totaal der overwegend geldscheppende instellingen - Passivá - Jaarlijkse en driemaandelijkse cijfers
A. 1. 2. 3.
31-12-70
31-12-71
31-12-72
31-12-73
31-12-74
31-3-75
30-6-75
30-9-75
31-12-75
31-3-76
30-6-76
30-9-76
31-12-79
Verbintenissen tegenover het buitenland : Tegenover het I.M.F. Tegenover het E.F.M.S. Andere : a) in buitenlandse valuta's b) in Belgische franken 1 c) monetaire reserve : Groothertogdom Luxemburg Totaal der verbintenissen tegenover het buitenland
Kol. van ta bel XIII- J. a Ge zame nlijke balansen van d overwegen d geldschepp ende inste llingen a, waarin d rubriekbegrepen is
31-12-69
(Miljarden franken)
0,2 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 33,1
0,1 ...
0,1 19,0
0,1 ...
169,6 35,8 205,6
236,5 52,5 289,3
267,0 68,0 335,3
333,2 81,8 415,3
434,3 121,1 0,9 556,6
525,9 172,6 0,3 698,9
551,3 169,9 0,3 721,6
567,0 165,9 733,0
630,3 166,1 796,5
637,5 162,5 800,1
669,6 165,2 868,0
648;1 176,5 .__,. 824,7
667,4 177,5 864,0
680,6 183,1 863,8
5,3
5,4
5,9
6,5
7,3
7,6
7,5
'8,7
7,8
8,4
8,3
9,1
7,9
8,1
... 0,1
... 0,7
... 0,8
0,9 0,9
2,1 1,0
0,2 1,2
0,1 0,7
2,2 0,4
0,1 1,4
... 1,1
0,1 1,5
4,4 3,2
4,2 5,1
2,6 2,5
... 29,9
••. 36,0
... 54,2
7,7 ... 65,9
21,3 ... 93,0
14,7 ... 110,3
11,6 ... 109,8
5,8 0,1 100,8
0,1 103,5
0,1 113,1
0,1 130,2
... 0,1 120,9
• .. 0,1 137,9
0,1 142,4
185,1 154,3 14,1
190,7 175,0 12,3
204,5 196,1 19,6
225,3 237,1 21,8
240,6 252,1 27,7
258,4 262,9 31,7
257,8 276,4 32,2
283,8 306,5 34,8
277,6 301,4 29,7
291,3 312,2 • 36,0
286,4 314,3 34,1
310,5 341,5 39,9
310,8 303,1 319,4 v 329,7 39,5 v 43,9
(1) (1) (1)
71,6 88,3
74,3 104,2
96,1 112,3
131,7 116,1
156,6 159,8
169,5 188,5
179,0 195,6
192,3 178,0
205,0 185,1
220,4 182,3
235,7 190,9
241,3 195,7
246,0 224,7
253,9 234,6
(2) (2)
10,8 21,0 14,7
14,4 25,5 11,4
22,0 30,4 9,7
26,9 35,8 9,2
27,0 41,8 11,9
23,3 48,7 17,5
24,0 50,8 18,0
25,5 53,3 20,0
27,0 56,6 21,9
28,6 58,2 23,0
29,8 62,8 31,7
28,7 67,5 . 28,7
28,0 71,0 30,0
26,6 74,4 31,4
(3) (3) (4)
...
...
...
...
...
, ...
...
...
...
...
...
...
...
...
(7)
...
...
...
...
...
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
. . .
1,
...
0,7
0,8
...
4,6
2,8
0,5
0,3
0,1
...
(6)
B. Verbintenissen tegenover de nationale overwegend geld-
scheppende instellingen : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) tegenover de N.B.B. b) tegenover de overheidsinstellingen c) tegenover de depositobanken : - monetaire reserve - kasbons en obligaties - andere
(1)
C. Verbintenissen tegenover andere nationale sectoren : 1. Geldhoeveelheid : a) monetaire kasmiddelen in het bezit van 'de bedrijven 2 en particulieren : - chartaal geld - giraal geld 3 b) giraal geld in het bezit van de overheid 4 2. Andere verbintenis. t.o.v. de bedrijven en particulieren 5 : a) in Belgische franken : - voor ten hoogste een jaar - deposito's op gewone boekjes - andere deposito's - voor meer dan een jaar :' -- deposito's - kasbons en obligaties h) in buitenl. valuta's : deposito's voor ten hoogste een j. 3. Andere verbintenissen : a) tegenover de Schatkist b) tegenover de andere overheden : voor ten hoogste een jaar (termijndeposito's) c) tegenover de financiële instellingen : - het Rentenfonds 6 - instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen : mon. reserve - de andere financiële instellingen : - monetaire reserve - andere 7 D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
1
...
2,5
-
-
-
-
0,3
1,2
0,4
4,0 ...
11,8 0,3
5,7 3,1
3,8 ...
158,4
171,6
179,4 e
175,1
201,3
213,0
208,6
0,1
0,1
0,1
0,1
(8)
-
-
-
-
(12)
-
-
-
-
-
-
(14)
1,9 1,2
0,7
3,4
0,8
... 0,4
... ...
2,6
(13) (13)
227,9
248,7
225,1
229,2
240,4
262,7
231,9
(14)
959,5 1.113,1 1.266,7 8 1.482,7 1.812,7 2.056,3 2.098,5 2.176,3 2.267,8 2.306,2 2.424,0 2.457,1 2.543,7 2.559,4
1 Voor de N.B.B., incl. de verbintenissen in Belgische franken tegenov r de internationale instellingen andere dan
het I.M.F.; voor de andere overwegend geldscheppende instellingen, incl. de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale in de B.L.E.U. gevestigde instellingen. 2 Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. 3 Excl. het creditsaldo van het Rentenfonds bij de N.B.B., welke opgenomen in C. 3. c) of in D. naargelang de data. 4 Excl. de gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B., welke opgenomen in C. 3. a).
5 Incl. de a and re verbintenissen » - in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties - tegenover de financiële
instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn. 6 Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verbintenissen tegenover het Renten-
fonds begrepen in rubriek D.. Andere ». 7 Verbintenissen andere dan in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties, en monetaire reserve (zie voetnoot 5). 8
Nieuwe reeks vanaf 31 december 1971 : de afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevene over de tegoeden van de buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het B.P.C. Het vergelijkbaar cijfer in 1971 bedraagt 15,4 voor het giraal geld en 1.262,5 voor het totaal der passiva.
XIII - 3. — Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid bij de overwegend geldscheppende instellingen (Veranderingen in miljarden franken)
Geldhoeveelheid
Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
A
A A
0
100
100 Transacties met het buitenland
Vorderingen van de bedrijven en particulieren
80
80
60
60
4
40
20
20
0
—20
—20
Financiering van de overheid
Tegeldemaking van overheidspapier
80
—
80
60
—
60
40
—
40
20
—
20
Ar
AA A/i, A
A
—20
1
1970
1972
1974
1976
1970
1972
1974
1976
—20
XIII - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID BIJ DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (Miljarden franken) Andere verbintenissen tegenover de bedrijven en particulieren 1 In Belgische franken
Periode
Geldhoeveelh eid
(1) •
Voor ten hoogste een jaar (deposito's)
In buitenlandse valuta's Voor meer dan een (deposito's jaar voor ten (deposito's, hoogste kasbons en een jaar) obligaties) s)
(2)
(4)
(3)
Totaal
(5) = (1) tot (4) = (6) tot (16)
TransacLies met het buitenland (lopend saldo + kapitaaltransacties van bedrijde bedri ven 2 en particuLieren) (6)
Vorderingen op de bedrijven 3 en particulieren
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten 4
Herfinanciering buiten de overwegend geldscheppende instellingen (stijging : -) 6
van
Obligaties 5
(8)
(7)
Geldschepping ten behoeve van de overheid
Van
commerciële vorderingen op het buitenland
discontoen acceptkredieten aan bedrijven en particulieren
(9)
(10)
Staat 7
Andere overheden 6
(11)
+ 9,7
- 1,9
- 8,0
+ 1,0
+ 7,8
... + 1,7 - 5,0 +12,5
+ 0,7 - 0,2 - 5,3 -10,2
- 5,0 - 2,8 + 4,9 + 2,6
+12,8 + 2,3 + 1,9 - 3-,9
- 4,8 + 3,4 -12,6+13,6
-
- 3,1 - 0,4 ... + 4,2
+ 4,1 + 4,2 v+ 0,9 v- 2,3
- 4,5 - 3,0 v-13,9 v+17,2
+24,7 +35,1 +52,1 +56,0 +43,1 +66,3 +84,8
+ 4,6 + 1.,6 + 7,8 + 1,5 + 9,7 + 9,3 + 5,4
- 4,8 + 3,0 + 0,8 - 1,0 - 5,9 - 0,7 - 2,7
- 2,6 - 1,3 + 1,0 + 3,8 - 9,0 ... + 4,2
+ 6,1 + 5,2 +28,2 +34,9" +27,8 +43,4 +79,6
+ 6,5 + 5,0 + 8,7 +16,1 +12,9 + 9,2 + 9,0
kwartaal
+16,3
+ 9,0
+ 1,5
- 0,6
+ 26,2
+ 5,7
+19,5
+ 3,6
- 1,9
- 8,1
- 1,2
kwartaal kwartaal kwartaal 40 kwartaal ..
+12,8 +58,5 -15,9 +32,0
+16,7 - 4,4 +19,8 +12,6
+ 2,8 + 4,0 + 4,7 + 3,3
+ 0,5 + 1,9 + 2,0 + 1,1
+ 32,8 + 60,0 + 10,6 + 49,0
+18,1 + 3,3 - 7,9 +13,0
+ 2,6 +16,0 +11,6 +36,1
+ + + +
- 2,8 - 1,0 ... + 3,1
- 9,2 + 9,7 + 1,7 - 2,2
+14,5 +27,3 +21,0 -18,4
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
- 5,8 +57,6 -30,9 +22,9
+23,9 +10,4 +33,7 +17,8
+ + + +
+ 8,7 - 3,0 + 1,3 + 1,4
+ 32,6 + 68,6 + 6,9 + 44,1
-29,2 + 3,6 v-15,4 0+17;5
+20;5 +23,7 +21,7 +18,6
- 1,8 + 0,7 - 0,8 - 0,8
+ 0,2 + 4,9 + 6,3 - 7,2
1976
le 2e 3e 40
5,8 3,6 2,8 2,0
N. B. Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel XIII-1.
Incl. de ■ andere verbintenissen » - in de vorm van deposito's, kas bons en obligaties - tegenover de financiële instellingen die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn . 2 Privé-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. 3 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen en pensioenfondsen. 4 verandering in het opgenomen bedrag van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten (excl. de wissels die dienen om commerciële vorderingen op het buitenland te mobiliseren) die oorspronkelijk door de overwegend geldscheppende instellingen verleend werden. 5 Inclusief de certificaten voor ten hoogste een jaar van de overbeidsbedrijven. 6 Het gaat om een netto herfinanciering : kredieten bij hun oorsprong door de overwegend geldscheppende instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij andere financiële instellingen min kredieten bij hun oorsprong door laatstgenoemde instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij de overwegend geldscheppende instellingen. 7 Incl. liet Wegenfonds, na aftrek van de gewone rekening van de Schatkist bij de Nationale Bank van België. Incl. de instellingen van de sociale verzekering en na aftrek van de niet-monetaire verbintenissen tegenover de andere overheden. 9 Na aftrek van de verbintenissen tegenover financiële instellingen die geeu overwegend geldscheppende instellingen zijn, in een andere vorm dan deposito's of kasbons en obligaties.
5,9 0,3 0,3 2,8
- 0,6 + 0,2 V+ 0,3 v+ 5,5 .
(16)
- 6,1 + 0,4 - 3,7 10 - 6,1" + 8,1 15 + 0,7 - 4,2
+ 48,0 +13,5 + 78,6 +32,1 +113,2 15 +22,6 +113,4 +19,7 11 + 83,0 - 8,7 14 +26,4 +152,4 +152,2 -23,5
le 2e 3e
(15)
+ 8,4 + 4,6 - 2,9 - 5,8 +12,4 +13,1 + 7,3
- 3,3 - 1,7 - 0,5 + 2,7 + 5,6 + 5,5 + 8,4
1975
(14)
- 1,2 - 5,9 + 0,3 - 1,7 - 1,1 - 0,3 + 0,7
+ 8,1 +12,4 +10,2 + 6,1 + 3,2 +14,8 +14,2
4e
(13) .
Diversen
- 1,1 - 1,2 - 1,7 - 4,0 - 6,3 -15,0 - 8,4
+18,7 +30,0 +39,3 +68,7 +41,7 +44,7 +85,8
1974
Vorderingen op financiële instellingen aankoop op de andere dan door markt overwegend tussenkomst door de geldover wegend van het scheppende geldRentenfonds scheppende instellingen
(12)
+24,5 +37,9 +64,2" +35,9 +32,5 +87,4+43,8
1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
Tegeldemaking van overheidspapier
+53,7 - 2,4 +36,0 + 2,3 9+10,7 • v- 2,8 v-20,8 0+12,6
4,3 3,6 0,1 0,4
o Nieuwe reeks vanaf 972 de afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden der buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij het Bestuur der Postchecks. 11 Exclusief een louter boekhoudkundige vermindering met fr. 10,7 miljard voortvloeiend uit de aanpassing van diverse tegoeden en verplichtingen ten gevolge van de appreciatie van de Belgische frank na de beslissingen van de 1\I onetaire conferentie van Washington van 18 december 1971 en van de devaluatie van de dollar van de Verenigde Staten in 1973. 12 Exclusief een toeneming van fr. 6,2 miljard voortvloeiend uit de overname door de Staat van de nettoverminderingen van activa voortvloeiend uit de appreciatie van de Belgische frank na de beslissingen vnu de Monetaire conferentie van Washington van 18 december 1971 en uit de devaluatie van de dollar van de Verenigde Staten in 1973. 1 3 Exclusief een toeneming met fr. 4,5 miljard voortvloeiend, enerzijds, uit de aanpassingen van de te ontvangen en te leveren vreemde valuta's ten gevolge van de appreciatie van de Belgische frank en van de devaluatie van de dollar van de Verenigde Staten waarvan sprake in de noten 11 en 12 hierboven (fr. 3,2 miljard) en, anderzijds, uit de tegenpost van de afschrijvingen van een deel der nettovermiuderingen van activa (fr. 1,3 miljard). 14 Vanaf 1974 zijn deze cijfers berekend op basis van de mutatie van de nettotegoeden op het buitenland in buitenlandse valuta's, omgezet in Belgische franken tegen de wisselkoersen van de periode ; zij bevatten niet de boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse valuta's kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode. 13 Vanaf 1974, inclusief de boekhoudkundige veranderingen die de tegenwaarde in Belgische franken van de aan het begin van de periode bestaande bedragen in buitenlandse valuta's kan hebben ondergaan ten gevolge van wisselkoersveranderingen tijdens de periode.
- 88 -
XIII - 4a. - GELDHOEVEELHEID BIJ DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (Miljarden franken)
Monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven t en particulieren Chartaal geld Einde periode
Biljetten Biljetten en munten van de van de Nationale Schatkist Bank van 2 België (1)
Girea geld Chartale geldhoeveelheid 3
Bij de Bij de Nationale overheidsBank van instelBelgië 4 lingen 5
Totaal Bij de banken
Totaal
(3 )
(4)
(5 )
(6)
Eind " totaal
6 M °
(2)
Giraal geld in 'het bezit van de overheid
(8) °
(4) tot (6) (3) -1- (7)
(10) =
(0)
(8) -I- (3)
1969
7,0
183,0
185,3
0,4
44,5
109,4
154,3
339,6
14,1
353,7
1970
7,5
188,2
190,8
0,4
50,1
124,5
175,0
365,8
12,4
378,2
1971 (oude reeks)
8,1
201,8
204,6
0,6
51,5
144,0
196,1
400,7
15,4
416,1
1971 (nieuwe reeks) 7
8,1
201,8
204,6
0,6
51,5
144,0
196,1
400,7
19,7
420,4
1972
8,5
222,6
225,6
0,6
63,2
173,3
237,1
462,7
21,8
484,5
1973
9,1
238,5
240,6
'0,5
65,6
185,9
252,0
492,6
27,8
520,4
31,7
552,9
_-,
1974
9,5
256,1
258,3
0,3
67,5
195,1
262,9
521,2
1975 Maart
9,5 -
255,3
257,1
0,6
70,5
205,3
276,4
533,5
32,2
56 5,7
Juni
9,8
282,3
282,8
0,6
76,6
229,4
306,6
589,4
34,8
624,2
September
9,9
275,1
277,2
0,6
73,2
227,6
301,4
578,6
29,7
608,3
December
10,2
288,4
292,1
0,9
75,0
236,3
312,2
604,3
36,0
640,3
10,2
283,9
286,0
0,7
77,6
236,1
314,4
600,4
34,1
634,5
Juni
10,8
308,1
310,7
1,0
81,6
258,9
341,5
652,2
39,9
692,1
September
11,1
299,4
302,2
0,4
77,8
241,3
319,5
621,7
39,5
661,2
December
11,3
307,2
310,5
1,1
81,1
248,1
330,3
640,8
43,3
684,1
11,2
297,1
300,4
0,6
92,2
258,8
351,6
652,0
41,7
693,7
1 976 Maart .
1977 Januari
....
3
Privë-bedrijven andere dan overwegend geldscheppende, financiële instellingen van de overheidssector die geen overwegend geldscheppende instellingen zijn, en overheidsbedrijven. Na aftrek van de biljetten en munten van de Schatkist in het bezit van de N.B.I3. • Totaal van de kolommen (1) en (2), na aftrek van de biljetten en munten van de Schatkist en van de biljetten van de N.B.B. in het bezit van de geldscheppende overheidsinstellingen en de banken.
4 5
7
Het creditsaldo van het Bentenfonde bij do N.B.B. wordt niet beschouwd als giraalgeld. B.P.C. en Gemeentekrediet van België. De gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B. wordt niet beschouwd als giraalgeld. De afwijking t.o.v. de oude reeks ie toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden der buitengewone rekenplichtigen van de Schatkist bij liet B.P.C.
- 89 XIII - 4b - TOTALE GELDHOEVEELHEID ( Miljarden franken)
Giraal geld in het bezit van de overheid
Monetaire kasmiddelen in het bezit van de bedrijven 1 en particulieren Giraal geld Einde periode
Bij de overwegend geldscheppende instellingen
Bij de andere financiële instellingen
(1)
(2)
(3)
1.969
183,4
152,6
1970
188,4
1.971 (oude reeks)
Chartaal geld 2
Totaal Totaal
Bij de Bij de overwegend andere geldfinanciële scheppende instellingen instellingen
(4) = (2) + (3)
(5) = (4) (1)
(6)
7,5
160,1
343,5
14,1
173,4
11,4
184,8
373,2
202,6
193,6
12,8
206,4
202,6
193,6
12,8
1.972
222,4
234,1
1973
237,6
1974 1975 Maart
Eindtotaal T otaal
(8) = (6) + (7)
(g) = (5) + (8)
3,4
17,5
361,0
12,4
4,2
16,6
389,8
409,0
15,4
3,9
19,3
428,3
206,4
409,0
19,6
3,9
23,5
432,5
17,2
251,3
473,7
21,8
3,0
24,8
498,5
247,6
20,4
268,0
505,6
27,8
2,8
30,6
536,2
254,9
258,6
26,5
285,1
540,0
31,7
4,5
36,2
576,2
254,2
271,3
28,7
300,0
554,2
32,2
4,9
37,1
591,3
Juni
279,2
301,1
32,4
333,5
612,7
34,8
6,1
40,9
653,6
September
274,2
296,4
35,9
332,3
606,5
29,7
6,4
36,1
642,6
December
288,1
306,1
37,0
343,1
631,2
36,0
5,1
41,1
672,3
282,5
309,2
35,8
345,0
627,5
34,1
6,6
40,7
668,2
306,5
335,0
39,3
374,3
680,8
39,9
8,0
47,9
728,7 699,6 v 720,2
(nieuwe reeks) 3
1976 Maart Juni
(7)
September
299,0
313,9
40,9
354,8
653,8
39,5
6,3
45,8
December
305,8
324,1
v 39,7
v 363,8
v 669,6
43,3
7,3
v 50,6
1 Privé-bedrijven die geen monetaire verbintenissen hebben, financiële instellingen van de overheidssector die geen monetaire verbintenissen hebben, en overheidsbedrijven. 2 Kolom (3) van tabel X1II-4a, na aftrek van de biljetten en munten van de Schatkist eu van de biljetten van de N.B.B. in het bezit van de
3
financiële instellingen die, zonder overwegend geldscheppende instellingen te zijn, monetaire verbintenissen hebben. De afwijking t.o.v. de oude reeks is toe te schrijven aan de meer precieze gegevens over de tegoeden der buitengewone rekenplichtige' , van de Schatkist bij het B.P.C.
- 90 --XIII • 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (Miljarden franken) Evolutie
Bedragen einde periode 1 Goudvoorraad en nettodeviezen•. positie na statistische aanpassing
Evolutie
Kapitaaltransacties van de overheid met het buitenland
•
Overige . overwegend
Periode
B. NBB
(1)
eldscheppende instellingen
(3) = (1) -I- (2)
over-
wegend geldscheppende instellingen van comtnerAndere 2 clële vorderingen op het . buitenland (stijging : -)
Transacties met het bultenl. 3 (lopend saldo -fkapitaaltransacties van de bedrijven en pariculieren)
N.B.B.
Overige overwegend goldscheppende instelEngen
Totaal
Staat
(4)
(3)
(0)
(7)
(8)
(0)
00) = (6) - ( 7) - (8)- ( 9 )
Totaal
(2)
Herfinanciering buiten de
Verschil tussen do Goudgegevens voorraad van de en nettobetalings- deviezenbalans positie [Itol.(12)] volgens en die v.d. de betalingsoverbalans wegend geldschep- van de pende 13.L.E.U. 5 instell. [kol.(6)] 4 (11)
(12)
1370
143,1
-38,3
104,8
+11,487 - 3,6
+ 7,8
- 0,5
- 0,4
-4,8
+13,5
+ 7,4
+15,2
1971
164,5
-32,0
132,5
+17,5" + 6,4
+23,9
-11,2
... .
+ 3,0
+32,1
- 0,5
+23,4
1.972
194,3
-45,6
148,7
+26,4 7 -13,7
+12,7
-10,5
- 0,1
+ 0,7
+22,6
+ 7,8
+20,5
- 4,6
...
-1,0
+19,7
+19,2
+33,3
...
- 5,9
- 8,7
+42,9
+24,6
- 0,7
+26,4
+ 2,3
+24,4
:t973
219,1
-67,2
151,9
+35,5 9 -21,4
+14,1
1974
228,9
-96,4
132,5
+ 8,1
-26,4
-18,3
- 3,7
:1.975
252,4
-92,9
159,5
+18,5 1° + 3,6
+22,1
- 3,6 + 8,2
...
-2,7
-23,5
1976
231,8 v-86,3 v145,5
-22,7"v+ 4,7 9 -18,0
1974 4 0 kwartaal
228,9
-96,4
132,5
+ 9,1
- 6,4
+ 2,7
- 1,1
...
- 1.,9
+ 5,7
-13,1.
-10,4
1975 1. 0 kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal
240,5 242,7 241,1 252,4
-95,9 -89,6 -95,7 -92,9
144,6 153,1
+10,1 + 1,0 - 1,7 + 9,10
+ 4,1 + 0,7 - 6,8 + 5,6
+14,2 + 1,7 - 8,5 +14,7
- 1,1 - 0,6 - 0,6 - .1,4
... ... ... ...
- 2,9 - 1,0 ... + 3,1
+18,1 + 3,3 - 7,9 +13,0
+ 3,7 - 3,1 + 5,5 - 3,8
+17,9 - 1,4 - 3,0 +10,9
1.976 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
207,7 -76,8 130,9 234,8 -98,5 136,3 194,7 v-79,2 v115,5 231,8 v-86,3 v145,5
...
... ... ... ...
- 1,8 -29,2 +0,7 + 3,6 v- 0,8 v-15,4 v- 0,8 9+17,5
v+ 4,7 v+ 2,5 v+ 5,0 v- 0,2
v-26,3 v+ 8,6 v-13,2 9+24,9
145,4 159,5
-31,0 -45,4" +14,4 + 6,1 +27,5" -21,4 -35,1"v+16,9 v -18,2 +30,3 11 v- 5,2 v +25,1
1 Ben indeling van de goudvoorraal en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen s'ordt gegeven in tabel XIII-2. 2 Deze bedragen omvatten inzonderl eid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen, uitgezonderd het Wegenfonds, dat in de kolom (7), Staat, begrepen is. De cijfers van deze kolom, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden overgenomen in kolom (6) van tabel X.III-3. 4 Dit verschil is gelijk aan : - de veranderingen in de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de overwegend geldscheppende instellingen van de 13.L.E.U. die voortvloeien uit de veranderingen in de netto tegoeden of -verplichtingen van de. Luxemburgse banken op en tegenover andere landen dan België en tegenover in de B.T,.E.U. gevestigde internationale instellinOn (die veranderingen komen voor in kolom (12), maar niet in kolom (6)]. - min, a) veranderingen in de netto-tegoeden van de Belgische banken op Luxemburgse ingezetenen ; b) sedert liet 2e kwartaal van 1968, de veranderingen in de Luxemburgse overheidsfondsen in het bezit van de N.B.B. [dis veranderingen komen voor in kolom (6), maar niet in kolom (12)]. 2 Zie tabellen IX-1, 2 en 8, rubriek (3.2.
+ 1,8 v- 2,0 v v+ 8,4 v
9+12,0 v- 6,0
Na uitschakeling van een louter boekl•udkundige bes eging in de goud- en deviezenpositie van de N.B.B., voortvloeiend uit ( e verandering n de wijze waarop de tegenwaarde van do rekening van het 1.1\1.1. bij de N.B.B. wordt gefinancierd (Wet van 9 juni 1969). 7 Excl. een vertneerdering van 8,13 miljard, voortvloeiend uit de verdeling van de bijzondere trekkingsrechten op liet 8 Excl. een verhoging niet fr. 0,4 miljard d.i. de boekhoudkundige aanpassing van de contante tegoeden•in Zwitserse franken tengevolge van do revaluatie van deze valuta. 9 Excl. een louter boekhoudkundige vermindering met fr. 10,7 miljard voortvloeiend uit de aanpassing van diverse tegoeden en verplichtingen ten gevolge van de appreciatie van do Belgische frank na do beslissingen van (le Monetaire conferentie van Washington van 18 december 1971 en van de devaluatie van de dollar van de Verenigde Staten in 1973. 0 Exclusief een verhoging met fr. 2.2 miljard, voort vloeiend uit de aanpassing van de bedragen die de wederzijdse verplichtingen weergeven welke nog bestaan in het kader van de SWAP-overeenkomst met de Federale Reserve Bank of New York. 1 1 Rekening gehouden niet een aanpassing voortvloeiend uit verrichtingen tussen overwegend monetaire instellingen die niet tijdens dezelfde periode geboekt werden bij de N.B.B. en bij de andere instellingen. 6
-
91
XIII - 6. - OPGENOMEN BEDRAGEN VAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN VERLEEND AAN DE BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND
Zichtbare economische bestemming (Miljarden franken)
Kredieten aan bedrijven en particulieren Specifieke financieringen
Einde periode
van inves- van de van bouw teringen verkopen in indusen van en trie, land- transacties leningen van an nvoe bouw en in onroeambachtsrende afbetaling wezen goederen 1
1967
5
1968
2
Kredieten aan het buitenland
Kredieten waarvoor geen economische bestemming kon worden bepaald
Totaal
Specifieke financierin g van betalingstermijnen bij de uitvoer
Kredieten waarvoor geen economische bestemming kon worden bepaald Kaskredieten
Eindtotaal Totaal
Andere
4 (6) =
(10) =
(11)
(1)
(2)
(3 )
(4)
(5)
(1) tot (5)
(7)
23,2
11,5
15,5
13,4
105,1
168,7
23,7
6,9
3,9
34,5
203,2
.28,0
13,9
19,8
14,3
118,4
194,4
29,8
14,5
4,1
48,4
242,8
(8)
(9)
(7) tot (9) (6)+ (10)
•
:1969 (Oude reeks)
27,6
14,0
23,7
13,7
125,9
204,9
32,4
18,5
2,1
53,0
257,9
1969 (Nieuwe reeks) 6 ._
27,1
14,0
23,7
13,7
125,5
204,0
32,4
18,5
2,1
53,0
257,0
1970
28,4
16,9
24,8
17,6
141,2
228,9
40,7
43,1
2,3
86,1
315,0
1971
29,5
18,2
25,6
23,4
166,4
263,1
44,6
57,7
3,2
105,5
368,6
32,9
20,0
34,4
27,2
200,5
315,0
52,1
60,4
2,6
115,1
430,1
1973
40,9
26,6
41,6
22,1
239,6
370,8
57,0
75,9
2,0
134,9
505,7
1974 September December
43,4 44,4
32,1 34,9
47,3 45,2
21,6 23,7
252,5 266,3
396,9 414,5
62,4 70,9
100,5 101,1
2,7 1,7
165,6 173,7
562,5 588,2
1975 Maart 5 Juni September December
45,2 45,7 46,8 46,4
36,6 41,0 42,0 46,5
43,3 43,4 46,0 51,6
23,1 24,0 24,8 25,9
269,3 280,7 287,6 311,8
417,5 434,8 447,2 482,2
72,6 70,3 70,7 75,9
117,4 128,4 141,5 145,4
1,6 2,4 4,1 4,1
191,6 201,1 216,3 225,4
609,1 635,9 663,5 707,6
1976 Maart Juni September December
48,0 49,4 49,6 50,1
50,8 55,7 58,6 61,7
53,9 58,8 64,1 73,0
29,5 29,5 35,7 27,6
320,8 333,8 341,0 354,8
503,0 527,2 549,0 567,2
79,8 78,7 82,6 83,9
150,4 153,2 153,9 156,1
3,6 2,1 4,0 6,8
233,8 234,0 240,5 246,8
736,8 761,2 789,5 814,0
1972
5
1 Kredieten toegestaan in het kader van de wetten van 24. mei 1959, 17 juli 1959, 18 juli 1959, 15 februari 1961, 14 juli 1966 en 30 december 1970 (gesubsidieerde en/of gewaarborgde kredieten), en niet- a gesubsidieerde en/of gewaarborgde n kredieten waarvan ten minste een deel een oorspronkelijke looptijd heeft van 2 jaar of meer (5 jaar of meer vódr 1909) op voorwaarde evenwel dat liet geen zuiver commerciële kredieten betreft, noch kredieten hoofdzakelijk bestemd voor financiering van de bouw of de aankoop van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz. Tot 1968 omvat kolom (1) een bepaald bedrag kredieten tot financiering van verkopen op afbetaling. Vanaf 1969 zijn alle kredieten van deze soort ondergebracht in kolom (3). 2 Kredieten aan ondernemingen die tot maatschappelijk doel hebben de
oprichting van gebouwen en/of liet uitvoeren van werken van burgerlijke bouwkunde, kredieten aan immobiliënvennootschappen en kredieten die vooral bestemd zijn voor liet financieren van de aankoop of de bouw van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz.
3 Kredieten aan de kopers en verkopers op afbetaling (ongeacht of de ban-
ken al dan niet bij het verkoopcontract zijn betrokken), rechtstreeks door de banken toegestane persoonlijke leningen en door de banken aan de financieringsmaatschappijen verleende kredieten. Tot 1968 kwam een deel van de kredieten aan do kopers op afbetaling voor in kolom (1). Vanaf 1969 zijn alle kredieten van deze soort opgenomen in kolom (3). Vanaf 1973: nieuwe reeks ten gevolge van een verbetering aangebracht door een belangrijke bank. 4 Inclusief de promessen op het buitenland, die in tabel XIII-7 begrepen zijn in kolom (2) « Handelspapier n. 5 Inclusief het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geind omdat die dag een zaterdag of een feestdag was. 6 Nieuwe reeks (zie Tijdschrift van de Nationale Bank van België, lao jaargang, deel I, nr 1, januari 1976). N. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XLIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1967, blz. 243.
- 92 XIII 7. OPGENOMEN BEDRAGEN VAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN VERLEEND AAN DE BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND Vorm en houdersohap -
-
(Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de depositobanken verleend Einde periode
Totaal , 4) = (1)` tot (3) ,(7)-i- (11)
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(1)
(2)
(3)
1967 3 1968 1969 (Oude reeks) :1.969 (N. reeks) 4 1970 1971 .1.972 1.073 1974 September December 1975 Maart 3 Juni September December 1976 Maart Juni September December
12,7 11,9 10,2 10,2 14,2 20,7 23,0 19,0 18,1 19,6 19,8 22,4 24,0 23,7 26,3 27,3 29,5 24,4
78,3 84,5 95,3 95,3 101,0 102,5 119,7 132,5 136,2 142,6 143,2 136,5 131,8 149,1 156,4 160,1 161,8 171,1
77,7 98,0 99,4 98,5 113,7 139,9 172,3 219,3 242,6 252,3 254,5 275,9 291,4 309,4 320,3 339,8 357,7 371,7
1967 1968 1.969 1.970 1971 1972 1973 1.974 September December 1.975 Maart 3 Juni September December :1.976 Maart Juni September December
16,8 20,2 19,1 23,0 24,8 25,3 26,9 28,4 32,6 34,5 31,5 31,1 32,6 34,5 29,7 31,7 30,5
11,3 14,3 15,8 20,0 22,4 28,8 31,3 34,6 37,4 36,2 36,8 38,3 43,2 45,2 47,7 51,5 56,9
6,4 13,9 18,1 43,1 58,3 61,0 76,7 102,6 103,7 120,9 132,8 146,9 149,6 154,1 156,6 157,3 159,4
34,5 48,4 53,0 86,1 105,5 115,1 134,9 165,6 173,7 191,6 201,1 216,3 225,4 233,8 234,0 240,5 246,8
1967 3 .068 1969 (Oude reeks) 1.969 (N. reeks) 4 1970 .971 1972 1973 1974 September :December 1.975 Maart 3
29,5 32,1 29,3 29,3 37,2 45,5 48,3 45,9 46,5 52,2 54,3 53,9 55,1 56,3 60,8 57,0 61,2 54,9
89,6 98,8 111,1
84,1 111,9 117,5 116,6 156,8 198,2 233,3 296,0 345,2 356,0 375,4 408,7 438,3 459,0 474,4 496,4 515,0 531,1
203,2 242,8 257,9 257,0 315,0 368,6 430,1 505,7 562,5 588,2 609,1 635,9 663,5 707,6 736,8 761,2 789,5 814,0
Kredieten ondergebracht buiten de depositobanken 1
•
'ro memorie :
Kredieten ondergebrach , bij de depositobanken •
Bankaccepten
Handelspapier
Tot aal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
Totaal
(5)
(0)
(7) = ( 5 ) 1- ( 0 )
(8 )
(0)
(10)
(11) = (8)tot(10)
Andere kredieten onder-. gebracht' bij de banken 2
(r2)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 168,7 194,4 204,9 204,0 228,9 263,1 315,0 370,8 396,9 414,5 417,5 434,8 447,2 482,2 503,0 527,2 549,0 567,2
5,8 7,7 6,3 6,3 7,9 12,1 13,9 13,1 9,5 11,7 9,7 6,0 9,9 12,8 11,9 10,9 12,5 12,5
13,8 17,5 13,2 13,2 9,5 9,0 13,7 16,6 18,1 26,6 24,5 13,6 11,6 20,4 34,5 26,1 26,2 35,0
19,6 25,2 19,5 19,5 17,4 21,1 27,6 29,7 27,6 38,3 34,2 19,6 21,5 33,2 46,4 37,0 38,7 47,5
6,9 4,2 3,9 3,9 6,3 8,6 9,1 5,9 8,6 7,9 10,1 16,4 14,1 10,9 14,4 16,4 17,0 11,9
64,5 67,0 82,1 82,1 91,5 93,5 106,0 115,9 118,1 116,0 118,7 122,9 120,2 128,7 121,9 134,0 135,6 136,1
77',7 98,0 99,4 98,5 113,7 139,9 172,3 219,3 242,6 252,3 254,5 275,9 291,4 309,4 320,3 339,8 357,7 371,7
149,1 169,2 185,4 184,5 211,5 242,0 287,4 341,1 369,3 376,2 383,3 4:15,2 425,7 449,0 456,6 490,2 510,3 519,7
15,4 20,4 20,6 111,0 19,7 26,6 27,9 27,2 29,3 26,1 21,5 23,8 30,2 37,2 33,5 34,5 34,3
6,4 6,4 6,4 12,6 13,9 11,8 11,1 14,9 17,3 20,4 20,7. 19,6 17,5 15,7 15,6 17,7 16,9
6,3 7,7 7,9 11,4 13,6 15,7 19,2 20,9 23,4 24,2 26,1 26,0 28,1 26,8 28,3 31,0 36,2
6,4 13,9 18,1 43,1 58,3 61,0 76,7 102,6 103,7 120,9 132,8 146,9 149,6 154,1 156,6 157,3 159,4
:19,1 28,0 32,4 67,1 85,8 88,5 107,0 138,4 144,4 :165,5 179,6 192,5 105,2 196,6 200,5 206,0 212,5
0,3 0,5 2,9 1,8 0,2 0,2 0,8 0,3 0,7 0,7 0,8 0,6 0,5 0,1
35,0 45,6 40,1 40,1 36,4 40,8 54,2 57,6 54,8 67,6 60,3 41,1 45,3 63,4 83,6 70,5 73,2 81,8
13,3 10,6 10,3
70,8 74,7 90,0
:168,2 197,2 217,8
0,3 0,1 0,1
10,3 18,9 22,5 20,9 17,0 23,5 25,2 30,5 37,1 33,7 28,4 30,1 32,0 34,7 28,8
90,0 102,9 107,1 121,7 135,1 139,0 139,4 142,9 149,0 146,2 156,8 148,7 162,3 166,6 172,3
84,1 111,9 117,5 :116,6 156,8 198,2 233,3 296,0 345,2 356,0 375,4 408,7 438,3 459,0 474,4 496,4 515,0 531,1
216,9 278,6 327,8 375,9 448,1 507,7 520,6 548,8 594,8 618,2 644,2 653,2 690,7 716,3 732,2
0,1 0,5 0,6 3,0 1,9 0,5 0,5 0,9 0,3 0,9 0,8 0,9 0,9 0,6 0,2
0,1. 0,.L
0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,3 0,3 0,1 0,2 0,1 0,1 0,3 0,1 0,1
B. Kredieten aan het buitenland 10,4 13,8 12,7 10,4 10,9 13,5 15,8 13,5 15,3 14,1 10,8 11,5 1.5,1 18,8 14,1 14,0 13,6
5,0 6,6 7,9 8,6 8,8 13,1 12,1 13,7 14,0 i2,0 10,7 1.2,3 15,1 18,4 19,4 20,5 20,7
0,2 0,1
C. Totaal
Juni
September December 1976 Maart Juni September December
111,1 121,0 124,9 148,5 163,8 170,8 180,0 179,4 173,3 170,1 192,3 201,6 207,8 213,3 228,0
16,2 21,5 19,0
18,8 24,1 21,1
19,0 18,3 23,0 27,4 28,9 23,0 27,0 23,8 16,8 21,4 27,9 30,7 25,0 26,5 26,1
21,1 18,1 17,8 26,8 28,7 31,8 40,6 36,5 24,3 23,9 35,5 52,9 45,5 46,7 55,7
1 Die kredieten zijn hoo dzakelijk ondergebrac it bij de N.B.B., bi het H.W.I., bij andere Belgische financiële instellingen en in het buitenland. 2 Het gaat hier om handelspapier. Incl. liet papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet hen worden geïnd omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
4
Nieuwe reeks (zie Tijdschrift van do Nationale Bank van Borgt , LIe jaar. gang, deel I, nr 1, januari 1076).
N. 13. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XL114 jaargang, deel II, nr 8, september 1067, blz. 248.
- 93 -
XIII • 8. - DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN AAN DE BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND BIJ HUN OORSPRONG TOEGESTAAN DOOR DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN EN ONDERGEBRACHT BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de N.B.B. verleend (rechtstreekse kredieten)
Pro
Eindtotaal
Geherdisconteerde wissels
Einde periode Handelspapier
Voorschotten
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(1)
(2)
(3) = (1)+ (2)
(4)
(5)
(8) = (4) + (5)
(7)
(8)
(0)
Totaal (10) = (7) tot (9) = (3) + (6)
memorie : Andere kredieten ondergebracht bij de N.B.B. 2 (11)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1967 1. 1968 1969 1970 :1.971 1972 1973 1974 September December
2,2 1,9 2,5 2,1 2,9 3,3 3,2 1,0 2,5
:W75 Maart 1 Juni September December
2,6 1,4 0,5 1,3
1976 Maart :runi September • December
1,2 0,8 0,4 0,9
0,2 0,3 0,1 0,4
2,2 1,9 2,5 2,3 3,2 3,4 3,6
0,7 1,9 1,9 1,4 4,6 6,3 7,9
2,7 7,5 4,1 1,1 1,8 6,7 11,5
3,4 9,4 6,0 2,5 6,4 13,0 19,4
0,7 1,9 1,9 1,4 4,6 6,3 7,9
4,9 9,4 6,6 3,2 4,7 10,0 14,7
0,1 0,5
1,1 3,0
5,1 5,2
8,5 11,0
13,6 16,2
5,1 5,2
1,6 0,1 0,9
0,5 2,0 1,1 8,7
2,1 2,1 2,0 8;7
1,6 0,1 0,9
0,4
2,6 1,4 0,5 1,7
5,9 5,1 7,4 5,4
19,8 16,7 20,7 22,8
25,7 21,8 28,1 28,2
5,9 5,1 7,4 5,4
21,0 17,5
0,3 0,4
1,2 0,8 0,7 1,3
9,5
13,5 3,1 3,4 1,6 10,0
21,1 23,7
0,1 0,6 0,4
0,2 . 0,3 0,1 0,4
5,6 11,3 8,5 4,8 9,6 16,4 23,0
0,1 0,5
14,7 19,2
1,3 1,4 0,4
0,4
4,7 3,5 2;5 10,4
0,3 0,4
26,9 22,6 28,8 29,5
2,8 2,3 3,0 2,4
0,7 0,5
0,3
B. Kredieten aan het buitenland 1067 1 968 969 1 970 1.971 1972 L973
0,1 0,1 0,2 0,2
0,1 0,1 0,2 0,2
1.974 September December 1975 Maart 1 Juni September December 1076 Maart Juni September December
7,2 11,3 8,5 1,3 4,7 11,6 12,7
0,9 2,8 1,2 0,3 0,9 4,9 4,2
8,1 14,1 9,7 1,6 5,6 16,5 16,9
7,2 11,3 8,5 1,3 4,7 11,6 12,7
0,9 2,9 1,3, 0,5 1,1 4,9 4,2
8,1 14,2 9,8 1,8 5,8 16,5 16,9
9,1 9,5
3,1 2,5
12,2 12,0
9,1 9,5
3,1 2,5
12,2 12,0
4,2 0,5 1,1 9,8
0,4 0,2 0,1 2,0
4,6 0,7 1,2 11,8
4,2 0,5 1,1 9,8
0,4 0,2 0,1 2,0
4,6 0,7 1,2 11,8
11,9 9,2 10,0 8,8
5,9 5,7 5,0 4,9
17,8 14,9 15,0 13,7
11,9 9,2 10,0 8,8
5,9 5,7 5,0 4,9
17,8 14,9 15,0 13,7
0,1 0,6 0,4
C. Totaal 1067 1968 .1.969 :1.970 1971 :1.972 :1.973
1
1974 September December 1975 Maart 1 Juni September December :1.976 Maart Juni September December
7,9 13,2 10,4 2,7 9,3 17,9 20,6
3,6 10,3 5,3 1,4 2,7 11,6 15,7
11,5 23,5 15,7 4,1 12,0 29,5 36,3
7,9 13,2 10,4 2,7 9,3 17,9 20,6
5,8 12,3 7,9 3,7 5,8 14,9 18,9
0,2 0,3 0,1 0,4
13,7 25,5 18,3 6,6 15,4 32,9 39,9
0,1 0,5
26,9 31,2
1,3 1,4
0,4
0,4
9,3 4,2 3,7 22,2
0,3 0,4
447 37,5 43,8 43,2
2,8 2,3 3,0 2,4
2,2 2,0 2,6 2,3 3,1 3,3 3,2
0,2 0,3 0,1 0,4
2,2 2,0 2,6 2,5 3,4 3,4 3,6
1,0 2,5
0,1 0,5
1,1 3,0
14,2 14,7
11,6 13,5
25,8 28,2
14,2 14,7
12,6 16,0
0,4
2,6 1,4 0,5 1,7
5,8 0,6 2,0 9,8
0,9 2,2 1,2 10,7
6,7 2,8 3,2 20,5
5,8 0,6 2,0 9,8
3,5 3,6 1,7 12,0
1,2 0,8 0,7 1,3
17,8 14,3 17,4 14,2
25,7 22,4 25,7 27,7.
43,5 36,7 43,1 41,9
17,8 14,3 17,4 14,2
26,9 23,2 26,1 28,6
2,6 1,4 0,5 1,3 1,2 0,8 0,4 0,9
0,3 0,4
1
Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geïnd omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
2
liet gaat hier om handelspapier.
0,7 0,5
0,3
N. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor D alimentatie en Voorlichting, XLII5 jaargang, deel II, nr 3, september 1067, blz. 243 en Tijdschrift van de Nationale Bank van België, LIe jaarga ig, deel I, nr 1, januari 1976.
XIII - 9. - OPGENOMEN BEDRAGEN VAN DE DISCONTOKREDIETEN VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN VERLEEND AAN DE BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de overwegend geldscheppende instellingen verleend
Einde periode Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(1)
(2)
(3)
Totaal (4) (1)tot(3) (7)+ (11)
Kredieten ondergebracht buiten de overwegend geldscheppende instellingen
Kredieten ondergebracht bij de overwegend geldscheppende instellingen
Bankaccepten
Handelspapier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(5)
(0)
(7) = (5)-1-(6)
(8)
(g)
(10)
Pro memorie :
A ader° kredieten ondergebracht bij de overwegend Totaal geldscheppende instel(11) = lingen 2 (8)tot(10) (12)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1967 3 1968 1969 (Oude reeks)
12,7 11,9 10,2
80,5 86,4 97,8
77,7 98,0 99,4
170,9 196,3 207,4
4,2 5,8 2,9
9,9 8,6 7,8
14,1 14,4 10,7
8,5 6,1 7,3
70,6 77,8 90,0
77,7 98,0 99,4
156,8 181,9 196,7
0,2 0,6 0,5
1969 (N. reeks) 4 :1.970 1971 1972 :L973
10,2 14,2 20,7 23,0 19,0 18,1 19,6 :19,8 22,4 24.0 23,7 26,3 27,3 29,5 24,4
97,8 103,2 105,4 123,0 135,7 137,2 145,1 145,8 137,9 132,3 150,3 157,7 160,9 162,3 171,9
98,5 113,8 140,2 172,4 219,7 242,7 252,8 254,5 275,9 291,5 309,9 320,3 339,7 358,0 372,1
206,5 231,2 266,3 318,4 374,4.
2,9 5,5 7,5 7,1 5,2 4,3 5,8 7,6 5,9 8,1 9,8 6,0 5,8 4,8 5,7
8,2 7,9 7,0 6,8 5,0 8,1 18,7 19,9 11,4 7,5 8,2 14,2 9,3 4,6 10,4
lij 13,4 14,5 14,2 10,2 12,4 19,5 27,5 17,3 15,6 18,0 20,2 15,1 9,4 16,1
7,3 8,7 13,2 15,6 13,8 13,8 13,8 12,2 16,5 15,9 13,9 20,3 21,5 24,7 18,7
89,6 95,3 98,4 116,2 130,7 129,1 131,4 125,9 126,5 124,8 142,1 143,5 151,6 157,7 161,5
98,5 113,8 140,2 172,4 219,7 242,7 252,8 254,5 275,9 291,5 309,9 320,3 339,7 358,0 372,1
195,4 217,8 251,8 304,2 364,2 385,6 398,0 392,6 418,9 432,2 465,9 484,1 512,8 540,4 552,3
0,5 0,2 0,1 0,8 0,6 1,6 1,7 0,5
0,2 0,1
1.974 September December :1975 Maart 3 Juni September December 1976 Maart Juni September December
-. ._ _. ._. '
398,0 417,5 420,1 436,2 447,8 483,9 504,3 527,9 549,8 568,4
...
0,2 0,4 2,9 2,6 3,1• 2,5
13. Kredieten aan het buitenland 16,8 20,2 19,1 23,0 24,8 25,3 26,9
11,3 14,4 15,9 20,2 22,6 28,8 31,3
6,4 13,9 18,1 43,1 58,3 61,0 76,7
34,5 48,5 53,1 86,3 105,7 115,1 134,9
3,0 2,4 3,1 6,3 3,8 1,9 3.1
4,1 3,8 5,9 7,6 7,0 8,2 7,9
7,1 6,2 9,0 13,9 10,8 10,1 11,0
13,8 17,8 16,0 16,7 21,0 23,4 23,8
7,2 10,6 10,0 12,6 15,6 20,6 23,4
6,4 13,9 18,1 43,1 58,3 61,0 76,7
27,4 42,3 44,1 72,4 94,9 105,0 123,9
0,3 0,5 2,9 1,8
:1974 September December 1975 Maart 3 juni September December
28,4 32,6 34,5 31,5 31,1 32,6
34,6 37,4
102,6 103,7
165,6 173,7
4,1 5,5
10,7 11,4
14,8 16,9
24,3 27,1
36,2 36,8 38,3 43,2
120,9 132,8 146,9 149,6
191,6 201,1 216,3 225,4
8,7 10,3 9,1 4,7
11,0 10,4 11,6 12,9
19,7 20,7 20,7 17,6
25,8 21,2 22,0 27,9
23,9 26,0 25,2 26,4 26,7 30,3
102,6 103,7 120,9 132,8 146,9 149,6
1.976 Maart Juni September December
34,5 29,7 31,7 30,5
45,2 47,7 51,5 56,9
154,1 156,6 157,3 159,4
233,8 234,0 240,5 246,8
6,9 4,9 4,0 4,5
12,5 13,7 15,5 15,7
19,4 18,6 19,5 20,2
27,6 24,8 27,7 26,0
32,7 34,0 36,0 41,2
154,1 157,3 159,4
150,8 156,8 171,9 180,4 195,6 207,8 214,4 215,4 221,0 226,6
0,2 0,2 0,8 0,3 0,7 0,7 0,8 0,6 0,5 0,1
1967 , 1968 1969 (Oude reeks)
29,5 32,1 29,3
91,8 100,8 1.13,7
84,1 111,9 117,5
205,4 244,8 260,5
7,2 8,2 6,0
14,0. 12,4 13,7
21,2 20,6 19,7
22,3 23,9 23,3
77,8 88,4 100,0
84,1 111,9 11.7,5
184,2 224,2 240,8
0,4 0,7 0,5
1969 (N. reeks) 4 1970 1971 1972 1973
29,3 37,2 45,5 48,3 45,9
113,7 123,4 128,0 151,8 167,0
116,6 156,9 198,5 233,4 296,4
:L71,8 182,5 182,0 174,7 170,6 193,5 202,9 208,6 213,8 228,8
345,3 356,5 375,4 408,7 438,4 459,5 474,4 496,3 515,3 531,5
14,1 15,5 14,0 15,0 12,9 18,8 25,1 30,9 21,8 19,1 21,1 26,7 23,0 20,1 26,1
20,1 27,3 25,3 24,3 21,2 27,2 36,4 47,2 38,0 36,3 35,6 39,6 33,7 28,9 36,3
99,6 107,9 114,0 :L36,8 154,1 153,0 157,4 :1.51,1 .1.52,9 151,5 172,4 176,2 185,6 193,7 202,7
116,6 156,9 198,5 233,4 296,4 845,3 356,5 375,4 408,7 438,4 459,5 474,4 496,3 515,3 531,5
239,5 290,2 346,7 409,2 488,1 536,4 554,8 564,5 599,3 627,8 673,7 698,5 728,2 761,4 778,9
0,5 0,5 0,6 3,7 2,4
46,5 52,2 54,3 53,9 55,1 56,3 60,8 57,0 61,2 54,9
6,0 11,8 11,3 9,3 8,3 8,4 11,3 16,3 16,2 17,2 14,5 :12,9 10,7 8,8 10,2
23,3 25,4 34,2 39,0 37,6
1974 September December 1975 Maart 3 juni September December 1976 Mand Juni September :December
259,6 317,5 372,0 433,5 509,3 563,6 591,2 611,7 637,3 664,1 709,3 738,1 761,9. 790,3 815,2
1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
3
C. Totaal
.._ ._ ._ _. .-.
t Bij de N.B.13., de depositobanken en de geldscheppende overheidsinstellingen ondergebrachte kredieten (met inbegrip van de kredieten die het H.W.I. financiert door een beroep te doen op de overwegend geldscheppende instellingen). 2 Het gaat hier om handelspapier. 3 incl. het papier dat op de laatste dag van do maand verviel en dat niet kou worden geïnd omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
4
38,1 40,9 38,0 37,7 37,9 41,8 47,9 46,3 52,4 44,7
1,8 1,9 1,3 0,3 0,9 1,1 3,7 3,2 3,6 2,6
Nieuwe reeks (zie Tijdschrift van de Nationale Bank van Bo/guï, Lle jaargang, deel I, er' 1, januari 1970).
N. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, MAI° jaargang, deel II, nr 3, september 1907, blz. 210.
XIII • 10. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (Miljarden franken) , 1968 31 december
Posten
1969 31. december
1970 31 december
1971 31 december
1972 31 december
1978 31 december
1974 31 december
1975 31 december
1976 31 december
ACTIVA Goudvoorraad Internationaal Muntfonds :
76,2
Deelneming Leningen Bijzondere trekkingsrechten
Totaal van de dekkingselementen
Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Internationale akkoorden Voorschot aan het I.M.F. Europees Fonds voor Monet. Samenwerk. E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier • Voorschotten op onderpand : Instel. waarvoor een bijzond. wet geldt Banken Ondernemingen en particulieren
76,2 18,1 12,3 15,4
75,9
73,5
77,2
75,4
71,8
71,8
71,8
71,8
7,8
19,6
30,0
25,9
24,0
24,9
26,3
29,9
83,7 35,6 17,5
10,2 103,3 39,0 10,7 0,1
20,3 127,5 35,0 0,3
26,1 127,4 52,4
30,5 126,3 75,9
28,4 125,1 88,6
30,0 128,1 107,2
19:3 121,0 84,0
2,4
0,2 9,7
6,5
6,5
6,5
45,3
3,5
34,0 18,6
37,8 6,5
34,8 15,1
20,6 33,4
28,8 40,1
13,5 32,2
11,9 22,2
0,1 ....
0,2 ...
0,3 ...
2,6 .0,9
0,3 2,1
0,4 0,2
3,4
4,1 0,1
14,7 0,2 0,2
15,6
13,3
4,9
1,1
0,4
5,1
4,2
20,6
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,4
0,4
0,4
34,0
34,0
34,0
34,0
34,0,
34,0 2,8
34,0 0,9
34,0 0,8
2,5 34,0 0,6
18,2 26,7
0,5 0,1
Overheidseffecten : Belgische overheidseffecten Luxemburgse overheidseffecten
Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks : Rekening A Rekening B
Geconsolideerde vordering op de Staat Speciale Schatkistbons Voorlopige aanpassing naar aanleiding van de wet dd. 3 juli , 1972 Te innen waarden Overheidsfondsen Gebodwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen
• • •
1,0 3,5 2,1 -
0,9 3,6 2,1
1,2 3,7 . 2,2
0,4 3,8 2,2
0,6 4,1 2,2
3,4 1,1 4,3 2,2
3,4 1,7 4,8 2,2
3,4 1,0 5,3 2,2
,3,4 0,9 5,5 2,2
2,6 0,9
2,9 0,8
3,1 0,8
3,5 0,6
4,0 0,8
4,5 0,9
5,5 1 ,1
6,5 1,3
7,8 0,9
226,7
249,7
256,2
262,7
284,4
330,9
325,6
340,8
349,7
183,2"
183,0
188,2
201,8
222,6
238,5
256,1
288,4
307,2
0,5 0,9 0,3
0,3 1,0 0,2
0,2 1,2 0,3
0,4 0,3
0,5 1,1 0,3
0,3 0,6 0,4
0,1 0,9 0,7
0,2 0,7 0,8
0,3 0,6 0,9
0,7 0,8 0,5
0,4 3,1 0,4
0,5 2,6 0,7
0,7 1,5 3,1
0,6 1,6 1,4
0,6 2,4 2,0
0,4 3,7 2,6
0,4 2,3 3,2
0,6 2,1
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant en diversen : Gewone rekening conjuncBuitengewone tuurtaks Instel. waarvoor een bijzond. wet geldt Banken in België Ondernemingen en particulieren Banken in het buitenland, gewone rekeningen Te betalen waarden Internationale akkoorden Financiële bijstandsakkoorden Andere akkoorden Schatkist
Totaal der verbintenissen op zicht
186,9
188,4
1,0
193,7
208,8
228,1
244,8
264,5
296,0
2,5 0,4 314,6
3,5
7,0
10,5
10,2
10,2
10,2
10,2
11,8
33,6 0,9 26,5 4,5 5,0 0,4
20,7 0,3 11,1 5,4 7,5 0,4
12,1 6,5 9,9 0,4
7,7 10,5 0,4
Internationaal Muntfonds : Bijzondere trekkingsrechten, mulatieve toewijzing
netto cu-
Europees Fonds voor Monet. Samenwerk Monetaire reserve : België Groothertogdom Luxemburg
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds : Statutaire reserve Buitengewone reserve Afschrijvingsrekening van materieel en meubelen
Te verdelen nettowinst
30,7 2,6 2,5 0,4
51,8 2,9 2,6 0,4
48,7 3,1 2,9 0,4
35,8 3,5 3,0, 0,4
21,5 4,0 3,7 0,4
0,8 0,5
0,8 0,5
0,9 0,5
0,9 0,8
1,0 0,9
1,0
1,1
1,3
1,7
1,1 1,9
1,3 2,3
1,9 0,4
1,9 0,4
2,0 0,5
2,0 0,5
2,0 0,5
2,1 0,6
2,1 0,6
2,1 0,6
2,1 0,6
226,7
249,7
256,2
262,7
284,4
330,9
325,6
340,8
349,7
gebouwen,
N. B. --- Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, als bijlage, a de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten. 1 De elementen van de dekking der verbintenissen op zicht worden bepaald
door artikel 4' van de wet. van 9 juni 1989, die artikel 7 alinea 2 van de organieke wet van de N.B.B. wijzigde, en door artikel 80 van de statuten van de N.B.B., dat gewijzigd werd door de buitengewone algemene ver-
gadering der aandeelhouders van de N.B.B. van 6 september 1969. Deze w•jziging werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 22 sep amber 1969, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1969 V66r deze laatste datum werd alleen de goudvoorraad als dekkingselement in aanmerking genomen. 2 Tot 31, december 1971 : Belgische banken, monetaire reserve.
XIII - 10. - WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (Miljarden franken)
Posten
1976 9 februari
1977 7 februari
1976 8 maart
1977 7 maart
1976 5 april
1977 4
april
1976 10 mei
1977 9 mei
ACTIVA Goudvoorraad Internationaal Muntfonds :
Deelneming Leningen Bijzondere trekkingsrechten
71,8
72,1
71,8
72,1
71,8
72,1
71,8
72,1
26,9
26,7 ... 30,0
29,5 0,8 19,3
27,0 ... 30,0
29,5 0,8 19,3
26,6 ... 26,6
29,7 0,8 19.3
121,7
125,0
121,9
80,7 ... 0,1 7,7
97,1
...
...
30,0
29,8 0,8 19,3
Totaal van de dekkingselementen 1
128,7
122,0
128,5
121,7
128,8
Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Internationale akkoorden Voorschot aan het I.M.F. Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking E.E.G. : Financiële bijstand op middellange termijn Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten :
89,9
88,0 ... 0,2 9,7
89,8
92,2 ... ... 9,7
87,2 ... ... 4,9
94,2 •
...
...
4,9
...
«
4:9
...
...
'''
0,3 9,7
0,3 9,7
6,5
6,5
6,5
6,5
6,5
6,5
6,5
6,5
10,1 31,5 0,2
... 27,4 10,0
9,5 41,9 3,5
... 31,5 3,4
8,5 48,2 11,6
22,2 14,9
5,9 38,2 6,9
... 24,6 15,7
18,7 ... 0,5 2,3 34,0 0,6
... ' 6:5 ... 34,0 0,8
20,6 ... 0,5 2,3 34,0 0,6 .
20,6 ... 0,6 ... 34,0 0,8•
20,6 ... 0,5 2,3 34,0 0,6
20,6
... 0,5 ... 34,0 0,8
0,5 2,2 34,0 0,8
20,6 ... 0,5 2,3 34,0 0,6
3,5 5,5 2,2 6,9 4,6
3,5 6,1 2,2 8,3 1,7
3,5 5,5 2,2 7,0 2,1
3,5 6,1 2,2 . 8,5 2,4
3,5 5,5 2,2 7,0 . 2,9
3,5 5,5 2,2 7,1 4,1
3,5 6,1 2,2 . 8,5 2,7
329,8
341,7
340,2
345,7
372,8
350,3
351,5
356,8
13,4
16,7
12,8
.16,2
12,3
15,4
11,9
14,4
304,0
290,6
307,4
294,4
313,8
...
...
...
...
...
•0' ,4
... 0,4
.
0;7
•0,4
... 0,7
Belgische overheidseffecten Luxemburgse overheidseffecten Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat Speciale Schatkistbons Voorlopige aanpassing naar aanleiding van de wet d.d. 3 juli 1972 Overheidsfondsen Gebouwen, materieel en meubelen Waarden v/d Pensioenkas v/h Personeel Diversen Orderekening : • Bestuur der Postchecks : Tegoed voor
"'
rekening van de Ministers van Nationale Opvoeding (wet van 11-7-1973 onderwijswetgeving)
3,5 • 6,1 2,2 8,5 2,5
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant :
281,9
gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks Banken in het buiten!. : gew. rekening Diverse rekeningen-courant en te betalen waarden
0,1
300,0 ...
286,0 0,1
Schatkist
Internationale akkoorden Totaal der verbintenissen op zicht
... 0,5
... 0,4
... 0,4
2,1 2,9
2,9
1,6
2,6
2,5
1,6 2,5
3,1 2,6
1,5 2,6
2,9 2,6
1,3 2,6
287,5
305,9
290,6
308,5
296,7
312,2
300,3
318,4
10,2
10,2
10,2
• 0,2
10,2
10,2
:10,2
10,2
7,0
...
33,2
•
Internationaal Muntfonds :
Bijzondere trekkingsrechten, netto cumulatieve toewijzing Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking Monetaire reserve :
'''
België Groothertogdom Luxemburg Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekening Orderekening : Ministers van Nationale Opvoeding :
Tegoeden voor hun rekening bij het Bestuur der Postchecks (wet van 11-7-1973 - onderwijswetgeving)
'''
... ...
...
11,0
...
...
...
...
0,1
...
... ...
10,3 6,9 9,4 0,4 5,1
... 8,3 11,2 0,4 5,7
9,7 7,0 10,2 0,4 5,1
8,4 12,5 0,4 5,7
8,6 7,0 11,6 0,1 5,1
8,5 1.3,3 0,4 5,7
6,0 7,1 11,3 0,4 5,1
... 8,5 13,6 0,4 5,7
329,8
341,7
340,2
345,7
372,8
350,3
351,5
356,8
13,4
16,7
12,8
16,2
12,3
15,4
11,9
14,4
N. B. - Het Jaarverslag van do N.B.B. bevat, in bijlage, a de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balaneposten. • 1 Do elementen van de dekking der -verbintenissen op zieht.worden lepaald door artikel 4 van do wet van 8 juni 1969, die het artikel 7 alinea 2 van
de organieke wet von de N.B.B. wijzigde, en door artikel 80 van do statuten van de N.B.B., dat gewijzigd werd door de buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders van do N.B.B. van 5 september 1909. Deze wijziging werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 22 eeptem• her 1969, gepubliceerd in het Bagisch Staatsblad van 7 oktober 1969.
•Ooplaank aSpon ap non gup poot'ai -noz uoa aooA •naBuimaam-la!n sla naHop opiatulon gay sl Beman -31Jam 10.6100 'puttoui aap gup oma non opup gay 1699 p009161 Wi/1)1100D 1:
(s IAX latral .jo) paaaoliquda3 ppniassquols op uon pools op in noplom 'apolaod opnla aad uaaalinollaod aap napao9a1 op 2000 S.12;(10 •no2m 011d90319l5Tgni Op 1190 110 112,191111011.117d Op 16130 p1t05o) gaq lonwo 1
96
0'09L•T
9'289
2'002
9'999
8'363
9'8L
9'213
011'1
qawen
96
*'0*L'T
0'12,9
2'909
D'T.L9
1'963
L'08
0'133
011'1
riunaciaa
96
8'939'1
1'099
*'633
1'099
1'963
L'1,
6'891
311'1
96
9'9*L'T
1'099
0'312
1'099
2'1«
0'2G
17'3LT
3IFT
aocruanga
96
T'L*9 -1
6'86*
6'9L3
6'86*
t'32,3
*'3L
9'99T
2T1'1
Jaquronom
96
* . L09'T
6'619
9'9L7
6'6T9
8'063
8'2L
9'*91
*TT'T
loctoln0
96
L'96**1
3'L8*
L'896
3'L8*
9'293
etL
2'**1
*WI
lacirrioldos
96
*'[,92'T
t'L2*
0'1793
P'L21,
1, 'T*3
*'3L
L'9*T
311'1
smsOnv
96
L'L09 -1
6'019
9'263
6'019
2'363
2'9/,
t'*91
TILT
!Int runc
H
0'31, 9'1
9'8L1,
L'006
Ironwec LL6i
9'8LT
3'*83
0'9L
9'2L1
Oiri
9'9L
6'691
011'1
Ign igdV
96
8'999'1
T'L617
1'283
1'L6*
9'883
96
L'OT9'T
6'939
2'693
6'939
9'683
2'1L
3'*91
211'1
06
9'239'1
9'66*
2'693
9'66*
3'193
0'89
8'9*T
211'1
96
L'1,01,'T
1'899
2'LL
1'899
0'*63
1'L6T
011'1
96
L'229 -1
2'939
9'883
2'939
9'36
1'2L
8'L91
311'1
96
9'06*'1
9'8L*
8'L93
9'8L*
8'993
S'tL
6 -191
*T1;1
96
8'32,9 -1.
9'009
C*83
9'009
*'L83
6'*L
9'391
011 . 1.
96
6'329'1
L'209
9'993
L'209
1'393
9'89
t'8*T
211'1
96
9'3Lt'T
2'2L*
3'693
2'2LY
8'993
T'99
2'911
911'1
96
9'902'1
3'61*
6'1,23
3'61*
9'223
T'99
L'6£T
011'1
*6
8'1.2* -1:
*'991,
9'693
1'99*
2'193
0'89
8'921
601'1
9'3*T
601'1
q.rwetw 9L01 11111 1113
1 oi LLOT
56
0'982'1
0'29*
L'31,3
0'29*
2'923
9'39
06
9'L99 -1
T'609
9'9L3
T'309
6'9L3
9'3L
L'L91"
311'T
9L61
96
L'862 -1
T'09*
6'8V3
T'09*
9'03
6'99
1'621
9TT'T
9L61
96
T'2T3'T
L'LK'.
9'LT3
L'L86
1'036
2'39
3'331
I01 L
*L6I
1'6
P'1,30'T
L'61.2
0'361
L'6I2
6'361
3'09
LOOT
360 . 1.
2L61
*6
* . 616
I'L83
9'891
T'L83
8'691
9'99
0'06
080'1
3L61
96
6'118
9'883
2'LfT
9'883
2'L*1.
1'1.9
8 . 6L
090'1
1L61
*6
8'L9L
1'693
17'931
1'393
3'L31
8'Lf
9'32,
120'1
OL61
*6
0'269
0'*23
9'311
0'1, 63
9'311
T'91,
0'89
330'1
6961
(oporied opulo)
(ufmvuti upplvtniu) 1)100 prolatnio nue 3lnaqe2 Japuoz piaonOigi tra2Ing -tio!zion op 0110 safloplooaaj
napiapp!maBpnonal)
(uppulrow
BulEamaq etteuie2w
9 . 0, W
(uapiap pflannp)
nasnelp ne senbstm
laqaa
na2cqua3loa nopumna
0091001p 90 9,0110
1303101.101S
nazallnaglod non paogaj,
1 0u1 0I
l !Pel0 •D'd •ff
—
ONINSIIMIISOd NI — L6 —
- IIIX
:
110.19
- 98 XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN ' (Miljarden franken)
Activa 1973 1974 1975 1076 31 december 31 december 31 december 31 december
Posten
1976 31 januari
1077 31 januari
1970 20 februari
1077 28 februari
Kas, Nationale Bank, postrekening, N.K.B.K.
31,3
25,5
10,6
11,0
8,7
10,9
8,7
9,7
Daggeld
11,4
26,9
21,5
27,2
14,5
36,8
34,2
32,8
Bankiers
341,4
336,0
393,9
473,3
383,8
470,9
395,8
484,5
➢ oedermaatschappij, succursalen en filialen
71,8
143,4
162,1
161,5
155,8
162,3
:1.56,6
161,4
Andere te innen waarden op korte
23,4
26,7
29,3
31,5
29,6
37,4
32,4
31,2
:158,9
:183,1
209,5
250,8
223,6
271,2
204,7
239,6
21,0 137,9
32,0 151,1
40,0 169,5
65,3 185,5
47,0 176,6
79,8 191,4
35,4 169,8
52,8 186,8
2,5
1,4
1,8
3,5
2,1
• 3,1
2,2
1,2
45,9
52,2
56,3
54,9
56,6
53,1
60,6
53,7
296,8
358,0
461,0
533,7
461,4
550,0
464,7
544,3
343,8
386,0
285,8
412,2 356,2
0,9 0,2
320,4 64,8 0,6 0,2
Belegde wettelijke reserve
1,4
1,5
Participaties a) Filialen b) Overige participaties
11,0 4,1
termijn
Wissels a) Overheidspapier 6) Handelswissels * Prolongaties en voorschotten op effecten Debiteuren wegens verstrekte accepten Diverse debiteuren Effecten a) Belgische overheidsfondsen b) Overige leningen c) Aandelen en deelbewijzen d) Overige effecten
433,7
421,2
447,5
430,3
456,1
54,8 1,0 0,2
382,1 50,6 0,9 0,1
367,0 53,1 0,9 0,2
395,3 51,2 0,9 0,1
376,9 52,4 0,8 0,2
404,6 50,5 0,9 0,1
5
1,7
1,5
1,7
1,5
1,7
12,6
12,6
12,5
12,6
12,5
13,0
12,5
6,9
5,0 7,6
4,9 7,7
4,7 7,8
4,9 7,7
4,3 8,2
4,9 8,1
4,3 8,2
3prichtings- en eerste inrichtingskosten
0,1
0,2
0,3
0,4
0,3
0,4
0,3
0,4
Gebouwen
9,3
11,2
14,0
16,7
14,2
16,9
14,3
17,0
?articipaties in filialen voor immobiliën
0,5
0,7
. 0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
irorderingen op filialen voor immobiliën
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
daterieel en meubilair
1,3
1,6
2,1
2,5
2,2
2,5
2,2
2,6
26,1
49,6
44,1
48,3
39,5
48,7
37,7
46,4
1.377,0
1.616,7
1.833,6
2.064,0
1.828,4
2.126,7
1.860,0
2.101,9
31,9
42,9 2,3
40,6 1,6
60,3 3,1
40,8 3,0
57,0 1,8
50,7 4,0
59,1 :1,8
56,9
diversen Totaal der activa
1,
Do rubriek « Handelswissels e omvat niet do : -
bij de N.B.B. en do andere publieke kredietinstellingen herdisconteerdo wissels en pension s bij do publieke kredietinstellingen
- wissels ii
-
1 De algemene staat bevat, wat betreft do banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der activa van do Belgische zetels. Do saldi van do rekeningen geopend door deze laatste op naam
van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder do rubriek « Moedermaatschappij, succursalen en filialen e,
-99XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN (Miljarden frankeli)
Passiva 1974 1975 1976 1973 31 december 31 december 31 december 31 december
Posten
1976 31 januari
1977 31 januari
1970 29 februari
1977 28 februari
(.)1) ii rol) (1!m (ir :
3,9 1,3
2,4 1,9
2,4 2,1
2,9 2,4
7,3
18,0
11,0
13,1
1,4
1,8
1,1
1,4
2,6
0,5
0,3
0,5
5,9
16,2
9,9
11,7
22,1
43,9
36,7
40,0
34,7
41,2
38,7
39,4
4,4
8,5
17,7
35,4
4,7 32,0
8,7 31,3
4,3 30,4
8,3 32,9
1,2 37,5
2,4 37,0
511,0
599,5
673,0
731,8
652,7
736,8
660,7
755,1
Moedermaatschappij, succursalen en filialen
49,5
86,7
99,5
101,7
95,9
102,7
94,6
99,0
Wissels geaccepteerd.
45,9
52,2
56,3
54,9
56,6
53,0
60,6
53,7
Andere te betalen waarden op korte termijn
10,2
9,3
13,8
14,4
15,8
32,7
23,3
16,8
2,5
6,3
2,7
3,0
2,8
3,1
3,2
3,0
Schuldeisers gedekt door zakelijke zekerheden a) Schuldeisers gewaarborgd door voorrechten b) Schuldeisers bij overeenkomst door zakelijke zekerheden gewaarborgd Daggeld a) Gedekt door reële zekerheden b) Niet-gedekt door reële zekerheden Bankiers
Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren a) Dadelijk opvraagbaar b) Op hoogstens dertig dagen c) Op meer dan dertig dagen d) Op meer dan één jaar e) Op meer dan twee jaar ƒ) Bankboekjes g) Andere op boekjes ingeschreven deposito's
605,1
665,8
783,0
916,0
793,9
935,2
797,7
914,9
208,0 51 4 151,1
221,2 74,3 169,0
17,5 17,3 157,6
.13,9 14,9
268,7 77,4 177,0 17,7
292,1 111,0 221,3 15,2 18,2
302,9 110,6 225,4 15,4 18,7 259,4 2,8
260,0 84,8 178,4 18,3 18,7 234,8 2,7
288,8 116,1 213,9 15,5 18,9 258,9 2,8
221,8 2,7
255,6
2,2
.170,5 2,0
2,6
266,0 78,1 178,0 18,3 18,5 232,2 2,8
40,2
47,2
54,8
70,3
56,6
73,1
58,0
76,4
1,4
1,7
1,7
1,5
1,7
1,5
1,7
1,5
37,8
49,9
50,9
63,5
51,7
65,1
50,7
64,6
1.329,6
1.564,9
1.774,8
2.000,0
1.769,7
2.062,4
1.800,2
2.037,5
3,3
3,6
8,4
9,0
8,2
9,0
8,4
9,1
25,4
27,2
28,1
31,0
28,1
31,1
29,0
31,2
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie
5,6
5,7
3,2
3,1
3,1
3,1
3,1
3,1
Wettelijke reserve (art. 1.3, K.B. 185)
1,4
1,5
1,5
1,7
1,5
1,7
1,5
1,7
12,0
13,3
12,1
13,4
12,1
13,3
Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties . Diversen Totaal opvraagbaar
17,7
Speciaal opvraagbaar :
Achtergestelde passiva Niet, opvraagbaar :
Kapitaal
11,1
12,2
Andere reserves 2
-
-
4,8
5,1
4,8
5,1
4,8
5,1
Reservefonds
0,6
1,6
0,8
0,8
0,9
0,9
0,9
0,9
44,1
48,2
50,4
55,0
50,5
55,3
51,4
55,3
1.377,0
1.616,7
1.833,6
2.064,0
1.828,4
2.126,7
1.860,0
2.101,9
Beschikbare reserve
Totaal ',liet, opvraagbaar
Totaal der passiva
De algemene staat bevat, wat, betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in liet buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva eau de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van do in bet buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek Moedermaatschappij, succursalen en filialen ,.
2
Nieuwe rubriek. V<Stir 31 oktober 1975 werden de onder deze rubriek opgenomen bedragen deels opgenomen onder Niet beschikbare reserve wegens uitgifte. premie tt en deels onder a Beschikbare reserve a.
XIII - 13. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL YAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN EN VAN TEGOEDEN IN POSTREKENING 1
Gebruiksfrequentie 2 (herleid in type-maanden van 25 dagen)
Maandgemiddelden per kwartaal DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S
_
4,6
4,6
3,8
3.8
3.0
3.0
1
i
I
1
1
i
i
I
I
I
i
i
■
POSTREKENINGEN
-
5,4
5,4
4,6
4,6
3,8
3.8
1 1968
I
1
t
i
t
t
1
t
t
I
t
I
t
1972
1970
i
1
1
direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening 4
Totaal
280,6 325,7 375,7 435,4 522,5 646,6 709,6 828,6 708,0 673,9 738,1 658,6 767,7 752,1 843,1 813,7 905,5 755,1 772,8 799,3 845,6 884,3 800,1 806,5 834,5 832,7 878,5 1.005,2 891,2 887,6
2
475,5 533,0 610,1 701,8 815,8 1.000,1 1.118,0 1.2;77,8 1.073,2 1.089,7 1.169,0 1.029,5 1.183,8 1.197,3 1.313,9 1.234,2 1.365,9 1.208,4 1.194,5 1.266,4 1.341,4 1.333,9 1.230,7 1.205,5 1.266,4 1.273,1 1.342,8 1.481,6 1.399,6 1.456,5
400,4
453,3 421,7 467,1 495,8 449,6 430,6 399,0 431,9 440,4 464,3 476,4 508,4 568,0
De gebruiksfrequentie wordt verkregen door daling van het bedrag der
debiteringen op de rekeningen van de direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone .Rijksrekenplichtigen door do gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode. 3 De banken die medewerken aan do opstelling van do statistiek vertegenwoordigen, gemeten naar de belangrijkheid van de dadelijk opvraagbare deposito's in Belgische franken van hun cliënteel (excl. banken), ongeveer 85 pet. von du gezamenlijke banken.
4
I
t
i
Gebruilcsfrequentio bruto
bankdeposito's 3
194,9 207,3 234,4 266,4 293,3 353,5 408,4 449,2. 365,2 415,8 430,9 370,9 416,1 445,2 470,8 420,5
1 Benaderende gegevens volgena het totaal der debetverrichtingen (incl. de rekeningen van do vreemdelingen en de debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan het buitenland).
t
1976
direct opeisbare (miljarden franken)
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1974 4e kwartaal 1975 1 0 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal kwartaal 1976 1 0 kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1976 Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari
t
1974
Gezamenlijke betalingen ui gedrukt in type-maand van 25 dagen door middel van laitildgetniddelden of maand
t
3,06 3,36 3,31 3,28 3,41 4,03 3,91 4,13 4,45 4,04 4,04 3,44 4,12 3,96 4,04 3,99 4,54 3,76 4,28 4,01 3,99 4,11 3,83 3,88 4,25 4,37 4,25 5,00 4,18 4,06
uitgedrukt in type-maand van 25 dagen direct opeisbare banlcdeposito's 3
tegoeden in postrekening
3,03 3,33 3,28 3,25 3,38 3,99 3,88 4,08 4,39 4,04 4,03 3,44 4,06 3,85 4,09 3,88 4,48 3,91 3,96 4,01 4,15 4,11 3,69 3,88 4,09 4,20 4,42 4,80 4,18 4,23
4,07 4,13 4,24 4,15 4,41 r 4,78 r 5,05 4,94 r 4,87 r 5,44 5,15 4,53 5,10 5,27 5,04 4,49 5,00 5,28 5,00 5,22 5,19 4,73 4,51 4,41 4,56 4,76 5,15 5,08 5,36 5,66
4
Uit de brutogegevens werden do dubbel getelde overschrijvingen verwijderd, die voortvloeien uit do inrichting van du Ilijksboelthoudiug en waarvan een telling mogelijk was.
N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXV° jaargang, deel 11, nr 4, oktober 1950, blz. 222.
Bibliografische referenties
: Jaarverslagen van de N.B.B. - Belgisch Staatsblad : Algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische economische statistieken 1950-1070. -- Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting :
XLe jaargang, deel I, ier 1, januari 1065, blz. 21; XLIIe jaargang, deel 1, nr 1, januari 1967, blz. 19; deel II, nr 3, september 1967, blz. 243. Jaarverslag van de Bankcommissie.
.1.0.1.
XIV. - FINANCIELE INSTELLINGEN
ANDERE DAN OVERWEGEND GELDSCHEPPENDE 4.
-
VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA YAN HET RENTENFONDS (Miljarden jranLen)
Bron : Jaarverslag van het Renlenfonds. Passiva
Activa Portefeuille Einde periode
Genoteerde waarden
Andere Schatkist. schatkistcertificaten certificaten tranche B nominale waarde
Cred.tsaldo hij de N.B.B.
Uitgeleend geld op zeer korte termijn
Certificaten van het Bentenfonda
Opgenomen geld op zeer korte termijn
Debetsaldo bij de N.B.B.
...
0,1
6,3
...
...
1967
5,9
3,6
1968
8,0
5,1
...
...
0,4
8,9
1,3
...
1969
7,8
4,7
...
...
...-
8,4
0,6
...
1970
6,9
4,2
...
...
1,1.
8,7
...
... ...
...
...
9,5
2,9
...
...
2,5
1.0,9
9,0
2,5
0,9
...
...
...
11,2
1,2
...
1.5,7
9,1.
...
...
12,7
8,0
...
15,8
9,1.
...
11,7
4,4
4,4
1.971
9,1
6,7
1972
15,2
8,3
1.973 September
15,4
December 1974 Maart juni
15,5
9,1
September
14,7
9,1
December
12,2
9,1
:1.975 januari Februari
... ...
7,3
3,5
17,0
...
...
14,7
1,2
3,7
...
0,7
1.8,1
...
...
7,4
1.6,3
...
...
9,2
15,9
1,2
1.6,3
...
...
8,5
14,4
...
...
7,8
...
.12,8 ...
10,4
...
... ...
...
10,0
9,1
April
9,6
...
Mei
9,0
6,0
...
...
6,5
17,7
...
...
juni
9,2
6,0
4,6
...
...
14,8
...
1,2
Juli
1.0,2
6,0
...
...
4,9
17,4
...
...
Augustus
1.0,8
5,4
...
...
6,5
:1.8,9
September
11,8
6,0
...
...
5,0
18,1
...
0,9
Oktober
1.3,2
...
...
1.0,6
20,0
...
...
November
14,5
...
7,0
17,7
...
...
2,8
20,1
0,3
2,9
Maart
December
17,9
... 6,0
...
...
XIII • 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5a. - Spaarkas Verrichtingen van de gezinnen (Miljarden franken) Bron
:
dfiLK.
Deposito's 1 : overschotten of tekorten van de stortingen t•o.v. de opvragingen (maandgemiddelden of maanden) - «»«..»«....• 1975 «..
∎ 1976 8 1977
ft
6
I;
1 I 72
70
74
76
1
1 4
4'
•••
4'
I
. . .. ..
1
I
■
1
1
%
1 1
‘ ‘
■
■
1
■
•4
I
I I I I I I
;
2
.1 .1 _
/
I
/ I
I I i 1 / I/
0
2
1
1
S
M
D
Deposito's 1
Spaarbons 2 Saldi 4
Periode
0 jetwohrott
Bedrag in omloo p
Totaal
Stortingen 3
Opvragingen
(1)
(2)
60,5 73,7 91,9 120,4 152,9 196,1 244,4 302,4 57,8 53,8 60,6 56,4 73,6 69,3 76,3 69,4 87,4
57,0 70,7 78,1 101,6 137,5 183,0 216,9 283,1 49,0 50,0 52,8 52,1 62,0 64,7 70,9 67,3 80,2
3,5 3,0 13,8 18,8 15,4 13,1 27,5 19,3 8,8 3,8 7,8 4,3 11,6 4,6 5,4 2,1 7,2
150,4 158,7 178,2 202,9 225,4 248,5 287,5 319,5 248,5 252,3 260,1 264,4 287,5 292,1 297,5 299,6 319,5
3,6 7,2 12,3 14,6 20,1 29,8 39,9 49,5 29,8 35,2 37,8 39,2 39,9 42,3 45,2 47,2 49,5
154,0 165,9 190,5 217,5 245,5 278,3 327,4 369,0 278,3 287,5 297,9 303,6 327,4 334,4 342,7 346,8 369,0
21,5 23,6 24,1 24,4 27,8 24,8 21,6 23,0 34,2 24,1 29,1
20,5 23,1 23,2 22,5 25,2 22,8 20,7 23,8 27,6 25,5 27,1
1,0 0,5 0,9 1,9 2,6 2,0 0,9 - 0,8 6,6 - 1,4 2,0 1,3 0,4
291,6 292,1 293,0 294,9 297,5 299,5 300,4 299,6 306,2 304,8 319,5
41,9 42,3 43,2 44,3 45,2 46,0 46,9 47,2 47,8 48,6 49,5 51,6 53,3
333,5 334,4 836,2 339,2 342,7 345,5 347,3 346,8 354,0 353,4 369,0 372,4 374,5
einde periode
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1974 40 kwartaal 1975 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1976 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal de kwartaal 1976 Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1.977 Januari Februari
v v
.
30,0 26,4
Gewone spaarboekjes, inclusief de inlagen op woonspaarrekeningen, deposito's op termijn, deposito's op korte termijn en met opzegging, dotatieboekjea en dadelijk opvraagbare tegoeden. 2 Inclusief de groei- en kapitalisatiebons 1
(5) = (1) - (2)
28,7 26,0 3 4
(4)
320,8 321,2
(5)
(6) = (4) -4- ( 6 )
Inclusief de vervallen intrestén van de deposito's op termijn. Inclusief de gekapita iseerde intresten van het boekjaar van de gewone spaarboekjes en de dadelijk opvraagbare tegoeden. Voor liet janr 197(1 bedragen de gekapitaliseerde intresten 12,7 miljard fr.
- 103 XIY - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (Miljarden franken) Bron : ASLK. 1967 91 dec.
1968 91 dec.
1969 31 dec.
1970 31 dec.
1971 31 dee.
1972 31 dec.
1978 81 dec.
1974 31 dec.
1975 81 dec.
ACTIVA Beschikbaar 1 Voorlopige beleggingen : Wissels op België Voorschotten aan de nijverheid Landbouwkrediet Exportkrediet Beleningen Persoonlijke leningen Bankaccepten Schatkist- en Rentenfondscertificaten Daggeldleningen Totaal ... Definitieve beleggingen : Directe staatsschuld Indirecte staatsschuld en effecten met staatswaarborg Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen en diversen Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de betaling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen, voorschotten aan het Nationale Werk voor Oorlogsinvaliden en diverse voorschotten Hypothecaire leningen Landbouwkrediet Voorschotten aan de N.M.H., aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten bestemd voor de bouw van volkswoningen Kredietopeningen (industrieel, landbouwen beroepskrediet en kredieten aan universiteiten)
0,5
2,3
0,7
0,8
1,2
1,8
3,0
2,1
2,5
29,9 17,8 0,2 1,5
33,0 18,0 0,5 1,5 ... 0,1 9,7 10,0
37,9 16,1 0,4 1,9 ... 0,4 4,0 10,4 1,9
39,7 15,2
41,3 13,9
42,8 11,9
48,4 11,3
50,8 10,5
53,6 12,1
...
...
...
...
2,7 ... 0,4 5,5 15,8 1,6
2,1 ... 0,3 9,5 22,3 1,9
2,9 ... 0,6 5,5 19,1 2,2
3,6
4,9
1,1 1,9 16,5 2,2
1,0 0,3 15,0 2,7
4,2 ... 1,2 3,G 36,7 2,8
66,1
72,8
73,0
80,9
91,3
85,0
85,0
85,2
114,2
19,5
19,7
20,9
20,4
24,5
31,2
37,5
47,2
55,2
22,8
24,5
27,0
27,3
33,3
39,3
40,0
55,8
61,2
2,4
2,7
3,3
3,2
5,8
7,3
8,9
9,2
11,3
1,1
1,0
1,1
1,5
1,6
5,4
6,0
6,2
9,6
1,0 7,6 5,6
1,1 8,6 6,0
1,2 10,2 6,4
1,2 11,6 6,5
1,1 13,9 6,3
1,0 20,3 6,4
1,1 29,2 6,8
1,2 37,6 7,2
1,2 44,1 7,6
27,5
29,0
30,6
31,7
32,3
34,4
36,4
38,3
42,0
--
1,5
6,6
10,9
15,7
20,4
24,9
31,7
37,6 269,8
-4,1 11,2 1,4
...
Totaal ...
87,5
94,1
107,3
114,3
134,5
165,7
190,8
234,4
Vervallen inkomsten uit beleggingen en prorata van intresten Vervallen effecten van de portefeuille Monetaire reserve bij de N.B.B. )iversen
3,3 4,1 -1,3
3,6 5,3 -2,1
4,1 5,8 -3,4
4,4 7,0 -4,6
5,2 7,0 -6,7
5,8 11,1 1,8 11,0
7,9 13,0 5,1 15,1
9,4 3,8 2,2 19,7
11,0 3,9
Totaal der activa ...
162,8
180,2
194,3
212,0
245,9
282,2
319,9
356,8
426,3
-
24,9
PASSIVA Opvraagbaar :
Inlagen op spaarboekjes en spaarbons 2 : Particulieren Openbare en andere instellingen Totaal ... Inlagen op rekeningen-courant 2 Ontwikkelingsfonds der Vrije Universiteiten
131,2 6,9 138,1
144,1 8,4 152,5
154,0 9,9 163,9
165,8 11,5 177,3
190,4 17,8 208,2
217,5 24,0 241,5
245,6 27,0 272,6
270,7 29,8 300,5
327,5 31,0
7,3 --
8,7 --
9,4 --
11,9 --
12,6 0,8
11,1 1,6
10,0 3,6
13,4 6,0
19,9 7,2
14,9 2,5 162,8
16,2 2,8
17,5 3,5 194,3
18,0 4,8
18,6 5,7
20,1 7,9
21,5 • 12,2
20,7 20,0
212,0
245,9
282,2
21,2 15,7 356,8
358,5
Niet-opvraagbaar :
Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven, reservefonds en provisies Diversen Totaal der passiva ... 1
180,2
Deze post omvat hoofdzakelijk de kasmiddelen en de ekeningtegoeden bij de N.B.B. en liet B.P.C.
2
Inclu,ief de gekapitaliseerde rente.
319,9
426,3
- 104 XIY • 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 50. - Voornaamste posten uit de balansen van de Lljfrentekassen (Miljarden franken) Bron : ASLK. 1967 81 dec.
I
1908 31 dec.
1969 31 dec.
1970 81 dec.
1971 81 dec.
1972 81 deo.
1978 31 dec.
1974 31 dee.
1975 81 dec.
ACTIVA Definitieve beleggingen : Directe Belgische staatsfondsen ............ Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen en diversen Hypothecaire leningen Voorschotten aan de openbare kas van lening, diversen Totaal
7,6
7,5
8,1
7,7
7,9
9,6
8,5
8,8
8,5
17,3
14,0
13,6
13,9
13,9
12,4
13,7
13,2
14,1
1,0
1,0
1,0
0,9
0,9
0,8
0,6
0,5
0,5
0,7 0,1
0,6 0,1
0,5 0,1
0,6 0,1
0,5
0,5
0,4
0,4
0,4
0,1
0,2
0,2
26,8
23,4
23,5
23,2
23,2
23,3
23,2
22,9
23, 5
23 , 3
23,2
23,1
23,2
23,4
0,9
1,0
1,0
1,1
1,1
24,2
24,2
24,1
24,3
24,5
PASSIVA Rentenfonds 1
14,0
Wiskundige reserves 2
14,4
14,1
14,0
13,9
9,8
10,3
9,8 3
Reservefonds Totaal 1
28,4.
23,9
liet Rentenfonds omvat de reserves betreffende de uit de • Algemene Wet voortvloeiende renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, de veiligheids• en de beheersreserves evenals de provisie, maar niet de reserves betreffende de renten gevestigd krachtens de wet von 16 maart 1865. Dele reserves komen voor in de balansen van de Levensverzekeringskas, onder de rubriek . Wiskundige reserves en provisies •.
23,8
3
4
lint
•
24,2
De zuiver wiskundige reserves werden verhoogd met een bepaa:d bedrag voor dekking van de kosten van uitkering der renten en van beheer en voor de vorming van een veiligheidsmarge. In 1908 werden de reserves van liet beheer e Pensioen van de Zelfstandigen • (4,8 miljard frank) afgestaan aan de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. en Wiskun• Vanaf 1971 wordt liet onderscheid tussen . Rentenfonds dige reserves • niet meer gegeven.
2
5. - ALGEMENE SPAAR. EN LIJFRENTEKAS
5d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas (Miljarden franken) Bron : ASLK. 1967 31 dec.
1908 81 dec.
1969 31 dec.
1970 81 dee.
1971 81 dec.
1972 81 dec.
1978 81 dec.
1974 31 dee.
1975 31 dee.
ACTIVA Definitieve beleggingen : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, provincies, steden en gemeenten
2,8
2,7
2,7
3,1
2,8
3,9
4,0
4,4
4,7
6,5
7,4
8,2
8,4
7,9
7,4
7,3
6,9
6,7
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,3
0,3
0,2
0,2
0,2
0,2
0,1
0,1
0,1
0,4
1,0
1,9
3,0
4,5
van
Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de Nationale Maatschappij voor Huisvesting Totaal
0,3
0,4
0,4
0,5
1,8
2,0
2,1
2,1
2,2
10,0
10,9
11,6
12,3
13,2
14,5
15,4
16,5
18,2
PASSIVA Wiskundige reserves en provisies 1
6,7
7,1
7,6
7,9
8,2
8,9
10,1
11,0
12,4
Reserve- en repartitiefonds
3,3
3,6
4,0
4,3
4,7
5,2
5,5
5,9
6,3
10,0
10,7
11,6
12,2
12,9
14,1
15,6
16,9
18,7
Totaal ...
1 Inclusief de reserves betreffende de krachtens de wet van 16 maart 1805 gevestigde renten.
- 105
--
XIV - 6. - NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID
Voornaamste balansposten per 31 december (Miljarden franken) Bron :
Jaarverslagen van de N.111 .K.N. 1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
ACTIVA Uitstaande kredieten : Investeringskredieten op lange en halflange termijn : 10 door de Staat gewaarborgd 20 door banken en financiële instellingen gewaarborgd 3° waarvan het risico door de Instelling gedragen wordt
24,2
26,7
28,4
30,3
30,8
33,5
36,9
40,8
50,1
18,0
23,4
29,2
33,4
33,5
37,8
44,1
44,9
51,2
41,5
44•,8
49,1
53,3
54,0
55,5
60,2
63,3
66,9
Herstelkredieten (oorloge- en waterschade)
1,0.
0,9
1,0
0,9
0,7
0,6
0,4
0,3
0,2
Warrantkredieten (steenkolenmijnen) door de Staat gewaarborgd
0,1
Handelskredieten
1,3
1,8
1,5
1,3
2,0
2,4
2,7
5,3
6,4
Exportkredieten betaalbaar op halflange en op lange termijn
2,1
2,7
3,8
3,1
4,5
5,7
8,3
7,4
11,7
Kredieten beheerd voor rekening van de Staat 1
5,0
5,7
5,9
6,2
6,3
6,8
8,0
10,3
13,0
Diverse beleggingen op korte termijn
9,2
13,9
18,7
19,6
19,7
16,8
18,0
22,1
16,2
Diversen
3,0
3,0
3,8
4,8
6,4
7,9
6,9
7,1
7,4
105,4
122,9
141,4
152,9
157,9
167,0
185,5
201,5
223,1
Totaal
PASSIVA Obligaties
66,6
75,6
87,1
98,5
100,5
105,4
115,1
119,7
133,6
Kasbons
12,1
15,3
19,2
18,7
20,3
21,5
22,3
27,4
28,3
9,3
11,7
13,0
12,9
13,3
17,0
22,3
22,7
26,7
1,3
1,2
1,2
1,2
1,1
1,1
1,0
0,9
0,9
3,3
3,6
4,0
4,4
4,6
5,2
6,5
8,9
11,4
13,8
15,5
16,9
17,2
18,1
16,8
18,3
21,9
22,2
105,4
122,9
141,4
152,9
157,9
167,0
185,5
201,5
223,1
Deposito's en diverse leningen (o.m. in vreemde valuta's) Belgische Staat : Marshall-hulpfonds Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen Diversen Totaal
Het betreft hulpverlening aan ondernemingen in moeilijkheden. kredieten hoofdzakelijk gefinancierd door het Maraliall-hulpfonds en liet Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen, en, in de tweede plaats. door
liet Fonds voor Hulpverlening aan de Steenkolennijverheid en het Fonds voor Hulpverlening aan de Belgische uit Afrika teruggekeerde ex-kolonisten.
-106XIV • 7. - ALGEMENE STAAT DER PRIVATE SPAARKASSEN (Miljarden franken)
Activa 1973 31 dec.
1074 31 dec.
1973 31 dec.
Kas, Nationale Bank, Postrekening
4,3
3,0
1,5
Daggeld
0,4
0,4
Tegoeden bij financiële instellingen
7,8
Schuldvorderingen en waarden op korte termijn (maximum één maand) handelspapier en facturen
Posten
kcceptdebiteuren Voorschotten, kredietopeningen en leningen zonder hypothecaire waarborg Effectenportefeuille en participaties a) Schatkist- en Rentenfondscertificaten op hoogstens één jaar b) Overheidsfondsen en gelijkgestelde effecten bedoeld in artikel 12, § 1, 40, van de gecoördineerde bepalingen : 1. Directe en indirecte schuld van de Belgische Staat 2. Andere overheidsfondsen en gelijkgestelde effecten c) Obligaties van Belgische vennootschappen d) Aandelen, deelbewijzen of participaties van Belgische vennootschappen e) Andere effecten hypothecaire leningen en hypothecaire kredietopeningen
1976 31 dCe.
1970 31 jan.
1077 31 jan.
1970
1077
20 febr.
28 febr.
1,7
1,0
1,3
0,9
1,4
1,0
1,3
0,2
0,8
1,6
0,6
7,7
11,9
10,7
12,1
13,7
:14,4
:11,6
1,6
1,7
1,8
2,1
2,3
2,6
1,9
2,6
1,4
3,6
2,1
3,4
2,5
3,4
2,5
3,9
-•
--
-
-
-
-
-
-
12,2
16,5
21,0
30,9
21,3
31,9
22,1
32,5
93,1
103,0
131,7
151,0
135,5
152,7
:135,0
155,2
(0,8)
(1,8)
(1,6)
(1,9)
(1,4)
(2,7)
(0,5)
(1,4)
(34,0)
(37,2)
(48,9)
(58,1)
(51,1)
(57,6)
(51,2)
(61,1)
(47,1) (7,4)
(51,3) (8,0)
(61,8) (13,2)
(70,2) (14,4)
(63,8) (13,1)
(71,4) (14,5)
(64,1.) (13,1)
(71,4) (14,8)
(1,6) (2,2)
(2,4) (2,3)
(3,1) (3,1)
(3,3) (3,1)
(3,1) (3,0)
(3,4)* (3,1)
(3,1) (3,0)
(3,4) (3,1)
110,8
127,3
143,4
166,7
144,9
167,7
146,3
168,8
.andeelhouders of leden-vennoten
1,6
1,9
2,4
3,1
2,4
3,2
2,5
3,1
Diverse debiteuren
0,7
0,9
1,4
2,0
1,6
2,3
1,8
2,2
1,0
0,6
1,1
1,0
1,1
0,6
1,0
0,6
235,0
267,0
319,3
373,5
324,8
380,2
330,0
382,5
inrichtingskosten en andere immateriële activa
...
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,].
0,1
3ebouwen en gronden
3,0
3,3
3,0
3,5
3,0
3,5
3,0
3,5
Dnroerende leasing
0,2
0,3
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
:1,0
Materieel en meubilair
0,2
0,2
0,2
0,3
0,2
0,3
0,2
0,3
Roerende leasing
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
Wettelijke verplichte borgstellingen
...
...
...
-
-
-
-
-
3,5
4,1
4,5
5,1
4,5
5,1
4,5
5,1
5,2
6,3
8,3
9,7
8,0
1.0,0
7,6
1.0,4
243,7
277,4
332,1
388,3
337,3
396,2
342,1
398,0
224,5
256,9
306,9
359,8
312,6
365,8
317,6
368,4
221,3
253,4
302,6
354,5
307,6
360,1
312,8
362,6
Diversen Totaal van het beschikbaar en realiseerbaar
Totaal van het vastliggend Dvergangsrekeningen 1 Totaal der activa waarvan : beleggingen bij voorrecht bestemd om de terugbetaling te waarborgen van de spaarfondsen bedoeld in artikel 1 van de gecoërdineerde bepalingen nuttige pandwaarde van deze beleggingen na aftrek van de passiva die betrekking hebben op deze beleggingen 1 Inclusief de resultatenrekeningen.
- 107 XIV - 7. - ALGEMENE STAAT DER PRIVATE SPAARKASSEN (Miljarden franken)
Passiva 1073 31 dec.
Posten
Spaarfondsen : Bedoeld in artikel 1 van de geco3rdineerde bepalingen, terugbetaalbaar binnen termijnen van 1 : a) ten hoogste twee jaar 3) meer dan twée jaar maar minder dan vijf jaar c) vijf jaar of meer .r Bedoeld in artikel 23, § 5, van het koninklijk besluit n* 11 van 18 april 1967
1974 31 dec.
1977
1975 31 dec.
1076 31 dee.
31 jan.
1977 31 jan.
1976 20 febr.
28 febr.
219,8 20,5 61,1
255,7 24,6 71,9
223,6 21,1 61,8
257,2 25,3 74,1
227,2 21,6 62,2
257,1 25,7 75,6
1076
0,3
0,3
0,1
-
0,1
-
0,1
-
220,5
251,8
301,5
352,2
306,6
356,6
811,1
358,4
Technische reserves
1,1
1,1
1,2
0,8
1,2
0,8
1,2
0,8
Reconstitutiefondsen
2,3
2,5
2,8
3,1
2,8
3,1
2,9
3,1
Schuldeisers gedekt door zakelijke zekerheden
0,3
0,4
0,5
0,6
0,2
0,3
0,1
0,2
Leningen : a) daggeld b) bij de Nationale Bank c) bij andere financiële instellingen
•• • • .. 0,1
... •• • 0,1
0,2
0,2
0,2
0,1
0,7
0,8
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal van de spaarfondsen
Geaccepteerde wissels Herdisconteerders Mobilisering van hypothecaire leningen vermeld onder de rubriek « Hypothecaire leningen en hypothecaire kredietopeningen » van het actief
.
-
0,8
-
-
-
-
-
-
0,5
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4 0,7
Andere verbintenissen op hoogstens één maand
0,6
0,5
0,9
1,1
0,7
1,3
0,3
Diverse crediteuren
1,0
1,1
1,2
1,0
1,3
1,8
1,4
1,2
Voorzieningen voor lasten
0,6
0,5
1,2
2,5
1,3
2,5
1,3
2,5
Diversen
1,0
1,0
1,1
0,6
1,1
0,6
1,1
0,6
228,0
259,5
311,0
363,0
316,1
368,2
320,0
368,8
Eigen middelen : a) kapitaal b) wettelijke reserve c) andere reserves
5,2 0,5 5,5
5,6 0,5 6,2
6,5 0,5 6,6
7,6 0,6 7,1
6,5 0,5 6,6
7,7 0,6 7,1
6,7 0,5 6,6
7,7 0,6 7,1
Actiefrechtzettingen
0,4
0,4
0,8
1,2
0,8
1,2
0,8
1,1
4,1
5,2
6,7
8,8
6,8
11,4
7,5
12,7
243,7
277,4
332,1
388,3
337,3
396,2
342,1
398,0
136,7 30,3 53,2
155,6 31,8 64,1
Totaal van het opvraagbaar
Overgangsrekeningen
2 Totaal der passiva
1
Vóór 31 december 1975 : Deposito's op minder dan 2 jaar Deposito's op 2 jaar en meer
2
Inclusief de resultatenrekeningen.
Obligaties en kasbons
XIV - 8. Bron : Gemeentekrediet
GEMEENTEHREDIET YAN BELGIE (Miljarden franken)
van Belgii.
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de instellingen van de provinciale en gemeentelijke sectoren Rekeningen
•
Toelagen en leningsgelden •
Stortingen
Periode
Saldo beschikbaar bij de aanvang van de periode
(1)
Leningen ter beschikking gesteld van de kredietnemers Leningen waarvan de lasten door de kredietnemers gedragen worden (2)
Leningen waarvan de lasten door de Staat aan de kredietnemers worden terugbetaald (31
Opvragingen
Kapitaaltoelagen gestort door de Staat en de provincies en andere ontvangsten (4)
Totaal
(2 ) -4- (3 ) -I- (4) = (5)
Voor de terugbetaling van leningen
(6)
Voor betaling van buitengewone uitgaven
(7)
Totaal
Saldo beschikbaar aan het dele"npdeer =
Schuld op korte, halflange en lange termijn tegenover het Gemeentekrediet van België
Verrichtingen in rekening-courant van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de instellingen van de provinciale en gemeentelijke sectoren (gewone uitgaven) Kredietverplichtingen van het Gemeente. krediet van Be lgië
(aan het einde van de periode)
(6) -I- (7 ) = (8)
( 1 ) -I- (5) - (8) =-, (9)
(10)
Gemiddelde van de gezamenlijke saldi
Credit
Debet
(11)
(12)
(13)
Totaal van hde over het e debet van die rekeningen uitgevoerde betalingen
(14)
7,6 8,7 10,0 10,3 11,1 13,1 15,5 18,4
15,9 19,8 18,9 22,1 25,9 31,5 35,8 42,1
3,0 3,0 3,3 3,5 3,7 4,7 5,3 6,0
5,0 4,0 5,7 6,2 6,7 9,3 10,5 12,1
23,9 26,8 27,9 31,8 36,3 45,5 51,6 60,2
0,8 0,5 0,8 0,7 0,8 0,9 1,1 1,5
21,9 25,1 26,8 30,3 33,5 42,2 47,6 56,5
22,7 25,6 27,6 31,0 34,3 43,1 48,7 58,0
8,8 9,9 10,3 11,1 13,1 15,5 18,4 20,6
111,7 127,2 140,2 157,3 178,6 204,4 234,5 272,0
10,0 10,3 15,3 15,2 20,5 18,0 24,0 25,1
4,0 4,7 5,1 5,9 5,9 7,6 7,4 8,5
5,5 6,5 7,3 8,7 12,0 17,5 25,8 31,1
80,8 99,7 108,5 106,8 125,2 152,1 198,6 228,3
kwartaal kwartaal kwartaal 4e kwartaal
15,5 15,5 17,6 18,7
6,6 10,0 9,6 9,6
1,2 1,2 1,4 1,5
2,9 2,4 2,3 2,9
10,7 13,6 13,3 14,0
0,3 0,2 0,3 0,3
10,4 11,3 11,9 14,0
10,7 11,5 12,2 14,3
15,5 17,6 18,7 19,4
209,1 217,1 227,2 234,5
19,0 22,6 23,2 24,0
7,8 8,0 5,9 8,0
23,9 22,6 29,1 27,4
58,9 43,8 47,3 48,6
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
18,4 18,6 20,6 22,4
8,8 11,4 11,9 10,0
1,4 1,6 1,8 1,2
3,3 3,2 2,4 3,2
13,5 16,2 16,1 14,4
0,2 0,2 0,5 0,6
13,0 13,9 13,7 15,9
13,2 14,1 14,2 16,5
18,7 20,7 22,5 20,3
241,5 253,7 264,3 272,0
27,4 27,4 27,3 25,1
8,8 9,3 7,1 8,8
29,9 31,2 33,0 30,2
63,4 49,8 61,4 53,7
1977 le kwartaal
20,2
8,8
2,3
3,5
14,6
0,3
14,2
14,5
20,3
276,0
25,7
10,7
31,8
72,8
1976 Maart
18,3 18,6 19,6 20,5 20,6 20,9 21,1 22,4 21,7 21,9
3,6 3,7 3,8 3,9 4,2 3,4 4,3 2,8 2,S 4,4
0,4 0,6 0,3 0,7 0,8 0,6 0,4 0,3 0,5 0,4
1,2 1,0 1,1 1,1 0,6 0,8 1,0 1,2 0,8 1,2
5,2 5,3 5,2 5,7 5,6 4,8 5,7 4,3 4,1 6,0
0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 0,1 0,3
4,8 4,2 4,2 5,5 5,1 4,4 4,2 4,8 4,5 6,6
4,9 4,2 4,3 5,6 5,3 4,6 4,3 5,0 4,6 6,9
18,6 19,7 20,5 20,6 20,9 21,1 22,5 21,7 21,2 20,2
241,5 245,0 245,6 253,7 255,9 259,7 264,3 264,4 265,8 272,0
27,4 27,2 27,9 27,4 28,3 28,6 27,3 26,7 25,4 25,1
8,4 10,7 8,7 8,4 6,8 7,4 7,1 7,1 8,2 11,1
31,8 29,6 31,8 32,1 35,1 32,0 32,0 32,5 29,8 28,4
18,0 18,9 15,7 15,2 31,4 15,3 14,7 20,6 15,7 17,4
20,2 21,6 21,3
3,8 ,5 2,5
0,8 0,7 0,8
1,3 0,8 1,4
5,9 4,0 4,7
0,1 0,1 0,1
4,4 4,2 5,6
4,5 4,3 5,7
21,6 21,3 20,3
272,8 9 76,2 276,0
26,3 26,8 25,7
10,9 10,5 10,7
33,6 32,2 29,6
25,0 26,8 21,0
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1975 le 28 3e
1976
18 28 38 48
April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart
-2
...
ok
- 109 XIY
- 9. -
LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN Voornaamste balansposten (Miljarden franken) Belgische maatschappijen
Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van do Verseheringen. 1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
9,3 22,6 2,7
12,,1 25,0 3,0
13,4 26,4 3,1
15,9 30,2 3,3
16,3 34,4 3,9
18,1 38,8 4,2
ACTIVA Onroerende goederen Hypothecaire leningen ...... Voorschotten op polissen Effecten
.........
6,2 18,2 2,1
7,2. 19,2 2,2
8,3 21,1 2,5
7,7
8,4
8,2
6,9
8,1
8,2
21,6
23,3
24,5
26,7
28,8
31,4
2,6 1,9 2,2 11,9 3,5
2,5 2,3 3,0 12,0 4,0
2,5 1,9 3,3 13,1 4,2
3,5 14,0 5,0
3,5 14,5 4,9
3,7 15,6 6,2
4,0 17,9 6,5
4,1 18,9 6,9
4,7 21,6 7,4
36,7
40,3
41,4
44,1
46,2
50,0
55,0
58,7
65,1
0,6 80,1
0,8 87,1
0,7 94,8
0,9 104,0
0,9 114,6
1971
1972
1973
1974
:
Belgische overheidsfondsen Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige parastatale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Buitenlandse effecten Obligaties van Belg. vennootschappen . Aandelen van Belg. vennootschappen Totaal voor de effecten
PASSIVA Verstrekte borgtochten Wiskundige reserves 1
1 1
0,6 74,2
0,6 69,2
0,5 64,1
1 1
1,0 128,5
Buitenlandse maatschappijen 1967
1968
1069
1970
1075
ACTIVA Onroerende goederen Hypothecaire leningen Voorschotten op polissen
2,6 5,2 0,6
2,7 5,6 0,6
2,9 6,2 0,7
3,1 6,6 0,7
3,3 6,9 0,7
3,5 7,3 0,7
3,5 7,9 0,7
3,9 8,6 0,7
4,2 9,4 0,7
4,7
5,0
5,0
1,4
1,5
1,5
8,4
8,9
9,2
9,3
9,9
10,4
1,0 0,4 0,6 0,9 0,7
1,0 0,5 0,7 0,9 0,8
1,1 0,4 0,8 1,2 0,9
0,8 1,6 1,0
1,0 2,0 1,1
1,0 2,5 1,2
0,9 2,7 1,4
0,8 2,7 1,3
1,0 2,8 1,6
9,7
10,4
10,9
11,8
13,0
13,9
14,3
14,7
15,8
0,2 21,7
0,2 23,2
0,2 24,9
0,3 26,3
0,3 28,0
Effecten : Belgische overheidsfondsen Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige parastatale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Buitenlandse effecten Obligaties van Belg. vennootschappen . Aandelen van Belg. vennootschappen Totaal voor de effecten
PASSIVA Verstrekte borgtochten Wiskundige reserves 1
0,2 17,7
I
0,2 19,1
0,2 20,4
1
1 1
0,3 30,2
t Deze
reserves omvatten eveneens de schedereserves, de technische participatie. reserves en de waarborgreserves.
Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad :
a) Verslag van het Rentenfonds over do verrichtingen van het jaar; b) Ministerie van Verkeerswezen : Postchecks. - Verslagen over de verrichtingen en de toestand van de ASLK
van België. - Statistisch Jaarboek voor Vetgis. - Statistisch Tijdschrift
van het - Jaarverslagen van de hl.M.K.N., het C.B.K.S. en het Gemeentekrediet van België.
- 110 -
XV. - FINANCIELE ACTIVA XV - 1. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT VAN DE OVERHEID EN VAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN ( Veranderingen in miljarden franken)
In het bezit van de overheid
2
Andere activa voor ten hoogste een jaar 4 Periode
(limit! gelds
Bij de nationale financiële instellingen
(1)
(2)
1' cd aa l
Totaal
Activa voor meer dan een jaar 4
In het bezit van de bedrijven en particulieren a
(3)
(4) = (2 ) + (3)
(3)
((1) = ( 1 ) -1(4) -I- ( 3 )
(7)
(8) = ((t) -)- (7)
Bij de nationale niet-financiële sectoren
J
Eindtotaal
:1.970
-
0,9
+
3,3
...
+
3,3
+
0,5
-I-
2,9
-1- 162,0
+ 164,9
1.971
+
2,7
+
3,0
...
+
3,0
+
2,0
- -
f
7,7
-I- 200,1
+ 213,8
.1972
-1-
1,3
+
3,8
...
4-
3,8
+
1,6
+
6,7
+ 281,8
+ 288,5
.1.973
+
5,8
+
7,1
...
+
7,1
+
2,6
+ 15,5
4- 281,3
+ 296,8
.1974
4-
5,6
+
1,5
-
0,2
+
1,3
+
2,3
+
9,2
v+ 301,5
v-I- 310,7
19 75
+
4,9
-
1,5
+
0,3
-
1,2
-
0,7
4-
3,0
v+ 377,5
v+ 380,5
.1.976
v+
9,5
+
3,5
-
0,3
+
3,2
+
1,9
v-1- :1.4,6
v+ 444,7
v+ 459,3
1974 40 kwartaal
-
0,9
-
0,4
-
0,1
-
0,5
+
0,2
-
1,2
v-j- 77,3
v-j-
1975 1 0 kwartaal 2 0 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
+ + +
0,9 3,8 4,8 5,0
+ 11,0 - 8,6 - 8,8 + 4,9
... 0,2 ... + 0,1
+ 11,0 - 8,4 - 8,8 + • 5,0
+ -
0,7 0,1 0,3 0,2
+ :11,2 - 4,7 - 13,3 + 9,8
v-- 99,3 v+ 118,2 v-- 62,8 v+ 97,2
v+ 110,5 v+ 113,5 v+ 49,5 v+ 107,0
+ v+
0,4 7,2 2,1 4,8
+ +
+ -
+ +
+ + +
0,4 0,2 1,6 0,1
' 6,3 + 0,7 - 4,5 v4- 12,1
v-- 151,9 v+ 130,8 v-I- 80,0 v+ 82,0
v+ 158,2 v+ 131,5 v-l- 75,5 v+ 94,1
1976
kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal le
de kwartaal
6,5 6,4 3,9 7,3
+
1:Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 2 Do gewone rekening van de Schatkist bij de N.B.B. wordt niet beschouwd als een financieel actief in het bezit van do overheid.
0,2 0,1 0,1 0,1
6,3 6,3 4,0 7,2
76,1
Veranderingen van de uitstaande bedrage die voorkomen in kolom (8) van tabel XI1I-4b. Oorspronkelile looptijd. Andere dan de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 0 Zie tabel XV-2. 3
4 5
XY 2. FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT YAN DE BEDRIJVEN r EN PARTICULIEREN -
-
( Veranderingen in miljarden franken) Activa in Belgische franken Periode
Andere Monetaire activa voor kasmiddelen 2dd ten hoogste een jaar
Activa vrfern meer eener
Activa in buitenlandse valuta's ni
Tot "'
Voor ten hoogste een jaar 3 (Deposito's)
Andere
Eind-
activa
totaal
Voor meer dan een jaar 3 (Effecten)
Totaal o aa1
6
7
8
(5)
(6)
(9) -=•-• (4)
(5) -I- (6)
(8)
-1- (7) -I- (8)
3,3
+ 14,4
+ 17,7
+ 13,0
+162,0
3 4
jaar a 5
(I)
(2)
(3)
(4) (1) tot-(3)
1970
+ 29,7
+ 45,6
+ 56,0
+131,3
1971
+ 35,8
+ 78,1
+ 69,0
+182,9
-
2,8
+ 21,6
+ 18,8
+
4,4
+206,1
1972
+ 64,7
+103,6
+ 64,3
+232,6
-
2,2
+ 33,3
+ 31,1
+ 18,1
+281,8
1973
+ 31,9
+139,6
+ 82,2
+253,7
+
4,9
+ 23,0
+ 27,9
-
0,3
+281,3
1974
+ 34,4
+141,5 v+ 93,0 v+268,9
+'13,1
+ 15,0
+ 28,1
+
4,5 v+301,5
:1975
+ 91,2
+125,9 9+112,0 9+329,1
+
9,3
+ 31,8
+ 41,1 v+
7,3 v+377,5
:1976
v+ 38,4
+202,8 9+150,1 v+391,3
+
4,6
+ 12,8
+ 17,4 v+ 36,0 v+444,7
+ 50,6 v+ 28,2 ) + 36,3 9+ 47,3 + 5,6 v-1- 27,7 + 28,9 9+ 14,2 + 55,1 v+ 22,8
v+ 92,5
-
0,1
+
6,9
+
v+ 97,8 v+ 91,8 v+ 36,9 9+102,6
+ + +
2,7 0,3 6,5 5,2
+ + + +
8,8 9,5 4,2 9,3
+ 6,1 v- 4,6 + 9,8 v+ 16,6 + 10,7 v-1- 15,2 + 14,5 v- 19,9
+ + + +
v+ 90,4 v+127,7 v+ 50,7 9+122,5
+ + -
4,3 2,9 4,5 1,3
+ 10,3 - 3,5 + 2,4 + 3,6
1974 4° kwartaal
+ 13,7
.1975 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
+ 14,2 + 58,5 - 6,2 + 24,7
1976 10 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal de kwartaal
__
3,7
+ 53,3 -.27,0 v+ 15,8
55,6 25,8 49,3 72,1
v+ v+ v+ 9-1-
38,5 48,6 28,4 34,6
Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zi n, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 2 Veranderingen van de uitstaande bedragen die voorkomen in de kolom (5) • van tabel XIII-4b. n Oorspronkelijke looptijd. 4 Zie tabel XV-8a, kolom (8). 5 Zie tabel XV-4, kolom (4).
6
7
8
+
(7)
=
6,8
- 22,0 v+ 77,3 v+ 99,3 v+118,2 v+ 62,8 v+ 97,2
+ 14,6 v+ 46,9 9+151,9 - 6,4 v+ 9,5 9+130,8 + 6,9 v-1- 22,4 v+ 80,0 + 2,3 v- 42,8 v+ 82,0
Zie tabel XV-3a, kolom (11). Zie tabel XV-4, kolom (7). Acvtiva waarvoor de indeling in Belgische franken en in buitenlandse valuta's niet bekend is of geen zin heeft. Vooral netto-commerciële vorderingen van bedrijven op liet buitenland en directe investeringen in het buitenland, evenals het bedrag dat bekomen wordt door van de vorderingen van de financiële instellingen hun schulden af te trekken die als financiële activa opgetekend zijn in de kolommen (1) tot (7).
• XV - 3a. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT VAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN NIET-MONETAIRE ACTIVA VOOR TEN HOOGSTE EEN JAAR 2 ( Veranderingen in miljarden franken)
In buitenlandse valuta's
In Belgische franken Bij de nationale financiële instellingen
Periode
Deposito's op gewone boekjes
Deposito's op termijn en met opzegging
Kas- en spaarbons
Diversen
(1)
(2)
(3)
(4)
+ 25,4
+ 11,3
+
1970
7,5
+
34
Totaal
(5) = (1) tot (4)
waarvan : Bij de overwegend geldscheppende instellingen 5
Bij de nationale nietfinanciële sectoren en in het buitenland
(6)
(7)
Totaal
Bij de nationale financiële instellingen
Eindtotaal In het buitenland
Totaal
36
(8) = (5) + (7)
(0)
(10)
(11) = (0) -I- (10)
(12) = (8) -I- (11)
0,7
+ 44,9
+ 19,7
+
0,7
+ 45,6
-
3,3
+
6,6
+
3,3
+ 48,9
+ 27,0
-
0,1
+ 78,1
-
1,7
-
1,1
-
2,8
+ 75,3
1971
+ 54,2
+ 13,0
+ 10,5
+
0,5
+ 78,2
1972
+ 88,0
+
3,9
+
4,9
+
1,4
+ 98,2
+ 37,7
+
5,4
+103,6
.-
0,5
-
1,7
-
2,2
+101,4
1973
+ 70,2
+ 48,8
+
7,6
+
0,5
+127,1
+ 65,2
+ 12,5
+139,6
+
2,7
+
2,2
+
4,9
+144,5
7,5
+ 13,1
+154,6
1974
+ 51,2
+ 42,3
+
7,0
+
0,4
+100,9
+ 45,7
+ 40,6
+141,5
+
5,6
+
1975
+136,7
-
2,2
+
9,7
+
1,8
+146,0
+ 42,2
- 20,1
+125,9
+
5,6
+
3,7
+
9,3
+135,2
1976
+106,0
v +67,9
v+
3,7
-
4,2
0+173,4
+ 87,9
+ 29,4
+202,8
+
8,3
-
3,7
+
4,6
+207,4
kwartaal
+ 40,9
+
3,7
-
0,1
+
0,6
+ 45,1
+ 11,5
+
5,5
+ 50,6
-
0,6
+
0,5
-
0,1
+ 50,5
kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
+ 17,8 + 28,9 + 27,2 + 62,8
+ 13,3 - 18,7 + 6,8 - 3,6
+ + + +
3,2 2,6 1,9 2,0
+ +
1,1 2,1 0,5 1,3
+ + + +
33,2 14,9 35,4 62,5
+ 13,8 - 3,4 + 20,9 + 10,9
+ -
3,1 9,3 6,5 7,4
+ 36,3 + 5,6 + 28,9 + 55,1
+ + + +
0,5 1,9 2,0 1,2
+ +
3,2 1,6 4,5 4,0
+ + +
2,7 0,3 6,5 5,2
+ 33,6 + 5,9 + 35,4 + 60,3
+ 17,0 + 3,4 + 32,6 v+ 14,9
+ v+
4,3 1,4 0,7 1,5
+ -
1,2 1,9 0,1 4,8
+ 53,0 + 17,1 + 43,8 v+ 59,5
+ 24,0 + 10,6 + 34,6 --E' 18,7
+ 2,6 + 8,7 + 5,5 + 12,6
+ + + +
+ + +
8,6 2,9 1,3 1,3
-
4,3 ... + 3;2 - 2,6
+ + -
4,3 2,9 4,5 1,3
+ + + +
1974
4e
1975
le
1976
le 2e 3e 46
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
+ + + +
32,9 13,2 12,0 47,9
1 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. Oorspronkelijke looptijd. Andere dan de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen.
2 3
4 5 6
55,6 25,8 49,3 72,1
Voor de uitstaande bedragen, zie tabel XV-3b, kolommen (1) tot (6). Cijfers van kolom (2) van tabel XIII-3, na aftrek van de tegoeden van de spaarkassen, de kapitalisatiemaatschappijen en de kredietinstellingen van de overheidssector. Voor de uitstaande bedragen, zie tabel XV-3b, kolom (7).
59,9
22,9 53,8 70,8
hypotheek- en
- 113 XY 3b. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT YAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN NIET-MONETAIRE ACTIVA VOOR TEN HOOGSTE EEN JAAR 2 BIJ DE NATIONALE FINANCIELE INSTELLINGEN (Miljarden franken)
In Belgische franken waarvan : Bij de overwegend geldscheppende instellingen 4 (G)
In buitenlandse
Eindtotaal
(7)
(8) = (5) +(7)
156,8
14,7
417,4
176,5
11,4
459,0
203,5
9,7
535,5
241,2
9,2
633,2
751,1
306,4
11,9
763,0
5,4
806,9
340,6
18,1
825,0
60,1
6,0
852,0
352,1
17,5
869,5
257,3
63,3
4,9
885,2
365,9
18,0
903,2
588,6
238,6
65,9
7,0
900,1
362,5
19,9
920,0
September
615,8
245,4
67,8
6,5
935,5
383,4
21,9
957,4
December
678,6
241,8
69,8
7,8
998,0
394,3
23,1
1.021,1
711,5
258,8
74,1
6,6
1.051,0
418,3
31,7
1.082,7
Juni
724,7
262,2
72,7
8,5
1.068,1
428,9
28,8
1.096,9
September
736,7
294,8
72,0
8,4
1.111,9
463,5
30,1
1.142,0
December
784,6
v 309,7
v 73,5
3,6
v1.171,4
482,2
31,4
v1.202,8
Deposito's op gewone boekjes
Deposito's op termijn en met opzegging
Kas- en spaarbons
Diversen
Totaal
(1)
(2)
(3)
(4)
(1) tot-(4)
1969
270,8
110,6
18,8
2,5
402,7
1970
278,3
136,0
30,1
3,2
447,6
1971
332,5
149,0
40,6
3,7
525,8
1972
420,5
152,9
45,5
5,1
624,0
1973
490,7
201,7
53,1
5,6
1974 September
501,0
240,3
60,2
December
541,9
244,0
559,7
Juni
Einde periode
1975 Maart
1976 Maart
1 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. 2 Oorspronkelijke looptijd.
3 4
(5 )
-
valuta's
Andere dan de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen. Cijfers van kolom (2) van tabel XIII-1, na aftrek van de tegoeden van de spaarkassen, de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen en de kredietinstellingen van de overheidssector.
-- 114 -
XY - 4. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT VAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN ACTIVA VOOR MEER DAN EEN JAAR 2 ( Veranderingen in miljarden franken) In buitenlandse valuta's 3
In Belgische franken
Eindtotaal Periode
Kasbons en obligaties
Deposito's
Aandelen
Totaal
Obligaties
(1)
(2)
(6)
(4) = (1) + (2) + (8)
(5 )
Aandelen (6)
Totaal (7) = (5) + (6)
(8 ) (4 ) + (7)
1970
+ 47,5
+ 7,5
+ 1,0
+ 56,0
+14,4
+ 70,4
1971
+ 53,8
+11,2
+ 4,0
+ 69,0
+21,6
+ 90,6
1972.
+ 55,2
+ 8,0
+ 1,1
+ 64,3
+33,3
+ 97,6
1973
+ 77,0
+ 3,5
+ 1,7
+ 82,2
+ 4,7
+18,3
+23,0
+105,2
+ 2,0
+15,0
5+108,0
1974
v+ 88,1
- 1,1
+ 6,0
v+ 93,0
+13,0
1975
v+ 96,9
+10,5
+ 4,6
1)+112,0
+22,4
+ 9,4
+31,8
1)+143,8
1976
v+144,9
+ 3,0
v+ 2,2
5+150,1
+12,1
+ 0,7
+12,8
5+162,9
1974 4 0 kwartaal
v+ 27,3
+ 0,3
+ 0,6
v+ 28,2
+ 6,2
+ 0,7
+ 6,9
v+ 35,1
1975 1 0 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
v+ 44,8 v+ 24,8 v+ 8,0 v+ 19,3
+ + + +
+ + + +
0,4 0,4 3,6 0,2
v+ 47,3 v+ 27,7 v+ 14,2 v+ 22,8
+ + + +
+ + + +
1,3 2,3 2,2 3,6
+ 8,8 + 9,5 + 4,2 + 9,3
v+ v+ v+ v+
kwartaal kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
v+ 36,4 v+ 47,4 v+ 27,6 V+ 33,5
+ 2,0 + 0,2 + 0,3 + 0,5
v+ 0,1 v+ 1,0 v+ 0,5 v+ 0,6
v+ 38,5 v+ 48,6 v+ 28,4 v+ 34,6
+ 8,8 - 2,2 + 3,1 + 2,4
+ 1,5 - 1,3 - 0,7 + 1,2
+10,3 - 3,5 + 2,4 + 3,6
v+ 48,8 v+ 45,1 v+ 30,8 v+ 38,2
1976
le 2e
2,1 2,5 2,6 3,3
1 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen', en pensioenfondsen. 2 Oorspronkelijke looptijd.
3
4
7,5 7,2 2,0 5,7
56,1 37,2 18,4 32,1
Netto-aankopen van effecten door ingezetenen van do B.L.E.U.; het aandeel van de Luxemburgse spaargelden in deze netto-aankopen is weinig belangrijk. Met inbegrip van de netto-aankopen van deelbowijzen in beleggingsfondsen.
XV - 5a. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT YAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN ACTIVA IN BELGISCHE FRANKEN EN BUITENLANDSE VALUTA'S BIJ DE NATIONALE FINANCIELE INSTELLINGEN 2 (Veranderingen in miljarden
Overwegend geldscheppende instellingen
Periode
franken)
Andere financiële instellingen
Totaal Hypotheek- en kapitalisat iemaatschappijen
Nationale ank van België
Overheidsinstellingen
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
Activa 'voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
Activa voor meer dan een jaar
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(g)
(9)
Financiële instellingen B van de overheidssector
Banken
Private spaarkassen .
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
(10) = (1) + (2) + (8) -I(5) -i- (7)
(11) = (4) -I- (6) + (8) -I- (9)
(12) (10) -I- (11)
Eindtotaal
1970
+
4,7
+
6,0
+ 31:5
+
8,1
+ 19,1
+ 22,2
+ 10,1
+
5,8
+
0,6
+ 71,4
+ 36,7
+108,1
1971
+ 13,8
+
1,9
+ 44,1
+ 12,4
+ 34,1
+ 22,6
+ 18,3
+
6,2
+
1,2
+112,2
+ 42,4
+154,6
1972
+ 19,5
+ 11,9
+ 66,2
+ 10,2
+ 38,8
+ 14,9
+ 26,1
+
4,5
+
2,7
+162,5
+ 32,3
+194,8
1973
+ 14,3
+
1,5
+ 80,7
+
6,1
+ 40,3
+ 30,9
+ 24,9
+
8,0
+
1,1
+161,7
+ 46,1
+207,8
1974
+ 16,8
+
2,8
+ 60,0
+
3,2
+ 40,5
+ 38,2
+ 20,8
+
9,5
+
2,6
+140,9
+ 53,5
+194,4
1975
+ 33,1
+
7,5
+ 87,8
+ 14,6
+ 77,2
+ 35,3
+ 37,1
+ 12,2
+
1,9
+242,7
+ 64,0
+306,7
1976
v4- 16,9
+
8,0
v+107,4
+ 13,9
v+ 53,2
v-I- 54,4
+ 35,8
+ 13,7
v+
2,6
5+221,3
v+ 84,6
5+305,9
1974
4e
kwartaal
+ 12,2
+
1,0
+ 10,2
+
1,5
+ 24,1
+ 18,3
+ 10,8
+
2,1
+
0,5
+ 58,3
+ 22,4
+ 80,7
1975
le
kwartaal
-
0,4
+
2,4
+ 24,2
+
2,8
-I- 17,7
+ 21,8
+
3,9
+
5,2
+
0,6
+ 47,8
+ 30,4
+ 78,2
2e
kwartaal
+ 24,7
+
6,6
+ 22,2
+
4,0
+ 12,2
+
0,6
+
9,7
+
3,1
+
0,3
+ 75,4
+
8,0
+ 83,4
3e
kwartaal
-
5,2
-
2,6
+ 20,7
+
4,7
+ 11,5
+
5,3
+
6,6
. +
1,7
+
0,5
+ 31,0
+ 12,2
+ 43,2
4e
kwartaal
+ 14,0
+
1,1
+ 20,7
+
3,1
+ 35,8
+
7,6
+ 16,9
+
2,2
+
0,5
+ 88,5
+ 13,4
+101,9
le
kwartaal
-
5,8
+
3,2
+ 32,7
+
5,9
+ 19,3
v+ 12,8
+
8,6
+
2,0
v-4-
0,5
+ 58,0
v+ 21,2
v4- 79,2
2e
kwartaal
+ 23,7
+
4,7
+ 29,2
+
3,3
+
1,5
v+ 17,3
+
8,3
+
4,5
v+
0,8
+ 67,4
v+ 25,9
v+ 93,3
3e
kwartaal
-
8,4
-
3,0
+ 18,6
+
2,7
+
7,3
v+ 11,7
+
3,6
+
3,1
v+
0,7
+ 18,1
v+ 18,2
v+ 36,3
4e
kwartaal
v+
7,4
+
3,1
v+ 26,9
+
2,0
v+ 25,1
v+ 12,6
+ 15,3
+
4,1
v+
0,6
v+ 77,8
v+ 19,3
v+ 97,1
1976
•
1 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen.
2
Andere dan de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen.
XV - 5b. - FINANCIELE ACTIVA IN HET BEZIT VAN DE BEDRIJVEN I EN PARTICULIEREN ACTIVA IN BELGISCHE FRANKEN EN BUITENLANDSE VALUTA'S BIJ DE NATIONALE FINANCIELE INSTELLINGEN 2 (Miljarden franken) Overwegend geldscheppende instellingen Overheidsinstellingen
N.B.B .
Totaal
Andere financiële instellingen Financiële instellingen van de overheidssector
Banken
Private spaarkassen
Einde periode Activa voor ten hoogste een jaar (11
Activa voor ten hoogste een jaar (2)
Activa voor ten hoogste een_ jaar (3)
Activa voor meer dan een jaar (41
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor meer dan een jaar
(5)
( 6 )'
(71
(8)
Hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen
Activa voor ten hoogste een jaar
Activa voor (10) =meerdan (1) + (2) een j aar + (3) + (5) + (7) (9)
Activa voor meer dan een jaar
Eindtotaal
(11) = (4) + (6) + (8) + (9)
(12) =(10) + (11)
1969
176,6
50,9
280,0
31,8
184,8
190,0
68,6
46,2
5,3
760,9
273,3
1.034,2
1970
181,3
56,9
311,5
39,9
203,9
212,2
78,7
52,0
5,9
832,3
310,0
1.142,3
1971
195,1
58,8
355,6
52,3
238,0
234,8
97,0
58,2
7,1
944,5
352,4
1.296,9
1972
214,6
70,7
421,8
62,5
276,8
249,7
123,1
62,7
9,8
1.107,0
384,7
1.491,7
1973
228,9
72,2
502,5
68,6
317,1
280,6
148,0
70,7
10,9
1.268,7
430,8
1.699,5
233,5
74,0
552,3
70,3
333,5
300,5
158,0
78,1
13,0
1.351,3
461,9
1.813,2
245,7
75,0
562,5
71,8
357,6
318,8
168,8
80,2
13,5
1.409,6
484,3
1.893,9
77,4
586,7
74,6
375,3
340,6
172,7
85,4
14,1
1.457,4
514,7
1.972,1
84,0
608,9
78,6
387,5
341,2
182,4
88,5
14,4
1.532,8
522,7
2.055,5
1974 September December 1975 Maart
245,3
Juni
270,0
September
264,8
81,4
629,6
83,3
399,0
346,5
189,0
90,2
14,9 _
1.563,8
534,9
2.098,7
December
278,8
82,5
650,3
86,4
434,8
354,1
205,9
92,4
15,4
1.652,3
548,3
2.200,6
273,0
85,7
683,0
92,3
454,1
v 366,9
214,5
94,4
v 15,9
1.710,3
v 569,5
v2.279,8
296,7
90,4
712,2
95,6
455,6
v 384,2
222,8
98,9
v 16,7
1.777,7
v 595,4
v2.373,1
September
288,3
87,4
730,8
98,3
462,9
v 395,9
226,4
102,0
v 17,4
1.795,8
v 613,6
v2.409,4
December
v 295,7
90,5
v 757,7
100,3
v 488,0
v 408,5 .
241,7
106,1
v 18,0
v1.873,6
v 632,9
v2.506,5
1976 Maart Juni
-
1 Privé-bedrijven die geen financiële instellingen zijn, overheidsbedrijven, instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen.
2
Andere dan de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, en pensioenfondsen
- 117 XY - 6. - VOORNAAMSTE VORMEN YAN DE BESPARINGEN YAN PARTICULIEREN
BESCHIKBAAR IN DE BELGISCHE VOLKSHUISHOUDING (Miljarden franken) Bron : ASLK.
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1978
1974
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Spaarvormen
A. Oppotting 1 : B. Depositosparen 2
•
:
Spaarkassen Banken Parastatale kredietinstellingen Onderlinge maatschappijen Totaal Dubbel getelde posten 3
-
Netto-totaal C. Sparen door fondsvorming 2 4
Totaal -
21,7 19,9 2,1 0,2
17,7 26,5 3,0 0,2
17,9 20,6 2,0 0,1
44,0 29,5 3,2 0,1
56,2 52,0 6,4 0,1
49,8 64,9 8,0 0,1
36,8 33,7 12,9 0,1
42,3
43,9
47,4
40,6
76,8
114,7
122,8
83,5
9,2
- 23,9
- 10,3
- 19,3
- 23,0
- 44,2
- 22,3
34,3
34,7
23,5
30,3
57,5
91,7
78,6
61,2
1,3 1,5 0,5 6,5
1,7 1,3 0,7 7,1
2,1 1,4 .1,2 7,1
1,8 1,7 1,6 7,5
2,2 2,1 1,6 9,4
4,5 3,4 0,9 10,7
2,9 5,1 1,9 12,2
7,1 4,5 2,5 13,8
1,9
2,4
3,0
3,0
3,3
3,2
6,0
5,6
11,7
13,2
14,8
15,6
18,6
22,7
28,1
33,5
16,0
14,9
15,4
16,0
17,1
19,3
21,1
24,1
11,8
15,3
19,0
10,2
0,5
4,0
9,2
27,9
30,2
34,4
26,2
13,8
18,8
25,1
33,3
35,8
44,6
49,5
47,1
73,0
80,4
75,0
90,2
9,9
- 11,3
- 14,0
195,5
204,2
8,0
-
:
Pensioensfondsen Instellingen voor arbeidsongevallenverzekering Kassen voor vakantiegelden Levensverzekeringsmaatschappijen Instellingen voor verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid, kapitalisatie, bouwsparen en diverse verzekeringen
D. Hypotheek
21,4 19,7 1,0 0,2
en bouwsparen :
Aflossing van hypotheekschulden door particulieren Woningbouw (netto-investeringen van de particulieren) Totaal
-
3,3
-
E. Kapitaaluitgiften : Nieuwe beleggingen van het publiek F. Diverse vorderingen en schulden van de particulieren :
2,0
-
5,0
-
-
0,1
-
2,5
-
107,6
117,7
117,8
119,1
160,4
203,7
Afschrijvingen op woningen
13,8
14,8
16,0
18,6
22,7
23,8
25,5
29,9
227,5
221,0
234,1
121,4
De bedragen werden niet vermeld omdat, in het huidige stadium van het onderzoekingswerk, de absolute bedragen nog niet met voldoende zekerheid kunnen worden berekend voor de sector van de particulieren afzonderlijk. Aanwas gedurende het jaar.
133,8
132,5
3
4
Bibliografische
4,4
Totale netto-besparingen
Totale bruto-besparingen
2
-
referenties : Congres van de honderdste verjaring (1865-1965). Het sparen in het hedendaags economisch onderzoek : tien jaar spaarinventaris..
137,7
183,1
Toeneming of vermindering van het tegoed van diverse instellingen en ondernemingen waarvan de eigen of opvraagbare reserves in een van de andere rubrieken van de tabel opgetekend zijn als een besparing van de overheid herkomstig uit het buitenland. Exclusief de toenemingen van de reserves van de sector van de Sociale verzekering, beschouwd als een besparing van de overheid.
XVI. - UITGIFTEN EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - UITGIFTEN IN BELGISCHE FRANKEN VOOR MEER DAN EEN JAAR (Miljarden franken) Niet door elke belegger verkrijgbare effecten 4
Door elke belegger verkrijgbare effecten 2 Uitgiften per grote tranches per Brutouitgiften
Aflossingen 3
Uitgiften
Doorlopende nettouitgiften
(1)
(2)
(8 ) = (1) - (2)
(4)
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
40,9 56,6 56,0 114,5 100,0 103,0 106,0 133,1
22,9 43,6 43,8 47,4 31',4 37,4 50,6 63,7
18,0 13,0 12,2 67,1 68,6 65,6 55,4 69,4
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
8,3 9,5 10,3
1,3 4,3 2,3 4,4 5,1 3,8 5,0 4,5
7,0 5,2 8,0 -- 4,4 7,1 - 3,8 -- 5,0 24,5 0,1 0,7 2,9 -- 0,2 - 0,1 2,1 13,5 - 1,1
12,8 8,1 15,2 20,7 10,6 13,6 16,2 20,5 9,2 9,8 11,0 12,8 11,1 17,5 19,8 23,6
Emittenten
1. Staat (directe schuld alleen)
2. Zelfstandige fondsen en instellingen voor sociale verzekering
3. Openbare financiële instellingen (ASLK inbegrepen)
4. Lagere overheid, lntercomm. voor de bouw van autowegen en Gemeentekrediet van België
6. Parastatale bedrijven
Totaal t tot 5 : totaal der uitgiften in Belgische franken van de Belgisehe overheidssector
... 12,2 -29,0 0,5 2,0 5,5 5,0
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
3,1 14,0 --
0,4 1,3 2,6 5,2 0,1 1,0 0,5 1,1
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
9,0 9,2 11,0 17,0 17,5 27,2 8,5 8,0
2,3 2,7 2,4 3,1 3,5 7,5 5,6 5,3
6,7 6,5 8,6 13,9 14,0 19,7 2,9 2,7
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
7,3 6,0 8,5 10,5 11,5 14,0 12,0 5,0
2,6 4,6 5,0 5,7 3,7 8,5 5,0 4,6
4,7 1,4 3,5 4,8 7,8 5,5 7,0 0,4
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 v 1975
66,0 83,3 91,3 147,0 141,2 147,3 140,5 175,1
29,5 56,5 56,1 65,8 43,8 58,2 66,7 79,2
36,5 26,8 35,2 81,2 97,4 89,1 73,8 95,5
...
Pro memorie : Netto-evolutie van de schuld voor hoogstens een jaar in Belgische franken van de Staat : in 1968 : 16,9; in 1909 : - 0,4; in 1970 : 15,2; in 1971 : - 11,4; in 1972 : - 0,4; in 1973 : - 3,7; in 1974 : 3,5 en in 1975 + 10,9 miljard. Bedrag der netto-uitgiften voor ten hoogste een jaar voor de jaren 1968, 1969, 1970, 1971, 1972, 1973, 1974 en 1975 : • Openbare financiële instellingen s : 2,2, - 2,3, 3,9, 3,7, 1,0, 0,7, 0,6 en 6,5 miljard; « Lagere Overheid, Intercomm. voor
1 De uitgiften per grote tranches waarvan de inschrijvingsperiode over het einde van het ene jaar en het begin van het andere gespreid is worden over de twee betrokken jaren verdeeld volgens de bedragen waarvoor in de loop van ieder jaar werkelijk ingeschreven werd. 2
Netto-
Als door elke belegger verkrijgbare effecten worden beschouwd : de effecten die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de
Totale nettouitgiften
Brutouitgiften
Aflossingen
(5) = (3) + (4)
(0)
(7)
1,6 8,3 3,8 5,9 4,4 0,3 6,0
3,8 5,5 5,2 0,2 3,2 3,4
--
3,6
2,5 2,6 4,4 4,9 6,5 8,7 16,8 4,0
2,9 5 2,4 3,7 3,4 3,9 7,4 10,3 0,9
6,3 3,8 6,5 9,8 10,3 7,1 7,1 16,7
2,4 1,7 3,0 2,0
18,0 13,0 12,2 67,1 . 68,6 65,6 55,4 69,4 7,0
5,2 8,0 -- 4,4 7,1 -- 3,8 -- 5,0
24,5
-------22,0 17,9 26,2 33,5 21,7 31,1 36,0 44,1
12,9 8,8 18,1
20,5 10,5 15,7 29,7
19,4 15,9 16,3 19,8 26,7 25,1 37,2
22,7 26,3 4,7 1,4 3,5 4,8 7,8 5,5 7,0
0,4 58,5 44,7 61,4 114,7 119,1
120,2 109,8 140,0
Totale netto-
uitgiften
Nettouitgiften
voor meer dan een Jaar
(8) = (9) = (6) - (7) (5) + (8)
0,6 4,5 - 1,7 0,7 4,2 - 2,9 2,6 - 3,6
18,8 17,5 10,5 87,8 72,8
-- 0,4
6,6
0,2 0,7 1,5 2,6 1,3 6,5 3,1
5,4 8,7 -- 2,9 9,7 -- 2,5 1,5 27,6
2,8 3,3 4,5
3,9 2,1 3,5 7,8 8,1 4,3 3,8 12,2
18,8 10,9 21,8 28,3 18,6 20,0 33,5 31,6
0,3
0,7
- 0,4
...
...
... 3,6 0,8 0,4 0,9 1,5
0,1 0,1
... - 0,1 3,5 0,8 0,4 0,8
1,0
15,5 16,3 19,5 30,2 25,9 37,6 23,5 27,3
1,9 2,4 4,2 4,3 3,5 2,7 4,9 7,5
1,6 1,0 0,9 1,1 2,5 1,8 1,2 2,5
0,3 1,4 3,3 3,2 1,0 0,9 3,7 5,0
5,0 2,8 8,8 8,0 8,8 6,4 10,7 5,4
12,6 17,1 18,9 28,5 25,5 19,2 35,7 29,7
8,6 8,9 13,2 11,8 8,8 15,2 18,3 12,0
4,0
82,5
8,2
52,9
5,7 16,7 16,7 4,0 17,4 17,7
67,1 131,4 135,8 124,2 127,2 157,7
1,0
2,2
... ... 0,1 0,5
62,7 58,0 65,8
koerslijst is voorzien en die welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de N.M.K.N., liet N.I.L.E., het 0.B.11 .H., de N.E.B.K., evenals de spaarbons uitgegeven door de ASLK. 3
De door do Amortisatiekas der Staatsschuld op de Beurs ingekochte effecten worden in kolom (2) e Aflossingen s opgenomen, niet op liet tijdstip van deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd.
4
In beginsel per grote tranches, doch met inbegrip van de doorlopende uitgiften van de parastatale instellingen voor de huisvesting.
5
Exclusief 3,8 miljard effecten van de Rijksdienst voor pensioenen der zelfstandigen die geannuleerd werden nadat de ASLK het beheer van do • Pensioenen der zelfstandigen • had overgedragen aan do Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
XVI - 2. - VOORNAAMSTE UITGIFTEN VOOR MEER DAN EEN JAAR
VAN DE OVERHEIDSSECTOR Leningen in Belgische franken Openingsdatum van de intekening
Emittenten
Maand
Dag
1973 Januari Januari Februari Maart Maart
15 15 12 12 12
April April Mei .. ....... Mei .. ......
13 13 21 21
September September Oktober Oktober Oktober November December December
6 6 10 10 10 12 10 26
1974 Februari Februari Maart
.
.
Maart Mei September Oktober November December
Emissiekoers
Nominale rentevoet
Rendement Gemidvoor de houder 4 Uitgedeld even rendeop de bedrag 2 o d, e ment tusseneind (miljoenen bij de li ren de ranken) uitgifte eg v al- verval34 1.7 dag
Looptijd
pet.
Belgische Staat 1973-87 Belgische Staat 1973-81-87 Interc. Autow. E3 1973-84 N.M.B.S. 1973-83 Interc. Autor. des Ardennes E9/E40 1973-83 Belgische Staat 1973-85 Belgische Staat 1973-80-85 Interc. Autosnelw. E5 1973-85 Interc. Autow. Ring van Brussel BI 1973-85 Belgische Staat 1973-87 Belgische Staat 1973-81-87 Stad Antwerpen 1973-85 Stad Luik 1973-85 Stad Gent 1973-85 R.T.T. 1973-85 N.M.H. 1973-84 N.K.B.K. 1974-86
7,25 7,00-7,25 5 7,25 7,25
99,50 99,50 98,50 98,50
14 jaar 14 dagen 8 j. 14 d. of 14 j. 14 d. 10 jaar en 321 dagen 10 jaar
11.000 19.000 7.000 3.000
7,33 7,12 7,50 7,52
7,25 7,25 7,00 -7,25 5 7,25
98,50 98,50 98,75 98,50
10 jaar 12 jaar 7 of 12 jaar 12 jaar
4.000 20.300 14.700
7,50 7,50 7,26 7,47
7,25 7,75 7,50-7,75 5 7,75 7,75 7,75 7,75 7,75 7,75
98 ,50 98,25 98,75 98,25 98,25 98,25 98,25 98,25 98,25
12 jaar 13 jaar 6 maanden 7 jaar 6 m. of 13 jaar 6 m. 11 jaar 6 maanden 11 jaar 6 maanden 11 jaar 6 maanden 12 jaar 11 jaar 12 jaar
4.000 22.500 15.500 4.000 2.000 1.200 11.000 6..000 1.000 151.200
7,47 8,05 7,75 8,08 8,08 8,08 8,08 8,11 -
6 Belgische Staat 1974-88 6 Belgische Staat 1974-81-88 13 Interc. Autor. des Ardennes E9/E40 1974-86 13 Interc. Autow. E3 1974-86 20 Belgische Staat 1974-82 9 Belgische Staat 1974-82 14 N.M.K.N. 1974-81 12 N.M.H. 1974-80 9 R.T.T. 1974-81
8,25 8,00-8,25 2
99,25 99,25
14 jaar 7 of 14 jaar
17.900 19.100
8,37 8,20
98,75 . 98,75 99,75 100,00 99,25 99,25 99 , 50
12 jaar 12 jaar 8 jaar 7 jaar 6 maanden 6 jaar 6 maanden 6 jaar 7 jaar
5.000 3.500 36.000 33.000 7.000 6.000 12.000
8,46 8,46 9,05 10,02 10,19 10,24 10,12
8,25 8,25 9,00 10,00 10,00 10,00 10 , 00
5.000
7,08 -
7,23 7,74 -
7,31 7,13 7,46 7,47 7,47 7,44 7,24 7,44 7,44 7,98 7,74 8,05 8,05 8,05 8,04 8,12 8,04
8,14
8,34 8,26
-
8,42 8,42 9,05 10,02 10,19 10,24 10,10
139.500 1975 Januari Februari Februari April Mei Juni September
.
15 17 17 14 15 23 15
Belgische Staat 1975-81-85 Stad Antwerpen 1975-81 Stad Luik 1975-81 Belgische Staat 1975-83 N.M.B.S. 1975-84 Wegenfonds 1975-83 Belgische Staat 1975-83
10,00 - 9,75 5 10,00 10,00 9,00 8,75 8,25 8,50
100,00
100,00 100,00 99,50 100,00 100,00 99,00
of 10 jaar 6 jaar 6 jaar 8 jaar 9 jaar 8 jaar 7 jaar 9 m. 14 d. 6
42.000 9,95 10,00 9,93 - 10,00 5.000 10,00 - 10,00 3.000 10,00 9,09 50.000 9,10 8,75 5.000 8,75 8,25 29.000 8,25 8,69 41.100 8,77 175.100
1976 Januari Februari April Mei Juni Juni September Oktober November
12 12 23 31 24 24 6 13 17
Wegenfonds 1976-84 Belgische Staat 1976-84 R.T.T. 1976-84 Belgische Staat 1976-84 Stad Antwerpen 1976-84 Stad Luik 1976-84 Belgische Staat 1976-85 N.M.B.S. 1976-84 Interc. Autowegen E3 en E5 1976-84
9,00 9,00 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00
100,00 99 , 00 100,00 100,00 99,75 99,75 100,00 99,50
8 jaar 8 jaar 8 jaar 8 jaar 8 jaar 8 jaar 8 jaar 6 maanden 8 jaar
10,00
98,75
8 jaar
23.000 41.000 16.000 48.000 5.000 2.000 40.000 7.000
9,00 9,19 10,00 10,00 10,06 10,06 10,02 10,11
14.000 10,26
-
9,00 9,18 10,00 10,00 10,05 10,05 10,02 10,09
-
10,24
-
10,00 9,96 9,96 9,75 9,90 9,90 9,90 9,80
-
196.000 1977 Januari Februari Februari Maart April April April Mei
2
3
17 17 17 16 25 25 25 25
Belgische Staat 1977-85 N.M.K.N. 1977-85 N.M.H. 1977-85 Wegenfonds 1977-86 Stad Antwerpen 1977-84 Stad Brussel 1977-84 Stad Luik 1977-84 Belgische Staat 1977-84
10,00 10,00 10,00 9,75 9,75 9,75 9,75 9,75
Leningen waarvan een beslui in het Belgisch Staatsblad verschenen is, excl. de doorlopende uitgiften. De jaarlijkse totalen kunnen verschillen van de cijfers in kolom (1) van de vorige tabel (bruto-uitgiften per grote tranches) omdat zij het nominaal bedrag van de uitgiften bevatten zelfs als slechts een deel van de lening effectief was geplaatst en omdat de uitgiften waarvan de inschrijvingsperiode over het einde van het ene jaar en het begin van het andere gespreid is, in de vorige tabel, over de twee betrokken jaren verdeeld werden volgens de bedragen waarvan in de loop van ieder jaar werkelijk ingeschreven werd. IIet gemiddelde rendement is het percentage dat, toegepast bij de berekening fan de actuele waarde van de gezamenlijke, nog te ontvangen termijnen
100,00 100,20 100,20 100,00 99,25 99,25 99,25 99,75
4
5
8 jaar 8 jaar 8 jaar 9 jaar 7 jaar 7 jaar 7 jaar 7 jaar
56.000 10,00 5.000 9,96 16.400 9,96 16.500 9,75 6.000 9,93 2.000 9,93 4.000 9,93 9,81
(aflossingen, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de uitgiftekoers. Rendementen berekend op basis van de rentetarieven v66r fiscale afhoudingen aan de bron, De eerste rentevoet wordt toegepast tot op de tussenliggende vervaldag, de tweede rentevoet vanaf deze vervaldag.
XVI • 8. - RIJKSSCHULD XVI • 3a. - Officiële staat (Miljarden franken) Beu., : Ministerie van Financién. Directe
schuld
in Belgische franken
Einde periode
op halflange termijn
geventigde 1
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974
(2)
(3)
(4)
335,0
9,1 13,9 12,5 13,4 17,7 15,9 19,7
66,2 67,3 78,1 66,9 57,7 56,6 57,7
54,5
359,6 426,5 494,9 559,4 613,7
September
December 1 976 Maart April .
Mei Juni
Juli Augustus
September Oktober November December 1 977 Januari .
Februari Maart
658,4 649,7 681,9 715,3 706,0 702,3 745,8 742,5 739,0 751,4 760,2 756,6 752,5
19,7 19,3 17,6 17,3 16,4 15,7 15,5 15,4 14,9 14,9 14,7 14,4 14,0 13,0
739,0 789,7 786,8
13,0 150,2 12,5 143,8 12,0 187,6
645,4
Juni
-.
korte .. termijn
Tegoeden van de particu1i eren in postrekening
(1)
347,7
1975 Maart
op
in vreemde valuta's
halfTotaal
(5) = (1)tot(4)
(6)
57,3 57,2
66,0 63,4 65,7
92,0 66,0 110,5 71,1 108,6 68,5 71,0 69,4 96,2 72,6 113,3 86,9 137,9 76,3 115,0 77,6 113,3 84,7 123,7 76,9 134,2 . 75,4 114,1 78,8 122,7 75,2 116,6 76,8
lange Totaal 2 en korte termijn (8) = (6) I- (7)
(7)
464,8 11,5 481,8 11,2 507,5 9,9 564,0 8,2 636,3 6,5 695,3 5,5 756,8 4,6
52,9
87,9 83,1 81,0
geventigde 3
823,1 859,3 844,4 839,6 900,5 921,9 932,0 953,8 955,4 954,5 975,7 967,5 968,5 958,9
3,1 3,1 3,0 2,9
990,1 1.029,1 1 .067,4
2,9 2,9
43,4 49,9
40,4 14,0 1,9
54,9 61,1 50,3 22,2
...
4,5
4,1 3,9 3,7 3,7 3,5 3,5 3,3
3,2 3,2
2,9
3
scheld)
(11) = (9)+ (10)
(12)
(18) = (11)+ (12)
schuld) 2
(g) = (5)+ (8)
(10)
5,5 4,6
519,7 542,9 557,8 586,2 644,7 700,8 761,4
47,6 52,9 61,7 56,7 65,5 62,9 59,2
567,3 595,8 619,5 642,9 710,2 763,7 820,6
3,0 2,6 2,2 1,8 1,4 1,0 0,8
570,3 598,4 621,7 644,7 711,8 764,7 821,4
4,5 4,1 3,9 3,7 3,7 3,5 3,5 3,3 3,2 3,2 3,1 3,1 3,0 2,9
827,6 863,4 848,3 843,3 904,2 925,4 935,5 957,1 958,6 957,7 978,8 970,6 971,5 961,8
57,8 57,4 85,4 85,1 106,6 106,3 105,9 100,3 99,2 98,7 98,2 97,9 97,5 96,7
885,4 920,8 933,7 928,4 1.010,8 1.031,7 1.041,4 1.057,4 1.057,8 1.056,4 1.077,0 1.068,5 1.069,0 1.058,5
0,6 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2
886,0 921,3 934,2 928,8 1.011,1 1.032,0 1.041,8 1.057,7 1.058,1 1.056,7 1.077,2 1.068,7 1.069,2 1.058,7
2,9 993,0 2,9 1.032,0 2,9 1.070,3
96,0 95,9 95,4
1.089,0 1.127,9 1.165,7
0,1 0,1 0,1
1.089,1 1.128,0 1.165,8
8,4
...
Indirecta schuld
Totale directe sc h ol d
Totale Tmam schuld schuld (excl. de Van de (Incl. de van de Republiek van de Republiek Zaïre Republiek oZaïre overZaïre ve rgenomen overgenomen schuld genomen
1 Incl. de Muntanneringslening. 2 Exclusief do uit de oor og 1914.1018 voortvloeiende intergouvernementele schuld. 3 Zie : Belgisch Staatsblad - 27-5-1905 - Overeenkomst van 6 februari 1965.
'WI • 3b. - Veranderingen in de overheidsschuld die aanleiding hebben gegeven tot geldbewegingen (Miljarden franken) Uit te schakelen boekhoudkundige veranderingen
Periode
Totale schuld Van do (excl. de Ren bre van de •u i ' Zaire Republiek OverZaire geoe genomen overschuld genomen 2 schuld)
Totale schuld 3
i
(3 ) =
(1)
(1) -i- (2)
,I, -d+ d■ <1, 01 <1., 01 . - ......
+ 28,1 + 23,3 + 23,0 + 66,9 + 53,1 + 56,7 A-107,4 +129,9
+ 2,3 - 0,5 -10,4 + 3,9 + 1,3 - 0,7 - 1,9 -- 3,2
,--1 r-I
+ 82,3 +107,1
-- 0,6 + 0,3
..
■,:t.
1 I
+ 82,4 +107,2
1 1 1 1 1 1 1 1
+ 28,5 + 23,7 + 23,4 + 67,3 + 53,5 + 56,9 1-107,8 A-130,1
0 0 0 C> 0 0 0 0 0 0
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1.976 :Eerste 3 maanden ._ 1977 Eerste 3 maanden
(2)
SchatkistTegoed certifivan de (laten N.B.B. waaro op p de Schatkistbij het N.B.B. certifiB.P.C. heeft inenten in voor geschreven liet bezit rekening i voor de van de van het finanI.M.F. Ministers ciering „ au 4 van de Nationale leningen Opvoeding aan het (1 I.M.F. 5 (4) (6) (51
1 Veranderingen in kolom (11) van tabel XVI. - la. 2 Veranderingen in kolom (12) van tabel XVI - la. 3 Veranderingen in kolom (13) van tabel XVI - 3a. 4
De terugbetalingen van schatkistcertificaten in het bezit van het I.M.F. vallen, overeenkomstig de von kracht zijnde wettelijke en conventionele bepalingen, ten laste van de N.B.B.; deze laatste ontvangt anderzijds het provenu van de inschrijvingen op certificaten door het I.M.F. 5 De inschrijving op schatkistcertificaten is enkel de technische werkwijze waarop de N.B.B. de leningen financiert die zij aan het I.M.F. toestaat in het kader van de Algemene Leningsakkoorden. s De veranderingen in het tegoed van de N.B.B. bij liet B.P.C. voor rekening van de Ministers van Nationale Opvoeding hebben de bewegingen in het tegoed van de Ministers van Nationale Opvoeding bij de N.B.B.
- 5,0 ... ... ... ... ... ... ... ... ...
+ 0,2 ... - 0,3 - 0,2 - 2,1 •• • ••• • ... ... ...
Pro Veren(lerin en g in de
memorie r Verenderingen
in de overheids. creditschuld die rekening aanleiding van de hebben n -• v, Staat bij Begeven de N.B.B. tot gelden in de beweb financiële beleggingen gingen
VerenNettoderingen finan. in liet cieringsuitstaande behoeften bedrag van do door hot Staat Wegen7 fonds geaccepteerde wissels
(8 ) = (8 ) (4) tot (7)
(9)
110) = (8) - (9)
(11)
+ 0,7 8 + 29,9 ... + 23,8 - 0,1 8 A- 33,8 - 0,5 18 + 63,7 + 2,8" + 51,1 ... + 57,4 ... A-109,3 ... +133,1
... ... ... ... ... ... ... ...
+ 29,9 + 23,8 + 33,8 + 63,7 + 51,1 + 57,4 A-109,3 A-133,1
-- 1,8 ... ... ... ... ... ... ...
... ...
+ 82,9 +106,8
Diversen
(7)
... ...
+ 82,9 +106,8
7
... ...
als uiste tegenpost. Vanaf oktober 1978 maakt bovengenoemd tegoed niet langer deel uit van de tegoeden van de part'culieren bij het B.P.C. Het totaal van de kolommen (10) en (11) stemt overeen (met tegenovergesteld teken) met kolom (5) van de oude reeks en van kolom (8) van de nieuwe reeks r Nettofinancieringsbehoeften van de Schatkist • van tabel XI-8. 8 Herwaardering van de Duitse mark. 1.13.H.O. : + 0,5; herwaardering van de Zwitserse frank : 0,8; besluiten van de Conferentie van de Groep van Tien te Washington op 17 en 18-12.1971 : - 0,8 (U.S.-dollar) en - 0,1 (Zwitserse frank). 10 1.B.11.0. 11 Bijzondere Schatkistbons afgegeven aan de N.B.B., tot dekking van de nettoverminderingen van haar actief, die voortvloeien uit de devaluatie van de U.S.-dollar op 12-2-1978 (Overeenkomst van 81-12-1978). 7
- 121 XVI • 4. - INDELING YAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN VOOR MEER DAN EEN JAAR VAN DE OVERHEIDSSECTOR a) Indeling naar de debiteuren (Nominale waarden aan het einde van het jaar, miljarden franken)
Niet-financiële sectoren
Staat 2
Parastatale bedrijven
Sociale verzekering en pensioenfondsen
Niet elders vermelde overheidssector
Financiële instellingen
Totaal
3
Pro memorie : Zairese effecten en effecten van het BelgischKongolese Fonds voor Delging en Beheer 4
Verkrijgbaar door elke belegger 1 1968
322,7
38,0
46,6
191,0
598,3
11,0
1969
340,6
39,7
53,6
209,4
643,3
10,9
1970
360,8
43,5
62,5
248,8
715,6
10,6
422,3
49,9
76,6
289,8
838,6
10,3
1972
498,2
58,0
101,4e
315,1
972,7 5
1973
560,5
63,7
120,9 5
352,6
1.097,7 5
1974
611,1
71,2
124,4 5
406,4
1.213,1 5
705,4
72,1
126,9 5
460,5
1.364,9 5
1971
1975
............
•••••••
• .....
••
V
Niet verkrijgbaar door elke belegger 1968
67,0
11,9
4,2
16,5
34,8
134,4
1969
71,8
13,3
3,8
16,9
37,1
142,9
1970
70,9
19,4
3,3
17,3
39,7
150,6
1971
72,2
22,7
3,3
22,0
47,8
168,0
21,4
55,8
185,4
1972
78,1
26,2
3,9
1973
76,1
27,3
3,2
22,9
59,8
189,3
1974
80,1
30,9
3,2
27,1
63,1
204,4
1975
77,8
35,9
5,7
28,0
75,3
222,7
Totaal 11,0
1968
389,7
49,9
4,2
63,1
225,8
732,7
1969
412,4
53,0
3,8
70,5
246,5
786,2
10,9
1970
431,7
62,9
3,3
79,8
288,5
866,2
10,6
1971
494,5
72,6
3,3
98,6
337,6
1.006,6
10,3
1972
576,3
84,2
3,9
122,8 5
370,9
1.158,1 5
1973
636,6
91,0
3,2
143,8 5
412,4
1.287,0 5
1974
691,2
102,1
3,2
151,5 5
469,5
1.417,5 5
783,2
108,0
5,7
154,9 5
535,8
1.587,6 5
1975
9
1 Als door elke belegger verkrijgbare effecten worden beschouwd : de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en die welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de N.M.K.N., het N.I.L.K., de N.K.B.K., het C.B.H.K., evenals de spaarbons uitgegeven door de ASLK. 2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte over-
3 4
5
h e idssch uld. Incl. de kasbons voor ten hoogste een jaar. Effecten in aanmerking genomen of in aanmerking komende voor inschrijving op liet Fonds, inclusief de aan het einde van ieder jaar werkelijk toegekende vergoeding. Vanaf 1972, worden deze effecten opgenomen in de rubriek • Niet elders vermelde overheidssector Incl. de effecten van het Belgisch-Kongolese Fonds voor Delging en Beheer.
-- 122 XVI • 4. INDELING VAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN VOOR MEER DAN EEN JAAR VAN DE OVERHEIDSSECTOR -
b) Indeling naar de houders (Nominale waarden aan het einde van het jaar, miljarden franken) Niet-financiële sectoren
Bedrijven, paaienlieren, Buitenl and Buitenland
Parastatale bedrijven
Niet elders vermelde overheidssector
Financiële instellingen
Sociale verzekering
2
Overwegend geklechep• pende instelI ingen
Rentenfonds
1
Instellingen voor verzeSpaarkering kassen, hypotheek- levenet en en kapitategen liesfis arbeieLsmaatschappijon on gevallen, pensioenfondsen
Kredietinstellingen van do °verheidesector
Totaal
Verkr jgbaar door elke belegger 1 1968
319,3
4,4
3,0
6,7
91,0
7,1
61,4
87,7
17,7
598,3
1969
347,2
4,4
3,0
7,0
102,4
6,9
64,5
89,2
18,7
648,3
1970
385,7
4,7
2,9
7,6
128,2
6,0
68,9
93,2
18,4
715,6
1971
428,9
5,1
2,6
9,4
170,2
8,2
85,3
98,6
30,3
838,6
1972
4
471,9
6,2
2,7
11,2
212,0
15,2
110,7
104,2
38,6
972,7
1973
4
520,4
6,6
3,0
13,1
254,0
15,7
129,8
113,1
42,0
1.097,7
1974
4
1975
4
V
578,7
6,6
3,7
13,8
283,9
12,1
146,9
123,4
44,0
1.213,1
643,5
6,8
4,5
12,6
322,6
17,9
173,8
130,7
52,5
1.364,9
34,1
1,2
134,4
Niet verkrijgbaar door elke belegger 1968
6,4
0,2
0,2
2,1
64,4
25,8
1969
5,8
0,3
0,2
2,5
65,0
28,3
34,3
6,5
142,9
1970
9,4
0,4
0,3
2,4
67,8
31,0
34,3
5,0
150,6
1971
9,2
0,3
0,3
2,8
72,5
40,2
33,8
8,9
168,0
1972
9,0
0,3
0,2
2,8
79,8
48,4
32,4
12,5
185,4
1973
8,4
0,2
0,2
3,2
81,6
51,3
32,8
11,6
189,3
1974
8,7
0,3
0,2
3,9
85,7
57,1
32,9
15,6
204,4
1975
10,1
0,3
0,2
3,7
92,6
68,6
31,7
15,5
222,7
Totaal 1968
325,7
4,6
3,2
8,8
155,4
7,1
87,2
121,8
18,9
732,7
1969
353,0
4,7
3,2
9,5
167,4
6,9
92,8
123,5
25,2
786,2
1970
395,1
5,1
3,2
10,0
196,0
6,0
99,9
127,5
23,4
866,2
1971
438,1
5,4
2,9
12,2
242,7
8,2
125,5
132,4
39,2
1.006,6
1972
4
480,9
6,5
2,9
14,0
291,8
15,2
159,1
136,6
51,1
1.158,1
1973
4
528,8
6,8
3,2
16,3
335,6
15,7
181,1
145,9
53,6
1.287,0
1974
4
587,4
6,9
3,9
17,7
369,6
12,1
204,0
156,3
59,6
1.417,5
1975
4
653,6
7,1
4,7
16,3
415,2
17,9
242,4
162,4
68,0
1.587,6
V
1 Als door elke belegger verkrijgbare effecten worden beschouwd de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en die welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons wel ke doorlopend uitgegeven worden door liet Gemeentekrediet van België, de N.M.K.N., het de N.K.B.K., liet C.B.H.K., evenals de spaarbons uitgegeven door de ASLK. Bibliografische referenties : Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie van het Ministerie van Financiën. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XXXVIe jaargang, deel I, nr 3, maart 1961 : Inventaris en
onderbrenging der Belgische overheidsfondsen ». XXXVIIIe jaargang, deel I, nr 4, april 1963 : Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen e. - XI,Le jaargang, deel I, nr 3, maart 1966 : • Inventaris en spreiding van de vast rentende effecten op halflange
2 Excl. de zelfstandige fondsen en de parastatale instellingen die de kenmerken vertonen van geldscheppende instellingen of van instellingen voor het spaarwezen, do sociale verzekering, de verzekeringen of de kapitalisatie. 3 Excl. het bezit van de pensioenkassen door deze instellingen beheerd. 4 Incl. de effecten van het Belgisch-Kongolese Fonds voor Delging en Beheer. en lange termijn van de overheidsfondsen n. - XLIIIe jaargang, deel I, nr 3, maart 1968 ' : Inventaris en spreiding van de vast rentende effecten op halflange en lange termijn van do overheidssector s. - XLVe jaargang, deel I, nr 3, maart 1970 : « Inventaris en spreiding van de effecten met vast rendement op halflange en lange termijn van de overheidssector n - Belgische Economische Statistieken 1960-1970.
- 123 -
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE - SECTOR EN KREDIETEN AAN DE BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN 1. - EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN EN HET RENDEMENT VAN DE BEURSWAARDEN Indexcijfers van de Belgische effecten op de contantmarkt (Basis 1970 = 100) 180
180
I - Algemeen
I -
- - - - - Industriële vennootschappen
160
160
1
-
140
140
-
,
120
120
.. ,
_
_
i. , - ♦
I
100
100 .
, 1,,, ♦d -
-
80
80
1
1
I
I
I
I
1
I
I
1
I
I
I
I
I
I
(miljoenen franken)
I
I
I
I
1977
Rendementspercentage 2
T ermijnmarkt Algemeen
1
"
Algemeen
Industriële
Industriële in pct.
(Basis 1970 = 100)
1976
1977
119 124 122
108 105 104 102
1977
1976
'd+
197 179 168
1976
1977
1970
1977
1976
1977
117 123 121
105 103 103
125 131 127
110 105 103
5,5 ' 5,5 5,7
5,4 5,5' 5,5
5,3 5,5 5,7
4,7 4,7 . 4,9
118 • 114 108
101
122 118 114
101
5,8 5,3 5,3
5,5
5,7 4,5 4,4
4,9
•
April Mei Juni
226 253 200
118 114 110
Juli Augustus i3eptember
179 195 188
113 110 105
112 ' 108 • 101
119 116 109
5,3 5,5' 6,6
4,3 4,5 4,6
Oktober November December
203 186 184
99 97 104
97 94 101
103 97 107 :
5,9'' 5,6 ' 5,5
4,9 4,8' 4,7
1 Bron' Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen ( termijn. en contantmarkt) op dc Brusselse Beurs. 2
-C <X) en
1977
105, . 100 103 118 144 125 123 116
106 100 111 124 • 148, 119 113 110
105 100 110 123 147 121 117 111
ue' CO CO VD
316 331 294
I
-C. el C7> C7,
:...
I
c0
.....
l'
CO
Januari Februari Maart
I
ContantMifrkt
149 112 169 199 276 185 205 230 1976
I
Indexcijfers van de noteringen 2
1
1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
-
Belgische effecten
gemiddelde per beursdag
1969
I
1975
Omzet
Muandgemiddelden . of maanden
I
1973
1971
1969
Bron : N.I.S. : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op de 10e en 25e van iedere maand ; voor de maandcijfers : uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand (Brusselse en Antwerpse Beurzen).
á'Bron : Kredietbank : Verhoi ding van . Eet laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering aan liet einde van de maand op de Brusselse Beurs. Nieuwe reeks vanaf 1975.
- 124 XVI1 • 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Jaarcijfers Bron : N.I.S. Nettoresultaat van het boekjaar Pe:iode 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestart kapitaal
Reserves
(1)
(2)
(3)
Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatie. schuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(8)
(g)
(miljarden franken) (4)
1
(g)
I
(g)
1
( 7)
1
A. - Vennootschappen met voornaamste activiteit in België Banken 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
54 50 50 52 53 47 48 45
9,4 10,1 10,4 14,5 16,5 16,5 18,0 18,5
5,9 7,2 8,1 8,8 10,5 12,3 13,6 14,9
• 1,8 1,9 2,1 2,4 2,8 3,3 3,6 3,7
0,3
1,0 1,1 1,1 1,4 1,6 2,0 2,1
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
11,6 13,1 16,0 20,3 25,1 29,7 34,9
0,5 0,6 0,7 0,9 1,2 1,6 2,0
2,3
0,1
40,4
2,2
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 5 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
1.819 1.865 1.892 1.940 1.981 2.077 2.121 2.141
39,0 44,4 48,1 53,5 57,0 59,4 61,7 63,9
23,0 26,2 27,3 28,8 32,0 34,2 38,4 41,5
4,4 4,4 4,9 5,6 6,3 6,6 6,8 8,6
0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,6 0,8 0,4
2,6 2,8 2,9 3,2 3,7 4,1 4,5 5,2
0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3
19,8 23,7 28,1 33,7 39,6 46,4 55,0 64,1
1,0 1,1 1,4 1,8 2,2 2,8 3,3 3,8
0,9 1,4 1,3 1,3 1,8 1,2 1,5 1,6
1,3 1,3 1,5 1,5 1,8 1,7 2,0 2,9
0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
2,1 2,4 2,3 2,1 2,5 2,3 5,5 5,4
0,1 0,1 0,1 .0,2 0,1 0,2 0,2 0,3
0,2 0,4 0,1 0,1 0,1 0,1 0,3 0,5
0,3 0,2 0,3 0,4 1,5 1,8 0,6 1,0
0,1
6,6 5,6 5,1 4,4 3,6 2,8 2,3 2,0
0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2
0,8 0,7 0,7 0,5 0,4 1,0 0,7 0,6
0,4 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
Metaalverwerkende nijverheid 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
1.396 1.391 1.361 1.352 1.336 1.356 1.391 1.425
21,5 22,9 23,9 28,5 32,3 37,7 42,3 45,7
17,3 19,3 21,3 20,5 22,2 23,3 28,4 31,2
4,8 4,0 4,0 4,8 6,1 7,1 7,8 9,1
IJzer- en staalnijverheid 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
.• • • • • ...... • •.............. • • • • •....... • • • • • •............ • • • • • •
96 93 90 87 90 88 87 86
21,3 23,9 26,2 26,9 25,9 28,3 28,4 28,6
18,2 18,6 19,3 20,1 18,1 18,9 20,2 20,5
0,6 0,8 0,5 0,9 3,1 3,2 1,4 1,4
0,1 0, 1
Textielnijverheid 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973 Noten : zie onderaan tabel XVII-2.
986 976 957 929 919 901 898 915
12,8 13,1 13,2 13,8 14,6 14,4 15,1 15,0
11,1 11,4 12,0 11,3 11,8 12,4 13,0 13,3
1,3 1,3 1,1 1,5 1,7 1,3 1,9 2,1
- 125 -
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers Bron : N.I.S. Nettoresultaat van het boekjaar
Periode 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Obligatieleningen Betaalbaar gestelde brutodividenden
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(6)
(7)
(8)
(9)
0,2 0,3 0,4 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5
0,7 0,8 0,9 0,8 0,9 0,7 1,1 1,4
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
0,4 0,6 0,9 0,8 0,6 1,2 1,3 0,9
1,5 1,5 2,2 2,7 2,8 3,3 4,0 4,4
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
0,6 0,5 0,4 0,4 1,0 4,0 4,4 5,4
0,1 0,3 0,4
1,9 1,2 2,3 2,4 2,6 3,0 3,3 3,6
0,1
13,3 14,2 14,2 14,6 15,9 20,3 29,0 34,2
0,8 0,9 0,9 0,9 1,0 1,1 1,5 2,1
Reserves Winst
Verlies
(miljarden franken) (1)
(2)
(8)
(4)
(5)
I
Voedingerniddelennijverheld 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
725 729 717 703 713 699 693 696
12,1 12,9 14,7 16,1 18,3 17,1 19,5 20,6
1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
606 607 627 643 631 635 644 653
20,2 22,3 35,1 40,4 43,7 48,1 49,9 52,3
24 16 17 17 18 18 17 17
23,6 14,6 28,0 27,2 30,1 31,8 34,3 36,6
9,6 10,8 10,2 9,9 10,7 10,6 12,8 14,5
1,7 2,1 2,5 2,2 2,7 1,8 2,9 3,1
Scheikundige nijverheid
• ........ • • • • • ......... • • • • • • • • •
9,8 10,7 25,8 26,0 27,4 29,8 35,9 35,9
2,8 2,7 4,1 5,3 5,5 6,7 6,7 7,5
Elektriciteit 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
••• • • • .................... • • • • • •
4,3 2,2 5,8 5,3 6,1 7,1 7,5 8,4
2,3 1,3 2,6 2,6 3,0 3,4 3,7 3,8
...
0,1 0,1 0,1* 0,1 0,1 0,1
Steenkolennijverheid 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
•• • • • • • • • • • • • • ..................
30 30 26 25 24 24 22 21
7,0 7,0 4,9 4,7 4,8 4,8 4,6 4,6
2,0 1,8 1,7 1,3 1,1 0,9 0,7 0,6
0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 ...
0,6 0,8 0,5 0,3 0,3 0,2 0,3 0,4
0,3
0,1 0,1 0,1 ...
0,2 0,1 ...
Totaal der vennootschappen met voornaamste activiteit in België 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
14.913 14.986 15:037 15.286 15.567 15.938 16.640 17.155
Noten : zie onderaan tabel XVII-2, volgende bladzijde.
231,7 240,3 279,0 310,9 343,9 371,8 395,4 419,2
145,6 156,4 183,1 181,0 191,4 210,8 239,8 257,5
30,4 28,7 33,0 39,3 47,4 53,5 53,9 62,5
5,1 7,4 7,9 7,0 9,1 9,7 12,6 10,6
13,5 13,1 15,9 17,9 21,2 23,8 .24,2 28,9
1,5 1,4 1,4 1,5 1,7 1,9 1,8 2,0
61,1 66,9 73,3 89,8 104,1 122,3 151,0 173,2
3,4 3,6 4,1 4,6 5,3 7,0 8,5 10,4
- 126 -
XVII • 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN (vervolg) Jaarcijfers Bron : N.I.S. Nettoresultaat van het boekjaar
Periode 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Reserves Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(8)
(8)
(miljarden franken)
1
(3)
(5)
I
1
(6)
I
(6)
(7)
1
1
B. - Totaal der vennootschappen met voornaamste activiteit in het buitenland 299 277 264 252 240 234 229 211
1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
41,4 40,3 40,2 41,2 41,3 43,0 46,8 43,9
32,7 32,7 28,6 27,7 29,7 29,0 31,9 32,0
3,5 2,7 4,4 5,1 6,4 7,1 5,3 5,5
0,9 5,2 0,6 0,1 2,6 0,3 0,2 0,4
2,1 2,3 2,7 3,0 3,6 3,9 3,8 3,7
6,0 12,6 8,5 7,1 11,7 10,0 12,8 11,0
15,6 15,4 18,6 20,9 24,8 27,7 28,0 32,6
0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
1,8 1,8 3,8 4,2 3,7 • 2,3 • • 4,9 4,8
0,1 0,1 0,2 0,3 0,2 0,2 0,3
C. - Totaal e 15.212 15.263 15.301 15.538 15.807 16.172 16.869 17.366
1966 1967 1968 1968 1970 1971 1972 1973
273,1 280,6 319,2 352,1 385,2 414,8 442,2 463,1
178,3 189,1 211,7 208,7 221,1 239,8 271,7 289,5
33,9 31,4 37,4 44,4 53,8 60,6 59,2 68,0
t Naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen naar Belgisch recht. Voor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband met do op het einde van het voorgaande jaar uitstaande obligatie. schuld.
1,6 1,5 1,6 1,7 1,9• 2,1 • 2,0 2,2
62,9 68,7 77,1 93,9 107,8 124,6 155,9 178,0
3,4 3,7 4,2 4,8 5,6 7,2 8,7 10,7
Excl. de N.B.B. Excl. de N.M.K.N. Excl. de N.B.B., de N.M.K.N. en de SABENA. 7 Na aftrek van de dubbeltellingen.
4 5
2 3
XVII • 8. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Cumulatieve cijfers Bron : N.I.S.
Periode 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestart kapitaal
(1)
(2)
Reserves
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Nettoresultaat Winst
I
Verlies
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
1
(3)
(4 )
I
(6 )
A. - Vennootschappen met de voornaamste activiteit in België
1
(6 )II
(7)
•
1970 12 maanden
15.589
344,5
191,6
47,5
9,2
21,1
4,9
1971 12 maanden
15.989
372,3
210,9
53,5
9,7
23,8
5,1
1972 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 12 maanden
1.963 13.738 15.262 16.693
41,2 351,3 369,6 395,7
33,1 205,2 219,4 240,0
7,2 46,4 49,4 53,9
1,5 11,0 11,7 12,6
3,0 21,4 22,3 24,2
1,9 3,6 5,1 7,7
1973 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden •.• ............ •••••• Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
193 441 1.987 5.340 10.743 14.214 15.031 15.307 15.782 16.328 16.701 17.205
3,8 16,7 45,1 119,7 267,0 365,4 380,2 391,1 395,3 405,0 410,2 419,5
2,6 14,4 35,5 76,1 145,5 210,1 217,5 232,3 236,7 245,8 250,7 257,7
0,6 3,8 8,7 20,2 39,0 54,5 56,2 57,2 58,0 59,6 60,7 62,5
0,2
0,2 1,6 4,1 8,7 17,5 25,5 26,2 26,7 26,9 27,6 27,9 28,9
0,6 1,3 2,1 2,8 3,6 4,3. 5,2 5,7 6,4 7,0 7,7 9,7
Noten : zie volgende bladzijde.
0,4
0,9 3,0 7,1 9,0 9,6 9,7 10,0
10,3
10,4 10,6 .
- 127 XVII
3.
-
-
RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg)
Cumulatieve cijfers Bron : N .I.S. Nettoresultaat Periode 2
Aantal getelde vennoot. schappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Reserves Winst
I
Verlies
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
1
(3)
1
(4)
1
(4)
(6)
I
(7)
B. - Vennootschappen met voornaamste activiteit in het buitenland 1970 12 maanden
241
41,4
29,7
6,4
2,6
3,6
0,2
1971 12 maanden
235
43,0
29,1
7,1
0,3
3,9
0,2
1972 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 12 maanden
14 163 194 229
0,3 39,4 42,5 46,8
0,2 26,9 28,9 31,9
4,8 5,0 5,3
0,1 0,2 0,2
3,4 3,5 3,8
0,1 0,2 0,2 0,2
'1973 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
6 8 19 35 79 152 176 179 182 195 200 212
1,4 1,4 1,7 2,2 21,9 37,0 39,6 40,1 40,2 41,5 41,8 44,7
0,3 0,3 0,5 1,0 12,2 27,3 29,3 29,6 29,7 30,3 30,9 32,1
0,1 0,1 0,2 0,2 2,9 4,9 5,0 5,0 5,0 5,1 5,1 5,6
0,1 0,1 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4
0,1 0,1 0,1 0,1 2,0 3,4 3,5 3,5 3,5 3,6 3,6 3,8
0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4
..... ..........
.
C. - Totaal 1970 12 maanden
15.830
385,9
221,3
53,9
11,8
24,7
5,1
1971 12 maanden
16.224
415,3
240,0
60,6
10,0
27,7
5,3
1972 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 12 maanden
1.977 13.901 15.456 16.922
41,5 390,7 412,1 442,5
33,3 232,1 248,3 271,9
7,2 51,2 54,4 59,2
1,5 11,1 11,9 12,8
3,0 24,8 25,8 28,0
2,0 3,8 5,3 7,9
1973 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
199 449 2.006 5.375 10.822 14.366 15.207 15.486 15.964 16.523 16.901 17.417
5,2 18,1 46,8 121,9 288,9 402,4 419,8 431,2 435,5 446,5 452,0 464,2
2,9 14,7 36,0 77,1 157,7 237,4 246,8 261,9 266,4 276,1 281,6 289,8
0,7 3,9 8,9 20,4 41,9 59,4 61,2 62,2 63,0 64,7 65,8 68,1
0,2 0,4 0,9 3,1 7,2 9,2 9,9 10,0 10,3 10,6 10,8 11,0
0,3 1,7 4,2 8,8 19,5 28,9 29,7 30,2 30,4 31,2 31,5 32,7
0,6 1,5 2,3 3,0 3,9 4,6 5,5 6,0 6,7 7,4 8,1 10,1
1 Naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen naar Belgisch recht. 2 Voor de kolommen (1) tot (8) : maand waarin het dividend werd betaald. 3 De obligatiecoupons worden zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden bel aald. De betaling van de obligatiecoupons kan op
4
een andere datum dan die van de dividenden geschieden. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van vennootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. Excl. de N.B.B.. de N.M.R.N. en de SABENA.
- 128 -
XVII • 4. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN 1 Jaarcijfers (Miljarden franken)
Bron : N.I.S. (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 2). Obligaties
Aandelen
(nominaal bedrag) Niet-doorlopende uitgiften
Periode
nominale uitgiften
netto uitgiften
(1)
(2)
uitgiften
aflossingen
nettouitgiften
(4)
(5) = (8) - (4)
(8)
Aandelen en obligaties
Aandelen en obligaties
doorlopende nettouitgiften
Totale nettouitgiften
Totale nettouitgiften
Totale nettouitgiften
(8)
(7) = (5 ) + (6)
(8) = (2) + (7)
(9)
(N.I.S.)
Vennootschappen met voornaamste activiteit in België 1966
29,9
14,8
3,1
2,1
1,0
1,9
2,9
17,7
16,0
1967
33,5
14,8
3,1
2,8
0,3
3,7
4,0
18,8
24,0
1968
51,4
20,4
1,7
2,5
- 0,8
4,3
3,5
23,9
35,0
4,3
3,1
1,2
4,6
5,7
28,0
29,8
1969
46,6
20,3
1970
44,0
18,9
5,3
3,3
2,0
5,4
7,4
28,3
42,3
1971
26,8
15,1
11,9
4,0
7,9
5,9
13,8
28,9
43,2
1972
40,8
✓ 20,8
21,6
3,7
17,9
4,6
22,5
v 43,3
45,5
1973
39,1
✓ 19,7
v13,6
v 3,2
✓ 10,4
v 6,3
v 16,7
v 38,4
v 38,8
Vennootschappen met voornaamste activiteit in het buitenland 1966
0,7
0,8
0,1
0,7
0,7
0,7
0,7
1967
0,1
1968
1,6
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
1969
0,8
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
1970
1,7
1971
4,4
1972
0,5
1973
9,4
- 0,4
-0,4
-0,4
-0,4
2,6
0,2
- 1,4
-1,4
1,2
1,2
v
0,1
2,9
2,8
2,8
v 2,9
2,9
v
0,3
v-0,1
v 0,2
v 0,2
v-0,1
v t:
Totaal 1966
30,6
14,8
3,9
2,2
1,7
1,9
3,6
18,4
16,7
1967
33,6
14,8
3,1
2,8
0,3
3,7
4,0
18,8
24,0
1968
53,0
20,4
3,7
2,5
1,2
4,3
5,5
25,9
37,0
1969
47,4
20,3
4,8
3,2
1,6
4,5
6,1
26,4
30,2
1970
45,7
18,9
5,3
3,7
1,6
5,4
7,0
25,9
41,9
1971
31,2
17,7
12,1
5,6
6,5
5,9
12,4
30,1
44,4
1972
41,3
v20,9
24,5
3,8
20,7
4,6
25,3
v 46,2
48,4
1973
48,5
✓ 20,0
v13,6
v 3,3
✓ 10,3
v 6,3
v 16,6
v 36,6
v 39,0
1 Naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personen vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht. 2 Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en anderzijds uit de verwijdering van de doorlopende en nietdoorlopende uitgiften van de overheidssector (N.M.X.N., SABENA) en van de uitgiften van obligaties en kasbons van de Belgische banken.
N. B. - Kol. (); en (9) : bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van liet N.1.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd do,,r de N.B.B. zoals hierboven in noot 2 uitgelegd. - Kol. (1) : oprichtingen van vennootschappen en kapitaalverhogingen - kol. (2) : gestorte bedragen op inschrijving op aan. delen (verminderd met de andere stortingen dan die in speciën), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (8) : nieuwe uitgiften (gedeelte dat werkelijk uitgegeven werd tijdens het jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd met conversieleningen en met de uitgiften tegen betaling in natura.
- 129 XVII - 5. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN
Maandcijfers 2 (Miljarden franken) Bron : Definitieve cijfers : N.I.S. (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 3). Voorlopige cijfers : Bankcommissie en N.B.B.
A.
-
Vennootschappen met voornaamste activiteit in België Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen enobligaties at
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
Totaal
nominale uitgiften
21
(8)
(4).---(2)-1- (3)
(6 )
Aandelen Periode nominale uitgiften (1)
1974 Eerste
9 maanden
12 maanden 1.975 Eerste
3 maanden
B. - Vennootschappen met voornaamste activiteit in het buitenland
‘
31,1
12,9
49,4
19,3
v
6,9
3,1
v
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
Totaal
(6)
(7 )
(8 )=( 6 ) -1- (l)
Aandelen
4,3
17,2
0,5
...
9,3
v 28,6
0,7
0,2
0,8
v
...
... v
v
0,2
3,9
...
...
...
...
20,8
...
...
...
...
Eerste
6 maanden r,
17,8
6,2
14,6
Eerste
9 maanden v
25,3
10,3
17,6
27,9
...
...
...
...
v
39,2
17,4
24,7
42,1
...
...
...
...
3 maanden v
9,9
4,7
0,4
5,1
...
...
...
...
...
...
12 maanden 1976 Eerste Eerste
6 maanden
v
20,9
9,6
2,4
12,0
1,2
Eerst e
9 maanden
v
29,6
13,6
4,5
18,1
1,2
...
v
3,2
1,2
0,7
1,9
...
...
•• •
•• •
Oktober
v
3,1
3,1
1,8
4,9
...
•• •
•• •
•• •
November
v
3,7
1,]
0,2
1,3
...
...
•• •
•• •
v
7,1
2,9
5,1
8,0
•- •
•• -
•• •
•• •
v
4,5
1,3
0,2
1,5
...
•• •
•• .
•• •
...
• ..
1.975 September
December 1976 Januari
...
v
2,5
1,9
...
1,9
•• •
...
Maart
v
2,9
1,5
0,2
1,7
. ..
...
•• •
April
v
3,5
1,2
1,5
2,7
•• •
-••
•• •
•• •
Mei
v
2,7
1,4
0,4
1,8
1,2
...
...
...
...
Februari
v
4,8
2,3
0,1
2,4
...
...
• ..
Juli
v
2,8
0,9
1,8
2,7
...
...
...
...
Augustus
v
2,9
1,4
•• •
1,4
...
...
...
....
September
v
3,0
1,7
0,3
2,0
•• •
•• •
•• •
•• •
Juni
1 Naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht. 2 De cijfers van deze tabellen verschillen in de volgende opzichten van die welke in tabel XVII-4 voorkomen : a) de netto-uitgiften van aandelen bevatten de bijstortingen niet: b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften.
3
De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de uitgiften van obligaties van de publieke sector (N.M.H.N., SABENA) en van de Belgische banken.
N. B. - Eerste 3, 6 en 9 maanden = optelling van de maandcijfers. Het definitieve cijfer van de 12 maanden omvat aanvullende gegevens die niet per maand kunnen ingedeeld worden Ivoor de kolommen (1), (3), (5) en (7) zie tabel XVII • 4.] .
XVII - 6. - VERPLICHTINGEN VAN DE BEDRIJVEN 1 EN PARTICULIEREN TEGENOVER DE BELGISCHE FINANCIELE INSTELLINGEN Indeling naar de instellingen waarbij deze verplichtingen bij hun oorsprong werden aangegaan
2
(Miljarden franken) Overwegend geldscheppende instellingen
Einde periode N.B.B.
(1)
1969 1970
2,8 2,8 3,7
1971
Banken
(2)
(3)
214,5 243,6
Totaal
ASLK
3
(4) = (1) tot (8)
het beroepskrediet (5)
het huisvestingskrediet
217,3
149,3 170,7
57,0 62,6
Private spaarkassen
(10) = (11) = (5) tot (9) (4)+ (10)
80,4 90,9
0,9 0,7
394,9
612,2
112,4
437,3
1,0 1,8 1,9
477,8 530,0 607,9
683,7 760,9
107,3
279,4
184,3
71,0
120,9
100,6
342,8 400,1 452,5
194,2 219,9 248,5
79,0 88,4
3,5
338,5 395,6 448,6
138,8 161,5 180,1
116,2 136,2 158,1
2,1
0,4
524,4
526,9
278,0
110,3 129,0
201,0 233,3
183,9 219,7
98,0
Eindtotaal
(9)
(7)
...
1975
Totaal
(8)
(G)
0,4 0,4 0,4
3,9 4,1
...
Diversen
overheidesbedrijven uitgegeven obligaties 5
246,4 283,1
1972 1973 1974 L976
waarvan
Openbare kredietinstellingen gespecialiseerd in
.
Overheidsinstellingen
...
Overige financiële instellingen
1,6
686,3
1,8
775,0
1,9
872,8 1.008,0 1.138,8
(12)
24,0 29,1 38,1 47,1 52,6 58,4
897,3
1.301,9 1.514,0
73,1 60,0
v
1,7
0,4
614,6
616,7
313,4
L974 December .
3,5
0,4
448,6
452,5
248,5
98,0
180,1
158,1
1,6
686,3
1.138,8
58,4
1975 Maart 4 Juni September . December .
3,1 1,9 1,0 2,1
0,4 0,4 0,4 0,4
457,5 475,0 487,0 524,4
461,0 477,3 488,4 526,9
249,9 259,6 266,8 278,0
101,6 104,9 107,7 110,3
183,7 187,2 192,2 201,0
160,9 167,8 173,6 183,9
1,1 1,0 1,3 1,8
697,2 720,5 741,6 775,0
1.158,2 1.197,8 1.230,0 1.301,9
63,0 67,3 68,2 73,1
1976 Maart Juni September . December v
1,7 :1,2 1,2 1,7
0,4 0,4 0,4 0,4
544,7 569,0 591,7 614,6
546,8 570,6 593,3 616,7
288,7 295,4 301,3 313,4
114,7 120,3 124,8 129,0
207,3 215,5 223,4 233,3
190,8 200,4 207,5 219,7
1,8 1,8 1,8 1,9
803,3 833,4 858,8 897,3
1.350,1 1.404,0 1.452,1 1.514,0
73,7 69,1 68,9 69,9
...
De bedrijven omvatten de overheidsbedrijven, maar niet de financiële instellingen. In de cijfers zijn de obligatieleningen uitgegeven door de bedrijven. incl. de door de overheidsbedrijven voor ten hoogste een jaar uitgegeven certificaten, begrepen. 2 Er is van uitgegaan dat de door de bedrijven uitgegeven obligatieleningen bij hun oorsprong aangegaan zijn bij de instelling die ze in haar bezit heeft. 3 Zie tabel XIII-1, kolom (10) + kolom (111.
Met inbegrip van de wissels die vervielen op de laatste dag van de maand en die niet konden worden geïncasseerd omdat die' dag een zaterdag of een feestdag was. 5 Met uitzondering van de door de overheidsbedrijven voor ten hoogste een jaar uitgegeven certificaten. N. B. - De in deze tabel gepubliceerde cijfers vormen een nieuwe reeks die niet kan worden vergeleken met die welke vóór januari 1976 werd gepubliceerd (zie Tijdschrift van de Nationale Bank van België, LI0 jaargang, deel I, nr 1, januari 1976). 4
XVII - 7. - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN Bron : Belgisch Staatsblad. Maandgemiddelden
Miljarden franken
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
4,9 5,6 7,4 10,1 10,4 9,7 14,7
1975 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
7,0 8,0 10,7 13,0
1976 le kwartaal 4e kwartaal
13,8 15,8 14,7 14,3
1977 le kwartaal
14,3
5,9
2 5 kwartaal 3e kwartaal
1 Bedragen berekend volgens de geïnde inschrijvingsrechten. Incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 th pct. van het totaal bedragen, doch excl. de wettelijke hypotheken.
nibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 19(1O-1970. - Indices af. Stal istigncs (,Beurscommissie van Brussel). -
Wceld:crichten -can dc Kredietbank. - BcIgicch Staatsblad : Ministerie van Financiën : 'Toestand van de verrichtingen inzake belastingen. Hypotheeksrechten.
- 131 -
XVIII. - GELDMARKT 1. - MARKT VAN HET DAGGELD * (Miljarden franken) Bedragen opgenomen door
Bedragen uitgeleend door
Totaal Rentenfonds
(I)
(2)
(3)
3,8 3,8 4,4 5,2 6,4 6,2 6,5 6,8
0,1 1,6 1,2 0,8 0,9 1,4 5,7 0,8
1975 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
6,9 6,9 5,8 6,5
1976 1 0 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
6,2 7,7 6,9 6,3
5,3 4,9 5,0 7,5 1,5 0,3 0,1 1,3
1977 le kwartaal
7,3 7,5 10,0 5,3 6,4 3,6 10,7 3,9 6,8 8,3 8,8 4,2 8,4
0,8 ... ... 1,0 0,2 ... ... ... 0,7 3,1 0,1 2,3 0,2
5,5
0,4
Daggemiddelden 1
. ....... .............
II.W.I.
(4)
(•)
(6)
1-1
w d CO 3
01 d r-1
'
m co m.
rn cq
r-
d
de op de daggeldmarkt verhandelde kapitalen het « Protocol opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van het gewaarborgde daggeld Sedert 1 mei 1969 is een nieuw • Protocol tot regeling van de markt van het gewaarborgde daggeld s van kracht tussen het Rentenfonds, het H.W.I., de financiële instellingen van de overheidssector en van de particuliere i ce tor die direct opeisbare middelen ontvangen, inlagen op deposito- of at aarboekjes of middelen voor termijnen die 8 maanden niet overschrijden. In de tabel zijn bovendien kapitalen opgenomen die buiten deze protoctls werden verhandeld.
, w mt"; r; C g ,"; C 0 r;
• Van 17 november 1959 tot 30 april 1969 gold voor het grootste deel van
-4,CJ1-1CD In
1.7
April
...
CO
1976 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart
Rentenfonds
N a1-11-1 cqaD
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
Depositobanken
,M rn
Depositobanken
Overige instelling-en 2
Overige instellingen
3
(8) = (1) ( 2 ) + (3 ) of (4) + (5)
(7)
+ (6) + (7)
+
1,8 0,1 0,3 1,2 3,1 3,9 0,1 1,2
3,5 6,7 6,1 5,4 4,8 4,2 10,4 4,6
0,6 0,4 0,5 0,7 0,7 0,6 1,0 1,0
7,2 8,8 8,8 9,5 11,5 11,8
... ... 0,5 ...
10,4 10,0 8,9 12,1
1,0 1,1 0,8 1,1
15,5
0,4 0,2 3,6 0,6
5,9 6,5 1,8 4,2
1,0 0,7 0,7 1,5
11,4 11,9
0,2 0,1 0,4 ... 0,2 0,1 10,8 1,9 0,2 ... 0,1 0,1 0,4
5,5 6,3 10,4 2,9 3,6 1,1 0,6 0,2 4,6 7,9 7,7 3,4 5,1
1,4 0,3 0,6 1,3 1,1 0,8 0,3 0,5 1,7 2,1 0,7 1,0 2,3
11,6 11,1 14,8 9,8 9,3 7,2
0,5
2,5
1,1
15,6
11,2 15,5 14,3 17,2
10,2 11,2
14,1
7,7 10,4
15,5 12,4 10,7
11,5 8,8
1 De gemiddelden worden berekend op basis van liet totaal aantal dagen van de periode; deze laatste methode stemt overeen met die welke het H.W.I. gebruikt voor de voorstelling van zijn gegevens. 2 Deze kolom omvat inzonderheid de ASLK, de N.M.K.N., het Gemeentekrediet van België, de N.M.B.S. (tot 80 april 1969) en diverse geldschieters • buiten Protocol Deze kolom omvat inzonderheid de N.D.D., de N.K.B.K., de N.M.K.N., liet Gemeentekrediet van België, de N.M.B.S. (tot 30 april 1969).
- 132 XVIII • 2.
-
HOUDERSCHAP VAN HET DOOR DE DEPOSITOBANKEN GEDISCONTEERDE HANDELSPAPIER EN VAN DE BANKACCEPTEN (Miljarden franken)
Portefeuille van Gemiddelde bedragen aan het einde van de maand
2
de depositobanken (1)
het H.W.I. (2)
3
de overige instellingen van de markt van lijtszteulier
Totaal de N.B.B. 4
en portefeuille in het buitenland (3)
(4)
(5) = (1) tot (4)
1969
89,9
. 2,2
19,5
26,0
137',6
1970
110,4
5,8
20,8
7,6
144,6
1971
124,1
4,6
23,5
4,1
156,3
1972
130,6
3,4
24,9
12,7
171,6
1973
140,3
3,2
24,1
20,7
188,3
1974
158,2
4,5
27,8
27,2
217,7
1975
167,1
8,8
38,0
10,5
224,4
1976
184,9
4,3
33,8
35,8
258,8
1974 4 0 kwartaal
153,5
11,8
29,0
24,7
219,0
1975 le kwartaal
156,8
7,5
47,0
11,3
222,6
2° kwartaal
165,3
5,6
43,0
10,1
224,0
3e kwartaal
175,4
9,2
30,1
7,9
222,6
4 0 kwartaal
170,8
12,8
31,8
12,8
228,2
1976 le kwartaal
179,9
7,7
39,3
22,7
249,6
20 kwartaal
178,1
5,7
37,0
33,4
254,2
30 kwartaal
188,8
1,5
29,5
43,6
263,4
kwartaal
192,8
2,4
29,5
43,3
268,0
4e
t Opgenomen bedragen van de disconto- en acceptkredieten in Belglsclie franken bij hun oorsprong verleend door de depositobanken aan bedrijven en particulieren (excl. de financiële instellingen, maar incl. do parastatale bedrijven), aan het Wegenfonds en aan het buitenland. 2 Om die gemiddelden te berekenen heeft men eenmaal de uitstaande bedragen bij het begin en aan het einde van de periode genomen en tweemaal de uitstaande bedragen aan het einde van de tussenliggende maanden.
3
4
Bedrag van de portefeuille met uitzondering van het bij de N.B.B.
geherdisconteerde gedeelte. Aangezien de tabel uitsluitend betrekking heeft op de bij hun oorsprong door de depositobanken verleende kredieten, bevatten de cijfers van deze kolom niet de directe kredieten van de N.B.B.
XVIII • 3. - HERDISCONTOPLAFONDS EN MAANDELIJKSE QUOTA'S VAN DE VOORSCHOTTEN IN REKENING-COURANT VAN DE BANKEN BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE Herdiscontoplafonds
Einde periode (plafonds) of maand (quota's)
Plafonds berekend volgens de algemene formule : toegepaste percentages op de in aanmerking genomen werkmiddelen 1
Aangerekende bedragen Gezamenlijke plafonds
(2)
GeherGeviseerd disconteerd papier niet2 geviseerd papier 3 (3)
(4)
Beschilcbare marges Totaal (5) = (3) + (4)
(6) = (2 )
-
12,00
44,0
29,7
4,2
33,9
10,1
1970
9,00
38,0
20,7
6,2
26,9
11,1
1971,
9,00
43,9
19,0
9,4
28,4
15,5
1972
8,00
46,2
20,4
14,6
35,0
11,2
37,8
14,4
18,0
32,4
5,4
Subplat ond A 4
Subplafond 13 4 (4)
Totaal
1973
:1971 December 1975 Maart Juni September December 1976 1\.faart; April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart April
5,50
4,00 4,25 4,75 5,25 5,25 4,75 4,75 4,75 4,75 4,25 4,25 4,25 4,25 4,25 4,675 5,1425 5,25 5,25 5,25
(7 )
( miljarden franken)
(1)
1969
(5 )
Maandelijkse quota's van de voorschotten in rekening courant aangerekend tegen de gewone rentevoet
Subplafond A 4 (2a)
Subplafond 13 4 (2h)
15,7
15,7
24,1 5
10,3 5
23,6 23,6 25,2
23,6 23,6 25,2
22,9' 23,0 23,0 23,0 7 24,4
22,9 6 23,0 23,0 23,0v 24,4
Totaal (2)= (2a) (2b)
31,4 34,4 5 39,0 43,1 49,5 47,2 47,2 50,4 50,4 45,8' 46,0 46,0 46,0 7 48,8 53,8 59,2 59,9 59,9 59,9 8
(3 )
13,9 14,8 5
12,4 6,3 5
21,9 20,5 21,0
20,3 20,1 14,9
22,0' 22,0 19,8 22,0 7 20,6
19,2' 20,9 19,6 20,9 7 13,4
(5 ) = (3) + (4)
26,3 21,1 5 13,6 18,3 29,1 42,2 40,6 35,9 36,4 41,2' 42,9 39,4 42,9 7 34,0 40,8 32,8 38,4 29,5 26,9'
Subplafond
Subplafond
A 4
13 4
(6a)
(6b)
1,8 9,3 5
3,3
1,7 3,1 4,2
3,3 3,5 10,3
0,9e 1,0 3,2 1,0 7 3,8
3,7' 2,1 3,4 2,1 7 11,0
4,0 5
Totaal ( 9 )=( 6a) ( 91))= (2) - (5)
5,1 13,3 5 25,4 24,8 20,4 5,0 6,6 14,5 14,0 4,6 6 .3,1 6,6 3,1 7 14,8 13,0 26,4 21,5 30,4 33,0'
20,7 21,2 21,2 25,1 25,7 25,7 25,7 25,7 27,2 27,2 27,2 27,2 27,2 27,2 28,9 28,9 28,9 29,8 30,3
1 De in aanmerking genomen middelen omvatten de eigen middelen, de uitgegeven obligaties en kasbons en de ontvangen deposito's in Belgische franken (direct opeisbare, op termijn, op boekjes) met uitzondering van de crediteurenrekeningen op naam van banken. 2 Deze rubriek omvat : a) tot 30 maart 1970, liet, al dan niet geherdisconteerde geviseerde Papier met een resterende looptijd van minder dan twee jaar (incl. de Creditexport-wissels): b) van 31 maart 1970 tot 31 maart 1974, de al dan niet geherdisconteerde geviseerde Creditexport-wissels met een resterende looptijd van hoogstens (Wil jaar en het andere al dan n'et geherdisconteerde gevigeerde papier met een resterende looptijd van minder dan twee jaar; e) vanaf 1 april 1974 de geviseerde of gecertificeerde Creditexportwissels met een resterende looptijd van hoogstens één jaar die niet gefinancierd worden door de Pool, en het overige geviseerde papier, al dan niet geherdisconteerd, met een resterende looptijd van minder dan twee jaar. 3 Incl. het gecertificeerde en geherdisconteerde papier en het bij de N.B.B. herdisconteerbare papier dat op de markt van het particulier disconto, gehouden door het II.W.I., gemobiliseerd is (vanaf 1 april 1974, excl. de gecertificeerde Creditexport-wissels). 4 a) van 8 juli 1974 tot 31 januari 1979, van 12 februari tot 16 juni en van 23 juli tot 19 december 1976, was liet plafond van elke bank bruikbaar : - tot beloop van de helft voor het effectieve herdisconto - hetzij rechtstreeks bij de N.B.B. tegen haar officiële discontovoeten, hetzij bij het H.W.I. tegen de rentevoet bepaald door deze instelling - van geviseerd of gecertificeerd papier of van handelspapier in eertegen' woordiging van binnenlandse transacties dat beantwoordt aan de her-
discontovoorwaarden van de N.B.B. en voor zover de looptijd van deze verschillende soorten papier nog slechts maximum 120 dagen bedraagt (subplafond A); - tot beloop van de helft voor liet effectieve herdisconto bij liet H.W.I. en aan de rentevoet bepaald door deze instelling, van geviseerd of gecertificeerd papier of van handelspapier in vertegenwoordiging van binnenlandse transacties dat beantwoordt aan de herdiscontovoorwaarden van de N.B.B. en voor zover de looptijd van deze verschillende soorten papier nog slechts maximum 120 dagen bedraagt, evenals van geviseerd of gecertificeerd papier • Creditexport s dat nog meer dan 120 dagen tot maximum 1 jaar te lopen heeft (subplafond B). b) van 1 februari tot 31 maart 1075 mocht liet plafond van elke bank gebruikt worden ten belope van 70 pct. voor het eubplafond A en 30 pct. voor liet subplafond B. c) aangezien de indeling in subp's fonds A en 13 van 1 april 1075 tot 11 februari 1976, van 17 juni tot 22 juli 1976 en vanaf 20 december 1970 was afg2schaft, beschikte elke bank over een enkel plafond (IA kon worden gebruikt voor het herdisconto : - hetzij rechtstreeks bij de N.13.B., van wissels van de onder a) beschreven types en waarvan de resterende looptijd niet meer dan 120 dagen bedroeg; - hetzij bij het H.W.I. voor de wissels van dezelfde aard en voor het Creditexport s-papier waarvan de looptijd niet meer dan een jaar bedroeg. 5 Toestand op 28 maart 1975. 6 Toestand op 30 juli 197G. 7 Toestand op 29 oktober 1976. Toestand op 20 april 1977.
Bibliografische referenties :
ari 1971 e Een nieuwe statistiek : herdisconto- en visumplafonds van de banken bij de Nationale Bank van België n. - XLIXe jaargang, deel I, nr 6, juni 1974 • Mededeling van 28 juni 1974 van de Nationale Bank van België betreffende de herdiscontoplafonds 'en de voorschotten' in rekeningen-courant ». - Le jaargang, deel I, nr 8, maart 1975 « Aanpassing van de herdisconto- en visumplafonds van de Nationale Bank van België n en deel II, nr 3, september 1975 : « Verhoging van de herdiscontoplafonde en van de voorschottenquota's van do Nationale Bank s. LIe jaargang, deel I, nr 2, februari 1976 : a Maatregel van monetair beleid ». LIe jaargang, deel II, nrs 1-2, juli-augustus 1976 : • Maatregelen van monetair beleid n.
Belgische Economische Statistieken 1960-1970. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XXVIIIe jaargang, deel I, nr 5, mei 1953 : a Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt
(cnll money) » - XXXVe jaargang, deel I, nr 4, april 1900 : a De Belgische geldmarkt » - XXXVIIe jaargang, deel I. nrs 3 en 4, maart en april 1962: • De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldmarkt » - XLIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1967: « Nieuwe tabellen aangaande de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan de bedrijven en particulieren en aan het buitenland s. - Tijdschrift van de Nationale Bank van België, xLvie jaargang, deel I, nr 1, janu-
- 134 -
XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSTARIEYEN (In procenten per jaar)
1. - DISCONTO. EN RENTETARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE Voorscho ten in rekeni Ig-courant en beleningen op
Disconto Geaccepteerd, in een bank gedomipapier, warrants en gevise2rde 1 of gecertificieerde 2 accepten met betrekking tot verrichtingen van buitenlandse handel
Andere wissels en promessen
Tarief van kracht op 31.12-1969
7,50
9,50
9,00
9,25
9,50
1970 22 oktober 10 december
7,00 6,50
9,00 8,50
8,50 8,00
8,75 8,25
9,00 8,50
6,00 5,50
7,50 7,00
7,00 6,50
7,25 6,75
7,50 7,00
5,00 4,50
6,50 6,00
6,00 5,50
6,25 5,75
6,50 6,00
.-. _.-
4,00 4,50 5,00
5,00 5,50 6,00
5,00 5,50 6,00
._
5,50 6,00 6,50 7,00 7,75
7,00 7,50 8,00 8,50 8,50
7,00 7,50 8,00 8,50 8,50
1 februari
8,75
9,50
9,50
)5
6
8 juli
a 8,75
9,50
9,50
......
8,25 7,50 7,00 6,50 6,00
9,00 8,00 7,50 6,50 6,00
9,00 8,00 7,50 6,50 6,00
..... ._.
7,00 8,00 9,00 9,00 9,00 9,00 9,00
7,00 8,00 9,00 9,00 9,00 9,00 9,00
7,00 8,00 9,00 12,50 12,00 11,00 10,00
8,00 7,00
8,00 7,00
8,00 7,00
6,50
6,50
6,50
Datum van de wijziging
1971 25 maart 23 september 1972
1973 10 mei 5 juli 2 augustus 4 oktober 29 november 1974
1975 30 januari 13 maart 24 april 29 mei 21 augustus 1976 18 maart 23 juli 13 augustus 1 oktober 20 oktober 18 november 9 december 1977
6 januari 17 februari
5 mei
Schatkistcertificaten uitgegeven op meer dan 130 dagen en voor max. 374 dagen 3
andere overheidsfondsen 4
Datum van de wijziging
1974
_.
6 januari 3 februari 2 maart 23 november 21 december
Schatkistcertificaten en certi (jeu. ten van het Dentenfonds uitgegeven voor maximum 130 dagen 3
Voorschotten boven het maandelijkse quotum toegewezen aan de banken, de private spaarkassen en de openbare kredietinstellingen 7
8 juli 15 juli 16 juli 17 juli 23 juli _... 14 augustus 19 augustus ..... 22 augustus ..... _. 3 september 6 september -. _. 18 september 10 oktober oktober . 29 oktober . ..... . 30 oktober 4 november -. _. 5 november
1975 10 januari 13 januari 30 januari 13 maart 15 april 25 april 16 mei 29 mei 17 juni 9 juli 21 augustus 1976 30 januari 11 februari 24 februari 15 maart 17 maart 1.9 maart 21 april 19 mei 23 juli 30 juli 13 augustus 27 augustus 6 september 1 oktober 20 oktober 26 oktober 2 november 9 december 17 december
1977
6 januari 17 februari
5 mei
1 liet visum werd afgeschaft op 1 april 1974. liet certificeringsstelsel werd op 1 juni 1970 ingevoerd. Maximaal beleningspereentage : 95 pet. 4 Alleen de effecten en overheidsfondsen aan toonder . in Belgische franken luidend, worden in onderpand aanvaard. Maximum beleningspereentage : 80 pet. 5 Van 8 juli 1974 tot 81 maart 1975, van 12 februari tot 16 juni 1976, en 2 3
7
••._
_.-.
_.
-. ._.
....
Tarieven
13,25 14,00 13,75 13,50 13,00 13,25 13,00 12,75 12,50 12,00 11,75 11,50 11,25 11,00 10,75 10,50 10,25 10,00 9,75 9,25 8,25 8,00 7,75 7,50 7,00 6,75 7,00 6,50 7,50 8,00 7,50 8,00 9,00 10,00 9,00 8,00 9,50 10,50 11,50 13,00 13,50 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,50 8,50 7,25
6,75
vanaf 23 juli tot 19 december 1979, voor de banken, do private spaarkassen en de openbare kredietinstellingen : rentepercentage van het op het herdiscontosubplafond A aangerekend papier (zie tabel XVIII-8). Voor de banken, de private spaarkassen eu de openbare kredietinstellingen : rentepercentage voor de voorschotten binnen het door de Bank toegewezen maandelijkse quotum. Rentepercentage dat sedert 8 juli 1974 bestaat.
- 135 XIX - 3. - RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN XIX • 2. - DAGGELDRENTE
Periode
EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS Schatkisteertif seinen op zeer korte termijn 2
Gemiddelden
maand 1and i maanden 2 maanden
1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
5,40 6,25 3,70 2,48 4,81 9,25 4,63 8,38
1975 I e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
5,15 4,55 4,79 4,11
kwartaal 2 8 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
5,48 7,10 10,41 10,15
1977 le kwartaal
6,07
1976
le
1976 April
Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1977 Januari Februari Maart April
liet gaat
OM
7,74 6,52 7,16 7,14 10,28 12,18 15,52 8,86 7,37 6,14 6,69 5,46 6,1.8
(einde periode)
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976
4
6
5
1975 le kw. . 2e kw. . 3e kw. . 4e kw.
.
6,90 5,25 5,55 5,55
7,15
5,50 5,80 5,80
7,30 6,00 6,05 6,05
7,40 6,25 6,20 6,20
9,46 7,03 6,32 6,20
1976 le kw. . 9,00 9,00 9,00 9,25 6,87 2e kw. . 8,50 8,75 9,00 9,50 9,80 30 kw. . 13,00 13,00 13,00 13,25 10,91 4e kw. . 10,00 10,00 10,00 10,50 12,69 1977 le kw. .
7,25
7,75
8,35
1.976 April . 9,25 9,25 9,25 Mei 9,00 9,25 9,50 Juni 8,50 8,75 9,00 10,00 10,00 10,00 Juli Aug. 11,00 11,25 11,50 Sept ._ 13,00 13,00 13,00 13,50 13,50 13,50 Okt. Nov. ._ 11,00 11,25 11,50 Dec. ._ 10,00 10,00 10,00
9,50 10,00 9,50 9,50 11,75 13,25 13,75 11,50 10,50
9,44 10,00 9,84 9,50 11,62 13,15 13,74 12,64 10,88
9,00 7,75 7,75 7,50
9,36 8,28 7,75 7,72
1.977 Jan. - . Febr Maart . April .
6,75
8,00 7,00 6,75 6,75
gewogen gemiddelden van de gemiddelde dagelijkse rente-
opgenomen). ministerieel besluit van 9 november 1957 (BcIgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maait 1964 (RrIgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 3233). 3 De schatkistcertificaten B worden hetzij door banken, hetzij door het Bentenfonds aangehouden; de certificaten van het lientenfonds door over-
7,00
8,00 7,25 7,00 7,00
8,25 7,50 7,25 7,25
Schatkistcertificaten uitgegeven bij toewijzing 6 Datu m 6 9 12 maanden maanden maanden
6
4,00 4,50 5,00 5,25 4,44 7,50 8,00 8,50 8,75 7,14 6,15 6,55 6,95 7,25 8,13 4,10 4,45 4,80 5,15 5,46 3,90 4,20 4,50 4,85 4,12 7,05 7,35 7,65 7,95 6,36 10,00 10,25 10,50 11,00 10,85 5,55 5,80 6,05 6,20 7,14 10,00 10,00 10,00 10,50 9,96
percentages. )bij deze berekening is niet alleen rekening gehouden met de kapitalen die elke dag opgenomen worden in het kader van de protocols opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van het gewaarborgde daggeld, maar ook met kapitalen die buiten deze protocols worden 2 Ct.
Schatkistcertificaten B en cert ficaten van h -t Rentenfol ' d , 3
1968 10 dec.
5,25
5,30
5,30
1969 9 dec.
8,80
8,80
8,80
1970 8 dec.
7,45
*
7,75
1971 14 dec.
5,35
5,65
6,15
1972 12 dec.
4,85
5,25
5,85
1973 11 dec.
*
*
8,10
1971 10 dec.
*
*
*
1975 11 maart 10juni 9 sept 9 dec.
8,00 6,50 6,75 6,75
* 6,75 7,00
* * * *
1976 9 maart 13 april 11 naei 8juni 13juli 10 aug. 14 sept. 12okt. 9 nov. 14 dec.
7,10
1977 lljan. 8febr. 8inaart 12 april 10 mei
* * * * * * * * * * *
* * 10,00 9,75 10,50
* 10,50 12,50 10,75 9,00 8,75 8,00 8,00 7,75
* * * * * * * * * 10,50
*
*
9,00 8,25 8, *2 5
9,25 8,50 8,50 8,25
heidsinstellingen, banken of spaarkassen. Deze heide soorten certificaten vloeiden voort uit de hervorming van de geldmarkt in november 1957. Percentage van de laatste wekelijkse toewij,.ing van ot de maand.
het Jaar,
liet kwartaal
5 Gewogen gemiddelde van de percentages van de wekelijkse toewijzingen van liet jaar, liet kwartaal of de maand. 6 Enige rentepercentages. geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogete
in aanmerking genomen rentepercentages). • Geen toewijzing.
- 136 -
XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN BIJ DE BANKEN ' Depositorekeningen Datum van de wijziging
op termijn
2
dadelijk opvraagbaar
met 15 dagen opzegging 2
1 maand
8 maanden
8 maanden
12 maanden
Tarief van kracht op 31-12-1971
0,50
2,00
3,00
4,00
4,75
5,50
1972 15 januari 13 maart 1 december
0,50 0,50 0,50
1,50 0,75 1,00
2,50 1,75 2,00
3,50 2,75 3,00
4,50 3,75 4,00
5,40 5,00 6,00
1973 15 januari 4 juni 16 augustus 15 december
0,50 0,50 0,50 0,50
1,35 1,75 2,75 3,50
2,40 2,90 3,90 4,65
3,50 4,00 5,00 5,75
4,50 5,00 5,75 6,40
5,25 5,50 6,25 6,75
1974
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
4,00 4,50 4,50 5,00 5,25 4,75
5,15 5,65 5,65 6,00 6,25 5,75
6,25 6,75 6,75 7,00 7,25 7,00
6,90 7,15 7,40 7,50 7,75 7,50
7,25 7,25 8,00 8,00 8,25 8,25
1975 10 februari 16 februari 10 maart 1 april 20 mei 9 juni 10 oktober
0,50 0,50 0,50 0,60 0,50 0,50 0,50
4,25 4,25 3,50 3,50 3,50 3,00 2,50
5,25 5,25 4,75 4,75 4,50 4,00 3,50
6,50 6,50 6,00 6,00 5,50 5,00 4,65
7,00 7,00 6,50 6,50 6,00 5,50 5,25
8,25 8,00 7,75 7,25 7,25 6,75 6,75
1976 12 januari 15 april 23 augustus 20 september
0,50 0,50 0,50 0,50
2,50 3,00 3,75 4,75
3,50 4,00 4,75 5,75
4,65 5,15 5,90 6,75
5,25 5,75 6,25 7,00
7,00 7,25 7,25 7,25
1 977 17 januari 1 maart
0,50 0,50
4,25 3,25
5,25 4,25
6,50 5,50
6,75 6,25
7,25 7,25
6 februari 8 april 20 mei 1 juli 15 september 12 november
.
waarden. de toestand van de betalingsbalans en liet conjuuetuurverloop, zijn het voorwerp van een akkoord tussen de N.B.B. en de Belgische Vereniging der Banken waaraan besprekingen voorafgingen.
t Tarief toegepast door ca. 25 banken, waaronder de voornaamste. Andere banken, vooral regionale, passen over het algemeen een hoger tarief toe. De veranderingen die de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn ondergaat, naargelang de marktvoor-
2
XIX - 5. - RENTETARIEVEN DOOR DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
TOEGEPAST OP GEWONE SPAARBOEKJES le tranche 1
2e tranche
2
Periode Rentetarief
1 januari tot 15 maart 1972 16 maart 1972 tot 31 mei 1973 1 juni tot 31 augustus 1973 1 september tot 31 december 1973 1 januari tot 15 februari 1974 16 februari tot 31 mei 1974 1 juni tot 15 september 1974 16 september tot 31 december 1974 4 1 januari tot 15 maart 1975 16 maart tot 30 april 1975 1 mei tot 15 juni 1975 Vanaf 16 juni 1975
Getrouwheidspremie
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75 1,00 1,50 1,25 1,25 1,25 1,25
3,50 3,25 3,50 4,00 4,25 4,50 4,75 4,75 5,00 4,75 4,50 4,25
1 Rentetarieven toegekend aan Magen tot fr. 500.000. 2 Rentetarieven toegekend aan liet deel van de inlagen dat de bij gestelde grenzen overtreft. 3 De getionwheidspremie wordt toegekend aan iedere inlage of deel van inlage die tussen de 10e januari en de 81e december van eenzelfde jaar in liet spaarboekje ingeschreven bleef.
4
3
Rentetarief
2,50 2,25 2,50 3,00 3,25 3,50 3,75 3,75 4,00 3,75 3,50 3,25
Getrouwheidspremie
3
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75 1,00 1,50 1,25 1,25 1,25 1,25
ten belope van 1 pct. op jaarbasis Een • aanmoedigingspremie 1074 werd toegekend pro rata temporis voor de periode van 18 september tot 81 december 1974 op de gemiddelde gewogen aangroei van hot tegoed t.o.v. het per 15 september 1974 uitstaande saldo.
- 137 XIX
-
6.
-
RENDEMENT VAN EFFECTEN MET VAST RENDEMENT
OP DE BEURS TE BRUSSEL 1 Leningen uitgegeven na 1 december 1962 Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar Begin der periode Staat
Parastatale instellingen en steden
Vervaldag over meer dan 5 jaar
Staat
Parastatale instellingen en steden
Part iculiere vennootschappen
Gewogen gemiddelden
1969
6,61
6,62
6,65
6,71
7,69
6,69
1970
7,37
7,96
7,80
8,20
9,26
7,93
1971
6,92
7,37
7,79
7,97
9,32
7,78
7,11
7,69
7,14
1972
6,87
6,83
7,17
1973
6,76
6,81
7,21
7,11
7,74
7,14
1974
7,72
7,61
7,92
7,95
8,56
7,90
1975
8,76
9,18
9,03
9,41
10,90
9,13
1976
8,33
8,41
8,72
8,90
10,29
8,69
1977
9,32
9,30
9,22
9,62
, 11,70
1975 Januari
8,76
9,18
9,03
9,41
10,90
9,13
April
8,16
8,64
8,71
8,86
9,94
8,69
Juli
7,75
7,73
8,07
8,17
9,57
8,05
Oktober
8,28
8,39
8,50
8,61
10,38
8,53
8,33 .
8,41
8,72
8,90
10,29
8,69
April
8,34
8,89
9,00
9,01
11,21
8,94
Mei
8,52
9,13
9,19
9,28
11,47
9,15
Juni
9,32
9,25
9,35
9,52
11,77
9,39
Juli
8,97
9,16
8,94
9,41
11,65
9,10
Augustus
9,00
8,93
8,81
9,00
11,57
8,93
September
9,43
9,21
9,21
9,41
11,98
9,32
Oktober
9,31
9,25
9,11
9,36
11,99
• 9,24
November
9,43
9,35
9,17
9,50.
12,07
9,34
December
9,45
9,40
9,30
9,61
11,88
9,42
9,32
9,30
9,22
9,62
11,70
9,35
Februari
9,12
9,19
9,24
9,50
11,14
9,29
Maart
9,07
9,04
9,08
9,29
10,73
9,1.3
April
9,14
9,04
9,06
9,21
10,82
9,11
Mei
8,93
8,85
8,94
9,20
:10,47
9,00
1976 Januari
1977 Januari
t Gemiddeld rendement berekend op basis van de rente vóór fiscale afhoudingen aan de bron. liet gemiddelde rendement is het percentage dat,
toegepast bij de berekening van de actuele waarde van de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en
.
9,35
premies) van de annuïteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnoteringen, verhoogd met de courtage en eventueel met de opgelopen -eute.
- 138 -
RENTEVOET VAN DE KASBONS EN OBLIGATIES UITGEGEVEN DOOR DE OPENBARE KREDIETINSTELLINGEN XIX • 7.
-
1 jaar Datum de wijziging
rentevoet
Rentevoet van kracht op 31-12-1968 ...“.
5,00
1969 15 april
5,50
16 juni
6,00
W ricelijk Nominale Werkelijk rendement rentevoet ,
. .. Uitgitet prijs
10 jaar Werkelijk rendement ,
Nominale rentevoet
Uitgifteiglit prijs
20 jaar Werkelijk rendement 1
Nominale rentevoet
Uitgifteprijs
lli j k renclement i
6,75
6,75
98,50
6,89
98,50
6,96
6,75
97,50
6,99
100,00
7,25
7,50
100,00
7,50
99,50
8,33
8,25
98,00
8,46
8,00
100,00
8,00
8,00
99,00
8,10
7,00
7,50
100,00
7,50
7,50
99,00
7,60
100,00
6,75
7,25
100,00
7,25
7.40
100,00
7,40
100,00
6,75
7,25
100,00
7,25
7,40
100,00
7,40
6,75
100,00
6,75
7,00
100,00
7,00
7,25
100,00
7,25
5,65
6,75
100,00
6,75
7,00
100,00
7,00
7,00
100,00
7,00
100,00
5,25
6,25
100,00
6,25
6,75
100,00
6,75
7,00
100,00
7,00
5,50
100,00
5,50
6,75
100,00
6,75
7,00
100,00
7,00
7,25
100,00
7,25
4 juni
5,75
100,00
5,75
7,00
100,00
7,00
7,25
100,00
7,25
7,25
98,50
7,40
1 september .
6,50
100,00
6,50
7,50
100,00
7,50
7,75
100,00
7,75
7,75
98,00
7,95
6,75
100,00
6,75
7,50
100,00
7,50
7,75
100,00
7,75
7,75
98,00
7,95
7,25
100,00
7,25
8,00
100,00
8,00
8,00
98,75
8,18
8,25
98,75
8,38
8,00
100,00
8,00
8,75
100,00
8,75
9,00
100,00
9,00
9,00
98,75
9,14
8,25
100,00
8,25
9,75
100,00
9,75
10,00
100,00
10,00
10,00
100,00 10,00
8,00
100,00
8,00
9,75
100,00
9,75
10,00
100,00
10,00
10,00
100,00 10,00
5,00
6,50
100,00
5,50
6,75
100,00
6,00
7,00
7,00
100,00
7,00
6,50
100,00
18 februari
6,00
16 september . 18 oktober
1 november
.
1971 25 januari
20 december
.
1972 17 januari 13 maart 1973 15 januari
15 december 1974
.. Uitgilt prijs
5 jaar
.
6 februari 20 mei 9 september .
1975 16 februari
100,00
100,00
6,50
6,75
100,00
6,75
6,75
99,75
7,06
7,25
8,00
100,00
8,00
8,25
6,50
7,50
100,00
7,50
100,00
6,00
7,00
100,00
6,00
100,00
6,00
6,75
5,75
100,00
5,75
6,75
5,75
100,00
5,75
5,65
100,00
5,25
100,00
10 maart
7,75
100,00
7,75
9,00
100,00
9,00
9,25
100,00
9,25 •
9,25
100,00
9,25
24 april
7,25
100,00
7,25
8,50
100,00
8,50
8,75
100,00
8,75
8,75
100,00
8,75
9 juni
6,75
100,00
6,75
8,00
100,00
8,00
8,25
100,00
8,25
8,25
100,00
8,25
99,00
9,11
1976 12 januari 20 april
7,00
100,00
7,00
8,75
100,00
8,75
9,00
100,00
9,00
9,00
7,25
100,00
7,25
9,50
100,00
9,50
10,00
100,00
10,00
10,00
100,00 10,00
1 Reëel bruto-rendement bij de uitgifte voor inschrijvers die geen in titutionele beleggers zijn. Alle kasbons en obligaties worden h pari terug. betaald.
Bibliografische referenties . Belgisch Staatsblad :
weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) XXV le jaargang, deel 1, nr 6, juni 1951 : De daggeldmarkt sedert september 1950 •; XXVII1e jaargang, deel 1, nr 5, mei 1953 ■ Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) »; XXXIe jaargang, deel I, nr 2, februari 1956 : Statistiek van de rendementen
der voornaamste typen van obligaties •; XXXIIe jaargang, duel 11. nr 5, november 1957 : • De hervorming van de geldmarkt • ; X XXVe jaargang, deel I, nr 4, april 1960 : a De Belgische geldmarkt •; X xxviie jaargang. deel I, nr• 3 en 4, maart en april 1962 : De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldniar kt •.
- 140 -
XX - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN 1. - DISCONTOVOET * (in procenten per jaar) hlaand van de wijziging
Duitsland I Datum
Tarief van kracht Op 31-12-1974 • 1975 Januari Januari Februari Februari Maart Maart April Mei Juni Juli Augustus September . Oktober November . November . December . 1976 Januari Januari Januari Januari Februari Februari Maart April Mei Juni Juni Juli Augustus . Augustus . Augustus . September . Oktober November . December December
Discontovoet
Verenigde Staten 2 Datum
Discontovoet
Datum
7,75
0,00
10
7,25
Verenigd Koninkrijk
Frankrijk Discon• tovoet
Dini.
11,00
14
6,25
7
10
10,00
6,00
21 18 2
11,25 11,00 10,75 10,50 10,25 10,00 9,75 10,00
5
9,50
25
11,00
12,00
17
24 7
5,50
5
7
6,75 27
7
23 15 12
5,00 4,50
10 16
4,00 3,50
4
19
8,00
5,50
3 14 28 24
12,00 11,75 11,50 11,25
2 16 23 30 6
11,00 10,75 10,50 10,00 9,50 9,25 9,00 10,50 11,50
27
5 23 21 22
23
Datum 1 Discon tovoet
10,50
10
5,25
1977 Januari Januari Januari . Februari Maart Maart . Maart . April April ..... April ... April Mei
19 17
24 7
21 28 3 10 18 31 7 15 22 29 1.3
13,00 15,00 14,75 14,50 14,25 14,00 13,25 12,25 12,00 11,00 10,50 9,50
Nederland Datum
Canada
5
Disco tovoet's-
Datum
7,00
/1,00
7
28
10,00
15
9,00
2 25 18
10,00 11,00 15,00
4
15 15
2
Discontovoet
Datum
5,50
3
Discontovoet
5,50
8,25
6,00
4,50
Zwitserland
8,75
13
9,50
7
22
Discontovoet
Italië 4
11,50
13,00
9
3
9,00
3
5,00
20
4,50
25 29 29
3,50 3,00
13
2,50
8
2,00
4,00
4,00
8 1 18
4,50
2 16 20
5,50 6,50 7,00
29
6,00
7
5,00
9,50
5,00
18,00
22 22
9,00 8,50
1
.
8,00
9
7,50
9,25 9,00 8,75 8,25 8,00
18
4,50
0
3,50 5
• Voor de bepalingen van de officiële di contotarieven : zie « International Financial Statistica • ( 4 De discontovoet waarvan hier sprake, is die welke word toegepast op de 1 Van toepassing op iet papier dat wordt gemobiliseerd binnen de door de
Bundesbank vastgestelde grenzen. Bovendien stelt de Bundesbank, gedurende sommige periodes, centrale-bankgeld • ter beschikking van de banken in de vorm van d aankoop, met verplichte terugkoop door de banken na 10 dagen, van handelspapier dat in aanmerking komt voor herdiscontering tegen veranderlijke, maar hogere tarieven dan de officiële discontovoet. 2 Federal Reserve Bank of New York. 3 Tot 2 februari 1077, betreft het een minimumpercentage voor uitleningen, rechtstreeks gebaseerd op het gemiddelde rentepercentage van de Schatkistbons.
kredi tinstellingen die, tijdens het kalenderhalfjaar dat aan de verrichting voorafgaat, op het herdisconto een beroep hebben gedaan voor een bedrag dat groter is dan 5 pet. van hun verplichte reserves. 5 De Nederlandsche Bank berekent een extra commissie voor de banken waar. van het gemiddeld beroep op de centrale bank, tijdens een bepaalde periode, een vastgestelde limiet ovelschrijdt. 6 De rente der voorschotten in rekening-courant en betalingen, die belang. rijker is, bedraagt 4,00 pel.
- 141 XX - 2. - BANQUE DE FRANCE (millions de francs francais)
1974 81 décembre
1975 31 décembre
1976 31 décembre
1976 4 mare
1977 10 mars
1976 8 avril
1977 7 avril
ACTTF Or et créances sur l'étranger
Or Disponibilités á vue á l'étranger Avances au Fonds de Stabilisation des Changes 1 2 Annuités de prét de la B.I.Iè.D. Créances sur le Trésor
onnaics divisionnai res Comptes courants postaux Concours au Trésor Public 3 Avance á l'Institut d'Emission D.O.M. 5
42.896
100.098
92.854
98.400
95.153
94.129
95.289
35.230
63.168 31.898
63.661 20.176
63.168 26.324
63.863 20.932
63.168 25.204
63.863 21.073
7.324 342
4.856 176
8.973 44
8.772 136
10.314 44
5.622 135
10.309
6.944
10.697
13.382
16.772
13.748
71 43 9.650
171 487 11.495
181 15.451
182 219 12.120
23.184 233
19.678
110 134 6.700
933
1.229
907
233
des
Créances provenant d 'opérations de refinancement
Effets escomptés 6 Effets achetés sur le marché monétaire et obligations 6 Avances sur titres Effets en cours de recouvrement Divers Total
44
222 21.748
226 223 17.954
1.227
981
1.275
111.710
68.745
80.872
49.861
68.406
52.202
66.768
14.032
18.262
26.059
19.431
27.306
19.901
27.839
81.785 58 15.835
38.035 40 12.408
36.926 46 17.841
22.439 48 7.943
32.520 51 8.529
27.493 49 4.759
33.031 62 5.836
2.600
3.304
4.165
3.244
3.300
3.032
3.371
164.150
182.844
191.273
168.277
180.607
172.547
185.106
PASS1F Billets en circulation Comptes créditeurs exterieurs Comptes des banques, institutions
96.955
106.742
115.405
104.043
112.272
106.705
116.175
5.270
6.814
7.522
6.624
7.839
6.739
7.644
1.195
922
513
732
830
847
635
2.694
2.540
2.794
2.540
2.794
2.540
2.794
1.381
3.352
4.215
3.352
4.215
3.352
4.215
3.022
4.719
1
1
47.720
12.767
15.435
7.702
9.790
10.538
11.375
44.801
10.175
12.783
5.795
8.021
4.728
9.519
2.919
2.592
2.652
1.907
1.769
5.810
1.856
43.553
43.997
43.553
44.135
43.553
44.135
et
personnes étrangères Compte spécial du Fonds de Stabilisation des Changes - Contrepartie des allocations de droits de tirage spéciaux Dépáts en devises des banques et institutions étrangères Compte courant du Trésor public Comptes créditeurs des agents économiques et financiers
Compte courant des établissements astreints á la constitution de réserves Autres comptes; dispositions et autres engagement& á vue Itéserve de réévaluation des avoirs publics en or Capital et fonds de reserve :Divers Total
1.021
1.243
1.368
1.368
1.444
1.368
1.444
10.162
7.006
7.545
4.986
5.127
3.644
4.333
164.150
182.844
191.273
168.277
180.607
172.547
185.106
4.955 1.307 4.052
4.191 1.427 ...
4.922 1.307 4.080
»: 17.349 13 693 29.877 68 27.306 2.503 11.894 3.777 8.117
16.179 14 514 23.056 25 19.901 3.130 7.591 3.354 4.237
17.031 13 .1.161 30.742
1 Convention du 27 juin 1949 approuvée par la loi du 22 juillet 1990.
3.318 4.045 2.487 . . . 1.280 1.30G 1.128 . Acquisition de droits de tirage epeciaux . 2.722 228 8 714 Autree opérations 3 Convention du 17 septembre 1973 approuvée par Ia lei du 21 décembre 1073. 4 Montant maximum des concours au Trésor public : 19,96 milliards de F, dont 9,06 milliards de F non 2 Concours au Fonds, hfonétaire .
3.889 1.426 3.457 rémunérés.
Lol du 27 décembre 1974. 0 Décomposition du total des postes » Effets escomptés » et ■ Effets achetés sur le marehé monétaire et obligatious 13.011 26.812 20.328 2 682 Effets publics 14 14 21 15 Obligations 930 1.203 699 5 087 Bons 1 moven terrine 22.141 20.284 22.208 24 957 Crédits h moven terme 26 26 90 08 - Pras spéeiaux h Ia coustruction . 18.262 19.431 26.059 14.033 . . - Crédits h Fexportation 3.920 3.084 10 884 3.156 - Autres crédits 13.047 5.374 68 120 5.673 Crédits 1 court terme 4.005 2.687 1.542 11.401 - Crédits 1 l'exportation 9.042 4.131 2.687 51 719 - Aulres crédits
5
68
27.839 2.835 11.919 0.277 5.642
- 142 XX
3.
-
-
BANK OF ENGLAND (millions of t)
1978 February 28
1974 February 28
1975 February 28
I
1976 1979 February 29 Mareh 10
1977 Mareh 9
1976 April 7
1977 April 6
ISSUE DEPARTMENT
11
11
11
11
11
3.486
3.513
4.625
5.234
5.273
5.527
5.586
6.085
703
1.076
739
805
816
1.237
628
929
4.200
4.600
5.375
6.050
6.100
6.775
6.225
7.025
4.187
4.573
5.355
6.042
6.085
6.757
6.215
7.006
11
Government Debt Other Government Securities Other Securities Total
LI.
Notes Issued : In Circulation In Ranking Department Total
13
27
20
8
15
18
10
19
4.200
4.600
5.375
6.050
6.100
6.775
6.225
7.025
BANKING DEPARTMENT
1.096
1.645
1.017
1.243
1.380
1.312
1.387
1.255
Advances and Other Accounts
37
155
452
274
244
348
248
464
Premises, Equipment and Other Securities
88
188
132
157
84
86
81
84
Notes
14
27
20
8
15
18
10
19
1.235
2.015
1.621
1.682
1.723
1.764
1.726
1.822
14
15
15
15
15
15
:1 5 .
:15
18
21
:19
24
Government Securities
Coin Total
Capital
60
82
64
85
714
1.368
936
980
979
711
983
1.026
Rankers Deposits
177
250
217
228
321
487
214
309
Reserves and Other Accounts
270
300
389
374
390
530
495
448
1.235
2.015
1.621
1.682
1.723
1.764
1.728
1.822
Public Deposits (including Exchequer, National Loans Fund, National .Debt Commissioners and Dividend Accounts) Special Deposits
Total
- 143 XX - 4. - FEDERAL RESERVE BANKS (millions of $ ) 1972 1973 1974 1975 December 81 December 31 December 31 December 31
1976 March 10
1977 March 9
1976 April 7
1977 April 6
11.599
11.651
11.599
11.636
ASSETS 10.303
11.460
11.652
11.599
Special Drawing Rights certificate account
400
Coin
313
400
400
500
500
1.200
500
1.200
271
240
347
394
374
359
340
1.981
1.258
298
229
35
34
42
36
Bought outright
70
68
579
741
623
174
525
142
Held under repurchase agreement
36
420
385
6.607
6.767
6.607
6.731
Gold certificate account
Discounts and advances Acceptances :
Federal agency obligations : 1.311
1.937
4.702
6.072
13
42
511
118
Bills Certificates
29.664
36.897
36.765
37.207
30.708
36.590
30.464
30.442
Notes
36.681
38.412
40.009
43.989
44.398
48.920
44.614
49.181
Bonds
3.463
3.149
3.284
5.521
5.854
7.159
5.878
7.196
69.808
78.458
80.058
86.717
80.960
92.669
80.956
86.819
98
58
443
1.217
Total U.S. Government securities
69.906
78.516
80.501
87.934
80.960
92.669
80.956
86.819
Total loans and securities
73.317
81.821
87.011
95.479
88.225
99.644
88.130
93.728
9.172
7.954
8.312
9.210
7.856
8.938
7.866
10.552
194
223
263
319
330
372
335
374
13
16
Bought outright Held under repurchase agreement U.S. Government securities : Bought outright :
Total bought outright Held under repurchase agreement
Cash items in process of collection Bank premises Operating equipment Ot.her assets Total assets
18
1.066
929
2.932
2.980
2.918
2.316
3.360
2.641
94.765
103.058
110.810
120.447
111.838
124.495
112.167
120.471
LIABILITIES 58.757
64.262
70.916
77.159
75.801
82.900
76.957
84.329
25.647
27.060
25.825
26.097
21.632
25.087
24.473
18.944
1.855
2.542
3.113
7.285
5.300
7.082
1.456
7.199
325
251
418
353
255
249
246
237
840
1.419
1.275
1.090
936
707
767
666
28.667
31.272
30.631
34.825
28.123
26.942
27.046
5.198
4.855
6.328
5.495
4.808
5.399
5.290
6.104
Other liabilities and accrued dividends
557
981
1.141
1 .11 0
1.069
946
980
900
Total liabilities
93.179
101.370
109.016
118.589
109.801
122.370
110.169
118.379
Federal Reserve noten Deposita : Member bank reserves U.S. Treasurer - general account Foreign Other Total deposits : Deferred availability cash items
33.125.
CAPITAL ACCOUNTS Capital paid in
793
844
897
929
940
989
945
991
Surplus
793
844
897
929
929
983
929
983
...
...
...
168
153
124
118
94.765
03.058
110.810
120.447
111.838
124.495
112.167
120.471
179
581
981
...
...
...
...
...
Other capital accounts Total liabilities and capital accounts Contingent liability on acceptances purchased for foreign correspondente
1 Crnsolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Ranks.
XX • 5. - NEDERLANDSCHE BANK (miljoenen guldens) 1974 1075 1970 1973 31 december 31 december 31 december 31 december
1976 8 maart
7 maart
1976 5 april
1977 4 april
1977
ACT] VA Goud
6.849
6.849
6.849
6.849
6.849
6.868
6.849
6.868
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten
9.339
8.782
9.160
8.671
10.390
7.751
9.533
7.846
1.
1
1
1.517
1.619
1.533
1.614
1.531
2.702
2.428
2.697
1.2:1.0
Buitenlandse betaalmiddelen Vorderingen op het buitenland luidende in guldens Bijzondere trekkingsrechten in het I.M.F Reservepositie in het I.M.F.
1.638
1.630
1.595 1.038
1.482
2.350
2.570
2.404
134
62
456
GO
10
1.256
1.258
1.812
1.663
279
2.534
8:1 9
19
13
12
16
15
13
12
424
462
515
599
515
599
515
599
260
235
260
en
Wissels, promessen, schatkistpapier schuldbrieven in disconto
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 40 van de Bankwet 1948) Voorschotten in rekening-courant en beleningen Voorschotten aan de Staat de Bankwet 1948)
.
(art. 20 van.
Nederlandse munten Belegging van kapitaal en reserves Gebouwen en inventaris
195
235
235
260
235
Diverse rekeningen
140
870
82
' 995
87
833
209
932
20.989
21.643
23.109
23.201
22.404
23.094
22.214
21.961
14.741
16.120
2.575 2.638 8
Totaal
PASSIVA
in
Bekening-courantsaldo's ingezetenen
in
15.905
14.484
15.795
3.757
4.971
3.964
26 37
3.828 99 37
3.287 3.236 17 34
4.175
4.890 34 47
3.620 3.508 45 67
3.479
3.694
3.442 6 31
4.1.14 22 39
388
159
184
115
196
85
102
118
282
106
84 75
93 91
44 71
68 128
31 54
40 53
54 64
1.400
1.400
1.400
1.400
1.400
1.400
1.400
1.400
5
5
5
32
8
30
29
guldens van
Buitenlandse circulatiebanken en daarmede gelijk te stellen instellingen Andere niet-ingezetenen 's
14.560
guldens van
's Rijks schatkist Banken in Nederland Andere ingezetenen Rekening-courantsaldo's niet-ingezetenen
12.827
11.873
Bankbiljetten in omloop
Rijks schatkist, bijzondere rekening u.h.v. overdracht I.M.F.-positie
Krediet aan het I.M.F. Saldo's luidende soorten
in
buitenlandse
geld1.574
Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het I.M.F.
793
793
744
675
735
682
733
681
Kapitaal
20
20
20
20
20
20
20
.20
Reserves
404
442
495
579
495
579
495
579
Diverse rekeningen
780
1.030
1.737
882
1.782
1.022
540
438
20.989
21.643
23.109
23.201
22.404
23.094
22.214
21.961
13
13
Totaal
N. 13.
- Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte muntbiljetten
14
I
13
I
13
I
13
I
13
I
13
I
- 145 XX • 6.
-
BANCA D'ITALIA
(rniliardi di lire) 1978 dicembre
1974 dicembre
1975 dicembre
1976 dicembre
I
1975 ottobre
1976 ottobre
1975 novembre
1976 novembre
ATTIVO Oro Cassa 1 Portafoglio ammassi Risconto per finanziamenti obblig. 2 Anticipazioni 3 Attivitá verso l'estero in valuta Ufficio italiano dei cambi Titoli emessi o garantiti dallo Stato 4 Certificati di credito del Tesoro Investimento fondi di riserva e fondi diversi 5 Anticipazioni straordinarie al Tesoro C/c servizio tesoreria Servizi diversi per conto dello Stato Immobili Partite varie Spese Totale attivo
1.804 76 93
1.804 107 156
1.804 255 13
6.430 441 17
1.804 185 10
1.804 186 20
1.804 95 12
1.804 249 20
1.142 2.033 3 5.655 6.251
1.178 3.058 6 7.696 10.677 1.748
1.216 769 3 9.538 18.226 40
1.259 1.018 4 9:744 28.027 17
1.218 1.384 6 9.143 14.014 55
1.258 1.553 13 9.630 25.221 22
1.219 1.638 7 9.173 15.943 47
1.257 1.210 18 10.049 25.642 18
525 339 2.913 650
556 339 2.962 747
682 339 3.522 64
825 339 5.21.6 92
659 339 4.440 327
849 339 5.659 85
661 339 2.530 327
848 339 5.273 69
292 429
317 508
515 1.061
1.224 1.429
337 506
541 890
372 516
546 902
22.205
31.859
38.047
56.082
34.427
48.069
34.683
48.244
14.590 89 718 16.748 50 9.439 42 917 130 5.673 6.091
11.299 69 1.343 11.197 80 7.691
13.112 61 319 16.130 70 9.576
11.380 69 976 11.568 61 7.785
13.158 85 205 16.402 55 9.540
78 66 1.186 6.432
43 51 853 1.252
PASS1V0 Circolazione dei biglietti Vaglia cambiari e altri debiti a vista 7 Conti correnti liberi 8 Conti correnti vincolati Conti speciali Conti dell'estero in lire e valuta 9 Ufficio italiano dei cambi : c/c ordinario Servizi diversi per conto dello Stato Servizi di cassa per conto di enti vari Fondi accantonati Partite varie Capitale Fondo di riserva ordinario Fondo di riserva straordinario Rendite Totale passivo e patrimonie Depositanti di titoli e valori t 2
3
4
7
9
Di cui : biglieti e monete di Stato B aziende di credito istituti epeciali aziende di credito istituti speciali altri anticipazioni a scadenza fiesa BOT e titoli titoli di stato e obbreve bligaz. p/c Tesoro altri titoli di stato e obblig. p/c Tesoro . biglietti prees° il Tesoro • vaglia cambiari aziende di credito istituti speciali depositi in valuta vincolati a fronte di prestiti esteri di : aziende di eredito istituti epeciali altri enti non atatali
12.921 134 2.040 11.682 51 7.825 ... 116 145 1.179 758
194 158 815 453
11.190 178 547 6.639 1.748 7.743 165 171 91 845 1.955
...
...
29 28 459.
37 37 543
49 47 1.100
GO 60 1.475
48 46 537
59 58 922
48 46 551
59 58 938
22.205
31.859
38.047
56.082
34.427
48.069
34.683
48.244
14.386
20.708
18.222
86.119
20.146
95.741
21.833
92.731
23 711 431 2.019
24 734 444 1.953 10 1 1.094
22 757 459 746 18
35 784 475 1.011 7
20 759 459 1.374 10
31 783 475 1.042 3
20 759 460 1.627 11
35 782 475 1.208 2
...
...
1.669 4.395 295 15 45 227 475
6.162 4.072 325 11 57 491 43
9.915 7.971 443 13 75 1.380 638
17.648 10.056 535
152 2.322 589
338 3.747 97
239 3.241 102
10.029 148 650 5.384 3.858
43 56 853 1.165 ...
...
14
...
...
..
...
78 50 1.185 6.431
...
507
5
89 293 399
8.022 5.643 417 11 62 1.316 21
14.902 9.992 588 13 61 268 24
9.711 5.890 417 10 62 932 27
15.105 10.210 587 13 85 174 14
306 3.839 88
249 3.197 101
302 3.850 86
253 3.245 103
303 3.797 87
XX • 7.
-
DEUTSCHE BUNDESBANK ( Millionen DM)
1979 31. Des.
1974 31. Des.
1975 31. Des.
1976 31. Des.
1976
1977
7. 1■Iiirs
7. 5Iiirs
1076 7. April
1977 7. April
AKTIVA Wiihrungsreserven
Gold Reserveposition im Internationalen Wiihrungsfonds und Sonderziehungsrechte Devisen und Sorten Kredite und sonstige Forderungen an das Ausland Kredite an inikndische Kreditinstitute
Inlands wechsel Im 0 f fenmarktgeschtift angekaufte Inlandswechsel mit Rlicknahmevereinbarung
88.179
71.805
74.614
76.656
74.271
76.088
82.273
76.296
14.001
14.002
14.002
14.002
14.002
14.034
14.002
14.034
8.354 65.824
8.055 49.748
9.309 51.303
.10.650 52.004
10.231 50.038
11.069 50.985
10.248 58.023
11.036 5.1.226
4.279
11.636
11.804
11.848
13.740
12.082
13.779
11.706
11.216
15.516
8.521
19.517
5.361
17.774
5.311
21.196
10.435
12.305
5.910
12.185
4.482
15.186
4.450
16.571
...
...
460 321
A usland swechsel Lombardforderungen Kredite und Forderungen Haushalte
877
...
...
2.498 1.212
2.334
903 1.708
1.223 6.109
849 30
1.256 1,332
815 46 8.720
8.683
8.683
8.683
925
915
an 6ffentliche 11.535
9.915
9.044
:10.479
8.687
9.398
Kassenkredite Buclihredite Schatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweisungen A usgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung
2.852
1.232
361
1.796
4
715
8.683
8.683
8.683
8.683
8.683
8.683
Nredite an Bundesbahn und Bundespost
300
Kassenkredite ( Buchkredite) Schatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweisungen
300
(
)
Wertpapiere Deutsche Scheidemlinzen Postcheckguthaben Sonstige Aktiva Ausgleichsposten wegen Neubewertung der Fremdwithrungsfordertingen und -verbindlichkeiten - Bilanzverlust Ingesamt
...
...
...
...
25
469
7.953
1..449
7.444
1.073
6.590
584
423
946
854
785
781
762
466
647
358
720 271
197
201
246
242
4.882
7.115
8.139
4.546
4.654
4.034
4.751
4.276
10.279
14.004
8.931
7.489
8.931
7.489
8.93:1.
7.489
131.745
131.530
130.310
132.945
124.139
128.924
131.382
131.575
PASSIVA Banknolenumlauf
46.247
50.273
55.143
59.038
53.529
57.733
52.998
59.241
tinlagen von Kreditinstituten
51.913
46.504
44.591
51.298
41.765
48.976
42.636
44.859
51.892 21
46.483 21
44.563 28
51.270 28
41.738 27
48.941 35
42.611 25
44.833 26
11.298
11.742
8.256
2.939
7.758
3.553
:1.3.992
8.41.8
204
139
2.291
272
1.643
230
7.398
2.374
174 2.403 51
163 643 44 10.753
358 2.106 46
304 2.094
158 2.979
329 4.046
44
31
3.455
210
321 3.227 30 2.537
142
2.188
333 5.605 42 64
2.739 5
2.502 5
2.588
1.859
2.949
4
11
2.214 5
2.783
16 2.455 461
2.227 507
1.962
2.070
535
514
1.432 416
1.747 462
2.307 471
244
127
256
58
183
169
141
918 735
1.284
840
:1.097
662
367
48i.
1.268
828
779
590
339
466
427 295
... 183
16
12
306 12
72
28
15
100 32
1.665
1.489
1.665
1.489
1.665
1.489
mij Girokonten sonstige Einlagen von iiffentlichen Haushalten
Bund Lastenausgleichsfonds und Sondervermbgen Lander Andere 5ffentliche Einleger Sondereinlagen
E.R.P
8.466
Einlagen von anderen inliindischen Einlegern
Bundesbahn Bundespost (einschl. PoatscheckPostsparkassenitmter) Sonstige Einleger aus
dem
•
fiir
zugeteilte
2.500 445 11.0
Auslands-
Einlagen ausllindischer Einleger Verbindlichkeiten gegenaber dem Europdischen Fonds filr wiihrungspolitische Zusámmenarbeit Sonstige Ausgleichsposten ziehungsrechte
4
und
Guthaben auf Sonderkonten Bardepot Verbindlichkeiten geschtift
2.932
59
Sonder1.747
1.600
Verbindlichkeiten aus abgegebenen Mobilisierungs und Liquidittitspapieren
9.860
8.867
4.173
6.476
3.926
6.729
. 4.269
5.918
Rilekstellungen
1.296
1.485
1.670
1.835
1.670
1.835
1.835
Grundkapital
290
290
290
290
290
290
1.670 290
acklagen
929
929
929
1.099
929
1.099
929
1.100
4.071
5.690
9.995
4.738
9.903
4.470
9.528
4.939
131.745
131.530
130.310
132.945
124.139
128.924
131.382
131.575
Sonstige
Passiva Ingesamt
290
- 147 XX - 8.
- BANQUE NATIONALE SUISSE (millions de francs suisses)
1976 1974 1975 1973 31 décembre 81 décembre 31 décembre 31 décembre
1976 5 mars
1977 7 mars
1976 7 avril
1977 7 avril
ACTIF Encaisse or
11.893
11.893
11.893
11.904
11.893
11.904
11.893
11.904
Devises
12.520
11.571
14.706
20.426
10.884
13.702
11.373
13.359
4.613
5.403
5.403
5.222
5.403
5.024
5.403
4.914
898 200
2.210 484
1.712 227
926 375
263
316
266
344
558
700
200
157
27
50
19
35
92
3
64
3
95
3
327
282
167
136
160
45
51
1.243
622
622
622
--
622
66
94
64
65
70
71
102
70
32.273
33.236
34.986
39.299
29.210
31.213
29.711
30.963
Bons du Trésor étrangers en fr. s. Portefeuille effets sur la Suisse : Effets de change Bons du Trésor de la Confédération Avances sur nantissement Titres : pouvant servir de couverture autres
• • •
Correspondants en Suisse Correspondants l l'étranger Reconnaissance de dette de la Confédération selon l'arrêté fédéral du 15-12-1971 Autres postes de l'actif Total
•
30
PASSIF 65
66
67
68
67
68
67
68
18.296
19.436
19.128
19.731
17.598
18.388
17.536
18.680
Engagements á vue : Comptes de virements des banques, du commerce et de l'industrie Autres engagements á vue
8.235 801
9.505 862
11.479 1.817
12.644 4.005
5.969 1.710
5.803 3.647
6.372 1.760
6.011 3.377
Avoirs minimaux des banques sur : les engagements en Suisse les engagements envers l'étranger
1.600 1.272
348
165
246
195
121 83
247 986
380
955
1.580 21
1.580
1.580 70
1.094.
• • •
1.774
1.786
1.930
1.650
2.070
1.727
2.122
1.733
32.273
33.236
34.986
39.299
29.210
31.213
29.711
30.963
Fonds propres Billets en circulation
Engagements á terme : Rescriptions de ddriliestion Comptes spéciaux Comptes de stérilisation de l'administration fédérale Autres postes du passif Total
• • •
204
26
1.48
-
XX • 9.
-
-
BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX Situation en millions de francs or
[unités de 0,29032258... gramme d'or fin (art. 4 des statuts)]
Aatif
I. Or
II. Espèces en caisse et avoirs bancaires á vue
III. Bons du Trésor
1975
1976
1976
1977
1976
1977
31 décembre
31 déeembre
29 février
28 février
81 more
BI mars
3.917
3.876
3.993
4.051
3.993
4.046
83
72
57
48
72
81
363
105
262
167
289
133
32.432
39.252
33.434
40.158
34.579
40.796
76 ...
45
49
80
49
76
35
...
...
...
25.291 7.065
30.940 8.232
24.508 8.877
29.420 10.658
24.518 9.012
28.571 . 12.149
5.761
5.044
4.681
3.579
4.463
3.551
4.991 770
4.664 380
3.912 769
3.254 326
3.927 536
3.167 384
159
32
40
140
30
239
42.715
48.381
42.487
48.143
43.426
48.846
... IV. Dép8ts á terme et avances 1. Or: a) á 3 mois au maximum b) á plus de 3 mois
2. Monnaies : a) á 3 mois au maximum b) á plus de 3 mois
V. Titres á terme
.
a) l 3 mois au maximum b) á plus de 3 mois
VI. Divers
Total de l'aetif
- 149 -
INTERNATIONAUX Situation en millions de francs or
XX • 9. - BANQUE DES REGLEMENTS
[unités de 0,29032258... gramme d'or fin (art. 4 des statuts)]
Passif
1. Capital :
Actions libérées de 25 % II. Réserves
1. 2. 3. 4.
Fonds de Réserve Légale Fonds de Réserve Générale Fonds Spécial de Réserve de Dividendes Fonds de Réserve Libre
III. Dépats (or)
1. Banques centrales : a) á vue b) á 3 mois au maximum c) á plus de 3 mois 2. Autres déposants : á vue IV. Dépats (monnaies)
1. Banques centrales : a) á vue b) á 3 mois au maximum c) á plus de 3 mois 2. Autres déposants : a) á vue b) á 3 mois au maximum c) la plus de 3 mois V. Effets
a) á 3 mois au maximum b) á plus de 3 mois VI. Divers
1975
1976
1976
1977
1976
1977
31 décembre
31 décembre
29 février
28 février
31 mare
81 mars
301
301
301
301
301
30 1
821
952
821
952
821
952
30 371
30 424
30 371
30 424
30 424
75 345
7.5 423
75 . 345
75 423
30 371 75 34.5
3.370
3.466
3.522
3.595
3.520
3.565
2.993
3.134 273
2.512 667 310
2.499 1.038
2.535
345 -
2.476 1.032 24
33
33
33
33
33
33
37.064
43.037
37.162
42.658
38.097
43.369
266 31.807 3.298
584 37.571 3.498
445 28.064 6.437
560 35.145 5.436
633
723
29.079 6.777
34.605
Bibliografische referenties :
25
75 423
6.944
24
35
67
1.515 154
1.158 191
1.765 384
44 1.352 121
48 1.155 405
30 828 149
641
-
-
-
-
-
641
-
-
-
-
-
-
-
-
-
451
582
596
605
624
630
67
43
65
32
63
29
42.715
48.381
42.467
48.143
43.426
48.846
VII. Provisions Total du passif
26
642 310
.
International Financial Statietics (F.M.I.) - Banque de Francs : a Compte reudu des opératione • - Report of the Bank of England. - Fcderal Reserve Bulletin. - De Nederlandsche
-
_
Bank : Verslag over het boekjaar. - Banco d'Italia : Bollettino. Geschiiftsbericht der Deutschen Bundeshank. - Banque Nationale Suisse (rapports). - Banque des reglcments internationaux (rapports).
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek omvat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand welke aan die ván de publikatie van het Tijdschrift voorafgaat. Alleen de belangrijkste wetten en besluiten zijn <‹ in extenso » overgenomen. De andere wetteksten zijn alleen vermeld, desnoods met een verklarende nota. Tevens omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, is de bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht : 1. Algemene economische wetgeving; 2. Geld-, krediet- en bankwezen; 3. Overheidsfinanciën; 4. Landbouw; 5. Nijverheid; 6. Arbeid; 7. Binnenlandse handel; 8. Buitenlandse handel; 9. Verkeerswezen; 10. Prijzen en lonen; 11. Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen; 12. Europese Economische Gemeenschap.
1. — ALGEMENE ECONOMISCHE WETGEVING
Ministerieel besluit van 16 maart 1977 houdende opdracht aan de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Wallonië van de opstelling van het ontwerp van streekplan (Staatsblad, 14 april 1977, blz. 4797).
2. — GELD-, KREDIET- EN BANKWEZEN
Koninklijk besluit van 9 februari 1977 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 september 1976 van het Paritair Comité voor de banken betreffende de verganging van de feestdagen van 1 mei 1977 en 25 december 1977 (Staatsblad, 15 april 1977, blz. 4852). (Zie ook rubriek 6.)
—
152
—
Koninklijk besluit van 25 maart 1977
waarbij het gezamenlijk maximumbedrag van de onder b) van artikel 1 van de wet van 23 augustus 1948 bedoelde waarborgen van 10 op 12 miljard worden gebracht en een tweede tranche van 2 miljard frank bestemd wordt voor de dotatie van het Fonds voor het uitreden en aanbouwen van zeeschepen (Staatsblacl, 30 april 1977, blz. 5773).
(Zie ook rubriek 9.)
Koninklijk besluit van 12 april 1977
houdende wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1967 betreffende het verlenen van de staatswaarborg voor goede afloop op de terugbetaling van hypothecaire leningen die toegestaan worden voor het aankopen of voor het bouwen van volkswoningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen (Staatsblad, 23 april 1977, blz. 5269). (Zie ook rubriek 3.)
3.
—
OVERHEIDSFINANCIEN
Wet van 11 februari 1977
houdende de begroting van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor het begrotingsjaar 1977 (Staatsblad, 1 april 1977, blz. 4149). Artikel 1. — Voor de uitgaven van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor het begrotingsjaar 1977 worden kredieten geopend ten bedrage van : (In miljoenen franken) Gesplitste kredieten Niet-gesplitste kredieten
Lopende uitgaven (Titel I)
Vastleggingskredieten
Ordonnanceringskredieten
21.711,3
Kapitaaluitgaven (Titel II)
20,6 Totaal
21.731,9
Wet van 4 maart 1977
houdende aanpassing van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het begrotingsjaar 1976 (Staatsblad, 5 april 1977, blz. 4325).
— 153 —
Wet van 4 maart 1977 houdende de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het begrotingsjaar 1977 (Staatsblad, 5 april 1977, blz. 4332). Artikel 1. -- Voor de uitgaven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het begrotingsjaar 1977 worden kredieten geopend ten bedrage van : (In miljoenen franken) Gesplitste kredieten Niet-gesplitste kredieten
Vastleggingskredieten
Ordonnanceringskredieten
56.235,2
Lopende uitgaven (Titel I) Kapitaaluitgaven (Titel II)
Totaal ...
176,2
177,5
185,0
56.411,4
177,5
185,0
Wet van 25 maart 1977 houdende aanpassing van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken voor het begrotingsjaar 1976 (Staatsblad, 28 april 1977, blz. 5533).
Wet van 25 maart 1977 houdende de begroting van het Ministerie van Economische Zaken voor het begrotingsjaar 1977 (Staatsblad, 29 april 1977, blz. 5646). Voor de uitgaven van het Ministerie van Economische Zaken voor het Artikel I. begrotingsjaar 1977 worden kredieten geopend ten bedrage van : —
(In miljoenen franken) Gesplitste kredieten Niet-gesplitste kredieten
Vastleggingskredieten
Ordonnanceringskredieten
Lopende uitgaven (Titel I)
17.000,6
64,0
64,0
Kapitaaluitgaven (Titel II)
3.083,1
27,5
130,0
20.083,7
91,5
194,0
Totaal
— 154 —
Koninklijk besluit van 12 april 1977 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1967 betreffende het verlenen van de staatswaarborg voor goede afloop op de terugbetaling van hypothecaire leningen die toegestaan worden voor het aankopen of voor het bouwen van volkswoningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen (Staatsblad, 23 april 1977, blz. 5269). (Zie ook rubriek 2.)
6. — ARBEID Koninklijk besluit van 9 februari 1977 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 september 1976 van het Paritair Comité voor de banken betreffende de vervanging van de feestdagen van 1 mei 1977 en 25 december 1977 (Staatsblad, 15 april 1977, blz. 4852). (Zie ook
rubriek 2.)
9. — VERKEERSWEZEN Koninklijk besluit van 25 maart 1977 waarbij het gezamenlijk maximumbedrag van de onder b) van artikel 1 van de wet van 23 augustus 1948 bedoelde waarborgen van 10 op 12 miljard worden gebracht en een tweede tranche van 2 miljard frank bestemd wordt voor de dotatie van het Fonds voor het uitreden en aanbouwen van zeeschepen (Staatsblad, 30 april 1977, blz. 5773).
(Zie ook rubriek 2.)
10. — PRIJZEN EN LONEN Ministerieel besluit van 25 april 1977 tot wijziging van de reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie (Staatsblad, 29 april 1977, blz. 5678).
12. — EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP Besluit van de Raad van 29 maart 1977 (77/270/Euratom) waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijlage te leveren tot de financiering van kerncentrales (Publikatieblad, 6 april 1977, n r L 88, blz. 9).
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN DIE VAN BELANG ZIJN VOOR BELGIE Onderstaande literatuurlijst sluit aan bij die welke in het Tijdschrift van april 1977 is gepubliceerd. De in aanmerking genomen werken en artikels zijn geklasseerd per onderwerp volgens het plan van decimale classificatie dat bij de Nationale Bank in gebruik is. Een verkorte versie van dat plan werd in het Januarinummer 1974 gepubliceerd. De abonnee, die zulks wenst, kan een exemplaar van deze verkorte decimale classificatie verkrijgen door daartoe een aanvraag te richten tot de Documentatiedienst van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan, 5, 1000 Brussel. Het volledig uitgewerkte plan kan worden geraadpleegd in de Wetenschappelijke Bibliotheek van de Bank. Er wordt aan herinnerd dat deze literatuurlijst noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen overneemt.
305.4
331.01 - 331.00
TEJANO, A.R.
KESTENS, P.
The 1970 Domestic Input-output Table of Belgium and its Inverse Matrix.
Mise en évidence et analyse des particularités des mouvements conjoncturels de la période 1974-1976.
Leuven, Centrum voor Economische Studiën van de Katholieke Universiteit te Leuven, 1976, 52 +2 blz.
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 5-23.) BELG. 44 E
307.61 - 338.43 - 382.51
331.061. - 331.30
Exportgerichtheid van de verschillende provincies en taalstreken in 1973. Industriële leveringen aan het buitenland per bedrijfstak en geografisch gebied.
Perspectives de l'évolution conjoncturelle. (In : Service de Conjoncture, Louvain-la-Neuve, mars 1977, pp. 1-55.)
(In : Statistisch tijdschrift, Brussel, nr 1-2, januari februari 1977, blz. 3-36.)
BELG. 87
BELG. 162
311.81 - 339.12
332.220. - 338.43
KIRK,
LEROY, R. et ANTON SANTOS, L.
Slow Population Growth and National Income Growth : the Evidence from Belgium and Japan.
Les inégalités sectorielles et régionales des salaires, Belgique, 1948-72.
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 31-39.)
(In : Recherches Economiques de Louvain, Louvain, n° 4, 1976, pp. 307-329.)
BELG. 44 E
BELG. 34
4
330.3 - 331.030. - 331.31 338.731.
332.620. - 331.01 - 333.841.
DRAMAIS, A.
Aardoliecrisis, inflatie en andere oorzaken van werkloosheid in de industrielanden.
Simulation des effets d'une hausse de 15 pourcent du prix du pétrole.
(In : Tijdschrift van de Nationale Bank van België, Brussel, nr 2, februari 1977, blz. 3-23.)
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 25-29.)
BELG. 16
BELG. 44 E
332.620. - 333.841.
332.87 - 350.2
Werkloosheid en inflatie. Hoe kijken de Belgen er tegenaan ?
CRABBE, V.
(In : Fabrimétal, Brussel, nr 3, maart 1977, blz. 11-16.)
Liberté syndicale et représentativité syndicale dans le contentieux de la fonction publique beige.
BELG. 69 A
(In : Administration Publique, Bruxelles, janvier 1977,
pp. 119-148.)
332.691. - 331.061.
333.110. - 333.820. - 333.846.0
CHERIF, M.
CRIPPS, F. and FETHERSTON, M.
Prévision des coefficients d'emploi par secteur pour les années 1980 et 1985.
The Role of Monetary Policy in Economic Management.
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 107-122.)
(In : Economie Policy Review, Cambridge, No. 3, March 1977, pp. 48-54.)
BELG. 44 E
G.B. 18 A
332.691.
338.43
331.132. - 331.162.22 - 331.19
Recente evolutie en vooruitzichten inzake de tewerkstelling in de industrie in Limburg.
De Generale Bankmaatschappij en haar internationaal net : ontstaan en ontwikkeling.
(In : Economie in Limburg, Hasselt, nr 4, 1976, blz. 8-22.)
(In : Bulletin van de Generale Bankmaatschappij, Brussel, nr 164, maart 1977, blz. 1-6.)
BELG. 93
BELG. 27 C
332.71
333.401.
PICHAULT, C.
GAMBS, C. M.
La Commission beige du travail des femmes.
Money — A Changing Concept in a Changing World.
(In : Revue Internationale du Travail, Genève, n° 2, marsavril 1977, pp. 169-186.)
(In : Monthly Review, Kansas City, January 1977, 12.)
BIT. 10
USA. 31 C
pp. 3 -
333.432.8
333.403. - 333.110. - 333.820.
Monetarisme en geldpolitiek.
CARBAUGH, R.J. and FAN, L.-S.
(In : Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, nr 14, 8 april 1977, blz. 1-5.)
The International Monetary System : History, Institutions, Analyses.
BELG. 18
Lawrence (Kansas), University Press of Kansas, 1976, VIII +168 p.
333.432.8 - 333.453.
333.428.
DONGELMANS, A.M.
GOUX, Ch.
De relatie tussen geldhoeveelheid en monetaire basis op korte termijn.
Le dollar et le système monétaire international. (In : Analyse Financière, Paris, n° 28, i er trimestre 1977,
(In : Economisch Statistische Berichten, Rotterdam, nr 3094, 9 maart 1977, blz. 235-238.)
pp. 2-4.) FR. 1
NED. 10
1
333.451.1 - 333.451.6
333.432.0 - 333.844. - 382.51
WITTHANS, F.
TOWER, E.
Currency Blocs, Currency Depreciation, and the Balance of Trade.
Dynamic Stability and the Choice between Fixed and Flexible Exchange Rates.
(In : Economia Internazionale, Genova, N. 3-4, AgostoNovembre 1976, pp. 462-476.)
(In : The Economic Journal, London, No. 345, March 1977, pp. 81-95.)
ITAL. 10
G.B. 19
4
333.432.8
CALLIER, P. Le nouveau numéraire international : Le droit de tirage spécial. (In : Recherches Economiques de Louvain, Louvain, n° 4, 1976, pp. 337-355.)
BELG. 34
333.662.
i
GROLIER, J. Typologie des euro-émissions. (In : Journal de la Société de Statistique de Paris, Paris, n° 1, mars 1977, pp. 35-49.)
FR. 39
333.841. - 333.401.
333.662. - 333.101. - 333.480.
HANCK, J.
TARLING, R. and WILKINSON, F.
Luxemburg - ein internationaler Finanzplatz. (Veriiffentlichungen, Serie « Wissen um Luxemburg », 5.)
Inflation and Money Supply. (In : Economic Policy Review, Cambridge, No. 3, March 1977, pp. 56-60.)
Luxemburg, Staatsministerium, 1977, 36 S.
G.B. 18 A
333.844. - 306.114. - 332.221.
333.711.
COMMUNAUTES EUROPEENNES. COMMISSION.
DE GRAUWE, P. and HOLVOET, C.
Crédits á l'agriculture. 1. France, Belgique, GrandDuché de Luxembourg.
On Devaluation, Terms of Trade and Wage Indexing. Leuven, Centrum voor Economische Studiën van de Katholieke Universiteit te Leuven, 1977, 25 blz.
Luxembourg, Office des Publications officielles des Communautés Européennes, 1976, 11+57 p.
334.0 - 334.12 - 334.3 334.4
333.841. - 333.451.6 - 333.451.1
Economic Integration Worldwide, Regional, Sectoral. (Proceedings of the 4th Congress of the International Economic Association held in Budapest.)
CROCKETT, A. D. and GOLDSTEIN, M. Inflation Under Fixed and Flexible Exchange Rates.
London, Macmillan, 1976, XXIV +375
(In : Staff Papers, Washington, No. 3, November 1976, pp. 509-544.)
p.
I.M.F. 4
-4-
334.150.0
333.841.
FRIEDMAN, M.
MAILLET, P.
L'inflazione è un male curabile ?
La construction européenne progresse-t-elle ?
(In : Bancaria, Roma, N. 1, Gennaio 1977,
ITAL. 16
pp.
7-15.)
(In : Revue d'économie politique, Paris, n° 6, novembredécembre 1976, pp. 866-880.)
FR. 52
334.151.3
334.150.1
PAULIN, B. et FORMAN, J.
STRASSER, D.
L'élection du Parlement européen au suffrage universel direct.
Histoire budgétaire des Communautés européennes expliquée en chiffres. Histoire budgétaire de la C.E.C.A.
(In : Cahiers de Droit Européen, Bruxelles, n° 5-6, 1976, 506-536.)
pp.
(In : Revue du Marc-hé Commun, Paris, n° 202, décembre 1976, pp. 551-561.) FR. 58
334.151.0 334.151.7
334.151.4 - 334.151.6 334.151.3 - 347.720.1
334.151.3
Miiglichkeiten und Grenzen einer EuroOischen Union. 2. Verteilung der wirtschaftlichen Krfte im Raum. 3. Transnationale Kooperation Steuerharmonisierung.
STRASSER, D. Histoire budgétaire des Communautés européennes expliquée en chiffres. II. Histoire budgétaire de la C.E.E. et de la C.E.C.A.
Baden-Baden, Nomos Verlagsgesellschaft, 1976, 2 Bde, 2281106.S.
(In : Revue du Marché Commun, Paris, n° 203, janvier 1977, pp. 44-59.) FR. 58
334.151.20
334.151.3
LAMFALUSSY, A.
STRASSER, D.
L'integrazione monetaria : problemi e prospettive.
Histoire budgétaire des Communautés européennes expliquée en chiffres. III. Mythes et réalités des finances communautaires.
(In : Economia Internazionale, Genova, N. 3-4, AgostoNovembre 1976, pp. 378-392.)
(In : Revue du Marché Commun, Paris, n° 204, février 1977, pp. 97-104.)
ITAL. 10
FR. 58
4
334.151.22
334.151.6
DAY, W.H.L.
COMMUNAUTES EUROPEENNES. COMMISSION.
A Reform of the European Currency Snake.
La situation de l'agriculture dans la Communauté; rapport 1976.
(In : Staff Papers, Washington, No. 3, November 1976, 580-597.)
pp.
I.M.F . 4
Bruxelles, Office des Publications officielles des Communautés Européennes, 1977, 456 p.
Y
336.225. - 334.151.3
334.151.6
VALLUIS, B.
VLEMINCKX, M.
Politique agricole commune et situation monétaire. Les montants compensatoires monétaires.
Prévision des effets de mesures-types d'harmonisation des taux de la taxe sur la valeur ajoutée dans la Communauté Economique Européenne (horizon 1980).
(In : SEDEIS-Chroniques d'Actualité, Paris, n° 6, 1977, pp. 254-262.)
/ er
avril
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 81-104.)
FR. 10 B
•
BELG. 44 E
334.153.0
SACHS, K. M.
336.834.
Staatssteun voor bedrijfsinvesteringen.
EG-Handelspolitik und zwischenstaatliche Kooperationsabkommen.
(In : Financieel Weekblad - Bank Brussel Lambert, Brussel, n' 13, 1 april 1977, blz. 1-4; n" 14, 8 april 1977, blz. 1-3.) BELG. 34 B
Baden-Baden, Nomos Verlagsgesellschaft, 1976, 140 S.
334.154.34
336.834.
Les nouvelles conventions, européenne et comMunautaire, en matière de brevets.
The Egmont Plan and Investment Incentives.
(In : Droit et Pratique du Commerce International, Paris, n° 1, mars 1977, 60 p.)
pp.
(In : Report from Brussels, BrUxelles, No. 36, March 1977, 1-4.) • BELG. 34 D
336.024.
Politique de santé ?
(In : Reflets et Perspectives de la Vie Economique, Bruxelles, n° 6, décembre 1976, pp. 385-472.) BELG. 131 A
337.553.
GEYSEMANS, L. Gemeenschappelijk Benelux handelsbeleid voor de uitvoer.
(In : Benelux, Brussel, nr 1, BELG. 18 A-I
/e
kwartaal 1977, blz. 7-11.)
338.012.
338.012.
TONNET, A.
Alternatieve energievoorziening.
(In : Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, nr 15, 15 april 1977, blz. 1-4; + 9.) BELG. 18
Approche économétrique des substitutions interénergétiques dans la consommation domestique en Belgigue.
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 123-137.) BELG. 44 E
338.012.
338.012.
LANNOYE, P.
The World Energy Outlook for the Next Ten Years.
Economiser l'énergie : une politique nécessaire, et possible.
pp. 3-14.)
(In : The OECD Observer, Paris, No. 85, March 1977, OCDE 8
(In : La Revue Nouvelle, Bruxelles, n° 4, avril 1977, pp. 439-444.) BELG. 149 D
338.013.
338.012.
ODELL, P. R.
LEYGUES, J.-Ch.
The Western European Energy Econo ► y; the Case for Self-sufficiency 1980-2000.
Le problème des matières premières et le « Vieil ordre économique international ».
Leiden, Stenfert Kroese, 1976, 68 blz.
(In : Revue du Marché Commun, Paris, n° 203, janvier 1977, pp. 10-26.) FR. 58
338.012.
338.013.
338.753.0
STOFFELS, J.
RAY, G.F.
L'économie énergétique. (Etudes économiques Iuxembourgeoises, l'économie luxembourgeoise.)
Conjoncture des matières premières : Perspectives 1977.
Luxembourg, Institut Universitaire International, 208 p.
1976,
(In : SEDEIS-Chroniques d'Actualité, Paris, n° 6, /er avril 1977, pp. 213-229.) FR. 10 B
338.750.
338.041.
QUEVIT, M.
FETHERSTON, M. a.o.
Réforme de l'entreprise : quand le patronat prend les devants.
Manufacturing Export Shares and Cost Competitiveness of Avanced Industrial Countries.
(In : -La Revue Nouvelle, Bruxelles, n° 4, avril 1977,
(In : Economic Policy Review, Cambridge, No. 3, March 1977, pp. 62-70.)
pp. 393-402. ) BELG. 149 D
G.B. 18 A
338.751.1
338.046.1 - 333.103.
De 500 voornaamste maatschappijen in België. Resultaten van 1975.
DEBRA, J.
Brussel, Dun et Bradstreet (Belgium), 1976, 102 blz.
La sidérurgie wallonne face au défi international. (In : La Revue Nouvelle, Bruxelles, n" 4, avril 1977,
pp. 371-379.) BELG. 149 D
338.047.
338.752.4 - 338.042.
Les taches de l'économie publique et coopérative face á la crise économique dans les sociétés démocratiques. Aspects économiques et sociaux.
SCHMITZ, N. et BERCKMANS, A. Une comparaison internationale des éléments constitutifs du prix de revient dans l'industrie des machinesoutils.
(In : Annales de l'Economie Publique, Sociale et Coopérative, Liège, n° 3-4, juillet-décembre 1976, pp. 249-420.)
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 41-55.)
GEN. 1 A
BELG. 44 E
4
338.43
338.754.4 - 338.43
LAMBOTTE, J.-P.
DUPUIS, M.
Vers une dimension européenne du développement économique de la Wallonie.
L'industrie alimentaire. Sa situation en Wallonie. (In : Wallonie 77, Namur, n° 2, mars-avril 1977, pp. 98-
(In : Wallonie 77, Namur, n° 2, mars-avril 1977,
121.)
pp. 122-130.) BELG. 186
BELG. 186
I)
.
347.720.1
339.112.12 - 338.43
CALIFICE, A.
VAN DEN BULCKE, D.
Une politique wallonne du logement.
Internationale gedragscodes en voorschriften voor multinationale ondernemingen.
(In : Wallonie 77, Namur, n° 2, mars-avril 1977, 97.)
pp.
87-
(In : Ondernemen, Brussel, nr 2, februari 1977, blz. 8186.)
BELG. 186
BELG. 48
339.237.
347.728.1 - 657.33
i
VANKERCKHOVE, J.
STEENBERGEN, J. en VAN HULLE, K.
Loyers et revenus immobiliers en 1977.
De jaarrekening van ondernemingen.
(In : Journal des Tribunaux, Bruxelles, n° 4990, 19 mars 1977, pp. 197-207.)
(In : Economisch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, nr 1, 1977, blz. 81-100.)
BELG. 64 B
348.50
347.5 - 347.734.
d'IETEREN, A. et VERBRAEKEN, C.
TIBERGHIEN, A.
La responsabilité du banquier qui octroie du crédit á une entreprise en difficulté.
Manuel de droit fiscal. Bruxelles, C .E .D . - Samsom, 1976, 572
p.
(In : Revue Générale des Assurances et des Responsabilités, Bruxelles, n' 3, mars 1977, pp. 970711-970716.)
347.70 - 347.71 - 347.731. 347.770. FREDERICQ, L. (Baron) et FREDERICQ, S. (Baron).
349.1
I DE BROECK, G. De sociale wetgeving in 1976.
Handboek van Belgisch handelsrecht. Brussel, Bruylant, 1976, Deel I, 2e herz. dr., 702 blz.
(In : Tijdschrift voor Sociaal Recht, Brussel, nr 1, 1977, blz. 5-9.)
0
368.40 - 313.
349.1 - 368.40 - 332.243. 332.631. De ontwikkeling van de Belgische wetgeving van sociale zekerheid 1970-1976. (Verslagboek vervolmakingscyclus, oktober 1975/juli 1976.)
DELEECK, H.
Brussel, Larcier, 1977, 482 blz.
(In : Revue Belge de Sécurité Sociale, Bruxelles, n° 1, janvier 1977, pp. 1-22.)
Insécurité d'existence et le système de sécurité sociale en Belgique - 1974. Une enquête exploratoire.
BELG. 141
351.724.
380.22
KINSBERGEN, A.
JACQUEMIN, A.
Mensen achter de dijken.
Les politiques de concurrence et l'avant-projet de loi belge.
(In : ERA-Berichten, Antwerpen, september 1976, blz. 141203.)
(In : Recherches Economiques de Louvain, Louvain, n° 4, 1976, pp. 283-305.)
BELG. 65
BELG. 34
1
352.
380.22 - 333.841.
SCHEPENS, L.
VAN . POECK, A.
De Provincieraad : Historische kanttekeningen rond een actuele vraag.
Competitieve en beschermde sectoren in de Belgische economie.
i
(In : Gemeentekrediet van België, Brussel, n r 119, januari 1977, blz. 19-28.)
(In : Economisch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, n" 1, 1977, blz. 101-112.)
BELG. 61 A
BELG. 64 B
4
368.40
i
380.23
DELEECK, H., DE DECKER, M. en HUYBRECHS, J.
NICHOLLS, J.R. et GARELLI, S.
Financiering van de Sociale Zekerheid door bijdragen berekend op de toegevoegde waarde der Belgische ondernemingen in plaats van op het loon.
« Rester compétitif dans un monde en pleine évolution sociale et structurale. »
(In : Cahiers économiques de Bruxelles, Bruxelles, n° 73, mars 1977, pp. 57-78.) BELG. 44 E
(In : SEDEIS-Chroniques d'Actualité, Paris, n° 6, ler avril 1977, pp. 230-253.) FR. 10 B
380.3 - 343.531.
82.242.4 - 333.432.8 - 333.600. 333.741. - 333.451.2 - 333.451.6 333.831.0 - 333.820. Eurocurrencies and the International Monetary System.
DE VROEDE, P.
Washington, American Enterprise Institute for Public Policy Research, 1976, 413 p.
Prijsregeling. (Algemene Practische Rechtsverzameling.) Gent, Story-Scientia, 1976, XXVII+270 blz.
382.11
382.242.4
MAYER, P. et SUBRENAT, J.-J.
KIRBYSHIRE, J.A.
Vers un nouvel ordre économique international.
Should Developments in the Euro-markets be a Source of Concern to Regulatory Authorities ?
(In : Politique étrangère, Paris, n° 1, 1977, pp. 63-76.)
(In : Bank of England Quarterly Bulletin, London, No. 1, March 1977, pp. 43-45.)
FR. 50 A
G.B. 1 A
382.240.
382.242.4 - 382.242.1 - 333.451.2
Belgo-Luxembourg Balance of Payments and the Belgian Franc.
KNIGHT, M.
(In : Report from Brussels-Banque Bruxelles Lambert, Brussels, No. 35, February 1977, pp. 1-2.)
Euro-Dollars, Capital Mobility and the Forward Exchange Market. (In : Economica, Cambridge, No. 173, February 1977, 1-21.)
BELG. 34 D
pp.
G.B. 17
4
382.242.0 - 382.250. - 333.825. 333.846.7 - 333.451.5
382.51
WERNER, H.
E.G.-Japan : handelsrelatie.
Die Kontrolle internationaler Kapitalbewegungen.
(In : Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, n' 13, april 1977, blz. 1-6.)
Këln, Institut fiir Wirtschaftspolitik an der Universiteit zu Këln, 1976, IV +321 S.
BELG. 18
658.334.
385.221.
De struktuur van de sektor van het beroepsgoederenvervoer over de weg in België.
DARDENNE, C.
(In : Echo's van Verkeerswezen, 'Brussel, n r 3, 1976, blz. 180-204.)
Réflexions sur la notion de « cadre » dans le droit social belge.
BELG. 63 B
(In : Journal des Tribunaux du Travail, Bruxelles, n° 140, 31 mars 1977, pp. 97-101.)
658.45
385.323.
Het vervoer in enkele Europese havens.
HUNAULT, P.
li (In : Echo's van Verkeerswezen, Brussel, nr 3, 1976,
blz. 206-216.)
Gestion de la trésorerie au jour le jour.
BELG. 63 B
Paris, Edit. d'Organisation, 1977, 140p.
1
93
650. - 347.736.
MICHAUX, B.
Voornaamste economische feiten op het internationaal gebied (1 januari 1976 - 31 december 1976.)
Le projet de loi de « gestion assistée » des entreprises en difficulté.
(In : Ministerie van Economische Zaken - Overzicht van de Economische Ontwikkeling, Brussel, bijlage bij het nr 3 van maart 1977, blz. 1-84.)
(In : Revue Belge des Sciences Commerciales, Bruxelles, n° 3, mars 1977, pp. 161-185.)
BELG. 98 C
BELG. 140
4
657.33
VANDEN BUSSCHE, G. La consolidation des bilans.
(In : Revue Belge des Sciences Commerciales, Bruxelles, n° 2, 1977, pp. 99-124.) BELG. 140