/'2 -
a -icy y// ✓'
Jaarverslag 1949
Stichting „Het Nederlands Belastingmuseum" E 17 Directeur: Prof. Dr J. van der Poel, Conservator voor het fiscaal zegel: C. Eeltjes, Geestbrugweg 114, Rijswijk. Archivaris: G. 't Hart. Amanuensis-bibliothecaris: E. Pruis. Het hoofd van het lste Rijksaccountants-
Financiele contrBle: bureau to Rotterdam.
Gevestigd: Parllaan 14, Rotterdam. Adres voor Correspondentie: Parklaan 16, Rotterdam. Na het vorig uitgebreid jaarverslag meen ik ditmaal kort to kunnen zijn. De financien van het Museum laten trouwens niet toe, elk jaar opnieuw een dergelijke luxe to demonstreren. Bijdragen in natura voor het museum kwamen ook dit jaar binnen, zelfs in die mate,' dat ik tot het betrekken van het nieuwe gebouw, waarover later, volstaan moest met het opstapelen van het verkregene; van expositie daarvan naast bet reeds aanwezige kon niet meer komen. De bewerking (en samenvoeging met het reeds aanwezige) van wat de Heer Pearce mij uit zijn zegelcollecte geregeld toezendt, vindt gestadig voortgang, doch vergt, met de beschrijving ervan, zeer veel tijd. Tegen de tijd, dat de collectie een behoorlijk onderdak zal hebben gevonden, zal men een inzicht kunnen verkrijgen in de belangrijkheid van deze collectie, en daar zal voor liefhebbers heel wat zijn to zien. Met het verder ordenen en bewerken van de langzamerhand geheel enige Nederlandse zegelverzamelingen moet nog worden gewacht, tot ik plaatsruimte en meer tijd daarvoor ter beschikking zal hebben. In de Heer G. J. Boot heb ik, omm dit werk verdere vooruitgang to kunnen doen vinden, een toegewijd en kundig medewerker gekregen.
Een aantal ontwerpen van vroeger uitgegeven zegels waarover ik de beschikking kreeg, maken die collectie nog belangrijker. Wat andere verkrijging - door aankoop - betreft, vermeld ik een 17de eeuws schilderij van Asuerus van Viersen, Rentmeester der Domeinen in Friesland in de 17de eeuw en drie papyri, kwitanties
1
van belastingen uit de Romeinse tijd. Met deze korte vermelding wil ik ten deze ditmaal volstaan. Begaf ik mij in finesses, dan zou het weer een hele opsomming worden. Niet verzuimen mag ik echter, de hulp dankbaar to gedenken, die ik van een speurder met een fijne neus, de beer J. M. den Herder to Goes, bij herhaling en geheel belangeloos ontving. Antiquarisch kwam de Bibliotheek van het museum (en de Rijksbelastingacademie) in het bezit van een groot aantal oude en nieuwe boeken. In het vorige verslag vermeldde ik, dat vermoedelijk spoedig de beschikking over grotere ruimte zou worden verkregen. Z6ver is het thans gekomen. Door een toevallige omstandigheid kwam naast het nieuwe gebouw der Rijksbelastingacademie een pand ter beschikking, dat, wat ruimte betreft, in bescheiden mate, doch overigens wat inrichting en aard der vertrekken betreft, in zeer vele opzichten aan de behoeften van het Museum voldoet. Het is en wat de zaak zelf, en wat de exploitatie betreft, een niet hoog genoeg aan to slaan voordeel, dat Academie en Museum dan toch in de toekomst - en dat op bevredigende wijze - als -een geheel gehuisvest kunnen worden. Waar dit onder de tegenwoordige omstandigheden eerst onbereikbaar scheen, constateer ik dit met nog grotere vreugde en voldoening. Het zal waarschijnlijk nog een paar maanden duren, alvorens, met de bescheiden middelen en beschikbare tijd, het museum in haar nieuwe woning opnieuw zal kunnen worden heropend. Ondahkbaar zou het zijn, wanneer ik ten slotte niet vermeldde, dat het jaarverslag van het vorig jaar ook daardoor nuttige dienst heeft bewezen, dat enige belangrijke giften werden ontvangen, die in staat zullen stellen, in het nieuwe gebouw ook wat outillage betreft, het geexposeerde beter to doen uitkomen. Zonder die hulp zou dit, waar de kosten van overbrenging van deze grote ,verhuisboedel" de herinrichting, verbouwing en reparatie toch reeds een, voor de beschikbare fondsen, kostbare geschiedenis is, niet mogelijk zijn geWeest. De gevers daarvan nogmaals zeer hartelijk dank! Een van hen wees er mij op, dat ik niet voldoende propaganda maakte, inzonderheid, dat ik niet voldoende aandacht vestigde op het gironummer van het Museum en dat, waar voor zoveel doeleinden bijdragen worden gevraagd, ik or niet op wees, dat legaten en schenkingen ook het Belastingmuseurn welkom zijn. Bedelen is slecht werk, in het bijzonder in eon tijd als deze, nog meer speciaal in deze tijd voor een belastingmuseum. Maar het is bijna inherent aan bestaan en bloei van een museum, dat zijn bestuur het alleen met 9
behulp van, giften van anderen aan zijn bestemming kan doen beantwoorden. En andere musea en dergelijke instellingen blijven zeker niet achter in beroepen op particuliere hulp. Ik wil daarom de gegeven wenk niet in de wind slaan. Als enige bijzondere reden om ook voor de doeleinden van dit museum belangstelling to vragen, kan ik alleen de aandacht vestigen, op de inhoud van de artikelen door de Pers ook dit jaar aan het museum gewijd en aan het feit, dat in verhouding tot die voor andere musea benodigd, reeds bescheiden bedragen aankopen van belang voor dit museum mogelijk kunnen maken. Het gironummer dan, is 322056. Juiste naam voor aan het Museum to vermaken legaten is nu: ,,Stichting het Nederlands Belastingmuseum", gevestigd Parklaan 14, Rotterdam. Mogen velen na lezing dezes - en met deze opwekking moge ik ook nu weer dit verslag besluiten - het museum gunstig gestemd zijn in zijn financiele en materiele noden.
De Directeur VAN DER POEL
DRUK TEULUHGS' GRAFISCH FEDRi,E -S-HERTHENOSCH
3