INSCHRIJVINGSBESLUIT UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 2012-2013 Vastgesteld door het College van Bestuur bij besluit d.d. 19 januari 2012, nr. 2012cb0024
I REGELS VAN PROCEDURELE AARD Artikel 1
INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN (artikel 6 oud)
Inschrijving als student of extraneus staat alleen open voor degene die voldoet aan de wettelijke vooropleidingseisen en toelatingseisen genoemd in hoofdstuk 7, titel 2 en 3, van de WHW, dan wel aan wie door het College van Bestuur vrijstelling is verleend van deze vooropleidingseisen, op grond van de wettelijke mogelijkheden hiervoor.
Artikel 2
NADERE INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN (artikel 7 oud)
1. Ten behoeve van de eerste inschrijving voor een bacheloropleiding dient een student aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1)
Het via Studielink ingediende verzoek tot inschrijving.
2)
Indien de inschrijver de nationaliteit bezit van een land dat tot de EER behoort en zich voor de eerste maal inschrijft aan de UvA (indien geen verificatie van de identiteit via Studielink is verkregen) een kopie van het geldig paspoort/identiteitskaart.
3)
Indien de inschrijver niet de nationaliteit bezit van een land dat tot de EER behoort en zich voor de eerste maal inschrijft aan de Universiteit (indien geen verificatie van het verblijfsrecht via Studielink is verkregen): • een kopie van het geldig paspoort van inschrijver, en tevens; • het bewijs dat hij op de eerste dag van de opleiding waarvoor hij zich inschrijft: rechtmatig verblijf houdt in Nederland. Ten behoeve van het aantonen van het rechtmatig verblijf in Nederland ontvangt Hoofd CSA van de inschrijver (van wie geen verificatie van het verblijfsrecht via Studielink is verkregen): - een kopie van het uittreksel uit de Gemeentelijke Basis Administratie, of - een kopie van de voor- en achterzijde van een geldige verblijfsvergunning of - vergunning tot vestiging van inschrijver, of - een kopie van het betalingsbewijs dan wel de ontvangstbevestiging van de aanvraag van de verblijfsvergunning van inschrijver, of - een kopie van het geldig paspoort van inschrijver met de MVV-sticker (Machtiging tot Voorlopig Verblijf), of - een bewijs van een verzoek tot verlenging van een verblijfsvergunning, of een ontvangstbevestiging van de IND of het verzoek tot overmaken van de leges hiervoor.
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
4)
Een eenmalige machtiging van de universiteit voor incasso van het verschuldigde collegegeld ineens of in maandelijkse termijnen, een directe betaling van het collegegeld via IDEAL, creditcard of directe overboeking, door een originele verklaring van betaald collegegeld van een instelling voor hoger onderwijs in geval wettelijk collegegeld is verschuldigd, of in uitzonderlijke gevallen een bewijs dat het verschuldigde collegegeld op een andere door hoofd CSA te bepalen wijze wordt voldaan.
5)
Indien geen verificatie van de vooropleiding via Studielink is verkregen, een bewijs van voldoende vooropleiding, bij VWO incl. cijferlijst, voor de gekozen opleiding, dan wel indien de inschrijver een niet-Nederlandse vooropleiding heeft genoten een door Studentenservices verstrekt bewijs van voldoende vooropleiding;
2. Ten behoeve van de eerste inschrijving voor een masteropleiding dient een student aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1)
Het bepaalde in bovenstaande artikel 2.1, sub 1 t/m 4, van dit besluit.
2)
Inschrijving voor een masteropleiding is alleen mogelijk voor degene die een origineel bewijs van toelating voor deze masteropleiding kan overleggen, of op grond van een met goed gevolg afgelegd bachelor examen aan de UvA, indien in de onderwijs- en examenregeling van de gevolgde bacheloropleiding of van de gewenste masteropleiding deze masteropleiding is aangewezen als aansluitende masteropleiding op de aan de UvA gevolgde bacheloropleiding.
3. Ten behoeve van de herinschrijving voor een opleiding dient een student aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1)
Het via Studielink ingediende verzoek tot herinschrijving.
2)
Een eenmalige machtiging van de universiteit voor incasso van het verschuldigde collegegeld ineens of in maandelijkse termijnen, een directe betaling van het collegegeld via IDEAL, creditcard of directe overboeking, door een originele verklaring van betaald collegegeld van een instelling voor hoger onderwijs in geval wettelijk collegegeld is verschuldigd of in uitzonderlijke gevallen een bewijs dat het verschuldigde collegegeld op een andere door hoofd CSA te bepalen wijze wordt voldaan.
Artikel 3 1)
WEIGERING INSCHRIJVING (artikel 8 oud)
Degene die voor een opleiding een afwijzend bindend studieadvies (bsa) heeft ontvangen, kan zich voor de desbetreffende opleiding en voor de opleidingen waarmee deze opleiding een propedeutische fase gemeen heeft niet inschrijven gedurende de termijn zoals die in de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende opleiding is vermeld. Aan degene van wie de inschrijving aan de Universiteit van Amsterdam eerder tussentijds is beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 7.12b, tweede lid WHW, wordt de inschrijving geweigerd. De inschrijving van degene van wie de inschrijving aan de Universiteit van Amsterdam of een andere instelling in het Hoger Onderwijs eerder is geweigerd dan wel tussentijds is beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 7.42a WHW, kan geweigerd worden indien de inschrijving een zelfde of verwante opleiding betreft.
Pagina 2
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
3.4
De inschrijving van degene van wie de inschrijving aan de Universiteit van Amsterdam eerder tussentijds is beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 7.57h, eerste of tweede lid WHW, kan geweigerd worden.
Artikel 4
BEPERKING GEBRUIK ONDERWIJSVOORZIENINGEN (PRACTICA) (artikel 9 oud)
Degene die als student voor een opleiding is ingeschreven, kan slechts practica volgen bij opleidingen met een numerus fixus na verkregen toestemming van de desbetreffende opleiding, in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit. Het volgen van practica op basis van een inschrijving als extraneus is niet mogelijk.
Artikel 5
INSCHRIJVING (artikel 10 oud)
1)
Tot inschrijving wordt slechts overgegaan, nadat aan alle wettelijke inschrijvingsverplichtingen is voldaan. Inschrijving is slechts mogelijk per 1 september en, mits door de opleiding aangegeven, per 1 februari. Voor de doctoraal-/masteropleiding Geneeskunde is inschrijving ook in andere maanden mogelijk (vanwege de wachttijden voor co-assistentschappen). Ook voor bijvakstudenten is inschrijving in andere maanden mogelijk. Studenten van buiten de EER worden voor de masteropleiding International Criminal Law per 1 januari ingeschreven. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk, tenzij de inschrijving aantoonbaar is vertraagd door omstandigheden die aan de UvA te wijten zijn.
2)
De inschrijving geschiedt met ingang van 1 september indien: • vóór 1 september het verzoek tot (her)inschrijving via Studielink is ingediend van het studiejaar waarvoor men wenst te worden ingeschreven; • vóór 1 september aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan, waaronder dat het collegegeld is betaald door betaling ineens, door het afgeven van een eenmalige machtiging aan de UvA voor incasso van het verschuldigde collegegeld ineens of in maandelijkse termijnen, door een originele verklaring van betaald collegegeld van een instelling van hoger onderwijs in geval wettelijk collegegeld is verschuldigd of in bijzondere gevallen via een bewijs dat het verschuldigde collegegeld op een andere, door het hoofd CSA te bepalen wijze, is voldaan.
3)
De inschrijving geschiedt met ingang van 1 februari indien: • vóór 1 februari het verzoek tot (her)inschrijving via Studielink is ingediend van het studiejaar waarvoor men wenst te worden ingeschreven en de opleiding deze mogelijkheid heeft aangegeven; • vóór 1 februari aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan, waaronder dat het collegegeld is betaald door betaling ineens, door het afgeven van een eenmalige machtiging aan de UvA voor incasso van het verschuldigde collegegeld ineens of in maandelijkse termijnen, door een originele verklaring van betaald collegegeld van een instelling van hoger onderwijs in geval wettelijk collegegeld is verschuldigd of in bijzondere gevallen via een bewijs dat het verschuldigde collegegeld op een andere, door het hoofd CSA te bepalen wijze, is voldaan.
Pagina 3
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Artikel 6
BEWIJS VAN INSCHRIJVING (artikel 11 oud)
Nadat aan alle inschrijvingsverplichtingen, bepaald in artikel 2 van dit besluit, is voldaan, worden een bewijs van inschrijving en twee verklaringen van inschrijving verstrekt. Op het bewijs van inschrijving staan de rechten verbonden aan de inschrijving vermeld. Het bewijs van inschrijving dient te worden voorzien van de handtekening van de desbetreffende ingeschrevene. Ingeval van verlies of diefstal van het bewijs van inschrijving kan een duplicaat worden verkregen tegen betaling van € 25 in het geval geen proces-verbaal van de politie kan worden overlegd.
Artikel 7
UNIVERSITAIR LEGITIMATIEBEWIJS (artikel 12 oud)
Bij de eerste inschrijving wordt, tegelijk met het bewijs van inschrijving en de verklaringen van inschrijving, een universitair legitimatiebewijs (collegekaart) verstrekt.
Artikel 8
BEËINDIGING INSCHRIJVING (artikel 13 oud)
1)
Indien degene die zijn verzoek tot inschrijving heeft ingediend en zijn college- of examengeld heeft betaald, vóór de aanvang van het nieuwe studiejaar zijn inschrijving wil annuleren, dient hij dit vóór 1 september van het nieuwe studiejaar in Studielink kenbaar te maken . Het eventueel ontvangen bewijs van inschrijving en de verklaringen van inschrijving dienen bij het verzoek tot beëindiging van de inschrijving aan de Studentenadministratie te worden geretourneerd.
2)
Op een via Studielink ingediend verzoek van degene die als student is ingeschreven, wordt de inschrijving op grond van het bepaalde in artikel 7.42 lid 1 WHW voor het lopende studiejaar beëindigd met ingang van de volgende maand. Beëindiging van de inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk.
3)
De inschrijving van een student kan op grond van het bepaalde in artikel 7.8b, vijfde lid, artikel 7.12b, tweede lid, 7.42, tweede lid, 7.42a en 7.57h, eerste of tweede lid WHW worden beëindigd.
Artikel 9
BETALING COLLEGEGELD EN EXAMENGELD (artikel 14 oud)
1)
Het college- en examengeld wordt voldaan door betaling ineens dan wel door gespreide betaling in twaalf (maandelijkse) termijnen. Bij gespreide betaling wordt eenmalig € 24,administratiekosten in rekening gebracht.
2)
Gespreide betaling van het college- en examengeld staat open voor alle inschrijvingsvormen die in dit besluit genoemd zijn, onder de daarvoor geldende voorwaarden.
3)
Indien incasso van het verschuldigde college- en examengeld niet mogelijk blijkt, stelt de instelling een ultimatum van in totaal drie incassopogingen aan de student waarbinnen het verschuldigde collegegeld moet zijn voldaan. Indien niet binnen die termijn het verschuldigde collegegeld is voldaan, wordt de inschrijving geannuleerd dan wel beëindigd met inachtneming van het in artikel 7.42, tweede lid WHW bepaalde. In geval dat een machtiging voor incasso van het verschuldigde collegegeld per september, ineens, is afgegeven voor het gehele studiejaar wordt de inschrijving geannuleerd met ingang van 1 september van het betreffende studiejaar, aangezien geen inschrijving tot stand is gekomen.
Pagina 4
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
4)
Indien de inschrijving plaatsvindt per een latere datum dan 1 september wordt het verschuldigde collegegeld berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar.
Artikel 10 TERUGBETALING COLLEGEGELD (artikel 15 oud) 1)
Terugbetaling van het collegegeld op grond van deze regeling vindt plaats na beëindiging van de inschrijving bedoeld in artikel 7.42, eerste lid WHW, met dien verstande dat voor elke maand die in dat studiejaar nog resteert, een twaalfde gedeelte van het verschuldigde collegegeld wordt terugbetaald. Van terugbetaling van collegegeld is slechts sprake, indien de inschrijving voor alle opleidingen wordt beëindigd.
2)
Bij beëindiging van de inschrijving met ingang van juli of augustus bestaat geen aanspraak op terugbetaling van het collegegeld 1.
3) Het verzoek om teruggave van het collegegeld wordt niet ingewilligd dan nadat het bewijs van inschrijving is ingeleverd alsmede, indien van toepassing, het originele bewijs betaald collegegeld of een bewijs van uitschrijving van een andere instelling van hoger onderwijs.
Artikel 11 ADMINISTRATIEKOSTEN (artikel 16 oud) Degene die een getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11 WHW wenst te verkrijgen en de desbetreffende bewijzen van inschrijving niet kan overleggen, verkrijgt het getuigschrift niet eerder dan nadat hij het in verband met de inschrijving voor de desbetreffende eenheden verschuldigde collegegeld heeft voldaan verhoogd met een bedrag aan administratiekosten ad € 200,-.
Artikel 12 HARDHEIDSCLAUSULE (artikel 20 oud) Het College van Bestuur kan van deze regeling afwijken, indien een bepaling in deze regeling zou leiden tot een bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 13 UITVOERING VAN HET INSCHRIJVINGSBESLUIT (artikel 21 oud) Het hoofd van de Studentenadministratie is belast met de uitvoering van het in dit inschrijvingsbesluit bepaalde.
Artikel 14 INWERKINGTREDING, CITEERTITEL (artikel 22 oud) 1)
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2012, onder gelijktijdige intrekking van het Inschrijvingsbesluit UvA 2011-2012 per 1 september 2012.
2)
Dit besluit kan worden aangehaald als "Inschrijvingsbesluit UvA 2012-2013".
1 Met verwijzing naar artikel 8.2 van dit besluit betekent dit dat bij het indienen van een verzoek in de maand juni , voor beëindiging van de inschrijving, geen aanspraak bestaat op terugbetaling van het collegegeld voor de maanden juli en augustus, omdat de inschrijving in dat geval beëindigd wordt per 1 juli.
Pagina 5
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
II
BEPALINGEN TARIEVEN COLLEGEGELD 2012-2013
Artikel 1
COLLEGEGELD VOLTIJDSTUDENT (artikel 1 oud)
WHW, Artikel 7.45. Hoogte wettelijk collegegeld 1. De bedragen van het volledige en van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld worden vastgesteld volgens een basistarief en een verhoogd tarief. Het verhoogde tarief bestaat uit het basistarief vermeerderd met een opslag. 2. Het basistarief en het verhoogde tarief van het volledige wettelijke collegegeld worden bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 3. De hoogte van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld en is gelegen tussen een minimum- en een maximumbedrag. Deze bedragen worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 4. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld volgens het basistarief bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld volgens het basistarief. 5. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief. 6. Het instellingsbestuur informeert Onze minister over de hoogte van de bedragen die het instellingsbestuur op grond van het derde lid heeft vastgesteld. 7. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld in het tweede en het derde lid, worden jaarlijks volgens de consumentenprijsindex geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald. WHW, Artikel 7.45a. Aanspraak op wettelijk collegegeld 1. Het wettelijke collegegeld is verschuldigd door een student die: a. blijkens het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52, sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelorof een mastergraad heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad heeft behaald, b. woonachtig is in Nederland, België, Luxemburg of een van de deelstaten Noord-RijnlandWestfalen, Nedersaksen en Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland, en c. tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, behoort of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geldt niet voor een student die voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt. 3. (…) 4. Een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, die is ingeschreven voor een voltijdse opleiding is het volledige wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, verschuldigd. 5. Een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, die is ingeschreven voor een deeltijdse of duale opleiding, is het gedeeltelijke wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, derde lid, verschuldigd. 6. Indien een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid meer dan één opleiding volgt en Pagina 6
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
de opleiding waarvoor hij het eerst is ingeschreven met goed gevolg afrondt, is deze student het wettelijke collegegeld verschuldigd voor het resterende deel van het studiejaar. Het verschuldigde bedrag wordt in dat geval berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. 7. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelorgraad heeft behaald gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een hogere beroepsopleiding met een studielast van 168 studiepunten, volgens de wet zoals die luidde op 31 augustus 2002, en b. een student die met goed gevolg het kandidaatsexamen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.8, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002. 8. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een mastergraad heeft behaald, gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.3, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002; b. een student die op grond van artikel 18.14 met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs; en c. een student die op grond van artikel 18.15 met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs.
1)
Degene die zich voor een voltijdse opleiding als student wil inschrijven en voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW, is het wettelijk collegegeld verschuldigd van € 1771,-, met inachtneming van het hierna bepaalde alsmede het in artikel 4 bepaalde.
2)
Degene die zich voor een voltijdse opleiding als student wil inschrijven en niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW is een instellingscollegegeld verschuldigd ter hoogte van het instellingstarief (vermeld in artikel 5), tenzij het College van Bestuur voor bepaalde opleidingen of (groepen van) studenten anders heeft bepaald.
3)
Voor studenten uit een land buiten de EER die zich inschrijven via het UAF gelden de tarieven zoals die gelden voor studenten uit een land van de EER.
4)
Het verschuldigde collegegeldtarief wordt vastgesteld op grond van de ten tijde van de inschrijving (via Studielink) bij de instelling bekende gegevens. Als in een later stadium mocht blijken dat het collegegeldtarief is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledige gegevens behoudt de instelling zich het recht voor alsnog het juiste tarief in rekening te brengen.
Pagina 7
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Artikel 2
COLLEGEGELD DEELTIJDSTUDENT (artikel 2 oud)
1)
Degene die zich voor een deeltijdse opleiding als student wil inschrijven en bij aanvang van het studiejaar voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW, is een (gedeeltelijk wettelijk) collegegeld verschuldigd van € 1595 met inachtneming van het hierna bepaalde alsmede het in artikel 4 bepaalde.
2)
Degene die zich voor een deeltijdse opleiding als student wil inschrijven en niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW is een instellingscollegegeld verschuldigd ter hoogte van het instellingstarief (vermeld in artikel 5), tenzij het College van Bestuur voor bepaalde opleidingen of (groepen van) studenten anders heeft bepaald.
3)
Het verschuldigde collegegeldtarief wordt vastgesteld op grond van de ten tijde van de inschrijving (via Studielink) bij de instelling bekende gegevens. Als in een later stadium mocht blijken dat het collegegeldtarief is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledige gegevens behoudt de instelling zich het recht voor alsnog het juiste tarief in rekening te brengen.
Artikel 3
HOOGTE COLLEGEGELD DUALE STUDENT (artikel 1 oud)
1)
Degene die zich voor een duale opleiding als student wil inschrijven en bij aanvang van het studiejaar voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW, is een wettelijk collegegeld verschuldigd van € 1771 met inachtneming van het hierna bepaalde alsmede het in artikel 4 bepaalde.
2)
Degene die zich voor een duale opleiding als student wil inschrijven en niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW is een instellingscollegegeld verschuldigd ter hoogte van het instellingstarief (vermeld in artikel 5), tenzij het College van Bestuur voor bepaalde opleidingen of (groepen van) studenten anders heeft bepaald.
3)
Het verschuldigde collegegeldtarief wordt vastgesteld op grond van de ten tijde van de inschrijving (via Studielink) bij de instelling bekende gegevens. Als in een later stadium mocht blijken dat het collegegeldtarief is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledige gegevens behoudt de instelling zich het recht voor alsnog het juiste tarief in rekening te brengen.
Pagina 8
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Artikel 4
LANGSTUDEERDERSMAATREGEL
WHW, Artikel 7.45b. Verhoogd wettelijk collegegeld 1. Het wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, is verschuldigd door een student die voldoet aan de voorwaarden die in artikel 7.45a worden gesteld om in aanmerking te komen voor het wettelijke collegegeld en die blijkens het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52, sedert 1991 a. langer voor een opleiding ingeschreven is geweest dan: 1. vijf studiejaren, indien de inschrijving een bacheloropleiding met een studielast van 240 studiepunten betreft, of 2. vier studiejaren, indien de inschrijving een bacheloropleiding met een studielast van 180 studiepunten betreft, dan wel b. langer voor een masteropleiding ingeschreven is geweest dan: 1. vijf studiejaren, indien de inschrijving een masteropleiding met een studielast van 240 studiepunten betreft, 2. vier studiejaren, indien de inschrijving een masteropleiding met een studielast van 180 studiepunten betreft, 3. drie studiejaren, indien de inschrijving een masteropleiding met een studielast van 120 studiepunten betreft, 4. twee studiejaren, indien de inschrijving een masteropleiding met een studielast van 60 studiepunten betreft, of c. langer ingeschreven is geweest voor een opleiding als bedoeld in artikel 18.15 dan het aantal jaren dat de som is van het aantal studiepunten van de opleiding, bedoeld in artikel 7.4, zoals dat luidde op 31 augustus 2002, gedeeld door 42 en vermeerderd met een jaar. 2. Voor de berekening van de studielast wordt het aantal studiepunten van de opleiding, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, zo nodig naar boven afgerond tot 240, 180 of 120 studiepunten. 3. Het aantal studiejaren van een student, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend door een optelling van diens inschrijvingen op de peildatum in enig jaar vanaf 1 september 1991. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt de peildatum, bedoeld in de eerste volzin, vastgesteld en kunnen overige aspecten van de berekening van het aantal studiejaren worden geregeld. 4. Een student die, nadat hij een bachelorgraad of een mastergraad heeft behaald, voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt en op grond van artikel 7.45a in aanmerking komt voor het wettelijke collegegeld, is voor die opleiding gedurende het aantal studiejaren, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, uitsluitend het wettelijke collegegeld volgens het basistarief, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, verschuldigd. 5. (…). 6. (…). 7. Indien een student een ongedeelde opleiding als bedoeld in artikel 18.15 vervolgt met een masteropleiding, telt het aantal studiejaren van die ongedeelde opleiding, verminderd met drie, mee bij de vaststelling van het aantal studiejaren, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
Pagina 9
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Degene die langer dan de wettelijke nominale studieduur + 1 jaar ingeschreven staat voor een opleiding is een verhoogd wettelijk collegegeld verschuldigd op grond van artikel 7.45b WHW van € 4834 bij een voltijdse of duale inschrijving en € 4658 voor een deeltijdse inschrijving. Er wordt geen onderscheid gemaakt in nominale studieduur voor voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen. In bepaalde gevallen is het mogelijk een beroep te doen op het Profileringsfonds. De langstudeerdersmaatregel is niet van toepassing op het instellingscollegegeld.
Artikel 5
INSTELLINGSCOLLEGEGELD (artikel 1 oud)
Degene die zich voor een voltijdse, deeltijdse of duale opleiding als student wil inschrijven en niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid WHW is het instellingscollegegeld verschuldigd van: • € 9.000,- voor bacheloropleidingen van de Faculteit der Geesteswetenschappen, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, de Faculteit Economie en Bedrijfskunde en de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen; • € 11.000,- voor bacheloropleidingen van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en de bacheloropleiding Medische informatiekunde bij de Faculteit der Geneeskunde (AMC); • € 25.000,- voor de bacheloropleiding Tandheelkunde; • € 20.000,- voor de bacheloropleiding en de ongedeelde opleiding Geneeskunde; • € 11.491,- voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences (AUC) (€ 9361 collegegeld + € 2130 institutional fee); • € 10.500,- voor masteropleidingen van de Faculteit der Geesteswetenschappen; • € 12.000 voor masteropleidingen van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, de Faculteit Economie en Bedrijfskunde en de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en voor de masteropleiding Medische Informatiekunde van de Faculteit der Geneeskunde (AMC); • € 25.000 voor de masteropleiding Tandheelkunde; • € 20.000 voor de masteropleiding Geneeskunde; • € 12.000 voor de Tinbergen Graduate School (Tinbergen Institute Master of Philosophy in Economics). Voor bepaalde (internationale) programma’s of groepen van studenten heeft het College van Bestuur anders bepaald. Deze zijn opgenomen in de bijlage. Voor het instellingscollegegeld worden onder masteropleidingen tevens doctoraalopleidingen begrepen. Voor het instellingscollegegeld wordt voor geneeskunde onder masteropleiding doctoraalopleiding + artsexamen begrepen en onder bacheloropleiding de doctoraalopleiding geneeskunde zonder artsexamen.
Artikel 6
INSTELLINGSCOLLEGEGELD BIJ HET REEDS HEBBEN VAN EEN GRAAD (artikel 3.1 oud)
Degene die tijdens zijn eerste bachelor- of masteropleiding een tweede bachelor- of masteropleiding aan de UvA is aangevangen en voor deze tweede opleiding aan de UvA onafgebroken ingeschreven is, is tot en met studiejaar 2012-2013 (= tot 1 september 2013) een instellingscollegegeldtarief verschuldigd ter hoogte van het wettelijk collegegeldtarief. Dit geldt voor voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen. Pagina 10
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Artikel 7
INSTELLINGSCOLLEGEGELD BIJ INSCHRIJVING SCHAKELPROGRAMMA (artikel 3.2 oud)
Degene die reeds in het bezit is van een bachelordiploma en zich in 2012-2013 voor het eerst aan de UvA voor een bacheloropleiding inschrijft voor het volgen van een schakelprogramma, d.w.z. een deficiëntieprogramma van maximaal 30 ects, ter voorbereiding op toelating tot een masteropleiding aan de UvA, en daarvoor instellingscollegegeld verschuldigd is, is voor het eerste studiejaar van inschrijving voor dit schakelprogramma een instellingscollegegeld verschuldigd ter hoogte van het wettelijk collegegeldtarief (€ 1771 voor voltijd en € 1595 voor deeltijd in 2012-2013). Dit tarief geldt zowel voor de voltijd- als deeltijdopleiding uitsluitend voor het studiejaar waarin voor de eerste maal wordt ingeschreven voor een schakelprogramma van maximaal 30 ects. Wordt het schakelprogramma niet afgerond binnen het eerste studiejaar van inschrijving voor dit programma, dan is bij inschrijving voor het schakelprogramma in volgende studiejaren het hoge instellingscollegegeldtarief verschuldigd (zoals vermeld in artikel 5). Worden meer dan 30 ects behaald bij inschrijving voor een schakelprogramma in het eerste jaar van inschrijving voor dat programma dan is eveneens het hoge instellingscollegegeldtarief verschuldigd.
Artikel 8
EXAMENGELD EXTRANEUS (artikel 4 oud)
Degene die zich als extraneus wil inschrijven voor een opleiding, is per opleiding een examengeld verschuldigd ter hoogte van het verschuldigde collegegeld bij een voltijdse inschrijving.
Artikel 9
INSTELLINGSCOLLEGEGELD BIJ INSCHRIJVING VOOR MEER DAN EEN OPLEIDING (artikel 5 oud)
1) Degene die zich als student aan een andere Nederlandse instelling van hoger onderwijs heeft ingeschreven en daar het instellingstarief of wettelijk tarief heeft betaald, is bij inschrijving aan de UvA, indien hij bij de UvA geen recht heeft op wettelijk tarief, het volledige instellingstarief verschuldigd, behoudens het hierna bepaalde. 2) Degene die zich als student heeft ingeschreven aan een instelling dan wel opleiding zoals vermeld in de bijlage bij dit besluit en daar het instellingstarief heeft betaald, wordt bij inschrijving als student aan de UvA en onder overlegging van een bewijs van het betaalde collegegeld vrijgesteld van het betalen van het collegegeld aan de UvA. Een student die aan de UvA het instellingstarief heeft betaald en zich als student inschrijft voor een tweede of volgende opleiding aan de UvA waarvoor eveneens instellingstarief verschuldigd is wordt eveneens vrijgesteld van het betalen van collegegeld voor de tweede of volgende opleiding aan de UvA. 3) Degene die zich als student aan een andere Nederlandse instelling van hoger onderwijs heeft ingeschreven en daar het instellingstarief heeft betaald wordt bij inschrijving als bijvakstudent aan de UvA vrijgesteld van het betalen van het collegegeld indien het bij de eigen instelling betaalde collegegeld hoger of gelijk is aan het verschuldigde instellingscollegegeld bij de UvA. Indien het reeds betaalde collegegeld bij de eigen instelling lager is dan het verschuldigde instellingscollegegeld van de UvA is slechts het verschil verschuldigd.
Pagina 11
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Artikel 10 OVERGANGSREGELINGEN VOOR NIET EER STUDENTEN (artikel 17 oud) 1) Voor degene die afkomstig is uit een land buiten de EER, niet in aanmerking komt voor het wettelijk collegegeld en die sinds het studiejaar 2006-2007 dan wel 2007-2008 onafgebroken staat ingeschreven als student voor de ongedeelde opleiding Geneeskunde geldt een instellingscollegegeldtarief ad € 9000,- (behoudens eventuele jaarlijkse indexering) tot 31 augustus 2014. De overgangsregeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd. 2) Voor degene die afkomstig is uit een land buiten de EER, niet in aanmerking komt voor het wettelijk collegegeld en die vóór het studiejaar 2007-2008 stond ingeschreven als student voor de bacheloropleiding Tandheelkunde, geldt een afwijkend overgangsregime zoals genoemd in de bijlage. 3) Voor degene die afkomstig is uit een land buiten de EER, niet in aanmerking komt voor het wettelijk collegegeld en die vóór het studiejaar 2010-2011 reeds onafgebroken stond ingeschreven als student voor een bachelor- dan wel masteropleiding aan de UvA gelden gedurende de nominale duur van de desbetreffende bachelor- dan wel masteropleiding de instellingscollegegeldtarieven zoals die gelden in het studiejaar 2009-2010. De overgangsregeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd. De regeling is niet van toepassing op schakelstudenten. 4) Voor degene die afkomstig is uit een land buiten de EER, niet in aanmerking komt voor het wettelijk collegegeld: - en die vóór het studiejaar 2010-2011 reeds onafgebroken stond ingeschreven als student voor een bacheloropleiding aan de UvA; - en die zijn bachelordiploma behaalt vóór 1 september 2012; - en zich aansluitend, uiterlijk per 1 september 2012, inschrijft voor een masteropleiding aan de UvA, gelden gedurende de nominale duur van de masteropleiding de instellingscollegegeldtarieven zoals die voor de desbetreffende masteropleiding golden in 2009-2010. De overgangsregeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd.
Artikel 11 OVERGANGSREGELINGEN VOOR STUDENTEN DIE ZICH VOOR OF IN 2010-2011 VOOR EEN TWEEDE BACHELOR- OF MASTEROPLEIDING HEBBEN INGESCHREVEN (artikel 18 oud) Voor studenten die al een bachelorgraad hebben behaald en die zich voor een tweede (of volgende) bacheloropleiding aan de UvA inschrijven, respectievelijk die al een mastergraad hebben en zich voor een tweede (of volgende) masteropleiding aan de UvA inschrijven, geldt voor 2012-2013 het volgende: 1) Voor studenten die zich voor of in september 2010 hebben ingeschreven voor een tweede masteropleiding in de vorm van een deeltijd master van 120 ects, geldt voor de nominale studieduur van de opleiding en uiterlijk tot 1 september 2014 hetzelfde instellingstarief als in 2010-2011, eventueel met indexering. Voor degenen die zich na 1 september 2010 maar voor 1 september 2011 hebben ingeschreven voor een tweede masteropleiding in de vorm van een deeltijd researchmaster, geldt eveneens dat zij voor de nominale studieduur van de Pagina 12
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
opleiding en uiterlijk tot 1 september 2014 hetzelfde tarief verschuldigd zijn als in 2010-2011, met uitzondering van eventuele indexering. Voor 2012-2013 is het tarief na indexering vastgesteld op € 1771. Deze (overgangs)regeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd of onderbroken. 2) Studenten die zich voor of in september 2010 voor een tweede bacheloropleiding hebben ingeschreven zijn gedurende de nominale studieduur en tot uiterlijk 1 september 2013 geen verhoogd instellingstarief verschuldigd, m.u.v. eventuele indexering van het tarief van 20102011. Voor 2012-2013 is het tarief na indexering vastgesteld op € 1771. Deze (overgangs)regeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd of onderbroken. Voor degenen die zich na september 2010 maar voor september 2011 voor een tweede bacheloropleiding hebben ingeschreven geldt eveneens dat zij tot 1 september 2013 hetzelfde tarief verschuldigd zijn als in 2010-2011, met uitzondering van eventuele indexering. Voor 2012-2013 is het tarief na indexering vastgesteld op € 1771. Deze (overgangs)regeling vervalt indien de inschrijving als student tussentijds wordt beëindigd of onderbroken. 3) De nominale studieduur voor een deeltijdopleiding is voor toepassing van deze overgangsregeling door het College van Bestuur vastgesteld op de voltijdse studieduur x 2. Na het verbruik van de nominale studieduur is het hoge instellingstarief verschuldigd. 4) Schakelstudenten zijn uitgezonderd van de overgangsregelingen.
Artikel 12 OVERGANGSREGELING VOOR STUDENTEN DIE ZICH IN 2011-2012 OF IN 2012- 2013 VOOR HET EERST VOOR EEN TWEEDE BACHELOR- OF MASTEROPLEIDING INSCHRIJVEN (artikel 19 oud) Voor 2011-2012 en 2012-2013 is een overgangsregeling van kracht voor studenten die zich in 20112012 of in 2012-2013, aansluitend op het voltooien van hun eerste bacheloropleiding aan de UvA inschrijven voor een tweede bacheloropleiding aan de UvA of zich aansluitend na het voltooien van een eerste masteropleiding aan de UvA inschrijven voor een tweede masteropleiding aan de UvA. Voor deze studenten is het instellingstarief gelijk aan het wettelijk tarief als voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1) het eerste bachelor- respectievelijk masterdiploma is aan de UvA behaald, en 2) het eerste bachelor- respectievelijk masterdiploma aan de UvA is binnen de daarvoor geldende nominale studieduur + 1 jaar behaald (c+1), en 3) de inschrijving voor de tweede bachelor- respectievelijk masteropleiding aan de UvA vindt plaats direct aansluitend aan de inschrijving voor de eerste bachelor- respectievelijk masteropleiding aan de UvA, en 4) het instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief geldt voor de nominale duur van de tweede bachelor- respectievelijk masteropleiding aan de UvA en bij een onafgebroken inschrijving voor de tweede bachelor- respectievelijk masteropleiding, en 5) de tweede bachelor- respectievelijk masteropleiding wordt binnen de nominale studieduur afgesloten met het diploma. Als niet aan deze voorwaarden is voldaan is het hoge instellingstarief van toepassing. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden wordt alsnog het hoge instellingstarief in rekening gebracht.
Pagina 13
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Wanneer direct aansluitend op het afronden van de eerste masteropleiding aan de UvA een schakelprogramma van max. 30 ects 2 aan de UvA wordt gevolgd en direct aansluitend hierop de inschrijving voor een tweede masteropleiding aan de UvA plaatsvindt en ook verder aan alle voorwaarden genoemd in dit artikel is voldaan, valt de inschrijving voor de tweede masteropleiding aan de UvA ook onder het begrip direct aansluitende masteropleiding.
2
Waarbij het schakelprogramma binnen één studiejaar wordt gevolgd.
Pagina 14
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
III TOELICHTING INSCHRIJVINGSBESLUIT UVA 2012-2013 Indeling Het Inschrijvingsbesluit 2012-2013 bestaat uit 4 delen: I Regels van procedurele aard II Bepalingen collegegeldtarieven III Toelichting IV Bijlagen Instellingscollegegeldtarieven Als een student niet voldoet aan de voorwaarden voor het wettelijk collegegeldtarief (cf artikel 45a, eerste lid, WHW) is hij het hoge instellingstarief verschuldigd, tenzij hij onder een bepaalde uitzonderingsregel valt. Dat betekent dat de student die niet voldoet aan b.v. het woonplaatsvereiste het hoge instellingstarief is verschuldigd. De instellingstarieven zijn voor 2012-2013 vastgesteld op de voor 2011-2012 vastgestelde instellingstarieven. Het instellingstarief voor de (onderzoeks)masteropleiding van de Tinbergen Graduate School is, conform afspraak in voorjaar 2011, gelijkgetrokken met dat van de overige masteropleidingen van de FEB. Het instellingstarief voor het AUC is verhoogd ten gevolge van de verhoging van het wettelijk collegegeldtarief en een kleine verhoging van de institutional fee (reeds aangekondigd in 2010). In een aantal gevallen heeft het College een verlaagd collegegeldtarief voor (niet-EER) studenten vastgesteld, bijvoorbeeld in het kader van een Erasmus Mundus programma of voor (bijvak)studenten bij landelijke samenwerkingsverbanden. Deze uitzonderingen zijn in de bijlage van het inschrijvingsbesluit opgenomen. In het geval van instellingscollegegeld geldt aan de UvA dat voor Geneeskunde doctoraalopleiding + artsexamen gelijk staat aan een masteropleiding en doctoraalopleiding zonder artsexamen gelijk staat aan een bacheloropleiding. M.a.w. tot de ongedeelde opleiding geneeskunde wordt in dit kader tevens de artsenopleiding gerekend. Deeltijdstudenten Het wettelijk deeltijdtarief van € 1540,- is geïndexeerd, analoog aan de indexering van het wettelijk voltijdtarief, en komt daarmee voor 2012-2013 op € 1595,-. Voor deeltijdstudenten wordt, ten behoeve van het bepalen van het recht op een overgangsregeling inzake de hoogte van het instellingstarief (artikel 11), een nominale studieduur vastgesteld van voltijdse studieduur x 2. Dat betekent voor een reguliere deeltijdse bacheloropleiding een studieduur van 6 jaar (3x2) en voor een reguliere deeltijdse masteropleiding een studieduur van 2 jaar (1 x 2). Na het verbruik van de nominale studieduur is het hoge instellingstarief verschuldigd. N.B. deze regeling geldt uitsluitend in het kader van de overgangsregeling zoals bepaald in artikel 11 (18 oud) in het Inschrijvingsbesluit. Langstudeerdersmaatregel De langstudeerdersmaatregel wordt met ingang van 1 september 2012 daadwerkelijk van kracht. Deze maatregel komt er in het kort op neer dat het wettelijk collegegeld voor studenten die langer dan de nominale studieduur + 1 jaar staan ingeschreven een verhoogd wettelijk collegegeld verschuldigd zijn. In 2012-2013 is dit € 4834 voor voltijd en duaal en € 4658 voor deeltijd. Let op: voor de langstudeerdersmaatregel is de nominale studieduur van de deeltijdopleiding en de duale opleiding gelijk aan die van de voltijdopleiding. D.w.z. dat ook duale en deeltijdstudenten na voltijdse cursusduur + 1 jaar een verhoogd wettelijk tarief verschuldigd zijn. Pagina 15
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Collegegeld tweede studie In de wet is geregeld dat een van de voorwaarden voor het recht op wettelijk collegegeld is, het niet eerder behaald hebben van een bachelor- of mastergraad. Uitzondering is als de tweede opleiding een eerste inschrijving is in een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg. NB: als de eerste opleiding in de gezondheidszorg was en de tweede opleiding is op het gebied van onderwijs (of andersom) dan is voor de tweede opleiding een hoog instellingstarief verschuldigd en valt men niet onder de uitzondering. In afwijking van de wet is door VSNU en HBO-raad met de minister van OCW voor de studiejaren 2010-2011 t/m 2012-2013 de afspraak gemaakt dat studenten die in deze studiejaren (deels) gelijktijdig een tweede bachelor of master aanvangen hiervoor een collegegeldtarief verschuldigd zijn ter hoogte van het wettelijk tarief indien zij onafgebroken ingeschreven staan. Deze afspraak is gemaakt in combinatie met een subsidieregeling en gepubliceerd in de Staatscourant van 23 december 2010. Voor universiteiten geldt overigens dat alleen de tweede masters en niet de bachelors worden gesubsidieerd en diploma’s alleen als tussen de examendatum van de eerste en tweede opleiding minimaal vijf maanden zit. Let op: Deze regeling loopt af per 1 september 2013. Met ingang van september 2013 zullen de instellingstarieven voor tweede opleidingen ook in deze gevallen waarschijnlijk stijgen tot het hoge instellingstarief (met uitzondering van een eerste inschrijving in een opleiding op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg, met de gemaakte kanttekening). Schakelstudenten Degene die reeds in het bezit is van een bachelordiploma en zich aan de UvA voor een bacheloropleiding inschrijft voor het volgen van een schakelprogramma van maximaal 30 ects, ter voorbereiding op toelating tot een masteropleiding aan de UvA, is hiervoor een instellingscollegegeld verschuldigd ter hoogte van het wettelijk collegegeldtarief, gedurende één studiejaar. M.a.w. het schakelprogramma moet binnen één studiejaar worden afgerond. Schrijft men zich het volgende studiejaar wederom in als schakelstudent, ook als men nog geen 30 ects heeft behaald, dan is men het hoge instellingstarief verschuldigd. Is men voor meer dan 30 ects deficiënt, dan geldt dat een programma tot 60 ects als contractonderwijs gevolgd kan worden. Kiest de student bij een deficiëntie van meer dan 30 ects in plaats van een contractinschrijving voor inschrijving in een tweede (of volgende) bacheloropleiding om zijn deficiënties weg te werken, dan is hij het hoge instellingstarief verschuldigd. Bij inschrijving in een schakelprogramma als contractant (ook voor programma’s van maximaal 30 ects) is het daarvoor vastgestelde tarief aan de faculteit verschuldigd. Beëindiging inschrijving Beëindiging van de inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk. Dit is vooral van belang bij uitschrijving na het behalen van het diploma. Overgangsregeling tweede studie Voor studenten die zich in 2011-2012 of in 2012-2013 na het binnen de cursusduur + 1 jaar voltooien van hun eerste bacheloropleiding aan de UvA aansluitend inschrijven voor een tweede bacheloropleiding aan de UvA of na het binnen de cursusduur + 1 jaar voltooien van een eerste masteropleiding aan de UvA aansluitend inschrijven voor een tweede masteropleiding aan de UvA is een overgangsregeling onder strikte voorwaarden van kracht. In de derde voorwaarde is bepaald dat de inschrijving voor de tweede opleiding direct aansluitend op het voltooien van de eerste opleiding moet plaatsvinden. Vanzelfsprekend is voor het bepalen van het moment van ‘direct aansluitend’ de student afhankelijk van de mogelijke instroommomenten van de tweede opleiding. Voorts is met de CSR overeengekomen dat na het voltooien van een eerste masteropleiding aan de UvA onder een Pagina 16
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
aansluitende masteropleiding aan de UvA is inbegrepen inschrijving voor een tweede masteropleiding aan de UvA direct na het voltooien van een hiervoor benodigd schakelprogramma aan de UvA, mits ook aan de overige voorwaarden is voldaan. Voor alle duidelijkheid: hiermee wordt bedoeld dat een schakelprogramma (van max. 30 ec binnen één studiejaar) gevolgd is, direct aansluitend op het voltooien van een eerste masteropleiding aan de UvA binnen cursusduur + 1 jaar (dus master-schakelprogramma-master en niet bachelor-schakel-master) en direct aansluitend op het schakelprogramma aan de UvA een inschrijving volgt voor een tweede masteropleiding aan de UvA. Inwerkingtreding en bereik Het inschrijvingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 september 2012. Dat wil zeggen dat op verzoeken om inschrijving of uitschrijving die betrekking hebben op het academisch jaar 2012-2013 het onderhavige inschrijvingsbesluit van toepassing is. Het Inschrijvingsbesluit is niet van toepassing op postinitiële masteropleidingen of contractonderwijs.
Pagina 17
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
IV Bijlagen Bijlage 1, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van het Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013, Bepalingen tarieven 1.
Voor studenten van buiten de EER die zich inschrijven voor het LLM programma International Criminal Law geldt het instellingscollegegeld van € 1771. Het betreft maximaal 12 studenten.
2.
Voor studenten van buiten de EER die zich inschrijven voor het Erasmus Mundus masterprogramma International Performance Research geldt het instellingscollegegeld van € 1771. Het betreft maximaal 30 studenten.
3.
Voor de bacheloropleiding Liberal arts and sciences die door het Amsterdam University College wordt verzorgd geldt voor alle studenten een institutional fee ad € 2230 bovenop het collegegeld. Voor studenten van het AUC geldt een instellingscollegegeldtarief van € 11.491.
4.
Voor studenten van buiten de EER die zich inschrijven voor het Erasmus Mundus programma MISOCO (inschrijving bij de masteropleiding Sociologie) geldt het instellingscollegegeld van € 1771.
5.
Voor studenten van buiten de EER die het Erasmus Mundus masterprogramma ATOSIM (binnen de masteropleiding Physics of Chemistry) volgen geldt het instellingscollegegeld van € 2500 per studiejaar voor de periode dat ze aan de UvA staan ingeschreven.
6.
Voor studenten die in het kader van Erasmus Mundus Action 2 een beurs ontvangen geldt het instellingscollegegeld van € 3000 per studiejaar voor de periode dat ze aan de UvA staan ingeschreven.
7.
Voor masterstudenten die studeren in het kader van het Netherlands Fellowship Programme (NFP) geldt het instellingscollegegeld van € 9000 voor reguliere masters.
8.
Studenten met een Fulbrightbeurs betalen een instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief van € 1771.
9.
Niet EER studenten van de master Logic en van de master Grid Computing, met specialisatie Computational Science, die een beurs uit het zgn. ‘Beth beurs’ ontvangen (Logic) of een beurs uit het ‘Peter Slootfonds’ (Grid Computing) ontvangen betalen instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief van € 1771.
10. Niet EER studenten die zich inschrijven via het project met Hanoi University of Technology (HUT) voor de master in Physics betalen een instellingstarief van € 3000 per studiejaar.
Pagina 18
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Bijlage 2, als bedoeld in artikel 9, tweede lid van het Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013, Bepalingen tarieven Degene die zich aan de volgende instellingen dan wel opleidingen heeft ingeschreven en daar het instellingscollegegeld heeft betaald wordt bij inschrijving als student aan de UvA vrijgesteld van het betalen van het collegegeld. 1.
De Hogeschool van Amsterdam.
2.
Amsterdam University College, in geval van inschrijving aan de Vrije Universiteit.
3.
De opleidingen die in samenwerking met de Vrije Universiteit worden gegeven: Bachelors en masters Exacte Wetenschappen: - Bachelor Scheikunde; - Master Mathematics; - Master Stochastics and Financial Mathematics; - Master Physics; - Master Chemistry. Masters Levenswetenschappen: - Track Systems Biology van de masteropleiding Life Sciences; - Track Integrated Plant Sciences van de masteropleiding Biology. Master Informatiewetenschappen: - Track Human Centered Multimedia van de masteropleiding Information Studies.
4.
Het Dutch Master Program in Mathematics.
5.
De masteropleidingen die behoren tot het Sectorplan Levendige Letteren, te weten: - Midden-Oosten studies: Arabisch, Hebreeuws; - Letterkunde: Duits, Frans, Italiaans, of Slavisch; - Taalwetenschapen: Duits, Frans, Italiaans of Slavisch; - Oudheidstudies: Klassieke talen.
6.
Studenten van de master Theologie en Religiestudies, programma’s Islam in de moderne wereld en Biblical Studies, van de Universiteit Utrecht die hier bijvakken volgen in de masteropleidingen van de FGw.
7.
Studenten van de onderzoeksmasters in de Geesteswetenschappen/Letteren aan de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden die hier bijvakken volgen in de masteropleidingen van de FGw.
Pagina 19
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Bijlage 3, als bedoeld in artikel 7, tweede lid van het Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013, Procedurele regels
Faculteit der BESLISSING OP VERZOEK TOT TOELATING TOT EEN MASTEROPLEIDING Op grond van artikel 7.30a lid 3 en artikel 7.30b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt Naam Geboren Studentnummer toegelaten tot de masteropleiding Crohonaam Programma (optioneel) UvA code Afgegeven Datum Door
De decaan van de Faculteit der Voor deze
Ondertekening Naam Dit bewijs is geldig voor het studiejaar Tegen deze beslissing kunt u binnen zes weken na dag van bekendmaking van de beslissing beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens via het digitaal loket voor klachten/bezwaar/beroep, www.student.uva.nl/servicepein/klachten, bezwaar en beroep.
Pagina 20
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Bijlage 4, als bedoeld in artikel 7 van het Inschrijvingsbesluit 2012-2013, Procedurele regels (engelse versie)
Faculty of DECISION REGARDING APPLICATION FOR ADMISSION TO A MASTER’S PROGRAMME Under Section 7.30a, paragraph 3 and Section 7.30b of the Higher Education and Research Act Name Born on at Student ID has been admitted to the Master’s programme CROHO Name Programme (optional) UvA code Issued On By
The Dean of the Faculty of Per procurationem
Signed Name This confirmation of admission is valid for the academic year/ Any appeals against this decision should be submitted within six weeks of the date of the decision toThe Examination Appeals Board, www.student.uva.nl/servicepoint/complaints, objections and appeals
Pagina 21
Inschrijvingsbesluit 2012 - 2013
2012cb0024
Bijlage 5, als bedoeld in artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit 2012-2013, Bepalingen tarieven
Overgangsregeling collegegelden zittende studenten Tandheelkunde Voor bachelorstudenten die reeds voor het studiejaar 2007/2008 staan ingeschreven gelden de instellingscollegegeldtarieven zoals die gelden voor studenten uit een land van de EER gedurende de nominale studieduur (drie jaar) vermeerderd met één jaar uitloop. Voor studenten die per september 2007 al vier jaar als bachelorstudent zijn ingeschreven, geldt dat zij nog een jaar uitloop krijgen: Start Ba per
Regulier tarief Ba tot uiterlijk
Regulier tarief Ma tot uiterlijk
sept. 2003
sept. 2008
sept. 2010
sept. 2004
sept. 2008
sept. 2010
sept. 2005
sept. 2009
sept. 2011
sept. 2006
sept. 2010
sept. 2013
Indien de bacheloropleiding binnen de bovengenoemde termijn wordt afgerond, gelden de instellingscollegegeldtarieven zoals die gelden voor studenten uit een land van de EER tevens voor de nominale duur van de masteropleiding (2 jaar). Indien de bacheloropleiding niet binnen bovengenoemde termijn wordt afgerond, geldt het instellingscollegegeld voor de resterende bacheloropleiding en voor de gehele masteropleiding (€ 25.000 per studiejaar). Indien de masteropleiding niet binnen de bovengenoemde termijn wordt afgerond, geldt het instellingscollegegeld voor de resterende periode masteropleiding (€ 25.000).
Pagina 22