INLEIDING
HOOFDSTUK 1: 1.1 1.2
4.1 4.2 4.3 4.4
LANDELIJK KADER
AMBITIES EN ACTIES
LEEFSTIJL FYSIEKE OMGEVING MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING GEZONDHEIDSZORG ACTIES NAAR AANLEIDING VAN DE WCPV
HOOFDSTUK 6: 6.1. 6.2.
GEZONDHEIDSSITUATIE IN WESTVOORNE
WET COLLECTIEVE PREVENTIE VOLKSGEZONDHEID (WCPV) JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-19 JARIGEN (JGZ) OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (OGGZ) OVERIGE WETTELIJKE KADERS
HOOFDSTUK 5 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
BEGRIPSBEPALING EN VERANTWOORDING
DEMOGRAFIE LEEFSTIJL FYSIEKE OMGEVING MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING GEZONDHEIDSZORG
HOOFDSTUK 4:
CONCLUSIES, FINANCIËN EN AANBEVELINGEN
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN FINANCIËN
BIJLAGE:
Een gezonde nota
5 5 6
DEFINITIE VAN GEZONDHEID BELEIDSKADER VISIE OP GEMEENTELIJK GEZONDHEIDSBELEID
HOOFDSTUK 3: 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
AANLEIDING VOOR GEMEENTELIJK GEZONDHEIDSBELEID
EEN STUKJE GESCHIEDENIS LANDELIJKE TENDENSEN
HOOFDSTUK 2: 2.1 2.2 2.3
4
SAMENVATTING ACTIES (HOOFDSTUK 5)
Westvoorne, 20 januari 2005
8 8 8 8 10 10 11 12 14 15 19 19 20 21 22 23 23 26 27 30 33 34 34 37 38
3
Inleiding Sinds de invoering van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) in 1988 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen voor de collectieve preventie volksgezondheid en voor het instandhouden van een eigen GGD. Als gevolg van de gewijzigde WCPV (zie hoofdstuk 4), die is ingegaan op 1 januari 2003, zijn gemeenten wettelijk verplicht voor 1 juli 2003 en vervolgens iedere vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. In deze nota moet worden aangegeven op welke wijze aan diverse wettelijke taken uitvoering wordt gegeven. In de gemeente Westvoorne was nog geen lokaal gezondheidsbeleid gerealiseerd. Westvoorne moet echter ook aan de wettelijke eisen voldoen en bovendien is het zeer nuttig de lokale gezondheidssituatie in beeld te brengen en juist op lokaal niveau invulling te geven aan gezondheidsbeleid. De lokale situatie heeft veel invloed op de gezondheid van de burgers. Gemeenten hebben, zoals reeds benoemd, de taak de preventieve gezondheidszorg uit te voeren. De aandacht moet dus gericht worden op het traject dat vooraf gaat aan ziek worden. Daarbij gaat het om vier van de vijf determinanten die de gezondheid van mensen beïnvloeden: • leefstijl: voeding, beweging, gebruik van genotsmiddelen, mondgezondheid; • fysieke omgeving: woonomgeving, overlast, veiligheid; • maatschappelijke omgeving: opvoeding, sociale contacten (eenzaamheid), vertrouwenspersonen, huiselijk geweld; • gezondheidszorg (lichamelijk en geestelijk): aanbod van gezondheidsvoorzieningen, zoals zorgnetwerken, meldpunten, huisartsen, tandartsen, ambulancedienst. Op de vijfde determinant, biologische factoren, kan de gemeente niet of nauwelijks invloed uitoefenen. Deze factor zal dan ook niet verder aan bod komen in deze nota. De gezondheidssituatie van de Westvoornse bevolking zal aan de hand van de vier determinanten in beeld worden gebracht. Zo kan een sterkte-zwakte-analyse worden gemaakt en kan worden bezien waar de gezondheidszorg meer aandacht behoeft en waar het activiteiten- en voorzieningenaanbod goed op peil is. In deze nota wordt inzicht gegeven in de wettelijke taken van de gemeente op het gebied van de preventieve volksgezondheid, de huidige invulling door de gemeente aan het gezondheidsbeleid en de wijzigingen / aanvullingen in de huidige situatie die noodzakelijk zijn om aan te sluiten bij recente ontwikkelingen en om de gezondheid van de Westvoornse burger te verbeteren.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
4
Hoofdstuk 1:
1.1
Aanleiding voor gemeentelijk gezondheidsbeleid
Een stukje geschiedenis
De gemeenten spelen van oudsher een belangrijke rol in de gezondheidspreventie. Zij moesten vroeger trachten te voorkomen dat besmettelijke ziekten zich verspreidden over de stad. In de 19e eeuw is de gezondheid, in met name de arme wijken van Europa, met sprongen vooruit gegaan door verbeteringen van de huisvesting en hygiëne (riolering, afvoer van afval, schoon [leiding]water, voedselkeuringen, etc.). Het waren de gemeenten die de eerste waterleidingbedrijven oprichtten. Zij hadden ook oog voor de maatschappelijke gevaren van bijvoorbeeld verslaving. Door afgifte van vergunningen konden gemeenten de beschikbaarheid van alcohol beïnvloeden. Eind 19e eeuw zijn de eerste gemeenten overgegaan tot de oprichting van hun eigen gemeentelijke gezondheidsdiensten, de GG en GD. In de 20ste eeuw volgden de ontwikkelingen elkaar in rap tempo op. De gemeentelijke maatregelen op het gebied van de huisvesting en hygiëne boekten veel vooruitgang. Steeds meer gemeenten boden geneeskundige zorg aan armen aan via de GG en GD. De ontwikkelingen in de wetenschap en de techniek kwamen in een stroomversnelling. Na de tweede wereldoorlog kreeg hierdoor vooral het curatieve aspect in de gezondheidszorg de aandacht. Omvangrijke investeringen in de zorg, mogelijk gemaakt door de groeiende welvaart, leidden tot betere technieken, medicamenten (o.a. antibiotica) en inzichten op het gebied van genezing, waardoor veel ziekten genezen konden worden of zelfs uitgebannen werden. De financiering van en aandacht voor de (curatieve) gezondheidszorg kwam steeds meer te liggen bij de rijksoverheid. Hiermee raakte preventie en de rol van de gemeenten meer en meer op de achtergrond. De welvaart bracht echter nieuwe gezondheidsproblemen met zich mee waar de curatieve gezondheidszorg geen effectief antwoord op had. De mens was niet langer (slechts) slachtoffer van zijn omgeving (slechte huisvesting, slechte hygiëne, erbarmelijke arbeidsomstandigheden, etc.), maar steeds meer van het eigen risicovolle gedrag. Hierbij kan worden gedacht aan het gebruik van alcohol, drugs, vet voedsel, onvoldoende beweging, onverschilligheid ten aanzien van het milieu, etc. Er ontstond een beweging onder leiding van de World Health Organisation die de potenties van de burgers om de eigen gezondheid te beïnvloeden meer benadrukte. Het gevolg hiervan was dat halverwege de jaren ‘80 de preventieve zorg weer meer benadrukt werd.
Wet collectieve preventie volksgezondheid Sinds de invoering van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) in 1988 zijn in fasen de middelen voor de collectieve preventie overgedragen aan de gemeenten. Op hoofdlijnen geeft de Wet gemeenten opdracht om: • de totstandkoming, continuïteit en samenhang van de collectieve preventie te bevorderen; • de afstemming tussen de collectieve preventie en de zorgtaken te bevorderen. Deze taken dienen te worden uitgevoerd, teneinde de volgende doelen te bereiken: • het verbeteren van de gezondheidssituatie • het verlengen van een kwalitatief goede levensverwachting • het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen, d.w.z. gezondheidsverschillen die voortkomen uit de maatschappelijke positie van mensen. In de eerste 5 jaar na de inwerkingtreding van de WCPV hebben gemeenten zich over het algemeen geconcentreerd op het oprichten en aansturen van de gemeentelijke gezondheidsdiensten
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
5
(GGD-en). In opeenvolgende onderzoeksrapporten en adviezen, die in opdracht van het Ministerie van VWS werden opgesteld, bleek een aantal jaar later dat de inhoudelijke invulling van deze verantwoordelijkheid doorgaans weinig van de grond kwam. Om de gemeentelijke bemoeienis met de volksgezondheid te stimuleren is de rijksoverheid in 1996 gestart met een omvangrijk project. Het Ministerie van VWS heeft de commissie Versterking Collectieve Preventie gevraagd te onderzoeken hoe de lokaal bestuurlijke aandacht voor collectieve preventie kan worden versterkt.
Rapport-Lemstra De commissie bracht in 1996 het rapport ‘Gemeentelijk gezondheidsbeleid beter op zijn plaats (rapport-Lemstra)’ uit. Essentieel voor het rapport is dat het de gemeente neerzet als belangrijke partij voor het gezondheidsbeleid. De commissie plaatst de collectieve preventie in de context van andere segmenten van het gezondheidsbeleid, zoals zorg voor risicogroepen, crisisinterventie, parate hulpverlening en sociaal-medische advisering. De commissie pleit ervoor om gezondheidsproblemen vanuit de lokale optiek te bezien. De gemeente is meer dan een doorgeefluik van landelijk beleid: ze zal zelf beleid moeten formuleren voor bestaande problematiek. De GGD is de professionele dienst die de gemeente hierbij moet ondersteunen. Enkele aanbevelingen van de commissie Lemstra, die het vergroten van de gemeentelijke beleidsmatige betrokkenheid bij gezondheid betreffen, heeft de minister overgenomen, onder andere de aanbeveling om het gezondheidsbeleid vast te leggen in een gemeentelijke nota gezondheidsbeleid. Deze nota, die momenteel een wettelijke verplichting voor gemeenten is, zal inhoud moeten gaan geven aan de relatie tussen de gemeente en (in elk geval) de GGD. Op de Zuid-Hollandse Eilanden is in 1999 de GGD gestart met het project Stimulering Gemeentelijk Gezondheidsbeleid (SGGB). Doel van het project was de gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden te begeleiden bij het tot stand brengen van een eerste nota Gemeentelijk Gezondheidsbeleid. In deze nota moesten voorstellen gedaan worden voor verbetering van het (inter)-gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het traject heeft in de gemeente Westvoorne echter niet geresulteerd in een vastgestelde nota. Als gevolg van de gewijzigde WCPV, die is ingegaan op 1 januari 2003, zijn gemeenten wettelijk verplicht voor 1 juli 2003 en vervolgens iedere vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. In deze nota moet worden aangegeven op welke wijze aan diverse wettelijke taken uitvoering wordt gegeven. Deze uit de wet voortvloeiende gemeentelijke taken staan beschreven in hoofdstuk 4, paragraaf 4.1.
1.2
Landelijke tendensen
Gezondheidsbeleid is de laatste jaren sterk op de politieke en maatschappelijke agenda gekomen. Er zijn veel ontwikkelingen te noemen die daarmee samenhangen. Denk bijvoorbeeld aan de dubbele vergrijzing. De zorgbehoefte neemt toe doordat het aantal ouderen, met name de hoge leeftijdsgroep (ouder dan 75 jaar), toeneemt. Een andere ontwikkeling is de toenemende individualisering. Mensen maken steeds meer verschillende keuzen over de manier waarop zij hun leven willen inrichten. Ook zorgvragers stellen hoge(re) eisen aan de kwaliteit van het leven en vragen om individueler toegesneden zorg en hulp. Naast veel algemene ontwikkelingen binnen onze maatschappij zijn er ook ontwikkelingen binnen het rijksbeleid te noemen die invloed hebben op het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Dit zijn de volgende:
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
6
•
Het scheiden van wonen en zorg. Verzorgingshuizen en residentiële zorg- en hulpverleningsinstellingen moeten deels plaats maken voor zelfstandige huisvesting met zorg op maat. Dit leidt tot “vermaatschappelijking” van de zorg. De zorgverlening komt de wijken en buurten in. Het vraagt een aanzienlijke investering om het zelfstandig wonen te ondersteunen en daardoor (langer) mogelijk te maken.
•
Vraagsturing. Zowel in de zorg als in de maatschappelijke dienstverlening verschuift het accent van aanbodnaar vraagsturing. Zorgvragers worden steeds mondiger en durven op te komen voor hun wensen, behoeften en rechten. De aanbieders van zorg en diensten stemmen de inhoud van hun aanbod steeds meer af op een diversiteit aan individuele wensen en behoeften.
•
Meer aandacht voor preventieve gezondheidszorg. Er is veel meer aandacht nodig om gezondheidsproblemen in een vroeg stadium te onderkennen en om vergroting van problemen bij chronisch ziekten en handicaps te voorkomen. Een aantal constateringen over ongezond gedrag van de Nederlandse bevolking is: - Eén op de drie mensen rookt - Negen van de tien mensen eet te veel verzadigd vet - Driekwart van de mensen eet te weinig groenten en fruit - Meer dan de helft van de mensen beweegt te weinig - De helft van de mannen en een derde van de vrouwen is te zwaar - Het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen stijgt, evenals het aantal abortussen onder tieners. Het rijk heeft dan ook een drietal actieprogramma’s uitgewerkt op de thema’s roken, overgewicht en diabetes. Doel is om zoveel mogelijk kwaliteit van leven te behouden.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
7
Hoofdstuk 2:
2.1
Begripsbepaling en verantwoording
Definitie van gezondheid
Gezond wordt in het woordenboek omschreven als ‘niet ziek’. Gezondheid wordt omschreven als ‘gezond zijn’ of ‘het ontbreken van ziekte of gebrek’. De World Health Organisation hanteert een bredere definitie van ‘gezond’, namelijk: ‘een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden’. Voor het gemeentelijk gezondheidsbeleid sluit Westvoorne echter aan bij de definitie van de commissie Dunning en het Nationale Contract Openbare Gezondheidszorg: ‘Gezondheid is het vermogen tot lichamelijk, geestelijk en sociaal normaal (dit is naar eigen kunnen) functioneren in de samenleving, waarbij mensen in staat zijn en in staat worden gesteld om positieve keuzen te maken inzake hun eigen gedrag en invloed kunnen uitoefenen op hun sociale en fysieke omgeving en dat ze indien nodig de nodige zorg kunnen ontvangen’. Deze formulering bevat een zeer waardevol inzicht: gezondheid is meer dan niet ziek zijn. Het is dus van belang om de aandacht te richten op het traject dat vooraf gaat aan ziek worden. Hoe kan (het gevoel van) gezondheid positief worden beïnvloed? Daarbij gaat het om vier van de vijf determinanten die de gezondheid van mensen beïnvloeden, namelijk: leefstijl, fysieke omgeving, sociale omgeving en gezondheidszorg (lichamelijk en geestelijk). De vijfde determinant, biologische factoren, valt beleidsmatig niet te beïnvloeden door gemeenten.
2.2
Beleidskader
De gemeente heeft de hoofdlijnen van haar te voeren gezondheidsbeleid voor juli 2003 (met terugwerkende kracht) tot en met juli 2007 in deze nota vastgelegd. De begrenzing van de nota ligt niet alleen in het wettelijke kader van de WCPV en de keuze voor de determinanten van gezondheid, maar ook in wat er in de programmabegroting van de raad ten aanzien van gezondheidsbeleid is vastgelegd. In de kadernota wordt genoemd dat de gemeente haar taken op grond van de WCPV zo goed mogelijk wil uitvoeren. De nadruk van het lokale gezondheidsbeleid moet liggen bij preventieve taken, zoals voorlichting. In de programmabegroting zijn geen extra financiële middelen opgenomen. Het gezondheidsbeleid moet dus vooralsnog binnen bestaande financiële middelen worden gerealiseerd. Binnen bovengenoemde kaders gaat het gemeentelijk gezondheidsbeleid in op landelijke tendensen en ontwikkelingen. In 2006 zal er door de GGD een nieuwe gezondheidsenquête worden uitgegeven. Het is zaak het beleid op dat moment te spiegelen aan de enquête en zonodig bij te stellen.
2.3
Visie op gemeentelijk gezondheidsbeleid
De nadruk in het gemeentelijke gezondheidsbeleid ligt op preventie en dus op het behoud van (het gevoel van) gezondheid en het traject dat voorafgaat aan het ziek worden. Dit uitgangspunt sluit aan bij de visie die staat beschreven in de programmabegroting van de raad, namelijk: “De gemeente wil zo goed mogelijk haar taken op grond van de Wet collectieve preventieve volksgezondheid uitvoeren. De uitvoering hiervan moet mede gebaseerd zijn op het lokale gezondheidsbeleid. De nadruk binnen dit gemeentelijk gezondheidsbeleid moet liggen op preventieve taken, zoals voorlichting. Voor bewoners van Westvoorne, die belemmeringen ondervinden als ge-
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
8
volg van een handicap, treft de gemeente voorzieningen om zo de zelfstandigheid van deze inwoners te bevorderen. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de verordening ‘voorziening gehandicapten.” Zoals reeds beschreven, ligt de nadruk in het gemeentelijke gezondheidsbeleid op preventie en dus op het behoud van (het gevoel van) gezondheid en het traject dat voorafgaat aan het ziek worden. In het beleid gaat het dus niet alleen om de gezondheid die objectief is vast te stellen, maar ook om de subjectieve gezondheid, dus of iemand zichzelf gezond voelt. Aandacht voor de subjectieve gezondheid is een voorwaarde voor de inzet en medewerking van burgers bij het bevorderen van hun gezondheid. De burger heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid. Gezond gedrag vergt kennis en vaardigheden, maar ook maatregelen in de sociale en fysieke omgeving om het individu te beschermen en keuzes voor gezond gedrag makkelijker te maken. Westvoorne ziet de preventieve gezondheidszorg niet enkel als gemeentelijke taak. Naast dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen (on)gezonde gedrag, zijn zij voor hun gezondheid niet alleen afhankelijk van hun eigen doen en laten. Ook een goed en toegankelijk onderwijs, veilige arbeidsomstandigheden, goede woningen en een gezond en veilig milieu zijn noodzakelijk voor het behouden en bevorderen van een goede gezondheid. Voor een goede gezondheid moeten burgers aanspraak kunnen maken op goede en toegankelijke zorg. Er worden daarom landelijk en regionaal inspanningen verricht om wachtlijsten in de zorg weg te werken en de kwaliteit van de dienstverlening te vergroten. Zorg voor de volksgezondheid is een taak van de overheid. Burgers moeten erop kunnen rekenen dat de overheid gezondheidsrisico’s waarop zij zelf weinig of geen invloed hebben, wel op tijd voorziet en zoveel mogelijk voorkomt. Van de overheid kan echter niet worden verwacht dat zij honderd procent veiligheid garandeert: dat is niet reëel, zou onbetaalbaar zijn en soms ook de vrijheid van de burgers verregaand aantasten. Kortom: Burgers, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, maatschappelijke organisaties als scholen, sociale partners en (gemeentelijke) overheden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor gezondheid. Het is vooral van belang dat de partijen die werken in de preventieve gezondheidszorg, hun activiteiten op elkaar afstemmen. Zo kan samenhang in beleid ontstaan. Niet alleen extern, maar ook intern moet afstemming plaatsvinden. Gezondheidsbeleid overschrijdt de gemeentelijke sectoren. Het is niet slechts een terrein van bureau welzijn en sport, maar ook van bijvoorbeeld: onderwijs, ruimtelijke ordening / volkshuisvesting, sociale zaken, bouw- en woning toezicht, (verkeers)veiligheid en milieu. Het doel van gemeentelijk gezondheidsbeleid is: de gezondheid van de inwoners van Westvoorne te waarborgen en zo nodig te verbeteren door: -
het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving; het bevorderen van een gezonde levensstijl; het werken aan een gezondere fysieke en maatschappelijke omgeving; het verbeteren van beschikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
9
Hoofdstuk 3:
Gezondheidssituatie in Westvoorne
Om de 5 jaar organiseert de GGD een grote gezondheidsenquête onder volwassenen en ouderen (18 – 74 jaar). De laatste enquête is gehouden in 2000. De uitkomsten daarvan zijn neergelegd in het gemeentelijk informatieprofiel Westvoorne. De gegevens in het gezondheidsprofiel zijn gebaseerd op onderzoek van de GGD-Zuidhollandse Eilanden. De eerste enquête werd gehouden in 1990, de tweede in 1995 en de derde in 2000. De vierde gezondheidsenquête staat gepland voor 2005. De resultaten daarvan zullen in 2006 bekend zijn. Ook heeft de GGD een Monitor Gezondheid opgesteld, die in 2002 en 2003 is uitgegeven. In de monitor worden de volgende thema’s behandeld: demografie, lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, leefstijl, gebruik van voorzieningen, fysieke omgeving en maatschappelijke omgeving. De monitor is onderverdeeld in drie leeftijdsgroepen: jongeren (1 tot 25 jaar), volwassenen (25 tot 65 jaar) en ouderen (65+). De steekproef onder ouderen bedroeg minder dan 75 respondenten. Derhalve zijn er door de GGD geen specifieke uitspraken voor deze groep in Westvoorne gedaan. Er zal in het gezondheidsprofiel voor deze groep worden uitgegaan van het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden. Kanttekening bij de gegevens uit de gezondheidsmonitor is dat de data niet 100% betrouwbaar zijn, omdat de respondentengroep erg klein was en afwijkingen dus slecht uitgemiddeld worden. Om er voor te zorgen dat de monitor in de toekomst een geheel betrouwbaar beeld geeft zal de steekproef vergroot moeten worden. Om goed beleid te kunnen maken moet regelmatig onderzoek worden gedaan naar de gezondheidssituatie en het voorzieningenpeil binnen de gemeente. De GGD start een nieuw onderzoek eind 2005. In dit hoofdstuk zal een overzicht worden gegeven van de gezondheidssituatie van de Westvoornse bevolking, waarbij ingegaan wordt op mogelijke knelpunten. Eerst wordt er een aantal demografische gegevens verstrekt. Verder is het hoofdstuk ingedeeld naar de vier determinanten van gezondheid: leefstijl, fysieke omgeving, maatschappelijke omgeving en gezondheidszorg (geestelijk en lichamelijk).
3.1
Demografie
Westvoorne telt in totaal 14.206 inwoners (jeugdmonitor, peildatum 1 januari 2002).
Percentage Totaal Zuidhollandse Eilanden
0 t/m 24 jaar 27 % 3.873 31%
25 t/m 64 jaar 56% 7.931 54%
65+ 17% 2.402 15%
Tabel 1: Aantal inwoners per leeftijdsgroep
De omvang en samenstelling van de bevolking zijn belangrijke voorspellers van gezondheidsproblemen. Het is bijvoorbeeld belangrijk te weten hoeveel ouderen er binnen de gemeente wonen en hoeveel dat er over een aantal jaar zullen zijn. In onderstaande tabel wordt een prognose gegeven van het aantal 65-plussers in de jaren 2005, 2010 en 2015.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
10
Prognose voor de jaren:
Percentage van de Westvoornse bevolking in de leeftijd van: 65 - 74 75+ Totaal 65+ 9,4% 8,6% 18,0% = 2613 10,8% 9,5% 20,3% = 2967 13,6% 10,5% 24,1% = 3528
2005 2010 2015
Tabel 2: Prognose van percentage bevolking van 65+
Westvoorne heeft meer mensen van 65+ dan gemiddeld op de Zuidhollandse Eilanden. Gezien de sterke vergrijzing die er aan zit te komen (in 2015 is 24% ouder dan 65 jaar) is dit gegeven zeker iets om in het beleid mee te nemen. Wat betreft het aantal één- en meerpersoonshuishoudens is Westvoorne gelijk aan het gemiddelde. Wel kent Westvoorne minder echtscheidingen dan gemiddeld (6% tegenover het gemiddelde van 8%). Het aantal allochtonen binnen de gemeente is sterk onder het gemiddelde. Het gemiddelde op Zuidhollandse Eilanden bedraagt 12% en het aantal allochtonen in Westvoorne bedraagt 9% van de totale bevolking. Wanneer we kijken naar de opleiding en werksituatie van de Westvoornse burger (24 t/m 64 jaar) zien we het volgende: Lager onderwijs / lbo 30% 37%
Westvoorne ZHE
Mavo / havo / vwo / mbo 44% 43%
Hbo / universiteit 22% 17%
Tabel 3: Opleiding, percentage
Westvoorne ZHE
Betaalde werkkring / fulltime 46% 51%
Betaalde werkkring / parttime 16% 20%
Werkeloos / werkzoekend 2% 1%
arbeidsongeschikt 7% 4%
gepensioneerd 10% 4%
Tabel 4: Werk, percentage
Opvallend is het hoge aantal hoger opgeleiden in de gemeente en ook het hoge aantal arbeidsongeschikten en gepensioneerden. Bovenstaande cijfers zijn verworven uit een zelfrapportage (vragen over de eigen situatie worden beantwoord) onder respondenten. Mensen geven bijvoorbeeld aan of zij zelf vinden arbeidsongeschikt te zijn. Het percentage dat een WAO-uitkering krijgt, blijkt uit de cijfers van het CBS, niet hoger te liggen dan het gemiddelde op Zuidhollandse Eilanden. Momenteel worden alle arbeidsongeschikte mensen (WAO-ers) onder de 50 jaar hergekeurd, dit zijn landelijk zo’n 450.000 mensen. De wet wordt aangescherpt en de verwachting is dat veel minder mensen in de toekomst onder de WAO zullen vallen. Geschat wordt dat landelijk bij zo’n 110.000 mensen de WAO-uitkering vervalt of lager uitpakt. Veel mensen die eerst onder de WAO vielen, zullen nu in de Werkloosheidswet (WW) terechtkomen en veel daarvan zullen na verloop van tijd in de Wet Werk en Bijstand (WWB) terechtkomen. De WWB is een wet die gemeenten uitvoeren. De (gedeeltelijke) uitkering evenals trajecten naar werk worden door de gemeente betaald.
3.2
Leefstijl
De manier van leven kan grote invloed hebben op de gezondheid van mensen. De leefstijl biedt dan ook aanknopingspunten waar in het kader van de gezondheidspreventie aan gewerkt kan worden. De meeste gezondheidswinst is te behalen wanneer al jong gezond gedrag wordt aangeleerd.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
11
De zelfrapportage van kinderen tussen de 13 en 17 jaar over riskant gedrag laat nauwelijks afwijkingen zien ten opzichte van het gemiddelde: Rookt iedere dag
Westvoorne 13-17 jaar ZHE 13-17 jaar Gemiddeld 1826 jaar op VPR
5 x of vaker alcohol in Hasj gebruikt in afgelo4 weken en de laatste pen 4 weken x meer dan 5 glazen
Gegokt in afgelopen 4 weken
22%
11%
13%
13%
20%
11%
13%
13%
34%
41%
10%
20%
Tabel 5: Riskant gedrag, percentage
Zoals in bovenstaand tabel is te zien neemt het riskant gedrag behoorlijk toe vanaf het voortgezet onderwijs. Vooral het roken en alcoholgebruik laat een behoorlijke stijging zien. Wat betreft het bewegen zijn de bevindingen wat zonniger, 91% van de kinderen tussen de 4 en 6 jaar sport minstens één keer in de week; dit tegenover een gemiddelde van 76 %. In de leeftijdsgroep 11-12 jaar sport nog steeds 85% en in de groep van 13-17 loopt dit percentage weer op naar 91%. Bij de jongvolwassenen zien we het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden afnemen naar 57%, maar de volwassen burger sport weer 75%. Mensen van boven de 75 jaar sporten aanzienlijk minder. Op de Zuidhollandse Eilanden beoefent 79% geen lichamelijke sport. Juist ook voor ouderen is bewegen belangrijk. Het voorkomt klachten aan het bewegingsstelsel. Opvallend in de gezondheidsmonitor is het percentage kinderen (4-6 jaar) met overgewicht. Dit is 12% tegen een gemiddelde van 9%. In de groep van kinderen tussen de 11 en 12 jaar constateert de jeugdarts bij 17% van de kinderen overgewicht tegenover een gemiddelde van 14%. Bij een gezondheidsenquête onder jongeren van 13 tot 17 jaar, waarin zij zichzelf beoordelen, is het percentage dat zegt overgewicht te hebben gelijk aan het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden, namelijk 9% (gezondheidsprofiel 2002-2004). Beleidsvoornemen 1 Jeugdigen leefstijlprojecten aanbieden ter bevordering van gezond gedrag. Te denken valt aan projecten over gezonde voeding, bewegen en genotsmiddelen. Beleidsvoornemen 2 Ouderen bewegingsprogramma’s aanbieden. Te denken valt aan: Meer Bewegen Voor Ouderen, ‘als botten en spieren protesteren’.
3.3
Fysieke omgeving
Een prettige leefomgeving werkt positief op de gezondheid van mensen. Hierbij spelen onder andere de volgende factoren een belangrijke rol: veiligheid, sociale cohesie, voorzieningen aanbod, inrichting van de wijk (bijvoorbeeld: voldoende speelruimte, groen en parkeergelegenheid). Eén van de aspecten van een prettige leefomgeving is de verkeersveiligheid. Westvoorne kent weinig verkeersslachtoffers. 1,55 op de 1.000 inwoners heeft in 2001 letsel opgelopen tijdens een verkeersongeval. Het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden ligt op 2,06.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
12
Opvallend is het aantal klachten met betrekking tot bedrijven dat in 2001 bij de milieudienst per 1.000 inwoners is binnengekomen. Per 1.000 inwoners klaagden 30 mensen over lawaai en 37 over stank. Het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden is respectievelijk 5 en 7 op 1.000 inwoners. De meeste klachten over stank komen van Westvoorne en Rozenburg. Westvoorne staat verreweg bovenaan met de klachten over lawaai. Het is opmerkelijk te zien dat in de gezondheidsenquête onder mensen van 25 t/m 64 jaar in 2000 deze cijfers niet naar voren komen. Hierin scoort Westvoorne zelfs onder het gemiddelde met lawaaioverlast en gemiddeld qua klachten over stankoverlast. Het is natuurlijk mogelijk dat er in Westvoorne een beperkt aantal mensen regelmatig terugkerende klachten heeft. Hoe mensen hun directe omgeving ervaren is van invloed op het welbevinden van mensen en zo ook op de gezondheid. Uit de enquête van de GGD blijkt dat de Westvoornse burger gemiddeld minder klachten over de buurt heeft dan de gemiddelde bewoner van de Zuidhollandse Eilanden. Aardig om te zien is dat de inwoners van 65 jaar en ouder de buurt positiever beoordelen dan de jongere generaties.
Niet schoon Geen leuke contacten Te weinig groen Te weinig voorzieningen Onvoldoende speelruimte voor kinderen Onvoldoende sportvoorzieningen Te weinig parkeergelegenheid
Westvoorne 6% 20% 10% 20% 11% 20% 25%
Ouderen VPR 9% 13% 12% 7% 13%
ZHE 13% 20% 13% 24% 24% 11% 28%
Tabel 6: Percentage klachten over de buurt
Opvallend in bovenstaand tabel is het aantal respondenten dat aangeeft dat er onvoldoende sportvoorzieningen zijn. Het gaat hier om 20% van de respondenten tegenover een gemiddelde van 11% op de Zuidhollandse Eilanden. Deze reactie kan deels worden verklaard door het feit dat Westvoorne een kleine gemeente is met weliswaar relatief veel sportverenigingen, maar met lang niet alle takken van sport binnen de gemeentegrenzen. Een deel van de sportbeoefenaars zal naar buurgemeenten moeten. Hier heeft de gemeente weinig invloed op. Onduidelijk in de gezondheidsmonitor is de definitie van sportvoorziening. Gaat het hier om de sportverenigingen, de accommodaties of de buitensportmogelijkheden? Wat betreft de sportaccommodaties kan worden gezegd dat dit onderwerp op de agenda staat. Er worden momenteel plannen uitgewerkt om een nieuwe sporthal en zwembad in Oostvoorne te verwezenlijken. De mogelijkheden tot het beoefenen van sport in de buitenruimte zijn nog niet in kaart gebracht. Het is goed mogelijk dat veel mensen van mening zijn dat aan de sportvoorzieningen in de openbare ruimte binnen Westvoorne een gebrek is. Eind 2004 is er aan het bureau OBB Ingenieurs de opdracht verleend tot het ontwikkelen van een speelruimtebeleid (het resultaat is te verwachten over enkele maanden). Het sportgericht inrichten van de buitenruimte is daarbij een belangrijk aspect. In het jeugdmonitor wordt ingegaan op de thuis- en schoolsituatie van kinderen. Hier zijn geen bijzonderheden waar te nemen. Een tekort aan geschikte woningen is een knelpunt binnen de gemeente. Niet alleen ouderen en gehandicapten ondervinden problemen bij het zoeken naar passende woonruimte, maar ook jongeren die op zichzelf willen gaan wonen, jonge gezinnen en alleenstaanden. De toenemende vergrijzing en extramuralisering van zorg vragen om nieuwe woon- en zorgconcepten. Gemeenten zullen levensloopbestendig moeten gaan bouwen of bestaande woningen moeten aanpassen. Bewoners krijgen meer beperkingen en hebben zorg nodig. Daardoor zal het aantal op deze beperkingen aangepaste woningen ook moeten toenemen. Daarnaast moet zorg worden ge-
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
13
dragen voor een evenwichtige bevolkingsontwikkeling; uitstroom van jongeren en jonge gezinnen moet worden tegengegaan. Op de afdeling Algemene Zaken van de gemeente is een nota Volkshuisvestingsbeleid in voorbereiding. Eén van de belangrijkste uitkomsten is een woningbouwprogramma voor de komende tien jaar. Met dit programma kan toegewerkt worden naar een meer evenwichtige bevolkingsontwikkeling. Wanneer de gemeente erin slaagt de uitstroom van jongeren te beperken en de opvang van jonge en middelbare gezinnen te handhaven, mag daarvan een gunstig effect op de gemeentelijke bevolkingsontwikkeling worden verwacht. In de komende tien jaar zijn er 650 nieuwe woningen gewenst. Daaruit moet 40% bestaan uit sociale huur- en koopwoningen, 15% uit betaalbare koopwoningen en de overige 45% uit middeldure en dure huur- en koopwoningen, zo is uit een woningbehoefteonderzoek (1 september 2003) gebleken. Minimaal de helft van de nieuwbouw dient multifunctioneel, c.q. levensloopbestendig, te zijn. (Volkshuisvestingsbeleid 2004, versie 20 oktober 2004) In de gemeente wordt gewerkt aan vernieuwing van de infrastructuur voor Wonen, Zorg en Welzijn. Zo werd in 2003 het woon- en zorgcentrum Leemgaarde te Oostvoorne voltooid. Momenteel worden er plannen gemaakt voor een nieuwe invulling van het verzorgingshuis Swinshoek te Rockanje. Deze nieuwbouw (c.a. 150 wooneenheden) kan in mindering worden gebracht op de in het bouwprogramma opgenomen aantallen levensloopbestendige huur- en koopwoningen.
Beleidsvoornemen 3 De buitenruimte zo inrichten dat er voldoende ruimte is voor sportuitoefening (voldoende trapveldjes e.d.) en dat deze uitnodigt tot bewegen (dit laatste gelet op het oplopende percentage van kinderen met overgewicht, zie 3.2: Leefstijl). Beleidsvoornemen 4 Gezondheidsbevordering vindt plaats vanuit verschillende beleidstreinen. Het belang van goede woonruimte en daarmee samenhangend een gezonde bevolkingsontwikkeling wordt door de gemeente ter harte genomen.
3.4
Maatschappelijke omgeving
De maatschappelijke omgeving omvat vele verschillende netwerken van mensen waar het individu ook zelf deel van uitmaakt. Naast het lichamelijk en geestelijk welbevinden is ook het maatschappelijk welbevinden van invloed op gezondheid. Veiligheid maakt een groot deel uit van de maatschappelijke omgeving. Het gaat hier om de openbare zorg voor een (misdaad)veilige buurt, maar ook de zorg voor een veilig thuis hoort erbij. Hoe dichter de onveilige situatie bij de persoon zelf komt, hoe bedreigender en heviger de reacties op de gevolgen voor persoonlijk welbevinden en (geestelijke) gezondheid. Wat betreft criminaliteit scoort Westvoorne laag ten opzichte van het gemiddelde. Westvoorne scoort 34 misdrijven op 1.000 inwoners; het gemiddelde ligt op 51. De meeste mensen voelen zich dan ook veilig in de buurt, zo blijkt uit de gezondheidsmonitor. Wat betreft de zelfrapportage ‘seksuele intimidatie’ (zie tabel 7) van leerlingen in het voortgezet onderwijs scoort Westvoorne lager dan gemiddeld, maar de score is desondanks aanzienlijk. 13%
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
14
van de kinderen tussen de 13 en 17 jaar zegt wel eens tegen de zin gezoend / betast te zijn. 18% van de kinderen is ooit mishandeld en 11 % wordt regelmatig gepest.
Westvoorne ZHE
Tegen de zin gezoend / betast 13% 15%
Tegen de zin met iemand naar bed geweest 1% 3%
Is ooit lichamelijk mishandeld 18% 19%
Wordt regelmatig gepest 11% 10%
Tabel 7: Sociale veiligheid kinderen 13-17 jaar (zelfrapportage)
Huiselijk geweld Dit thema is niet meegenomen in de gezondheidsenquête of het gezondheidsprofiel. Toch moet hier bij worden stilgestaan. Landelijk wordt er aandacht gevraagd voor deze problematiek. De aanpak van huiselijk geweld vraagt samenwerking tussen verschillende hulpverleningsinstellingen. Er moet worden gezorgd voor preventie, signalering, melding en opvang. Het platform OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), waarin gemeenten en zorgaanbieders vertegenwoordigd zijn, ontwikkelt momenteel een centraal meldpunt huiselijk geweld. Vanaf 1 april 2005 kan iedereen die in aanraking komt met huiselijk geweld (ook van derden) hier terecht met vragen en meldingen. De financiering van het meldpunt wordt gezamenlijk verzorgd door de gemeente Spijkenisse (centrumgemeente), het Zorgkantoor en het rijk (via een stimuleringsregeling).
Beleidsvoornemen 5 Het gezondheidspreventiebeleid richt zich de komende jaren op de maatschappelijke omgeving en in het bijzonder op onveiligheid in de directe omgeving. Beleidsvoornemen 6 Ouders hebben een belangrijke rol in de socialisatie van kinderen. De gemeente heeft een preventieve en signalerende rol en een ondersteunende rol waar nodig.
3.5
Gezondheidszorg
3.5.1 Lichamelijke gezondheid De lichamelijke gezondheidssituatie van de bevolking in Westvoorne wijkt niet veel af van de lichamelijke gezondheidssituatie op de Zuidhollandse Eilanden. Wel heeft Westvoorne veel jongeren met overgewicht. Hier is eerder in hoofdstuk 3.2 bij stilgestaan. Ook opvallend is het gegeven dat een relatief groot aantal burgers met hart- en vaatziekte wordt opgenomen in het ziekenhuis. 33% van de ziekenhuisopnames heeft bovengenoemde oorzaak tegenover een gemiddelde van 29%. Dit is wellicht deels te verklaren door ongezonde (vette) voeding. Regionaal is er voor 2005 beleid geformuleerd, waarmee wordt ingezet op preventie van harten vaatziekten. Er is inmiddels subsidie aangevraagd bij het fonds OGZ (rijksoverheid). Afhankelijk van de financiële mogelijkheden wordt het traject (bijvoorbeeld het aantal doelgroepen dat moet worden bereikt), dat vanaf 2005 van start gaat, ingevuld. Beleidsvoornemen 7 Uitvoering geven aan een preventieprogramma gericht op hart- en vaatziekten.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
15
3.5.2 Geestelijke gezondheid Het enige opvallende aan het jeugdmonitor wat betreft de geestelijke gezondheidszorg is dat de jeugdarts bij 10% van de onderzochte kinderen (11-12 jaar) psychische problemen onderschrijft. Een erg hoog percentage, zeker wanneer we bezien dat het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden 4% is. Deze hoge cijfers worden waarschijnlijk veroorzaakt door interbeoordelaarsvariatie (dat is het verschil in beoordeling van problematiek tussen de onderzoekers, in dit geval de jeugdverpleegkundigen). De hoge cijfers zijn niet consistent over de jaren en ook niet bij andere leeftijdsgroepen, aldus de GGD. Ongeveer 31% van de jongeren van 13-17 jaar geeft aan dag en nacht over iets te piekeren, 6% van de jongeren in deze leeftijdsgroep heeft in de vier weken voor het onderzoek slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt (dit is gelijk aan het gemiddelde op de Zuidhollandse Eilanden) en 3% van de jongeren denkt vaak aan zelfmoord (ZHE 4%) (gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs 2002 – 2004). Het psychisch welbevinden onder volwassenen scoort hoger dan het gemiddelde. Opvallend is wel dat het gebruik van slaapmiddelen relatief hoog is, 9% tegenover een gemiddelde van 6% van de mensen boven de 24 jaar gebruikt slaapmiddelen. Beleidsvoornemen 8 Een vangnet voor jongeren met problemen creëren. Jongeren zijn vaak nog te veel aangewezen op hulp uit de wat grotere gemeenten. Vertrouwenspersonen dicht bij huis is een stap in de goede richting.
3.5.3 Gebruik van voorzieningen De laatste jaren is de medische consumptie (huisartsbezoek, bezoek aan specialist, ziekenhuisopnames, medicijngebruik) in Nederland gestegen. Deze stijging wordt volledig verklaard door de toename van ongezondheid bij mensen. De gemiddelde levensverwachting neemt nog steeds toe, maar daar staat een stijgend aantal jaren met ziekte of beperking tegenover. Dit wordt versterkt door de toenemende vergrijzing van de bevolking. De toegankelijkheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van de gezondheidszorg wordt landelijk als nijpend ervaren. Vooral het tekort aan huisartsen, tandartsen, verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg is nu al een probleem. In de gezondheidsenquête 2000 is respondenten gevraagd naar het ervaren gebrek aan zorgvoorzieningen in Westvoorne. In onderstaand tabel ziet u de uitkomsten.
Westvoorne ZHE
Huisarts <1% 6%
apotheek <1% 5%
Tandarts 6% 12%
fysiotherapeut <1% 5%
Consultatiebureau <1% 5%
Tabel 8: Percentage respondenten dat aangeeft een gebrek aan een voorziening te hebben
Zoals uit de tabel blijkt scoort Westvoorne uitstekend op het voorzieningenaanbod. Wel moet hier de kanttekening worden gemaakt dat het de huidige situatie betreft. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, heeft Westvoorne veel oudere huisartsen en tandartsen.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
16
tandartsen Oostvoorne
tandartsen Rockanje
huisartsen Oostvoorne
huisartsen Rockanje
Geboortejaar
leeftijd
Geboortejaar
leeftijd
Geboortejaar
leeftijd
Geboortejaar
leeftijd
1951 1953 1967
53 51 37
1943 1952
61 52
1948 1962 1951
56 42 53
1955 1964 1946
49 40 58
Tabel 9: leeftijd huisartsen en tandartsen in Westvoorne (momentopname, november 2004)
Er moet dus ook in kaart gebracht worden wat het verwachte aanbod in de toekomst zal zijn. Er kan vanuit worden gegaan dat en groot deel van de huidige huisartsen en tandartsen binnen 5 a 10 jaar met pensioen gaat. In Oostvoorne zijn de huisartsen reeds in gesprek over een mogelijke A-HOED-constructie (apotheek en huisartsen onder één dak). De gemeente heeft hierin enkele keren geparticipeerd. In Rockanje is de Catharina Stichting bezig met het realiseren van nieuwbouw voor seniorenwoningen, de nieuwe Swinshoek. In de plannen voor deze nieuwbouw is gezamenlijke praktijkruimte voor huisartsen en fysiotherapie meegenomen. Wanneer nodig kan in deze ruimte ook een tandarts worden gehuisvest. Een HOED-constructie maakt het voor jonge artsen makkelijker om te starten. Ze hoeven niet te beschikken over eigen praktijkruimte en kunnen gebruik maken van andere gezamenlijke faciliteiten (b.v. secretariaat). Beleidsvoornemen 9 De gemeente stimuleert de realisatie van een HOED-constructie in Oostvoorne en Rockanje en houdt de situatie rond het huisartsen- en tandartsenpeil de komende tien jaar nauwlettend in de gaten en anticipeert wanneer nodig.
Ambulancezorg Met ingang van 1 januari 2003 zijn de ambulancediensten van GGD Rotterdam e.o., GGD Zuidhollandse Eilanden en GGD Nieuwe Waterweg Noord samengevoegd tot ambulancezorg RotterdamRijnmond (RHRR). Het belangrijkste aspect waarop beleidsmatig wordt ingezet ten aanzien van het ambulancevervoer is de 15-minuten-norm. De ambulancestandplaatsen in de regio zijn zodanig gespreid dat op vrijwel iedere plaats in de regio binnen aanvaardbare tijd medische hulp kan worden geboden. Men hanteert hiervoor normtijden, die afhankelijk zijn van de aard van de melding. Bij levensbedreigende situaties is deze normtijd 15 minuten. Het aantal overschrijdingen binnen regio Rijnmond van de 15-minutengrens behoort tot één van de hoogste van Nederland. In Westvoorne is de aanrijtijd van de helft van de ritten niet binnen de normtijd. Hieronder is het overschrijdingspercentage over de maanden juni, juli en augustus 2004 weergegeven. Aanrijtijd langer dan: 15 minuten 16 minuten 17 minuten 18 minuten 19 minuten 20 minuten 25 minuten percentage 50% 42,6% 40,7% 37% 31,5% 22,2% 9,3% absoluut 27 23 22 20 17 12 5
Voorheen waren de aanrijdtijden positiever. Dit kan worden verklaard doordat er handmatig werd geklokt (nu digitaal) en dit werd gedaan als de ambulance bijna ter plaatse was. Deze oude aanrijtijden zijn opgenomen in het rapport ‘Landelijk referentiekader spreiding en bereikbaarheid’ waarover de Tweede Kamer zich in april 2005 zal buigen. De standplaats Brielle vervalt op grond van deze gegevens in het nieuwe spreidingsplan. Deze standplaats is het dichtst in de buurt van de gemeente Westvoorne. In het nieuwe spreidingsplan wordt de standplaats voor Westvoorne Spij-
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
17
kenisse. De inmiddels bekende digitale aanrijtijden zouden een beter uitgangspunt zijn. Van de extra 18 miljoen euro voor de oplossing van knelpunten gaat er niets naar deze regio. Inmiddels is er een brief naar het ministerie gestuurd waarin bovengenoemde kritiek wordt geuit. Onduidelijk is nog of de inhoud van het rapport naar aanleiding van deze kritiek is aangepast. De RHRR is een gemeenschappelijke regeling. Westvoorne wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de burgemeester. De gemeente heeft zelf niet veel invloed op de organisatie van het ambulancevervoer. Zoals reeds beschreven wordt de organisatie grotendeels geregisseerd door het rijk.
Informatie over zorg Mensen informeren over zorg is heel belangrijk. Er verandert namelijk veel de laatste jaren en bovendien ervaren mensen het als prettig wanneer zij de weg kennen binnen (gemeentelijke) voorzieningen. De gemeente informeert haar burgers wanneer nodig middels de gemeentepagina in het Weekblad Westvoorne en via de eigen website en ouderen middels het gemeentelijk informatieblad Kras. Ook wordt er incidenteel huis aan huis informatie verstrekt. Zo worden burgers op de hoogte gehouden van de nieuwe centrumontwikkelingen en de bouw van een nieuw zorgcentrum (Swinshoek) in Rockanje. Informatie verstrekken over zorg en zorgvoorzieningen blijft altijd een punt van aandacht. Beleidsvoornemen 10 De ontwikkelingen op het gebied van zorgvoorzieningen goed in kaart brengen en op peil houden. Op een heldere wijze naar de burger communiceren over zorg en het voorzieningenaanbod.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
18
Hoofdstuk 4: 4.1
Landelijk kader
Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV)
Al eerder in deze nota is stilgestaan bij de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Hierin zijn taken van de gemeente omschreven. In deze paragraaf staan de uit de wet voortvloeiende gemeentelijke taken ten aanzien van de collectieve preventie en curatieve zorg. De WCPVtaken worden grotendeels uitgevoerd door de GGD. De specifieke uitvoering van deze taken zal niet verder beschreven worden. De nota zou onnodig onoverzichtelijk worden en bovendien hebben gemeenten weinig beleidsvrijheid in het uitvoeren van de taken, met andere woorden, er hoeft geen gemeentelijk beleid voor de uitvoering van de WCPV-taken ontwikkeld te worden. 1. Het verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking Dit gebeurt op basis van epidemiologische gegevens en dient tenminste één maal in de vier jaar, voorafgaand aan het opstellen van de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid, plaats te vinden. De GGD verzamelt de gegevens en analyseert deze, waarna deze vorm krijgen in een gezondheidsmonitor. 2. Bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen Gezondheidsbeleid is facetbeleid; bewust moet de keuze worden gemaakt om de gezondheidseffecten van andere beleidsterreinen (niet slechts van Welzijn) aan het licht te brengen. Gezondheid wordt namelijk door velerlei factoren beïnvloed. Bewaking van deze aspecten moet dus op bestuurlijk niveau liggen. 3. Bijdragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s, inclusief gezondheidsvoorlichting en gezondheidsopvoeding Gezond gedrag kan worden bevorderd door de kennis en vaardigheden van mensen te vergroten. Zowel de GGD als de Zorg- en Welzijngroep voeren voor de gemeente een scala aan preventieprogramma’s uit, inclusief gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. 4. Bevorderen van medisch milieukundige zorg De GGD signaleert ongewenste situaties, adviseert over risico’s (in het bijzonder bij rampen of dreiging daarvan) en beantwoordt vragen van de bevolking. 5. Bevorderen van technische hygiënezorg Dit omvat: het formuleren van eisen voor de technische hygiëne van instellingen, het adviseren van deze instellingen en het signaleren van ongewenste situaties. Het gaat daarbij specifiek om instellingen waar gezien de aard van de doelgroep en de omstandigheden waaronder activiteiten worden verricht, een verhoogd risico bestaat op verspreiding van micro-organismen (denk bijvoorbeeld aan de kinderopvang). 6. Bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) Het gaat hier om het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de OGGZ, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis, het bieden van psychosociale hulp bij rampen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ. In een volgende paragraaf wordt uitgebreider stilgestaan bij de OGGZ.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
19
7. Uitvoeren van infectieziektebestrijding De infectieziektebestrijding bestaat uit het verzamelen en analyseren van gegevens over infectieziekten en adviseren over te nemen maatregelen, een actieve bron- en contactopsporing, het zonodig aanbieden van vaccinaties aan specifieke doelgroepen en het geven van voorlichting aan de burgers. Specifiek richt de infectieziektebestrijding zich op: tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen. De uitvoering ligt in handen van de GGD. 8. Uitvoering geven aan de jeugdgezondheidszorg Omdat dit onderwerp nogal actueel is, wordt verwezen naar de volgende paragraaf waarin het aan bod zal komen. 9. Vaststellen van een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid De gemeenteraad dient voor 1 juli 2003 een gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen en daarna iedere vier jaar. In deze nota moet tenminste worden aangegeven hoe de gemeente uitvoering denkt te geven aan de taken die vallen onder de WCPV. 10. Instelling en instandhouding van een gezondheidsdienst (GGD) De gemeenteraden dienen zorg te dragen voor de instelling en instandhouding van een gemeentelijke gezondheidsdienst ter uitvoering van de bij de WCPV opgedragen taken. Men vraagt de gemeentelijke gezondheidsdienst om advies wanneer een besluit belangrijke gevolgen kan hebben voor de collectieve preventie. De GGD Zuidhollandse Eilanden vervult een zeer belangrijke rol in de uitvoering van diverse WCPV-taken.
Beleidsvoornemen 11 Een goede uitvoering geven aan de WCPV-taken en waar mogelijk maatwerk leveren binnen deze taken.
4.2
Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen (JGZ)
Eén van de wettelijke taak van gemeenten is, zoals in vorige paragraaf reeds benoemd (WCPV art. 3a): het zorgdragen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Sinds 1 januari 2003 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van jeugdgezondheidszorg voor kinderen en jongeren van 0 tot 19 jaar. Voorheen was dat al het geval voor kinderen van 4 tot 19 jaar. Nu is daar ook de zorg voor de 0 tot 4 jarigen bijgekomen. De jeugdgezondheidszorg wordt in de regio van oudsher verzorgd door de GGD Zuidhollandse Eilanden (4-19 jaar) en de Zorg- en Welzijngroep (0-4 jaar). De doelstelling van de JGZ is: ‘de gezondheid van jeugdigen op een dusdanige manier bewaken, beschermen en bevorderen dat ieder individu als jeugdige en volwassene een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken’. De WCPV legt de gemeente een basistakenpakket op, waarin de preventieve gezondheidszorg wordt omschreven voor alle in Nederland
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
20
woonachtige jeugdigen. Het basistakenpakket bestaat uit zes producten: • • • • • •
Monitoring en signalering; Inschatten van zorgbehoefte; Screening en vaccinaties: bijvoorbeeld de DKTP-prik; Voorlichting, advies, instructie en begeleiding: bijvoorbeeld ter bevordering van gezond gedrag en opvoedingsproblematiek; Beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen: inschatten van omgevingsfactoren die de gezondheid van het kind kunnen bedreigen; Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking tussen zorg- en hulpverleners aan jeugdigen.
De organisaties die de taken op het gebied van de JGZ uitvoeren zien bijna alle kinderen en worden geacht om systematisch gegevens te verzamelen en toegankelijk te maken. Deze gegevens zijn belangrijk voor het brede veld rond de jeugd. Niet alleen hulpverleningsinstellingen kunnen gebruik maken van de gegevens, maar ook het onderwijs en de gemeenten. Kinderen en jongeren zijn in beeld. De zorg wordt beleidsmatig en uitvoerend in een aansluitende keten geleverd. Op de Zuidhollandse Eilanden wordt de gehele JGZ uitgevoerd door de GGD en de Zorg- en Welzijngroep. De gemeenten voeren de regie.
4.3
Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ)
Zoals in paragraaf 3.1 al is beschreven is het verzorgen van openbare geestelijke gezondheidszorg een gemeentelijke taak. Gemeenten krijgen steeds meer een vangnetfunctie. Zij krijgen steeds meer te maken met huisvestings-, hulpverlenings- en begeleidingsvragen. Daarom is per wet geregeld dat de regie van de OGGZ bij gemeenten ligt. Zowel eilandelijk als lokaal zijn er enkele projecten tot stand gekomen. Dit zijn de volgende: Platform Openbare Geestelijke Gezondheid Sinds 2001 hebben alle gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden en diverse instellingen die bij de OGGZ betrokken zijn een convenant ondertekend. Hierin geven zij aan intensiever te willen samenwerken en hun activiteiten te willen afstemmen. Betrokken instellingen zijn: GGD ZuidHollandse Eilanden, RIAGG Rijnmond Zuid, Basisberaad GGZ, DeltaBouman Verslavingszorg, DeltaBouman Psychiatrie, Humanitas ‘Dak boven je hoofd’ en OZ Zorgverzekeringen. Meldpunt Huiselijk geweld Het platform OGGZ ontwikkelt momenteel een centraal meldpunt huiselijk geweld. Voor meer informatie over dit onderwerp wordt verwezen naar paragraaf 3.4. Meldpunt Bemoeizorg Dit meldpunt is ondergebracht bij de GGD. Organisaties kunnen hier mensen aangeven die overlast geven door vervuiling of asociaal gedrag. Vaak ligt er bij deze zorgmijders psychische, psychiatrisch of verslavingsproblematiek ten grondslag aan hun gedrag. De interventies richten zich op hulpverlening, maar ook op schoonmaak en herinrichting van de woning. Lokaal bemoeizorgnetwerk Westvoorne Elke twee maanden komt het bemoeizorgteam in het gemeentehuis van Westvoorne bijeen. Aan tafel zitten: het RIAGG, GGD, DeltaBouman Verslavingszorg, DeltaBouman Psychiatrie, de beide wijkagenten en beleidsmedewerkers van bouw- en woningtoezicht, sociale zaken en welzijn. Tijdens het overleg worden nieuwe aanmeldingen en lopende zaken besproken. Per casus wordt bekeken welke discipline het beste actie kan ondernemen. Veelal hebben de casussen te maken met
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
21
vervuiling in combinatie met psychiatrie en/of verslavingsproblematiek. In 2004 zijn er in Westvoorne 29 nieuwe meldingen gedaan en waren er 5 reeds lopende zaken.
4.4
Overige wettelijke kaders
Naast de onder de WCPV ondergebrachte taken heeft de gemeente te maken met andere wettelijke kaders die te maken hebben met de gezondheid van haar burgers. Achtereenvolgens wordt in deze paragraaf besproken: de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Welzijnswet De welzijnswet bepaalt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het welzijn van hun burgers. Tussen welzijn en gezondheid is een sterk verband aanwezig. Het doel van de welzijnswet is het vergroten van de ontplooiingsmogelijkheden, de zelfredzaamheid en de deelnemen aan de samenleving van de burgers en het verbeteren van de positie van burgers die in een achterstandpositie verkeren. Beleidsvelden die onder deze wet vallen zijn: het jeugd- en jongerenwerk, kinderopvang (tot 1 januari 2005), maatschappelijke dienstverlening, maatschappelijke opvang, sociaal-cultureel werk, emancipatie, sport, ouderenwerk, welzijn gehandicapten, opvang en integratie vluchtelingen, minderheden en asielzoekers. Wet voorzieningen gehandicapten Op grond van deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor woningaanpassingen en voor de vervoersvoorzieningen en de mobiliteitshulpmiddelen (o.a. rolstoelen, scootermobielen). Naast de woningaanpassingen heeft de gemeente de verplichting om o.a. zorg te dragen voor een zo goed mogelijke mobiliteit van haar inwoners, zodat zij zo zelfstandig mogelijk deel kunnen nemen aan de samenleving. Een enquête die de Stichting Welzijn Ouderen heeft gehouden onder ouderen in de gemeente, heeft uitgewezen dat (het ontbreken van) vervoer als knelpunt wordt ervaren. Momenteel wordt uitgezocht (ook in regionaal verband) of er mogelijkheden zijn om te komen tot (regionaal) collectief vraaggericht vervoer. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) In april 2004 heeft het kabinet een voorlopig beleidsstandpunt aan de Tweede Kamer gezonden. Zij geeft daarbij haar visie op de wijze waarop veranderingen op het terrein van zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening in de nabije toekomst worden doorgevoerd. Gemeenten zullen vanaf 2006 een grotere (beleids)verantwoordelijkheid op de hierboven genoemde terreinen krijgen. Het kabinet wil dat in de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) delen van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), de hele Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), de Welzijnswet en mogelijk enkele onderdelen van de Ziekenfondswet worden opgenomen. Op dit moment wordt door het ministerie van VWS een onderzoek verricht of ook (delen van) de huidige WCPV naar de WMO moeten worden overgeheveld. Deze wijzigingen hebben grote gevolgen voor burgers, zorgaanbieders, gemeenten en verzekeraars. De verwachting bestaat dat de WMO nog de nodige discussie teweeg zal brengen. Hoewel de parlementaire behandeling nog moet plaatsvinden, is het aan te raden ons als gemeenten al op deze stelselherziening voor te bereiden. Verwacht wordt dat het traject naar invoering van de WMO grotendeels gezamenlijk op VPR zal worden voorbereid. Toch wacht ook de gemeente Westvoorne een enorme klus.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
22
Hoofdstuk 5
5.1.
Ambities en acties
Leefstijl
Beleidsvoornemen 1 Jongeren leefstijlprojecten aanbieden ter bevordering van gezond gedrag. Te denken valt aan projecten over gezonde voeding, bewegen en genotsmiddelen.
Acties, reeds in uitvoer Preventieve jeugdtandzorg (jeugdigen van 4-19 jaar) De GGD levert vanaf 2002 dit product met als doel mondgezondheidsproblemen te traceren en het tandartsbezoek en gezond gedrag te verhogen. Hiertoe geeft de GGD voorlichting en voert zij groepsgerichte preventieve activiteiten uit. Zij doet dit door scholen actief te benaderen voor lessen over mondgezondheidszorg. Kosten: regulier GGD begroting, uniform deel basistakenpakket. Informatiebus ‘Eilandhopper’ De GGD gebruikt de bus voor informatieoverdracht over alcohol, tabak en drugs. De bus kan inclusief voorlichters 2 aantal keer gereserveerd worden. In Westvoorne wordt de bus voornamelijk ingezet bij het vindplaatswerk en bij de jongerencentra. De gemeente kan extra van de bus gebruik maken. Dat kost € 275,- per rit en kan worden bekostigd uit het activiteitenbudget van het jeugd- en jongerenwerk. Kostenraming: gefinancierd door centrumgemeente, Spijkenisse Kosten extra ritten: € 275,- per rit (facultatief). Zomerexpeditie Dit is een project van de GGD, waarbij jongeren tussen de 15 en 18 jaar bewust worden gemaakt van de (korte termijn) gevolgen van overmatig drankgebruik en de risico’s van onveilig vrijen en hun kennis wordt vergroot over verantwoord alcoholgebruik en veilig vrijen. Kosten: gefinancierd door centrumgemeente, Spijkenisse Lespakket ‘Drugs, weet wat je doet’ en lespakket ‘Hart, voeding en beweging’ De lessen ‘Drugs, weet wat je doet’ worden in een reeks van 5 lessen gegeven aan de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. De lessen ‘Hart, voeding en beweging’ worden in een reeks van drie lessen gegeven aan groep 7 en 8 samen. De gemeente heeft momenteel budget voor 3 pakketten ‘Drugs, weet wat je doet’ of 6 pakketten ‘Hart, voeding en beweging’, of een mix daarvan. Elk schooljaar wordt de scholen gevraagd wat zij willen ontvangen. De GGD houdt bij welke scholen wat gehad hebben ontvangen. Kosten: regulier GGD begroting, maatwerkdeel basistakenpakket (€ 3.600,-)
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
23
Breedtesportprogramma voor de jeugd Zapkaart voor basisonderwijs (groep 5 en 6) Op de basisschool maken de kinderen in de lessen bewegingsonderwijs kennis met diverse sporten. De zapkaart stimuleert de overstap van school naar vereniging. Kinderen maken kennnis met meerdere takken van sport, zodat zij een gerichtere keuze kunnen maken voor een bepaalde sport. De vakleerkrachten ontwikkelen de kaart samen met de plaatselijke verenigingen. Sportpas voor voortgezet onderwijs Scholen (voortgezet onderwijs) in de buurgemeenten Hellevoetsluis en Brielle worden benaderd om het sportoriëntatie programma in beeld te kunnen brengen. De verenigingen uit Westvoorne zullen een aanbod doen voor alle leerlingen dat aansluit op het programma van de sportoriëntatie op school. Als hockey bijvoorbeeld in de maand april op school aan bod komt dan zorgt de hockeyvereniging ervoor dat er aansluitend een aanbod is op de vereniging voor de leerlingen die daar interesse in hebben. Het aanbod van de school en de verenigingen zal op elkaar afgestemd worden. Alleen als Westvoorne een bepaalde sport niet aan kan bieden dan wordt in de omliggende gemeenten gekeken naar een vereniging die dat wel kan. Planning: 6 jaar lang Kosten: sportpas, budget voor breedtesport, € 5.500,- per jaar Preventieprogramma’s op voortgezet onderwijs Op school worden door de GGD cursussen aangeboden. De cursus “Onder invloed” past uitstekend binnen het beleidsvoornemen ten aanzien van leefstijlprojecten. De GGD wil met dit programma bereiken dat jongeren een bewuste keuze maken ten aanzien van het gebruik van alcohol, tabak en drugs en dat scholen een beleid terzake ontwikkelen. Kosten: reguliere GGD-buget, uniform deel basistakenpakket
Nieuwe acties Lespakket ‘Drugs, weet wat je doet’ en lespakket ‘Hart, voeding en beweging’ Uitgangspunt voor een goed beleid op het leefstijlprojecten ter bevordering van gezond gedrag is dat alle kinderen in ieder geval met één lespakket worden bereikt. Kosten: € 1.800,Alcohol en drugsbeleid In 2006 zal gestart worden met de formulering van een alcohol- en drugsbeleid. Voor de daaruit voortvloeiende projecten kan budget worden aangevraagd bij Spijkenisse. Spijkenisse beheert als centrumgemeente de gelden voor drugspreventieprojecten. Kosten: nog niet bekend Urenraming 2006: MZ 120 uur, AZ 120 uur
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
24
Beleidsvoornemen 2 Ouderen bewegingsprogramma’s aanbieden.
Acties, reeds in uitvoer Sportief wandelen Sportief wandelen is voor iedereen (niet alleen ouderen) die aan de fitheid wil werken. Sportief wandelen betekent stevig doorwandelen met een tempo rond de zes, zeven kilometer per uur. Een training Sportief wandelen duurt ongeveer een uur. Speciaal opgeleide begeleiders geven tijdens de training technische aanwijzingen. Kosten: € 1.200,- per jaar, breedtesportbudget. Galm project Alle 55-65 jarigen in de gemeente Westvoorne worden benaderd om deel te nemen aan het Galmproject. Dit is een project om niet sportief-actieve ouderen te stimuleren om actief te worden. Het belangrijkste doel van het Galm-project is het plezier in bewegen terug te brengen in de dagelijkse leefgewoonte van senioren. Naast het plezier wordt in een later stadium het accent gelegd op het handhaven van de motorische vaardigheden en het verbeteren van de algehele conditie. GALM richt zich in sterke mate op het bewerkstelligen van een gedragsverandering op lange termijn. Bij dit project is er een samenwerkingsverband tussen Gemeente, GGD, Ouderenwerk en de Sportraad Zuid-Holland. Kosten: € 9.000,- per jaar waarin een nieuw Galm project start (2004 en 2007) en € 3.000,- in de overige jaren, breedtesportbudget. Bewegen en Gezondheid Binnen het landelijk ontwikkelde cursusprogramma Bewegen en Gezondheid zijn enkele thema’s geselecteerd op grond van veel voorkomende aspecten van gezond ouder worden. De cursussen zijn vooral bedoeld voor sportief niet-actieve ouderen (55+), die geïnteresseerd zijn in hun gezondheid. Na de cursus kunnen de mensen doorstromen naar een volgende cursus uit dit programma, naar MBvO of andere sportieve activiteiten. Het doel van het project is het verkrijgen van gezondheidswinst door verbeterde conditie, houding en beweging; preventie van ouderdomsklachten; aanleren van actievere leefstijl en vergroten van zelfredzaamheid. Cursusaanbod: Als botten en spieren protesteren In balans Fit door het leven Kosten: € 1.500,- per jaar (2004, 2006 en 2008), breedtesportbudget.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
25
Meer Bewegen Voor Ouderen Onder de verzamelnaam MBvO spelen zich tal van bewegingsactiviteiten af voor mensen van 55 jaar en ouder. Daarbij gaat het niet om wedstrijden en prestaties. Het leren kennen van de eigen mogelijkheden, het behendiger worden en de afwisseling tussen in- en ontspanning betekent voor ouderen, langer fit blijven. Bovendien hebben MBvO-activiteiten een belangrijke sociale functie. Vertrekpunt is de ouder wordende mens, waarbij uitgegaan wordt van hun wensen, behoeften en mogelijkheden. Op vijf locaties in Westvoorne wordt Meer Bewegen Voor Ouderen gegeven: in de Merel, Swinshoek, de Toren en Leemerbad. Kosten: € 11.127,- per jaar, budget voor ouderenprojecten.
5.2.
Fysieke omgeving Beleidsvoornemen 3
De buitenruimte zo inrichten dat deze uitnodigt tot bewegen (genoeg sport en spel mogelijkheden).
Nieuwe acties Speelruimtebeleid Begin 2005 zal er door het bureau OBB-ingenieurs een speelruimtebeleid worden geformuleerd. Hierin wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de sport- en spelmogelijkheden van de buitenruimte. Kostenraming: € 10.000,- voor de ontwikkeling van beleid. De uitvoering moet vooralsnog binnen bestaande middelen gebeuren. Al in de programmabegroting van 2005 staat beschreven dat het gereserveerde bedrag voor een JOP (jongerenontmoetingsplek) van € 15.000,- ingezet kan worden voor de uitvoering van het speelruimtebeleid. Kosten: € 10.000,Urenraming 2005: MZ 60 uur Kosten herinrichten buitenruimte: € 15.000,-, budget in reserve voor JOP
Beleidsvoornemen 4 Het belang van goede woonruimte en daarmee samenhangend een gezonde bevolkingsontwikkeling wordt door de gemeente ter harte genomen.
Acties, reeds in uitvoer Nota Volkshuisvestingsbeleid De afdeling Algemene Zaken buigt zich momenteel over een nota Volkshuisvestingsbeleid. Daarin is bovengenoemd beleidsvoornemen verwerkt. Kosten: Nog niet bekend
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
26
5.3.
Maatschappelijke omgeving Beleidsvoornemen 5
Het gezondheidspreventiebeleid richt zich de komende jaren op de maatschappelijke omgeving en in het bijzonder op onveiligheid in de directe omgeving.
Acties, reeds in uitvoer Gezondheidsonderzoek veiligheid De GGD vervaardigt aan de hand van enquêtes, analyse en registratie (van verkeer, politie, ziekteverzuim) inzicht in aard, omvang en achtergrond van ongevallen en letsel met het oog op preventiemaatregelen. Aan de hand van deze gegevens vervaardigt de GGD, wanneer nodig, een rapport met aanbevelingen en projectvoorstellen. Kosten: reguliere begroting GGD, uniform deel basistakenpakket Preventie programma ‘kindermishandeling, zedenzaken en maatschappelijke onrust (vroeger MIS-project) Het preventieprogramma beoogt kinderen die slachtoffer zijn van geweldpleging zo vroeg mogelijk te traceren en waar nodig en mogelijk voor behandeling door te verwijzen naar professionele hulpverleners. Tevens beoogt het programma eventueel machtsmisbruik in de schoolsituatie snel en effectief aan te pakken. Hiertoe kan de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de GGD optreden als aanmeldpunt en extern vertrouwenspersoon voor jongeren en hun ouders. Bij vermoeden dat er meerdere slachtoffers zijn van geweldpleging veroorzaakt door één of meer daders buiten het gezin is een belangrijke doelstelling het verminderen en/of reguleren van maatschappelijke onrust naast opvang en hulpverlening aan de slachtoffers en strafrechtelijk onderzoek naar de dader(s). De scholen (basis- speciaal en voortgezet onderwijs) hebben een centrale plaats in het preventieprogramma. Kosten: reguliere begroting GGD, maatwerkdeel basistakenpakket. Schooladoptieplan Dit is een project wat op alle basisscholen loopt. Het is een lespakket waarbij aan de groepen 7 en 8 les wordt gegeven door de wijkagent. Er komen onderwerpen ter sprake als: geweld, vuurwerk, vernieling en drugs. Naast dat de kinderen worden voorgelicht over verschillende onderwerpen, worden ze ook bekend met de wijkagent en andersom. Kosten: € 2.405,- per jaar, budget voor integrale veiligheid. Algemeen maatschappelijk werk De Zorg- en Welzijngroep verzorgt voor Westvoorne het algemeen maatschappelijk werk. Het algemeen maatschappelijk werk kan worden opgedeeld in twee producten: agogische dienstverlening (aanmelding, informatie en advies, intake en indicatie en procesmatige hulp) en zakelijke dienstverlening (dienstverlening aan derden, signalering, preventie en crisishulp). Westvoorne beschikt over 0,81 fte algemeen maatschappelijk werk. Dit lijkt niet veel maar is ruim voldoende gebleken. In 2003 waren er 80 mensen onder behandeling bij het algemeen maatschappelijk werk (psychosociale hulp) en waren er 52 korte contacten (informatie- en adviesvragen, maximaal 1 uur). Kosten:€ 62.958,- per jaar, regulier budget voor Zorg- en Welzijngroep, maatschappelijke zorg.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
27
Preventieprogramma’s op voortgezet onderwijs Op school worden door de GGD cursussen aangeboden, zoals: “Ik en Jij” Deze cursus richt zich op het bevorderen van sociaal gedrag en voorkomen van pesten, vernielen en bedreigen en is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Ook richt de GGD zich op het schoolbeleid, deskundigheidsbevordering en consultatie. “Samen leven” Jongeren leren hun eigen normen, waarden en grenzen en die van anderen te ontwikkelen, kennen en respecteren; jongeren leren voor zichzelf opkomen, zijn gevoelig voor de signalen van anderen en kunnen onderhandelen over wat ze wel en niet willen, onafhankelijk van sekse en seksuele voorkeur. Ook hier richt de GGD zich naast de leerlingen op intermediairen (ouderavonden, deskundigheidsbevordering en consulatie) en schoolbeleid. Kosten: reguliere GGD-budget, uniform deel basistakenpakket Bemoeizorgoverleg Elke twee maanden komt het bemoeizorgteam in het gemeentehuis van Westvoorne bijeen. Aan tafel zitten: het RIAGG, GGD, DeltaBouman Verslavingszorg, DeltaBouman Psychiatrie, de beide wijkagenten en beleidsmedewerkers van bouw- en woningtoezicht, sociale zaken en welzijn. Tijdens het overleg worden nieuwe aanmeldingen en lopende zaken besproken. Per casus wordt bekeken welke discipline het beste actie kan ondernemen. Veelal hebben de casussen te maken met vervuiling in combinatie met psychiatrie en/of verslavingsproblematiek. In 2004 zijn er 29 nieuwe meldingen gedaan en waren er 5 reeds lopende zaken. Voor de inzet van de GGD heeft de gemeente budget beschikbaar. Kosten: € 4.800,-, budget voor bemoeizorg (overige gezondheidszorg).
Nieuwe acties Cursus ‘kom op voor jezelf’ De GGD kan de cursus ‘Kom op voor jezelf’ per 2005 leveren aan één basisschool (groep 7 en 8) binnen de bestaande maatwerkmiddelen. ‘Kom op voor jezelf’ is een lesprogramma van twaalf lessen (spelvormen, kringgesprekken, rollenspellen en verwerkingsopdrachten) waarin jongeren wordt geleerd zich weerbaarder op te stellen tegen ongewenste intimiteiten en dat hen zelf na laat denken over de effecten van hun gedrag op anderen. Het heeft als doel: het leren herkennen van onveilige situaties, het ontwikkelen van sociale vaardigheden en een positief zelfbeeld en het ontwikkelen van fysieke vaardigheden (lichaamskracht, houding, uitstraling en stemgebruik, vooral voor de meisjesgroep). Kosten: Extra lespakketten € 4881,- per pakket. Totale extra kosten € 17.084,- per jaar. Meldpunt Huiselijk geweld Het platform OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), waarin gemeenten en zorgaanbieders vertegenwoordigd zijn, ontwikkelt momenteel een centraal meldpunt huiselijk geweld. Vanaf 1 april 2005 kan iedereen die in aanraking komt met huiselijk geweld (ook van derden) hier terecht met vragen en meldingen. Kosten gedragen door: Spijkenisse (centrumgemeente), het Zorgkantoor en het rijk (via stimuleringsregeling)
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
28
Wijkveiligheidsplannen De afdeling Algemene Zaken neemt in 2005 de veiligheid in de Westvoornse wijken onder de loep. Hierbij gaat het voornamelijk om de veiligheidsbeleving van de bewoners. De volgende zaken komen binnen de wijkveiligheidsplannen aan de orde: vervuiling / verloedering, sociale cohesie, verkeersveiligheid, overlast (van jeugd), onoverzichtelijke / enge plekken. Kosten: ontwikkeling plannen € 10.000,- (investering), communicatietraject € 15.000,- (investering) en € 5.000,- structureel
Beleidsvoornemen 6 Ouders hebben een belangrijke rol in de socialisatie van kinderen. De gemeente heeft een preventieve, signalerende en ondersteunende rol waar nodig
Acties, reeds in uitvoer Psychosociale problemen bij kleuters De GGD ontwikkelt en implementeert een checklist om psychosociale problematiek bij schoolgaande kinderen van groep 1 en 2 van het basisonderwijs vroegtijdig te onderkennen. Er wordt geïntervenieerd bij de kinderen met daadwerkelijke problemen. Kosten: binnen budget GGD, uniform deel basistakenpakket. Videohometraining Doormiddel van video-opnamen wordt de interactie in een gezin visueel gemaakt. De training wordt ingezet bij: huilbaby’s, slaapproblemen, gedragsproblemen, problemen in de ouder-kind relatie en bij eetproblemen. Videohometraining wordt zonodig ingezet op verzoek van de ouder of op indicatie van het CB-team (consultatiebureau) of andere verwijzer. Kosten: reguliere budget ZWG, maatwerkdeel basistakenpakket JGZ Gezondheidsonderzoek: psychosociale problemen bij kinderen De GGD past een checklist toe bij schoolgaande kinderen uit de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs om daarmee psychosociale problematiek bij deze kinderen vroegtijdig te onderkennen. Zonodig vindt er interventie plaats bij de kinderen waar psychosociale problematiek wordt geconstateerd. Kosten: reguliere budget GGD, uniform deel basistakenpakket Groepsbijeenkomsten en cursussen De GGD (4-19 jarigen) en de Zorg en Welzijn Groep (0-4 jarigen) bieden bijeenkomsten en cursussen aan met betrekking tot opvoeding(sproblematiek), namelijk: Opvoeden zo!, Praten over peuters, gespreksgroep voor ouders en zuigelingen en verschillende themabijeenkomsten. De GGD biedt preventieprogramma’s gericht op het vergroten van de sociale weerbaarheid van jongeren voor specifieke groepen jeugd (4-16 jaar) aan. De collectieve cursusgroepen zijn bedoeld voor jeugdigen en/of ouders. Kosten: reguliere budget GGD en ZWG, maatwerkdeel basistakenpakket
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
29
5.4.
Gezondheidszorg Beleidsvoornemen 7 Uitvoering geven aan een preventieprogramma gericht op hart- en vaatziekten.
Nieuwe acties Regionale campagne ‘hart- en vaatziekten’ Regionaal is er voor 2005 beleid geformuleerd, waarmee wordt ingezet op preventie van hart- en vaatziekten. Er is inmiddels subsidie aangevraagd bij het fonds OGZ (rijksoverheid). Afhankelijk van de financiële mogelijkheden wordt het traject (bijvoorbeeld het aantal doelgroepen dat moet worden bereikt) ingevuld. Kosten: binnen bestaande budget GGD, eventueel aangevuld met gelden uit het fonds OGZ.
Beleidsvoornemen 8 Een vangnet voor jongeren met problemen creëren. Jongeren zijn vaak nog te veel aangewezen op hulp uit de wat grotere gemeenten. Vertrouwenspersonen dicht bij huis is een stap in de goede richting.
Acties, reeds in uitvoer Pak Je Kans Het project Pak je Kans is een samenwerkingsverband tussen gemeenten, Stadsregio, politie en Bureau Jeugdzorg en wordt uitgevoerd in cofinanciering met de Stadsregio, 50-50%. Het doel van het project is: het voorkomen dat jongeren afglijden in crimineel of problematisch gedrag. De doelgroep bestaat uit jongeren tot 18 jaar, die in hun (thuis)omgeving, op straat of op school en/of hun werk problemen veroorzaken door signaalgedrag van antisociale, predelinquente aard. Het plegen van een delict is de grens: hiervoor bestaat HALT. Het onderzoek door de Pak Je Kans medewerker (medewerker Bureau Jeugdzorg) richt zich vooral op de leefsituatie van de jongere en eventuele problemen daarin. Er worden door de Pak Je Kans medewerker gesprekken met ouders en jongere gevoerd, eventueel volgt doorverwijzing naar bijvoorbeeld: opvoedingsondersteuning, kortdurende ambulante hulpverlening of bij zwaardere problematiek de jeugdhulpverlening. In 2003 zijn er in totaal 76 aanmeldingen voor het Pak Je Kans project geweest, waarvan er 3 uit Westvoorne kwamen. Het is merkbaar dat het project in 2003 nog in de implementatiefase zat. Op dit moment is het project meer een onderdeel geworden van de jeugdketen. De politie en jongerenwerkers maken steeds meer gebruik van Pak Je Kans. In 2004 zijn 7 jongeren voor Pak Je Kans in Westvoorne aangemeld. Kosten: € 5.000,-, budget voor jeugd- en jongerenbeleid.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
30
Zorgnetwerken op het basisonderwijs De GGD heeft een periodiek overleg over ingebrachte casuïstiek met een kernteam van intern begeleider van de basisschool en de jeugdarts. Het is de taak van de GGD ouders te adviseren en zonodig door te verwijzen. Kosten: regulier budget GGD, uniform deel basistakenpakket Zorgnetwerken op het voortgezet onderwijs Op de voortgezet onderwijs in Hellevoetsluis, Spijkenisse, Brielle en Rozenburg zijn zorgteams ingesteld. Aan deze zorgteams nemen één keer per maand verschillende deskundigen (ambtenaar leerplichtzaken, maatschappelijk werker, politie, jeugdverpleegkundige van de GGD en zorgcoördinatoren van de school) deel die gezamenlijk de beste weg voor een jongere, die problemen heeft, kunnen uitstippelen. Het gaat om tijdige herkenning van problemen, of dat nu thuis is, psychisch of dat het zich uit tijdens het leren in de klas en ter verbetering van de situatie. Kosten: reguliere budget GGD, maatwerkdeel basistakenpakket Schoolgericht maatschappelijk werk voortgezet onderwijs 1 januari 2001 is in de gemeenten Spijkenisse en Hellevoetsluis Schoolgericht Maatschappelijk Werk (SGMW) vanuit Bureau Jeugdzorg actief op verschillende scholen voor voortgezet onderwijs (VO). Vanaf begin 2003 biedt ook de gemeente Brielle SGMW op haar scholen aan. Het SGMW is een voorpost van Bureau Jeugdzorg en heeft als hoofdtaken: het verlenen van korte ambulante hulpverlening (max. 5 gesprekken), het deelnemen aan de schoolconsultatieteams (SKT) en het indiceren van leerlingen voor Catch (dagopvang niet-schoolgaande jeugd). Doel van het SGMW is vroegsignalering en vroegtijdige onderkenning van problemen bij leerlingen in het voortgezet onderwijs, zodat voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk voorkomen kan worden, aansluitend bij de zorgstructuur op de school. In het jaarverslag 2002-2003 van het SGMW op VPR blijkt dat 9 kinderen uit Westvoorne gebruik hebben gemaakt van de kortdurende hulpverlening. Daarnaast hebben zich preventieve contacten voorgedaan; in Spijkennisse waren dat er 408 (cijfers van andere gemeenten zijn niet bekend). De preventieve contacten zijn helaas niet geregistreerd op woonplaats. Verder heeft de schoolmaatschappelijk werker een aantal andere taken, zoals: het bieden van preventie- en voorlichtingsactiviteiten, signaleren van problemen binnen het schoolsysteem in het algemeen, geven van consulten aan leraren en deelname aan het social team of andere vormen van overleg. Het SGMW wordt tot de helft van 2006 gefinancierd met gelden voor het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA). Het SGMW past binnen het landelijk beleidskader onderwijsachterstanden 2002-2006 en met name binnen de doelstelling het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. In 2006 wordt er geen budget voor GOA-beleid van het ministerie van OC&W aan Westvoorne gegeven. Het SGMW moet dan worden gefinancierd uit het algemene middelen. Kosten: € 9.003,-, tot de helft van 2006 budget voor GOA-beleid, vanaf de helft van 2006 algemene middelen Adviespunt voor peuterspeelzalen en kinderopvangcentra De Zorg en Welzijn Groep geeft telefonische consulten voor aan ouders, maar ook aan zorg- en hulpverleners zoals peuterspeelzalen en kinderopvangcentra. Hierin wordt risicoreducerende, ontwikkelingsondersteunende en/of zorggerichte voorlichting op maat gegeven. Ook kan de voorlichter doorverwijzen waar nodig en participeert zij in zorgnetwerken. Kosten: reguliere budget ZWG, uniform deel basistakenpakket.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
31
Nieuwe acties Schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs Er dient onderzocht te worden wat de mogelijkheden zijn om een gedeelte van het algemeen maatschappelijk werk in te zetten als schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs. De Zorg- en welzijngroep biedt schoolmaatschappelijk werk aan, met als taak: signalering, consultatie van leerkrachten i.v.m. probleemgedrag van kinderen en deelname aan buurtnetwerken. De schoolmaatschappelijk werker werkt samen met: ouders, leerkrachten interne begeleiders van de scholen, onderwijsbegeleidingsdienst, GGD en andere betrokken instanties. Kosten: reguliere budget voor Algemeen Maatschappelijk Werk.
Beleidsvoornemen 9 De gemeente stimuleert de realisatie van een HOED-constructie in Oostvoorne en Rockanje en houdt de situatie rond het huisartsen- en tandartsenpeil de komende tien jaar nauwlettend in de gaten en anticipeert wanneer nodig. Urenraming: jaarlijks zal er voor de afdelingen AZ en MZ beide 20 uur worden geraamd (schatting).
Beleidsvoornemen 10 De ontwikkelingen op het gebied van zorgvoorzieningen goed in kaart brengen en op peil houden. Op een heldere wijze naar de burger communiceren over zorg en het voorzieningenaanbod. Acties, reeds in uitvoer Gezondheidsvoorlichting De GGD verstrekt laagdrempelig, objectief en naar behoefte gezondheidsinformatie om zo mensen in staat te stellen zelf keuzen te maken met betrekking tot hun gezondheid. De GGD verstrekt de informatie via: brochures, informatiepakketten, voorlichtingsbijeenkomsten en tentoonstellingen, (lokale) media. Kosten: reguliere GGD-budget, uniform deel basistakenpakket. Documentatiecentrum De GGD ondersteunt intermediairen in het onderwijs en jongerenwerk bij gedragsgerichte preventie om zo gezond gedrag en gezonde leefomgeving voor jongeren te bevorderen. Aan de intermediairen wordt documentatiemateriaal verstrekt om deze mensen zelf in staat te stellen voorlichting te geven. Kosten: reguliere GGD-budget, uniform deel basistakenpakket
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
32
Nieuwe actie Gezondheidsmonitor op gemeenteniveau De GGD brengt eens in de vijf jaar een gezondheidsenquête uit. Hierin wordt de gezondheidssituatie op de Zuidhollandse Eilanden weergegeven. De data afkomstig van respondenten uit Westvoorne is gebruikt voor het lokale gezondheidsmonitor. Deze data zijn echter niet geheel betrouwbaar omdat de respondentengroep erg klein was en afwijkingen dus slecht uitgemiddeld worden. Om er voor te zorgen dat de monitor in de toekomst een geheel betrouwbaar beeld geeft zal de steekproef vergroot moeten worden. Dit kan de GGD doen tegen een vergoeding van € 3.500,-, eens in de vijf jaar. Om goed beleid te kunnen maken moet regelmatig onderzoek worden gedaan naar de gezondheidssituatie en het voorzieningenpeil binnen de gemeente. De GGD start een nieuw onderzoek eind 2005. Er zal dan ook al in 2005 budget moeten worden vrijgemaakt, anders zijn er pas in 2010 betrouwbare gegevens beschikbaar. Kosten: € 3.500,- in 2005, 2010, 2015 etc.
5.5.
Acties naar aanleiding van de WCPV
In hoofdstuk 4.1 zijn de tien gemeentelijke verantwoordelijkheden in het kader van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) uiteengezet. Daarna is een beleidsvoornemen geformuleerd. Dit was de volgende: Beleidsvoornemen 11
Een goede uitvoering geven aan de WCPV-taken en waar mogelijk maatwerk leveren binnen deze taken.
Het grootste deel van de taken, voortvloeiend uit de WCPV, wordt uitgevoerd door de GGD. De WCPV-taken zijn wettelijk uit te voeren taken; er is dus nauwelijks beleidsvrijheid voor gemeenten.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
33
Hoofdstuk 6:
6.1.
conclusies, financiën en aanbevelingen
Conclusies en aanbevelingen
Alvorens conclusies te trekken, wordt eerst de doelstelling van deze gezondheidsnota herhaald. Deze luidt: de gezondheid van de inwoners van Westvoorne te waarborgen en zo nodig te verbeteren door: -
het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving; het bevorderen van een gezonde levensstijl; het werken aan een gezondere fysieke en maatschappelijke omgeving; het verbeteren van beschikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg.
Zonder weer op de verschillende determinanten in te gaan kan worden geconcludeerd dat de gemeente Westvoorne reeds veel actie onderneemt om de gezondheid van de inwoners te waarborgen en zonodig te verbeteren. De reeds bestaande activiteiten sluiten goed aan bij de beleidsvoornemens die zijn gedestilleerd uit een analyse van de gezondheidssituatie (gezondheidsenquête en –monitor van de GGD). Geadviseerd wordt de bestaande activiteiten op het gebied van gezondheidszorg te handhaven, alsook de activiteiten die reeds gepland zijn voor 2005 en 2006.
Op een enkel puntje bleken de activiteiten onvoldoende om een beleidsvoornemen te kunnen realiseren. Uit de analyse van de gezondheidssituatie blijkt dat er behoefte is aan leefstijlprojecten voor jongeren ter bevordering van gezond gedrag. Er worden al leefstijlprojecten aangeboden, maar gezien het belang van vroegtijdige preventie en de gevaren van drugs en overgewicht is het aan te raden alle jeugdigen op de basisschool de lespakketten ‘Drugs, weet wat je doet’ en ‘Hart, voeding en beweging’ aan te bieden. Dit geldt ook voor preventieprojecten. Op het terrein van de maatschappelijke omgeving worden al verschillende acties ondernomen. Wat mist is een preventieprogramma voor de jonge jeugd, voor leerlingen van het basisonderwijs. Binnen het voortgezet onderwijs wordt reeds een aantal programma’s aangeboden. Een goede aanvulling hierop is het programma ‘Kom op voor jezelf’. Alle drie de pakketten worden gegeven aan de groepen 7 en 8. Om alle kinderen te bereiken is het dus niet nodig de programma’s elk jaar aan te bieden, om het jaar is voldoende. Om goed op de lokale situatie te kunnen inspelen is het zinnig de scholen te laten kiezen uit de drie projecten. Het ligt daarbij voor de hand dat scholen zullen kiezen voor één leefstijlproject en het programma ‘Kom op voor jezelf’ dat zich meer richt op sociale omgang en vaardigheden. Alle drie de projecten aanbieden is logistiek en budgettair niet goed haalbaar. Bovendien hebben scholen dan geen keuze en kunnen zij de lesprogramma’s als opgelegd ervaren. Reeds wordt via het maatwerkdeel van de GGD aangeboden: één lespakket ‘Kom op voor jezelf’ à € 4.881,- en voor € 3.600,- aan leefstijlprojecten (zes keer ‘Hart, voeding en beweging’, drie keer ‘Drugs, weet wat je doet’ of een tussenvorm). Westvoorne kent 9 basisscholen. In totaal is dus nodig (4,5 x € 4.881,- - € 4.881,- (reeds beschikbaar)) + (4,5 x € 1.200,- - € 3.600,- (reeds beschikbaar)) = € 18.884,-. Deze kosten zijn niet in de meerjarenbegroting meegenomen. Geadviseerd wordt de lespakketten ‘Drugs, weet wat je doet’, ‘Hart, voeding en beweging’ en ‘Kom op voor jezelf’ aan te bieden op alle 9 scholen. Er vanuit gaande dat alle scholen zullen kiezen voor in ieder geval het pakket ‘Kom op voor jezelf’, komt het totaal benodigde bedrag
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
34
op € 18.884,- per jaar. Het verdient aanbeveling dit bedrag, zo mogelijk, vanaf 2006 structureel beschikbaar te stellen. Omdat hiermee in de meerjarenbegroting geen rekening is gehouden, moet nog worden bezien hoe dit bedrag zal worden gedekt. Bij de kadernota 2006 kan dit project worden ingebracht. Bij de bespreking van die nota kan een integrale afweging worden gemaakt.
Na analyse van de gezondheidssituatie in Westvoorne bleek er op een aantal thema’s beleid te ontbreken. Zo heeft de gemeente geen alcohol- en drugsbeleid. Dit beleid geeft richtlijnen over hoe om te gaan met drugsproblematiek, op welke wijze er uitvoering wordt gegeven aan alcohol- en drugspreventiebeleid en het geeft aan hoe de verschillende activiteiten gefinancierd worden (wat kan worden gefinancierd door de centrumgelden en wat moet lokaal worden gefinancierd?). Ook op het terrein van wijkveiligheid ontbreekt momenteel nog een plan. Wel ligt reeds bij de afdeling Algemene Zaken in de planning dat de veiligheid in de Westvoornse wijken onder de loep wordt genomen. Geadviseerd wordt in 2006 te starten met de ontwikkeling van een alcohol- en drugsbeleid als gezamenlijk project van de afdelingen Maatschappelijke Zaken en Algemene Zaken. Voor de ontwikkeling van dit beleid in 2006 voor beide afdelingen 120 uur ramen. Er wordt van uitgegaan dat hier geen budgettaire gevolgen aan zullen zitten.
De ontwikkeling van een speelruimtebeleid staat reeds in de planning voor 2005. Er is budget beschikbaar gesteld en de opdracht is inmiddels verstrekt aan het bureau OBB-ingenieurs. Er is echter geen budget gereserveerd voor de uitvoering van het beleid. Er kan echter wel van worden uitgegaan dat er budget nodig is voor de aanpassing van de buitenruimte. Al sinds 1999 is er een bedrag van € 15.000,- gereserveerd voor een JOP (jongerenontmoetingsplek) in de gemeente. Dit budget kan worden ingezet voor het wat bredere terrein, de buitenruimte. Eén van de uitgangspunten van het speelruimtebeleid is dat het ontmoetingsgericht moet zijn. Het budget wordt dus voor een groot deel voor hetzelfde doel ingezet. Geadviseerd wordt, zoals reeds genoemd in de programmaberoting 2005, het bedrag van € 15.000,- dat staat gereserveerd voor de realisatie van een JOP in de gemeente, te reserveren voor de uitvoering van het speelruimtebeleid en dit bedrag in 2005 en 2006 aan te wenden. Investeringen die dit bedrag overstijgen zullen moeten worden opgenomen op het investeringsprogramma.
Het schoolgericht maatschappelijk werk wordt tot de helft van 2006 gefinancierd met gelden voor het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA). In 2006 wordt er geen budget voor GOAbeleid van het ministerie van OC&W aan Westvoorne gegeven. Dit zal leiden tot budgettaire consequenties. Voor 2006 zal het gaan om € 4.500,- en voor 2007 en verder om € 9003,-. Het tekort op de meerjarenbegroting neemt daardoor toe. Geadviseerd wordt over bovenstaande via de kadernota een integrale afweging te maken.
Eén van de beleidsvoornemens is de ontwikkeling op het gebied van zorgvoorzieningen in kaart te brengen en op peil te houden. Deze nota is een belangrijke eerste stap op weg naar een heldere kijk op het zorgvoorzieningen aanbod. Het zorgvoorzieningenaanbod is, volgens de cijfers van het gezondheidsmonitor, goed op peil. Wel is het verontrustend dat de gemiddelde leeftijd van de huisartsen en tandartsen relatief hoog is. De komende jaren moet deze situatie gevolgd worden. Een manier om jonge artsen aan te trekken is de ontwikkeling van HOED((Huis)artsen Onder Eén Dak)constructie. Veel artsen hebben nu praktijk aan huis. Dat is voor beginnende artsen geen in-
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
35
stroommogelijkheid. Een gedeelde praktijkruimte is een meer makkelijke opstap. Het is nodig onderzoek te doen naar de lokale gezondheidssituatie om zodoende het voorzieningenaanbod te kunnen afstemmen en hiaten in het aanbod te vinden. De GGD brengt eens in de vijf jaar een gezondheidsenquête uit. Hierin wordt de gezondheidssituatie op de Zuidhollandse Eilanden weergegeven. De data afkomstig van respondenten uit Westvoorne is gebruikt voor het lokale gezondheidsmonitor. Deze data zijn echter niet geheel betrouwbaar omdat de respondentengroep erg klein was en afwijkingen dus slecht uitgemiddeld worden. Om er voor te zorgen dat de monitor in de toekomst een geheel betrouwbaar beeld geeft zal de steekproef vergroot moeten worden. Dit kan de GGD doen tegen een vergoeding van € 3.500,-, eens in de vijf jaar. De GGD start een nieuw onderzoek eind 2005. Er zal danook al in 2005 budget moeten worden vrijgemaakt, anders zijn er pas in 2010 betrouwbare gegevens beschikbaar. Geadviseerd wordt het voorzieningenaanbod in de toekomst te waarborgen door de realisatie van een HOED-constructie in Oostvoorne en Rockanje te stimuleren , de situatie rond het huisartsen- en tandartsenpeil de komende tien jaar nauwlettend in het oog te houden en te anticiperen wanneer nodig. Dit zal geen butgettaire consequenties hebben. Wel moeten er uren geraamd worden. Geschat wordt voor MZ en AZ beide 20 uur vanaf 2006. Geadviseerd wordt het zorgvoorzieningenaanbod in kaart te brengen / houden. Dit kan gerealiseerd worden door het doen van onderzoek naar de gezondheidssituatie in Westvoorne door de GGD, te beginnen in 2005. Voor het onderzoek is eens in de vijf jaar een bedrag van € 3.500,- nodig (in 2005, 2010, 2015 etc.). Het bedrag voor 2005 kan worden gedekt door te beschikken over de post ‘onvoorzien 2005’.
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
36
6.2.
Financiën
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de kosten van alle activiteiten in 2005 en 2006, zoals die in hoofdstuk 5 zijn beschreven. De rood gearceerde bedragen zijn niet begroot. Geadviseerd wordt deze bedragen op te voeren bij de kadernota voor 2006, waarbij een integrale afweging kan worden gemaakt met betrekking tot de totale begrotingspositie. Dit met uitzondering van het budget voor het gezondheidsmonitor. Dit bedrag kan worden gedekt door te beschikken over de post ‘onvoorzien 2005’. Activiteiteit, reeds in uitvoer
Kosten in € 2005
GGD-budget, basistakenpakket GGD-budget, maatwerk GGD-budget, algemeen ZWG, jeugdgezondheidszorg basistakenpakket ZWG, jeugdgezondheidszorg maatwerk ZWG, algemeen maatschappelijk werk Breedtesportprogramma jeugd Sportprogramma’s ouderen (55+) Speelruimtebeleid (incidenteel) Schooladoptieplan ‘Pak je kans’ Schoolgericht maatschappelijk werk Bemoeizorg Nieuwe acties Uitvoering speelruimtebeleid (incidenteel) Cursussen ‘Hart, voeding en beweging’ en ‘Drugs, weet wat je doet’ (structureel) Cursus ‘Kom op voor jezelf’ (structureel) Wijkveiligheidsplannen uitvoering (structureel) Wijkveiligheidsplannen communicatie (investering) Schoolgericht maatschappelijk werk voortgezet onderwijs (structureel) Gezondheidsmonitor op gemeenteniveau (eens in de 5 jaar)
Een gezonde nota
Westvoorne, 20 januari 2005
60.448,31.292,82.023,159.517,3.947,65.958,5.500,15.327,10.000,2.405,5.000,9.003,4.800,-
2006 (- inflatiecorrectie) 60.448,31.292,82.023,159.517,3.947,65.958,5.500,16.827,2.405,5.000,9.003,4.800,15.000,-
5.000,15.000,-
3.500,-
1.800,17.084,5.000,4.500,v.a. 2007 € 9003,-
37
Bijlage:
Samenvatting acties (hoofdstuk 5)
In het vierde hoofdstuk zijn er een zestal beleidsvoornemens geformuleerd. In het vijfde hoofdstuk zijn deze beleidsvoornemens vertaald in acties: reeds bestaande acties en nieuwe acties. Hieronder zullen de voornemens en acties nog eens kort worden samengevat Preventieve jeugdtandzorg (jeugdigen van 419 jaar)
Lespakket ‘Drugs, weet wat je doet’ en lespakket ‘Hart, voeding en beweging’
Informatiebus ‘Eilandhopper’
Alcohol en drugsbeleid Urenraming: (MZ 120 uur, AZ 120 uur)
Zomerexpeditie Lespakket ‘Drugs, weet wat je doet’ en lespakket ‘Hart, voeding en beweging’ Breedtesportprogramma voor de jeugd
Speelruimtebeleid Nota Volkshuisvestingsbeleid
geen
Wijkveiligheidsplannen
Cursus ‘kom op voor jezelf’
Zorgnetwerken op het basisonderwijs
Gezondheidsonderzoek veiligheid
Meldpunt Huiselijk geweld
Schoolgericht maatschappelijk werk voortgezet onderwijs
Preventie programma ‘kindermishandeling, zedenzaken en maatschappelijke onrust (vroeger MIS -project Schooladoptieplan Algemeen maatschappelijk werk Preventieprogramma’s op voortgezet onderwijs
Pak Je Kans
Adviespunt voor peuterspeelzalen en kinderopvangcentra Nieuwe acties Schoolmaatschappelijk werk op het basisonderwijs
Preventieprogramma’s op voortgezet onderwijs
Bemoeizorgoverleg
Gezondheidsvoorlichting
Sportief wandelen
Psychosociale problemen bij kleuters
Documentatiecentrum
Galm project Videohometraining Bewegen en Gezondheid Meer Bewegen Voor Ouderen
Gezondheidsonderzoek: psychosociale problemen bij kinderenGroepsbijeenkomsten en cursussen
Regionale campagne ‘hart- en vaatziekten’ Gezondheidsmonitor op gemeenteniveau