Opleidingsmodel
Arbeidsmarkt
Jaarprogramma Vooropleiding Bevoegdheid Studeren in Tilburg
KOP OPLEIDING Leraar worden SBL-competenties Alternatieven Studiekosten
Lesdagen
Stages
Informatiepakket
KOPOPLEIDING Cursusjaar 2010 – 2011 Fontys Leraren Opleiding Tilburg
Tilburg, maart 2010
Inhoudsopgave Vooropleiding.............................................................................................. 2 Leraar worden............................................................................................. 4 Bevoegdheid algemene informatie ........................................................... 5 De zeven SBL-competenties Leraar vo/bve:............................................... 6 Concept jaarprogramma FLOT………………………………………………….7 Collegegeld................................................................................................. 8 Studeren in Tilburg ..................................................................................... 9 Op kamers in Tilburg..................................................................................10 De toekomstige arbeidsmarkt Prognoses 2003-2011 ...............................11 Veelgestelde vragen ..................................................................................14
-1-
Vooropleiding Hbo-bachelor
Wo-bachelor
Bevoegdheid via kopopleiding
Bedrijfseconomie, Accountancy of Fiscale economie
Bedrijfseconomie
Leraar bedrijfseconomie *)
Algemene economie
Leraar algemene economie *)
Commerciële economie *), Management, Economie en Recht (MER)
Leraar Nederlands, Engels, Duits, ---
Nederlands, Engels, Duits, Frans,
Frans
---
Spaans, Fries, Arabisch, Turks
Spaans, Fries, Arabisch, Turks
---
Geografie (Planologie, Sociale Geografie)
Leraar aardrijkskunde
---
Geschiedenis
Leraar geschiedenis
Bedrijfswiskunde
Wiskunde
Leraar wiskunde
Technische natuurkunde
Natuurkunde
Leraar natuurkunde
Industriëel ontwerpen
Industriëel ontwerpen
Leraar techniek
Chemie / Scheikunde
Leraar scheikunde
Chemie / scheikunde, Applied Science met Scheikunde
Biologie
Leraar biologie
Werktuigbouwkunde
---
Werktuigbouwkunde
Leraar werktuigbouw /
Elektrotechniek
Elektrotechniek
Leraar techniek
Motorvoertuigen
Leraar elektrotechniek
---
Leraar motorvoertuigentechniek
Bouwkunde
Bouwkunde
Leraar bouwkunde
Bouwtechniek
Bouwtechniek
Leraar bouwtechniek
---
Politicologie
Leraar Maatschappijleer
HTS Technische Informatica Leraar ICT
HTS ICT Theologie of GPW (Godsdienst Pastoraal
Leraar
Werk)
Theologie
Godsdienst/Levensbeschouwing **)
Pedagogiek
Pedagogiek
Leraar Pedagogiek
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Pedagogiek
Leraar Omgangskunde
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening,
Psychologie
Sociaal Pedagogische Hulpverlening,
Cultureel Maatschappelijke Vorming, Pedagogiek, Creatieve Therapie, Psychologie, Personeel en Arbeid Plattelandsvernieuwing,
Levensmiddelentechnologie, Bos- en Natuurbeheer,
Leraar Educatie en
Bedrijfskunde/Agribusiness,
Agrotechnologie, Plantenwetenschappen,
Kennismanagement Groene Sector
Tuinbouw/Akkerbouw,
Biotechnologie,
Dier/Veehouderij,
en ruimtelijke ordening, Dierwetenschappen,
Fooddesign en innovation,
Biologie,
Voedingsmiddelentechnologie,
Gezondheid,
Bos- en Natuurbeheer, Biotechnologie,
Foodquality Management
Landschapsarchitectuur
Voeding en Plant /Biotechnologie,
Tuin en Landschapsinrichting, Tropische Landbouw, Diermanagement
*) Tijdens het intakegesprek zal op basis van programmavergelijking worden vastgesteld welke bevoegdheid behaald zal worden (Algemene of Bedrijfseconomie). **) De opleidingen die de kopopleiding voor de leraar godsdienst/levensbeschouwing aanbieden, zijn:
-2-
Opleiding Windesheim CHE Fontys Inholland
Contactpersoon Dhr. E. Planting Dhr. R. van Swetselaar Dhr. A. Broeders Mw. E. Geurten
Telefoonnummer 038-4699151 0318-696300 08778 73803 06-10928908
De opzet van de opleiding De opleiding is sterk gericht op de praktijk. Je hebt immers tijdens je hbo- of wo-bachelorsopleiding voldoende vakkennis opgedaan om snel uit de voeten te kunnen in het onderwijs. Je start met een korte oriëntatie in een school en al snel begin je ondersteunende taken uit te voeren. In de tweede helft van het jaar geef je zelf les (wellicht betaald). Tegelijkertijd werk je aan onderwerpen als leerlingenzorg, omgaan met verschillen en vakdidactiek. Tijdens het leren op de werkplek oriënteer je je op het vmbo, op de onderbouw van het havo en vwo en/of op het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Je krijgt begeleiding van de school in de persoon van een coach en van iemand van de lerarenopleiding. Na het afronden van de kopopleiding heb je een tweedegraads bevoegdheid en kun je lesgeven in de genoemde sectoren. Ook is het mogelijk om daarna via onze Fontys Masteropleiding een eerstegraads bevoegdheid te halen, zodat je kunt lesgeven in de bovenbouw van het havo en vwo. Het verschil met zij-instromen Ook zij-instromers hebben een hbo- of wo-getuigschrift. Het verschil met de kopopleiding is dat je als zij-instromer direct voor de klas staat, uit een ander beroep overstapt en bijscholing volgt die gebaseerd is op een assessment. Nog een verschil is dat de kopopleiding niet op het primair onderwijs gericht is.
-3-
Leraar worden... Leraar worden is een hele beslissing: een geheel nieuwe carrière. Of je dat wilt, kun alleen jij beslissen. Maar we willen je wel helpen om een verstandige keuze te maken. Daarom geven we hieronder een paar overwegingen mee. Meer dan lesgeven alleen Als leraar sta je niet alleen voor de klas. Je bereidt ook lessen voor. Vooral de eerste tijd is dat een hele klus. Bovendien heb je allerlei overleg met vakgenoten, interne vergaderingen en ouderavonden. Coachen, uitdagen, stimuleren Een leraar is bezig met het beantwoorden van de vraag: hoe kan ik de ontwikkeling van mijn leerlingen stimuleren? Kun je coachen, uitdagen, stimuleren, organiseren en sturen? Een sfeer scheppen? Je in een ander verplaatsen? En vind je het leuk om dat te doen? Dan ben jij geknipt voor het onderwijs. Carrière In de meeste bedrijven zijn er tientallen verschillende functies. Over het algemeen maken werknemers carrière in verticale richting. In het onderwijs werkt het anders. Leraar blijf je, tenzij je een heel andere carrière kiest. Wel zijn er verschillende taken. Zo kun je op den duur naast het lesgeven mentor worden van een klas, of conrector/ coördinator van een vakgroep of leerjaar. Ook een taak als ICT- coördinator, leerlingbegeleider of decaan behoort tot de mogelijkheden.
Meer informatie over het leraarschap? Kijk dan eens op de volgende websites:
www.leraar.nl www.wordleraarinhetvo.nl
-4-
Bevoegdheid
algemene informatie
Voortgezet onderwijs Als leraar in het voortgezet onderwijs doe je veel meer dan alleen voor het bord staan. Zowel tijdens als buiten lesuren heb je een coachende en begeleidende rol. Daarnaast verricht je coördinerende taken en gaat je aandacht uit naar het organiseren van buitenschoolse activiteiten. Je kunt je baan dan ook in hoge mate invullen op de manier die jij wilt. Belangrijk is de samenvoeging van de mavo en het vbo tot het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs). Het vmbo is de nieuwe leerroute naar het mbo (middelbaar beroepsonderwijs). Binnen het vmbo kunnen leerlingen op 4 niveaus een weg volgen die aansluit bij hun theoretische en praktische vermogens. Leraar worden in het voortgezet onderwijs Voorwaarde om les te geven in het voortgezet onderwijs is een eerste- of tweedegraads bevoegdheid voor een bepaald vak. Wil je bijvoorbeeld lesgeven in de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs, het vmbo of het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, dan heb je een tweedegraads bevoegdheid nodig. Voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs moet je beschikken over een eerstegraads bevoegdheid. Tweedegraads bevoegdheid De tweedegraads bevoegdheid haal je via een lerarenopleiding aan een van de twaalf hogescholen. Tijdens deze vierjarige opleiding is er veel aandacht voor het vak dat je kiest, maar ook voor vakdidactiek en verwante zaken. In de loop van je studie kun je bovendien speciale onderdelen kiezen, zoals remedial teaching, lesgeven in meertalige klassen of pr & voorlichting. In de laatste fase van de opleiding volg je een stage. Als leraar-in-opleiding (lio) word je dan leerling-werknemer op een school. Toelatingseisen tweedegraads bevoegdheid Voor de opleiding waarmee je een tweedegraads bevoegdheid haalt, dien je te beschikken over een havo-, vwo- of mbo-diploma (niveau 4). Heb je deze diploma’s niet en ben je ouder dan 21 jaar, dan kun je een toelatingsonderzoek doen en eventueel toch worden toegelaten. Eerstegraads bevoegdheid Voor de meeste vakken zijn er twee manieren om een eerstegraads bevoegdheid te halen: via een lerarenopleiding aan een hogeschool of via een lerarenopleiding aan een universiteit. De eerstegraads opleiding op een hogeschool betreft algemene vakken (bijvoorbeeld moderne vreemde talen) en is een vervolg op de tweedegraads opleiding. De lerarenopleiding aan de universiteit is bedoeld voor mensen die tijdens hun bacheloropleiding of na het behalen van hun wo-bachelor leraar willen worden. De mogelijkheden hiertoe verschillen per universiteit. Toelatingseisen eerstegraads bevoegdheid Voor de opleiding tot eerstegraads bevoegd leraar aan het hbo moet je eerst de tweedegraads bevoegdheid hebben behaald. Voor de meeste vakken zul je echter je eerstegraads bevoegdheid aan de universiteit moeten halen. Daarvoor heb je een wo-bachelor diploma nodig of heb je een zogeheten applicatiecursus afgerond in het te volgen vak. Bovendien moet je een oriëntatie op het leraarsberoep hebben doorlopen of al ervaring hebben in het voortgezet onderwijs.
-5-
De zeven SBL-competenties Leraar vo/bve: 1. Interpersoonlijk competent In de leerlijn reflectie (persoonlijke professionele ontwikkeling) aandacht voor communicatietheorieën, groepsdynamica in relatie tot eigen ontwikkeling en samenwerking in de opleiding en de school. Toepassing vooral in leerwerktrajecten met specifieke aandacht voor een prettig leef- en werkklimaat.
2. Pedagogisch competent Hierin met name een koppeling tussen de toepassing (waarneembaar gedrag) in de onderwijspraktijk en de theoretische aspecten in de opleiding (o.a, actuele ontwikkelingen in pedagogiek en leefwereld en psychologie van de adolescent). (Nadruk op leerling gericht lesgeven)
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Ook hier een koppeling tussen theorie en praktijk, aangevuld met mogelijkheden die de (DU) kennistoetsen bieden in het inzichtelijk maken van de vakkennis. Didactische elementen vooral in de leerwerktrajecten.
4. Organisatorisch competent Klassenmanagement e.d. (vooral in de leerwerktrajecten, met koppeling aan theorie). Hiervoor ook expliciet aandacht in de reflectie leerlijn vanwege de koppeling van deze competentie met persoonlijke effectiviteit van gedrag, houding en stem in de klas.
5. Competent in het samenwerken met collega's Blijkt vooral uit professioneel handelen in de praktijk én op de opleiding. In de reflectie leerlijn meerdere intervisie-en reflectieoefeningen. Ook koppeling aan ontwikkeling van het (Nederlandse) onderwijsstelsel.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving Vanwege de korte duur van het traject is in deze competentie het gedrag het moeilijkst te meten. De reguliere lerarenopleiding wordt afgesloten als LIO, een zelfstandige taakuitoefening met contacten met ouders/verzorgers en (soms) met gerelateerde instellingen. Hier liggen m.n. mogelijkheden in het leerwerktraject van periode 4.
7. Competent in reflectieve ontwikkeling Vooral aandacht in de centrale leerlijn reflectie via praktische gedragspsychologische kennis, concrete oefeningen m.b.t. reflectie en de nadruk hierop in het portfolio.
Voor meer informatie kijk op:
http://www.lerarenweb.nl/
-6-
Concept jaarprogramma 2010-2011 Eindassessment
56 sbu
Grensverleggende stage 3 dagen per week
Actie-onderzoek (gerelateerd aan begeleding centraal)
420 sbu Begeleiding centraal
Periode 3
112 sbu
Periode 2
Oefenstage
Leerlingbegeleiding Leerproblemen
2 dagen per week
Leerling centraal 224 sbu
336 sbu • Vakdidactiek • Sociale Psychologie en Adolescentiepsychologie ( met o.a. Communicatie // Orde // Groepsprocessen // Diversiteit ) Snuffelstage (blokweek) 28 sbu
Periode 1
Lesgeven centraal 392 sbu • Vakdidactiek • Algemene didactiek (onderwijskunde) Nederlands Onderwijssysteem, Vaardigheden, Minilessen (incl. mediagebruik en taaltoets)
Stages
Theorie
-7-
Ontwikkeling Persoonlijk Opleidings Plan Tussentijds Studieadvies Coaching 56 sbu
Individuele, specifieke Leervragen 56 sbu
Periode 4
Lesdagen
(onder voorbehoud)
Periode 1: dinsdag (middag/avond): vrijdag: zelf te plannen: Periode 2: dinsdag (middag/avond): vrijdag: zelf te plannen: Periode 3: dinsdag (middag/avond):
zelf te plannen: Periode 4: dinsdag (middag/avond): zelf te plannen:
Vakdidactiek + enkele nog nader in te plannen excursies Lesgeven centraal + coaching Zelfstudie met behulp van E-leren
Vakdidactiek + enkele nog nader in te plannen activiteiten als Leerling centraal, excursies, gastsprekers Intervisie en coachingsgesprekken Zelfstudie met behulp van E-leren
Vakdidactiek + enkele nog nader in te plannen activiteiten als Begeleiding centraal, excursies, gastsprekers Zelfstudie met behulp van E-leren
(Vakdidactiek), enkele nog nader in te plannen activiteiten als Individuele leervragen, Intervisie en coachingsgesprekken Zelfstudie met behulp van E-leren
Collegegeld De collegegeldbedragen voor het gesubsidieerde onderwijs worden door het ministerie vastgesteld. Je moet eerst het collegegeld betalen, voordat je mag worden (her)ingeschreven. Je kunt het bedrag ineens betalen via de bank of de Postbank, maar er zijn ook mogelijkheden voor gespreide betaling. Bij gespreide betaling worden administratiekosten in rekening gebracht.
Als regel gelden de volgende bedragen: Opleidingsvorm
2010/2011
Voltijd
€ 1.672,00
Specifieke kosten Naast het collegegeld zijn er kosten voor studieboeken, readers en excursies. Deze bedragen bij benadering: • boeken/readers 250,- euro. • De eenmalige hogeschoolbijdrage bedraagt € 45,-
-8-
Studiefinanciering Studiefinanciering bij de kopopleiding • • •
•
Personen die de kopopleiding gaan doen, hebben nog steeds recht op de volledige ‘normale’ studiefinanciering én op het extra jaar prestatiebeurs in verband met de kopopleiding. Een persoon, die een HBO-bachelor heeft voltooid in 4 jaren, krijgt voor het volgen van een kopopleiding 12 maanden extra studiefinanciering. Een persoon die een WO-bachelor heeft gevolgd in 3 jaren, krijgt voor het volgen van een kopopleiding 12 maanden extra studiefinanciering. Hij kan het resterende reguliere jaar nog gebruiken voor het volgen van een masteropleiding. Indien een persoon een WO-bachelor heeft gevolgd en daar 4 jaar over heeft gedaan, krijgt hij 12 maanden extra prestatiebeurs. Hij kan echter maar vier jaar omgezet krijgen in een gift. Drie jaar op basis van het WO-bachelor getuigschrift en een vierde jaar op basis van het getuigschrift Kopopleiding.
Via de site van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, voorheen IB-groep) kun je aangeven in aanmerking te komen voor de twaalf maanden extra prestatiebeurs. Met vragen over studiefinanciering kun je behalve bij DUO ook terecht bij het Bedrijfsbureau Onderwijszaken van de opleiding, via email
[email protected]
Studeren in Tilburg Introfeest | sporten | studentenverenigingen | stappen | meer weten? De Universiteit van Tilburg, Avans Hogescholen en Fontys Hogescholen trekken veel studenten naar Tilburg. Je mag Tilburg daarom zeker een echte studentenstad noemen. Tilburg is een moderne industriestad met goede studentenvoorzieningen. Een stad die leeft, waar actie in zit. Een stad met een zachte ‘g’, met zuidelijke gastvrijheid en veel gezelligheid. Introfeest Alle nieuwe studenten kunnen tijdens de introductie kennismaken met aankomende studiegenoten, de opleiding en de stad Tilburg. De Tilburgse Introductie Kommissie (TIK) verzorgt de organisatie van deze introductie. In de vijf dagen durende TIK-week, worden onder andere de volgende activiteiten georganiseerd: het TIK-festival, de Nacht van Pendragon, de verenigingsavond, de kroegentocht en tot slot het grote TIK-feest. Je ontvangt daarover automatisch bericht als je je hebt aangemeld voor een opleiding. Bijna elke opleiding verzorgt een eigen introductie in de week voordat de lessen beginnen. In een ongedwongen sfeer ontmoet je dan je medestudenten en je krijgt informatie over de opleiding. In de eerste lesweek organiseren studenten voor alle Fontysstudenten een spetterend introfestival op de campus in Tilburg. Sporten Met een sportkaart kunnen Tilburgse studenten gebruik maken van alle sportaccommodaties bij het sportcentrum van de Universiteit vanTilburg (UvT). Als je in Tilburg gaat studeren, ontvang je daarover alle informatie bij de start van je studie. Tilburg biedt aan al haar eerstejaars studenten die bij de gemeente ingeschreven staan, restitutie van de sportkaart. Het adres van het sportcentrum UvT is: Academielaan 5, 5037 ET Tilburg, telefoon (013) 466 30 10. Je kunt ook de website www.uvt.nl/sportcentrum. bezoeken.
-9-
Studentenverenigingen In Tilburg zijn veel studentenverenigingen en disputen. De bekendste verenigingen zijn de volgende: • TSC St. Olof: Het Tilburgs Studenten Corps St. Olof is de oudste vereniging in Tilburg. St. Olof heeft 500 leden en organiseert allerlei activiteiten. Dit kunnen serieuze bezigheden zijn, maar ook spetterende feestavonden met optredens van leuke bands. Zie de website. • TSV Plato: Studenten Vereniging Plato is een jonge vereniging voor studenten van de universiteit en het hbo. Plato staat voor Plezierige en Leuke Activiteiten in Tilburg en Omgeving. Zie de website. • TSR Vidar: De Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar is opgericht in het jaar 1961. Binnen deze vereniging is er een wedstrijdsectie en kan men competitieroeien. Daarnaast biedt deze vereniging ook de mogelijkheid actief te zijn binnen een van de vele commissies en worden er feesten georganiseerd. Zie de website
stappen Stappen gebeurt door de Tilburgse studenten vooral op woensdag- en donderdagavond. De meest bezochte cafés zijn te vinden op de Heuvel, de Korte Heuvel en het Piusplein. Daarnaast zijn er nog verschillende culturele activiteiten, zoals in mei het Hap Stap Festival, in juni het Festival Mundial en in juli de Tilburgse kermis (de grootste kermis van de Benelux!). meer weten? Voor meer informatie over Tilburg vind je op www.tilburg.nl een aantal nuttige links. Bovendien is op deze site ook een digitale winkel opgenomen.
•
Op kamers in Tilburg Op het moment dat je gaat studeren, kan dit in een andere stad zijn dan waar je nu woont. Dan kun je ervoor kiezen om op kamers te gaan. Een kamer vinden In Tilburg is nog wat gemakkelijker dan in andere grote studentensteden, maar de tijd van ruime overschotten is wel voorbij. Tilburg Oriënteer je bij Wonen Breburg, telefoon 0900- 0209, bezoekadres (na telefonische afspraak) Ringbaan Noord 193-01, 5046 AB Tilburg. Dit is een woningbouwvereniging die zich bezighoudt met studentenhuisvesting. Je kunt ook de website (www.wonenbreburg.nl )bezoeken.
- 10 -
De toekomstige arbeidsmarkt voor leraren voortgezet onderwijs. Prognoses 2003-2011 (Bron: De toekomstige arbeidsmarkt voor leraren en managers in het primair en voortgezet onderwijs Prognoses 2003-2011 (Publieksversie), ... www.minocw.nl/arbeidsmarkt 4.1.3
Instroom van nieuwe leraren
De vraag is of in de geconstateerde personeelsvraag kan worden voorzien door instroom van afgestudeerden van de lerarenopleiding, de stille reserve of zij-instromers, dan wel zittende leerkrachten die bereid zijn meer uren te gaan werken (uitbreiding van de taakomvang). Instroom vanuit de lerarenopleidingen Minder dan een kwart van de vraag naar leraren in de periode tot 2006 wordt door afgestudeerden van de lerarenopleidingen vervuld. Niet alleen leveren de lerarenopleidingen onvoldoende afgestudeerden af, bovendien kiest slechts zestig procent voor een baan in het onderwijs. Hierdoor gaat een belangrijk deel van het instroompotentieel verloren. De verwachte instroom in de lerarenopleidingen en de uitstroom naar de onderwijssector zijn gebaseerd op gegevens hieromtrent uit het recente verleden. Instroom vanuit de stille reserve De stille reserve is voor het voortgezet onderwijs de komende jaren, evenals in de afgelopen jaren, de belangrijkste bron van nieuwe leerkrachten. Bijna de helft van de vraag naar nieuwe leraren wordt hiermee voorzien. De instroom vanuit de stille reserve is met enige onzekerheid omgeven, aangezien het individuele keuzeproces dat hierin een rol speelt, bepaald wordt door factoren die deels buiten de invloedssfeer van het onderwijs vallen (zoals conjuncturele ontwikkelingen en de arbeidsvoorwaarden in de marktsector). Een groot deel van de stille reserve heeft reeds een baan, vaak in de marktsector. De kans dat deze groep weer voor substantiële tijd in het onderwijs gaat werken, is klein en vergt, met het verder verstrijken van de tijd, een steeds grotere inspanning. De omvang van de stille reserve daalt van ongeveer 65.000 in 2003 naar 57.000 in 2006, om uiteindelijk uit te komen op circa 44.000 in 2011. Figuur 4.4 illustreert deze daling aan de hand van indexcijfers (2002=100). Figuur 4.4 Ontwikkeling van de stille reserve voor het voortgezet onderwijs, indexcijfers (2002=100)
Bovendien geldt dat de stille reserve in hoog tempo 'vergrijst' (zie figuur 4.5). Vooral het aandeel 50-plussers zal de komende jaren fors toenemen. Boven de 55 jaar worden leraren niet meer tot de stille reserve gerekend. De kans op terugkeer in het onderwijs is dan nihil geworden.
- 11 -
Figuur 4.5 Leeftijdsverdeling van de stille reserve voor voortgezet onderwijs, 2002, 2006 en 2011
Uitbreiding van de aanstellingsomvang Doordat zittende leerkrachten meer gaan werken, komen in voltijdbanen gerekend jaarlijks ongeveer 500 extra leerkrachten beschikbaar. Hiermee wordt in ruim tien procent van de vraag naar nieuwe leraren voorzien. In het recente verleden is gebleken dat leraren meer uren zijn gaan werken doordat de grote vraag naar docenten heeft geleid tot minder versnippering van lesuren. Deeltijdaanstellingen konden hierdoor makkelijker worden uitgebreid. De verwachting is dat deze trend de komende jaren zal doorzetten. Zij-instroom De zij-instroom in het voortgezet onderwijs is beperkt en wordt op 200 voltijdbanen per jaar geraamd, waarmee iets minder dan vijf procent van de vraag naar nieuwe leraren wordt vervuld. Samenvattend De komende jaren zal de instroom van nieuwe leraren in het voortgezet onderwijs vooral komen uit de stille reserve, gevolgd door instroom uit de lerarenopleidingen. In figuur 4.6 wordt dit weergeven door de jaarlijkse instroom van leraren te onderscheiden naar herkomst. Duidelijk te zien is dat de instroom vooral terugloopt als gevolg van een krimpende omvang van de stille reserve. Figuur4.6 Instroom van nieuwe leraren (fte's) in voortgezet onderwijs, onderscheiden naar herkomst 2002-2011
4.1.4 Spanning op de arbeidsmarkt voor leraren De instroom van nieuwe leraren in het voortgezet onderwijs, zoals hiervoor beschreven, is onvoldoende om in de personeelsvraag te kunnen voorzien. In de periode 2003 tot 2006 verdubbelt de onvervulde vraag van 2.800 naar 6.000 voltijdbanen. De raming geeft aan dat dit aantal in 2011 kan toenemen naar ruim 10.000 voltijdbanen. Dit zou betekenen dat in 2011 voor één op de vijf voltijd leraarbanen in het voortgezet onderwijs geen personeel beschikbaar is. Kwantitatief gezien is daarmee de problematiek van de toekomstige personeelsvoorziening in het voortgezet onderwijs groter dan die in het primair onderwijs.
- 12 -
Figuur 4.7 toont de onvervulde vraag ten opzichte van de vervulde vraag. Hieruit blijkt dat de onvervulde personeelsvraag ook in relatieve zin sterk toeneemt. In vergelijking met 2003 zal de personeelskrapte in 2011 in relatieve zin ruim vier keer groter zijn. Hierbij is uitgegaan van gelijkblijvend beleid omtrent de in-, door- en uitstroom van personeel. Figuur 4.7 Spanning op de arbeidsmarkt voor leraren in het voortgezet onderwijs 2002-2011 (onvervulde personeelsvraag ten opzichte van de vervulde vraag)
Figuur 4.8 geeft een integraal overzicht van de ontwikkeling in de onvervulde vraag naar nieuwe leraren in het voortgezet onderwijs voor de periode tot 2011. Goed te zien is dat de onvervulde vraag in de beschouwde periode bij ongewijzigd beleid tot 2010 sterk toeneemt. Figuur 4.8 De opbouw van de werkgelegenheid voor leraren in het voortgezet onderwijs, 20022011 (voltijdbanen).
- 13 -
Veelgestelde vragen (overgenomen uit: www.leraar.nl) 1. Wat is het verschil tussen de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) en de lerarenopleiding? 2. Hoe lang duren de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) en de lerarenopleidingen? 3. Wat houdt eerste graad/ tweede graad in? Wat zijn de mogelijkheden voor mij om zonder onderwijsbevoegdheid als leraar te gaan werken? 4. Kan ik ook in deeltijd werken? 5. Waar vind ik onderwijsvacatures?
1. Wat is het verschil tussen lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) en de lerarenopleiding? Pabo is een afkorting van pedagogische academie basisonderwijs. Deze academies heten nu Lerarenopleiding basisonderwijs. De lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) leidt op tot leraar voor het basisonderwijs. De lerarenopleiding voortgezet onderwijs leidt op tot vakleraar in het voortgezet onderwijs. (!!! De kopopleiding leidt alleen op voor het vakleraarschap in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en is alleen toegankelijk voor de met name genoemde hbo- en wo bachelor opleidingen; zie: blz. 2 van deze informatiefolder, alleen opleidingen genoemd die door Fontys aangeboden worden!) 2. Hoe lang duren de lerarenopleiding basisonderwijs en de lerarenopleidingen? De lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) duurt in voltijdse vorm 4 jaar, het is ook mogelijk om voor een deeltijd of, in enkele gevallen, voor een duale opleiding te kiezen. Onder bepaalde voorwaarden kun je in aanmerking komen voor een verkorte opleiding van twee of drie jaar. Een overzicht van de mogelijkheden: •
Je wordt toegelaten tot de volledige lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) (voltijd of deeltijd) als je een havo- of vwo-diploma hebt, of een diploma van een middenkaderof specialistenopleiding van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (hoogste niveau in het secundair beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), of een daarmee gelijk te stellen diploma van een vierjarige mbo-opleiding.
•
Heb je een hbo- of universitair diploma, dan kun je in een aantal gevallen worden toegelaten tot de verkorte opleiding. De meeste hogescholen bieden een tweejarig programma aan, sommige een driejarig programma; dit is mogelijk door binnen het reguliere programma vrijstellingen te verlenen. Of jij voor dergelijke vrijstellingen in aanmerking komt, hangt af van jouw vooropleiding. Dit is ter beoordeling aan de instelling.
•
Een andere mogelijkheid is de KOPOPLEIDING. Heb je een hbo- of universitair diploma in een aantal met name genoemde afstudeerrichtingen dan kun je deelnemen aan een eenjarig voltijd programma.
•
Als je 21 jaar of ouder bent en je voldoet aan geen van de eerder genoemde toelatingseisen, dan kun je aan de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) een toelatingsonderzoek doen (ook wel colloquium doctum genoemd). Als daaruit blijkt dat je geschikt bent voor de opleiding, dan kun je worden toegelaten tot de reguliere vierjarige opleiding.
- 14 -
Er zijn twee soorten opleidingen tot voortgezet onderwijs: de tweedegraads en de eerstegraads opleidingen. Een reguliere tweedegraads lerarenopleiding duurt vier jaar in voltijd. De opleiding wordt ook in deeltijd of in duale vorm gegeven. De toelatingseisen zijn: •
Je wordt toegelaten tot een lerarenopleiding als je een havo- of vwo-diploma hebt, of een diploma van een middenkader- of specialistenopleiding van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (hoogste niveau in het secundair beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), of een daarmee gelijk te stellen diploma van een vierjarige mbo-opleiding.
•
Je wordt toegelaten als je een hbo- of een universitair diploma hebt (vrijstellingen ter beoordeling aan de lerarenopleiding).
•
Als je 21 jaar of ouder bent en je voldoet aan geen van de eerder genoemde toelatingseisen, dan kun je aan een lerarenopleiding een toelatingsonderzoek doen (ook wel colloquium doctum genoemd). Als daaruit blijkt dat je geschikt bent voor de opleiding, dan kun je worden toegelaten tot de reguliere vierjarige opleiding. Eerstegraads lerarenopleidingen worden aangeboden door universiteiten (ulo) en sommige hogescholen. Aan de universiteiten worden de opleidingen in voltijd en deeltijd gegeven. In sommige gevallen ook in duale vorm. De meeste eerstegraads opleidingen in het hbo worden in deeltijd aangeboden, sommige opleidingen ook in voltijd. De toelatingseisen zijn:
•
Als je je doctoraal examen hebt gehaald kun je je aanmelden bij een ulo.
•
Als je tweedegraads bevoegd bent. Je kunt dan doorstromen naar een eerstegraads lerarenopleiding aan de ulo of een hbo-instelling. De universiteit kan in dat geval wel als voorwaarde stellen dat je bepaalde doctoraalvakken volgt (welke vakken dat zijn, beslist de universiteit op basis van jouw opleiding en ervaring)
3. Wat houdt eerste graad/ tweede graad in? Met de eerste graad bevoegdheid kun je in alle klassen van het voortgezet onderwijs lesgeven. De bevoegdheid is te halen via een ulo (universitaire lerarenopleiding) of bij een (hbo) lerarenopleiding nadat je je tweedegraads bevoegdheid behaald hebt. Met de tweede graad bevoegdheid kun je lesgeven in het vbo, mavo en vmbo onderwijs en de onderbouw (klas 1 tot en met 3) van het havo en vwo, en aan cursisten in het beroepsonderwijs en de volwassenen educatie. 4. Kan ik ook in deeltijd werken? Ja, dat is mogelijk. Sommige scholen hebben vacatures voor een parttime dienstverband. Verder kun je altijd afspraken met het bevoegd gezag maken over de omvang van de betrekking. 5. Waar vind ik onderwijsvacatures? Vacatures kun je vinden in kranten (personeelsadvertenties, veelal in de zaterdaguitgave), bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), vakbladen en bij vacaturebanken: www.werkenbijdeoverheid.nl www.docentenbank.nl www.vacaturewijzer-bao.nl www.de-vocare.nl
- 15 -