MLT-visie 2014 - 2017
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
2
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen Verzekeringsfraude en andere vormen van verzekeringgerelateerde (georganiseerde) criminaliteit zijn én maatschappelijk niet aanvaardbaar én verhogen ongewenst de premiedruk.
Maart 2014
VERZEKERINGSCRIMINALITEIT: Iedere vorm van fraude en criminaliteit die invloed heeft op dienstverlening door en/of interne processen bij verzekeraars dan wel invloed heeft op verzekerde risico’s zelf. Hieronder kan in elk geval worden verstaan: verzekeringsfraude: het opzettelijk misleiden van een verzekeraar bij de totstandkoming en/of uitvoering van een verzekeringsovereenkomst met de bedoeling om onrechtmatig een verzekeringsdekking, -uitkering, -prestatie of dienstverlening te krijgen; criminaliteit waarvan een verzekeraar c.q. diens medewerkers in de uitoefening van hun functie zelf slachtoffer kunnen zijn (o.a. cybercrime en bedreigingen van buitenaf); criminaliteit waarvan de schade aan slachtoffers en derden als verzekerd risico is aan te merken of in relatie staat tot een verzekerd risico (o.a. inbraak en straatroof, voertuig- en transportcriminaliteit, hennepkwekerijen); niet-integer handelen van eigen medewerkers of zakenpartners; witwassen en financiering van terrorisme voor zover de verzekeraar via zijn producten of diensten daartoe wordt ingezet.
3
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
4
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Inhoud Inleiding
7
Missie en visie verzekeraars
7
1 Waarom verzetten verzekeraars zich tegen verzekeringscriminaliteit?
7
Overwegingen
8
Strategie
8
2 Hoe bevordert het Verbond van Verzekeraars de aanpak van verzekeringscriminaliteit?
9
2.1 De juiste randvoorwaarden
9
2.2 Inhoudelijke stappen
Bijlage
11
13
1. Het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit (PV&C)
13
2. Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV)
13
3. CBV-aandachts- en dienstverleninggebieden
15
4. Het Register Coördinator Fraudebeheersing (RCF)
16
5. Het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI)
16
6. De Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (GPO)
16
7. Publiek-private samenwerking
17
5
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
6
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Inleiding Verzekeraars zijn oprecht maatschappelijk betrokken en laten dat onder meer zien door in te spelen op actuele kwesties. Waar nieuwe risico’s ontstaan of risico’s veranderen, denken verzekeraars mee over preventie en reductie van schade dan wel verzekerbaarheid van schadelijke gevolgen. Ook vraagstukken rond verzekeringscriminaliteit en veiligheid leiden steeds weer tot aanpassing of een andere invulling van het verzekeringsvak. In afstemming met verzekeraars en relevante stakeholders zoekt het Verbond van Verzekeraars via het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) naar raakvlakken en samenwerking om oplossingen voor deze vraagstukken te vinden.
Missie en visie verzekeraars1 De missie van verzekeraars is het op korte en lange termijn bieden van zekerheid, het scheppen van mogelijkheden, het zorgvuldig beheren van de hen toevertrouwde gelden en het zijn van een constructieve partner voor belanghebbenden. Zo geven ze invulling aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het geven en krijgen van vertrouwen zijn daarbij voor verzekeraars cruciaal. Alleen ondernemingen die afdoende invulling geven aan deze missie en die op maatschappelijk verantwoorde wijze opereren, verdienen dit vertrouwen.
1
Waarom verzetten verzekeraars zich tegen verzekeringscriminaliteit?
Verzekeringscriminaliteit is maatschappelijk niet aanvaardbaar en verhoogt ongewenst de premiedruk. Het facet verzekeringsfraude heeft daarbij negatieve consequenties voor het beeld van de bedrijfstak. Het past zeker niet in het beoogde imago van zekerheid, betrouwbaarheid en continuïteit. Daarnaast heeft de bedrijfstak een groter wordende functie in het algemeen belang. Zo hebben verzekeraars een groeiende rol in de publiek-private samenwerking bij het beheersen van te verzekeren risico’s in relatie tot (georganiseerde) criminaliteit. Een adequaat en transparant fraudebeheersingsbeleid draagt bij aan het vergroten van het vertrouwen in de bedrijfstak. Dat betekent uiteindelijk ook een bedrijfseconomische gezondere bedrijfstak. In het kader van de missie streeft de verzekeringsbedrijfstak daarom mede naar: een zodanig sterke maatschappelijk betrokkenheid (imago) en bijdrage aan algemene preventie dat verzekeringscriminaliteit zo goed mogelijk wordt voorkomen; een sterke borging van en sturing op beheersing van verzekeringscriminaliteit binnen zowel de eigen bedrijfsorganisatie als op bedrijfstakniveau, mede aan de hand van een per branche effectieve vastlegging en analyse van relevante data; inzet op preventie en afschrikking ter voorkoming van verzekeringscriminaliteit; effectieve processen van detectie, bewijsbaarheid en afhandeling van fraudegevallen. Daarbij zijn de leden van het Verbond van Verzekeraars zich ervan bewust dat: de bedrijfstak midden in de samenleving staat en dat maatschappelijk verbonden zijn verder gaat dan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Verzekeraars spelen individueel en gezamenlijk in op diverse actuele kwesties, waaronder criminaliteitsbeheersing. Zij zoeken daarbij vanuit eigen
1
Naar Gedragscode Verzekeraars 2011 §2 Kernwaarden en Gedragsregels.
7
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
expertise en in samenwerking met overheid en andere strategische partners naar innovatieve oplossingen; zij hebben afgesproken geen zaken te doen met personen, instellingen of bedrijven waarvan zij 2 weten of kunnen weten dat deze activiteiten ontplooien die wettelijk verboden zijn ; de Europese richtlijn in het kader van Solvency schrijft verzekeraars een adequaat risicomanagementsysteem voor. Een effectieve fraudebeheersingsstructuur is daarvan onderdeel; het voeren van een actief beleid om fraude te voorkomen, te signaleren en af te handelen, is een van de voorwaarden voor verzekeraars om in aanmerking te komen voor het Keurmerk 3 Klantgericht Verzekeren .
Overwegingen Ten aanzien van de inzet in het veld van financieel-economische en (georganiseerde) criminaliteit hebben de leden van het Verbond overwogen dat:
deze vormen van criminaliteit een sluipende bedreiging zijn voor de integriteit van het financieeleconomisch en maatschappelijke stelsel en daardoor uiteindelijk ook voor het functioneren van de 4 rechtsstaat ; verzekeringsfraude, als segment van financieel-economische criminaliteit (finec), is aangemerkt als een ernstige inbreuk op de rechtsorde en leidt tot hoge kosten. Dit betreft zowel particuliere kosten (in de vorm van onkosten die de afwikkeling van finec met zich meebrengt aan de zijde van verzekeraars en de daaruit voortvloeiende premiedruk op verzekeringnemers) als maatschappelijke kosten (verbonden aan de inzet van hulp- en opsporingsdiensten). Daarnaast veroorzaken bepaalde vormen van verzekeringsfraude, zoals bij branden en opzetaanrijdingen, een aanmerkelijk gevaar voor de veiligheid van mens en goed; verzekeringsfraude vaak in verband staat met andere vormen van (georganiseerde) criminaliteit; gelet op de drie voorgaande punten het een zwaarwegend algemeen belang is finec integraal in publiek-private samenwerkingsverbanden te bestrijden, waar mogelijk te voorkomen en zo ook andere vormen van (georganiseerde) criminaliteit tegen te houden. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van private en publieke partijen. 5 betrokken publieke en private partijen de vier hiervoor genoemde punten onderschrijven; de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Europese en internationale sanctieregelgeving ook van toepassing zijn op de verzekeringsbedrijfstak; de Wet op het financieel toezicht (Wft) verzekeraars verplicht tot een integere bedrijfsvoering.
Strategie
Een zichtbare beleidsvoering door individuele verzekeraars en prioritering gericht op de aanpak van verzekeringscriminaliteit. In eigen huis zijn van belang de periodieke externe audits op het geïmplementeerd zijn van de voorschriften en processen van het Protocol Verzekeraars & 6 Criminaliteit . Daarmee zetten verzekeraars zich als lid van het Verbond van Verzekeraars vanuit hun eigen en maatschappelijke verantwoordelijkheid in voor kwaliteitsverbetering op het terrein van beheersing van verzekeringscriminaliteit.
2
Verbond van Verzekeraars; Gedragscode Verzekeraars 2011, $2 Kernwaarden en Gedragsregels. www.keurmerkverzekeraars.nl (/over_het_keurmerk/zorgvuldige_en_voortvarende-dienstverlening/). 4 Tweede Kamer, 2010-2011, 29 911, nr.45. 5 Zie Convenant onder de vlag van het NPC d.d. 1 februari 2011 tussen het Openbaar Ministerie, de Raad van Korpschefs, het Verbond van Verzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland. Ook opgenomen in Nationaal Dreigingsbeeld Horizontale Fraude 2012, KLPD, Bloem/Harteveld. 6 Protocol betreffende bewustwording, preventie, detectie en afhandeling van verzekeringsfraude en criminaliteit, nietvrijblijvende zelfregulering, Verbond van Verzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland, december 2011. 3
8
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Profilering in een samenwerkende en vernieuwende rol met de politiek/overheid, met de 7 toezichthouders en in de communicatie met de klant en het verkoopkanaal. Het CBV behartigt in deze (publiek-private) samenwerking de belangen op het terrein van fraude en criminaliteitsbeheersing.
2
Hoe bevordert het Verbond van Verzekeraars de aanpak van verzekeringscriminaliteit? 8
Het Verbond van Verzekeraars heeft een middellangetermijnbeleid 2013-2016 opgesteld. Kern is dat de Nederlandse verzekeringssector een solide en vernieuwende markt wil zijn met een sterke reputatie en een relatie met de consument die gebaseerd is op vertrouwen en zekerheid. Daarbij wil de sector door en voor overheid en andere belanghebbende partijen als een constructieve partner gezien worden. Zo kan de sector in dialoog invulling geven aan zijn maatschappelijke betrokkenheid. Het Verbond van Verzekeraars gaat tegen deze achtergrond de komende jaren voor: het geven van een nieuwe impuls aan het vertrouwen in de sector; het creëren van meer kostenefficiency; het creëren van nieuw perspectief en marktkansen; het zoeken van strategische antwoorden op existentiële vragen voor de sector. Met diverse initiatieven rond de aanpak van verzekeringscriminaliteit en het onderwerp veiligheid, beoogt het Verbond van Verzekeraars zowel impuls aan vertrouwensherstel als aan schadelastbeheersing te geven. De geschetste uitgangspunten in het middellangetermijnbeleid bieden kansen voor nieuwe initiatieven en vormen een legitieme basis voor steviger borging van bestaande processen en actuele ontwikkelingen op het speelveld van de aanpak van verzekeringscriminaliteit. Dat doen we door de juiste randvoorwaarden te scheppen en door inhoudelijke stappen te zetten.
2.1
De juiste randvoorwaarden
Aandacht voor criminaliteit is in de bedrijfstak niet nieuw. Er wordt altijd getoetst of claims terecht zijn en voor risico’s van criminaliteit zijn verzekeringsproducten beschikbaar. Ten aanzien van dit laatste beseffen verzekeraars dat hun klanten liever helemaal geen schade lijden dan dat deze geclaimd en vergoed wordt. Verzekeraars zijn zich bewust van het feit dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het voorkomen, detecteren, bewijzen en afhandelen van verzekeringsfraude en het bijdragen aan het voorkomen en beperken van schade door ándere vormen van (georganiseerde) criminaliteit, primair bij de bedrijfstak zelf ligt. Binnen het Verbond van Verzekeraars is daarom permanent aandacht voor het behartigen van de ter zake spelende belangen, bij voorkeur in samenwerking met relevante publieke en andere relevante stakeholders. Het bewustzijn van de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft geresulteerd in het ‘Protocol Verzekeraars & Criminaliteit’. Deze is vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van het Verbond. De belangenbehartiging en dienstverlening ter zake is ondergebracht bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) van het Verbond.
7
8
Hieronder in ieder geval DNB, AFM en CBP. ‘Perspectief Middellangetermijnbeleid 2013-2016’, Verbond van Verzekeraars, Den Haag, 19 december 2012.
9
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Protocol Verzekeraars & Criminaliteit9 Het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit beoogt bij verzekeraars een zodanige gerichte maatschappelijke betrokkenheid en ingeregelde algemene preventie en detectie, dat verzekeringscriminaliteit substantieel kan worden teruggedrongen. Dit betekent: 10 het verbeteren van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bedrijfstak door: het verstevigen van de positie van de bedrijfstak midden in de samenleving door: het voeren van adequaat risicomanagement. Het protocol geldt voor alle schade-, levens- of zorgverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars en spaarkasbedrijven, die lid zijn van het Verbond van Verzekeraars en/of Zorgverzekeraars Nederland. Medevaststelling of ondertekening (door nieuwe leden na vaststelling) is een voorwaarde voor het lidmaatschap van beide brancheorganisaties. Met de vaststelling geven de leden aan zich bewust te zijn van het belang van hantering van het protocol. Ze committeren zich aan de wijze van preventie, detectie en afhandeling van verzekeringsfraude en (georganiseerde) criminaliteit zoals in het protocol omschreven. Het protocol legt normen op voor de toepassing van effectieve bewustwording, preventie, detectie, afdoening en publiek-private samenwerking bij de aanpak van verzekeringscriminaliteit gepleegd door: cliënten, verzekerden, begunstigden, tegenpartijen; assurantietussenpersonen, gevolmachtigde agenten; makelaars, hypotheekbemiddelaars, dienstverleners (zoals herstelbedrijven, zorgaanbieders) en eventueel andere bij de totstandkoming of uitvoering van een schade-, leven- of zorgverzekering, spaarkas- of natura-uitvaartproduct betrokken personen; eigen en tijdelijke/ingehuurde medewerkers of door bestuurders van verzekeraars.
Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) 11 Missie van het CBV is het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de leden van het Verbond van Verzekeraars bij het terugdringen van de nadelige effecten van verzekeringscriminaliteit. Het CBV doet dit door: vertegenwoordigen van de leden; bieden van een platform; dienstverlening aan de leden; vervullen van een brugfunctie naar stakeholders; bevorderen van het imago verzekeringsbedrijfstak; borgen van belangen van verzekeringsconsument. Het CBV treedt voornamelijk op als informatiemakelaar, als facilitator. CBV beschikt deels zelf over bij de leden ontbrekende relevantie informatie en weet waar overige (ad hoc) gewenste informatie voorhanden en bereikbaar is. De aanpak van vraagstukken rond voer- en vaartuigdiefstallen, diefstal van werkmateriaal en de registratie van schadevoertuigen, is uit efficiencyoverwegingen ondergebracht in een apart bureau, het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit VbV (stichting). Binnen dit bureau werken politie, Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en verzekeraars samen. Het VbV treedt op namens verzekeraars, lease- en verhuurbedrijven en onverzekerde voertuigeigenaren. VbV voert zijn informatiemanagement uit in samenspraak met het Verbond/CBV. Voor zover niet in eigen organisatie, maakt het CBV voor het vergaren, beheren en (doen) verstrekken van delen van zijn informatie afspraken met externe publieke en private organisaties (bijvoorbeeld met 9
Zie bijlage sub 1 voor meer informatie. Zie ook Gedragscode Verzekeraars 2011 $2 Kernwaarden en Gedragsregels. 11 Zie bijlage sub 2 voor uitgebreide omschrijving. 10
10
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
RDW en het Centraal InformatieSysteem van in Nederland werkende verzekeringsmaatschappijen (Stichting CIS)). Het CBV vervult een brugfunctie tussen verzekeraars onderling en tussen de verzekeraars en relevante stakeholders. Zo onderhoudt het CBV op strategisch niveau contacten met diverse departementen en andere brancheorganisaties, met buitenlandse zusterorganisaties en Insurance Europe, met het Openbaar Ministerie en diverse opsporingsinstanties en met toezichthouders. Het CBV neemt op dit niveau deel aan tal van projecten en werkgroepen. De dienstverlening van het CBV omvat op verzoek van de leden op tactisch niveau het detecteren en coördineren van informatie(stromen) en ondersteunen in zaken rond signaleren, bewijsvoering en afhandeling van criminaliteit.
2.2
Inhoudelijke stappen
Het CBV faciliteert met de beschikbare mogelijkheden de aanpak van verzekeringscriminaliteit door zich te richten op vraagstukken van (1) verzekeringsfraude, (2) (verzekeringsgerelateerde) criminaliteit 12 en (3) op algemene vraagstukken op beide terreinen . Het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit (ook wel PV&C genoemd) kan de bijbel genoemd worden voor de aanpak van verzekeringscriminaliteit. Daarom wordt tweejaarlijks de mate van implementatie van het protocol getoetst en gemeld bij het CBV. Dat gebeurt aan de hand van de Monitor PV&C via self assessments. Als centraal coördinatiepunt is het CBV hét aanspreekpunt voor verzekeraars, politie en justitie en andere belanghebbenden bij lopende onderzoeken naar verzekeringscriminaliteit. Voor verzekeraars fungeert het CBV als een belangrijke schakel voor operationele zaken. Zo brengt het CBV verzekeraars met gerelateerde fraudedossiers bijeen. Of het nu gaat om consumentenfraude, fraude door een zakelijke relatie of een andere vorm van verzekeringscriminaliteit, in alle gevallen kan het CBV een belangrijke schakel zijn in de aanpak en bestrijding daarvan.
Kennis- en analyse Meten is weten. Het CBV, Stichting CIS en het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) zijn daarom enkele jaren geleden gestart met de inrichting van een ‘Kennis- en Analysefunctie’. De analyses komen voort uit de combinatie van informatie over claims, fraude en criminaliteit en genereren nieuwe inzichten voor verzekeraars en stakeholders. Het CBV heeft de afgelopen jaren de kwaliteit en kwantiteit van de beschikbare data onderzocht en vastgesteld dat met beperkte middelen al enig inzicht in criminaliteit en vreemd declaratiegedrag is te krijgen. Tegelijk kan nog veel verbeterd worden door informatie meer en beter vast te leggen en te delen. Zowel het Verbond van Verzekeraars als Zorgverzekeraars Nederland blijven de deskundigheid van functionarissen veiligheidszaken en fraudecoördinatoren bij verzekeraars stimuleren. Het Verbond/CBV heeft daarvoor bijvoorbeeld een register opengesteld. Hierin kunnen de functionarissen hun deskundigheid openbaar maken. Daarvoor moeten zij eerst voldoen aan de registratie-eisen. 13 Daarna mogen zij de beschermde titel Register Coördinator Fraudebeheersing (rcf) voeren. Deze zichtbare deskundigheid maakt samenwerking met publieke en andere private stakeholders eenvoudiger. 12 13
Zie voor meer informatie bijlage sub 3. Zie voor meer informatie bijlage sub 4.
11
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Zelfregulering en overleg Waar nodig en wenselijk neemt het Verbond/CBV initiatieven tot zelfregulering op het terrein van voorkomen, detecteren en afhandelen van verzekeringscriminaliteit (zoals het Protocol 14 Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI) en de Gedragscode Persoonlijk 15 Onderzoek (GPO) ). Het Verbond blijft daarnaast praten met andere organisaties in de financiële markt om zo de de aanpak van verzekeringscriminaliteit te verbeteren. Bijvoorbeeld met Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Agenten (NVGA), het Nederlands Instituut voor Register Experts (NIVRE) en Adviseurs in Financiële Zaken (ADFIZ).
Publiek-private samenwerking Het Verbond neemt mede vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid initiatieven tot of zal betrokken zijn bij initiatieven gericht op samenwerking en informatie-uitwisseling tussen publieke en private partijen (pps) bij de aanpak van verzekeringscriminaliteit. Zo zijn en worden met diverse relevante stakeholders convenanten gesloten gericht op de aanpak van verzekeringscriminaliteit. Ook 16 worden waar nodig meer permanente samenwerkingsorganisaties in het leven geroepen . Het CBV wordt afgerekend op haar meerwaarde voor de leden van het Verbond en voor de samenleving. Deze nutsfunctie sluit aan op het MLT-denken van het Verbond van Verzekeraars en er worden met de aanpak van verzekeringsfraude en verzekeringsgerelateerde criminaliteit kansen ter hand genomen. Het CBV zoekt samen met relevante partners naar raakvlakken en samenwerking bij het vinden van (publiek-private) oplossingen voor problemen die leden schetsen op het vlak van verzekeringscriminaliteit. Daarbij is het een gegeven dat de afhankelijkheid van eigen én van externe informatiesystemen steeds groter wordt. Dat geldt voor zowel Verbondsleden als organisaties buiten de bedrijfstak. Het gaat nu primair om het creëren van effectieve communicatie binnen de allianties in het speelveld en het definiëren van de rol van het CBV daarbij. Voor deze communicatie moet een juiste informatie-infrastructuur ontwikkeld worden of moet de huidige verbeterd worden. Insteek daarbij is het kunnen detecteren, vergaren en verstrekken van relevante informatie. Het CBV kijkt daarbij naar de wenselijkheid of noodzaak (en zo ja, hoe) van inzet van moderne mogelijkheden van ITbeheersing/transport, uitgaande van een zo ‘kaal’ mogelijke infrastructuur (indexen) op bedrijfstakniveau.
14
Zie voor meer informatie bijlage sub 5. Zie voor meer informatie bijlage sub 6. 16 Zie voor meer informatie bijlage sub 7. 15
12
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
Bijlage 1. Het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit (PV&C) Het PV&C is als bindende zelfregulering voor de bedrijfstak vastgesteld op 21 december 2011. De daarin voorgeschreven normen beogen bij verzekeraars een dermate gerichte maatschappelijke betrokkenheid en ingeregelde algemene preventie en detectie dat verzekeringsfraude en (georganiseerde) criminaliteit substantieel kunnen worden teruggedrongen. Dit betekent: 17
a.
Het verbeteren van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bedrijfstak door: het verhogen van het fraudebewustzijn in de eigen organisatie en bij andere marktdeelnemers door het gezamenlijk ontwikkelen van gedragsnormen en het bereiken van gedragsveranderingen rond de aanpak van verzekeringsfraude en (georganiseerde) criminaliteit; het kunnen implementeren van een betere bedrijfsvoering dankzij minder verzekeringsfraude en (georganiseerde) criminaliteit; de hoogte van verzekeringspremies zo min mogelijk te laten beïnvloeden door geen uitkeringen te doen op basis van frauduleuze claims.
b.
Het verstevigen van de positie van de bedrijfstak midden in de samenleving door: in te spelen op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen t.a.v. de preventie en bestrijding 18 van ‘ondermijnende’ criminaliteit (waaronder verzekeringsfraude); op dit vlak kennis te delen en de samenwerking aan te gaan met de overheid en andere publieke stakeholders.
c.
Het voeren van adequaat risicomanagement. Aanwezigheid van een effectieve structuur voor fraude- en criminaliteitsbeheersing in het kader van het operationele risico is een onlosmakelijk onderdeel van het gehele risicoframework en zorgt voor aansluiting bij eisen, gesteld in Europese 19 regelgeving .
d.
Het in het PV&C geboden instrumentarium geeft nadere informatie over hoe inhoud gegeven kan worden aan een effectieve beheersing van fraude- en criminaliteitsrisico’s. Deze informatie is gericht op mogelijkheden tot: versterking maatschappelijke positie en algemene preventie; versterking sturing en borging fraude- en criminaliteitsbeheersing; versterking fraude- en criminaliteitspreventie en afschrikking; versterking processen van detectie, bewijsbaarheid en afdoening.
2. Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) Missie van het CBV is het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de leden van het Verbond van Verzekeraars bij het terugdringen van de nadelige effecten van verzekeringscriminaliteit. Het CBV geeft hier inhoud aan door: a. Het vertegenwoordigen van de leden Het CBV is in de eerste plaats vertegenwoordiger van particuliere verzekeraars bij vraagstukken van verzekeringscriminaliteit. Namens de leden van het Verbond treedt het CBV hier op als 17
Zie ook Gedragscode Verzekeraars 2011 sub 2.2.4. d.i. ‘financieel-economische en georganiseerde criminaliteit die een sluipende bedreiging vormen voor de integriteit van het FinEC-stelsel en daardoor uiteindelijk ook voor het functioneren van de rechtsstaat’ (TK, 2010-2011, 29 911, nr.45). 19 Solvency II (EU-directive, compliant in 2012). 18
13
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
gesprekspartner voor de overheid en relevante stakeholders. In afstemming en met die andere partijen zoekt het CBV naar raakvlakken en samenwerking om (publiekprivate) oplossingen voor deze vraagstukken te vinden. b. Het bieden van een platform Om de vertegenwoordigerrol te kunnen uitvoeren, is draagvlak nodig. Het CBV creëert dat draagvlak door zowel het inzetten van een Adviescommissie met een brede diversiteit aan kennis en kunde, als door voor de leden regelmatig themadagen te organiseren over actuele onderwerpen. Op de jaarlijkse Platformmiddag worden actuele ontwikkelingen besproken. Deze bijeenkomsten hebben ook een sociale functie: leden kunnen elkaar ontmoeten. c.
Dienstverlening aan de leden Belangenbehartiging betekent dat het CBV er moet zijn voor de Verbondsleden, mede gestalte 20 gegeven vanuit het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit . Door haar netwerk en vertegenwoordigerrol is het CBV op de hoogte van relevante (publieke en private) ontwikkelingen en fungeert als kenniscentrum en informatiemakelaar. De leden worden via diverse kanalen op de hoogte gehouden van de activiteiten en kunnen in individuele zaken voorzien worden van adviezen of relevante meerinformatie. Waar nodig kunnen ze worden verwezen/doorgeleid naar partijen waar de benodigde informatie voorhanden is en verstrekt kan worden. Omdat het CBV (privaat-private en publiek-private) belangen op zijn speelvelden coördineert die de gehele bedrijfstak aangaan, heeft het CBV tevens een adviserende functie voor het te voeren beleid van het Verbond van Verzekeraars.
d. Het vervullen van een brugfunctie Om de gemeenschappelijke belangen van de leden van het Verbond goed te behartigen, participeert het Verbond in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) onder voorzitterschap van de minister van Veiligheid en Justitie. Daarnaast heeft het Verbond zitting in diverse besturen van organisaties die bijdragen aan veiligheid en criminaliteitsbeheersing. Het CBV neemt deel aan tal van projecten en werkgroepen op de CBV-gerelateerde probleemvelden. Namens verzekeraars onderhoudt het CBV contacten met diverse departementen en andere brancheorganisaties, met buitenlandse zusterorganisaties en Insurance Europe, met het Openbaar Ministerie en diverse opsporingsinstanties en met toezichthouders. Nationale en Europese politici en bewindslieden zijn voor CBV-gerelateerde belangen bereikbaar. Het CBV vervult daarmee op zijn speelveld een brugfunctie tussen de verzekeringsbedrijfstak en de relevante stakeholders. Deze brugfunctie is zeker de laatste jaren van groter belang geworden; niet alleen omdat de overheid ook op de probleemvelden die onder het aandachtgebied van het CBV vallen steeds meer verantwoordelijkheid naar de markt overhevelt, maar ook omdat verzekeraars het belangrijk vinden open oog en oor te hebben voor wat er speelt in de wereld om hen heen. e. Het bevorderen van het imago verzekeringsbedrijfstak Het CBV draagt bij aan de bevordering en de instandhouding van de goede naam van het verzekeringsbedrijf in het algemeen en bij de bij CBV-vraagstukken betrokken partijen in het bijzonder. Communicatie speelt hierin een belangrijke rol. Het CBV coördineert op zijn speelveld in afstemming met het Verbond de PR voor de gehele bedrijfstak en verwoordt ter zake het beleid naar de media en speelt in op tendensen.
20
“Protocol betreffende bewustwording, preventie, detectie en afhandeling van verzekeringsfraude en criminaliteit”; Verbond van Verzekeraars, ALV december 2011, niet-vrijblijvende Zelfregulering. I.h.b. art. 2.3 sub d.
14
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
f.
Het borgen van belangen van verzekeringsconsument Politieke beslissingen en maatschappelijke ontwikkelingen hebben vaak grote raakvlakken met de verzekeringsbedrijfstak. Dat geldt ook voor dergelijke beslissingen en ontwikkelingen rond de CBV-vraagstukken. Het is belangrijk dat de belangen van verzekeraars, en daarmee de belangen van de verzekeringsconsument, via het CBV worden meegewogen in die beslissingen en bij de maatschappelijke ontwikkelingen.
3. CBV-aandachts- en dienstverleninggebieden a.
Vraagstuk ‘verzekeringsfraude’ Dienstverlening/belangenbehartiging op dit veld kan afhankelijk van de actualiteit gericht zijn op: implementatie van het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit (PV&C), dec. 2011; inzet Monitor PV&C, selfassesment; aanpak fraude met alle vormen van verzekeringen; fraude met hypotheken; fraude met identiteiten (gebruik GBA en BSN); interne fraude; aanpak fraude bij ketenpartners (zakelijke relaties, intermediair, expertise, schadeherstel); aanpak interne fraude/corruptie door medewerkers.
b. Vraagstuk ‘(verzekeringsgerelateerde) criminaliteit’ Dienstverlening/belangenbehartiging op dit speelveld kan afhankelijk van de actualiteit gericht zijn op aanpak van: cybercrime tegen de bedrijfstak; terrorisme (uitvoering sanctielijsten); bedreigingen medewerkers; witwassen; voer- en vaartuigdiefstal; diefstal werkmaterieel; ladingdiefstal; inbraak en overvallen; (collectief) regres op daders/vandalen. c.
Algemene vraagstukken Dienstverlening/belangenbehartiging is permanent gericht op algemene onderwerpen als: trendanalyses fraude en criminaliteit (kennis- & analysefunctie); deskundigheid Functionaris Veiligheidszaken/ Coördinator Fraudebeheersing; preventie en detectie (thematische aanpak); informatiedeling financiële instellingen (PIFI); informatiedeling publieke en andere partners (zoals energiebedrijven); informatiedeling met consumenten (zoals mededelingsplicht bij registratie); (Europese) wet- en regelgeving rondom privacy en criminaliteit; voorlichting en zelfregulering Verbond op onderhavige terrein; compliance/Toezichtwetgeving DNB en AFM; proportionaliteit/KIFID.
15
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
4. Het Register Coördinator Fraudebeheersing (RCF) Een van de taken ten behoeve van de CBV-doelstelling, is het fungeren van het CBV als kenniscentrum, in het bijzonder ten aanzien van het stimuleren van kennisoverdracht en bevorderen van professionaliteit. Die professionalisering wordt mede zichtbaar gemaakt door registratie in een register van de coördinatoren die aangetoond hebben en blijvend aantonen over de voor fraudebeheersing benodigde gevraagde kwaliteit te beschikken. Doel van het Register Coördinatoren Fraudebeheersing (RCF) is het bewaken van continuïteit in de kwaliteit van de “register coördinator fraudebeheersing – rcf” bij de individuele verzekeraars. Het Verbond van Verzekeraars/CBV is grondlegger en eigenaar van het RCF, dat desgevraagd door het NIVRE – met behoud van verantwoordelijkheid van het Verbond/CBV – is ingericht en wordt onderhouden.
5. Het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI) Het PIFI heeft als doel grenzen te stellen en de processen te reguleren van het in de financiële sector operationele onderlinge waarschuwingssysteem. Door middel van het waarschuwingssysteem is het mogelijk informatie te delen tussen financiële instellingen. Dit ondersteunt de activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector. Financiële instellingen hanteren daarvoor ieder een Incidentenregister en een gezamenlijk Extern Verwijzingsregister. Aangesloten financiële instellingen (baken en verzekeraars) zijn verplicht de volgende doelstelling te hanteren voor het vastleggen van gegevens in een Incidentenregister: ‘te daaronder mede begrepen (het geheel van) activiteiten die gericht zijn: a. op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van gedragingen die kunnen leiden tot benadeling van de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, van de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, van de financiële instelling zelf, alsmede van haar cliënten en medewerkers; b. op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik van producten, diensten en voorzieningen en/of (pogingen) tot strafbare of laakbare gedragingen en/of overtreding van (wettelijke) voorschriften, gericht tegen de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, de financiële instelling zelf, alsmede haar cliënten en medewerkers; c.
op het gebruik van en de deelname aan waarschuwingssystemen.’
6. De Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (GPO) Deze Gedragscode draagt bij aan de transparantie van door verzekeraars gehanteerde onderzoeksmethoden en in te zetten onderzoeksmiddelen. Ook geeft deze code aan wanneer de betrokkene op de hoogte gesteld wordt van het feit dat tegen hem/haar een onderzoek is/wordt ingesteld. Transparantie is daarbij wenselijk omdat bij het aangaan en uitvoeren van een verzekeringsovereenkomst in voorkomende gevallen spanning kan bestaan tussen: a. enerzijds het belang van verzekeraars om activiteiten te ondernemen die gericht zijn op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik gericht op het verkrijgen van verzekeringsdekking, uitkering of prestatie; b. anderzijds de belangen van betrokkenen tegen ongerechtvaardigde inbreuken op de persoonlijke levenssfeer.
16
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
De Gedragscode beschrijft de uitgangspunten voor het instellen van een persoonlijk onderzoek in het kader van activiteiten die gericht zijn op onder meer het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik gericht op het verkrijgen van verzekeringsdekking, uitkering of prestatie. De Gedragscode geeft aan welke beginselen hierbij door de verzekeraar in acht worden genomen, waarbij proportionaliteit en subsidiariteit belangrijke uitgangspunten zijn. De Code sluit aan bij de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen, de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Zorgverzekeraars, de Privacygedragscode sector particuliere onderzoeksbureaus van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties en het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen. Zo ook bij bestaande wetgeving op het gebied van privacy, zoals de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) en wetgeving over het (heimelijk) gebruik van camera’s.
7. Publiek-private samenwerking a. Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) Het Verbond van Verzekeraars participeert naast andere koepelorganisaties in het NPC en in issue gerichte NPC-Taskforces. Het platform is een samenwerkingsverband tussen overheid en bedrijfsleven dat zich richt op de aanpak van die vormen van criminaliteit die tegen het bedrijfsleven zijn gericht en wordt voorgezeten door de minister van Veiligheid en Justitie. b. Diverse convenanten Met het Openbaar Ministerie (Functioneel Parket), de Nationale Politie en Zorgverzekeraars Nederland zijn diverse convenanten afgesloten met doel de wijze van samenwerking in de gemeenschappelijke aanpak vast te stellen van verzekeringsfraude (afspraken t.a.v. ondersteuning bewijsvoering en t.a.v. afhandeling van fraude) en van al dan niet georganiseerde criminaliteit (zoals voertuig- en transportcriminaliteit en het versneld plaatsen van diefstalsignalen op gestolen gekentekende voertuigen). c.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en NZa ZN en het Verbond van Verzekeraars werken in afstemming met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nauw samen bij de aanpak van (zorg)fraude. ZN behartigt de belangen van de zorgverzekeraars, waar de afgelopen jaren een verdere professionalisering heeft plaatsgevonden. Veel specialistische kennis, waarvoor in het verleden een beroep op de branchevereniging werd gedaan, hebben ZN-leden nu zelf in huis. ZN heeft ten behoeve van haar leden een Kenniscentrum Fraudebeheersing in de Zorg gericht op het meer hanteerbaar maken van frauderisico’s. Om de strategische doelen te kunnen realiseren werkt ZN ook nauw samen met andere organisaties, van patiënten- en cliëntenorganisaties, koepels van zorgaanbieders en professionals tot overheden en toezichthouders.
d. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) Het NCSC is gebaseerd op pps tussen overheid en de (vitale) sectoren, waaronder de verzekeringssector. Verzekeraars participeren actief in het onderliggende Informatieknooppunt Cybersecurity en dragen in dit kader bij aan het creëren van een cyberweerbare samenleving. e. Centrum Criminaliteitsbeheersing & Veiligheid (CCV) Het Verbond van Verzekeraars is (plv.) voorzitter bij de Stichting CCV. Het CCV helpt veiligheidsprofessionals om Nederland veilig en leefbaar te maken. Dat doet het CCV door duurzame netwerken en strategische allianties vorm te geven die de veiligheidsproblematiek daadkrachtig en effectief aanpakken.
17
Verzekeringscriminaliteit mag niet lonen; MLT-visie 2014 - 2017
f.
Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc) Het Verbond participeert als lid in het bestuur van AVc. Doel van AVc is de gezamenlijke bestrijding van de voertuigcriminaliteit door middel van samenwerking tussen de betrokken partijen en een overeengekomen werkwijze (programmatisch samenhangende projecten en activiteiten) en met een gezamenlijke financiering.
18