KRabbelton (grabbelton kinderrechten) Concept In de GRABBELTON KINDERRECHTEN zitten spelmaterialen en spelletjes over kinderrechten.
Waar? De ‘ton’ of koffer of kast kan ter beschikking van kinderen gesteld worden op een speelpleinwerking, op de speelplaats van een school, in een jeugdbeweging, in een opvanglokaal, … Kennismaking en uitleg. Kinderen kennen de meeste van deze spelen en kunnen zonder verdere uitleg in kleine groepjes of individueel gaan spelen. Het is echter aangewezen om kinderen eerst te tonen welke materialen en spelen er aanwezig zijn en hen duidelijke regels te geven over het uithalen en weer opbergen van de materialen. De zorg voor materiaal is hierbij vanzelfsprekend een aandachtspunt.
Vrij spel. Kinderen kunnen vrij in de ton zoeken en die materialen nemen die ze nodig hebben voor hun spel. Om het vrij spelen te stimuleren is het vaak nodig om een spel eerst als geleide activiteit aan te bieden, zodat ze het plezier in het spel kunnen ervaren en er vertrouwd mee worden. Zo vergroot de kans dat ze er zelf spontaan mee aan de slag gaan.
Creatief. Het is fijn voor kinderen om hun eigen fantasie te laten werken terwijl ze met de materialen bezig zijn en zo hun eigen spelen creëren. Animatie. Sommige spelen zijn geschikt om een hele groep te animeren. Doel Spelplezier. Samen spelen. Onbewust kunnen kinderen een kinderrechtenboodschap oppikken. Spontaan stellen ze vragen bij de tekeningen en de titels en ze koppelen hun persoonlijke betekenissen en verhalen er aan. Als begeleider kan je dit gewoon laten gebeuren, of bewust inspelen op interactie van de kinderen.
1 | KRabbelton
Aanmaak/aankoop materiaal 1. Alle KR-materialen zijn gratis downloadbaar van de website van vormen vzw, www.vormen.org. We raden je aan de tekeningen te lamineren voor de duurzaamheid.
2. Aan te kopen in de betere speelgoedhandel of zelf te (laten) maken: Viking-KUBB (werpspel met houten blokken en stokken) Reuze-domino Reuze-jenga Kleurpotloden en/of –stiften Fijn touw Ramses (gezelschapsspel) 3. Een geschikte koffer of overzichtelijke kast om alle materialen netjes in te verzamelen.
Inhoud 1. Grote KR-tekeningen (A4): dassenroof etc. 2. Kinderrechtenkwartet 3. Kinderrechtenmemory (KR-tekeningen zonder titels 4perblad x2) 4. Levende memory (KR-tekeningenmettitels4perblad x2) 5. Inkleurtekeningen kinderrechten + kleurpotloden/kleurstiften 6. Flosjke-trek: kleine kaartjes KR-tekeningen met touwtjes 7. Schattenjacht (met KR-tekeningen) zie bijlage voor de spelregels van verschillende varianten 8. Reuze domino (met KR-tekeningen) 9. Kinderrechten puzzels 10. Kinderrechten bingo 11. Woordspelletjes Kinderrechten: woordraadsels- rebussen 12. Reuze KR-Jenga (met KR-tekeningen) 13. KRamses (Ramses met KR-tekeningen) 14. Slangen en ladders
Bijlagen: Foto en speluitleg
2 | KRabbelton
Materialen uit de KRabbelton.
3 | KRabbelton
Bijlage 1. SPELUITLEG SCHATTENJACHT Schattenjacht Gebruik de 18 kinderrechtentekeningen van vormen vzw. Elke tekening is een schat, want ze vertelt iets over de rechten van alle kinderen. 1. Wedstrijdje om ter meest
Spreek af wie verstopper is en wie zoeker.
Spreek duidelijk de grenzen van het terrein af.
Verstop alle schatten op het afgesproken terrein.
De zoekers mogen natuurlijk niet kijken waar de schatten verstopt worden.
De zoekers proberen zo snel mogelijk om ter meest schatten te verzamelen.
Extra: Als alle schatten gevonden zijn, worden de punten geteld; je krijgt alleen een punt als je kan vertellen wat jouw schat (tekening) betekent of je moet volgende zin kunnen aanvullen “elk kind heeft recht op …”
2. Warm of koud
Er is slechts één zoeker en er wordt slechts één schat verstopt. (Je kan ook twee of meer spelers samen laten zoeken, maar zij moeten dan hun armen in elkaar haken en mogen mekaar niet lossen. Je kan ook hun voeten samenbinden)
De verstoppers zeggen ‘warm’ ‘warmer’ ‘heet’ ‘je verbrandt’ telkens als de zoeker dichter in de buurt van de schat komt; ze zeggen ‘koud’, ‘kouder’ ‘ijskoud’ ‘je bevriest’ als de zoeker verder weg gaat van de schat.
Als de zoeker de schat heeft gevonden, vertelt die wat er op de tekening staat. Dan mag hij/zij een andere zoeker aanduiden en wordt een nieuwe schat verstopt.
3. Blinde warm of koud ‘Warm of koud’ wordt nog leuker als de zoeker geblinddoekt wordt. Zorg dat het terrein niet te groot is en dat je er veilig kan bewegen. Je kan de ‘blinde’eventueel een ‘geleide hond’ meegeven; dat is een speler die niet mag praten maar wel door te blaffen en door zachte kopstootjes de zoeker mag waarschuwen voor gevaar of aangeven waar de schat zich 4 | KRabbelton
bevindt. Het hondje kan natuurlijk wél zien, maar mag vóór de zoektocht niet kijken waar de schat verstopt wordt. 4. Blinde en lieve hond
De hond weet van bij ’t begin waar de schat zich bevindt, maar hij mag alleen zachte kopstootjes geven en blaffen. Zo moet hij de blinde naar de schat leiden.
Alleen de blinde kan de schat ‘vinden’, want de hond heeft geen vingers om de schat op te pakken.
5. Blinde met hond in ‘t kot
De hond mag kijken waar de schat verstopt wordt, maar hij zit opgesloten in zijn ‘hok’. Hij kan dus enkel door te blaffen de blinde helpen om de schat te vinden.
De blinde en de hond krijgen vooraf even tijd om te overleggen over de codes die ze zullen gebruiken.
Bijlage 2. SPELUITLEG LEVENDE MEMORY Minimaal 8 spelers; hoe meer spelers, hoe moeilijker het wordt en hoe langer het duurt. Elke deelnemer krijgt een KR-tekening met titel. Elke tekening zit twee maal in het spel. Het spel wordt ongeveer zoals gewone memory gespeeld. Speler 1 duidt twee medespelers aan. Deze tonen hun KRtekening en zeggen luidop de titel die er bij hoort. Zijn het twee dezelfde tekeningen dan krijgt speler 1 deze kaarten en mag nogmaals spelen. Als het twee verschillende KRtekeningen zijn, dan is de beurt aan de volgende speler. En zo verder. Wie op ’t einde het meeste kaarten verzameld heeft, is de winnaar. Als extra element kan je na een tijdje spelen de spelers op een andere plaats laten zitten. Uitbreiding: als er twee dezelfde KRtekeningen zijn, moet de speler eerst een concreet voorbeeld geven van dit recht (bijv. een schending of een toepassing, een voorval uit het eigen leven,…) Als dat niet lukt, krijgt hij de kaarten niet, maar mogen de aangeduide spelers hun eigen kaart definitief houden. Variant: je kan het spel ook spelen met tekeningen zonder titels en de titels op aparte kaarten. De spelers moeten dan titel en tekening bij elkaar brengen.
5 | KRabbelton
Bijlage 3. SPELUITLEG FLOSJKE-TREK Voorbereiding: maak KR-tekeningen op bankkaartformaat, lamineer en perforeer. Bevestig een touwtje aan elk kaartje. De begeleider steekt de touwtjes met de kaartjes tussen de broeksriem, zodat ze als een rokje rond het middel bengelen. Je daagt alle spelers uit om één kaartje (en niet méér dan één) te bemachtigen. Laat ze allen samen luid tot tien tellen, terwijl je ‘op de vlucht’ gaat. Op tien mogen ze achter je aan komen rennen om een kaartje te bemachtigen. Als alle kaartjes veroverd zijn, verzamel je alle deelnemers. Op basis van hun kaartje kunnen er groepjes gevormd worden voor een volgend spel of opdracht, bijv. dassenroof Bijlage 4. SPELUITLEG DASSENROOF Vorm twee gelijke ploegen en plaats hen tegenover elkaar aan de rand van het spelterrein (ong. 12 meter). In het midden van het terrein ligt een das, doek of ander voorwerp in een cirkeltje. Elke ploeg krijgt een stapeltje KR-kaartjes (dezelfde in beide ploegen). De spelers verdelen de kaartjes onder elkaar, zodat ieder één KR bezit. De spelleider toont een grote KR-tekening en roept gelijk het bijhorende recht. De twee kinderen met dit recht lopen naar het midden, proberen het voorwerp te veroveren en naar het eigen kamp te brengen. Wie slaagt, verdient een punt voor zijn ploeg. Als ze echter getikt worden door de tegenstrever voor ze in het eigen kamp zijn, gaat het punt naar de tegenstrever. De ploeg die als eerste tien punten verzamelt, heeft het spel gewonnen. De spelleider kan het spannender maken door meer rechten tegelijk te roepen, of door extra rechten op te roepen, als het een tijdje duurt voor er iemand het voorwerp durft grijpen. Bijlage 5. SPELUITLEG DOMINO Verdeel de dominostenen onder de spelers. Eén steen ligt in het midden om te starten. Om beurten proberen de spelers een steen met eenzelfde tekening aan te leggen en zo een ‘slang’ te vormen. Wie het eerst alle stenen heeft afgelegd is de winnaar. Als extra opdracht kunnen alle spelers samen een ‘kunstwerk dat een kinderrecht uitbeeldt’, bouwen met de stenen. Of ze kunnen proberen een woord te vormen. Of een dominowaterval natuurlijk! Bijlage 6. SPELUITLEG BINGO Elke speler krijgt één of meerdere bingokaarten en voldoende mini-post-it’s (of ander afdekmateriaal). Om beurten trekken de spelers een grote KR-kaart uit een zak of uit een stapel. Elke speler die dezelfde tekening op zijn bingo-kaart heeft, mag die afdekken. Dan mag de volgende een kaart trekken, enz. Als er met een spelleider gewerkt wordt, kan deze 6 | KRabbelton
de tekeningen trekken. Wie als eerste alle tekeningen op de eigen bingokaart(en) heeft afgedekt, is de winnaar. Bijlage 7. SPELUITLEG JENGA Speel jenga op de traditionele wijze. Op de zijkant van sommige jengablokken zijn tekeningen en titels van kinderrechten gekleefd. Stel de toren zodanig op dat alle tekeningen en titels zichtbaar zijn. Telkens een speler een tekening of titel uit de toren kan halen die past bij een titel of tekening die al eerder bovenaan geplaatst is, krijgt ie een punt. Wie de toren doet vallen, moet 3 punten inleveren. Wie heeft de hoogste score nadat de toren ingestort is?
7 | KRabbelton