Kredietcrisis of identiteitscrisis? Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
April 2009
Diana Neijboer 9867201 Begeleider: Christian Bröer Tweede begeleider: Loes Verplanke Masterscriptie sociologie Specialisatie: verzorging en beleid
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
2
Hoofdstukindeling Hoofdstukindeling................................................................................................................. 3 Dankwoord .............................................................................................................................. 6 Inleiding en achtergrond ..................................................................................................... 9 Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij.................................................................... 9 Onderzoek Stichting Alexander..................................................................................................... 11 Vraagstelling.................................................................................................................................... 11 Opbouw............................................................................................................................................ 13
Theoretisch kader ............................................................................................................... 15 Keuzevrijheid .................................................................................................................................. 15 Noom en de Winter ......................................................................................................................... 17 De ontwikkeling van een identiteit ................................................................................................ 18 Conclusie.......................................................................................................................................... 20
Weergave en verantwoording van de werkwijze......................................................... 21 Dataverzameling onderzoek Stichting Alexander en Noorda en co ........................................... 21 Dit onderzoek .................................................................................................................................. 21 Respondenten .................................................................................................................................. 22 Toegang tot het veld........................................................................................................................ 22 Panels ............................................................................................................................................... 23 Interviews......................................................................................................................................... 24 Evaluatie jongeren-interviewers .................................................................................................... 24 Doelgroepomschrijving................................................................................................................... 25 Openheid van de respondenten...................................................................................................... 25 Analysemethode .............................................................................................................................. 26
Aard en ontstaan van schulden....................................................................................... 28 Proces van verandering..................................................................................................... 32 Onwetendheid.................................................................................................................................. 32 Ontkenning ...................................................................................................................................... 33 Confrontatie..................................................................................................................................... 33 Verandering..................................................................................................................................... 34
Gevolgen................................................................................................................................ 37 Stress ................................................................................................................................................ 38 Schaamte.......................................................................................................................................... 38 Leven op ‘pauze’ ............................................................................................................................. 39 Hulpverlening .................................................................................................................................. 39
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
3
Criminaliteit .................................................................................................................................... 41
Interpretaties......................................................................................................................... 43 Verantwoordelijkheid..................................................................................................................... 43 Strijd................................................................................................................................................. 47 Het vormen van een eigen identiteit .............................................................................................. 48
Conclusie............................................................................................................................... 50 Van een bureaucratische verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij........................ 51
Aanbevelingen ..................................................................................................................... 53 Literatuur ............................................................................................................................... 55
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
4
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
5
Dankwoord Allereerst wil ik alle jongeren bedanken die uitvoerig en openhartig met mij hebben gesproken over hun leven. Ik ben in sommige gevallen bij jongeren thuis ontvangen, als ze een huis hadden, in de andere gevallen hebben we gesproken in buurthuizen, of in zaaltjes bij hulpverlenersinstanties. Ook is er een groep jongeren regelmatig langs geweest bij mij op kantoor, soms ook volslagen onverwacht, om interviews in te leveren die ze met andere jongeren gehouden hadden. Dit was het allerleukste deel van het onderzoek, de momenten waarop ik met het jongerenonderzoeksteam reflecteerde op hun bevindingen. Ik merkte dat door jongeren in gesprek te laten gaan met andere jongeren in hun omgeving, zijzelf op gingen treden als experts, adviseurs en coaches.
Het mooiste compliment voor het participatieve gedeelte van het onderzoek kwam van een van de jongens die zelf actief was geweest in het onderzoeksteam. Op een bijeenkomst waarin de resultaten van het onderzoek van stichting Alexander en Noorda en Co werden gepresenteerd, zei hij tegen me dat hij blij was dat hij mee had gedaan met het onderzoek. Hij vertelde dat hij nu meer begrip had gekregen voor hulpverleners en ook meer inzicht had gekregen in de omvang van de problematiek (maar dan in zijn eigen woorden...)! Het stimuleerde hem om de goede weg die hij al was ingeslagen te blijven volgen. Dit vond ik heel leuk om te horen, vooral omdat ik en een aantal anderen ons al een oordeel hadden gevormd over deze jongen, die regelmatig stoned aankwam op afspraken. Zo zie je maar.
Verder wil ik mijn begeleider Christian Bröer hartelijk danken, voor het steeds doorspitten van mijn vaak nog in steno uiteengezette gedachten en bevindingen. Door de gesprekken die wij hadden landden de analyses die al wel in mijn brein rondcirkelden, waardoor ik weer verder kon en het nut van mijn onderzoek weer in kon zien! Ook mijn collegae bij stichting Alexander wil ik enorm bedanken, vooral Lettie en Tarik, die samen met mij aan het onderzoek werkten en ook alle anderen die mij gesteund en gestimuleerd hebben. Ik wil ook mijn familie en vrienden bedanken, die vaak naar mijn verhalen hebben moeten luisteren en de steeds verder weg schuivende deadline keer op keer weer serieus moesten nemen. In het bijzonder mijn vader, Wim, die een aantal keren de tekst voorzag van de nodige nuttige op- en aanmerkingen!! En natuurlijk mijn liefste Didit, die altijd voor me klaarstaat (en… met heel lekker eten!!) waardoor ik mezelf er in deze drukke en soms heftige tijd door heen heb kunnen worstelen!
Diana
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
6
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
7
Portret 1, fragment uit een interview met drie meiden en een jongen, 20, 21, 22 en 24 jaar, allen woonachtig in Pension Singelzicht, een opvangvoorziening in Utrecht. (27-02-’08). Locatie: Oude Gracht, Utrecht
Is schulden maken normaal? Ja, eigenlijk is schulden maken in deze tijd best normaal. Want ik zie iedereen, je leest het overal, in krantjes, je ziet het zelfs op televisie, mensen die in de schulden komen en die er niets meer mee kunnen, die hulp gaan zoeken via de televisie, als ik dat zou kunnen doen had ik dat allang gedaan. Ja, het is makkelijk. (jongen, 20 jaar). Weet je hoeveel jongeren hier in Utrecht schulden hebben? Of die dakloos zijn? Thuisloos, genoeg, Nederland is toch dit (maakt geldgebaar) doe er wat mee, ga niet die wegen openbreken. Doelloos een nieuw spoor maken van hier tot Harmelen. Met dat geld had je beter jongeren van de straat kunnen halen. (meisje, 22 jaar). Zou je nu zeggen, je bent nu in de twintig, nu zou ik dat anders aanpakken, als ik dit had geweten? Ja, ik zou zeker anders omgaan met geld, ik zou eerst de rekeningen betalen en dan kijken wat ik overhoud. Gewoon eerst de belangrijke dingen.(meisje 24 jaar). Vanaf 21 jaar zou beter zijn, dan ben je echt volwassen, dan denk je meer na bij dingen snap je? Als je 18 bent dan kom je net uit de hoek kijken. Uit je luiertijd. Toen ik 18 was, het eerste waar ik aan dacht is: mmm, gelijk naar de Postbank, gelijk € 1000,- rood staan. Want ik hoorde het van iedereen, elk meisje zei: ooh kijk, ik ga leuke dingen kopen. Dan kijk je daarnaar en dan wil je dat ook. En dan snak je naar meer en meer…(meisje, 21 jaar). Praat je er wel met vrienden over? Nee, niet vaak, dan word je alleen maar nog depressiever weet je. Ik laat het een beetje aan de kant dat ik schulden heb, dat komt wel. (jongen, 20 jaar). En hoe is dat bij anderen? Is er begrip of onbegrip, krijg je hulp? Er is wel begrip. (…) Mijn ouders weten het. Wat voor hulp moet ik vragen, ik heb die schulden zelf gemaakt denk je dat mijn vader gaat zeggen: is goed meid ik betaal jouw schulden, echt niet. Dat ze begrijpen dat ik mezelf in de schulden heb gewerkt? Nee, want het zijn domme schulden die ik heb gemaakt. (…) het ligt allemaal bij jezelf, dan blijf je schulden houden tot je dood. Het komt je vanzelf wel opzoeken, al zit je in Mongoliëland, ze komen je toch wel vinden. (meisje 22 jaar). Hoe kunnen ze jongeren helpen? Zit het hem in voorlichting, begeleiding? Ze moeten meer hulp bieden, want de jongeren van tegenwoordig krijgen heel weinig hulp. Ze worden in een hoekje gedouwd. Er zijn te weinig instanties. Zoals bij ons, een begeleider heeft vijf kinderen, mentorkinderen. Maar die kan hij niet tegelijk aan want al die kinderen hebben zoveel problemen en weet je. Door mijn mentor zit ik nog niet in de kredietbank (meisje 24 jaar). Dat hoor ik steeds terug. Hoe zou het zijn als er wel genoeg begeleiding zou zijn? Wat moeten zij doen, wanneer voelen jullie je geholpen? Vaker met je zitten gewoon serieus aan tafel, gewoon van wat heb je voor brieven, laten we daarnaar kijken, wat zijn je plannen voor de komende weken, hoe gaat het met je… Meer aandacht. Ze geven ons geen verantwoording. Net zoals met geld, nu krijgen we per week zakgeld, €10,- daar kan je niet veel mee doen, ik rook alles op. Ik vind dat als alles is betaald, alle vaste lasten, nog een beetje sparen en wat dan overblijft, dat moeten ze gewoon in een keer op je rekening storten. En dan zelf uitzoeken, en als het op is is het op. Ik zeg je eerlijk, als ik over een paar maanden mijn eigen huis krijg, die eerste € 800,- die heb ik een jaar niet in mijn handen gehad, ik weet nu al wat ik ermee ga doen en dat is niet mijn huur betalen. Snap je, omdat ik een jaar dat niet heb gehad. (jongen, 20 jaar).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
8
Inleiding en achtergrond Jongeren maken geen (of nauwelijks) gebruik van het aanbod van schuldhulpbureaus. Dat zegt Joost van Hienen, projectcoördinator bij stichting Streetcornerwork 1 in een artikel in de Volkskrant van 17 april 2007 onder de kop ‘Help jeugd met schulden’. Hij beschrijft dat jongeren die bij hen op het spreekuur komen vaak niet voldoen aan de voorwaarden. “Om in aanmerking te kunnen komen voor het treffen van betalingsregelingen moeten ze een inkomen hebben op bijstandsniveau en een inschrijfadres bij het bevolkingsregister”, aldus Van Hienen. Door de schulden staan jongeren vaak niet ingeschreven op het adres van hun ouders, uit angst voor deurwaarders die het huis leeg komen halen. Opvallend is dat Van Hienen zegt dat degenen die wel aan het traject bij de schuldhulpbureaus beginnen, vaak afvallen vanwege de ‘formele en onpersoonlijke manier van communiceren van de schuldhulpverleners’. Hij suggereert hiermee dat jongeren behoefte hebben aan een persoon die een persoonlijke band met hen opbouwt en hen als het ware aan de hand neemt om samen de geldproblemen op te lossen. In een rapport 2 van Marc Noom en Micha de Winter van de Universiteit van Utrecht, dat gaat over zwerfjongeren en hulpverlening, komt iets soortgelijks naar voren. Wat de geïnterviewde jongeren zeggen te missen als het gaat om hulpverlening, is een vertrouwenspersoon die hun emotionele steun geeft. Ook noemen zij het ontbreken van erkenning voor de behoefte om ook wel eens fouten te mogen maken.
In feite vragen jongeren om meer krediet van de hulpverleners en de instellingen. De hulpverlener hoeft weliswaar niet zoals een familielid affectief te zijn maar zou je in emotionele zin wel de steun moeten geven die je nodig hebt om je – met vallen en opstaanzelfstandig te kunnen ontwikkelen. (Noom en de Winter, 2001: 45) Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij Bovenstaande bevindingen zijn een illustratie van een situatie die is ontstaan als gevolg van een zeer ontwikkelde verzorgingsstaat. De kwaliteit van hulpverlening heeft het stadium bereikt waarin hulpvragers een steeds belangrijker stem krijgen. Burgers die het grootste deel van hun leven hebben verkeerd in de relatieve welvaart vinden het vanzelfsprekend dat ze recht hebben op bepaalde zaken. Het recht op goede en passende hulp en de aandacht daarvoor is een steeds normaler verschijnsel geworden in deze maatschappij. Er wordt niet
1
Stichting Streetcornerwork werkt voor jongeren en jongvolwassenen, die de maatschappelijke aansluiting hebben gemist of dreigen te missen. (www.streetcornerwork.eu).
2
Noom, M. en M. de Winter (2001) Op zoek naar verbondenheid. Zwerfjongeren aan het woord over de verbetering van de hulpverlening. Utrecht: Universiteit van Utrecht.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
9
zelden getwijfeld aan de professionaliteit van zorgverleners; burgers worden steeds mondiger. (Tonkens, 2003).
Momenteel bevindt de Nederlandse samenleving zich in een overgangsfase van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. De overheid stelt zich ten opzichte van zorg anders op. Er wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Er tekent zich een brede consensus af om de reactieve en passieve verzorgingsstaat te hervormen tot een meer proactieve en activerende verzorgingsstaat. Om deze substantieel andere benadering – paradigmawisseling – te accentueren, wordt in het SER-advies de term verzorgingsstaat vervangen door het begrip participatiemaatschappij, of preciezer een activerende participatiemaatschappij 3 . De verwachting is dat burgers meer naar elkaar omkijken en initiatieven ontplooien om bij te dragen aan het welzijn van de gemeenschap waar men zich in beweegt. In een rapport 4 van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling uit 2006 blijkt de visie van het kabinet Balkenende II aangaande de verantwoordelijkheid van burgers.
Het kabinet stelt dat het de leden van deze samenleving nadrukkelijk zal aanspreken op het nemen van eigen verantwoordelijkheid (Kabinetsvisie andere overheid, 2003). Dit is om een aantal redenen nodig. Zo doen burgers een te groot beroep op collectieve voorzieningen voor hun behoeften aan zorg en sociale zekerheid. Dat leidt niet alleen tot een te omvangrijke en te dure overheid, maar maakt burgers ook afhankelijk en apathisch. Verder neemt de sociale cohesie af als burgers zich bij maatschappelijke kwesties als vanzelfsprekend richten op de regelende overheid en geen beroep doen op elkaar. (RMO, 2006: 17)
De vraag is nu hoe burgers omgaan met deze nieuwe van bovenaf opgelegde moraal. Hoe gaan mensen om met het nemen van eigen verantwoordelijkheden? Participatie staat overal in beleidsnota’s als speerpunt genoemd. Het gaat erom dat mensen minder afhankelijk worden door zelf actief mee te denken en te doen. Op dit moment krijgen hulpverleners een grote verantwoordelijkheid toebedeeld. Er wordt veel van hen verwacht. Hoe gaat dit veranderen als burgers zelfstandiger moeten worden? Hoe staat het met het zorgen in een tijd waarin de verzorgingsstaat op zijn retour is?
3
Uitspraak van voorzitter Rinnooy Kan tijdens SER/WRR-symposium over de toekomst van de Nederlandse verzorgingsstaat op 16 januari 2007 Raad voor maatschappelijke ontwikkeling: Verschil maken, eigen verantwoordelijkheid na de verzorgingsstaat. 2006. Amsterdam: Uitgeverij SWP
4
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
10
De processen en dilemma’s die op grote schaal spelen, op het niveau van de transformatie van de verzorgingsstaat in een participatiemaatschappij, zijn ook op kleinere schaal zichtbaar. Ik wil gaan onderzoeken hoe en in welke mate er een vertaalslag gemaakt kan worden tussen het niveau van de staat en het niveau van alledaagse interacties, op microniveau. Dat wil zeggen hoe de processen en dilemma’s die ten grondslag liggen aan de transformatie, zichtbaar zijn in menselijke interacties. De menselijke interacties die ik onder de loep neem hebben alles te maken met het toekennen van verantwoordelijkheden en het zoeken naar een eigen identiteit in een complexe samenleving. Onderzoek Stichting Alexander Tijdens een stage bij stichting Alexander 5 werkte ik mee aan een onderzoek naar jongeren met schulden. Ik sprak met jongeren over hun ervaringen en werd me steeds meer bewust van de enorme impact die schulden kunnen hebben op iemands leven. Een gevoel van uitzichtloosheid dat vaak overheerst bij de jongeren, wierp een heel ander licht op de voor mij zo veilige verzorgingsstaat waarin alles tot in de puntjes lijkt te zijn geregeld. Tenminste vooral als je, zoals ik, als Nederlandse geboren bent en twee redelijk stabiele ouders hebt, die je hebben geleerd hoe je je zaakjes moet regelen en je bewust en onbewust hebben doordrongen van de manier waarop je het beste kunt manoeuvreren in deze bureaucratische samenleving.
De opdrachtgevers van het onderzoek, de gemeente Amsterdam en de gemeente Utrecht, willen weten hoe de “schuld- en huisvestingsproblematiek” van jongeren in hun gemeente eruitziet en welke aanbevelingen er zijn te bedenken voor verbetering in aanpak in methodische en beleidsmatige zin. Deze aanbevelingen zijn inmiddels terechtgekomen in een rapportage en gepresenteerd aan de gemeentes. Vraagstelling Waar ik tijdens en na het onderzoek nieuwsgierig naar was en bleef, is op welke manier jongeren zelf hun situatie interpreteren, hoe zij omgaan met de problemen die zij ervaren na het maken van schulden. En wie stellen ze verantwoordelijk voor het bedenken en uitvoeren van oplossingen? Wat me aanvankelijk verbaasde is hoe gemakkelijk en snel je als jong persoon, van net achttien jaar, in Nederland al binnen een jaar een flinke schuld kunt opbouwen. Nog zonder dat je doelbewust enorme leningen bent aangegaan of een verslaving hebt ontwikkeld voor 5
Stichting Alexander is een niet-commercieel, landelijk instituut voor jongerenparticipatie en actiegericht jongerenonderzoek.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
11
het bestellen van artikelen op afbetaling kun je een schuld op je naam hebben staan van duizend euro. Een aantal keer de verplichte ziektekostenverzekeringspremie niet betalen en te laat studiefinanciering aanvragen is genoeg. De verhalen die me in het bijzonder interesseren zijn die van jongeren die om uiteenlopende redenen niet in staat zijn of zijn geweest om zichzelf uit de schulden te helpen en hier nu dagelijks problemen van ondervinden. Veel van deze jongeren zijn in aanraking gekomen met hulpverleners. Hoe zij spreken over deze contacten zegt veel over de wijze waarop de jongeren denken over hun eigen verantwoordelijkheden en het al dan niet recht hebben op bepaalde zaken. Wat ik onderzoek is hoe deze jongeren praten over hun leven, welke keuzes zij maken en hoe zij deze beargumenteren. Dit doe ik aan de hand van de volgende vraagstelling:
In hoeverre beleven jongeren het ontstaan en hebben van problematische schulden als hun eigen verantwoordelijkheid en in hoeverre als die van anderen?
Binnen dit project heb ik naast interviews en panelgesprekken een groep van zeven jongeren begeleid die in opdracht van stichting Alexander andere jongeren interviewden. De evaluatiegesprekken die ik met deze jongeren gevoerd heb, leveren weer een andere kijk op de zaak. Tijdens deze evaluaties merkte ik dat de jongeren die de interviews afnamen zichzelf op een andere manier zagen dan de jongeren die zij interviewden. Opvallend was dat er een soort van hulpverlenende houding ontstond bij de groep interviewers tegenover degenen die zij interviewden. Ook tijdens de evaluatie sprak een oudere jongen (26 jaar) een andere jongen (18 jaar) aan op wat zijn doelen zijn in het leven waren en hoe hij denkt deze te bereiken. De oudere jongen had heel duidelijk een ommekeer gemaakt, hij had zijn identiteit als dealer op straat opgegeven en ingeruild voor die van een hardwerkende student, die plannen had voor zijn toekomst. Hij wilde aan de jongere jongen duidelijk maken dat als hij zo door zou gaan zoals hij nu deed, er weinig van hem terecht zou komen. Door deze interactie werd mij duidelijk dat bij deze doelgroep enorm veel afhangt van imago en identiteit. De jongens krijgen van jongs af aan een beeld mee van bijvoorbeeld de straatcultuur waarin ze opgroeien. Geld en dure spullen hebben status, studeren en een legale baan veel minder. De periode dat jongeren hun identiteit ontwikkelen is dezelfde periode als waarin ze schulden beginnen te maken. Een vraag die ik naast de hoofdvraag ook wil beantwoorden is welke invloed schulden hebben op het vormen van een identiteit.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
12
Opbouw Tussen de tekst door bevinden zich drie portretten die illustratief zijn voor het onderzoek. Het zijn drie verschillende verhalen van jongeren die in de problemen zijn geraakt door schulden. De eerste is een stuk van een groepsgesprek met vier jongeren die in een opvangvoorziening wonen in Utrecht, de tweede is een gesprek met een jongen die op dit moment geen eigen woning heeft en het derde is met een meisje die bij haar zus woont. Ze hebben allemaal om uiteenlopende redenen hoge schulden opgebouwd. Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de werkwijze en de gehanteerde methodiek van het onderzoek. In de hoofdstukken erna geef ik eerst een indruk van de thematiek waar het om gaat. In het tweede hoofdstuk geef ik een korte beschrijving van het soort schulden dat jongeren tegenwoordig maken. Dan beschrijf ik een aantal mogelijke stadia waarin jongeren verkeren sinds het moment dat zij schulden maken. Ik probeer geen statische afgebakende episodes te onderscheiden, maar verschillende niveaus van bewustwording weer te geven, waar jongeren zich in kunnen bevinden. Vervolgens ga ik in op de manier waarop jongeren zelf spreken over hun leven. Dit is het belangrijkste deel van de analyse. Hoe interpreteren zij het hebben van schulden? Ik ga hierbij kort in op hun ideeën over het ontstaan van schulden en ga dieper in op hoe zij over hun leven denken als ze eenmaal schulden hebben. Welke keuzes maken zij in hun leven? Hoe gaan ze om met hulpverlening, familie en vrienden? Hoe zijn zij bezig met het vormen van een identiteit?
Het Nibud doet regelmatig kwantitatief onderzoek naar de hoogte en de achtergronden van schulden bij jongeren. Zo is er in 2006 een onderzoek gedaan onder scholieren naar inkomsten, uitgaven, baantjes en omgaan met geld (Nibud Nationaal Scholierenonderzoek 2006-2007). Dit onderzoek wijst uit dat slechts enkele scholieren problematische schulden hebben. Als het gaat om geld lenen komt dit af en toe voor om kleine uitgaven te kunnen doen, zoals voor eten en drinken. Lenen bij formele instanties komt bijna niet voor onder scholieren. Jongeren die als gevolg van schulden problemen ondervinden in het dagelijks leven vormen een relatief kleine groep. Dit is de doelgroep waar ik mij op richt in mijn onderzoek. Over deze groep was nog weinig bekend. Wel was bekend dat deze problemen van deze groep hardnekkig zijn en dat er behoefte is aan en gezocht wordt naar een geschikte aanpak. Om te komen tot een goede aanpak is het mijns inziens van belang om de vraag te stellen in welke situatie de jongeren zich bevinden en welke omgevingsfactoren hier allemaal een rol bij spelen.
Het onderzoek op mijn werk bij stichting Alexander Risicojongeren, schulden en huisvestingsnood gaat ook over huisvestingsnood bij jongeren. Ik wil me beperken tot het bespreken van de omgang van jongeren met schulden. Het thema huisvestingsnood zal wel
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
13
zijdelings aan bod komen, omdat een aantal van de respondenten ook te maken heeft met moeilijkheden als het gaat om het vinden en behouden van huisvesting.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
14
Theoretisch kader Keuzevrijheid De tijd waarin de jongeren waar dit onderzoek over gaat opgroeien, kenmerkt zich door de vele keuzemogelijkheden. Wat betreft keuze voor studie, werk, levensstijl, muziek, levenspartner, zorgverzekering, binnen alle domeinen van het leven lijkt een legio aan mogelijkheden te bestaan. Evelien Tonkens 6 heeft bedenkingen bij deze vrijheden. Een daarvan is dat langetermijnbelangen buiten beeld of ondergeschikt raken. Keuzes worden gemaakt op basis van wat op dit moment voordelig is. De gevolgen ervan op langere termijn kunnen niet altijd worden overzien. Een andere bedenking is de met keuzevrijheid verbonden verantwoordelijkheid. Dit kan volgens Tonkens leiden tot twijfel, onzekerheid, angst en schuldgevoel. Men kan door de vele keuzemogelijkheden door de bomen het bos niet meer zien en het maken van keuzes kan daardoor een tijdrovende bezigheid zijn. De druk om een goede keuze te maken is groot, omdat het iemands eigen verantwoordelijkheid is. Daarbij komt dat als keuzes gemaakt zijn, ze nog steeds niet altijd tot een bevredigend gevoel leiden. Omdat de keuzes bij het individu liggen, kan deze vervolgens minder rekenen op solidariteit en medeleven van anderen.
De ideologie van de keuzevrijheid spoort niet zozeer aan tot medeleven en solidariteit, maar tot het respecteren van andermans keuzes: ‘Zij moeten doen wat ze niet laten kunnen, ze zijn volwassen, ze zullen er wel goede redenen voor hebben, ze moeten het zelf maar weten’. De keuze van anderen wordt zo een black box. De spreker plaatst via dit type respect zijn medemensen buiten zijn eigen wereld. De keuzevrijheidsideologie schept vreemden. (Tonkens, 2003: p73).
Tonkens stelt verder de vraag in hoeverre keuzevrijheid van toepassing is. In hoeverre is een keuze vrij? In het geval van het meisje dat haar handtekening zet onder een lening omdat haar moeder dat van haar vraagt, kun je zeggen dat het haar eigen keuze en verantwoordelijkheid is, maar worden niet alle keuzes in sterke mate beïnvloed door anderen? In veel gevallen zijn er geen alternatieven, of zijn ze niet bekend, dus kun je ook niet spreken van een keuze.
Het onderwerp keuzevrijheid speelt in dit onderzoek een grote rol. Er zitten meerdere kanten aan dit thema. Keuzevrijheid lijkt te impliceren dat er tussen individuen veel diversiteit kan ontstaan, immers, een ieder kan op verschillende domeinen van het leven een eigen richting
6
Tonkens, E. (2003) Mondige burgers, getemde professionals. Utrecht: NIZW Uitgeverij.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
15
kiezen. Het gevolg zou dan zijn dat er alleen maar unieke individuen zouden bestaan die elk hun eigen weg volgen. Daarbij kan keuzevrijheid worden ervaren als een vrijheid, maar ook als een belemmering, voor personen die moeite hebben met het maken van keuzes en zich daar wel toe gedwongen voelen. Er kunnen meer vraagtekens bij de zogenoemde ‘vrijheid’ geplaatst worden, zoals hierboven beschreven. Is er werkelijk zoveel diversiteit in gedrag van mensen? In het boek Kiezen voor de kudde 7 onderzoeken Jan Willem Duyvendak en Menno Hurenkamp in hoeverre mensen bewuste eigen keuzes maken zonder daarbij afhankelijk te zijn van anderen. Ze vragen zich aan het begin van hun boek af of er bewijs is voor het breed gedeelde idee dat Nederlanders steeds meer onderling verschillend gedrag vertonen en steeds meer verschillende meningen hebben. Wat ze laten zien is dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden, mensen gaan nog steeds banden met elkaar aan alleen is de aard van deze banden anders. In plaats van de sterkere banden die er voorheen waren, zoals de kerkelijke en familiale banden, zijn de banden wat losser geworden en vaak meer tijdelijk van aard. Wat verder blijkt uit het onderzoek van onder andere Paul de Beer, dat ook in het boek naar voren komt, is dat de keuzes die mensen maken misschien wel individueler lijken, maar uiteindelijk is gedrag niet minder voorspelbaar geworden.
Toch speelt een zekere keuzevrijheid wel degelijk een rol, je mag zelf bepalen of je aan een internetgemeenschap mee doet en welke. Maar wie bijvoorbeeld goed naar de groepen kijkt die zich formeren in de mode, weet dat dit voor veruit de meeste mensen uiteindelijk meer een kwestie van volgen dan van zelf bepalen is. (Duyvendak en Hurenkamp, 2004: 219).
Theodore Dalrymple, een Brits psychiater vindt dat de keuzevrijheid die mensen hebben wordt onderschat door hulpverleners en andere bureaucratische instanties. Hij zegt dat de middenklasse en de intellectuelen in een staat van ontkenning verkeren. Hij vindt dat mensen zelf keuzes kunnen maken, ongeacht hun achtergrond. Mensen zouden in een slachtofferpositie worden gebracht en gehouden doordat ze niet hard genoeg worden aangepakt.. Het bagatelliseren van bewuste beslissingen als een bepalende reden voor handelen maakt dat mensen slachtoffers worden van krachten die buiten hun controle liggen: hun redding, als die er al zou zijn, moet van buitenaf komen. (Theodore Dalrymple) 8
7
Duyvendak, J.W., M. Hurenkamp (2004) Kiezen voor de Kudde, lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep. Dalrymple, T. (2007) Nederland is zo soft als zijn drugs. Een debat in de Lux in Nijmegen.
8
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
16
Enerzijds zegt Evelien Tonkens dat mensen misschien teveel eigen verantwoordelijkheden krijgen bij het maken van keuzes, ze worden op zichzelf teruggeworpen, terwijl ze soms niet in staat zijn om uit alle opties de voor hen voordeligste te kiezen. Duyvendak en Hurenkamp zeggen daarnaast dat de keuzes die mensen maken niet minder voorspelbaar zijn. Dalrymple heeft een hele andere visie. Hij kijkt niet zozeer naar de achtergrond van mensen of naar de moeite die ze zouden hebben met keuzes maken. Hij denkt dat mensen harder kunnen worden aangesproken op de keuzes die ze maken. Hij stelt eigen verantwoordelijkheid daarbij voorop. Noom en de Winter In het discussie-hoofdstuk van hun betoog geven eerdergenoemde Noom en De Winter beleidsaanbevelingen voor hulpverlening als het gaat om de behandeling van zwerfjongeren. Zij pleiten voor een dialooggerichte aanpak. De huidige praktijk is vaak gebaseerd op een aanbod- of vraaggerichte aanpak, waarbij verantwoordelijkheden ofwel bij de hulpverlener, ofwel bij de jongere liggen. Bij een aanbodgerichte aanpak wordt de afhankelijkheid van de jongere benadrukt omdat hij geen of maar weinig invloed heeft op het hulpverleningstraject. Bij een vraaggerichte aanpak wordt vooral een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid omdat de hulpverlener uitgaat van wat de jongere aangeeft. In een dialooggerichte aanpak hebben zowel de jongeren als de hulpverlener een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de keuzes in het hulpverleningstraject. Dit zal leiden tot een gezamenlijk plan van aanpak, gebaseerd op de ideeën van zowel de jongere als de hulpverlener. De auteurs onderbouwen deze aanpak als volgt:
Aan de jongeren de taak om aan te geven waar zij behoefte aan hebben, waar zij aan willen werken. Jongeren zijn in het algemeen goed in staat om zelf keuzes te maken over onderwerpen die belangrijk zijn voor hun leven. Aan de hulpverleners de taak om aan te geven waar zij problemen zien en welke oplossingen zij daarvoor zien. Ook hulpverleners hebben hun verantwoordelijkheid als het gaat om het inschatten van de kansen en risico’s van bepaalde trajecten. Het is immers zeker niet de bedoeling dat de jongeren alleen bepalend zijn in het bedenken van een plan van aanpak. De ervaring leert juist dat thuisloze jongeren hier veel moeite mee hebben. In de meeste gevallen is ook gebrek aan juiste planning voor het aanpakken van vraagstukken de aanleiding geweest tot het ontstaan van de problemen. (Noom en De Winter, 2001: 47).
Aan de basis van deze aanpak ligt een sterke band tussen hulpverlener en jongere waardoor de jongere emotionele steun en sociale verbondenheid ervaart. De jongere voelt zich serieus
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
17
genomen en begrepen en zal eerder bereid zijn om mee te denken over een plan van aanpak. Deze door Noom en de Winter suggestie voor een gewenste situatie, vraagt veel van hulpverleners. Zij zeggen zelf al dat hulpverleners en beleidsmakers in hun dagelijkse werk zwerfjongeren vrijwel altijd zien in hun rol van kwetsbare cliënt, die ook lastig en wantrouwend kan zijn. Noom en de Winter hebben in hun onderzoek, waar een groep jongeren nauw bij betrokken is geweest, de jongeren niet alleen aangesproken als hulpbehoevende cliënt, maar vooral ook als medeburger van de samenleving, als ‘kritische’ consument, als persoon die een verantwoordelijke rol in de maatschappij wil en kan spelen.
Juist de constructieve bijdragen die uit deze rollen voortvloeien blijken volwassenen te kunnen verleiden om – op voet van gelijkwaardigheid – de dialoog met jongeren aan te gaan. (Noom en de Winter, 2001: 51).
Het lijkt erop alsof Noom en de Winter enerzijds benadrukken dat er sprake zou moeten zijn van een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de jongere, die best weet wat hij wil en wat goed voor hem is, (als ‘kritische’ burger) als de hulpverlener, die het positieve in de jongere kan bekrachtigen. Anderzijds zeggen ze dat de volwassenen ‘verleid’ kunnen worden om de dialoog met jongeren aan te gaan, als jongeren zelf constructieve bijdragen leveren. In dit licht gezien lijkt het er op dat van zowel de jongere als van de hulpverlener veel gevraagd wordt. De ontwikkeling van een identiteit De jongeren op wie het onderzoek zich op richt bevinden zich ten tijde van het ontstaan van schulden (gemiddeld zo rond het 18e levensjaar) in een fase van hun leven waarin ze nog zoekende zijn naar een eigen identiteit. Identiteit is nooit een afgerond geheel, wel is het zo dat de identiteit tijdens de adolescentie belangrijke ontwikkelingen doormaakt. Jongeren van nu leven in een tijd waarin je niet automatisch bij geboorte of opvoeding een eigen identiteit meekrijgt. Kenmerkend voor de Nederlandse maatschappij is de nadruk op het consumeren. Materiële zaken zijn bij jongeren belangrijk bij het vormen van een identiteit. Op de middelbare school letten jongeren op merkkleding en zijn erg gevoelig voor wat anderen van hen denken. Daarbij zijn er voor opgroeiende jongeren veel keuzes te maken. Producten en merken zijn voor opgroeiende kinderen van belang om aan anderen kenbaar te maken wie of wat ze willen zijn. Jongeren maken gebruik van symboolconsumptie: ze vereenzelvigen zich met waar het product voor staat. Bijvoorbeeld het nieuwste model mobiele telefoon. Voor veel jongeren is dit een statussymbool. De verleidingen: lenen om zo die mooie spullen
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
18
(symbool voor een bepaalde identiteit) aan te kunnen schaffen. Vooral jongeren die om wat voor reden dan ook te weinig interne dwang kunnen organiseren in zichzelf, zijn vatbaar voor de vele verleidingen die de consumptiemaatschappij biedt. Rood staan, lenen, kopen op afbetaling, het afsluiten van dure telefoonabonnementen komen veelvuldig voor bij deze groep. Bedrijven zijn commercieel ingesteld en controleren niet of men zich de goederen wel kan veroorloven. Psycholoog James Marcia 9 spreekt van in ieder geval vier stappen in de ontwikkeling van de identiteit. Hij noemt deze stappen statussen. Identiteitsontwikkeling is een dynamisch proces dat bijna het hele leven beslaat. Een persoon gaat in zijn leven doorgaans door een aantal identiteitscrises heen om vervolgens zijn identiteit aan te scherpen. De eerste identiteitsstatus noemt Marcia foreclosure, wat zoiets betekent als uitsluiting. Het is een pseudo-identiteit, omdat hij rechtstreeks wordt afgeleid uit de identiteit van anderen, in veel gevallen de ouders. Individuen met deze status hebben nooit een identiteitscrisis meegemaakt, ze hebben geen alternatieven uitgeprobeerd en hebben overgenomen wat anderen voor hen het beste vonden. Dan volgt de status van identiteitsverwarring, deze mensen hebben misschien wel een of meerdere identiteitscrises meegemaakt, maar durven nog geen ingrijpende beslissingen te nemen. Ze zijn vaak losbandig, springen van de hak op de tak en hebben niet het vermogen om hechte relaties aan te gaan, doordat ze zich niet aan een identiteit verbinden. Het moratorium vervolgens, is een status van rust. In dit stadium zijn keuze-experimenten mogelijk, waardoor verschillende identiteiten kunnen worden uitgeprobeerd. Deze adolescenten zijn vaak levendig en zoeken intimiteit met anderen. Ze hebben zich echter nog niet aan een bepaalde identiteit verbonden, al zullen ze dat uiteindelijk vaak wel doen. De laatste status is identiteitsverwerving, het individu heeft bewuste en duidelijke keuzes gemaakt en is ervan overtuigd dat deze beslissingen van zijn ware aard getuigen.
Vanuit deze theorie zijn veel onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat veel jonge mensen deze vier identiteitsstatussen doorlopen. Dit proces verloopt niet altijd precies in bovengenoemde volgorde. Er bestaat ook terugval naar de eerste twee statussen. Binnen deze eerste twee statussen is de zelfwaardering van een persoon sterk afhankelijk van wat anderen van hem of haar vinden, ze hebben doorgaans geen hoge pet op van zichzelf.
9
Feldman R. S., V. Walsmit (2005) Ontwikkelingspsychologie. Pearson education.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
19
Volgens socioloog Zygmunt Bauman 10 wordt identiteit in deze tijd niet meer gezien als iets wat je bij je geboorte meekrijgt en wat vaststaat, maar als iets wat gevormd moet worden. Hij maakt hierbij onderscheid in de uitingsvorm hiervan in de moderne en de postmoderne tijd.
If the modern “problem of identity” was how to construct an identity and keep it solid and stable, the postmodern “problem of identity” is primarily how to avoid fixation and keep the options open.
Volgens Bauman bevindt de huidige maatschappij zich in een staat van “liquid modernity”. De identiteit die men vormt komt steeds minder vanzelfsprekend voort uit de vanzelfsprekende, vaak bewandelde paden, neergelegd door gerespecteerde instituties zoals kerk en gezin omdat deze in crisis zijn, aldus Bauman. Hierdoor wordt het maken van ‘harde’ keuzes vermeden. Daarbij lijken de keuzemogelijkheden onbeperkt. Het vergroten van deze keuzevrijheid is lange tijd als ideaal gezien, ieder individu kon op veel vlakken een persoonlijke voorkeur bepalen. Zie bijvoorbeeld de herinrichting van het zorgstelsel, de herziening van het pensioenstelsel en het Studiehuis. Conclusie De beschreven theoretische noties lijken mij bruikbaar om de interpretaties van de jongeren een plaats te kunnen geven. Ik verwacht dat de fase van identiteitsontwikkeling waarin jongeren zich bevinden, invloed heeft op hun gedrag en de keuzes die zij maken. Het is daarbij van belang te beseffen dat de keuzevrijheid die jongeren in deze tijd hebben wellicht meer verwarring oplevert dan vreugde. Er wordt veel nagedacht over wat de beste manier is om met jongeren met problematische schulden om te gaan. Op dit moment ligt de nadruk hierbij op de professionaliteit van de hulpverlener. Noom en De Winter adviseren dat het de richting op gaat van gedeelde verantwoordelijkheden (van zowel hulpverlener als cliënt), conform de plannen van het kabinet. Na een beschrijving van het empirisch onderzoek kom ik terug op deze achtergronden en breng ik ze in verband met mijn bevindingen.
10
Bauman Z. (2002) Society under Siege. UK: Polity.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
20
Weergave en verantwoording van de werkwijze Dataverzameling onderzoek Stichting Alexander en Noorda en co Tijdens dit onderzoek zijn een aantal verschillende methodes van dataverzameling toegepast. Er zijn, in Amsterdam en in Utrecht, interviews en panelgesprekken geweest, en in Amsterdam heeft een groep van vijf van de respondenten in het kader van het participatieve onderzoek van stichting Alexander zelf interviews gehouden met eenentwintig andere, door hen benaderde respondenten. In totaal heb ik achtentwintig respondenten gesproken, in de vorm van vijf interviews en vier panelgesprekken. Aan de panelgesprekken deden in totaal drieëntwintig respondenten mee. In totaal heb ik negen jonge vrouwen en negentien jonge mannen gesproken, allen tussen de zestien en zesentwintig jaar. Aan alle mensen die hebben meegewerkt is gevraagd of ze verder zouden willen deelnemen aan het onderzoek. Uiteindelijk ontstond toen de groep van vijf mensen die zelfstandig in totaal eenentwintig anderen in hun eigen omgeving hebben geïnterviewd. Dit team is meerdere malen onder mijn leiding bij elkaar gekomen. In de eerste plaats om een vragenlijst samen te stellen en vervolgens om de resultaten van de interviews te bespreken. De groep heeft jonge mensen ondervraagd over het hebben van schulden en huisvestingsproblemen. Van de resultaten van deze methode gebruik ik voor mijn eigen onderzoek voornamelijk het evaluatiegesprek dat met deze groep gehouden is, omdat dit materiaal bevat dat aansluit bij mijn vraagstelling. Het begeleiden van deze groep is voor mij van grote waarde geweest, voornamelijk omdat ik op een gegeven moment een band voelde ontstaan met deze jongeren. Ik had regelmatig contact met ze, ik ging bij hen langs bij de inloop van Streetcornerwork of ze kwamen bij mij op kantoor langs. Hierdoor kreeg ik naar mijn gevoel veel meer inzicht in hun belevingen dan wanneer ik slechts een eenmalig gesprek had met een jongere. Er ontstonden vertrouwensbanden die ertoe leidden dat het onderzoek op sommige momenten trekken kreeg van een etnografisch onderzoek. Dit maakte dat mijn enthousiasme en nieuwsgierigheid steeds groter werd en daarbij kon ik me steeds meer inleven in de leefomstandigheden van de jongeren. Dit onderzoek Ik heb gebruik gemaakt van vragenlijsten en panelleidraden die in eerste instantie zijn ontworpen voor het onderzoek in opdracht van de gemeentes. Ik heb deze vragenlijsten en leidraden aangevuld om tevens antwoorden te kunnen krijgen op mijn eigen specifieke onderzoeksvragen.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
21
Respondenten
Leeftijd
Inkomen
Sekse
Woonsituatie
16 t/m 18
2
Vrouw
9
Werk
6
Studentenwoning
3
19 t/m 22
12
Man
19
Opleiding en
3
Zelfstandig
4
Bij familie
1
Opvangvoorziening
8
Vrienden
1
Tent
1
Onbekend
10
werk 23 +
8
Totaal
28 Uitkering
Onbekend
6
Geen
Af en toe een
5
2
12
baan/ onbekend
N.B. Tijdens het panelgesprek bij stichting Streetcornerwork is niet van elke respondent duidelijk geworden wat zijn of haar leeftijd, inkomen of woonsituatie is.
Toegang tot het veld Het werven van de jongeren vond plaats met behulp van verschillende hulpverleningsorganisaties. Een panel in Amsterdam vond plaats bij een locatie van Stichting Streetcornerwork, een stichting die jongeren met schulden en huisvestingsproblematiek opvangt, in het centrum van Amsterdam. Een ander panel werd gedaan op een school in Amsterdam Zuidoost. Daar was contact met een schuldhulpverlener van stichting Madi 11 , die op deze school wekelijks een spreekuur organiseert. Het panel in Utrecht vond plaats bij stichting Stade 12 , een soortgelijke organisatie als Streetcornerwork. De contactgegevens van de jongeren die in Utrecht geïnterviewd zijn, heb
11
Stichting MaDi Amsterdam Zuidoost en Diemen positioneert zich als een regionale organisatie voor maatschappelijke dienstverlening. De dienstverlening omvat Algemeen Maatschappelijke Werk, Sociaal Raadslieden, Ouderenwerk en Schuldhulpverlening. (www.madizo.nl).
12
Stichting Stade is een maatschappelijke welzijnsorganisatie waarin de dynamiek van specialistische expertise centraal staat. (www.stichtingstade.nl).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
22
ik verkregen via (schuld)hulpverlenersinstanties Portes 13 en Fourstar 14 . De jongeren die in Amsterdam geïnterviewd zijn, heb ik aangesproken tijdens een inloopspreekuur bij stichting Streetcornerwork. Panels Streetcornerwork Het eerste panel werd gehouden tijdens het inloopspreekuur van Stichting Streetcornerwork, in een donkere kelder aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Op deze onopvallende plek in het hart van Amsterdam komen jongeren bij elkaar die, zoals beschreven op de website van Stichting Streetcornerwork:
Vanwege een veelvoud aan sociale en individuele oorzaken de relatie met de samenleving kwijt zijn geraakt of dreigen te verliezen. Zij maken geen gebruik (meer) van het reguliere voorzieningenaanbod, omdat dat niet aansluit bij hun vraag, leefstijl en manier van communiceren. Zij worden aangeduid als ‘moeilijk bereikbaar’ of ongemotiveerd.
Onder het genot van koffie, thee, vele joints en sigaretten, namen er elf jongeren (tien jongens en een meisje) deel aan het gesprek. Tussendoor ging er af en toe iemand weg en kwamen er ook weer anderen bij. Niet iedereen nam even actief deel aan het gesprek. De jongeren zijn tussen de zestien en de vierentwintig jaar. Acht van hen zijn de twintig gepasseerd. Tijdens het twee uur durende gesprek werd er door enkele jongeren openhartig verteld over de eigen situatie. Niet van iedereen is duidelijk geworden hoe zijn of haar schuld en/of woonsituatie precies was. In ieder geval hadden zes van hen geen permanente verblijfplaats en vijf waren steeds aan het verkassen van een tijdelijke opvang naar een andere tijdelijke opvang. Er is een aantal locaties in Amsterdam waar dakloze jongeren terecht kunnen. Vaak kun je daar niet meer dan zes weken achtereen verblijven. Een jongen was minderjarig en maakte geen aanspraak op opvangvoorzieningen, hij woonde ten tijde van het gesprek in een tent in het Amsterdamse Bos. Van de overigen wonen er waarschijnlijk nog een aantal op een tijdelijke plek en hebben er ook een aantal wel een zelfstandige woning. Alle respondenten hadden schulden, op één na.
13
Portes is een brede welzijnsorganisatie in de stad Utrecht en richt zich op het verbeteren van het sociale leefklimaat en de leefomgeving van alle bewoners binnen haar werkgebied. (www.portes.nl). 14
FourstaR is een reïntegratiebedrijf van het eerste uur, ontstaan eind jaren negentig, nog voordat de liberalisering van de reïntegratiemarkt werd doorgevoerd. (www.fourstar.nl).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
23
ROC Amsterdam Zuidoost Dit panel bestond uit vier personen, twee jonge mannen van zesentwintig jaar, een jonge vrouw van achttien jaar en een jonge vrouw van drieëntwintig jaar. Drie van hen hebben een studentenwoning en de vrouw van achttien jaar woont nog bij haar ouders. Het twee uur durende gesprek vond plaats in de kamer van een afdelingshoofd van de school. De respondenten waren voor dit gesprek benaderd door een medewerker van Madi Zuidoost. De twee jongens uit dit panel hebben later zelf anderen geïnterviewd.
Utrecht, Stichting Stade Dit panel zou aanvankelijk bestaan uit vijf personen. Echter toen de eerste binnenkwam, en hij de namen van de overige deelnemers op de lijst zag staan, ontstond er paniek bij hem. Hij had ruzie gehad met een van de meiden die zou komen. Hij heeft toen besloten niet mee te doen met dit panel en is weggegaan voordat de anderen binnenkwamen. Hij is later in de woning waar hij toen logeerde geïnterviewd. Het panel bestond toen nog uit drie jonge vrouwen (eenentwintig, tweeëntwintig en vierentwintig jaar) en een jonge man van twintig jaar. Zij woonden ten tijde van het gesprek allen in Pension Singelzicht, een opvangplek in Utrecht voor dakloze jongeren. Eén van de jonge vrouwen heeft een dochter. Interviews Drie van de vijf interviews vonden plaats in huiskamers. Een interview was in een buurthuis in Utrecht en het vijfde in een jongerencentrum in Amsterdam. Het was de bedoeling dat er in het jongerencentrum meer mensen aanwezig zouden zijn, zodat er een panel gedaan zou kunnen worden maar dit was niet het geval dus werd het een interview. Een interview in Utrecht was met een jongen van twintig jaar in de huiskamer van een vriendin van hem. Hij had zelf geen verblijfplaats en zag deze situatie als een tijdelijke oplossing. Instanties waar hij mee te maken had wisten niet af van deze verblijfplaats, hij wilde dat geheim houden tot hij een vaste plek zou hebben gevonden. Mede omdat er anders allerlei schuldeisers en deurwaarders op de stoep bij de vriendin zouden komen staan. Een ander interview dat in Utrecht plaatsvond was bij een jonge vrouw in haar eigen huurwoning. Evaluatie jongeren-interviewers Het duurde even voordat de groep jongeren die verder deelnamen aan het onderzoek door zelf interviews te doen, geformeerd was. Uiteindelijk waren er vijf jongeren die van het begin tot het eind actief mee hebben gedaan. Dit waren de twee jonge mannen (26 jaar) van het panel op het ROC Zuidoost, en een jonge vrouw en een jonge man (beide 18 jaar) die ik na
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
24
het panel bij Streetcornerwork tijdens een ander inloopspreekuur ontmoette. De laatste was een jongen (zestien jaar) die bij het panel bij Streetcornerwork aanwezig was geweest. Zij hebben samen eenentwintig interviews gedaan met jongeren in hun omgeving die in een soortgelijke situatie als zijzelf verkeerden. Deze interviews ga ik niet gebruiken, wel maak ik gebruik van het evaluatiegesprek dat met de jongeren-interviewers heeft plaatsgevonden, omdat daarin ook vooral hun eigen vooronderstellingen en ervaringen naar voren kwamen. Daarbij komt dat twee van hen niet hebben deelgenomen aan een interview of panelgesprek. Het materiaal van deze evaluatie is een aanvulling op het materiaal van de interviews en de panelgesprekken.
Alle interviews en panelgesprekken en de evaluatie met de jongeren-interviewers zijn opgenomen en letterlijk uitgewerkt. Doelgroepomschrijving Zoals eerder gezegd hebben de respondenten behalve met schulden, ook vaak te maken met moeilijkheden met het vinden en behouden van huisvesting. De respondenten die ik gesproken heb, hadden allen, op een na, te maken met schulden. Van de vierentwintig hadden in ieder geval vijf een zelfstandige (studenten)woning. Ik kan niet met zekerheid zeggen hoeveel dit er waren omdat dat niet aan iedereen persoonlijk is gevraagd tijdens het panel bij Streetcornerwork. Ik weet in ieder geval van tien jongeren dat ze ergens tijdelijk verbleven (in opvangtehuizen in Amsterdam en Utrecht). Van de overigen vermoed ik dat de meesten ook geen permanente zelfstandige woonruimte hadden.
Alle respondenten die ik heb gesproken zijn benaderd via hulpverleningsinstanties. Dit maakt dat iedere respondent ook ervaring heeft met (schuld)hulpverlening. Dit is wat ze allen gemeen hebben. Echter verkeren de verschillende respondenten in uiteenlopende situaties. Sommigen hebben een eigen woning en zijn al goed op weg met het aflossen van schulden, ze hebben zogezegd hun leven redelijk op orde. Anderen zitten nog midden in het proces van het zoeken naar huisvesting en het, al dan niet samen met hulpverlening, bedenken van oplossingen om schulden te kunnen aanpakken. Openheid van de respondenten Over het algemeen genomen viel me tijdens het voeren van de diverse gesprekken met de jongeren op hoe openhartig ze spraken over hun persoonlijke omstandigheden. Er zijn veelvuldig intieme onderwerpen aan bod gekomen, zoals de relatie met ouders, eigen fouten die gemaakt zijn, liefdesrelaties, illegale manieren om aan geld te komen en illegale
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
25
woonvormen. Geen van de respondenten had moeite om vragen te beantwoorden. Integendeel, de antwoorden zijn uitgebreid en met veel voorbeelden toegelicht. Bij het panel bij Streetcornerwork hebben niet alle elf respondenten het achterste van hun tong laten zien. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de setting (een inloopspreekuur, waar iedereen naar binnen kon wandelen) en de hoeveelheid respondenten. Ongeveer vijf van de elf waren steeds aan het woord, de anderen knikten vak beamend, of mengden zich heel af en toe in het gesprek. Het panel bij stichting Stade begon wat moeizaam, toen het gesprek eenmaal op gang was kwam er toch heel veel los bij de jongeren. Bij het panel op het ROC waren voornamelijk de twee jongens uitgebreid aan het woord. Deze twee jongens hebben later meegedaan aan het onderzoek door zelf andere jongeren te interviewen. De respondenten die thuis zijn geïnterviewd en de respondenten die zelf mee hebben gedaan aan het onderzoek als interviewer zijn. Analysemethode De interviews, panelgesprekken en het evaluatiegesprek zijn opgenomen met een digitale recorder en vervolgens letterlijk uitgewerkt. Met behulp van het programma Maxqda2, een programma voor kwalitatieve data analyse, zijn de interviews gecodeerd. In onderstaande codeboom staan de codes die ik gebruikt heb. In de eerste instantie ben ik uitgegaan van de codes ‘ontstaan van schulden’, ‘gevolgen van schulden’, ‘acties bij schulden’, en ‘advies en oplossingen’. Ik heb de interpretaties van de jongeren bestudeerd. Hoe zij spraken over hun situatie, welke betekenissen zij gaven aan het hebben van schulden en de omgang daarmee. Hoe spraken zij over verschillende verantwoordelijkheden die zij lijken te onderscheiden, van bijvoorbeeld zichzelf, ouders, hulpverleners en overheid? Deze codes heb ik toegevoegd bij ‘ontstaan van schulden’ en bij ‘acties bij schulden’. Ik stuitte op tegenstrijdigheden in de dingen die gezegd werden. Binnen de jongeren was een strijd te onderscheiden die ze in zichzelf voerden. Deze strijd had te maken met verantwoordelijkheden en met het vormen van een eigen identiteit. Ook was er een strijd met de buitenwereld. Hoe vertellen ze over de strijd die ze leveren met zichzelf en de buitenwereld als het gaat om het toewerken naar mogelijke oplossingen om uit de schulden te komen? Welke interpretaties geven ze weer als het gaat om het neerzetten van de eigen identiteit? In totaal heb ik 334 fragmenten gecodeerd.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
26
Codeboom
achtergrond respondenten
schulden o
wat zijn schulden
o
ontstaan van schulden
eigen verantwoordelijkheid
invloed omgeving/ familie
opleiding/ werk
o
gevolgen van schulden
o
acties bij schulden
o
omgang met schulden
omgeving
school
schuldsanering
hulpverlening
advies en oplossingen
voor jongeren zelf
voor ouders/vrienden/familie
voor scholen
voor hulpverlening/ overheid/ anderen
o
identiteit
o
strijd
o
verantwoordelijkheid
o
internaliseren
externaliseren
jongeren over andere jongeren
houding ten opzichte van het hebben van schulden
jongeren helpen jongeren
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
27
Aard en ontstaan van schulden Portret 2, fragment uit een interview met een jongen, 20 jaar, woonachtig te Utrecht. (16-04-’08). Locatie: Utrecht, Zuilen
Wanneer ben je uit huis weggegaan? Ik was een week vijftien toen ging ik naar de crisisopvang in Leiden. En daarvandaan heb ik in de crisisopvang gezeten door heel Nederland, in een hele korte tijd. Alleen ik heb nog nooit 020 gehad.. gelukkig (lacht). … een leefgroep in Gouda, dat is toen doorgegaan naar Dordrecht, daar ben ik toen eruit gezet, terug naar JKL in Leiden, en daarvandaan ja, Leiden, Den Haag, Alphen, Boskoop, noem maar op.. bij sommige ben ik weggestuurd, bij sommige moest ik weg, bij sommige was mijn tijd op. Elke instelling heb dingen, je mag zoveel maanden blijven, gemiddeld en dan wordt er een vervolgplek voor je geregeld, maarja, bij mij is het al vijf jaar aan de gang en ik schiet nog steeds niks op na vijf jaar, het enige wat ik gewoon wil is een eigen kamertje hebben. Hier in Utrecht, daarvoor zit ik hier, mijn vriendin zit hier, daarom ben ik hier naartoe gekomen, hiervoor woonde ik in Rotterdam. Hoe ben je begeleid in die vijf jaar? Allemaal verschillende.. allemaal verschillende, die van jeugdzorg is tot mijn 16 en een half geweest, toen hebben ze mij eruit gekickt, toen heb ik ook bijna een jaar op straat gestaan. Ik had gewoon een bootje gekraakt, ik ben ver weg gevaren, en daar sliep ik gewoon in. (…) Dat vond ik wel knap, ik was minderjarig en niemand deed wat voor me, de kinderbescherming niet, de jeugdzorg heeft me eruit gezet, de politie deed niks, dus dat vond ik wel heel erg knap toentertijd, dat zoiets mogelijk was hier in Nederland, daar ben ik nog steeds kwaad over dat dat zo gelopen is. En hoe kwamen de schulden? Dat is in Rotterdam vooral begonnen, op een paar hele lullige manieren gegaan, het eerste dat ik op straat stond, heel veel zwart gereden gewoon, om een beetje te kunnen slapen, als het stormde buiten, dan dook ik gewoon een trein in en dan reed ik heel Nederland door, en daar heb ik heel veel boetes mee gekregen. Echt gigantisch veel, ik denk rond de 500 stuks of zo. Op een gegeven moment had ik zo’n stapel, alles door elkaar heen, een paar snelhechters gepakt, en voor elk soort heb ik het apart gemaakt. In Rotterdam hebben ze ook op een gegeven moment op een hele lullige manier van mijn kamer mijn legitimatie gejat en mijn bankpasje. Maar dat wist ik dus niet, dus ik had ook helemaal geen aangifte gedaan, en wat bleek, hebben ze gewoon een telefoonabonnement op mijn naam afgesloten en daar krijg ik nu ook hele hoge, ze hebben ook flink gebeld daarop. Dat is een hele smerige, maar bewijs het maar dat je dat niet bent. Niet te bewijzen. (…) Ja, even zoeken, verzekering he, mijn ziekenfonds ken ik niet betalen, want Rotterdam heeft voor mij een hele dure afgesloten, ik betaal €120,- per maand. Wie heeft dat afgesloten voor je? Rotterdam, mijn begeleiders daaro toentertijd, hier, hier kreeg ik een uitkering van € 440,- per maand. Mijn huur was € 330,- en de verzekering dus € 120,-. Voor de schuldsanering daar zijn gigantische wachtlijsten voor, ik sta nou effe kijken 8 maanden heb ik me al aangemeld daarvoor, en ik sta ergens halverwege. En dan moet je elke maand bellen om op de wachtlijst te blijven En die schulden die lopen gewoon door. Dat is het hele irritante eraan want ze bevriezen niks. Krijg je op dit moment hulp? Nee, alleen via Erik dan, maar die ken weinig voor mij betekenen, hij is er wel mee bezig, hij is voor me aan het kijken maar alles zit vol, wachtlijsten voor over een paar maanden. En krijg je nu nog een uitkering? Nee, omdat ik geen woonadres heb. (…)
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
28
Bij jongeren onder de 18 jaar ontstaan de eerste schulden vaak door verkeersboetes zoals brommer rijden zonder helm. Soms gaat het om boetes wegens openbaar dronkenschap of agressief gedrag, of door zwartrijden in het openbaar vervoer. Ook kan de eerste schuld ontstaan door via allerlei constructies geld te lenen bij banken, of door abonnementen af te sluiten bij telefoniebedrijven. Wanneer jongeren 18 zijn krijgen zij zelf de verantwoordelijkheid voor het betalen van hun zorgverzekering. Sommige jongeren zijn hier niet van op de hoogte of weten zij niet hoe ze dit moeten organiseren. Verder noemen jongeren dat schulden ontstaan door het kopen van spullen op afbetaling. Ze willen graag mooie spullen hebben en ‘erbij’ horen. Leningen en het kopen van spullen op afbetaling worden aantrekkelijk gemaakt door reclames. Bedrijven onderzoeken niet of jongeren wel aan de betalingsverplichtingen kunnen voldoen.
Als je een vette telefoon ziet en je kunt hem zo makkelijk krijgen dan denk je niet. Je bent jong. (meisje, 21 jaar, Utrecht).
Ik denk eigenlijk dat toen ik in de puberteit kwam en ik echt dingetjes wilde die andere kinderen ook hadden. Een mobiele telefoon, mooie kleding. Wij hadden daar thuis niet echt genoeg geld voor, dus ik ging dingen op afbetaling doen. Zo ben ik eigenlijk in de schulden terecht gekomen. Ik was nog geen 18, maar ik ging mijn geboortedatum verwisselen en dan kreeg ik het. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Kijk wat je kunt bestellen en in tweeduizendzoveel pas hoeft te betalen. Via internet kun je zoveel bestellen! (meisje, 23 jaar, Utrecht).
Uit de citaten hierboven spreekt onder andere naïviteit. De jongeren lijken opeens te ontwaken in een wereld vol verleidingen waaraan ze moeilijk weerstand kunnen bieden. Shoppen via internet wordt specifiek genoemd om op een gemakkelijke manier aankopen op afbetaling te doen. Zoals eerder genoemd ontstaan bij jongeren boven de 18 jaar schulden veelal doordat jongeren verantwoordelijkheden niet nemen, zoals het betalen van vaste lasten (zorgverzekering, huur, belasting). Wanneer de zorgverzekeraar een incassobureau inschakelt lopen de verschuldigde bedragen snel op, mede door boetes.
Mijn ziekenfonds kan ik niet betalen, want [de hulpverlener in, red.] Rotterdam heeft voor mij een hele dure afgesloten, ik betaal 120 euro per maand […] En ik ken zoveel mensen die in de shit zitten vanwege die ziektekosten. Ik werd 18 en meteen begon het geëtter. (jongen, 20 jaar, Utrecht).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
29
Ik vind dat zo stom, dat je drie maanden later je studiefinanciering krijgt terwijl je wel je ziekenfonds moet betalen. Het is de hele maand zonder inkomsten. Dat is zoiets raars. Waarom krijg je niet alles meteen, als je inkomsten hebt kan je je ziekenfonds betalen. Nu begin je al met een schuld als je geen baan hebt. En dan komen ze ons blij maken met een zorgtoeslag die toch weer naar hen gaat. Waar gaat het over! Ik krijg een maandelijkse zorgtoeslag, voor wat? Nu komen ze het geven en moet ik het meteen aan de deurwaarder geven. (meisje, 23 jaar, Amsterdam).
Ik ging naar de Agis, en toen zat ie [de beugel, red.] er al in en toen bleek dat ik niets vergoed kreeg omdat ik ben gaan werken en ik niet meer verzekerd was. Ik snapte er niets van, maar het was wel een bedrag van boven de 1000 euro. Tsja, en bij Agis, daar bleek dat ik een jaar niets betaald had, terwijl ik dacht dat die bedragen vanzelf werden afgeschreven. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Er bestaat veel onwetendheid als het gaat om rechten en verplichtingen die iedere burger heeft vanaf zijn achttiende. Het aanvragen van studiefinanciering en het afsluiten van een verzekering gaat niet bij iedereen vanzelfsprekend goed. Uit de citaten hierboven spreekt weinig eigen initiatief wat dat betreft, de jongeren lijkt het als het ware te overkomen dat er schulden ontstaan. Een andere veelgenoemde manier om in de schulden te komen is door het afsluiten van telefoonabonnementen. Soms hebben jongeren verschillende telefoonabonnementen naast elkaar. Enkele jongeren vertellen dat deze abonnementen niet perse worden afgesloten om te bellen, maar dat jongeren gewoonweg het nieuwste telefoontoestel willen hebben. Providers maken reclame met de nieuwste modellen en aanbiedingen waardoor jongeren in de verleiding komen.
Voor wat nemen wij een abonnement? Niet om te bellen, maar om de nieuwste telefoon! (meisje, 21 jaar, Utrecht).
Providers letten niet op de financiële situatie van jongeren, er wordt niet altijd gevraagd naar een loonstrookje of andere zaken die bewijzen dat men een regelmatig inkomen heeft. Er ontstaan soms onverwacht hoge rekeningen omdat niet bijgehouden wordt wanneer over beschikbare belminuten heen gegaan wordt.
Ze smeren je gewoon een abonnement aan, maar kijken niet of je het kunt betalen. Het boeit ze niet en ze willen gewoon hun geld. (jongen, Amsterdam).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
30
Bij jongeren boven de 18 jaar komen schulden bij de Informatie Beheer Groep (IBG) voor door onder andere de studiefinanciering door te laten lopen terwijl ze zijn gestopt met hun opleiding. Daar komen vaak de kosten bij van hun Openbaar Vervoers (OV) jaarkaart, die ze vergeten in te leveren. Sommige jongeren beschrijven hele specifieke verhalen over hoe hun schulden zijn ontstaan door toedoen van anderen, en in het bijzonder als gevolg van (achteraf) onterecht vertrouwen in anderen. Twee meisjes vertellen geld te hebben geleend en spullen op afbetaling te hebben gekocht voor een belangrijke persoon in hun leven (moeder, partner).
Het is niet mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik was te dom, ik geloofde hem te snel, ik dacht ‘hij betaalt wel’. Hij was lief en voelde zich ook schuldig, maar hij kan me niet helpen, want hij heeft zelf ook schulden. (meisje, 26 jaar, Utrecht).
Sommigen laten hun kinderen schulden maken. Want je moeder kan het niet betalen dus ga jij het maar betalen. Op een gegeven moment zit je zo diep in de shit. Je moeder zegt ‘jij koopt weer nieuwe schoenen. Je moet helpen het huishouden te betalen’. (jongen, 26 jaar, Amsterdam).
Deze twee jongeren hebben geld geleend voor een ander. Ze leggen de verantwoordelijkheid buiten zichzelf en voelen zich een slachtoffer van de situatie. Geld lenen of rood staan bij de bank verloopt volgens de jongeren gemakkelijk. Een meisje uit Utrecht (zie portret 3) vroeg een lening aan toen ze achttien jaar was geworden. Ze moest papieren aanvragen en invullen. Ze zette haar handtekening en kreeg het geld naar eigen zeggen direct contant mee (€10.000,-). Naast een persoonlijke lening maken veel jongeren gebruik van de mogelijkheid rood te staan bij de bank.
Toen ik 18 werd, het eerste waar ik aan dacht: ‘mmm, gelijk naar de Postbank, 1000 euro rood staan. Want ik hoorde het van iedereen, elk meisje zei: ‘oooh, kijk, ik ga leuke dingen kopen’. Dan kijk je daarnaar en dan wil je dat ook. En dan snak je naar meer… (meisje, 21 jaar, Utrecht).
Jongeren beïnvloeden elkaar. Als vrienden rood staan, denkt iemand dat het erbij hoort, dat het normaal is, en is dan sneller geneigd dat ook te gaan doen. Dit was een korte indruk van de meest voorkomende manieren waarop schulden ontstaan bij de jongeren die ik heb gesproken. Samengevat ontstaan schulden door: boetes, niet betalen van verzekering, rood staan, leningen, telefoonabonnementen en shoppen op afbetaling.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
31
Proces van verandering ‘Onwetendheid’, ‘ontkenning’, ‘confrontatie’, ‘verandering’
Doordat de jongeren hun leven van de afgelopen jaren beschreven, reflecteerden ze (onbewust) op hun handelen. In de eigen interpretaties van de gebeurtenissen die werden beschreven kwamen een aantal regelmatigheden naar voren. Voordat ik dieper inga op de reflecties van de jongeren (in het hoofdstuk hierna), zal ik eerst een aantal verschillende stadia omschrijven waarin jongeren met schulden zich bevinden.
Naar mate de dataverzameling vorderde waren bepaalde regelmatigheden te herleiden tot een aantal verschillende stadia, die alle jongeren in mindere of meerdere mate door maakten. Deze stadia kunnen worden aangeduid als: stadium van onwetendheid, ontkenning, confrontatie en verandering. Onwetendheid houdt in dat er geen besef is van de ernst en de gevolgen van het maken van schulden. In deze fase worden de eerste schulden gemaakt. In de fase erna, die ik de fase van ontkenning noem, ontwaakt een beginnend gevoel van de ernst van de situatie, vooral door signalen van de buitenwereld die erop duiden dat het niet goed gaat, dat er iets aan de hand is. De persoon zelf staat er nog niet bewust bij stil en ontkent dat er iets aan de hand is. De signalen van de buitenwereld worden vervolgens steeds sterker. Men krijgt bijvoorbeeld te maken met een deurwaarder. De jongere wordt geconfronteerd met zijn schulden en kan er niet meer omheen. Na deze fase van confrontatie volgt er een fase waarin stappen gezet worden waardoor veranderingen in de situatie kunnen plaatsvinden. Hieronder volgt een uitgebreide toelichting op de verschillende fasen. Onwetendheid In het stadium van ‘onwetendheid’ realiseren jongeren zich nog niet volledig dat ze schulden maken en daar lastige gevolgen van zouden kunnen ondervinden. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren die zich er niet van bewust zijn dat zij vanaf hun 18e levensjaar een eigen maandelijkse premie aan de zorgverzekering moeten betalen. Daarnaast beseffen jongeren zich in deze fase niet dat schulden in korte tijd hoog kunnen oplopen.
Ik zeg niet dat het hun (de gemeente/overheid) schuld is. Jij die onwetend is en iets besteld bij de Wehkamp. Je krijgt dan schulden maar voor hun is het feest, er komt weer meer geld binnen. (jongen, 24 jaar).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
32
Mijn broer zei: ‘ga je schulden betalen’, maar dat ging het ene oor in en het andere uit. Ik kon ze niet betalen en als ik geld had kocht ik onnozele dingen in plaats van af te betalen. (jongen, 20 jaar, Utrecht).
Ik snapte er allemaal niets van, ik had toen niemand die me daarbij hielp. Niet om mijn moeder af te kraken maar mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft zelf ook altijd schulden en die kan helemaal niet met geld om gaan. En die heeft nou niet bepaald naast me gezeten om te vertellen hoe ik het nou allemaal moest doen. (meisje, 24 jaar). Ontkenning Jongeren worden zich al wat meer bewust van de gevolgen van het maken van schulden wanneer de signalen steeds zichtbaarder worden. De stapel rekeningen en herinneringen van rekeningen wordt steeds hoger en familieleden of vrienden maken opmerkingen over de schulden. Jongeren ondernemen echter nog geen actie om er iets aan te doen. Dit is de fase van ontkenning. Het besef van het hebben van schulden en de mogelijke ernst ervan is aanwezig, maar men is nog niet bezig met een mogelijke oplossing. Jongeren leven in het hier en nu en denken niet over de consequenties van hun gedrag na. Dit uit zich onder andere in het niet openen van de post en het maken van nieuwe schulden. Het ene gat wordt met het andere gevuld. De vaste lasten zoals de zorgverzekeringspremie en het telefoonabonnement worden niet als eerste betaald. Jongeren geven aan dat zij de rekeningen destijds niet wilden betalen en/of andere prioriteiten stelden waardoor hun schulden ontstonden en opliepen. Mijn schulden begonnen toen ik op mijn 18e een huis kreeg en ik het even niet kon betalen. Ik had ook een minimum inkomen. Ik was student en als je het de ene maand niet kan betalen en de maand daarop....en toen ik eruit ging toen had ik schijt aan alles. Toen dacht ik: ik betaal niets meer! Omdat ik daarvoor ook al heel veel moeite had gedaan om hulp te krijgen en ze me elke keer afwezen omdat ik student was. (meisje, 23 jaar, Amsterdam). Confrontatie In het daarop volgende stadium is ontkenning vrijwel onmogelijk omdat er door de buitenwereld confronterende acties worden ondernomen. Op een kwade dag komt bijvoorbeeld de deurwaarder langs om beslag te leggen op spullen. Ook komt het voor dat jongeren door hun ouders uit huis gezet worden omdat ouders bang zijn gekort te worden op hun eigen uitkering of meer in het algemeen omdat ze zelf al genoeg problemen hebben. Een ander moment waarop jongeren geconfronteerd worden met hun schulden is bij het aanvragen van een uitkering. Door rentes van schuldeisers en boetes van deurwaarders
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
33
lopen de schuld op. Schulden worden hogere schulden door niet voldoende inkomen, rentes en boetes. In dit stadium komt het voor dat schoolgaande jongeren met school stoppen omdat ze zich niet meer kunnen concentreren of omdat ze willen gaan werken om hun schulden af te betalen. Er wordt in enkele gevallen begonnen met het hier en daar afbetalen van schulden door inkomsten van legale of illegale activiteiten.
Met schulden kan je niet sparen en kan je niet makkelijk op vakantie gaan. Je kan niet naar de film, naar het restaurant, je kan maar één ding per maand. En soms niet eens. En dan ga je naar de brievenbus en zie je deurwaarder die naar je lacht met een papiertje. (jongen ROC, 26 jaar).
Je betaalt één keer je ziektekosten niet en dan komt er een heleboel bovenop. Reageer je daar niet op, dan komt er het driedubbele bovenop. (jongen, 20 jaar, Utrecht).
Als ik naar mijn vrienden kijk en hoe ze nu leven, dan denk ik bij mezelf van, ik ben er niks bij. Die hebben gewoon een baan, huisje, boompje, beestje, ze kunnen gewoon elke dag geld uitgeven, ze raken niet in de schulden. (jongen, 24 jaar, Utrecht). Verandering In het laatste stadium lijken schulden het dagelijkse leven van deze jongeren te beheersen. Ze kunnen niet goed over andere dingen nadenken en durven nog niet teveel met de toekomst bezig te zijn. Het aflossen van de schulden is prioriteit nummer één en rust als een continue last op de schouders. In dit stadium van verandering zijn jongeren extra bewust bezig met de omgang met geld. Een meisje geeft aan dat ze graag een diploma had gehad. Op de vraag of ze alsnog plannen heeft om te gaan studeren zegt ze het volgende:
Nu kan het niet. Eerlijk gezegd weet ik het niet of ik het nog wil doen. Eerst maar even mijn schulden afbetalen, en dan kijk ik later wel of ik het nog wil doen of dat ik blijf werken. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Ik heb al schulden, dus ik hoef geen schulden meer te hebben. Dit is mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik moet dit betalen, niemand anders gaat dit voor mij doen. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
34
Ze realiseren zich dat ze wat aan hun schulden willen doen. Een jongere geeft aan dat hij behoefte kreeg aan een rustig leven en zichzelf de vraag stelde hoe hij zichzelf over een aantal jaren zag: als junk achter Centraal Station of als vader die met zijn twee kinderen over straat wandelt? In dit stadium ontmoeten jongeren vaak iemand met wie zij het over hun problemen hebben. Ze houden hun gedachtes niet vooral voor zichzelf, zoals in de eerste drie stadia. Jongeren brengen met hulp van familie, vrienden of instanties, of op eigen kracht, hun schulden in kaart en treffen regelingen met schuldeisers. Dit vierde stadium kenmerkt zich door verandering, de manier van leven verandert (soms drastisch) en jongeren maken veelal geen nieuwe schulden meer. Het uitgavenpatroon passen de jongeren aan hun omstandigheden aan.
Toen ik deze man heb leren kennen toen hebben we heel veel gepraat, dit is mijn leven dat is jouw leven, ik was explosief af en toe, deze man maakt me wel wakker, wat wil je met je leven? Hij gaf me wel het gevoel van het kan anders, ik was vaak nog in de afleiding om met de verkeerde mensen om te gaan, als ik 10 kilo wilde dan had ik het zo, maar deze man bracht me voor ogen van Mike, wat wil je van jezelf? Dadelijk zit je drie jaar op school zonder diploma en met een grote schuld bij de IBG, sindsdien is mijn leven anders. (jongen, 26 jaar).
Toen kreeg ik een vriendin en die zag dat de stapel post zo hoog was geworden. Die heeft alles gesorteerd en gezegd: ga nu hulp zoeken. Dat heb ik toen gedaan. (jongen 26 jaar).
Jongeren doorlopen niet altijd al deze ontwikkelingsstadia. Wanneer ze bij eerste schulden snel hulp zoeken dan gaan zij over het algemeen niet door het stadium van ontkenning en ervaren niet altijd stress. Wanneer jongeren na een eerste schuld niet naar een oplossing zoeken, lijken zij zich over het algemeen al in het stadium van ontkenning te bevinden waarop volgens jongeren het stadium van verandering volgt. Om in het stadium van verandering en het zoeken naar een oplossing te kunnen komen lijkt de situatie vaak eerst geheel uit de hand te moeten lopen. Dan realiseren jongeren zich dat ze iets willen veranderen. Schaamte speelt hierbij ook een rol. Voordat jongeren zover zijn om er met anderen over te praten moeten ze eerst hun schaamte overwinnen. Sommige jongeren kennen geen schaamte en lijken zich lange tijd in de eerste twee stadia te begeven.
De verschillende stadia wisselen elkaar onregelmatig af en lopen door elkaar heen. Tijdens fases waarin jongeren met aflossen bezig zijn, kan er iets gebeuren waardoor er weer teruggegrepen wordt naar oude gewoontes zoals lenen of rekeningen niet betalen. Bijvoorbeeld als iemand om wat voor reden dan ook stopt met werken, of omdat het gevoel
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
35
bestaat dat ze voor wat betreft het aflossen van schulden, water naar de zee aan het dragen zijn.
Maar niet met mijn hard gewerkte geld, ik heb me zo ingezet voor bepaalde dingen. Bepaalde dingen betaalde ik wel, want dan ben je schuldenvrij en dat is het lekkere leven. Maar bepaalde schulden waren hoog en ik had iets van: dit ga ik niet kunnen betalen. Dan bel je om een maatregel te treffen en dan komen ze met van de rare verhalen ‘nee, dat willen wij niet. Wij willen dat je dit voor ons over maakt’. En toen hield het op. En dan gaat het zich opstapelen en is het je nekslag. (jongen, Amsterdam).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
36
Gevolgen Portret 3, fragment uit een interview met een meisje, 22 jaar, Utrecht. (16-04-’08).
Het doet me echt heel pijn dat ik schulden heb en dat het op mijn naam staat. Dat ik er echt zelf geen cent van heb gezien en dat ik mezelf kapot moet werken om het te betalen. Dat doet me echt heel pijn. Samira is in de schulden gekomen door haar moeder. Haar verblijfspapieren waren volgens haar moeder nog niet in orde te zijn en ze moest hier 10.000 euro voor gaan lenen. Als ze dat niet deed zou ze terug worden gestuurd naar Marokko door haar moeder. Ze wilde erg graag in Nederland blijven en heeft op 18-jarige leeftijd het geld geleend bij de ABN Amro bank en dit direct aan haar moeder gegeven. Nu kan ik geen opleiding volgen. Eerlijk gezegd weet ik het niet of ik het nog wil doen. Eerst maar even mijn schulden afbetalen, en dan kijk ik later wel of ik het nog wil doen of dat ik blijf werken. Eerlijk gezegd, ik zou het nooit meer doen en zou ook tegen andere jongeren willen zeggen: Leen nooit geld! Als je leent, dan komt het 10 keer dubbel terug. Begin nooit aan een lening, begin er echt niet aan! Ze vindt het vreemd dat ze het geldbedrag helemaal alleen op kon komen halen, en er geen handtekening of toestemming van ouders nodig was. Ze vindt ze de leeftijd van 18 jaar erg jong om geld te kunnen lenen. Als je net 18 bent, dan weet je veel minder. 21 zou een betere leeftijd zijn. Als ik wat ouder was geweest, dan had ik meer geweten en dan was het echt niet zo gegaan zoals nu. Dat ze sowieso handtekening moeten zetten, de ouders. Want als mijn moeder de handtekening had gezet, had zij ook mee moeten helpen betalen. Samira heeft het idee dat zij goed is geholpen. Ze vindt het heel belangrijk dat er voor jongeren goede hulpverleners zijn. Wel duurde het soms erg lang (afspraken, besluiten) en was het papierwerk erg ingewikkeld. Een korte impressie van het tijdspad: wachtlijst en het in orde maken van papieren (loonstrookjes, afschriften) duurde 6 maanden, daarna bellen en een afspraak maken duurde 1 maand, invullen en opsturen van meer papieren, daarna steeds pas afspraken voor regeling. De ABN ging niet akkoord waarna een rechtszaak geregeld moest worden wat erg lang duurde, omdat er steeds weer papieren opgestuurd moesten worden. Deze heeft pas 2 maanden geleden plaatsgevonden. Samira zit nu, na 3 jaar, voor de eerste maand in het echte traject bij de Kredietbank. Ze heeft 2 maanden geleden bericht gehad dat het akkoord is. Deze maand is ze nog bezig om de laatste regeldingetjes door te geven aan de Kredietbank. Vanaf volgende maand wordt er iedere maand een deel van de schuld afgelost. Al haar inkomsten gaan dan naar de kredietbank, ook haar post. Zij beheren haar geld en regelen de afbetaling de komende 3 jaar. Daarna is ze schuldenvrij. Ze is blij met de regeling. Ze wil het 3 jaar volhouden, ze werkt er hard voor. Samira heeft een vast contract bij de IKEA.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
37
Binnen de verschillende stadia ervaren de jongeren een aantal gevolgen dat voortkomt uit het hebben van schulden. Er wordt stress en schaamte ervaren. Ook hebben jongeren het gevoel dat hun leven op een pauze- stand staat, ze kunnen niet vooruit met werk of studie. Een ander gevolg is contact met hulpverleners, waar de jongeren vrijwel allemaal vroeg of laat mee in aanraking komen. Ook criminaliteit is een thema dat veelvuldig naar voren komt. Hieronder beschrijf ik al deze gevolgen in samenhang met de hiervoor genoemde stadia van verandering. Stress Vanaf het stadium van confrontatie komen bij jongeren depressieve gevoelens en lichamelijke ongemakken zoals hoofdpijn en uitslag voor. Slaapproblemen, paniekaanvallen, agressief gedrag en ander psychische klachten worden ook genoemd. “Ik ben te vaak agressief en veel afwezig.” zegt een Amsterdamse jongen die door een andere jongere is geïnterviewd. Een meisje antwoordt op de vraag hoe hoog haar schulden zijn het volgende:
Bij mij zo hoog dat ik er stress van krijg. Dat ik gewoon niet weet hoe hoog het is, ik word er gewoon ziek van, ik wil niet weten hoe hoog. Ik wil gewoon geholpen worden dat is alles wat ik wil. En hoe hoog die rekeningen zijn dat kan me gestolen worden, ik word er helemaal gek van. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Twee maanden geleden is bij mij hoge bloeddruk vast gesteld, waarbij mijn hart en nieren zijn aangetast. Volgens die berekeningen loop ik daar al drie jaar mee rond en is het nu pas aan het licht gekomen. En als ik ga terug rekenen is dit gedoe ook 3 jaar geleden begonnen. En natuurlijk heb ik ook hoog temperament maar dit heeft zeker een bijdrage geleverd. (jongen, 26 jaar, Amsterdam). Schaamte Schaamte ten opzichte van familie, vrienden en de buurt komt voornamelijk voor in het stadium van confrontatie. Jongeren beseffen wat de ernst is van hun situatie en hebben moeite om aan anderen toe te geven dat ze in de problemen zitten. Ze willen anderen er vaak niet mee belasten omdat ze zich schuldig voelen, ook al vinden ze niet altijd dat ze alleen zelf verantwoordelijk zijn voor hun schulden.
Ik schaam me om het te vertellen. Als ik het tegen mijn moeder zeg, zij is ziek…zij is zo iemand dat als het slecht gaat, zij heeft longziekte en Parkinson… ik vertel die negatieve dingen niet, daar kan ze niet tegen. (meisje, 26 jaar, Utrecht).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
38
Je voelt je vernederd want de hele buurt ziet het. Ze plakken het voor je deur en de hele buurt ziet, de deurwaarder maakt je zo opgefokt en je hebt iets van schaamte. (jongen ROC, 26 jaar). Leven op ‘pauze’ In de eerste drie stadia lijken jongeren op het heden gericht. Ze leven nu en het zoeken naar oplossingen om van schulden af te komen wordt op de lange baan geschoven. Jongeren die in een stadium zitten waarin ze meer bewust lijken van dingen, zeggen achteraf dat ze voor hun gevoel soms jarenlang niet echt vooruit zijn gegaan. Ze kunnen als ze al plannen hebben, deze niet uitvoeren en hebben het idee dat hun situatie uitzichtloos is. Ze vinden het moeilijk de juiste weg te vinden naar succesvolle oplossingen waardoor ze uit de schulden kunnen komen.
We zijn nu eigenlijk 5 jaar verder en het gaat steeds verder. Ja, ik heb eigenlijk niets afbetaald en in die tussentijd heb ik eigenlijk niet echt iets gedaan, werk, een opleiding. Ik ben een beetje blijven hangen. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Hoe kan je nou aan je toekomst denken als je niet weet wat je morgen moet doen! (jongen, 24 jaar, Amsterdam).
Je leeft van dag tot dag. (meisje, Utrecht).
Volgens een aantal geïnterviewde jongens uit Amsterdam is er ook een aanzienlijke groep jongeren (voornamelijk jongens) die niet nadenkt over de toekomst, maar vooral bezig is met het roken van wiet en verder niet veel uitvoert.
Een heel aantal jongeren denkt niet na over de toekomst, het enige waar ze mee bezig zijn, is op zoek naar geld voor wiet. Mede door veelvuldig gebruik van wiet willen ze niet veel, en denken niet over hun toekomst. Ze zijn blij dat ze een uitkering hebben, dan hoeven ze niets te doen. (panel, Amsterdam). Hulpverlening De meeste jongeren zijn gemiddeld 20 jaar en in het stadium van verandering, wanneer zij bij een instantie aankloppen voor hulp om hun schuldproblemen op te lossen. De schuldenpiek, het moment waarop jongeren de meeste schulden hebben, ligt rond het twintigste levensjaar. Sommige jongeren stappen uit schaamte, angst of onwetendheid sowieso niet naar de (schuld)hulpverlening toe. Zij lijken dit pas te doen wanneer ze echt het
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
39
idee hebben dat ze er zelf echt niet meer uitkomen. Tijdens het onderzoek was opvallend dat jongeren een hele duidelijke mening hebben over hoe de hulpverlening eruit zou moeten zien en hoe hulpverleners zouden moeten functioneren.
Iemand die serieus is. Iemand die serieus naar jou luistert, iemand die je serieus wil helpen en niet zo’n popiejopie die denkt dat ie alles weet. Ik wil een serieus iemand waarvan ik weet, okee na drie jaar ben ik klaar, dan hoef ik niet meer. Ja, gewoon een serieus iemand niet iemand van de straat, of iemand die net afgestudeerd is. Ik moet iemand die er verstand van heeft. (jongen, 20 jaar).
Ze moeten meer personeel hebben, meer instanties die ook zoiets als kredietbank willen gaan doen. Schuldsanering. (meisje, 24 jaar).
Wat jongeren veel zeggen is dat ze vaak signalen krijgen van hulpverleners of contactpersonen bij de kredietbank die erop duiden dat het allerbelangrijkste doel is dat ze gaan werken.
Ik ben toen naar de maatschappelijk werkster geweest en die heeft mij aangeraden om te stoppen met school en dan te gaan werken. Maar ik kreeg dan evenveel geld en had nog steeds geen diploma’s. Dat beviel mij niet. Het zou niet kunnen om full time te gaan werken want ik zou het niet eens kunnen betalen. (jongen, 26 jaar, Amsterdam).
Het enige wat ze weten te zeggen is werken, werken, werken, dat is het enige. Sommige mensen hebben zulke problemen dat werken even niet gaat, en dan zeggen ze maar: werken, werken, jullie moeten werken. Sommigen houden het niet vol doordat ze teveel problemen hebben. Dat is wel erg bij Singelzicht. (panel, Utrecht).
De huidige hulpverlening schiet volgens de jongeren tekort in het verlenen van individuele zorg, die op de unieke situatie van het individu gericht is. Op de jongeren komt dit over alsof ze niet serieus worden genomen. Veel jongeren geven aan behoefte te hebben aan iemand die regelmatig met ze om tafel gaat zitten en vraagt hoe het gaat, waar ze mee bezig zijn en waar ze moeite mee hebben. Iemand die weet wat voor problemen er spelen en ook weet op welke manier een jongere snel aan oplossingen kan werken.
Ik vind dat er meer door jongeren gepraat moet worden dan over jongeren. De mensen die over dingen gaan, die dingen besluiten, die zie je hier niet. Dat is al sinds ik 12 jaar was, en
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
40
uit huis geplaatst werd. Je wordt in hokjes geplaatst, ik maak het overal mee. Mijn prioriteit was, goede kleren, verzorgd uiterlijk, maar dan nemen mensen je niet serieus, dat was in Zaandam: je ziet er te goed uit, voor je situatie. (jongen, Amsterdam).
De behoefte aan hulp is duidelijk aanwezig en wordt ook benoemd. Er is vooral behoefte aan oplossingen op korte termijn. Door wachtlijsten en het niet weten waar de juiste hulp te kunnen vinden, raken de jongeren ontmoedigd en hebben steeds minder vertrouwen in de hulpverlening. Het werken aan een oplossing en het vinden van de juiste ingangen naar instanties en hulp zien ze vooral als iets wat ze zelf moeten uitzoeken. Veel jongeren zien het gebrek aan een korte- termijnoplossing als oorzaak van stress. De boetes lopen steeds hoger op, hierdoor worden de schulden almaar hoger en de mogelijkheden om de schulden af te lossen lijkt steeds lastiger te worden. Opvallend is dat de jongeren een heel duidelijke mening hebben over hoe de hulp verbeterd zou kunnen worden. Ze kunnen daar goed over praten en lijken het ook vanzelfsprekend te vinden dat ze recht hebben op de juiste hulp. Het zijn wat dat betreft mondige burgers. Criminaliteit Zowel tijdens het gesprek met de groep jongeren bij Streetcornerwork als met de jongeren van het ROC Zuidoost kwam het onderwerp criminaliteit regelmatig naar voren. Vrijwel alle jongeren in deze groepen beschrijven dat het voor hen makkelijker is om te stelen, te dealen of iemand te beroven, dan op een legale manier aan geld te komen. Ze geven aan niet goed te weten welke wegen ze moeten bewandelen om hun schuldproblemen aan te pakken en om een ‘normale’ baan te kunnen vinden.
De rekeningen zijn zo hoog en de euro is zo duur geworden, als je even twee maanden geen werk hebt zit je meteen in de zeik, en als je iets niet betaald krijg je meteen incasso erop. Het ligt meer aan het systeem, aan Balkenende. Ik ken heel veel mensen die het criminele circuit opgaan. Nood breekt wet bij sommige mensen. (jongen ROC, 26 jaar).
Iedereen hier heeft een keer iets gestolen, zegt een jongen. Een keer?? roept een ander. En als er iets gestolen wordt, het geld dat daarmee verdiend wordt, dat wordt niet gebruikt om schulden mee af te betalen. Dat wordt opgemaakt aan wiet, eten en drinken. (jongen, panel streetcornerwork).
Soms ’s avonds loop ik langs de straat, dan zie ik bij een pinautomaat een dame of een man geld nemen, dan kijk ik waar ze naartoe gaan, en dan gewoon slaan en pak het geld. Makkelijk, dat zijn de makkelijkste dingen toch. (jongen, panel streetcornerwork).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
41
In het eerste citaat wordt duidelijk dat de jongen de schuld buiten zichzelf plaatst en criminaliteit als een gevolg ziet van het systeem dat gecreëerd is door de overheid. Opvallend is dat de jongeren die spreken over stelen of roven als een dagelijkse bezigheid ook duidelijk aangeven dat ze met deze manier van leven niet tevreden zijn en dat ze liever net zoals ‘normale’ mensen zouden willen leven.
Ik wil graag hulp met het studentenhuis, en met werk. Verschillende van ons willen studeren, we willen ook een toekomst, willen ook een papier [diploma, red.]. We willen niet ons hele leven hier binnen blijven, stelen, mensen slaan, nee dat is geen leven. (panel, Streetcornerwork).
Ik ken zat mensen met schulden, ze hebben zich bij mij uitgelucht, het is geen lekker leven, je moet dat nog betalen, je moet dat nog betalen… dat is geen lekker gevoel. (jongen, Amsterdam).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
42
Interpretaties Een aantal thema’s staan centraal in de verhalen van de respondenten. Ten eerste verantwoordelijkheid. In de gesprekken komt naar voren dat er, bij het ontstaan en oplossen van schulden op heel veel verschillende manieren wordt gekeken naar wie welke Comment [W1]:
verantwoordelijkheden heeft. Een ander thema is de strijd die gevoerd wordt met allerlei instanties, zoals deurwaarders en hulpverleners. In de verhalen wordt duidelijk dat de jongeren in zichzelf ook een strijd voeren, wat weer samenhangt met het al dan niet nemen van verantwoordelijkheden. Deze strijd komt naar voren in de tegenstrijdigheden in de antwoorden. Een derde thema dat steeds terug komt is het zoeken naar en het vormen van een eigen identiteit.
Terugkijkend op de periode van het ontstaan van schulden denken jongeren na over een aantal mogelijke factoren dat van invloed is geweest op hun gedrag en de keuzes die gemaakt zijn. Verantwoordelijkheid Wat betreft verantwoordelijkheid voor het ontstaan en omgaan met schulden maken jongeren onderscheid tussen hun eigen verantwoordelijkheid en die van de buitenwereld. Hier zijn ze niet altijd eenduidig in. Binnen het thema verantwoordelijkheid komt zowel het internaliseren als het externaliseren van verantwoordelijkheid voor. In een aantal gevallen is het onduidelijk of lijkt er een combinatie te zijn van internaliseren en externaliseren.
Internaliseren Mijn ouders weten het. Wat voor hulp moet ik vragen, ik heb die schulden zelf gemaakt denk je dat mijn vader gaat zeggen :’Is goed meid ik betaal jouw schulden’?, echt niet. Dat ze begrijpen dat ik mezelf in de schulden heb gewerkt? Nee, want het zijn domme schulden die ik heb gemaakt dus dat begrijpen ze natuurlijk niet hè?! (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Dit meisje beschrijft dat ze haar schulden volledig aan zichzelf te danken heeft. Dit blijkt uit dat ze zegt dat ze geen begrip verwacht van haar ouders. Ze legt alle verantwoordelijkheid bij zichzelf neer. Andere jongeren zeggen thuis te zijn ‘gewaarschuwd’ voor het maken van schulden, maar hebben desondanks schulden gemaakt. Zij hebben het idee dat hun ouders hun schulden niet hadden kunnen voorkomen. Ze zeggen dat ze ‘eigenwijs’ waren.
Ik ben er voor gewaarschuwd thuis, door meerdere mensen zelfs, maar ik wou maar niet luisteren. Hier en daar een telefoontje… komt wel goed. (jongen, 20 jaar, Utrecht).
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
43
Verder zeggen enkele jongen dat een passieve levensstijl (met daarbij gebruik van verdovende middelen) invloed heeft op de wils- en daadkracht om wat van het leven te maken.
Het [voorkomen van schulden, red.] heeft ook met discipline te maken. Als je veel wiet rookt, dan ga je eerder met je pet naar alles gooien, je wordt nonchalant, lui. (jongen, Amsterdam).
Externaliseren De invloed die ouders hebben wordt in veel gevallen genoemd. Net als andere factoren die met opgroeien te maken hebben zoals het opgroeien in een andere cultuur. Wat in veel gevallen zichtbaar wordt, is dat er onduidelijkheid is als het gaat om wie de verantwoordelijkheid draagt voor het ontstaan van schulden. In de uitspraken is veel twijfel terug te zien als het gaat om wie de verantwoordelijkheid moet dragen.
Mijn moeder wist wel dat ik schulden had en heb, maar er werd niet over gepraat thuis. Ze had zelf ook schulden en kocht zelf ook dingetjes op afbetaling. Ik dacht dat dat normaal was. Het was niet echt dat ze zei: ‘Niets op afbetaling’. Als ik het kreeg was het mooi meegenomen. Mijn moeder is heel makkelijk in dat soort dingen. Ik heb haar wel eens de schuld gegeven, dat ik het haatte dat ik niemand had die ons opvoedde en leerde wat wel en niet hoorde. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Een aantal jongeren dat niet in Nederland is opgegroeid, denkt dat het opgroeien in een andere cultuur van invloed is.
Ik ben hier niet geboren, dat is een heel andere basis geweest. Ik kom uit Colombia, ik kwam hier toen ik zeven jaar was, de hele manier van leven is hier anders, dat was de basis voor al mijn problemen. (jongen, Amsterdam).
Ook een Surinaamse jongen die in Nederland is opgegroeid, maar van huis uit een ‘Surinaamse opvoeding’ heeft gehad, herkent de verschillen. Meerdere jongeren hebben het idee dat normen, waarden, maar ook problemen thuis als het ware worden doorgegeven aan de volgende generatie.
Kijk, bij ons Surinamers is het iets anders dan bij Nederlanders. Bij ons is het meer op onszelf gericht. Ik weet heel veel Nederlanders die gaan als ze achttien zijn nog met hun ouders aan tafel en kijken of dit een goede keus is of dat. Bij ons is het heel anders, het is dan van: bekijk het maar. Je gaat het zelf betalen. De brievenbus is zo vol, dat wordt je
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
44
doodslag. Ze [ouders, red.] zeggen: ‘Ik moet je uitschrijven want dadelijk komt de deurwaarder’. (jongen, 26 jaar, Amsterdam).
Als ik ook kijk naar mijn andere donkere vrienden… als het thuis mis loopt, dan is het gedoemd dat het ook niet goed gaat. Ik herken het in de verhalen van haar en van hem. Bij mij thuis was het ook niet echt lekker. En als thuis geen begeleiding is, die er bij de Nederlandse mensen soms wel is, als de basis thuis, het fundament niet oké is, dan is het klaar. (jongen, Amsterdam).
Een Colombiaanse jongen ziet het als een voordeel om in een stabiel gezin op te groeien.
Sommige mensen uit goede gezinnen komen ook in de problemen, maar het helpt wel, wat je thuis ziet is toch het eerste wat je ziet. (jongen, Amsterdam).
Ook worden de vrienden van jongeren genoemd, door wie ze zich laten beïnvloeden, waardoor ze in de schulden komen.
Ik had allemaal verkeerde mensen om me heen. Op een of andere manier was ik heel zwak. Thuis vaak ruzie en dan kom je in contact met al die mensen en dat gaat steeds verder. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Schooluitval, ontslag nemen of ontslagen worden leidt volgens jongeren ook tot het maken van schulden. Wat daaraan ten grondslag ligt, is niet goed kunnen kiezen voor een bepaalde opleiding of baan.
Ik ben gestopt met school eigenlijk al in de eerste klas na de basisschool. Ik vond het helemaal niet leuk. Ik dacht: ‘Waarom moet ik eigenlijk naar school?’, heel stom eigenlijk. Toen was ik jong en had ik niet iemand die mij persoonlijk echt hielp. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Een jongen vertelt dat zijn schulden zijn ontstaan op het moment dat hij ontslagen is. Hij had een goede baan en een goed inkomen. Zijn schuld ontstond, doordat hij zijn oude levensstandaard aanhield. Dit bleek in de realiteit onmogelijk.
Ik had een salaris van € 5000,- per maand netto. Alles wat ik had, kon ik elke maand netjes betalen. Maar je weet zelf wel, je gaat leven naar de standaard die je verdient. Maar als je werkeloos wordt, dan ben je de lul, want dan kan een uitkering je niet meer redden, niets
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
45
meer, want je hebt dat salaris wat je had niet meer. Was dat niet gebeurd, dan had de situatie die nu ontstaan is nooit gebeurd. Ik ben heel verantwoordelijk omgegaan met alles wat ik had. (jongen, 26 jaar, Amsterdam).
Zowel internaliseren als externaliseren Volgens mij wisten ze ook niet wat ze met mij aan moesten. Komt omdat ik ook niet weet wat ik wil. Ik heb wel gemerkt in het leven dat je weinig moet verwachten van anderen die je kunnen helpen want uiteindelijk moet je het allemaal zelf doen. Je moet zelf weten wat je gaat doen. Als ik het niet weet en jullie weten het ook niet, dan weet ik het al helemaal niet. Dus dat was dat en daar willen ze me nu weer naar terugsturen. (meisje, 24 jaar, Utrecht).
In bovenstaand citaat komt twijfel naar voren. Ten eerste spreekt het meisje op een afhankelijke toon over zichzelf, wat blijkt uit: ‘Volgens mij wisten ze ook niet wat ze met mij aan moesten’. Hiermee zegt ze dat de verantwoordelijkheid wellicht bij andere mensen ligt. Ze koppelt daar dan vervolgens aan dat hun onmacht te maken heeft met dat ze zelf niet weet wat ze wil. Ze komt erachter dat ze zelf moet weten wat ze gaat doen. Ze is in twijfel wie beslissingen neemt en legt de verantwoordelijkheid deels bij zichzelf en deels bij anderen.
Onduidelijk Eigenlijk zit ik met al die schuld en achteraf denk ik… Had ik gewild dat ze me terugtrokken en zeiden van: Hé! Maar dat kan ik niet willen want hun (moeder en oma) waren zelf niet zo, dus hoe kunnen ze dan? (meisje, 22 jaar).
Samenvattend kan gezegd worden dat de verantwoordelijkheid voor het ontstaan en het oplossen van schulden door jongeren veelal buiten zichzelf, bij anderen wordt neergelegd. Als invloedrijke factoren worden gezien: cultuur, opvoeding en vrienden. Met andere woorden: de nabije omgeving wordt gezien als de meest invloedrijke factor. De oorzaken en de verantwoordelijkheden worden daar gezocht.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
46
Strijd Tijdens de verschillende gesprekken komt veelvuldig naar voren dat er een strijd wordt ervaren tussen de jongere en instanties. Met name de komst van deurwaarders leidt bij jongeren tot conflicten, ook met zichzelf. Hierbij komen gevoelens van schaamte, frustratie en woede voor.
Je voelt je vernederd, want de hele buurt ziet het. De deurwaarder maakt je zo opgefokt en je hebt iets van schaamte. Maar ik denk: ‘Waarom doen ze me dit aan? Je krijgt je geld heus wel, of het nou in één keer of in tien keer is. Maar sta ook open voor mijn inkomsten en mijn situatie.’ En dan heb ik zoiets van ‘fuck it, ik betaal ze geen moer’. Want dat brengen ze je en dat maakt dat je in een hoekje komt en dan trappen ze je door dat hoekje heen. (jongen ROC, 26 jaar).
In dit citaat wordt duidelijk dat de jongen zowel in zichzelf als met schuldeisers een strijd aan het voeren is. Enerzijds zegt de jongen dat hij wel van plan is schulden te gaan aflossen. Hij voelt zich in een hoek gedreven, omdat hij er nog niet voor heeft kunnen zorgen dat hij afspraken heeft met schuldeisers en daar nu voor op het matje wordt geroepen. De jongen beschrijft gevoelens van vernedering (tegenover de buurt) en onbegrip (waarom doen ze me dit aan?) ten opzichte van de buitenwereld. Hij voelt zich opgefokt en schaamt zich, omdat hij zelf zijn zaakjes niet op orde heeft kunnen brengen.
Bij de sociale dienst willen ze je alleen maar aan het werk hebben. Ik heb ‘t ze in hun gezicht gezegd, “Het is zo,” zei ze. Ze heeft het toegegeven. Dat ik eerst aan het werk moest en uitzoeken wat ik wil. Ga maar in een supermarkt werken en zoek vanuit daar een opleiding. Doe het zelf maar, en vooral geen uitkering meer. Ik heb nu nog een uitkering. Ze bellen elke week. Ben je nog aan het solliciteren. Terwijl ik kwam hier voor een opleiding, ik hoefde niet eens te werken. Ik ben uit mezelf gegaan. Ik hoefde niet naar ze toe te gaan. Ik had helemaal geen last van ze, niets, totdat ik zelf zoiets had van ik wil een opleiding. Maar ik bedoelde niet dat ik overal wilde solliciteren. Ik kan helemaal niets, want ik heb geen diploma. Ik heb echt spijt. Al die mensen met een uitkering die laten niets van zich horen en er gebeurt niets bij. En ik, die zelf om hulp vraagt, heb alleen maar last van ze. (meisje, 22 jaar, Utrecht).
Dit meisje is naar de sociale dienst gegaan, omdat ze een opleiding wilde gaan doen. In haar geval zit het strijdelement in de manier waarop ze begint te vertellen over haar veronderstelling dat de sociale dienst haar ‘alleen maar aan het werk wil hebben’. Ze beroept zich erop dat ze als ze er niet zelf naartoe was gestapt, dan ook niet had hoeven gaan
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
47
solliciteren. Ze benadrukt dit door hetzelfde drie keer te herhalen (ik hoefde niet eens te werken. Ik ben uit mezelf gegaan. Ik hoefde niet naar ze toe te gaan). Hieruit wordt duidelijk dat ze enerzijds een strijd voert met zichzelf - ze wil een opleiding gaan doen en onderneemt actie daarvoor -, maar anderzijds een strijd ervaart met de sociale dienst, omdat deze daar niet op een manier aan meewerkt zoals zij dat graag zou willen.
De periode waarin schulden ontstaan en waarin de problematische gevolgen ervan zichtbaar en voelbaar worden, is een belangrijke tijd voor het vormen van een identiteit. Zoals eerder beschreven ervaren veel jongeren dat hun leven op een pauze-stand staat. Zo’n hapering of vertraging in de ontwikkeling van de identiteit heeft gevolgen voor het verdere leven. Het vormen van een eigen identiteit Een ander belangrijk thema dat steeds impliciet of expliciet naar voren komt in de antwoorden van de jongeren, is de zoektocht naar en de ontwikkeling van een identiteit. Het aanwijzen van verantwoordelijken en de strijd die jongeren voeren met zichzelf en met anderen zegt iets over de manier waarop zij zichzelf zien en in welke ontwikkelingsfase zij zitten. Dit is gebleken uit de data, er zijn veel meer uitspraken gedaan die getypeerd kunnen worden als externaliserende factoren dan als internaliserende factoren. Het is duidelijk dat veel jongeren voor wat betreft de verantwoordelijkheden wijzen naar anderen. Ze bevinden zich ten tijde van het ontstaan van schulden in de fase van identiteitsverwarring, waarin ze nog geen sterke eigen identiteit hebben ontwikkeld. Ze zijn verschillende identiteiten aan het uitproberen, dat blijkt uit de strijd die er gevoerd wordt met zichzelf en met anderen. Sommigen hebben de neiging de ouders als voorbeeld te zien, dit is nog een overblijfsel van de foreclosure-fase, waarin de identiteit rechtstreeks wordt afgeleid uit die van anderen (vaak de ouders). Doordat veel van de jongeren een periode meemaken waarin ze niet vooruit kunnen gaan, waarin ze zich niet kunnen ontwikkelen op het gebied van studie, werk en soms ook relaties wordt de stap tussen de fase van identiteitsverwarring en moratorium erg groot. De periode van verwarring duurt lang, een eigen sterke identiteit kan niet gevormd worden en de jongeren zitten als het ware gevangen in een erg onzekere fase. Wat er gebeurd is dat als jongeren ouder worden, ze als vanzelf meer inzicht krijgen en bepaalde eigen keuzes gaan maken waardoor ze verder kunnen in hun ontwikkeling. In veel gevallen is het daarbij belangrijk dat er een persoon of meerdere personen in de directe omgeving zijn die de jongere stimuleren en helpen. Onderstaand citaat is een illustratie van bovenstaande analyse.
Het kwam door mezelf, ik rookte hash en wiet, tien jaar lang, achttien en ik rook nog en ik werk wel voor het uitzendbureau, maar ik ben nog steeds een grote crimineel die daar met ze staat te lachen. Maar het leven gaat door, je zoekt naar perfectie, perfectie, maar je bent
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
48
de straatcode gewend, dat is meer geld en meer macht, want als je geen macht hebt, dan ga je veel falen op straat, reputatie is belangrijk. Bij mij ging de knop om, ik ging naar het centrum, had twee gram wiet gekocht, ik draaide een joint, stak hem op en nam twee haaltjes en ik dacht ‘fok it’ en ik gooide hem weg, ik haalde het zakje uit mijn broekzak, maak hem open en gooide het weg, waarom, omdat ik er moe van werd. Bepaalde mensen die niet meer leven, heb ik beloofd ik ga iets worden. Het hangt van jou als persoon af, ik moest en zou een keuze maken, ik wou iemand zijn. Je wordt ouder, je ziet alles om je heen gebeuren, dan dit dan dat, vuurwapens, dan gaat die in je armen dood, op een gegeven moment dacht ik wie ben ik en wat wil ik van mezelf, ik heb idolen (jongen, 26 jaar, Amsterdam).
De joint die hij weggooide, lijkt symbool te staan voor het oude leven. Hij legt de situatie uit op een manier alsof hij zelf een bewuste keuze heeft gemaakt om zijn leven te veranderen en om ‘iemand te zijn’. Hij neemt zelf verantwoordelijkheden voor zijn ontwikkeling. Binnen de denkstappen die deze jongen maakt, is een parallel te ontwaren met de ontwikkeling van de identiteitsstatussen zoals Marcia die beschrijft. De fase van identiteitsverwarring, waarin hij een losbandig leven leidde, laat hij achter zich. Hij heeft in de fase van moratorium goede banden opgebouwd met anderen en is nu in staat, in de fase van identiteitsverwerving, om evenwichtige keuzes te maken.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
49
Conclusie Vraagstelling: In hoeverre beleven jongeren het ontstaan en hebben van problematische schulden als hun eigen verantwoordelijkheid en in hoeverre als die van anderen? Daarbij vroeg ik mij af welke invloed schulden hebben op het vormen van een identiteit?
Mijn bedoeling was om de ontwikkelingen van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij te relateren aan de processen die er gaande zijn op microniveau, namelijk de situaties waar jongeren met schulden zich in bevinden.
De menselijke interacties die ik onder de loep heb genomen hebben alles te maken met het toekennen van verantwoordelijkheden en het zoeken naar een eigen identiteit in een complexe samenleving. In deze samenleving lijken de keuzes die mensen maken misschien wel individueler, maar uiteindelijk is gedrag niet minder voorspelbaar geworden volgens Duyvendak en Hurenkamp. Een bewijs hiervan kun je vinden in de antwoorden van de jongeren. Wat ze vertellen is dat ze in grote mate beïnvloed zijn door hun directe omgeving bij het maken van keuzes. Ouders, cultuur en vrienden vormen in eerste instantie de identiteit van een jongere. In die zin is hun gedrag voorspelbaar. Wat nodig is voor een sterke eigen identiteit is dat de jongere verschillende identiteiten uitprobeert en tenslotte overtuigd is van zijn eigen beslissingen. Wat ook uit de antwoorden van de jongeren blijkt is dat zij op het gebied van hulpverlening al heel goed lijken te weten hoe het volgens hen wel en niet moet. Ze praten hier zelfverzekerd over en als ervaringsdeskundige burgers van een verzorgingsstaat hebben zij gevoeld wat de mogelijkheden en grenzen zijn van de zorg van de staat. Wat de jongeren zelf belangrijk vinden als het gaat om goede hulpverlening is dat er veel tijd en aandacht wordt gegeven. De jongeren willen serieus genomen worden en willen een persoonlijke band met een deskundige hulpverlener. Noom en de Winter pleiten in hun betoog over hulpverlening aan zwerfjongeren voor een dialooggerichte aanpak, helemaal passend bij de gewenste ontwikkelingen naar een participatiemaatschappij: zowel de hulpverlener als de jongere zelf is verantwoordelijk voor de behandeling. Echter als het gaat om eigen verantwoordelijkheden zijn de jongeren minder spraakzaam. Er wordt vooral gewezen op externe factoren die hun in de situatie heeft gebracht waardoor ze schulden zijn gaan maken. Uit de manier waarop ze spreken over hun aanpak om de schulden op te lossen spreekt onmacht. Er is weinig kennis over de manier waarop zaken geregeld kunnen worden en daardoor ontstaat vaak frustratie. Dalrymple zou zeggen dat de jongeren hard aangepakt moeten worden, ze hebben immers zelf de keuze gemaakt om schulden te maken. De aanpak is te soft en zou er alleen maar toe leiden dat het loont om in een slachtofferpositie te gaan zitten.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
50
Het antwoord op de onderzoeksvraag is mijns inziens dat als het gaat om de beleving van jongeren, zij de verantwoordelijkheid voor het hebben van schulden overwegend buiten zichzelf leggen, de ‘omstandigheden’ of ‘pech’ worden aangedragen als voornaamste oorzaken. In de opvattingen die ze weergeven is wel te zien dat ze worstelen met deze vraag, ze zoeken nog naar een voor zichzelf acceptabele manier om er tegen aan te kijken. Omdat de problematiek vaak veelomvattend is en jongeren hun gevoelens soms niet zo goed onder woorden kunnen brengen overheerst vooral frustratie. Dat is de indruk die er overblijft na het horen van alle verschillende verhalen. Van een bureaucratische verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij De drie portretten die in deze scriptie te vinden zijn illustreren drie uiteenlopende situaties van jongeren die in de schulden zijn geraakt. Het eerste portret betreft een groepje jongeren dat toegaf aan de verleidingen van de commercie. Ze wilden graag mooie spullen hebben en staken zichzelf daarvoor in de schulden. Omdat het mogelijk was. Achteraf hebben ze spijt. Het tweede portret is een gedeelte van een gesprek met een jongen die schulden heeft als gevolg van zijn wees zijn. Hierdoor valt hij buiten alle normale regelingen en kan hij volgens eigen zeggen nergens aanspraak op maken. Het leven van deze jongen bevindt zich lange tijd in een zogenaamde ‘pauze-stand’. Het laatste portret heeft betrekking op een meisje dat voor haar moeder een lening afsluit. Je zou op het eerste gezicht zeggen dat zij handelde uit naïviteit. Ze had van tevoren geen benul van wat de gevolgen voor haarzelf op langere termijn zouden zijn.
In deze drie situaties, waarbij schulden zijn ontstaan die op het eerste gezicht door verschillende factoren veroorzaakt zijn, kunnen mijns inziens een aantal overeenkomsten worden onderscheiden. Ten eerste is er in alle drie de gevallen een mogelijkheid geweest om aan geld te komen of schulden te maken, zonder dat daarvoor iets in de weg stond. De stap om schulden te maken kon makkelijk worden gezet. In het geval van de jongen die wees is, liepen de schulden op, omdat hij zelf niet in staat was om een eigen stabiele omgeving te creëren. Hij bevond zich in een vicieuze cirkel, waarbij hij, doordat hij geen woning had, geen werk en geen uitkering kon krijgen en hij geen woning kreeg, omdat hij geen werk of uitkering had. Zolang hij niet in staat is de schulden af te lossen, blijven de schulden oplopen. Hij loopt vast in een wereld vol regels en regelingen, waar hij in zijn unieke situatie geen aanspraak op kan maken.
Het gevolg voor alle jongeren is dat hun leven als het ware op ‘pauze’ staat. Zij kunnen op dit moment niet de dingen doen die ze graag zouden willen doen.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
51
De situaties die de jongeren beschrijven, komen mijns inziens voort uit twee processen die gaande zijn binnen de huidige Nederlandse maatschappij. Als eerste de strijd binnen de jongeren als het gaat om verantwoordelijkheden en het zoeken naar een identiteit. Aan de ene kant geven jongeren de maatschappij de ‘schuld’, de verantwoordelijkheid voor hun schulden leggen de jongeren buiten zichzelf neer bij anderen dan zichzelf, bij hun opvoeding, de overheid of de maatschappij. Door bijvoorbeeld een gebrek aan goede voorlichting over schulden en door het makkelijk te maken om te lenen, draagt de overheid in hun ogen bij aan het ontstaan van schulden bij jongeren. In veel mindere mate geven ze zichzelf de schuld, in enkele gevallen nemen ze zelf de verantwoordelijkheid voor hun daden. Jongeren geven aan spijt te hebben van hun keuzes, zeggen dat ze dom zijn geweest en dat ze niet hebben geluisterd naar waarschuwingen van mensen om hen heen. Jongeren bevinden zich in een periode in hun leven, waarin het vormen van een eigen identiteit volop aan de gang is. De schulden kunnen een zware stempel drukken op deze ontwikkeling. Deze jongeren zijn lange tijd afhankelijk van hulpverleners en autoriteiten die beschikken over hun geld en keuzes maken ten aanzien van de besteding ervan. Veelgehoord is dat het leven als het ware ‘stil staat’. Dit betekent dus ook stilstand in het vormen van een identiteit. In zo’n fase van stilstand, waarin jongeren niet kunnen experimenteren met verschillende levensstijlen, kunnen ze volgens Marcia niet de ontwikkeling doormaken naar een eigen solide identiteit.
Eenzelfde identiteitsstrijd voltrekt zich op grotere schaal in de huidige Nederlandse maatschappij. Enerzijds is er de gewenste ontwikkeling van de verzorgingsstaat, van een voornamelijk reactieve en passieve vorm naar een meer proactieve en activerende participatiemaatschappij, waarbij burgers zelf meer verantwoordelijkheden dragen. Dit betekent het ingaan van een overgangsperiode, waarbij burgers moeten leren om actiever te participeren in de maatschappij, terwijl zij juist gewend zijn aan een verzorgende staat die veel verantwoordelijkheden op zich neemt. Kenmerkend voor een overgangsfase zijn verwarring en conflicten. Wat Noom en De Winter bijvoorbeeld beschrijven is het ideaal van hulpverleners die op gelijkwaardig niveau in dialoog gaan met cliënten. Er ligt veel druk op hulpverleners, zij krijgen verantwoordelijkheden toebedeeld. Maar die verantwoordelijkheden moeten nu dus meer bij burgers zelf komen te liggen. Dit is wat je op kleine schaal ziet gebeuren in de gedachtes en gedragingen van de jongeren. Enerzijds zien ze in dat ze zelf verantwoordelijkheden hebben en willen ze zich daar ook naar gedragen, anderzijds heerst er grote verwarring over de takenverdeling van die verantwoordelijkheden op verschillende niveaus.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
52
Aanbevelingen
Hoge verwachtingen van: hulpverleners Eigen verantwoordelijkheid: laag
Verzorgingsstaat
Participatiemaatschappij
Hoge verwachtingen van: burgers Eigen verantwoordelijkheid: hoog
Verantwoordelijkheden
Heden??
Hoge verwachtingen van: burgers en hulpverleners Eigen verantwoordelijkheid: ??
Van hulpverleners wordt enorm veel verwacht. Zij zijn de partij waar als eerste naar gekeken wordt als er dingen misgaan op het gebied van het verlenen van zorg. Ik vind echter dat het te ver gaat om die last uitsluitend op de schouders van één partij te leggen. Verantwoordelijkheden moeten gedeeld worden, lijkt mij, zeker naar aanleiding van alle verhalen van jongeren die ik gesproken heb. Ik ben het niet eens met Noom en De Winter die ervoor pleiten dat hulpverleners zich meer affectief zouden moeten gedragen tegenover cliënten. Ik zie het niet gebeuren dat zowel de jongeren als de hulpverlener in een opbouwende dialoog met elkaar tot oplossingen komen. Dit vraagt buitengewoon veel, zowel van de hulpverlener als van de jongere.
Wat er mijns inziens moet gebeuren, ligt veel meer in de preventieve sfeer. Uit het onderzoek blijkt dat jongeren sterk beïnvloed worden door elkaar en dat ze moeilijk weerstand kunnen bieden aan de verleidingen zoals kopen op afbetaling. Sommige dingen moeten simpelweg niet mogelijk zijn. Voorkomen dient te worden dat mensen bloot staan aan allerlei irreële verleidingen. Voorkomen dient te worden dat jongeren de mogelijkheid hebben om leningen af te sluiten en dingen aan te schaffen die hun niets brengen dan kortstondige behoeftebevrediging en schulden. De overheid zou ervoor moeten zorgen dat de wetten ten aanzien van lenen en schulden maken aangepast worden. Beperk de keuzes voor jongeren. Geef standaard voorlichting op scholen over hoe om te gaan met geld. Deze voorlichting zal het meest succesvol zijn indien ze gepresenteerd wordt door ervaringsdeskundige jongeren. Onder andere uit dit onderzoek blijkt dat jongeren in de pubertijd en adolescentiefase vooral naar elkaar kijken en zich meer aantrekken van wat vrienden van hen vinden dan bijvoorbeeld wat de overheid of andere autoriteiten van hen vinden. Daarbij blijkt uit de verhalen van de jongeren dat ze het meeste beïnvloed worden door hun nabije omgeving. In de eerste jaren van de basisschool hebben ouders het meeste
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
53
invloed op hun kinderen. De scholen zouden in deze fase ook ouders bij de voorlichting moeten betrekken, bijvoorbeeld tijdens een ouderavond. Op zo’n avond wordt ouders uitgelegd van het belang van het oefenen met omgaan met geld en worden daar tips voor gegeven. Met andere woorden, de oplossing kent meerdere kanten: maak het enerzijds wettelijk onmogelijk en ten tweede ontmoedig jongeren schulden te maken, zodat ze niet op hun negentiende al meer dan €15.000 schuld op hun naam hebben staan. Geef ze in plaats daarvan zelfvertrouwen door ze te leren goed met geld om te gaan en stimuleer ze daarmee om zich te ontwikkelen tot zelfstandig en verantwoordelijk burger.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
54
Literatuur Bauman Z. (2002) Society under Siege. UK: Polity. Boeije, H. (2005) Analyseren in kwalitatief onderzoek, denken en doen. Boom onderwijs.
Brummelkamp, G., Bruins, A., Pleijster, F., Krachtenveld Minnelijke Schuldhulpverlening, EIM bv. Onderzoek voor Bedrijf en Beleid, Zoetermeer, juni 2006.
Duyvendak, J.W., M. Hurenkamp (2004) Kiezen voor de Kudde, lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep. Dienst Werk en Inkomen, Amsterdamse Armoedemonitor 2006, Dienst Onderzoek en Statistiek, Amsterdam, 2007. Egmond, J. van en J. Gulen, Vierde kwartaalverslag 2007 Locale Trajectbegeleiding stadsdeel Centrum, Stichting Streetcornerwork, 2007. Greef, M. H. G. de, (1992) Het oplossen van problematische schuldsituaties. Een analyse van de invloed van hulpverlening, interorganisationele samenwerking en huishoudkenmerken op de effectiviteit van schuldregelingen. Universiteit van Groningen. Hoogendam, M., Verkaik, S. (JAA!), Jongeren & Schulden: Verslag van een trendspotronde, Young Works, Amsterdam, juni 2007. Jansz J, N. Metaal (1999) Psychologie: de stand van zaken, Lisse: Swets en Zeitlinger. Jong, de J.D. (2007) Kapot Moeilijk, Amsterdam Aksant, 2007 Jurrius, K., Jong zijn is duur! ROC-leerlingen over schulden, Stichting Alexander, Amsterdam, augustus 2007. Kathmann, C., Presentatie: ROC Jongeren. Wiens schuld is het?, Conferentie Jongeren en Schulden, Amsterdam, januari 2007. MADI Amsterdam Zuidoost en Diemen, Verslag van activiteiten 2006. Amsterdam Zuidoost, Amsterdam, 2007. NIBUD, Scholierenonderzoek 2006-2007, Utrecht, juni 2007. Noom, M. en M. de Winter (2001) Op zoek naar verbondenheid. Zwerfjongeren aan het woord over de verbetering van de hulpverlening. Utrecht: Universiteit van Utrecht. RMO Verschil maken, Eigen verantwoordelijkheid na de verzorgingsstaat, Raad voor maatschappelijke ontwikkeling. SWP: 2006 Tonkens, E. (2003) Mondige burgers, getemde professionals. Marktwerking, vraagsturing en professionaliteit in de publieke sector, Utrecht: NIZW.
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
55
Werkvirus, Schuldhulpverlening aan jongeren in Amsterdam, Amsterdam, november 2007
Hoe jongeren met schulden verantwoordelijkheid beleven en identiteit ontwikkelen
56