Kunsteducatief project over hangplekken
Introductie Laat maar hangen is een kunsteducatief project over hangplekken in Zuid-Holland. Het project nodigt leerlingen in het voortgezet onderwijs uit op een kunstzinnige manier na te denken over de plek in Zuid-Holland die het dichtst bij hen staat: de plek waar ze zich het liefst ophouden, alleen of met vrienden, en waar ouders, leraren en andere volwassenen, ongewenst zijn. Een plek waar ze nadenken over de wereld, over zichzelf, of juist samen met leeftijdgenoten kunnen sparren over het leven en de rest.
Doel project Het project Laat maar hangen gaat uit van een positieve invulling van het begrip ‘hangplek’. Het uitgangspunt is dat alle jongeren hangen: of ze dat nu doen met een groep gelijkgestemden of helemaal alleen, voor iedereen zichtbaar in de openbare ruimte of in de rust en afzondering van de eigen (slaap)kamer. Knetterende scooters en een voetbal of met een paar meiden op de manege. Hangen is leuk en hangen is noodzakelijk als je jong bent. In de loop van vier lessen van een dubbeluur zoeken de leerlingen op creatieve wijze antwoorden op de vragen: Hoe voelt het om te hangen? Waarom hang je? En met wie? Kun je alleen ‘hangen’, of ‘hang’ je eigenlijk altijd samen? Is een hangplek altijd buiten? Wat maakt een goede hangplek nou zo speciaal? Wat gebeurt er op een hangplek? En natuurlijk: Waar wil je hangen? En waar niet? Door middel van dit project krijgen leerlingen en docenten op een creatieve manier inzicht in de plekken en omgevingsfactoren die door Zuid-Hollandse jongeren het meest gewaardeerd worden en kunnen ze tegelijkertijd aangeven hoe initiatieven voor jongeren vanuit de lokale politiek gewaardeerd worden door de doelgroep. Zo ontwikkelen ze hun eigen visie op de hangplek als persoonlijke ervaring en als maatschappelijk fenomeen.
Dit icoontje is een directe link naar de website van het project Laat maar hangen: www.hanplekken.net. Klik op het icoontje en de website opent automatisch.
kunsteducatief project over hangplekken
2
Maak het project openbaar! Deelname aan de website en eindpresentatie De website www.hangplekken.net speelt een belangrijke rol in het project Laat maar hangen. Bij verschillende opdrachten bestaat de mogelijkheid om het werk van de leerlingen op de website te plaatsen. Foto’s van hangplekken die door de leerlingen als fantastisch of rampzalig worden geïdentificeerd, kunnen een plek krijgen in de selectie What’s hot and What’s not. Bij het onderdeel Verboden te hangen kunnen we zien hoe leerlingen openbare Zuid-Hollandse locaties bewerken tot creatieve versies van hun ideale hangplek. En onder het kopje Rhymes staan gedichten van jongeren over de ervaring van het hangen. Op deze manier kan op www.hangplekken.net een mooi overzicht ontstaan van dé ideale hangplekken van Zuid-Holland! Ook kunnen volgende klassen inspiratie halen uit deze creaties. Zo zal de website groeien tot een document waar de visie van jongeren op hangplekken zichtbaar wordt. Jongeren kunnen hier kennis nemen van elkaars ideeën, maar de site zal ook mooie informatie opleveren voor docenten, jongerenwerkers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden. Na afloop van deelname aan Laat maar hangen kan de klas of docent een tentoonstelling organiseren van het werk dat de leerlingen hebben gemaakt tijdens het project: gedichten of rapteksten, collages, foto’s en fotobewerkingen van ‘verboden hangplekken’. Dit kan in de school of op een openbare locatie als een gemeentehuis. Bij de feestelijke opening van de tentoonstelling kunnen medeleerlingen en docenten maar ook ouders en vertegenwoordigers van de lokale politiek en de lokale media worden uitgenodigd. Laat de stem van de jongeren horen ter inspiratie van de beleidsmakers!
website www.hangplekken.net Vak en leerjaar Laat maar hangen is bedoeld voor ckv-leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zuid-Holland. Het lesmateriaal bevat een docentenhandleiding die door de docent zelf naar eigen inzicht kan worden ingezet en vertaald naar het niveau en leerjaar van de leerlingen.
kunsteducatief project over hangplekken
3
Aantal lesuren en lesweken Basislespakket: Vier dubbeluren van vijfenveertig minuten, waarschijnlijk corresponderend met vier lesweken. Regio-opdracht: Zie de verschillende lesbrieven op de website www.hangplekken.net onder ‘lesmateriaal’.
Lespakket Het project Laat maar hangen bestaat uit een gratis basislespakket, te downloaden van de website www.hangplekken.net. Het basislespakket voorziet in vier dubbeluren van vijfenveertig minuten per lesuur. Daarnaast zijn er in samenwerking met de Zuid-Hollandse cultuurnetwerkers specifieke regio-opdrachten ontwikkeld. Deze opdrachten zijn uiteraard bedoeld voor scholen in de betreffende regio, maar ook scholen uit andere regio’s kunnen deze opdrachten downloaden en uitvoeren. Het is dus aan te raden om vooraf kort de onderwerpen van de verschillende regio-opdrachten te bestuderen en te kijken of deze wellicht aansluiten bij de lokale omstandigheden van uw school, de ervaringen van uw leerlingen of uw interesses.
Aanvragen inlogcode docenten Om het werk van de leerlingen zichtbaar te maken is het van belang dat u tijdens deelname aan Laat maar hangen de teksten en foto’s op de website zet. Hiervoor is een persoonlijke inlogcode nodig. U kunt deze aan het begin van het project aanvragen bij Kunstgebouw via de pagina ‘docenten login’. Klik op het icoontje van het slot in de bovenbalk en klik vervolgens op ‘meld u hier aan’. Kunstgebouw zal u zo snel mogelijk een inlogcode toesturen. Nadat u de code heeft ontvangen, kunt u verder met het uploaden van het materiaal via de ‘docenten login’. U kunt ervoor kiezen om al het werk van uw leerlingen op de website te zetten maar u kunt ook vooraf met de klas een selectie maken van de meest aansprekende teksten, foto’s, enz.
kunsteducatief project over hangplekken
4
Ondersteuning docenten De uitvoering van dit project ligt bij de docent ckv. Het is mogelijk om in overleg workshopdocenten van Kunstgebouw in te zetten voor een gastles of extra ondersteuning. Informatie over kosten op aanvraag. Voor meer informatie over de regiospecifieke opdrachten of het ontwikkelen van een eigen regio-opdracht kunt u contact opnemen met de cultuurnetwerker in uw regio.
Kosten Het basislespakket en de regio-opdrachten zijn gratis. Daarnaast kan de school gebruik maken van extra workshopdocenten of andere faciliteiten van Kunstgebouw. Kosten op aanvraag.
Kunstgebouw Kunstgebouw is de provinciale organisatie voor kunst en cultuur in Zuid-Holland. Kunstgebouw wil dat kunst en cultuur leeft bij de bewoners van de provincie Zuid-Holland. Daarom ontwikkelt Kunstgebouw vernieuwende concepten waarbinnen professionele kunst, amateurkunst en kunsteducatie elkaar ontmoeten en versterken. De programmalijn voortgezet onderwijs van Kunstgebouw richt zich specifiek op projecten voor jongeren en scholen in het voortgezet onderwijs.
Cultuurnetwerkers Zuid-Holland Per 1 januari 2010 zijn de Platforms Cultuureducatie van de provincie Zuid-Holland overgegaan in de RASsen (Regionale Agenda Samenleving). In elke RAS-regio van Zuid-Holland is een cultuurnetwerker actief. De regionale cultuurnetwerker heeft als taak om actieve kunst- en cultuurparticipatie van inwoners van de regio te stimuleren. Dit doet de netwerker door als ‘spin in het web’ te fungeren en de samenwerking tussen culturele instellingen, gemeenten, primair en voortgezet onderwijs te vergroten.
kunsteducatief project over hangplekken
5
Zoekmachine voor culturele projecten op school Wilt u een helder overzicht van het culturele aanbod voor scholen in de provincie Zuid-Holland? Op www. cultuurme.nu bundelen de cultuurnetwerkers samen met cultuurorganisaties het cultuureducatief aanbod voor het onderwijs in Zuid-Holland. U kunt onder andere zoeken op kunstdiscipline, onderwerp, schoolniveau en klas, prijs en regio.
Informatie en contact Kunstgebouw: Broekmolenweg 16 2289 BE Rijswijk www.kunstgebouw.nl 015 215 45 15
Informatie over het project Laat maar hangen:
[email protected] / 015 215 45 37
[email protected] / 015 215 45 32 Informatie over het inzetten van workshopdocenten:
[email protected] 015 215 45 32 / 015 215 45 06 Cultuurnetwerkers Zuid-Holland: Alblasserwaard-Vijfheerenlanden: Bert Woudenberg,
[email protected] Capelle aan den IJssel: Eveline Baud,
[email protected] Drechtsteden: Jolinda van Dijk,
[email protected] Goeree Overflakkee: Jan Trompper,
[email protected] Haaglanden: Liza Gerritse,
[email protected] Hoeksche Waard: Julia Vonno,
[email protected] Holland Rijnland: Fredt Moers,
[email protected] Midden - Holland: Isabella Dijkgraaf,
[email protected] Rijnstreek: Marscha Niamat,
[email protected]
kunsteducatief project over hangplekken
6
Inhoudsopgave lessen BASISPAKKET LES 1: GEVOEL LES 2: SFEER LES 3: WHAT’S HOT AND WHAT’S NOT LES 4: VERBODEN TE HANGEN BIJLAGEN
kunsteducatief project over hangplekken
7
LESBESCHRIJVINGEN (BASISPAKKET)
LES 1 GEVOEL In dit lespakket willen we de leerlingen op een kunstzinnige manier onderzoek laten doen naar hun eigen hangplekken. Om niet meteen terecht te komen in discussies over wie waar hangt, welke hangplek cool is en welke niet, worden de eerste twee lessen gewijd aan het ontdekken van gevoelsmatige en abstracte aspecten van hangen op een hangplek. In les 1 gaan de leerlingen op zoek naar wat voor hen de kern is van een goede hangplek. Hierbij staat nog niet een bestaande, fysieke hangplek centraal. De focus ligt op het onderzoeken met de leerlingen van de onderliggende, meer ongrijpbare elementen van hangen. In deze les draait het dus allemaal om gevoel: wat voor gevoel hebben de leerlingen wanneer ze hangen? Waarom voelt de ene hangplek goed en de andere niet? De leerlingen gaan teksten lezen en zelf schrijven waarin ze deze gevoelens kunnen verwoorden.
HET BEGRIP ‘HANGEN’ In de definitie van ‘hangen’ die we in dit project hanteren hebben alle jongeren een plek waar ze zich terugtrekken om te hangen: of ze dat nu doen met een groep gelijkgestemden of helemaal alleen, voor iedereen zichtbaar in de openbare ruimte of in de rust en afzondering van de eigen (slaap)kamer. Knetterende scooters en een voetbal of met een paar meiden op de manege. Hun hangplek is de plek waar ze zich het liefst ophouden, alleen of met vrienden en waar ouders, leraren en andere volwassenen, ongewenst zijn. Een plek waar ze nadenken over de wereld, over zichzelf, of juist samen met leeftijdgenoten kunnen sparren over het leven en de rest. Hangen is leuk en hangen is noodzakelijk als je jong bent.
Materiaal • Computer met internetaansluiting • Kopieën van de teksten ‘Hangjongeren’ en ‘Broodje Bakpao’ - bijlage 1 en 2 • Kopieën van de uitleg van de losmaakoefening - bijlage 3 Voorbereiding docent 1 Lees het gedicht ‘Hangjongeren’ en de songtekst ‘Broodje Bakpao’ van The Opposites en New Kids. U kunt deze vinden in de bijlagen 1 en 2.
INFORMATIE NEW KIDS New Kids is een populaire Nederlandse serie met korte sketches waarin ‘foute’ hangjongeren uit het NoordBrabantse Maaskantje centraal staan. In New Kids worden de karakters en gebeurtenissen uitvergroot en overdreven. Het stereotype negatieve beeld van hangjongeren wordt doorgevoerd tot in het extreme en krijgt hiermee sterrenstatus. De meningen over de grove sketches lopen nogal uiteen.
2 Bekijk de YouTube filmpjes (deze zijn ook te vinden op www.hangplekken.net onder ‘links’). • http://www.youtube.com/watch?v=xv5l0AADIOc : over de New Kids als de nieuwe ultieme hangjongeren. • http://www.onlylyrics.com/hits.php?grid=12&id=1039827 : een optreden van The Opposites en http://www.youtube.com/watch?v=hn-noqGTwuo&has_verified=1 : de videoclip van ‘Broodje Bakpao’, van The Opposites met de New Kids. 3 Kopieer de uitleg van de losmaakoefening uit bijlage 3 voor de leerlingen. kunsteducatief project over hangplekken
8
>> VERVOLG LES 1 GEVOEL Activiteiten • Lesuur 1: Brainstormen over hangen en teksten lezen • Lesuur 2: Losmaakoefening en gedicht schrijven Lesuur 1 1 Inleiding- 5 minuten Geef een korte uitleg over het project Laat maar hangen voor de komende vier lessen. 2 Begin een klassengesprek ‘Wat is een hangplek?’brainstormen in groepjes en plenair eindigen - 20 minuten Begin een klassengesprek aan de hand van de vraag: ‘Wat is een hangplek?’. Vervolgens brainstormen de leerlingen in groepjes verder. Extra vragen die aan de leerlingen gesteld kunnen worden zijn: • Kun je je vinden in de stelling dat elke jongere een hangplek heeft? • Waar ligt jouw hangplek? • Hoe vaak per week hang jij? • Hang je met vrienden of alleen? • Wat doe je er? • Wat maakt een hangplek nou een hangplek? • Hoe voelt een hangplek? Waarschijnlijk zal de discussie zich in het begin toespitsen op de hangplek als fysieke plek, zoals ‘mijn hangplek is buiten in het park’ of ‘mijn hangplek is overdekt’. Probeer langzaam het accent te verschuiven naar de onderliggende, gevoelsmatige aspecten van een hangplek. Benadruk bij het samenvatten van de discussie dat, net zoals de fysieke hangplekken hemelsbreed van elkaar kunnen verschillen, de ervaringen die jongeren er komen zoeken heel verschillend kunnen zijn. Sluit de brainstorm plenair af en praat met de leerlingen over hun ideeën. 3 Bespreek twee verschillende tekstuele uitingen over hangplekken - 20 minuten a) Lees klassikaal het gedicht ‘Hangjongeren’. • Waar verlangt de ik-persoon naar? • Wat betekent hangen voor de dichter? • Welke tegenstelling roept de ik-persoon op in het gedicht? • De ik-persoon werkt in het gedicht van een ‘ik-gevoel’ naar een ‘wij-gevoel’. Hoe doet de dichter dit? • Tegenover de ultieme vrijheid die de ik-persoon zoekt in het hangen, staat een verzameling woorden die het tegendeel van die vrijheid en eigenheid uitdrukken (een semantisch veld). Welke termen zijn dit? Zoek deze woorden met elkaar en bespreek hoe door middel van taal een sterk gevoel wordt uitgedrukt. b) Lees de rap ‘Broodje Bakpao’ en bekijk eventueel klassikaal de videoclip. Teksten hoeven niet altijd alleen op papier te zijn. Ze kunnen ook gesproken, gezongen of gerapt worden. Zo is ‘Broodje Bakpao’ eigenlijk een rap, maar wel een bijzondere. Hij komt voort uit de populaire jongerenserie New Kids en zowel tekst als videoclip gaan over de fictieve personages uit de serie. In New Kids wordt het algemene, negatieve beeld van hangen en hangjongeren tot in het absurde doorgevoerd. • Wat valt de leerlingen op? • Wat is de rol van overdrijving in deze tekst? • Welke woorden worden gebruikt om een beeld van de New Kids als ultieme hangjongeren op te roepen? • Hoe beoordelen de leerlingen het resultaat van deze rap? Vinden ze de tekst goed of juist heel slecht? Cool of triest? Laat hen beargumenteren waarom. kunsteducatief project over hangplekken
9
>> VERVOLG LES 1 GEVOEL Lesuur 2 De Leerlingen gaan in dit lesuur een eigen gedicht schrijven. Om de leerlingen te helpen hun associaties en woordenstroom op gang te brengen doet u eerst een losmaakoefening. De bedoeling van deze oefening is om leerlingen in hun hoofd vrij te maken, zodat ze wat durf bereiken en het gevoel los kunnen laten dat er dingen ‘gek’ of ‘fout’ zijn. Aan het einde van de oefening is het de bedoeling dat ze woordcombinaties durven maken die poëtisch zijn. Benadruk daarom steeds dat alles wat de leerlingen opschrijven en bedenken goed is. 4 Losmaakoefening - klassikaal of in groepjes - 15 minuten De oefening bestaat uit drie delen: 1. Associëren. Leg aan de leerlingen uit wat associëren is. Laat de leerlingen vervolgens op een aantal woorden associëren. In bijlage 3 staan wat voorbeelden die u kunt gebruiken. Geef zelf eerst twee voorbeelden van associaties. Ga liever niet meteen aan de slag met woorden die met hangen en de hangplek te maken hebben. 2. Tegenovergesteld associëren. Dit is hetzelfde als associëren, maar dan omgekeerd. Laat de leerlingen voor zichzelf bedenken wat het tegenovergestelde is van het woord. Zo wordt bijvoorbeeld ‘dag’ ‘nacht’ en bij ‘zon’ kunt u bijvoorbeeld denken aan ‘maan’, maar ook aan ‘donker’, ‘koud’ en ga zo maar door. Ieder antwoord is goed! 3. Een regel omzetten in het tegendeel. Laat de leerlingen individueel een aantal regels omzetten in het tegendeel. Laat vervolgens een paar leerlingen hun ‘omgekeerde’ regels voorlezen aan de rest van de klas.
SUGGESTIE 1 Als u deze oefening klassikaal doet of klassikaal eindigt, laat verschillende leerlingen dan associëren op hetzelfde woord en dezelfde regel. Zo kunnen ze zien dat er meerdere associaties mogelijk zijn op hetzelfde woord/dezelfde regel en dat alle antwoorden goed zijn!
SUGESSTIE 2: extra opdracht bij de losmaakoefening Deze opdracht is bedoeld als overgangsoefening: van het associëren naar het zelf schrijven van een gedicht. Schrijf 15-20 woorden op het bord. Dit kunt u voor de les doen of u kunt juist de woorden gebruiken die de leerlingen tijdens bovenstaande opdracht hebben aangedragen. Zorg er voor dat er voldoende werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en andersoortige woorden (zoals voegwoorden, bijwoorden) bij zitten. Vervolgens kunt u de leerlingen individueel of klassikaal aan het werk laten gaan. a) Individueel: Laat de leerlingen een kort gedicht van een aantal regels schrijven met alleen deze woorden. Laat een paar leerlingen hun gedicht voorlezen. b) Klassikaal: Schrijf samen een kort gedicht van een aantal regels. Doe dit door de leerlingen één voor één een woord van het bord te laten kiezen. Deze woorden worden achter elkaar gezet en vormen zo een gedicht.
5 Schrijf je eigen gedicht - individueel - 20 minuten De leerlingen schrijven zelf een gedicht over wat voor hen de kern is van een goede hangplek. Welke onderliggende en meer ongrijpbare elementen spelen daarbij een rol? Wat voor gevoel hebben de leerlingen wanneer ze hangen of wat zouden ze graag willen ervaren?
kunsteducatief project over hangplekken
10
>> VERVOLG LES 1 GEVOEL 6 Voordragen van de zelfgeschreven gedichten / Terugkoppeling en afsluiting - klassikaal 10 minuten Vraag een paar leerlingen om hun zelfgeschreven gedicht voor te dragen. Zorg dat de leerlingen met respect naar elkaars gedichten luisteren en op elkaar reageren. - Kunnen de leerlingen verwoorden wat hun medeleerling in zijn of haar gedicht probeert uit te drukken? - Herkennen de andere leerlingen zich in de sfeer en het gevoel dat wordt opgeroepen in het gedicht? - Waarom wel of waarom niet? - Zijn er bepaalde gevoelsmatige elementen die in meerdere gedichten terugkomen? Vertel de leerlingen waar de volgende les over gaat.
SUGGESTIE: PLAATS DE TEKSTEN OP DE WEBSITE! Om van de website een mooie inspiratiebron te maken voor iedereen die geïnteresseerd is in de beleving van jongeren, willen we u vragen de gedichten die de leerlingen geschreven hebben op de site te plaatsen. Hiervoor is een persoonlijke inlogcode nodig. U kunt deze aan het begin van het project aanvragen bij Kunstgebouw via de pagina ‘docenten login’. Klik op het icoontje van het slot in de bovenbalk en klik vervolgens op ‘meld u hier aan’. Kunstgebouw zal u zo snel mogelijk een inlogcode toesturen. Nadat u de code heeft ontvangen, kunt u verder met het uploaden van het materiaal via de ‘docenten login’ .
SUGGESTIE EXTRA WORKSHOP Rap je plek (2 extra lesuren) Met behulp van een workshopdocent rap gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven en opvoeren van hun eigen rap. In de rap proberen ze in woorden en ritmes uit te drukken welk gevoel ze bij hun hangplek hebben en ontdekken ze een muzikale en persoonlijke manier om een gedicht tot leven te brengen.
HUISWERKSUGGESTIE IN VOORBEREIDING OP LES 2 Vraag de leerlingen om voor de volgende les materialen te verzamelen en mee te nemen naar de les. Het gaat om spullen in de volgende zintuiglijke categorieën: • Gehoor / horen • Reuk / ruiken • Zicht / zien • Smaak / proeven • Tast / voelen Dit kan werkelijk van alles zijn. Denk bijvoorbeeld aan zand, een aardbei, bladeren, lucifers, een fietsbel, koekkruimels. Ze kunnen oude stukjes stof meenemen, rijstkorrels voor in de acrylverf, zand van de straat, glossy magazines met mooie foto’s, verf- of stofstalen van de tapijt- of verfwinkel om de hoek. Niets is te gek, alles wat vorm, textuur of smaak heeft, kan. Vragen die u de leerlingen mee kunt geven zijn: Welke materialen drukken voor jou de sfeer van je ultieme hangplek uit? Met welke materialen zou je je gedicht van de vorige les uitdrukken in beeld? Hoe voelt de plek, ruikt hij, wat hoor je en zie je en hoe zou hij smaken?
kunsteducatief project over hangplekken
11
LESBESCHRIJVINGEN (BASISPAKKET)
LES 2 SFEER Deze les staat in het teken van de zintuigen. Hiermee bouwen we voort op de vorige les waarin we de onderliggende, gevoelsmatige aspecten van hangen hebben onderzocht. De leerlingen weten nu welk gevoel ze bij een hangplek hebben, maar hoe ruikt en proeft een hangplek eigenlijk? Welke geluiden horen ze er? Welke kleuren en vormen drukken het beste uit hun ideale hangplek uit? In deze les onderzoeken ze verschillende materialen en voorwerpen om zo de sfeer van hun hangplek te kunnen verbeelden in een collage waar compositie en textuur centraal staan. Materiaal • Computer met internetaansluiting en projectiemogelijkheid of een smartboard • Diverse materialen, alles wat je maar kunt vinden van stoffen, tot zand, tot verf • Voor iedere leerling een groot stuk wit karton of stevig papier • Lijm, scharen, verf, penselen, potlood en krijt • Eventueel wat kunstboeken met voorbeelden van collages Voorbereiding docent
ACHTERGRONDINFORMATIE DOCENT Compositie: Bij compositie kijken we hoe het beeld is samengesteld. Wat is de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de gekozen materialen? Hoe zijn de vormen, lijnen en kleuren geordend op het platte vlak? Wat wil de kunstenaar daarmee vertellen: is de hangplek een beweeglijke, dynamische plek of is deze juist stil en statisch? Bij de beweeglijke plek wordt vooral met diagonale of kromme beeldassen gewerkt, bij een stille statische plek juist met horizontale of verticale beeldassen. Textuur: Bij textuur gaat het om de oppervlaktekwaliteit van het kunstwerk. Hoe ziet het oppervlak eruit? Wat wil de kunstenaar uitdrukken en welke materialen worden daarvoor gekozen? In het dagelijks gebruik wordt het woord textuur vaak verward met structuur. Structuur is de opbouw van het vlak in een bepaalde techniek. Dit is bijvoorbeeld opgebouwd uit allerlei streepjes of juist puntjes om een vlak te vullen. Textuur is de kwaliteit van de oppervlakte, is het ruw of juist glad?
1 Verzamel zelf genoeg materialen en voorwerpen, zodat deze in de les door de leerlingen gebruikt kunnen worden. Probeer bij het verzamelen van deze materialen rekening te houden met alle zintuigen: voelen, proeven, ruiken, zien en horen. Let op: géén cd’s enz. meenemen, maar alledaagse gebruiksvoorwerpen, dingen die geluid maken. 2 Zoek inspirerende voorbeelden van hedendaagse kunstenaars waarbij sfeer, textuur en materiaalgebruik centraal staan. Kijk bijvoorbeeld op: www.haagsekunstenaars.nl onder de zoektermen ‘collage’ en ‘experiment’. Zoek stimulerende voorbeelden die de fantasie van de leerlingen zullen prikkelen in plaats van voorbeelden die al teveel zijn ingevuld en die leerlingen gemakkelijk na zullen doen. Bekijk eventueel ook het werk van Co Westerik op www.westerik.nl. Of zoek naar de materieschilderijen van Bram Bogart en Wim de Haan. 3 Voor meer voorbeelden uit de internationale kunstgeschiedenis: Meesters der materie, Collages van Braques en Picasso, Fortuyn O’Brien. 4 Maak kopieën van bijlage 4 voor de leerlingen. kunsteducatief project over hangplekken
12
>> VERVOLG LES 2 sfeer Activiteiten • Lesuur 1 en 2: Materialenonderzoek en collage maken Lesuur 1 en 2 1 Inleiding - 5 minuten Leg kort uit wat de u in deze les gaat doen. 2 Optioneel: materialen verzamelen - 15 minuten Als de leerlingen na de vorige les geen huiswerkopdracht mee hebben gekregen, laat ze dan eerst in de directe omgeving van de school een rondje lopen om materialen te verzamelen, zoals zand en bladeren, of juist rijst uit de supermarkt om de hoek. 3 Brainstorm over meegenomen materialen - klassikaal - 10 minuten Houd naar aanleiding van de meegenomen materialen klassikaal een brainstorm. Wat drukt het materiaal uit? Is het ruw of juist zacht, vrolijk of somber? Wat roept het bij je op? Bespreek de mogelijke associaties klassikaal. Draag daarna voorbeelden aan uit de kunstgeschiedenis zoals de collages van Braques en Picasso, de materieschilderijen van Bram Bogart en Wim de Haan of hedendaagser werk van bijvoorbeeld Co Westerik. Laat enkele voorbeelden van hun werk zien. Vragen die u aan de leerlingen kunt stellen zijn: • Hoe hebben deze kunstenaars sfeer verbeeld? • Hoe hebben zij materialen, compositie en textuur gebruikt in de opbouw van hun beeld? 4 Sfeercollage van je favoriete hangplek - individueel - 50 à 65 minuten Deel de kopieën van bijlage 4 uit. Begeleid de leerlingen in het maken van een individuele collage waarin de sfeer van hun favoriete of ideale hangplek tot uitdrukking komt. De collage maken ze met behulp van de verschillende materialen die meegenomen en verzameld zijn. Laat de leerlingen plakken, knippen, rangschikken, tekenen en schilderen.
TIP Pas op dat de leerlingen geen hangplek ‘ontwerpen’, met bankjes en boompjes. Het gaat met name om de sfeer die de collage uitstraalt. Komt deze overeen met hun verwoording in het gedicht? Is het een knusse plek of juist heel kaal, is hij zacht om te voelen en warm van kleur of juist glad en koel? Alles is mogelijk in dit werkstuk. De opdracht is een verbeelding van de sfeer te maken. De handvaten zijn compositie en textuur.
Besteed tegen het einde van de les tijd aan de afwerking van de collage. Ga bij de leerlingen langs en bespreek kort de volgende punten met ze : • Drukt dit de sfeer uit die je wil? • Is het vlak goed gevuld? • Is er een samenhang in de compositie van vormen en gekozen materialen?
TIP Verschillende vormen en materialen kunnen aan elkaar gekoppeld worden door er bijvoorbeeld een lijntekening met potlood of krijt overheen te zetten.
kunsteducatief project over hangplekken
13
>> VERVOLG LES 2 sfeer
5 Terugkoppeling en afsluiting - klassikaal - 10 minuten Vraag een aantal leerlingen hun collage aan de rest van de klas te laten zien en bespreek kort de volgende punten: • Is het gelukt om de sfeer van jouw favoriete of ideale hangplek tot uitdrukking te brengen? • Welke materialen heb je uitgekozen en waarom? • Zijn er gemeenschappelijke elementen in de verschillende collages te ontdekken of zijn de keuzes juist heel persoonlijk? Vertel de leerlingen waar de volgende les over gaat.
HUISWERKOPDRACHT IN VOORBEREIDING OP LES 3 Geef de leerlingen ter opwarming voor les 3 de volgende opdracht mee: Wat zijn nou goede hangplekken en welke niet? What’s hot en what’s not?... Ga in je omgeving/woonplaats op zoek naar: 1) Een plek die voor jou een hele goede hangplek is/zou kunnen zijn. Dit kan een officiële hangplek zijn, of juist een plek die niet als hangplek bedoeld is maar die jij erg prettig vindt. Deze hangplek kan binnen of buiten zijn, privé of openbaar enz. 2) Een slechte hangplek. Dit kan een plek zijn die officieel als hangplek bedoeld is maar absoluut de plank misslaat. Of een andere plek waar jij absoluut nooit zou willen hangen. Maak foto’s van deze plekken. Om de foto’s naderhand te kunnen plaatsen op de website moeten het liggende foto’s zijn (landscape formaat). Geef aan of u wilt dat de leerlingen hun What’s hot en What’s not-foto aan u mailen zodat u de foto’s al digitaal kunt verzamelen en voor de les uitprinten. Of geef aan dat u verwacht dat de leerlingen ze zelf uitgeprint en in digitale vorm meenemen naar de volgende les.
kunsteducatief project over hangplekken
14
LESBESCHRIJVINGEN (BASISPAKKET)
LES 3 WHAT’S HOT AND WHAT’S NOT In les 1 en les 2 zijn de leerlingen op een persoonlijk en abstract niveau bezig geweest om er achter te komen wat voor hen de kern van een hangplek is, hoe deze voelt en aanvoelt. In deze les richten ze zich op de buitenwereld. Want hoe ziet die hangplek er nou in het echt uit? Waarom is de ene plek goed en de andere rampzalig? En waar in je omgeving vind je deze bestaande hangplekken? We werken vanuit het uitgangspunt dat alle jongeren een plek hebben waar ze zich graag alleen of met vrienden terugtrekken. Materiaal • Computer met internetaansluiting of een smartboard • Twee grote (verrijdbare) panelen en fotolijm of kleefpasta • Digitale fotocamera’s voor opdracht 4, lesuur 2
SUGGESTIE Voor deze les kunt u ook een workshopdocent fotografie inzetten. Neem voor meer informatie contact op met Kunstgebouw.
Voorbereiding docent 1 Ga zelf ook in uw omgeving op zoek naar twee plekken. Eén waar u een goede hangplek van zou kunnen maken en één die een hele slechte hangplek zou zijn. Maak er foto’s van om aan de leerlingen te kunnen laten zien. 2 Zorg dat de foto’s die de leerlingen naar aanleiding van de huiswerkopdracht in de vorige les hebben gemaakt digitaal en/of geprint in uw les aanwezig zijn. Zie ook de box met de huiswerksuggestie in voorbereiding op les 3. 3 Ga in oude fotoalbums of op internet op zoek naar foto’s van (uw eigen) hangplekken van vroeger en neem er een paar mee naar de les. Zo kunnen de leerlingen zien dat er vroeger ook ‘gehangen’ werd. 4 Lees het artikel over hangplekken uit de Volkskrant (bijlage 5). Samen met de korte YouTube-filmpjes is dit bedoeld ter inspiratie voor het introductiegesprek aan het begin van het eerste lesuur. Bepaal welk element of welke alinea uit het artikel u interessant vindt om in de les te bespreken. Kopieer eventueel het artikel voor de leerlingen en markeer de passages waar u aandacht aan wilt besteden. 5 Bekijk onderstaande YouTube filmpjes over hangouderen en bedenk of u deze in de les zou willen gebruiken, om bijvoorbeeld de discussie te stimuleren. http://www.youtube.com/watch?v=S2eGilKK8V4 http://www.youtube.com/watch?v=M60DRVhhZng http://www.youtube.com/watch?v=pxrl13oTxB4&feature=player_embedded 6 Lees de korte basisintroductie fotografie uit bijlage 6. U kunt deze informatie gebruiken om zelf een introductie te geven ter voorbereiding op de fotografieopdracht uit het tweede lesuur. U kunt er ook voor kiezen de bijlage voor de leerlingen te kopiëren en deze samen met hen te lezen. 7 Zorg dat er twee grote (verrijdbare) panelen in het klaslokaal staan waarop u de What’s hot en What’s not-foto’s kunt plakken. 8 Zorg dat er voldoende digitale camera’s zijn om de leerlingen in drietallen in en om de school te laten fotograferen. kunsteducatief project over hangplekken
15
>> VERVOLG LES 3 WHAT’S HOT AND WHAT’S NOT Activiteiten • Lesuur 1: Tweeluik What’s hot and What’s not maken / Introductie fotografie • Lesuur 2: Foto’s van hangplekken in en om school maken Lesuur 1 1 Introductie - klassikaal - 10 minuten
SUGGESTIE Ter inspiratie zou u deze les kunnen beginnen met (één van)de filmpjes over de hangouderen. Dit kan een handvat zijn om met de leerlingen te discussiëren over de uitdagingen die verbonden zijn met hangen in de openbare ruimte. Het gaat niet alleen over de mogelijkheden en beperkingen van een plek, maar ook over de reacties van omwonenden en de overheid. Bekijk samen de filmpjes van de hangouderen. 1) De hangoudjes van Benidorm Basterds: een korte sketch van hangende ouderen. http://www.youtube.com/watch?v=pxrl13oTxB4&feature=player_embedded 2) Hangouderen in Stadskanaal. Zij hebben van de gemeente een nieuwe hangplek gekregen, maar of ze daar blij mee zijn?... http://www.youtube.com/watch?v=S2eGilKK8V4
Voer met de klas een kort introductiegesprek over de werkelijke, fysieke plek waar ze hangen. In hoeverre is deze gelijk aan of verschillend van de ideale plek die ze in les 1 hebben geschetst? Bespreek met elkaar de volgende vragen: • Op welke plekken hangen de leerlingen? • Zijn er in hun omgeving veel (goede) hangplekken? • Of zijn sommige plekken echt niet geschikt? • Kun je overal je eigen hangplek van maken? • Hebben ze zelf ooit gehangen op een plek die daar niet voor bedoeld was? • Zijn ze ooit verjaagd van hun hangplek? (Net als de hangouderen uit de YouTube-filmpjes). 2 Maken van tweeluik - klassikaal - 15 minuten Zet vervolgens de twee grote panelen naast elkaar als een groot tweeluik. Op het ene paneel komen alle What’s hot-foto’s van de leerlingen: foto’s van plekken in hun omgeving die volgens hen geschikt zijn als hangplek. Op het andere paneel komen de What’s not-foto’s: foto’s van plekken die volgens de leerlingen totaal ongeschikt zijn als hangplek. Laat de leerlingen naar voren komen om hun twee foto’s op de panelen te plakken. Vraag ze om kort aan de rest van de klas uit te leggen waarom de ene plek ‘hot’ en de andere ‘not’ is. 3 Fotografieles - klassikaal - 30 minuten Verzorg een korte en inleidende fotografieles. U kunt gebruik maken van de informatie uit bijlage 6. Aspecten die aan bod kunnen komen zijn: compositie, kleur, beeldtaal en belichting. Bedenk wat de leerlingen nodig hebben om in het tweede lesuur goed aan de slag te kunnen met de opdrachten. Voor dit onderdeel kunt u ook een workshopdocent fotografie inhuren.
kunsteducatief project over hangplekken
16
>> VERVOLG LES 3 WHAT’S HOT AND WHAT’S NOT Lesuur 2 4 De What’s hot and What’s not - fotoreportage - in drietallen - 40 minuten De leerlingen gaan in drietallen in en/of rond de school foto’s maken. Ze fotograferen plekken voor de What’s hot and What’s not-reportage. Dit zijn plekken waar je volgens de leerlingen goed zou kunnen hangen én plekken die juist niet geschikt zijn om te hangen. Elke plek fotograferen ze eerst leeg en daarna met ‘hangers’ erin. Ze zijn zelf de modellen en letten op de compositie van de foto, hun lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. Dit kan naturel en realistisch of juist heel theatraal en uitvergroot zijn: het is immers de bedoeling dat ze op de foto’s over weten te brengen of de plek een goede hangplek is. Om de foto’s naderhand te kunnen plaatsen op de website moeten het liggende foto’s zijn (landscape formaat). 5 Afsluiting - klassikaal - 5 minuten Terugkomst in klas, afronding van de les. Bespreek met de leerlingen de mogelijkheid om hun foto’s op de website www.hangplekken.net te zetten. Op deze manier ontstaat op de website een mooi overzicht van wat jongeren niet en juist wél willen zien in Zuid-Holland. Vertel de leerlingen waar de volgende les over gaat.
HUISWERKOPDRACHT IN VOORBEREIDING OP LES 4 Geef aan of u wilt dat de leerlingen hun foto’s van hangplekken in en om de school aan u mailen zodat u de foto’s al digitaal kunt verzamelen en voor de les uitprinten. Of geef aan dat u verwacht dat de leerlingen ze zelf uitgeprint en in digitale vorm meenemen naar de volgende les. N.B. Wanneer de camera’s van school zijn, zorgt de docent voor het uitprinten van de foto’s.
SUGGESTIE: PLAATS DE FOTO’S OP DE WEBSITE! Plaats de foto´s van de leerlingen op de website www.hangplekken.net! Hiervoor dient u een wachtwoord aan te vragen via de pagina ‘docenten login’. Klik op het icoontje van het slot in de bovenbalk en klik vervolgens op ‘meld u hier aan’. Kunstgebouw zal u zo snel mogelijk een inlogcode toesturen. Indien u de code reeds heeft ontvangen, kunt u verder met het uploaden van de foto’s via de ‘docenten login’ . Maak een selectie van de meest geslaagde foto’s van de leerlingen. U kunt ervoor kiezen foto’s te selecteren uit de eigen (huiswerk)reportage van de leerlingen en/of uit de lesopdracht waarbij ze foto’s in en om de school hebben gemaakt. Op deze manier ontstaat op de website een mooi overzicht van wat jongeren niet en juist wél willen zien in Zuid-Holland. Het formaat van de foto’s die u plaatst, moet voldoen aan de volgende afmetingen: jpg-bestand, 750 x 563 pixels, liggende-landscape foto. Pixels kunt u aanpassenmet behulp van de volgende programma’s: ImageResizer, Paint of Adobe Photoshop.
kunsteducatief project over hangplekken
17
LESBESCHRIJVINGEN (BASISPAKKET)
LES 4 Verboden te hangen! Als het nou mogelijk was om de realiteit te mixen met een flinke dosis fantasie over je ideale hangplek, waar zou je dan op uitkomen? Wat dacht je van een bekende plek in jouw omgeving, die eigenlijk helemáál geen hangplek is, zoals een brug, een tunnel of een bekend gebouw? In deze les gaan de leerlingen foto’s van openbare, deels bekende, locaties uit Zuid-Holland bewerken. Plekken die niet voor jongeren bedoeld zijn. Hangen op deze locaties is raar, onmogelijk en soms zelfs gevaarlijk. In ieder geval geldt: ‘Verboden te hangen’! Maar, in kunst en fantasie kan alles! Fotograaf Gilles van Winsen heeft in alle acht RAS-regio’s van Zuid-Holland één verboden hanglocatie gefotografeerd. Deze foto’s zijn te vinden op www.hanplekken.net, onder het kopje Verboden te hangen!. Deze foto’s kunt u downloaden zodat de leerlingen deze foto’s kunstzinnig kunnen bewerken. Dit kan zowel digitaal als op papier. Per regio is één locatie gekozen waarvan twee foto’s beschikbaar zijn: meestal een overzichtsfoto en een wat meer gedetailleerde foto. U kunt ervoor kiezen om te werken met de foto uit uw regio of u kunt de leerlingen laten kiezen welke locatie hen het meest aanspreekt. Ga met de leerlingen aan de slag om deze openbare plekken om te toveren tot dé ideale hangplek! Materiaal • Computer met internetaansluiting en projectiemogelijkheid of smartboard • Wanneer u de foto’s digitaal gaat bewerken: voor iedere leerling één computer. • Wanneer u met uitgeprinte foto’s gaat werken: zorg voor gekleurd papier, stiften, scharen, lapjes stof, lijm en andere materialen die de leerlingen kunnen gebruiken om de ‘verboden foto’s’ om te toveren tot de ideale hangplek. • Een programma voor fotobewerking zoals Photoshop. Dit heeft u nodig wanneer u de leerlingen de foto’s digitaal wilt laten bewerken. Voorbereiding docent 1 Bekijk op www.hangplekken.net de foto’s die de basis vormen voor deze les . Ga naar de pagina Verboden te hangen! en download de jpg-files van de foto’s. Bepaal of u gaat werken met de locatie uit uw regio of dat u de leerlingen hier zelf een keuze in laat maken. 2 Beslis of u het bewerken van de foto’s op papier wilt doen of digitaal: als u het op papier wilt doen met knippen/plakken/tekenen, zorg er dan voor dat u genoeg foto’s uitprint op A3 formaat. Zorg voor minimaal één foto per leerling. 3 Wanneer u de foto’s digitaal gaat bewerken kunt u hier een workshopdocent voor inschakelen. 4 Denk na over de mogelijkheid van een eindpresentatie van het project.
SUGGESTIE U kunt ervoor kiezen om het proces van de fotobewerking te animeren. U kunt ofwel de leerlingen iedere bewerkingsstap van de papieren versie digitaal laten fotograferen, of hen iedere bewerkingsstap laten opslaan in Photoshop. Vervolgens kunt u dit animeren in Movie Maker. Zie voor extra informatie over Movie Maker, bijlage 5 en 6.
Activiteiten • Lesuur 1 en 2: Foto’s Verboden te hangen! bewerken tot ideale hangplek kunsteducatief project over hangplekken
18
>> VERVOLG LES 4 verboden te hangen! Lesuur 1 en 2 1 Bespreken huiswerkopdracht - klassikaal - 10 minuten Bekijk en bespreek kort met de leerlingen de What’s hot and What’s not - foto’s die ze in de vorige les hebben gemaakt. 2 Inleiding opdracht Verboden te hangen! -klassikaal- 10 minuten Bekijk met de klas de foto’s van openbare en ‘verboden’ locaties in Zuid-Holland die u heeft uitgekozen. Herkennen ze de plekken op de foto’s? Welke plekken spreken hen het meeste aan? Waarom? Leg uit op welke manier ze de foto’s gaan bewerken. Benadruk dat in hun bewerking alles mogelijk is, van het leggen van grasmatten in de Heinenoordtunnel tot het hangen van hangmatten aan het ijzeren onderstel van Snowworld in Zoetermeer. Bekijk eventueel ter inspiratie samen één van de bewerkte foto’s op de website onder de knop ‘bekijk alle hangplekken’.
De leerlingen kiezen ieder één foto uit en gaan hiermee aan de slag.
3 Bewerken van de foto’s - individueel - 60 minuten (eventueel uitloop) Gedurende de les gaat iedere leerling één foto bewerken tot zijn/haar ideale hangplek. De leerlingen denken na over de ruimte, de omgeving en alles waar ze het in de eerdere lessen over hebben gehad. Welke dingen zijn er fijn aan deze plek? Welke dingen zouden ze weg willen halen? Wat zouden ze willen toevoegen om deze plek om te toveren in hun ideale hangplek. Alles mag! Ze kunnen hun fantasie loslaten op de foto’s!
SUGGESTIE Laat de leerlingen op de computer wat research doen naar ‘hun’ plek: waar ligt de plek? Waar wordt het voor gebruikt? Wie komen er normaal gesproken? Met deze beelden in hun achterhoofd wordt het verschil tussen het werkelijke gebruik en hun fantastische invulling van deze locatie nog beter invoelbaar. Dit spanningsveld kunnen ze gebruiken in het creatieve proces.
4 Terugkoppeling en afsluiting - klassikaal - 10 minuten Wellicht is deze opdracht nog niet af. Bespreek met de leerlingen het vervolg. Bekijk en bespreek het werk van de leerlingen. Bespreek met de leerlingen de mogelijkheid om hun foto’s op de website www.hangplekken.net te zetten. Zo ontstaat er een mooi overzicht van dé ideale hangplekken van Zuid-Holland! Ook kunnen volgende klassen inspiratie halen uit deze creaties.
SUGGESTIE Plaats de bewerkte foto´s van de leerlingen op de website www.hangplekken.net! Hiervoor dient u een wachtwoord aan te vragen via de pagina ‘docenten login’. Klik op het icoontje van het slot in de bovenbalk en klik vervolgens op ‘meld u hier aan’. Kunstgebouw zal u zo snel mogelijk een inlogcode toesturen. Indien u de code reeds heeft ontvangen, kunt u verder met het uploaden van de foto’s via de ‘docenten login’ . Als de foto’s op papier zijn bewerkt, maak dan eerst digitale foto’s van het eindresultaat. Maak een selectie van de meest geslaagde bewerkingen. Het formaat van de foto’s die u plaatst, moet voldoen aan de volgende afmetingen: jpg-bestand, 750 x 563 pixels, liggende-landscape foto. Pixels kunt u aanpassenmet behulp van de volgende programma’s: ImageResizer, Paint of Adobe Photoshop. kunsteducatief project over hangplekken
19
>> VERVOLG LES 4 verboden te hangen!
SUGGESTIE VOOR EINDPRESENTATIE VAN HET PROJECT Tijdens de afgelopen vier lessen hebben de leerlingen veel mooi, persoonlijk werk gemaakt rondom hún beleving van hangen. Een gedicht of rap, een beeldende opdracht over de sfeer van hun hangplek, de What’s hot and What’s not- reportage en natuurlijk de bewerkte foto’s van Verboden te hangen!. U zou als eindpresentatie van dit project een tentoonstelling kunnen maken, ergens in school of bijvoorbeeld in het gemeentehuis. Nodig andere docenten, vrienden en familie uit en laat ze zien dat een goede hangplek een onmisbare plek is voor iedere jongere! Misschien vinden de leerlingen het leuk om hun ideeën te presenteren aan de lokale ambtenaar of wethouder die gaat over het jongerenbeleid.
SUGGESTIE VOOR EEN EXTRA LES 5 Maak met de leerlingen (in groepjes verdeeld) korte fictieverhalen over hangen. Hiervan kunnen ze een fotoverhaal maken, dat vervolgens in Movie Maker geanimeerd kan worden tot een korte film! Zie voor uitleg bijlage 7 en 8 of huur via Kunstgebouw een workshopdocent animatie in. Wat doen ze eigenlijk als ze hangen? En met wie hangen ze? Wat is nu dat geheime ingrediënt, die ene vriend of vriendin, dat lekkende afdakje, die blaffende hond van de buren… Wat maakt hun hangplek zo geweldig? En belangrijker nog, wat gebeurt er op zo’n hangplek? Laat de leerlingen een klein script schrijven over een verhaal dat ze zelf hebben meegemaakt of dat juist helemaal verzonnen is. Vervolgens fotograferen ze het verhaal op zo’n manier dat elke foto een nieuwe stap in het verhaal verbeeldt. Deze foto’s zetten ze achter elkaar in Movie Maker zodat er een korte animatiefilm ontstaat.
kunsteducatief project over hangplekken
20
BIJLAGE 1 (LES 1) Hangjongeren Nooit meer boeken Nooit meer blokken ‘s Morgens zoeken naar mijn sokken Nooit meer naar het weekend verlangen Ik hang Jij hangt Wij hangen Nooit meer ‘s avonds op je kamer zwoegend aan je huiswerk Nooit meer zondags met je ouders en een kater in de kerk Nooit meer psalmen en gezangen Ik hang Jij hangt Wij hangen Nooit meer eenzaam en verlaten Nooit meer staren naar de straten Nooit meer binnen opgesloten Laten wij onszelf verstoten Niemand houdt ons nog gevangen Ik hang Jij hangt Wij hangen Door Nathan van der Hooft
BIJLAGE 2 (LES 1) Deel songtekst ‘Broodje Bakpao’ van The Opposites & de New Kids Kill we komen hard, je kan het niet ontkennen Die pannenkoeken moeten aan deze nieuwe stroop wennen Van het noorden naar het zuiden, van A-Town to roffa Brengen we je kruiden, concurreren met je shoppa We hangen in je buurt, net als schoenen aan je lantarenpaal Dit is voor de gek, zoals Bennie Jolink zegt doe normaal Kill we brengen herrie, de buurt z’n nachtmerrie Die kerel komt wederom als de king, vraag het larry Plus ik ben je juice, net als de eerste film van pak mij Me broekriem zit losjes, maar m’n flows zitten strak En die gasten willen lullen, maar ik hou het zelf bij poenie Je doet een hoop commotie, maar je neppen flows doen niet En gasten willen lachen, maar we lachen naar de bank Dus zijn ze niet meer dankbaar, dan worden ze bedankt Dus thanks voor je geintjes, en thanks voor je zijn Want niemand is een topper zoals ik met die rijms Broodje warm vlees, broodje bakpao Broodje warm vlees, broodje bakpao Broodje warm vlees, broodje bakpao Rollend door de stad op me Vespa Ciao Broodje warm vlees, broodje bakpao Rollend door de stad op m’n Vespa Ciao Broodje warm vlees, broodje bakpao Verekte mongol, wat kijk je nou?
BIJLAGE 3 (LES 1) Losmaakoefening Deze losmaakoefening is gebaseerd op de poëzie-oefening van School der Poëzie te vinden op http://www.schoolderpoezie.nl/upload/document/lesbrief_onderbouw_vo_web.pdf. Associëren. Maak je gedachten en woorden los! Misschien heb je nog nooit iets geschreven. Of heb je juist teveel ideeën en woorden en kun je niet kiezen? Of zit je helemaal vast en kun je niets bedenken? Durf je wel de woorden die in je opkomen op te schrijven? Om je hoofd een beetje los te maken voordat je gaat beginnen doen we deze losmaakoefening. • Associëren: een gedicht heeft woorden nodig. Maar hoe kom je op die woorden? Eén manier is door naar een basiswoord te kijken en daarna alle woorden op te schrijven die in je opkomen. Zo kom je van het ene woord op het andere! Schrijf op waar je aan denkt bij de volgende woorden: o wolken o stoplicht o rennen • Tegenovergesteld associëren: Nu doen we hetzelfde maar dan omgekeerd. Lees de onderstaande woorden en bedenk wat voor jou het tegenovergestelde van dit woord is. Bij ‘zon’ kun je bijvoorbeeld denken aan ‘maan’, maar ook aan ‘donker’, ‘koud’ en ga zo maar door. Ieder antwoord is goed! o zand o muziek o ruzie • Een regel omzetten in het tegendeel: Je hebt al geassocieerd en ook omgekeerd geassocieerd. Maar een gedicht bestaat meestal uit meer dan één woord. Laten we nu proberen om een hele zin om te zetten in zijn tegendeel. Kies één van de zinnen hieronder en zoek woord voor een passende tegenstelling. Ga zo door totdat je de hele zin hebt omgezet. De voorbeelden hieronder komen uit het gedicht ‘Hangjongeren’: o Nooit meer ‘s avonds op je kamer o Zwoegend aan je huiswerk
BIJLAGE 4 (LES 2) Collages Gebruik de materialen die je hebt meegebracht in een collage waarin je uitdrukt wat voor sfeer jouw favoriete of ideale hangplek heeft. Maar pas op: ga de hangplek niet teveel ontwerpen met bijvoorbeeld stoeltjes en bankjes! Het gaat om de sfeer die het uitstraalt. • Is het een knusse plek of juist heel kaal? • Is hij zacht om te voelen en warm van kleur? • Of juist glad en koel? • Is de plek beweeglijk en dynamisch (gebruik kromme en diagonale beeldassen)? • Of juist sober en verstild (gebruik horizontale en verticale beeldassen)? Laat je verbeelding spreken! Op dit karton is werkelijk alles mogelijk! Overtuig je vrienden en vriendinnen van jouw ‘hangplek-wensen’ door middel van dit beeld!
BIJLAGE 5 (LES 3) DEGabriël VOLKSKRANT Foto’s Eisenmeier DINSDAG 15 FEBRUARI 2011
Jongeren op hun zelfverkozen, onofficiële hangplek: de oude zandbak bij de peuterspeelzaal, in het centrum van Hazerswoude.
De hangplek is er, nu de jongeren nog
Hazerswoude-Dorp
OOR BEGINNERS
N209
Gemen
n
?
ea-
ed
dt ey-
ot a-
js e
d
eweg
willekeurig’
e Rijnwoude
Dorpsstraat
Officiële hangplek an e laa eren ee He
Onofficiële hangplek
Voo
rwe
g
HazerswoudeDorp
Jongeren willen hangen en de gemeente wil graag dat dat netjes gebeurt. Veel geld wordt er gestoken in officiële hangplekken. Maar jongeren kiezen liever hun eigen plek. Zo ook in Hazerswoude. Door Sebastiaan Timmermans
J
e bent jong en je wilt wat. Hangen op straat bijvoorbeeld. Zoalszijn Eline (14), Sofie te (14) en pen om zelfstandigheid Anouk maar (12) uit Hazerswoudebevorderen, in andere culmaar met een turenDorp. vindtNiet menalleen, dat een schande, hele groep.sliep ‘We zijn met bij eende stuk of en vroeger het kind zeventien. Ietsdat meer jongens ouders omdat het enige ver- dan meiden.’ Meestalwas.’ zitten ze op een verwarmde vertrek laten terreintje van de vroegere peuterspeelzaal. Alleen een vergane Wat is uw advies? zandbak resteert. ‘Een relativerender en vrolijker Het heeft plaatsgemaakt kijk opzand advies. Het besef dat ad- voor lege blikjes, pakjes peuken vies vaak niets meer is dan en eenzakken chips. De betonnen rand is privémening van de adviseur.nu een bankje. ‘Eigenlijk is eronnodig helemaal niks Jonge ouders worden leuks aan deze plek. Maar weadzijn met vaak angst aangejaagd. Het vrienden bij elkaar. Het is dicht vies van je moeder is helemaal bij de C1000. We praten, lachen drinken. niet slechter dan wat er inen boeEnergy-drinks hè? staat.’ Hier wordt geen ken en op websites alcohol gedronken, dat doet nieMachteld van Hulten mand.’ Naar het plaatselijke jongerencentrum gaan ze amper. ‘Daar kwamen we vroeger.’ Maar ook de door de gemeente ontworpen hangplek wordt matig bezocht. Twee jaar geleden verrees er een officiële jongerenontmoetingsplek, een zogeheten JOP,
niet genoeg aan 1 ntie. een week nog niet eens genoeg omen van school
Provincialeweg N209 150211 © de Volkskrant - jb.
0
500 m
daar vaak anders over. Ze zoeken liever hun eigen plekje uit. In het Hazerwoudse geval werd er aan de rand van het dorp. Betaald en rect langs die hangjeugd hoeven, 38 duizend euro aan de plek uitgegezijn er twee bruggetjes aangelegd. ontwikkeld door de gemeente. ven. Veel geld, maar, zo zegt beleids‘Iedereen heeft recht op een plekje Zodat voorbijgangers een omweg medewerker Hagen-Vriezen: ‘Het in de openbare ruimte, dus ook jon- kunnen nemen. aanleggen van parkeerplaatsen, om Toch is de plek niet populair. Eline, geren.’ Beleidsmedewerker Ingrid maar iets te noemen, is veel duurder.’ Hagen-Vriezen van de gemeente Sofie en Anouk weten wel waarom. Toch hangen de vriendinnen voorHij is niet goed neergezet: midden namelijk bij de peuterspeelzaal, hoeop de wind. ‘En dat zit niet lekker.’ wel hun ouders liever hebben dat ze Bovendien: ‘Die JOP is veel te ver in de JOP zouden vertoeven. Anouk weg. Hier zitten we midden in het mocht er eerst niet hangen van haar dorp. Als het regent, gaan we wel in ouders. ‘Ik heb mijn moeder overgehet bushokje zitten.’ ‘Kunnen ze dat haald. Omdat mijn broer hier komt, ding niet oppakken en hier neerzetmag ik hier nu ook zitten.’ ten?’ Dat is volgens beleidsmedewerker Jongeren die hangen in Nederland Hagen-Vriezen bijzonder. Jongeren Rijnwoude was verantwoordelijk zijn maar weinig geliefd. Ze geven willen hun hangplek meestal niet devoor de ontwikkeling van een aantal overlast, maken rommel en zorgen len met andere groepen en daarom hangplekken, zo ook in Hazerwoude- voor een onveilig gevoel. Gemeenheb je eigenlijk altijd meerdere dorp. Weggestopt aan de rand van ten zijn gevoelig voor klagende burhangplekken nodig. Hagen-Vriezen het dorp, midden in de polder. gers en richten op veel plaatsen offihaalt het voorbeeld van meidengroeDe plek bestaat uit een futuristi- ciële hangplekken in. Vaak een stukpen en hun oudere broers: ‘Dat gaat sche variant van een bushokje, be- je verwijderd van de woonwijk. niet samen.’ tonnen zitjes, een voetbaldoeltje en Soms in halve zeecontainers. Goed Ondertussen komen op de hangtwee forse prullenbakken. Uiteraard verlicht, met veel prullenbakken en plek een paar andere vrienden aanopgefleurd met graffiti. Ernaast lig- nog droog ook. gelopen, die centrum eerst nog een afJongeren op hun zelfverkozen, onofficiële hangplek: de oude zandbak bij de peuterspeelzaal, in het vanvan Hazerswoude gen de voetbalvelden en een fietspad Het mag wat kosten, maar dan heb standje toekeken. De praatjes wordat door de polder slingert. Om te je ook wat. Ideaal zo op het eerste geden groter. ‘Hier komen alleen maar zorgen dat andere mensen niet di- zicht. Maar de jongeren zelf denken stoere mensen’, zegt een jongen. ‘We
‘Als het regent, gaan we wel in het bushokje zitten’
De door de gemeente aangewezen hangplek, buiten het centrum. Jongeren op hun zelfverkozen, onofficiële hangplek: de oude zandbak bij de peuterspeelzaal, in het centrum van Hazerswoude.
Door Sebastiaan Timmermans
J
e bent jong en je wilt wat. Hangen op straat bijvoorbeeld. Zoals Eline (14), Sofie (14) en Anouk (12) uit HazerswoudeDorp. Niet alleen, maar met een hele groep. ‘We zijn met een stuk of zeventien. Iets meer jongens dan meiden.’ Meestal zitten ze op een verlaten terreintje van de vroegere peuterspeelzaal. Alleen een vergane zandbak resteert. Het zand heeft plaatsgemaakt voor lege blikjes, pakjes peuken en zakken chips. De betonnen rand is nu een bankje. ‘Eigenlijk is er helemaal niks leuks aan deze plek. Maar we zijn met vrienden bij elkaar. Het is dicht bij de C1000. We praten, lachen en drinken. Energy-drinks hè? Hier wordt geen alcohol gedronken, dat doet niemand.’ Naar het plaatselijke jongerencentrum gaan ze amper. ‘Daar kwamen we vroeger.’ Maar ook de door de gemeente ontworpen hangplek wordt matig bezocht. Twee jaar geleden verrees er een officiële jongerenontmoetingsplek, een zogeheten JOP,
aan de rand van het dorp. Betaald en ontwikkeld door de gemeente. ‘Iedereen heeft recht op een plekje in de openbare ruimte, dus ook jongeren.’ Beleidsmedewerker Ingrid Hagen-Vriezen van de gemeente
‘Als het regent, gaan we wel in het bushokje zitten’ Rijnwoude was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een aantal hangplekken, zo ook in Hazerwoudedorp. Weggestopt aan de rand van het dorp, midden in de polder. De plek bestaat uit een futuristische variant van een bushokje, betonnen zitjes, een voetbaldoeltje en twee forse prullenbakken. Uiteraard opgefleurd met graffiti. Ernaast liggen de voetbalvelden en een fietspad dat door de polder slingert. Om te zorgen dat andere mensen niet di-
rect langs die hangjeugd hoeven, zijn er twee bruggetjes aangelegd. Zodat voorbijgangers een omweg kunnen nemen. Toch is de plek niet populair. Eline, Sofie en Anouk weten wel waarom. Hij is niet goed neergezet: midden op de wind. ‘En dat zit niet lekker.’ Bovendien: ‘Die JOP is veel te ver weg. Hier zitten we midden in het dorp. Als het regent, gaan we wel in het bushokje zitten.’ ‘Kunnen ze dat ding niet oppakken en hier neerzetten?’ Jongeren die hangen in Nederland zijn maar weinig geliefd. Ze geven overlast, maken rommel en zorgen voor een onveilig gevoel. Gemeenten zijn gevoelig voor klagende burgers en richten op veel plaatsen officiële hangplekken in. Vaak een stukje verwijderd van de woonwijk. Soms in halve zeecontainers. Goed verlicht, met veel prullenbakken en nog droog ook. Het mag wat kosten, maar dan heb je ook wat. Ideaal zo op het eerste gezicht. Maar de jongeren zelf denken
Kosten van de officiële jongerenontmoetingsplek: 38 duizend euro.
hebben altijd trainingsbroeken aan en dragen zegelringen.’ Ze scheppen op over het bezoek aan de C1000. Hoewel scholieren daar niet met z’n
allen in mogen, doet deze groep dat wel. Ook verhalen over alcohol komen nu toch los, zoals de nadelen van
De door de gemeente aangewezen hangplek, buiten het centrum.
blikjes waar de drank al is gemixt. denken mensen dat maar? Eline: ‘Die zijn niet sterk genoeg. Daar voel ‘Mensen komen weleens klagen. Of Hazerswoude-Dorp ze bellen de politie en dan komt de je niets van.’ N209 Dat er zoveel geld aan de JOP is be- wijkagent kijken. Die maakt meestal een praatje en gaat gewoon weer steed, vindt de groep Officiële zonde. ‘Het hangplek wordt toch allemaal gesloopt.’ Niet weg.’ Vooral rond Oud en Nieuw, e Rijnwoude an door ‘kleidoor hen natuurlijk, maar toen de groep al dagen voor de jaarnlaa Onofficiële Heeeeree hangplek ne jongetjes van negen die op het wisseling druk bezig was met vuurDorpsstraat Voo rwe de procedudak gaan springen’. Ook werk afsteken, speelde het op. ‘Toen g re wordt niet begrepen. Een hangkwamen er zelfs mensen foto’s maHazerswoudeDorpbinnen een paar weplek staat er niet ken als bewijs.’ Provincialeweg ken, dat is een heel traject. Eline: ‘Dat Een van de jongens vindt al die duurde echtN209 jaren. Mijn oudere zus aandacht maar niks. ‘Ik vind het wel m 150211 © de Volkskrant - jb. moest er superlang0om500zeuren.’ gaar als ze achter je rug gaan praten Hoe het komt dat het en de politie gaan bellen.’ Dat aandaar vaak anders over. Ze zoeken lie- zo lang ver hunHagen-Vriezen: eigen plekje uit. duurt? ‘Het begint spreken gebeurt trouwens ook als ze In het Hazerwoudse geval werd er vaak bij klachten bewoners. Die 38 duizend euro aan de van plek uitgegeven. Veel geld, maar,fijn zo zegt vinden het niet alsbeleidsjongeren hanmedewerker Hagen-Vriezen: ‘Het genaanleggen bij hen in de buurt van parkeerplaatsen, om of in het maar iets te noemen, is veel duurder.’ speeltuintje. Er moet dan een oplosToch hangen de vriendinnen voorbij de peuterspeelzaal, hoesingnamelijk komen, waar je samen met de wel hun ouders liever hebben dat ze jongeren plek zoekt. Na alin de JOP naar zouden een vertoeven. Anouk mocht er eerst niet hangen van haar lerlei inspraakrondes, zit er vaak zo’n ouders. ‘Ik heb mijn moeder overgetwee jaar tussen plan en realisatie.’ haald. Omdat mijn broer hier komt, mag ik hier nu ook zitten.’ Wat ze op hun eigen hangplek wel Dat is volgens beleidsmedewerker Hagen-Vriezen bijzonder. missen, zeggen de Jongeren jongeren, zijn weleens bij de JOP zitten. ‘Dan kowillen hun hangplek meestal niet devuilnisbakken. Nu engooien ze hun men mensen zeggen dat we er nu len met andere groepen daarom heb op je de eigenlijk altijdZe meerdere troep grond. hebben er geen wel lang genoeg hebben gezeten’. hangplekken nodig. Hagen-Vriezen lasthaalt van. hebben ze afgelopen zoWat ze niet erg vinden: als mensen het Al voorbeeld van meidengroepen en hun oudere ‘Datmet gaat z’n allen merniet de plek eenbroers: keer komen vragen of het wat rustiger samen.’ schoongemaakt. Ook hadden ze toen kan. Dat doet een aardige, oude meOndertussen komen op de hang- Kosten van de officiële jongerenontmoetingsplek: 38 duizend euro. plek een paar andere vrienden aanoude bankstellen neergezet. ‘Dat neer die naast hun hangplek in mogen, doet dezewoont groep dat aan allen gelopen, die eerst nog van een af- hebben altijd trainingsbroeken en dragen zegelringen.’ scheppen standje toekeken. niet De praatjes wor-terwijl mag nu helaas meer, het ook Ze altijd. ‘Hijwel. is heel aardig en komt Ook verhalen over alcohol komen den groter. ‘Hier komen alleen maar op over het bezoek aan de C1000. zo gezellig was het de een toch los, zoals de nadelen van Hoewel scholierenvaak daar niet metkijkje z’n nunemen.’ stoere mensen’, zegten een jongen. ‘We gemeente geen cent kostte.’ Hoewel ze stoer doen en zichzelf Toch wordt de mening van de toe- spottend ‘jongens van de straat’ noekomstige gebruikers nadrukkelijk men, weten ze ook wel dat dit maar meegenomen, zo zegt Hagen-Vrie- ten dele het geval is. Iedereen zit op zen. ‘De inrichting van de plek gaat school. En doordeweeks wordt er gealtijd in samenspraak met jongeren, woon huiswerk gemaakt. jongerenwerk, politie, omwonenden Ze noemen zich ook wel de Thugen gemeente. Wij vinden het belang- life-groep, naar een gang uit Amerika rijk om juist jongeren hierbij te be- geïnspireerd op de rapper Tupac, trekken, want zij gaan er tenslotte maar ze zijn zelf de eerste om te erzitten. Overigens zitten er ook regel- kennen dat ze dat ‘natuurlijk niet matig oudere mensen in de JOP die zijn’. Bij het afscheid nemen wordt na een eindje fietsen aan het uitrus- de verslaggever nog even om een ten zijn. De wensen van alle partijen gunst gevraagd. ‘Kun je niet even siworden besproken en dan door een garetten voor me halen?’ Het blijft tekenbureau uitgewerkt tot het defi- immers een dorp. Bij de snackbar nitieve plan.’ kennen ze de hangjongeren en, hoe En hoe zit het met de overlast? Ver- stoer ze ook zijn, ze zijn nog geen zesoorzaken ze echt zoveel overlast, of tien. eweg
Jongeren willen hangen en de gemeente wil graag dat dat netjes gebeurt. Veel geld wordt er gestoken in officiële hangplekken. Maar jongeren kiezen liever hun eigen plek. Zo ook in Hazerswoude.
Foto’s Gabriël Eisenmeier
Gemen
De hangplek is er, nu de jongeren nog
Op onofficiële hangplekken zijn geen vuilnisbakken.
‘De wensen van de jongeren worden wel meegenomen’
Op o
blikj ‘Die z je nie Da steed word door ne jo dak g re w plek ken, duur moes Ho duur vaak vind gen spee sing jong lerle twee Wa miss vuiln troep last v mer scho oude mag zo ge geen Toc kom meeg zen. altijd jong en ge rijk o trekk zitte mati na ee ten z word teken nitie En oorz
BIJLAGE 6 (LES 3) Fotografie-opdracht Licht Iedereen maakt wel eens foto’s. Op vakantie, op een feestje, van je vriendin of vriend. Als fotograaf “schilder” je met licht en met je camera. Licht is het belangrijkste beeldende middel van de fotograaf. Hij/zij kan er van alles mee doen. Het licht in de foto roept een bepaald gevoel op. Basisprincipes Naast het gebruik van licht is belangrijk; - Het standpunt: Hoe houdt de fotograaf zijn camera vast? Hoog of laag, recht of scheef: het geeft allemaal een ander effect aan een foto. - Beelduitsnede: Hoe staat het onderwerp op de foto? Helemaal of een stukje? Door een ander standpunt en beelduitsnede te kiezen, kan de fotograaf een meer verrassende foto nemen. Staat een hangplek bijvoorbeeld helemaal in beeld, of een stukje er van? - Compositie: Hoe staan lijnen, vormen en kleuren in de foto? Vormen ze één geheel, dan heb je een goede compositie (een mooi, samenhangend beeld). Compositie en beeldelementen Een compositie is niet meer dan een met beeldelementen gevuld beeldvlak. Dit beeldvlak moet begrensd zijn. Een element kan een punt (stilstand), of een lijn (richting) zijn. Andere beeldelementen zijn vorm, grootte, stofuitdrukking, kleur, plaats. Deze elementen kunnen volgens een aantal basisprincipes in het beeldvlak geplaatst zijn; - Herhaling (stabiel, altijd doorgaand, afhankelijk, met een zelfde richting, orde). - Harmonie (balans, vrede, rustig). - Tegenstelling (contrast, instabiel, chaos, willekeurige beweging). De manier waarop je de onderdelen van een landschap, of in dit geval een hangplek, in beeld brengt, is bepalend voor de sfeer die je foto uitstraalt: bijvoorbeeld rust of onrust. Het beeldvlak is al (psychologisch) ingedeeld voor we er naar kijken. Er is een horizon, de lucht is licht, de aarde donker. Het donkere vlak verwachten we altijd onder. Grotere vormen zijn zwaarder dan kleine, en zijn meer onderin het beeldvlak te vinden. Alles wat zich groot op de voorgrond begeeft zal de aandacht trekken. Alles wat in beeld naar links beweegt is naar binnen, introvert, terugtrekkend. Alles wat naar rechts beweegt is naar buiten, extravert, aanvallend. Dit heeft te maken met onze kijkrichting. Een foto in tien stappen De volgende 10 punten helpen om een goede (portret-) foto te maken: 01. Kies je standpunt. Er zijn 2 richtlijnen; - Een laag standpunt (kikkerperspectief) zal het model dominant weergeven. - Bij een hoog standpunt (vogelperspectief) zal de kijker zichzelf belangrijker vinden dan de geportretteerde. Naast onderdanigheid kan men zo ook vriendelijkheid benadrukken.
Belangrijke mensen worden nogal eens vanuit het laag standpunt gefotografeerd, hetgeen de ‘belangrijkheid’ van iemand benadrukt. De persoon lijkt zo ook groter. Kinderen worden soms van boven naar beneden gefotografeerd om hun nietigheid en kwetsbaarheid te laten zien, maar dit is beslist geen vaste regel. In het algemeen zou je kunnen proberen altijd op ooghoogte of net iets onder ooghoogte te fotograferen. Denk na over de manier waarop je je model(len) in het vlak plaatst. Wat wil je vertellen over de hangplek? En welke rol spelen je model/modellen daarbij? 02. Let goed op de achtergrond. Kijk goed wat er achter het onderwerp staat. Een rustige achtergrond laat je onderwerp beter uitkomen. Zorg er dus voor dat er geen paal uit het hoofd van je model groeit. 03. Gebruik ook buiten de flitser Bij felle zon komen er diepe schaduwen op het gezicht. Maak de foto met flits en deze schaduwen verdwijnen. Op bewolkte dagen kan je met de flitser de foto meer sfeer geven. De somberheid verdwijnt. 04. Speel met afstand tot je model Ga eens één of twee stappen dichterbij je onderwerp staan. Laat het onderwerp zo de foto vullen. Je krijgt meer details op je foto, maar is dit wat je wilt uitdrukken met je foto? Wanneer je te dichtbij komt, wordt de foto onscherp. Vaak wil je dit niet, maar soms is het ook een bewuste keuze. Normaal gesproken houden we in het dagelijks leven een bepaalde afstand aan. De meeste mensen voelen zich minder op hun gemak als je te dicht bij hen staat. Dit zal dan ook in de foto te zien zijn. Als de vertrouwensrelatie het toelaat kun je eventueel dichterbij je model gaan staan. Wel krijg je dan te maken met het probleem van de vervorming. We zijn gewend om andere mensen te bekijken van een afstand van ongeveer 1,5 tot 2 meter en zijn dus gewend aan het bijbehorende perspectief. Als we een standaard objectief (50 mm brandpuntsafstand) gebruiken zijn we dichterbij dan die 1,5 meter. Gevolg is een lichte vertekening in de weergave van het hoofd, ongeveer het effect van een groothoek objectief. Belangrijk bij het kiezen van een afstand is het psychologische effect; dichtbij geeft de foto een direct en dynamisch karakter (vaak ook heel persoonlijk), een afstand van 1 á 2 meter is normaal. Een grotere afstand geeft de foto ook iets afstandelijks. In het geval van een hangplek spelen zowel de plek als de modellen een rol. Zorg dat beide tot hun recht komen in de foto. 05. Niet in het midden Op vakantiefoto’s fotograferen we vaak het model in het midden van de foto. Maar vaak zorgt juist die compositie niet voor de meest verrassende foto’s. Een bepaalde samenstelling van beeldelementen in het beeldvlak roept spanning op, soms aangenaam, soms onaangenaam. Er is een bepaalde maatverhouding die in de natuur heel vaak voorkomt, maar ook in de beeldende kunst. Dit wordt de Gulden Snede genoemd (Proportia Divina). Een rechthoek die een aangename verschijningsvorm heeft is de afgeleide van de Gulden Snede, namelijk de 2:3 (kleinbeeld) verhouding.
---|----|-----|----|--Zorg dat het onderwerp op één van de kruispunten van deze lijnen staat. 06. Vergrendel de autofocus Wil je het onderwerp niet in het midden hebben? Stel dan eerst scherp op je onderwerp (dit punt kiest de camera in het midden). Verplaats het onderwerp uit het midden en maak dan pas de foto. Dit doe je door de scherpstelknop half ingedrukt te houden. Dit kan je ook doen bij een bewegend onderwerp. 07. Weet hoe ver je flitser kan flitsen Ga niet verder dan drie stappen bij je onderwerp vandaan staan. Dan weet je zeker dat de flitser je onderwerp kan bereiken. Sta je verder weg, bijvoorbeeld bij een concert, dan zal je alleen de achterhoofden van de mensen die voor je staan verlichten in plaats van je favoriete artiest. 08. Kijk naar het licht Wat voor licht valt er op je onderwerp? Fel licht van de zijkant benadrukt juist de rimpels van bijvoorbeeld je oma. Maar op een bewolkte dag (zacht licht, gefilterd door de wolken) lijken de rimpels wel te verdwijnen. Ga dus zelf ergens anders staan of verplaats het onderwerp. 09. Houd je camera eens anders In het algemeen is het goed om ook eens na te denken over de stand van je camera. Draai je camera eens naar de zijkant om een verticale foto te maken. Dit word ook wel de ‘portret-stand’ genoemd omdat dit gebruikelijk is bij het maken van portretten: een hoofd is nu eenmaal vaker langwerpig dan breed. Maar voor het project Laat maar hangen hebben we foto’s nodig die liggen (landscape formaat) zodat ze hierna kunnen worden geplaatst op de website www.hangplekken.net. 10. Beslis zelf hoe het op de foto komt! Jij bent de regisseur van de foto. Bepaal dus zelf wie of wat er op de foto komt. En waar de foto genomen wordt.
Voorbeelden ter inspiratie: http://www.hansvandermeer.nl/ -> Nederlandse fotograaf die de locatie ‘Voetbalveld’ jarenlang op verschillende wijzen heeft vast gelegd. http://www.artnet.com/artists/rineke-dijkstra/ -> Rineke Dijkstra is een portretfotograaf. In haar portretten is zij op zoek naar een vorm van emotionaliteit die de grenzen van het fotografeerbare raakt.
BIJLAGE 7 (LES 4) Stappenplan Movie Maker Dit stappenplan wordt ondersteund door een korte visuele tutorial die u kunt downloaden van de website van Kunstgebouw: www.kunstgebouw.nl/moviemaker Stap 1: Sluit de camera met de usb-stekker aan op de computer. Stap 2: Open de inhoud van de camera en kopieer de foto’s naar jullie groepsmap die de leerkracht voor het project heeft aangemaakt. Stap 3: Open het programma Movie Maker. Aan de linkerkant van het programmascherm staat het menu. Stap 4: K lik met je muis in het menu op ‘importeren-afbeeldingen’. Ga naar de map waar je de foto’s hebt geplaatst en laad de foto’s in. De foto’s komen nu in je collectie te staan, bovenin je scherm. Stap 5: D e tijdlijn Onder in het scherm staat een tijdlijn. Die kun je herkennen aan de seconden in de balk. Hier kun je de afbeeldingen in de juiste volgorde zetten en achter elkaar laten afspelen. Sleep de foto’s met je muis één voor één naar deze tijdlijn. Stap 6: Snelheid Wanneer je de muis aan het uiteinde van een foto in de tijdlijn zet, verschijnt een rode pijl. Sleep deze pijl naar links of naar recht. Nu wordt de foto korter of langer. Wanneer je de film afspeelt zul je zien dat de foto langer of korter in beeld is. Stap 7: Geluid Het importeren van geluid gaat op dezelfde manier als de foto’s. Probeer maar eens. Stap 8: Tekst of titel Wanneer alle foto’s goed in de tijdlijn staan, kun je als laatste nog tekst of een titel toevoegen. Klik met je muis in het menu op ‘bewerken-titel’. Kies voor een titel aan het begin, aan het einde, of tekst op de geselecteerde foto. Je kunt hier ook de kleur, het lettertype en de animatie van de titel aanpassen. De titel verschijnt als een aparte clip in de tijdlijn. Je kunt hem eventueel verplaatsen door de clip op te pakken met de muis. Stap 9: Film maken Nu heb je de film gemaakt, maar je kunt hem nog niet op een andere computer bekijken of op het internet plaatsen. Om dit mogelijk te maken, ga je de film overzetten naar een WMV-bestand (Windows Media Video). Kies in het menu voor ‘publiceren-op mijn computer’. Geef voor de film een naam op en een map waarin de film bewaard moet worden. Kies
Kruis aan: beste kwaliteit voor afspelen op mijn computer Kies Check of de film goed afspeelt en open het WMV-bestand in de map. Wanneer je de film nog niet af hebt, kun je hem opslaan, zodat je er later verder aan kunt werken. Kies Project opslaan als en geef je film een naam. Sla de film altijd op in de map waar ook je foto’s staan!
BIJLAGE 8 (LES 4) Veel voorkomende problemen in Movie Maker • GEEN OF WEINIG BEELDMATERIAAL? Heb je te weinig beeldmateriaal of is het beeldmateriaal niet bruikbaar? Zoek via het internet naar rechtenvrije beelden die bij het verhaal passen. • BESTANDSFORMAAT NIET JUIST? Heb je de afbeeldingen in een bestandsformaat opgenomen dat niet wordt ondersteund door Movie Maker? Zoek dan een converter om het bestand om te zetten in het juiste formaat. Een converter is een klein softwareprogramma waarmee bestanden kunnen worden omgezet. Als je bijvoorbeeld geluiden opneemt met een mobiele telefoon, kan het bestand worden bewaard als midi-file. Dit bestandsformaat wordt niet herkend door het programma Movie Maker. Je kunt er in Movie Maker dus niets mee! Met een converter kun je dit bestand omzetten, zodat Movie Maker het wel herkent. Bestandsformaten die wel worden herkend door Movie Maker zijn: Fotobestanden: . bmp, .jpg, .jpeg, .jpe, .jfif, .gif Geluidsbestanden: . wav, mp3, .snd, .au, .aif, .aifc, .aiff Vaak kun je converteren met programma’s die al op je computer staan, zoals Photoshop (voor fotobestanden) en WinAmp of ITunes (voor geluidsbestanden). Staan deze programma’s niet op je computer? Zoek dan via Google naar een gratis converter door de volgende trefwoorden in te tikken: , , of , het huidige bestandstype, bijvoorbeeld <midi> en het gewenste bestandstype, bijvoorbeeld <mp3>. Een handige link waar je gratis geluidsconverters kunt downloaden: http://www.avs4you.com/AVS-Audio-Converter.aspx • MOVIEMAKER NIET COMPATIBLE? Werk je op meerdere computers aan je animatie? Let er dan op dat de besturingssystemen op de computers hetzelfde zijn. Werk dus alleen met Windows Vista, alleen met Windows XP of alleen met Windows 2000, enzovoort. Anders zal Movie Maker je animatie niet herkennen.
COLOFON Opdrachtgever
Provincie Zuid-Holland
Uitvoering project Kunstgebouw Projectleiding Hester van der Hoeven Projectassistent Suzanne Klüver Supervisie Daphna Plaschkes Eindredactie en PR Marjolijn Lampe Handleiding Tekst handleiding Lievnath Faber Inhoud les 1, 3, 4 Lievnath Faber, Hester van der Hoeven Inhoud les 2 Wiene Locher Bijlage 6: Fotografie Marjolijn de Rijk Website en grafisch ontwerp Mangoa Ontwerp Angela van der Knaap Fotografie Achilles [Brandiacs] Gilles van Winsen
Uitvoering regio-opdrachten Cultuurnetwerkers Zuid-Holland Alblasserwaard-Vijfheerenlanden: Bert Woudenberg Drechtsteden: Jolinda van Dijk Goeree-Overflakkee: Jan Trompper Midden – Holland: Isabella Dijkgraaf Rijnstreek: Marscha Niamat
Provinciebreed project 2011 Laat maar hangen is het Provinciebrede Project 2011. Principe van het Provinciebrede Project is dat Kunst gebouw basislesmateriaal voor een kunsteducatieproject over Zuid-Holland ontwikkelt. De cultuurnetwerkers in de RAS-regio’s van Zuid-Holland vullen dit aan met lesmateriaal over hun regio. Via het Provinciebrede Project kunnen de cultuurnetwerkers lesmateriaal met elkaar delen. Want elke Zuid-Hollandse regio is uniek, maar er zijn ook overeenkomsten. Kunstgebouw ontwikkelde hiervoor al twee Provinciebrede Projecten: M.O.V.E. en Zuid-Holland Waterland. Het provinciebrede project Laat maar hangen wordt financieel mogelijk gemaakt door de provincie Zuid-Holland. Kunstgebouw is de provinciale organisatie voor kunst en cultuur in Zuid-Holland. www.kunstgebouw.nl www.hangplekken.net