Kermisvoorwaarden 2016 gemeente Heerlen waaronder door burgemeester en wethouders van Heerlen de standplaatsen voor de in 2016 te houden kermissen zullen worden toegewezen. Artikel 1. Data 1. Gelegenheid wordt gegeven voor het inschrijven op standplaatsen voor: a. Heerlen (van Grunsvenplein, Geerstraat, Promenade, Bongerd, Pancratiusplein) - van 27 mei t/m 1 juni 2016; - van 7 oktober t/m 12 oktober 2016; b. Hoensbroek (Markt, Marktstraat en Pastoorskuilenweg) - van 4 juni t/m 7 juni 2016; - van 15 oktober t/m 18 oktober 2016; 2. De verplichte openingsuren van de kermissen zijn : a)Heerlen: -op vrijdag van 16.00 tot 01.00 uur -op zaterdag van 13.00 tot 01.00 uur -op zondag van 13.00 uur tot 24.00 uur -op maandag t/m woensdag van 14.00 uur tot 24.00 uur b)Hoensbroek -op zaterdag van 14.00 uur tot 24.00 uur -op zondag van 13.00 uur tot 24.00 uur -op maandag en dinsdag van 14.00 uur tot 24.00 uur 3. De inrichtingen mogen op maandag, dinsdag en eventueel woensdag (Heerlen) om 11.00 uur geopend worden. 4. Gedurende de verplichte openingsuren dient de volle verlichting te branden. 5. De in lid 1 bedoelde terreinen zijn gedurende de openingstijden door het college aangewezen als terreinen bedoeld in artikel 2.4.12. Algemene Plaatselijke Verordening. Het is dan ook verboden om gedurende de openingstijden zich met een fiets of bromfiets op deze terreinen te bevinden.
Artikel 2. Procedure inschrijving 1. In december wordt door de gemeente Heerlen een advertentie geplaatst in periodieke uitgaven van de kermisvakbonden NKB en BOVAK. In deze advertentie word aangegeven op welke wijze en voor welke datum en tijd kan worden ingeschreven voor een standplaats op de kermis. 2. De inschrijvingen moeten uitsluitend geschieden op biljetten, welke van gemeentewege worden verstrekt. Deze biljetten moeten in gesloten enveloppe uiterlijk op 13 januari 2016 om 08.30 uur zijn ingekomen bij het gemeentebestuur. 3. Op de enveloppe moet zijn vermeld "Inschrijving kermis, niet openen". 4. Bij de inschrijvingen dient een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld, te worden gevoegd.
5. Met vermakelijkheidsbelasting behoeft bij de inschrijving geen rekening te worden gehouden, aangezien deze in de inschrijfsom is begrepen. 6. Inschrijvingen die niet behoorlijk zijn ingevuld en ondertekend kunnen als ongeldig terzijde gelegd worden. 7. De inschrijver kan uitsluitend door middel van het inzenden van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld om welke kermisinrichting het gaat, voor de sluitingsdatum zoals genoemd in artikel 2 lid 2, zijn inschrijving intrekken of het bedrag verhogen of verlagen. 8. De inschrijvers moeten hun bod gedurende ten minste 24 dagen, te rekenen vanaf de in lid 2 vermelde datum gestand doen. 9. Burgemeester en wethouders zullen binnen 24 dagen na verloop van de inschrijvingstermijn de standplaatsen toewijzen. 10. Zij behouden zich daarbij de bevoegdheid voor om uit de inschrijvingen een keuze te maken en om de plaatsen al of niet aan de hoogste inschrijvers of in het geheel niet toe te wijzen, een en ander zonder deswege enige opgaaf van redenen te doen. 11. Wanneer ten aanzien van een geboden bedrag het voorbehoud “zonder concurrentie” of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt. Indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een bepaalde inrichting in verband met de concurrentie, beslissen burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen advies inwinnen bij de kermisvakbonden BOVAK en/of NKB of andere deskundigen. 12. Voorts behouden burgemeester en wethouders zich de bevoegdheid voor om bij niet voldoende bezetting van de kermisterreinen vrij zijnde plaatsen alsnog toe te wijzen.
Artikel 3. Weigering inschrijving Een inschrijving kan worden geweigerd c.q. een toewijzing worden ingetrokken indien achterstallige, rechtens onbetwiste voor dadelijke vereffening en opeising vatbare bedragen uit hoofde van civielrechtelijke verbintenissen aan de gemeente of aan een gemeentelijke dienst, stichting of instelling verschuldigd zijn.
Artikel 4. Verplichtingen 1. De buitenwerks gemeten afmetingen inclusief dak van de inrichtingen, waarvoor wordt ingeschreven, moeten in de inschrijvingsbiljetten nauwkeurig zijn vermeld. Tevens moet worden vermeld of een aanbouw aan de inrichtingen wordt aangebracht c.q. een motorwagen en/of kassa moet worden geplaatst en zo ja aan welke zijde, met vermelding van de afmetingen daarvan. 2. Indien bij het plaatsen ener inrichting blijkt, dat de afmetingen groter zijn dat bij de inschrijving is opgegeven, verliezen de inschrijvers het recht op de hun toegewezen plaatsen en op de som, die door hen reeds was betaald. Is er echter ruimte genoeg, dan kunnen burgemeester en wethouders de inrichtingen toelaten tegen bijbetaling van een bedrag, zich verhoudende tot het bedrag der inschrijving als de meerdere oppervlakte tot de opgegeven oppervlakte, vermeerderd met 20%. 3. Het voor de plaatsing van een inrichting toegewezen terrein moet worden aanvaard in de toestand, waarin dit zich bevindt op het tijdstip, waarop het van gemeentewege voor het plaatsen der inrichtingen is aangewezen.
4. Het Van Grunsvenplein, dat is aangelegd op het dak van een ondergrondse parkeergarage, heeft een gelimiteerd draagvermogen. Gegadigden voor een standplaats op het Van Grunsvenplein zijn verplicht de verklaring te overleggen die als bijlage bij de inschrijvingsbiljetten wordt toegezonden. In deze verklaring staan alle randvoorwaarden aangegeven. 5. Het is verboden salon-, woon- en slaapwagens, alsmede bedrijfswagens waarin tevens woon- of slaapaccommodatie aanwezig is, op de kermisterreinen op te stellen of daarmee op deze terreinen standplaats in te nemen. 6. Het parkeren van salon-, woon- en slaapwagens respectievelijk vrachtwagens en opleggers moet geschieden op de plaatsen, welke door of namens de gemeente worden aangewezen. 7. Met inschrijving voor een bepaalde plaats of met voorwaarden hieromtrent gesteld hoeft geen rekening te worden gehouden. De inschrijvers moeten genoegen nemen met de plaats, die hen wordt toegewezen. 8. De inschrijvingsbiljetten moeten duidelijk aangeven voor welke kermis en voor welk kermisterrein wordt ingeschreven. 9. Voor elke zaak moet afzonderlijk worden ingeschreven. Voor een zaak mag niet worden ingeschreven onder een andere benaming dan die geregistreerd is bij een organisatie van kermisvakgenoten. 10. Voor zover wettelijk en juridisch mogelijk is, zal het gemeentebestuur in respectievelijk Heerlen en Hoensbroek geen kermis- vermaakinrichtingen, circusondernemingen en/of feesttenten (conform de bepalingen gesteld in de geldende Feesttentenregeling van de gemeente Heerlen) toelaten gedurende een tijdvak van veertien dagen (met betrekking tot feesttenten zeven dagen) onmiddellijk voorafgaande aan en tijdens de daar te houden kermis. 11. Inrichtingen die geëxploiteerd worden in strijd met de bepalingen der Wet op de kansspelen of van andere wettelijke voorschriften, worden niet toegelaten. De daarvoor gedane inschrijvingen komen niet in aanmerking. 12. Mocht ten gevolge van niet voldoende duidelijke omschrijving van de inrichting op het inschrijvingsbiljet door burgemeester en wethouders voor een inrichting als bedoeld sub 11 een plaats zijn toegewezen, dan mag door de inschrijver daarvan geen gebruik worden gemaakt, terwijl hij evenmin recht heeft op terugbetaling van de reeds betaalde inschrijfsom. 13. De verkoop van of het voor verspreiding voorhanden hebben van met brandbaar gas gevulde ballonnen is verboden. 14. Het bijplaatsen van kleine gokautomaatjes e.d. is zonder toestemming vanwege de gemeente niet toegestaan. 15. Het is verboden in de inrichtingen: a. sterke drank te verstrekken: b. zwak-alcoholische drank te verstrekken, tenzij belanghebbenden daarvoor ingevolge het bepaalde in de Drank- en Horecawet ontheffing hebben gekregen; c. vertoningen in strijd met de goede zeden te houden. 16. Het is de standplaatshouder verboden zonder toestemming vanwege de gemeente vóór het eindigen van de kermis: a. zijn inrichting geheel of gedeeltelijk af te breken; b. met vrachtwagens, opleggers en/of woonwagens op de kermisterreinen of de toegangswegen daartoe te rijden respectievelijk deze daar op te stellen of te doen opstellen. 17. Standplaatshouders mogen niet eerder met woon- en/of vrachtwagens in deze gemeente standplaats innemen dan op de dinsdag voorafgaande aan de kermis, waarvoor een standplaats is toegewezen, zulks overeenkomstig de aanwijzingen vanwege de gemeente. Voor de kermissen te Heerlen mag bedoelde standplaats worden ingenomen op de woensdag voorafgaande aan de kermis na 07.30 uur. Tevens is het verboden om standplaats met de woon
en/of vrachtwagens in te nemen na 14.00 uur van de dag na de kermis waarvoor standplaats is toegewezen.
Artikel 5. Geluid 1. De exploitant is verplicht er voor zorg te dragen, dat de in zijn inrichtingen aanwezige orgels, mechanische luidsprekers of andere geluidgevende instrumenten zijn afgesteld op een maximaal geluidsniveau van 85 dB(A) (of zoveel minder, afhankelijk van in lid 3 van dit artikel gestelde richtlijnen) gemeten op 1 meter afstand van de geluidsbox(en), opdat daarmee geen voor de omgeving hinderlijk geluid wordt geproduceerd, een en ander ter beoordeling van de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. 2. Met uitzondering van orgels, behoren de afzonderlijke elektrodynamische geluidsapparaten te zijn afgestemd op maximaal 15 Watt en niet in de richting van het publiek buiten de inrichting, doch hetzij achterwaarts hetzij loodrecht naar beneden gericht in de inrichtingen te worden aangebracht. 3. Voor iedere exploitant afzonderlijk zullen als richtlijnen de geluidsvoorwaarden buiten bij de gevels van woonhuizen worden gehanteerd. Het geluidsniveau buiten bij de gevel mag maximaal 80 dB(A) bedragen. Op vrijdag-, maandag-, dinsdag- en woensdagmiddag zal het maximale geluidsniveau tot 18.00 uur gereduceerd worden met 5 dB(A). 4. De gemeente behoudt het recht om geluidsbegrenzers te plaatsen.
Artikel 6. Elektriciteit 1. De exploitanten, aan wie een standplaats is toegewezen en die voor hun inrichting elektriciteit nodig hebben, moeten deze betrekken van de gemeente Heerlen. 2. Bij de inschrijving moet de aansluitwaarde van de elektrische installatie in kilowatt en Ampère worden opgegeven. 3. Indien de exploitant een onjuiste of onvolledige opgave van de aansluitwaarde geeft loopt hij/zij het risico dat de stroomvoorziening ten behoeve van zijn/haar inrichting niet kan worden gegarandeerd c.q. extra kosten in rekening worden gebracht. 4. De aansluitingen van de attracties e.d. worden in opdracht van de gemeente Heerlen verzorgd door een daartoe aangewezen installateur. 5. Standplaatshouders dienen voor de aansluiting van hun attractie op de elektriciteitsvoorziening een afstand van minimaal 50 meter tussen deze elektriciteitsvoorziening en hun attractie te kunnen overbruggen 6. De standplaatshouder is, aan de gemeente Heerlen, behalve de pachtsom verschuldigd de kosten van aansluiting op de elektriciteitsvoorziening en het verbruik van elektriciteit. De kosten bedragen voor de kermissen te Heerlen-centrum en Hoensbroek .
Gevraagd aantal KWh
Gezekerd met
Bedrag voor de aansluiting en Bedrag voor de aansluiting verbruik Heerlen (exclusief en verbruik Hoensbroek BTW) (exclusief BTW)
- 3.5
1 x 16 A 1 x 25 A
€ €
139,98 159,69
€ €
129,97 150,21
- 10.6
3 x 16 A
€
225,96
€
212,55
- 16.5 - 23.1
3 x 25 A 3 x 35 A
€ €
290,56 363,98
€ €
277,02 346,99
- 33.0 - 41.6
3 x 50 A 3 x 63 A
€ €
402,00 424,55
€ €
380,69 402,99
- 51 Meer
3 x 80 A 3 x 100 A
€ €
543,21 619,20
€ €
524,74 598,44
,, ,,
3 x 125 A 3 x 160 A
€ €
760,23 989,20
€ €
727,14 946,12
,, ,,
3 x 200 A 3 x 250 A
€ €
1141,52 1218,41
€ €
1091,79 1164,66
,, ,,
3 x 300 A > 3 x 300 A
€ 1295,36 Op aanvraag
€ 1238,92 Op aanvraag
Artikel 7. Kosten 1. Voor het gebruik van het woonwagenterrein zal € 86,33 per kermis in rekening worden gebracht. Met laatstgenoemd bedrag wordt betaald; a. aansluiting en verbruik van elektriciteit en water; b. aansluiting en verbruik van het riool; c. het ophalen van huisvuil; d. bewaking woonwagenlocatie (zie 2); 2. De terreinen waar tijdens de kermissen de salonwagens/caravans moeten worden geplaatst zullen worden bewaakt op zaterdag, zondag en maandag (Heerlen eveneens op vrijdag en dinsdag) tussen 18.00 en 24.00 uur; 3. Tijdens de kermissen te Heerlen en Hoensbroek zullen de attracties vanaf de nacht voorafgaande aan de opening van de kermis tot de laatste dag van de kermis vanaf 00.00 tot 08.00 uur worden bewaakt. Hiervoor is voor elke attractie een verplichte bijdrage verschuldigd van € 72,58 per kermis in Heerlen en € 62,19 per kermis in Hoensbroek. De in dit lid genoemde bedragen zijn exclusief BTW. 4. De onder lid 2. en 3. van dit artikel genoemde bewaking is van preventieve aard en de tijdens de duur van de bewaking veroorzaakte schade kan dan ook niet verhaald worden op de gemeente Heerlen; 5. Naast de pachtsom is voor iedere attractie per kermis een bijdrage van € 91,83 exclusief BTW verschuldigd in de reclame-/promotiekosten. Genoemde bedragen zullen worden besteed aan structurele promotie en reclame voor de kermis. 6. Door de gemeente Heerlen kan voor iedere inrichting afzonderlijk een door hem te bepalen waarborgsom worden gevorderd voor het eventueel beschadigen van straten en pleinen.
Artikel 8. Betaling 1. De betaling van de pachtsom en overige kosten dient te geschieden zoals aangegeven in de gunningsbrief. De verschuldigde bedragen dienen binnen de aangegeven betalingstermijn te worden voldaan.
2. Voor het geval aan het bepaalde in het voorgaande lid geen gevolg is gegeven, vervalt het recht op het innemen der standplaats, terwijl de gemeente zich het recht voorbehoudt om het resterende bedrag der inschrijfsom in te vorderen. 3. Indien verzuimd wordt de standplaats in te nemen, blijft niettemin de inschrijfsom en de kosten genoemd bij artikel 6 en 7 geheel verschuldigd, onverminderd het recht van de gemeente om het innemen der standplaats te eisen.
Artikel 9. Afgelasten kermis 1. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid om, indien hen zulks in verband met buitengewone omstandigheden noodzakelijk acht, een kermis, waarvoor ingeschreven en/of standplaats toegewezen is, niet te doen houden derhalve aan de toewijzing geen gevolg te geven. In zodanig geval zal aan de standplaatshouder de voor bedoelde kermis betaalde inschrijfsom teruggegeven worden. Mochten tijdens een kermis bovenbedoelde omstandigheden optreden, dan behouden burgemeester en wethouders zich de bevoegdheid voor die kermis onmiddellijk te doen staken, in welk geval standplaatshouder een deel van de voor die kermis betaalde inschrijfsom terugontvangt, naar evenredigheid van het aantal dagen dat de exploitatie van de inrichting niet heeft kunnen plaatsvinden. 2. In de bovengenoemde gevallen kan geen aanspraak op schadevergoeding worden gemaakt.
Artikel 10. Ritprijs 1. De ritprijs, welke bij de inschrijving wordt opgegeven, is bindend voor de inschrijver, in die zin dat deze niet mag worden overschreden. Deze prijs moet zowel bij de ingang als binnen in de inrichting op voor het publiek duidelijk zichtbare wijze worden bekendgemaakt. De maximale ritprijs voor specifieke kinderzaken bedraagt € 1,50 met dien verstande dat men 4 ritten voor € 5,-- moet aanbieden. 2. De laatste dag van de kermis wordt aangewezen als Familiedag. Grootvermaak- en kindervermaakzaken dienen hierbij 3 ritten voor de prijs van 2 aan te bieden. Overige zaken dienen op de familiedag een soortgelijke aanbieding te doen. Deze aanbieding dient op het inschrijfformulier te worden vermeld. 3. Bij niet-naleving van het bepaalde in lid 1 kan de inrichting door of vanwege burgemeester en wethouders worden gesloten en kan de standplaatshouder worden gelast deze inrichting af te breken en te verwijderen. Wordt aan een last als hierboven bedoeld geen gevolg gegeven dan zal een en ander van gemeentewege kunnen geschieden op kosten van de standplaatshouder. 4. Eveneens kan de standplaatshouder, bij overtreding van het bepaalde in lid 1 door hemzelf, zijn vertegenwoordiger of zijn personeel, door burgemeester en wethouders voor een door hen te bepalen tijdsduur van de toewijzing van een standplaats worden uitgesloten.
Artikel 11. Voorschriften 1. De exploitanten, aan wie een standplaats is toegewezen, zijn onderworpen aan de bepalingen van de algemene plaatselijke verordening, milieu- en veiligheidsvoorschriften, de bouwverordening, het bouwbesluit en het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen. 2. De standplaatshouders moeten stipt voldoen aan de bevelen, gegeven door of namens burgemeester en wethouders, de burgemeester, de commissaris van politie, de commandant van
3.
4. 5.
6.
7.
8.
de brandweer in het belang van de openbare orde, de hygiëne, de veiligheid en de zedelijkheid, ter voorkoming van brandgevaar,hinder of overlast of met betrekking tot de naleving van de voorwaarden, ten aanzien van het opbouwen, het afbreken, de constructie en de samenstelling van de kermisattracties. De standplaatshouders zijn verplicht ervoor zorg te dragen dat het personeel van hun inrichtingen al die maatregelen treft die redelijkerwijs van hen verwacht kunnen worden ter waarborging van de veiligheid van het publiek, dat zich in of om de inrichtingen bevindt. De standplaats mag alleen worden ingenomen door degene, aan wie deze is toegewezen en mag slechts gebruikt worden overeenkomstig de bestemming op het inschrijvingsbiljet aangegeven. Afstand van de toewijzing of vervreemding van het recht op de standplaats aan anderen, ruilen of verwisseling der standplaats, mag alleen met schriftelijke toestemming van of vanwege burgemeester en wethouders geschieden. Behoudens grove schuld of nalatigheid van de zijde van de gemeente Heerlen kan de standplaatshouder geen vermindering, teruggaaf of kwijtschelding van de pachtsom vorderen of schadevergoeding eisen. De standplaatshouder/exploitant vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken van derden en voor alle schade, welke het gevolg kunnen zijn van het opbouwen, het gebruiken, het opruimen of het aanwezig zijn van de toegelaten inrichting. De gemeente kan door wederpartij en anderen niet worden aangesproken voor dood, letsel of benadeling van de gezondheid, evenmin als voor schade ten gevolge van beschadiging, vernietiging of vermissing van goederen en de daaruit voortvloeiende schade. De standplaatshouder/exploitant dient voor eventuele schadeaanspraken van derden tegenover hem een ten tijde van de uitoefening van zijn bedrijf in Heerlen geldige wettelijke aansprakelijkheidsverzekering te hebben afgesloten.
Artikel 12. Opbouw 1. Met de opbouw van de inrichtingen kan worden aangevangen na de van gemeentewege gedane aanwijzing der standplaatsen en na overlegging van een bewijsstuk waaruit blijkt, dat de gehele inschrijfsom is betaald. Met de opbouw van de inrichtingen kan eerst een aanvang worden gemaakt op woensdag voor de kermis om 19.00 uur. 2. Met de opbouw van de inrichtingen moet uiterlijk een aanvang zijn gemaakt op de vrijdag onmiddellijk voorafgaand aan de kermis in Hoensbroek om 09.00 uur en uiterlijk de donderdag onmiddellijk voorafgaand aan de kermis in Heerlen om 15.00 uur. Indien hieraan niet wordt voldaan is de gemeente bevoegd de standplaats alsnog aan een ander toe te wijzen, terwijl de gemeente recht heeft op het volledige bedrag waarvoor de oorspronkelijke standplaats werd toegewezen. 3. De inrichting moet zijn voltooid uiterlijk op zaterdag om 10.00 uur in Hoensbroek en uiterlijk op vrijdag om 12.00 uur in Heerlen. Dan dienen ook alle voertuigen van het kermisterrein alsmede van de toegangswegen naar het kermisterrein te zijn verwijderd.
Artikel 13. Afbouw Onmiddellijk na het beëindigen van de kermis moeten de inrichtingen worden afgebroken. Op de dag direct volgend op de laatste kermisdag dienen de inrichtingen en de bijbehorende voertuigen om 14.00 uur van het kermisterrein te zijn verwijderd. De standplaats moet in de oorspronkelijke toestand worden teruggebracht.
Artikel 14. Strafbare feiten 1. Indien door de standplaatshouder, zijn vertegenwoordiger of zijn personeel aan de met het toezicht belaste ambtenaren moeilijkheden in de weg gelegd worden, deze worden bedreigd, tegen hen onwelvoeglijke taal wordt geuit of verzet wordt gepleegd, dan zal zijn inrichting zonder meer door of vanwege burgemeester en wethouders kunnen worden gesloten en zullen zij kunnen gelasten deze inrichting af te breken en te verwijderen. Wordt aan een last als hierboven bedoeld geen gevolg gegeven dan zal een en ander van gemeentewege kunnen geschieden op kosten van standplaatshouder. Indien de standplaatshouder, zijn vertegenwoordiger of zijn personeel zich verzet tegen de afbraak van de inrichting of deze afbraak bemoeilijkt, dan zal deze standplaatshouder een geldboete van driehonderd vijftig Euro (€ 350,--) dienen te betalen, behoudens de bevoegdheid van het afdelingshoofd Beheer en Onderhoud om zo nodig de afbraak met eigen personeel te bewerkstelligen op kosten van de standplaatshouder. 2. Eveneens kan de standplaatshouder, die een der in lid 1 genoemde feiten heeft begaan, dan wel een wet of verordening heeft overtreden, of wiens vertegenwoordiger of personeel zulks heeft gedaan, door burgemeester en wethouders voor een door hen te bepalen tijdsduur van de toewijzing van een standplaats worden uitgesloten.
Artikel 15. Nadere voorwaarden De burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor bij elke afzonderlijke vergunning, behalve de hierboven vermelde voorwaarden nog nadere voorwaarden toe te voegen.
Artikel 16. Aanvullende standplaatsen Burgemeester en wethouders behouden zich de bevoegdheid voor om op of nabij de toegangswegen tot de kermisterreinen onder door hen te stellen voorwaarden standplaatsen te verlenen voor paling-, vis-, zuur-, bloemen- en fruitkramen en soortgelijke kleine verkoopstalletjes. De hier bedoelde standplaatsen vallen buiten de normale inschrijving.
Artikel 17. Sancties 1. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid om, indien de exploitant de verplichtingen op grond van deze pachtvoorwaarden of een ter uitvoering daarvan gegeven voorschrift of aanwijzing niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt en bij overtreding van een wet of verordening, de navolgende maatregelen te treffen:
a. b.
onmiddellijke stopzetting van de levering van stroom; belemmering van de exploitatie van de kermisinrichting middels door burgemeester en wethouders nodig te achten maatregelen; c. bevel tot sluiting van de kermisinrichting; d. verwijdering van de kermisinrichting c.q. ontruimen van het kermisterrein; e. uitsluiting van het verkrijgen van een standplaats voor de toekomst. f. intrekking van de verleende vergunning Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om -afhankelijk van de ernst van de overtreding één of meerdere bovengenoemde maatregelen, afzonderlijk en/of in combinatie, onmiddellijk ten uitvoering te leggen. 2. Burgemeester en wethouders bepalen het tijdstip waarop tot ontruiming van het kermisterrein moet worden overgegaan. 3. Bij toepassing van deze maatregelen hebben de exploitanten geen enkel recht op schadevergoeding of terugbetaling van de reeds betaalde pachtsom c.q. ontslag van de verplichting om de nog verschuldigde pachtsom te betalen.
Artikel 18. Teruggave pachtsom Bij toepassing van artikel 8 sub 2, artikel 10 sub 3, artikel 12 sub 2 en artikel 17 zal geen sprake kunnen zijn van teruggave van de gehele of gedeeltelijke inschrijfsom noch van betaling van enige schadevergoeding in welke vorm dan ook.
Burgemeester en wethouders van Heerlen Namens dezen, Hoofd bureau stadsbeheer,
R.Hameleers