N811 Verkenning fietspad Herwen-Babberich km 4.7 tot km 6.6
Opdrachtgever Verkenning Opdrachtnemer Datum Versie Status
naam functie naam functie Team 6 oktober 2009 2.0 definitief
Ronald Verkooijen teamleider PC/Mero/Mob Frans Verboom Projectmanager UW/PMP Projectnummer Zaaknummer
: 60703319 : 2009-005882
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
1
PROJECTDEFINITIE
1.1
Probleemstelling
De N811 tussen Herwen en Babberich is in de huidige situatie voorzien van aanliggende fietsstroken aan beide zijden van de provinciale weg. Van deze fietsverbinding wordt veelvuldig gebruik gemaakt. Hoewel er wel sprake is van enige fysieke afstand tussen de verkeerstromen, is de inrichting niet in lijn met Duurzaam Veilig. Hierdoor bestaat een verhoogd risico op conflicten tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer. De realisatie van een vrij liggend fietspad is een mogelijkheid om de veiligheid voor de fietsers te verhogen en heeft gezien de intensiteit van fietsverkeer en autoverkeer (waaronder veel vrachtverkeer) een hoge prioriteit. 1.2
Aanleiding, doelstelling en resultaat
Aanleiding verkenning Op 25 januari 2006 heeft Provinciale Staten een besluit genomen om vanaf 2006 extra middelen ter beschikking te stellen voor fietsprojecten. Deze projecten zijn opgenomen in het Gelders fietspadenplan (vanaf 2006 en verder), waaronder een vrij liggende fietsvoorziening tussen Herwen en Babberich langs de N811. Door een besluit van Gedeputeerde Staten op 4 maart 2009 in het kader van recessiegelden is dit project financieel vervroegd uitvoerbaar geworden. Er is hiervoor een reservering gemaakt van €5 miljoen. Uitvoering in 2010. Door leerlingen uit Rijnwaarden zijn handtekeningen verzameld voor de aanleg van een vrij liggend fietspad tussen Herwen en Babberich. Ook de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar zouden graag een vrij liggend fietspad langs de weg gerealiseerd zien. Daarnaast is in het schoolroute onderzoek dat onlangs gehouden is, het kruispunt Brugweg/Molenhoek in Herwen door de scholieren genoemd als probleempunt. De provincie Gelderland heeft naar deze locatie aanvullend onderzoek gedaan en kleinschalige maatregelen aangedragen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Zo dienen er maatregelen te komen om de zichtbaarheid van de fietser en de oversteek te verbeteren, de oversteek wordt iets verschoven en de afwateringsgoten worden anders vormgegeven om te voorkomen dat de kinderen op plaatsen oversteken die daar niet voor bestemd zijn. Doelstelling verkenning Voorliggende Verkenning beoogt het in beeld brengen van oplossingsrichtingen om de fietsverbinding tussen Babberich en Herwen veiliger te maken en uiteindelijk te komen tot een voorkeursoplossing. De volgende varianten zijn hierbij beschouwd: Variant 1: tweerichtingen fietspad aan de oostzijde Variant 2: twee enkelzijdige fietspaden in 1 richting bereden De variant met een westelijk gelegen tweerichtingen fietspad is niet verder in de verkenning onderzocht omdat deze uit oogpunt van verkeersveiligheid (fietsers in Herwen naar andere zijde en in Babberich weer terug), inpassing, kosten (volledige rijbaan moet opgebroken worden) op voorhand minder zal scoren. Het uiteindelijke doel is de realisatie van de fietsvoorziening tussen de rotonde Aerdtsedijk bij Herwen en de komgrens van Babberich (km 4.7 tot km 6.6). Start realisatie in 2010. Een bijkomende doelstelling komt voort uit de wens van de gemeente Zevenaar om de fietsverbinding tussen de rotonde het Witte Kruis en de komgrens van Babberich te optimaliseren (km 6.6 tot km 7.4).
-2-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
1.3
Afbakening en uitgangspunten
Afbakening: De probleemanalyse betreft: A. N811 Herwen – Babberich tussen de rotonde Aerdtsedijk bij Herwen en de komgrens van Babberich (volgens besluit GS d.d. 4 maart 2009) van km 4.7 tot km 6.6. B. N811 kom Babberich, verkenning van een optimalisatie van de bestaande fietspaden tussen de rotonde het Witte Kruis en de komgrens van Babberich van km 6.6 tot km 7.4. Niet tot het project behoort : een reconstructie van de N811 in de kom van Babberich, een reconstructie heeft hier 3 jaar geleden nog plaatsgehad. Er zal wel onderzocht worden of er nog knelpunten op dit wegvak aanwezig zijn. Uitgangspunten: inrichting volgens Duurzaam veilig; 2.
Probleemanalyse
2.1
N811 tussen Herwen en Babberich
De N 811 tussen Herwen en Babberich is een provinciale regionale gebiedsontsluitingsweg waar een maximumsnelheid van 80km/u geldt. Er rijden gemiddeld 8700 mvt. per etmaal over de weg waarvan 9,3 % vrachtverkeer is. Zowel de verkeersintensiteit als het percentage vrachtverkeer is relatief laag in vergelijking met wegen van dezelfde wegcategorie elders in de provincie. De weg is voorzien van fietsstroken die door middel van een dubbele doorgetrokken streep met tussenruimte afgescheiden zijn van de rijstroken voor het autoverkeer. De fietsstroken zijn circa 2,00 meter breed en de ruimte tussen rijbaan en fietsstrook ongeveer 50 cm.
Het wegontwerp is voor een 80 km/u weg niet conform duurzaam veilig. Met name de aanliggende fietspaden zijn niet veilig. Daar waar het gemotoriseerde verkeer in conflict zou kunnen komen met het langzaam verkeer zijn in de tussenruimte tussen rijbaan en fietsstrook in de huidige situatie op de meeste plaatsen reeds fysieke maatregelen getroffen. In de bocht bij Babberich, die binnen de bebouwde kom is gelegen, is het fietspad iets verhoogd gelegen en gescheiden van de rijbaan met een schuine oploopband. In de bebouwde kom van Babberich is de weg onlangs nog heringericht ten behoeve van een veilige fietsvoorziening.
-3-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
In de bocht bij Herwen zijn tussen de fietsstrook en de rijbaan schuine geleidebanden aanwezig. 2.2
Mogelijke knelpunten
Op het traject tussen Babberich en Herwen bevinden zich een aantal mogelijke knelpunten voor het fietsverkeer. Op basis van de ongevallenanalyse kan dan bekeken worden of deze mogelijke knelpunten ook daadwerkelijk verkeersonveilig zijn. Oversteek in Babberich. In Babberich zijn een aantal oversteek mogelijkheden voor fietsers. Het oversteken zou een mogelijk knelpunt kunnen zijn. Bruggen over de Oude Rijn Op de brug over de Oude Rijn, de brugweg, liggen de fietspaden aan de rijbaan voor het gemotoriseerde verkeer. Dit kan een knelpunt zijn omdat het gemotoriseerd verkeer niet fysiek gescheiden is van het fietsverkeer. Oversteek N811 bij Molenhoek Het oversteken over de N811 ter hoogte van de Molenhoek kan een knelpunt zijn. Grote groepen fietsers moeten daar oversteken omdat ze Herwen in moeten. Oversteek Molenhoek langs de N811 Het oversteken van de Molenhoek kan een knelpunt zijn omdat daar ook al fietsverkeer van twee kanten oversteekt (is niet de bedoeling maar gebeurt wel). Molenhoek-Aerdtsedijk Het weggedeelte tussen de Molenhoek en de rotonde Aerdtsedijk kan een knelpunt zijn omdat het fietsverkeer daar overal en op allerlei manieren over kan steken. De fietsers zijn daar niet fysiek gescheiden van het gemotoriseerd verkeer. Aerdtsedijk De rotonde Aerdtsedijk kan een knelpunt zijn omdat groet groepen fietsers daar over moeten steken. Het is dan handiger om tegen de rijrichting in over te steken want dat scheelt een rondje fietsen om de rotonde. Wegbeeld Het wegbeeld van de N811 kan een knelpunt zijn omdat aanliggende fietspaden een breder wegbeeld geven dan vrijliggende fietspaden. Door dit bredere wegbeeld gaan automobilisten harder rijden met grotere kans op ernstiger gevolgen bij ongevallen. Door de aanliggende fietspaden aan de 80 km/u ontstaat een gevoel van onveiligheid bij de gebruikers van de fietsstroken. Dit is onder andere gebleken uit handtekeningen die zijn verzameld door leerlingen uit Rijnwaarden, waarmee gepleit wordt voor de aanleg van een vrijliggende fietsvoorziening.
-4-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
2.3 Ongevallenanalyse Om de klachten over het wegvak tussen Herwen en Babberich op waarde te kunnen schatten is met behulp van veldwerk en een ongevallenanalyse nader onderzoek verricht naar de verkeersveiligheid ter plaatse. Op het wegvak van de N 811 tussen Herwen en Babberich zijn tussen 2004 en 2008 dertien ongevallen geregistreerd. Alle geregistreerde letselongevallen gebeurden voor 2006. In totaal gebeurden er twee letselongevallen, waarvan één met dodelijke afloop. 2004 2005 2006 2007 2008 Ongevallen
Dodelijk 1 . . . . 1
Letsel . 1 . . . 1
Ums 5 2 1 1 2 11
Ongevallen 6 3 1 1 2 13
Gewogen ongevallen 10 7 1 1 2 21
Van de zes ongevallen voltrokken de meeste ongevallen zich tussen auto’s en overige voorwerpen en voertuigen (bijvoorbeeld overstekend wild, landbouwverkeer of vaste voorwerpen). Viermaal gebeurde er een ongeval met langzaam verkeer. Het betreft ongevallen tussen (brom)fietsers met een (vracht-)auto, waarvan drie ongevallen met uitsluitend materiele schade en één met dodelijke afloop. Primaire botsers Auto-Auto Br.fiets-Auto Overig-Auto Overig-Overig Ongevallen
Dodelijk . 1 . . 1
Letsel . . 1 . 1
Ums 4 3 3 1 11
Ongevallen 4 4 4 1 13
Gewogen ongevallen 4 8 8 1 21
2.4 Gedrag weggebruikers en subjectieve verkeersveiligheid Hoewel er uit de geregistreerde verkeersonveiligheid niet een duidelijk problematische situatie naar voren komt, kan de weginrichting op deze locatie leiden tot gevoelens van onveiligheid. Zowel bij het fietsverkeer als bij het gemotoriseerde verkeer. Uit de observatie blijkt dat het dikwijls voorkomt dat fietsers op de locatie met drie personen naast elkaar fietsen. De derde persoon fietst dan niet zelden tussen de twee doorgetrokken strepen tussen rijbaan en fietspad. Deze situatie kan leiden tot onveilige situaties. Niet alleen bij fietsers onderling of tussen fietsers en automobilisten. Ook kunnen tegemoetkomende auto’s met elkaar in botsing komen door plotselinge uitwijkmanoeuvres. 2.4
Mogelijke oorzaken
Uit de onderstaande figuur met ongevallen naar locatie blijkt dat er kleine concentraties zijn op de brug en op het weggedeelte tussen de Molenhoek en de Aerdtsedijk inclusief een ongeval op het kruispunt N811-Molenhoek. In Babberich zijn er nagenoeg geen problemen.
-5-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
figuur kaart met ongevals-locaties
Worden de mogelijke knelpunten samengevoegd met de analyse van geregistreerde ongevallen en subjectieve onveiligheid dan blijken de werkelijke knelpunten te liggen bij: 1. vernauwing op de bruggen Hier komen schampongevallen voor met fietsers en ongevallen met afslaande fietsers (terwijl die daar helemaal niet mogen afslaan). Verder komen daar eenzijdige ongevallen voor met autoverkeer. Het niet fysiek scheiden van de fietspaden is een mogelijke oorzaak. 2. oversteek N811 nabij Molenhoek Hier zijn ongevallen gebeurd met afslaande fietsers en kop-staart ten gevolge van afslaande auto. Het oversteken van (grote groepen) fietsers in combinatie met hoge snelheden van gemotoriseerd verkeer kan hier een oorzaak zijn. De oversteek is in ……….. al veiliger gemaakt naar aanleiding van een dodelijk ongeval. 3. traject Molenhoek-Aerdtsedijk Hier zijn ongevallen gebeurd met afslaande fietsers en kop-staart ongevallen ten gevolge van afslaande auto. Mogelijk zijn hier het oneigenlijk oversteken van fietsers de oorzaak, samen met de onoverzichtelijkheid van de bocht en hoge snelheden van gemotoriseerd verkeer. Bij de afwegingen van de varianten zal met betrekking tot bovengenoemde punten vanuit verkeersveiligheid de nadruk gelegd worden.
-6-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
3.
Probleeminventarisatie
3.1
Natura 2000 en Ecologische Hoofdstructuur
Het project valt voor een groot deel binnen het Natura 2000 gebied Gelderse Poort. Daarnaast is ter hoogte van de bruggen over de Oude Rijn sprake van een Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Door de beoogde situering van de vrij liggende fietsvoorziening in de EHS en het Natura 2000 is met name ter hoogte van de nieuwe fietsbruggen over de Oude Rijn de realisatie van de verbinding afhankelijk van de beperkingen die worden opgelegd vanuit: het EHS-beleid. Indien een bestemmingsplanwijziging nodig is zal het ontwerp getoetst moeten worden aan het (provinciale) EHS beleid. Het belangrijkste aspect hiervan is dat wijzigen van de bestemming niet mogelijk is als hiermee de waarden van het gebied significant worden aangetast. Natura 2000. In dit kader moet een vergunning inzake de Natuurbeschermingswet aangevraagd worden. Deze procedure vormt het meest kritieke pad van dit project. De proceduretijd bedraagt 26 weken. Het bevoegd gezag is GS. Er zijn drie situaties mogelijk: a. zeker geen negatief effect: geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig: b. mogelijk negatief effect maar zeker geen significant negatief effect: verslechterings- en verstoringstoets, afhankelijk van de uitkomst wordt al dan niet vergunning verleend; c. kans op een significant effect: passende beoordeling (zwaardere procedure), afhankelijk van de uitkomst wordt al dan niet vergunning verleend. Aan deze vergunning kunnen eventuele voorschriften en beperkingen, bv compensatie worden verbonden. Indien sprake is van een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen dan kan het plan of project in het Natura 2000 gebied alleen doorgang vinden indien er geen alternatieven zijn en er sprake is van dwingende redenen van groot belang. Het zoeken naar alternatieven moet breed worden opgevat, het hoeft niet alleen om een andere locatie te gaan, maar kan ook een andere wijze van uitvoeren van het project betekenen. Ook als er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang is compensatie verplicht en moet die gerealiseerd zijn voordat de ingreep gepleegd wordt. Het streven is om binnen het betreffende Natura 2000 gebied te compenseren. 3.2
Nutsleidingen
Tussen de Molenhoek en de grote brug over de Oude Rijn ligt langs de N811 een gastransportleiding (diameter 15 cm) van de Gasunie. Indien verlegging noodzakelijk blijkt dient rekening te worden gehouden met een procedure van 1,5 tot 2 jaar en extra kosten. Dit heeft derhalve consequenties voor de planning van realisatie van dit deel van de fietsvoorziening. 3.3
PKB Ruimte voor de rivier
De Oude Rijn is onderdeel van PKB Ruimte voor de rivier. Mits het doorstroomprofiel ongewijzigd blijft ontstaat hiermee geen conflict. Bij de vergelijking van de varianten is dit derhalve niet onderscheidend. -7-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
3.4
Watertoets
Beide varianten zijn getoetst aan de eisen van het waterschap Rijn en IJssel. Waterkering De dijk over de Molenhoek richting de rotonde Aerdtsedijk betreft een secundaire waterkering. Omdat vooralsnog bij beide varianten geen sprake is van verbreding van de waterkering worden hier geen problemen verwacht bij een aanvraag Ontheffing Keur. De dijk vanaf de Molenhoek richting Babberich heeft geen waterkerende functie. Waterkwaliteit/kwantiteit De N811 kruist op twee plaatsen een A-watergang, ter hoogte van de dijkopgang en vlakbij de komingang van Babberich. Bij beide varianten zal mogelijk de duiker bij de A-watergangen bij de dijkopgang iets verlengd moeten worden. Bij het opstellen van het Definitief Ontwerp kan dit definitief bepaald worden. De A-watergang nabij de komingang van Babberich zal bij beide varianten aangepast cq verlegd moeten worden. Het fietspad komt voor een deel op de Awatergang aan de oostzijde te liggen. In het kader van de uitwerking van het Definitief Ontwerp dient dit afgestemd te worden met het waterschap. Daarnaast liggen aan beide zijden van de provinciale weg zaksloten om wegwater op te vangen. Deze komen in beide varianten als zaksloten tussen de rijbaan en het fietspad weer terug. In het kader van de watertoets is voor beide varianten de toename verhard oppervlakte berekend in verband met eventuele benodigde compensatie waterberging. Voor beide variant is de toename marginaal en is geen extra compensatie noodzakelijk. Omdat de resultaten van de watertoets voor beide varianten niet onderscheidend is wordt dit aspect niet bij de afweging van de varianten betrokken. 3.5
Overig
Archeologie Een groot deel van het gebied wordt gekenmerkt door een lage tot hoge verwachtingswaarde voor archeologische vondsten. In dit kader is een inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd. Binnen het plangebied worden in situ geen archeologische resten verwacht, waardoor ook geen archeologische resten worden bedreigd door de voorgenomen ontwikkelingen in het gebied. Dit geldt voor zowel variant 1 als 2. Alle verwachtingswaarden kunnen op basis van het veldonderzoek op laag gesteld worden. Bij de afweging van de varianten is dit niet onderscheidend. Niet Gesprongen Explosieven Het gebied is betrokken geweest bij oorlogshandelingen, er is derhalve een gerede kans op het voorkomen van niet gesprongen explosieven uit WO-II. Zowel voor variant 1 als 2 zal vroegtijdig voorafgaand aan de uitvoering naderonderzoek moeten plaatsvinden en zo nodig ruiming van explosieven. Bij de afweging van de varianten is dit niet onderscheidend. Voormalige stortplaats Aan de oostzijde van de N811 tussen de komgrens van Babberich en de opgang naar de dijk bevindt zich op de aangrenzende percelen een voormalige stortplaats. Ter verificatie of de voormalige stortplaats ook aanwezig is op het tracé van het toekomstige fietspad is bodemonderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek is gebleken dat het traject vanaf de eigendomsgrens van de provincie Gelderland vrij is van verontreiniging in de grond. Ook is ter plaatse geen stortmateriaal aangetroffen. Ter plaatse komt wel kobalt voor in lichte verhoging, maar is dit niet te relateren aan menselijk handelen. Kobalt is waarschijnlijk van nature aanwezig. Het is in ieder geval niet te relateren aan stortmateriaal omdat dit visueel niet is aangetroffen. Dit betekent dat er voor beide varianten geen problemen zijn vanwege de voormalige stortplaats. Bij de afweging van de varianten is de aanwezigheid van de voormalige stortplaats derhalve niet onderscheidend. -8-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
4.
Alternatieven
Verkeersveiligheid Bij het bepalen van de varianten is gezocht naar welk alternatief het best beantwoord aan het oplossen van de verkeersonveiligheid op de bruggen, kruispunt Molenhoek en het wegvak Molenhoek – Aerdtseweg. Natuur Daarnaast is er door de ligging in het Natura 2000 gebied onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieven ter hoogte van de bruggen over de Oude Rijn omdat dwingende redenen van openbaarbelang voor de aanleg van een vrijliggende fietsverbinding ontbreken. De alternatieven zijn onderzocht door adviesbureau Movares en de uitkomsten hebben als basis gediend voor de afweging en de uiteindelijke keuze van een voorkeursalternatief. Voor beide varianten is gekeken naar alternatieven waarbij de bestaande dijk verbreed (verder in de rapportage aardebaan genoemd) wordt en alternatieven waarbij een grondkerende constructie (damwand, keerwand of gewapende grond of een combinatie) wordt toegepast zodat de verstoring van het Natura 2000 gebied zoveel als mogelijk wordt beperkt. Tijd en geld Ook is naar alternatieve oplossingen (bij de bruggen) gezocht waarbij het fietspad snel, sober en doelmatig te realiseren is. Dus inpasbaar binnen bestemmingsplan, eigendom provincie Gelderland en financieel haalbaar. Daarbij dient rekening gehouden te worden dat het project in 2010 uitgevoerd moet worden. Onderzochte varianten De onderzochte varianten met de verschillende alternatieven voor het overzicht op een rij: Variant 1: tweerichtingen fietspad aan de oostzijde van de N811 (zie schetsontwerp bijlage 1) met verschillende alternatieven ter hoogte van de bruggen vanwege ligging in Natura 2000 en aanwezige gastransportleiding; 1a. Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan 1b. Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan i.c.m. grondkerende constructie 1c. een doorgaand kunstwerk 1d. vervanging 2 bruggen in combinatie met grondkerende constructie of aardebaan Variant 2: twee enkelzijdige fietspaden in 1 richting bereden (zie schetsontwerp bijlage 2). 2a. aanpassing bestaande bruggen met aardebaan op dijk tussen Babberich en brug 2b. aanpassing bestaande bruggen met aardebaan icm grondkerende constructie 2c. vervanging 2 bruggen icm 2a of 2b De aanpassing van de bruggen bij variant 2 betreft het toepassen van barriers op de brug als fysieke scheiding tussen rijbaan en fietspad, eventueel in combinatie met een verbreding van de fietspaden op de bruggen met een lichte stalen constructie. 5.
Vergelijking van de alternatieven
De alternatieven zijn beoordeeld op een aantal aspecten en aan de hand daarvan vergeleken. De volgende criteria zijn meegenomen: * verkeersveiligheid * ruimtelijke inpassing * natuur * Nutsleidingen * Procedures * Kosten
-9-
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
De alternatieven zijn beoordeeld met plussen en minnen ten opzichte van de huidige situatie. 5.1
Verkeersveiligheid
Conform duurzaam veilig moet de 80 km/u gebiedsontsluitingsweg voorzien zijn van vrijliggende fietspaden. Hierom en ook om de ongevallen met fietsers tegen te gaan moeten de oplossingen gezocht worden in het fysieke scheiden van het fietspad en rijbaan. Dit geldt met name op de bruggen en op het weggedeelte tussen de Molenhoek en de Aerdtseweg. Daarnaast moet ervoor gezorgd worden dat de kruispunten voor het kruisende fietsverkeer veiliger worden ofwel dat het dusdanig wordt vormgegeven dat er geen kruisende fietsers meer voorkomen. Dit geldt met name voor het huidige kruispunt Molenhoek maar ook voor een eventueel kruispunt met fietsverkeer in Babberich. Tenslotte moet een eventuele maatregel op het wegvak tussen de Molenhoek en de rotonde Aerdttsedijk zorgen voor een snelheidsremmend effect. In elk geval zijn bij alle varianten de fietsers conform duurzaam veilig fysiek gescheiden van de hoofdrijbaan. Beide varianten bieden oplossingen voor de knelpunten maar daarbij worden ook weer nieuwe verkeersonveilige situaties gecreëerd.
Variant 1 tweerichtingen fietspad aan de oostzijde 1a Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan 1b Nieuwe fietsbrug met fietspad, aardebaan i.c.m. grondkerende constructie 1c Een doorgaand kunstwerk 1d Vervanging 2 bruggen Variant 2 twee enkelzijdige fietspaden in 1 richting bereden 2a Aanpassing bestaande bruggen met aardebaan op dijk tussen Babberich en brug 2b Aanpassing bestaande bruggen met aardebaan icm grondkerende constructie 2c Vervanging 2 bruggen icm 2a of 2b Varianten 1: In twee richtingen bereden fietspad aan de zuidzijde De problemen bij de brug worden in alle typen van variant 1 opgelost met een aparte brug voor de (brom-) fietsers. Ook bij de Molenhoek worden voorzieningen getroffen zodat daar geen overstekende fietsers meer kunnen zijn zodat de problemen daar ook goed zijn opgelost. Nadelen De situatie bij de Molenhoek wordt iets onveiliger omdat het fietspad deze straat nu in twee richtingen kruist. In combinatie met afslaand autoverkeer geeft dit een onveilige situatie omdat dit afslaande verkeer geen fietsverkeer van twee kanten verwacht. Daarnaast komt er in Babberich een nieuw probleem bij in de vorm van een fietsoversteek. Verder is deze variant iets onveiliger omdat er over de gehele lengte tegemoetkomend (brom-)fietsverkeer is. Voorts zal voor deze variant een verkeersbesluit genomen moeten worden vanwege het instellen van een tweerichtingen fietspad. Varianten 2: Twee vrijliggende fietspaden Variant 2 is in feite een optimalisatie van de bestaande situatie. Binnen het bestaande profiel worden de verkeersstromen nu fysiek van elkaar gescheiden. Motorvoertuigen op de brug kunnen zo niet meer in aanraking komen met langzaam verkeer en daarmee zijn de problemen op de brug opgelost. Ook wordt het kruispunt N811 – Molenhoek uitgevoerd met een brede middengeleider, zodat het oversteken in twee keer kan gebeuren. Ook de snelheid van het autoverkeer wordt door de middengeleider en de betonnen banden aan de zijkanten laag gehouden.Verder komt er in deze variant een fysieke scheiding op het wegvak tussen de Molenhoek en de Aerdtsedijk zodat het kruisen van de N811 voor (brom-) fietsers hier onmogelijk gemaakt wordt. Daarmee zijn de verkeersveiligheidsproblemen op dit wegvak ook opgelost. - 10 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
Nadelen Ter hoogte van de Molenhoek blijft een oversteekmogelijkheid voor (brom-) fietsers. Dit wordt wel een oversteek met een ruime middengeleider die oversteken in twee keer mogelijk maakt Bijkomend voordeel van deze geleider is dat dit de snelheid uit het autoverkeer haalt. Een ander nadeel is dat fietsverkeer mogelijk bij de Molenhoek al gaat oversteken en het laatste stuk tussen de Molenhoek en de Aerdtsedijk tegen de richting in gaat fietsen. Hiervoor zou het fietspad aldaar iets verbreed kunnen worden. De varianten 1 lossen wel problemen op maar er komen weer nieuwe voor in de plaats. De varianten 2 lossen alleen alle problemen op als het kruispunt Molenhoek ook goed verkeersveilig wordt vormgegeven. Vandaar dat alle varianten 2 iets beter scoren dan varianten 1. Daarnaast moet voor variant 1 een Verkeersbesluit worden genomen, voor variant 2 is deze niet nodig. 5.2
Ruimtelijke inpassing
Planologische inpassing en grondaankoop Het wegvak tussen de komingang van Babberich en de eerste brug over de Oude Rijn valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied Deelgebied Oost van de gemeente Zevenaar (vastgesteld dd. 24 oktober 2001). Het gedeelte van het fietspad dat in de kern Babberich is gelegen valt binnen het bestemmingsplan voor Babberich. Het bestemmingsplan dateert uit 1973 en wijkt af van de feitelijke situatie, op de plankaart is nog de snelwegverbinding van de A15 geprojecteerd. Het wegvak vanaf de grote brug tot de rotonde Aerdtsedijk valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied 2008 Gemeente Rijnwaarden. In dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een fietsvoorziening, inclusief fietsbrug. Toetsing varianten bestemmingsplannen, waarbij het deel ter hoogte van de dijkopgang tot de rotonde Aerdtsedijk vanwege de verschillende alternatieven apart is uitgelicht: Grondgebied Variant 1 1a aardebaan 1b icm grondkering 1c doorgaande fietsbrug 1d icm grondkering Variant 2 2a aardebaan 2b icm grondkering 2c icm grondkering
Zevenaar 1)
Rijnwaarden
1)
grondaankoop 2)
2)
1) Zowel voor variant 1 als 2 blijft het ontwerp tussen Babberich en de opgang van de dijk binnen de bestemmingsplancontouren en de eigendomsgrenzen van de provincie, met uitzondering van het noordoostelijke deel van de bocht voorbij de komingang. Hier blijkt dat het ontwerp ongeveer 1,5 meter buiten de bestemmingsplangrenzen ligt. In het bestemmingsplan is een algemene ontheffingsbepaling opgenomen om geringe wijzigingen van de tracés van wegen toe te staan. Een afwijking tot maximaal drie meter is mogelijk, dus de afwijking van 1,5 meter is daarmee te regelen. De procedure van de ontheffing loopt via afdeling 3.4 Awb (UOV) dus een doorlooptijd van 6 weken.
- 11 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
2) Zowel voor variant 1 als 2 moet in de bocht bij de kom van Babberich rekening gehouden worden met grondaankopen. Het betreft hier grond van de gemeente Zevenaar. Daarnaast zal bij beide varianten een A-watergang van het waterschap Rijn en IJssel verplaatst moeten worden. Mogelijk vloeit hier ook grondaankoop uit voort. Voor het wegvak in de bocht binnen de bebouwde kom van Babberich moet getoetst worden aan een bestemmingsplan Babberich uit 1973. Vooralsnog wordt er vanuitgegaan dat het bestaande wegprofiel binnen de kom gehandhaafd kan blijven. In het definitief ontwerp zal dit voor het voorkeursalternatief nader uitgewerkt worden, waarbij ook onderzocht zal worden of een uitbuiging van de komingang haalbaar is. Mocht een bestemmingsplanprocedure noodzakelijk blijken dan moet in principe rekening gehouden worden met een proceduretijd van 26 weken. Een fasering kan overwogen worden. 5.3
Natuur
Toetsing Natura 2000 Toetsings N2000
EHS
Variant 1 1a aardebaan 1b icm grondkering 1c doorgaande fietsbrug 1d icm grondkering
nvt nvt nvt
Variant 2 2a aarde baan 2b icm grondkering 2c icm grondkering
nvt nvt nvt
Nvt: toetsing niet van toepassing omdat er geen sprake is van bestemmingsplan- wijziging
-
-
Toelichting effecten variant 1a op N2000 : er is met name sprake van oppervlakteverlies van habitattypen door de verbreding, alsmede verkleining van leefgebied voor een aantal soorten. Er is derhalve kans op een significant negatief effect; voor deze variant kan zeer waarschijnlijk geen vergunning verleend worden omdat er alternatieven voorhanden zijn en er geen dwingende redenen zijn van openbaarbelang. Hierdoor wordt voor deze variant niet toegekomen aan de vraag of compensatie nodig is; variant 1a is hierdoor niet haalbaar
Toelichting effecten van variant 1b tot met 1d en variant 2a tot en met 2c bij deze (sub)varianten is slechts sprake van oppervlakteverlies. Echter is het oppervlakteverlies van habitattypen minder groot en worden minder habitattypen geschaad, slechts marginaal verlies aan Glanshaver- en vossenstaarthooilanden op de taluds. Het verlies (voor het voorkeursalternatief) goed gekwantificeerd moeten worden. Afhankelijk van de mate van aantasting zal vergunning verleend worden. Dit behoeft nader detaillering en afstemming met de vergunningverlener NBW bij het uitwerken van het definitief ontwerp van het uiteindelijke voorkeursalternatief. Hierbij kan verder opgemerkt worden dat op het nieuwe taluds weer een vegetatie van dit type tot ontwikkeling kan komen. Bij alle varianten zal een vergunning aangevraagd moeten worden met een passende beoordeling. Eventuele compensatie elders is afhankelijk van hoeveel habitattype er uiteindelijk verloren gaat en hoe lang het eventueel duurt voordat dit habitattype weer volledig herstelt is.
- 12 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
5.4
Nutsleidingen
Verlegging gasleiding
Kosten
Variant 1 1a aardebaan 1b icm grondkering 1c doorgaande fietsbrug 1d icm grondkering Variant 2 2a aardebaan 2b icm grondkering 2c icm grondkering Toelichting verlegging Verlegging van de leiding is volgens Gasunie voor alle alternatieven van variant 1 noodzakelijk. Voor variant 1a kan wellicht volstaan worden met een korte verlegging om de kleine brug. Dit geldt mogelijk ook voor variant 1b maar dit is afhankelijk van een oplossing bij de kruising van leiding met de damwand. Bij variant 1c zal vanwege de aanwezige palen een lange verlegging over 550 meter nodig zijn met een gestuurde boring. De kosten worden geraamd op ca. € 465.000 tot 650.000,--. Voor de korte verlegging voert de Gasunie nog een studieraming uit. De kosten zullen lager liggen maar de voorbereidingstijd voor korte of lange verlegging komen overeen. Na vaststelling van het voorkeursalternatief in september/oktober is circa 3 maanden nodig voor een goedgekeurde projectovereenkomst. Na ondertekening van overeenkomst heeft Gasunie 1 jaar voorbereidingstijd nodig. Eind 2010/begin 2011 verlegging. Hierdoor zal realisatie van de fietsvoorziening in 2010 niet haalbaar zijn. Bij variant 2a en b is geen verlegging nodig van de gasleiding. Bij variant 2c moet de aan de brug bevestigde gasleiding aangepast worden. Dit brengt extra kosten met zich mee. 5.5
Procedures procedures
Variant 1 tweerichtingen fietspad aan de oostzijde 1a Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan 1b Nieuwe fietsbrug met fietspad, aardebaan i.c.m. grondkerende constructie 1c Een doorgaand kunstwerk 1d Vervanging 2 bruggen Variant 2 twee enkelzijdige fietspaden in 1 richting bereden 2a Aanpassing bestaande bruggen met aardebaan op dijk tussen Babberich en brug 2b Aanpassing bestaande bruggen met aardebaan icm grondkerende constructie 2c Vervanging 2 bruggen icm 2a of 2b
Voor alle varianten zal een een vergunning aangevraagd moeten worden in het kader van de Natuur Beschermingswet vanwege de ligging in het Natura 2000 gebied. Daarbij zal sprake zijn van een passende beoordeling. Bij variant 1a is tevens een wijziging van bestemming aan de orde, waar bij toetsing aan het beleid van de EHS noodzakelijk is. De proceduretijd voor een vergunning in het kader van de NBW bedraagt in principe 26 weken. Dit kan eventueel verkort worden tot 13 weken. Bij alle varianten 1 moet rekening gehouden worden met procedures voor het verleggen van de gastransportleiding van de Gasunie (tijdsduur ca.1,5 ). Hierdoor zal uitvoering in 2010 niet haalbaar zijn. Bij variant 1 moet ook rekening gehouden worden met een Verkeersbesluit. Bij het vervangen van de bruggen dient rekening gehouden te worden met de aanvraag van een bouwvergunning. - 13 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
5.6
Kosten Kosten
PM
Variant 1 oostzijde 2 richtingen 1a aardebaan 1b icm grondkering 1c doorgaande fietsbrug 1d icm grondkering
2.2 3.0 - 6.2 *) 3.4 4.1 ***)
grondaankoop, gasleiding, compensatie N2000 gasleiding gasleiding gasleiding, logistiek
Variant 2 oost-west enkelzijdig 2a aardebaan 2b icm grondkering 2c icm grondkering
1.8- 2.2 **) 2.3- 2.8 **) 4.3 ***)
gasleiding, logistiek
Bedragen in tabel in miljoenen (onder voorbehoud), betreft bouwkosten (exl. VAT- kosten (27%), engeneringskosten en bijkomende kosten) ter vergelijking van varianten
Toelichting: *) er is gerekend met de volgende grondkerende constructies: damwand, keerwand en gewapende grond e
e
**) 1 bedrag zonder uitbreiding van de brug en toepassing halve barrier, 2 bedrag inclusief uitbreiding van de brug ***) De vervanging van de brug bij variant 1d door een brug met aan 1 zijde een tweerichtingen fietspad wordt geraamd op € 2.000.000 en variant 2c door een brug met 2 enkelzijdige fietspaden wordt geraamd op € 2.100.000 6.
Vergelijking en Voorkeursalternatief
Variant 1 1a 1b 1c 1d
Verkeersveiligheid
Inpassing
Natuur
Nutsleiding
Procedureel
Kosten in miljoenen 2.2 + PM 3.0 -6.2+ PM 3.4 + PM 4.1 + PM
Variant 2 2a 2b 2c
1.8 – 2.2 2.3 – 2.8 4.3 + PM
Variant 1: tweerichtingen fietspad aan de oostzijde van de N811 met verschillende alternatieven ter hoogte van de bruggen vanwege ligging in Natura 2000 en aanwezige gastransportleiding; 1a. Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan 1b. Nieuwe fietsbrug met fietspad middels aardebaan i.c.m. grondkerende constructie 1c. een doorgaand kunstwerk 1d. vervanging 2 bruggen icm grondkerende constructie Variant 2: twee enkelzijdige fietspaden in 1 richting bereden. 2a. aanpassing bestaande bruggen met aardebaan op dijk tussen Babberich en brug 2b. aanpassing bestaande bruggen met aardebaan icm grondkerende constructie 2c. vervanging 2 bruggen icm 2a of 2b icm grondkerende constructie
- 14 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
Afweging voorkeursalternatief Op basis van bovenstaande vergelijking heeft variant 2a de voorkeur, met twee enkelzijdige fietspaden, waarbij de bestaande bruggen worden aangepast (of door toepassing van een barrier of door verbreding van het fietspad aan beide zijden) of indien haalbaar worden vervangen. Hiervoor wordt de volgende onderbouwing aangevoerd: uit oogpunt van verkeersveiligheid scoort variant 2 iets beter dan variant 1. Uitgangspunt hierbij is dat een veilige oversteek gemaakt zal worden bij de Molenhoek in Herwen en dat er rekening gehouden wordt met het tegen de richting in fietsen op het weggedeelte tussen de Molenhoek en de Aerdtsedijk. Bijgaand ontwerp (bijlage 3) doet hier zeker recht aan. Er is sprake van een veilige oversteek waarbij de fietsers goed beschermd worden tijdens het oversteken door voldoende brede (midden)geleiders. Doordat de oversteek een compacte uitstraling krijgt en doordat langs het wegvak tussen de brug en de rotonde Aerdtsedijk betonnen geleiders met voldoende breedte tussen de rijbaan en het fietspad worden aangebracht (bebouwde kom uitstraling) zal het autoverkeer snelheid minderen. Problemen op de bruggen worden in deze variant opgelost evenals de problemen op het weggedeelte tussen de Molenhoek en de Aerdtsedijk. Ook een oplossing met barriers op de brug, met eventuele verbreding van het fietspad op de brug, doet recht aan een verkeersveilige oplossing; beide varianten zijn goed inpasbaar, met uitzondering van subvariant 1a voor variant 1a is kans op een significant negatief effect op het Natura 2000 gebied. Zeer waarschijnlijk kan geen vergunning verleend worden omdat er alternatieven voorhanden zijn en er geen dwingende redenen zijn van openbaarbelang Bij variant 2 (maar ook varianten 1b t/m 1d) is sprake van een marginale oppervlakte verlies van het habitattype Glanshaver op het talud. Echter kan op het nieuwe talud weer een vegetatie van dit type tot ontwikkeling komen. Eventuele compensatie elders is afhankelijk van hoeveel habitattype er uiteindelijk verloren gaat en hoe lang het eventueel duurt voordat dit habitattype weer volledig herstelt is; ook uit oogpunt van de Flora en Faunawet heeft variant 1a grotere consequenties voor een aantal soorten dan bij variant 2; bij alle subvarianten van variant 1 moet rekening gehouden worden met verlegging van een gastransportleiding (en een watertransportleiding van Vitens) van de Gasunie. Dit betekent dat rekening gehouden moet worden met extra kosten van enkele tonnen en een proceduretijd van 1,5 tot 2 jaar (volgens opgave van de Gasunie). Hiervan uitgaande is realisatie van de fietsvoorziening in 2010 niet haalbaar. Bij variant 2 kan de leiding ongemoeid blijven, tenzij de grote brug over de Oude Rijn vervangen zou worden.; uit financieel oogpunt is variant 2a de meest sobere en doelmatige variant; bijkomend voordeel is dat variant 2 in fasering en uitvoering flexibeler is dan variant 1 bij een eventuele vervanging van de brug. De huidige bruggen hebben nog een verwachte levensduur van circa 25 jaar en zullen daarom op relatief korte termijn vervangen moeten worden. Bij variant 2 kan op elk gewenst moment in de komende jaren gekozen worden voor vervanging van de bruggen. De huidige bruggen kunnen dan tijdelijk voorzien worden van barriers (kosten circa € 100.000) als fysieke scheiding tussen rijbaan en fietspad. Indien de vervanging van de bruggen langer op zich laat wachten kan gekozen worden voor een verbreding van de fietspaden op de bruggen door een constructie aan de bruggen te bevestigen (extra kosten ca. € 500.000,--). De vrij liggende fietspaden aan beide zijden van de provinciale weg kunnen op korte termijn al gerealiseerd worden, los van het moment van vervanging van de bruggen. Indien de bruggen vervangen worden dient rekening gehouden te worden met extra logistieke kosten. Uitgaande van toepassing van een tijdelijke baileybrug worden de extra logistieke kosten geraamd op € 1,5 – 2.2. miljoen. Daarnaast zullen in het kader van de Natuurbeschermingswet alternatieve routes onderzocht moeten worden omdat er geen dwingende redenen van openbaar belang zijn voor de vervanging van de bruggen. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met aanvullend natuuronderzoek. Bij variant 1 is het lastiger om op elk gewenst moment de verkeersbruggen te vervangen omdat bij een eenzijdig fietspad aan de oostzijde een noodvoorziening op de brug gemaakt zal moeten worden zodat fietsers in tweerichtingen kunnen passeren. De hoofdrijbaan zal hiervoor versmald moeten worden, waarbij het verkeer geregeld zal
- 15 -
Verkenning N811 fietspad Herwen- Babberich
moeten worden met verkeerslichten. Deze situatie kan slechts zeer tijdelijk toegepast worden. Eventueel tijdens de voorbereiding en bouw van nieuwe fietsbruggen. Voorkeursalternatief Kort samengevat is variant 2a verkeersveiliger, sneller te realiseren, beter te faseren en vergt deze variant financieel de laagste investering. Bij uitvoering van deze variant ligt nog de keuze voor om de fietspaden op de bruggen te verbreden door een constructie aan de bruggen te bevestigen of te volstaan met het plaatsen van barriers tussen de hoofdrijbaan en de fietspaden. Dit hangt samen met de keuze van het moment van vervanging van de bestaande verkeersbruggen.
- 16 -
Bij deze ruimtelijke onderbouwing zijn een drietal bijlagen opgenomen. Dit zijn: 1. Definitief Ontwerp fietspad 2. Bodemonderzoek 3. Archeologisch onderzoek