Nederlandse versie LW310V2 Sweex Wireless 300N Router
Let op! Je vindt de Setup Wizard op de bijgeleverde CD-ROM. Deze eenvoudige installatieprocedure laat je stap voor stap zien hoe je de router installeert. • Stel de Sweex Wireless 300N Router niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de directe nabijheid van verwarmingselementen. • Gebruik de Sweex Wireless 300N Router niet in een extreem vochtige of stoffige omgeving. • Bescherm het apparaat tegen harde schokken en vallen – dit zou de interne elektronica kunnen beschadigen. • Probeer nooit zelf het apparaat te openen, er bevinden zich geen bruikbare onderdelen binnenin. Door het openen van het apparaat zal de garantie vervallen.
Inhoud van de verpakking Je vindt het volgende in deze verpakking: • Draadloze 300N router • Voedingsadapter • Netwerkkabel • CD-ROM met driver, software en deze handleiding Als je constateert dat de inhoud van de verpakking niet compleet is, breng de verpakking dan terug naar het verkooppunt waar je het hebt gekocht.
Terminologielijst Deze handleiding zal een aantal technische termen gebruiken. Het is belangrijk de betekenis hiervan te weten voor je met het installeren en configureren van de router begint. • Router: Dit is het product dat je zojuist gekocht hebt. Een router functioneert als een grens tussen twee netwerken, WAN en LAN. • Netwerkkabel. Een netwerkkabel wordt gebruikt om netwerkapparaten als computers, modems en routers te verbinden. Wellicht heb je al een dergelijke kabel, de kabel in de verpakking is bedoeld om de router met je modem te verbinden. • ISP: Internet Service Provider, dit is het bedrijf dat je van je internetverbinding voorziet. • Breedbandmodem: Hierna: modem. Je modem is het apparaat dat je al hebt of dat door je ISP aan je geleverd is dat momenteel zorg draagt voor je internetverbinding. De twee meest gangbare modemsoorten zijn kabelmodems en ADSL modems, maar er bestaan ook andere soorten modems. • LAN: LAN is een afkorting van “Local Area Network”, in geval van deze router bestaat de LAN uit de vier gele poorten en het draadloze netwerk. Met de router vormen al je computers tezamen één LAN. • WAN: WAN is een afkorting van “Wide Area Network”, dit doelt meestal op het internet. • Draadloze beveiliging: Het draadloze netwerk van de router is standaard niet beveiligd. Dit betekent dat iedereen binnen het bereik (inclusief je buren) verbinding kunnen maken met het netwerk en gebruik kunnen maken van je internetverbinding. Draadloze beveiliging beschermt je netwerk zodat alleen geautoriseerde apparaten toegang verkrijgen. Sweex adviseert alle gebruikers om hun draadloze netwerk te beveiligen via de WPA- of WPS-methode zoals verderop in deze handleiding uitgelegd in het hoofdstuk “Het beveiligen van je draadloze netwerk”.
98
LW310V2_Manual_01.indd 98
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Productomschrijving
Vooraanzicht 1. Power LED: 2. SYS LED: 3. WPS LED: 4. WLAN LED: 5. LAN-poort 4 - 1 LED: 6. WAN-poort LED:
Achteraanzicht 1. AC power poort: 2. WAN-poort: 3. LAN-poort 1 - 4: 4. WPS-knop:
Dit lampje geeft aan dat de router voeding ontvangt. Een constant knipperend SYS lampje geeft aan dat de router correct functioneert. Als dit lampje knippert, is het mogelijk om de router met een op WPS gebaseerd apparaat te verbinden. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk “Het beveiligen van je draadloze netwerk”. Dit lampje geeft aan dat het draadloze netwerk actief is. Een knipperend lampje duidt op draadloze activiteit. Dit lampje geeft aan dat er een actieve verbinding met de overeenkomstige LAN-poort is. Een knipperend lampje duidt op draadloze activiteit. Dit lampje geeft aan dat er een actieve verbinding met de WAN-poort is. Een knipperend lampje duidt op WAN-activiteit.
V erbind de bijgeleverde voedingsadapter met deze poort. Als de adapter ontbreekt kan deze vervangen worden door een vergelijkbaar model met 9V AC uitgaand vermogen en 1,2 A stroombereik. Verbind de netwerkkabel van je ISP modem met deze poort. Bij een geslaagde WAN-verbinding zal het WAN lampje aan de voorzijde van de router gaan branden. Dit is een vereiste voor toegang tot het internet. Je kunt een netwerkkabel van een computer met deze poort verbinden. Als de computer aangezet wordt zal het overeenkomstige lampje aan de voorzijde van de router gaan branden. Deze knop activeert de WPS draadloze beveiliging. Voor meer informatie over WPS, zie het hoofdstuk “Het beveiligen van je draadloze netwerk”. Deze functie doet eveneens dienst als resetknop. Voor meer informatie over de resetprocedure wordt verwezen naar het hoofdstuk van deze handleiding over probleemoplossing.
Het installeren van de router Er zijn drie manieren om de router te installeren: • Via de Installatiewizard op de CD • Via de eenvoudige installatie beschreven in deze handleiding • Via de geavanceerde installatie beschreven in deze handleiding De wizard en de eenvoudige installatie gaan uit van standaardinstellingen en zijn geschikt voor de meeste gebruikers. Als je een geavanceerde gebruiker bent of je weet welke installatiemethode jouw ISP vereist, dan kun je direct aanvangen met de geavanceerde installatie.
99
LW310V2_Manual_01.indd 99
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Eenvoudige installatie De eenvoudige installatie vindt plaats in 7 stappen: 1. Schakel de voeding naar je modem uit. Als één of meer computers via een netwerkkabel met je modem verbonden is, verbreek deze verbinding dan. 2. Gebruik de bijgeleverde netwerkkabel om je modem met de blauwe WAN-poort van de router te verbinden. Verbind nog geen computers!
3. Schakel de voeding naar je modem in en wacht tot de lampjes een normale werking aanduiden. 4. Schakel de voeding naar de router in en wacht 1 minuut om de router tijd te geven om op te starten en te configureren. Dit is belangrijk!
5. Als je computers en andere apparaten hebt die al via een netwerkkabel verbonden waren dan kun je deze kabels nu verbinden met de gele LANpoorten van de router.
6. Wacht nog een minuut. Je router is nu geïnstalleerd! Verbonden computers hebben nu toegang tot het internet, een extra stap is vereist voor draadloze computers: volg de instructies hieronder voor de Windows versie die je gebruikt.
Het verbinden met een draadloos netwerk • Windows XP:
K lik met je rechtermuisknop op het icoon van je draadloze adapter rechts onderaan je scherm en klik op “View Available Wireless Networks”:
100
LW310V2_Manual_01.indd 100
03-11-09 13:32
Nederlandse versie E en scherm getiteld “Choose a wireless network” verschijnt. Selecteer de “Sweex LW310V2” optie in dit scherm, klik op de “Connect” knop en volg de instructies op het scherm:
• Windows Vista: Klik met je rechtermuisknop op het “Network & Sharing Center” icoon rechts onderaan je scherm en klik op “Connect to a network”:
Een scherm getiteld “Connect to a network” verschijnt. Selecteer de “Sweex LW310V2” optie in dit scherm, klik op de “Connect” knop en volg de instructies op het scherm:
NB: Als je een rood kruis bij het netwerk ziet met de tekst: “The settings saved on this computer for the network do not match the requirements of the network” raadpleeg dan het hoofdstuk van deze handleiding over probleemoplossing.
101
LW310V2_Manual_01.indd 101
03-11-09 13:32
Nederlandse versie A ls je Windows Vista met Service Pack 2 of Feature Pack for Wireless hebt geïnstalleerd en je sluit de router voor de eerste keer aan, dan kun je met Vista eenvoudig en veilig je draadloos netwerk volgens de WPS-methode installeren. Na het aansluiten van de router, verschijnt het volgende scherm. Voer de Pincode in, die te vinden is op de label aan de onderkant van je router, en klik op “Next”:
Het volgende scherm verschijnt: voer de gewenste naam voor je draadloze netwerk en een netwerksleutel in en klik op “Next” om te beginnen met de configuratie van de router:
NB: het is zeer belangrijk dat je je netwerksleutel opschrijft en op een veilige plek bewaart. Deze code is nodig om oudere, niet op WPS gebaseerde apparaten (zoals een Windows XP computer) aan je netwerk toe te voegen. Omdat je netwerk al geïnstalleerd en beveiligd is, kun je de hoofdstukken “Draadloze netwerkconfiguratie” en “Het beveiligen van je draadloze netwerk” van deze handleiding overslaan.
102
LW310V2_Manual_01.indd 102
03-11-09 13:32
Nederlandse versie • W indows 7: Windows 7 geeft aan of er draadloze netwerken beschikbaar zijn. Je kunt dit herkennen door middel van het volgende icoontje rechts onderaan in je scherm:
NB: als je een klein rood kruis door dit icoontje ziet, zijn er geen netwerken binnen het bereik van je computer. Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing van deze handleiding als dit het geval is. Klik op het icoontje. Er verschijnt nu een lijst met beschikbare netwerken, selecteer het “Sweex LW310V2” netwerk, vink het vakje “Connect Automatically” aan, klik op “Connect” en volg de instructies die verschijnen:
Als je voor de eerste keer verbinding legt, kun je met Windows 7 eenvoudig en veilig je draadloos netwerk volgens de WPS-methode installeren. Na het aansluiten van de router, verschijnt het volgende scherm. Nadat je verbinding hebt gemaakt, verschijnt het volgende scherm:
Nadat je op “OK” hebt geklikt, wordt om de Pincode van je router gevraagd. Deze code vind je terug op de label aan de onderkant van de router. Voer de code in en klik op “Next”:
103
LW310V2_Manual_01.indd 103
03-11-09 13:32
Nederlandse versie
Het volgende scherm verschijnt: voer de gewenste naam voor je draadloze netwerk in en klik op “Next” om te beginnen met de configuratie van de router:
NB: de standaard beveiligingsmethode van deze installatieprocedure is WPA2. Als een apparaat in je netwerk WPA2 niet ondersteunt, kun je de beveiligingsmethode wijzigen door op de “Advanced” knop te klikken. Als de router geconfigureerd is, verschijnt het volgende scherm:
NB: het is zeer belangrijk dat je je netwerksleutel opschrijft en op een veilige plek bewaart. Deze code is nodig om oudere, niet op WPS gebaseerde apparaten (zoals een Windows XP computer) aan je netwerk toe te voegen. Omdat je netwerk al geïnstalleerd en beveiligd is, kun je de hoofdstukken “Draadloze netwerkconfiguratie” en “Het beveiligen van je draadloze netwerk” van deze handleiding overslaan.
104
LW310V2_Manual_01.indd 104
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Geavanceerde installatie De geavanceerde installatie kan uitgevoerd worden wanneer je precies weet welke instellingen je ISP vereist of wanneer de eenvoudige installatie niet slaagt. Er zijn 6 mogelijke configuraties. We geven hier een opsomming van met instructies hoe deze te configureren. Om te weten te komen welke instelling overeenkomt met de instellingen die vereist worden door je ISP kun je de lijst verderop in deze handleiding raadplegen. De lijst bestaat uit ISP’s en hun overeenkomstige diensten. Achter iedere dienst wordt de vereiste instelling vermeld. NB: Als één van de instellingen hieronder niet direct werkt wordt aanbevolen de voeding van je modem uit te schakelen, een paar minuten te wachten en dan de voeding naar je modem opnieuw in te schakelen.
Logging in to the router: Voor de geavanceerde installatie is het noodzakelijk je aan te melden op de router om deze handmatig correct te configureren voor je internetverbinding. Om je aan te melden op de router open je Internet Explorer, maak de adreslijn leeg en voer http://192.168.31.1/, in, druk daarna op “Enter”. Het volgende scherm moet dan verschijnen:
Voer “sweex” in als gebruikersnaam en “mysweex” als wachtwoord, klik dan op “OK”. Als het je niet lukt om je aan te melden raadpleeg dan het hoofdstuk van deze handleiding over probleemoplossing. Het volgende scherm moet nu verschijnen. Klik naast “Start”op de geavanceerde installatie. Als je een ander scherm ziet, klik dan op “Internet Configuration” in het menu aan de linkerkant:
Je moet nu het Internet Configuratie Wizard scherm zien:
105
LW310V2_Manual_01.indd 105
03-11-09 13:32
Nederlandse versie
Je kunt nu doorgaan met de geavanceerde installatie door één van de hierna beschreven configuraties te gebruiken.
Controleren of de router goed met het internet is verbonden Voor configuraties 1 – 4 is het mogelijk om te controleren of je een werkende internetverbinding hebt. Na het toepassen van de configuratie zal de router de wijzigingen doorvoeren en je naar de “System Status” pagina brengen. Als dit niet gebeurt, kun je op “System Status” in het menu aan de linkerkant klikken. Deze statuspagina ziet er als volgt uit:
Wanneer de router correct verbonden is met het internet, zal “Internet Connection: Connected” weergegeven worden.
Configuratie 1: DHCP met MAC-adreskloon Bepaalde ISP’s vereisen een bepaald MAC-adres voor het verbinden van hun modem. Als dit het geval is voor jouw ISP is het mogelijk om het MACadres van je computer naar de WAN-poort van de router te klonen zodat je ISP de router op het netwerk zal accepteren. NB: Het klonen van je MAC-adres moet plaatsvinden op de computer die oorspronkelijk met je modem verbonden was en deze computer moet via een netwerkkabel met je router verbonden worden. Het klonen van MAC-adressen werkt normaal gesproken niet over draadloze verbindingen.
106
LW310V2_Manual_01.indd 106
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Klik op de “Dynamic IP / DHCP” knop, het volgende scherm verschijnt:
Klik op de “Clone MAC Address” knop. Je zou nu de wijziging van het MAC-adres moeten zien. Klik dan op de “Next” knop en dan op “Apply”.
Configuratie 2: PPPoE Als je ISP het PPPoE verbindingstype vereist klik dan op de “PPPoE” knop. Je ziet nu het volgende scherm:
Voer in het “Account” veld je accountnaam (gebruikersnaam) in die je van je ISP hebt ontvangen en het overeenkomstige wachtwoord in het “Password” veld. Kloon je MAC-adres alleen als dit vereist wordt door je ISP. NB: Het klonen van je MAC-adres moet plaatsvinden op de computer die oorspronkelijk met je modem verbonden was en deze computer moet via een netwerkkabel met je router verbonden worden. Het klonen van MAC-adressen werkt normaal gesproken niet over draadloze verbindingen. Als je klaar bent, klik dan op de “Next” knop en dan op “Apply”.
107
LW310V2_Manual_01.indd 107
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Configuratie 3: PPTP Als je ISP het PPTP verbindingstype vereist klik dan op de “PPTP” knop. Je ziet nu het volgende scherm:
Voer alle velden in als vereist door je ISP, klik op de “Next” knop en dan op “Apply”.
Configuratie 4: L2TP L2TP lijkt erg op PPTP. Als je ISP het L2TP verbindingstype vereist klik dan op de “L2TP” knop. Je ziet nu het volgende scherm:
Voer alle velden in als vereist door je ISP, klik op de “Next” knop en dan op “Apply”.
108
LW310V2_Manual_01.indd 108
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Configuratie 5: Statisch IP Om de WAN-poort van de router te configureren voor een statisch IP-adres klik dan op de “Static IP” knop. Je ziet nu het volgende scherm:
Voer alle velden in als vereist door je ISP, kloon je MAC-adres alleen als dit vereist wordt door je ISP. NB: Het klonen van je MAC-adres moet plaatsvinden op de computer die oorspronkelijk met je modem verbonden was en deze computer moet via een netwerkkabel met je router verbonden worden. Het klonen van MAC-adressen werkt normaal gesproken niet over draadloze verbindingen. Als je klaar bent, klik dan op de “Next” knop en dan op “Apply”.
Configuratie 6: 802.1x Om de WAN-poort van de router te configureren voor een 802.1x gebaseerde, geauthenticeerde verbinding klik je op de “802,1X” knop. Je ziet nu het volgende scherm:
Voer alle velden in als vereist, klik op “Next” en vervolgens op “Apply”.
109
LW310V2_Manual_01.indd 109
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Draadloze netwerkconfiguratie Het verdient aanbeveling om alleen de draadloze instellingen van een computer via een netwerkkabel verbonden met de router aan te passen, in het bijzonder bij het wijzigen van draadloze veiligheidsinstellingen. Dit voorkomt dat de verbinding verloren gaat als je per ongeluk onjuiste instellingen invoert. Om de draadloze netwerkconfiguratie aan te passen meld je je eerst aan als beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde Installatie”, klik dan op “Wireless Network” in het menu aan de linkerkant. Je ziet nu het volgende scherm:
SSID De belangrijkste instelling van dit scherm is het SSID, dit is de naam van je draadloze netwerk en wordt gebruikt voor identificatiedoeleinden. Wanneer uitzending van het SSID geactiveerd is kun jij en iedereen in het bereik van je netwerk deze naam zien in de lijst met de beschikbare draadloze netwerken. Het wordt aanbevolen om het SSID te wijzigen, de standaard SSID “Sweex LW310V2” kan problemen veroorzaken als meerdere routers van dit model binnen elkaars bereik vallen. Bij het wijzigen van het SSID dien je opnieuw verbinding te maken met je draadloze netwerk als beschreven in het hoofdstuk “Het verbinden met een draadloos netwerk”.
Kanaal De kanaalinstelling controleert de frequentie waarop de router het draadloze signaal uitzendt. Met de standaardoptie, “AutoSelect”, zal de router onder spanning alle kanalen scannen en automatisch het kanaal met de beste signaalcondities selecteren. Wijzigen van het kanaal wordt slechts aanbevolen wanneer je slechte draadloze prestaties van de router ervaart.
110
LW310V2_Manual_01.indd 110
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Andere instellingen Deze instellingen zijn slechts voor experts en behoeven normaal gesproken niet gewijzigd te worden. De standaardinstellingen staan garant voor een optimale mix van prestatie en comptabiliteit. Dit geldt ook voor de geavanceerde instellingenpagina die toegankelijk is via het menu aan de linkerkant. Klik na het wijzigen van een instelling op de “Apply” knop om de wijzigingen in te voeren.
Het beveiligen van je draadloze netwerk Draadloze beveiliging beschermt je draadloze netwerk zodat alleen geautoriseerde apparaten toegang verkrijgen. Sweex adviseert alle gebruikers om hun draadloze netwerk te beveiligen. Het beveiligen van je netwerk dient slechts plaats te vinden nadat toegang tot het internet geslaagd tot stand is gebracht via de router. Er zijn drie mogelijkheden om je draadloze netwerk te beveiligen: PA/WPA2 is een handmatige wijze om je netwerk te beveiligen. Je configureert een netwerksleutel en alleen apparaten met deze sleutel kunnen • W toegang tot het netwerk verkrijgen. Je moet voor ieder apparaat waarmee je toegang wilt verkrijgen handmatig de sleutel invoeren. WPA wordt ondersteund door Windows XP Service Pack 2 en recentere versies, alsmede door de meeste andere apparaten. Het is tegenwoordig de aanbevolen methode om je draadloze netwerk te beveiligen. WPA2 is een upgrade van WPA en hiervoor is minimaal Windows XP Service Pack 3 vereist. • WPS is gebouwd bovenop WPA en maakt automatische configuratie en uitwisseling van WPA-sleutels mogelijk via een pincode of eenvoudigweg via een druk op de knop. WPS wordt ondersteund door Windows Vista Service Pack 2 en Windows 7. Bij Windows XP, WPS is de ondersteuning afhankelijk van software of voorzieningen van de fabrikant van je draadloze netwerkadapter. • Sommige oudere apparaten, uit 2005 en daarvoor, zullen WPA niet ondersteunen en dit geldt in sommige gevallen ook voor Windows 98, ME, 2000 en oudere Windows XP versies (voor Service Pack 2); in dat geval dien je terug te vallen op de oudere WEP-methode voor draadloze beveiliging. WEP wordt niet aanbevolen voor normaal gebruik aangezien het op basis van hedendaagse standaards niet langer als volledig veilig wordt beschouwd. Je verkrijgt toegang tot de pagina voor de veiligheidsinstellingen door op “Wireless Network” – “Security Setings” te klikken in het menu aan de linkerkant.
111
LW310V2_Manual_01.indd 111
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Methode 1: WPA Het beveiligen van je netwerk met WPA gebeurt in 2 stappen: 1. Selecteer de volgende instellingen: Security Mode: “Mixed WPA/WPA2 Personal” WPA Algorithms: TKIP & AES Pass Phrase: hier moet je een netwerksleutel (wachtwoord) instellen voor je draadloze netwerk. Dit moet een moeilijk te raden woord of zin zijn. De minimale lengte voor de “pass phrase” bedraagt 8 karakters. We adviseren je om de “pass phrase” op te schrijven en te bewaren in de buurt van de router. Als je de “pass phrase” kwijt bent, raadpleeg dan het hoofdstuk van deze handleiding over probleemoplossing. 2. Als je klaar bent, klik dan op de “Apply” knop. Als je draadloos verbonden was zul je zien dat je verbinding verbroken wordt. Volg de stappen beschreven in het hoofdstuk “Het verbinden met een draadloos netwerk” van deze handleiding om de verbinding te herstellen (dit maal beveiligd).
Methode 2: WPS Deze methode vereist geen extra instellingen, klik eenvoudigweg op de WPS-knop aan de achterzijde van de router. Na een paar seconden zal het WPS-lampje aan de voorzijde van de route gaan knipperen. Zolang het lampje knippert kun je je op WPS gebaseerde apparaat verbinden met de router. Na een geslaagde verbinding zal het WPS-lampje ophouden met knipperen. Om een ander op WPS gebaseerd apparaat te verbinden klik je eenvoudigweg nog een keer op de knop vóór het maken van de verbinding. Nadat een WPS beveiligde verbinding voor de eerste keer tot stand is gebracht zullen alle eerder verbonden apparaten hun verbinding verliezen. Je moet deze verbinden door gebruik te maken van dezelfde WPS-methode of door handmatig de WPA-sleutel in te voeren als hieronder beschreven. Om een niet op WPS gebaseerd apparaat te verbinden met een WPS beveiligde router klik je op “Wireless Network”- “WPS Settings” in het menu aan de linkerkant; de “WPS Key (ASCII)” is de WPA-sleutel die je kunt gebruiken voor het verbinden van apparaten die niet op WPS zijn gebaseerd.
112
LW310V2_Manual_01.indd 112
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Methode 3: WEP Het beveiligen van je netwerk met WEP gebeurt in 2 stappen: 1. Selecteer de volgende instellingen: Security Mode: “Mixed WEP” Default Key: “Key 1” WEP Key 1: Hier moet je een netwerksleutel (wachtwoord) instellen voor je draadloze netwerk. Dit moet een moeilijk te raden combinatie van 5 letters zijn of, als je de sleutelmodus van “ASCII” in “HEX” wijzigt, een code van 10 cijfers die moeilijk te raden is. We adviseren je ook om de WEP sleutel op te schrijven en te bewaren in de buurt van de router. Als je de sleutel kwijt bent raadpleeg dan het hoofdstuk van deze handleiding over probleemoplossing. 2. When finished, click the “Apply” button. If you were connected wirelessly, you will now observe that your connection is lost. Follow the steps described in the “Connecting to a wireless network” section of the manual to regain the (now secure) connection.
Geavanceerde kenmerken In dit hoofdstuk zullen we enkele van de geavanceerde kenmerken van de router beschrijven. De volgende hoofdstukken veronderstellen basiskennis van computer netwerktechnologie en -terminologie. Statisch DHCP Standaard kent de router via het DHCP protocol dynamisch IP-adressen toe aan alle verbonden apparaten. Dit vormt de meest gebruikersvriendelijke methode voor netwerkconfiguratie maar het kan er ook toe leiden dat IP-adressen met de tijd wijzigen of wanneer een apparaat opnieuw verbinding maakt. In sommige gevallen is dit ongewenst, bijvoorbeeld wanneer je gebruik maakt van poortdoorschakeling is het noodzakelijk dat het IP-adres van het apparaat constant blijft. Een mogelijke oplossing bestaat uit het configureren van een statisch IP-adres in het apparaat zelf maar dit kan tot problemen leiden als je het apparaat ook op andere netwerken gebruikt. Een andere mogelijkheid is om de router te instrueren om altijd hetzelfde IP-adres aan het apparaat toe te kennen. Dit noemen we statisch DHCP of DHCP adresreservering. Om statisch DHCP in te stellen voor een apparaat moet je je aanmelden op de router als beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde installatie” en klik dan op “DHCP Server” – “DHCP List & Binding” in het menu aan de linkerkant. Je ziet nu het volgende scherm:
113
LW310V2_Manual_01.indd 113
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Om een apparaat te configureren voor een statisch DHCP adres voer je in de “Static IP” sectie het gewenste adres en het overeenkomstige MACadres van het apparaat in, dan klik je op de “Add” knop gevolgd door “Apply”. Raadpleeg de lijst voor de IP- en MAC-adressen van alle automatisch geconfigureerde apparaten momenteel actief op je netwerk. NB: Ken geen statische DHCP adressen toe in het bereik van 192.168.31.100 tot 192.168.15.200! Dit bereik is al in gebruik voor dynamisch toegekende adressen. De adressen 192.168.31.1 (de router zelf) en 192.168.15.255 (uitzendadres) kunnen eveneens niet gebruikt worden. Poortdoorschakeling (virtuele server) en DMZ instelling Het kan voor bepaalde applicaties, apparaten en servers nodig zijn om een poortdoorschakeling in te stellen zodat deze goed achter de firewall van de router kunnen functioneren. Dit is nodig omdat de firewall standaard alle inkomende verbindingen blokkeert en slechts uitgaande verbindingen toestaat. Om technische redenen is de ingebouwde firewall inherent aan de functie van de router en kan niet volledig gedeactiveerd worden. Poortdoorschakeling instrueert de router om een verbinding inkomend op een bepaalde poort te accepteren en deze door te schakelen naar het IP-adres van een apparaat binnen je lokale netwerk. Let op dat verwijzing naar het concept “poort” in deze sectie verwijst naar TCP- of UDP-poorten en geen verband houdt met de fysieke WAN- en LAN-poorten aan de achterzijde van de router. DMZ vormt een bijzondere vorm van poortdoorschakeling waarbij de router geïnstrueerd wordt om alle inkomende verbindingen naar een specifiek adres door te schakelen. Om poortdoorschakeling in te stellen moet je je aanmelden op de router als beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde installatie” en klik dan op “Virtual Server” – “Port Range Forwarding” in het menu aan de linkerkant. Je ziet nu het volgende scherm:
Om een enkele poort door te schakelen voer je in de eerste lege regel tweemaal het gewenste poortnummer in, voer het IP-adres in waarnaar de poort doorgeschakeld moet worden en selecteer het gewenste protocol, vink het “Enable” vakje aan en klik op de “Apply” knop. Om meerdere aangrenzende poorten tegelijkertijd door te schakelen, voer je in het “Start Port” veld de eerste poort in en in het “End Port” veld de laatste poort. Het is niet mogelijk om meer dan 10 poort bereiken door te schakelen. Voor een DMZ klik je op “DMZ” in het menu aan de linkerkant, voer het IP-adres van het apparaat in, vink het “Enable” vakje aan en klik op de “Apply” knop.
114
LW310V2_Manual_01.indd 114
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Traffic Control Traffic control is ook bekend als “bandbreedtebeheer”. Hierdoor kun je kunstmatig de bandbreedte voor een of meer apparaten in je netwerk beperken. Dit kan nuttig zijn als bijvoorbeeld bandbreedte gereserveerd moet worden voor een VOIP-telefoon of als je de beschikbare bandbreedte voor peer-to-peer-toepassingen wilt beperken. Om Traffic Control installeren, log je in op de router als beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde installatie”, klik je op “Traffic Control” in het menu links en vink je het vakje “Enable” aan. Het volgende scherm verschijnt:
Voer eerst de WAN-bandbreedte voor up- en downloaden in kbps in. Over het algemeen neem je de snelheid als aangegeven door je ISP en verlaagt deze met 10%. Je kunt ook een website gebruiken waar je de snelheid kunt testen om je bandbreedte te meten en dit resultaat met 5% verlagen. Vervolgens kun je beginnen met het opstellen van regels. Voer de gewenste poort(en) en protocol(len) waarop de regel van toepassing moet zijn of selecteer een vooraf vastgelegde service. Stel dan het IP-adres van je apparaat of een IP-bereik voor meerdere apparaten in en vervolgens de gewenste gegarandeerde en maximum bandbreedte. Vink hierna het vakje “Apply” aan en klik op de “Add” om de regel toe te voegen. Als je klaar bent met het toevoegen van regels, klik je op “Apply”. NB: als je regels voor Traffic Control toevoegt aan een bepaald apparaat, is het aanbevolen dit apparaat eerst een statisch IP-adres of een DHCP-adres te geven. Anders kan het apparaat van IP-adres veranderen waardoor de regel niet langer van toepassing is of van toepassing is op een andere computer. Client Filtering Dankzij Client Filtering kun je selectief internettoegang van apparaten uitschakelen, op basis van een tijdschema.
115
LW310V2_Manual_01.indd 115
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Om een Client Filter in te stellen, log je in op de router zoals beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde installatie”, klik je op “Security Settings” in het menu links en vink je het vakje “Enable” aan. Het volgende scherm verschijnt:
In het bovenstaande voorbeeld is alle internettoegang vanaf 22.00 uur tot 7.00 uur ‘s ochtends geblokkeerd. Je kunt maximaal 10 toegangspolicies instellen. NB: als je een policy voor Client Control toepast op een bepaald apparaat, is het aanbevolen dit apparaat eerst een statisch IP-adres of een DHCP-adres te geven. Anders kan het apparaat van IP-adres veranderen waardoor de regel niet langer van toepassing is of van toepassing is op een andere computer.
Probleemoplossing Dit hoofdstuk van de handleiding zal een aantal veelvoorkomende problemen die je mogelijk tegenkomt en mogelijke oplossing toelichten. • De CD Wizard kan geen verbinding met de router maken en ik kan geen toegang tot de router verkrijgen via http://192.168.31.1/. Windows geeft aan dat ik een werkende netwerkverbinding heb. • Dit probleem kan veroorzaakt worden door onjuiste IP-instellingen op je computer. Je kunt je instellingen als volgt controleren en aanpassen: Windows XP 1. Klik op de “Start” knop links onderaan je scherm en klik op “Control Panel”.
116
LW310V2_Manual_01.indd 116
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 2. Klik binnen het “Control Panel” op “Network and Internet Connections” en open het “Network Connections” icoon. Als je “Control Panel” de traditionele weergave heeft, open het “Network Connections” icoon dan direct.
3. Klik met de rechtermuisknop op de eerste verbonden LAN- of internetverbinding met hoge snelheid, in dit voorbeeld de “Local Area Connection”, en klik dan op “Properties” in het menu. Als je meerdere verbonden verbindingen hebt, herhaal stappen 3 tot en met 6 dan voor iedere verbinding:
4. Het “Properties” scherm van de verbinding verschijnt. Selecteer in dit scherm het “Internet Protocol” van de lijst met items en klik dan op de “Properties” knop:
117
LW310V2_Manual_01.indd 117
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 5. Het “Properties” scherm van het Internet Protocol verschijnt. In dit scherm moet je erop letten dat beide instellingen op “Obtain automatically” ingesteld zijn:
6. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor XP zijn nu correct geconfigureerd voor je router. Windows Vista 1. Klik op de “Start” knop links onderaan je scherm en klik op “Control Panel”.
2. Klik binnen het “Control Panel” op “View network status and tasks”. Als je “Control Panel” de traditionele weergave heeft, open dan het “Network and Sharing Center” icoon:
3. Het scherm van het “Network and Sharing Center” verschijnt nu.
118
LW310V2_Manual_01.indd 118
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Klik binnen het “Network and Sharing Center” scherm op “Manage network connections” in de werkbalk aan de linkerkant:
4. Klik met de rechtermuisknop op de eerste verbonden LAN- of internetverbinding met hoge snelheid, in dit voorbeeld de “Local Area Connection”, en klik dan op “Properties” in het menu. Als je meerdere verbonden verbindingen hebt, herhaal stappen 4 tot en met 7 dan voor iedere verbinding:
5. Het “Properties” scherm van de verbinding verschijnt. In dit scherm selecteer je “Internet Protocol Version 4” uit de lijst met items en dan klik je op de “Properties” knop:
119
LW310V2_Manual_01.indd 119
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 6. Het “Properties” scherm van “Internet Protocol Version 4” verschijnt nu. In dit scherm moet je erop letten dat beide instellingen op “Obtain automatically” ingesteld zijn:
7. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor Vista zijn nu correct geconfigureerd voor je router. Windows 7 1. Klik op de “Start” knop rechts onderaan je scherm en klik op “Control Panel”.
2. Klik binnen het “Control Panel” op “View network status and tasks”. Als je “Control Panel” in icoonweergave staat, open dan het “Network and Sharing Center” icoon:
3. Het scherm van het “Network and Sharing Center” verschijnt nu.
120
LW310V2_Manual_01.indd 120
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Klik binnen het “Network and Sharing Center” scherm op “Change adapter settings” in de werkbalk aan de linkerkant:
4. Klik met de rechtermuisknop op de eerste verbonden verbinding, in dit voorbeeld de “Local Area Connection”, en klik dan op “Properties” in het menu. Als je meerdere verbonden verbindingen hebt, herhaal stappen 4 tot en met 7 dan voor iedere verbinding:
5. Het “Properties” scherm van de verbinding verschijnt. In dit scherm selecteer je “Internet Protocol Version 4” uit de lijst met items en dan klik je op de “Properties” knop:
121
LW310V2_Manual_01.indd 121
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 6. Het “Properties” scherm van “Internet Protocol Version 4” verschijnt nu. In dit scherm moet je erop letten dat beide instellingen op “Obtain automatically” ingesteld zijn.
7. Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken. De netwerkinstellingen voor Windows 7 zijn nu correct geconfigureerd voor je router. • H et lijkt erop dat ik verbonden ben maar Internet Explorer geeft nog steeds een foutmelding “Internet Explorer cannot display the webpage” of iets dergelijks. • Dit probleem kan veroorzaakt worden door onjuiste proxy instellingen. Je kunt deze instellingen als volgt aanpassen: 1. Klik het “Tools” menu of icoon in Internet Explorer en kies “Internet Options”.
2. Het “Internet Options” scherm verschijnt nu. 3. Klik in dit scherm op het “Connections” tabblad en klik hier op de “LAN Settings” knop.
122
LW310V2_Manual_01.indd 122
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 4. Het “LAN Settings” scherm verschijnt nu. Let erop dat geen van de velden aangevinkt is en bevestig de instellingen door op “OK” te klikken.
• M ijn computer geeft aan dat het niet verbonden is met een netwerk. • Dit probleem wordt gewoonlijk opgelost door aandachtig alle verbindingen en controlelampjes na te kijken. Voor een bekabelde computer volg je de netwerkkabel tot de achterzijde van de router. Het moet in één van de gele LAN-poorten gestoken zijn. De gele poorten zijn ook genummerd en er is een controlelampje voor elke LAN-poort aan de voorzijde van de router. Dit lampje moet aan zijn om een werkende verbinding aan te geven. Als het lampje uit is, frommel aan de kabel of probeer een andere kabel. Voor een draadloze computer controleer je het draadloze verbindingsstatus icoon rechts aan de onderkant van je scherm, er dient geen rood kruis te zien zijn. Als je een kruis ziet volg dan de stappen als beschreven in het hoofdstuk “Het verbinden met een draadloos netwerk” van de handleiding. • Ik heb Windows Vista en ik krijg een foutmelding “The settings saved on this computer for the network do not match the requirements of the network” wanneer ik probeer draadloos verbinding te maken. • Dit probleem kan als volgt opgelost worden: 1. Klik in het “Control Panel” op “View network status and tasks”. Als je “Control Panel” de traditionele weergave heeft, open dan het “Network and Sharing Center” icoon:
2. Het “Network and Sharing Center” scherm verschijnt nu.
123
LW310V2_Manual_01.indd 123
03-11-09 13:32
Nederlandse versie Klik in het “Network and Sharing Center” scherm op “Manage wireless networks” in de werkbalk aan de linkerkant:
3. Het “Manage Wireless Networks” scherm verschijnt nu. Selecteer in dit scherm het onverenigbare netwerk en klik op “Delete”. Nadat het netwerk is verwijderd kun je het scherm sluiten en de stappen als beschreven in het hoofdstuk “Het verbinden met een draadloos netwerk” van de handleiding volgen. • Ik heb Windows 7 en kan mijn draadloze netwerk niet verbinden. Er staat een rood kruis naast het netwerk. • Dit probleem kan als volgt opgelost worden: 1. Klik op het Network and Sharing Center icoon rechts onderaan je scherm:
2. Klik vervolgens op “Open Network and Sharing Center”:
124
LW310V2_Manual_01.indd 124
03-11-09 13:32
Nederlandse versie 3. Klik binnen het “Network and Sharing Center” op “Manage wireless networks”:
4. Het volgende scherm verschijnt. Klik met de rechtermuisknop op het netwerk waarbij in stap 2 een rood kruis stond en klik op “Remove network”:
5. Nadat het netwerk verwijderd is, kun je het venster sluiten en de stappen volgen die beschreven staan in het hoofdstuk “Het verbinden met een draadloos netwerk” van deze handleiding. • Ik ben de WPA- of WEP-sleutel kwijt die nodig is om toegang tot mijn draadloze netwerk te verkrijgen. • Er zijn twee mogelijke oplossingen voor dit probleem: 1. Benader de router via een computer die verbonden is via een netwerkkabel als beschreven in het hoofdstuk “Geavanceerde installatie” van de handleiding. Klik op “Wireless Network” – “Security Settings”, je kunt hier de sleutel zien. 2. Reset de router naar de fabrieksinstellingen, dit is een onbeveiligd netwerk. De resetprocedure wordt in het volgende item beschreven. • Ik kan geen draadloze netwerken vinden. • Dit probleem doet zich meestal voor bij notebooks. De meeste notebooks hebben een schakelaar of toetsencombinatie om de draadloze netwerkmodule te activeren/deactiveren. Raadpleeg de handleiding van je notebook om de draadloze netwerkmodule te activeren.
125
LW310V2_Manual_01.indd 125
03-11-09 13:32
Nederlandse versie • Ik kan andere netwerken vinden, maar ik zie het Sweex LW310V2 netwerk niet. • Er zijn twee mogelijke oplossingen voor dit probleem: 1. Je bevindt je buiten het bereik van de router. Probeer verbinding te krijgen in dezelfde ruimte waarin de router zich bevindt. 2. De router zendt uit via een kanaal dat je niet kunt ontvangen. Dit kan voorkomen als de router uitzendt via kanaal 12 of 13, die niet door alle apparaten ontvangen kunnen worden. Om het kanaal te wijzigen, raadpleeg je hoofdstuk xx “Draadloze netwerkconfiguratie”. • M ijn router antwoordt niet meer, of ik wil met een schone lei beginnen. • Dit kan opgelost worden door de router naar de fabrieksinstellingen te resetten. Na de reset is je router weer als toen je deze uitpakte. Je moet de router dan wel nogmaals volgens deze handleiding installeren. Om de router te resetten, vouw je een paperclip uit en gebruikt deze om de resetknop aan de achterzijde van de router gedurende 15 seconden in te drukken. Na een succesvolle reset gaan de lampjes SYS en WLAN uit. • Ik wil meer dan 4 bekabelde apparaten met de router verbinden. Hoe kan ik het aantal poorten uitbreiden? • Dit kan door een ethernet netwerkschakel te verbinden met één van de LAN-poorten.
Specificaties Router specificaties LEDS Power, System, WPS (Security), WLAN (Wireless), LAN 1 to 4, WAN (internet) STANDARDS SUPPORTED IEEE 802.3 10BASE-T and 802.3u 100BASE-TX DHCP (dynamic IP), PPTP, Static IP, PPPoE, L2TP, 802.1x WAN connections VPN pass through, DDNS WIRELESS STANDARDS AND FEATURES IEEE 802.11b / g, IEEE 802.11n draft 4.0 (draft 2.0 compatible) WEP / WPA / WPA2 wireless security with TKIP / AES encryption Wi-Fi Multimedia (WMM), Wireless Distribution System (WDS) PORTS / CONNECTIONS 1 x WAN, 4 x LAN RJ-45 10 / 100 Mbps ADVANCED FEATURES Built-in Firewall, NAT, UPnP, Port Forwarding, Security Filters and Traffic Control Supports wireless WAN connections MIMO Technology Wizard & Web-based configuration EASY SECURITY SETUP One touch WPS button for easy wireless security (PBC & PIN)
126
LW310V2_Manual_01.indd 126
03-11-09 13:32
Nederlandse versie DATA TRANSFER RATE Wireless up to 300 Mbps Wired 10 / 100 Mbps FREQUENCY RANGE 2.4 GHz ANTENNA TYPE 2 x 3 dBi external ADDITIONAL SPECIFICATIONS Chipset: Ralink RT3052 BUNDLED SOFTWARE AVG 8.5 internet security 3 month trial software Installation wizard SYSTEM REQUIREMENTS Windows® XP™, Vista™ or 7™ CABLING Network cable length: 90 cm Power adapter cable length: 180 cm POWER REQUIREMENTS Power adapter: 230 V AC, 50 Hz Router: 9 V AC, 1.2 A Typical power consumption: < 2.5 W WARRANTY 2 years + 10 years extended warranty after registration Visit: sweex.com/12yearswarranty for more information, terms and the registration form Router standaardinstellingen • IP Address: 192.168.31.1 • Username: sweex • Password: mysweex • SSID: Sweex LW310V2 • Connection type: DHCP
127
LW310V2_Manual_01.indd 127
03-11-09 13:32
Nederlandse versie
128
LW310V2_Manual_01.indd 128
03-11-09 13:32
Nederlandse versie
129
LW310V2_Manual_01.indd 129
03-11-09 13:32