November 2005
1
S E R V I C E B U L L E T I N
Voor de gebruikers van de methode Taalverhaal
OVER TAALVERHAAL
Maatschriften maken de puzzel meer dan compleet
4
5
6
Taalverhaal in de praktijk
Website bevat elk blok nieuwe informatie Spelen met spellen
Het nieuws is voor Hetty van den Berg, hoofdauteur van Taalverhaal, te leuk om niet meteen even te vertellen. “Onlangs heb ik een workshop gegeven op een school voor visueel gehandicapten. Iedereen, inclusief ikzelf, was erg enthousiast. En ik kreeg te horen dat ze op die school Taalverhaal Taal in braille hebben omgezet. Geweldig, toch?”
Puzzel Bovenstaand voorval is niet alleen typerend voor het enthousiasme, maar ook voor de ambitie van Hetty van den Berg. "Het gaat heel goed met Taalverhaal." Het enthousiasme van Hetty van den Berg is zeker niet gespeeld. Taalverhaal is het resultaat van meer dan vijfentwintig jaar ervaring met onderwijs en taal in alle facetten. Hetty van den Berg werkte als kleuterleidster toen zij in Amsterdam taalkunde ging studeren. Al tijdens haar studie speelde taalverwerving door kinderen een belangrijke rol. Een rol die na haar studie verder werd uitgediept toen zij zich met haar tekstbureau specialiseerde in het schrijven van educatief materiaal. "Ik heb altijd van alles geschreven: boeken, handboeken, een kleutermethode, maar ik heb ook meegewerkt aan een methode voor voortgezet onderwijs. Bovendien heb ik heel veel gewerkt voor het Cito. In Taalverhaal zit alles wat ik ooit over onderwijs in mijn hoofd heb opgeslagen. Ik heb hier jarenlang hard aan gewerkt, alle ervaringen vertaald in één concrete methode. Het is een hele grote puzzel geweest waarvan uiteindelijk alle stukjes op hun plaats vielen."
Zelfstandig Enkele stukjes van die enorme puzzel zijn de zogeheten maatschriften, die door zwakkere leerlingen gebruikt kunnen worden in plaats van het gebruikelijke werkschrift. De stof is hetzelfde, de wijze van aanbieden verschilt. Van den Berg: “Taal- en leeszwakkere leerlingen hebben vaak ook een beperktere woordenschat. Bij de even lessen, die de leerlingen zelfstandig in hun werkschriften doen, bleek dat de leerkracht deze
INHOUD Pagina 1
Over Taalverhaal Maatschriften maken de puzzel meer dan compleet
Pagina 4
De praktijk Bewuste keuze voor meer én beter taalonderwijs
Pagina 5
Taalverhaal interactief Website bevat elk blok nieuwe informatie
Pagina 6
Aan de slag met Taalverhaal Spelen met spellen Workshop Taalverhaal Paardebloem, muizetarwe en kreeftesla
COLOFON Servicebulletin Taalverhaal is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Hoofd- en eindredactie Taalent Tekstschrijvers Met dank aan Hetty van den Berg, Jeroen Folkers, Daisy van Haaren, Nol Möller Vormgeving Crossings Communications Drukwerk ARS Grafische Producties & Communicatie Redactieadres ThiemeMeulenhoff t.a.v. Maria Noordhuizen Postbus 19240 3501 DE Utrecht
[email protected] 2
leerlingen vaak ondersteunende instructie moest geven. Daarom hebben we de maatschriften ontwikkeld zodat deze groep leerlingen toch zelfstandig aan de slag kan. Belangrijk voor scholen met combinatieklassen, maar bijvoorbeeld ook op scholen in het bijzonder onderwijs waarvoor Taalverhaal een zeer goed bruikbare methode is gebleken.”
Zelfde stof, meer uitleg In de maatschriften is uitgegaan van een lager AVIniveau. Bovendien is er meer dan in de werkschriften ondersteuning met beeld. Hetty van den Berg: “De stof blijft uiteraard hetzelfde, maar er is extra uitleg. De vragen en opdrachten zijn meer dan in de werkschriften gesloten. Tussenstappen die een leerling in het werkschrift soms achteloos zelf maakt, zijn in de maatschriften uitgewerkt om bij dezelfde uitkomst te komen.” Op het gebied van de ontwikkeling van de woordenschat is er amper onderscheid tussen werkschrift- en maatschriftleerlingen, benadrukt Hetty van den Berg. Alleen de weg ernaartoe verschilt. “De maatschriftleerlingen krijgen dezelfde woorden aangeboden en ook inhoudelijk dezelfde spreek- en luisteropdrachten. Het verschil zit hem in de veelvuldige herhaling, de extra hulp en de opdrachtvormen.”
Kerndoelen Toch zijn er ook inhoudelijke verschillen tussen de werk- en maatschriften. Hetty van den Berg: “Zo hebben we er bij woord- en zinsbouw voor gekozen om alleen onderwerpen te behandelen die binnen de kerndoelen vallen. In de laatste twee blokken van groep 8 wordt in de reguliere lijn bijvoorbeeld het lijdend en meewerkend voorwerp behandeld. Zinvol als voorbereiding op het vreemde talen-onderwijs, maar deze onderwerpen staan niet in de kerndoelen. In de maatschriften gaan we er
daarom niet op in en herhalen we alleen nog lesstof van woord- en zinsbouw die wél voldoet aan de kerndoelen.”
Hetty van den Berg
Een ander verschil is de extra hulp die maatschriftleerlingen in de groepen 7 en 8 krijgen bij het maken van stelopdrachten. “Vooral taalzwakke leerlingen hebben moeite met schrijven”, vertelt Hetty van den Berg. “In die groepen nemen we deze leerlingen aan de hand en begeleiden ze stap voor stap naar een goed eindproduct. Het proces en strategie om tot het doel (het product) te komen is voor de maatschriftleerlingen dus zoveel mogelijk geëxpliciteerd.”
Wel of geen maatschrift? In de handleiding van de maatschriften wordt géén absoluut criterium gegeven voor het wel of niet werken met het maatschrift. Hetty van den Berg: “De leerkracht kan dit uiteraard zelf het beste bepalen op basis van zijn eigen inschatting of de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Drie aspecten zijn belangrijk voor deze beslissing. De maatschriften zijn zo gemaakt dat ze tegemoet komen aan leerlingen met een zwakke leestechniek, een beperktere woordenschat en een verminderd leesbegrip. Overigens biedt het maatschrift in groep 7 en 8 vereenvoudigde oefeningen aan bij de lessen woord- en zinsbouw. Ook dat kan een criterium zijn om het maatschrift te gebruiken naast het leerlingenboek.”
Mogelijkheden te over “Leerlingen die goede vorderingen maken in het maatschrift, kunnen altijd overstappen van het maatschrift naar het werkschrift. Een leerkracht kan er zelfs voor kiezen om een leerling zowel met het werk- als het maatschrift te laten werken. Die leerling maakt dan alleen lessen in het maatschrift als het werkschrift een te hoog niveau 3
vraagt. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn voor leerlingen met een andere thuistaal en voldoende Nederlandse woordenschat. Zij kunnen er baat bij hebben om de lessen woord- en zinsbouw in het maatschrift te maken. Die leerlingen maken bijvoorbeeld fouten in de vervoeging van bijvoeglijke naamwoorden (een grote raam) waaraan we in het maatschrift extra aandacht besteden. Bovendien biedt ook de software van Taalverhaal allerlei mogelijkheden om taalzwakkere leerlingen te ondersteunen, zoals extra herhalings- en verrijkingsstof en de mogelijkheden voor pre-teaching luistervaardigheid en woordenschat bij de lessen 1 en 3.”
DE PRAKTIJK
Bewuste keuze voor meer én beter taalonderwijs Op basisschool De Wissel in Zevenaar werd vorig jaar in alle groepen Taalverhaal ingevoerd. Dat had flink wat gevolgen voor het taalonderwijs op deze basisschool. Drie leerkrachten Nol Möller (groep 4), Daisy van Haaren (groep 5) en Jeroen Folkers (groep 7) vertellen over hun ervaringen in het eerste jaar.
Invoering De Wissel gebruikte tot vorig schooljaar de methode Taaljournaal. Na uitvoerig onderzoek koos de school voor zowel taal als spelling voor Taalverhaal. Het begin van een heuse omslag. “ThiemeMeulenhoff adviseerde ons om de methode gefaseerd in te voeren”, vertelt Jeroen Folkers. “Maar we wilden zo graag met Taalverhaal aan de slag dat we de methode toch tegelijk in alle groepen hebben ingevoerd. Veel problemen leverde dat niet op. In mijn groep, groep 7 , bleek dat Taalverhaal er vanuit ging dat de bijvoeglijke naamwoorden in groep 6 waren behandeld. Maar in onze oude methode gebeurde dat pas in groep 7. Dat vraagt wat afstemming.” Speciaal om dergelijke problemen te voorkomen, werd taal een vast punt op het leerkrachtenoverleg, legt Daisy van Haaren uit. “Heel concreet, het stond elke keer op de agenda en dat werkte Daisy van Haaren
uitstekend. Ook al omdat één van de grote voordelen van Taalverhaal de uiterst duidelijke structuur is. Het is allemaal erg overzichtelijk, niet alleen voor ons, maar ook voor de leerlingen.”
Woordenschat Die leerlingen zijn volgens het drietal overigens ook blij met de verandering. “Leerlingen worden veel meer uitgedaagd en geprikkeld. Bij de vorige methode moesten we daar zelf voor zorgen, nu zit dat in de methode. De kinderen moeten niet zomaar invuloefeningen doen, maar moeten het ook echt snappen. De variatie in de oefeningen is groot. Er is veel afwisseling in werkvormen. Klassikaal, alleen, met zijn tweeën of in groepjes, waarin bij toerbeurt een voorzitter en soms een secretaris wordt aangewezen. Bovendien komen de kinderen télkens nieuwe woorden tegen”, vertelt Jeroen Folkers. “Die nadruk op de
ontwikkeling van de woordenschat is een ander groot voordeel van Taalverhaal”, valt Nol Möller hem bij. “Ik ben heel benieuwd naar de toetsresultaten die dat gaat opleveren nu we er meer dan een jaar mee werken. Wel dubben we nog steeds óf en hóe we een woordenschatschrift moeten invoeren. De handleiding adviseert dat wel, maar we hebben nog niet de ideale vorm bedacht. Misschien nog iets voor de uitgever om dat op te pakken?”
Waarom? Dat het overigens niet meevalt om alle leerlingen volledig tevreden te stellen, blijkt in de taalles van groep 4. De kinderen luisteren naar een verhaal over een marktkoopman die het onfeilbare haargroeimiddel Supergroei aan een kaalhoofdige klant probeert te slijten. In de nabespreking van het fragment gaat Daisy van Haaren onder meer in op het fenomeen ‘merken’. Nadat de klas een aantal verschillende echte merken heeft opgesomd, informeert leerling Koen naar het merk Supergroei. ‘Dat is vast geen écht merk”, weet hij vrijwel zeker. Om, nadat juf Daisy dat heeft bevestigd, te vervolgen met een haast beledigd: “Maar waarom staat het hier dan in dit boek?”
Tijd Sinds Taalverhaal op De Wissel is ingevoerd, is de school wel meer tijd kwijt voor het taal- en 4
TAALVERHAAL INTERACTIEF www.taalverhaal.nl
Website bevat elk blok nieuwe informatie De website bij Taalverhaal bevat naast algemene informatie over de methode ook veel praktische onderdelen. Zo vindt u er extra opdrachten voor leerlingen en kunt u in contact komen met andere Taalverhaal-gebruikers. De website wordt per blok vernieuwd met opdrachten, spelletjes en tips die aansluiten bij het thema van het nieuwe blok. Kijk dus geregeld op www.taalverhaal.nl.
Leerlingendeel Daisy van Haaren en Nol Möller
spellingonderwijs. Daisy van Haaren: “Met spelling zijn we van twee keer per week naar vier keer gegaan. Taal doen we elke dag, maar dat was in de vorige methode ook al zo. Overigens hebben we daar ook bewust voor gekozen. In het taalbeleidsplan dat we vorig jaar hebben opgesteld, staat onder meer dat we meer aan taalonderwijs wilden gaan doen. Of het een beter resultaat oplevert, weten we echter nog niet.”
Vraag Nol Möller zit overigens nog wel met een vraag. “In groep 4 worden de open en gesloten lettergrepen pas aan het einde van het jaar behandeld. Daardoor kunnen we de toets van het leerlingenvolgsysteem in januari nog niet afnemen. Dat staat overigens ook zo in de handleiding. Ik vind zelf dat het eerder moet en heb de lessen over dat onderwerp naar voren gehaald. Dat kon ook makkelijk dankzij de heldere structuur. Juist omdat de hele methode zo goed in elkaar steekt, zou je dit anders verwachten en vraag ik me af waarom hier voor is gekozen, maar ThiemeMeulenhoff heeft er vast een goede reden voor.” Een uitgebreid antwoord op deze vraag is terug te vinden in de jaargroepinleiding van Taalverhaal Spelling groep 4 (groepsmap pagina 44, bij ‘Het voortgangsdictee’). 5
Het leerlingendeel van de website is ingericht per groep. De kinderen klikken op het dier dat bij hun groep hoort en krijgen vervolgens de extra opdrachten en spelletjes te zien. Deze worden per blok aangepast op de onderwerpen die behandeld worden. Ook kunnen er vanaf dit najaar nieuwe taalspelletjes worden gespeeld. Internetopdracht Voor elk leerjaar is er per blok een internetopdracht. De opdracht sluit aan bij het thema van het blok. Hij is opgebouwd in de vorm die leerlingen vanuit het boek gewend zijn, met de stappen Bedenken – Doen – Terugkijken. Zo is de leerling op een speelse manier bezig met taal. Daarnaast maakt de internetopdracht hem vertrouwd met het gebruik van internet en e-mail. Twee vliegen in één klap dus! Plaatjespuzzel Bij de groepen 4 tot en met 6 is er ook een plaatjespuzzel. Hiermee worden de kijkwoorden uit het blok nog eens extra geoefend. Leerlingen slepen een plaatje naar het bijbehorende woord. Deze oefening is bij uitstek geschikt voor leerlingen die nog moeite hebben met de woorden uit het blok. Met de puzzel kunnen ze deze nog eens op een leuke manier oefenen.
Leerkrachtendeel In het leerkrachtendeel van de website worden alle vragen over de methode van Taalverhaal beantwoord. Heeft u meer praktische vragen over het gebruik van de methode? Breng dan eens een bezoek aan ons forum. Hier ontmoet u collega’s die ook met Taalverhaal werken. U kunt er vragen stellen, informatie uitwisselen en wellicht kunt u uw collega’s zelf ook tips geven. Natuurlijk kunt u via de website ook vragen aan ThiemeMeulenhoff zelf stellen. Spellingpictogrammen U kunt zeven Taalverhaal-pictogrammen in kleur downloaden en uitprinten. Deze vindt u in het leerkrachtgedeelte bij Tips. Zo kunt u de pictogrammen bijvoorbeeld uitvergroten, voorzien van uw eigen schrijfaanwijzingen en in de klas ophangen.
AAN DE SLAG MET TAALVERHAAL
Spelen met spellen Taalverhaal wil inspirerend zijn. Taalverhaal wil het leren zo leuk mogelijk maken. Want hoe leuker het is om te doen, hoe gemakkelijker het leren gaat. Plezier verhoogt de leermotivatie. Dat is ons uitgangspunt altijd geweest. Maar hoe kun je spellingonderwijs nu echt leuk voor leerlingen maken?
Liedjes en spelletjes
woordpakketten gebonden. Ook dat is meteen duidelijk, want de nummers van de relevante woordpakketten staan erbij. In groep 6 starten we met werkwoordspelling. Vanaf dat moment maakt de leerling het onderscheid ‘gewoon woord’ (met een vaste schrijfwijze) en werkwoordspelling (schrijfwijze afhankelijk van de zin). Voor groep 7 en 8 zijn er daarom ‘Spelletjes met alle gewone woordpakketten’ en ‘Spelletjes met alle werkwoordpakketten’ opgenomen. Die kunnen dus met respectievelijk elk gewoon woordpakket en ieder werkwoordpakket worden gespeeld.
bordspellen, dobbelspellen, quizzen en bingo wisselen elkaar bijvoorbeeld regelmatig af.
Bij de opzet van Taalverhaal Spelling kwamen we op het idee om spellingliedjes te schrijven en leerlingen in de vorm van spelletjes te laten oefenen. De liedjes worden in de methode gebruikt ter introductie van een nieuw spellingprobleem en de leerlingen kunnen er ook naar luisteren als die spellingcategorie herhaald wordt. Het zijn swingende liedjes, zoals de rap waarin de woorden met ei/ij en ou/au centraal staan. De spellingspelletjes zijn opgenomen in twee boeken: Spelen met spellen voor groep 4, 5 en 6 en Spelen met spellen voor groep 7 en 8. Het zijn léuke spellen om te doen:
Zelfstandig spelen Elke week is er één les waarin spellingspelletjes gespeeld worden. Leerlingen kunnen de spellingspelletjes zelfstandig spelen. Ze weten precies welke spellen ze op dat moment kunnen kiezen en met welke woorden ze die kunnen spelen. Vooraf wordt aan de leerlingen uitgelegd, hoe ze dat kunnen doen (Wat je vooraf moet weten). Leerlingen in groep 4, 5 of 6 kunnen altijd een spelletje kiezen in de rubriek ‘Spelletjes met alle woordpakketten’. De andere spelletjes zijn aan bepaalde
Differentiatie naar beneden én naar boven In eerste instantie zal gespeeld worden met de woorden van het net behandelde (werk)woordpakket.
nk met twee woorden
e
a ee o
je tje pje
meer klankgroepen
er el em
s
be ge ver
ei ij
verkleinwoorden
E IN
ch
DE
eer oor eur
uw eeuw ieuw
z v
aai ooi oei
t
au ou
sch schr
en de te
d
Het Spelspel
r l
START
6
groep 5
Workshop Taalverhaal Kent u alle mogelijkheden van Taalverhaal al? Het starten met een nieuwe taalmethode is een intensieve klus. Aan het begin moet u als leerkracht aardig wat tijd investeren in het bestuderen van de handleiding en groepsmap om zo alle mogelijkheden van de methode te ontdekken. Om dit proces wat te vergemakkelijken hebben wij bij Taalverhaal de implementatieworkshop ontwikkeld.
Daarnaast kunnen leerlingen ook met andere woorden spelen. Die nieuwe woorden zijn opgenomen onder het kopje: ‘meer woorden’ bij het spelletje zelf en achterin. Het nummer van het woordpakket waar de nieuwe woorden bij horen, staat er altijd bij. Gemakkelijk voor leerkracht en leerling. Met Spelen met spellen kan de leerkracht dus ook gemakkelijk differentiëren. Spellingzwakke leerlingen spelen dan met woorden van vorige woordpakketten (herhaling) en spellingsterke leerlingen gaan meteen spelen met nieuwe woorden binnen dezelfde categorie (uitbreiding).
Aanraders Sommige spellen zouden regelmatig gespeeld moeten worden, omdat leerlingen er zoveel van opsteken. Het ‘Spelspel’ is daar een voorbeeld van, een bordspel waarin alle pictogrammen van de methode terugkomen. Met dit spel herhalen de leerlingen van groep 5 en 6 op een plezierige manier alle geleerde woorden. In groep 7 en 8 hebben de leerlingen veel baat bij het werkwoordenspel dat gespeeld wordt met zinnen op kaartjes. Voor elke groep zijn zinnen gegeven in de Groepsmap die op kaartjes komen te staan.
Werkt u nog niet met Spelen met spellen? Download dan het Spelspel en het Werkwoordspel en de spelregels op www.taalverhaal.nl, in het leerkrachtgedeelte en laat het regelmatig spelen. Wedden dat uw leerlingen met sprongen vooruit gaan?
7
Deze workshop is opgebouwd uit twee hoofdthema’s: de invoering van Taalverhaal in de verschillende groepen en de belangrijkste aandachtspunten bij het werken in de klas. De aandachtspunten vindt u ook terug in de handleidingen en de groepsmappen. In de workshop zetten wij ze nog eens voor u op een rij om u zo een complete, eerste verkenning van Taalverhaal te bieden.
������������ �����������
�� � � � � � � � � �
Zelfstandig of in teamverband
������������
��� ��
���������� ���������� U kunt deze workshop zelfstandig of ���������� ������ in teamverband volgen. De workshop ������������������ neemt ongeveer anderhalf uur in ��������� beslag voor Taal en een halfuur voor Spelling. Het is ook mogelijk één van de twee onderdelen te volgen. Beknopte informatie wordt steeds gevolgd door vragen en opdrachten. Soms zijn er aparte opdrachten voor groep 4 tot en met 6 en voor groep 7 en 8, soms extra opdrachten voor groep 7 en 8. U maakt natuurlijk alleen de opdrachten die van belang zijn voor uw groep. �
Taalverhaal
Handleiding
.indd 1
26-08-2005 09:02:41
Helder overzicht Het doel van deze workshop is om u een helder overzicht te geven van hoe u met Taalverhaal aan de slag kunt. Heeft u de workshop niet ontvangen maar heeft u wel interesse? U kunt deze downloaden van www.taalverhaal.nl (bij Tips in het leerkrachtgedeelte) of aanvragen via de aanvraagkaart.
Paardebloem, muizetarwe en kreeftesla… In oktober is de herziene editie van de Woordenlijst Nederlandse taal verschenen, beter bekend onder de naam Het Groene Boekje. De nieuwe uitgave verschilt in een aantal opzichten van de bestaande versie. Toch gaat het niet om een spellinghervorming: de officiële voorschriften uit 1995/1996 blijven van kracht. Het enige verschil met de huidige editie is dat er bij enkele samenstellingen een tussen-n bijkomt. Het gaat hier om de samenstellingen met een dierennaam als eerste lid en een plantkundige aanduiding als tweede woord, zoals paardebloem, muizetarwe en kreeftesla. Deze woorden vormden tot nu toe een uitzondering op de spellingregels. Deze uitzondering komt dus te vervallen, waardoor de woorden voortaan worden geschreven als paardenbloem, muizentarwe en kreeftensla.
Minieme gevolgen Deze verandering heeft een aantal minieme gevolgen voor de methode Taalverhaal. Zo wordt in Taalverhaal Taal groep 6 ‘paardebloem’ aangeboden als doelwoord (les 1, hoofdstuk 10). In de herdrukken zal dit woord worden veranderd in ‘paardenbloem’. U kunt in de klas aandacht besteden aan de veranderde spelling, door leerlingen te wijzen op het woord ‘paardebloem’ (in de huidige boeken) of ‘paardenbloem’ (in de nieuwe druk). Taalverhaal, maar natuurlijk ook de andere methodes van ThiemeMeulenhoff, wordt nagelopen op woorden die als gevolg van de
ThiemeMeulenhoff Postbus 19240 3501 DE Utrecht F (030) 239 22 93 E
[email protected] I www.thiememeulenhoff.nl I www.taalverhaal.nl 11 112 3079 X - 1882
veranderde spelling een correctie behoeven. Deze woorden worden in de herdrukken aangepast. Aangezien het om weinig gebruikte woorden gaat, zal deze ingreep amper gevolgen hebben. Zoals gezegd blijven de spellingregels onveranderd. De nieuwe editie van het Groene Boekje geeft alleen extra uitleg over regels rond hoofdletters, afkortingen,
leenwoorden en vervoegingen van werkwoorden. In Taalverhaal Spelling worden deze regels al correct toegepast en aangeleerd.