Innovatie Systeem Analyse Bouw Informatie Model
Auteurs Datum Kenmerk Projectonderdeel
: : : :
E. van Niekerk, C. Barreveld, R. Suurs December 2010 Building Brains Smart Innovatie Evaluation: Innovatie Systeem Analyse
Consortiumpartners Building Brains 3D BluePrint Technologies BV Aluvisions BV TNO
Inhoud Voorwoord
3
Over de onderzoekers
4
1
Samenvatting
5
2
Inleiding
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
6 6 7 8 9
Uitdagingen voor de bouwsector Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen Zicht op innovatie vanuit een systeemperspectief Werkwijze Leeswijzer
3
Context Bouw Informatie Model
10
4
Onderzoek BIM en resultaten
12
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
12 12 15 18 20 22 24 27
5
6
ISA: een dynamisch perspectief op BIM innovatie in Nederland Ondernemeractiviteiten Mobiliseren van middelen Kennisontwikkeling Kennisdeling Richtinggeving Functie Belangengroepen Marktontwikkelingen
Conclusies
30
5.1 5.2 5.3
Samenvatting Enkele handelingsperspectieven Tenslotte
30 31 32
Bijlage 1 Deelnemerslijst geïnterviewden
34
Voorwoord Dit onderzoeksrapport is tot stand gekomen in het kader van het onderzoeksprogramma 'Building Brains - Smart Building and District: Energy Neutral'. In Building Brains participeren 29 partijen uit de bouwketen en ruim 170 kenniswerkers: een unieke samenwerking van MKB tot multinational, van architect tot toeleverancier en aannemer. Het consortium heeft in de periode september 2009 – december 2010 gezamenlijk gewerkt aan een groot aantal innovatieopgaven om te komen tot een energieneutrale gebouwde omgeving. De focus van Building Brains is 'Smart Building and District: Energy Neutral'. Het begrip 'smart' duidt op energieleverend, innovatief, toekomstgericht en zorgt voor koppeling tussen gebouw, wijk en energie. Het project heeft als doel om te evalueren, te leren en tot nieuwe kennis en innovatieve productconcepten te komen op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid in de bouw. De participerende bedrijven hebben gezamenlijk kennis ontwikkeld en activiteiten ontplooit om daarmee een versnelling te geven aan het bereiken van de kabinetsdoelstelling om in 2020 energieneutraal te bouwen en in 2030 het totale energiegebruik te halveren ten opzichte van 1990. Een kleine onderzoeksgroep heeft onder leiding van dr. Roald Suurs (TNO) onderzoek gedaan naar een tweetal innovatietrajecten in de bouw, namelijk de ontwikkelingen rond innovatieve Financiële Constructies en het innovatieproces van het Bouw Informatie Model (BIM). In beide gevallen gaat het om opkomende innovaties die de potentie hebben om andere innovaties aan te wakkeren en de bouwsector ingrijpend te veranderen. De onderzoeken zijn uitgevoerd op basis van de Innovatie Systeem Analyse (ISA), een beproefde onderzoeksmethode om complexe innovatieprocessen te volgen en te beoordelen in termen van kansen en belemmeringen. Op 29 november jl. heeft het Building Brains consortium haar gezamenlijke resultaten gepresenteerd aan ruim 400 belangstellenden op Het Nationaal Congres Building Brains aan boord van de SS Rotterdam. Dit onderzoeksrapport geeft een volledige weergave van de onderzoeksbevindingen naar het innovatieproces van BIM in Nederland. Graag willen wij iedereen dank zeggen die zijn of haar medewerking heeft gegeven aan de totstandkoming van dit rapport, hetzij via interviews, meningen, visies of adviezen.
Amsterdam-Delft, december 2010 Carin Barreveld Edgar van Niekerk Roald Suurs
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
3/34
Over de onderzoekers Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van Building Brains en is uitgevoerd door Carin Barreveld en Edgar van Niekerk. Beiden zijn werkzaam bij 3D BluePrint Architects & Engineers en Aluvisions BV, twee organisaties die al sinds 2002 met BIM actief zijn in de bouw en zich inzetten voor het tot stand brengen van technologische ondersteunde procesinnovaties en verbetering van digitale communicatiemethoden binnen de bouwsector. 3D BluePrint Achitects & Engineers is een gespecialiseerd bureau op het gebied van het voorbereiden en begeleiden van bouwprojecten, waarbij geavanceerde digitale informatietechnieken worden gehanteerd voor de projectcommunicatie op alle niveaus. Het bureau is in Nederland wellicht één van de koplopers op het gebied van het werken met 3D Bouw Informatie Modellen (3D BIM) en het toepassen van systematische processen om projectinformatie te leveren ter vervanging van traditionele communicatiedragers zoals tekeningen en omschrijvingen. Aluvisions BV is een proces- en informatietechnisch adviesbureau voor de bouwsector. Het bureau heeft een directe samenwerkingsrelatie met 3D BluePrint en bundelt de kennis op het gebied van de digitale ontwerp- en procestechnieken. Voortdurend wordt in Aluvision gewerkt aan het ontwikkelen en verder optimaliseren van mogelijkheden op gebied van digitale communicatie rond bouwprojecten. Het onderzoeksteam is vanuit TNO direct bijgestaan door dr. Roald Suurs, specialist op het gebied van de Innovatie Systeem Analyse. Hij heeft het team wegwijs gemaakt in de wijze van uitvoering van een ISA en heeft een actieve bijdrage geleverd aan het onderzoek, deze rapportage en de controle van het gehele proces.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
4/34
1
Samenvatting
Iedereen in de bouw is zich ervan bewust dat de sector moet veranderen om nu en in de toekomst een blijvende meerwaarde te kunnen leveren aan de markt. Cultuur- en procesverandering, integrale samenwerking en communicatie; het zijn weliswaar veel gehoorde, maar vooral abstract blijvende begrippen, die moeilijk zijn om te zetten in dagelijkse praktijk. Veel eerder zoekt de markt naar praktische instrumenten voor innovatie, zoals het Bouw Informatie Model (BIM). Na een lange aanloop lijkt het erop dat BIM één van de meest structurele bouwprocesinnovaties wordt, waar opdrachtgevers, overheid, gebruikers én ketenpartijen profijt van hebben. Er zijn veel activiteiten zichtbaar rond BIM, maar waar staan we als sector én waar staat u nu als ondernemer met BIM in Nederland? Bent u zelf goed bezig met BIM, wat doen anderen, moet u beginnen? De Innovatie Systeem Analyse (ISA) gaat in op deze dynamische context en geeft een objectief inzicht in het innovatieproces en mogelijke succes- en faalfactoren. Een zevental systeemfuncties - ofwel sleutelprocessen van dit Innovatie Systeem - dient goed te functioneren, om innovaties hun weg te laten vinden naar marktgerichte toepassingen. Een evenwichtige hoge score op een schaal van 1 tot 5, zou betekenen dat er weinig belemmerende factoren zijn voor een succesvolle innovatie van BIM. Wat uit het ISA BIM onderzoek zichtbaar is geworden, is dat er op verschillende systeemfuncties sprake is van lage scores (zie Figuur 1). Er bestaan verschillende belemmeringen die verdere opbouw van de BIM-innovatie in de weg staan.
Figuur 1 - Score-overzicht systeemfuncties ISA BIM
Concluderend kunnen we stellen dat BIM alle potentie in zich heeft om bij te dragen aan de noodzakelijke ketenverandering. Dit is echter pas mogelijk als het BIM-gebruik een kritische massa heeft bereikt met een ketenbrede dekking van partijen. De markt is minder ver dan doet vermoeden, maar wellicht is een versnelling van het BIM innovatieproces mogelijk. Succesvolle BIM-partijen hebben BIM tot strategisch speerpunt gemaakt en zijn eerst zelf aan de slag gegaan. Het advies: initieer BIM zowel top-down, als bottom-up, doe dit planmatig, in kleine haalbare stappen en BIM is vooral learning-by-doing. De projectpraktijk wordt gezien als cruciale succesfactor voor BIM. Het blijkt dat juist opdrachtgevers beperkte kennis hebben over BIM. Hier is werk aan de winkel. Ondernemers zullen opdrachtgevers zelf en met steun vanuit ketenorganisaties en wetenschap, moeten overtuigen welk belang deze heeft bij BIM. Het delen van kennis, best-practice voorbeelden en het optimaliseren van gemeenschappelijk resultaat, zijn voorwaarden om vertrouwen in elkaar te krijgen. ‘BIMmend’ Nederland spreekt bovenal uit behoefte te hebben aan een sterke coördineerde partij en een stimulerende overheid, die de aankomende versnelling in BIM innovatieproces de juiste richting op leidt. Wie pakt de handschoen op?
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
5/34
2
Inleiding
2.1
Uitdagingen voor de bouwsector
We hebben momenteel te maken met een economische crisis, een financiële crisis en een duurzaamheidcrisis. Deze aanhoudende situatie stelt onze samenleving voor belangrijke uitdagingen. De bouwsector is hierin geen uitzondering. Er zullen structurele veranderingen moeten plaatsvinden om de problemen het hoofd te bieden en nieuwe kansen te creëren. Onder druk van een veranderende samenleving en een forse economische terugval, zien de traditionele maakpartijen binnen de keten zich gedwongen om te veranderen. Ketensamenwerking, integraal ontwerpen en bouwen, professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, efficiency, faalkostenvermindering zijn leidende begrippen geworden voor verandering. Deze verandering stelt nieuwe eisen aan de wijze waarop partijen binnen de keten zijn georganiseerd en hoe zij met elkaar samenwerken. Wie levert welke toegevoegde waarde in het maakproces, hoe, op welk moment en hoe sluiten de opeenvolgende ketenschakels op elkaar aan om tot een succesvol eindresultaat te komen? In dit geval kan men spreken van een noodzaak tot transitie. Een transitie is een structurele maatschappelijke verandering die het resultaat is van verschillende ontwikkelingen op het gebied van economie, cultuur, technologie en instituties. Daarbij kunnen verschillende ontwikkelingen op elkaar inspelen en elkaar ook versterken. In het verleden hebben zich al vele transities voorgedaan. Denk aan de opkomst van de auto, die geweldige veranderingen met zich mee bracht in gedrag van mensen en in de inrichting van het stedelijk gebied. Of denk aan de vervanging van kolen door olie en gas als dominante energiedrager. Dat was een verandering op mondiale schaal, die de verhoudingen tussen staten ingrijpend heeft beïnvloed. Aan de basis van dergelijke systeemveranderingen ligt innovatie. We hebben immers een breed scala aan vernieuwende producten, processen en diensten nodig om de noodzakelijke systeemverandering mogelijk te maken. De ontwikkeling van innovaties dient gepaard te gaan met organisatieveranderingen, nieuwe samenwerkingsverbanden, aangepaste regelgeving en marktstructuren. Kortom, er moet een systeem worden opgebouwd dat duurzame innovatie in de bouw faciliteert en versnelt: een Innovatie Systeem. Wetenschappelijk onderzoek naar Innovatie Systemen wijst uit dat louter investeren in R&D onvoldoende is om kennis tot waarde te brengen voor de samenleving. Juist in de wisselwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties komen innovatieve concepten tot marktintroductie en is met innovaties een (maatschappelijk) rendement te realiseren. In dit licht staat de bouwsector voor een belangrijke uitdaging, want het gaat hierbij over complexe, onvoorspelbare en oncontroleerbare processen. Een van de meest ingrijpende en veelbelovende vernieuwingen is wellicht de ontwikkeling en toepassing van BIM, het Bouw Informatie Model. Ook een innovatie zoals BIM, kan dus alleen slagen als er op vele fronten tegelijk wordt geïnvesteerd en als er actief wordt samengewerkt.
2.2
Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen
In het kader van Building Brains, is een tweetal innovatiesporen onderzocht, namelijk (i) de ontwikkelingen rond Bouw Informatie Modellen en (ii) de ontwikkelingen rond Financiële Constructies. Voor beide trajecten geldt dat het gaat om opkomende innovaties die de potentie hebben om de bouwsector ingrijpend te veranderen. Het zijn, zogezegd, 'enabling technologies' waarvan te verwachten valt dat ze, bij succesvolle ontwikkeling, andere innovatiesporen in een versnelling kunnen brengen. Het doel van dit onderzoek is om te laten zien dat het mogelijk is om inzicht te krijgen in de complexiteit van dergelijke innovatietrajecten en daarbij
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
6/34
handelingsperspectieven te bieden aan individuele en groepen van ondernemers, opdrachtgevers of andere actoren binnen de sector om sturing te geven aan innovatietrajecten zoals BIM en Financiële Constructies.
2.3
Zicht op innovatie vanuit een systeemperspectief
Hoe kan een inzicht worden verkregen in Innovatie Systemen binnen de bouwsector? En hoe kunnen partijen in de bouw meer grip krijgen op de genoemde complexiteit en onvoorspelbaarheid van innovatieprocessen? Dit vraagt om een vooruitblikkende verkenning, die het innovatietraject versimpelt maar toch recht doet aan de bestaande complexiteit. Gangbare methodieken zoals een SWOT-analyse geven een te statisch beeld van de werkelijkheid en volstaan daarom niet. De Innovatie Systeem Analyse (ISA), zoals ontwikkeld door TNO en de Universiteit Utrecht, biedt echter een meer dynamische zienswijze door innovatieprocessen te belichten vanuit een zevental systeemfuncties. Uitgangspunt bij het denken in innovatiesystemen is dat het succes van (technologische) innovaties niet alleen wordt bepaald door de technologische en economische karakteristieken, maar ook door de kwaliteit van de interacties binnen het systeem van actoren (bedrijven, overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke groepen), instituties (structuren, wetten, routines) en technologieën. Voor embryonale innovaties is het doorgaans zo dat deze interacties nog nauwelijks bestaan. Het innovatiesysteem moet als het ware nog worden opgebouwd. Een zevental systeemfuncties - ofwel sleutelprocessen van dit innovatiesysteem - dient goed te functioneren, om innovaties hun weg te laten vinden naar marktgerichte toepassingen. Figuur 2 geeft een verbeelding van deze systeemfuncties, die in het onderstaande kader (Box 1) kort worden beschreven.1
Figuur 2 - ISA sleutelprocessen die van invloed zijn op het functioneren van het Innovatie Systeem
1
Marko Hekkert en Marjan Ossebaard (2010) De innovatiemotor, het versnellen van baanbrekende innovaties Van Gorcum, Assen. Zie ook:
M.P.Hekkert, R.A.A.Suurs, S.O.Negro, S.Kuhlmann and R.Smits (2007) Functions of Innovation Systems: a new approach for analysing technological change. Technological Forecasting and Social Change 74: 413-432.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
7/34
De ISA is bij uitstek geschikt om zicht te krijgen op de belangrijkste kansen en belemmeringen voor specifieke innovatiesporen. Naast een gestructureerd zicht op het Innovatie Systeem, biedt dit bedrijven, overheden en andere belanghebbenden de mogelijkheid om strategieën en instrumentarium te richten op het versterken van kansen en het wegnemen van belemmeringen. Box 1: Innovatiefuncties: F1. Ondernemersactiviteiten. Zonder ondernemers bestaat er eigenlijk geen innovatie. Zij durven de financiële risico’s te nemen en proberen nieuwe kennis om te zetten in succesvolle producten of diensten. F2. Kennisontwikkeling Kennisontwikkeling is essentieel voor het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Dit kan zowel fundamentele kennis zijn maar ook een nieuw inzicht ten aanzien van het combineren van verschillende al bestaande kennisdomeinen. F3. Kennisverspreiding Verspreiding van kennis versnelt het kennisontwikkelingsproces en draagt bij aan positieve verwachtingen rondom een technologie. Het voorkomt dat het wiel telkens opnieuw uitgevonden dient te worden. F4. Beschikbaar stellen van bronnen voor innovatie. Voor innoveren is financieel en menselijk kapitaal nodig. Veel goede ideeën stranden omdat ondernemers niet in staat zijn voldoende (risico) kapitaal te bemachtigen. Radicaal andere innovatierichtingen vragen ook vaak om hele andere kennis en vaardigheden van personeel. F5. Richting geven aan het zoekproces Een innovatietraject wordt pas succesvol indien voldoende enthousiaste actoren het traject ondersteunen. Daarvoor is het belangrijk dat de richting van verandering duidelijk is gearticuleerd en aansprekend is. Verwachtingen spelen hierbij een belangrijke rol. F6. Het creëren van markten Het bestaan van een markt is een essentiële voorwaarde voor het slagen van een nieuw product. Er zijn dus activiteiten nodig om in eerste instantie een kleine (niche) markt te creëren om in een later stadium een grotere markt te kunnen openen. F7. Doorbreken van weerstand door lobbyen Bestaande sectoren met grote belangen zijn vaak goed georganiseerd en hebben veel invloed in beleidsprocessen. Om nieuwe opties een kans te laten bieden is het dan ook van groot belang dat lobby activiteiten plaatsvinden die ruimte voor vernieuwing creëren.
2.4
Werkwijze
Het doel van de Innovatie Systeem Analyse (ISA) van BIM is drieledig. In de eerste plaats is het doel het verkrijgen van een geobjectiveerd beeld van het innovatieproces rond BIM in Nederland. Simpel gezegd: ‘waar staan we’? Op basis van dit beeld kan vervolgens een reflectie worden gegeven van knelpunten en stuwende krachten die inspelen op het innovatieproces rond BIM. Tot slot wordt beoogd om op basis van de uitkomsten in kaart te brengen waar voor ondernemers en ondernemersconsortia mogelijke kansen liggen om met BIM nieuwe business-cases op te bouwen. De Innovatie Systeem Analyse zoals uitgevoerd binnen het kader van Building Brains moet worden gezien als een quick-scan. Het onderzoek is gebaseerd op zowel deskresearch en een serie interviews. In een gefaseerde uitvoering is gestart met een verkennend onderzoek op basis van literatuurstudies naar de achtergronden en ontwikkelingshistorie van beide innovatiesporen. Tevens zijn vanuit verschillende invalshoeken met enkele personen uit de bouw, overheid en wetenschap verkennende gesprekken gevoerd om een meer diepgaand inzicht te krijgen in de factoren die systeemfuncties belemmeren dan wel aanjagen. Gedurende de tweede fase van het onderzoek zijn 16 interviews gehouden met betrokken partijen uit het veld van diverse share- en stakeholders, waaronder architecten, bouwers, institutionele partijen, branchepartijen en belangengroepen uit de bouwsector (zie bijlage 1). Op basis van de interviewresultaten zijn waarneembare trends en mogelijke faal- en succesfactoren geïdentificeerd die kenmerkend zijn voor het BIM innovatietraject. Aan de hand van deze onderzoeksuitkomsten zijn conclusies getrokken en is gekeken naar mogelijke oplossingen en
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
8/34
acties. Hoewel niet alle belanghebbenden in het onderzoek zijn betrokken, was het onderzoeksveld voldoende breed vertegenwoordigd om verschillende invalshoeken te belichten en tot valide bevindingen te komen. Om een samenvattend oordeel te kunnen geven voor de wijze waarop het Innovatie Systeem functioneert, is gebruik gemaakt van scores (1-5) per systeemfunctie. De volgende indeling is daarbij gehanteerd: 5: Momentum: Er zijn nauwelijks belemmeringen. Op de korte termijn is er geen reden tot interventie. 4: Ontwikkeling: Door enkele kleine belemmeringen weg te nemen kan de dynamiek worden bevorderd. Op korte termijn behoeft deze functie geen aandacht. 3: Stabiliteit: Er is een zekere stabiliteit in de ontwikkelingen tot nu toe maar er zijn enkele belemmeringen die verdere opbouw in de weg staan. Dit vraagt om een ‘vinger aan de pols’ en relatief eenvoudige interventies. 2: Stagnatie: Ontwikkeling vindt niet of nauwelijks plaats door het bestaan van grote belemmeringen. Voor de verdere opbouw van het systeem zijn belangrijke structurele aanpassingen in het systeem noodzakelijk. 1: Collapse: Belemmeringen zijn dermate overheersend dat er geen sprake is van opbouw maar van afbraak. Dit vraagt om crisis management – damage control. Merk op dat het onderzoek focust op het innovatieprocessen in brede zin. Andere aspecten zoals de technische werkingsprincipes van applicaties en bedrijfsspecifieke toepassingen vallen buiten het onderzoek.
2.5
Leeswijzer
In dit rapport komen de volgende onderwerpen achtereenvolgens aan de orde: Beschrijving onderzoeksresultaten per functie; Conclusies; Bijlage.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
9/34
3
Context Bouw Informatie Model
Voorafgaand aan de behandeling van de functies en onderzoeksresultaten, wordt in een korte schets de context van de BIM innovatie toegelicht. BIM: 'enabling technology’ voor vernieuwing binnen de bouwsector De Bouwsector wordt vanuit de oorsprong beschouwd als een traditionele maakindustrie. Echter, door de toegenomen complexiteit van bouwwerken en het groot aantal betrokken technische disciplines, is de bouw vandaag de dag verworden tot een kennisintensieve sector. Opdrachtgevers en bij de bouw betrokken partijen en instanties wisselen gedurende het maakproces een veelheid aan informatie uit. Het betreft informatie die, net als vroeger, in de eerste plaats door het menselijk denken en handelen wordt voortgebracht en vervolgens met hedendaagse digitale technieken wordt bewerkt en vastgelegd. De informatie-uitwisseling vindt plaats doormiddel van diverse communicatiedragers, zoals tekeningen, berekeningen, lijsten en digitale bestandsformaten. Omdat we nu eenmaal afhankelijk zijn van de menselijke input en omdat er binnen de bouw door het grote aantal disciplines met verschillende gespecialiseerde computertechnieken wordt gewerkt, is niet alle informatie feilloos uitwisselbaar en ontstaan interpretatieverschillen, vergissingen en informatieverliezen. Dit leidt tot een verlies van efficiency binnen de keten en tot het ontstaan van de welbekende faalkosten bij bouwprojecten. Met de introductie van driedimensionale computertechnieken en het Bouw Informatie Model (BIM) kunnen inefficiënties en faalkosten binnen de bouwsector mogelijk tot het verleden gaan behoren. Deze technieken hebben bewezen interpretatieverschillen te voorkomen en worden al jaren toegepast in werktuigbouwkundige industrieën zoals in de machinebouw, de scheeps- en vliegtuigbouw, alsook in de petrochemie. Een BIM is een informatiemodel, bestaande uit een ruimtelijk objectmodel van bijvoorbeeld een gebouw, dat is gekoppeld aan een database waarin proces- en productinformatie van het bouwproject centraal kan worden opgeslagen. Alle gegevens worden vanaf het projectinitiatief tot en met de exploitatie aan het BIM toegevoegd, geordend en opgeslagen, zodat deze data door de betrokken disciplines voor verschillende doeleinden kan worden hergebruikt. Om tot uitwisseling van informatie te komen, is in internationaal verband een standaard uitwisselingsformaat ontwikkeld, IFC (Industrial Foundation Classes). Het IFC zorgt voor de uitwisseling van zowel grafische objectinformatie, alsook voor de uitwisseling van informatie over bouwdelen en -componenten, zoals die in een BIM worden opgenomen. Steeds meer computerprogramma’s in de bouw worden uitgerust met de IFC standaard, wat ervoor zorgt dat alle bouwpartners binnen het BIM één taal spreken. De ontwikkeling van IFC is nog volop in ontwikkeling en nog niet alle programma’s zijn 100% compatible. Veel hangt af van de hoe snel software ontwikkelaars de IFC uitwisseling tussen verschillende programma’s zullen optimaliseren. Maar op den duur zal elke partij in de bouwkolom zijn informatie uit het BIM kunnen halen, die hij nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken. De resultaten voegt hij na bewerking weer toe aan het BIM en zijn weer beschikbaar voor de andere bouwpartners. Gedurende het bouwproject wordt het BIM dus continu met informatie verrijkt. Bij BIM staat het informatieproces dus centraal, maar dient niet uit het oog te worden verloren dat die informatie eerst zelf door alle betrokken partijen moet worden ingebracht. BIM is dus geen ICT wondermiddel die geautomatiseerd oplossingen aanreikt. Oplossingen komen nog altijd voort uit de kennis van specialisten en de interactie tussen mensen die in het proces betrokken zijn. Zij zullen op de eerste plaats gezamenlijk moeten zorgen dat de juiste informatie aan het BIM wordt toegevoegd, geordend en bewerkt. BIM kan het best worden gezien als een computergestuurde intermediair dat het sociale interactieproces en de samenwerking tussen partijen faciliteert en coördineert en daarbij voorziet in de distributie van informatie. Het werken met BIM impliceert dan ook een nieuwe wijze van denken en doen in de bouw. BIM vraagt om een geïntegreerde aanpak
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
10/34
vanaf het ontwerp, de uitvoering, het gebruik tot en met de sloop. Daarmee wordt de focus van enkel het bouwen verlegd richting een totale levenscyclus gerichte samenwerking tussen partijen. BIM leidt tot meer transparante manieren van samenwerking tussen bouwpartijen en zal bestaande verhoudingen en rollen binnen de keten gaan veranderen. Ook interne bedrijfs- en productieprocessen, functies en kennisprofielen van werknemers zullen hierop moeten worden aangepast. BIM moet worden beschouwd als een 'enabling technology’ die andere innovaties zal initiëren en daarmee zal bijdragen aan een grondige vernieuwing van de bouwsector. Volgens het rapport dat het Expertisecentrum (HEC) in de zomer van 2008 uitbracht aan de Bouw Informatie Raad (BIR), levert het werken met een BIM voor opdrachtgevers (en hun bouwpartners) tot: 40% minder onvoorziene wijzigingen (“right things first time right”); foutenmarge van kostenberekeningen binnen de 3%; 10% besparing op de bouwkosten door vroegtijdige identificatie van fouten; een jaarlijkse besparing in de bouwsector van 450 mln; 7% besparing in de bouwtijd. Op basis van dat onderzoek stelt HEC dat investeringen in BIM georiënteerde werkwijzen en bijbehorende softwaretools zichzelf in korte tijd zullen gaan terugverdienen.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
11/34
4
Onderzoek BIM en resultaten
4.1
ISA: een dynamisch perspectief op BIM innovatie in Nederland
In deze paragraaf wordt aan de hand van de zeven ISA functies nader ingegaan op marktontwikkelingen, trends en perspectieven die van invloed zijn op de ontwikkeling van BIM in Nederland. De informatie hierover is verkregen uit de gevoerde interviews met verschillende actoren uit de bouwketen. Voor iedere functie worden eerst enkele veelgenoemde trends en samenhangende discussiepunten weergegeven. Vervolgens worden per functie één of meerdere statements gedaan, die aan de hand van enkele voorbeelden zullen worden toegelicht. Op deze manier wordt getracht de lezer een beeld te van belangrijke strategische vraagstukken waarmee de sector of ondernemers te maken hebben en waar mogelijke kansen en belemmering zijn te verwachten.
4.2
Ondernemersactiviteiten
Innovaties zoals BIM worden zichtbaar in activiteiten van ondernemers binnen het innovatiesysteem. Dit zijn ondernemers die innovatieve projecten met BIM opzetten, financieel risico nemen en middelen mobiliseren zoals kennis, mensen en kapitaal, om commerciële producten en diensten te ontwikkelen. De mate waarop dit gebeurd geeft een beeld hoe sterk BIM op dit moment leeft in de markt en welke richting de ontwikkeling van BIM op zal gaan onder invloed van marktwerking. Op basis van het onderzoek zijn verschillende trends duidelijk zichtbaar.
4.2.1 Trends De positivo’s “BIM is here to stay!” wordt gezegd. Volgens een deel van de geïnterviewden is BIM binnen de bouwsector al lang niet meer slechts een begrip en wordt het deelnemersveld niet alleen meer gevormd door koplopers. Volgens verschillende geïnterviewden is BIM de eerste ontwikkelstadia van innovators en early adopters ontgroeid en heeft het de status van invoering bereikt. Er is jaarlijks een zichtbare toename van BIM-actieve partijen. Onderzoek door de BNA onder haar leden laat zien dat het BIM gebruik over het afgelopen jaar spectaculair is gegroeid, 40% maakt gebruik van ‘BIM-waardige’ programmatuur. De negativo’s Volgens andere geïnterviewden staat het BIM-gebruik door ondernemers nog in de kinderschoenen. Als 5% van de ondernemers binnen de keten met BIM werkt dan is dat een zeer positieve inschatting. De markt is veel minder ver dan het doet vermoeden. Waar BIM al wordt toegepast, is in veel gevallen slechts sprake van een monodisciplinaire toepassing. Dat wil zeggen dat BIM alleen wordt toegepast binnen de eigen organisatie en dan veelal ook slechts binnen een enkele specifieke discipline binnen het bedrijf. Met name de ontwerpdisciplines adopteren BIM technieken om 3D ontwerpmodellen op te bouwen, maar dit staat nog ver af van integrale procesvoering en data-uitwisseling zoals met BIM wordt beoogd. Een geïntegreerde ketentoepassing van BIM door ketenpartijen, dwars door alle fasen van het bouwproces, is een zeldzaamheid. De toename van ondernemersactiviteiten is slechts op enkele uitvoeringsniveaus binnen de keten zichtbaar. Vooral onder architecten, engineers en bouwers. De rest van de keten is nog niet met BIM bezig of zijn net begonnen en volgen op grote afstand van de koplopers.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
12/34
De koplopers Waardoor onderscheiden de BIM-koplopers zich van de rest van de markt? Deze vraag wordt veelvuldig gesteld door partijen die aan de slag willen met BIM, maar bleek tijdens de interviews niet eenduidig te beantwoorden. In algemene zin zijn wel enkele onderscheidende kenmerken genoemd. Zo blijkt dat ondernemers die vooroplopen, het gebruik van BIM binnen de eigen organisatie veelal tot een strategisch item hebben gemaakt en bereid zijn geweest hiervoor langdurige middelen vrij. Een belangrijke rol blijkt te zijn weggelegd voor het middenkader, die overtuigd moet zijn van BIM en krachtig aansturen op het doorvoeren van structurele procesveranderingen en de veranderingsbereidheid van werknemers. Vooral omdat veranderingen vaak tot een ongewenst onderbreking leidt van een vertrouwde workflow in projecten. Daarnaast moet het management openstaan voor veranderingen die zich van onderaf ontwikkelen, waaruit het maken van beleidsveranderingen vanuit leiding en management moet volgen.
4.2.2 Analyse Hoewel er sprake is van een langzame maar stabiele toename van het aantal BIM-ondernemers, is er nog geen sprake van een krachtige autonome ketenbrede groei van ondernemers. Er zijn dus verschillende belemmeringen die verdere opbouw in de weg staan, maar wel oplosbaar zijn. De ISA-waardering is een 3. Ondernemers vooral opzoek naar informatie Vanuit de ondernemers wordt aangegeven aan dat men vooral opzoek is naar informatie over BIM. Men vraagt zich vooral af of BIM wel lonend is, in het bijzonder voor kleinere organisaties en toegepast bij kleinschalige of minder complexe projecten. Heeft het zin om in BIM te investeren? Het is nog onvoldoende duidelijk wat en voor wie de voordelen van het werken met BIM zijn. Er zijn te weinige praktijkvoorbeelden waarmee de voordelen worden aangetoond, waardoor ondernemersactiviteiten onvoldoende worden gestimuleerd. Er is ook geen sterk ontwikkeld marktsegment of een high-end market voor BIM, die richtinggevend kan zijn voor partijen die willen ‘BIMmen’. In Amerika is de ziekenhuisbouw sterk richtinggevend en in Scandinavië zien we dit bij overheidsprojecten. Vanuit diverse brancheorganisaties en vanuit de opkomende BIM adviesmarkt wordt aangegeven, dat er een toenemende behoefte is aan strategische en beleidsmatige adviezen over BIM. Het gaat daarbij vooral om informatie welke investeringen voor BIM nodig zijn, hoe BIM het best geïmplementeerd kan worden en wat dit betekent voor de bureauorganisatie en de veranderingen van bestaande operationele processen. Echter, informatie zoals concrete implementatiestrategieën en praktijkvoorbeelden zijn nog maar zeer beperkt aanwezig. Tijdens de interviews gaf men ook aan de behoefte te hebben aan wetenschappelijke onderbouwingen van voordelen en behaalde resultaten. Ondernemers zetten BIM nog niet in als marketinginstrument BIM wordt zeer beperkt door ondernemers ingezet als marketing instrument. Zo beredeneren vooral veel architecten dat BIM als middel geen primaire basis vormt voor het voortbrengen van goede architectuur. Eveneens zijn veel partijen vooralsnog intern of op experimentele basis bezig met BIM. Deze partijen doen niet of zeer beperkt aan BIM-marketing. BIM wordt daardoor onvoldoende zichtbaar in de markt en vooral ook niet bij opdrachtgevers. Juist die opdrachtgever kan zorgen voor een snellere adoptie van BIM. De crisis: belemmering of wellicht ook nieuwe kansen De crisis en de onzekere toekomstperspectieven, vormen voor veel ondernemers een belemmering om met BIM aan de slag te gaan. We zien echter ook ondernemers, die op zoek gaan naar nieuwe marktkansen. Omdat de informatiestromen in het bouwproces steeds belangrijker worden en ondernemers deze informatie met BIM beter kunnen beheersen, liggen hier kansen. Informatie staat voor macht en geld. Ook zien we nieuwe ondernemers en functies ontstaan, denk aan BIM management bureaus, BIM adviseur en BIM modelleurs. Als
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
13/34
centraal informatiesysteem zorgt BIM ook voor een koppeling naar andere of nieuwe kennisgebieden, die door partijen als dienst kunnen worden aangeboden. Bijvoorbeeld ligt de link tussen BIM en duurzaam bouwen voor de hand: BIM kan tijdens het ontwerpproces worden ingezet als validatietool voor duurzaamheidambities en voor het maken van specifieke milieuafwegingen zoals CO2, energieprestaties, lichtanalyses, binnenmilieu, installatietechniek en de milieubelasting van materialen. BIM kent nog lang geen ketenbrede toepassing BIM is een ketenoplossing die pas zal gaan werken als er voor BIM een voldoende groot en ketenbreed draagvlak is ontstaan. BIM vraagt om nieuwe vormen van ketensamenwerking, om veranderingen van bestaande ketenprocessen en om een aanpassing van bestaande formele en informele verhoudingen tussen de ketenpartners. Dit veranderingsproces zal kunnen versnellen als ketenpartijen zelf voldoende ervaring met BIM hebben opgedaan, als ervaringen worden uitgewisseld en als het bewijs van de BIM-voordelen vanuit de praktijk wordt geleverd. Het is dus eerst noodzakelijk dat de ondernemersactiviteiten ketenbreed toenemen. Ondernemers zullen daartoe zelf aan de slag moeten gaan met het scheppen van de organisatorische voorwaarden om met BIM te kunnen werken. Dit is een ingrijpend veranderingsproces en vraagt veel van bedrijven, mensen en middelen. Praktische werkwijzen en bijbehorende middelen, rollen, werksituaties en projectstructuren, moeten daarvoor opnieuw worden uitgedacht. De belemmeringen voor het laten toenemen van ondernemersactiviteiten, zitten voornamelijk bij de ondernemers zelf. Ze zijn echter wel oplosbaar. Wat zijn de adviezen van koplopers? De geïnterviewde partijen hebben meerdere adviezen gegeven voor aankomende BIM-ondernemers. Starten met BIM is meer dan software uit de doos, een opleiding en aan de slag gaan met 3D modellen. BIM vraagt in de eerste plaats om een heldere strategische visie van de onderneming over wat zij met BIM wil bereiken. Welke markten wil men bedienen, met welke producten of diensten, is samenwerking noodzakelijk en wat is de toegevoegde waarde voor de klant? Strategische keuzen werken direct door binnen de organisatie en zullen moeten worden vertaald in een plan van aanpak voor implementatie en verandering van beleid, operationele processen, functies en de benodigde investeringen in mensen en middelen. Het meekrijgen van medewerkers en het management is wellicht de belangrijkste succesfactor bij dit veranderingsproces. Het zal duidelijk zijn dat de huidige koplopende ondernemers bij het nemen van een besluit om te gaan BIMmen ook niet over één nacht ijs zijn gegaan. Het advies is in elk geval om met een helder doel voor ogen, met kleine stappen te beginnen, learning by doing, en vooral ook niet te vergeten om behaalde resultaten zichtbaar te maken en de vernieuwing te borgen in het operationele proces. Een versnelling kan optreden als er bewezen implementatiemethoden in de markt beschikbaar komen. De markt spreekt de verwachting uit dat de initiatieven hiertoe vooral vanuit intermediaire partijen moeten gaan komen. Dit kunnen bijvoorbeeld brancheorganisaties zijn en gespecialiseerde adviespartijen op het gebied van innovatie- en veranderingsprocessen in de bouw. Zo heeft Bouwend Nederland op dit moment in samenwerking met het bouwgespecialiseerde adviesbureau Balance & Result, een tiental praktijkprojecten geïnitieerd. Het doel is dat de bedrijven in deze praktijkprojecten worden begeleid in het organisatorische veranderingsproces binnen en tussen de bedrijven en zo een flinke stap vooruit kunnen maken in Virtueel Bouwen met BIM. Het concreet kunnen toepassen van BIM in praktijkprojecten is een absolute voorwaarde om tot versnelling van de BIM innovatie te komen. Het belangrijkste advies voor ondernemers is om ook de opdrachtgevers mee te nemen in het BIM veranderingsproces binnen de eigen organisatie. Hoe duidelijker het voor de opdrachtgever is wat zijn belang bij het werken met BIM is, hoe sterker daarmee de veranderingsnoodzaak en de BIM-innovaties van ondernemers worden gelegitimeerd. Daarnaast kan juist vanuit praktijkprojecten een noodzakelijke verbinding ontstaan met de andere ketenpartijen en wordt hiermee de kennisuitwisseling gestimuleerd binnen het geheel van ketenbrede ondernemers.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
14/34
4.3
Mobiliseren van middelen
Het BIM innovatietraject is afhankelijk van financieel en menselijk kapitaal. Zijn ondernemers op dit moment voldoende in staat om voldoende resources vrij te maken voor BIM-innovaties? Hebben ondernemers de beschikking over financieel (risco-) kapitaal, adequaat geschoold personeel of een geschikte fysieke en institutionele infrastructuur?
4.3.1 Trends Zoektochten naar kosten-batenanalyse voor BIM Ondernemers geven aan vooral opzoek te zijn naar informatie over de financiële investeringen die nodig zijn om BIM binnen de organisatie in te voeren. Geïnterviewden geven aan dat de markt nauwelijks beschikt over heldere kosten-baten analyses voor het implementeren van BIM en betrouwbare gegevens die aantonen wat return on investment van BIM kan zijn. Met recent praktijkgericht onderzoek van BIM Intelligence (november 2010) wordt een concrete poging gedaan. Uit het onderzoek blijkt uit een voorbeeld dat de netto-winst van een (ontwikkelend) bouwbedrijf 5 tot 55% is te verhogen door het gebruik van BIM. In het onderzoek is in de eerste plaats alleen gekeken naar de te behalen efficiencyvoordelen. De positieve effecten van het samenwerken in een model, een verbeterde regie van het gehele ontwerp- en bouwproces is vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Vanuit een interne doorrekening is een efficiency verbetering na 6 maanden te behalen en een return of investments na 2 tot 2,5 jaar. De all-in kosten per BIM fte is berekend op € 17.000 tot €25.000, met inbegrip van de benodigde technische infrastructuur, opleiding en implementatiekosten. Uit andere bronnen wordt de investering voor architectenbureaus per BIM fte geschat op € 8.000 tot € 10.000. De vraag is of ondernemers in een tijd van crisis wel bereid zijn dergelijke investeringen te doen in nieuwe technieken waarvan de investeringsrisico’s nog niet goed zijn te overzien en opbrengsten moeilijk zijn in te schatten? Grote bedrijven hebben meer financiële armslag, maar kleinere bedrijven zijn sneller wendbaar Grote bedrijven hebben meer financiële armslag om binnen de eigen organisatie te investeren in BIM innovaties. We zien dat vooral binnen de Big five van bouwbedrijven de kosten veel minder relevant zijn. Zij beschikken veelal over speciale BIM development managers en afdelingen om de strategische implementatie en de toepassing van BIM verder uit te werken. Kleinere bedrijven hebben echter het voordeel dat zij meer wendbaar zijn en sneller kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Micro-implementaties gaan simpelweg gemakkelijker dan het doorvoeren van grote veranderingen. Met beperkte investeringen kan binnen een kleine organisatie bijvoorbeeld een nieuwe BIM softwaretoepassing worden aangeschaft en op relatief eenvoudige wijze direct worden geïmplementeerd in het proces. Bureaustandaarden, interne bedrijfsprocessen en de werkwijze van mensen laten zich in een kleine organisatie meer eenvoudig aanpassen dan in grote bedrijven. De effecten en de te behalen voordelen worden ook sneller zichtbaar. Er is een trendverwachting dat kleine organisaties dan ook snel en met zeer beperkte middelen ook succesvol zullen kunnen gaan opschalen met BIM als de markt daarom vraagt. Fysieke technologische infrastructuur levert geen problemen Waar 10 jaar geleden de rekenkracht van computers en de opslagcapaciteit van bedrijfservers nog een probleem waren voor BIM toepassingen, vormen de mogelijkheden en prestaties van technologische infrastructuren binnen bedrijven niet langer een bottleneck. 3D applicaties draaien vaak zonder problemen op een goede laptop, datauitwisseling via het internet is werkbaar en de investeringen in aanvullende systemen zijn goed te overzien. Nieuwe datasystemen voor het uitwisselen van BIM informatie doen hun intreden, zoals in Nederland bijvoorbeeld de Open source BIMserver (BIMserver.org). De enige uitdaging die BIM vormt voor de technologie, is hoe BIM-toepassingen kunnen omgaan met de toenemende complexiteit van datastromen. Vooral als het BIM daadwerkelijk binnen een project door een groot aantal ketenpartijen gebruikt gaat worden als centraal informatiemodel. Hier is op dit moment nog weinig ervaring mee.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
15/34
4.3.2 Analyse Ondernemers zijn onder de huidige economische omstandigheden zeer beperkt in staat om middelen te mobiliseren voor BIM –innovaties. Deze functie heeft daarom een ISA-waardering van 1 gekregen. Benodigde investeringen in menselijk kapitaal kan belemmeringen opleveren De bouw is een kennisintensieve sector waarbij de waarde van de bedrijfsvoering wordt bepaald door de specialisten. De grootste waarde van dit menselijke kapitaal zit met name in de groep van ervaren en senior specialisten die beschikken over ruime ervaring met de bouwpraktijk. Juist deze groep maakt vooral gebruik van ‘traditionele’ hulpmiddelen zoals 2D CAD applicaties en hanteren daarbij diep ingesleten werkwijzen en projectprocessen. Dit geldt ook voor het management en het middenkaderpersoneel, zij hebben een doorslaggevende rol bij BIM veranderingsprocessen en zullen als eerste bestaande kaders en gewoontes moeten loslaten. De omvorming van deze ervaren specialisten richting een vernieuwend bouwproces met BIM vraagt om een forse investering van bedrijven om mensen op te leiden in het werken met BIM-technieken en bestaande werkwijzen te veranderen, de zogenaamde ‘generatie-effecten’. Tijdens de interviews wordt aangeven, dat een dergelijk veranderingsproces moet samengaan met het aantrekken van een jonge generatie met BIM ervaring. Voor toepassing van nieuwe kennis is ook oude kennis nodig. In aansluiting op het bovenstaande, geven diverse geïnterviewde partijen aan te ervaren dat veel jonge opgeleide bouwkundigen nog onvoldoende BIM kennis blijken te hebben. Ondernemers doen dan ook een oproep aan kennisinstellingen om BIM meer structureel in onderwijsprogramma’s op te nemen. Crisis en prijsconcurrentie is ‘killing’ voor BIM innovatie De crisis heeft de bouwsector hard getroffen en belemmert ondernemers om te investeren in innovatie. De marges op het werk van bouwkundig specialisten staan zwaar onder druk. Op de kosten van bouwtechnisch tekenwerk moet bijna geld worden toegelegd. BIM zal het werk in eerste instantie niet laten afnemen, maar eerder laten toenemen. Voor het uitwerken van een BIM project zijn op dit moment meer uren nodig, dan voor een traditioneel 2D project. We zien ontwikkelingen waarbij het tekenwerk buiten de organisatie wordt ondergebracht of zelf wordt ‘geoutsourced’ naar het buitenland. Prijsconcurrentie vormt daarnaast een bottleneck om tot een integraal proces te komen. Deze ontwikkelingen zijn ‘killing’ voor een snelle BIM-innovatie. Anderzijds, dwingt het de keten om beter na te denken hoe BIM zou kunnen bijdragen om de sector meer efficiënt te organiseren en toekomstbestendig te maken. De crisis kan dus leiden tot een versnelde herziening van traditionele werkwijzen en verhoudingen tussen marktpartijen. Het ontbreekt aan structurele financiële impulsen vanuit de overheid? Mede door overheidsinvesteringen heeft BIM vanuit de activiteiten van de Regieraad Bouw (2004-2009) een sterke ontwikkeling doorgemaakt. De Regieraad werd ingesteld na de bouwenquête om een veranderingsproces in de bouw op gang te brengen en hiervoor betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven te genereren. Bepaalde BIM ontwikkelingen zoals COINS (werksystematiek voor BIM) zijn hieruit voortgekomen. Vanaf 2009 tot heden wordt de verdere ontwikkeling van BIM door de overheid niet meer actief gestimuleerd met financiële middelen. Een structurele financieringsaanvraag van de Bouw Informatie Raad (BIR) werd begin 2009 door de overheid afgewezen. De BIR is met ondersteuning uit de Regieraad Bouw in 2007 van start gegaan om van BIM in de bouw gemeengoed te maken door implementatie, kennisoverdracht, onderzoek en beheer. De overheid laat het initiatief op dit moment dus over aan de markt en ondersteunt de sector slechts nog met een beperkt aantal bouwinnovatie programma’s, bijvoorbeeld via de Innovatie Prestatie Contracten (IPC). De geïnterviewde partijen hopen dat er vanuit de sector een sterke lobby wordt ondernomen om de overheid te bewegen om additionele structurele financiële impulsen te geven aan het bouwinnovatieproces via subsidieprogramma’s en het stimuleren van overheidsopdrachten voor BIM projecten.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
16/34
Leiden beperkte middelen tot een ‘negatieve spiraal-situatie’ of zijn er kansen? De beperkte beschikbaarheid van middelen vormt op dit moment een kritische belemmering en kan ervoor zorgen dat de BIM innovatie en de noodzakelijke veranderingen binnen de bouwsector sterk worden vertraagd. Doordat de marges binnen de sector onder druk staan, zijn ondernemers minder snel bereid om middelen vrij te maken voor innovatietrajecten zoals BIM. En als bedrijven al over middelen beschikken voor innovatie, dan bestaat de kans dat de verbetereffecten van innovaties minder zichtbaar zijn als gevolg van dalende marges. Door een toenemende druk op de bestaande arbeidscapaciteit als gevolg van bezuinigingen of ontslag, zal minder personeel worden vrijgespeeld om te experimenteren met BIM. Ook ontstaat risicovermijdend gedrag, als het gaat om het aanbrengen van veranderingen binnen organisaties en van vertrouwde processen in onzekere tijden. Deze economische situatie slaat niet alleen neer op de bouwactoren. Ook opdrachtgevers krijgen te maken met beperkingen ten aanzien van het verkrijgen van projectfinanciering, waardoor de bouwproductie terugloopt. De mogelijkheden voor noodzakelijke praktijkexperimenten met BIM zullen hierdoor afnemen. Banken zullen kritischer kijken naar de omzetverwachtingen van bedrijven binnen de bouw en minder gemakkelijk overgaan tot kredietverlening, die anders zouden kunnen worden aangewend voor innovaties. Ook specifieke borgstellingsprogramma’s van de overheid, zoals het Borgstellingskrediet (BMKB) en de Innovatiekrediet regeling zullen minder snel hun weg richting de markt vinden. Door het uitblijven van innoverend vermogen bij ondernemers, kan de internationale positie van de Nederlandse bouwsector verzwakken ten opzichte van andere Europese landen. Het is zelfs denkbaar dat buitenlandse bouwpartijen in Nederland actief zullen worden. Is dit een doemscenario of zijn er nog mogelijkheden? Tijdens interviews is naar voren gekomen dat binnen de huidige marktomstandigheden bedrijven vooral moeten blijven proberen gezamenlijk opzoek te gaan naar creatieve mogelijkheden om middelen te mobiliseren voor BIM-innovaties. Door het aangaan van samenwerkingsrelaties of BIM-consortia kan een betere positie op de markt worden gecreëerd richting opdrachtgevers. Als propositie zou een consortium moeten trachten samen met de opdrachtgever het leergeld en de middelen op te brengen om BIM toepassingen in een commerciële projectomgeving op te starten. In ruil daarvoor wordt de opdrachtgever volledig betrokken bij de kennisontwikkeling van BIM, dient het project geheel conform wensen, eisen en binnen het beschikbare budget en tijd te worden opgeleverd en moet BIM als resultaat van blijvende toegevoegde waarde zijn voor de toekomstige gebruiks- en beheerssituatie van de opdrachtgever. Het gaat hierbij om een lange termijn visie en het centraal stellen van gemeenschappelijke en elkaars belangen, met het oog op het bereiken van langdurige toegevoegde waarde, waarmee de investeringen ook in de toekomst veelvuldig kunnen worden terugverdiend. Het Meander Medisch Centrum in Amersfoort is in elk geval een goed voorbeeld hoe een dergelijke propositie kan uitwerken. Alle betrokken partijen ervaren het voordeel van BIM en er kunnen daadwerkelijk innovatiesprongen worden gemaakt met kans op herhaling.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
17/34
4.4
Kennisontwikkeling
R&D ofwel kennis- & productontwikkeling is bepalend voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Het gaat zowel om nieuw wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek, alsook om het creëren van nieuwe inzichten door het combineren van bestaande kennisdomeinen. Het in kaart brengen van belanghebbende studies, experimenten en pilots geven een indicatie van mate waarin de kennisontwikkeling van het innovatiesysteem BIM zich ontwikkelt? Wat zijn daarbij de belangrijkste doorbraken en bottlenecks?
4.4.1 Trends Opdrachtgever stuurt niet aan op zijn voordeel bij BIM Een groot deel van de deelnemers van dit onderzoek gaven aan dat de ontwikkeling van de rol van de opdrachtgever achter blijft op het gebied van BIM. Een BIM wordt daarom tijdens een proces voornamelijk gebruikt voor uitwisseling van gegevens tussen de uitvoerende partijen. Hierin is al een deel van het belang van de opdracht vertegenwoordigd, de afstemming tussen disciplines is immers geoptimaliseerd. Toch kan een opdrachtgever nog meer waarde uit een BIM halen, maar toont de opdrachtgever op dit punt nagenoeg geen initiatief. Bij bijvoorbeeld de Rijksgebouwendienst en Rijkswaterstaat is te zien dat de eerste stappen wel al voorzichtig worden genomen. Dit uit zich voornamelijk in het uitschrijven van integrale contracten zoals de DBFMO- en D&C-contracten en onderzoek naar vraagspecificatie met BIM en contracten waarin BIM is inbegrepen. Steeds meer partijen lijken te BIMmen Steeds meer partijen geven aan te BIMmen en dus zou gezegd kunnen worden dat de trend is dat het BIMgebruik binnen Nederland stijgend is. Helaas wordt hier door veel partijen aangegeven dat hier juist uit blijkt dat de kennis van BIM nog laag is. Enerzijds lijkt BIM een modewoord of een hype en wordt door partijen vaak gebruikt om marketingredenen. Anderzijds is het wellicht zo dat partijen werkelijk denken te BIMmen, maar dit nog niet doen. Vaak betreft het hier 3D Modelleren, waarbij de data vaak achterwege blijft en niet alle disciplines in het model verwerkt zijn. Wel is het zo dat menigeen hiervoor BIM-software gebruikt. Meer kennis vergaren is mogelijk door middel van kennisdeling, waar we in de volgende functie verder op in gaan. Wel is te benoemen dat er partijen zijn met meer kennis van BIM. Deze worden echter meer gezien als een onbereikbare ‘inner circle’, welke een beperkte wisseling en toename kent. Deze “inner circle” is actief in het participeren aan BIM-events en congressen. Genoemde initiatieven zijn bijvoorbeeld de BIM CaseWeek.. Desalniettemin leveren deze partijen een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van BIM en zorgen voor verspreiding van naamsbekendheid van BIM. Het doel van deze “inner circle” om aan kennisuitwisseling te doen, schiet voor sommigen zijn doel voorbij. Vaak vindt deze uitwisseling plaats tussen partijen die al in de “inner circle” zitten en vindt de verspreiding te weinig naar buiten plaats. Wetenschappelijk onderwijs en Hogescholen doen weinig aan toegepast onderzoek Bij de Universiteiten wordt op wetenschappelijk niveau onderzoek gedaan, waarbij iedere universiteit zijn eigen specialisme lijkt te hebben. Zoals ook bij de overkoepelende initiatieven, wordt hier op een wetenschappelijk niveau onderzoek gedaan, waarvan de aansluiting op de praktijkvraag moeilijk te vinden is. Er is in de markt veel behoefte aan instromers die bekend zijn met BIM en het proces eromheen. Momenteel moeten bedrijven vaak zelf veel investeren in nieuwkomers om ze op te leiden op het gebied van BIM. Hierbij wordt het mogelijk implementeren van buitenlandse methodieken als een waardevolle invulling gezien, die het onderwijs op zou kunnen pakken.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
18/34
4.4.2 Analyse De kennisontwikkeling rondom BIM stagneert. Er is maar nauwelijks ontwikkeling door het bestaan van grote belemmeringen. Structurele aanpassingen zijn noodzakelijk. Daarom is de ISA-waardering een 2. Waar haalt Abraham de mosterd? Als startende BIM-mer is het moeilijk om de weg te vinden. Welke eisen moet je aan het aan te schaffen BIMpakket stellen? En hoe werkt het? Wat betekent het voor je proces? En hoe werk je ermee samen met derden? Hoe haal je het voordeel er uit? En hoe zorg je dat de kosten en baten optimaal blijven? De BIM-software is ver genoeg ontwikkeld dat het toepasbaar is en nu moet juist de markt gaan benoemen welke behoeften er nog zijn. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het 5D Initiatieve, waarbij onder andere twee grote aannemers uit Nederland aan tafel zitten met softwarelevernaciers. Ook kennisfora op internet gaan voornamelijk in op de technische toepassing van een BIM-pakket. Uitgangspunten voor de keuze van een pakket, procesplannen en -veranderingen en leidraden zijn moeilijk te vinden. Andere landen zoals Amerika, Engeland, Australië en de Scandinavische landen zijn hier al veel verder mee. Ook andere vakgebieden zoals de procestechnologie heeft hier al meer ontwikkelingen ondergaan. Wellicht is hier voor ondernemers meer informatie te vinden. Brancheorganisaties of de Bouw Informatie Raad zouden een rol kunnen spelen in het kanaliseren en verspreiden van deze informatie. De Bouw Informatie Raad zou ook een brugfunctie kunnen vervullen tussen praktijk en wetenschap. Toch ook stagnatie bij uitvoerende partijen Toch lijkt ook bij de uitvoerende partijen de BIM-ontwikkeling te stagneren bij het managementniveau. Hier wordt de vertaling gemaakt tussen opdracht en uitvoering en daar lijken de processen niet op elkaar afgestemd. BIM vraagt om een integrale samenwerking, waarbij partijen worden gestimuleerd om samen te werken en gegevens te delen en uit te wisselen. Maar de opdrachtverstrekking is vaak gefragmenteerd, kostengestuurd en gebaseerd op een traditioneel proces met daarbij behorende honoraria. De angel Zoals de startende BIM-ondernemer lijkt ook de opdrachtgever deze opstartproblemen te ondervinden. Hoe weet de opdrachtgever wat hij kan verwachten van een BIM? Omdat in de opdrachtformulering BIM niet wordt gevraagd zullen de uitvoerende partijen enkel BIM gebruiken wanneer het voor hun een meerwaarde heeft. Dit resulteert in het genereren van gegevens die gericht zijn op een eigen doelstelling en dus niet die van de opdrachtgever. Hierdoor kom de opdrachtgever niet vanzelf in aanraking met de data die voor hem waardevol kan zijn om mee te sturen. Dit kan enkel wanneer de opdrachtgever zijn vraag specificeert en de uitvoerende partij hierin honoreert. Hierbij is het zeer waarschijnlijk dat in het begin beide partijen hier leergeld zullen moeten inleggen in de extra investering die het kost door het nieuwe karakter van deze ontwikkeling. De markt is momenteel meer op de hoogte van de mogelijkheden van BIM, dan de opdrachtgevers. Hierdoor zou het wellicht verstandig zijn als opdrachtgever te informeren bij de markt over de mogelijkheden. Het is daarbij noodzaak een stimulerend klimaat te genereren voor de markt, omdat het bieden van meer transparantie door middel van data uit een BIM het proces niet altijd in het belang is van de uitvoerende partijen. Welke architect zit er immers te wachten op een opdrachtgever die voortdurend de kostenconsequenties van prachtige architectonische ingrepen zichtbaar maakt? Door de fragmentatie van opdrachten, waarbij per fase kan worden besloten met een andere partij door te gaan, wordt de opdrachtnemer ontmoedigd te investeren in volgende fasen. Hierdoor wordt het gebouw, of de gehele levencyclus hiervan, niet altijd het einddoel van de opdrachtnemer. Het is bij een aanbesteding overigens niet zo dat enkel gekeken wordt naar de laagste prijs. Andere voorwaarden worden ook meegenomen in de overweging. Echter gaat het hier vaak om ervaring, omzet en dergelijke. Veelal komen in deze voorwaarden geen zaken voor die een optimale kwaliteit garanderen. Door een BIM te eisen, samenwerking te stimuleren of specifieke kwaliteiten en prestaties voor te schrijven zou een opdrachtgever
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
19/34
uiteindelijk beter af zijn. Om zover te komen zal de opdrachtgever een proces door moeten gaan om inzicht te krijgen wat deze aanpak behelst. Wegens de procedurele aard van deze wijzigingen, gaat een dergelijke verandering niet over één nacht ijs. Hier zit overigens een lastige negatieve cirkel. Zolang de opdrachtgevende partij zich niet pro-actief opstelt in aansturing met een BIM of zich niet bewust is van de waarde van samenwerking en BIM en wat BIM de opdrachtgever heeft te bieden, zal hij een opdracht en zijn proces hier niet op inrichten, de markt zal daardoor BIM niet inrichten naar het belang van de opdrachtgever, waardoor de opdrachtgever onwetend blijft. Verandering blijft uit omdat de opdracht- en contractvormen veelal op traditionele wijze blijven plaatsvinden. Als er één schaap over de dam is Vooral de rol van de opdrachtgever en de inrichting van opdrachtverlening op basis van integrale samenwerking met behulp van een BIM is waar nog veel zal moeten veranderen. Deze structurele verandering is noodzakelijk in de progressie van BIM in de bouw. Als gevolg van de aanpassing van de vraag zullen nog vele andere procesmatige wijzigingen volgen, waardoor op dit gebied nog vele hindernissen zijn te vinden. Deze verandering vraagt overigens naast de opdrachtgever ook veel van meerdere partijen. Het veranderen van de opdrachtverstrekking heeft de stimulans van de markt en daardoor een procesverandering als gevolg voor alle betrokkenen. Naar verwachting zullen kennisinstellingen en opleidingen bij het vergroten van de marktvraag betreffende BIM een stimulans vinden voor opname van BIM in het opleidingsprogramma.
4.5
Kennisdeling
Professionele en sociale netwerken binnen een innovatiesysteem zijn van belang voor de wijze waarop kennis binnen het systeem wordt uitgewisseld. Netwerken leiden tot inspiratie, focus en afstemming binnen het innovatiesysteem BIM.
4.5.1 Trends Kennisdeling is niet zo vanzelfsprekend Een remmende voorsprong is herkenbaar binnen het systeem BIM. Vanuit verschillende platforms en communities, kunnen partijen aansluiting vinden om kennis te halen. Het brengen van kennis is echter veel minder vanzelfsprekend. De platforms zijn voornamelijk ingericht voor horizontale uitwisseling, waardoor men vooral met concurrenten aan tafel zit. Hierdoor zal niemand zijn kaarten op tafel leggen en wacht men af. Toch is er wel wat aan kennisdeling zichtbaar. Bij een initiatief zoals de BimCaseWeek wordt zichtbaar dat samenstellingen tussen verschillende disciplines wel degelijk met elkaar in overleg willen. Ook Innovatieprestatiecontracten stimuleren tot teamsamenwerkingen die praktijkgericht met elkaar zoeken naar integrale verbetering. Ook het 5D Initiative is een voorbeeld van kennisdeling tussen aannemers en softwareleveranciers. De eerder genoemde BIMCaseWeek is echter een intiatief waarbij in een kort moment, namelijk één week, wordt samengewerkt. Het tempo is hoog en er moeten snelle stappen gemaakt worden. Partijen merken op dat de deelnemers vaak ieder jaar dezelfde zijn en er sprake is van een ‘inner circle’. Daarentegen zijn de Innovatie Prestatie Contracten (IPC regeling – Agentschap.nl) gericht op langdurige samenwerking, waardoor men de tijd heeft om zaken verder uit te diepen.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
20/34
Welke informatiebehoefte is er? Met de komst van digitale sociale netwerk platforms ontstaat meer uitwisseling. In kennisgroepen vindt men elkaar veelal op persoonlijke titel. Vaak worden meningen uitgewisseld of zoals dat in gebruikersgroepen vaak gaat, tips uitgewisseld over de toepassing van bijvoorbeeld een CAD-pakket. Toch vind men weinig informatie over bedrijfsspecifieke oplossingen en methodieken. En de uitwisseling van methodieken en richtlijnen is nu juist waar behoefte aan is. Niet enkel per discipline, maar ook integraal. Sommigen vinden dat deze taak door een belangenpartij opgepakt dient te worden. Anderen denken aan het halen van deze kennis uit het buitenland (Amerika, Engeland, Australië en Scandinavië) terwijl de laatste groep verwacht dat ondanks de gefragmenteerde ontwikkeling van leidraden het uiteindelijk zal leiden naar één standaard. Commitments en vaste samenwerkingsvormen kunnen versnelling geven Momenteel zijn er nog weinig vaste samenwerkingsafspraken op basis van geïntegreerde contracten omtrent BIM. Duidelijke voorwaarden en mogelijkheden tot monitoring en evaluatie zijn hierbij nodig. Onevenwichtigheden in de samenwerking dienen te worden gecompenseerd. Van deze nieuwe contractvormen is nog niet veel kennis en vinden dus nauwelijks plaats. Wel wordt verwacht dat dergelijke contracten de samenwerking en dus het gebruik van BIM zullen stimuleren Door het ontbreken van de vaste samenwerkingen vinden ontwikkelingen nu plaats op projectbasis en afgestemd op de op dat moment geldende vorm van samenwerking. Hierdoor vinden ontwikkelingen ad-hoc en niet altijd even doordacht plaats, waardoor veel van de ontwikkeling niet geslaagd zijn voor hergebruik.
4.5.2 Analyse Door de beperkte kennis, de belemmering door concurrentie en de beperkte mate van horizontale en verticale kennisuitwisseling is er nog een hoop te winnen. Netwerken en middelen voor verspreiding van kennis zijn aanwezig, echter nodigt het ondernemersklimaat niet uit om de kennis te delen. De waardering voor kennisuitwisseling is daarom een 3. Er zijn serieuze interventies nodig om de kennisdeling te stimuleren. Behoudendheid door concurrentie te voorkomen? De concurrentie, vooral in de huidige economische situatie, is keihard. Het kunnen bieden van transparantie in een proces door middel van BIM is een voordeel ten opzichte van partijen die niet BIMmen. Dit voordeel zal een partij niet zomaar weggeven door, bijvoorbeeld zijn niet BIMmende concurrent op te leiden. Omdat concurrentie blijvend is, zal er op dit gebied enkel aan kennisdeling kunnen worden gedaan via andere disciplines of de overkoepelende belangenorganisaties. Learning by doing Dit betekent overigens niet dat kennisdeling geheel niet werkt. De concurrentie verdwijnt namelijk wanneer uitwisseling tussen disciplines plaats vindt. Denk bijvoorbeeld aan de BIM CaseWeek. Maar ook de praktijk doet er niet voor onder. Wanneer er in een project wordt gestuurd op kwaliteit in plaats van enkel de prijs en daarbij meerdere partijen met een BIM werken, ontstaat een bepaalde behoefte aan uitwisseling. Voor verbetering van de eigen efficiëntie is het verstandig de uitwisseling met andere teamleden te verbeteren en daarover afspraken te maken. Hier ontstaat een win-win-situatie en dus een positieve stimulans. De kennisdeling stagneert op het punt waar andere deelnemers geen kennis hebben van BIM en de gebieden waar onduidelijkheid is over afspraken en verantwoordelijkheden. Toch wordt in deze situaties wel veel geleerd, waardoor het kennisniveau alsnog blijft stijgen. Een opdrachtgever die hierbij niet het belang van de toepassing van een BIM ziet en er daarom niet op aanstuurt is veelal een faalfactor voor het voortzetten en eventueel uitbreiden van de toepassing van een BIM.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
21/34
Succesfactoren op te nemen in de omgeving Kijk eens op bijvoorbeeld de aanbestedingskalender. Het gros van de aanbestedingen wordt gefaseerd en gefragmenteerd gepubliceerd. De architect kan zich apart inschrijven voor voorlopig en definitief ontwerp. De installatieadviseur voor definitief ontwerp en bestek, de aannemer vanaf definitief ontwerp bij een bouwteam of vanaf bestek bij een traditioneel proces. Ieder schrijft in zonder van tevoren met de andere teamleden af te stemmen. Vaak is er geen zicht op wat anderen wel of niet zullen doen en hoe het werk uitgevoerd zal worden, laat staan hoe met elkaar wordt samengewerkt en gecommuniceerd. Met behulp van benchmarking en kengetallen uit de bekende traditionele processen of met behulp van de DNR, wordt het honorarium bepaald. Echter houdt dit honorarium geen rekening met de voorinvestering in een BIM, waarbij het niet altijd dezelfde partij is die er vervolgens zijn voordeel mee kan doen. Een projectmanager kan bijvoorbeeld zijn kwaliteitseisen in een BIM vastleggen. Zodoende hoeft de architect dit niet meer te doen. Daarentegen kan de architect materialen in het BIM benoemen, waardoor de calculatie sneller en transparanter verloopt. Dit kan tevens gebruikt worden door aannemers bij de selectie. De verhouding in het proces komen dus iets anders te liggen. Echter wordt hier tijdens de beginstadia van contractvorming nog geen rekening mee gehouden. Zodoende wordt een architect niet gestimuleerd om informatie, die van waarde is voor een andere partij of zelfs voor zichzelf, in een latere fase (waarbij tussentijdse opschorting mogelijk is) in te voeren. Hierdoor stagneert de motivatie om een BIM te benutten. Stel we bekijken een integraal proces, zoals met een DBFMO-contract wordt beoogd. Dan zien we opeens dat het consortium van partijen de ruimte heeft gezamenlijk afspraken te maken en de onderhandeling tussen deze partijen plaats vindt. Zo wordt het algemeen belang, namelijk het succesvol en kwalitatief ontwerpen van een project voor de beoogde kosten gedurende de levensloop, de stimulans om samen te werken. Hierdoor ontstaat vanzelf de meerwaarde van een BIM. Wie wat doet, hoe en hoe de verhouding qua honoraria liggen is dan aan het consortium. “Een consortium heeft gedeelde belangen. Daarom zijn design- en constructcontracten en DBFMO-contracten een succesfactor. Ketenintegratie en BIM gaan immers hand-in-hand”. Wanneer de opdrachtgever ruimte geeft om te experimenteren met het BIM, kan het kennisniveau van alle participanten sterk verbeteren. Voornamelijk voor de opdrachtgever kan in een dergelijke omgeving interessant zijn, omdat hij hier het team kan stimuleren oplossingen te zoeken voor zijn eigen informatiebehoefte uit het BIM, iets waar de opdrachtgever momenteel flink achterloopt.
4.6
Richtinggeving
Ontwikkelt BIM in een bepaalde richting? En is al in te schatten waar BIM over ongeveer 10 jaar jaar zal zijn? Wie is nu of straks bepalend in deze richting?
4.6.1 Trends Veronderstelde richtinggevers blijven onder de radar Partijen kijken afwachtend naar welke acties en ontwikkelingen plaatsvinden. De markt ziet hierbij de grote opdrachtgevers zoals Rijksgebouwendienst en Rijkswaterstaat, maar ook de Bouw Informatie Raad (BIR) als trekkers voor ontwikkeling rondom BIM. Deze partijen zijn daarmee bepalend voor de richting. Echter kiest de overheid juist een minder actieve rol, door de BIM-ontwikkeling aan de markt over te laten. Partijen vinden de BIR vooralsnog te beperkt actief en op sommige punten te abstract. De markt benoemt vooral de behoefte aan praktijkgerichte voorbeelden en oplossingen.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
22/34
Ook de opdrachtgever wordt gezien als zeer bepalend voor de richting van innovatie van BIM. De opdrachtgever is immers één van de belangrijkste partijen die hier belang bij heeft. Echter lijkt het hem niet veel te doen. In de ontwikkeling van BIM zijn opdrachtgevende partijen zwaar ondervertegenwoordigd. Onwetendheid van de mogelijkheden van BIM, worden veelvuldig genoemd als oorzaak van de achterblijvende sturing. Er is geen duidelijkheid over wie deze groep er actief bij kan betrekken. De opdrachtgever wordt als belangrijke succesfactor benoemd, wanneer deze eenmaal het belang van BIM onderkent. Actieve partijen die wel gezien worden zijn voornamelijk de branchevertegenwoordigers, zoals Bouwend Nederland en BNA. De BNA is bijvoorbeeld actief bezig met het informeren en opleiden van architecten betreffende BIM. Wetenschap niet richtinggevend De wetenschap is actief met BIM bezig. Echter, de wetenschappelijke activiteiten zijn van een hoog abstract niveau en veelal gericht op situaties die zich pas over vele jaren zullen voordoen. Veel actoren benoemen de wens dat de wetenschap meer aansluiting zou moeten zoeken bij de praktijkvragen op dit moment. Ook ervaart men dat de wetenschap momenteel versplinterd lijkt. Ieder is bezig met de eigen ontwikkelingen, maar de uitwisseling onderling is beperkt. Hierdoor heeft ieder een eigen expertisegebied en een eigen boodschap. Voldoende netwerken, onvoldoende samenhang Dezelfde verdeeldheid wordt ervaren bij de netwerken in de brede zin van het woord. Actoren in de bouw kunnen velerlei netwerken noemen die zich bezig houden met BIM, variërend van belangenorganisatie tot online kennisfora. Ieder netwerk heeft zijn eigen visie en eigen activiteiten. Omdat de gekozen richtingen zeer verschillend zijn, heerst het gevoel dat er geen lijn in zit en deze netwerken dus niet richtinggevend zijn in de ontwikkeling van BIM.
4.6.2 Analyse Richtinggeving scoort slecht. Er zijn meerdere belemmeringen voor de transitie van BIM, waarbij simpele interventies alleen niet zullen volstaan. De waardering is een 2. De toepassing van BIM is deels richtinggevend Doordat er nieuwe mogelijkheden ontstaan met het gebruik van BIM, kan gesteld worden dat BIM zelf al een bepaalde koers inzet. Uitwisseling, informatie en proces zullen belangrijke zaken zijn die als gevolg van BIMmen aangepast en/of verfijnd moeten worden. De vraag naar open standaarden en methodieken en de behoefte naar leidraden zal zich uitbreiden. Door het inzetten van BIM veranderen verhoudingen en verantwoordelijkheden tussen partijen. Echter is de richting daarvan niet bepaald door het BIM zelf en zullen andere richtinggevers bepalend zijn voor de herschikking van de actoren. Een coördinerende ketenvertegenwoordiger ontbreekt Alle verschillende visies en intiatieven, verschillende afsprakenstelsels, BIM-opleidingen en wetenschappelijk onderzoek wat niet aansluit op de marktvraag. Hier kan gesteld worden dat er simpelweg geen richting is. Een coördinerende ketenvertegenwoordiger ontbreekt, welke de kwaliteit waarborgt, initiatieven samenbrengt en kennis kan verspreiden. Veel partijen kijken vol verwachting naar de Bouw Informatie Raad (BIR), welke is opgericht om zich “sterk te maken voor een succesvolle transitie naar bouwen met BIM”. Echter wordt de BIR beperkt door commerciële belangen en beperkte middelen. De vraag is nu of de BIR deze rol nog kan oppakken of dat een ander soort onderneming hier beter op zijn plek past.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
23/34
Heeft de opdrachtgever een richtinggevende rol? In de traditionele processen heeft iedere BIM-mer een ander belang. De één wil zicht hebben op wat de ander in het ontwerp doet, de ander moet toetsen met een BIM, de ander wil zijn proces efficiënt inrichten en wellicht zitten er partijen die aldoende mee willen leren in het BIM-men. Toch gaat het hier meer om de deelbelangen van ieder en ontbreekt het overkoepelend belang. Het gaat immers niet om het BIM-men maar om het realiseren en eventueel beheren van een gebouw voor de opdrachtgever en gebruikers. In dit proces is de opdrachtgever leidend, maar doet dit veelal op de traditionele wijze. Er ligt een programma van eisen met vele niet meetbare eisen en wensen, vaak komen er helaas tegenstrijdigheden in voor en de wijzigingen gedurende het proces zijn verloren gegaan in vele documenten en communicaties. Zelfs in een traditioneel proces zou een BIM al een meerwaarde kunnen bieden voor de opdrachtgever en in een prestatiegestuurd proces zelfs nog meer. Dit voornamelijk in de zin van één communicatiemiddel waarin uitgangspunten en oplossingen integraal samen worden gebracht en geborgd. Helaas kan nog niet gezegd worden dat de opdrachtgever een richtinggevende rol heeft. Wel zou hij deze moeten oppakken, er is namelijk nog zoveel te winnen in zijn gebied. Wellicht zijn er meer best-practices nodig om hem te overtuigen dat BIM een verbetering is of zal een andere richtinggever hem kunnen informeren? Hoe dan ook zal de opdrachtgever los moeten komen van de traditionele aanpak. En dat is niet zomaar gedaan in een stugge traditionele bouwwereld. “De huidige aanbestedingswet heeft een sterke invloed op de ontwikkeling van BIM en beperkt het gebruik doordat het meestal niet gericht is op integrale samenwerking, zoals bijvoorbeeld het betrekken van de bouwer in de voorfase, engineering en opbouw van een BIM. Daarnaast wordt er teveel aangestuurd op de laagste prijs”. De toepassing van DBFMO-contracten (Design, Build, Finance, Maintain and Operate) is hierop een goed antwoord. Aan de hand van de interviews zijn we tevens geïnformeerd aan de hand van documentatie. Het volgende benoemt de belangrijke rol van de opdrachtgever: “Vanuit het opdrachtgeversforum in de Bouw, Regieraad Bouw, PSI Bouw en BIR wordt van de RGD een substantiële en actieve bijdrage verwacht aan vernieuwingen in de bouw. Hierbij is met name het dossier ‘Vernieuwingsoffensief Bouw / Professioneel Opdrachtgeverschap’ van toepassing: de RGD heeft in het rijkshuisvestingsproces de opdrachtgeversrol en kan vanuit die rol grote invloed hebben op door partijen in dat proces te leveren informatie”.
4.7
Functie Belangengroepen
Innovatieprocessen worden beïnvloed door belangengroepen. De bouwsector is een belangrijke pijler van de BV Nederland en kent een groot aantal belangengroepen. Deze groepen oefenen in meer of mindere mate invloed uit op het innovatieproces van BIM. Deze functie moet inzicht geven in welke belangengroepen en op welke wijze zij actief zijn. Welke belangengroepen zijn binnen het innovatiesysteem BIM zichtbaar? Welke belangen worden gediend en zijn deze tegenstrijdig of juist versterkend voor de BIM innovatie?
4.7.1 Trends De bomen en het bos: wie heeft het overzicht? Het veld van verschillende actoren in de bouw is nogal divers en kent veel belangengroepen. Alle beroepsdisciplines kennen hun vertegenwoordiging via brancheorganisaties, er zijn netwerkgebonden kennisinstellingen, overkoepelende keteninitiatieven, opdrachtgeverorganisaties, wetenschappelijke partijen en overheden.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
24/34
Deze partijen spelen allen in meer of mindere mate actief in op de ontwikkeling van BIM, maar ook ieder vanuit een eigen invalshoek. Veel goede BIM ontwikkelingen lopen daardoor langs elkaar heen en dat maakt dat door de vele bomen, het bos niet voor iedereen even zichtbaar meer is. Het schept verwarring, niet alleen binnen de keten, maar ook bij opdrachtgevers. Het speelveld rond BIM wordt als chaotisch ervaren. Vooral voor partijen die willen beginnen met BIM, is het moeilijk overzicht te krijgen van goede adviezen, waarheden en onwaarheden. Overkoepelende initiatieven De geïnterviewden partijen dichten vooral de overkoepelende keteninitiatieven een belangrijke rol toe om het BIM innovatieproces te stimuleren. Echter, partijen zien op dit moment bij de diverse initiatieven weinig sterke belangondersteunende activiteiten die zijn gericht op de gehele keten. Daarnaast zijn de goed bedoelde, en ook zinvolle activiteiten veelal alleen zichtbaar en nuttig voor partijen die een directe betrokkenheid hebben bij deze initiatieven, zij vormen een inner-circle. Zo is voor het grote publiek op dit moment weinig activiteit te bespeuren bij de Bouw Informatie Raad (BIR). Dit overkoepelende initiatief van grote opdrachtgevers en kennisinstituten ging in 2007 van start met als einddoel: het gemeengoed maken van werken met BIM in de bouw. Ook COINS; een keteninitiatief en gevormd door partijen uit de bouwsector (vraagkant) en partijen uit de IT-sector (aanbodkant) Het COINS-programma streeft naar procesverbetering en gezamenlijk informatiegebruik in de bouwsector. Om dit doel te bereiken ontwikkelt COINS sectorbrede afsprakenstelsels over informatie van 3D-bouwobjecten en afsprakenstelsels over werkwijze. COINS zet zich vooral in om samen met koplopers een voortrekkersrol voor BIM te vervullen en een platform te creëren voor praktijkprojecten en de verspreiding van de COINS/BIM systematiek. Hoewel COINS belanghebbende ontwikkelingen heeft gerealiseerd, is COINS voor het merendeel van het ketenpubliek vooralsnog te weinig zichtbaar. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe de door COINS ontwikkelde kennis kan worden omgezet in praktijk. Rol invloedrijke opdrachtgeversorganisaties Binnen de bouwketen vormen ook de opdrachtgevers een belangrijke groep die invloed kan hebben op de ontwikkeling van BIM. Aedes als branchevereniging van woningcorporaties, en NEPRON, Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen, zijn partijen die volgens de geïnterviewden nog te weinig aanwezig in het veld van belangengroepen.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
25/34
4.7.2 Analyse Er bestaat beperkte samenhang tussen de verschillende belangengroepen met als gevolg dat verschillende BIM activiteiten van deze belangengroepen elkaar onvoldoende versterken en zodoende te beperkt of slechts op lokaal bijdragen aan de ontwikkeling van BIM en beoogde ketenbrede vernieuwing van de bouwsector. Deze ISA functie krijgt een 2 als waardering. Voor een versnelling van BIM is samenwerking en coördinatie tussen belangengroepen noodzakelijk BIM als ketenoplossing vraagt juist om samenwerking en coördinatie die leidt tot een versnelling van BIM. Als de verschillende groepen de gemeenschappelijke belangen weten te richten, dan kan eerder tot afstemming worden gekomen over ketenbrede definities voor BIM, de ontwikkeling van gemeenschappelijke afsprakenstelsels en werkstandaarden, alsook de vorming van integrale contracten en regelgeving. Daarnaast kunnen meer gelijk gerichte doelen ten aanzien van BIM bijdragen aan een sterkere lobby en meer duidelijkheid richting de opdrachtgevende partijen en richting de overheid. De vraag is wie of welke partijen het initiatief moeten nemen om de ketenbrede belangen van partijen aangaande BIM te ondersteunen en te zorgen voor verbinding binnen de sector? De rol van de brancheorganisaties zoals Bond van Nederlandse Architecten (BNA), Bouwend Nederland, Uneto-VNI, zijn noodzakelijk. Zo heeft de BNA BIM een centrale plek gegeven in haar strategische beleidsplan tot 2012 en tracht zij haar achterban in beweging te zetten voor BIM. Bouwend Nederland heeft Virtueel Bouwen als programmapunt en voorziet bedrijven van advies bij de oriëntatie en implementatie van BIM binnen het bouwbedrijf. Ook stellen Uneto-VNI en ONRI zich ook actiever op in de discussie over BIM, door zich meer te profileren aan de voorkant van de keten. Ook dit wordt als een positieve ontwikkeling beschouwd. Echter, brancheverenigingen zijn per definitie horizontaal georganiseerd. Daarnaast bestaan er ook spanningsvelden door tegengestelde belangen over wie bijvoorbeeld de leidende rol in het bouwproces moet krijgen, bijvoorbeeld de architect of bouwer? Vanuit het oogpunt van de individuele belangenvertegewoordiging, dragen brancheverenigingen nog onvoldoende bij aan de belangen van de keten als geheel. Hoewel er vormen van samenwerking zijn, zou de formulering van gemeenschappelijke BIM actieprogramma’s door brancheverenigingen, en in combinatie met opdrachtgeversverenigingen, sterke impulsen kunnen geven aan het innovatieproces. Noodzaak van een ketenbrede belangenvertegenwoordiging Het antwoord op de vraag welke partijen initiatieven moeten nemen, zal wellicht moeten komen vanuit overkoepelende initiatieven die een ketenbrede belangenvertegenwoordiging kunnen ontwikkelen. Dit zijn groepen zoals Vernieuwing Bouw, Bouw Informatie Raad, Building Smart, COINS en VISI. Uit kritische opmerkingen die tijdens de interviews zijn gegeven, blijkt dat deze partijen een beperkte vertegenwoordiging geven aan de bouwketen en daardoor een incrowd vormen. Er zijn teveel verschillende initiatieven die eigenlijk te beperkte slagkracht kunnen ontwikkelen. Een aanhechting van deze initiatieven met brancheorganisaties zou wenselijk en essentieel kunnen zijn om een sterkere ketenbrede BIM ontwikkeling te stimuleren. Een tweede punt van aandacht lijkt de beperkte aanwezigheid van financiële middelen bij belangengroepen voor het stimuleren van BIM innovaties. De activiteiten van het BIR-programma zijn bijvoorbeeld, naast de medefinanciering door de betrokken marktpartijen, ook afhankelijk van een substantiële financiële bijdrage vanuit de overheid. Deze overheidsimpuls is tot op heden uitgebleven, wat zal leiden tot een verzwakking van de daad- en sturingskracht vanuit de BIR.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
26/34
4.8
Marktontwikkelingen
Een voldoende grote marktvraag is een voorwaarde voor het slagen van een nieuw product of dienst. Als deze markt onvoldoende is gevormd, dan zijn de verwachtingen laag en komt innovatie (nog) niet of langzaam tot stand. Potentiële ondernemers/gebruikers/afnemers worden geremd en maken/krijgen onvoldoende middelen vrij om in nieuwe technologie te investeren. Deze functie probeert een beeld te geven van de markt en van de wijze waarop die al dan niet door partijen wordt gecreëerd.
4.8.1 Trends Nieuwe opleveringsvormen creëren markt voor BIM Sinds 2005 heeft de politiek het besluit genomen dat alle grootschalige rijkshuisvestingsprojecten via een publiekprivate samenwerkingsvorm dienen te worden uitgevoerd. Dit heeft geleid tot het ontstaan en gebruik van nieuwe geïntegreerde contractvormen binnen rijksprojecten zoals Design & Build (DB) en Design, Build, Finance,, Maintain & Operate (DBFMO). In vergelijking met traditionele projectvormen waarbij alle marktpartijen apart worden gecontracteerd, wordt bij een DBFMO-contract een consortium van marktpartijen gecontracteerd en gezamenlijk verantwoordelijk gemaakt voor de financiering, het ontwerp en de bouw van een object, evenals voor het leveren van het onderhoud en facilitaire diensten gedurende een bepaalde looptijd (25 of 30 jaar). Alle partijen trekken dus vanaf het begin van het project samen op en dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het integrale eindproduct. Het gebruik van geïntegreerde DBFMO-contracten dwingt partijen om synergie in de samenwerking te bereiken en daarmee een beter eindproduct te realiseren tegen lagere kosten. Het gebruik van BIM om de samenwerking te faciliteren, ligt bij DBFMO projecten dan ook voor de hand. De markt is op dit moment echter nog beperkt, er zijn tot op heden een tiental rijkshuisvestingsprojecten op een geïntegreerde contractbasis aanbesteed, waaronder de renovatie van het ministerie van Financiën, de nieuwbouw van het Belastingdienst Doetinchem, het detentiecentrum Rotterdam-Airport, de herhuisvesting van de Informatie Beheer Groep en Belastingdienst in Groningen en de Kromhoutkazerne in Utrecht. Het gebruik van BIM heeft in elk van deze projecten echter nog geen directe centrale rol gehad. Enige uitzonderingen zijn projeten in de GWW sector zoals bij de verbreding van de A2, waabij Rijkswaterstaat het gebruik van BIM in belangrijke mate heeft gestimuleerd. Levenscyclusgerichte opleveringsvormen bij uitstek geschikt voor BIM toepassingen Geïntegreerde contractvormen zoals DBFMO en professionele opdrachtgevers die de beheersaspecten van gebouwen bij de opdrachtgeving centraal stellen, creëren ook een nieuwe markt voor partijen die niet direct het primaire bouwproces als uitgangspunt hebben, maar de focus hebben op de gebruiks- en beheersfase van bouwwerken. Een goed voorbeeld hiervan is Facilicom, dat als facilitair bedrijf een leidende rol had bij de bouw het nieuwe belastingkantoor in Doetinchem. Een vergelijkbare ontwikkeling is vooral zichtbaar bij de grotere bouwondernemers. Zij bouwen hun uitvoerende rol uit tot die van ketenregisseur, enerzijds richting ontwikkeling en ontwerp en anderzijds richting het beheer, het onderhoud en de exploitatie van gebouwen. Juist deze organisatie- en projectvormen vragen om een adequate beheersing van informatiestromen binnen het ketenproces en kan de markt voor BIM tot ontwikkeling brengen. BIM kan daarmee haar volle betekenis krijgen als levencyclusgerichte toepassing voor gebouwen. Opkomst van ketenintegratie en projectongebonden samenwerking draagt bij aan BIM-innovatie Opdrachtgevers hebben een leidende rol bij het tot stand brengen van een marktvraag voor geïntegreerde BIM toepassingen en innovatieve samenwerkingsrelaties tussen bouwpartners. Projectvoorbeelden zoals de nieuwbouw van het Meander Medisch Centrum te Amersfoort en het Gemini Ziekenhuis in Den Helder, laten zien dat opdrachtgevers bewust kunnen aansturen op geïntegreerde ketensamenwerking door BIM tot uitgangspunt te maken bij de opdrachtuitvoering. Dit werkt ketenintegratie en het ontstaan van projectongebonden
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
27/34
(strategische) samenwerking in de hand. De bouwpartijen worden namelijk gedwongen tot consortiumvorming en tot het bereiken van een verregaande afstemming van kennis, processen en werkzaamheden. Partijen kunnen leren van de samenwerking en creëren daarmee bij een volgend project een voordeel ten opzichte van een geheel nieuw samenwerkingverband. Binnen deze samenwerkingsvormen kan de ontwikkeling en de implementatie van BIM tot een belangrijke meerwaarde gaan leiden, waardoor de marktvraag naar en het marktaanbod van BIM consortia zal worden versterkt.
4.8.2 Analyse De centrale vraag is of op dit moment de marktvraag naar BIM voldoende groot is? Op basis van de onderzoeksbevindingen is er nog te beperkt sprake van een echte BIM-markt. Deze ISA functie krijgt een 2 als waardering. Opdrachtgevers hebben belangen bij BIM onvoldoende helder waardoor de marktvraag uitblijft Hoewel de activiteiten van partijen die zich met BIM bezig houden zijn toegenomen en er steeds meer aandacht ontstaat voor geïntegreerde opdrachtgeving en DBFMO constructies, zou mogen worden verwacht dat de ontwikkeling van een marktvraag naar BIM een gelijke tred laat zien. Het tegendeel is echter waar, getuige ook het beperkte aantal ‘echte’ BIM projecten, waarbij de opdrachtgever het werken met BIM als een centraal uitgangspunt heeft gesteld, zoals het eerder genoemd Meander of Gemini project. Wie betaalt, wie bepaalt; wat inhoudt dat vooral opdrachtgevers de markt voor BIM tot ontwikkeling kunnen brengen. Maar opdrachtgevers hebben nog onvoldoende helder welk belang zij kunnen hebben bij een projectuitvoering op basis van BIM. Wat heeft hij aan BIM, wat kan hij ermee? Praktijkvoorbeelden blijven daardoor schaars, waardoor de marktvraag onvoldoende stimulans krijgt. Opdrachtgevers blijken vooral opzoek hoe zij BIM kunnen toepassen in projecten. Hoe en wat moet je opdrachtnemers voorschrijven en uitvragen? En op welke wijze leg je dit vast in contracten? Al eerder in dit rapport is geconstateerd dat opdrachtgevers nog te weinig betrokken zijn bij de kennisontwikkeling en -uitwisseling rond BIM. Hier ligt dus een gezamenlijke opgaaf voor zowel vragers, als aanbieders, om tot een sterkere marktontwikkeling van BIM te komen. Integrale opdrachten nog geen gemeengoed en vraagt om extra informatievoorziening DBFMO-contracten en integrale ontwerp- en bouwopdrachten, zijn zeker nog geen gemeengoed bij opdrachtgevers én ook niet bij opdrachtnemers. Het vraagt met name bij de ‘opdrachtgever’ een ingrijpende cultuuromslag. Opdrachtgevers zijn nog steeds gewend aan het uitonderhandelen van deelcontracten. Ook zolang de praktijk nog geen overtuigende bewijzen heeft geleverd wat de voordelen zijn van een ‘one stop shopping’ aanpak, zullen opdrachtgevers eerder voor de traditionele aanpak kiezen. Ook door een gebrek aan kennis over deze nieuwe integrale opleveringsvormen, zijn partijen geneigd terug te vallen op oude gewoontes. Zowel de overheid, als de branche- en opdrachtgeververenigingen kunnen vanuit een gecoördineerd programma de stakeen shareholders informeren over de organisatie en het gebruik van geïntegreerde opdrachtvormen en de betekenis daarbij van BIM. Professionele opdrachtgevers en overheid noodzakelijk om vraag en aanbod te stimuleren Er zijn weinig partijen die de integrale projectenmarkt voor BIM echt goed kunnen stimuleren, met uitzondering van de professionele opdrachtgeversmarkt en de overheid. Verschillende partijen in de markt zijn van mening dat de overheid hierin nog te experimenteel is en vooral bezig is met het zoekproces naar de juiste prestatieformuleringen en informatienormen, onder andere voor BIM. Uit de interviews blijkt dat men alleen Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst (RGD) hierin actief zien. Echter, deze activiteiten worden nog als te beperkt ervaren en zijn nog onvoldoende duidelijk zichtbaar voor de markt. De overheid zou de marktvorming kunnen versnellen door BIM bij geïntegreerde contractvormen in elk geval voor te schrijven of uiteindelijk zelfs verplicht te stellen, zoals in Scandinavië. Ook de huidige kostengestuurde aanbestedingsregels dienen volgens geïnterviewden grondig te worden gewijzigd, aangezien het vroegtijdig sluiten van geïntegreerde contracten door
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
28/34
de huidige regels wordt belemmerd. Echter, de overheid laat het initiatief op dit moment vooral over aan de markt. Zo ziet de RGD vooral een belangrijke rol weggelegd voor de professionele opdrachtgeversmarkt, zoals grote huisvestingsorganisaties en vastgoedbeheerders, die een groot marktgebied vertegenwoordigen. Deze opdrachtgevers kunnen in belangrijke mate bijdragen aan het vaststellen van prestatie- en informatienormen voor BIM gebruik én partijen gaan contracteren die BIM informatie op juiste wijze kunnen leveren en kunnen onderhouden. De olievlekwerking die deze opdrachtgevers op de ontwikkeling van BIM hebben, is volgens de RGD veel sterker dan die van de overheid. Volgens sommige partijen is een verplichting van BIM juist niet de oplossing. Het is zinvoller als opdrachtgevers een geïntegreerd en efficiënt proces gaan eisen. Anders beredeneert, betekent het dat ketenpartijen daar eerst zelf de noodzaak van moeten inzien. BIM zal daarop een logisch vervolgstap vormen. Tevens zal de keten haar opdrachtgevers moeten begeleiden om tot professioneel opdrachtgeverschap te komen. Bijvoorbeeld bij het opstellen van duidelijke vraagspecificaties op basis van System Engineering. Dit geeft een noodzaak tot geïntegreerde projectuitvoering, een betere procesafstemming en toepassingen van BIM, waarbij opdrachtnemers meer ruimte en creativiteit ontwikkelen om tot gezamenlijke oplossingen te komen. Bouwcrisis vormt belemmeringen én biedt kansen voor marktontwikkeling van BIM De huidige crisis is op dit moment in veel opzichten een belemmerende factor voor een snelle marktontwikkeling voor BIM en voor geïntegreerde opdrachtgeving. Opdrachtgevers bevinden zich in een kopersmarkt; de projecten zijn schaars en de marges staan onder druk, wat er eerder toe zal leiden dat opdrachtgevers gaan voor het traditionele en een op prijsgericht onderhandelingsspel van deelcontracten en gefaseerde opdrachtgeving. Het toepassen van innovatieve contracten en BIM, wordt vaak nog teveel als pionierend beschouwd. Er is te weinig bekend over de investeringen en de risico’s, waardoor opdrachtgevers snel de indruk hebben dat ze met een integrale aanpak duurder uit zullen zijn. Door het uitblijven van de marktvraag, worden aanbieders onvoldoende gestimuleerd zich vertikaal te organiseren, preferred suppliers bij elkaar te zoeken en projectongebonden samenwerking met elkaar aan te gaan. Maar de huidige crisis in de bouw kan juist ook een positief effect hebben en ketenintegratie in de hand werken. Partijen zijn allemaal opzoek naar werk en als de kansen hierop toenemen door samenwerking en consortiumvorming, dan zal de samenwerkingsbereidheid hierdoor toenemen. De grootste succesfactor hierbij is het samenbrengen en helder uitspreken van individuele en gemeenschappelijke belangen. Uit de interviews blijkt dat partijen wel behoefte hebben aan vormen van begeleiding bij het opzetten van geïntegreerde vormen van samenwerking en bij het afstemmen van onderlinge bedrijfsprocessen. Dit biedt een marktperspectief voor gespecialiseerde adviesbureaus voor de bouw.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
29/34
5
Conclusies
De Innovatie Systeem Analyse heeft een zeer divers beeld opgeleverd van de mogelijke kansen en belemmeringen van het BIM-innovatietraject waarmee actoren in de bouwsector en daarbuiten te maken kunnen krijgen. In de onderstaande samenvatting geven we kort nog eens de belangrijkste ontwikkelingen weer (5.1). Vervolgens wordt een handelingsperspectief geschetst dat inzicht biedt in de mogelijkheden ter versterking van het BIM Innovatie Systeem in Nederland (5.2). We concluderen (5.3) met een korte recapitulatie over de meerwaarde van de Innovatie Systeem Analyse in de context van grootschalige complexe, onvoorspelbare en oncontroleerbare veranderingen, zoals systeeminnovatie in de bouw.
5.1
Samenvatting
Op basis van de functie-analyses kunnen we samenvattend de volgende conclusies optekenen: Hoewel er sprake is van een langzame maar stabiele toename van het aantal BIM-ondernemers, is er nog geen sprake van een krachtige autonome ketenbrede groei van ondernemers. Er zijn verschillende belemmeringen die verdere opbouw in de weg staan, maar wel oplosbaar zijn. Voor een groot deel betreft dit organisatorische drempels die tijd vergen van bedrijven. De rol van directie en management is cruciaal en intermediairs zoals brancheorganisatie en gespecialiseerde adviseurs kunnen zorgen voor versnelling bij BIM implementatieprojecten. De functie Ondernemersactiviteiten wordt om deze reden beoordeeld met een 3. Een meer fundamenteel probleem is dat ondernemers onder de huidige economische omstandigheden zeer beperkt in staat zijn om middelen te mobiliseren voor BIM –innovaties. De functie Mobiliseren van Middelen heeft daarom een ISA-waardering van 1 gekregen. Ondernemers zullen niet direct in staat zijn om oplossingen te bieden voor macro-economische belemmeringen. Wel kan een sterke en goed gecoördineerde lobby vanuit de sector er bij de overheid op aandringen dat een structurele en langdurige financiële stimulering van de bouwsector en voor BIM noodzakelijk is. Op micro niveau kunnen ondernemers vooral vanuit samenwerkingsrelaties of BIM-consortia trachten een sterkere marktpropositie te creëren en samen met opdrachtgevers middelen te genereren om BIM toepassingen in een commerciële projectomgeving mogelijk te maken Er is weliswaar de nodige kennis ontwikkeld rondom BIM, met name onder een belangrijke groep koplopers zoals architecten en bouwbedrijven. Maar kijken we breder, dan is er verwarring over de definitie en over de wijze waarop BIM wordt gebruikt: “…er wordt vaak onterecht gezegd dat een partij BIMt…”. Het volwaardig BIM-gebruik lijkt zich tot een bepaalde kring te beperken, de “inner circle”. De opdrachtgever kan een sleutelfunctie vervullen in het stimuleren van de groei van kennis, echter weet hij zelf ook nog weinig van BIM. De ISA-waardering voor kennisontwikkeling is 2. Bij het juiste ondernemersklimaat wordt kennisdeling gestimuleerd, maar veelal zijn processen traditioneel ingericht. Dit vormt een belemmering voor kennisdeling. Kennisuitwisseling op internet is groeiend, maar beperkt zich veelal tot technologische oplossingen. Multidisciplinaire kennisdeling heeft de grootste kans, vooral on-the-job en wanneer de opdrachtgever daar de ruimte voor geeft. Wanneer er meer coördinatie is in de aansluiting tussen onderzoek en marktvraag, zal ook de wetenschap een prominentere rol kunnen gaan spelen in de kennisuitwisseling. De ISA-waardering is 3. Er is geen aanwijsbare richtinggever, wat het moeilijk maakt de verschillende meningen over en de toekomst van BIM-ontwikkelingen in te schatten. Er wordt meer verwacht van de overheid en de opdrachtgever, terwijl
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
30/34
deze juist terughoudend zijn door de strategische en praktische onzekerheden van BIM. Ook lopen de opdrachtgevers achter in hun kennis over BIM en incororatie hiervan in de processen. Potentiële richtinggevers, zoals ondermeer de Bouw Informatie Raad, hebben beperkte slagkracht door een tekort aan financiële middelen en verschillende commerciële belangen. De ISA functie ‘richting geven aan het zoekproces’ is gewaardeerd met een 2. Er bestaat beperkte samenhang tussen de verschillende belangengroepen met als gevolg dat verschillende BIM activiteiten van deze belangengroepen elkaar onvoldoende versterken en tot onduidelijkheid. Waar gaan we heen en wie trekt die kar? BIM is een ketenoplossing en vraagt om samenwerking en coördinatie. De ontwikkeling van BIM kan versnellen als gecoördineerde acties worden ondernomen door samenwerkende belangengroepen om bijvoorbeeld ketenbrede en branchegerichte implementatiestrategieën voor BIM te ontwikkelen. Deze ISA functie krijgt een 2 als waardering. Opdrachtgevers én opdrachtnemers moeten elkaar gaan vinden om de markt voor BIM tot ontwikkeling te brengen. Dit gebeurt nog onvoldoende. BIM zal tot ontwikkeling kunnen komen door een toename van integrale projectvormen en een prestatiegerichte uitvraag door opdrachtgevers. De opdrachtgever moet professioneel worden. Zij moet zich bewust worden van de meerwaarde die BIM levert en leren het proces hierop aan te sturen. De sector dient hiervoor zelf eerst de initiatieven te nemen. Het ontwikkelen van de markt komt dus van twee kanten. , wat een 2 als ISA-waardering heeft opgeleverd
5.2
Enkele handelingsperspectieven
Ketenbrede samenwerking is zowel voorwaarde als resultaat van BIM. BIM zou samenwerking in de bouwkolom kunnen bevorderen. Tegelijkertijd is die wens tot samenwerking een noodzakelijke voorwaarde voor het slagen van het innovatieproces rondom BIM. Het beperkte aanbod van ketenbrede BIMmers staat een doorbraak van BIM nu in de weg. Om deze situatie te doorbreken zullen ondernemers bereid moeten zijn BIM toepassingen intern te onderzoeken en daarvoor middelen vrij te maken. Een versnelling kan optreden als ondernemers onderling kennis en ervaring gaan uitwisselen over de wijze van implementatie, over kosten en baten van BIM en onderlinge kruisbestuiving vanuit best-practice voorbeelden. Gecoördineerde samenwerking en ondersteuning door belangengroepen dragen bij aan deze versnelling.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
31/34
Maak BIM tot een praktijk. Praktijktoepassing is wellicht de meest krachtige stimulans voor BIM innovaties en het creëren van zowel vraag als aanbod. Opdrachtgevers hebben wat dit betreft een sleutelfunctie om BIMprojecten mogelijk te maken. De opdrachtgever kan hier twee belangrijke stappen maken. De eerste stap is het creëren van een stimulerende omgeving waarbij de samenwerking centraal staat. Een tweede stap is het definiëren van de eisen die hij stelt aan de output van een BIM om zijn aansturing te optimaliseren. Hiervoor is kennis nodig. Dit is niet alleen theoretische kennis, maar vooral kennis over de toegevoegde waarde van BIM in de praktijk. Het zijn juist referentie projecten die de risicoperceptie van een BIM investering bij opdrachtgevers omlaag kunnen brengen. Die kennis zal in het bijzonder door opdrachtnemers moeten worden overgedragen. Creëer niche-markten: Het BIM is nog niet in een stadium dat een grootschalige uitrol op de markt kan worden verwacht. Toch is het, omwille van het creëren van momentum, cruciaal dat er op korte termijn een versterking optreedt van de vraagkant van het systeem. Opdrachtgevers spelen hier een sleutelrol. Praktijkervaring creëert vraag en tegelijkertijd aanbod: opdrachtgevers en opdrachtnemer staan samen aan basis van de opschaling van BIM. Bij de overheid moet worden aangedrongen op ondersteuning en het creëren van specifiek niche-markten, zoals in overheidsopdrachten en pilotprojecten waarbij BIM is voorgeschreven op basis van prestatiegerichte en integrale contractvormen. Praktijkervaring zal leiden tot navolging en creëert vraag en aanbod. Schep randvoorwaarden. Overheid, wetenschap en een sterke coördinerende ketenvertegenwoordiger zouden zich moeten inzetten om de randvoorwaarden voor BIM samenwerking te versterken, vanuit: o Afsprakenstelsel, procesmethoden; o Geïntegreerde opdrachtgeving, contractvormen, juridische kaders; o Het voorschrijven van BIM en aanpassing van huidige aanbestedingsregels. Gecoördineerde ketenvertegenwoordiging: Ketenvertegenwoordigers, brancheverenigingen en specifieke BIM initiatieven zoals BIR, Building Smart en COINS moeten proberen tot verregaande afstemming te komen of diverse BIM programma’s/thema’s samenvoegen. Daarmee worden gemeenschappelijke belangen beter gericht, neemt de slagkracht toe en zullen activiteiten sneller leiden tot het ontstaan van ketenbrede definities voor BIM, gemeenschappelijke afsprakenstelsels, werkstandaarden, integrale contracten en regelgeving. Daarnaast kunnen zij gezamenlijk sterker optreden in de lobby richting opdrachtgevende partijen, overheid en de wetenschap.
5.3
Tenslotte
Het type innovatieprocessen waar we het in deze studie over hebben gehad is complex, onvoorspelbaar en oncontroleerbaar. De Innovatie Systeem Analyse werpt licht op dergelijke processen door het onderwerp op te delen in hanteerbare brokstukken. Door de verschillende systeemfuncties, in onderlinge samenhang, te onderzoeken wordt het vraagstuk stapsgewijs in kaart gebracht. De toegevoegde waarde van deze aanpak betaalt zich uit door structuur en overzicht te bieden. Dit werkt op diverse niveaus door, van het aanscherpen van onderlinge communicatie tot het ontwikkelen en monitoren van bedrijfsstrategieën en beleidsagenda's. • • • • • •
Taal: hebben we het over het zelfde? Checklist: zijn we niet iets vergeten? Organisatie: logische bundeling informatiestromen? Conceptueel: begrijpen we wat nodig is? Agenderen: zijn dit onze prioriteiten? Actie: zijn dit de juiste handelingen?
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
32/34
•
Monitoren en evaluatie: zitten we (nog) op de goede weg?
Het belangrijkste inzicht uit de analyses tot nu toe is misschien wel dat samenwerking cruciaal is voor het doorbreken van innovatiebelemmeringen. Een koploper kan wel voor de troepen uitlopen maar als andere partijen (partners, concurrenten) niets zien in een innovatie, zullen alle individuele successen weinig impact realiseren in de sector. Daar komt bij dat veel belemmeringen het gevolg zijn van bestaande cultuur, structuur en werkwijze in een sector. Het succes van een innovatietraject is sterk afhankelijk van de wijze waarop overheden, marktpartijen, kennisinstituten en belangenorganisaties er in slagen om zich gezamenlijk te richten op het doorbreken van bestaande kaders. Alleen ga je sneller; samen kom je verder.
De volgende stap De samenwerking in dit project was bijzonder omdat het een samenwerking tussen mensen van een kennisinstituut en twee architectenbureaus betrof. Building Brains heeft wetenschap dichter bij de praktijk gebracht. En heeft praktijk dichter bij de wetenschap gebracht. Het resultaat van deze samenwerking is een quickscan die heeft uitgemond in een handelingsperspectief voor zowel partijen die al met BIM actief zijn, alsook voor partijen die ambities hebben om met BIM te starten. Met name deze laatste groep van ondernemers, hebben door deze quickscan mogelijk een goed beeld kunnen krijgen van de context waarin de BIM ontwikkelingen zich afspelen. Het geeft een inzicht in het veld van actoren en van issues waarmee ondernemers te maken kunnen krijgen. Idealiter zouden deze resultaten nog nader gevalideerd moeten worden door een extern expertpanel uit de sector. De vervolgstap zou dan zijn om de inzichten door te vertalen naar concrete acties in de context van bijvoorbeeld een consortium, brancheorganisaties of wellicht de BIR. In dit licht zijn de voorbeelden die we hier gezien hebben een belangrijke eerste stap.
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
33/34
6
Bijlage 1 Deelnemerslijst geïnterviewden
Wij willen alle geïnterviewden hartelijk danken voor hun openheid en actieve bijdrage aan dit resultaat. Alexander Pastoors (BNA) Arjan Walinga (Bouwend Nederland) Arjen Adriaanse (Ballast Nedam) Willem Pel (Balance & Result) Dik Spekkink (Spekkink C&R) Ed den Boer (Het Nationaal BIM-platform) Hans Hendriks (deBIMspecialist) Henk Schaap (Gobar adviseurs) Jaap Kolk (Syntens) Jan Kees Pikkaart (Vibes) Jan Pieter Eelants (CROW/VISI) Marc van Leusen (Rijksgebouwendienst) Ruud van Tongeren (Arcadis) Wubbo Hazewinkel (Hazewinkel consult) Michel Böhms (TNO-bouw)
Building Brains - Innovatie Systeem Analyse BIM.doc
34/34