Monitor Kwetsbare Meiden Een onderzoek naar de kwaliteit en de effectiviteit van het Expertisecentrum Kwetsbare Meiden Flevoland en van de behoefte van jongeren aan informatie over kwetsbare meiden.
1
Colofon: Dit is een uitgave van CMO Flevoland. Dit rapport is mede tot stand gekomen door de provincie Flevoland Auteur: Drs. R. Canwood Drs. J. Doodkorte Drs. N. Bosscher Datum: oktober 2012
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
5
2. Het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland
5
3. De Centrale onderzoeksvragen
6
4. Doel en doelgroep van het onderzoek
7
5. Opzet en werkwijze onderzoek
8
6. Respons en representativiteit
9
6.1 Inleiding
9
6.2 Respons op de monitor kwetsbare meiden Flevoland
9
6.2.1 Respons naar sector
10
6.3 Respons van klanten van het Expertisecentrum kwetsbare meiden
11
6.4 Respons T1 meting naar de effectiviteit van het ECKM
11
6.5 Representativiteit
11
7. Resultaten onderzoek
12
7.1 Inleiding
12
7.2 Professionals en de doelgroep kwetsbare meiden
12
7.3 Professionals en de subdoelgroepen kwetsbare meiden
13
7.4 Spreiding doelgroep naar instelling
14
7.5 Behoefte aan kennis en deskundigheid onder ketenpartners
15
7.5.1 Behoefte aan kennis onder partners van het ECKM
15
7.5.2 Behoefte aan deskundigheidsbevordering door professionals
17
7.6 Bekendheid en bereik Expertisecentrum kwetsbare meiden
18
7.7 Het gebruik van het Expertisecentrum kwetsbare meiden
19
7.7.1 Inleiding
19
7.7.2 Websitebezoek Expertisecentrum kwetsbare meiden
19
7.7.3 Tijd op de website en het bouncepercentage
20
7.7.4 Toegankelijkheid van de website van het ECKM
21
7.7.5 Het gebruik van het Expertisecentrum kwetsbare meiden door klanten
21
7.7.5.1 Inleiding
21
7.7.5.2 Contact met het Expertisecentrum kwetsbare meiden
21
7.7.5.3 Aantal vragen van klanten aan het Expertisecentrum kwetsbare meiden
22
7.7.5.4 Aard van de vragen van klanten aan het ECKM
24
7.7.5.5 Tevredenheid klanten met de afhandeling van de vragen.
25
3
7.8 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum
25
7.8.1 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor ketenpartner
25
7.8.2 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor de professional
26
7.8.3 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor de doelgroep
27
7.9 Het effect van het Expertisecentrum
29
7.9.1 Effectiviteit van het Expertisecentrum op provinciaal en lokaal niveau
29
7.9.2 Effectiviteit van het Expertisecentrum op organisatieniveau
30
7.9.3 Effectiviteit van het Expertisecentrum op het niveau van de professional
31
7.9.4 Effectiviteit van het ECKM op doelgroepenniveau
31
7.10 Positie van het ECKM binnen de keten
31
7.10.1 De centrale positie van het Expertisecentrum onder klanten
31
7.10.2 De positie van het ECKM als centrum van expertise
32
7.11 Visie van partners op het Expertisecentrum
33
7.11.1 Inleiding
33
7.11.2 Visie van partners op het ECKM als centrum van expertise
33
7.11.3 Visie van partners op het ECKM als regisseur bij casuïstiekbehandeling
33
7.11.4 Visie op de aanvullende of faciliterende functie van het ECKM
34
7.11.5 Visie op de integrale functie van het ECKM
34
7.11.6 De preventieve functie van het ECKM
35
7.12 Financiering van het ECKM
39
7.12.1 Inleiding
39
7.12.2 Structurele financiering van het ECKM
39
8. Hoofdconclusies
40
8.1 Inleiding
40
8.2 Hoofdconclusies onderzoek Expertisecentrum kwetsbare meiden
40
9. Adviezen onderzoek het Expertisecentrum
47
9.1 Inleiding
47
9.2 Adviezen m.b.t. het bezoek aan de website van het Expertisecentrum
47
9.3 Adviezen m.b.t. het bereik en het gebruik van het ECKM
48
9.4 Adviezen m.b.t. de kwaliteit, effectiviteit en het waarborgen van de legitimiteit
48
4
1. Inleiding Het Expertisecentrum kwetsbare meiden (ECKM) is in juni 2011 opgericht en heeft als primair doel 'Het centraliseren en verspreiden van aanwezige kennis over kwetsbare meiden in de provincie Flevoland en het ontwikkelen en verspreiden van nieuwe kennis over deze meiden.' Het expertisecentrum draagt bij aan het vergroten van de kennis en deskundigheid van professionals in de provincie Flevoland over deze doelgroep. Andere doelen van het Expertisecentrum betreffen het tot stand brengen van onderling overleg en contact tussen professionals die werken met de doelgroep (netwerkfunctie), het signaleren van hiaten in de hulpverlening en/of sociale kaart en fungeren als vraagbaak. Het voor u liggend onderzoek bestaat uit twee delen. Ten eerste is het onderzoek een voortgangsevaluatie van het werk van het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland na ongeveer 1 jaar operationeel te zijn in de provincie Flevoland. Ten tweede biedt het onderzoek zicht op de behoefte van Flevolandse jongeren aan informatie over kwetsbare meiden. De resultaten uit beiden onderdelen zullen worden gebruikt om de routekaart voor het Expertisecentrum verder vorm te geven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door CMO Flevoland in samenwerking met LSG-Rentray, waar het Expertisecentrum organisatorisch onder valt. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de stuurgroep van het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland.
2. Het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland Het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland is een initiatief van Provincie Flevoland en Traverse Flevoland, onderdeel van LSG-Rentray. Het expertisecentrum wordt onder andere ondersteund door gemeente Almere, Triade, Bureau Jeugdzorg, ROC Flevoland en CMO Flevoland. Het Expertisecentrum startte in juni 2011 zijn activiteiten met de volgende kwaliteitscriteria. Ten aanzien van het verzamelen, centraliseren en verspreiden van kennis wil het expertisecentrum over actuele kennis beschikken m.b.t. de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Het Expertisecentrum stelt zich ten doel professionals proactief (door middel van nieuwsbrieven en inhoudelijke bijeenkomsten) en reactief te informeren. Het reactief informeren van professionals omhelst het beantwoorden van verzoeken en vragen die binnenkomen via e-mail, telefoon of persoonlijk contact. Ten aanzien van de netwerkfunctie, bekendheid en toegankelijkheid zal het Expertisecentrum bijeenkomsten organiseren, aanwezig zijn bij reeds bestaande overleggen in de provincie Flevoland en zoveel mogelijk aansluiten bij de voorzieningen/instanties in de provincie. Het Expertisecentrum zal in dit kader niet 'het wiel opnieuw uitvinden' en zal bij alle acties eerst in kaart brengen wat reeds voorhanden is in de provincie en/of daarbuiten. Samengevat: de kwaliteit van het Expertisecentrum Flevoland zal worden bepaald door de kwaliteit van (proactief en reactief) aangeboden informatie, het verbinden van professionals, de snelheid van reageren en de tevredenheid van de gebruikers. De volgende hoofdstukken hebben betrekking op het onderzoek over de kwaliteit en de effectiviteit van het Expertisecentrum kwetsbare meiden. Het tweede onderzoeksdeel dat betrekking heeft op de behoefte van jongeren aan informatie over kwetsbare meiden, is apart opgenomen in dit onderzoeksrapport.
5
3. De Centrale onderzoeksvragen Het onderzoek naar de kwaliteit en de effectiviteit van het expertisecentrum dient antwoord te geven op de volgende vragen: A. Wat is de behoefte van de doelgroep van het Expertisecentrum m.b.t. kennis en deskundigheidsbevordering? Het gaat hier om professionals die in hun werkpraktijk te maken hebben met kwetsbare meiden. B. Wat vinden professionals van de kwaliteit en de effectiviteit van het Expertisecentrum? Deze hoofdvragen zijn geconcretiseerd in een aantal subvragen: Ad. A. Kennis en deskundigheid van professionals -
Wat voor behoefte aan kennis hebben professionals m.b.t. de problematiek van kwetsbare meiden
-
Wat voor behoeftes hebben professionals m.b.t. deskundigheidsbevordering over de problematiek van kwetsbare meiden.
Ad. B1. Kwaliteit van het ECKM -
Hoe staat het met de bekendheid van het Expertisecentrum onder Flevolandse professionals?
-
Hoe vaak en waarvoor maken Flevolandse professionals gebruik van het Expertisecentrum? Het gaat zowel om het gebruik van de website als om het gebruik van de diensten van het ECKM.
-
In hoeverre zijn klanten tevreden over het Expertisecentrum?
-
Welke rollen vervult het ECKM binnen Flevoland?
-
Wat is de functie van het ECKM binnen Flevoland volgens de ketenpartners?
-
In hoeverre versterkt het werk van het ECKM dat van de ketenpartners?
Ad. B2. Effectiviteit van het van het ECKM volgens Ketenpartners: -
Wat is de toegevoegde waarde van het werk van het ECKM?
-
Wat is het effect van het werk van het ECKM volgens de ketenpartners?
-
Hoe zou het ECKM haar financiële toekomst kunnen waarborgen?
6
4. Doel en doelgroep van het onderzoek Het onderzoek heeft een tweetal doelstellingen: 1. Zicht krijgen op de stand van zaken met betrekking tot het functioneren en de huidige positie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden in Flevoland sinds de lancering in juni 2011. 2. Versterken van de positie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden binnen Flevoland. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek wordt nagegaan op welke wijze het functioneren en de positie van het Expertisecentrum versterkt of verbeterd kan worden. In dit onderzoeksverslag worden de resultaten van de stand van zaken m.b.t. het functioneren en de positie van het Expertisecentrum beschreven. Het gaat met name om de ervaringen van ketenpartners met het werk van het ECKM. Binnen de stuurgroep van het Expertisecentrum zal de nodige aandacht geschonken worden aan de versterking van de positie van het centrum in Flevoland. Doelgroep van het onderzoek
Het onderzoek is gericht op de ketenpartners van het expertise centrum kwetsbare meiden. Kwetsbare meiden zijn meiden die behoren tot een of meer van de volgende profijtgroepen: - Meisjes die voor hun 20-ste moeder worden - Slachtoffers van loverboys - Slachtoffers van eergerelateerd geweld Het gaat zowel om de klanten als om potentiële klanten van het Expertisecentrum. Potentiële klanten van het Expertisecentrum zijn professionals die gericht zijn op de doelgroep kwetsbare meiden en die nog geen beroep hebben gedaan op het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland.
7
5. Opzet en werkwijze onderzoek Het onderzoek naar de behoeften van de professionals en de beleving van de kwaliteit en effectiviteit van het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland onder professionals werd afgenomen in verschillende stappen: 1. Schriftelijke afname van een monitor Expertisecentrum kwetsbare meiden onder professionals in Flevoland. 2. Een analyse van het bezoek van de website van het Expertisecentrum (gebruik website). Het gaat om een analyse van website gegevens over het bezoek van de website die via Google Analytics zijn verzameld. 3. Een analyse van de vragen die door professionals zijn gesteld aan het Expertisecentrum gedurende de periode juni 2011 tot en met december 2011. De analyse heeft plaatsgevonden aan de hand van een databestand over vragen die klanten deponeren bij het Expertisecentrum. In dit bestand zijn gegevens opgenomen over de klant, de vraag van de klant, contactvorm, de antwoorden op de vraag van de klant en de tevredenheid van de klant met het antwoord van het Expertisecentrum kwetsbare meiden. 4. Mondelinge afname van de T0 meting die in 2011 voorafgaand aan de start van het ECKM is gedaan. De T0 vragenlijst is enigszins aangepast om de kern van het onderzoek (effectiviteit van het ECKM). zoveel mogelijk te weerspiegelen. Van LSG Rentray is een lijst ontvangen met namen en overige gegevens van ketenpartners die benaderd moesten worden. De partners zijn benaderd door twee adviseurs van CMO Flevoland om afspraken te maken voor het afnemen van de interviews, die gemiddeld een uur zouden duren. 5. Daarnaast is een selectie van klanten van het Expertisecentrum gemaakt. Deze groep klanten is aangeschreven en verzocht mee te werken aan het onderzoek. Het ging om in totaal 17 klanten. Dit onderzoeksdeel is uitgevoerd van medio januari tot begin februari 2012 en is gedaan omdat de reactie op de monitor tegenviel. Dit kwam doordat de meeste bezoekers van de conferentie geen klanten waren van het ECKM. De monitor en de T1 meting zijn ontwikkeld in overleg met LSG Rentray. Alle verzamelde gegevens uit de interviews, vragenlijst(en), website en databestand van het ECKM zijn geanalyseerd door CMO Flevoland en verwerkt in dit rapport. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verschillende methoden en de aspecten die bevraagd of bekeken zijn in het kader van dit onderzoek.
8
6. Respons en representativiteit 6.1 Inleiding Deze paragraaf over de respons zal betrekking hebben op de respons op de monitor kwetsbare meiden en de respons op de T1 meting. Allebei de instrumenten waren gericht op de professionals van wie verondersteld kan worden dat die een werkrelatie hebben met het ECKM. Het gaat dus om klanten van het ECKM, maar ook om de potentiële klanten van het ECKM. 6.2 Respons op de monitor kwetsbare meiden Flevoland Het onderzoek was gericht op professionals die te maken (kunnen) hebben met de doelgroep kwetsbare meiden. In totaal hebben 58 professionals de monitor Expertisecentrum kwetsbare meiden ingevuld. Daarvan is 26% klant en 74% geen klant van het Expertisecentrum kwetsbare meiden. Tabel 1. Respons onderzoek ECKM algemeen
%
Aantal
Klant van het ECKM
26%
15
Geen klant van het ECKM
74%
43
Totaal
100%
58
Klanten van het Expertisecentrum kwetsbare meiden zijn professionals die werkzaam zijn bij LSG-Rentray, Raad voor de Kinderbescherming, ROC Flevoland, GGZ Centraal, GGD Flevoland, Politie Flevoland, Zorggroep Oude en Nieuwe Land en Stichting Welzijn Lelystad. Van de professionals die geen klant zijn van het Expertisecentrum (n=43) is 56% potentiële klant van het centrum, 44% heeft niets te maken met de doelgroep kwetsbare meiden of is hierbij niet als professional betrokken (politici, beleidsmedewerkers). Tabel 2. Respons klanten en potentiële klanten van het ECKM
%
Aantal
Klant van het ECKM
44%
15
Potentiële klant ECKM
56%
24
Totaal
100%
43
Een potentiële klant is een professional die in de directe beroepspraktijk werkt met de doelgroep kwetsbare meiden en/of bekend is met het Expertisecentrum, maar die nog geen beroep heeft gedaan op het Expertisecentrum.
9
6.2.1 Respons naar sector Professionals die aan het onderzoek hebben meegedaan, vertegenwoordigen verschillende maatschappelijke sectoren. De meeste professionals die aan het onderzoek hebben meegedaan, zijn werkzaam binnen de sectoren jeugdzorg (24%), onderwijs (22%), gehandicaptenzorg (12%) en welzijn (10%). Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal professionals per sector. Tabel 3. Sectoren Jeugdzorg
%
Aantal
24%
14
Klant ECKM 2
1 Onderwijs
22%
13
Geen klant ECKM 5
Vitree
1
LSG Rentray
1
Nieuw Veldzicht
3
Bureau Jeugdzorg
1
RvK
4
Basisscholen
1
WSNS
1
Eduvier
1
Taalcentrum
1 2 Gehandicaptenzorg Geestelijke
12% 7%
7 4
2
gezondheidszorg Gemeenten
7%
4 1
Politiek
Jeugdgezondheidszorg
5%
7%
3
4
Politie
3%
2
Welzijn/maatschap-
10%
6
Praktijkonderwijs 2
ROC Flevoland
1
Mind at Work
6
Triade
1
MEE Flevoland
1
GGz Centraal
1
Fornhese
2
Gemeente NOP
1
Gemeente Urk
-
Gemeente (onbek.)
1
SP
1
Politieke Partij
1
Gemeente raadslid
1
CJG
1
Icare JGZ
1
GGD Flevoland
1
ZONL
1
pelijke dienstverlening
1
Politie Flevoland
1
Humanitas Lelystad
1
Leger des Heils
2
Onbekend Totaal
Instellingen
2%
1
1
100%
58
15
10
Welzijn Lelystad 1
St. Balans
1
St. Gewoon Anders Onbekend
43
6.3 Respons van klanten van het Expertisecentrum kwetsbare meiden Uit de administratie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden blijkt dat in de periode juni 2011 tot en met eind december 2011 in totaal 17 klanten een beroep hebben gedaan op het expertisecentrum. Van deze klanten hebben 15 positief gereageerd op het verzoek om mee te doen aan het onderzoek, dat is een respons van 88%. 6.4 Respons T1 meting naar de effectiviteit van het ECKM Van het ECKM is een lijst ontvangen met de namen van de partners die benaderd moesten worden in het kader van de T1 meting. De T1 meting zou mondeling afgenomen worden onder klanten van het ECKM. In totaal zijn van de 22 ketenpartners benaderd voor deelname aan het onderzoek. Daarvan hebben 20 partners positief gereageerd op het verzoek om mee te doen aan het onderzoek, een respons van 90%. Onderstaande lijst geeft een overzicht van de partners die meegedaan hebben aan het onderzoek in alfabetische volgorde: 1. Centra voor jeugd en Gezin Lelystad (CJG Lelystad)
11. De Waag Almere
2.. De Schoor
12. Fiom
3. Fornhese
13. Gemeente Almere
4. I-Psy
14. JOW Urk
5. Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF)
15. Stichting Mee Flevoland
6. Mind At Work (MAT)
16. Nieuw Veldzicht
7. Ontrack
17. Politie Dronten
8. ROC Flevoland
18. Triade
9. Steunpunt Huiselijk Geweld Flevoland (SHG)
19. Vitree
10. Stichting Welzijn Lelystad (SWL)
20. William Schrikker Groep
6.5 Representativiteit De onderzoeksresultaten zijn niet representatief of generaliseerbaar voor de grote groep professionals die te maken hebben met de doelgroep kwetsbare meiden in Flevoland. Deze onderzoeksgroep is niet gedefinieerd en moeilijk te bepalen omdat deze professionals in nagenoeg alle maatschappelijke sectoren werkzaam (kunnen) zijn. De resultaten van het onderzoek zijn wel representatief voor de klanten van het Expertisecentrum. De meeste analyses (bij voorbeeld over het gebruik van het Expertisecentrum, het gebruik van de website) zijn gebaseerd op de totale klantenpopulatie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden. Daarnaast is de respons op de enquête, wat een representatieve steekproef was van de klanten van het Expertisecentrum, ook bijzonder hoog (88%).
11
7. Resultaten onderzoek 7.1 Inleiding In deze paragraaf worden de resultaten van het onderzoek naar de effectiviteit en de kwaliteit van het Expertisecentrum kwetsbare meiden uiteengezet. 7.2 Professionals en de doelgroep kwetsbare meiden In totaal hebben 58 respondenten c.q. professionals de vragenlijst ingevuld. 67% van de professionals geeft aan te maken te hebben met de doelgroep kwetsbare meiden in hun werk, 29% van de professionals heeft niets te maken met de doelgroep kwetsbare meiden, terwijl 4% aangeeft nog niet met de doelgroep te maken te hebben gehad, maar te verwachten dat dit zo kan veranderen. Tabel 4. Mate waarin professionals te maken hebben met kwetsbare meiden
Percentage
Totaal
ECKM klanten
Wel mee te maken
67%
39
15
24
Niet mee te maken
29%
17
-
17
4%
2
-
2
100%
58
15
43
Nog niet mee te maken gehad Totaal
Ov. professionals
Onderstaande tabel geeft de spreiding weer van de professionals die te maken hebben met kwetsbare meiden (n=39) als percentage van het totaal aantal respondenten per sector weer. Uit de tabel blijkt dat professionals die te maken hebben met kwetsbare meiden nagenoeg binnen alle relevante maatschappelijke sectoren vertegenwoordigd zijn. Tabel 5. Doelgroep kwetsbare meiden naar sector
Percentage
Aantal
Totaal
Jeugdzorg
100%
14
14
Onderwijs
46%
5
13
Gehandicaptenzorg
57%
4
7
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
67%
4
6
Geestelijke gezondheidszorg
75%
3
4
Jeugdgezondheidszorg
100%
4
4
Gemeenten
50%
2
4
Politiek
-
-
3
Politie
100%
2
2
Onbekend
100%
1
1
39
58
Totaal
Professionals die het minst of helemaal niets te maken hebben met de doelgroep kwetsbare meiden komen uit de politieke sector en de deelsector basisonderwijs.
12
7.3 Professionals en de subdoelgroepen kwetsbare meiden Van de professionals die in hun werk te maken hebben met de doelgroep kwetsbare meiden (n=39) geeft 82% aan dat het om tienermoeders gaat, 80% zegt te maken te hebben met slachtoffers van loverboys en 41% geeft aan te maken te hebben met slachtoffers van eergerelateerd geweld. Tabel 6. Subdoelgroepen kwetsbare meiden
Percentage
Totaal
Jonge moeders
82%
32
Slachtoffers van loverboys
80%
31
Slachtoffers eergerelateerd geweld
41%
16
N=39 Klanten van het ECKM hebben vaker te maken met slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld en minder met tienermoeders dan potentiële klanten van het ECKM. Tabel 7. Subdoelgroepen kwetsbare meiden naar klanten en potentiële klanten van het ECK
ECKM Klanten
Overige professionals
Jonge moeders
87%
13
97%
19
Slachtoffers van loverboys
93%
14
71%
17
Slachtoffers eergerelateerd geweld
47%
7
38%
9
N=15
N=24
Tabel 8 geeft de spreiding van het aantal professionals over de verschillende doelgroepen kwetsbare meiden per sector weer. Hieruit blijkt dat de sectoren jeugdzorg, het onderwijs en welzijn het meest te maken hebben met zowel tienermoeders als slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld. De sectoren jeugdgezondheidszorg en gehandicaptenzorg hebben vooral te maken met tienermoeders en slachtoffers van loverboys. Tabel 8. Subdoelgroepen kwetsbare meiden naar sector Tienermoeders
Loverboys
Eergerelateerd geweld
Jeugdzorg
9
12
6
Onderwijs
6
6
5
Gehandicaptenzorg
3
1
-
Geestelijke gezondheidszorg
1
3
1
Gemeenten
2
2
1
Politiek
-
-
-
Jeugdgezondheidszorg
4
2
-
Politie
2
2
1
Welzijn
4
2
2
Onbekend
1
1
-
Totaal
32
31
16
13
7.4 Spreiding doelgroep naar instelling De professionals die meegedaan hebben aan het onderzoek vertegenwoordigen 33 instellingen of organisaties. 67% van de instellingen (n=33) heeft te maken met de doelgroep kwetsbare meiden, 33% heeft niets te maken met de doelgroep kwetsbare meiden. Tabel 9. Mate waarin instellingen te maken hebben met kwetsbare meiden %
Aantal instellingen
Met doelgroep kwetsbare meiden te maken
67%
22
Niets met kwetsbare meiden te maken te hebben
33%
11
Van die instellingen die met de doelgroep kwetsbare meiden te maken hebben (n=22), heeft 41% te maken met zowel tienermoeders als met slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld. 36% heeft te maken met tienermoeders en slachtoffers van loverboys en 5% met slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld. 13% van de instellingen heeft alleen met tienermoeders te maken en 5% alleen met slachtoffers van loverboys. Tabel 10. Spreiding subdoelgroepen kwetsbare meiden over de instellingen
%
Instellingen
Tienermoeders, slachtoffers loverboys en eergerelateerd geweld
41%
9
Tienermoeders en slachtoffers van loverboys
36%
8
Tienermoeders
13%
3
Slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld
5%
1
Slachtoffers van loverboys
5%
1
100%
22
Totaal
Binnen de sector jeugdzorg zijn het vooral Vitree, Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming die te maken hebben met jonge moeders en slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld. Binnen de sector onderwijs gaat het vooral om ROC Flevoland.
14
7.5 Behoefte aan kennis en deskundigheid onder ketenpartners Aan de partners is gevraagd met wat voor hiaten in kennis en deskundigheid ze mee te maken hebben in het werk gericht op kwetsbare meiden? 7.5.1 Behoefte aan kennis onder partners van het ECKM Ketenpartners geven aan behoefte te hebben aan kennis m.b.t. de problematiek van kwetsbare meiden opgenoemd: 1. Opvangproblematiek bij kwetsbare meiden 2. Data of cijfermateriaal over de problematiek van kwetsbare meiden op lokaal niveau 1. Kennis over achtergronden van de problematiek van kwetsbare meiden 2. Kennis m.b.t. doorverwijsmogelijkheden/aanbod van partners/sociale kaart 3. Kennis m.b.t. de hulpverlening aan specifieke doelgroepen 4. Gebrekkig aanbod
Ad 1. Opvangproblematiek van kwetsbare meiden Het gebrek aan adequate opvang is een groot probleem voor de hulpverlening aan kwetsbare meiden. Er wordt op dit moment veelal gebruikt gemaakt van commerciële woningen om jongeren onder te brengen. Voor loverboys is dit echter een ideale situatie omdat ze alsnog één op één kunnen opereren met hun slachtoffers. De lange wachttijden voor huisvesting gekoppeld met het gebrek aan motivatie bij de meiden, leidt al te vaak tot uitval uit het hulptraject. Het ECKM zou een provinciale rol kunnen hebben in het oplossen van de opvangproblematiek van kwetsbare meiden.
Ad 2. Data en cijfermateriaal over de problematiek kwetsbare meiden op lokaal niveau Er ontbreekt meer cijfermateriaal (over tienermoeders, eergerelateerd geweld en loverboys). Het blijkt namelijk zeer moeilijk om goede cijfers te hebben (er is te veel overlapping van gegevens of te veel verschillende cijfers). Gemeenten en instellingen willen betere cijfers hebben. Het ECKM heeft of zou voldoende materiaal moeten hebben om deze cijfers te genereren.
Ad 3. Kennis over de achtergronden van de problematiek kwetsbare meiden op lokaal niveau Er ontbreekt vooral kennis en inzicht van de problematiek van kwetsbare meiden op lokaal niveau. Zo ontbreekt er vooral informatie of kennis van de demografie, wijken, scholen en de sociaal economische kant van de problematiek rondom kwetsbare meiden. Verder is er behoefte aan kennis over de manier waarop jongeren met elkaar omgaan, in het algemeen. De problematiek van kwetsbare meiden heeft namelijk ook te maken met de ontwikkelingen in de omgang van jongeren onderling. Het ECKM zou meer sociologisch inzicht kunnen verschaffen in dergelijke ontwikkelingen onder jongeren. Inzicht in deze ontwikkelingen geeft inzicht in hoe de problematiek te voorkomen, anders is het ECKM “aan het dweilen met open kraan”.
15
Ad 4. Kennis m.b.t. doorverwijsmogelijkheden van partners of sociale kaart Er ontbreekt kennis bij onderwijsgevenden die betrokken zijn bij de zorg aan kwetsbare meiden. Het gaat daarbij vooral om kennis m.b.t. de doorverwijsmogelijkheden. Medewerkers hebben redelijk zicht op het aanbod, maar het gaat eerder om kennis rondom de schotten (wachtlijsten, procedures, financieringsvoorwaarden, regelingen en toelatingscriteria waaraan de meiden moeten) die de hulp aan de meiden bemoeilijkt. Welzijn, zorg en onderwijs zijn allemaal gescheiden werelden. Ook ontbreekt er een direct aanbod voor de meisjes.
Ad 5. Kennis m.b.t. hulpverlening aan specifieke doelgroepen Volgens een aantal partners is er behoefte aan kennis over de hulpverlening aan specifieke doelgroepen. Het gaat om specifieke kennis over: interculturele aspecten m.b.t. de hulpverlening aan kwetsbare meiden, wat gevolgen kan hebben voor een effectieve hulpverlening (te witte benadering) aan kwetsbare meiden. het verschil in de hulp aan kwetsbare meiden met een lage, gemiddelde en bovengemiddelde intelligentie. Het ECKM zou rekening moeten houden met dit verschil en geen algemene lijnen trekken of uitzetten als het gaat om de aanpak van de problemen bij deze jonge moeders. geweld in afhankelijkheidsrelaties en de achterliggende processen rondom de problematiek van kwetsbare meiden en zwakbegaafdheid. “best practices in the field”. Dit is geen "evidence based" project, maar het is ook niet een aanbodgerichte benadering (zoals in de medische sector). kennis rondom de problematiek van meisjes die uit multiprobleem gezinnen komen en slachtoffers van geweld zijn. Bij jonge moeders met een meervoudige problematiek (jong zijn, grote schulden, die geen systeemnetwerk hebben etc) is dit onderscheid vanuit de meiden en de hulpverlening wel van belang voor de aanpak van de problematiek.
Ad 6. Behoefte aan een `breder aanbod' Partners geven aan behoefte te hebben aan een breder aanbod. Het gaat om:
een integraal aanbod bestaande uit een netwerk van professionals of organisaties die een bredere rol kunnen spelen in de problematiek en de aanpak van de problematiek rondom kwetsbare meiden en die de weg weten in het vervolgtraject om wachtlijsten aan elkaar te sluiten.
relevante literatuur over het onderwerp kwetsbare meiden en de mogelijkheid om in te bellen bij workshops of forums.
In het kader van deskundigheidsbevordering zou het ECKM een verdiepingsslag kunnen maken met thema's zoals zwangerschap of eerwraak. Wat eerwraak betreft is de kennis in Flevoland nog steeds beperkt en wordt er voornamelijk buiten de provincie gezocht naar kennis (via Friesland met name). Als laatste mist er een aanbod voor de jongeren zelf.
16
Een van de partners is van mening dat er geen kennis ontbreekt op het gebied van kwetsbare meiden. Partners hoeven derhalve niet alles te weten als maar helder is waar kennis te halen is. Het ECKM is de spin in het web en heeft daarin een duidelijke rol m.b.t. het verzamelen en verspreiden van kennis. Het ECKM is een goede plek om je netwerkpartners te ontmoeten, om bij te praten en om op de hoogte te blijven van projecten en ontwikkelingen. Dat als je weet “ik loop hier tegenaan, dan kan ik daar terecht”, aldus deze partner. Twee andere partners opteren dat kennis ook buiten Flevoland gehaald kan worden, maar dan wel met gesloten beurzen. Het ECKM kan veel baat hebben hieraan en zou op basis van dergelijke ervaringen in het land hierover een eigen visie moeten ontwikkelen over de opzet en werkwijze van het ECKM (bijvoorbeeld het thema geweld in afhankelijkheidsrelaties). 7.5.2 Behoefte aan deskundigheidsbevordering door professionals Professionals is gevraagd op welke terreinen er behoefte is aan deskundigheidsbevordering. 95% van de professionals (n=37) die met de doelgroep kwetsbare meiden te maken (n=39) heeft, zegt behoefte te hebben aan deskundigheidsbevordering. In totaal zijn er 153 vragen voor deskundigheidsbevordering geformuleerd door 39 professionals. 56% zegt behoefte te hebben aan meer kennis over de culturele problemen en achtergronden van kwetsbare meiden. 51% van de professionals geeft aan meer kennis te willen over het verschijnsel loverboys. 41% zegt meer te willen weten over straatgeweld. Tabel 11. Behoefte aan deskundigheidsbevordering van professionals
Culturele problemen/in 2 culturen opgroeien
ECKM
Overige
klanten
professionals
Totaal
%
11
11
22
56%
Loverboys
9
11
20
51%
Geweld op straat/door derden/vrienden
10
6
16
41%
Huiselijk geweld en mishandeling
6
9
15
39%
Seksueel misbruik
8
6
14
36%
Huisvestingsproblemen bij kwetsbare meiden
8
6
14
36%
Gedwongen prostitutie
7
7
14
36%
Tienermoederschap en verzorging
5
6
11
28%
Opleiding en werk
3
8
11
28%
Huwelijks dwang
5
4
9
23%
Financiële problemen van kwetsbare meiden
2
4
6
15%
74
79
153
n=39
45% van de behoefte aan deskundigheidsbevordering wordt geformuleerd door de klanten van het Expertisecentrum (n=15) zelf, 55% daarvan door potentiële klanten van het Expertisecentrum (n=24).
17
Per professional die met de doelgroep kwetsbare meiden te maken heeft, zijn 4 vragen om deskundigheidsbevordering geformuleerd. Klanten van het Expertisecentrum hebben gemiddeld 5 vragen naar deskundigheidsbevordering, potentiële klanten van het Expertisecentrum hebben gemiddeld 3 vragen naar deskundigheidsbevordering. De meeste vragen naar deskundigheidsbevordering doen zich voor bij professionals binnen de sectoren Jeugdzorg (39%), Onderwijs (20%), Welzijn (9%) en de Jeugdgezondheidszorg (9%). Binnen de sector Jeugdzorg hebben professionals vooral behoefte aan deskundigheid op het gebied van loverboys, gedwongen prostitutie, culturele problemen, huiselijk geweld en seksueel misbruik. Binnen de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening is er vooral behoefte aan deskundigheid op het gebied van huisvesting en culturele problemen/het leven tussen 2 culturen. Op onderwijsgebied is er vooral behoefte aan deskundigheid op het gebied van straatgeweld. 7.6 Bekendheid en bereik Expertisecentrum kwetsbare meiden Professionals is gevraagd hoe bekend ze zijn met het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland en of ze een beroep op het centrum hebben gedaan. 82% Van de professionals (n=39) die met kwetsbare meiden werken, zegt bekend te zijn met het Expertisecentrum, 18% geeft aan niet bekend te zijn met het Expertisecentrum. Tabel 12. Bekendheid professionals met het Expertisecentrum kwetsbare meiden
%
Aantal
ECKM Klanten
Overige professionals
Bekendheid
82%
32
15
17
Onbekendheid
18%
7
-
7
100%
39
15
24
Het Expertisecentrum is zeer goed bekend, hoewel iets minder goed binnen de sectoren jeugdzorg (57%) en de gehandicaptenzorg (50%). Het Expertisecentrum is niet of nauwelijks bekend onder politici en binnen het basisonderwijs. Van de professionals die in hun dagelijkse werk te maken hebben met kwetsbare meiden (n=39) heeft 38% een beroep gedaan op het Expertisecentrum; 62% heeft daarop geen beroep gedaan. Tabel 13. Mate waarin een beroep is gedaan op het Expertise Centrum
%
Aantal
Beroep gedaan op het Expertisecentrum kwetsbare meiden
38%
15
Geen beroep gedaan op het Expertisecentrum kwetsbare meiden
62%
24
Totaal
100%
39
Onderstaande tabel geeft het aantal professionals dat met kwetsbare meiden werken per sector weer en die een beroep heeft gedaan op het Expertisecentrum (c.q. het bereik van het Expertisecentrum per sector). Hieruit blijkt dat vooral professionals in de sectoren jeugdzorg en gehandicaptenzorg onvoldoende zijn bereikt.
18
Tabel 14. Bereik per sector
Procent
Klanten ECKM
Potentiële klanten
Jeugdzorg
21%
3
14
Onderwijs
60%
3
5
Gehandicaptenzorg
0%
-
4
Welzijn & MD
50%
2
4
Geestelijke gezondheidszorg
50%
2
3
Jeugdgezondheidszorg
50%
2
4
Gemeenten
50%
1
2
Politiek
-
-
-
Politie
50%
1
2
Onbekend
100%
1
1
Totaal
26%
15
39
7.7 Het gebruik van het Expertisecentrum kwetsbare meiden 7.7.1 Inleiding Dit hoofdstuk over het gebruik van het Expertisecentrum is onderverdeeld in een aantal paragrafen die betrekking hebben op het bezoek aan en de toegankelijkheid van de website van het Expertisecentrum, de tijd op de website en het bouncepercentage, het gebruik van het Expertisecentrum door klanten en de tevredenheid van klanten met de wijze waarop de vraag van de klant is afgehandeld c.q. beantwoord door het Expertisecentrum. Voor de analyse van de gegevens over het bezoek aan de website van het Expertisecentrum is data ingezet die verzameld is door Google Analytics over de periode augustus 2011 tot en met december 2011. 7.7.2 Websitebezoek Expertisecentrum kwetsbare meiden Onderstaande grafiek laat het aantal bezoekers en unieke bezoekers van de website van het Expertisecentrum zien na de lancering in juni 2011.
19
Het totaalaantal bezoekers van de website van het ECKM lag in de periode augustus - december 2011 op 1330, het totaal aantal unieke bezoekers in die periode op 1030. In september lag het aantal bezoekers (368) en het aantal unieke bezoekers (288) op zijn hoogst. Het gemiddelde aantal bezoekers ligt op 266 bezoeken per maand en 206 unieke bezoekers per maand. De trend in het aantal bezoekers en unieke bezoekers over de meetperiode is nog steeds positief of stijgende. Het aantal unieke bezoekers maakt over deze onderzoeksperiode gemiddeld 73% uit van het totaal aantal bezoekers. Of dit nu veel of weinig is is zeer moeilijk te bepalen. 7.7.3 Tijd op de website en het bouncepercentage De volgende grafiek toont aan het aantal bezoekers afgezet tegen het bouncepercentage in de periode augustus 2011 tot en met december 2011. Het grafiek laat zien dat bezoekers van de website van het Expertisecentrum, gedurende de onderzochte periode, steeds minder tijd op de site doorbrengen, van gemiddeld 7 minuten en 20 seconden in augustus tot 3 minuten en 42 seconden in december. De gemiddelde tijd op de site is in december meer dan de helft minder dan in augustus 2011. Gemiddeld brengt een bezoeker 5 minuten en 39 seconden door op de site van het Expertisecentrum.
Tegelijkertijd is het bouncepercentage in diezelfde periode gestegen van 27% naar 46%. Het bouncepercentage geeft het percentage bezoekers weer dat direct de instappagina op de site weer verlaat.
20
7.7.4 Toegankelijkheid van de website van het ECKM Behalve de gegevens van Google Analytics is gekeken naar de toegankelijkheid van de website van het Expertisecentrum. Wat opvalt is de beperkte toegankelijkheid en informatie- en kennisfunctie van de site:
Informatie en kennis over de problematiek en/of de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden is niet direct zichtbaar op de website.
Pas na het inloggen is informatie en kennis toegankelijk voor professionals.
Op de website worden bezoekers erop geattendeerd dat de website speciaal voor professionals is bedoeld.
Door het inlogscherm en de registratie vindt er direct een selectie van de bezoekers plaats. Bezoekers (professionals en niet professionals) die niet geregistreerd willen worden, hebben geen directe toegang tot informatie achter het inlogscherm.
7.7.5 Het gebruik van het Expertisecentrum kwetsbare meiden door klanten 7.7.5.1 Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de manier waarop klanten contact maken met het Expertisecentrum, het aantal en aard van de vragen die klanten deponeren bij het Expertisecentrum en de tevredenheid van klanten met de manier waarop de vraag is afgehandeld. 7.7.5.2 Contact met het Expertisecentrum kwetsbare meiden Klanten van het Expertisecentrum is gevraagd op welke manier zij in contact zijn gekomen met het Expertisecentrum kwetsbare meiden Flevoland. Er is onderscheid gemaakt in contact per e-mail, per telefoon, mondeling, via de website van het centrum of via expertbijeenkomsten. De meeste klanten (62%) geven aan per e-mail contact te hebben gehad met het Expertisecentrum. 31% geeft aan telefonisch contact te hebben gelegd met het Expertisecentrum, terwijl 5% persoonlijk contact heeft opgenomen met het centrum. Tabel 15. Medium om in contact te komen met het ECKM
%
Aantal
Telefoon
31%
18
Mail
62%
36
Mondeling/live (persoonlijk)
5%
3
Onbekend
2%
1
100%
58
Totaal
21
7.7.5.3 Aantal vragen van klanten aan het Expertisecentrum kwetsbare meiden In totaal zijn er 58 vragen in de periode van augustus tot en met december 2011 binnengekomen bij het Expertisecentrum.
Van één vraag is niet geregistreerd wanneer die is binnengekomen. Een aantal vragen zijn antwoorden op een eerder gestelde vraag en zijn niet opgenomen in de tabel. De trend in het aantal vragen over de periode juni tot en met december 2011 is stijgende, echter deze trend is vooral te verklaren door een stijging van het aantal niet casusspecifieke vragen in de laatste maanden van 2011. Het gaat om vragen die gericht zijn op aanpassingen aan de website van het Expertisecentrum, vragen gericht op kennismaking, verzoeken voor het leveren van informatie, afspraken over deskundigheidsbevordering etc. Dit soort verzoeken behoort ook tot de taak van het Expertisecentrum en zorgt vooral in de laatste maanden van 2011 voor een stijging in het totaal aantal vragen. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien tussen casusspecifieke en niet casusspecifieke vragen van klanten. Uit de grafiek blijkt dat de trend in het aantal casusspecifieke vragen negatief is.
22
De dalende trend in het aantal casusspecifieke vragen kan deels verklaard worden door een afname in dit type vragen gedurende de vakantieperiode. Echter de daling in het aantal casusspecifieke vragen zet zich ook door in de maanden oktober tot en met december 2011. Verder dient ook rekening gehouden te worden met de mogelijkheid dat dit een seizoensgebonden trend kan zijn. Aangezien de analyse van de gegevens over het eerste halfjaar van het bestaan van het Expertisecentrum is gedaan, is deze laatste moeilijk te staven. pas een half jaar bestaat, ontbreken de nodige gegevens om dit te kunnen staven. Een andere mogelijke verklaring voor de dalende trend in het aantal casusspecifieke vragen kan zijn dat ketenpartners elkaar steeds beter weten te vinden. Naarmate professionals, door het werk van het Expertisecentrum, elkaar zelf steeds beter weten te vinden, kan op termijn deze functie van het Expertisecentrum overbodig worden, wat op zich een goede ontwikkeling zou zijn.
23
7.7.5.4 Aard van de vragen van klanten aan het ECKM Van de 58 vragen is van 54 het onderwerp helder geregistreerd. De meeste vragen van klanten (n=54) hadden te maken met een vraag over het aanbod van het Expertisecentrum of van derden (26%), gevolgd door verzoeken voor kennismaking, afspraak, presentaties of deskundigheidsbevordering (17%) en vragen over wijzigingen/aanpassingen aan de website van het centrum (17%).
De overige vragen hebben onder andere te maken met vacatureverzoeken, verzoeken om een stageplek en een onbetrouwbare mail die doorgespeeld is aan de politie. De vragen die gericht zijn op het aanbod van het Expertisecentrum of van derden hebben onder andere betrekking op de volgende onderwerpen:
De mogelijkheid om een workshop te geven
Een vraag om begeleiding van een meisje door het Expertisecentrum
Verzoeken voor uithuisplaatsing
Een vraag voor assertiviteitstrainingen voor 17-jarig meisje
Info over chatmogelijkheden voor meisjes
Aanbod voor een 13-jarig meisje met laag IQ en problemen met seksuele relaties
Meedenken over huidige situatie jonge moederpunt en “naked stories” project (advisering)
Een vraag wat te doen bij dreiging van eergerelateerd geweld
Aanmelding voor expertisebijeenkomsten
24
7.7.5.5 Tevredenheid klanten met de afhandeling van de vragen. Klanten is gevraagd naar de tevredenheid over de afhandeling van de vragen. Uit het klantenbestand van het Expertisecentrum kwetsbare meiden blijkt dat de tevredenheid over de manier waarop de vraag is afgehandeld slechts bij 16 klanten is geregistreerd. Bij de overige klanten is de mate van tevredenheid over de afhandeling van vragen niet geregistreerd. Deze vragen gaan echter niet inhoudelijk in op de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Van de 16 klanten is 88% tevreden over de wijze waarop de vraag is afgehandeld door het Expertisecentrum. 6% is niet tevreden en nog eens 6% wacht nog op een antwoord. Tabel 16. Tevredenheid van klanten met de wijze van afhandeling van de vraag %
Aantal
88%
14
(Nog) niet tevreden
6%
1
Nog geen antwoord
6%
1
Tevreden
Vragen waarover klanten tevreden zijn hebben vooral te maken met inhoudelijke zaken rondom de problematiek en de aanpak van het probleem van kwetsbare meiden. Voor een volledige beschrijving van de vragen van klanten zie de bijlage. 7.8 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum Partners is gevraagd wat naar hun mening de toegevoegde waarde van het Expertisecentrum is voor de partners, de professional en de doelgroep. 7.8.1 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor ketenpartner Hieronder staat kort aangegeven wat de toegevoegde waarde is van het Expertisecentrum voor de ketenpartners. 1. Het bestaan van het ECKM. Het feit dat het ECKM bestaat is in de ogen van sommige partners al een toegevoegde waarde. 2. Kennis en expertise over een specifieke doelgroep. Het ECKM is een loket waar je specifieke informatie en deskundigheid kan vinden. Het gaat om kennis over een specifieke doelgroep, namelijk kwetsbare meiden, en kennis van de sociale kaart van Flevoland. Deze kennis kan (meer) gedeeld en functioneel ingezet worden. Het delen van kennis kan door trainingen en door een aanbod te ontwikkelen. Het uitwisselen of delen van kennis, tips van anderen krijgen etc. wordt belangrijk geacht, omdat de doelgroep via de eerste lijn gaat, terwijl het ECKM geen directe lijn heeft naar de doelgroepen. 3. Partners weten waar ze terecht kunnen voor hulp. Doordat het ECKM zicht heeft op het aanbod, weten partners waar ze naartoe verwezen kunnen worden. Als partners geen antwoord weten te vinden, dan kunnen ze het ECKM inschakelen. 4. Preventie (in het voortraject). Voor de organisatie van de hulp in het voortraject heeft het ECKM een belangrijke rol. Voor organisaties die aan de achterkant van het hulptraject zitten zoals Ontrack, De Waag etc., is er minder werk als organisaties via het ECKM elkaar in het voortraject weten te vinden.
25
5. Elkaar vinden en samenwerking. Door het ECKM weten ketenpartners elkaar wel en snel te vinden, wat de samenwerking tussen de organisaties onderling, respectievelijk de partners en het ECKM, bevordert. 6. Versterking van partners. Door de goede samenwerking, kunnen partners elkaar versterken (korte lijnen, snelle acties). Een aantal partners doen suggesties om de toegevoegde waarde van het ECKM te vergroten:
Volgens een partner zou de problematiek rondom kwetsbare meiden meer maatschappelijke en politieke aandacht moeten krijgen.
Verder zou de toegevoegde waarde van het ECKM groter kunnen zijn als het ECKM meer zou investeren in onderwijs, artsen etc. en minder in het toeleveren van klanten naar het ECKM. Meer door en voor medewerkers.
Voor managers is het belangrijk dat het ECKM de sociale kaart uitbreidt.
Verder kan de meerwaarde van het ECKM vergroot worden door persoonlijk contact, als voorwaarde voor nauwere samenwerking. Persoonlijk contact is belangrijk, omdat je daardoor elkaar sneller weet te vinden.
7.8.2 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor de professional Op het niveau van de professional worden de volgende punten als meerwaarde van het ECKM gezien: 1. Het bestaan van het ECKM. Dat professionals weten dat het ECKM er is, een centraal punt, als informatiebron en deskundigheidsorganisatie op het gebied van kwetsbare meiden. 2. Servicegerichte taak van het ECKM. Dat het ECKM een belangrijke rol heeft in de doorverwijzing van cliënten. 3. Steun voor professionals. Het ECKM wordt beschouwd als een steunpunt waar professionals bevestiging kunnen krijgen en vinden voor wat ze doen of willen gaan doen, even checken of het past, advies en informatie. 4. Ondersteuning van professionals. Bij het ECKM werken gedreven mensen die bereid zijn professionals te helpen in de activiteiten die ze doen. Klanten van het Expertisecentrum is verder gevraagd wat het centrum heeft betekend voor hen in termen van de bevordering van hun kennis en handelingsbekwaamheid. Deze vraag is voorgelegd aan de selectie van de 17 klanten van het ECKM, 11 klanten (73%) hebben de vraag beantwoord. 55% van de klanten zegt meer kennis te hebben opgedaan over de problematiek van kwetsbare meiden, 46% meent beter zicht te hebben gekregen op instanties die hulp kunnen bieden bij het oplossen van de problemen van kwetsbare meiden en 36% vindt dat men beter op de hoogte is van de effectiviteit van interventies binnen en buiten Flevoland. Tabel 17. Toegevoegde waarde ECKM op de kennis van professionals
N=11
%
Aantallen
Meer kennis en inzicht in de problematiek van kwetsbare meiden
55%
6
Beter zicht op instanties die hulp kunnen bieden
46%
5
Beter op de hoogte van effectiviteit van de interventies in/buiten Flevoland
36%
4
Meer kennis over de preventie van de problematiek kwetsbare meiden
27%
3
Beter op de hoogte van mogelijke interventies
27%
3
26
Iets meer dan een kwart van de klanten vindt dat ze beter op de hoogte zijn van maatregelen ter voorkoming van problemen bij kwetsbare meiden en van mogelijke interventies om problemen van kwetsbare meiden op te lossen. Verder is gekeken naar de mate waarin het werk van het Expertisecentrum effect heeft gehad op de bevordering van de handelingsbekwaamheden van klanten. 46% geeft aan dat men meer of betere samenwerking heeft kunnen realiseren met partners bij de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden, door het werk van het Expertisecentrum. Tabel 18. Toegevoegde waarde ECKM op de handelingsbekwaamheid van professionals
N=11
%
Aantallen
Meer of betere samenwerking gerealiseerd met partners
46%
5
Snellere signalering van de problemen van kwetsbare meiden
27%
3
Eerder actie ondernemen om de problematiek van kwetsbare meiden
27%
3
Betere begeleiding van kwetsbare meiden
9%
1
Beter problemen analyseren
9%
1
Voorlichting is verbeterd
9%
1
op te lossen
Ruim een kwart van de klanten van het Expertisecentrum stelt in staat te zijn sneller de problemen van kwetsbare meiden te kunnen signaleren en eerder actie te ondernemen om de problematiek van kwetsbare meiden op te lossen. Ongeveer één van de tien ziet een duidelijk effect op de begeleiding van kwetsbare meiden door professionals. Behalve de toegevoegde waarde op de persoonlijke kennis en bekwaamheid van klanten van het Expertisecentrum, heeft het werk van het centrum ook een positief effect op de kennis van de klanten m.b.t. het hulpverleningscircuit in Flevoland. 7.8.3 Toegevoegde waarde van het Expertisecentrum voor de doelgroep Op het niveau van de doelgroep hebben ketenpartners de volgende punten genoemd als toegevoegde waarde van het ECKM. 1. Advies en informatie over een specifiek probleem aan professionals en de profijtgroep. Het ECKM behandelt een specifiek probleem waar organisaties en jongeren vragen over kunnen stellen. ECKM heeft een belangrijke adviserende en informerende rol voor Flevoland. 2. De profijtgroep profiteert. Vooral de doelgroep profiteert van de goede samenwerking tussen het ECKM en haar partners. Het gaat om het feit dat partners elkaar makkelijk vinden, dat er korte lijnen zijn tussen de organisaties en dat er snelle acties genomen kunnen worden. 3. De stem van de doelgroep. Het ECKM wordt door een enkele partner gezien als de stem van/voor de doelgroep. Het ECKM onderscheidt de doelgroep, signaleert relevante onderwerpen m.b.t. de doelgroep en geeft de nodige aandacht aan de doelgroep en hun problematiek.
27
Ook op dit niveau wordt een aantal suggesties gedaan om de toegevoegde waarde te vergroten. Zo zou de toegevoegde waarde van het ECKM vergroot kunnen worden door jongeren gebruik te laten maken van de website. Voor een partner is de toegevoegde waarde van het ECKM voor de doelgroep vooralsnog niet geheel duidelijk. Een andere partner stelt dat het ECKM vooral een toegevoegde waarde kan hebben als het meer aanvullend gaat werken op het werk van ketenpartners. Vijf partners geven aan dat het ECKM geen toegevoegde waarde heeft op dit moment. Argumenten die hiervoor worden aangedragen hebben te maken met het volgende:
Bij een partner maakt niemand binnen de organisatie gebruik van de diensten van het ECKM, al heeft de geïnterviewde medewerker wel zitting in de werkgroep van het ECKM.
Een medewerker heeft zelf een doorverwijsfunctie, waardoor het ECKM geen toegevoegde waarde heeft voor deze medewerker. De medewerker is overigens wel van mening dat het ECKM een toegevoegde waarde heeft voor andere organisaties.
Een andere partner heeft na het eerste gesprek in 2011 met het ECKM geen werkrelatie gehad met het ECKM. Een eerste contact zal binnenkort plaatsvinden en de medewerker ziet het gesprek hoopvol tegemoet.
Een partner stelt dat medewerkers binnen de organisatie zelf meer gebruik moeten gaan maken van het expertisecentrum, als het centrum nut moet gaan hebben. Intern moet het centrum beter aan de man gebracht worden. De toegevoegde waarde van het ECKM voor deze organisatie is daarom niet helder.
Een behandelaar stelt dat vanuit hun organisatie er nooit contact is geweest met het ECKM, vanuit het ECKM zijn er weleens vragen gesteld. Behandelaren hebben genoeg kennis van de problematiek en zijn goed ingevoerd in het netwerk. Er is dus geen hulp bij nodig.
28
7.9 Het effect van het Expertisecentrum De effectiviteit van het ECKM is door partners besproken op verschillende niveaus, namelijk op provinciaal/lokaal niveau, op het niveau van de organisatie, de professional en op de doelgroep. 7.9.1 Effectiviteit van het Expertisecentrum op provinciaal en lokaal niveau
Effecten op provinciaal niveau Een partner geeft aan dat het effect van het werk van het ECKM op provinciaal niveau beperkt is tot die professionals die met het ECKM samenwerken. Een andere partner geeft aan dat het effect van het ECKM vooralsnog klein is, maar dat het ECKM potentie heeft. Er zou meer kennis overgedragen moeten worden, al heeft dit tijd nodig om te groeien, aldus de partner.
Effecten op lokaal niveau Met betrekking tot het effect van het ECKM op lokaal niveau wordt het volgende gezegd: Volgens een van de partners heeft het werk van het ECKM geleid tot minder problemen rondom kwetsbare meiden in Lelystad. De bijeenkomsten waarbij verschillende organisaties met elkaar overleggen en oplossingen vinden voor casussen en problemen rondom kwetsbare meiden werken positief uit voor de gemeente Lelystad. Het geeft erkenning en leidt tot acties. Een tweede partner geeft ook aan dat het effect van het werk van het ECKM voor Lelystad groot is.
Vergroting van het effect op lokaal en provinciaal niveau Het effect van het ECKM zou op lokaal c.q. provinciaal niveau vergroot kunnen worden door: 1. Meer politieke aandacht voor het onderwerp kwetsbare meiden en het ECKM. Het ECKM is volgens een van de partners een roepende in de woestijn. Dit zou het ECKM moeten gebruiken als argument om politieke aandacht te vragen voor het onderwerp en voor het ECKM. Flevoland heeft een bijzondere positie. De bevolking groeit sterk, waar andere regio’s krimpen. Dus moet de knowhow ook toenemen. Professionals die hieraan werken, zouden hierin gefaciliteerd moeten worden. 2. Meer aansluiten op de behoeften van partners op lokaal-/stadsdeelniveau (aanvullende functie). Een aantal partners is van mening dat ondanks de provinciale opzet van het ECKM, dat partners voorzien moeten worden van cijfers omtrent de problematiek van kwetsbare meiden en een aanbod op lokaal niveau. De verschuiving is namelijk van regionaal naar lokaal of zelfs stadsdeelniveau. Het werk dient het liefst zo dicht mogelijk bij de burgers georganiseerd en uitgevoerd te worden. Het is ook het beleid van Den Haag om uit te gaan van de kracht van de burger. Derhalve pleiten deze partners voor een benadering waarbij het ECKM op lokaal niveau zoveel mogelijk aansluit op lokale situatie en op de vraag van de lokale partners. 3. Er meer tijd en energie in stoppen. Het effect van het ECKM is vooralsnog klein, maar het ECKM heeft potentie, aldus een van de partners. Het ECKM zou derhalve meer tijd moeten hebben, terwijl er meer energie ingestopt zou moeten worden. Er zijn een aantal bijeenkomsten geweest en het ECKM heeft de mogelijkheid gehad om zichzelf te laten zien. Er zijn verbindingen met partners gelegd en partners vinden elkaar nu makkelijk(er).
29
De effectiviteit van het ECKM zou echter beter kunnen. Er moet namelijk meer kennis overgedragen worden, maar dit heeft tijd nodig om te groeien. Producten en diensten moeten ontwikkeld en verkocht worden. Het ECKM moet de markt opgaan, want alle potjes drogen op en ketenpartners zouden een bepaald percentage kunnen betalen, aldus de partner. Verder moeten er meer onderhandelingen komen met de gemeente en de provincie zodat het ECKM zich beter kan bedruipen, aldus de partner. 7.9.2 Effectiviteit van het Expertisecentrum op organisatieniveau Ketenpartners gaven aan wat in hun ogen de effecten van het ECKM zijn op organisatieniveau. De effecten zijn: 1. Dat problemen m.b.t. kwetsbare meiden goed uitgezet kunnen worden, wat kostenefficiënt is. 2. Dat er een netwerk van hulpverlenende instanties is ontstaan m.b.t. de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. In dit kader worden op organisatieniveau heel veel extra activiteiten gedaan door het ECKM. Het ECKM vervult hierin de rol van trekker, legt de contacten en maakt de afspraken. 3. Dat partners op de hoogte zijn van elkaars kunnen, partners of organisaties weten van elkaar wat er ligt. Een van de partners relativeert het effect van het ECKM op organisatieniveau. Volgens deze partner is het effect van het ECKM op organisatieniveau beperkt tot die professionals die met de doelgroep werken. Deze partner geeft aan dat eigenlijk meer mensen zich zouden moeten verbinden aan het netwerk van ECKM, zodat het netwerk meer body krijgt. De schatting, aldus de partner, is dat minder dan 50% van de professionals het ECKM kent. Dit noemt de partner in kwestie een klein aantal. Voor een viertal partners is het effect van het ECKM moeilijk te zien. Dit heeft te maken met het ontbreken van hulptrajecten (er wordt niet integraal gewerkt) en omdat een van de geïnterviewde medewerkers zelf een doorverwijsfunctie heeft. Een andere partners stelt dat het wat tijd zal kosten om het ECKM effectief te maken, terwijl een andere partner aangeeft dat binnen de eigen organisatie onvoldoende is gedaan om het ECKM goed onder de aandacht van de medewerkers te brengen.
Vergroting van het effect op organisatieniveau Het ECKM zou volgens een van de partners effectiever kunnen zijn door een doelmatiger opzet en integrale samenwerking. Zo zou de regie op casusniveau meer gedeeld moeten worden, terwijl snelle doorzettingsmacht of kracht ingezet zou moeten worden om wachttijden te verminderen en om jongeren binnen de hulptrajecten te krijgen. Het ECKM zou hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Twee andere partnerorganisaties willen ook een effectiever expertisecentrum zien. Zo pleit een van de partners voor een structuur waarbij casuïstiek meer aandacht krijgt, de ander pleit voor een meer integrale rol van het ECKM binnen zorg en welzijn.
30
7.9.3 Effectiviteit van het Expertisecentrum op het niveau van de professional Ook op het niveau van de professionals noemen ketenpartners de volgende effecten: 1. Inzicht in sociale kaart en kennisdeling. Volgens een van de partners leidt het werk van het ECKM tot meer kennis van de doorverwijsmogelijkheden. Deze kennis wordt vervolgens overgebracht aan leerlingen en hulpverleners. 2. Beter de weg weten te vinden. Volgens een van de partners is het effect van het werk van ECKM dat professionals beter de weg weten te vinden in Flevoland. . 3. Steunen van de professional. Het werk van het ECKM wordt als steunend ervaren richting professionals, aldus een van de partners. 7.9.4 Effectiviteit van het ECKM op doelgroepenniveau Op het niveau van de doelgroep wordt de warme en veilige doorgeleiding van doelgroep c.q. cliënt genoemd. De doelgroep zou zich hierdoor "gedragen" voelen. Dit levert het meest op en is goedkoper. Een andere partner stelt dat het op de doelgroep moeilijk meetbaar is omdat het ECKM zich niet richt op de doelgroep. 7.10 Positie van het ECKM binnen de keten Een belangrijke vraag die aan klanten is voorgelegd is of het Expertisecentrum, in haar korte bestaan, al een centrale positie onder zijn klanten heeft verworven. Ook is gevraagd naar de mate waarin klanten het centrum als een expertisecentrum beschouwen. 7.10.1 De centrale positie van het Expertisecentrum onder klanten Om de centrale positie van het ECKM te peilen, is klanten gevraagd of het Expertisecentrum het eerste is waar ze aan denken wanneer ze informatie of vragen hebben over de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Drie klanten hebben verzuimd deze vraag te beantwoorden. Centrale positie
75% (absol 8) van de klanten (n=12) geeft aan dat het Expertisecentrum een centrale of prominente plaats inneemt in hun werkpraktijk wanneer er behoefte is aan informatie of kennis over aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Bij 25% van de klanten neemt het Expertisecentrum nog geen prominente plaats in op het moment dat er behoefte is aan kennis rondom kwetsbare meiden. Tabel 19. Positie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden onder professionals
N=12
%
Aantallen
ECKM, eerste waar aan gedacht wordt bij problemen
75%
8
ECKM, niet het eerste waar aan gedacht wordt bij problemen
25%
4
Totaal
100%
12
31
7.10.2 De positie van het ECKM als centrum van expertise Om meer inzicht te krijgen in hoe klanten de rol van het centrum als expertisecentrum zien, is de klanten van het Expertisecentrum een aantal vragen voorgelegd die nauw aansluiten op de kerntaken van het centrum. Positie ECKM in het bundelen van kennis
42% (absol 5) van de klanten (n=12) ziet het Expertisecentrum grotendeels als het kenniscentrum op het gebied van de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden in Flevoland. 25% Kent het Expertisecentrum een centrale rol toe als kenniscentrum in hun dagelijkse werkpraktijk. 33% van de klanten vindt dat het Expertisecentrum zijn rol als kenniscentrum op het gebied van de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden nog niet echt waarmaakt. Tabel 20. Positie van ECKM in het bundelen van kennis over kwetsbare meiden
%
Aantallen
Centrale plaats
25%
3
Grotendeels een centrale plaats
42%
5
Niet echt een centrale plaats
33%
4
Totaal
100%
12
Positie ECKM in het verspreiden van kennis
20% van de professionals kent het Expertisecentrum een centrale rol toe in het verspreiden van kennis over de problematiek en de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden in Flevoland. 40% vindt het Expertisecentrum hierin grotendeels een centrale rol hebben. Nog eens 40% is van mening dat het Expertisecentrum zijn centrale rol in het verspreiden van kennis (nog) niet heeft waargemaakt. Tabel 21. Positie van ECKM in het verspreiden van kennis over kwetsbare meiden
N=10
%
Aantallen
Centrale plaats
20%
2
Grotendeels een centrale plaats
40%
4
Niet echt een centrale plaats
40%
4
Totaal
100%
10
Positie ECKM in de aanpak van de problematiek kwetsbare meiden
Door het verzamelen, centraliseren en verspreiden van kennis over de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden kunnen klanten het Expertisecentrum een bepaalde rol toekennen in de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Klanten zijn gevraagd of het Expertisecentrum in hun ogen een rol hierin heeft. 17% van de klanten kent het centrum een centrale rol toe in de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden in Flevoland. 42% is van mening dat het Expertisecentrum deze rol grotendeels vervult. Een derde van de professionals is van mening dat het centrum zijn rol in de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden nog niet heeft vervuld.
32
Tabel 22. Positie van ECKM in de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden
%
Aantallen
Centrale plaats
17%
2
Grotendeels een centrale plaats
42%
5
Niet echt een centrale plaats
33%
4
Totaal
100%
12
7.11 Visie van partners op het Expertisecentrum
7.11.1 Inleiding Aan de partners is een aantal vragen gesteld die betrekking hebben hun verwachtingen van het ECKM, de rol of rollen die het ECKM volgens hen zou moeten vervullen, mogelijke afspraken over samenwerking tussen partners en ECKM en de wijze waarop het ECKM een aanvullende of versterkende functie kan hebben richting partners. Tussen deze aspecten is er een duidelijk verband in die zin dat de verwachtingen van partners bepalend zijn voor de rollen die het ECKM wordt toegekend, de mogelijke samenwerkingsvormen en taken. Deze aspecten zijn daarom ondergebracht onder de gemeenschappelijke noemer 'de visie van partners op het ECKM'. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op deze visie. 7.11.2 Visie van partners op het ECKM als centrum van expertise In deze visie gaan partners ervan dat het ECKM een kennis- en expertisecentrum is (een kennis- en expertisefunctie vervult). Het ECKM heeft in deze visie een voortrekkersrol en verzamelt, verspreidt en wisselt kennis uit over de problematiek en de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden in Flevoland. Partners moeten ook kennis kunnen halen bij het ECKM, evenals meer voorlichting en deskundigheidsbevordering over interculturele aspecten, bewustwordingsaspecten, seksueel misbruik, incest en mogelijkheden voor lotgenotencontact. 7.11.3 Visie van partners op het ECKM als regisseur bij casuïstiekbehandeling In deze visie gaan partners ervan uit dat het ECKM een rol zou moeten hebben in de analyse van casussen, het formuleren van oplossingen, advisering en eventueel de regievoering over de casussen. Deze rol kan op 3 manieren ingevuld worden. Ten eerste zou het ECKM moeten zorg dragen voor een snellere respons op vragen rondom casuïstiek. In deze opzet gaat het om het optimaliseren van de huidige vraagbaakfunctie. Ten tweede kan de regisseursrol vorm krijgen door een senior deskundige in te schakelen die brainstormt over casuïstiek, oplossingen zoekt voor de problemen en adviezen verstrekt aan partners. Ten derde zou het ECKM een vorm van casusoverleg moeten hebben waarbij per casus de aanpak en regie worden besproken. Dit overleg zou minimaal 4 keer per jaar moeten plaatsvinden.
33
7.11.4 Visie op de aanvullende of faciliterende functie van het ECKM In deze visie zou het ECKM moeten uitgaan van de behoeften en vragen van de partners en niet zelf initiatieven moeten nemen, omdat het per slot van rekening de partners zijn die contacten hebben met de cliënten. Het ECKM zou hierdoor beter aansluiten bij de behoeften van partners en op de problematiek rondom kwetsbare meiden op lokaal, stadsdeel- of zelfs wijkniveau. Het ECKM moet zich op basis van de vraag en behoefte van partners richten op: 1. Het verschaffen van informatie en kennis. 2. Het verrichten van onderzoek naar de situatie en kenmerkende aspecten van diverse groepen kwetsbare meiden en het leveren van data of cijfers. 3. De sociale kaart onderhouden en verbeteren. 4. Bijdragen aan de ontwikkeling van voorlichtings- en deskundigheidsbevorderingprogramma's o.a. op casusniveau. Deskundigheidsbevordering zou organisatiebreed aangepakt kunnen worden, zodat de basis bij iedere medewerker bekend is. Verder zouden voorlichting en deskundigheidsbevordering door de partners (binnen of buiten Flevoland) zelf verzorgd moeten worden. 5. Optimaliseren van de vraagbaakfunctie door sneller te reageren op aangemelde casussen. 6. Doorgeleiding van professionals naar de juiste hulpverlener. In dat kader is het relevant dat er persoonlijk contact is tussen het ECKM en haar partners, zodat er zicht is op wat partners te bieden hebben. 7. Het zijn van een platform voor haar partners en samenwerking te organiseren met platformen van andere organisaties zoals het ZAT, het Jonge Moederpunt en de CJG's. CJG's bijvoorbeeld hebben een breed netwerk van samenwerkende partners, het ECKM zou de lijnen die het CJG heeft met haar partners kunnen benutten om kennis te delen met deze partners. 7.11.5 Visie op de integrale functie van het ECKM In deze visie gaan partners ervan uit dat het ECKM een belangrijke rol heeft in de ontschotting van welzijn en zorg en het oplossen van praktische problemen rondom de zorg aan kwetsbare meiden. Schotten in welzijn en zorg, tussen eerste- en tweedelijnsinstellingen en praktische problemen vormen een belemmering voor snelle en effectieve zorg aan kwetsbare meiden. Het ECKM zou dus een belangrijke rol moeten hebben in de samenwerking tussen zorg, welzijn en onderwijs, die gezien worden als gescheiden werelden. Sommige partners pleiten voor een meer integrale of samenhangende aanpak van de problematiek rondom kwetsbare meiden, met daarin een centrale rol voor het ECKM. Daarbij onderscheiden zij de volgende twee modellen.
34
Model 1 Het model wordt gekenmerkt door een bredere definitie van de doelgroep kwetsbare meiden, onderzoek naar de aard van de problematiek, snellere en effectievere inzet van het hulpverleningsnetwerk van het ECKM, regievoering om casussen over te nemen, aan te pakken, te behandelen en op te lossen via het netwerk, en doorzettingsmacht. Doorzettingsmacht betekent dat het ECKM wettelijke of financiële mogelijkheden heeft om eenzijdig de medewerking van andere partijen af te dwingen.
Model 2 Het model gaat uit van een integrale samenwerking tussen Traverse en het ECKM. Daardoor zouden casussen beter in beeld gebracht en afgehandeld kunnen worden. Meerwaarde van een integrale samenwerking tussen Traverse en het ECKM is gerichter onderzoek naar de aard van de problematiek, vlottere doorverwijzing van meiden die aangemeld worden (geen wachttijden), één aanmeldplek in plaats van twee (ECKM en Traverse) en de inzet van andere financieringsbronnen (evt. vanuit het AWBZ en op basis van DSM-kwalificatie) om de begeleiding voort te zetten. Op basis van een DSMkwalificatie kan begeleiding en behandeling ingekocht worden. 7.11.6 De preventieve functie van het ECKM Naast de verwachtingen, rollen en visies op mogelijke samenwerking tussen partners en het ECKM, willen sommige partners dat het ECKM zich meer gaat richten op de preventie van problemen rondom kwetsbare meiden. De preventie zou ook gericht moeten zijn op andere kwetsbare groepen zoals meisjes en vrouwen die zijn misbruikt, verstandelijk beperkte meisjes, docenten en jongeren of het algemene publiek. Verder zou de voorlichting vooral gericht moeten zijn op de vindplaatsen van jongeren (scholen met name), maar ook kerken en woonvormen voor gehandicapten. De volgende tabel geeft een overzicht van de visie van partners op het ECKM, gedefinieerd in termen van verwachtingen die ze hebben van het ECKM, de rollen die ze wenselijk achten voor het ECKM en de daaruit voortvloeiende samenwerkingsvormen die partners graag zien. Verder wordt kort ingegaan op de taken.
35
Resultaten visie partners op het ECKM en de gewenste functie en samenwerkingsvormen. Verwachtingen t.a.v. het ECKM Rollen van het ECKM Kennis en expertfunctie Kennis en expertise Uitgangspunten zijn: Rol waarbij het ECKM kennis en expertise verspreid dat het ECKM een voortrekkersrol heeft dat kennis rondom de problematiek van kwetsbare meiden bij het ECKM ligt dat het ECKM haar kennis en expertise deelt met partners en: dat partners kennis halen bij het ECKM Regisseursfunctie Regisseursrol Uitgangspunt is dat het ECKM een functie heeft Dat het ECKM een taak heeft in de in het behandelen (analyseren en formuleren analyse van casussen en het formuleren van oplossingen) en/of het overnemen c.q. van van oplossingen en eventueel de regie een casus. over de casus. Samenwerkingsvorm Aanvullende functie Uitgangspunten zijn:
dat het ECKM uitgaat van de vragen en behoeften van de partners dat de kennis bij de partners zit, die hebben contacten met de doelgroep. (1-ste lijns). dat de initiatieven bij de partners liggen en niet bij het ECKM, het ECKM ondersteunt de initiatieven van haar partners. dat het ECKM aanvullend is op het werk van de partners. Expertise ligt bij professionals binnen en buiten Flevoland en niet per se bij het ECKM
Aanvullende rol Rol waarbij het ECKM de partners aanvult met informatie, kennis en expertise rondom de zorg aan kwetsbare meiden.
36
Functie van het ECKM Kennis en expertisefunctie Informatie, kennis en expertise delen of uitwisselen. Advies/Vraagbaakfunctie Sociale kaart Bijeenkomsten (thema’s, workshops, conferenties etc) Netwerkfunctie (ontmoeting, inzetten netwerk bij de cliënt geleiding) Deskundigheidsbevordering
Regiefunctie De regiefunctie wordt geïntegreerd binnen ECKM door: 1. Snellere respons op casussen 2. een senior deskundige die brainstormt over casuïstiek 3. Casusoverleg met meer regie in de behandeling van casussen (wie neemt de casus over) Aanvullen of faciliteren van partners De aanvullende of faciliterende functie van het ECKM wordt gekenmerkt door een betere aansluiting op de vragen en behoeften van partners, met als gevolg een betere aansluiting op de lokale problematiek rondom KM en de ondersteuning van het werk en de initiatieven van de partners. De diensten van het ECKM bestaan met name uit op verzoek: Verstrekken van informatie en kennis. Bijdragen aan de ontwikkeling van voorlichtings- en deskundigheidsbevorderingprogramma's o.a. op casusniveau. Onderzoek en het aanleveren van cijfers/data over de problematiek op lokaal en stadsdeel- of wijkniveau. Sociale kaart De vraagbaakfunctie (sneller te reageren op aangemelde casussen) Doorgeleiding van hulpvragen naar de juiste hulpverleners. Te fungeren als een platform voor partners en door gebruik te maken van de platformen van andere organisaties.
Integrale functie binnen Welzijn & Zorg Uitgangspunten zijn:
Integrale rol Rol waarbij het ECKM:
dat het ECKM een rol heeft in de ontschotting van de zorg aan kwetsbare meiden. de hiaten in de zorg (schotten, wachtlijsten, verschillen in toelatingscriteria, regelingen etc). dat het ECKM een rol heeft in het oplossen van praktische problemen (huisvesting, financiën, scholing etc) die de zorg aan kwetsbare meiden belemmeren. Dat het ECKM een rol heeft in de samenwerking tussen welzijn, zorg en onderwijs (zijn gescheiden werelden).
samenhang en regie brengt in de zorg aan kwetsbare meiden. bijdraagt aan het oplossen van praktische problemen binnen de zorg aan kwetsbare meiden. bijdraagt aan de ontschotting in de zorg aan kwetsbare meiden.
Integrale of samenhangende aanpak (breed kader) De integrale aanpak is gericht op ontschotting van welzijn en zorg en het oplossen van praktische problemen van kwetsbare meiden binnen de zorg aan kwetsbare meiden. Er worden 2 modellen onderscheiden: Model 1. Integrale aanpak van het ECKM. Kenmerken zijn:
Bredere definitie van de doelgroep KM Onderzoek naar de aard van de problematiek Snelle en effectieve inzet van hulpnetwerk van ECKM Doorzettingsmacht van ECKM om eenzijdig de medewerking van partijen af te dwingen. Regievoering door het ECKM om casussen over te nemen, op te pakken, te behandelen en op te lossen hulp via het netwerk. De cliënt staat centraal (einde aan verschillende regimes in 1-ste en 2-de lijn).
Model 2. Integrale samenwerking tussen Travers en het ECKM. Kenmerken/voordelen zijn:
37
Casussen worden beter in beeld gebracht en afgehandeld. Gerichter onderzoek naar de aard van de problematiek. Interne doorverwijzing van cliënten (met andere woorden geen wachttijden). Één aanmeldplek in plaats van twee (ECKM en Travers). Op basis van een DSM kwalificatie kan begeleiding en behandeling ingekocht worden. Inzet van andere financieringsbronnen (evt. vanuit het AWBZ en op basis van DSM-kwalificatie) om de begeleiding voort te zetten. Door meer bundeling van krachten kun je bestaande afspraken op een krachtiger manier inzetten.
Overige functies/taken
Preventieve functie of taak Inzet richten op specifieke vindplaatsen (scholen, kerken, publiek). Inzet op bredere thema’s of onderwerpen (seksualiteit, omgangsvormen, loverboys, hulpkanalen binnen en buiten Urk, seksueel misbruik, incest en lotgenoten) Meer en breder aanbod verzorgd door de partners Inzet gericht op specifieke doelgroepen (gehandicapten, alle kwetsbare vrouwen en kwetsbare meiden, en jongeren). Zitting in overkoepelende organen of platformen Samenwerking m.b.t. de financiering van de inzet van werkgroepleden (gezamenlijke financiering) voor het ECKM
38
7.12 Financiering van het ECKM 7.12.1 Inleiding Partners is gevraagd op welke manier de financiering van het ECKM in de toekomst gewaarborgd moet worden. Ook is partners gevraagd of ze bereid zijn te betalen voor door het ECKM geleverde diensten. 7.12.2 Structurele financiering van het ECKM Partners zijn van mening dat het ECKM op verschillende manieren kan trachten haar financiële toekomst te waarborgen: 1. Door gebruik te maken van reguliere subsidies. 2. Door te steunen op een basissubsidie aangevuld met projectsubsidies of middelen uit sponsoring 3. Door partnerschap of het onderbrengen van het ECKM bij een of meerdere partner(s). 4. Door diensten te ontwikkelen en geld te vragen voor geleverde diensten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mogelijke financieringsvormen die door partners zijn genoemd en een toelichting per financieringsvorm. Financieringsvorm
Toelichting
Reguliere subsidies
Omzetten van provinciale projectsubsidiering in reguliere subsidies
Basis- en projectsubsidies
Uitgaan van een basissubsidie die aangevuld wordt met projectsubsidies. Subsidiënten: Provincie, gemeenten, fondsen en eventuele verzekeraars
Partnerschap of onder
Vormen van partnerschap:
brengen bij partners
Mede-eigenaarschap door partners (structurele bijdrage van partners)
Koppeling aan CJG’s (lokale tegenover regionale borging een issue)
Onderbrenging bij de gemeenten (in het kader van transitie jeugdzorg). Knelpunt is dat niet alle gemeenten te maken hebben met de problematiek kwetsbare meiden.
Onderbrenging bij Sense, Fiom, CMO Flevoland of GGD Flevoland
Betaling voor diensten
Een aantal partners is bereid te betalen voor diensten van het ECKM. Diensten
van het ECKM
waar het hier om gaat is:
Cijfermateriaal (op lokaal niveau, stadsdeelniveau of op wijkniveau),
Deskundigheidsbevordering
Voorlichting/workshops
Preventieactiviteiten (bijv. gefinancierd door scholen)
Overige diensten (bijv. m.b.t. de opvang)
Mogelijk knelpunt is dat sommige partners het liefst met gesloten beurzen werken. Structurele financiering/
Een aantal partners (45%) is niet bereid het ECKM structureel te financieren.
mede-eigenaarschap
45% van de partners zegt geen structurele bijdrage te kunnen leveren aan het ECKM onder andere vanwege het feit dat ze zelf afhankelijk zijn van subsidies en er daarvoor geen ruimte is.
39
8. Hoofdconclusies 8.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de hoofdconclusies gepresenteerd van het onderzoek naar de effectiviteit en de kwaliteit van het ECKM. De hoofdconclusies zijn uitgewerkt in een aantal deelconclusies. 8.2 Hoofdconclusies onderzoek Expertisecentrum kwetsbare meiden Het onderzoek naar de kwaliteit en de effectiviteit van het Expertisecentrum kwetsbare meiden levert een aantal hoofdconclusies op, namelijk: 1. Het ECKM heeft haar bestaansrecht het afgelopen jaar (juni 2011 tot en met juni 2012) bewezen. 2. Ondanks het feit dat het ECKM haar bestaansrecht heeft bewezen, zijn er punten die de nodige aandacht van het expertisecentrum vereisen. 3. Sommige partners hebben een bredere visie op het werk van het ECKM. Het gaat om een bredere kennisfunctie, een preventietaak, een regiefunctie, een aanvullende of integrale functie. 4. Partners geven verschillende mogelijkheden aan om de financiering van het ECKM te waarborgen, al zijn zij niet altijd in staat om daaraan een bijdrage te leveren. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende conclusies.
Toelichting op hoofdconclusie 1 Het Expertisecentrum kwetsbare meiden heeft haar bestaansrecht een jaar na de lancering bewezen.
a)
De verwachtingen van partners over het ECKM
De meeste ketenpartners hebben over het algemeen een realistisch beeld van het Expertisecentrum als kennis- en expertisecentrum m.b.t. de problematiek van kwetsbare meiden en de aanpak daarvan.
b)
De bekendheid en het gebruik (w.o. het bereik) van het ECKM Het Expertisecentrum kwetsbare meiden is redelijk goed bekend onder de ketenpartners en de professionals die te maken hebben met kwetsbare meiden.
40% tot 45% van de professionals en partners maakt gebruik van het ECKM.
Het aantal vragen dat in het laatste halfjaar van 2011 het ECKM is binnengekomen, vertoont een stijgende lijn. De stijging ligt vooral bij het aantal niet-casusspecifieke vragen.
De meeste vragen die bij het ECKM binnengekomen zijn in het laatste halfjaar van 2011, hebben betrekking op het aanbod van het Expertisecentrum of van derden, verzoeken om presentaties, informatie of deskundigheidsbevordering en vragen over wijzigingen aan de website.
De website van het ECKM wordt redelijk goed bezocht en trekt veel nieuwe bezoekers. Het bezoek aan de website groeide in het laatste halfjaar van 2011 en de lijn is nog steeds stijgende.
40
c)
Kwaliteit, effectiviteit en de tevredenheid met de diensten van het ECKM De meeste professionals vinden de kwaliteit van het geleverde werk goed en zijn tevreden over de wijze waarop vragen worden afgehandeld.
De meeste professionals vinden dat het ECKM een toegevoegde waarde heeft. Partners en professionals zien vooral een toegevoegde waarde van het ECKM op het niveau van de organisatie, de professional en de doelgroep. Professionals vinden tevens dat het ECKM bijdraagt aan het verbeteren van hun kennis en handelingsvaardigheden.
Partners die met name samenwerken met het ECKM vinden het centrum dan ook effectief, dit op provinciaal en gemeentelijk (Lelystad) niveau, als ook op het niveau van de organisatie, de professional en de doelgroep. Partners die niet of nauwelijks met het ECKM samenwerken, vinden het ECKM minder effectief, al gaat het hier om een minderheid.
d) Positionering van het ECKM Het ECKM heeft een centrale positie verworven onder de meerderheid van professionals als hét centrum voor kwetsbare meiden in Flevoland en als hét centrum dat kennis en expertise over genoemde doelgroep verzamelt, centraliseert en verspreidt. Het centrum is voor de meeste professionals het eerste waaraan gedacht wordt op het moment dat er behoefte is aan kennis over de problematiek en de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden.
41
Toelichting op hoofdconclusie 2 Ondanks het feit dat het ECKM haar bestaansrecht heeft bewezen, zijn er een aantal punten die de nodige aandacht van het expertisecentrum vereisen.
a) Bekendheid, bereik en het gebruik van het ECKM Het gebruik van de website van het expertisecentrum valt enigszins tegen.
Ondanks de stijgende lijn in het aantal bezoekers (o.a. unieke bezoekers) in het laatste halfjaar van 2011, wordt de website steeds minder intensief bezocht. Het bouncepercentage is het laatste halfjaar van 2011 sterk gestegen van 27% naar 46%, wat betekent dat het aantal bezoekers dat na een bezoek de website direct weer verlaat, is gestegen. Daarnaast brengen bezoekers steeds minder tijd door op de website van het ECKM en raadplegen zij gemiddeld steeds minder pagina’s per bezoek. Kennelijk vinden de bezoekers de benodigde informatie niet op tijd of is de informatie die ze nodig hebben niet beschikbaar.
Ondanks de bekendheid van het ECKM onder partners en professionals, valt het gebruik van de diensten van het ECKM enigszins tegen. Tussen de 38% en 45% maakt gebruik van de diensten van het Expertisecentrum.
Een belangrijk aandachtspunt is het dalende aantal casusspecifieke vragen, al is het te vroeg om te concluderen dat dit blijvend is.
b) De effectiviteit van het ECKM De effectiviteit van het ECKM kan volgens een aantal partners verbeterd worden. Hoewel vooral partners die met het ECKM samenwerken het ECKM effectief vinden, doen zij verschillende suggesties voor een effectiever ECKM. Op lokaal en regionaal niveau wordt een aantal suggesties gedaan: 1. Meer politieke aandacht voor het onderwerp kwetsbare meiden en het ECKM. Flevoland heeft een bijzondere positie. Doordat de bevolking sterk groeit, zou de knowhow van professionals die met kwetsbare meiden werken, ook moeten toenemen en zouden professionals die hieraan werken, gefaciliteerd moeten worden. Verder zouden er meer onderhandelingen moeten komen met de gemeente en de provincie Flevoland zodat het ECKM zich beter kan bedruipen. 2. Meer aansluiting van het ECKM op de vragen en behoeften van partners op lokaal-/stadsdeelniveau (aanvullende functie). 3. Er moet meer tijd en energie worden gestopt in het ECKM vanwege de aanwezige potentie. De basis is gelegd (er zijn bijeenkomsten geweest, verbindingen met partners zijn gelegd etc.). Er moet meer kennis overgedragen worden, producten en diensten moeten ontwikkeld en verkocht worden. Het ECKM zou de markt op moeten gaan, want alle potjes drogen op en ketenpartners zouden een bepaald percentage van de financieringskosten van het ECKM kunnen betalen.
42
Op organisatieniveau wordt ook een aantal suggesties gedaan om de effectiviteit te verbeteren. 1. Ten eerste wordt er gepleit voor een structuur waarbij casuïstiek meer aandacht krijgt. 2. Ten tweede wordt er gepleit voor een doelmatiger opzet van het ECKM door een integrale samenwerking of structuur na te streven. Zo zou de regie op casusniveau meer gedeeld moeten worden, terwijl snelle doorzettingsmacht ingezet zou moeten worden om wachttijden te verminderen en jongeren binnen de hulptrajecten te krijgen. Het ECKM zou hierin een belangrijke rol kunnen spelen.
c) Positionering van het ECKM De positionering van het ECKM kan beter. Gemiddeld een derde van de professionals kent het Expertisecentrum geen centrale rol of plaats toe als het gaat om de problematiek en de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden.
43
Toelichting op hoofdconclusie 3 Sommige partners vinden dat het werk van het ECKM uitgebreid zou moeten worden met een aantal nieuwe functies.
a) Uitbreiding kennis en expertisefunctie van het ECKM 1. Er is een grote behoefte aan kennis en deskundigheid onder de professionals en de partners. Partners willen in dit kader een uitbreiding van de kennis- en expertisefunctie van het ECKM. Professionals hebben behoefte aan kennis over:
opvangmogelijkheden voor kwetsbare meiden in Flevoland.
cijfermateriaal of data over de omvang, de aard en lokaliteit van de problematiek kwetsbare meiden en kennis over de achterliggende processen van de problematiek van kwetsbare meiden. Gemeenten en ketenpartners willen betere cijfers hebben. In dit kader ontbreekt er ook kennis en informatie over de problematiek van kwetsbare meiden op lokaalniveau.
sociaaleconomische, demografische, sociologische en psychologische achtergronden van de problematiek bij kwetsbare meiden.
doorverwijsmogelijkheden en de schotten in de hulpverlening.
hulp aan specifieke doelgroepen. Hierbij gaat het om kennis over interculturele aspecten binnen de hulpverlening, gezinnen en slachtoffers met een meervoudige problematiek, slachtoffers van geweld, zwakbegaafden en meisjes die laag, gemiddeld of bovengemiddeld intelligent zijn. Afhankelijk van de doelgroep wordt specialistische kennis en/of aanpak vereist en gevraagd.
een aanbod toegespitst op de bovengenoemde doelgroepen of jongeren.
De behoefte van partners aan deskundigheidsbevordering richt zich op een breed aantal onderwerpen. Op het niveau van de professionals gaat het om de volgende onderwerpen (in volgorde van belangrijkheid): interculturele aspecten die ten grondslag liggen aan de problematiek/aanpak van kwetsbare meiden, loverboys, geweld op straat, huiselijk geweld/dwang en mishandeling, seksueel misbruik, huisvestingsproblemen bij kwetsbare meiden, gedwongen prostitutie, tienermoederschap en verzorging van kinderen, opleiding en werk voor kwetsbare meiden en schuldproblemen bij kwetsbare meiden.
b) Uitbreiding functie ECKM met een preventietaak Volgens partners zou het ECKM een belangrijke rol moeten hebben in de preventie van de problemen rondom kwetsbare meiden. De houdt concreet in een uitbreiding van het werk van het ECKM met preventieactiviteiten. De preventieactiviteiten dienen gericht te zijn op een bredere en/of specifiekere doelgroep (kwetsbare vrouwen, kwetsbare meisjes, jongeren, het algemene publiek en/of gehandicapte meisjes) en op specifieke vindplaatsen (scholen, woonvormen voor gehandicapten etc.).
44
c) Uitbreiding functie ECKM met een regiefunctie De uitbreiding van het werk van het ECKM met een regiefunctie betekent concreet dat het ECKM een taak heeft in de analyse van casussen, het formuleren van oplossingen en de regievoering over casussen. De regiefunctie wordt geïntegreerd binnen ECKM door: 1.
snellere respons op casussen (optimalisering van de vraagbaakfunctie);
2.
een senior deskundige die brainstormt over casuïstiek;
3.
casusoverleg met meer regie in de behandeling van casussen (wie neemt de casus over, wat wanneer).
d) Uitbreiding functie ECKM met een aanvullende functie De aanvullende functie van het ECKM betekent concreet dat het ECKM hoofdzakelijk dient uit te gaan van de vragen en de behoeften van de partners. Deze vormen de leidraad voor het werk van het ECKM. Uitgangspunten bij de aanvullende of faciliterende functie zijn:
dat het ECKM beter aansluit op de vragen en behoeften van partners, met als gevolg een betere aansluiting op de lokale problematiek rondom kwetsbare meiden.
dat het ECKM geen eigen initiatieven neemt, het ECKM het werk en de initiatieven van de partners ondersteunt.
dat expertise voornamelijk bij professionals binnen en buiten Flevoland ligt en niet per se bij het ECKM.
De diensten van het ECKM zouden dan bestaan uit:
Verstrekking van informatie en kennis (via e-mail, presentaties, website, bijeenkomsten etc.).
Bijdragen aan de ontwikkeling van voorlichtings- en deskundigheidsbevorderingprogramma's o.a. op casusniveau (in het kader van deskundigheidsbevordering).
Onderzoek naar en het aanleveren van cijfers/data over de problematiek op lokaal en stadsdeelof wijkniveau.
Sociale kaart (onderhouden en verbeteren).
De vraagbaakfunctie (sneller te reageren op aangemelde casussen).
Doorgeleiding van hulpvragen naar de juiste hulpverleners.
Functie van platform voor partners.
45
e) Uitbreiding van het ECKM met een integrale functie Een uitbreiding van de functie van het ECKM met een integrale functie zou meer samenhang en regie moeten brengen in de zorg aan kwetsbare meiden. Daarnaast zou het moeten bijdragen aan het oplossen van praktische problemen binnen de zorg aan kwetsbare meiden en aan de ontschotting van de zorg aan kwetsbare meiden. De integrale aanpak zou op 2 manieren nadere invulling kunnen krijgen, in beide modellen staat de cliënt centraal. Het eerste model zou gekenmerkt moeten worden door:
Bredere definitie van de doelgroep kwetsbare meiden.
Onderzoek naar de aard van de problematiek.
Snelle en effectieve inzet van hulpnetwerk van ECKM.
Doorzettingsmacht van ECKM om eenzijdig de medewerking van andere partijen af te dwingen.
Regievoering door het ECKM om casussen aan te pakken, te behandelen en over te nemen indien nodig.
Een tweede model bestaat uit een nauwere samenwerking tussen Travers en het ECKM. Kenmerken/voordelen zijn:
Casussen worden beter in beeld gebracht en afgehandeld.
Gerichter onderzoek naar de aard van de problematiek.
Interne doorverwijzing van cliënten (met andere woorden geen wachttijden).
Één aanmeldplek in plaats van twee (ECKM en Travers).
Op basis van een DSM-kwalificatie kan begeleiding en behandeling ingekocht worden. Inzet van andere financieringsbronnen (evt. vanuit het AWBZ en op basis van DSM-kwalificatie) om de begeleiding voort te zetten.
Door meer bundeling van krachten kun je bestaande afspraken op een krachtiger manier inzetten.
Toelichting op hoofdconclusie 4 Partners geven verschillende mogelijkheden aan om de financiering van het ECKM te waarborgen, al zijn partners niet altijd instaat om daaraan een bijdrage te leveren. Volgens de ketenpartners zou het ECKM haar financiële toekomst kunnen waarborgen door:
Diensten te leveren tegen betaling. Hier gaat hier om voorlichting, deskundigheidsbevordering, workshops en cijfermatige informatie over de problematiek.
Een partnerschap aan te gaan of door het ECKM onder te brengen bij een of meerdere partners. Ketenpartners zouden mede-eigenaar van het ECKM kunnen worden of het ECKM zou ondergebracht kunnen worden bij gemeenten, Sense, Fiom, CMO Flevoland, Traverse of GGD Flevoland.
Basis- en projectsubsidies/sponsoren aan te vragen.
Projectsubsidies om te zetten in vaste geldstromen/reguliere subsidies.
Sommige partners geven aan niet structureel te kunnen of te zullen bijdragen aan het ECKM. Een aantal instellingen is wel bereid om voor diensten of op projectbasis te betalen voor diensten van het ECKM.
46
9. Adviezen onderzoek het Expertisecentrum 9.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een aantal adviezen voorgelegd die voortvloeien uit de conclusies in hoofdstuk 8. Daaruit is gebleken dat het ECKM in de korte periode van haar bestaan, haar legitimiteit heeft bewezen. Het ECKM is goed bekend, heeft een toegevoegde waarde en is effectief bevonden door partners die samenwerken met het ECKM, om aantal belangrijke bevindingen te benoemen. Daarnaast blijkt echter dat partners en professionals meer verwachten van het ECKM. In dit hoofdstuk worden de adviezen gepresenteerd die gericht zijn op het bevorderen van de kwaliteit van het werk van het ECKM en het waarborgen van de legitimiteit van het expertisecentrum in de toekomst. 9.2 Adviezen m.b.t. het bezoek aan de website van het Expertisecentrum De website van het Expertisecentrum wordt redelijk goed bezocht, er is veel behoefte aan informatie over kwetsbare meiden, maar de website wordt niet intensief genoeg gebruikt.
Advies 1.
De kennis- en informatiefunctie van de website van het Expertisecentrum uitbreiden.
Om het websitebezoek te vergroten en te intensiveren zou het Expertisecentrum de informatie- en kennisfunctie van de website kunnen uitbreiden voor professionals en derden. Het betreft hier kennis en informatie over algemene en specifieke onderwerpen m.b.t. de problematiek van kwetsbare meiden en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden. Het gaat om kennis en informatie in de vorm van: Onderzoeksrapporten en wetenschappelijke artikelen/literatuur over de problematiek en de aanpak van de problemen van kwetsbare meiden in Flevoland en daarbuiten Methodieken en interventies/good practices (preventie, aanpak/behandeling etc.) Internationale projecten, experimenten Sociale kaart
Advies 2.
De website van het Expertisecentrum dient toegankelijk te zijn voor alle bezoekers.
Het Expertisecentrum kwetsbare meiden dient de kennis en informatie over de problematiek en de aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden toegankelijk te maken voor alle bezoekers van de website. De website dient toegankelijk te zijn voor zowel professionals die werken met kwetsbare meiden, als voor niet-professionals die alleen op zoek zijn naar informatie en kennis. De afhandeling van de vragen van professionals kan, zoals nu ook al het geval is, achter het inlogscherm gebeuren. Deze adviezen zijn ook van belang met het oog op de eventuele verbreding van de doelgroep van het Expertisecentrum kwetsbare meiden naar andere doelgroepen zoals jongeren.
47
9.3 Adviezen m.b.t. het bereik en het gebruik van het ECKM Het Expertisecentrum is redelijk goed bekend, al valt het bereik onder klanten enigszins tegen. Het aantal vragen dat bij het Expertisecentrum gedeponeerd wordt, stijgt nog steeds, maar het aantal casusspecifieke vragen neemt af.
Advies 1. Het Expertisecentrum dient haar bereik onder professionals te vergroten. Dit zou vervolgens ook kunnen leiden tot een vergroting van het aantal casusspecifieke vragen. Het vergroten van het bereik van het expertisecentrum kan door:
PR en communicatie-inspanningen te intensiveren richting de ketenpartners.
Klantgerichter te werken, waarbij meer inzicht wordt verkregen in en meer ingespeeld wordt op de vragen, knelpunten en verwachtingen van ketenpartners of klanten. Alleen door in te spelen op wat de partners of klanten willen, kan het bereik van de klanten en het aantal casusspecifieke vragen worden vergroot.
De expertfunctie van het Expertisecentrum kwetsbare meiden verder uit te bouwen. Op dit moment richt het Expertisecentrum zich op het verspreiden van expertise voor professionals, door professionals (verbindende functie). Het uitbouwen van de expertfunctie van het centrum heeft te maken met het zelf (gaan) verstrekken van inhoudelijk advies over de vragen, knelpunten en problemen die professionals tegenkomen bij de aanpak van problemen van kwetsbare meiden en in de onderlinge samenwerking. Dit is mogelijk voor problemen en/of vernieuwende thema's of methoden waarover het ECKM wel beschikt en waar dit in het veld ontbreekt of gebrekkig is.
9.4 Adviezen m.b.t. de kwaliteit, effectiviteit en het waarborgen van de legitimiteit Het ECKM zal de kwaliteit en de effectiviteit van zijn werk kunnen verhogen en zijn toekomstige legitimiteit kunnen waarborgen door: 1.
Aansluiting te zoeken op de vragen en de behoeften van alle ketenpartners (aanvullende functie);
2.
In te spelen op de hiaten in de zorg aan kwetsbare meiden (integrale functie);
3.
Financiering in de nabije toekomst (korte en middellange termijn) te regelen.
Hieronder worden de verschillende punten nader uitgewerkt. Ad 1. Aansluiting op de vragen en de behoeften van alle ketenpartners Het ECKM kan het beste aansluiten op de vragen en behoeften van de doelgroep door: a) Ketenpartners te faciliteren b) Kennis te delen en deskundigheidsbevordering te (laten) verzorgen aan ketenpartners c) Preventief te werken richting alle relevante doelgroepen
48
Ad a) Ketenpartners faciliteren Om de legitimiteit van het ECKM te waarborgen in de nabije toekomst, is inspelen op de vragen en behoeften van ketenpartners van essentieel belang. Dit legitimeert het bestaansrecht van het ECKM des te meer en biedt een sterke basis voor mogelijke onderhandelingen over financiering van het Expertisecentrum kwetsbare meiden door partners en/of financiers. Het faciliteren van ketenpartners kan door:
Te inventariseren wat de vragen en behoeften van partners zijn.
Uit te gaan van de vragen en behoeften van de partners, waardoor het ECKM tevens een betere aansluiting heeft op de lokale problematiek rondom kwetsbare meiden.
Een aantal basisdiensten te leveren aan haar partners. De diensten bestaan met name uit onderzoek, informatieverstrekking, kennisdeling, het leveren van data en cijfers over de problematiek en/of aanpak van de problematiek van kwetsbare meiden op lokaal en stadsdeel- of wijkniveau en de sociale kaart. Ook kan het ECKM een bijdrage leveren bij de ontwikkeling van voldoende aanbod. Het gaat om voorlichtings- en/of deskundigheidsbevorderingprogramma's voor professionals en de verschillende doelgroepen. Verder kan het Expertisecentrum als schakel fungeren in het hulpverleningstraject, door concrete hulpverlening aan te bieden op basis van de inzet van het hulpverleningsnetwerk of de bundeling van het aanbod.
Het ondersteunen van de initiatieven van partners en niet zelf initiatieven te ondernemen, behalve als de kennis ontbreekt in het veld.
Kennis te halen bij of uit te wisselen met partners binnen en organisaties buiten Flevoland.
Zitting te nemen in organen zoals de ZAT, Jonge Moederpunt, CJG- samenwerkingsverbanden die de lijnen kunnen uitzetten naar andere partners of doelgroepen.
Ad b) Kennisdeling en deskundigheidsbevordering te verzorgen aan ketenpartners Het ECKM dient kennis intensiever te delen met en deskundigheidsbevordering te geven aan partners. Met betrekking tot kennis gaat het om kennis over de opvangproblematiek bij kwetsbare meiden, data en cijfermateriaal over de problematiek van kwetsbare meiden op lokaal niveau of stadsdeelniveau, kennis over achtergronden van de problematiek van kwetsbare meiden, kennis over doorverwijsmogelijkheden (toelatingscriteria, wachtlijsten, financieringsregelingen etc.), aanbod of hulpkanalen van partners/sociale kaart en kennis over hulpverlening aan specifieke doelgroepen. Eventueel zou de kennis over de doorverwijsmogelijkheden een onderdeel kunnen worden van de sociale kaart van het Expertisecentrum, zodat professionals beter zicht hebben op waar een cliënt naartoe geleid kan worden. Professionals met name geven aan meer behoefte te hebben aan deskundigheid over interculturele aspecten in de hulp aan kwetsbare meiden, incest, lotgenotencontact, omgangsvormen tussen jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stimuleren, het verschijnsel loverboys, straatgeweld, huiselijk geweld en mishandeling, seksueel misbruik, huisvesting van kwetsbare meiden en gedwongen prostitutie, tienermoederschap en verzorging, om maar een aantal onderwerpen te noemen. Het aanbod zou verzorgd kunnen worden door partners of professionals van binnen of buiten de provincie Flevoland, indien ze over de kennis beschikken, maar ook door het ECKM zelf. Reden hiervoor is dat partners ervan uitgaan dat kennis rondom de problematiek van kwetsbare meiden en de aanpak daarvan (vernieuwende methoden etc.) binnen de regio vooralsnog ontbreken.
49
Ad c) Preventief werken richting alle doelgroepen Het ECKM dient zich ook te richten op preventie van de problematiek rondom kwetsbare meiden. De preventieve inzet van het ECKM dient zich te richten op specifieke doelgroepen (licht verstandelijk gehandicapten, alle kwetsbare vrouwen en meiden, en jongeren over het algemeen) op specifieke vindplaatsen (scholen, kerken, voorzieningen voor gehandicapten en het algemene publiek). Ad 2. Inspelen op de knelpunten en de hiaten in de zorg aan kwetsbare meiden Het inspelen op de hiaten in de zorg heeft op de korte termijn geen prioriteit, maar is van belang voor het verbeteren van de kwaliteit en de effectiviteit van de zorg aan de cliënt en de verdere legitimatie van het Expertisecentrum. Op de middellange termijn kan een start gemaakt worden om de mogelijkheden van een integrale aanpak te bestuderen. Het ECKM kan inspelen op de hiaten in de zorg aan kwetsbare meiden door: a) Allereerst samen met partners zicht te krijgen op de knelpunten en de schotten binnen welzijn en zorg. b) Vervolgens te kijken, met financiers en partners hoe een integrale aanpak vorm gegeven kan worden en wat de rol van het ECKM daarin kan zijn. Een integrale benadering is nodig om de praktische problemen (huisvestings-, schuldproblemen, scholingsproblemen etc.) die de zorg aan kwetsbare meiden belemmeren, op te lossen en om zorg en welzijn te ontschotten. In deze benadering staat de hulpverlening aan de cliënt en dus de cliënt centraal. De integrale aanpak wordt gekenmerkt door de volgende elementen:
Een bredere definitie van de doelgroep KM
Onderzoek naar de aard van de problematiek en de achterliggende processen
Snelle(re) en effectieve(re) inzet van het hulpverleningsnetwerk van het ECKM
Regievoering door het ECKM om casussen op te pakken, over te nemen, te behandelen en op te lossen via het netwerk
Doorzettingsmacht van het ECKM om eenzijdig de medewerking van andere partijen af te dwingen.
Ad 3. Het regelen van financiering voor de korte en middellange termijn Om de financieringsbehoefte van het ECKM op korte en middellange termijn te regelen, zou het ECKM de volgende stappen kunnen nemen: Op basis van cijfermateriaal en de vragen en de behoeften van de ketenpartners en financiers m.b.t. de problematiek en de aanpak van de problematiek rondom kwetsbare meiden kan het ECKM gesprekken aangaan met de financiers binnen/buiten de provincie Flevoland. Financiers kunnen zijn gemeenten, fondsen en partners die bereid zijn om bepaalde diensten (bijvoorbeeld trainingen, workshops etc.) of taken (bijvoorbeeld preventietaken) te financieren (al of niet structureel).
50