Jaarverslag 3H Huiswerk, Hulp en Huisvesting 2014
Jaarverslag 2014 3H 1
Voorwoord Voor u ligt de rapportage van 3H over het jaar 2014. 3H werkt preventief. 3H staat voor: Huiswerk, Hulp en Huisvesting. De integrale aanpak van 3H biedt perspectief op onderwijssucces, het behalen van een startkwalificatie door overbelaste mbo-studenten. 3H biedt kansrijke jongeren, die door hun persoonlijke situatie hun opleiding niet goed op orde krijgen, de mogelijkheid tot verandering. Jongeren die via 3H hun diploma behalen worden gestimuleerd tot het vervolgen van hun studie in het mbo of het hbo. De startkwalificatie biedt een goede uitgangspositie op een perspectiefrijke loopbaan. Het voorkomt langdurige jeugdwerkloosheid en maatschappelijke uitval. In 2014 hebben 33 mbo-studenten aan 3H deelgenomen. Ymere stelde 21 en Stadgenoot stelde 3 studentenwoningen beschikbaar. De studenten woonden zelfstandig en kregen ambulante begeleiding van Spirit, gericht op het versterken van eigen kracht en het bereiken van schoolsucces. Bureau Westerbeek begeleidde de studenten bij budgettering en waar nodig schuldhulpverlening. Ymere en leerwerkbedrijf WW&W hebben als private partijen de woonbegeleiding van nog eens 10 jongeren gefinancierd. Hiermee komt het totale bereik in deze unieke publiek/private samenwerking op 43 jongeren. Er werd contact gelegd met de Alliantie om mogelijkheden tot verdere uitrol te onderzoeken. Afgelopen jaar behaalden 11 jongeren hun startkwalificatie. Het merendeel stroomde door naar een vervolgopleiding. Een deel ging met het diploma op zak aan het werk in een vaste baan. In een enkel geval deden deze jonge Amsterdammers een beroep op de uitstroomtafel voor huisvesting. Hiermee is voor hen een solide basis gelegd voor een succesvolle toekomst. In 2014 ging de stedelijke plaatsingscommissie van start. De Amsterdamse WLW-projecten bespreken gezamenlijk de aanmeldingen om zo te komen tot optimale plaatsingsbeslissingen. In oktober verzorgden de gezamenlijke WLW-projecten een scholing voor de jeugdadviseurs van Spirit op de mbo-scholen over de aanmeldprocedure voor de WLW-projecten. Daar waar de jeugdzorg in transitie verkeert, levert 3H met haar beproefde aanpak perspectief aan overbelaste jongeren op weg naar hun startkwalificatie.
R. Winter Lid Raad van Bestuur ROC van Amsterdam Penvoerder
Jaarverslag 2014 3H 2
0.
Managementsamenvatting
De samenwerkende partners hebben zich verplicht tot het verlenen van diensten en het opleveren van producten conform de subsidiebeschikking. Verwachte output op 31-12-2014: 1.
30 studenten nemen deel aan 3H.
2.
Meer dan 80% van deze studenten vervolgt de mbo-opleiding en/of behaalt een startkwalificatie.
3.
Er is een casusanalyse beschikbaar van deze 30 studenten.
4.
Van de aanpak is een overdraagbare methodiekbeschrijving beschikbaar.
Mijlpalen in 2014: 1.
Aan 3H namen 33 mbo-studenten deel, waarvan 88% de opleiding vervolgde en/of een startkwalificatie behaalde.
2.
Over de unieke formule van 3H is in 2014 gesproken met de Alliantie
3.
De publiek/private samenwerking met Ymere en leerwerkbedrijf WW&W heeft geleid tot aanvullende private financiering van 10 trajecten, waarbij 100% van de jongeren de mbo-opleiding vervolgde en / of een startkwalificatie behaalde.
4.
De film ‘Alles start bij school’ en het Handboek 3H zijn beschikbaar.
5.
In 2014 zijn de eerste jongeren met een startkwalificatie op zak uitgestroomd naar een baan en een uitstroomwoning via de uitstroomtafel.
6.
De stedelijke plaatsingscommissie is van start gegaan met een gezamenlijke stedelijke plaatsingsprocedure voor alle WLW-projecten. Nr
Realisatie 3H over 2014
N
%
1
Deelname studenten 3H
33
100
2
Vervolgt de mbo-opleiding in 2015 op weg naar startkwalificatie
18
55
5
15
4
12
3 4
Behaalt startkwalificatie én vervolgt mbo-studie op hoger kwalificatieniveau Behaalt startkwalificatie én stroomt door naar een vervolg opleiding in het hbo
5
Behaalt startkwalificatie én gaat aan het werk met uitstroomwoning
1
3
6
Behaalt startkwalificatie én verhuist buiten Amsterdam
1
3
5
Is uitgevallen vanwege verhuizing
2
6
6
Is uitgevallen om gezondheidsredenen
1
3
7
Is uitgevallen vanwege werk, woning en bedrijfsopleiding
1
3
Schoolsucces
29
88
Uitval
4
12
Jaarverslag 2014 3H 3
Nr 1 2 3 4
Realisatie doelen 3H over 2014 Deelname van 30 studenten aan 3H Meer dan 80% van deze studenten vervolgt de mbo-opleiding en / of behaalt een startkwalificatie Van 30 studenten is een casusanalyse beschikbaar Van de aanpak is een overdraagbare methodiekbeschrijving beschikbaar
Behaald
Conclusies:
De preventieve aanpak, beloning van goed gedrag werkt: 3H studenten behalen schoolsucces.
Uniek in de formule is woonbegeleiding in een gewoon huis in een gewone straat in de stad.
De som is meer dan de delen, de synergie tussen de partners maakt de formule.
Stadgenoot participeert in 3H, met de Alliantie is contact gelegd.
Uit private middelen, Ymere en leerwerkbedrijf WW&W1 werden aanvullend 10 trajecten gefinancierd.
Waar nodig is via de uitstroomtafel een uitstroomwoning gerealiseerd.
De stedelijke plaatsingscommissie functioneert.
Door de publiek-private samenwerking is er 2014 een totaal bereik voor de 3H aanpak gerealiseerd van 43 mbo-studenten met een succes van 91%.
1
www.wwenw.nl
Jaarverslag 2014 3H 4
1.
Doelstellingen
De doelen van 3H zijn: 1.
Behouden van mbo-studenten voor het ROC van Amsterdam.
2.
Deelname aan 3H van die mbo-studenten die in een risicovolle situatie verkeren.
3.
Realiseren van schoolsucces in het mbo, behalen van een startkwalificatie door de studenten.
4.
Bevorderen van doorstroom van de studenten naar het maximaal mogelijke kwalificatieniveau.
5.
Ontwerpen, ontwikkelen, uitvoeren en beschrijven van de formule.
De prestatie-indicatoren van 3H voor 2014 zijn: 1.
30 jongeren nemen deel aan 3H.
2.
80% van de deelnemende jongeren vervolgt de mbo-opleiding en/of behaalt een startkwalificatie.
3.
Voor 30 jongeren is er een plek beschikbaar.
4.
Er is een casusanalyse van de geplaatste jongeren.
5.
Er is een overdraagbare methodiekbeschrijving.
Jaarverslag 2014 3H 5
2.
Realisatie
2.1.
Deelname van 30 jongeren
Er zijn in 2014 door het ROCvA in samenwerking met Spirit 33 mbo-studenten geselecteerd voor deelname aan de 3H die voldoen aan de criteria. Zij zijn gestart in een hulpverleningstraject van Spirit op basis van een ondertekende woonbegeleidingsovereenkomst. 33 jongeren namen deel aan 3H. Conclusie deelname: Prestatie-indicator 1: met 33 in de 3H geplaatste jongeren is de norm 30 jongeren nemen deel aan de 3H ruimschoots gehaald.
2.2.
Behouden van 30 jongeren in de mbo-opleiding
Van de 33 studenten zijn de resultaten qua studieloopbaan: 1.
18 studenten (55%) vervolgen hun mbo-opleiding
2.
11 studenten (33%) hebben een startkwalificatie behaald
3.
4 studenten (12%) zijn uitgevallen
Tabel 1a Resultaten
Resultaat 1e pilot (2010) Vervolgpilot (2011) 2012 2013 2014
Vervolgt de opleiding 57 % 55% 63% 67,5% 55%
Behaalt een startkwalificatie 18% 36% 26% 17,5% 33%
Valt voortijdig uit 25% 9% 11% 15% 12%
Bereikt aantal jongeren 16 33 35 40 33
De trend is dat de resultaten stabiel blijven, met rond de 90% succes: Tabel 1b Resultaten percentueel
Jaarverslag 2014 3H 6
Resultaten 120 100 80 60 40 20 0 2010
2011 vervolgt opleiding
2012
2013
behaalt startkwalificatie
2014
valt uit
tabel 1c Resultaten percentueel
Resultaten 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2010
2011 start kwalificatie
2012
2013
vervolgt de opleiding
2014 uitval
Doorstroom Van de 11 studenten die in 2014 hun startkwalificatie hebben behaald, vervolgden in schooljaar 2014/2015 5 studenten hun studie in een mbo-opleiding op een hoger kwalificatieniveau. 4 studenten vervolgden hun studie in een hbo-opleiding. 1 student verhuisde na het behalen van hun diploma. 1 student behaalde het mbo-4 diploma en is aan het werk gegaan. 18 studenten vervolgden hun opleiding en 4 studenten vielen uit.
Jaarverslag 2014 3H 7
Tabel 2a Doorstroom, opleiding qua opleidingsniveau / vervolgperspectief per 31-12-2014 percentueel
Doorstroom 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Mbo-1
Mbo-2
Mbo-3
2014/2015 % N = 33
Mbo-4
Hbo
2013/2014 % N=40
Vavo
Werk
2012/2013 % N = 35
Verhuisd Uitgevallen 2011/2012 % N=33
Tabel 2b Doorstroom: opleiding qua niveau per 31-12-2014 absoluut
Opleiding
2014/2015
2013/2014
2012/2013
2011/2012
mbo-1
1
0
0
1
mbo-2
8
17
11
5
mbo-3
4
4
7
5
mbo-4
9
11
10
13
Hbo
4
0
3
6
Vavo
1
0
0
0
Werk
1
2
0
0
Verhuisd
1
0
0
0
Uitgevallen
4
6
4
3
Totaal
33
40
35
33
Jaarverslag 2014 3H 8
Tabel 2c Doorstroom: opleiding qua niveau per 31-12-2014 percentueel
2014/2015
2013/2014
2012/2013
2011/2012
% N = 33
% N=40
% N = 35
% N=33
mbo-1
3
0
0
3
mbo-2
24,5
42,5
31
15
mbo-3
12
10
20
15
mbo-4
27,5
27,5
29
39
Hbo
12
0
9
19
Vavo
3
0
0
0
Werk
3
5
0
0
Verhuisd
3
0
0
0
Uitgevallen
12
15
11
9
Totaal
100
100
100
100
Opleiding
Uitval De uitvalredenen zijn:
a.
Eén student is aan het werk gegaan als kapper, in combinatie met een bedrijfsopleiding.
b.
Twee studenten zijn verhuisd naar een woonplaats buiten Amsterdam.
c.
Eén student is gestopt wegens acute gezondheidsredenen. Hij doorloopt een specialistisch zorgtraject en heeft een plek gekregen in een gespecialiseerde instelling.
Wooncarrière Van de 33 studenten is de wooncarrière: a.
9 studenten hebben een campuscontract en vervolgen hun studie succesvol (27,2%)
b.
14 studenten vervolgen hun studie in combinatie met woonbegeleiding (42,4%)
c.
5 studenten vervolgen de studie in zelfstandige huisvesting (15,2%)
d.
1 gediplomeerde is gaan werken, met zelfstandige huisvesting via de uitstroomtafel (2%)
g.
3 studenten zijn verhuisd met zelfstandige huisvesting buiten Amsterdam (9%)
h.
1 student is gestopt met de opleiding en heeft een beschermde plek gekregen in een gespecialiseerde instelling (2%)
Jaarverslag 2014 3H 9
Tabel 3 Wooncarrière percentueel
Wooncarrière 70 60 50 40 30 20 10 0 N=33
N=40
N=35
N=33
2014
2013
2012
2011
Woonbegeleiding
Campuscontract
Eigen huisvesting
Uit woning
Conclusie resultaat: Prestatie-indicator 2: met 29 studenten die behouden zijn in een passende beroepsopleiding (88%), waarvan 11 een startkwalificatie hebben behaald, waarvan 5 zijn doorgestroomd naar een vervolgopleiding op mboniveau, 3 zijn doorgestroomd naar een hbo-opleiding, 2 zijn verhuisd buiten Amsterdam en 1 aan het werk is gegaan, is de norm dat 80% van de studenten behouden blijft voor de opleiding dan wel een startkwalificatie behaalt, ruimschoots gehaald.
2.3.
Casusanalyse studenten
Alle studenten voldoen aan de Winsemius-definitie van ernstig overbelaste jongeren. Hun situatie is te kenmerken als zeer belastend dan wel onveilig2. Zij werden geconfronteerd met complexe levensvragen en zijn bezig zaken een plek te geven. Rouwverwerking vanwege het verlies van dierbaren of geschonden vertrouwen trekt sporen, leidt tot concentratieverlies, en ondermijnt de actieve leercapaciteit. Leren vereist rust in hoofd en hart. Voor ieder van de studenten was er urgentie om ze uit de situatie te halen. Het gaat om een neutrale en veilige plek om te studeren.
2
misbruik en mishandeling
Jaarverslag 2014 3H 10
Profiel van de doelgroep De 3H-studenten zijn doorzetters, willers en kunners, voor wie geldt dat het noodlot bestaat. Allen vallen onder de doelgroep Leerplicht Plus. De trends zijn: -
Jongens zijn in 2014 oververtegenwoordigd; dit is een trendbreuk (61%).
-
De 20-23 jarigen zijn bij plaatsing sterk vertegenwoordigd (76%).
-
80 procent heeft een dubbele identiteit en allen hebben een Nederlandse nationaliteit. Trend is dat 3H steeds meer een evenredige afspiegeling wordt van de diverse Amsterdamse bevolking, met een lichte oververtegenwoordiging van een Surinaamse of Marokkaanse achtergrond. Alle opleidingsniveau’s zijn vertegenwoordigd bij toelating tot 3H.
-
Trend is dat opleidingsniveau niveau 2 evenredig vertegenwoordigd is met opleidingsniveau 4. Tabel 4a Sekse, deelname percentueel
Sekse 150 100 50 0 2014 N=33
2013 N=40
2012 N=35
2011 N=33
2010 N=16
Vrouw
Tabel 4b Leeftijd / Sekse
Leeftijd / Sekse
2014 M
V
2013 M
2012 V 17,5
18-19
9
3
20
20-21
27
18
20
12
5
3
0
2,5
3
5
2,5
22-23
18
24-25 26
6 0
M
2011 V
M
V
20
37
9
24
20
3
11
15
12
7,5
11
3
15
15
0
6
6
6
9
0
0
0
Jaarverslag 2014 3H 11
Tabel 4c Leeftijd / Sekse
Leeftijd/Sekse
40 35 30 25 20 15 10 5 0 M
V 2014
18-19
M
20-21 2013
V
22-23
M V 24-25 26 2012
M
V 2011
Overbelasting De ernst van de achterliggende problematiek verschilde nauwelijks ten opzichte van de voorgaande jaren. We plaatsen ook jongeren die zich willen onttrekken aan een crimineel milieu (top-600 problematiek). Alle studenten waren geconfronteerd met een draaglast die ver voorbij een voor de leeftijd redelijke draagkracht ging. Het betrof meervoudige complexe problematiek. In alle gevallen leidde de ernst van de problematiek tot schoolverzuim. Pas als hun schoolsucces in gevaar kwam, vroegen de studenten hulp bij de jeugdadviseurs van Spirit in het Loopbaan Expertise Centrum van het ROC van Amsterdam. Vermeldenswaard is de combinatie met specialistisch behandeling in de gezondheidszorg en de combinatie met jeugdschuldhulpverlening.
Tabel 5a Plaatsingsbeslissing
Plaatsingsreden 60 50 40 30 20 10 0 Dakloos 2014
Onveilig 2013
Overbelast 2012
2011
Criminaliteit
(Half)wees
2010
Jaarverslag 2014 3H 12
Tabel 5b Plaatsingsbeslissing
Reden tot plaatsing
2014 Aantal N=33
2014 %
2013 Aantal N=40
2013 %
2012 2012 Aantal % N=35
2011 2011 Aantal % N=33
2010 2010 Aantal % N=16
Dakloos - sofahopper
10
30
8
20%
10
28%
10
31%
6
37%
Onveilig – fysiek, psychisch en/of seksueel geweld
16
49
15
37,5%
13
37%
12
36%
4
25%
Overbelast – jonge mantelzorger
3
9
10
25%
6
17%
9
27%
4
25%
Onttrekken aan crimineel (thuis)milieu
2
6
2
5%
3
9%
-
-
-
-
(Half)wees
2
6
5
12,5%
3
9%
2
6%
2
13%
Totaal
33
100%
40
100%
35
100%
33
100%
16
100%
Tevens in specialistische behandeling voor gezondheidsproblemen, psychisch, chronische ziekte, beperking
14
43%
26
65%
28
80%
9
27%
-
-
Tevens jeugdschuld
18
55%
28
70%
27
77%
25
76%
-
-
Tabel 5c Bloemlezing Bloemlezing uit de aandraagformulieren 2014: -dakloos, op de vlucht voor stiefvader, obesitas; -nieuwkomer uit sloppenwijk Casablanca, ziet thuis criminaliteit en neemt daar afstand van; moet inkomen afstaan -mishandeld door vader, BJAA, kinderbescherming, Doggershoek -mishandeld door vader en uit huis gezet door gewelddadige vader -via Nieuwe Perspectieven, moeder in Suriname, niet geaccepteerd door vader -via Blijfhuis, moeder alcoholist, misbruik door stiefvader -via Spirit 16+; uitgeplaatst op 16-jarige leeftijd omdat oma als opvoedouder het niet langer aankon; suikerziekte -zwervend, door moeder uit huis gezet vanwege seksuele geaardheid -mishandeld door ouders en vriend -OTS, onveilig, uit huis geplaatst door Bureau Jeugdzorg; in hulpverleningscircuit gezworven van crisisplek naar crisisplek -Wajonger die weg moet uit begeleid wonen Spirit 16+; Asperger -halfwees, mishandeld door stiefmoeder, via Nieuwe Perspectieven, Bureau Leerplicht, HALT -zwervend, uit huis gezet door moeder, mishandeld door broer -topsporter; uit huis gezet door depressieve moeder met psychische klachten, · -moeder naar Suriname; tijdelijk bij opa die seksuele geaardheid niet accepteert -dakloos, als 17-jarige uit huis gezet door moeder; zus die sofa bood moest zelf naar crisesopvang door gewelddadige vriend -depressief vanwege controlerende, negatieve moeder -halfwees, niet geaccepteerd door stiefmoeder; autistische broer, agressieve vader; via Hvo/Querido; suikerpatiënt; -sofahopper; als 12-jarige door moeder naar verslaafde vader met stemmingswisselingen gestuurd en daar uit huis gezet -onveilige thuissituaties; mishandeling door vader; gewelddadige oom bij oma -financiële uitbuiting door stiefvader -dakloos; Eritrese moeder in Duitsland; uit huis gezet door Nederlandse vader -dakloos; ouders psychisch ziek met schulden; zelf slachtoffer van geweldsmisdrijf; scoliose -halfwees, vader recent overleden; moeder uit ouderlijke macht gezet; dakloos -vader in crimineel milieu; zelf PIJ; JOC, Amstelbaken; gediagnosticeerd met ADD en PDD-NOS -zwervend; vader in Aruba, door beide ouders niet geaccepteerd vanwege seksuele geaardheid -mishandeld door stiefvader met bipolaire stoornis; moeder naar Brazilië gevlucht; onveilig -dakloos; moest pleeggezin verlaten omdat hij 18 is geworden -dakloos, woonde bij oom, kon daar na huwelijk niet blijven, uit huis gezet door stieftante; zwervend tussen hostel en sofa -sofahopper, door moeder uit huis gezet, tijdelijke opvang bij zus in gezin met kleine kinderen -onveilig bij vriend, via Blijfhuis en Hvo/Querido; ADD, tremor -ernstige mishandeling door vader waardoor blijvend rug letsel; onveilig voor moeder en zusje met downsyndroom -financiële uitbuiting, moeder met schulden, geen gas&licht, onrustig, veel stress
Jaarverslag 2014 3H 13
De casusanalyse leidt tot nadere profilering van de doelgroep: 1.
De 3H student valt onder de Winsemius-definitie van ‘ernstig overbelaste jongeren’.
2.
De 3H student is steeds vaker een jongen (61%), tussen de 20-23 jaar, met een dubbele identiteit en een Nederlandse nationaliteit, die een opleiding volgt op mbo 2-4 niveau.
3.
De 3H student wil (motivatie) en kan (cognitie) een startkwalificatie halen.
4.
De 3H student kent urgentie in het ordenen van de persoonlijke situatie.
5.
De 3H student is een potentiële zorgmijder die liever de eigen zaakjes oplost.
6.
De 3H student kampt met schulden. Er is een stevige doch oplosbare problematiek.
7.
De 3H student kampt met stevige, doch behandelbare gezondheidsproblemen.
8.
De 3H student is mentaal sterk, survivor met overlevingscapaciteit ‘hoe dan ook, wat dan ook’.
9.
De 3H student houdt vast aan de eigen oplossingsstrategie ten koste van succes in de beroepsopleiding en loopt uiteindelijk vast. Dit leidt tot studievertraging.
10.
De 3H-student dreigt geen startkwalificatie te halen door overbelasting en/of onveiligheid in de persoonlijke leefsfeer door problematiek waar de 3H-student niet verantwoordelijk voor is.
Conclusie: bij plaatsing is de 3H-student potentieel kansrijk, heeft voldoende mentale en cognitieve capaciteit mits de student uit de zeer risicovolle situatie wordt gehaald. De 3H-student is gebaat bij stevige en duidelijke steun en structuur waarbij de student leert om tijdig om hulp te vragen, hulp te accepteren en hierdoor tools te ontwikkelen om succesvol met behoud van de studieloopbaan te kunnen verzelfstandigen. Er zijn risicofactoren waardoor het toch mis kan gaan: 1.
De student onttrekt zich onder druk van het oude systeem aan de hulpverlening en verhuist.
2.
De student raakt zwanger.
3.
De gezondheid stabiliseert onvoldoende.
4.
De student krijgt de schuldenproblematiek niet onder controle.
Conclusie casusanalyse: Prestatie-indicator 3: met de casusanalyse die gebaseerd is op de ervaring met 157 mbo-studenten gedurende 6 jaar 3H is ruimschoots aan de norm voldaan dat er een casusanalyse is op basis van 30 jongeren.
Jaarverslag 2014 3H 14
De casusanalyse toont aan dat 3H een adequate voorziening is voor studenten uit de Winsemius-definitie van zwaar overbelaste studenten met een onveilige thuissituatie. Hun profiel: Trend is dat het vaker een jongen is, 20-23 jaar, met een dubbele identiteit en de Nederlandse nationaliteit. Er is sprake van een afspiegeling van de Amsterdamse bevolking. Hun problematiek: er is een disfunctionele familieachtergrond, ze komen uit een onveilige of overbelaste situatie, onttrekken zich aan criminaliteit, zijn (half)wees, zijn dakloos of sofahopper. Trend is dat hun gezondheidsproblematiek ernstig doch oplosbaar is, evenals de schuldenproblematiek. Hun perspectief: ze volgen een opleiding op mbo-1/2/3/4 niveau en kunnen die qua capaciteit goed aan. Door hun risicovolle persoonlijke situatie komt de startkwalificatie in gevaar. 3H haalt ze uit de situatie. Het merendeel (90%) pakt deze kans, vervolgt de opleiding succesvol, behaalt een startkwalificatie, studeert door in het mbo/hbo of gaat aan het werk. Trend is dat ook mbo-studenten die een mbo-2 opleiding volgen baat hebben bij de 3H-formule, waardoor de 3H een evenredige afspiegeling wordt van de mbo-studentenpopulatie. 2.4.
Overdraagbare methodiekbeschrijving
Het proces De drie partners ROCvA, Spirit en Ymere voelen ieder vanuit de eigen missie een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de jeugd van Amsterdam. Vanuit de samenwerking op andere gebieden bundelden ze hun krachten en sloten op 1 december 2008 de samenwerkingsovereenkomst 3H’s. Ymere en leerwerkbedrijf WW&W zetten in 2009 uit eigen middelen het project WOW op voor werkende jongeren (toeleiding naar Mbo) en mbo-studenten in een beroepsbegeleidende leerweg met een andere instelling voor jeugdhulpverlening. Stadgenoot trad toe tot het samenwerkingsverband en levert 3 woningen. De samenwerkingsovereenkomst werd vernieuwd tussen Ymere, Stadgenoot, Spirit en het ROC van Amsterdam. De projectorganisatie, bestaande uit de projectgroep (casuïstiekbespreking) en de stuurgroep (procesbewaking) werd gecontinueerd. In 2014 ging de stedelijke plaatsingscommissie van start. De innovatieve aanpak 3H ontwikkelt zich continue op basis van actieonderzoek. De ontwikkelprincipes zijn: 1.
Begin samen en leer door te doen.
2.
Schoenmaker houd je bij je leest, benut ieders specifieke expertise.
3.
Start klein, observeer, evalueer en analyseer de werkprocessen en maak daarna volume.
4.
Communiceer open, los fricties op. Leer met behoud van de relatie.
5.
Gebruik humor, kies voor de student, doe waar nodig anders dan gewend.
6.
Vier successen, verbreed de aanpak, deel kennis met nieuwe partners.
De borging van de kwaliteit van de werkprocessen vond plaats door het beschrijven van de methodiek in het Handboek 3H. In 2013 tijdens “Alles start bij school’, de kennisdeelsessie van de WLW-projecten spraken meer dan zeventig betrokkenen, een diverse mix van studenten, uitvoerenden, bestuurders en de wethouder met elkaar over de nut, noodzaak en effectiviteit van de preventieve WLW-aanpak. De film van Johan Zwaan “Alles Start bij School” over de formule van de WLWprojecten ging in première. Afspraken werden gemaakt over uitstroom via de uitstroomtafel waarna in 2014 de eerste jongeren hun woning konden betrekken. Een ander direct resultaat van dit jubileum is de start van de stedelijke plaatsingscommissie WLW op initiatief van de Dienst DMO en de gezamenlijke WLW projecten. Oktober 2014 vond de scholing plaats van de jeugdadviseurs van Spirit over de procedure tot aanmelding bij de stedelijke plaatsingscommissie. Jaarverslag 2014 3H 15
Conclusie overdraagbare methodiekbeschrijving Prestatie-indicator 4: met de start van de stedelijke plaatsingscommissie, de scholing van de jeugdadviseurs van Spirit, de film ‘Alles Start bij School’, het Handboek en het Jaarverslag heeft 3H ruimschoots voldaan aan de norm dat er een overdraagbare methodiekbeschrijving beschikbaar komt.
Jaarverslag 2014 3H 16
3.
De formule 3H
3.1.
De formule Uniek in de formule zijn de vijf elementen:
a.
De veilige plek: 3H-studenten krijgen de beschikking over een veilige plek in een gewone straat, verspreid over de stad. De huizen zijn aantrekkelijk. Kleine, goedkope woningen, geschikt voor een student. Verspreid over de stad, niet herkenbaar, in een gemengde straat met ouderen, gewone studenten. De studenten krijgen positieve reacties op de verhuizing, ze gaan opbouwen, hoeven niets uit te leggen. Met de sleutel van hun nieuwe voordeur laten ze hun verleden achter zich. Voor buren en studiegenoten zijn ze gewoon studenten die worden aangesproken op de normale issues en uitdagingen om veel ballen in de lucht te houden: huiswerk maken, stage lopen, bijbaantjes, boodschappen doen, koken en wassen, examen doen en zich inschrijven voor een vervolgstudie. Met de focus op een perspectiefrijke toekomst, een normale studieloopbaan. Spirit huurt daartoe van Ymere of Stadgenoot, de student tekent de woonbegeleidingsovereenkomst met Spirit.
b.
Er is één begeleider voor de student die wekelijks contact heeft met de student op alle leefgebieden: school, wonen, praktische zaken, financiën, gezondheid, relaties herstellen, huishouden organiseren. De begeleider komt naar de student toe, zorg vermijden is geen optie. De begeleiding is actief, praktisch en coachend: een verhuisbusje regelen, inschrijven bij woningnet, internetbankieren aanvragen, administratie ordenen, zorgverzekering regelen. Kwesties waar normaliter ouders hun jongvolwassen dochter / zoon in bijstaan. De begeleiding gaat van sturend naar activerend, zelf plannen, organiseren en oplossen door de student. Zodra de student zelfstandig gedrag laat zien, wordt er gesproken over een campuscontract, eerder niet. De student weet dat dit zelfstandig gedrag binnen 6 - 18 maanden, zichtbaar moet zijn. De ambitie is schoolsucces.
c.
Interdisciplinaire aanpak: iedere professional brengt de eigen expertise in. Er is wekelijks, zo nodig dagelijks, feedback op elkaars aanpak. De jeugdhulpverleners houden feeling met de professionals uit andere disciplines, docenten, gezondheidszorg, schuldhulpverlening. Ze delen en checken informatie snel. Ze krijgen supervisie van de gedragswetenschapper en houden via de monitor de vinger aan de pols. Medewerkers overleggen via korte lijnen: whatsapp, sms, mail. Er vindt continu uitwisseling plaats van inzicht over de aanpak. De interdisciplinaire aanpak is vasthoudend, er zijn geen eilandjes in de ketenaanpak. Met behoud van eigen expertise kijken de partners in elkaars keuken, reiken elkaar de hand, doen waar nodig anders dan gewend en laten niet los. De ambitie is 90% resultaat. Elke medewerker haalt alles uit de kast en zoekt voor elke student een begaanbare weg.
Jaarverslag 2014 3H 17
d.
De heldere aanpak gericht op beloning van resultaten: de begeleiding stimuleert, beloont en bekrachtigt. Goed gedrag wordt beloond. De lat ligt hoog. Je niet aan de afspraken houden wordt niet getolereerd. We werken volgens het principe: 'kom na, of leg uit'. Er is een duidelijke sanctieregeling met waarschuwing, gele kaart, rode kaart. Studenten mogen eenmaal in de fout gaan, als ze er maar van leren. Krachtiger dan de sanctieregeling is de beloningsregeling. In onze formule mogen de studenten bij het succesvol doorlopen van het begeleidingstraject bij Spirit én het succesvol vervolgen van de studie in hun huisje blijven wonen met een campuscontract van Ymere. Het perspectief op een campuscontract bij succesvol studiegedrag stimuleert de student om een diploma te halen én door te studeren. 3H-studenten die hun startkwalificatie behalen, kunnen hun studie op mbo-3/4 niveau of op hbo-niveau vervolgen met behoud van de woning. Het sterkt ze:
'Mijn verleden, wat mij is overkomen, kan ik niet veranderen, maar mijn toekomst is van mij, met mijn diploma op zak. De kennis die in mijn hoofd zit, dat kan niemand mij meer afpakken. Ik heb vroeger vaak gewanhoopt, maar nu nooit meer. Ik ben niet meer bang, slaap lekker door in mijn eigen bed, sta ’s ochtends uitgerust op met een glimlach, nieuwsgierig naar wat deze dag mij gaat brengen aan nieuwe kennis en inzichten”. Zo verwoordde de eerste 3H-studente het, na haar toelating tot de hbo-studie Communicatiemanagement op de HvA.
e.
De flexibele en kostenbewuste uitvoering. De vereiste flexibiliteit voortvloeiend uit het consequent toepassen van het principe dat de student het tempo bepaalt, levert logistieke uitdagingen op voor de bedrijfsvoering van de 3H-partners. Bij het behalen van een startkwalificatie en/of afsluiting van het campuscontract met de succesvolle 3H-student, komt er bij Spirit tijd vrij voor een nieuwe 3H-student in een nieuwe woning. Spirit past de workflow zeer flexibel aan en levert de benodigde begeleidingscapaciteit. Per direct beslist de plaatsingscommissie welke student daarop in woonbegeleiding kan en vinden Ymere en Stadgenoot een nieuwe woning. Dat Ymere en Stadgenoot hun belofte van doorstroom waarmaakt voor de 3H, getuigt van grote betrokkenheid bij de studerende Amsterdamse jeugd.
Jaarverslag 2014 3H 18
4.
Conclusies
4.1.
Realisatie doelen
3H is succesvol en wordt gewaardeerd. De doelgroep is nauwkeurig gedefinieerd. De resultaten bestendigen zich en zijn zeer bevredigend. Het rendement van 90% behoud voor het onderwijs op weg naar een startkwalificatie, dan wel met een startkwalificatie op zak doorstuderend in het mbo/hbo, of aan het werk gegaan, is vastgehouden in 2014. De beproefde werkprocessen zijn beschreven en gedeeld, overdracht vond plaats in de stedelijke plaatsingscommissie. De doelen zijn gehaald. 1. 2.
Doel:
Plaatsing van 30 studenten
Realisatie:
Er zijn 33 studenten geplaatst
Doel:
Meer dan 80% van deze studenten vervolgt de mbo-opleiding en / of behaalt een startkwalificatie
Realisatie:
88% van de studenten vervolgt de opleiding en of behaalde een startkwalificatie
3.
Doel:
Er is een casusanalyse beschikbaar van 30 studenten
Realisatie:
Er is een casusanalyse van 33 studenten met trendvergelijking met de 124 studenten uit de eerdere pilots
4.
Doel:
Van de aanpak is een overdraagbare methodiekbeschrijving beschikbaar.
Realisatie:
Oktober 2014 vond scholing plaats van de jeugdadviseurs van Spirit. In de stedelijke plaatsingscommissie vindt kennisoverdracht plaats. De film over de werkwijze van de Amsterdamse WLW-projecten ‘Alles Start bij School’ is beschikbaar. Het Handboek 3H is beschikbaar.
4.2.
Perspectief
3H draagt aantoonbaar bij aan het schoolsucces van zeer overbelaste mbo-studenten.
3H heeft haar bestaansrecht als preventieve voorziening bewezen.
De formule van 3H werkt en het partnerschap verbreedt zich.
Dankzij de publiek/private samenwerking en de investeringen van de Gemeente Amsterdam, Ymere en WW&W werden in 2014 in totaal 43 jongeren bereikt met een rendement van 91%.
De stedelijke plaatsingscommissie leidt tot kwaliteitsverbetering van de plaatsingsbeslissing.
Jaarverslag 2014 3H 19
In 2008/2010 startten we met een capaciteit van 10 studenten. In 2010/2011 breidden we de capaciteit uit naar 30 studenten. In 2012 realiseerden we dankzij de publiek/private samenwerking capaciteit voor 46 studenten. In 2013 realiseerden we dankzij de publiek/private samenwerking capaciteit voor 53 studenten. In 2014 realiseerden we dankzij de publiek/private samenwerking capaciteit voor 43 studenten. Wethouder Asscher overhandigde in oktober 2009 het eerste campuscontract. Wethouder Ossel beschikte in september 2010 positief over de vervolgpilot. De Gemeente Amsterdam stelde in 2012 structurele financiering beschikbaar voor 3H. In 2013 konden succesvolle jongeren indien noodzakelijk een beroep doen op de uitstroomtafel. In 2014 deden we ervaring op met de stedelijke plaatsingsprocedure. In 2015 voeren we besprekingen met de Alliantie en / of andere corporaties over uitrol.
Jaarverslag 2014 3H 20
Bijlage 1
Casusanalyse
Persoonlijke kenmerken: sekse In de eerste pilot 2008/2010 waren meisjes duidelijk oververtegenwoordigd (75%). De trend is dat jongens in 2014 voor het eerst oververtegenwoordigd zijn (61%), Bij het behalen van een startkwalificatie zijn de meisjes oververtegenwoordigd (64%). Uitval uit 3H was in 2014 ook niet sekse neutraal: 75% van de uitvallers zijn jongens. Tabel 1a Sekse
2014
2013
2012
Aantal
Aantal
Aantal
Meisjes
13
20
20
18
12
Jongens
20
20
15
15
4
Totaal
33
40
35
33
16
Sekse
2010-11 2008-10 Aantal Aantal
Tabel 1b Sekse, deelname absoluut
Sekse 25 20 15 10 5 0 2014
2013
2012 Meisjes
2010-11
2008-10
Jongens
Jaarverslag 2014 3H 21
Tabel 1c Sekse, deelname percentueel
Sekse 120 100 80 60 40 20 0 2014 N=33
2013 N=40
2012 N=35 Vrouw
2011 N=33
2010 N=16
Man
Persoonlijke kenmerken: leeftijd In de eerste pilot was de gemiddelde leeftijd 21 jaar. De trend is dat in 3H de gemiddelde leeftijd bij plaatsing stabiliseert op 21,5 jaar. Tabel 2a Leeftijd 2014
Leeftijd / sekse
18-19
20-21
22-23
24-25
26
Meisjes
1
3%
6
18%
4
12%
1
3%
1
3%
Jongens
3
9%
9
27%
6
18%
2
6%
0
0%
Totaal
4
12%
15
45%
10
30%
3
9%
1
3%
Tabel 2b Leeftijd 2013
Leeftijd / sekse Meisjes Jongens Totaal
7 8 14
18-19 17,5% 20% 37,5%
8 8 17
20-21 20% 20% 40%
3 2 5
22-23 7,5% 5% 12,5%
1 0 1
24-25 2,5% 0% 2,5%
26 1 2 3
2,5% 5% 7,5%
Tabel 2c Leeftijd 2012
Leeftijd / sekse Meisjes Jongens Totaal
18-19 13 37% 7 20% 57% 20
4 1 5
20-21 11% 3% 14%
1 4 5
22-23 3% 11% 14%
2 0 2
24-25
4 5 9
20-21 12% 15% 27%
5 5 10
22-23 15% 15% 30%
1 2 3
26 6% 0% 6%
0 3 3
6% 6% 9%
0 0 0
0% 9% 9%
Tabel 2d Leeftijd 2010/2011
Leeftijd / sekse Meisjes Jongens Totaal
18-19 8 24% 3 9% 33% 11
24-25
26 0% 0% 0%
Jaarverslag 2014 3H 22
Tabel 2e Leeftijd/Sekse bij plaatsing percentueel
Leeftijd/Sekse 40 35 30 25 20 15 10 5 0 M
V
M
2014
V
M
2013 18-19
20-21
V
M
2012 22-23
24-25
V 2011
26
Persoonlijke kenmerken: diversiteit Aan de eerste pilot namen weinig jongeren met een Marokkaanse, Turkse of autochtone identiteit deel. De trend is dat 3H een afspiegeling gaat vormen van de Amsterdamse bevolking qua herkomst. Opmerkelijk is een flinke vertegenwoordiging van jongeren met een Surinaamse of Marokkaanse identiteit. Het merendeel van de jongeren is in Nederland geboren, hoewel ook nieuwkomers de weg weten te vinden. Allen hebben de Nederlandse nationaliteit.
Tabel 3a Achtergrond 2014 Achtergrond Aantal e e e 1 , 2 of 3 generatie
2014 %
2013 Aantal
N=33
2013
2012
2012
2011
2011
2010
2010
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
N=40
N=35
N=33
N=16
Autochtoon
7
22%
7
17,5%
7
20%
8
24%
1
6%
Surinaams
8
24%
14
35%
11
31%
11
34%
6
37%
Antilliaans
1
3%
1
2,5%
1
3%
1
3%
2
13%
Marokkaans
8
24%
9
22,5%
6
17%
4
12%
-
-
Turks
0
0%
1
2,5%
2
6%
1
3%
-
-
Mix
4
12%
4
10%
5
14%
5
15%
4
25%
Overig
5
15%
4
10%
3
9%
3
9%
3
19%
Totaal
33
100%
40
100,0%
35
100%
33
100%
16
100%
Jaarverslag 2014 3H 23
Tabel 3b Achtergrond percentueel
Achtergrond 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Autochtoon Surinaams Antilliaans Marokkaans
Turks
2014 % N=33
2011 % N=33
2013 % N=40
2012 % N=35
Mix
Overig 2010 % N=16
De 3H-studenten zijn doorzetters, willers en kunners, voor wie geldt dat het noodlot bestaat. Het zijn vaker jongens. Tachtig procent heeft een dubbele identiteit en allen hebben een Nederlandse nationaliteit. Qua leeftijd van plaatsing zijn de 20-23 jarigen sterk vertegenwoordigd (77,5%). Qua achtergrond wordt 3H steeds meer een evenredige vertegenwoordiging van de diverse Amsterdamse bevolking, met een sterke vertegenwoordiging van een Surinaamse of Marokkaanse achtergrond. Allen vallen onder de doelgroep Leerplicht Plus.
Jaarverslag 2014 3H 24
Opleidingsniveau bij plaatsing Alle opleidingsniveau’s zijn vertegenwoordigd bij toelating tot 3H. Trend is dat het aantal deelnemers met een opleiding op niveau 2 en op niveau 4 naar elkaar toe groeit. Daarmee wordt 3H meer een afspiegeling van de mbo-studentenpopulatie. Tabel 4a Opleidingsniveau bij plaatsing
Opleidingsniveau bij plaatsing 60 50 40 30 20 10 0 % (N=33)
% (N=40)
% (N=35)
% (N=33)
2014
2013
2012
2011
Mbo-1
Mbo-2
Mbo-3
Mbo-4
Tabel 4b Opleidingsniveau bij plaatsing
Opleidingsniveau bij plaatsing 60 50 40 30 20 10 0 % (N=33)
% (N=40)
% (N=35)
% (N=33)
2014
2013
2012
2011
Mbo-1
Mbo-2
Mbo-3
Mbo-4
Jaarverslag 2014 3H 25
Tabel 4c Opleidingsniveau bij plaatsing
2014
2014
2013
Aantal
% (N=33)
Aantal
mbo-1
1
3%
2
5%
1
3%
3
9%
mbo-2
15
45,50%
20
50%
15
43%
9
27%
mbo-3
3
9%
4
10%
6
17%
6
19%
mbo-4
14
42,50%
14
35%
13
37%
15
45%
Totaal
33
100%
40
100%
35
100%
33
100%
Opleidingsniveau bij plaatsing
2013
2012
2012
2011
2011
% % % Aantal Aantal (N=40) (N=35) (N=33)
Oorzaken van overbelasting Alle studenten werden geconfronteerd met een ernstige situatie, een draaglast die voorbij een voor de leeftijd redelijke draagkracht ging. Vaak was er sprake van meervoudige complexe problematiek. In alle gevallen leidde de ernst van de problematiek tot schoolverzuim. Pas als hun schoolsucces in gevaar kwam, vroegen de studenten hulp bij de jeugdadviseurs van Spirit in het Loopbaan Expertise Centrum. De ernst van de achterliggende problematiek verschilde nauwelijk. Sinds 2012 is er sprake van plaatsing van jongeren die zich willen ontrekken aan een criminele setting in het ouderlijk milieu, zij stapten er heel bewust uit (top-600 problematiek). Vermeldenswaard is de combinatie met specialistische behandeling in de gezondheidszorg en de combinatie met jeugdschuldhulpverlening. Tabel 5a Plaatsingsbeslissing
Plaatsingsreden 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2014 Dakloos
2013 Onveilig
2012
2011
Overbelast
Criminaliteit
2010 (Half)wees
Jaarverslag 2014 3H 26
Tabel 5b Plaatsingsbeslissing
2014 Reden tot plaatsing
2013
Aantal % N=33
Aantal N=40
%
2012 Aanta % N=35l
2010/2011 Aantal N=33
2008/2010 Aantal N=16
%
%
Dakloos - sofahopper
10
30
8
20%
10
28%
10
31%
6
37%
Onveilig – fysiek, psychisch en/of sexueel geweld
15
46
15
37,5%
13
37%
12
36%
4
25%
Overbelast – jonge mantelzorger
3
9
10
25%
6
17%
9
27%
4
25%
Onttrekken aan crimineel (thuis)milieu
2
6
2
5%
3
9%
-
-
-
-
(Half)wees
3
9
5
12,5%
3
9%
2
6%
2
13%
Totaal
33
100%
40
100%
35
100%
33
100%
16
100%
Tevens in specialistische behandeling voor gezondheidsproblemen, psychisch, chronische ziekte, beperking
14
43%
26
65%
28
80%
9
27%
-
-
Tevens jeugdschuld
18
55%
28
70%
27
77%
25
76%
-
-
Tabel 5c Bloemlezing Bloemlezing uit de aandraagformulieren 2014: -dakloos, op de vlucht voor stiefvader, obesitas; -nieuwkomer uit sloppenwijk Casablanca, ziet thuis criminaliteit en neemt daar afstand van; moet inkomen afstaan -mishandeld door vader, BJAA, kinderbescherming, Doggershoek -mishandeld door vader en uit huis gezet door gewelddadige vader -via Nieuwe Perspectieven, moeder in Suriname, niet geaccepteerd door vader -via Blijfhuis, moeder alcoholist, misbruik door stiefvader -via Spirit 16+; uitgeplaatst op 16-jarige leeftijd omdat oma als opvoedouder het niet langer aankon; suikerziekte -zwervend, door moeder uit huis gezet vanwege seksuele geaardheid -mishandeld door ouders en vriend -OTS, onveilig, uit huis geplaatst door Bureau Jeugdzorg; in hulpverleningscircuit gezworven van crisisplek naar crisisplek -Wajonger die weg moet uit begeleid wonen Spirit 16+; Asperger -halfwees, mishandeld door stiefmoeder, via Nieuwe Perspectieven, Bureau Leerplicht, HALT -zwervend, uit huis gezet door moeder, mishandeld door broer -topsporter; uit huis gezet door depressieve moeder met psychische klachten, · -moeder naar Suriname; tijdelijk bij opa die seksuele geaardheid niet accepteert -dakloos, als 17-jarige uit huis gezet door moeder; zus die sofa bood moest zelf naar crisesopvang door gewelddadige vriend -depressief vanwege controlerende, negatieve moeder -halfwees, niet geaccepteerd door stiefmoeder; autistische broer, agressieve vader; via Hvo/Querido; suikerpatiënt; -sofahopper; als 12-jarige door moeder naar verslaafde vader met stemmingswisselingen gestuurd en daar uit huis gezet -onveilige thuissituaties; mishandeling door vader; gewelddadige oom bij oma -financiële uitbuiting door stiefvader -dakloos; Eritrese moeder in Duitsland; uit huis gezet door Nederlandse vader -dakloos; ouders psychisch ziek met schulden; zelf slachtoffer van geweldsmisdrijf; scoliose -halfwees, vader recent overleden; moeder uit ouderlijke macht gezet; dakloos -vader in crimineel milieu; zelf PIJ; JOC, Amstelbaken; gediagnosticeerd met ADD en PDD-NOS -zwervend; vader in Aruba, door beide ouders niet geaccepteerd vanwege seksuele geaardheid -mishandeld door stiefvader met bipolaire stoornis; moeder naar Brazilië gevlucht; onveilig -dakloos; moest pleeggezin verlaten omdat hij 18 is geworden -dakloos, woonde bij oom, kon daar na huwelijk niet blijven, uit huis gezet door stieftante; zwervend tussen hostel en sofa -sofahopper, door moeder uit huis gezet, tijdelijke opvang bij zus in gezin met kleine kinderen -onveilig bij vriend, via Blijfhuis en Hvo/Querido; ADD, tremor -ernstige mishandeling door vader waardoor blijvend rug letsel; onveilig voor moeder en zusje met downsyndroom -financiële uitbuiting, moeder met schulden, geen gas&licht, onrustig, veel stress
Jaarverslag 2014 3H 27
Veerkracht om kansen te pakken De casusanalyse leidt tot nadere profilering van de doelgroep: 1.
De 3H student valt onder de Winsemius-definitie van ‘ernstig overbelaste jongeren’.
2.
De 3H student is vaker een jongen (60%), tussen de 18-21 jaar, met een dubbele identiteit en een Nederlandse nationaliteit, die een opleiding volgt op mbo-niveau.
3.
De 3H student wil (motivatie) en kan (cognitie) een startkwalificatie halen.
4.
De 3H student kent urgentie in het ordenen van de persoonlijke situatie
5.
De 3H student is een potentiële zorgmijder die liever de eigen zaakjes oplost
6.
De 3H student kampt met schulden. Er is een stevige doch oplosbare problematiek.
7.
De 3H student kampt met stevige, doch behandelbare gezondheidsproblemen.
8.
De 3H student is mentaal sterk, survivor met overlevingscapaciteit ‘hoe dan ook, wat dan ook’.
9.
De 3H student houdt vast aan de eigen oplossingsstrategie ten koste van succes in de beroepsopleiding en loopt uiteindelijk vast. Dit leidt tot studievertraging.
10.
De 3H-student dreigt geen startkwalificatie te halen door overbelasting en/of onveiligheid in de persoonlijke leefsfeer door problematiek waar de 3H-student niet verantwoordelijk voor is.
Conclusie: bij plaatsing is de 3H-student potentieel kansrijk, heeft voldoende mentale en cognitieve capaciteit mits de student uit de zeer risicovolle situatie wordt gehaald. De 3H student is gebaat bij stevige en duidelijke steun en structuur waarbij de student leert om tijdig om hulp te vragen, hulp te accepteren en hierdoor tools te ontwikkelen om succesvol met behoud van de studieloopbaan te kunnen verzelfstandigen. Er zijn risicofactoren waardoor het toch mis kan gaan: 1.
De student onttrekt zich onder druk van het oude systeem aan de hulpverlening en verhuist.
2.
De student wordt zwanger.
3.
De gezondheid stabiliseert onvoldoende.
4.
De student krijgt de schuldenproblematiek niet onder controle.
De beschermende factoren waardoor jongeren succes behalen zijn consistent met de vorige pilot: 1.
De student kan, na interventie door jeugdhulpverlening, weer een normale, positieve relatie aangaan met de mensen die hem/haar in de privésfeer ondersteunen.
2.
De student leert van de andere studenten in 3H via lotgenotencontact.
3.
De student krijgt stimulerende reacties van docenten, aandacht en steun in de klas.
Jaarverslag 2014 3H 28
Bijlage 2
Portretten van de 3H-WOW student
De portretten geven richting aan de onderzoeksvragen voor de professionele verwijzer: 1.
Wat is de draaglast van de student?
2.
Wat is de draagkracht van de student?
3.
Wat zijn beschermende en risico factoren?
4.
Is 3H de juiste voorziening? 3H stelt hoge eisen aan de draagkracht van de student. Is deze student in staat binnen de gestelde termijn te voldoen aan die eisen? -termijn: minimaal 9 maanden, standaard 12 maanden, maximaal 18 maanden -gestelde eisen: goed begeleidbaar naar zelfstandig studeren, goed bewonerschap, financieel.
Portret 1 – versneld De studente oogt stevig. Ze wil de beveiliging in. Vanaf de start van de opleiding is er altijd wat. Veel conflicten thuis, weinig concentratie. Zij belt vaak af. Ze heeft geen start kwalificatie. Leerplicht roept haar op. Zij heeft zich met de onderwijs overeenkomst verplicht om op school aanwezig te zijn. Waarom verzuimt zij zoveel? Zij vertelt dat het haar eigen domme fout is. Zij zit in de schulden. Haar moeder overleed toen zij net 18 was. Als wees kreeg ze een flinke erfenis van haar moeder. Daar ging het mis. Zij was jong, niet serieus, had een verkeerde vriendenkring, zij was de vrouw met het geld. Bij een botsing maakte haar vriend met haar auto een flinke schade. Plotseling zat zij zwaar in de schulden. Zij was aansprakelijk, hij had geen rijbewijs. Zij wil er van af, schoon schip maken en opnieuw beginnen. Daarom werkt zij veel. Ze moet extreem veel betalen voor haar sofaplek aan een familielid dat haar financieel uitbuit. Het LEC verwijst haar naar jeugdschuldhulpverlening, meldt haar aan voor de 3H’s. Zij is er blij mee. Door haar eigen huisje in de stad kan zij afstand nemen van de vriendengroep. Niemand weet waar zij woont. Zij betaalt trouw haar huur, gedraagt zich verantwoordelijk als bewoner, is prettig in de omgang. Spirit begeleidt haar op weg naar verzelfstandiging. Haar moeder heeft haar goed opgevoed, zij pakt de draad weer op, wil het goede doen, een diploma halen, zodat moeder vanuit de hemel trots op haar kan zijn. Ze maakt nieuwe vrienden, houdt afstand. Met school gaat het goed, met het wonen, gaat het goed. Na zes maanden tekent ze haar campuscontract.
Jaarverslag 2014 3H 29
Portret 2 - standaard De student oogt tiptop, straalt vriendelijkheid, innerlijke beschaving en ambitie uit. Hij doet het goed op school. Bij de introductie deelt hij zijn toekomstplan: “over 3 jaar ga ik naar het HBO. Ik word ondernemer met mijn eigen bedrijf ”. Hij heeft een positieve invloed op de klas. Zijn studieloopbaanbegeleider is blij met hem. Na de herfstvakantie belt hij vaker af. Migraine, verslapen, het past niet in het beeld dat hij heeft neergezet. De studieloopbaanbegeleider verwijst hem vanwege een “niet-pluis” gevoel naar de zorgcoördinator. Deze stuurt de student naar het LEC. “Bij het LEC kunnen ze je aan een veilige plek helpen. Zo kan het niet, dit is niet goed voor je.” De 3H’s brengt de risico’s in kaart: moeder is hertrouwd, stiefvader kan zijn handen niet thuis houden. Er zijn weinig beschermende factoren, moeder is emotioneel afhankelijk, heeft moeite voor zichzelf en haar kinderen op te komen. Het gezin leeft geïsoleerd, in de thuiscultuur spreekt men hier niet over. Zoon voelt zich verantwoordelijk, heeft moeite voor zichzelf te kiezen, weet dat het ten koste gaat van zijn studie. Hij wil het zelf oplossen, thuis volhouden: ‘’in onze cultuur is het niet gewoon dat je hierover spreekt, ongetrouwd het huis uit gaat.” Dan betrekt stiefvader vrienden bij de onveilige situatie. Dat is de druppel die de emmer doet overlopen. “Het gaat niet goed met me aflopen, er komt een moment dat ik explodeer. Ik moet weg en wel snel”, meldt hij zich. De 3H’s plaatst hem met urgentie, met als voorwaarde dat hij zijn adres geheim houdt. Spirit regelt dezelfde avond de verhuizing. Met het geld dat hij gespaard blijkt te hebben, richt hij het huisje in. Moeder is opgelucht dat hij er niet meer tussen zit, er is minder spanning. De hulpverlener van Spirit coacht de student bij het herstellen van het contact met moeder. De student is zo blij dat het een gewone woning in een gewone buurt is, “de buren zien niets aan me, hier ben ik gewoon de nieuwe buurman, een student, het is echt een nieuwe start.” Hij kan zich weer concentreren, is er altijd op school, hoe druk hij ook is met zijn bijbaantje en het huis, zijn focus ligt bij schoolsucces. Zijn schoolresultaten gaan met sprongen vooruit, hij kan op stage. Negen maanden na de plaatsing tekent hij zijn campuscontract.
Portret 3 - vertraagd De student weet nog niet zo goed wat hij wil met zijn studie. In de zomervakantie sliep hij in het Vondelpark of bij vrienden. Telefonisch was hij slecht bereikbaar, reageerde niet op oproepen van zijn studieloopbaanbegeleider. Hij studeert voor Administratief Medewerker, maar is veel verkouden en meldt zich vaak ziek, longontsteking. De student kampt met flink overgewicht. Bij familie kan hij niet terecht. Hij is altijd moe, hij wil wel maar het lukt niet. En eigenlijk is de opleiding helemaal niet wat hij wil. Hij wilde altijd iets met kinderen, maar ja, een jongen in de kinderopvang, dat is niet gebruikelijk thuis. Het LEC plaatst hem in de doorstartklas voor een opleidingskeuze en naar het schoolmaatschappelijk werk. Deze stuurt hem naar de huisarts. “Misschien heb je astma en je moet iets met dat overgewicht.” In ieder geval moet je een dak boven je hoofd hebben, in de winter kun je niet buiten slapen. Hoofd LEC meldt hem aan voor de 3H’s. Gezien het feit dat deze student dakloos is en weinig sofa’s in zijn vriendenkring heeft, krijgt hij urgentie. Maar hij moet snel een heroriëntatie maken in de doorstartklas en in februari met een nieuwe opleiding beginnen. Voorwaarde van de 3H’s om in aanmerking te komen voor een campuscontract is dat hij laat zien dat hij het goed doet in de opleiding qua presentie en prestaties (studieresultaten). De student krijgt de woning, familie helpt verhuizen, want zelf kan hij niet veel. Hij moet nu elke dag een paar trappen op en af en dat is niet slecht voor zijn conditie, concludeert de jeugdhulpverlener. Na de doorstartklas gaat hij naar de carrouselklas in werkmaatschappij RAI en start met zijn wensopleiding. De woning gaat goed, hij betaalt de huur keurig. Maar de presentie op school blijft lastig. De resultaten zijn goed, maar te weinig, hij moet in september weer in de 1 e klas starten. De student krijgt een verlenging van de begeleiding met als opdracht zijn gezondheid te stabiliseren en het studieritme vast te houden, regelmatige presentie te laten zien. Pas dan komt hij in aanmerking voor een campuscontract. In september start hij goed in de nieuwe klas, hij gaat er voor. Blijkbaar valt alles op zijn plaats, is er rust in hoofd en hart. Voor kerst, 15 maanden na plaatsing, tekent hij zijn campuscontract.
Jaarverslag 2014 3H 30
Portret 4 - verwijzing De studente oogt jong, verfrommeld en emotioneel verwaarloosd. Al snel komt zij via de studieloopbaanbegeleider bij het LEC. Er zijn veel risicofactoren. Haar geschiedenis is dramatisch. Bij woningbrand is een jonger broertje overleden, hebben moeder en zusjes ernstige brandwonden opgelopen. Moeder ging na de brand een ernstige depressie in. De studente zorgde voor het gezinnetje als jonge mantelzorger tot moeder een nieuwe vriend kreeg. De nieuwe partner had geen behoefte aan kinderen in huis. Hij stelde moeder voor de keus, “zij eruit of ik eruit” en zij koos voor haar partner. Onze studente kwam in een opvanghuis. Daar is het te druk, komt ze niet tot studeren. Docenten krijgen de indruk dat zij minder gemotiveerd is. Stage loopt stroever, ze is er met haar hoofd niet bij. Er zijn beschermende factoren: zij is slim, pakt leerstof snel op. De zorgcoördinator van het team wil haar een kans geven, is met haar begaan. De studente wil een nieuwe start maken, op zichzelf wonen: “Juf, ik heb altijd voor anderen gezorgd. Nu wil ik voor mezelf zorgen, dat kan ik heus wel, het komt goed met mij.” De plaatsingscommissie meldt haar aan bij jeugdschuldhulpverlening. Zodra de studente in de woning zit, blijkt het tegen te vallen. Zij toont zich enorm afhankelijk, betaalt geen huur, wast de lakens niet, richt de woning niet in. Ze krijgt verlenging van de woonbegeleiding. Ze kan niet op de kale vloer blijven slapen met kranten voor de ramen. Ze moet leren de huur op tijd te betalen, anders gaat het niet lukken. Ze knikt, wil wel, maar het lukt niet, het is veel allemaal. Ze vindt het echt erg wat er gebeurd is, slaapt slecht, alles komt terug, zit midden in de verwerking. Ze is eenzaam, haar enige troost is haar hond. Spirit stimuleert haar: “het was niet makkelijk, best veel, maar je moet door. Kom op.” Bij vlagen gaat ze trouw naar school en stage. Ze krijgt een tweede verlenging van de begeleiding. Er wordt haar op het hart gedrukt dat dit de laatste begeleidingsperiode is. Hierna moet ze zelfstandig studeren en haar woning, de huurbetaling op orde hebben. Ze knikt, wil wel. Maar ze kan niet, ze is zo moe. Na de 2e verlenging concluderen we dat ze onvoldoende in staat is tot zelfzorg. Ze mag naar een therapeutische setting, maar daar zijn huisdieren niet welkom. Dat is onbespreekbaar. Haar hond heeft haar er door heen gesleept. Gelukkig heeft oma zich bij elkaar geraapt. Onze studente is welkom bij haar. Een nieuw beging in een nieuwe stad. Inschrijving in de mbo-opleiding is al geregeld.
Jaarverslag 2014 3H 31
Bijlage 3
Hoofdlijnen van het Handboek 3H
Stap 1 Van aanmelding tot plaatsing Een 3H-plaatsing is een kostbaar instrument dat ingezet wordt om die mbo-student die in een zeer risicovolle situatie verkeert in staat te stellen een startkwalificatie te behalen. Plaatsing is een zorgvuldig proces van detectie tot selectie. Om tot een zorgvuldige plaatsing te komen zijn er 3 stappen: a.
De betrokken professionals van het ROC van Amsterdam kennen het profiel van de 3H-student en de aanmeldingscriteria van 3H.
b.
De betrokken professionals van het ROCvA dragen de juiste aanmelders voor bij de jeugdadviseurs van Spirit.
c.
De jeugdadviseurs van Spirit screenen de aanmelders, lichten de aanmelder voor over de formule en de voorwaarden tot deelname en draagt de aanmelder voor bij de stedelijke plaatsingscommissie via de aanmeldprocedure met gebruikmaking van het stedelijke aandraagformulier.
d.
De plaatsingscommissie toetst de aanmelding op de contra-indicaties, beslist over plaatsing op basis van urgentie.
Om de juiste studenten in de 3H te plaatsen zijn er 5 hulpmiddelen: 1.
Profielbeschrijving met portretten.
2.
Flyer voor de verwijzer met aanmeldcriteria én contra-indicaties.
3.
Plaatsingsprocedure inclusief administratieve organisatie.
4.
Aandraagformulier voor de verwijzer.
5.
Plaatsingsformulier voor de plaatsingscommissie.
Profiel van de 3H student De 3H-studenten zijn doorzetters, willers en kunners, voor wie geldt dat het noodlot bestaat. De casusanalyse leidt tot de nadere precisering van het profiel van de doelgroep: 1.
De 3H-student valt onder de Winsemius-definitie van “ernstig overbelaste jongeren”.
2.
De 3H-student is een vaker een jongen dan een meisje, tussen de 20-23 jaar, met een dubbele identiteit en Nederlandse nationaliteit, die een opleiding volgt op mbo-niveau.
3.
De 3H-student wil (motivatie) en kan (cognitie) een startkwalificatie halen.
4.
De 3H-student kent urgentie in het ordenen van de persoonlijke situatie.
5.
De 3H-student is een potentiële zorgmijder die liever zelf zijn / haar zaakjes oplost.
6.
De 3H-student kampt met schulden. Er is een stevige, doch oplosbare financiële problematiek.
7.
De 3H-student kampt met gezondheidsproblemen door stress of chronische ziekte.
8.
De 3H-student is mentaal sterk, survivor met overlevingscapaciteit “hoe dan ook wat dan ook”.
9.
De 3H-student houdt vast aan de eigen oplossingsstrategie ten koste van succes in de beroepsopleiding en loopt uiteindelijk vast. Dit leidt tot studievertraging.
10.
De 3H-student dreigt geen startkwalificatie te halen door overbelasting en/of
Jaarverslag 2014 3H 32
onveiligheid in de persoonlijke leefsfeer door problematiek waar de 3H-student niet verantwoordelijk voor is. Om het profiel van de 3H-student te verhelderen zijn er op basis van casuïstiek 4 portretten gemaakt. De portretten geven een beeld van: a.
een student die de studie al snel weer goed oppakt,
b.
een student die na de standaard woonbegeleiding de studie weer op orde heeft,
c.
een student die de studie weer op de rails krijgt na verlengde woonbegeleiding en
d.
een student voor wie de 3H niet geschikt is vanwege de ernst van de draaglast, waarbij voorliggend beter een ander zorgtraject ingezet kan worden.
Criteria aanmelding Aanmeldingscriteria voor 3H zijn: de aanmelder Criteria aanmelding 3H 1
is 18 jaar t/m 23 jaar
2
volgt een mbo-opleiding aan het ROCvA via de BOL (Beroeps Opleidende Leerweg) of BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg)
3
heeft nog geen startkwalificatie (diploma mbo-2, havo, vwo)
4
is ingeschreven bij: http://www.woningnet.nl én http://www.studentenwoningweb.nl/
5
heeft studiefinanciering en/of een ander aantoonbaar inkomen om de vaste lasten te betalen
6.
is begeleidbaar, toont discipline om huishouding en bijbaantje te combineren met de opleiding
7
zit aantoonbaar knel, de huidige thuissituatie bedreigt de studievoortgang buiten eigen schuld
8
is minimaal drie maanden binnen Amsterdam woonachtig
9
woont niet samen en heeft geen huisdier dat overlast geeft
Contra-indicaties voor plaatsing bij de 3H zijn: de aanmelder Contra-indicaties 3H 1
is verantwoordelijk als (co-) ouder voor de opvoeding van een kind, c.q. is zwanger
2
kent verslavingsproblematiek (drank, drugs, gokken, etc)
3.
heeft grote schulden die binnen de 3H niet oplosbaar zijn
4
toont complexe gedragsproblematiek, accepteert geen hulp, zorgmijder
5
toont ongemotiveerd gedrag in de opleiding met veel absentie
6
heeft geen verblijfsstatus
7
heeft een inkomen boven de € 33.000
8
heeft een woonhistorie met overlast bij Ymere of Stadgenoot
9
toont zeer problematisch gedrag, functioneert binnen een crimineel netwerk
Jaarverslag 2014 3H 33
Procedure plaatsing Elke student meldt zich met een motivatiebrief. De jeugdadviseur van Spirit maakt een draagkracht- en draaglastanalyse, benoemt daartoe in het stedelijke aandraagformulier risico- en steunfactoren. De stedelijke plaatsingscommissie neemt de plaatsingsbeslissing. Methodisch leren we de studenten om buiten de betrokken verwijzer, geen persoonlijke details prijs te geven. Alle studenten die geplaatst worden in 3H, voldoen aan de Winsemius-definitie van ernstig overbelaste jongeren. Hun situatie is te kenmerken als zeer belastend, dan wel onveilig. Zij worden geconfronteerd met complexe levensvragen en dienen zaken een plek te geven. Rouwverwerking vanwege het verlies van dierbaren of geschonden vertrouwen trekt sporen, leidt tot concentratieverlies en ondermijnt de actieve leercapaciteit. Leren vereist rust in hoofd en hart. Voor iedere student die in aanmerking komt voor de 3H is er urgentie om de student uit de situatie te halen. Het gaat om een neutrale en veilige plek om te studeren. De begeleiding geeft ze de ruimte en positieve bekrachtiging om te kunnen verzelfstandigen. Het biedt praktische handvatten waarmee ze leren hoe je dat doet: “eerst een koelkast, dan een mooie bank”. Het biedt ruimte om zelfvertrouwen te herstellen, met hoop op een normale toekomst door stap voor stap effectiever te worden en succes, de startkwalificatie, te behalen. Stap1 Begeleiding naar campuscontract (fase A) Bij een positief plaatsingsbesluit voert de jeugdhulpverlener van Spirit het startgesprek met de student om de begeleidingsvraag op de drie gebieden huiswerk (studie), hulp (zelfredzaamheid) en huisvesting (wonen) goed in kaart te brengen. Dit startgesprek is tevens de laatste check op de plaatsingsbeslissing. De jeugdhulpverlener kan naar aanleiding van het startgesprek aan de stedelijke plaatsingscommissie vragen om het plaatsingsbesluit te heroverwegen. Bij het plaatsingsgesprek worden praktische afspraken gemaakt over de wooncheck door Ymere/Stadgenoot, het bewijs van het maandelijks inkomen, de start van de wekelijkse begeleiding door de jeugdhulpverlener, over de start van de jeugdschuldhulpverlening door Bureau Westerbeek, over het openen van internetbankieren, de inschrijving bij woningnet, de voorbereiding van de verhuizing en het afsluiten van de woonbegeleidingsovereenkomst. In deze fase kenmerkt de methodiek zich door de intensieve en integrale werkwijze. De student wordt in een wekelijks face-to-face gesprek in alle facetten van het leven en de studie gesteund. Bij de intervisie rondom de methodiek voor een effectief steunsysteem is het dilemma tussen ”loslaten en beetpakken”, zo kenmerkend voor de adolescentie, onderwerp van het interdisciplinair gesprek tussen de professionals. Wat is de aanspreektoon, wat zijn de begeleidingsonderwerpen en wat is de optimale begeleidingsmethodiek. In het methodisch werken staat de toepassing van “sturen of volgen, steunen of structureren”, centraal. De student dient zich begeleidbaar op te stellen en zich aan de gemaakte afspraken te houden. Met betrekking tot gemaakte begeleidingsafspraken geldt het principe “kom na of leg uit”. Zes wekelijks is er casuïstiekoverleg in de projectgroep waarin besloten wordt of een student in aanmerking komt voor een campuscontract. Dit kan na 6 (versneld), 9 maanden (standaard), 12 maanden (1e verlenging) of uiterlijk 15 maanden (2e verlenging). Indien nodig kan in het casuïstiekoverleg, op basis van consensus, het besluit genomen worden tot sanctionering. Sanctionering vindt plaats volgens het escalatieprotocol. De meeste studenten pikken de intensieve begeleiding in fase A goed op en krijgen hun studie op orde.
Jaarverslag 2014 3H 34
Stap 2 Begeleiding naar startkwalificatie (fase B) Na het besluit tot het aanbieden van een campuscontract voert Ymere / Stadgenoot een check uit op het woongedrag. De student zet de energie over op eigen naam en tekent het door Ymere / Stadgenoot aangeboden campuscontract. In deze fase kenmerkt de methodiek zich door coaching op schoolsucces in een maandelijks face-to-face gesprek. Het doorstroomperspectief bij het behalen van het diploma (de startkwalificatie) is tevens gespreksonderwerp. Bij de intervisie is de begeleiding naar effectief studiegedrag onderwerp van het interdisciplinair gesprek tussen de professionals. Welk studieperspectief is er, wat is de toon van het gesprek, welke keuzes liggen er open en wat is de optimale begeleidingsmethodiek. In het methodisch werken staat de toepassing van “volgen en steunen” centraal. De student dient zelfstandig te studeren. Zes wekelijks is er casuïstiekoverleg waarin gemonitord wordt of de student op weg is naar de startkwalificatie. In fase B krijgen de meeste studenten een duidelijke focus op het behalen van de startkwalificatie en het bepalen van een vervolgstudie. De meeste studenten vervolgen hun studie na het behalen van de startkwalificatie in het mbo(3/4) of het hbo. Indien de student na het afstuderen gaat werken dient deze de studentenwoning binnen 3-6 maanden te verlaten. De professionals onderzoeken in hoeverre de student in aanmerking komt voor een uitstroomwoning in het kader van de nazorg. Stap 3 Monitoring na gediplomeerde doorstroom (fase C) Na het behalen van de startkwalificatie kan de student het campuscontract met Ymere voortzetten indien de student zich inschrijft voor een fulltime vervolgstudie in Amsterdam. In fase C nemen de studenten verantwoordelijkheid voor hun loopbaan. Deze fase kenmerkt de methodiek zich door monitoring op schoolsucces via een kwartaalgesprek. De student studeert zelfstandig. Indien de student de studie staakt of na afstuderen gaat werken, dient deze de woning binnen 3-6 maanden te verlaten. De professionals onderzoeken bij succesvolle uitstroom in hoeverre de student in aanmerking komt voor een uitstroomwoning in het kader van de nazorg. Stap 4 Sanctionering (fase D) Indien de student geen ontwikkeling toont op de afgesproken doelen uit het startgesprek of de voorgaande evaluatie en zich niet houdt aan de bepalingen in de woonbegeleidingsovereenkomst kan er besloten worden om over te gaan tot sanctionering. Reden voor het opleggen van een sanctie is het verwijtbaar niet nakomen van de discipline-eisen in de woonbegeleidingsovereenkomst. Uitgangspunt in de begeleidingsmethodiek is: Afspraak is afspraak → kom na of leg uit. Sanctionering vindt plaats bij verwijtbaar falen van de student op 1 van de 3 gebieden: a. Hulp
Spirit: aanwezigheid bij afspraken, afspraken nakomen m.b.t. zelfredzaamheid
b. Huiswerk
ROCvA: presentie + prestaties
c. Huren
Ymere/Stadgenoot: huur betaling, goed bewonerschap, hygiëne
Escalatie in de sanctionering vindt plaats door: 1. mondelinge waarschuwing, 2. schriftelijke gele kaart, 3. schriftelijke rode kaart, de student dient de woning te verlaten. Jaarverslag 2014 3H 35
Procedure: 1. Eén van de partners signaleert de noodzaak tot het nemen van een maatregel. 2. De projectleider agendeert het nemen van een maatregel. 3. De partners bereiken consensus over de te nemen maatregel. 4. Bij de partners is bewustzijn dat maximaal 1 op de 10 studenten een rode kaart krijgt.
Jaarverslag 2014 3H 36
Bijlage 4
Inrichting werkprocessen 3H
Stap
Procedure - Van aanmelding naar plaatsing
1
Aanmelding door jeugdadviseur Spirit naar stedelijke plaatsingscommissie WLW-projecten
2
Bespreking in stedelijke plaatsingscommissie
3
Plaatsingsbesluit
4
Check op huurgedrag door Ymere of Stadgenoot
5
Oproepen voor startgesprek door Spirit
6
Huurovereenkomst Ymere c.q. Stadgenoot – Spirit afsluiten door Ymere / Stadgenoot
7
Woonbegeleidingsovereenkomst Spirit – student afsluiten door Spirit
8
Inschrijven in Woningnet door student Huurtoeslag aanvragen door student o.b.v. Bureau Westerbeek en Spirit Jeugdhulpverlener
9
Woonbegeleiding start met een gesprek van de student, de jeugdhulpverlener en de loopbaanbegeleider van school
AO van aanmelding tot plaatsing (Administratieve Organisatie)
Stap
Administratieve Organisatie - Van aanmelding naar plaatsing
1
Student schrijft motivatiebrief naar jeugdadviseur Spirit
2
Aandraagformulier invullen door jeugdadviseur Spirit
3
Plaatsingsformulier invullen door gedragswetenschapper Spirit
4
Mail met naam, geboortedatum, naar Ymere / Stadgenoot t.b.v. check op woonhistorie
5
Formulier Startgesprek invullen door jeugdhulpverlener Spirit
6
Kopie paspoort / ID-kaart met verblijfsstatus door jeugd hulpverlener Spirit in dossier
7
Bewijs van inkomen / studiefinanciering (DUO) door jeugdhulpverlener Spirit in dossier
8
Woonbegeleidingovereenkomst model 3H door jeugdhulpverlener Spirit in dossier
9
Huurovereenkomst tussen Ymere /Stadgenoot– Spirit door jeugdhulpverlener Spirit in dossier
10
Compleet startdossier door Spirit naar projectleider
11
Kopie paspoort / ID-Kaart met verblijfsstatus + bewijs inkomen naar Ymere / Stadgenoot door jeugdhulpverlener Spirit
Jaarverslag 2014 3H 37
Werkproces begeleiding Fase A: weekbegeleiding
Stap 1
Werkproces intensieve woonbegeleiding fase A (wekelijks face-to-face) Jeugdhulpverlener maakt afspraken woningbezichtiging, inventariseert hulpvraag wonen, studie en persoonlijke effectiviteit en vult begeleidingsplan Fase A in.
2
Meterstanden lezen samen met de student van gas, water, licht
3
Jeugdhulpverlener legt contact tussen student en Bureau Westerbeek (Jeugdschuldhulpverlening) voor steun bij financiële planning.
4
Jeugdhulpverlener begeleidt de student bij inschrijven bij woningnet en reageren op advertenties zelfstandige huisvesting bij woningnet i.v.m. opbouwen historie
5
Jeugdhulpverlener maakt wekelijkse afspraak met student en bespreekt de voortgang m.b.t. de hulpvragen wonen, studie en persoonlijke effectiviteit
6
Jeugdhulpverlener onderhoudt wekelijks contact met de opleiding over de studievoortgang
7
Na 2,5 maand inventariseert de jeugdhulpverlener de stand m.b.t. “groene kaarten” bij opleiding, Ymere / Stadgenoot en schuldhulpverlening ter voorbereiding op 1 e evaluatie
8.
Na 3 maanden voert de jeugdhulpverlener van Spirit samen met Hoofd LEC het 1 e evaluatiegesprek. In de voorbereiding van het evaluatiegesprek toetst Spirit bij Ymere / Stadgenoot of het wonen goed gaat. Het 1e evaluatiegesprek heeft als mogelijke beoordeling: -op streek met ontwikkeldoelen -vertraging met ontwikkeldoelen -versnelling met ontwikkeldoelen
9
Na 6 maanden voert de jeugdhulpverlener van Spirit samen met Hoofd LEC het 2 e evaluatiegesprek met als mogelijke beoordeling: -op streek met ontwikkeldoelen -heeft versneld certificaat A behaald en krijgt een campuscontract -vertraging met ontwikkeldoelen
10
Na 9 maanden voert de jeugdhulpverlener van Spirit samen met Hoofd LEC het 3 e evaluatiegesprek met als mogelijke beoordeling: -heeft certificaat A behaald en krijgt een campuscontract -krijgt 1e verlenging met ontwikkeldoelen
11
Na 12 maanden voert de jeugdhulpverlener van Spirit samen met Hoofd LEC het 4 e evaluatiegesprek met als mogelijke beoordeling: -heeft certificaat A behaald en krijgt campuscontract -krijgt 2e verlenging met ontwikkeldoelen
12
Na 15 maanden voert de jeugdhulpverlener van Spirit samen met Hoofd LEC het 5 e evaluatiegesprek met als mogelijke beoordeling: -heeft certificaat A behaald en krijgt campuscontract -verlaat 3H met als vervolgperspectief ….
Jaarverslag 2014 3H 38
AO van Begeleiding Fase A: weekbegeleiding
Stap 1
Werkproces intensieve woonbegeleiding fase A (wekelijks face-to-face) Jeugdhulpverlener schrijft Weekverslag volgens format en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider
2
Jeugdhulpverlener schrijft elk kwartaal het evaluatieverslag volgens format en bespreekt deze met de gedragswetenschapper Spirit. Na goedkeuring door gedragswetenschapper zorgt de jeugdhulpverlener voor ondertekening door student, Hoofd LEC en Spirit. De jeugdhulpverlener stuurt het ondertekende evaluatieverslag door naar de projectleider.
3
Jeugdhulpverlener geeft samen met Hoofd LEC ROCvA zodra van toepassing de student een ondertekend certificaat A en stuurt een kopie naar de projectleider
4
Projectleider zorgt voor archivering van de verslagen en het certificaat A in het dossier van de student en voor opname van de voortgangsgegevens in de monitor.
5
Spirit meldt 3 weken voor overgang naar campuscontract aan Ymere / Stadgenoot de gegevens t.b.v. het campuscontract
6
Spirit begeleidt de student bij de overschrijving van de energielevering en de overige handelingen behorend bij een zelfstandig campuscontract.
Werkproces begeleiding Fase B: maandbegeleiding
Stap
Werkproces woonbegeleiding fase B (maandelijks face-to-face)
1
Ymere / Stadgenoot sluit campuscontract af. Jeugdhulpverlener Spirit begeleidt verzelfstandiging van leveranties van Gas, Water & Licht.
2
Jeugdhulpverlener Spirit vult bij overhandigen certificaat A begeleidingsplan fase B in met student 3H t.b.v. maandelijks voortgangscontact.
3
Jeugdhulpverlener Spirit begeleidt de student en monitort maandelijks bij de opleiding de voortgang.
4
Bij stagnatie van de opleiding of het wonen, inventariseert de Jeugdhulpverlener Spirit de hulpvraag en herstart de intensieve begeleiding (fase A).
5
Bij behalen startkwalificatie (diploma mbo-2 / 3 /4) inventariseert de jeugdhulpverlener Spirit of er sprake is van doorstroom naar een vervolgopleiding en zo ja, naar welke opleiding.
6
Bij gediplomeerde doorstroom naar vervolgopleiding verzorgt Spirit uitreiking van Certificaat B Bij gediplomeerde uitstroom naar werk adviseert de hulpverlener Spirit de student op weg naar zelfstandige huisvesting buiten het project binnen 3-6 maanden volgens de uitstroomregeling van de Gemeente Amsterdam.
7
Bij gediplomeerde uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit na 1 maand contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
8
Bij gediplomeerde uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit na 6 maanden contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
9
Spirit sluit het dossier af en informeert de student hierover.
Jaarverslag 2014 3H 39
AO van Begeleiding Fase B: maandbegeleiding
Stap 1
Werkproces woonbegeleiding fase B (maandelijks face-to-face) Jeugdhulpverlener schrijft maandverslag volgens format en mailt deze, na check door de gedragswetenschapper Spirit, naar projectleider.
2
Projectleider zorgt voor archivering van de maandverslagen in het dossier van de student en voor opname van de voortgangsgegevens in de monitor.
3
Spirit vraagt bij het behalen van het diploma (minimaal startkwalificatie) een kopie van het diploma op bij de student en mailt deze door naar projectleider.
4
Bij doorstroom: Spirit vraagt bij start van het nieuwe schooljaar een bewijs van plaatsing op van de vervolgopleiding en stuurt deze door naar Ymere / Stadgenoot en de projectleider.
5
Bij gediplomeerde uitstroom: Spirit stuurt Ymere / Stadgenoot een mail. Ymere / Stadgenoot zegt de huur van de studentenwoning schriftelijk op per datum 3-6 maanden na de mail van Spirit. Spirit maakt gespreksverslag van advisering naar uitstroom op weg naar zelfstandige woonruimte volgens format Uitstroom en mailt deze, na check door de gedragswetenschapper Spirit, naar projectleider en Ymere/Stadgenoot.
6
Bij gediplomeerde uitstroom maakt de jeugdhulpverlener Spirit na 1 maand een gespreksverslag nazorg en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider en Ymere/Stadgenoot.
7
Bij gediplomeerde uitstroom maakt de jeugdhulpverlener Spirit na 6 maanden gespreksverslag nazorg en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider en Ymere/Stadgenoot.
8
Spirit sluit het dossier administratief af en stuur het dossier naar de projectleider ter archivering.
Werkproces begeleiding Fase C: kwartaalbegeleiding
Stap
3H - Werkproces begeleiding Fase C (na gediplomeerde doorstroom)
1
Spirit vult bij overhandigen certificaat B monitoringsplan fase C in met student 3 H t.b.v. kwartaalcontact.
2
Jeugdhulpverlener Spirit monitort elk kwartaal bij de opleiding de voortgang.
3
Bij stoppen met de vervolg opleiding informeert de Jeugdhulpverlener Ymere/Stadgenoot.
.4
Bij gediplomeerde uitstroom adviseert de jeugdhulpverlener Spirit de student op weg naar zelfstandige huisvesting buiten het project binnen 3-6 maanden. Spirit maakt gespreksverslag van advisering naar uitstroom op weg naar zelfstandige woonruimte volgens de uitstroomregeling van de Gemeente Amsterdam en mailt deze, na check door de gedragswetenschapper Spirit, naar projectleider en Ymere/Stadgenoot.
5
1 maand na uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
6
6 maanden na uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
7
Spirit sluit het dossier af en informeert de student hierover.
Jaarverslag 2014 3H 40
AO van Woonbegeleiding Fase C (op weg naar gediplomeerde uitstroom)
Stap 1
3H - Werkproces begeleiding Fase C (na gediplomeerde doorstroom) Spirit vult bij overhandigen certificaat B monitoringsplan fase C in met student 3 H t.b.v. kwartaalcontract en mailt dit na check gedragswetenschapper naar projectleider
2
Jeugdhulpverlener schrijft kwartaalverslag volgens format C en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider
3
Bij uitstroom: Spirit stuurt Ymere een mail. Ymere zegt de huur schriftelijk op per datum 3 -6 maanden na de mail van Spirit. Spirit maakt gespreksverslag van advisering op weg naar zelfstandige woonruimte volgens format Uitstroom en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider en Ymere/Stadgenoot.
4
Spirit maakt 1 maand na uitstroom een gespreksverslag en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider.
5
Spirit maakt 6 maanden na uitstroom een gespreksverslag en mailt deze na check door gedragswetenschapper Spirit naar projectleider. Spirit sluit het dossier administratief af en stuur het dossier naar de projectleider ter archivering.
6
Spirit sluit het dossier administratief af en stuur het dossier naar de projectleider ter archivering.
Werkproces sanctionering fase D
Stap 1
Werkproces sanctionering Fase D (waarschuwing - gele kaart - rode kaart) Jeugdhulpverlener Spirit bespreekt bij afsluiting woonbegeleiding overeenkomst de escalatieprocedure met de jongere.
2
Bij klacht van ROCvA of Ymere/Stadgenoot of Spirit geeft de jeugdhulpverlener Spirit mondeling de beargumenteerde waarschuwing aan de student en maakt concrete afspraken hoe de student gewenst
3
correct gedrag gaat tonen. Na interdisciplinair overleg, op basis van consensus tussen de partners vanwege herhaalde klacht van ROCvA, Spirit, Ymere/Stadgenoot geeft de teamleider Spirit de 1e schriftelijk onderbouwde waarschuwing
.4
aan de student met een concrete aanwijzing hoe de student zijn gedrag dient te corrigeren – gele kaart. Na interdisciplinair overleg, op basis van consensus tussen de partners vanwege herhaalde klacht van ROCvA, Spirit, Ymere/Stadgenoot geeft de teamleider Spirit de schriftelijk onderbouwde beslissing tot
5
stopzetting van de woonbegeleidingovereenkomst aan de student – rode kaart. Na de Rode Kaart begeleidt de jeugdhulpverlener de student bij de ontruiming van de woning, afsluiting van de meterstanden en overdracht naar zorgtraject / ander perspectief Spirit neemt de benodigde maatregelen om betaling van huurachterstand c.q. ontruimingskosten op de
6
student verhalen. 1 maandtena uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
7
6 maanden na uitstroom neemt jeugdhulpverlener Spirit contact op met de jongere in het kader van de nazorg.
8
Spirit sluit het dossier af en informeert de student hierover.
Jaarverslag 2014 3H 41
Stap 1
AO Sanctionering Fase D (van gele kaart naar rode kaart)
Jeugdhulpverlener Spirit geeft bij afsluiting woonbegeleiding overeenkomst schriftelijk de flyer procedure gele kaart / rode kaart (escalatieprocedure).
2
Jeugdhulpverlener Spirit noteert in het weekverslag de beargumenteerde mondeling waarschuwing aan de student met concrete afspraken hoe de student gewenst correct gedrag gaat tonen.
3
Teamleider Spirit stuurt schriftelijk de onderbouwde waarschuwing (gele kaart) aan de student en stuurt een kopie naar de projectleider ter archivering.
.4
Teamleider Spirit stuurt schriftelijk de onderbouwde waarschuwing (rode kaart) aan de student en stuurt een kopie naar de projectleider ter archivering - rode kaart.
5
De jeugdhulpverlener zegt het huurovereenkomst op met Ymere / Stadgenoot.
6
Jeugdhulpverlener Spirit maakt 1 maand na uitstroom gespreksnotitie van het perspectief en stuurt dit naar de projectleider.
7
Jeugdhulpverlener Spirit maakt 6 maanden na uitstroom gespreksnotitie van het perspectief en stuurt dit naar de projectleider.
8
Spirit sluit het dossier af en informeert de student hierover.
Jaarverslag 2014 3H 42
Bijlage 5 Kosten
Jaarverslag 2014 3H 43