Kostenevaluatie KPN lokale ombouw tot LAP, interconnectietesten en nummerimplementaties
Rapport van Bevindingen voor OPTA Interconnectie en Bijzondere Toegang
OPENBARE VERSIE
Auteurs: ir H. Rood en ir P.J. Brand
Den Haag, 13 november 2002
OPENBAAR
Management Samenvatting In het kader van de integrale tariefregulering voor eindgebruikers- en interconnectiediensten (ITTZ) heeft OPTA aan Stratix Consulting Group BV gevraagd om een oordeel betreffende kosten die KPN maakt ten behoeve van lokale interconnectie, en die KPN bij de andere marktpartijen in rekening wenst te brengen. Het betreft kosten voor het geschikt maken voor interconnectie van de lokale nummercentrales, inclusief de vervanging van de PRX/A centrales, voor het testen van de interconnectie, en voor het implementeren en routeren van nummers. KPN heeft de genoemde kosten uitgebreid onderbouwd. Deze kosten zijn in lijn met de huidige marktsituatie. Het is dan ook niet zozeer de vraag of de opgevoerde bedragen kloppen, maar of de activiteiten waarvoor deze kosten gelden noodzakelijk zijn, en of het redelijk is deze kosten bij de andere marktpartijen in rekening te brengen. Verreweg de grootste component in de genoemde kosten wordt gevormd door de kosten voor het geschikt maken van de centrales voor lokale interconnectie, en dan met name door de kosten voor het vervangen van de verouderde PRX/A centrales. Uit het onderzoek is gebleken dat de door KPN opgevoerde kosten voor het grootste deel inderdaad noodzakelijke activiteiten en middelen betreft. De voornaamste afwijking vonden wij in de uitbreiding van de 5ESS centrales, waar KPN een aantal elementen had opgenomen voor een capaciteitsuitbreiding die in de meeste gevallen niet noodzakelijk zal zijn. Dan blijft de vraag in hoeverre de opgevoerde kosten redelijkerwijs bij de marktpartijen in rekening gebracht zouden moeten worden. Met name de PRX/A vervanging is zeker niet uitsluitend aan de lokale interconnectie toe te schrijven, en ook een deel van de overige kosten kan door KPN uiteindelijk terug worden verdiend. Dit wordt per systeem nader uitgewerkt. Wat betreft de kosten voor het testen van interconnectie en de nummerimplementaties voert KPN zowel leegloop als een redelijk rendement op. Het lijkt ons dat een voorziening voor leegloop niet onredelijk is, maar dat deze als capaciteitsrisico in het “redelijk rendement” tot uiting zou moeten komen, en dus niet nog eens apart opgevoerd zou moeten worden. KPN verwijst op dit punt naar resultaten uit eerdere EDC discussies, maar noemt geen specifiek document deze gedocumenteerd zouden zijn. Hendrik Rood Paul Brand Den Haag, 13 November 2002
KPN Kostenevaluatie
2
OPENBAAR
Inhoudsopgave Management Samenvatting ............................................................................................2 Inhoudsopgave ................................................................................................................3 1
Inleiding ...................................................................................................................4 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Aanleiding voor het onderzoek .............................................................................4 Inrichting van dit document ..................................................................................4 Bronnen gebruikt bij de beoordeling .....................................................................5 Disclaimer ............................................................................................................6
Ombouwkosten lokale centrales van KPN voor lokale interconnectie...................7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Hardware-uitbreiding 5ESS ..................................................................................7 Software omzetting AXE ......................................................................................8 Vervanging oudere AXE’s (van voor ’87) .............................................................9 Vervanging PRX/A ...............................................................................................9 Algemene ombouwkosten: configuratie signaleringslinken .................................10 Doorbelaste kosten uit het verleden.....................................................................10 Totaalkosten LAP klaar maken alle nummercentrales .........................................10
3
Testkosten (op lokaal en regionaal niveau)...........................................................12
4
Implementatie van nummer(s) en routering .........................................................14 4.1 Implementatie nummers ......................................................................................14 4.2 Aanpassen routering ...........................................................................................14
5
Gehanteerd uurtarief ............................................................................................16
6
Enkele punten voor discussie ................................................................................17 6.1 Enertel besluit en ITTZ slotdocument .................................................................17 6.2 Gecombineerde centrales niet als LAP beschikbaar .............................................18 6.3 Risico-model wijkt fors af ..................................................................................19
Annex 1: Algemeen model van de KPN infrastructuur ...............................................21 Gangbaar model van de geschakelde infrastructuur .....................................................21 Het KPN netwerk........................................................................................................22 De eerste generatie verkeerscentrales ..........................................................................24 Signalering, gateway-functie en lokale interconnectie .................................................25 Annex 2: Jargon en terminologie .................................................................................26
KPN Kostenevaluatie
3
OPENBAAR
1 Inleiding 1.1
Aanleiding voor het onderzoek
OPTA heeft Stratix Consulting Group BV gevraagd om een oordeel betreffende de door KPN opgevoerde éénmalige kosten ten behoeve van lokale interconnectie. Het betreft hier kosten voor de ombouw van de nummercentrales om ze geschikt te maken voor lokale interconnectie (LAP), het uitvoeren van Netwerk Interconnectie Testen om andere operators aan te sluiten, en het implementeren van nummers voor de grootste verkeersstromen: geografische nummerblokken, Carrier (pré-)Selectie, 06760-nummers. Het oordeel betreft de redelijkheid en de hoogte van de door KPN opgevoerde kosten. Dit rapport bevat bevindingen bij het doornemen van het dossier. Naar aanleiding van de eerste bevindingen zijn een aantal schriftelijke vragen gesteld aan KPN. Die vragen zijn nader besproken tijdens een telefonische conferentie. De schriftelijke antwoorden van KPN op deze nadere vragen zijn vervolgens verwerkt in de bevindingen.
1.2 De 1. 2. 3.
Inrichting van dit document bevindingenrapportage is uitgesplitst naar de drie hoofdvragen van OPTA: Ombouwkosten lokale centrales van KPN Testkosten (op lokaal én regionaal niveau) Implementatie van nummer(s) en routering
Aan elk van deze hoofdvragen is een hoofdstuk gewijd. Vervolgens wordt een kort hoofdstuk gewijd aan het gehanteerde uurtarief, dat in elk van de elementen terugkomt, gevolgd door een hoofdstuk met algemene opmerkingen en conclusies. Voor zover de mate van kostenoriëntatie en redelijkheid voor ieder van de hoofdvragen apart kunnen worden bezien, worden deze in ieder hoofdstuk direct behandeld. In het hoofdstuk “enkele aandachtspunten” worden enige punten van meer algemene aard behandeld, die bij de evaluatie naar voren kwamen. In de behandeling van de kosten die KPN opvoert is in de navolgende hoofdstukken steeds het volgende stramien van vragen aangehouden om tot een oordeel te komen over de mate van kostenoriëntatie en de redelijkheid: a. Zijn alle opgevoerde activiteiten en middelen nodig voor lokale interconnectie? b. Klopt de omvang van die activiteiten en middelen? c. Klopt de prijs? d. Zijn de kosten al op een andere manier gedekt (bijvoorbeeld in de poortprijs of de minutenprijs)?
KPN Kostenevaluatie
4
OPENBAAR
Doel van de rapportage is daarnaast OPTA inzicht te verschaffen in mogelijke scenario’s voor de hoogte van deze kosten en de verdeling tussen betrokken partijen
1.3
Bronnen gebruikt bij de beoordeling
Beoordeeld zijn (in volgorde van dossieraanlevering (omgekeerd in tijd)): DD 30-okt
Van KPN
10-okt
KPN
1-okt 25-sep
OPTA KPN
26-sep 19-sep 16-aug 16-aug Bijlage 2 16-aug Bijlage 3 2-aug 18-jul 3-jul 3-jun 4-jun 31-jul-2001
KPN OPTA KPN KPN
Documentnaam Betreft Gedeeltelijke beantwoord. Vragen OPTA/Stratix t.a.v. OPTA/IBT/2002/203492 kostenevaluatie 02-027-PC/CS Antwoorden op e-mailvragen gegevens SK2002 + ILL (e-mail F. Vergouwen) Toelichting vragen 6-7,11,14,26 BUCS_ITZ_25092002 Nieuwe antwoorden + NIT + Nummerimplementatie BUCS_ITZ_25092002 Offertes OPTA/IBT/2002/202841 Extra vragen BUCS_ITTZ_16082002 Antwoorden Plug-Box 4.0 dd. 1-aug-2000
KPN OPTA KPN OPTA KPN PWC/KPN KPN
PRX/A uitfasering OPTA/IBT/2002/202202 02-024-PC/CS OPTA/IBT/2002/201754 BUCS_ITTZ_03052002 488035.52/020604-10c
Aanvulling vragen Deel antwoorden Vragen Reactie ittz Toewijsbare kosten RO KPN/I,BT&O/2001.2.0/ Spec ILL 31-7-2001
Verder zijn de volgende files van de KPN wholesale website gebruikt: 14-mrt-2001
KPN
11-oct-2002
KPN
11-oct-2002
KPN
Table_3_Local_Access_P Namen en locaties LAP centrales oint_Locations.xls Plaatsgegevens.xls Namen, types, en locaties LAP centrales Aansluitingen.xls Namen, types, en aantallen/soorten aansluitingen nummercentrales
Als referentiemateriaal voor de inhoud van de NIT is het volgende document gebruikt: Jul-99
ETP
KPN Kostenevaluatie
99(108) version 2
Framework interconnection agreement: Guidelines for testing
5
OPENBAAR
1.4
Disclaimer
Deze evaluatie beoordeelt KPN’s opgegeven eenmalige kosten voor de lokale ombouw, de interconnectietesten en de nummerimplementatie. Waar wij concluderen dat bepaalde kosten al elders (bijv. via de poortprijs of verkeersprijs) worden verhaald dan wordt dat aangegeven. De rapportage neemt daarbij de huidige situatie in ogenschouw en beoordeelt of KPN inderdaad redelijkerwijs kosten moet maken. Daarbij wordt verwezen naar relevante beleidsuitspraken van OPTA over lokale interconnectie in het verleden, met name over de uitfasering/ombouw van de PRX/A en verouderde AXE’s. Er wordt echter geen analyse gegeven van het optimale architectuurmodel zoals dat voor een BU-LRIC calculatie nodig zou zijn.
KPN Kostenevaluatie
6
OPENBAAR
2 Ombouwkosten lokale centrales van KPN voor lokale interconnectie Om de nummercentrales geschikt te maken voor lokale interconnectie voert KPN de volgende elementen op: • Hardware-uitbreiding van de 5ESS nummercentrales • Software omzetting op de AXE nummercentrales • Vervanging van oudere AXE nummercentrales (van voor ’87) • Vervanging van alle PRX/A nummercentrales • Overige ombouwkosten Deze elementen worden in de volgende paragrafen beoordeeld.
2.1
Hardware-uitbreiding 5ESS
De door KPN opgevoerde GSM2000 (global switching module) is inderdaad noodzakelijk voor lokale interconnectie op de 5ESS nummercentrales, aangezien de 5ESS voor een nieuwe Signalling Point Code (SPC) altijd een eigen Switching Module nodig heeft. Voor de gecombineerde verkeerscentrales (gvkc’s) die als RAP in gebruik zijn is deze SPC reeds geïmplementeerd. De opgevoerde uitbreiding van schakelmatrix CM47 is onredelijk: deze is alleen in een worst-case geval nodig, namelijk als de bestaande schakelmatrix helemaal vol is. Aangezien de uitbreiding goed is voor 32 Switching Modules, kan deze zeker niet integraal aan één Switching Module toegerekend worden. Zonder deze module gaat € [xxx] van de kosten af, verder zijn er € [xxx] minder kosten aan engineering. Een redelijk aandeel van de schakelmatrix in de kosten van de additionele Switching Module is ca. € [xxx]. Omvang en prijs van de hardware (incl. services) zijn voor het overige correct. De benodigde uitbreiding wordt uiteindelijk via de poortprijs gedekt: de kostendekking van de eerste twee geleverde 2 Mbit/s poorten bedraagt, bij een langlopend contract, al circa € 30k. De werkelijke initiële kosten bedragen dan ongeveer € 108k per centrale, bij meer dan twee geleverde 2 Mbit/s poorten zou een deel alweer moeten worden gerestitueerd. Overige Bevindingen: Ombouwen van 5ESS leidt tot toewijzingsvraagstuk verkeer versus poortkosten. Bron: Annex Maatwerk Local Access Bevinding: Voor het LAP klaar maken van een 5ESS worden de kosten van een Switching Module opgevoerd1. Die initiële investering moet ook inderdaad gedaan worden, maar vervolgens is deze capaciteit beschikbaar, terwijl de kosten van Switching Modules in de minuutprijs inbegrepen zijn
KPN Kostenevaluatie
7
OPENBAAR
(Annex 10, Indirect toewijsbare kosten, 29 april 2002). Wel zou de bezetting van de speciaal aangeschafte Switching Module aanzienlijk lager kunnen zijn dan in de EDC-V rapportage is aangenomen. Oordeel: Indien de kosten van het neerzetten van een Switching Module (kast, processor, voedingen etc.) als initiële investering aan het LAP klaar maken worden toegerekend, moeten deze kosten uit de minuutprijs verwijderd worden. Een alternatief is een verdeling van de kosten over deze twee mechanismen.
2.2
Software omzetting AXE
De opgevoerde software update is noodzakelijk voor lokale interconnectie op AXE hosts. KPN heeft geen AXE nummercentrales die tevens verkeerscentrale zijn (en die dus al van deze functie voorzien zijn), zodat de update op alle nummercentrales noodzakelijk is. De door KPN opgegeven omvang (inclusief een kleine hardware component) is correct, Ericsson geeft een hogere opgave maar die betreft een worst case situatie (extra HW). Kosten voor KPN (Software & Hardware van Ericsson) bedragen € [xxx] éénmalig per centrale. Dit lijkt een reële prijs te zijn. De genoemde kosten worden niet elders gedekt (software omzetting, geen capaciteitsitem). Overige bevindingen Geschikt maken AXE voor lokale interconnectie Bron: BUCS_ITTZ_25092002 Bevinding: Voor het geschikt maken van een AXE voor LAP toegang wordt in BUCS_ITTZ_25092002 onder vraag 26 een bedrag van € [xxx] genoemd plus “in beperkte mate kosten voor hardware…”. In de bijgeleverde offerte van ETM staat naast de genoemde € [xxx], een bedrag van € [xxx] genoemd voor een additionele RPG (Regional Processor Group). Aan KPN is gevraagd: • Is voor alle AXE’s deze extra hardware nodig om de centrale gereed te maken voor LAP toegang? Zo nee, voor hoeveel van de AXE’s dan wel? Uit KPN’s antwoord blijkt dat dit waarschijnlijk in geen enkel geval nodig zal zijn; KPN behoudt zich echter het recht voor deze kosten eventueel in rekening te brengen. Oordeel: De extra kosten voor een RPG betreffen benodigde capaciteit. Deze capaciteit zou in andere elementen, zoals poortprijs en minutenprijs, al gedekt moeten zijn. Het zou niet redelijk zijn deze kosten in voorkomende gevallen bij de telco in rekening te brengen die op de betreffende centrale interconnectie aanvraagt.
1
De switch module met gateway-software die vereist is op een 5ESS wordt aangeduid als Global Switch Module (en voor het Amerikaanse gemak afgekort als GSM).
KPN Kostenevaluatie
8
OPENBAAR
2.3
Vervanging oudere AXE’s (van voor ’87)
KPN is erg cryptisch voor wat betreft de noodzaak van deze vervanging. De indruk wordt gewekt dat vervanging alleen nodig is vanwege een capaciteitsprobleem; met andere woorden er is geen functionele reden waarom deze centrales juist bij een aanvraag voor lokale interconnectie vervangen zouden moeten worden. De door KPN opgevoerde argumentatie suggereert dat KPN op deze centrales nu al geen aansluitingen kan leveren. De totale impact van deze vervanging is onduidelijk, aangezien KPN geen aantallen te vervangen AXE centrales heeft opgegeven. De omvang en prijs van de individuele vervanging zijn wel correct en marktconform. Of KPN in redelijkheid de kosten van de vervanging van verouderde centrales op kan voeren vereist een principe uitspraak betreffende KPN’s plicht een modern netwerk te onderhouden. De Enertel beslissing suggereert tenminste dat KPN voor een dergelijk netwerk moet zorgen, en deze kosten dus niet apart in rekening kan brengen. Bevindingen: Vervangen van AXE alleen verklaard uit capaciteitsgebrek Bron: Annex Maatwerk Local Access Bevinding: Het uitgangspunt dat oudere AXE’s vervangen moeten worden als deel van het LAP klaar maken wordt uitsluitend verklaard vanuit capaciteitsgebrek, en niet vanuit functionele beperkingen. Het gaat hier om centrales gebaseerd op oude hardware (van voor 1987) die niet meer geproduceerd (en dus bijbesteld) wordt. Het LAP-klaar maken is bij Ericsson juist een softwareverhaal, deze centrales kunnen dus wel geschikt worden gemaakt voor interconnectie maar hebben dan geen 2 Mbit/s poorten over om aansluitingen te realisern. Een deel van deze centrales zal vermoedelijk inderdaad te weinig capaciteit hebben om lokale interconnectie nog mogelijk te maken, maar dat betekent dan tevens dat er ook geen klant meer bij kan voor bijv. een ISDN30 aansluiting en dat KPN geen verkeersgroei meer op deze machine kan verwerken. Normaliter gaat men zo’n centrale dan ontlasten. Oordeel: Het is onredelijk om de vervanging van een oudere AXE volledig aan het LAP klaar maken toe te schrijven. Bovendien vallen de baten van een capaciteitsuitbreiding door vervanging c.q. bijplaatsing en gedeeltelijke verhuizing, zowel aan KPN-retail (de mogelijkheid tot het verkopen van ISDN30’s zonder complexe verhuizingen naar andere systemen) als KPN wholesale (die meer interconnectie kan leveren) toe.
2.4
Vervanging PRX/A
Op een PRX/A is lokale interconnectie niet mogelijk. De techniek van de PRX/A is hier niet voor bedoeld, en het systeem is dermate verouderd dat een dergelijke functionele wijziging niet meer mogelijk is. Als een telco lokale interconnectie op een PRX/A aanvraagt, zal KPN de toegang dus op een andere centrale aan moeten bieden, ongeacht of de centrale daadwerkelijk vervangen wordt.
KPN Kostenevaluatie
9
OPENBAAR
KPN geeft als indicatie van de kosten een drietal scenario’s met een impact gedefinieerd als laag, middel, of hoog. Dit komt grofweg overeen met ca. 3000, 10k, dan wel 30k enkelvoudige PSTN lijnen2, maar wordt tevens bepaald door de beschikbare capaciteit elders in het netwerk (als er weinig capaciteit beschikbaar is zal eerder voor een nieuwe zelfstandige centrale gekozen worden. De omvang van de voor ieder scenario opgegeven stuklijsten is correct, en de prijs is marktconform (ongeveer € 90 per vervangen PSTN lijn). Of KPN in redelijkheid de kosten van de vervanging van de (verouderde) PRX/A centrales op kan voeren vereist een principe uitspraak betreffende KPN’s plicht een modern netwerk te onderhouden. De Enertel beslissing suggereert tenminste dat KPN voor een dergelijk netwerk moet zorgen, en deze kosten dus niet apart in rekening kan brengen.
2.5
Algemene ombouwkosten: configuratie signaleringslinken
Per 5ESS en AXE centrale voert KPN € [xxx] op voor de eenmalige configuratie van signaleringslinken. Deze activiteit is inderdaad nodig, maar 60 uur werklast (à € [xxx]) lijkt ons aan de hoge kant. Een tijdsbesteding van circa 20 uur lijkt ons reëler, waarmee de kosten dus op circa € [xxx] per centrale komen. Deze tijdsbesteding is ook beter vergelijkbaar met activiteiten als rehosten (verplaatsen van concentrators van host A naar host B), herrouteren, een IN-nummerimplementatie, of een stevige NIT-test. Het betreft hier medewerkers van vergelijkbaar kaliber en van hetzelfde organisatieonderdeel.
2.6
Doorbelaste kosten uit het verleden
Naast de hierboven genoemde kosten worden in de EDC-V rapportage de kosten van het project ICAN HAP versleuteld KPN in verkeerstarief, resulterend in 0,15 ct/min opslag. Het is niet duidelijk wat er gedaan is voor een totaal van € 5,945M, of die activiteiten bijdragen aan het kunnen leveren van lokale toegang, en of er een overlap met elders opgevoerde kosten is.
2.7
Totaalkosten LAP klaar maken alle nummercentrales
Tabel 1 geeft onze schatting van de ombouwkosten weer die KPN moet maken voor het LAP-klaar maken van de zelfstandige nummercentrales (hosts). De aantallen van de verschillende types centrales zijn gehaald uit het bestand Aansluitingen.xls zoals dat te vinden is op de KPN Wholesale Website. Op het in dat bestand opgegeven aantal 5ESS centrales zijn 20 hosts in mindering gebracht. Onze analyse leidde tot de conclusie dat dit gecombineerde verkeerscentrales waren, die vanwege hun functie als RAP al voor interconnectie geschikt zijn gemaakt. Het aantal hosts 2
De PRX/A centrales ondersteunen geen ISDN; wel kunnen analoge PABX aansluitingen aanwezig zijn.
KPN Kostenevaluatie
10
OPENBAAR
van het type PRX/A is met 6 omlaag gebracht. Dit betrof centrales die KPN ook op haar lijst heeft opgevoerd die al worden omgebouwd (naar remotes van een 5ESS resp. AXE). Tabel 1 Ombouwkosten voor LAP-klaarmaken
Type
Aantal
Min
5ESS AXE PRX/A PRX/A lijnen
135 115 262 1837927
20 0 6 70844
Totaal
Om te bouwen 115 115 256 1767083
Kosten € €
12.573.333 2.913.333
€ 159.037.470 € 174.524.137
KPN heeft nog 8 andere PRX/A centrales opgegeven voor ombouw. Deze waren echter al niet meer in het bestand Aansluitingen.xls terug te vinden. Uit de tabel valt duidelijk waar te nemen dat het vervangen van de PRX/A-centrales veruit de grootste investering is voor KPN, voor wat het LAP-klaarmaken betreft. Voor het vervangen van de PRX/A heeft KPN in haar verantwoording een drietal impact-scenario’s bepaald, waaruit wij hebben afgeleid, dat de gemiddelde kostprijs per lijn rond € 90 ligt. Met deze kostprijs, en het totale aantal lijnen dat nog in dienst is op de PRX/A, zijn de kosten voor alle PRX/A centrales bepaald. De geschatte kosten voor de PRX/A vormen een bovengrens. De werkelijke kosten kunnen lager uitvallen, afhankelijk van de hoeveelheid ongebruikte PSTN aansluitingen op de remotes en concentrators op de bijbehorende locaties. Het totale aantal ongebruikte PSTNlijnen ligt nu al boven de 2,5 miljoen. Deze ongebruikte lijnen bevinden zich echter voor een aanzienlijk deel op de verkeerde centrales, waardoor de ongebruikte voorraad lijnen niet productief inzetbaar is. Uit de KPN gegevens is niet te beoordelen hoe groot de leegstand is in de remotes en concentrators van de 5ESS en/of AXE die nu naast de PRX/A hosts staan opgesteld. Bij de vervanging van de PRX/A zal een deel van die leegstand kunnen worden opgevuld met de nummers die van de PRX/A komen.
KPN Kostenevaluatie
11
OPENBAAR
3 Testkosten (op lokaal en regionaal niveau) Voor het aansluiten van een telco op LAP of RAP niveau eist KPN een aantal tests, de zogenaamde Network Interconnection Tests. Deze tests zijn noodzakelijk voor het goede functioneren van de interconnectie, maar ook om het functioneren van KPN’s eigen netwerk te borgen. De omvang van de door KPN opgevoerde testactiviteiten achten wij reëel, en vergelijkbaar met algemeen geaccepteerde aanbevelingen van het European Telecommunications Platform3. Voor wat betreft de prijs constateren wij dat het door KPN gehanteerde “mandje” van diensten weliswaar tot een eenheidsprijs leidt, maar de transparantie sterk beperkt. Voor de berekening van het mandje moet een aantal aannames gemaakt worden, die gebaseerd zijn op ervaringen uit het verleden, en voor de toekomst weinig voorspellende waarde hebben. Beter zou zijn een “menukaart” samen te stellen van tests die voor iedere dienst nodig zijn, en de kosten voor elk van die tests afzonderlijk vast te stellen. De door KPN per test aangegeven tijdsbesteding achten wij echter niet onredelijk; voor wat betreft het uurtarief verwijzen wij naar hoofdstuk 5, “Gehanteerd uurtarief”. Overige bevindingen testkosten Meetapparatuur niet in kostprijs Plugbox Bron: Plugbox document (bijlage bij BUCS_ITTZ_16082002) Bevinding: Het Plugbox proces is vergelijkbaar met het proces beschreven in het ETP-document. Maar er wordt nergens gesproken over de inzet van aparte meetapparatuur (bijv. protocol-testers). Vraag: Zet KPN wel meetapparatuur in bij de NIT-test en klopt het dat dit niet in de verrekening zit? Antwoord: KPN geeft in de reactie aan dat de testsystemen algemeen gebruikt worden en niet specifiek verrekend worden. Oordeel: KPN berekent dus niet alle kosten door. Ontbreken van test verkeer naar 06760 nummers Bron: BUCS_ITTZ_25092002, Annex Network Interconnection Test. § 3.2 Tijdsduur per dienst per NIT. Bevinding: In de beschrijving van de lokale NIT (BUCS_ITTZ_25092002) wordt gesteld dat er alleen getest wordt op KPN Terminating, Carrier (pre) select en 8000/90x Connect. D.w.z. enige informatie over 06760 ontbreekt. Vraag:
3
European Telecommmunications Platform, Framework Interconnection Agreement Guidelines for Testing v2.0
KPN Kostenevaluatie
12
OPENBAAR
Waarom wordt er geen 06760-verkeer getest (gezien het wholesale-volume van 1,44 miljard minuten in Q2 2002 (bron: KPN halfjaarrapportage)) Antwoord: KPN geeft aan dat als telco’s deze dienst afnemen, deze ook getest zal worden. Oordeel: Deze discrepantie is waarschijnlijk ontstaan omdat KPN ervaringscijfers uit 2001 gebruikt heeft bij het berekenen van het “mandje”; dit geeft eens te meer aan dat er grote bezwaren kleven aan het gebruik van een dergelijk mandje. Verdeling kosten over diensten op basis van 2001 Bron: BUCS_ITTZ_25092002, Annex lokale NIT Bevinding: KPN baseert zich bij de bepaling van de verdeling van testtijd over de diverse diensten op de situatie 2001 (achteruitkijkspiegel), in welk jaar 40% van de lokale NIT-testen KPN Terminating betrof. Dit jaagt de gemiddelde tijdsduur omhoog. De originating diensten vergen minder tijd. Vraag: Is de situatie in 2002 wat betreft lokale NIT-testen (ruwweg) gelijk gebleven aan die in 2001 d.w.z. 40% van de tests betreft KPN Terminating. Of is er een substantiële verschuiving opgetreden naar het testen van C(P)S en 06760-verkeer? Antwoord: KPN geeft aan dat de getallen voor 2002 nog niet compleet zijn, maar dat er in 2002 een substantiële hoeveelheid extra testwerk is geweest voor de invoering van 06760 waardoor de verhoudingen niet vergelijkbaar zijn. Oordeel: Het type interconnectie-diensten zal per jaar variëren. Zolang KPN in retrospectief mandjes samenstelt komt er per jaar een arbitraire component in. Klaarblijkelijk dient er hier een pricingmanager zijn toevoegende waarde te moeten bewijzen. Bron: antwoordbrief KPN 16 augustus 2002 Vraag 19 Bevinding: KPN stelt onder punt 3. dat in het geval van een lokale NIT KPN ervan uit gaat dat er altijd sprake zal zijn van een verkorte NIT-test. Dit correspondeert niet met de berekeningen in de brief van 25-9 waarin allerlei verdeelfactoren sluipen. Vraag: Kan KPN ophelderen waarom er op 16 augustus onder vraag 19 wordt gesteld dat in het geval van een lokale NIT KPN ervan uit gaat dat er altijd sprake zal zijn van een verkorte NIT-test, terwijl in de Annex verstrekt op 25-9 een onderbouwing wordt gegeven met daarin volledige en verkorte NIT-testen? Antwoord: KPN geeft aan dat het begrip “verkorte test” in eerdere documenten verkeerd gehanteerd werd; bedoeld werd slechts dat er minder te testen valt, niet dat er sprake is van een verkorte test zoals in andere documenten gehanteerd. Oordeel: Met daadwerkelijk beprijzen van activiteiten in de NIT is dit meteen geen issue meer.
KPN Kostenevaluatie
13
OPENBAAR
4 Implementatie van nummer(s) en routering 4.1
Implementatie nummers
Omtrent de implementatie van nummers spreekt uit de briefwisseling enige verwarring. Het implementeren van een geografisch nummerblok of van een C(P)S code staat los van de uitrol van lokale interconnectie, aangezien dergelijke nummers slechts éénmalig in het netwerk geïmplementeerd hoeven te worden. Wel moet bij het in gebruikt nemen van een LAP voor ontspringend verkeer een hoeveelheid verkeer anders gerouteerd worden. In het algemeen mag verwacht worden dat een telco die aan lokale uitrol begint, de relevante nummers al in gebruik heeft via de RAP, en dus niet meer hoeft te laten implementeren. De uitgevoerde beoordeling heeft zich gericht op de kosten die met nummerimplementatie in het algemeen zijn gemoeid. Dit is dus een activiteit die KPN uitvoert op verzoek van een derde. Overigens is ons niet duidelijk of KPN ook de andere operators betaalt als zij zelf een nieuw geografisch of mobiel nummerblok opent. Voor het in gebruik nemen van nieuwe geografische nummers heeft KPN een opgave van 20 uur werk gedaan; dit achten wij reëel. Voor mobiele nummerblokken is 21 uur opgegeven, mobiele nummers zijn iets complexer in te voeren en volgens KPN valt ook 06760 onder de nummers die zij via hun IN-systemen invoeren. Een aantal andere nummers wordt niet via het IN-ingevoerd (onder andere VPN-nummers en C(P)S). Deze nummers zijn ingewikkelder doordat ontspringend verkeer vaak divers gerouteerd wordt (per regio en straks ook per RAP een andere behandeling). Hiervoor staat 40 uur. Ook dit achten wij een keurig en reëel bedrag voor het implementeren van de nummers voor heel Nederland. Opgemerkt moet worden dat de kosten van het implementeren van een geografisch nummerblok, hoewel ze via het IN gaan, nog deels afhangen van het netnummergebied: in het 020 gebied (Amsterdam en omgeving) moet een dergelijk blok op meer dan 30 nummercentrales geïmplementeerd worden, terwijl dit in veel landelijke gebieden slechts op twee of drie centrales zou moeten. De opgegeven kosten geven dan ook een gemiddelde inspanning aan. Implementatie van geografische nummerblokken van andere operators in de nummercentrales van KPN is een efficiëntiemaatregel, hiermee wordt in de ontspringende nummercentrale een oproeppoging gestopt en gespreksopbouwkosten vermeden van mensen die een niet bestaande nummerblok onder het netnummer aankiezen.
4.2
Aanpassen routering
Zoals hierboven aangegeven zal, bij het in gebruik nemen van een LAP voor ontspringend verkeer (originating access), een hoeveelheid verkeer anders gerouteerd moeten worden. Het betreft altijd verkeer dat ontspringt op de betreffende centrale, inclusief bijbehorende remotes en concentrators. KPN Kostenevaluatie
14
OPENBAAR
Voor het veranderen van de routering geeft KPN een totaal van 19,5 uur aan, waarvan 0,5 uur voor het maken van de bundel en 19 uur om het verkeer eroverheen te leiden. Gezien de bijzondere zorgvuldigheid die bij dergelijke activiteiten noodzakelijk is, achten wij deze inschatting redelijk. Voor het uurtarief verwijzen wij naar hoofdstuk 5, “Gehanteerd uurtarief”. Bevindingen Implementatie nummers via IN of direct Bron: BUCS_ITTZ_25092002 (Annex Nummerimplementatie) Bevinding: KPN specificeert welke diensten er onder IN implementatie vallen (mobiele en geografische nummers) en welke er lokaal moeten worden geïmplementeerd: Paging, personal number, EMC, TEM, VPN prefix, nummerreeksen en carrier (pre)select prefix. Onduidelijk is hier in welke categorie 06760 valt. 06760 wordt niet als zodanig in dit document genoemd. Vraag: Kan KPN aangeven op welke wijze (direct in de centrale of via IN) 06760 in het geval van LAP toegang wordt geïmplementeerd? Antwoord: KPN geeft aan dat 06760 via het IN geïmplementeerd wordt. Oordeel: KPN’s getallen zijn redelijk als dit nummerimplementaties voor heel Nederland betreffen. Wij merken wel op dat de introductie van LAP’s voor de meeste operators geen nieuwe nummerimplementaties zal inhouden, maar herroutering van verkeer.
KPN Kostenevaluatie
15
OPENBAAR
5 Gehanteerd uurtarief Voor de diverse activiteiten van specialisten hanteert KPN een vast tarief: € [xxx] per uur. Dit uurtarief is gebaseerd op de “kale” salariskosten gedeeld door het aantal beschikbare uren, vermeerderd met een aantal opslagen. Daarbij valt het op dat KPN een hoeveelheid leegloop ([xxx]) inbegrepen heeft, terwijl er bovenop de kosten nog een “redelijk rendement” van 17,6% komt. Het lijkt ons dat een voorziening voor leegloop niet onredelijk is, maar dat deze als capaciteitsrisico in het “redelijk rendement” tot uiting zou moeten komen, en dus niet nog eens apart opgevoerd zou moeten worden. KPN verwijst op dit punt naar resultaten uit eerdere EDC discussies, maar noemt geen specifiek document deze gedocumenteerd zouden zijn. De genoemde opslagen voor faciliteiten (€ [xxx]) en voor besturing & ondersteuning (€ [xxx]) zijn voor een bedrijf van deze omvang niet onredelijk te noemen. Dat neemt niet weg dat bij een efficiënt ingericht bedrijf de opslagen vermoedelijk iets lager zouden kunnen zijn.
KPN Kostenevaluatie
16
OPENBAAR
6 Enkele punten voor discussie 6.1
Enertel besluit en ITTZ slotdocument
In het Enertel4 besluit is aangegeven dat KPN moet zorgen voor een netwerk dat voldoet aan de stand der techniek, en in het bijzonder aan de eisen aan interconnectie. Dit lijkt uit te sluiten dat KPN de vervanging van de PRX/A aan anderen in rekening zou mogen brengen. Met name punt 48 in het oordeel luidt: “KPN behoort ook aan gebieden in Nederland waar PRX/A-centrales staan in beginsel toegang te kunnen bieden. Het kan niet zo zijn dat de investeringen die nodig zijn om deze centrales als gevolg van interconnectie versneld te vervangen op de interconnecterende partijen worden afgewenteld. KPN moet in het algemeen zorgen voor een net waarbij de stand van de techniek aansluit bij de te verwachten vraag en de eisen van de tijd. Dat geldt a fortiori voor interconnectie.”
En punt III van het besluit: De voorlopige tarieven voor toegang tot het net van KPN op het niveau van de nummercentrale zijn onredelijk, indien zij: […] de kosten voor vervanging van centrales en voor de introductie van speciale switchingmodules toerekent aan marktpartijen die toegang zoeken, één en ander, zoals in dit besluit nader toegelicht.
In het ITTZ slotdocument5 wordt hier enigszins van af geweken; hier wordt gesteld: “In een situatie waarin KPN ter implementatie van een met lokale interconnectie samenhangende voorziening, waartoe zij wettelijk verplicht is, nieuwe investeringen moet plegen, en deze investeringen niet redelijkerwijs kunnen worden terugverdiend, legt KPN aan de betrokken partijen een voorstel voor ter verdeling van de investeringen tussen de betrokken partijen inclusief KPN, dan wel een voorstel voor een voor de betreffende voorziening gelijkwaardig alternatief.”
Het “Stand van Zaken” ITTZ document6, tenslotte, specificeert de genoemde verdeling van de investeringen als volgt: “Op het met het bedoelde voorstel samenhangende offertebedrag zal KPN in mindering brengen die bedragen welke redelijkerwijs voor haar eigen dienstverlening ook zonder gevraagde lokale koppeling zouden dienen te worden uitgegeven.”
Het lijkt er op dat OPTA met dit laatste document KPN in feite de ruimte heeft gegeven de additionele investeringen, voor zover uitsluitend nodig voor het bieden van lokale toegang, volledig aan de aanvrager in rekening te brengen; in het eerdere ITTZ slotdocument was dit minder duidelijk. 4 5
Openbare versie Enertel Besluit, OPTA/MI/97/1158 d.d. 17/12/1997 Maatregelen op wholesale niveau, d.d. 8/5/2002
KPN Kostenevaluatie
17
OPENBAAR
Naar onze mening zou KPN, indien OPTA aan dit laatste uitgangspunt vast houdt, de kosten van het ombouwen van AXE en 5ESS centrales bij de aanvragende telco in rekening kunnen brengen. KPN zou in dat geval echter met een restitutieregeling moeten komen, waardoor telco’s een deel van de betaalde investering weer terugkrijgen indien KPN additionele telco’s of additionele poorten aansluit. Niet alleen kunnen de kosten in dat geval over meerdere telco’s worden verdeeld, maar ook wordt een deel van de kosten via de poortprijs terugverdiend. Voor wat betreft de vervanging van de PRX/A is de situatie naar onze mening anders. Ten eerste betreft het verouderde centrales die KPN in de komende jaren in elk geval zal moeten vervangen, waardoor het niet redelijk kan zijn de volledige kosten ten laste van de telco’s te brengen. Ten tweede is, in de meeste gevallen, het gevolg van de ombouw dat de LAP op een host elders in het netwerk komt te liggen. Dat kan echter ook zonder dergelijke investeringen bereikt worden, door van KPN te eisen dat voor elke klantaansluiting een LAP beschikbaar is: hetzij op de bijbehorende centrale, hetzij elders in het netwerk wanneer de lokale centrale er niet op toegerust is. Dit komt overeen met het gestelde in genoemd Enertel besluit, onder punt 49: “Het college is van mening dat KPN, waar zij niet de gevraagde toegang op het niveau van nummercentrales kan leveren, toegang tot een hoger niveau moet bieden tegen een prijs als ware er geïnterconnecteerd op het lokale niveau en de juiste plaats (“virtuele” interconnectie).” Bron: BUCS_ITTZ_03052002 Bevinding: In de “Introductieregeling”, punt 6.6.1.2 stelt KPN dat local access alleen geïmplementeerd wordt “if recovery of all investments is guaranteed”. Oordeel: Het KPN voorstel is strijdig met het dictum in het Enertel besluit; het lijkt ook strijdig te zijn met het ITTZ document maar niet met het latere Stand van Zaken document.
6.2
Gecombineerde centrales niet als LAP beschikbaar
KPN presenteert in haar EDC uitleg (Annex 10, Indirect toewijsbare kosten, 29 april 2002) tussen neus en lippen door een visie op wat een RAP en wat een LAP is. Volgens KPN kunnen zelfstandige nummercentrales (hosts) omgebouwd worden naar een LAP, maar kunnen de 20 RAP’s (die ieder gevormd worden door tenminste twee eerste orde verkeerscentrales in verschillende gebouwen) nooit de functie van LAP vervullen. Deze visie lijkt logisch, redelijk en terecht voor zover een RAP uit zelfstandige verkeerscentrales bestaat. Dit geldt voor Amsterdam, Den Haag, Rotterdam (stad en regio), Utrecht, Breda, ’s Hertogenbosch, Eindhoven, Venlo/Roermond en Heerlen/Maastricht.
6
OPTA/EGM-IBT/2002/201712, d.d. 27/6/2002
KPN Kostenevaluatie
18
OPENBAAR
Een deel van de evkc’s is echter ook gelijktijdig nummercentrale: de zogenaamde gecombineerde verkeerscentrales (gvkc’s). Aan de hand van de naam en nummerlijsten, van de KPN wholesale website schatten wij in dat het hier twintig 5ESS centrales betreft in resp. Haarlem, Alkmaar, Leeuwarden, Groningen, Zwolle, Deventer/Apeldoorn, Enschede/Hengelo, Arnhem, Amersfoort/Hilversum en Nijmegen. Wie een aansluiting heeft op een gvkc kan volgens KPN’s uitleg alleen via een RAPworden bereikt. Zijn nummers zijn echter niet via een andere machine bereikbaar. Dienstaanbieders zullen voor die klant alleen de regionale wholesale tarieven als bodem kunnen behalen. Het betreft hier naar onze telling vanuit de aansluitlijnen-tabel ca. 12% van alle lijnen. Dit loopt de komende jaren vermoedelijk verder op met het vervangen van PRX/A’s door remotes van gvkc’s. Wanneer er op een PRX/A-host interconnectie wordt gevraagd, zal deze worden omgebouwd. Wordt dan de vervangende remote onder een gvkc opgehangen (dit is geen hypothetisch geval, KPN’s PRX/A-migratielijst bevat diverse gvkc’s als nieuwe host) dan ontstaat de curieuze situatie dat een verzoek om interconnectie eindigt in een ombouwactie, waarna de nummers niet meer op lokaal tariefniveau (LAP) bereikbaar zullen zijn. Dit zijn zinloze exercities. Wie zal dat betalen? Een andere benadering zou de volgende kunnen zijn. Gecombineerde verkeerscentrales zijn al geschikt gemaakt voor interconnectie. Wie op die machines op LAP-niveau interconnecteert kan alleen de directe nummers op die host bereiken. Hij geeft daarmee de overloop-functionaliteit op die nu op RAP-niveau voor de regio wordt geleverd. Ook zal de vragende operator zelf moeten zorgen voor spreiding tussen zijn verkeerscentrales (een nummercentrale is een enkelvoudig schakelsysteem, RAP’s zijn een dubbel uitgevoerde functie in het KPN net). Het is wel zo dat met een keuze om de gvkc’s ook te openen voor LAP-toegang, deze ingreep er al direct een fors aantal rendabele LAP’s creëert. Operators zijn namelijk al aangesloten op die systemen. De lijst gvkc’s bedienen voornamelijk het platteland in die regio’s. Deze machines te openen voor LAP drukt dus de wholesale verkeerskosten voorde telco’s, maakt ook een zeer snelle roll-out naar deze machines mogelijk (de meeste grote operators zitten er al) maar heeft als consequentie dat de lokale wholesale tarieven iets hoger zullen uitvallen doordat de EDC berekening anders uitvalt.
6.3
Risico-model wijkt fors af
Tenslotte merken wij op dat het risico-model van KPN bij de lokale uitrol sterk afwijkt van hun vroegere modellen. Niet alleen de ombouwkosten per centrale, maar ook de door Lucent en Ericsson centraal gemaakte kosten dient KPN praktisch per centrale te betalen. Bij de AXE is het een licentietransactie (€ [xxx]) en enig configuratiewerk. Dat is na ordering; wordt dit bedrag verhaald op de aanvrager dan is er voor KPN praktisch sprake KPN Kostenevaluatie
19
OPENBAAR
van het doorschuiven van de rekening. Daar staan normaliter geen opslagen voor redelijk rendement op (en die vonden wij ook niet terug). Het risico op de ontwikkelkosten is hier duidelijk al genomen door Ericsson. Ook voor de 5ESS en voor de PRX/A vervangingen probeert KPN een vergelijkbaar risicomodel te introduceren door de kosten voor het LAP-klaarmaken in rekening te brengen bij de nieuwkomer. Omdat het hier hardware betreft is er een iets ander risico-profiel. Wanneer na ombouw blijkt dat LAP geen realistische business case is en de andere operators weer vertrekken zit KPN met stranded costs (ongebruikte capaciteit). In KPN’s voorstellen worden deze kosten bij de aanvraag van lokale interconnectie volledig betaald door de nieuwe aanvragers. Dan is het risico KPN ook hier onmiddellijk gereduceerd tot nul. In al deze gevallen wordt het risico ofwel door de leveranciers ofwel door de aanvragende partij genomen.
KPN Kostenevaluatie
20
OPENBAAR
Annex 1: Algemeen model van de KPN infrastructuur Op de navolgende pagina’s wordt kort ingegaan op de modellen die worden gehanteerd voor KPN’s geschakelde infrastructuur. Omdat het onderzoek zich richtte op de daadwerkelijke kosten wordt vooral aandacht geschonken aan het onderscheid tussen de architectuurmodellen, zoals die algemeen worden toegepast voor het modelleren van de kosten van een operator, en de daadwerkelijke realiteit binnen het netwerk van KPN. De praktijk bij KPN introduceert drie belangrijke afwijkingen ten opzichte van de gebruikelijke modellen: 1. Een zeer groot aantal zelfstandige nummercentrales van de eerste generatie (PRX/A). Deze kunnen niet meer naar LAP worden omgebouwd. 2. Een aantal nieuwere schakelsystemen die als gecombineerde verkeerscentrale worden ingezet. D.w.z. zij vervullen zowel de functie van verkeerscentrale als die van nummercentrale. KPN biedt op die centrales alleen RAP toegang; hierdoor wordt voor ca. 11% van de lokale aansluitlijnen7 nooit LAP-toegang geboden. Dit percentage zal nog stijgen met het opruimen van de PRX/A-centrales. 3. Voor een aantal AXE-centrales dat voor 1987 is gebouwd is geen nieuwe hardware meer leverbaar. Hierdoor kan op deze centrales mogelijk ook geen LAP-functie worden gerealiseerd (dit is een capaciteitsprobleem en geen functioneel probleem). In de rest van deze annex wordt kort ingegaan op het algemene model en daarna op de fysieke realiteit in het KPN netwerk.
Gangbaar model van de geschakelde infrastructuur Interconnectie vindt op dit moment in het Nederlandse telefoonnet plaats op het niveau van verkeerscentrales op een regionaal overdrachtspunt (Regional Access Point, of RAP). Op dit punt worden de transmissieverbindingen van de interconnecterende bedrijven op elkaar aangesloten. Het ontspringend verkeer met een bestemming in het netwerk van een andere operator loopt vanaf de aansluitlijn door de nummercentrale via KPN’s eigen netwerk naar één van de twee verkeerscentrales voor die regio. Eindigend verkeer in KPN’s netwerk dat wordt afgeleverd bij een RAP volgt de omgekeerde route. Lokale interconnectie betekent dat er interconnectie wordt gerealiseerd op een overdrachtspunt op de zelfstandige nummercentrales (Local Access Point, of LAP). Daarbij maakt het voor de geschakelde dienst geen verschil of de transmissie naar de LAP door de telco, of door KPN geleverd wordt. Figuur 1 geeft dit model schematisch weer.
7
Gebaseerd op de file “Aansluitingen.xls” op de KPN Wholesale site
KPN Kostenevaluatie
21
OPENBAAR
Telco netwerk
KPN PSTN/ISDN Netwerk RAP Eerste orde Verkeerscentrale (EVKC) Dubbel uitgevoerd
Centrale
Host - EVKC bundel
Zelfstandige nummercentrale (Host) Concentrator - Host bundel
LAP
Onzelfstandige nummercentrale (Concentrator) Aansluitlijn
Randapparaatuur
Figuur 1: LAP en RAP interconnectie
Dit model wordt in zeer veel landen gebruikt voor het berekenen van kostengeoriënteerde tarieven van het wholesaleverkeer. Het is echter een modelmatige benadering en niet de fysieke realiteit in een netwerk. Wie als telefonie-aanbieder een vast netwerk heeft gebouwd met behulp van de zogenaamde tweede generatie computergestuurde schakelsystemen komt inderdaad dicht bij bovenstaand model uit. Tweede generatie schakelsystemen zijn o.a. de Ericsson AXE, Nortel DMS100, Siemens EWSD, Alcatel E10, Marconi System-X etc. De tweede generatie systemen is eind jaren zeventig op grote schaal geïntroduceerd.
Het KPN netwerk In het KPN netwerk is het standaardmodel een goede benadering voor die regio’s waar zelfstandige verkeerscentrales naast zelfstandige nummercentrales staan opgesteld Dit betreft vooral de zuidelijke provincies en de vier grote steden in de randstad.
KPN Kostenevaluatie
22
OPENBAAR
De nieuwere schakelsystemen kennen echter een dusdanige grote schakelcapaciteit dat zij in dunner bevolkte gebieden tegelijkertijd de functies van verkeerscentrale en nummercentrale kunnen vervullen. In dat geval bedient ieder van de twee EVKC’s in de regio een aantal aansluitingen. Een dergelijke inzet als gecombineerde verkeerscentrale is gerealiseerd door KPN in 10 regio’s en weergegeven in Figuur 2. Telco netwerk
KPN PSTN/ISDN Netwerk RAP
Gecombineerde Verkeerscentrale (GVKC) Deel van dubbel uitgevoerd paar EVKC’s
Centrale
Remote Host bundel Onzelfstandige nummercentrale (Remote)
Aansluitlijn
Concentrator - Remote bundel Onzelfstandige nummercentrale (Concentrator) Aansluitlijn
Randapparaatuur
Figuur 2: Gecombineerde nummer/verkeerscentrale – geen LAP functie
Het is technisch niet mogelijk om interconnectie te realiseren op een remote. De nummers en aansluitingen op een gecombineerde verkeerscentrale (gvkc) zijn daarmee alleen via de host bereikbaar, die tevens de RAP-functie vervuld. KPN stelt dat een gvkc al een RAP is daarom niet tevens als LAP kan functioneren. Het realiseren van LAP-toegang op een gvkc is echter relatief eenvoudig. Deze centrales zijn namelijk al geschikt gemaakt voor interconnectie, er hoeven daarom alleen wat poorten bij. Wel moet in gedachten worden gehouden dat de RAP-functie altijd over twee geografisch op verschillende locaties opgestelde verkeerscentrales is gespreid, en dat voor ontspringende diensten het verkeer over de twee verkeerscentrales wordt verdeeld. Bij de
KPN Kostenevaluatie
23
OPENBAAR
gecombineerde verkeerscentrales bevindt ieder nummer zich echter op één schakelsysteem. Wie LAP-toegang vraagt op een gecombineerde verkeerscentrale zal dus poorten per centrale moeten aanvragen, en het verkeer van de twee centrales afzonderlijk af moeten handelen. Voor eindigend verkeer zal de telco zijn verkeer moeten routeren naar de afzonderlijke machines. In het geval een telco voor een deel van het verkeer geen poorten op de juiste centrale heeft zal het verkeer alsnog als RAP verkeer worden afgehandeld. Telco netwerk
KPN PSTN/ISDN Netwerk RAP
Centrale
GVKC
GVKC
LAP
Remote
Remote Host
Figuur 3: Gecombineerde centrale (gvkc) met RAP en LAP toegang
Het op deze wijze realiseren van toegang zal consequenties hebben voor de “LAP interconnectie” wholesale prijs. Gecombineerde verkeerscentrales kennen juist nogal wat transmissiekosten naar de concentrators en remotes, omdat ze vooral de plattelandsdelen in de provincies bedienen. Deze kosten worden door KPN nu ingerekend in de regionale tarieven, terwijl in het beschreven model een deel van deze kosten in de LAP tarieven terecht komt.
De eerste generatie verkeerscentrales De eerste generatie waartoe o.a. de Philips PRX/A en de Lucent Technologies 1AESS behoren kenmerken zich door een analoge schakelmatrix, zij kunnen daardoor alleen PSTN aanbieden en als zelfstandige nummercentrale functioneren. ISDN is niet mogelijk vanwege de analoge schakelmatrix. Ook zijn de modernere Intelligent Netwerk functies slechts op beperkte hoogte te realiseren. De eerste generatie is oud en zit vanwege de beperkingen aan het einde van hun economische levensduur. De technologie is al eind jaren zestig/begin jaren zeventig geïntroduceerd, en de computers uit die centrales zijn dan ook vergelijkbaar met de centrale mainframes uit die tijd. De gemiddelde Palm-Pilot handcomputer heeft
KPN Kostenevaluatie
24
OPENBAAR
tegenwoordig al een grotere verwerkingscapaciteit dan de processors van deze centrales. De capaciteit van de PRX/A-centrales loopt uiteen van enkele duizenden lijnen tot ca. 25 duizend lijnen. Uit de KPN gegevens blijkt dat er nog een aanzienlijk aantal PRX/A centrales met 10 tot 15 duizend actieve lijnen in werking zijn. De PRX/A vertegenwoordigt op dit moment nog ca. 30% van de vaste PSTN telefoonlijnen, oftewel 18% van de gebruikte B-kanalen.
Signalering, gateway-functie en lokale interconnectie Om op telefooncentrales andere operators te kunnen aansluiten dienen zij deel uit te maken van het (nationale) transiet domein. Dat betekent dat zij een transiet signaleringspuntcode (TSPC) moeten bevatten. Dit is een nummer dat wordt toegekend uit een reeks die beheerd wordt door OPTA. Naast het nationale transiet domein zijn er nog twee andere signaleringsdomeinen: het internationale domein (ISPC’s) en het “nationale” domein (NSPC’s), dat in feite het interne domein van een operator operator is8. ISPC’s worden net als TSPC’s door OPTA beheerd; deze zijn voor internationale gateways in Nederland die aangesloten zijn op operators in andere landen. Voor het interne domein (NSPC’s) heeft een operator volledig de vrije hand wat betreft nummergebruik en indeling. Het noodzakelijk gebruik van NSPC’s en de vereiste gateway-functionaliteit zijn noodzakelijke voorwaarden voor interconnectie. Dit heeft geen relatie met de gebruikte (gelocaliseerde) versie van SS#7 (bijv. ISUP NL). Het feit dat de PRX/A alleen de KPNversie van ISUP draait speelt hier geen rol, aangezien de centrale geen gateway functionaliteit ondersteunt.
8
De aanduiding “nationaal” domein voor het operator interne domein stamt uit de tijd van de monopolistische “incumbents”.
KPN Kostenevaluatie
25
OPENBAAR
Annex 2: Jargon en terminologie Onderstaande geeft een korte beschrijving van de termen waarmee wordt gewerkt in de diverse documentatie. Verkeerscentrale: Functionele aanduiding van een schakelsysteem dat ingezet wordt voor verkeersafwikkeling tussen centrales onderling. (Eerste orde) verkeerscentrales waarop tevens klanten worden aangesloten heten gecombineerde centrales. Nummercentrale (nrc): Functionele aanduiding van een schakelsysteem waarop eindgebruikers rechtstreeks zijn aangesloten. Er zijn zelfstandige nummercentrales (hosts) en onzelfstandige (remotes of concentrators). Zij staan in de ruim 1300 centralegebieden in Nederland met nummercentrales. Het functionele onderscheid manifesteert zich in het feit dat een nummercentrale tenminste één volledig nummerblok (10 duizendtal) is toegewezen. Het aantal zelfstandige nummercentrales in Nederland van KPN bedraagt ongeveer9 514. Er zijn centralegebieden met meerdere zelfstandige nummercentrales in één gebouw (bijv. een PRX/A naast een AXE of PRX/A naast een 5ESS), of met een zelfstandige nummercentrale en een remote naast elkaar (bijvoorbeeld een PRX/A met een remote van een 5ESS). Er zijn ook veel centralegebieden met alleen remotes of concentrators. Een nummercentrale kan in principe met een Local release worden bediend. Voor interconnectie is echter de Gatewayfunctie in de software (en hardware) vereist. Gecombineerde verkeerscentrale (gvkc): Schakelsysteem dat in zijn fysieke uitvoering zowel de functie van verkeerscentrale als ook die van nummercentrale vervult. Een aantal evkc’s van het type 5ESS zijn bij KPN gecombineerde verkeerscentrales. Host: Fysiek onafhankelijk schakelsysteem. Vereist tenminste één signaleringspuntcode in het nationale (operator) domein. Kan meerdere puntcodes bevatten (multi point-code), wat een noodzakelijke vereiste is voor interconnectie. In de wandelgangen wordt met een host vooral de zelfstandige nummercentrale aangeduid. Interconnectie is technisch alleen mogelijk op een host als schakelsysteem. Eerste generatie schakelsysteem: Schakelsystemen met een (dubbel uitgevoerde) centrale processor (stored program control) en een analoge (reed-relais) schakelmatrix (space switch). Kan alleen PSTN leveren en beperkte SS#7 - IN functies. Systeem is alleen als zelfstandige host verkrijgbaar. Typische voorbeelden Lucent (vroeger Philips) PRX/A (NL) of Lucent 1AESS (VS). Deze generatie is eind jaren zestig/ begin 70 in voorlopende landen geïntroduceerd. Bij diverse fabrikantenmodellen is de analoge schakelmatrix later
9
Het aantal verandert regelmatig doordat bestaande PRX/A centrales door remotes of concentrators worden vervangen.
KPN Kostenevaluatie
26
OPENBAAR
vervangen door een digitale, waardoor de centrale van een eerste in een tweede generatie schakelsysteem transformeerde. Tweede generatie schakelsysteem: Schakelsystemen met een (dubbel uitgevoerde) centrale processor (stored program control) en een digitale schakelmatrix (space switch). Gebruikt slave (regionale) processors (slaves van de centrale processors) voor het aansturen van submodules op de fysieke host locatie en concentrators. Kan naast PSTN diensten ook ISDN-diensten leveren. Is volledig tot Intelligent Netwerk opwaardeerbaar. Typische voorbeelden Ericsson AXE, Nortel DMS10/100/300, Siemens EWSD, Alcatel E10, Lucent 4ESS (VS). De tweede generatie is het meest gangbare openbare schakelsysteem. Het verbreken van de verbinding tussen de concentrator en host leidt tot volledige uitval van de concentrator. Derde generatie schakelsysteem: Schakelsystemen met gedistribueerde processors (stored program control) is modulair van opzet. Kent schakelmodules (time switches), een onafhankelijke management module en een centrale digitale schakelmatrix (space switch). Op de host locatie bevindt zich de centrale schakelmatrix en de management module, omringd door een aantal schakelmodules. Kan naast PSTN ook ISDN diensten leveren. Is volledig tot Intelligent Netwerk opwaardeerbaar. Twee systemen slechts verkrijgbaar in de wereld: Lucent 5ESS, Alcatel System 12. Op locaties buiten de host locatie kunnen remotes opgesteld staan of concentrators. Verbreken van verbinding met een concentrator leidt tot volledige uitval. Remote: Term voor een op afstand inzetbare eenheid van een 3e generatie schakelsysteem. Heeft zelfstandige schakelfunctionaliteit en concentratiefunctie. Ondersteunende functies (billing en administratie) vindt plaats op de host. Verbreken van verbinding met een remote leidt tot beperkt doorfunctioneren met alleen lokale verkeersafwikkeling en lokale opslag van billing-gegevens voor enkele uren. Concentrator: Term voor een op afstand inzetbare eenheid van een 2e of 3e generatie schakelsysteem. Essentieel is dat deze module niet zelfstandig schakelt en alleen verkeer concentreert. Functioneert als slave van een centrale processor in een host (2 e generatie) of een processor in een (remote) schakelmodule (3 e generatie). Rehoming: Het verplaatsen van nummerblokken (10 duizendtallen) van de ene (remote) schakelmodule naar de andere (treed alleen op bij 3e generatie schakelsystemen (Lucent 5ESS of Alcatel System 12). Rehosting: Het verhuizen van een remote of concentrator van de éne host naar de andere. Nummerblokken voor de aansluitlijnen verhuizen dan ook automatisch mee. Overname: Het vervangen van aansluitingen op een nummercentrale door een andere. Rehoming van nummerblokken tussen twee hosts is ook een overname. KPN Kostenevaluatie
27
OPENBAAR
Centrales splitsen: Het opsplitsen van een zelfstandige nummercentrale (host) in twee hosts. In dat geval vind voor ongeveer de helft van de remotes of concentrators rehosting plaats naar de nieuwe (tweede) host. Dual- of Multi-homing: Het ophangen van een host onder twee of meer verkeerscentrales en daarna het verkeer naar de nummerblokken van de host routeerbaar maken over deze verkeerscentrales. Gateway: Schakelsysteem met meerdere signaleringspuntcodes die deel uitmaken van tenminste twee verschillende domeinen (operator, nationaal transiet of internationaal transiet). Gateway functionaliteit is vereist voor interconnectie. Introductie van (hardware voor het runnen van) gateway functionaliteit is een local access ombouwkostenpost. RAP: Regional Access Point. Het interconnectiepunt voor regionaal verkeer. Is door KPN geïmplementeerd op eerste orde verkeerscentrales (evkc). De fysieke uitvoering van de evkc kan een zelfstandige verkeerscentrale zijn of een gecombineerde centrale. In het laatste geval is er in principe geen LAP nodig voor het routeren van verkeer naar de nummerblokken die op die centrale geïmplementeerd zijn. LAP: Local Access Point. Het interconnectiepunt voor lokaal verkeer op een zelfstandige nummercentrale. LAP’s kunnen alleen op hosts worden geïmplementeerd en niet op remotes of concentrators (omdat die niet meer dan een puntcode aankunnen resp. niet schakelen).
KPN Kostenevaluatie
28