Je bent wat je doet, Roos Vonk
Titel:
Je bent wat je doet Auteur: Roos Vonk ISBN: 978 94 9184 501 7
Voorwoord De marshmallow-test in de USA, nu geen marshmallow nemen om later er meer te krijgen, liet zien dat niet ieder kind dat kon. De kinderen die wel van de marshmallows afbleven bleken ook later in hun leven succesvoller en gelukkiger te zijn dan diegene die meteen een marshmallow namen. Deze vorm van zelfsturing is beter voor jezelf en ook voor je omgeving. Het bevredigen van snelle behoeftes zit helaas in de aard van het beestje. Oer-snaai gedrag zit in ons. Zelfmanagement is gelukkig wel te leren. Zelfsturing is te prevaleren boven zelfwaardering waar we de laatste jaren mee dood gegooid zijn. Je leert het door te doen. Geen truc maar gewoon doen. Het gaat om daadwerkelijk gedrag dus, dat een beter mens van je kan maken. Hfd 1 Makkelijker gezegd dan gedaan. Het zelfbedrog ofwel de verhaaltjes die we in ons hoofd vertellen om iets niet te doen. Daar gaat dit hoofdstuk over. Onze gevoelens, impulsen en instincten zijn sterk gericht op de korte termijn. Instinctief vermijden we pijn en ongemak zelfs wanneer we op termijn onszelf benadelen. Mensen zijn (groep)dieren en instinctief willen we overleven door ongemak, alleen zijn, te vermijden. Vandaag de dag beschermt angst ons niet meer tegen reële gevaren. Het is eerder een emotie die je dingen niet laat doen. Nu willen we bijvoorbeeld gelukkig zijn, voor vol aangezien worden, geaccepteerd worden. Je persoonlijke waarden, je eigen kompas nastreven, i.p.v. het warm en voldoende voedsel te hebben. Teksten als; later ga ik het doen, nu is niet het goede moment, ik moet me eerst goed voorbereiden, staan ons daarbij in de weg. De waarheid is veel eenvoudiger: iedere stap die je zet in een bepaald patroon versterkt het patroon. Doe je aardig tegen iemand dan doet die aardig terug en kun je makkelijker weer aardig zijn. Of als je toegeeft aan de ´angst´ dan maak je een ervaring nooit mee en blijf je bang. De ruiter kan beter vooruit kijken dan het paard dat zijn instincten volgt. Alleen door ingrijpen van de ruiter gaat het paard een andere weg volgen. Dat is zelfsturing. In hoofdstuk 2 gaat het om het registreren van hoe het paard zich gedraagt en in hoofdstuk 3 om de koers te bepalen. Hfd 2 Wat je zegt doet, ben jezelf. Wanneer je iemand observeert, zie je de goede bedoelingen niet en zie je alleen wat er gebeurt, wat het resultaat is. Wanneer je jezelf zo zou bekijken, van buitenaf, dat
1
Je bent wat je doet, Roos Vonk zou enorm helpen om je smoezen en je verhaaltjes te doorzien. Bij anderen denken we vaak, klets maar raak, het gaat er om wat je laat zien. Onderzoek hier naar, wijst uit dat we de kracht van onze intenties overschatten en de invloed van situationele invloeden, zoals een herinnering om iets te doen, onderschatten. Bij anderen, zien we het zelf wel, vanaf de buitenkant. Het valse hoop syndroom is dat om ieder jaar je weer voor te nemen af te vallen, zo rond nieuwjaar. Dit mislukt ieder jaar weer omdat de verwachtingen onrealistisch zijn en hoe alles beter wordt als het eenmaal zo ver is. Het is zelfbedrog dat straks alles beter wordt als je maar op je streefgewicht bent. Mislukt het dan hebben we altijd ook nog een verklaring. Dit terwijl we van anderen vinden, een mislukking, dat het wel iets over ze zegt. We beoordelen anderen op wat ze laten zien terwijl we onszelf meer bekijken in termen van waar we naartoe willen. Daarbij kennen we anderen beter dan dat zij ons kennen. We hebben de neiging om te denken dat wij onszelf beter kennen dan anderen ons kennen, de introspectie-illusie. Wil je iets over jezelf te weten komen dan moet je juist kijken naar de buitenkant. Je bent wat je doet. Dat geldt voor anderen, maar ook voor jezelf. Aangezien anderen je beter kennen dan kun je het ook maar beter aan hun vragen hoe ze jou zien. Dan leer je jezelf echt kennen. Onderzoek toont aan dat je meer leert over jezelf door naar anderen, gelijkwaardige personen, te kijken dan introspectie. Jezelf serieus nemen is dan ook: stop met plannen, voornemen en gewoon doen. Hfd 3 Eerst denken dan doen? Onderzoek wijst uit dat je in de toekomst de big picture ziet en je op korte termijn veel details ziet die dat vertroebelen. Je denkt dan meer aan hoe je het moet aanpakken dan aan je doel. Om dit verschil in benadering van toekomst en heden te benutten in je voordeel kun je het beste jezelf proberen te zien in de toekomst en daarbij voor te stellen dat wat je nu doet hoe dat op dat toekomstbeeld zijn invloed heeft. Je kijkt dan eigenlijk weer naar een ‘ander’ en je hebt dan direct een ruimere blik. Alles wat je later wil wil je nu al. Je ziet alleen tegen de moeite van nu op. Zet wat je later wil om in concrete actiepunten van nu en hou je er aan. Hoe concreter je de toekomst ziet, hoe beter je het kunt vergelijken met nu en wat je nu dan moet doen. Hoe meer je uitzoomt van nu hoe beter je het nu in het perspectief van de toekomst kan zien. Wat je nu wilt doen wat heeft dat voor effect in de toekomst? Tv kijken of surfen op internet gaan je doelen niet dichterbij brengen. Hoe sterker de drang om iets nu te doen, wat je niet helpt, hoe kinderlijker de drijfveer is en dat je dat dus zeker niet moet doen. Emoties vernauwen je blik. “The proof of the pudding is the eating”. Mensen zijn op hun best wanneer ze regelmatig feedback krijgen en dat heb je direct wanneer je iets doet. Val af en ga iedere dag op de weegschaal staan. Denken kan ook belemmeren. Het kan leiden tot zwelgen in ellende. Afleiding, wat anders doen. helpt beter bij een nare ervaring.
2
Je bent wat je doet, Roos Vonk Alleen positief denken helpt niet. Alleen mooie doelen stellen helpt ook niet. Zowel piekeren als alles beter gaan zien helpt zeker niet. Mental contrasting daarentegen wel ofwel: 1. Haal je droom voor de geest. 2. Denk aan de realiteit en welke acties je nu moet doen om je droom te verwezenlijken. 3. Committeer je aan je doel, aan je realistische doelen voor morgen en vandaag. Hfd 4 Je denkt wat je doet. Wanneer denken niet helpt dan helpt meer denken ook niet. Gedrag bepaalt je denken. Wij zijn ons brein. Brein bepaalt maar wordt ook weer gevormd door wat we doen. Bijvoorbeeld neemt testosteron toe naarmate mensen opklimmen in hun carrière. Testosteron is ook de hormoon die het leiderschapshormoon wordt genoemd. Spieren die je vaker gebruikt, evenals hersenen, worden sterker. Andersom geld ook use it or lose it. Train je zelfcontrole in het ene domein, bijvoorbeeld vroeg opstaan, dan gaat het ook een ander domein, bijvoorbeeld afvallen, beïnvloeden. Elke training van wilskracht versterkt je algehele zelfbeheersing. Wanneer je weinig iets doet dan slibben de corresponderende paden in je brein dicht. Dat verklaart de moeite om de eerste stappen te zetten. Iets nieuws aanmaken, een nieuwe gewoonte, kost tijd. Gemiddeld 66 dagen met een reikwijdte van 18 tot 254 dagen. Gewoontes ontstaan ook door riedels in gedachten. Borreltje gezellig denken leidt tot alcoholisme bijvoorbeeld. Dit kun je ook omdraaien door geen borreltje, lekker afvallen te denken. Het bijpassende gedrag vormt je brein en het wordt steeds makkelijker. Boos gedrag leidt tot boos blijven. Afkoelen, pas op de plaats maken kan je boosheid doen afzakken. Mind en matter zijn één. Peinzen leidt tot gefronste wenkbrauwen. Lachen geeft goede gevoelens. Emotie-regulatie is een belangrijk onderdeel van zelfsturing. Ergens over heen zetten, wat totaal anders gaan doen helpt wanneer het geen zin heeft te piekeren. Onderzoek wijst uit dat lichaam een geest één zijn ofwel dat het lichaam mede bepaalt hoe je je voelt. Dat kun je in je voordeel laten zijn door ‘fake it till you make it’ ofwel wees aardig en je wordt aardig, poseer een krachtige houding en je wordt een krachtige persoon.
Hfd 5 Je wordt wat je doet Een stemmetje in je hoofd vertelt je om lekker te roken etc. Dit om de directe beloning. Stoppen met een verslaving betekend accepteren dat je het moeilijk krijgt. Eten en diëten: Suiker is verslavend. Zoet versterkt de behoefte aan zoet. Alle diëten werken in het begin en hebben een misleidend effect. Je denkt dat het kan totdat je stopt wanneer je je gewicht bereikt. Kies daarom een eet- en bewegingspatroon dat je de rest van je leven kan volhouden. Verander je gewoontes. Wat ook helpt is je omgeving veranderen. Zie hoofdstuk 6
3
Je bent wat je doet, Roos Vonk Sociale media, e-mail en gokken: Beloningen helpen gedrag te herhalen. Media volgen en anderen ‘ontmoeten’ blijf je dan ook doen. Ook de kans dat dat gebeurt laat je hetzelfde gedrag, surfen op facebook, alsmaar blijven doen. De kans dat je geld wint laat je ook continu gokken. De kans op zich is dus ook verslavend. Partieel belonen helpt beter, ook bij het opvoeden van je hond. Afkicken is bepalend hierbij. Multitasking is, dat je dat kan, daarbij een fabel die niet helpt. Je kunt maar één ding tegelijk. Uitstelgedrag Niet opruimen bijvoorbeeld geeft je minder tijd om op te ruimen omdat je tijd kwijt raakt aan zoeken. Opruimen van één kast bijvoorbeeld helpt dan al. Zelfsturing optima forma ofwel gewoon beginnen. Hoe kleiner de stap hoe kleiner de drempel helpt daarbij. De dictatuur van het gevoel geeft je het idee dat je altijd iets goed moet doen. Waarom? Lezing geven met de vlinders in je buik kan. Doe wat je te doen staat en accepteer het slecht voelen op dat moment. Het doen geeft je ook een ervaring en misschien wel een dat het helemaal niet zo erg is om het te doen. Principes die hier aan ten grondslag liggen: Zelfrechtvaardiging zoeken mensen die iets niet doen, of juist blijven doen. Ze verzinnen daar excuses verhaaltjes voor en sluiten zich af voor informatie die hun aan het twijfelen kan brengen. Het verkeerde gedrag, verhaal leidt tot overtuigingen om het te blijven doen helaas. Kan ook doordat je ergens moeite voor doet en daardoor je gaat denken dat het heel veel waard is. Ontgroeningen werken op die manier. Door irrationeel gedrag kun je een irrationeel mens worden. Dit kun je ook omdraaien door je gedrag te veranderen en daardoor rationeel te worden. Ook kun je je omgeving veranderen om ander gedrag te gaan vertonen. Zie volgende hoofdstuk.
Hfd 6 Verander jezelf begin bij je omgeving. ‘Survival of the fittest’ betekend niet dat de sterkste overblijft maar diegene die het best zich aanpast, het best ‘fit’. Adaptatie is wezenlijk hierbij, wat planten heel goed kunnen. Anders dan planten kunnen wij onze omgeving kiezen. Een test naar conformisme, bijvoorbeeld of mensen de mode volgen, dan vindt bijna iedereen dat zijzelf dat niet doen maar de anderen wel. Iedereen kan dat natuurlijk niet vinden. Mensen zien dat anderen worden beïnvloed door hun omgeving en dat klopt, jijzelf dus ook. Wil je dus invloed hebben op je eigen gedrag onderken dan de belangrijke rol van je omgeving en gebruik die kennis. Veranderen van omgeving, baan, partner, huis leidt onherroepelijk tot ander gedrag. Fysiek omgeving bepaalt veel. In de grote stad zijn de mensen meer open voor nieuwe ervaringen bijvoorbeeld. Mensen in dorpen zijn loyaler. Tablet en telefoon bepalen de onrust in jezelf. Geen internet is paniek vaak. Domweg weg leggen of uit zetten brengt dan veel rust. Kleinere borden, ‘slechte’ snacks op onbereikbare plekken laten je minder eten. Pringles zijn ontworpen in zo’n bus om door te eten.
4
Je bent wat je doet, Roos Vonk Sociale besmetting ontstaat binnen groepen. Waar je mee omgaat wordt je door besmet. Onderzoek laat zien dat imitatie en synchroon bewegen een band schept tussen mensen. Je kunt dus je eigen gedrag sturen door erop te letten met wie je omgaat. 1. Verwachtingen van anderen beïnvloeden je gedrag ook door ons ingebakken streven elkaar te ‘pleasen’. 2. Sociale normen beïnvloeden je ook. Pennen mee naar huis nemen van het werk kan ‘normaal’ gevonden worden. 3. Ook kun je jezelf verbeteren door in een omgeving te werken die net iets beter is, of bevriend worden met een net iets betere student.
Hfd 7 Je krijgt wat je doet. De omgeving heeft invloed op jezelf. Omgekeerd is dat ook zo. Dat is een van de belangrijkste redenen dat gedrag zichzelf versterkt. Wie goed doet goed ontmoet is zo iets. Wederkerigheid ook. Doe je wat voor een ander, wat dan ook dan wil die dat graag terug doen. Selffulfilling prophecy werkt ook op die manier. Docenten kregen te horen dat sommige slim waren (ad random) en gingen daardoor onbewust meer aandacht aan diegene geven. Deze studenten werden ook ‘intelligenter’ dan de andere studenten, terwijl ze in eerste instantie ad random waren gekozen. Wederkerigheid kan ook andersom werken wanneer iemand hoog van de toren blaast en jij da ook doet dan wordt het een wedstrijdje. Naast het wederkerige of gelijkwaardig gedrag versterkt de wat er was. Volgzaam gedrag doet dat ook maar daarbij gaat het macht of geen macht hebben. Dominantie wordt versterkt door onderdanig gedrag. Wil je iets doorbreken dan moet je dat dus veranderen. Onaardige mensen moet je aardig benaderen en andersom. Onzekere mensen moet je vragen stellend je eigen onzekerheid tonen. Dan gaan ze misschien veranderen anders versterk je alleen maar hun onzekerheid. De ander iets geven wat hij zij niet gewend is te krijgen. Gelukkig worden en zijn. 50 % wordt bepaald door je persoonlijkheid en ongeveer 10% door je levensomstandigheden (baan, gezin, huis). Stappenplan voor acties, doen voor de rest, toch nog steeds 40%: 1. Aardig zijn voor andere mensen. 2. Persoonlijke doelen opstellen 3. Vertalen naar concrete acties 4. Werk aan je sterke kanten 5. Sporten of gaan bewegen 6. Actief zijn. 7. Gedraag je extravert. 8. Geef geld aan anderen, goede doelen, uit. (Je wordt gelukkig van wat je met je geld doet, reizen, avonturen beleven, en niet zo zeer hoe veel je hebt)
5
Je bent wat je doet, Roos Vonk Willekeurig goede daden helpen om je goed te voelen waarbij het variëren van de daden bepalend is. Verbondenheid, de veiligheid van de groep is bij ons mensen erin gebakken. Aardig zijn voor anderen helpt hierbij. Denk er aan dat hier ook geldt ‘fake it till you make it’. Vertrouwen kun je creëren door zelf betrouwbaar te zijn en ander vertrouwen te geven. Geef een ander het voordeel van de twijfel ook ofwel wat je doet je ontmoet. Een ruimere blik ontstaat wanneer je goed doet, je beter gaat voelen. Gelukkige mensen willen grenzen verleggen, iets nieuws ontdekken, iets doen.
Hfd 8 Tips en valkuilen
6
Laat het niet bij algemene voornemens ofwel doe iets. Wanneer je iets doet leer de stem van het monstertje kennen, wie is er nu aan het woord wanneer er in je hoofd rond gaat dat het morgen ook kan, of dat je er nu nog niet aan toe bent? Wees trouw aan je hogere waarden en leef niet in het moment bij een verleiding. Later wordt het lekker. Bergen worden groter naarmate je wacht om ze te beklimmen. To do’s worden lijken in de kast. Ja maar zo ben ik nu eenmaal veel zeggen dan ben je ook inderdaad zo. Doen kan ook betekenen dat je de omstandigheden verandert. Kijk naar je eigen gedrag van buiten. Dan is je oordeel eerlijker en zie je het geheel makkelijker. Laat je gedrag aansluiten bij je eigen morele kompas. Probeer de beloning van later, zo concreet mogelijk voor te stellen. Dan is de vergelijking met de verleiding van nu eerlijker. Hou je doel in de gaten en denk wanneer het moeilijk wordt je ook je wilskracht traint. Je traint ook een spier; hoe vaker hoe sterker hij wordt. Groot denken is de richting maar het gaat om de kleine subdoelen die je nu kunt doen. Dingen die haalbaar zijn met een lage drempel. Succes ervaren. Hoe concreter en gedetailleerder je actieplannen zijn, des te groter da kans dat je ze ook uitvoert. Bereidt je voor op de als dan…situatie. Dan doe ik dat. Krijg ik honger dan drink ik een glas water. Op het feestje eet ik komkommer. Je voelt je goed omdat je géén bitterbal neemt. Mind over matter.
Je bent wat je doet, Roos Vonk De opdrachten, uit dit boek op een rijtje: 1. Persoonlijke waarden, je kompas, bepalen. 2. Anderen bevragen wat ze van je vinden. 3. Schrijf je belangrijkste doel op. Wat gaat het je brengen? Wanneer heb je het bereikt en wat zie je dan voor je? Wat zijn de beren op de weg? Wat moet je nu, of morgen, als eerste doen, bereiken. 4. Power posing. Neem een houding aan of je de krachtigste persoon op aarde bent. A-symetrische, wijde, houdingen helpen je hierbij. 5. Doe onprettige dingen (koud douchen) en ga daarna je probleemgedrag onder de loep nemen. Doe het daarna gewoon wat je wilt vermijden altijd. 6. In een sociale omgeving van jezelf kenbaar maken dat je iets wilt veranderen aan je gedrag. Dat dan ook doen en zie het als een probeersel. 7. Maak een lijst van goede doelen, iets waarbij je uit je comfort zone treed, je moeite kost. Doe zes weken lang vijf van deze doelen gedurende de week en herhaal niet steeds hetzelfde goede doel. 8. Schrijf op wat je concreet moet doen om je doel te bereiken. Maak een stappenplan in de tijd en vraag je af wat je gaat doen bij een beer op de weg. Hoe ga je die omzeilen of te lijf?
7