VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 34 NUMMER 3 22 februari 2008
Bij decentraal melden zien medewerkers direct resultaat In couveuses op Neonatologie is, naar aanleiding van een bijna-ongeval, een extra schotje gemonteerd zodat baby’s er niet uit kunnen vallen.
‘Effe DIM-men’ krijgt in het UMC St Radboud een andere betekenis. Medewerkers aan het bed moeten zich niet kalm houden, maar juist zoveel mogelijk Decentraal Incidenten Melden (DIM). Om de praktijk te verbeteren, niet om schuldigen aan te wijzen. De pilot afdelingen die met het nieuwe systeem werken, zijn enthousiast. Dit jaar wordt het uitgerold naar vijftig werkplekken. Jannie Meussen
‘Voordat je een incident meldt bij de huidige centrale commissie, moet je een hele drempel over. Je merkt dat medewerkers dicht bij de werkplek eerder melden. Zo komt er veel meer boven water,’ vertelt projectleider Veiligheidsmanagement systeem Carla Veldkamp. Dingen die bijna, helemaal of bij herhaling mis gaan, zonder ernstige gevolgen voor de patiënt, melden medewerkers decentraal via een digitaal formulier. Op de afdelingen die vanaf mei 2007 aan de pilot meedoen, zijn inmiddels zo’n negenhonderd meldingen binnengekomen. Normaalgesproken zijn dat er circa duizend in een jaar voor het hele ziekenhuis. De afdeling Neonatologie werkt al vanaf 2005 met een landelijk decentraal meldsysteem, Neosafe, Daar is de cultuuromslag al gemaakt. ‘In het begin
Pagina 3 Tanden bepalen schoonheid voor 30 procent
Pagina 7 De verbinding tussen bewegen en denken
Foto: Jan van Teeffelen
merk je dat medewerkers er moeite mee hebben,’ vertelt seniorverpleeg kundige Willie Verlaan. ‘Het ligt dan nog teveel in de schuldsfeer. Maar ieder een wéét inmiddels dat het daar helemaal niet om gaat. Alleen door te melden – vooral ook de bijna-incidenten – kun je het handelen verbeteren. Regel je dat dicht bij de werkplek, dan wordt er eerder gemeld en sneller actie op ondernomen. Wij merken dat het echt winst oplevert. We hebben bijvoorbeeld een training on the job opgezet, omdat veel medewerkers moeite hadden met de instelling van de high frequency beademing. In couveuses is, naar aanlei ding van een bijna-ongeval, een extra schotje gemonteerd zodat baby’s er niet uit kunnen vallen als de deur open blijft staan. We merkten dat verpleeg kundigen bij de nieuwe couveuses regelmatig de bevochtiging van de beade ming vergaten, omdat daar een extra handeling voor nodig is. We hebben waar nodig dubbelchecks ingevoerd, maar bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt over de controle van de houdbaarheid van medicatie. Medewerkers zien resultaat. Dat stimuleert enorm, ze staan nu veel meer stil bij de veiligheid.’ ‘Neonatologie heeft model gestaan voor de opzet van ons eigen systeem,’ vertelt Veldkamp. ‘We hebben een gebruiksvriendelijk digitaal systeem aan gekocht, dat het melden gemakkelijker maakt. Het invullen neemt slechts vier tot zes minuten in beslag. Op de pilotafdelingen zijn DIM-commissies aan gesteld van vier tot zes medewerkers, artsen en (senior)verpleegkundigen, die dicht bij de praktijk staan.’ Hematoloog Nicole Blijlevens zit in de com missie van verpleegafdeling E00: ‘Wij komen eens per week bij elkaar om de meldingen door te nemen. We kijken dan welke zich lenen voor nadere ana lyse. Bijvoorbeeld als het incident ernstige gevolgen had kunnen hebben, of lees verder op pagina 3
Pagina 8 Reconstructie van de anus
Pagina 10 Twee miljoen euro voor ‘TomTom prostaatkanker’
r a dbod e 3 - 2 0 0 8
inhoud 3
Patiëntenzorg Promotie Rosemie Kiekens Haar onderzoek ging onder andere over de esthetische effecten na het dragen van een beugel. Volgens Kiekens lag in de berichtgeving de klemtoon verkeerd.
4
agenda 10
Oecumenische vieringen 24 februari
Onderzoek 2 miljoen voor ‘TomTom prostaatkanker’
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 24 februari, voorganger pastor Els Groeneveld, zondag 2 maart, voorganger pastor Stieneke Reeders, zondag 9 maart pastor Jack de Groot.
Vorige maand kende KWF Kankerbestrijding radioloog prof. dr. Jelle Barentsz en biomedisch MR-expert prof. dr. Arend Heerschap het prestigieuze Koningin Wilhelmina Onderzoeksprogramma toe.
Interview Afscheid Ineke Hulstijn Dertig jaar psycholoog voor hart- en nierpatiëntjes en hun ouders.
Gait & Mental Health Geriater prof.dr. Marcel Olde Rikkert en neuroloog dr. Bas Bloem organiseer den een congres vol prikkelende, grensoverschrijdende onderwerpen.
8
Reportage Reconstructie van de anus In Nederland worden jaarlijks veertig kinderen geboren met anusatresie. Het Radboud organiseerde een internatio naal symposium voor kinderchirurgen en andere professionals.
Voor alle cursussen en meer informatie: www.umcn.nl/ paog.
29 februari en/of vrijdag 7 maart Belasting en belastbaarheid bij astma en COPD voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.
14 maart
13
Mediastinale lymfeklieren, bestemd voor cardio-thoraca le chirurgen en longchirurgen.
Onderwijs Arts-assistenten tevreden over supervisie
7
PAOG
Dit blijkt uit een enquête onder 128 arts-assistenten van het UMC St Radboud. ‘De uitslag is een pleidooi om meer feedback te geven aan onze supervisors.’
En verder...
Nieuwsladder Spinoff NovioGendix In bedrijf Sheila Leatherman gasthoogleraar bij Kwaliteit van Zorg, Prijzen en benoemingen Advertenties Column buitenland, promovendi Mensen, Kleine boodschap, Colofon Betoog: concurrentie in de zorg Actueel: KIM-lezing, Ethiek
3 4 6 11 12 13 14 15 16
Overig 26 februari ‘Job Opportunity Market NCMLS’ van 9.15 - 17.00 uur in de Colloquiumkamer, 8ste verdieping NMCLS, route 289.
28 februari Publiekslezing medische ethiek ‘Decision Making at the End of Life: The Illusion of Control and Burden of Respon sibility’ door Dr Stuart Youngner, professor of bioethics, Case Western Reserve University Cleveland, Ohio, USA. Locatie Hippocrateszaal, Studiecentrum, routenummer 77. Er zijn geen kosten verbonden aan deelname. Aan melden (verplicht):
[email protected], tel. 15320.
4 maart Voorlichtingsavond verloskunde met rondleiding op de verloskamer van 18.45 - 20.45 uur. Locatie Polikliniek Verloskunde & Gynaecologie, routenummer 782. Er zijn geen kosten aan verbonden en aanmelden is niet nodig.
5 maart Onlangs werd in het UMC de 3000ste niertransplantatie uitgevoerd. Daarbij was de ontvanger in meer dan 250 gevallen een kind. Voldoende aanleiding om even terug te kijken en een blik op de toekomst te werpen. Daarom wordt er een middagsymposium georganiseerd van 13.30 – 18.00 uur met aansluitend een borrel en buffet. in het bijzonder wordt aandacht besteed aan de vraag hoe het aantal nierdonoren kan worden verhoogd. Recent heeft de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de minis ter van VWS geadviseerd om een beloning in te voeren voor levende donoren. De Tweede Kamer heeft daar echter afwijzend op gereageerd. In het symposium komen de argumenten voor en tegen uitgebreid aan bod. Sprekers zijn o.a. Dr. Medard Hilhorst, schrijver van het rapport ’Financiële stimulering van orgaandonatie’ en Dr. Agnes Kant, Tweede Kamerlid voor de SP. Opgave/infor matie Mw. Ilse Hilgers, afdeling Nierziekten.
6 maart Het Centraal Hematologisch Laboratorium organiseert een flowcytometrie workshop met als titel “Microparti cles”. Deze workshop is bedoeld om de vraag ‘Hoe meet je met flowcytometrie zinvol aan kleine deeltjes?’ te beantwoorden. Drie experts zullen een presentatie geven, daarnaast zal er in de middag een interactieve sessie zijn. Opgave/inlichtingen via
[email protected].
13 maart Halfjaarlijkse voorlichtingsavond over niertransplantatie en nierdonatie van 18.45 - 21.30 uur in het Auditorium, route 296. Deze avond is bedoeld voor pré-dialysepatiën ten, dialysepatiënten, donoren, familie, vrienden en kennissen van patiënten. Ook hulpverleners en verpleeg kundigen van dialysecentra en verpleegafdelingen zijn van harte welkom.
21 maart Liesbeth Doornbosch, Zonder titel, acryl en olieverf op doek, 150x295 cm, 2001.
kunst
Van wat ruimte is, hebben we meestal geen besef, terwijl we er ons toch middenin bevinden en ze ons omgeeft. Misschien omdat we er zo totaal in opgenomen zijn, ontglipt ze ons tegelijk. Het is enkel wanneer er iets met de ruimte aan de hand is – ze is te laag, ze is te warm, het is er donker, ze ruikt al dan niet lekker, enzovoort – dat ze zich aan ons opdringt. Maar is het eigenlijk wel de ruimte die iets met ons doet? Is het niet iets anders dat zich samen met ons in de ruimte bevindt, iets dat ons als het ware in de weg zit of ons bij voorbeeld gunstig stemt, en dus niet de ruimte zelf? Tegen de achtergrond van het feitelijk ontbreken van een ervaring van de ruimte, krijgt het schilderij van Liesbeth Doornbosch zijn volle betekenis. Vlakken schuiven over en door elkaar,
Foto: Jan van Teeffelen
kleuren manifesteren zich en trekken zich terug, lopen in elkaar over of poneren zich de ene tegenover de ander. Alles laat zich zien in een zekere gradatie. En dit wekt de indruk dat het een volgend moment anders kan zijn, alsof de aan wezige elementen reageren op de lichtinval, de helderheid van het moment van de dag of het jaar, de weersomstandig heden. Meer dan ons de ruimte te laten zien, wil de kunste naar ze ons deze laten ervaren, want de indruk wordt gewekt dat we al kijkend naar het schilderij, zien met andere zintui gen dan onze ogen. Kortom: de ervaring van de ongrijpbaar heid van ruimte gaat schuil in dit werk. Daan Van Speybroeck
2
Ook dit jaar zullen in de Cenakelkerk van de Heilig Land stichting de ‘Zeven Kruiswoorden’ van Joseph Haydn ten gehore worden gebracht door het Valkhof-strijkkwartet. De zeven kruiswoorden zijn gecomponeerd in de vorm van 7 korte delen van ieder ongeveer 7 minuten. De delen worden afgewisseld met korte meditaties over het lijden van Chris tus door pastor H. Rikhof. Voor dat doel werden ze destijds ook gecomponeerd. De uitvoering vindt plaats op goede vrijdag van 16.00 - 17.00 uur. De toegang is gratis
25 maart Scholing ‘Vacuümtherapie’ door Marleen Coopmans, KCI, van 14.00 – 16.00 uur, leslokaal fysiotherapie. route 645. In de les zullen de volgende onderwerpen met betrekking tot vacuümtherapie besproken worden: werking, indica tie, contra-indicatie, checklist en materialen / kosten. Iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp kan zich inschrijven bij:
[email protected].
r p a t i ë n t e n z org a dbod e 3 - 2 0 0 8
nieuwsladder Bacterie wordt vernoemd naar arts-microbioloog Muytjens
Rosemie Kiekens toonde aan dat het gebit als het om schoonheid gaat er 30 procent toe doet. De rest van de schoonheid hangt af van haren, ogen, neus en huid. Foto: Frank Muller
Tanden bepalen schoonheid voor 30 procent Rosemie Kiekens die 14 februari promoveerde op ‘Facial aesthetics in adolescents’ kreeg veel aandacht in de pers. Haar onderzoek ging onder andere over de esthetische effecten na het dragen van een beugel. Kranten kopten dat je met zo’n beugel niet veel mooier wordt. Bijna de helft van alle 12-jarigen loopt ermee. Volgens Kiekens lag in de berichtgeving de klemtoon verkeerd.
Nelleke Dinnissen
Het ANP-bericht over de promotie van Rosemie Kiekens wekte de schijn dat in Nederland teveel kinderen onnodig en lang met kostbare beugels rondlopen en dat het uit eindelijk niet veel resultaat oplevert. In Nederland loopt inderdaad bijna de helft van alle 12-jarigen met een beugel rond. Drijfveer van kinderen en ouders is vaak: mooier worden. De zogenoemde Index of Orthodontic Treatment Need is in Orthondontieland een graadmeter voor behandeling. Bij ongeveer 1/3 is er geen behandelnood, bij 1/3 wel en bij de overige 1/3 is de behandelnood heel groot. Volgens Kiekens voeren orthodontisten in Nederland een meer terughoudend beleid. ’In Nederland is minder dan 50 procent van de 12-jarigen in behandeling, in de Verenigde staten ligt dat percentage veel hoger. ‘Orthondontisten kijken naar de occlusie: past het gebit goed in elkaar.’ Op de vraag of mensen met bijvoorbeeld scheve tanden er last van hebben of op latere leeftijd meer last krijgen als ze niet worden behandeld, antwoordt Kiekens: ‘Dat kan bij iedereen verschillend zijn. Maar zeker bij patiënten met ernstige afwijkingen zoals een grote overbeet waarbij de bovensnijtanden ver naar voren staan, en bij een diepe beet, waarbij je in het verhemelte bijt, is de behandeling
functioneel: je kunt dan beter kauwen. En bovendien word je er nog mooier van ook.’ De panels waar Kiekens in haar onderzoek mee werkte vonden dat jongeren na een orthodontische behandeling een klein beetje mooier waren geworden. Kiekens tekent hierbij aan dat het om een gemiddelde gaat. ‘Want mensen met een heel lelijk gebit worden er veel mooier van dan mensen met tanden die een klein beetje scheef staan. Maar een orthodontist kan van een lelijkerd geen schoonheid maken. Dan moet deze naar de kaakchirurg en de plastisch chirurg. Wel kunnen we van een lelijkerd met lelijke tanden een minder erge lelijkerd maken met mooie tanden.’ ‘Buiten kijf staat, dat orthodontisten tánden veel mooier maken’, vervolgt Rosemie Kiekens. ‘En dat mensen na de behandeling heel tevreden zijn.’ Kiekens toonde aan dat het gebit als het om schoonheid gaat er 30 procent toe doet. De rest van de schoonheid hangt af van haren, ogen, neus en huid. Opvallend, vindt Kiekens, dat de verwachtingen van patiën ten en hun ouders soms hoog gespannen zijn. En dat mag volgens haar wel wat minder. ‘Maar is eenmaal een behan deling ingezet, dan moet je doorbehandelen. In de pers werd de indruk gewekt dat orthodontisten te lang door gaan. Helemaal niet! Ouders en kinderen zeggen soms na een half jaar het is wel goed zo, maar als je de behandeling niet afmaakt dan is alles voor niets geweest: het gebit zal weer terugschuiven in de oude stand. De tanden moeten als een raderwerkje in elkaar passen.’ Wie moeten volgens Kiekens niet worden behandeld? ‘Slechte poetsers, want met een beugel moet je heel goed poetsen anders krijg je ontkalkingen (witte vlekken) en cariës.’ Maar er zijn ook mensen die door de stand van hun tanden niet goed kun nen poetsen. ‘Die moeten we juíst wel behandelen.’ n
Bij decentraal melden zien medewerkers direct resultaat (vervolg van pagina 1) als het regelmatig voorkomt. Medewerkers zijn geneigd de schuld bij zichzelf te zoeken, maar de wijze waarop dingen georganiseerd zijn, kunnen incidenten in de hand werken. Dat analyseren van de oorzaken gebeurt bij voorkeur samen met de melders, want veiligheid is een zaak van ons allen. Daarvoor is een instrument ontwik keld. Het afdelingshoofd is eindverantwoordelijk voor de in te zetten verbeteringen. Elke maand brengen we een nieuwsbrief uit, zodat medewerkers concreet zien tot welke verbeteractie hun melding geleid heeft.’
Uitrol Het komende jaar wordt het decentrale meldsysteem uitgerold naar vijftig werkplekken; afdelingen en poli klinieken. ‘Dat is een eis van de Inspectie. Eind 2008 moeten alle ziekenhuizen in Nederland het hebben inge voerd als onderdeel van het Veiligheids Management Systeem (VMS)’, vertelt Veldkamp. De plannen zijn onderweg naar de adviesorganen: OR, VAR en Staf convent. Projectleider DIM Corine Speelman gaat de implementatie vanuit het bureau Kwaliteit coördineren, van voor- tot natraject. ‘Want decentraal melden, dat doe je niet zomaar. We gaan algemene informatieronden
houden op afdelingen. We helpen bij de opzet van DIMcommissies en geven hen een training. Ook na de start blijven we afdelingen begeleiden.’ In eerste instantie is het nog vrijblijvend. Afdelingen die interesse hebben kunnen contact opnemen met Speel man. Op intranet (ziekenhuisbrede projecten, focus op veiligheid) staat uitgebreide informatie. Eind dit jaar moet het systeem op alle afdelingen zijn ingevoerd. Wat gebeurt er met de centrale commissie Melden Inciden ten Patiëntenzorg (MIP)? ‘Die blijft bestaan, doet nog even hetzelfde werk, maar krijgt straks een heel andere functie,’ vertelt Veldkamp. ‘Het is in feite de spin in het web. De MIP-commissie ziet erop toe dat de decentrale commissies hun werk goed (kunnen) doen. Zij richten zich niet meer op incidenten, maar krijgen een afdelingsoverstijgende signaalfunctie. Ze kunnen adviezen geven aan DIMcommissies, afdelingshoofden, bureau Kwaliteit of de Raad van Bestuur. Ongetwijfeld treden er parallellen op tussen afdelingen, die om brede aandacht vragen.’ Daarvan is er binnen de pilotafdelingen al één gesignaleerd. Veldkamp: ‘De artsen melden minder dan de verpleegkundigen. We gaan uitzoeken hoe dat komt, want het is belangrijk dat ook uit die hoek meldingen binnenkomen.’ jm
3
Op 31 januari, de laatste werkdag van arts-micro bioloog dr. Harry Muytjens voor zijn pensionering, maakte hij bekend dat er een bacterie naar hem vernoemd zal worden. Muytjens heeft veel onder zoek verricht naar Enterobacter sakazakii, een bacterie die ernstige infecties kan veroorzaken bij pasgeborenen. Muytjens wordt gezien als pionier in het onderzoek naar de ecologie en epidemiolo gie van deze bacterie. Zo toonde hij een verband aan tussen infecties en het voorkomen van de bacterie in melkpoeder. Op basis van nieuwe inzichten wordt binnenkort de naamgeving van deze bacterie veranderd. Eén van de nieuwe soor ten krijgt de naam Cronobacter muytjensii. Het is zeer uitzonderlijk dat bacteriën worden vernoemd naar individuele onderzoekers.
Negatieve berichtgeving CliniClowns klopt niet De Stichting Clini Clowns heeft een brief gestuurd naar zorg- en onderwijs instellingen over de berichtgeving in de media. Hierin ver Foto: Frank Muller scheen volgens de Stichting onterecht het bericht dat kinderen bang zijn voor CliniClowns. Basis voor dit bericht is een Brits onderzoek naar de aankleding van kinderafde lingen van ziekenhuizen. ‘Dit onderzoek heeft geen enkel verband met het werk van de Cliniclowns,’ zegt directeur Hans Geels in de brief. ‘Onderzocht werd de mening van kinderen over muurschilderingen, onder meer over clowns. Een mening over muur schilderingen is niet te vergelijken met het bezoek van een CliniClown,’ aldus Geels. CliniClowns Neder land voelt zich niet aangesproken door de berichten over het onderzoek. Maar betreurt het zeer dat deze onterechte link is gelegd.
Nieuwe bestuursleden Stichting Katholieke Universiteit Mr. Lilian Gonçalves-Ho Kang You en prof.dr. Fons Plasschaert zijn per 1 januari 2008 benoemd tot lid van het bestuur van de Stichting Katholieke Univer siteit, dat toezicht uitoefent op het bestuur van de Radboud Universiteit en op het bestuur van het UMC St Radboud. Gonçalves-Ho Kang You was advocaat in Suriname en Amsterdam. Ze was onder andere vicevoorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling en bekleedt diverse bestuurlijke en toezichthou dende functies, onder andere bij Amnesty Interna tional. Plasschaert is veertig jaar verbonden geweest aan de Radboud Universiteit en het UMC St Rad boud, vanaf 1976 als hoogleraar Restauratieve Tandheelkunde. Van 1990 tot 1994 was hij rector magnificus van de universiteit. In 2006 ging hij met emeritaat. Momenteel is hij onder andere voorzitter van het Kinderoncologisch Centrum Nijmegen.
Harkness fellowship voor d r. J a k o B u r g e r s Dr. Jako Burgers, huisarts-senioronderzoeker bij de afdeling Kwaliteit van Zorg, is geselecteerd voor het Harkness fellowship 2008-2009. Dit prestigieuze fellowship biedt ambitieuze onderzoekers uit een aantal landen de mogelijkheid om een jaar lang in de Verenigde Staten onderzoek te doen naar actuele thema’s in de gezondheidszorg. Burgers zal zich bezighouden met multimorbiditeit, het gelijktijdig optreden van ziektes die kunnen leiden tot de dood. Vanwege onder meer de vergrijzing is dit een klinisch-inhoudelijk en politiek-maatschap pelijk belangrijk onderwerp. Het Harkness-fellow ship wordt gefinancierd door het Commonwealth Fund (een charitatieve instelling in de VS) en het Ministerie van VWS.
v a l or i s a t i e
Spinoff NovioGendix levert sterk verbeterde testen voor prostaatkanker wee investeringsmaatschappijen namen onlangs een belang in NovioGendix, T het eerste spinoff bedrijf van het UMC St Radboud dat door het Directoraat Valorisatie werd begeleid. NovioGendix doet onderzoek naar biomarkers en verzorgt momenteel de moleculaire diagnostiek van een sterk verbeterde test voor prostaatkanker. Andere testen, zoals die voor baarmoederhals kanker, zullen snel volgen.
P i e t e r Lom a n s
‘We hebben een tamelijk uniek businessmodel’, zegt Rob Tweehuysen, algemeen directeur van NovioGendix. ‘We zijn een servicelaboratorium dat moleculaire diagnostiek uitvoert voor ziekenhuizen en zorginstellingen. In tegen
Jack Schalken (links) en Willem Melchers van NovioGendix. Op de foto ontbreekt algemeen directeur Rob Tweehuysen. Foto: Flip Franssen
stelling tot veel startende biotechbedrijfjes hebben we dus al meteen een goede, eigen inkomstenbron. Daarnaast zijn we ook een researchbedrijf, dat onderzoek doet naar betrouwbare biomarkers. Daarbij richten we ons vooral op infectieziekten en tumoren aan de urinewegen.’ Het belangrijkste product van NovioGendix is op dit moment de nieuwe PCA3-test voor prostaatkanker, die mede door het bedrijf zelf is ontwikkeld. Dit jaar komen daar zeker nog twee tot drie andere moleculair diagnos tische testen bij, verwachten moleculair bioloog Willem Melchers en biochemicus Jack Schalken. Beide UMConderzoekers hebben met Tweehuysen en het UMC St Radboud NovioGendix opgericht. Met de PCA3-test ligt er naar verwachting een goede basis onder het bedrijf. Schalken: ‘Op dit moment wordt prostaatkanker meestal opgespoord door de concentratie van een bepaald eiwit - het Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) – in het bloed te meten. Hoe hoger de PSA-concen tratie hoe groter de kans op prostaatkanker. Dat is de theorie. De praktijk ziet er iets anders uit. Bij vijfen zeventig van de honderd mannen met een verhoogde PSA-waarde wordt géén prostaatkanker gevonden. Dat blijkt uit de biopten die worden genomen na zo´n verhoogde PSA-waarde.’ De nieuwe PCA3 test meet geen PSA-eiwit in bloed, maar wat dan wel? Melchers: ‘Met moleculaire diagnostiek bepalen we in de urine de hoeveelheid RNA van het PCA3-gen. Hoe hoger de RNAconcentratie, hoe groter de kans dat er kankercellen in de urine zitten. Die uitslag geeft veel beter aan wie prostaatkanker heeft. Bij hon derd mannen die positief op deze test reageren vinden we bij ruim tachtig mannen ook daadwerkelijk prostaat kanker. Dat is een enorme stap vooruit, vergeleken met de vijfentwintig mannen die je via de PSA-test juist diag nostiseert.’
4
De PCA3test is daarmee betrouwbaarder en een stuk patiëntvriendelijker, stelt Schalken. ‘In onze kliniek heb ben we mede door deze test het aantal biopsiën met veertig procent kunnen terugbrengen. Dat bespaart kosten, leed en ongerustheid bij de patiënt.’ Maar de test werkt ook ´andersom´. Schalken: ‘Als iemand een erg hoge PCA3 heeft, maar in de eerste biopten wordt geen tumor gevonden, dan verhevigen we bij wijze van spreken de speurtocht. Misschien zit er een kleine, maar agres sieve tumor. Dan moet die zo vroeg mogelijk worden opgespoord en behandeld. Daarbij speelt de MRI-groep van Jelle Barentsz en Arend Heerschap een belangrijke rol.’ (zie artikel elders in dit nummer, red.) Het Servicebedrijf, dat de kennis en apparatuur in huis heeft om complexe moleculaire diagnostiek uit te voeren, krijgt op dit moment vooral materiaal uit Nederland en andere Europese landen, maar ook vanuit Mexico, de Filippijnen en Indonesië komen monsters binnen. Melchers: ‘Daarnaast blijven we met NovioGendix Research, het andere onderdeel van ons bedrijf, op hoog niveau onderzoek doen naar biomarkers. We lopen op dit gebied mooi mee vooraan, omdat we de PCA3test in nauwe samenwerking met de leverancier - het Ameri kaanse bedrijf ProbeGen – hebben ontwikkeld.’ ‘Dit NovioGendix onderzoek is sterk gericht op het iden tificeren van nieuwe markers’, zegt Schalken. ‘Zodra het wetenschappelijk interessant wordt, kan het door UMC St Radboud worden overgenomen. Vindt het Radboud zaken die mogelijk commercieel interessant zijn, dan kan NovioGendix daar onder voorwaarden weer mee aan de slag. Het is een win/win-situatie. Om onduidelijkheid te voorkomen is de grens tussen NovioGendix en het UMC meteen scherp getrokken, met dank aan de mensen van het Directoraat Valorisatie. Ook de continue steun van onze afdelingshoofden - Paul Verweij van Medische Microbiologie en Peter Mulders van Urologie – is essen tieel geweest om het bedrijf te starten. Maar dat derge lijke initiatieven in het UMC St Radboud nu mogelijk zijn en werkelijk van de grond komen, is een enorme stap vooruit. Zowel voor het bedrijfsleven, de patiëntenzorg als het universitair medisch onderzoek.’ n
i n t e rv i e w r a dbod e 3 - 2 0 0 8
Ineke Hulstijn: 30 jaar psycholoog voor hart- en nierpatiëntjes en hun ouders
‘Ik ben een gelukkig mens’
Foto: Flip Franssen
Dertig jaar bij dezelfde ‘baas’, dat zie je tegenwoordig niet meer zo vaak. Maar voor medisch psycholoog Ineke Hulstijn was geen dag saai. ‘Er zijn zoveel ontwikkelingen geweest in de kindergeneeskunde en daardoor steeds weer nieuwe uitdagingen. Ik ben een gelukkig mens dat ik dit werk heb mogen doen.’
M a r l i e s M i e l e k a mp
Na een afstudeeronderzoek in het ziekenhuis werkte Hulstijn enkele jaren als psycholoog in andere banen. Maar toen ze in 1978 binnen de afdeling Kindergenees kunde op de kinderdialyse in het Radboud kon beginnen, wist ze dat daar haar hart lag. Ze werd voor anderhalve dag per week vanuit Medische Psychologie op de afde ling Kindernefrologie gedetacheerd.Vanaf 1980 kwamen daar de afdelingen Kindercardiologie en -hartchirurgie bij en werd haar baan fulltime. In de loop van de tijd werd ze daarnaast coördinator van de sectie kinderen binnen de afdeling Medische Psychologie.
Preventief werken Vanaf het begin was er op de afdeling kindergenees kunde aandacht voor de psychosociale kant van de begeleiding van ernstig zieke kinderen, vertelt Hulstijn. ‘Juist omdat men zag dat een ernstige ziekte enorme impact heeft op de ontwikkeling van een kind, maar ook op het gezin. Belangrijk daarbij was dat we hier altijd in een multidisciplinair team hebben gewerkt aan een geïn tegreerde behandeling.’ Dat komt ook doordat artsen zien dat hun behandeling vergemakkelijkt wordt als psycho logen voor ouders en kind de noodzakelijke voorwaarden creëren. ‘Zo moeten nierpatiëntjes vaak wel dertig pillen per dag slikken en mogen ze soms maar anderhalve liter vocht per dag binnenkrijgen. Dat is heel moeilijk en af en toe gooien met name pubers de kont tegen de krib. Dan wordt hier in het multidisciplinaire team de psycholoog, verpleging of pedagogisch medewerker ingeschakeld om die therapietrouw te bevorderen.’ Psychologen proberen ook steeds vaker preventief te werken en problemen vooraf aan te pakken. Zoals bij ouder-kindtransplantaties die tegenwoordig steeds vaker plaatsvinden. ‘We hebben dan vooraf een gesprek met de ouders waar we ze wijzen op complicaties die ze kun nen verwachten, maar ook over het verdriet en de schuld gevoelens die dat met zich mee kan brengen’, vertelt Hulstijn. ‘Zodat ze weerbaar zo’n proces ingaan. Empo werment noemen we dat tegenwoordig.’
haar collega’s, ‘ik heb intensief te maken met menselijk leed en ik voel dat het goed is daar nu afstand van te nemen.’ Ongetwijfeld zal Hulstijn nu meer tijd voor haar hobby’s krijgen: haar tuin, kunst en de muziek. ‘En ik ga deze zomer zeker een cursus Italiaans doen, in Italië.’ n
Diep verdriet In de loop de jaren is er heel wat veranderd voor hart- en nierpatiëntjes: was in 1978 kinderdialyse nog experimen teel, nu is het een standaard behandeling. En Hulstijn herinnert zich nog goed de spanning binnen het team toen in 1980 een van de eerste patiëntjes aan een trans positie van de grote vaten werd geopereerd. ‘Tegenwoor dig zie je dat ook kinderen met een ontbrekende linker harthelft geopereerd worden, niet dat dit makkelijk is... Wij als psychologen proberen dan problemen in de ont wikkeling, in de gezinssituatie, maar ook schoolproble men in de toekomst te voorkomen.’ Met het voortschrijden van de medische ontwikkelingen ziet Hulstijn ook de ethische dilemma’s toenemen. Ook daarin spelen psychologen een rol binnen het team. ‘Samen met elkaar bekijken we dan of de ingezette behandeling werkelijk in het belang van het kind is. Soms is het team verdeeld of artsen willen behandelen en ouders niet of omgekeerd. Door gesprekken onderzoekt de psycholoog dan wat er speelt.’ Natuurlijk gaat dertig jaar diagnostiek en begeleiding van ernstig zieke patiëntjes en hun ouders niet in je koude kleren zitten. Er is dan ook een aantal kinderen en ouders dat op het netvlies van Hulstijn gebrand staat. ‘Het is aangrijpend als je met ouders en kinderen zo’n traject van dichtbij meemaakt. Soms met vreugde, maar soms ook met diep verdriet. Het heeft me veel gegeven en het heeft bijgedragen aan mijn eigen ontwikkeling.’
Cursus Italiaans De psycholoog neemt met gemengde gevoelens afscheid, maar is blij te zien dat ‘haar afdeling’ in goede handen is bij sectiecoördinator Christianne Verhaak. ‘Een belang rijke ontwikkeling is dat patiëntenzorg en wetenschap pelijk onderzoek steeds meer hand in hand gaan. Ik zie daar de vruchten nu al van.’ Zelf gaat Hulstijn na haar 65e nog even door in de weten schap: ze begeleidt een promovenda in haar lopende onderzoek en rondt twee projecten rond kinderen met erfe lijke nierziekten af. Maar de patiëntenzorg laat ze over aan
5
Woensdag 12 maart wordt t.g.v. het afscheid van Ineke Hulstijn het symposium ‘Psychologie in Hart en Nieren’ gehouden in het Aula Congres gebouw. Daarna is er om 17.00 uur een receptie.
Dierproeven of proefdieren Zijn de proeven onvermijdelijk of overbodig? Proefdieronderzoek blijft maatschappelijke discussie oproepen. Proefdiervrij en de Partij van de Dieren nemen stelling. Sommige dierenactivisten gaan verder: onlangs werd de voorbereiding van een bouwproject voor dierproefbedrijven in Limburg na dreigementen van dierenactivisten opgeschort. Patiëntenorganisaties, wetenschappers en farmaceutische bedrijven benadrukken het belang van dierproeven en vragen begrip en steun. Steeds weer worden dezelfde vragen gesteld: Is het gebruik van proefdieren eigenlijk wel nodig? Zijn er geen andere onderzoeksmethoden? Wat doet de wetenschap om het proefdiergebruik te reduceren? Hoe gaan we om met de publieke gevoeligheid voor dierenwelzijn? Debat met onder andere Merel Ritskes-Hoitinga (hoogleraar proefdierkunde UMC St Radboud), René ten Bos (hoogleraar filosofie Radboud Universiteit), Erno Eskens (Filosofie Magazine en penningmeester Dier & Recht) en Marja Zuidgeest (directeur Proefdiervrij). Dinsdag 26 februari Aanvang: 20.00 uur Locatie: LUX Mariënburg 38, Nijmegen Gratis toegangskaarten verkrijgbaar aan de kassa van LUX. Reserveren vanaf 29 januari via 0900 589 46 36 (25 ct per minuut).
i n b e dr i jf reeks kunstwerken, uitmondend in de beoogde foto’s van Catherine Poncin voor het Auditorium van het UMC. Tegen deze achtergrond zal de CBK luisteren naar de reacties en interventies van de aanwezigen, en haar kunstbeleid aanscherpen. De bijeenkomst vindt 19 maart plaats om 15.00 uur in de Lammerszaal, Onderwijscentrum Medische Wetenschap, Geert Grooteplein 25 Nijmegen. De toegang gratis, maar inschrijven via PAOG-Heyendael is noodzakelijk.
Calamiteiten
Wat een medewerker moet doen als er brand is Foto: Frank Muller
Schenking
Minder geïsoleerd Onlangs schonk John Macleane het UMC St Radboud acht laptops ter waarde van e 15.000. ‘Zijn vrouw leed aan een vorm van leukemie die moeilijk te behandelen is’, vertelt seniorverpleegkundige Suzanne Bens van de afdeling Hematologie E00. ‘Juliette onderging hier een stamceltransplantatie na intensieve chemotherapie. Uit eindelijk heeft ze met tussenpozen een jaar op onze afdeling doorgebracht. Bij een stamceltransplantatie wordt de patiënt geïsoleerd opgenomen. Juliette kreeg een transplantatie met stamcellen van een niet-verwan te donor. Na de transplantatie kreeg ze al heel snel afstotingsverschijnselen en uiteindelijk overleed Juliette aan de complicaties. John bleef achter met drie kleine kinderen.’ Tijdens de opnames was Juliette afgesloten van de buitenwereld, want isolatieverpleging is nodig vanwege het risico op infecties van buitenaf. In haar kamer kon ze alleen televisie kijken en bellen maar ze was gewend een elektronisch dagboek bij te houden zodat een ieder op de hoogte kon blijven hoe het haar verging. Macleane organiseerde na de begrafenis van zijn vrouw verschillende sponsorlopen en zette bij zijn winkel een ton neer voor donaties. Met een schenking van acht laptops met toebehoren ter waarde van e 15.000 aan de afdeling Hematologie wil hij de opnametijd voor patiën ten met leukemie en lymfeklierkanker in het Radboud aangenamer maken ofwel ze minder geïsoleerd laten zijn van de buitenwereld. ND
Op 25 januari woedden er twee brandjes in het UMC St Radboud, in de parkeergarage en in het personeelsres taurant. ‘De brandjes konden snel geblust worden, omdat de Snelle Interventieploeg spoedig ter plaatse was’, zegt Fons van Gompel van Staf Calamiteiten. ‘Tege lijk kwamen we er ook achter dat medewerkers niet altijd weten wat ze moeten doen als er brand uitbreekt.’ Tijd om dit nog eens op een rij te zetten. ‘Wanneer je brand ontdekt of vermoedt, dan moet je zo snel mogelijk het alarmnummer, vijf keer vijf (55555), bellen, én je drukt de handbrandmelder in. Dan weet de Meldkamer zeker dat er sprake is van brand.’ Als het ontruimingsalarm klinkt of als er acuut gevaar is, moeten mensen zo snel mogelijk de ruimte verlaten en naar veilig gebied gaan. ‘Het is daarbij ook je verantwoordelijkheid als medewer ker om patiënten en bezoekers in veiligheid te brengen’, aldus Van Gompel. Tot slot moeten er op iedere afdeling mensen in staat zijn om een beginnende brand te bestrij den door adequaat te blussen of door een blusdeken te gebruiken. ‘In een recent landelijk rapport wordt beves tigd dat mensen moeite hebben om het gevaar van brand goed in te schatten ’, zegt Van Gompel. ‘Regels alleen zijn onvoldoende, het gaat erom dat mensen zich ernaar gedragen. In het Radboud geldt het advies dat iedere afdeling jaarlijks een training van een uur moet volgen over het handelen bij brand.’ Meer informatie over brand melden en de acties bij ontruiming staat in het Calami teitenplan. GM
NOTK
Prijsuitreiking loterij
Kunst van de Keuze
Publieksmiddag over kunst In het UMC St Radboud valt heel wat kunst te bekijken. Niet alleen in het ziekenhuis, ook vormt zich in de hal van het Onderwijscentrum een knooppunt van kunst. En in de lange gang op de eerste verdieping van het Studie centrum wordt aan een fotogalerij gewerkt. Het UMC kent diverse tentoonstellingsruimten. Op deze wijze werkt de Commissie Beeldende Kunst (CBK) aan een UMC-breed kunstbeleid. Rond de keuzes voor kunst die binnen het UMC St Radboud worden gemaakt, wil de CBK een mid dag met medewerkers van het UMC samenkomen. Daarbij worden eveneens geïnteresseerden uit zieken huizen in de ruime omgeving uitgenodigd en de Nij meegse bevolking. RvB-voorzitter Emile Lohman opent de bijeenkomst, daarna komt Liesbeth Brandt Corstius aan het woord, oud-directeur Museum voor Moderne Kunst Arnhem. Krien Clevis, die op artistieke wijze de vaste vitrines in het Studiecentrum Medische Weten schap aankleedde, vertelt als kunstenaar over haar ontmoetingen met en in de medische wereld. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator UMC, presenteert een Foto: Jan van Teeffelen
Dus niet alleen diagnostische gegevens, maar ook de ziektegeschiedenis van patiënten is vastgelegd. In andere landen kent men het fenomeen huisartsenlabo ratium niet. Heel bijzonder dus. We hebben nu al de beschikking over diagnostische gegevens van 15.000 patiënten, van wie een groot aantal acht jaar is gevolgd, en het groeit met de dag. Zo’n bank kun je nooit in je eentje opzetten. Voor ons als onderzoekers is deze bank fantastisch, maar ook andere onderzoekers binnen of buiten het UMC kunnen in principe van deze geanonimi seerde gegevens gebruik maken.’ De HALO Databank richt zich in eerste instantie op diagnostiek en zorgon dersteuning voor patiënten met longfunctiestoornissen (astma, COPD). In een later stadium wil de HALO Data bank eventueel uitbreiden naar diagnostische gegevens over diabetes en hart- en vaataandoeningen. ‘Daarvoor moeten we eerst in kaart brengen waar behoefte aan is. Pas dan gaan we er mee aan de slag en kunnen we gegevens toegankelijk maken voor wetenschappelijk onderzoek.’ De drie laboratoria die samen in de HALO Databank opgingen hebben uiteraard zelf ook het recht onderzoek te doen met hun eigen gegevens. Willen onderzoekers gebruik maken van gegevensbestanden van de andere laboratoria, dan kunnen ze een verzoek indienen bij de projectcoördinator Radboud. ND
Borst- en prostaatkanker
Polygene krijgt vervolg Vorige week verscheen het vijfde artikel over het Poly gene project in het toonaangevende tijdschrift Nature Genetics (on line). En dat in minder dan één jaar. Poly gene is een samenwerkingsverband tussen het IJslandse bedrijf deCODE Genetics, het UMC St Radboud en de universiteiten van Aarhus en Oxford. Het doel van het project is genetische varianten te vinden, die het risico op borst- en prostaatkanker verhogen. Daartoe wordt met een DNA-chip met honderdduizenden markers het DNA vergeleken van duizenden patiënten en controles. De juistheid van de resultaten wordt vervolgens gecon troleerd in extra groepen patiënten en controles uit verschillende Europese landen en Noord-Amerika. Eerder vonden de onderzoekers al vier belangrijke regio’s op chromosoom 8q en 17q die het risico op prostaatkan ker verhogen. Nu zijn nog twee extra regio’s gevonden op 2p15 en Xp11. Beide gebiedjes waren nog niet eerder in verband gebracht met prostaatkanker. Het gebiedje op chromosoom 2 is bovendien extra interessant, omdat de associatie sterker is met agressieve vormen van pros taatkanker. Volgens de Nijmeegse projectleider prof.dr. Bart Kiemeney is het echter nog te vroeg om te juichen. ‘Er is nog veel laboratoriumwerk nodig om duidelijk te krijgen via welk mechanisme deze regio’s het risico op prostaatkanker verhogen.’ Maar daaraan wordt gewerkt. Vorige week is in Londen de kick-off meeting geweest van de opvolger van Polygene: Promark, gefinancierd vanuit het zevende kaderprogramma van de Europese Unie. In dat project wordt geprobeerd de resultaten uit Polygene te vertalen in diagnostische markers voor de agressieve vorm van prostaatkanker. JG
Foto: Flip Franssen
Vrijdag 1 februari reikte het Nijmeegs Offensief Tegen Kanker (NOTK) in de hal van het UMC St Radboud prijzen uit aan haar donateurs. Iedereen die minimaal 10 euro schonk, kon deelnemen aan een loterij. Dit leverde veel reacties op. De eerste prijs, een vakantie voor twee perso nen naar Griekenland, ging naar P. Eijkhout uit Nijmegen. De tweede prijs, een jaar lang gratis autowassen bij ANAC Carwash, viel ten deel aan J. van Onzenoort uit Beuningen. De derde prijs, twee seizoenskaarten voor een jaar lang gratis schaatsen in het Triavium, ging naar A. Trum uit Beuningen en A. le Sage uit Nijmegen. De Stichting NOTK steunt het onderzoek met dendritische celtherapie binnen het UMC St Radboud bij patiënten met kanker. GM
Longfunctiestoornissen
Unieke databank patiëntengegevens Onlangs gingen drie huisartsenlaboratoria in zuidoost Nederland samen op in de zogenoemde HALO Databank, waarvan het UMC St Radboud de coördinator is. ‘Uniek’, noemt dr. Tjard Schermer, onderzoekscoördinator van Huisartsgeneeskunde, deze databank. ‘Nederland kent al heel lang diagnostische centra waar men gegevens van patiënten met chronische aandoeningen registreert.
6
Elektronisch Patiënten Dossier
UMC St Radboud sluit overeenkomst met Agfa HealthCare Agfa HealthCare, marktleider van IT-oplossingen voor imaging workflow in ziekenhuizen en voor diagnostische beeldvorming (Radiologie), heeft een Europese Referen tie Locatie overeenkomst getekend met het UMC St Radboud. Deze drie jaar geldende overeenkomst omvat niet alleen het klinische valideren van Agfa’s producten in beeldvorming, maar ook het ondersteunen van en participeren in een aantal klinische onderzoeksprojecten in het Radboud. Het Radboud gebruikt al sinds maart 2003 Agfa Healthcare’s Beeld Archivering en Communi catie Systeem met een geïntegreerd Radiologie Informa tie Systeem. Agfa HealthCare gaat het Radboud ook voorzien van zijn nieuwste IMPAX Suites voor Cardiologie en Orthopedie en zal faciliteren in geavanceerde stem herkenningsystemen.Hoofd Radiologie prof. dr. J.G. Blick man: ‘Dataproductie, transport en ook opslag valt of staat met een solide IT-infrastructuur.’ Dr. Richard Kam man (programmamanager EPD) geeft aan dat deze keuze mede een solide basis vormde voor het succesvol imple menteren van het UMC-breed elektronisch patiënten dossier.
r a dbod e 3 - 2 0 0 8
Wie loopt, houdt het hoofd erbij De revalidatiefilosofie van voetbalgrootmacht Chelsea. Een geriater die danst met zijn patiënten. En bewegingen trainen, louter door eraan te denken. Het congres ‘Gait & Mental Function’ zat vol prikkelende, grensoverschrijdende onderwerpen. Precies de bedoeling van de UMC-organisatoren geriater prof. dr. Marcel Olde Rikkert en neuroloog dr. Bas Bloem. Over de verbinding tussen bewegen en denken. Paul van Laere
Eigenlijk ligt de oorsprong van het congres bij een baan brekende publicatie van een Scandinavische onderzoeks groep, overpeinst geriater prof. dr. Marcel Olde Rikkert. ‘Die groep ontdekte tien jaar geleden dat mensen die
stoppen met praten wanneer ze moeten lopen, een ver hoogd valrisico hebben. Ze kunnen geen dubbele taak aan, en zijn dus kwetsbaar bij bewegen.’ De publicatie leidde tot de veelgebruikte ‘Stops walking when talkingtest’, maar voedde tevens het besef dat lopen en praten - of algemener, bewegen en denken - nauw met elkaar verbonden zijn. Vanuit dat inzicht ontstond het eerste ‘Gait & Mental Function’-congres (‘gait’ is Engels voor ‘tred’ of ‘gang’, PvL), twee jaar geleden in Madrid. ‘Dat sloeg erg aan, waarna Bas Bloem en ik het op ons hebben genomen een nieuwe editie te organiseren.’ Als con greslocatie kozen de twee UMC-specialisten voor het Okura-hotel in Amsterdam. ‘Dat is qua faciliteiten en aantrekkingskracht toch te verkiezen boven Nijmegen.’ Liefst 550 deelnemers kwamen op het congres af, afkom stig uit 46 landen, en nog belangrijker, uit een groot aantal verschillende disciplines: niet alleen de neurologie en geriatrie waren vertegenwoordigd, maar ook specia lismen als revalidatiegeneeskunde, psychiatrie, psycho logie en fysiotherapie. ‘Dat was ook ons doel, dat mensen over de grenzen van hun vak heenkijken,’ zegt neuroloog Bloem. ‘Wetenschap is erg verkokerd, ieder specialisme zijn eigen hokje. Maar juist de verhalen van collega’s uit andere disciplines zorgen voor eyeopeners.’
Bach
Foto: Flip Franssen
De organisatoren prof. dr. Marcel Olde Rikkert en dr. Bas Bloem: ‘Wetenschap is erg verkokerd, ieder specialisme zijn eigen hokje. Maar juist de verhalen van collega’s uit andere disciplines zorgen voor eyeopeners.’
De ogen en oren gingen zeker open bij de lezing van de Amerikaan John Morley die zijn inspirerende betoog lardeerde met kunst, schetterende Bachmuziek en tragi komische illustraties van de Amerikaanse levensstijl. Zoals van een man die zijn hond uitlaat: het beest op een loopband en hijzelf zittend in een stoel ernaast. ‘Morley is een soort Freek de Jonge van de geriatrie. Hij is ook een van de weinige geriaters die danst met zijn patiënten,’ weet Olde Rikkert. ‘Dat doet hij om in te schat ten hoe ze bewegen, en hoe hun uithoudingsvermogen en gedrag is. Een bijzondere vorm van diagnostiek.’ Een blikvanger was ook de presentatie van het medisch team van de Engelse voetbalclub Chelsea. Olde Rikkert: ‘Dat is natuurlijk totaal andere business. Maar hun reva lidatiefilosofie bevat elementen waarvan je denkt, hé, dat kunnen wij ook gebruiken.’ ‘Zoals de patient empowerment, de patiënt de regie geven over zijn revalidatie,’ beaamt Bloem. ‘Of het idee om bij de
revalidatie de lat hoger leggen. Ze grijpen een blessure aan om op een hoger prestatievermogen uit te komen.’ Olde Rikkert: ‘In de kliniek denken we altijd: we moeten het oude niveau halen. Maar eigenlijk moet je zeggen: Hoezo oude niveau? We gaan mensen béter maken.’ Prikkelend was ook de sessie over een nieuwe revalidatie strategie: ingebeeld bewegen. Bloem: ‘Het blijkt dat men sen die halfzijdig verlamd zijn, en die hard nadenken over bijvoorbeeld het bewegen met hun verlamde arm, sneller herstellen.’ Bloem kent het principe al uit zijn tijd als speler van het Nederlandse jeugdvolleybalteam. ‘Wie door zijn enkel ging kreeg het advies om als een gek wedstrijden in het hoofd te spelen. Dan ging je weliswaar conditioneel achteruit, maar bleef je techniek op peil. Dat was althans het idee. En nu is er dus wetenschappelijk bewijs dat het nadenken over bewegen leidt tot een sneller herstel.’
Tinnen soldaatje Ook het omgekeerde lijkt op te gaan. De Amerikaanse onderzoekster dr. Giselle Petzinger deed in haar lezing uit de doeken dat muizen met een experimentele vorm van Parkinson, beter functioneren wanneer ze een uur per dag rennen. ‘Er zijn voorzichtige aanwijzigingen dat dit effect ook bij mensen optreedt. Waarschijnlijk niet bij diepe stoornissen, dus als er reeds grote schade is, maar wel in een vroeg stadium,’ becommentarieert Olde Rikkert. Bloem: ‘De mechanismen moeten nog ontrafeld worden, maar de associatie tussen meer bewegen en gunstige effecten op hersenziekten – zowel qua preventie als beteugeling – lijkt wel duidelijk.’ Op het congres kon het thema vallen niet ontbreken. Zo sprak de Canadees dr. Mark Carpenter over zijn studie naar de verschillende soorten van angst rondom het val len. ‘Je hebt grofweg drie categorieën,’ legt Bloem uit. ‘Sommige mensen zijn terecht bang om te vallen, want die zijn instabiel. Er zijn er ook die niet bang zijn, maar dat wel zouden moeten zijn. En dat is er een groep men sen bij wie de angst excessief is. Die lopen heel stijf. Verstijven is nuttig op de rand van een afgrond, want dan zwaai je minder. Maar het is niet handig als je een duw tje krijgt, want dan moet je juist flexibel scharnieren. Als je dan stijf bent, ga je als een tinnen soldaatje om. Dus zo veroorzaakt valangst nieuwe valpartijen, en moet je dus proberen die mensen weer zelfvertrouwen te geven om te bewegen.’ Maar het voorschrijven van beweging is niet gemakkelijk. ‘Hoeveel dan, en hoe zorg je ervoor dat mensen de oefeningen blijven doen? Daar is nog een wereld te winnen,’ zegt Olde Rikkert. ‘Bewegen is in veel opzichten goed, maar het moet wel veilig bewegen zijn, en ook nog leuk,’ besluit Bloem. Daar gaan we ook de Michael J. Fox subsidie die we recent heb ben gekregen, deels aan wijden: om te zorgen dat je mensen niet alleen aan het bewegen krijgt, maar ook houdt. Ze inschrijven op sportscholen is een koud kunstje, maar zorgen dat ze drie keer per week gaan is vers twee.’ n
Sweep Day op schrikkeldag Op vrijdag 29 februari vindt ‘Sweep Day, schrikkeldag 2008’ plaats, een grote opruimactie in het UMC St Rad boud. Het doel is dat de verpleegafdelingen, poliklinie ken en openbare ruimtes na deze dag er qua uitstraling sterk verbeterd uitzien. ‘Er komt in het Radboud te veel “beeldruis” voor’, zegt Jan Jaap Schmitz, directeur Faci litair Bedrijf. ‘De gangen en afdelingen zien er rommelig en verslonsd uit. Iedereen ergert zich hieraan. Schrik keldag is een extra dag in het jaar. Een uitstekende dag om ervoor te zorgen dat onze patiënten en bezoekers straks een opgeruimd Radboud zien.’ Iedere afdeling brengt zijn eigen werkgebied op orde en formeert zijn eigen Sweep Team Zorg. ‘Vanuit de onder steunende afdelingen worden medewerkers van de technische dienst, extra schoonmaakpersoneel en schil
ders ingezet’, aldus Schmitz. ‘De focus ligt op de afde lingen en ruimtes waar patiënten komen. Natuurlijk mogen andere afdelingen ook hun ruimtes opruimen.’ Voor afdelingen die het meubilair willen vervangen, wordt het meubelassortiment getoond in het Bouw Informatie Centrum. ’s Ochtends geeft RvB-lid prof.dr. Frans Corstens het startschot in het Personeelsrestaurant. De dag wordt feestelijk afgesloten met een borrel, buffet en een optre den van De Sjonnies in het restaurant van het Studiecen trum. De afdeling die op de 29e met het opruimen, herstellen en schoonmaken de beste uitstraling bereikt, kan een cheque à 2008 euro winnen. Dit bedrag dient te worden besteed aan zaken die de uitstraling van het Radboud verbeteren. GM
7
4MIXZER6MIP
STVYMQIRLIVWXIPPIRWGLSSRQEOIR
r e port a g e
Reconstructie
In Nederland worden jaarlijks veertig kinderen geboren met anusatresie. Een aandoening waarbij de baby niet over een anus beschikt of waarbij de anus niet goed is aangelegd. In het UMC St Radboud werd op 30 en 31 januari een internationaal symposium georganiseerd voor kinderchirurgen en andere professionals die met deze kinderen te maken hebben. Hierbij konden ze via live verbinding met de OK operaties volgen om te zien hoe een anus wordt gereconstrueerd.
Gijs Munnichs
Bij zijn geboorte, vijf weken geleden, bleek Justin geen anus te hebben. ‘De kraamverzorgster ontdekte dit toen ze hem wilde temperaturen’, vertelt zijn moeder. ‘Justin moest meteen naar het ziekenhuis, waar hij wekenlang moest blijven. Dat was schrikken, ik wist niets van anus atresie af. Er speelde van alles door mijn hoofd: wat voor aandoening is het, krijgt hij zware operaties? Een rustige kraamtijd heb ik niet gehad. Ik en mijn vriend zijn ons meteen gaan verdiepen in de aandoening van Justin.’ Jaarlijks worden in Nederland ongeveer veertig kinderen geboren zonder anus of met een verkeerd aangelegde anus. Een oorzaak van anusatresie (medische term: anorectale malformatie) is nog niet bekend. Tijdens de zwangerschap is niet te merken dat je kind deze aandoe ning heeft. Wel moet er snel ingegrepen worden als een kind geboren wordt zonder anus. Bij baby’s zoals Justin wordt binnen 24 uur een stoma aangelegd, een tijdelijke ingreep om zo de ontlasting op te vangen. Enkele weken later krijgt Justin een operatie in het UMC St Radboud waarbij zijn anus is gereconstrueerd. Kinderchirurg Ivo de Blaauw bij een patiëntje. Jaarlijks worden er 40 kinderen in Nederland met anusatresie
Het jongetje heeft na een operatie van anderhalf uur een anus. De zaal is er van onder de indruk
Revolutionaire operatie
Op zoek naar het rectum De operatie van Pe˘na wordt PSARP genoemd (Posteri eure Saggitale AnoRectale Plastiek). Die woensdagmid dag kunnen mensen in het Auditorium op een groot scherm zien hoe bij een jongetje van enkele maanden oud een anus wordt aangelegd. Op de OK is Levitt aan wezig om de operatie te verrichten. Voor de camera geeft hij tekst en uitleg, terwijl De Blaauw en de aanwezigen vanuit het Auditorium meekijken en vragen stellen. De baby ligt op zijn buik op de operatietafel. Levitt legt het gebied tussen de bilnaad en het geslachtsorgaan volledig open, en snijdt het onderhuidse spiercomplex precies doormidden. Hij gaat ‘op zoek’ naar het rectum (de endeldarm). Vervolgens haalt hij het rectum naar boven. Daarna legt hij de spierbundels en zenuwen er weer omheen. Om uiteindelijk de uitgang tussen de bil len te plaatsen en de bilnaad dicht te naaien. Het jonge
tje heeft na een operatie van zo’n anderhalf uur een anus. De zaal is ervan onder de indruk. De operaties bij anus atresie vragen om heel verfijnde chirurgie. De Blaauw: ‘Omdat je in het spiercomplex snijdt, moet je goed weten wat je doet. Je moet een grondige kennis van de anatomie hebben. Het anale kanaal, de darm, de spieren en zenuw weefsels die eromheen liggen, bouw je opnieuw op. Je moet voorkomen dat je spieren aantast waardoor het kind incontinent raakt. Het doel van de operatie is om een anus te reconstrueren die zo goed mogelijk functio neert. Het verbetert de kwaliteit van leven. Kinderen hoeven geen stoma en kunnen net als andere kinderen spelen en sporten.’
Vele gedaantes Belangrijk bij anusatresie is dat de juiste diagnose gesteld wordt. Dit wordt die woensdagochtend geïllu
De Amerikaanse kinderchirurg Marc Levitt verricht diagnostiek bij een baby met mogelijk een anusafwijking.
De operaties van Justin en twee andere kinderen met anus atresie waren live te volgen tijdens een internationaal symposium over deze zeldzame aangeboren aandoening. De bijeenkomst werd georganiseerd door kinderchirurg Ivo de Blaauw van het Radboud. Zo’n honderd kinderchirurgen en andere zorgprofessionals waren erbij aanwezig, afkom stig uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, delen van Oost-Europa en Afrika. Via digitale videoconferencing (zie kader) was er in het Auditorium live verbinding met het OK-complex. Het reconstrueren van de anussen werd gedaan door de Amerikaanse kinderchirurg Marc Levitt. Samen met Alberto Pe˘na behoort hij tot de wereldtop op dit gebied. De laatste maakte, in 1980, een revolutionaire stap in de chirurgie door als eerste het gebied tussen de bilnaad en het geslachtsorgaan open te snijden. ‘Daarvoor werd anusreconstructie gedaan via de buikwand, om zo bij de endeldarm te komen’, licht De Blaauw toe. ‘Het openleggen van het spiercomplex tussen de billen had voor Pe˘na nog niemand gedaan. Men durfde dat niet, omdat men bang was spieren te beschadigen waardoor kinderen incontinent zouden raken. Pe˘na deed dit, omdat je zo veel beter zicht krijgt op de anatomie. Pe˘na heeft inmiddels tweeduizend operaties verricht bij anusatresie.’
8
r a dbod e 3 - 2 0 0 8
van de anus
‘We bouwen virtuele bruggen’ Zo’n honderd kinderchirurgen en andere professionals konden in het Auditorium live operaties volgen die op de OK werden gedaan bij baby’s met anusatresie. Dit gebeurde via videoconferencing, een techniek om digitaal beeld en geluid te zenden van de ene naar de andere locatie. De operaties vonden plaats op OK-13, die standaard is uitgerust met camera’s en beeldschermen. ‘Deze apparatuur hebben we via een server aangesloten op het net, vervolgens is beeld en geluid verzonden naar het Auditorium’, zegt Jan Stroeken, projectleider Staf Info. ‘Men kon in het Auditorium meekijken met de operaties en vragen stellen aan de specialist op de OK. We bouwen zo virtuele bruggen tussen locaties. Je kunt niet met honderd man op een OK staan. Virtueel kan dat wel.’
ze problemen krijgen in hun seksuele ontwikkeling.’ Patiënten en ouders zijn vaak zoekende in de zorg, vult Schipper aan. ‘Afhankelijk van hun klachten hebben patiënten extra hulp nodig van bijvoorbeeld een fysio therapeut, gynaecoloog of psycholoog. Er moet meer coördinatie van zorg komen tussen de verschillende hulp verleners.’ Ook pleit ze ervoor dat er een goede overdracht van zorg is als de kinderen volwassen worden.
Ambities
geboren. 20 hiervan worden in het Radboud geopereerd. streerd aan de hand van een baby met mogelijk anus atresie. Ook dit konden de aanwezigen in het Auditorium op het videoscherm volgen. De baby is onder narcose. Het meisje heeft wel een anus maar die ligt erg dicht bij de vagina. ‘Is dit een normale anus?’, vraagt Levitt vanuit de OK aan de mensen in de zaal. Slechts één steekt zijn hand op. Die ene heeft het wel juist. ‘De anus is vol doende omringd door de sluitspier’, legt Levitt uit. ‘Deze spier zal genoeg controle hebben over de anus. Opereren vergroot juist het risico op incontinentie. Daarom moet je hier niet opereren. Een verkeerde diagnose had hier ernstige consequenties kunnen hebben.’ Anusatresie kent vele gedaantes. Het komt bijvoorbeeld voor dat de anus uitmondt in het geslachtsorgaan, met als gevolg dat de ontlasting wordt geloosd via de plasbuis of vagina. Of dat, in tegenstelling tot bij bovenstaande baby, de anus wél te ver van de sluitspier is verwijderd. De Blaauw: ‘De sluitspier heeft zo géén controle over de ontlasting. Soms wordt dit pas ontdekt tegen de tijd dat kinderen zindelijk zóuden moeten worden.’ De complexiteit van de operaties loopt ook uiteen, zegt De Blaauw. ‘Het wordt heel complex als bijvoorbeeld de endeldarm vergroeid is met de blaas en de vagina. Die moet je dan allemaal van elkaar scheiden. Voordat je begint aan de operatie, weet je nooit helemaal zeker wat je tegen gaat komen.’ Sinds enkele jaren worden bij anusatresie ook kijkope raties gedaan. Of een kijkoperatie óf een PSARP de minste risico’s op schade heeft, daar wordt door kinder chirurgen over gediscussieerd. Zo ook op de tweede dag van het symposium. ‘Een pasklaar antwoord is er niet. Het hangt af van de vorm van anusatresie welke operatie je doet. Er zijn gevallen waarin wij kiezen voor een kijk operatie, maar meestal passen we in het Radboud de PSARP toe’, aldus De Blaauw.
Foto's: Frank Muller
incontinentie- en obstipatieproblemen, en moeten dage lijks hun darmen spoelen. Dit heeft gevolgen op sociaal vlak, maar ook voor het functioneren in je werk. Veel heb ben er moeite mee om dit te bespreken. Er heerst toch een taboe om over je poep- en plasproblemen te praten.’ Daar naast komt anusatresie vaak voor met andere afwijkingen, bijvoorbeeld aan wervelkolom, hart, slokdarm en nieren. ‘Dit brengt natuurlijk extra zorgvragen met zich mee.’ Mike Offeringa, voorzitter van de patiëntenvereniging, heeft een zesjarige dochter met anusatresie. Ondanks een anusreconstructie moet ze dagelijks met klisma’s haar darmen spoelen. ‘Ze heeft daar vaak geen zin in’, vertelt hij. ‘Als ouder moet je dan een flinke strijd leveren. Een kind wil graag net als vriendjes normaal zijn. Sommige kinderen hebben extra verzorging nodig op school. Het komt voor dat ze worden gepest omdat ze stinken van wege incontinentieproblemen. Op latere leeftijd kunnen
‘Ondanks een operatie kan de patiënt incontinentie- en obstipatieproblemen hebben’, bevestigt De Blaauw. ‘De PSARP laat over het algemeen heel goede resultaten zien. Het is in ieder geval essentieel om patiënten te blijven volgen.’ In het Radboud worden patiënten en hun ouders begeleid door nurse practitioner Mariëtte van de Vorle. ‘Ik waarborg de continuïteit van zorg en breng de klach ten van de patiënt in kaart’, vertelt ze. ‘Een kind dat niet zindelijk wordt, kan hierin getraind worden. In het Rad boud wordt hierbij een multidisciplinair team, met onder andere een fysiotherapeut en psycholoog, ingezet.’ De operaties bij anusatresie vinden uitsluitend plaats in de academische centra in Nederland. Van de veertig patiënten worden er jaarlijks twintig door het Radboud geopereerd. ‘Dat wij relatief zoveel patiënten krijgen, is eigenlijk toeval’, zegt De Blaauw. ‘Maar we krijgen er zo wel veel ervaring mee.’ Hij zou graag de kennis en exper tise op gebied van anusatresie bundelen in een landelijk centrum. ‘Mogelijk kan dit vanuit Nijmegen gecoördi neerd worden. Het is belangrijk dat we in Nederland de chirurgie en de zorg voor patiënten met anusatresie op een hoger plan tillen. Hopelijk dragen de workshopdagen in het Auditorium daaraan bij.’
Positief denken Een week na de bijeenkomst in het Auditorium, maakt Justin het goed na de operatie. Zijn moeder is de hele week bij hem geweest en heeft ’s nachts bij hem op de kamer geslapen. Justin moet eerst genezen van de anus reconstructie; tot die tijd heeft de baby nog een stoma. ‘Hoe het straks met hem zal gaan, is een vraag voor de toekomst’, zegt zijn moeder. ‘Gaat zijn sluitspier goed werken? Wordt hij normaal zindelijk? Ik denk daar heel positief over. Ik ga hem erbij helpen dat hij straks goed kan poepen. Daar ben ik moeder voor. Dat Justin geboren is met deze aandoening, daar klaag ik niet over. Hij is het mooiste wat me ooit is overkomen.’ n
In het Auditorium is live een anusreconstructie te volgen die op het OK-complex werd verricht.
‘Aandoening houdt niet op’ Ook vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging zijn aanwezig in het Auditorium. Ze verzorgen een lezing over het leven met anusatresie en hun wensen in de zorg. ‘Na de operatie houden de problemen niet op’, zegt patiënt Muriël Schipper. ‘Veel patiënten kampen met blijvende
9
o n d e r z o e k
Twee miljoen euro voor ‘TomTom voor prostaatkanker’ Vorige maand kende KWF Kankerbestrijding de Nijmeegse radioloog prof dr. Jelle Barentsz en bio medisch MR-expert prof. dr. Arend Heerschap het prestigieuze Koningin Wilhelmina Onderzoeks programma toe. Deze onderzoekssubsidie ter waarde van 2 miljoen euro, de grootste persoonsgebonden subsidie in Nederland, maakt het mogelijk de komende zes jaar de in Nijmegen ontwikkelde revolutionaire MRI-technieken om prostaatkanker beter op te sporen en te karakteriseren, verder te ontwikkelen en in de kliniek toe te passen. M a rt e n D oop e r
Het Koningin Wilhelmina Onderzoeksprogramma mag dan een persoongebon den subsidie zijn, Jelle Barentsz haast zich om te benadrukken dat het bin nenhalen van deze prestigieuze beurs de verdienste is van vele mensen binnen het UMC, met name van het ‘prostaatteam’ van de afdeling Radiologie. ‘Mijn naam staat weliswaar met die van Arend Heerschap als medeaanvrager boven de aanvraag, maar de subsidie is in mijn ogen toegekend aan alle medewerkers van de afdelingen Radiologie, Urologie, Pathologie en Radiotherapie die de afgelopen jaren nauw hebben samengewerkt om nieuwe MR-technieken voor prostaatkanker te ontwikkelen en toe te passen. Waarbij ik nog speciaal prof. dr. Pieter de Mulder wil noemen, die er kort voor zijn overlijden nog voor heeft gezorgd dat wij van KWF Kankerbestrijding een maand extra de tijd kregen om onze projectaanvraag nog te verbeteren. Het Koningin Wilhelmina Onderzoeks programma stelt ons in om staat de komende jaren maar liefst zes promo vendi aan te stellen ons onderzoek voort te zetten.’
‘De beelden helpen de radiotherapeut of chirurg heel precies door de prostaat te navigeren’
Het centrale doel van dit onderzoek is het verbeteren van de diagnostiek en behandeling van prostaatkanker. Barentsz: ‘Prostaatkanker is met zo’n 8000 nieuwe gevallen per jaar in Nederland de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. De vergrijzing en de toegenomen aandacht voor prostaatkanker zullen dit getal waarschijnlijk de komende tijd nog doen stijgen. De diagnostiek van prostaatkanker is echter niet eenvoudig. Het is met de huidige methoden als het meten van de hoeveelheid Prostaat Specifiek Antigeen in het bloed, kortweg PSA, en echografie moeilijk onderscheid te maken tussen goedaardige prostaatvergrotingen en prostaatkanker. En is er sprake van prostaatkanker, dan is het moeilijk in te schatten of de tumor agressief is of niet. Niet voor niets luidt een bekende uitspraak dat veel meer mannen doodgaan mét prostaatkanker, dan áán prostaatkanker. Dat laatste overkomt overigens toch nog altijd ruim 2000 mannen per jaar in Nederland. Deze problemen bij de diagnostiek leiden ertoe dat bij veel mannen met een vermoeden op prostaatkanker weefselbiop ten genomen moeten worden om iets te kunnen zeggen over de aard van de prostaatvergroting. Maar ook die biopten geven niet altijd honderd procent betrouwbare informatie. Het is namelijk moeilijk onder echogeleiding de afwij kende plek in de prostaat precies aan te prikken. Tenslotte is het moeilijk om nauwkeurig vast te stellen of een prostaattumor al door het kapsel van de pros taat heen is gegroeid en of er al uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten. Wij zijn daarom de afgelopen jaren op zoek gegaan naar technieken die om te beginnen
Op de foto van links naar rechts: dr. Jurgen Futterer, prof.dr. Arend Heerschap, drs. Thomas Hambrock, prof.dr. Jelle Barentsz. Op de voorgrond dr.ir. Tom Scheenen. Foto: Flip Franssen
10
r a dbod e 3 - 2 0 0 8
UMC op de European Career Fair
op een betrouwbare en patiëntvriendelijke manier goed onderscheid maken tussen goedaardige prostaatvergro tingen en prostaatkanker en die in het geval van prostaat kanker de plaats en omvang van de tumor precies aangeven èn iets zeggen over de mate van agressiviteit van de tumor. Ook hebben we gezocht naar een manier om uitzaaiingen goed en patiëntvriendelijk op te sporen.’
TomTom En wanneer twee hoogleraren in de radiologie op zoek gaan naar dergelijke technieken is het niet vreemd dat zij uitkomen bij geavanceerde beeldvorming in de vorm van MRI. ‘We beschikken tegenwoordig over MRI apparatuur waarmee we zeer nauwkeurige anatomische plaatjes kunnen maken. Daarmee kunnen we om te beginnen zien of, en zo ja waar precies, zich afwijkend weefsel in de prostaat bevindt. Daar bij wordt het in toenemende mate mogelijk de MRI-beelden met behulp van een computerprogramma automatisch op verdachte plekken te screenen. Dergelijke computer aided diagnosis maakt aanmerkelijk snellere diagnostiek mogelijk. Speciale MRI-technieken maken het echter ook mogelijk iets te zeggen over de mate van agressiviteit van de gevonden afwijkingen. Meten van de mate van de doorbloeding van het weefsel, meten van de hoeveelheid vrij weefselvocht en de verhouding van bepaalde stofwisselingsproducten, geven ons inzicht in de snelheid van de celgroei en dus van de agressiviteit van het weefsel. Tenslotte hebben we de afge lopen jaren in Nijmegen een revolutionaire methode ontwik keld die uitzaaiingen van de tumor kan opsporen in zelfs de kleinste lymfeklieren, klieren van slechts 3 mm doorsnee, in het bekken. Hiervoor brengen we via aders in de arm van de patiënt een contrastmiddel bestaande uit zeer kleine ijzer deeltjes in. Deze ijzerdeeltjes worden opgenomen door macrofagen, die vervolgens in de lymfeklieren ophopen. Lymfeklieren waarin zich uitzaaiingen bevinden kunnen niet helemaal gevuld raken met macrofagen. Op het MRI-beeld kleuren de met ijzer geladen macrofagen, en dus gezond lymfklierweefsel, zwart. Een witte vlek in de lymfeklier duidt op een uitzaaiing. Gebruikmakend van bovenstaande MRItechnieken kunnen we nu zeer nauwkeurig na gaan of er zich een tumor in de prostaat bevindt, waar die zich precies bevindt en hoe uitgebreid die is, hoe agressief het weefsel is en of er al uitzaaiingen zijn. Die informatie maakt het moge lijk beter onderbouwde beslissingen te nemen ten aanzien van de behandeling. Bij goedaardige vergrotingen of nietagressieve tumoren is wachten en in de gaten houden een goede mogelijkheid. Als er bestraald moet worden, is de bestraling nauwkeuriger te richten. Als er geopereerd wordt, weet de chirurg door de nauwkeurige beelden beter waar de tumor zit en of die dicht tegen kwetsbare zenuwen ligt. Met behulp van de MR-beelden is het straks mogelijk prostaatspa rend te opereren. Dus net zoals bij borstkanker al gebeurt alleen zeer nauwkeurig de tumor verwijderen, terwijl het gezonde weefsel met rust wordt gelaten. Ik vergelijk de MRbeelden van de prostaat daarom wel met de TomTom. De beelden helpen de radiotherapeut of chirurg heel precies door de prostaat te navigeren. Navigatie, die met de oprukkende robotchirurgie nog belangrijk wordt.’ De bovenbeschreven technieken zijn de afgelopen jaren door nauwe samenwerking van de afdelingen Radiologie, Urologie, Pathologie en Radiotherapie tot stand gekomen. Barentsz: ‘Met de huidige subsidie gaan we deze technie ken verder ontwikkelen, met name door ze nu op grote schaal in de kliniek toe te passen. Dat moet inzicht geven in hoeverre de opsporing, de diagnostiek en de behandeling van prostaatkanker verbeteren bij het grootschalig inzetten van deze MRI-technieken. Ik verwacht dat het massaal inzetten van de MRI-technieken uiteindelijk niet alleen de individuele patiënt ten goede zal komen, maar ook de totale zorgkosten voor prostaatkanker zullen verminderen. Doordat er minder diagnostische en therapeutische hande lingen plaatsvinden, waarvan we nu pas achteraf kunnen zien dat ze niet nodig en/of zinvol waren.’ n Voor meer informatie zie: http://rdwww.extern.umcn.nl/ index.php/Main_Page
Enkele duizenden studenten, PhD’s, postdocs en senior researchers verkenden begin februari hun mogelijkheden op de European Career Fair in het Massachusetts Insti tute of Technology in Boston. Voor de eerste keer pre senteerde het UMC zich op deze beurs. Maret Kloek en Jan de Koning zijn enthousiast over het experiment. De Koning: ‘Wij hebben het UMC en de Nijmeegse onder zoeksinstituten zoals het NCMLS en het NCEBP op de kaart gezet. Bezoekers waren erg te spreken over de manier waarop wij in Nijmegen het onderzoek aanpak ken. Vooral de combinatie klinisch – fundamenteel en de multidisciplinaire samenwerking spraken erg aan. In Amerika kennen ze dat niet zo.’ ‘We hebben 28 kandida ten via e-mail uitgenodigd voor een korte kennismaking op onze stand. Verder selecteerden wij van de honderd bezoekers, die wij kregen er vijftien voor een uitgebreider interview in de dagen ná de beurs,’ vertelt Maret Kloek. ‘De komende weken zullen wij de CV’s met onze indruk ken van de kandidaten die we hebben gesproken naar de relevante onderzoeksleiders sturen met het verzoek om hun wetenschappelijk inhoudelijke mening. Vervol gens gaan we aan de slag om de match daadwerkelijk te realiseren. Zeker is dat in de toekomst de werving voor
hooggekwalificeerd wetenschappelijk personeel steeds meer op wereldwijde schaal zal plaatsvinden. In Boston hebben wij de eerste stap op deze internationale arbeids markt gezet.’ ND
Sheila Leatherman gasthoogleraar bij Kwaliteit van Zorg Vanaf 1 januari 2008 is Sheila Leatherman aangesteld als gasthoogleraar bij de afdeling Kwaliteit van Zorg. Ze is hoogleraar aan de universiteit van North Carolina, USA en gasthoogleraar aan de London School of Economics. Ze is is een autoriteit op het gebied van Health Service Research. Haar onderzoek richt zich op internationale (politieke) analyses op het terrein van kwaliteit van zorg, hervormingen van zorgstelsels en het ontwikkelen van methoden om het functioneren van zorgstelsel te evalueren. Professor Leatherman is lid van de Amerikaanse Academy of Science, van de Amerikaanse Academy of Social Insurance en ze is Honorary Fellow van de Royal College of Physicians in het Verenigd Koninkrijk. Ze heeft publicaties in toptijd schriften, zoals JAMA, Lancet, Health Affairs en Medical Care op haar naam staan en ze is auteur van 5 boeken. In 2007, ontving ze de Honour of Commander of the British Empire (CBE) uit handen van Koningin Elizabeth voor haar werk voor de National Health Service in Engeland. Naast haar wetenschappelijke werk is Leatherman ook
betrokken bij ontwikkelingswerk. Ze is onder meer als onderzoeksadviseur betrokken bij een project, gefinan cierd door de Bill & Belinda Gates Foundation, om inno vaties te ontwikkelen en te testen om de toegang tot de gezondheidszorg te verbeteren door middel van microkredieten in India, West Afrika, Bolivia en de Filippijnen. Haar betrokkenheid bij humanitaire hulp in ontwikke lingslanden gaat nog verder. Ze werkt als vrijwilliger in oorlogsgebieden, in gebieden waar natuurrampen heb ben plaatsgevonden en in vluchtelingenkampen. In het Radboud zal ze haar kennis en ervaringen op het onderzoeksterrein van kwaliteit van zorg delen met de medewerkers van de afdeling middels lezingen, work shops en individuele coachingsgesprekken. Middels het netwerk van Leatherman krijgen onderzoekers van de afdeling Kwaliteit van Zorg toegang tot toponderzoekers op hun terrein. Ook zal ze de onderzoekers bijstaan bij het schrijven van publicaties die geschikt zijn voor hoog waardige publicaties, bijvoorbeeld op basis van interna tionaal vergelijkende datasets. In april en september van dit jaar zal ze in Nijmegen zijn. n
prijzen en benoemingen Mirjam Tromp en Daan Weerheijm Nurse Practitioner Infectieziekten Mirjam Tromp en 3e jaars geneeskundestudent Daan Weerheijm heb ben op donderdag 14 februari tijdens de Neder landse Intensivistendagen 2008 respectievelijk de eerste en derde prijs gewonnen. Mirjam Tromp hield een posterpresentatie over het vroegtijdig herken nen en de verbeterde logistiek voor patiënten met sepsis op de Spoedeisende Hulp. Daan Weerheijm hield een mondelinge presentatie over het bescher mende effect van obesitas op de mortaliteit bij ICpatiënten.
• Promotie drs. F.A. van de Laar, donderdag 6 maart om 13.30 uur. Titel: Diet and alpha-gluco sidase inhibition in the early treatment of type 2 diabetes mellitus. • Promotie drs. E.H.J.M. Kemna, vrijdag 7 maart om 13.30 uur. Titel: Hepcidin: analysis, regulation and clinical perspectives. • Oratie mw. prof.dr. W.T.A. van der Graaf, hoogle raar Translationele Medische Oncologie, vrijdag 7 maart om 15.45 uur. Titel rede: Oneindige paden. * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie mw. drs. Y.E. Noordman, donderdag 21 februari om 10.30 uur. Titel: Protein tyrosine phosphatase PTPRR isoforms: Modulators of neuronal growth factor signaling.
11
Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’.
Begijnenhof 15 Molenhoek € 438.000,- k.k.
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN
Goed onderhouden, prachtig afgewerkt uitgebouwd geschakeld woonhuis, ca. 600m3 (de woning zit voor een klein gedeelte aan de buurwoning vast) met mogelijkheden voor kantoor aan huis op een kavel van 290 m2. Het pand is gelegen nabij het bos, winkelcentrum en diverse uitvalswegen. Aan de achterzijde ligt de woning aan een plantsoen/ groenstrook. Ind: Bg: Entree met toilet, meterkast, garderobe, trap naar boven en werkkamer (deze is ook via buiten bereikbaar) en vv een vliering. Ruime woonkamer met openhaard, trapkast en grote, luxe aangebouwde serre. Deze serre is vv vloerverwarming, elektr zonnescherm en is geplaatst in 2001. Midd grote opensl deuren verschaft de serre toegang tot de tuin. Luxe uitgevoerde Siematic keuken met veel inbouwapp. De keuken kan gesplitst worden in 2 delen dmv glazen schuifdeuren. In het achterste gedeelte zit de witgoedaansl netjes weggewerkt in fraaie kasten. De keuken is vv elektr vloerverwarming en 6 elektr Velux dakramen, met elektr screens en vouwgordijnen. 1e verd: Overloop met trap en 3 slaapkamers, badkamer met 2 wastafels, douche en toilet. 2e verd: Grote zolderverdieping met op de overloop vaste kasten en een berging met de c.v. install (merk: Bosch van begin 2007) en de mech ventilatie. Een slaapkamer met aan beide zijde een dakkapel, ingebouwde kasten en toegang tot de badkamer met wastafel, douche en toilet.
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Engels bij het UTN: last seats available!
Voor meer info zie www.hestia.nl of 024-3570490
Doet u mee? Komende week starten onze nieuwe cursusgroepen Engels:
Vogelenzang 6 MALDEN € 995.000,- k.k.
Een royaal onder architectuur gebouwde, vrijstaande villa op één van de mooiste locaties van Malden gelegen, op fietsafstand van Universiteit en ziekenhuizen. De tuin grenst aan het bos en biedt u een zee aan privacy. In de tuin aan de oostzijde van de woning is een mooi zwembad gesitueerd, met eigen kleedruimte en douche. Aan de zuidzijde bevindt zich een groot terras. Het pand is zeer aantrekkelijk voor gezinsbewoning, maar ook voor vrije beroepen aan huis. Op de begane grond zijn namelijk twee extra werkkamers. Verder is het huis zeer comfortabel, zeker door de grote hoeveelheid aan kamers en het souterrain met een prachtige hobbyruimte. Naast de woning is een verlengde garage gelegen, geschikt voor 2 auto’s. Dit pand is absoluut de moeite waard om van binnen te bekijken. Ind: Souterrain: Zeer grote hobbyruimte cq wijnkelder. Bg: Entree, hal, werkkamer, 2e werkkamer, toilet, ruime woonkeuken vv div inbouwapparatuur. De woonkeuken verschaft toegang tot de royale bijkeuken. Zeer royale woonkamer met niveauverschil en aparte eethoek is vv een leistenen vloer en open haard. Bovendien is er op de begane grond een ruime slaapkamer met kastenwand en badkamer vv ligbad, twee wastafels, toilet, bidet en doorloopkasten. 1e verd: Ruime lichte overloop met kastenwand en zolderruimte, douche en toilet. Vier slaapkamers waarvan drie met kastenwand met ingebouwde wastafel. Eén grotere slaapkamer met balkon.
• • •
• • •
Engels voor beginners en halfgevorderden Opfriscursus Engels Cambridge-cursussen: First Certificate in English (FCE) Certificate in Advanced English (CAE) Certificate of Proficiency in English (CPE) English at Work (Engels voor ondersteunend personeel) English for IELTS (fast-track English course) English Writing for Students
Liever een andere vreemde taal? Er zijn nog plaatsen vrij in de volgende cursussen: Chinees - Duits Frans - Italiaans - Portugees - Spaans - Russisch - Turks. Medewerkers van het UMC St Radboud en studenten van de RU krijgen een aantrekkelijke korting.
Voor meer info zie www.hestia.nl of 024-3570490
12
r o nderwijs a dbod e 3 - 2 0 0 8
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Jannemarie de Ridder liep van september tot en met november 2007 voor haar studie Geneeskunde stage in Tanzania.
Op de tong gebeten…?
Arts-assistenten tevreden over supervisie Arts-assistenten zijn over het algemeen heel tevreden over de kwaliteit van supervisie en over de bereikbaarheid van hun supervisors. Dit blijkt uit een enquête onder 128 arts-assistenten van het UMC St Radboud. Bijna iedere arts-assistent heeft ook weleens slechte supervisie gehad. Dit hangt vooral samen met de persoon die ze begeleidt. ‘De uitslag is een pleidooi om meer feedback te geven aan onze supervisors.’
Gijs Munnichs
Tijdens mijn laatste maand in Sumve heb ik grotendeels gewerkt op de ‘polikliniek’ voor kinderen onder de vijf jaar. Wat ik daar voornamelijk zag was natuurlijk Malaria, maar zo af en toe kwam er toch een patiëntje met een andere klacht op de bank voor mij zitten. Zo ook deze ochtend. De moeder nam het kind op schoot en ging voor mij zitten. Na de gebruikelijke (langdurige) begroetingen vroeg ik haar wat het probleem was van haar telg. Ik verwachtte zo half en half dat ze mij zou gaan vertellen dat het kind koorts had, maar nee. Zij overgoot mij met een stortvloed aan Swahili. Oh help… mijn Swahili is absoluut verbeterd de afgelopen maanden, maar dit oversteeg mijn kunnen dusdanig, dat ik opstond om een tolk te gaan zoeken. Op dat moment zei ze dat ik moest kijken naar haar kind. Het meisje opende haar mond en ik zag een soort van gespleten tong als van een slang. Wat is dit? Aangezien ik toch al op weg was om iemand erbij te gaan halen, liep ik samen met de moeder naar de ‘volwassen-poli’. Daar aangekomen vond ik gelukkig een Medical Officer (arts met een geneeskunde opleiding) die het kind meenam en verder behandelde. Na mijn dienst op de poli, ging ik kijken op de kinderafdeling, hoe het ging met het patiëntje met de slangentong. In de status stond dat het kind was gevallen en op haar tong had gebeten…. Wat ik me meteen afvroeg was, hoe kun je nu zo op je tong bijten dat hij in de lengte splijt? Dat vroeg ik dus de volgende dag aan de Medical Officer. Hij vertelde mij dat hij het verhaal van de moeder ook niet geloofde en vertelde mij over Traditional Medicine. In Tanzania is het heel gewoon dat mensen eerst naar een Traditional Healer (medicijnman) gaan, voordat zij naar een ‘Westers’ ziekenhuis komen. Dat wist ik wel, maar wat heeft die gespleten tong er nu mee te maken? Hij vertelde dat sommige Tanzanianen, en vooral degenen die op het platteland wonen, geloven dat als je iets levends van een kind of vrouw afneemt je allerlei krachten krijgt. Wil je slim, sterk of gezond worden? Snijd dan ‘gewoon’ een stukje van een tong, oor of baarmoeder af en je krijgt wat je wilt! Ik was compleet geschokt. Wat is dit voor een gek land? Traditional medicine in de zin van kruiden en poeders et cetera, dat begrijp ik nog wel, daar geloven (sommige) mensen in Nederland ook in, gezien alle alternatieve praktijken die als paddenstoelen uit de grond schieten. Maar dit gaat veel en veel te ver! Gelukkig komt deze extreme vorm van Traditional medicine niet zo vaak voor, maar elke case is er één teveel. Het meisje maakt het lichamelijk gelukkig goed en na een paar dagen kon zij weer redelijk praten. En zo werd een dag die begon als alle andere toch nog…. anders!
Om twee redenen is goede supervisie van arts-assistenten belangrijk. ‘Enerzijds is het van belang om de kwaliteit van patiëntenzorg te waarborgen. Anderzijds moeten artsassistenten in het kader van hun opleiding goede feed back krijgen over hun functioneren’, aldus Kitty Slieker, bestuurslid van de Arts Assistenten Vereniging Radboud (AAVR). De AAVR stuurde naar zo’n vierhonderd artsen in opleiding tot specialist (AIOS) en artsen niet in opleiding tot specialist (ANIOS) een vragenlijst om de supervisie te meten. 128 arts-assistenten reageerden, ongeveer een derde van het totale aantal in het Radboud. 107 van de 128 arts-assistenten (84 procent) vinden de begeleiding door hun supervisor goed of uitstekend. Eén kandidaat noemde de supervisie matig, maar niet één beoordeelde die als slecht. Hoewel het algemene oordeel goed is, geven 110 van de 128 respondenten aan af en toe slechte supervisie te krijgen en 6 zelfs regelmatig. Opvallend is dat in 81 procent van de gevallen dit afhan kelijk is van de supervisor. Het hangt in veel mindere mate af van de taak (bijvoorbeeld afdeling, dienst, poli, OK) of iemand slecht begeleid wordt. 120 van de 128 arts-assistenten vinden hun supervisors
goed toegankelijk. Bij 125 assistenten komt het zelden of nooit voor dat ze weleens beslissingen nemen waarbij ze zich onvoldoende gesteund voelen door hun supervi sor. Ook is gevraagd of assistenten ervaren dat ze pro blemen met hun supervisor kunnen melden. 103 zeiden ja hierop; 78 assistenten hebben dit wel eens gedaan. De vragenlijst bood ook ruimte voor extra opmerkingen. Slieker: ‘Hieruit blijkt dat problemen niet overal veilig gemeld kunnen worden. Sommige arts-assistenten voe len zich niet op hun gemak en hebben het gevoel dat supervisors niet openstaan voor kritiek.’
Individueel beoordelen Vorig jaar is het initiatief genomen voor de enquête. Aanleiding was een uitzending van Zembla over de slechte supervisie van arts-assistenten. De Ziekenhuis Opleidingscommissie (ZOC) gaf de AAVR de opdracht om in kaart te brengen hoe de supervisie in het UMC St Radboud is. ‘De vragenlijst was vooral bedoeld als alge mene inventarisering van de begeleiding van onze artsassistenten’, zegt Slieker. ‘Het aantal respondenten per specialisme is veelal te klein om op het niveau van spe cialisme conclusies te verbinden aan de resultaten.’ Volgens Slieker vormt de uitslag een pleidooi om super visors individueel te beoordelen op hun kwaliteiten als begeleider. ‘Omdat veel arts-assistenten wel eens géén goede supervisie krijgen en dat vaak aan de persoon ligt die hen begeleidt, is het goed om supervisors feedback te geven. Binnen sommige specialismen in het Radboud wordt dit al gedaan. Het zou goed zijn als dit overal gebeurt. Vanuit de afdeling Kwaliteit van Zorg is men bezig om een UMC-breed instrument hiervoor te ontwik kelen.’ n
107 van de 128 arts-assistenten vinden de begeleiding door hun supervisor goed of uitstekend.
Foto: Flip Franssen
Bijeenkomst voor promovendi Op 27 februari vindt er voor de circa 800 promovendi in het UMC St Radboud een bijeenkomst plaats. ‘Wij willen inventariseren of het wenselijk en mogelijk is om een UMCN-promovendi-orgaan op te richten,’ vertelt artsonderzoeker Urologie Alexander Stillebroer. ‘Tijdens de bijeenkomst willen we knelpunten en ideeën bespreken en vervolgens een plan voorleggen aan de UMC-raad.’ Volgens de voorbereidende werkgroep is de vertegen woordiging van promovendi nu niet goed geregeld. ‘ Het Radboud is afgevaardigd in het lokaal Promovendi Over leg Nijmegen (PON), maar tot op heden zijn dit enkel promovendi van het NCEBP en de gekozen vertegenwoor diger binnen de UMC-raad. Er zijn in het Radboud echter veel meer promovendi werkzaam, binnen het NCMLS,
13
Tandheelkunde en andere klinische afdelingen.’ Nu het Radboud zes onderzoeksinstituten gaat vormen, lijkt het de werkgroep een ideaal moment om de vertegenwoor diging beter te regelen. ‘Eigenlijk zou ieder instituut een eigen promovendi-overlegorgaan moeten hebben, met afgevaardigden in een UMC-breed orgaan, dat banden onderhoudt met de UMC-raad en een vertegenwoordiger afvaardigt naar het PON. Op deze wijze komen knelpunten sneller boven en kan er – zonodig – meteen centraal op worden ingesprongen. Bovendien biedt deze structuur ook de mogelijkheid tot netwerken.’ Alle belangstellende promovendi worden uitgenodigd de bijeenkomst bij te wonen: 27 februari 16.30 – 17.15 uur, vergaderruimte A-gebouw , kamer 279, route 634 JM
r a dbod e 3 - 2 0 0 8
mensen
ingezonden
Bernard Aalbers
Jella Broeren
Op 28 februari neemt Bernard Aalbers na een dienstverband van 41 jaar afscheid van het UMC St Radboud. Bernard trad op 16 maart 1967 in dienst als administratief medewerker. In de lange carrière die volgde werkte hij zich op tot chef van de afdeling “subcalculatie en budgetten”, hoofd Bedrijfsbureau Financiële Admi nistratie, hoofd Controlling en hoofd Financieel Eco nomisch Beleid. Hiermee was hij de grondlegger van de huidige afdeling Financieel Economisch Beleid & Control, waar hij de afgelopen 8 jaren werkzaam was als Senior Financial Controller. In die hoedanigheid heeft hij zich ontwikkeld tot expert op het gebied van externe financiering en heeft hij een belangrijke bij drage geleverd aan de jaarlijkse onderhandelingen met zorgverzekeraars. Ook zette hij zijn financiële deskundigheid in als penningmeester van het Klinisch Genetisch Centrum Nijmegen en de Stichting Endocri nologisch Research Centrum. Ter gelegenheid van zijn afscheid wordt hem een receptie aangeboden op donderdag 28 februari van 16.30 - 18.30 uur in Huize Heyendaal. Gerard Baars, waarnemend hoofd Financieel Econo misch Beleid & Control Arnoud Weermeijer, directeur Staf Financieel Econo mische Zaken
Koos Coenen Na de HBO-V startte Koos als ver pleegkundige in de kinderkliniek. Een keuze die kennelijk de juiste was want 18 december 2007 heeft zij haar 25- jarige jubileum gevierd. We kennen Koos als een deskun dige verpleegkundige die een goede zorg voor patiënten en ouders voorop stelt. Op kaartjes en bedankjes van ouders staat zij vaak met naam genoemd. Koos is een harde werkster en een prettige collega. Ze is erg col legiaal en door haar gevoel van humor levert zij een positieve bijdrage in het team. Daarnaast siert het haar dat ze erg flexibel is en altijd bereid is haar werktijden aan te passen. Koos heeft met name aan de kwaliteit van de zuigelingenzorg van het specia lisme Cardiologie en Thorax/Hartvaat chirurgie een belangrijke bijdrage geleverd. We willen Koos bedan ken voor haar inzet, collegialiteit en positieve inbreng op de afdeling. Koos heeft haar jubileum gevierd met haar collega’s. Namens alle collega’s van afdeling Q3Vuurtoren
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeels blad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Pieter Lomans, Marlies Mielekamp, Daan Van Speybroeck E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 361 35 38 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. Aemiel Kerckhoffs, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat, Patrick Voskuilen Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, (023) 571 47 45, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen (024) 361 54 42. Verschijnings data zie intranet, button Radbode
Complimenten voor afdeling A10
Op 1 maart aanstaande is het 40 jaar geleden dat Jella Broeren, medewerkster Logistiek binnen de afdeling Textielservice van het Facilitair Bedrijf, in dienst trad bij het UMC St Radboud. Al jaren vervult Jella haar functie met grote inzet, deskundigheid en enthousi asme. Ze staat te boek als een zeer betrokken collega. Wij bedanken Jella voor haar inzet gedurende deze jaren en hopen, ook voor de toekomst, op een fijne samenwerking. Op haar verzoek zal dit jubileum in kleine kring worden gevierd. J. Rutten v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
We mogen best wel eens vaker complimenten geven aan het verplegend personeel, mensen uit de keuken, artsen en andere hulpverleners. Op 24 december werd mijn vrouw van Dekkerswald overgebracht naar de afdeling A10 van het Radboud. Bij deze wil ik ál het personeel van die afdeling bedanken voor hun geweldige ontvangst, inzet en liefde. Niets was hen teveel, altijd een vriendelijk woord. Als mijn vrouw verdriet had, kwamen ze ‘gewoon’ praten. Even de tijd nemen, even naast mijn vrouw plaats nemen. Even… moed inspreken, even begrip tonen, wat juist zo belangrijk is. In de krant staat dan… de Radboud staat op plaats nummer 3. Jullie staan voor ons op de éérste plaats. Bedankt voor alles. Huub en Toos Festen
Joyce de Bruin Op 1 maart gaat Joyce de Bruin met FPU. Zij heeft dan bijna 25 jaar gewerkt als telefoniste. Joyce is een collega die zich sterk maakt voor anderen. Als het wat minder met je gaat ‘slaat zij haar armen om je heen’. Menig collega zal haar hierom gaan missen. Ze doet haar werk altijd met veel enthousiasme en plezier en houdt ons als lei ding scherp. Deze ‘anonieme telefoniste’ is een kei in haar werk en een super collega. Haar stem en correcte behandeling zal menig collega in het zie kenhuis herkennen. Joyce gaat in haar rol van oma genieten van haar welverdiende vrije tijd. Wij wensen haar en haar familie veel geluk en gezondheid toe. Op zondag 9 maart zal Joyce in gesloten kring ‘gedag’ gaan zeggen. Leiding Hotelservice Lucia Kilkens afdelingshoofd
Joke Willems Eind 2007 is Joke na bijna 25 jaar met FPU gegaan. Ze is haar loopbaan begonnen op afde ling B11. In 1996 is ze, na een reorganisatie, op afdeling B31 gaan werken. In 2005 is de kinderkliniek verhuisd van het B-gebouw naar Q, waar Joke tot haar FPU op Q2 Strand heeft gewerkt. Joke heeft altijd met héél véél plezier gewerkt in de kinderkliniek. Tot haar laatste werkdag zorgde ze met liefde voor kind en ouders en had ze altijd een luisterend oor voor haar collega’s. Verder besteedde ze veel aandacht aan de studenten die zij begeleidde. Ze heeft er voor gekozen haar afscheid met haar collega’s in besloten kring te vieren. Wij wensen haar gezonde en fijne jaren toe! Willy Boezen, hoofdverpleegkundige afdeling Q2 Strand
Betrokkenheid Een tsunami van droefenis golfde over ons heen toen Stien Geurts opgenomen werd in het Radboud met een acute ernstige aandoening. We leefden tussen hoop en vrees. Nu terugkijkend bewonder ik de artsen en verpleegkundigen die mijn zus verzorgden. Met name op de afdeling Medium Care begrepen medewerkers dat niet alleen naar de patiënt, maar ook naar de familie betrokkenheid moet uitgaan. Engeltjes waren het en dat geldt niet alleen voor de dames in het corps, ook de mannen vingen ons fantastisch op. We voelden ons beschermd en omringd door liefde in het Radboud. Dank u wel, u allen, verpleegkundigen en artsen! Wim Geurts
kleine boodschap Gratis, niet commerciële, advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www. umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) student nummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Gevraagd:
Aangeboden:
Op Vrijdag 25/1/08 een zwarte Ford Fiesta NR-BF-32 beschadigd op P1! Iets gezien? Graag melden bij de beveiliging alstublieft! Wie wil er (weer) gaan turnen? Trainen woensdagavond van 20.30-21.30, in Nij megen. Niveau is onbelangrijk. Klein clubje. Charlotte T(024) 677 73 25. Huishoudelijke hulp voor 3 uur per week, op dinsdag-, woensdag- of donderdagoch tend, centrum Nijmegen.T 06-47 66 89 81 (na 19.00 uur). De volleybalsectie van de personeelsver eniging zoekt op de donderdagavond nog enthousiaste volleyballers. Inlichtingen:
[email protected]. Zit/slaapkamer voor erudiete vrouw (65 jaar) wegens persoonlijke omstandighe den (voor tijdelijk) met gebruik van bad kamer/keuken’.T (024) 322 19 07.
Vrijstaand vakantiehuis, 4 personen. in de Ardèche (Frankrijk) voor natuurliefheb bers, sportievelingen, rustzoekers. Huur: e 375, - tot e 525, - per week. www.lace risaie.nl, T(024) 622 13 04. Zelfstandige woonruimte, 50m2 voor 1 werkend persoon. Op loopafstand van het Radboud, e 700, -. T (024) 356 33 11. Gevonden: gouden armband met twee bedeltjes op de personeelsparkeerplaats. Bernadette van Rossum,T 06-30 95 07 62. Mooie lijst voor schilderij, afmetingen 62 centimeter bij 52 centimeter binnenmaats. Voor zowel klassiek als modern. Voor e 20,-. T(024) 397 65 86. Te huur twee kamers in Nijmegen-Oost voor werkende vrouw. Gezamenlijk gebruik van overige ruimten, e 515, - per maand. T 06-18 28 44 93.
Speciale behandeling
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `ÛiÃ
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
14
Ùw huis onze Hoofdzaak
op i n i e r a dbod e 3 - 2 0 0 8
Concurrentie in de zorg Marktwerking in de gezondheidszorg is een feit en zal in de komende jaren alleen maar toenemen. Deze maatschappelijke ontwikkeling gaat ook niet onopgemerkt aan de academische ziekenhuizen voorbij. Afdelingen zullen hun strategie moeten aanpassen om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden. Binnen Oogheelkunde hebben wij daar onze gedachten over laten gaan. Het lijkt ons het onderzoeken waard om een deel van de basis specialistische zorg buiten de muren van het UMC St Radboud te laten verrichten, in een samenwerkingsverband met omringende zorginstellingen binnen één organisatie.
het betoog De Zorgverzekeringswet van 2006 heeft tot doel de marktwerking in de zorg te stimuleren. Gereguleerde concurrentie zal moeten leiden tot meer kwaliteit, meer doelmatigheid en een betere kostenbeheersing. De rol van de zorgverzekeraar is belangrijker geworden nu zij niet alleen verzekeren, maar ook zorg inkopen. Hierbij dienen zij niet alleen te letten op de prijs, maar ook op de kwaliteit van de geleverde zorg. Intussen bedienen ZBC’s (Zelfstandig Behandel Centrum) een toenemend deel van de markt. Vaak gaat het (nog) om specifieke, relatief laagdrempelige zorg. In een ZBC worden dezelfde ingrepen gedaan als in ziekenhuizen, maar door een meer doelgerichte aanpak kunnen meer mensen sneller gehol pen worden. De concurrentie op basis van prijs en kwa liteit neemt toe. Ook in het UMC St Radboud is het belang van een gezonde economische bedrijfsvoering in combi natie met klantgerichtheid duidelijk uitgesproken.
is tijdrovend en omvat vaak complexe chirurgie. Zoals het er nu naar uitziet wordt dit type oogheelkundige zorg in de DBC-structuur ook in de komende jaren slecht beloond en zal om deze reden waarschijnlijk niet kosten dekkend zijn. In het westen van het land zijn al enkele grote oogheelkundige ZBC’s opgericht die in toene mende mate de basisspecialistische zorg naar zich toe trekken. Deze ontwikkeling zal ook in onze regio plaats gaan vinden. De topklinische functie binnen onze afde ling staat onder druk. De tendens tot centralisatie van de perifere centra gaat gepaard met een subspecialise ring van de oogheelkundig specialisten en een toename van het aantal complexe behandelingen in deze klinie ken. Het afstoten van een deel van onze topreferente zorg is geen optie, gezien de belangrijke rol die deze zorg in ons moleculair-genetische en neurophthalmologische onderzoekslijnen speelt. Het blijft dus essentieel om een voortrekkersrol te blijven vervullen op het gebied van topklinische patiëntenzorg. Zo bezien zijn er argumenten om de basis van onze afde ling te verbreden en het aandeel aan tweedelijns zorg uit te breiden. Op deze wijze kan de relatief kostbare top klinische oogheelkundige zorg enigszins worden gecom penseerd en wordt tegelijkertijd de opleidingsfunctie gewaarborgd. Een afdeling met een brede basis die evenwichtiger stoelt op zowel de tweedelijns- als derde lijnszorg kan gemakkelijker inspelen op de verandering in de zorgsector. Uitbreiding van de capaciteit is met de huidige behuizing en personele bezetting echter niet eenvoudig te realiseren. Daarnaast zal het contact met
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536.
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel Een adreswijziging via de mail mag niet meer! Door de Belastingdienst is o.a. bepaald dat de adres wijziging ondertekend moet zijn. Een formulier adreswijziging vindt u op PIP on line.
Salaris De uitbetaling van het salaris is op 26 februari.
PIP tip Voor medewerkers van 45 jaar en ouder staat op PIP on line informatie over de leeftijdsdagen 2008 in relatie tot de CAO ontwikkelingen.
Vacatures Een print van de vacatureladder met de nieuwste vacatures hangt op het prikbord van PIP.
Vacaturetip Voor een ervaren secretaresse die goed kan coördineren: 08357 Hoofd secretariaat PAOG : werken bij het UMC ➔ vacatures
F LE X Ben je student en op zoek naar een afwisselende bijbaan? Neem contact op met FLEX, het intern uitzendbureau. Voor meer uitleg over inzet in diverse functies: bel of mail ons. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk. T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Dr. Carel Hoyng (links) en dr. Jeroen Klevering: ‘Afdelingen zullen hun strategie moeten aanpassen.’ De drie kerntaken van het academisch ziekenhuis zijn duidelijk: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs/oplei ding. Patiëntenzorg in een academische afdeling laat zich onderscheiden in tweedelijns (basisspecialistische) en derdelijns (academische/topklinische) zorg. In het geval van de afdeling Oogheelkunde ligt de nadruk sterk op de topklinische zorg. Het overgrote deel van nieuwe patiën ten is naar ons verwezen door de oogarts. Voor verwij zingen vanuit de eerstelijn (met name de huisarts) is helaas maar in beperkte mate capaciteit beschikbaar. In de regio Nijmegen wordt deze tweedelijns functie vooral vervuld door het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis. Voor andere afdelingen in ons ziekenhuis kunnen deze ver houdingen overigens heel anders liggen. De (beperkte) tweedelijnszorg die wij leveren is van groot belang voor de opleiding van coassistenten en arts-assistenten. De perifere stage voor onze oogartsen in opleiding, die bin nenkort zal worden ingevoerd, vormt slechts een gedeel telijke oplossing voor het relatieve tekort aan tweedelijnszorg binnen onze afdeling. Een aantal van de huidige ontwikkelingen zullen naar verwachting hun weerslag hebben op onze afdeling. De topreferente zorg die door onze afdeling wordt geleverd,
Foto: Flip Franssen
de huisartsen en opticiëns sterk moeten worden verbe terd om de benodigde verwijzingen binnen te krijgen. Om tweedelijnszorg op kostenefficiënte wijze aan te bieden, verdient het de aandacht om te onderzoeken of de afdeling een deel van haar basisspecialistische zorg niet buiten de muren van het academisch ziekenhuis kan verrichten. Om dit te realiseren kan worden gedacht aan samenwerking met omringende oogheelkundige zorgin stellingen binnen één organisatie. Afname van de belas ting van onze polikliniek in het UMC St Radboud zou de klantvriendelijkheid verder verhogen. De financiële voor delen van een verbeterde efficiëntie zouden gebruikt moeten worden om de oogheelkundige zorg binnen ons eigen ziekenhuis verder te verbeteren. De (markt)ontwik kelingen in de gezondheidszorg vragen om nieuwe competenties, strategisch denken en een betere samen werking met beroepsbeoefenaren uit zowel de eerste lijns- als de tweedelijnszorg. Het uiteindelijke doel blijft verbetering van onze organisatie als geheel met een toename van de kwaliteit van de zorg. n Dr. Carel Hoyng Dr. Jeroen Klevering, chef de policlinique
15
Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Er is nog plaats bij de volgende trainingen: Resultaatgericht communiceren: 8/9 april 2008, inschrijven tot 7 maart Persoonlijke communicatiestijlen: 2/3 april, inschrijven tot 1 maart Basiscursus Harmony: 1/8 april, inschrijven tot 29 februari Coördineren met Resultaat: bij voldoende inschrij vingen in september 2008, dus schrijf je snel in! Adviesvaardigheden voor Preventiemedewerkers: 4 maart 2008, inschrijven tot 26 februari Veilig omgaan met gasflessen: 4 maart 2008, inschrijven tot 26 februari GROS: 13 maart, inschrijven tot 3 maart Voor meer informatie over deze en andere trainingen: : medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidings aanbod
Pipnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
r a ctueel a dbod e 3 - 2 0 0 8
Media en gezondheidszorg
Emile Lohman en referent Evelien Tonkens beantwoorden na afloop van hun lezingen vragen uit de zaal. Gezondheidszorg is mediageniek, getuige de niet te stuiten aandacht voor dit thema in kranten en op televisie. Gezondheidszorg en media kunnen ook een explosieve combinatie vormen, bleek onlangs weer eens bij het Utrechtse probiotica-onderzoek. Reden voor het Katholiek Instituut voor Massamedia (KIM) op 29 januari zijn jaarlijkse KIM-college te wijden aan de verhouding tussen media en gezondheid.
M a rt e n D oop e r
Op zoek naar een spreker over dit thema kwam de orga nisatie uit bij Emile Lohman, voorzitter van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud. ‘Geen vreemde keuze’, erkende Lohman, gezien de prominente plaats die het Radboud tijdens de ‘hartcentrumaffaire’ in de media innam. Voor Lohman dan ook aanleiding deze periode in de geschiedenis van het Radboud te nemen als uitgangs punt voor zijn visie op het thema media en gezondheids zorg. Hij kenschetste de omgang met de media destijds als ‘een klassieke reactie van een organisatie in het nauw. Ontwijken, bagatelliseren en ontkennen en de neiging de brengers van het slechte nieuws de schuld te geven van alle ontstane commotie.’ Met name dat laatste pakt volgens Lohmans altijd faliekant verkeerd uit. ‘Journalis ten voelen zich dan afgewezen en reageren navenant. Een bestuurder van een grote instelling moet zich daar van bewust zijn. Je moet de media serieus nemen. Alles vertellen hoeft niet, maar je moet wel uitleggen wat er aan de hand is. Doe je dat niet of, nog erger, ontken je zaken ten onrechte, dan kom je in de gevarenzone.’ Een gevarenzone die volgens Lohman bij een zorginstelling met name bestaat uit een verlies van vertrouwen van de burger in de geboden zorg. ‘Het gaat in de zorg over het
ethiek Woorden die voorbijgaan Woorden leiden soms hun eigen leven. Zo zijn naar wordt vermoed enkele tienduizenden mensen nu aan het versterven. Maar er breekt geen massale paniek uit. Dat in tegenstelling tot de éne patiënt van enkele jaren terug, die het verpleeghuis het Blauwborgje had laten versterven. Het land in rep en roer, zeker toen bleek dat het niet bij die ene persoon bleef. In dit laatste geval verwees versterven naar doodgaan als gevolg van een min of meer zelfgekozen weigering van voedsel en drank. In het eerste geval naar de katholieke vastenperiode tussen Carnaval en Pasen. Door zich te matigen in eten, drinken, seks en verslavingen zoekt de gelovige de weg naar God en Gods liefde. Die versterving is uit de mode geraakt. Sommigen willen haar weer oppimpen door haar ‘christelijke ramadan’ te noemen.
Foto: Paul van Laere
welzijn en de veiligheid van mensen, over het vertrouwen van de patiënten dat je met de grootst mogelijke zorg vuldigheid wordt behandeld.’ De omgang met de media vanuit de zorg moet dan ook staan in het teken van de openheid, vindt Lohman. ‘Een journalist mag op een vraag hoe het gaat in het UMC St Radboud een antwoord verwachten. Ook als het gaat om minder positieve zaken.’ Van zijn kant verwacht Lohman dan wel dat de media correct omgaan met dat antwoord. ‘Een journalist mag mijn betoog van kritisch commentaar voorzien, maar ik heb er recht op dat mijn verhaal correct wordt weerge geven. De mogelijkheid tot corrigeren is daarbij een groot goed. Als dat er niet in zit, ben je gedwongen op je woor den te passen.’ Daarnaast roept hij de media op vooral toch een realistisch beeld van de gezondheidszorg te schetsen. ‘Niet uitsluitend juichverhalen over medische hoogstandjes, dat wekt te hoge verwachtingen. Maar ook niet incidenten zo uitvergroten dat het lijkt of er in de zorg niets meer deugt. De media beschikken over aan zienlijke macht. Een journalist kan organisaties en per sonen maken en breken. Daarin vertoont het beroep een interessante parallel met dat van de medicus.’
Wurggreep Na Lohman besprak prof. dr. Evelien Tonkens, bijzonder hoogleraar Actieve Burgerparticipatie aan de Vrije Uni versiteit Amsterdam, de relatie tussen media en gezond heidszorg vanuit haar ervaringen als voormalig Tweede Kamerlid voor GroenLinks. Waar Lohman een in principe goede relatie tussen media en gezondheid schetst, toont Tonkens zich een stuk somberder op dit terrein. Kern van haar betoog is dat media en politiek als het gaat om gezondheidsonderwer
Een andere woord dat zo’n eigen leven leidt is solidariteit. In de gezondheidszorg houdt solidariteit in, dat we lasten en risico’s gelijkelijk verdelen over jong en oud, gezond en ziek, arm en rijk. Maar wie over gezondheidszorg denkt als een markt, en over zichzelf als een consument - en dat wordt toch van ons verwacht? - die beschouwt solidariteit als een zakelijke risicoafweging: wat schiet ik er mee op?
Is polis X een betere deal dan polis Y? De vroegere solidariteit ‘om niet’ wordt een solidariteit uit welbegrepen eigenbelang. In de ethiek heet dat een utilistische rechtvaardiging: de keuze die een zo groot mogelijk overwicht van voordelen boven nadelen oplevert, is de juiste.
16
pen elkaar in een verstikkende wurggreep houden. Publiciteit in de media naar aanleiding van incidenten, bijvoorbeeld de dreigende sluiting van een ziekenhuis, zijn voor de politiek aanleiding om in actie te komen. En met die actie krijgt de politiek vervolgens weer aandacht in de media. Dit mondt volgens haar steevast uit in een ‘toneelstuk in zeven bedrijven’ waarin politiek en media elkaar bezig houden. ‘Politiek en media zijn beide, samen, bijziend. Ze kijken naar hier en nu, naar vandaag en misschien gisteren of morgen, maar zelden naar vorig jaar of vijf jaar verder. Ze zijn oververhit, koortsig’, aldus de diagnose van Tonkens. De primaire verantwoordelijk heid om hier iets aan te veranderen legt Tonkens bij de media. ‘Want politici zijn meer afhankelijk van de media dan andersom. Media kunnen het verschil maken.’ Haar advies aan de media: ‘Meer onderzoeksjournalistiek, meer zelf nieuws zoeken, vooral ook met de blik naar de toekomst of het verleden.’ Tijdens de discussie die volgt op de beide voordrachten, beklaagt Tonkens zich nog maals over het feit dat de media te veel inzoomen op incidenten. ‘Als politicus moet je daar wel aan meedoen’. Volgens Lohman zegt dat meer over de politiek dan over de media. ‘Als er 27 kamervragen worden gesteld en 14 moties worden ingediend om het Slotervaartziekenhuis open te houden, is dat politiek falen. Niet de schuld van de media’, neemt hij het op voor de journalistiek. Op de vraag van discussieleider Godelieve van Heeteren of de door Lohman bepleite openheid tegenover de media niet onder druk komt te staan door de toenemende markt werking in de zorg – ‘ziekenhuizen zijn dan immers elkaars concurrenten’ – stelt Lohman dat de marktwer king de behoefte aan transparantie alleen maar doet toenemen. ‘Mijn huis moet zich dan immers profileren ten opzichte van de concurrenten’. n
Op zich is daar niets mis mee. Vroeger werd solidariteit vaak in verband gebracht met belangenloze naastenliefde, tegenwoordig met ‘embedded giving’. Hulporganisaties werken samen met grote bedrijven die ‘goede doelen’ als een goede marketingstrategie beschouwen: door een pak Pampers te kopen maak je tevens een tetanusinjectie in de derde wereld mogelijk. Unicef kon zo in 2007 28 miljoen vrouwen en kinderen vaccineren. Iedereen goed af: de gevaccineerden, Unicef, de Pamperfabrikant die zijn omzet ziet stijgen én een deugdzaam imago opbouwt, en de consument die er een goed gevoel aan over houdt zonder dat hem dat iets extra kost. Prima dus? De vraag blijft wringen wat er gebeurt met risicogroepen die minder populair zijn, of waarin bedrijven geen belang meer hebben. Misschien kunnen we dan de oude betekenis van solidariteit niet helemaal laten voorbijgaan. Die vraagt om een zeker matiging: om wat te versterven dus.
Martien Pijnenburg