Kom-over-de-brug-dienst
Zondag 5 juli 2015 Bethlehemkerk 9.30 uur
Voorganger: Organist: Koster:
Ds. J. Aarnoudse Addo Dam Stefan Schoonderwoerd 2
Verwelkoming en mededelingen door ouderling van dienst Lied van binnenkomst: Psalm 121:1,2 en 4 1. 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van den HEER' alleen, Die hemel, zee en aarde, Eerst schiep, en sinds bewaarde. 2. Hij is al treft u 't felst verdriet, Uw Wachter, die uw voet Voor wankelen behoedt; Hij, Isrels Wachter, sluimert niet; Geen kwaad zal u genaken; De HEER' zal u bewaken. 4. De HEER' zal u steeds gadeslaan, Opdat Hij in gevaar, Uw ziel voor ramp bewaar'. De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan, En waar g' u heen moogt spoeden, Zal eeuwig u behoeden. Ontmoeting Stilte (we gaan staan) Onze hulp en groet van God Zingen: Gezang 320:1,2 en 3 1. Zingt een nieuw lied voor God de Here en weest van harte zeer verblijd. God wil alhier met ons verkeren, hier wordt een huis voor Hem bereid. Hij heeft de hand en het verstand gezegend voor het werk, de bouw van Christus' kerk. 3
2. Kinderen van eenzelfde Vader, komt nu tesaam van zuid en noord. Van oost en west treden wij nader tot dit welaangename oord. Kracht van de jeugd, breng nu verheugd de stenen bij elkaar. God helpt u wonderbaar. 3. God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw. Dat Hij met ons samen wil wonen, geeft ons de moed voor dit gebouw. Maar niet met steen en hout alleen is 't grote werk gedaan. 't Zal om onszelve gaan. Moment van toewijding Lofprijzing: Gezang 431:1 1. Lof zij de Heer, ons hoogste goed, oorsprong van al het goede, de God die louter wondren doet. Wij leven in zijn hoede, die onze vrede is, onze vreugd, in wie zich heel ons hart verheugt. Dienst van het woord: De Bijbel open Gebed bij het openen van de Bijbel Kindermoment en als kinderlied: Gezang 1:1 en 2 1. God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. 4
2. God heeft het eerste woord. Voor wij ter wereld kwamen, riep Hij ons reeds bij name, zijn roep wordt nog gehoord. Voorlezen uit de Heilige Schrift: 2 Korintiërs 11:30-12:10 2 Korintiërs 11 30 Moet er geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen. 31 De God en Vader van onze Here Jezus, geprezen zij Hij in eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg. 32 Te Damascus liet de stadhouder van koning Aretas de stad der Damasceners bewaken, om mij te grijpen, 33 en door een venster in de muur werd ik in een mand neergelaten en ik ontkwam aan zijn handen. 2 Korintiërs 12 1 Er moet geroemd worden; het dient wel tot niets, maar ik zal komen op gezichten en openbaringen des Heren. 2 Ik weet van een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam was, weet ik niet, of dat het buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het – dat die persoon weggevoerd werd tot in de derde hemel. 3 En ik weet van die persoon – of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het – 4 dat hij weggevoerd werd naar het paradijs en onuitsprekelijke woorden gehoord heeft, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken. 5 Over die persoon zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet roemen, of het moest zijn in mijn zwakheden. 6 Want als ik wil roemen, zal ik niet onverstandig zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik onthoud mij ervan, opdat men mij niet meer toekenne dan wat men van mij ziet en hoort, 7 en ook om het buitengewone van de openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen. 8 Driemaal heb ik de Here hierover gebeden, dat hij van mij zou aflaten. 9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.10 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.
5
Lied bij de Bijbel: Gezang 326:1 en 2 1. Een rijke schat van wijsheid 2. schonk God ons in zijn woord. Hebt moed, gij die op reis zijt, want daarmee kunt gij voort. Gods woord is ons een licht, en elk die in vertrouwen daarnaar zijn leven richt, die zal erin aanschouwen des Heren aangezicht.
God opent hart en oren, opdat wij in geloof zijn roepstem zouden horen, voor and're stemmen doof. Gods woord gordt mensen aan, om zonder te versagen het smalle pad te gaan en stil het kruis te dragen achter hun Heiland aan.
Preek ‘Als ik zwak ben, ben ik machtig’ Zingen: Psalm 27:7 7. Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven? Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op den HEER', godvruchte schaar, houd moed! Hij is getrouw, de bron van alle goed. Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer. Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER'. Kinderen komen terug uit de kindernevendienst Dienst van het antwoord: De wereld in Tijd voor gebed a. Gebed van antwoord b. Voorbeden c. Stilte, mogelijkheid stil gebed d. Onze Vader Inzameling van de gaven, spiegel van de inzet voor Gods Rijk
6
Slotlied: Opwekking 218 (staande) 1. Is hier een hart, door vrees benard, vermoeid door 's levens strijd? Twijfel drukt u neer, gij struikelt telkens weer. O, vat weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid: Zo gij slechts kunt geloven, ziet gij zijn heerlijkheid. Refrein: Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht, voor elk die wond'ren van Hem verwacht! Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht. Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht. 2. Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt? Leg dan uw lasten neer! Tob niet langer voort, vertrouw op 's Heren woord. Hij hoort uw bee en schenkt u vree in liefde eind'loos teer. Zo gij slechts kunt geloven, niets is onmoog'lijk meer! Refrein: Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht, voor elk die wond'ren van Hem verwacht! Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht. Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht. Zegen Amenlied: Gezang 456:3 3. Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer! 7
Fijn dat u en jij er waren! 8