Jaarverslag 2012 Stichting Dutch Millennium Foundation
Inhoudsopgave Inleiding
3
Missie
3
Doel
3
Bestuur
3
Millenniumpartners
4
Verslag over 2012
5
Financiën
6
Doorkijk 2013
7
Bijlage 1
De 8 Millenniumdoelen
8
Bijlage 2
De DMF projecten
9
Bijlage 3
Verklaring accountant
26
Bijlage 4
Rapportage waterproject Tear
28
Bijlage 5
Rapportage klimaatproject NRDF Solomon Eilanden
30
Bijlage 6
Spirit of Faith/Bledded Generation Kenia
32
Bijlage 7
GKV Kloosterveen Assen
33
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 2 van 34
Inleiding De stichting Dutch Millennium Foundation (DMF) is opgericht op 1 februari 2008. DMF is een onafhankelijke non profit organisatie voor klimaat- en millenniuminitiatieven. DMF ondersteunt alle soorten organisaties, (semi)overheden, bedrijven en particulieren om concreet invulling te geven aan werken en handelen op basis van Maatschappelijk Betrokken Handelen. Hoofddoelen hierbij zijn de klimaat- en millenniumdoelen, conform de acht afspraken die 189 wereldleiders in het jaar 2000 maakten voor een betere wereld. Deze afspraken zijn er op gericht om vóór 2015 armoede, ziekte en honger teruggedrongen te hebben alsmede een positieve bijdrage te hebben geleverd aan een duurzame leefomgeving (zie bijlage 1, Millenniumdoelen).
Missie DMF wil - samen met millenniumpartners - bijdragen aan klimaatpositief werken en handelen, evenals aan de realisatie van de millenniumdoelen wereldwijd, waaronder armoedebestrijding en een duurzamer leefmilieu. Dit vanuit de visie dat alles staat of valt met een duurzame samenleving op lokaal niveau, waar ook ter wereld.
Doel Doel van DMF is het ondersteunen en cofinancieren van bestaande concrete klimaat- en millenniumprojecten in de derde wereld en wel zodanig dat:
Nederlandse deelnemers met hun achterban zich daadwerkelijk bewust worden van hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden op het gebied van duurzaam handelen; concreet een bijdrage wordt geleverd aan de klimaat- en millenniumdoelen binnen integrale ontwikkelingsprojecten in derdewereldlanden.
DMF tracht dit doel te verwezenlijken los van politieke kleuren, geloof of ras in de overtuiging dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor onze wereld dichtbij en ver weg.
Bestuur De Stichting Dutch Millennium Foundation heeft een onafhankelijk bestuur. De samenstelling in 2012 is als volgt: Voorzitter Anja van den Dolder, raadslid en adviseur Stichting 2015, Hardenberg; werkt aan Millenniumdoelen. Voormalig lid van De Derde Kamer. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 3 van 34
Secretaris Clé Molle, voormalig adjunct directeur Vereniging Natuurmonumenten, ´s-Graveland. Gespecialiseerd in management en kwaliteit van terreinbeheer en daarmee samenhangende financiën. Penningmeester Jan Dragt, econoom en manager Windesheim, Zwolle. Bestuurslid Vacature. Directeur van de stichting DMF is Martin Visscher, mededirecteur van Noorderstaete rentmeesters en voormalig ontwikkelingswerker.
Millenniumpartners In 2012 waren als adviseur/consultant aan DMF verbonden via het verlenen van diensten voor gereduceerde tarieven: De Gavel: financiële stukken en jaarstukken Fontijn en partners: ontwikkeling huisstijl, website, vormgeving drukwerk Drukkerij Rozenberg: drukwerk Noorderstaete rentmeesters: directievoering (ged.) en kantoorfaciliteiten De Typekamer: secretariaat en administratie Aan DMF waren in 2012 op ideële basis aan DMF als partner verbonden via donaties aan projecten: Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV, Assen/ (NRDF bosproject Solomon Islands) Administratiekantoor WB Hogendorf, Assen (waterproject Tear) Wrep automatisering, Zwolle (waterproject Tear) N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe, Assen (BOS project Indonesië) BPA-advies, Hardenberg (weeskinderenproject Kenia en NRDF bosproject Solomon Islands) Noorderstaete rentmeesters, Assen/Arnhem(weeskinderenproject Kenia; NRDF bosproject Solomon Islands) Diakonie Gereformeerde Kerk Assen-Kloosterveen, Assen (waterproject Tear) Stichting Krivoro (Kiekshop), Assen (weeskinderenproject Kenia) Bakker Bart, Hoogeveen (waterproject Tear) Installatieburo Jongsma, Assen (waterproject Tear) Thrimax IT, Assen (waterproject Tear) Emergo Systems, Harderwijk (weeskinderenproject Kenia) Geersing Financieel Advies, Assen (weeskinderenproject Kenia) Prins Consult, Ten Boer (weeskinderenproject Kenia) Gemeente Assen, Assen (BOS project Indonesië) Gemeente Hardenberg, Hardenberg (BOS project Indonesië) St Overleven Noordenveld (weeskinderenproject Kenia)
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 4 van 34
Verslag over 2012 DMF is per 1 februari 2008 opgericht en geregistreerd bij de KvK Arnhem onder nummer 09179954. Het bestuur met directeur vergaderde in 2012 op 4 april en 21 november. Naast financiële thema’s heeft de strategie met betrekking tot het benaderen van potentiële millenniumpartners bijzondere aandacht gekregen, met name in het licht van de kredietcrisis en de reactie van potentiële millenniumpartners hierop. De gebruikelijke dagelijkse contacten tussen directeur en het bestuur hebben via e-mail en telefoon plaatsgevonden. Er wordt inmiddels in Nederland fors bezuinigd. Ook VNG internationaal heeft veel minder te besteden. Dit heeft een negatief effect op potentiële millenniumgemeenten. De vooruitzichten voor DMF zijn vanwege de financiële crisis niet rooskleurig. In 2012 is veel aandacht gegeven aan het onderhouden van contacten met bestaande millenniumpartners en het motiveren van potentiële millenniumpartners. Dat laatste is vanwege de financiële crisis moeizaam. Het is lastig om in tijden van ontslagen e.d. organisaties te motiveren mee te doen. Ook nu geldt dat het hemd nader is dan de rok. Ook zijn gesprekken gevoerd met de ontwikkelingspartners en ngo’s waarmee DMF samenwerkt, waaronder Tear, Stichting Blessed Generation (voorheen Spirit of Faith) en de Natural Resource and Development Foundation Solomon Islands (NRDF). Met NRDF is een herbebossingsvoorstel voorbereid (zie bijlage). In de gemeente Noordenveld is in overleg met DMF de Stichting Overleven opgericht die zich binnen de gemeentegrenzen inzet voor de millenniumdoelen 4 (minder kindersterfte/ internationaal) en 7 (duurzame leefomgeving/lokaal). DMF is onder andere ook via het weeskinderenproject Kenia betrokken bij deze stichting. In samenspraak met de Rotary zijn gelden verzameld voor een solarproject ten behoeve van de drie weeshuizen van Blessed Generation. Tevens is een microkredietenprogramma voorbereid, waarbij bedrijven in Noordenveld worden gekoppeld aan kleine ondernemers in Kenia. Tot slot is een scholenprogramma doorlopen (Globetrotter) om een uitwisseling op gang te brengen tussen scholen in Nederland en scholen in Kenia. Diverse organisaties/bedrijven/particulieren zijn in 2012 als millenniumpartner verbonden aan DMF middels een financiële bijdrage en/of diensten. De gemeenten Hardenberg en Assen zijn samen met de WMD als millenniumpartner verbonden aan het BOS klimaatproject in Indonesië (Millenniumdoelen 1 ‘Armoedebestrijding’ en 7 ‘Duurzame samenleving’). Diverse ondernemers en particulieren zijn via DMF verbonden aan met name het waterproject in Ethiopië van Tear en het weeskinderenproject in Kenia van Blessed Generation (diverse Millenniumdoelen). De contacten met het BOS project Indonesië verlopen moeizaam. Sinds het vertrek van de directeur Dr. Willie Smits komen de contacten niet meer op gang. Hierover zijn gesprekken gevoerd met de WMD en de gemeenten Hardenberg en Assen. Door DMF zijn alternatieve projecten aangedragen. Voor WMD zijn 4 nieuwe projecten benoemd waaraan de gereserveerde gelden besteed zullen worden. De gemeente Assen kon niet instemmen met de voorgestelde alternatieve projecten vanwege het feit dat de output te lang op zich zou laten wachten en/of het feit dat het alternatief geen feitelijk herbebossingsproject betrof. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 5 van 34
In overleg met de gemeente Hardenberg en NRDF is een alternatief herbebossingsvoorstel op de Solomon Islands voorbereid en uitgewerkt. Van de Stichting Share4More is een toewijzing subsidie ontvangen van € 11.150,-- ten behoeve van het drinkwaterproject van Tear in Ethiopië. In de Gereformeerde kerk vrijgemaakt AssenKloosterveen is een aantal malen gecollecteerd voor dit drinkwaterproject van Tear en is een presentatie gegeven van de stand van zaken. De contacten met Forcert in PNG aangaande PES (Payment for Environmental Services) zijn beëindigd vanwege het ontbreken van millenniumpartners om zich aan dit project langjarig te verbinden. Vanuit het oogpunt van de modules zijn in 2012 geen diensten verleend.
Financiën In bijlage 3 is de verklaring van de accountant opgenomen. De inkomsten bedroegen een kleine € 92.000,-- (2011: € 136.400,- ;2010: € 109.000,-; 2009: € 97.000,-) en de (reservering voor) ondersteuning van concrete projecten over 2012 € 78.200,- (2011: € 115.900, -; 2010: € 92.000,-; 2009: € 83.000,-). Een groot deel van dit bedrag is in 2012 wederom aangehouden in verband met de ontwikkelingen bij Stichting BOS Indonesië. In 2013 zullen de betalingen aan de alternatieve projecten plaatsvinden. De organisatiekosten bedroegen ca. € 8.400,- (2011: € 10.475,-, 2010: € 6.350,-; 2009: € 7.800,-). Dit resulteert in een percentage van 9,23% (2011: 7,68%; 2010: 5,82%; 2009: 8,03%) van de totale inkomsten. In 2008 was dat 10,5%. Hiermee zijn de kosten van de organisatie ruimschoots binnen de taakstelling van 15% van de verworven donaties en bijdragen gebleven. Dit mede dankzij de vaak kosteloze inzet of sponsoring in tijd en geld van de diverse millenniumpartners. Besloten is de organisatie op low profile basis te blijven uitvoeren, mede gezien de financiële crisis en de houding van de overheid die met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking ook in 2012 uiterst teleurstellend is gebleven.
Doorkijk 2013 Mede gezien de financiële crisis en de houding van de overheid met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking, zijn de verwachtingen niet gunstig. In 2012 eindigden de meeste vijfjaartermijnen van in 2008 afgesloten intentieovereenkomsten met millenniumpartners en gebleken is dat zij niet meer kiezen voor een nieuwe periode. Er is dus onvoldoende belangstelling voor de millenniumdoelen en duurzaamheid in het algemeen, en het programma van DMF in het bijzonder. In 2013 zal de kredietcrisis voor veel bedrijven en overheden nog zichtbaarder worden dan in 2012. De negatieve gevolgen hiervan zullen in 2013 ongetwijfeld ook door DMF te voelen zijn. De effecten voor de besteding van bedragen aan goede doelen en programma’s als DMF zijn niet te voorspellen, maar de verwachting is dat veel bedrijven en organisaties - met name gemeenten de hand nog meer op de knip zullen houden. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 6 van 34
Om deze reden is de begroting van 2013 drastisch naar beneden bijgesteld en hoofdzakelijk gebaseerd op afspraken die nog met lopende millenniumpartners gelden. Vanaf 2014 zal een verdere afbouw van de DMF werkzaamheden plaatsvinden, waarbij voldoende aandacht zal worden besteed aan de nog lopende intentieovereenkomsten..
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 7 van 34
Bijlage 1 De 8 Millenniumdoelen In 2015: zijn extreme armoede en honger uitgebannen Halvering van het aantal mensen dat moet rondkomen van minder dan een dollar per dag. Halvering van het aantal mensen dat honger lijdt.
gaan alle jongens en meisjes naar school Wereldwijd gaan ruim 100 miljoen kinderen niet naar school, waarvan het merendeel meisjes.
hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten Stimuleer gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Gelijke kansen voor jongens en meisjes in het basis- en middelbaar onderwijs, bij voorkeur al te realiseren in 2005.
is kindersterfte sterk afgenomen Vermindering van de kindersterfte in ontwikkelingslanden met tweederde ten opzichte van 1990.
sterven er minder vrouwen door zwangerschap Verlaging van de moedersterfte met driekwart ten opzichte van 1990.
is de verspreiding van ziekte als AIDS en Malaria gestopt Aan (de verspreiding van) HIV/aids, malaria en andere armoedeziekten wordt een halt toegeroepen.
leven er meer mensen in een duurzaam leefmilieu Halvering van het aantal mensen dat niet beschikt over veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen.
is er meer eerlijke handel, schuldenverlichting en hulp Toegang tot betaalbare medicijnen en een eerlijk handelssysteem, minder schulden voor ontwikkelingslanden
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 8 van 34
Bijlage 2 De DMF projecten Ethiopië (Tear) Preventie van hongersnood op het Ethiopische platteland Millenniumdoel: 1, 4 en 7 Ethiopië (Tear) Schoon water: de eerste stap naar een betere gezondheid Millenniumdoel: 1, 2, 3, 4 en 7 India (Tear) Rampenbestrijding: voorkomen is beter dan genezen Millenniumdoel: 1, 4 en 7 Indonesië (BOS Foundation) on hold C02 emissiereductie via lokale milieuvriendelijke werkgelegenheid Millenniumdoel: 1 en 7 Kenia (Stichting Blessed Generation, voorheen Spirit of Faith) Een thuis en een toekomst voor weeskinderen in Kenia Millenniumdoel: 1, 2, 4 en 7 Salomons Eilanden (NRDF) Bosherstel in Vella Lavella, Salomons Eilanden Millenniumdoel: 1 en 7 Uganda (Tear) Terugdringen van aids in een oorlogsgebied Millenniumdoel: 6
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 9 van 34
Ethiopië (Tear)
Millenniumdoel: 1, 4 en 7
Preventie van hongersnood op het Ethiopische platteland Ethiopië is een land dat onmiddellijk wordt geassocieerd met hongersnood. In 1973 zorgde een grote hongersnood voor de val van keizer Haile Selassie. Een nieuwe ramp in 1984 kreeg wereldwijde aandacht mede door Live Aid, het grootste popconcert ooit, op initiatief van rockartiest Bob Geldof. Ook na die tijd zijn hongersnoden in Ethiopië frequent teruggekeerd; zo frequent dat ze vaak weinig aandacht meer trekken in de rijke landen. Heel ernstig was de situatie in 2003. Tear was in die tijd betrokken bij noodhulp in Ethiopië. Sindsdien werkt Tear samen met het hulp- en ontwikkelingsbureau van de Meserete Kristos Church (MKC) om in het district Meta Robi de kwetsbaarheid voor voedseltekorten te verminderen en het inkomen van de plaatselijke bevolking te verbeteren.
Het probleem Meta Robi is een bergachtig gebied ongeveer honderdvijftig kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Addis Abeba, in de deelstaat Oromia. Er wonen ongeveer 137.000 mensen. Vrijwel de hele bevolking leeft van de landbouw, terwijl veeteelt het tweede middel van bestaan is. Tarwe, gierst en teff zijn de meest verbouwde gewassen. De gemiddelde opbrengst is echter zeer laag. Het is ‘gewoon’ voor arme gezinnen om te kampen met voedseltekorten in de zogenaamde ‘hongermaanden’ (april, mei, juni en juli). De voorraden van vorig jaar zijn dan op en de volgende oogst staat nog op het land. Voedseltekort, ondervoeding en groeistoornissen bij kinderen zijn chronische problemen die zich geregeld verdiepen tot een hongersnood met alle lijden en dood daaraan verbonden. Er zijn veel oorzaken voor de slechte voedselsituatie van de bevolking: Onvruchtbare grond. Door langdurige intensieve landbouw, waarbij de resten van de gewassen steeds na de oogst worden verwijderd van het land, is de grond uitgeput geraakt. Een andere oorzaak voor de uitgeputte grond is erosie, als gevolg van overbegrazing en ontbossing. Toenemende bevolkingsdruk. Omdat er steeds meer mensen in het gebied wonen, is de bevolking genoodzaakt ook de meest ongunstige gedeelten van het gebied te gebruiken voor de landbouw. Lage productiviteit van het vee. In geval van nood kan het vee door de bevolking verkocht worden om aan contant geld te komen, zodat men voedsel kan kopen. Maar door de slechte kwaliteit van de weidegronden en de vele veeziekten is het vee weinig productief. Grillige regenval. Gemiddeld gesproken krijgt Meta Robi voldoende regen om met succes landbouw te bedrijven. Maar niet alleen is de regen onregelmatig verdeeld (de dalen zijn veel droger dan de hoger gelegen delen en krijgen onvoldoende regen om gewassen goed te laten groeien), maar de regenval wordt ook steeds grilliger en onvoorspelbaarder. De laatste 25 jaar is de regenval in het midden van Ethiopië duidelijk verminderd (zie grafiek). Hoe de ontwikkeling in de toekomst zal zijn, is niet goed te voorspellen. Het is echter duidelijk dat de bevolking ondersteuning nodig heeft om weerbaar te worden tegen de klimaatsomstandigheden waar zij mee te maken heeft en mogelijk nog zal krijgen. In 2005 heeft Tear een consultancystudie gefinancierd naar het draagvermogen van het gebied. Hieruit bleek dat ook in goede jaren en bij verbeteringen op het gebied van landbouw en veeteelt de agrarische opbrengst van het gebied onvoldoende zal blijven om de bevolking een bestaan te verschaffen. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 10 van 34
Dat betekent dat een adequate interventie zich niet alleen op de landbouw moet richten, maar ook andere inkomstenbronnen moet (helpen) ontwikkelen. Het project Tear werkt samen met het ontwikkelingsbureau van de Meserete Kristos Church om de inkomens van de mensen in Meta Robi te verbeteren en hen minder kwetsbaar te maken voor voedseltekorten. Aan dit doel wordt gewerkt door middel van de volgende activiteiten: Training van boeren Hierbij wordt aandacht besteed aan het aanleggen van kleine irrigatiesystemen, het gebruik van compost, watermanagement, het planten en kweken van bomen en het telen van groenten en fruit. Verschaffen van zaaigoed Via roulerende leningen krijgen boeren de gelegenheid om zaaigoed aan te schaffen voor de graangewassen. Deze voorraden worden door de boeren zelf beheerd en draaien in bepaalde gebieden al zelfstandig. Ook is er steun voor het kweken van bomen. Bomen houden aarde vast en verminderen zo de erosie. Ook zijn er boomsoorten die de aarde vruchtbaarder maken doordat zij via de wortels stikstofverbindingen in d e grond brengen. Verder kunnen de boeren zaaigoed aanschaffen om veevoer te kweken Demonstraties Een beperkt aantal boeren wordt geselecteerd om demonstratieveldjes aan te leggen, zodat zij als voorbeeld kunnen fungeren voor anderen. Op deze boerderijen worden bepaalde gewassen en werkwijzen gedemonstreerd die MKC graag wil introduceren bij de bevolking, zoals droogteresistente granen, zogenaamde ‘valse bananen’ (een plant die zeer droogtetolerant is, waarvan de stam en wortels zeer voedzaam zijn en die wel 40 kg voedsel kan geven) en groente en fruit. Bescherming van natuurlijke waterbronnen door er een afdekking van cement overheen te bouwen. Aanleggen van waterreservoirs/distributiepunten, drinktroggen en wasbassins. Er zijn vijftien natuurlijke bronnen in het gebied, die het hele jaar water opleveren, maar het meeste loopt weg omdat er geen voorzieningen zijn om het op te slaan. Door het creëren van die voorzieningen wordt het water daadwerkelijk beschikbaar gemaakt. Training van watercomités die de waterpunten beheren en onderhouden. Zelfhulpgroepen. In 2007 is MKC ook begonnen met het opzetten en begeleiden van spaar- en kredietgroepen. Dit is een eerste stap om aan andere inkomstenbronnen te werken. De deelnemers brengen allemaal op vaste basis een klein bedrag in en kunnen, nadat ze een tijd gespaard hebben, een kleine (roulerende) lening krijgen van de groep. Die kunnen ze gebruiken om te investeren in kleine economische activiteiten, bijvoorbeeld een handeltje. Het project beperkt zich niet tot voedselzekerheid en inkomen. Via alfabetiseringscursussen en andere educatieve activiteiten biedt MKC mannen en vrouwen de gelegenheid om zich (verder) te ontwikkelen. Een belangrijke voorwaarde om hun leefomstandigheden en die van hun kinderen te verbeteren. Daarnaast wordt ook gewerkt aan een betere gezondheid van de bevolking. Dat gebeurt o.a. via training van gezondheidsvrijwilligers (die o.a. kennis overdragen aan de bevolking) en traditionele vroedvrouwen.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 11 van 34
Concrete doelen Dit is een meerjarig project dat loopt van 2007 tot en met 2009. MKC heeft voor de hele periode de volgende concrete resultaten op het oog: Verhoogde voedselproductie in 15 subdistricten in Meta Robi (totale bevolking ruim 50.000 mensen). 60 goed functionerende spaar- en kredietgroepen met als resultaat een inkomstenverbetering van 400% voor de leden. Schoon water voor 50 procent van de doelgroep en gebruik van latrines door 35 procent van de doelgroep. Door dit project via DMF te steunen draagt u bij aan het verwezenlijken van diverse Millenniumdoelen: Doel 1: Halveren van honger en armoede Doel 4: Verminderen van kindersterfte tot eenderde van het niveau in 1990 Doel 7: Bevorderen van duurzame ontwikkeling door beter gebruik van lokale hulpbronnen Verantwoording Tear werkt al een aantal jaren samen met het hulp- en ontwikkelingsbureau van de Meserete Kristos Church. De organisatie heeft in Meta Robi voedselhulp gegeven in 2003 en aansluitend daaraan een ‘Cash for Work’-programma uitgevoerd, waarbij de bevolking tegen betaling werkte aan projecten als het aanleggen van een weg naar het gebied, het schoonmaken van waterbronnen en het aanleggen van terrassen op de berghellingen om de erosie af te remmen. Ook heeft MKC samen met de bevolking zaadbanken opgezet. Op grond van nader onderzoek en consultatie is het huidige structurele programma ontwikkeld om de bevolking te helpen werken aan meer voedselzekerheid. MKC heeft in 2007 een onderscheiding gekregen van de Ethiopische president voor één van haar projecten, uitgekozen uit meer dan 200 organisaties werkzaam in de deelstaat SNNP. Tear en MKC werken samen op het terrein van voedselzekerheid, onderwijs (scholenbouw) en capaciteitsversterking. Ook heeft Tear steun gegeven bij het opzetten van een tijdelijk kantoor. Tear is CBF- en ISO-gecertificeerd en heeft haar eigen projecttoetsing-, monitoring- en evaluatiesysteem.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 12 van 34
Ethiopië (Tear)
Millenniumdoel: 1, 2, 3, 4, 5 en 7
Schoon water: de eerste stap naar een betere gezondheid
Water in Ethiopië: een groot probleem Volgens een schatting in een recent rapport van de Wereld Gezondheids Organisatie heeft slechts dertien procent van de plattelandsbevolking in Ethiopië de toegang tot schoon drinkwater. De rest van de bevolking wordt voortdurend blootgesteld aan allerlei ziekten die samenhangen met te weinig water, vervuild water, slechte hygiëne en ontbreken van sanitaire voorzieningen. Water is een van de belangrijkste factoren die een rol spelen bij de gezondheid. Vervuild water is de grootste killer ter wereld, met 25.000 slachtoffers per dag. Een groot aantal ziekten houdt verband met vervuild water of met een tekort aan water. We kunnen daarbij bijvoorbeeld denken aan tyfus, cholera en dysenterie. Veel vrouwen en kinderen in Ethiopië moeten bovendien elke dag uren lopen om water te halen. Rugklachten en miskramen zijn vaak het gevolg van deze dagelijks terugkerende zware last. Veel huishoudens van 5 tot 7 personen behelpen zich met slechts 20 liter water per dag, wat betekent dat per gezinslid slechts 3 of 4 liter beschikbaar is voor drinken, wassen, koken etc. (Ter vergelijking: In Nederland wordt per persoon gemiddeld 130 liter per dag gebruikt.) Op veel scholen in Ethiopië is het zo dat de leerlingen om beurten de lessen verzuimen om water voor de school te halen, waardoor ze 25 procent van hun schoolopleiding mislopen. Een ander probleem is de onveiligheid van vrouwen en meisjes. Om water te halen moeten zij vaak lange afstanden afleggen. Tijdens deze reizen van en naar een waterbron lopen zij gevaar (toestanden als bedreiging, geweld, aanrandingen, ontvoeringen kunnen voorkomen). Het project Tear-partner Ethiopian Kale Heywet Church voert in het zuiden en het midden van het land een omvangrijk programma uit dat deze problematiek op een duurzame manier wil aanpakken. Het programma staat uit zeven onderdelen: Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 13 van 34
Aanleg van waterputten en plaatsen van handpompen in de dorpen Beschermen van bestaande waterbronnen en hand gegraven putten tegen vervuiling Aanleg van kleinschalige waterleidingsystemen (werkend op de zwaartekracht) Aanleg van latrines Onderwijs, voorlichting en training aan dorpsgemeenschappen over hygiëne, gezondheid en het belang van schoon water, met bijzondere aandacht voor vrouwen Training van dorpsbewoners, zodat zij de watervoorzieningen zelf kunnen onderhouden Opzetten van dorpscomités die het beheer van de watervoorzieningen op zich nemen en zo zorgen voor de duurzaamheid en de effectiviteit van het waterprogramma.
Het programma voorziet dus in meer water, dat schoon is en dicht bij huis te verkrijgen (zodat de last van het water halen wordt verminderd). Door voorlichting wordt het belang van schoon water aan de bevolking duidelijk gemaakt en de persoonlijke hygiëne bevorderd. Zo voorkomt men dat mensen steeds besmettelijke ziekten oplopen door het drinken van vuil water, door verkeerde toiletgewoonten en door onhygiënisch omgaan met etenswaren. Als er eenmaal betere watervoorzieningen zijn, is het verder erg belangrijk dat die ook op langere termijn beschikbaar blijven. Vandaar het trainingsprogramma, dat de bevolking leert om zelf de waterpompen en waterleidingen te onderhouden. Plannen: De aanleg van 40 waterputten is een van de onderdelen van het programma voor het lopende jaar. Uw bijdrage aan DMF zal o.a. worden gebruikt om een aantal van deze putten en de bijbehorende training en gezondheidsvoorlichting te financieren. Om één waterput met pomp aan te leggen, een lokaal watercomité op te zetten en de bijbehorende onderhoudstraining en gezondheidsvoorlichting te doen is ongeveer 8.200 euro nodig. Voor dit bedrag worden gemiddeld 400 mensen voorzien van schoon water. Verantwoording Tear heeft een goede relatie met Ethiopian Kale Heywet Church opgebouwd. Met dit waterprogramma wordt sinds 2004 samengewerkt. In de jaren ’90 heeft Tear voor een aantal jaren een deskundige uitgezonden, die zowel advies heeft gegeven over management aspecten als ook technische training heeft verzorgd. Het waterprogramma heeft een goede reputatie. Naast de dienstverlening voor de lokale bevolking neemt EKHC ook deel aan overlegorganen op gebied van water op nationaal niveau en neemt daar een erkende positie in. In verleden heeft EKCH aangetoond op een verantwoorde manier projecten uit te voeren. Tear en EKHC hebben beide ervaring opgedaan met dit type projecten. Beide organisaties zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Tear is CBF- en ISO-gecertificeerd en heeft haar eigen projecttoetsing- monitoring- en evaluatiesysteem. Indien u ook wilt bijdragen aan schoon drinkwater en betere sanitaire voorzieningen ten behoeve van de allerarmsten, is dit een project dat uw steun meer dan waard is.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 14 van 34
India (Tear)
Millenniumdoel: 1, 4 en 7
Rampenbestrijding: voorkomen is beter dan genezen Bihar (India) word steeds frequenter en zwaarder getroffen door overstromingen. In de periode van augustus tot oktober 2007 werden 15 miljoen mensen getroffen door een watersnood. De ramp verwoestte 1 miljoen hectare agrarisch land (ongeveer 30% van de oppervlakte van Nederland) en 14.000 huizen, terwijl nog eens 44.000 huizen beschadigd werden. In de eerste week van de overstroming vielen 91 doden in Bihar. Duizenden zonder permanent mensen moesten maandenlang onderdak buiten overleven. Overbevolking, extreme armoede, ontbossing en klimaatverandering zullen de komende jaren rampen blijven veroorzaken en waarschijnlijk verzwaren. Tear-partner EFICOR heeft in de laatste jaren succesvol bijgedragen aan rampenbestrijding. De dorpen waar EFICOR haar projecten heeft uitgevoerd, hebben minder ernstige gevolgen ondervonden van de overstroming en hebben zelfs buurdorpen kunnen helpen. Alarmeringssystemen, vluchtroutes en boten hebben de impact van de ramp verzacht. Een lokaal noodhulpfonds kon gebruikt worden om eten te kopen voor getroffen buurdorpen. Schuilplaatsen hebben huisvesting geboden aan tientallen gezinnen van wie de huizen ondergelopen waren. EFICOR kon de ramp van 2007 niet voorkomen, maar heeft wel bijgedragen aan het verminderen van de gevolgen in het projectgebied. Probleem Bihar – een van de armste staten van India - is bekend om haar overstromingen. Als gevolg van de overstromingen van 1996 overleden 207 mensen. In 1999 raakten 800.000 mensen ontheemd als gevolg van een watersnood. In 2001 waren dat er zelfs 8 miljoen. De overstromingen van 2007 waren de grootste sinds mensen heugenis. Zij troffen 15 miljoen mensen. De grote impact van overstromingen in Bihar kan verklaard worden door overbevolking, ontbossing in het naastgelegen Nepal, slecht watermanagement, (extreme) armoede en klimaatverandering. Verdere opwarming van de aarde zal mogelijk in de toekomst nog extremer weer brengen in Bihar, waardoor overstromingen verder zullen verergeren. De (micro) aanpak Tear-partner EFICOR heeft de laatste drie jaar succesvolle projecten opgezet met als doelstelling: het weerbaar maken van gemeenschappen in overstromingsgevoelige gebieden in Bihar, zodat zij minder zwaar getroffen worden in tijden van extreme regenval. Deze projecten worden uitgevoerd in het district Madhubani. Dit is een van de meest overstromingsgevoelige districten. Madhubani heeft elk jaar tijdens de moesson te lijden onder wateroverlast. De overstromingen zijn meestal het gevolg van enorme hoeveelheden regenwater die worden aangevoerd vanuit het aangrenzende Nepal (de Himalaya) via de rivieren Kosi, Bhadrak and Ganga. Ook dit jaar was Madhubani een van de zwaarst getroffen districten. Gemeenschappen in Madhubani worden sinds 2004 door EFICOR getraind om eerste hulp te bieden, dijken te controleren, een reddingsbrigade op te zetten en evacuatieplannen op te stellen. Dit soort projecten gericht op preventie wordt steeds vaker opgezet om de kwetsbaarheid van (arme) gemeenschappen voor natuurrampen te verkleinen.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 15 van 34
Relatief kleine voorzieningen kunnen mensenlevens redden, maar dragen bovendien bij aan de zelfredzaamheid van de mensen. De aanleg van verhoogde waterputten zorgt ervoor dat in geval van rampen de gemeenschap niet afhankelijk is van waterdistributie door overheid of NGO’s. Schuilplaatsen (dorpsgebouwen op terpen) creëren een veilige plaats voor onderdak, zodat mensen niet buiten hoeven te overnachten. Vluchtroutes zorgen ervoor dat ook zwakke bevolkingsgroepen (kinderen, ouderen en gehandicapten) op tijd een veilige toevlucht kunnen vinden. Het opzetten van een lokaal noodhulp fonds – waaraan mensen zelf bijdragen - zorgt ervoor dat in geval van nood op dorpsniveau financiën voorhanden zijn om voedsel te kopen. De neerslachtigheid die bij veel mensen in Bihar leeft, kan omgekeerd worden in de overtuiging zichzelf te kunnen redden. Dit leidt tot duurzame gemeenschappen die zich gezamenlijk inzetten in de strijd tegen het oprukkende natuurgeweld. Het project is opgezet vanuit een ontwikkelingperspectief. Tear en EFICOR zijn actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking en geloven dat er een verband tussen beide bestaat. De doelstelling is om noodhulp, wederopbouw en ontwikkelingshulp met elkaar te verbinden om zo uiteindelijk bij te dragen aan armoedebestrijding. Tear-partner EFICOR besteedt daarom in dit project ook aandacht aan andere (structurele) oorzaken van armoede zoals analfabetisme en onvoldoende inkomen. Het project omvat onder andere de volgende activiteiten: 1. Trainingen op het gebied van rampenbestrijding 2. Distributie van 50 noodhulpkoffers (luidspreker, zaklantaarn, zwemvesten etc) en 10 boten 3. Aanleg van 15 verhoogde waterpunten, 4 schuilplaatsen en enkele vluchtroutes; 4. Training van de bevolking in het benaderen van de overheid en het bepleiten van eigen belangen (advocacy). 5. Alfabetiseringscursussen 6. Training in alternatieve vormen van inkomensverwerving, zoals melkveehouderij en viskwekerij Participeren EFICOR breidt haar activiteiten uit naar 50 nieuwe dorpen. Deze worden bewoond door Dalits: mensen uit de laagste kaste, die (nog steeds) onderdrukt en achtergesteld worden vanwege hun afkomst. De projectactiviteiten lopen tot 2011. Met een bijdrage van € 35 helpt u via DMF één Dalitgezin om weerbaar te worden. Om een hele Dalitgemeenschap (ongeveer 200 families) goed voor te bereiden op overstromingen is € 6.500 nodig. Het totale project maakt mogelijk dat u samen met DMF en onze partner Tear zorgt voor het veiliger en meer weerbaar maken van 50 basisgemeenschappen in overstromingsgevoelige gebieden in Bihar. Uw financiële bijdrage zorgt ervoor dat bij een volgende ramp de 50 gemeenschappen meer zelfredzaam zijn en hulp aan anderen kunnen bieden in plaats van afhankelijk te zijn van noodhulp. Verantwoording Tear heeft een zeer goede relatie met EFICOR opgebouwd over een periode van twintig jaar. EFICOR is een gerespecteerde organisatie in India – participeert in overheidsorganen op nationaal niveau – en heeft aangetoond op een verantwoorde manier projecten uit te voeren. Tear en EFICOR hebben beide ervaring opgedaan met dit type projecten. Beide organisaties zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Tear is CBF- en ISOgecertificeerd en heeft haar eigen projecttoetsing-, monitoring- en evaluatiesysteem.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 16 van 34
Indonesië (Stichting BOS) on hold
Millenniumdoel: 1 en 7
C02 emissiereductie via lokale milieuvriendelijke werkgelegenheid Samboja Lestari is een project in Indonesië van de locale Stichting BOS (Borneo Orangutan Survival foundation). Daar worden reeds lang ontboste, tot grasland zonder economische waarde gedegenereerde gebieden herbebost door middel van zogeheten agroforestry systemen. Dat wil zeggen dat land gekocht wordt van lokale boeren, die in ruil daarvoor niet alleen geld krijgen maar ook een nieuwe toekomst. Zij gaan met hulp van door Stichting BOS geproduceerde organische compost en nieuwe methoden het land beplanten met vele soorten inheemse bomen. Daar tussenin laten ze diverse niet-overjarige gewassen groeien. Als de kronen van de bomen zich beginnen te sluiten krijgen de betrokken boeren een nieuw stuk land toegewezen. De boeren die meedoen krijgen ook vele andere faciliteiten. Na een aantal jaren, als de bossen zijn aangelegd en de bomen een gesloten kronendak hebben ontwikkeld, krijgen de deelnemende families een stuk land dat (parallel lopend aan hun werkzaamheden) al met suikerpalmen en andere waardevolle soorten is beplant. Zodoende vinden ze op dat moment (gemiddeld zo’n zeven jaar na aanvang van het project) permanente arbeidsplaatsen en inkomsten. Deze stukjes land met hoogwaardige suikerpalmen functioneren tevens als een bufferzone om het herbeboste gebied heen, die het kerngebied tegen branden beschermt. De suikerpalmen produceren suiker die duurzaam (niet destructief) dagelijks getapt wordt uit bloeistengels van de palmen, welke vervolgens omgezet wordt naar ethanol. Meerdere projectdoelen In dit project herstellen we de natuur via herbebossing. Ook scheppen we een permanent en goed alternatief voor de lokale bevolking en tevens een permanente bron van ethanol. We leggen dus CO2 vast in de nieuwe permanente bossen en in de ring van suikerpalmen om het gebied heen, maar ook wordt er nu permanent en op milieuvriendelijke ethanol geproduceerd. Dit betekent een verdere besparing op fossiele brandstoffen. Dit project heeft dus een enorm positief en duurzaam effect op het klimaat. Het nieuwe bos produceert vele verschillende producten, zoals onder andere water, rotan, medicijnen, sierplanten en honing etc. Voorts biedt het nieuwe bos weer een complete leefomgeving voor vele vogels, planten en dieren, waaronder de oerang oetang. Het bos wordt in de gaten gehouden met geavanceerde radarsatellietbeelden waarmee de koolstofeffecten op afstand via het Internet gemonitord en ook door u bekeken kunnen worden. Verder worden de actuele CO2 besparingen geëvalueerd door EcoSecurities en als zodanig gevalideerd zodat de CO2 vastlegging van u als deelnemer aantoonbaar is vastgelegd. De lokale mensen zijn via het project getraind in brandbestrijding en georganiseerd in groepen, zodat het locale sociale systeem de duurzaamheid van het geheel garandeert. Het is mogelijk om via DMF in dit project te participeren en zo ondermeer een meetbare en geverifieerde CO2 reductie te realiseren. Van uw bijdrage wordt land gekocht (wat in een gecontroleerde database uniek aan uw instantie/persoon wordt toebedeeld), wordt het gebied herbebost, krijgen lokale mensen permanent inkomen en worden betrouwbare hoeveelheden CO2 vastgelegd. En de DMF deelnemers krijgen ook bezoekersrechten en kunnen in de ecolodge in Samboja verblijven tijdens hun veldbezoeken. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 17 van 34
De vastgelegde hoeveelheid CO2 blijkt definitief uit de onafhankelijke evaluaties achteraf. Naar schatting wordt in de biomassa zo’n 40 ton CO2 per jaar per hectare permanent vastgelegd voor een periode tot 30 jaar. Daarna neemt de aanwas van de biomassa af, maar nog zo’n 50 jaar door, zij het op een lager niveau. Daarnaast wordt er energie geleverd in de vorm van ethanol in de bufferzone waardoor ca 10 ton CO2 ten opzichte van de fossiele brandstoffen aan CO2 uitstoot wordt bespaard. Daarmee is dit project een van de grootste mogelijkheden voor CO2 compensatie ter wereld, met een grote zekerheid omdat de landstatus en de transparantie gegarandeerd zijn. Gebaseerd op een eenmalige investering van 15.000 euro per hectare en gerekend met een 50 jaar periode, bespaart u dan zo’n 3000 ton emissie van CO2. Graag verwijzen we u naar het filmpje op dvd waar het project in vogelvlucht de revue passeert.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 18 van 34
Kenia Blessed Generation (Stichting Spirit of Faith)
Millenniumdoel: 1, 2, 4 en 7
Een thuis en een toekomst voor weeskinderen in Kenia Weeshuis 1 – Ruiri In Ruiri, ongeveer 30 kilometer van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, staat het weeshuis van Spirit of Faith dat sinds het jaar 2000 wordt geleid door de Friezin Ria Fennema. In dit tehuis worden een veilige omgeving, een Keniaanse opvoeding en een gedegen opleiding geboden aan weeskinderen uit dit gebied. Het weeshuis ontvangt geen overheidssteun en is mede afhankelijk van giften en donaties. Medeafhankelijk, want ook zelf steken ze de handen uit de mouwen via inkomensgenererende projecten. Het weeshuis beschikt o.a. over een eigen lagere school, waar naast de kinderen uit het tehuis ook betalende leerlingen worden aangenomen uit de regio. Een groentetuin op het terrein, kippenhokken en een hondenkennel leveren ook financieel een bijdrage in de kosten van het tehuis alsook de safarireizen waarin het weeshuis bemiddelt. De kinderen die dit willen, maken in hun vrije tijd soapstonebeeldjes om aan toeristen te verkopen. De kinderen (het weeshuis biedt plaats aan maximaal 120 weeskinderen) krijgen een opleiding in drie fasen: eerst de lagere school, daarna een middelbare opleiding in een kostschool, waarbij ze tijdens de vakanties terugkeren naar het weeshuis, en, als een sponsor is gevonden, een beroepsopleiding. Hierbij wordt gekeken naar de capaciteiten en interesse van het kind en de vraag op de arbeidsmarkt. Dit systeem blijkt goed te werken. Van de eerste “lichting” die nu afgestudeerd is, hebben vrijwel alle inmiddels jong volwassenen een baan gevonden. Ze zijn financieel onafhankelijk en klaar om een bijdrage te leveren aan de opbouw van hun land. Deze jongvolwassenen voelen zich verbonden met het weeshuis en geven vrijwillig een percentage van hun inkomen aan het weeshuis om nieuwe kinderen dezelfde kans te geven als zij kregen. Het weeshuis is naast een opvang voor de kinderen ook een werkgever voor de lokale bevolking. Zo kunnen diverse “mama’s” (kinderverzorgsters), leraren, bewakers (Masai krijgers), sociaal werksters etc. hier hun inkomen verdienen en zo hun gezin onderhouden. Weeshuis 2 – Malindi In 2004 ontstonden plannen om ook in het westen van Kenia een weeshuis op te richten. Tijdens het onderzoek naar een geschikte locatie en gesprekken met het lokale maatschappelijk werk ontdekte Ria Fennema dat er 15.000 kinderen in de omgeving van Malindi aan de Keniaanse kust direct hulp nodig hadden. Hier werd een stuk grond aangekocht en is inmiddels een weeshuis operationeel, “Blessed Generation”, een naam die door de kinderen bedacht is. Ook hier is plaats voor 120 weeskinderen. Omdat er veel meer hulp nodig is, is ook gestart met een zogenaamd Outreachprogramma. Het doel van dit programma is het helpen van mensen in hun thuisomgeving en het voorkomen of uitstellen van opname van kinderen in het weeshuis. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 19 van 34
Het gaat hier vaak om weeskinderen die (met moeite) onderhouden worden door grootouders of een oudere broer of zus, die hierdoor zelf geen opleiding heeft kunnen volgen. Samen met een plaatselijke maatschappelijk werkster bezoekt Ria mensen in de omgeving en bekijkt waar welke hulp nodig is. Vaak begint de hulp met voedsel/hygiëne pakketten en medische verzorging, zodat de verzorger kan aansterken. Is men weer in staat om te werken, dan wordt bekeken of de verzorger, als dit een oudere broer of zus is, een beroepsopleiding kan volgen bij bijvoorbeeld de technische school op het weeshuisterrein en zo uitzicht krijgt op betaald werk. Ook kan een passend inkomensgenererend project voor het gezin opgestart worden, zodat ze zichzelf financieel weer kunnen redden. Zo krijgen jaarlijks enkele honderden mensen voedsel en medische hulp, voor 200 kinderen worden de kosten voor lagere of middelbare school betaald en per maand kunnen twee of meer gezinnen een eigen bedrijf starten, waarna ze het Outreachprogramma verlaten en plaats maken voor nieuwe hulpvragen. Weeshuis 3 – Nyamira In december 2007 werden in Kenia verkiezingen gehouden. De op dat moment zittende president was van de Kikuyu stam en de presidentskandidaat was van de Luo stam. Toen de uitslag van de verkiezingen bekend werd en de zittende president de overwinning claimde, werd deze uitslag als corrupt gezien en barstten er gevechten uit. De Luo’s verjoegen alle Kikuyu’s uit het Luo gebied. De Kikuyu’s van hun kant zaten ook niet stil en stuurden alle Luo’s het Kikuya gebied uit. Dit alles ging met veel geweld gepaard. Huizen werden in brand gestoken, vaak met vrouwen en kinderen nog in het huis. Veel mensen werden vermoord, kinderen raakten hun ouders kwijt. Tijdens deze noodsituatie zijn twee werknemers van Blessed Generation in allerijl begonnen om op twee verschillende plekken in Kenia vluchtelingen op te vangen en noodhulp te bieden. Om dit te kunnen doen, was er direct geld nodig. Blessed Generation Nederland is onmiddellijk in actie gekomen. Dankzij donaties kon er direct praktische hulp geboden worden in de vorm van eten en drinken, tenten, dekens etc. Na twee maanden keerde de rust enigszins terug, maar de schade was enorm. Veel kinderen hebben hun ouders verloren. Diverse hulporganisaties, waaronder het Rode Kruis, hebben Blessed Generation gevraagd om deze kinderen op te vangen. Blessed Generation was hier uiteraard niet op voorbereid, er was veel geld nodig om de opvang snel te realiseren. Dankzij financiële hulp door Stichting Blessed Generation Nederland kon er snel een woonhuis worden gehuurd in Nyamira (West Kenia), waar 38 kinderen konden worden opgevangen. Het woonhuis was niet geschikt voor de opvang van weeskinderen op de lange termijn. Er was dringend behoefte aan nieuwbouw. Met behulp van sponsoren en de donatie van een stuk grond door de Keniaanse overheid kon begin 2011 met de bouw van het nieuwe complex worden gestart. Eind december was de bouw gereed met ruimte voor 144 kinderen. Er worden nog steeds kinderen opgenomen die dringend hulp nodig hebben. Dit gaat in overleg met de kinderbescherming. In 2012 is er een lagere school bij het weeshuis gebouwd. De school opent per 1 januari 2013 en naast de kinderen uit het weeshuis kunnen ook kinderen uit de omgeving hier naar school. Verantwoording DMF stuurt u regelmatig een nieuwsbrief per e-mail met de laatste gebeurtenissen in de drie weeshuizen en in het outreach programma. Ook komt Ria Fennema elk jaar een keer naar Nederland om de sponsors via foto’s, film en verdere informatie op de hoogte te brengen van wat er in de afgelopen periode gebeurd is. Via DMF wordt u hierover geïnformeerd en kunt u haar presentaties bijwonen en haar persoonlijk spreken. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 20 van 34
Bosherstel in Vella Lavella, Salomons Eilanden
Millenniumdoel: 1 en 7
Gedurende de laatste decennia hebben de regenwouden in de Salomons eilanden erg geleden onder een niet duurzaam gebruik. Met name Aziatische kapmaatschappijen hebben zich schuldig gemaakt aan de overexploitatie en vernietiging van grote delen van de bossen op deze eilandengroep in de Pacific. Eens strekte het ongerept regenwoud zich uit over een gebied van vele duizenden hectares. Nu echter is het meeste bos uitgekapt of omgevormd naar ander landgebruik. Sommige delen zijn echter nog behouden. In Vella Lavella bijvoorbeeld hebben dorpsbewoners uit Leona zich al meer dan 15 jaar ingezet om hun bosgebied te behouden en te beschermen tegen de Aziatische kapmaatschappijen. Dit doen ze door het bos op een kleine schaal en op een duurzame manier te exploiteren en te gebruiken. Van 1997-2001 is zelfs onder het FSC label eco-hout aan de houtmarkt in Nederland geleverd. In 2007 heeft echter het noodlot toegeslagen. Een houtkapmaatschappij uit Maleisië begon illegaal bomen te vellen en uit te slepen. De bewoners in het gebied begonnen een rechtszaak, maar door de vele vertragingen (corruptie) besloten de vrouwen uit het dorp wegblokkades op te richten om de kapmaatschappij tegen te houden. Bijna 3 maanden hebben ze dag en nacht op de wegen doorgebracht en uiteindelijk is de kapmaatschappij onder deze druk uit het gebied vertrokken.
Blokkade door vrouwen uit Vella Lavella
Hoewel de actie een groot succes was en uniek in de Pacific, werd een deel van het bos permanent beschadigd. Samen met de Natural Resources Development Foundation (NRDF) en een locale dorpsorganisatie (JCDO) hebben de landeigenaren besloten dit deel van hun bosgebied te herstellen. Enerzijds door het bos met groepsgewijze beplantingen te verrijken, anderzijds door bepaalde arealen volledig nieuw in te planten met dezelfde boomsoorten die door de kapmaatschappij zijn geoogst. Een derde deel van dit bosherstelproject is de aanleg van een kleine Teak-plantage op een stuk braakliggend terrein vlakbij het dorp. Het project: Bosherstel Barakasi land, Vella Lavella: Het bosherstelproject bestaat uit 3 componenten: Het herstel (rehabilitatie) van overmatig uitgekapt bos Herplant van locale boomsoorten op open kapvlakten Beplanting van braakliggend terrein met snelgroeiende boomsoorten (Teak) Het doel van het project is enerzijds het terugbrengen van het gekapte bos areaal in zijn meest oorspronkelijke staat, anderzijds om de houtproductie voor de toekomst te waarborgen of zelfs te verbeteren. Verwacht wordt dat het rehabilitatieprogramma en de aanplant met lokale boomsoorten ook als model gebruikt zal gaan worden voor bosherstelprogramma’s in andere gebieden in de Salomons Eilanden. Behalve het herstel van het bos en de houtproductie zal het project veel werkgelegenheid brengen. NRDF zal vooral proberen om zoveel mogelijk vrouwen bij het project te betrekken. Zij waren het tenslotte die de kapmaatschappij hebben tegengehouden en herbebossing leent zich uitstekend om uitgevoerd te worden door vrouwen en jeugd. De resultaten die bereikt zullen worden aan het eind van de vijf jaar zijn: Areaal beschadigd bos van ongeveer 20 hectare verrijkt met beplantingen en onder duurzaam bosbeheer Areaal van 6 hectare aangeplant met locale boomsoorten en onder permanent beheer Areaal van 4 hectare Teak aangeplant op braakliggend terrein Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 21 van 34
Op korte termijn levert het project vooral werkgelegenheid op. Op lange termijn (25-60 jaar) speelt de nieuwe houtproductie een rol. Mits goed beheerd kan een Teakplantage van 4 hectare na 25 jaar zo’n 800 m3 aan hout opleveren. De waarde daarvan ligt op dit moment rond de € 200.000. Voor de mensen een goede investering voor de lange termijn, wetende dat er moeilijkere tijden aanbreken door bevolkingsgroei en prijsstijgingen etc. Ook het duurzaam beheerd en aangeplant natuurlijk bos zal zijn waarde bewijzen. Als laatste noemen we de contributie van de bosaanplant Kleinschalige bosexploitatie met een en duurzaam bosbeheer aan de CO2 opname in verband draagbare zaag in Vella Lavella met klimaatverandering. Alhoewel het project een klein gebied bestrijkt, omvat het gehele gebied dat duurzaam beheerd wordt in Vella Lavella rond de 1.200 hectare. En ingeval dit project inderdaad een model wordt voor de rest van de eilanden, dan heeft het een nog grotere impact en bijdrage. De kosten van het project zijn geraamd op € 9.000. Deze kosten bestaan voor het grootste deel uit arbeidskosten, wat een positieve bijdrage levert aan de economische ontwikkeling en de financiële positie van de bevolking in het gebied. De rest van de kosten betreft vooral het plantmateriaal en het opzetten en beheren van goede kwekerijen.
NRDF NRDF begon in 2003 als een reactie op de overexploitatie van de bossen door Aziatische houtkapmaatschappijen. De organisatie is actief in 3 verschillende projectgebieden waar ongerept regenwoud nog aanwezig is. NRDF probeert door duurzaam bosbeheer deze gebieden te behouden en te beheren zodat de bevolking er het maximale profijt van kan hebben zonder daarbij het bos teveel aan te tasten. Naast duurzaam bosbeheer organiseert NRDF veel workshops en trainingen en helpt het ook in het opzetten van andere kleine projecten zoals honing-, zeep- en kleermakerijen voor vrouwengroepen en kleinschalige landbouwprojecten. Ook helpt de organisatie landeigenaren in rechtszaken tegen houtkapmaatschappijen. De organisatie werkt vanuit Gizo, een kleine Provinciehoofdstad in de Western Province in de Salomons Eilanden.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 22 van 34
Uganda (Tear)
Millenniumdoel: 6
Terugdringen van aids in een oorlogsgebied Uganda was een van de eerste landen die keihard getroffen werden door de aidsepidemie. Daarom is men hier al vroeg begonnen met de strijd tegen het hiv/aidsvirus. Een strijd die succes heeft, getuige het feit dat het percentage geïnfecteerden in Uganda is gedaald van 14% in 1995 tot 6,4% in 2005. Toch is Uganda, naar internationale standaards bekeken, nog steeds een land met een hoog percentage seropositieven en het percentage mensen dat per jaar de infectie oploopt is onacceptabel hoog. Daarnaast herbergt geen land zoveel aidswezen als Uganda. Het zijn er 2 miljoen en dat is bijna 20% van alle Ugandese kinderen. Veel aidswezen vormen in een ‘child headed household’, een gezin waarvan de oudste broer of zus als hoofd fungeert, zonder toezicht of hulp van volwassenen. Of ze zwerven gewoon rond. Maar het aantal kinderen dat lijdt onder de gevolgen van de ziekte is nog veel groter. Kinderen die één of twee zieke ouders hebben, zijn ook heel kwetsbaar, evenals kinderen die zelf besmet zijn met hiv/aids. Een andere kwetsbare groep wordt gevormd door pleeggezinnen die wezen in huis hebben genomen. Gezinnen die toch al arm waren komen daardoor nog dieper in de armoede terecht en kunnen nauwelijks voor hun (pleeg)kinderen zorgen. Kortom, na een kwart eeuw hiv/aids is de situatie in Uganda nog steeds ernstig. Op dit moment leeft een miljoen mensen met het virus. Jaarlijks raken 135.000 mensen besmet, waarvan 27.000 baby’s. Het percentage infecties is het hoogst bij prostituees, vrachtwagenchauffeurs, visboeren en militairen. En in het noorden van het land is de problematiek de laatste jaren verergerd door de oorlogssituatie. Oorlogsgebied Sinds 1990 lijden noordelijke districten Kitgum, Gulu en Pader onder een opstand van de Lord’s Resistance Army (LRA), een groep rebellen berucht om hun wreedheid en hun gewoonte om kinderen te ontvoeren, te mishandelen en exploiteren. 80 procent van de bevolking is gevlucht uit angst voor de rebellen en verblijft in kampen. De besmettingspercentages voor aids waren in 2004 in dit gebied 9,1 en dat was veel hoger dan het landelijke percentage van 6,2. Allerlei factoren bevorderen op dit moment de verspreiding van aids in het noorden van Uganda: Armoede Veel vrouwen en meisjes in vluchtelingenkampen gebruiken seks om te overleven. Ze bieden hun lichaam aan in ruil voor eten, zeep of geld. Andere mogelijkheden om zichzelf in leven te houden hebben ze vaak niet. Meisjes worden bovendien, door hun moeilijke leefsituatie en het ontbreken van toekomstperspectieven, gemakkelijk tot seks overgehaald met het lokaas van kleine cadeautjes, bijvoorbeeld snoep. Condooms worden hierbij zelden gebruikt. De meisjes nemen zelf het initiatief niet of laten zich intimideren door de man die geen condooms wil. Verveling Omdat er weinig te doen is in de kampen laten veel jongeren zich verleiden om de tijd te doden door (onbeschermde) seks met wisselende partners. Groepsdruk speelt hierbij een belangrijke rol.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 23 van 34
Onveilige omgeving Veel mensen die aan de rand van steden of kampen wonen, vooral kinderen en tieners, trekken ’s avonds naar een relatief veilige slaapplek, meestal in het centrum van een kamp of een stad Zij doen dit uit angst om ’s nachts ontvoerd te worden door de LRA. Soms betekent dit een wandeling van 15 kilometer, ’s avonds heen en ’s ochtends terug. Deze onveilige situatie geeft geregeld aanleiding tot verkrachting en andere vormen van seksueel misbruik. Ontvoering De afgelopen jaren heeft de LRA op grote schaal kinderen ontvoerd en gebruikt als kindsoldaat of als seksslavin. De helft van de kinderen die ontsnapt zijn uit hun gevangenschap blijken besmet met hiv/aids. Polygamie Veel mannen in het projectgebied hebben twee tot vijf vrouwen. Het project In dit gebied heeft ACET ervoor gekozen om zich te richten op de meest ernstige problemen: de situatie van wezen en andere kinderen die lijden onder de gevolgen van aids, en de kwetsbaarheid van tieners en adolescenten. ACET benadert deze groepen via bestaande gemeenschapsverbanden, in dit geval zijn dat voor een belangrijk deel lokale kerken. Die worden toegerust en gefaciliteerd om in hun eigen omgeving een adequaat antwoord te geven op de aids-problematiek. Het doel van het project is het voorkomen van hiv/aids-infecties bij tieners en adolescenten en het geven van zorg en ondersteuning aan weeskinderen en andere kwetsbare kinderen. Preventieve activiteiten onder jongeren ACET produceert en verspreidt voorlichtingsboodschappen gericht op jongeren. Dat gebeurt met gedrukte materialen, via seminars, drama en films, via de massamedia, op scholen, in kerken enz. ACET zet jongerenprogramma’s op in lokale kerken over hiv/aids, levensstijl en relaties, uitgaand van waarden als liefde en trouw. ACET organiseert gesprekken binnen lokale gemeenschappen over sociale factoren die hiv/aids bevorderen en de manier waarop die beïnvloed kunnen worden. ACET traint kerken en christelijke organisaties om zich verder te ontwikkelen en om hiv/aidsvoorlichting gebaseerd op waarden als liefde en trouw in hun activiteiten te integreren. ACET geeft voorlichting over het belang van een hiv/aids-test en informeert jongeren waar zij zich kunnen laten testen. Zorg voor aidswezen en andere kwetsbare kinderen en tieners ACET geeft beroepstrainingen en helpt gezinnen die getroffen zijn door hiv/aids om activiteiten op te zetten die het inkomen verbeteren. Dat zijn bijvoorbeeld gezinnen die aidswezen onder hun hoede hebben genomen, gezinnen met een aids-patiënt en gezinnen waarvan het hoofd een kind/tiener is. ACET geeft door aids getroffen gezinnen landbouwtraining, zodat ze meer voedsel kunnen verbouwen, en voorziet hen van zaaizaad en varkens. ACET ondersteunt gezinnen met aidswezen en andere kwetsbare kinderen, bijvoorbeeld met medicijnen. ACET traint kerken om zorg te verlenen aan aidswezen en andere kwetsbare kinderen. Concrete doelen voor het komende jaar 15.000 jongeren in Noord-Uganda bereiken met goede voorlichting over hiv/aids, levensstijl en relaties. Hiervoor is € 20.500 nodig. Zorg en ondersteuning geven aan 3000 wezen en andere kwetsbare kinderen. Hiervoor is € 5000 nodig. Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 24 van 34
Door dit project te steunen draagt u via DMF direct bij aan het verwezenlijken van één van de acht millenniumdoelstelling, namelijk het doel dat zich richt op bestrijding van hiv/aids: Doel 6: Het stoppen en terugdringen van de verspreiding van hiv/aids.
Verantwoording ACET wordt door Action AID Africa gezien als een van de sleutelorganisaties in het steunen en faciliteren van de ontwikkeling van een gezamenlijk antwoord van de plaatselijke kerken op de aids-problematiek. ACET heeft de afgelopen jaren samengewerkt met een verscheidenheid aan kerken en christelijke organisaties in Uganda. Het bereik van de organisatie blijft groeien en heeft zich inmiddels uitgebreid naar landen als Ethiopië, Ruwanda, Burundi, Tsjaad, Madagascar, Sudan, Kenia, Tanzania en Congo. ACET wordt al jaren gesteund door Tear en heeft bewezen goede programma’s te kunnen uitvoeren die een substantiële bijdrage leveren aan de strijd tegen aids in Uganda. Tear is CBF- en ISO-gecertificeerd en heeft haar eigen projecttoetsing-, monitoring- en evaluatiesysteem.
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 25 van 34
Bijlage 3 Verklaring accountant
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 26 van 34
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 27 van 34
Bijlage 4
Rapportage waterproject Tear
Schoon drinkwater in Ethiopië Land Partner
Projectnaam Projectnummer Projectperiode
Ethiopië Ethiopian Kale Heywet Church (EKHC) Integrated Water and Sanitation Programme (IWSP) Water, sanitatie en gezondheidsvoorlichting 2011045 2012
Inleiding Het waterprogramma in Ethiopië ging vorig jaar een nieuwe driejarige fase in. In deze nieuwe fase moeten 96.900 mensen in 3 regio’s van Ethiopië voorzien worden van schoon drinkwater, samen met voorlichting over hygiëne en gezondheid en de aanleg van latrines. Ethiopië is sterk in ontwikkeling, als je kijkt naar de hoofdstad, met veel nieuwbouw, bedrijven en gebruik van moderne communicatie. Ethiopië is al eeuwen hetzelfde, als je op bezoek bent in de dorpen, waar oude landbouwmethodes worden toegepast, mensen moeten overleven van de opbrengst van een geërodeerd stukje land en van drinkwater uit een rivier die ver weg ligt. Er is zeker ontwikkeling, maar op de grote bevolking van ruim 80 miljoen mensen is er veel inspanning nodig om basisvoorzieningen te verbeteren. Ethiopië heeft in augustus 2012 het nieuws gehaald: Eerst overleed de hoogste leider van de Orthodoxe kerk, Abune Paulos, en vervolgens regeringsleider Meles, die het land heeft geleid sinds de overwinning op de communisten in 1991. Dit heeft naast gevoelens van rouw ook een gevoel van onzekerheid gebracht over de toekomst. In een land met zo veel verschillende stammen, talen en ook diverse geloofsrichtingen is stabiliteit een kostbaar goed. Temeer omdat de buurlanden Soedan, Eritrea en Somalië zeer instabiel zijn. De kerk in Ethiopië heeft een moeilijke tijd gehad tijdens het communistische bewind, met vervolging en sluiting van gebouwen. Tijdens het nieuwe bewind is er wel ruimte gekomen, al heeft de overheid geëist dat sociale activiteiten worden ondergebracht in aparte organisaties, zodat er een scheiding is van geloof en hulpverlening. In de laatste 3 jaar heeft de overheid meer regels opgelegd, niet alleen Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 28 van 34
voor kerkelijke organisaties, maar voor allerlei sociale organisaties, om te waken tegen antioverheidsactiviteiten. Er zijn wel klachten vanuit de internationale gemeenschap over dit gebrek aan vrijheid in het land. Toch zijn de banden met het Westen goed, omdat Ethiopië een stabiele factor is in de regio. De Ethiopian Kale Heywet kerk (EKHC) is actief op allerlei terreinen, zoals hiv- preventie en zorg, voedselzekerheid, spaar- en kredietgroepen voor arme mensen en alfabetisering. Het waterprogramma is een groot programma, dat gebruik maakt van een boorinstallatie. De manager van het programma komt naar Nederland in september 2012, omdat hij tijdelijk voor studie in Engeland is. Hij zal daarbij ook contact hebben met enkele groepen in Nederland die het waterprogramma in Ethiopië ondersteunen. Plannen voor 2012 Dit warende plannen voor 2012: 1. Aanleg van waterputten en plaatsen van handpompen (55 werkende putten per jaar); 2. Beschermen van bestaande waterbronnen en handgegraven putten tegen vervuiling (bijvoorbeeld door dieren); 3. Aanleg van kleinschalige waterleidingsystemen (werkend op de zwaartekracht) met 2 systemen per jaar; 4. Motiveren van dorpsbewoners voor het bouwen van latrines; 5. Onderwijs, voorlichting en training aan dorpsgemeenschappen over hygiëne en gezondheid, met bijzondere aandacht voor vrouwen; 6. Training van een lokaal comité en technische mensen uit het dorp voor onderhoud aan hun watervoorziening; 7. Training van overheidsstaf van het district om steun te geven aan de comités. Behaalde resultaten In het afgelopen jaar heeft het programma de volgende resultaten behaald: 1. Er zijn 62 putten geslagen, waarvan er 9 door de specifieke bodemgesteldheid instortten tijdens het boren, en 5 anderen te weinig water gaven. Er zijn dus 49 succesvolle putten geslagen. 2. Er zijn 2 watersystemen werkend op zwaartekracht voor 17.150 personen aangelegd en klaar, terwijl er aan 2 nieuwe systemen begonnen is 3. Er zijn 26.329 personen getraind op het terrein van preventieve gezondheidszorg 4. Er zijn 624 personen getraind voor de bestuur van de diverse waterputten en systemen 5. Er zijn 135 personen getraind voor onderhoud van de watersystemen 6. Er zijn 2932 latrines door de inwoners aangelegd op aanwijzingen van het programma Toekomst Inmiddels heeft Tear het voorstel voor het nieuwe jaar ontvangen. Tear hoopt in samenwerking met DMF opnieuw een financiële bijdrage van € 35.000 aan dit programma te geven. Behalve van Tear krijgt het programma ook steun van Tear-zusterorganisaties in Australië en Engeland, terwijl ook organisaties in de USA en Duitsland een bijdrage geven. Budget en uitgaven De meeste uitgaven voor het waterprogramma zijn gedaan in de periode vanaf maart 2012, omdat daarvoor nog met restgelden van de vorige fase kon worden gewerkt. Het geld van Tear/DMF is volledig besteed (€35.000). Een voorbeeld van het effect van het programma Mevrouw Adanech Abera woont in het dorpje Bekafa in Zuid Ethiopië, 280 kilometer van de hoofdstad Addis Abeba. Ze vertelt dat haar dorp vroeger onbeschermd water dronk, wat meer dan een uur lopen weg was (heen en terug). Nu ze een watersysteem in haar dorp heeft door het waterprogramma, zegt ze: ‘Dit is een gave van God, want mijn familie heeft nu de mogelijkheid om schoon en veilig water te drinken vlak bij ons huis, voor de eerste keer in ons leven.’ Behalve schoon water heeft ze nu ook genoeg kennis om ziektes te voorkomen door betere hygiëne en het gebruik van zee, bijvoorbeeld voor het eten en na gebruik van de latrine. Daarnaast heeft ze geleerd haar eigen omgeving schoon te houden door het aanleggen van een afvalkuil en een latrine, en door een andere manier van koken. Caspar Waalewijn/Martin Visscher Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 29 van 34
Bijlage 5
Rapportage klimaatproject NRDF
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 30 van 34
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 31 van 34
Bijlage 6
Spirit of Faith/Blessed Generation
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 32 van 34
Bijlage 7
GKV Assen/Kloosterveen, collecte 25 maart 2012
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 33 van 34
Stichting Dutch Millennium Foundation Postbus 312 9400 AH Assen Telefoon 026 – 443 20 92 Fax 026 – 443 55 47
[email protected] www.dutchmillenniumfoundation.nl KvK Arnhem 09179954 BTW nr. NL8191.42.219.B01 Postbank 5141712 Door de belastingdienst erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling
Jaarverslag 2012 – Stichting Dutch Millennium Foundation – Pagina 34 van 34