INHOUD
INHOUD INLEIDING....................................................................................... 5 DEEL 1. MODELLEN.................................................................... 23 Afbetalingsregelingen en onvermogen................................................... 23 Model afbetalingsvoorstel alvorens procedure............................. 23 Model afbetalingsvoorstel na vonnis........................................... 23 Model afbetalingsvoorstel........................................................... 24 Model dagvaarding tot het bekomen van betalingsfaciliteiten betreffende hypothecair krediet.................................................. 24 Model melding onvermogen uitgaande van een advocaat........... 27 Model rondschrijven aan alle schuldeisers met ontwerp minnelijke aanzuiveringsregeling.......................................................... 29 Model vraag om inlichtingen aan schuldeiser met oog op aanzuiveringsregeling....................................................................... 30 Model houdende vraag uitstel verkoopsdag................................ 31 Beslag en middelen van tenuitvoerlegging............................................ 32 Beslag onder derden........................................................................ 32 Model dagvaarding gericht tot de derde beslagene die weigert de in beslaggenomen gelden of zaken vrij te geven.......................... 32 Model dagvaarding op verzoek van de beslagene tot opheffing van een derdenbeslag (art. 1445 en 1420 Ger. W.)..................... 33 Model dagvaarding strekkende tot wijziging of intrekking van een bewarend beslag onder derden op grond van gewijzigde omstandigheden.............................................................................. 35 Model dagvaarding tot veroordeling van de derde beslagene als gewoon schuldenaar (art. 1456 en 1542 Ger. W.)....................... 36 Model verklaring derde-beslagene loon werknemer (art. 1452 Ger. W.)..................................................................................... 38 Model verzet van de beslagene tegen een uitvoerend beslag onder derden door dagvaarding schuldeiser.................................... 39 Model verzoekschrift ten einde toestemming te bekomen tot het leggen van bewarend beslag onder derden.................................. 40 Model verzoekschrift tot vernieuwing van een derdenbeslag (art. 1459 Ger. W.).................................................................... 42
11
UW RECHTEN TEGENOVER DE GERECHTSDEURWAARDER EN UW SCHULDEISERS
Beslag tot terugvordering................................................................. 43 Model verzoekschrift om verlof tot het leggen van beslag tot terugvordering (art. 1462-1465 Ger. W.)...................................... 43 Bewarend beslag.............................................................................. 45 Model aanzegging van het proces-verbaal van bewarend beslag aan de schuldenaar met dagvaarding.......................................... 45 Model dagvaarding strekkende tot wijziging of intrekking van een bewarend beslag op grond van gewijzigde omstandigheden.. 47 Model verzet van een beslagene met dagvaarding tot opheffing van een bewarend beslag op onroerend goed (art. 1432-1435 Ger. W.)..................................................................................... 48 Model verzoekschrift om machtiging te bekomen toegang te verlenen aan een Gerechtsdeurwaarder bij de uitoefening van een beslag................................................................................... 50 Model verzoekschrift teneinde machtiging te bekomen tot het leggen van bewarend beslag op roerend goed.............................. 51 Model verzoekschrift ten einde verlof te bekomen tot het leggen van bewarend beslag op onroerend goed (art. 1429-1431 Ger. W.)..................................................................................... 53 Model verzoekschrift tot benoeming van een sekwester over in beslag genomen onroerend goed (art. 1440-1444 Ger. W.)........ 55 Model verzoekschrift tot vernieuwing van bewarend beslag op onroerend goed.......................................................................... 57 Collectieve schuldenregeling........................................................... 59 Model aangifte van de schuldvordering...................................... 59 Model verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling artikel 1675/4, § 2 Ger. W................................................................ 60 Kantonnement................................................................................ 65 Model dagvaarding in geval van een uitvoerend beslag bij verzet of hoger beroep met aanbod op consignatie............................... 65 Model dagvaarding met aanbod tot consignatie in geval van gedaan of toegestaan bewarend beslag (art. 1403-1407 Ger. W.).... 66 Model dagvaarding tot kantonnement na bewarend beslag......... 67 Model dagvaarding in geval van een uitvoerend beslag bij verzet of hoger beroep met aanbod op consignatie............................... 68 Loonoverdracht............................................................................... 70 Model loonoverdracht en overdracht van schuldvorderingen:..... 70 Model verzet tegen loonoverdracht............................................. 73 12
INHOUD
Modelbrief van advocaat ter verzending van projectverzetsakte aan diens cliënt.......................................................................... 74 Model oproeping voor de Vrederechter tot bekrachtiging van loonoverdracht bij onderhandse akte waartegen verzet............... 74 Onbeslagbare goederen................................................................... 76 Model bezwaar uitgaande van de beslagene tegen beslag op onbeslagbare goederen artikel 1408, § 3 Ger. W............................. 76 Model overeenkomst bruiklening............................................... 77 Model verzet tegen beslag (art. 1408, § 3 Ger. W.)..................... 79 Roerend beslag................................................................................ 80 Model dagvaarding in revindicatie (art. 1514 Ger. W.)............... 80 Model verzet van de beslagene tegen een uitvoerend beslag op roerend goed met dagvaarding tot opheffing (art. 1513 en 1498 Ger. W.)..................................................................................... 83 Model kennisgeving van een voorstel tot verkoop in der minne (art. 1526bis Ger. W.)................................................................ 85 Model protest aan gerechtsdeurwaarder na beslag op goederen die al eerder verkocht werden conform artikel 1526bis gerechtelijk wetboek............................................................................... 86 Pandbeslag...................................................................................... 86 Model bevel voor pandbeslag betreffende huur.......................... 86 Diverse................................................................................................. 88 Model betekening van een nog niet uitvoerbare beslissing om een bewarend in een uitvoerend beslag te doen overgaan (art. 14891493 Ger. W.)............................................................................ 88 Model dagvaarding door de schuldenaar tot opheffing/opschorting/vermindering van de dwangsom......................................... 88 Model dagvaarding schuldeiser om betalingsgemak te bekomen voor een hypothecair krediet...................................................... 89 Model klacht bij algemene directie controle en bemiddeling (economische inspectie)............................................................. 92 Model melding onvermogen door onvermogende aan schuldeiser.............................................................................................. 93 Model melding onvermogen (variant)........................................ 94 Modelbrief door schuldenaar te versturen naar incassokantoren. 95 Modelinhoud van een rondschrijven aan alle schuldeisers met ontwerp minnelijke aanzuiveringsregeling opgesteld door advocaat of erkend schuldbemiddelaar............................................... 102 13
UW RECHTEN TEGENOVER DE GERECHTSDEURWAARDER EN UW SCHULDEISERS
Modelinhoud van een verzoek aan incassobureau door advocaat om cliënt niet meer te verontrusten (met melding onvermogen)........................................................................................... 103 Modelinhoud van een brief houdende verzoek van een advocaat of erkend schuldbemiddelaar om zijn cliënt niet verder te verontrusten................................................................................... 109 Modelinhoud van een verzoek van een advocaat om inlichtingen aan schuldeiser met oog op aanzuiveringsregeling....................... 110 Modelinhoud van een verzoek tot opheffing beslag na eerder beslag met minnelijke verkoop conform artikel 1526bis gerechtelijk wetboek uitgaande van de schuldenaar................................. 111 Modelinhoud van een verzoek van een advocaat tot uitstel van verkoopsdag............................................................................... 112 Model verzoekschrift gerechtelijke reorganisatie conform artikel 17 WCO.............................................................................. 113 Model verzoekschrift om machtiging om zich toegang te verschaffen na machtiging beslag tot terugvordering (art. 1466 Ger. W.)..................................................................................... 115 Model verzoekschrift tot dagstelling gericht aan de beslagrechter teneinde beschikking te bekomen met betrekking tot moeilijkheden gerezen bij het beslag....................................................... 116 Model verzoekschrift betreffende onderhoudsgeld (art. 203 B.W.)......................................................................................... 118 DEEL 2. BIJLAGEN........................................................................ 121 Bijlage wetgeving.................................................................................. 121 Uitreksel uit de grondwet................................................................ 121 Uittreksels uit het gerechtelijk wetboek........................................... 121 TITEL I..................................................................................... 121 HOOFDSTUK II. – Beslagrechter....................................... 121 HOOFDSTUK III. – Voorlopige tenuitvoerlegging............. 122 HOOFDSTUK IV. – Kantonnement................................... 123 HOOFDSTUK V. – Goederen die niet in beslag kunnen worden genomen.................................................................. 125 TITEL II. – BEWAREND BESLAG......................................... 144 HOOFDSTUK I. – Algemene bepalingen........................... 144 HOOFDSTUK II. – Bewarend beslag op roerend goed........ 145 HOOFDSTUK III. – Bewarend beslag op onroerend goed.. 147 HOOFDSTUK IV. – Bewarend beslag onder derden........... 151 HOOFDSTUK V. – Pandbeslag........................................... 154 14
INHOUD
HOOFDSTUK VI. – Beslag tot terugvordering................... 155 HOOFDSTUK VII. – Bewarend beslag op zeeschepen en binnenschepen...................................................................... 155 HOOFDSTUK VIII. – Beslag inzake namaak...................... 160 HOOFDSTUK IX. – Rechtspleging tot omzetting van bewarend beslag in uitvoerend beslag........................................ 160 TITEL III. – GEDWONGEN TENUITVOERLEGGING..... 161 HOOFDSTUK I. – Algemene bepalingen........................... 161 HOOFDSTUK II. – Uitvoerend beslag op roerend goed..... 163 HOOFDSTUK III. – Beslag op tak- en wortelvaste vruchten........................................................................................ 171 HOOFDSTUK IV. – Uitvoerend beslag onder derden......... 172 HOOFDSTUK V. – Uitvoerend beslag op zeeschepen en binnenschepen...................................................................... 174 HOOFDSTUK VI. – Uitvoerend beslag op onroerend goed...................................................................................... 178 HOOFDSTUK VII. – Evenredige verdeling......................... 195 HOOFDSTUK VIII. – Rangregeling................................... 198 HOOFDSTUK IX. – Evenredige verdeling en rangregeling in geval van beslag op zeeschepen en binnenschepen............. 202 TITEL IV. COLLECTIEVE SCHULDENREGELING
................................................................................... 206 HOOFDSTUK I. – Procedure van collectieve schuldenregeling ................................................................ 206 Afdeling 1. – Algemene bepalingen .............................................................................. 206 Afdeling 2. – Inleiding van de procedure .............................................................................. 207 Afdeling 3. – Minnelijke aanzuiveringsregeling ................................................................... 212 Afdeling 4. – Gerechtelijke aanzuiveringsregeling ................................................................... 214 Afdeling 4bis. – De totale kwijtschelding van de schulden ............................................... 217
15
UW RECHTEN TEGENOVER DE GERECHTSDEURWAARDER EN UW SCHULDEISERS
Afdeling 5. – Bepalingen gemeenschappelijk aan beide procedures .......................................... 218 HOOFDSTUK II. – De schuldbemiddelaar ... 222 De verjaringsregels van het Burgerlijk Wetboek............................... 225 Algemene verjaringsregels........................................................... 225 Art. 2219 B.W.: (wat is verjaring)......................................... 225 Art. 2220 B.W.: (afstand van verjaring)................................. 225 Art. 2221 B.W.: (uitdrukkelijke of stilzwijgende afstand)...... 225 Art. 2222 B.W.: (afstand vergt de bekwaamheid tot vervreemding)........................................................................... 225 Art. 2223 B.W.: (geen ambtshalve verjaring)......................... 225 Art. 2224 B.W.: (verjaring inroepbaar in elke stand van het geding)................................................................................. 225 Art. 2225 B.W.: (rechten van schuldeisers en afstand van verjaring)................................................................................... 225 Art. 2226 B.W.: (verjaring en zaken buiten de handel).......... 226 Art. 2227 B.W.: (verjaring en de overheid)............................ 226 Art. 2228 B.W.: (definitie bezit)........................................... 226 Art. 2229 B.W.: (vereisten om te verkrijgen door verjaring op grond van bezit)............................................................... 226 Art. 2230 B.W.: (vermoeden van bezit voor zichzelf )............ 226 Art. 2231 B.W.: (bezit voor een ander)................................. 226 Art. 2232 B.W.: (daden van louter vermogen of gedogen)..... 226 Art. 2233 B.W.: (geweld en verjaring)................................... 226 Art. 2234 B.W.: (bezit in tussenperiodes).............................. 227 Art. 2235 B.W.: (bezit van de rechtsvoorganger)................... 227 Art. 2236 B.W.: (bezit voor een ander verhindert verjaring).. 227 Art. 2237 B.W.: (erfgenamen van een bezitter voor een ander en verjaring).................................................................... 227 Art. 2238 B.W.: (wijziging titel van een bezitter voor een ander)....................................................................................... 227 Art. 2239 B.W.: (derden die door een titel overdragen door derden verwerven en verjaring)............................................. 227 Art. 2240 B.W.: (geen verjaring in strijd met de titel – geen wijziging van de oorzaak van het bezit)................................. 227 Art. 2241 B.W.: (verjaring in strijd met de titel en verjaring van een verbintenis).............................................................. 228 Art. 2242 B.W.: (stuiting van de verjaring)........................... 228 Art. 2243 B.W.: (natuurlijke stuiting)................................... 228 Art. 2244 B.W.: (stuiting door dagvaarding, bevel of beslag). 228 Art. 2245 B.W...................................................................... 228 16
INHOUD
Art. 2246 B.W.: (stuiting door dagvaarding voor een onbevoegde rechter)..................................................................... 228 Art. 2247 B.W.: (geen stuiting door nietige dagvaarding)...... 228 Art. 2248 B.W.: (stuiting door erkenning)............................ 228 Art. 2249 B.W.: (stuiting verjaring en hoofdelijke schuldenaars, erfgenamen en medeschuldenaars).............................. 229 Art. 2250 B.W.: (stuiting van verjaring en de borg)............... 229 Art. 2251 B.W.: (verjaring loop niet tegen…)....................... 229 Art. 2252 B.W.: (verjaring loopt niet tegen minderjarigen)... 229 Art. 2253 B.W.: (verjaring loopt niet tussen echtgenoten)..... 229 Art. 2254 B.W.: (verjaring en uit het bestuur van de goederen ontnomen echtgenoot).................................................... 229 Art. 2255 B.W.: (overgangsbepaling wet 1976)..................... 230 Art. 2256 B.W.: (overgangsbepaling wet 1976)..................... 230 Art. 2257 B.W.: (verjaring en voorwaardelijke vordering, vorderingen tot vrijwaring en niet vervallen schulden).......... 230 Art. 2258 B.W.: (verjaring en aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving en onbeheerde nalatenschappen)....... 230 Art. 2259 B.W.: (verjaring en termijn van inventaris en beraad)..................................................................................... 231 Tijd die voor de verjaring vereist is............................................. 231 10 en 20-jarige verjaring....................................................... 231 Art. 2265 B.W.:............................................................... 231 Art. 2266 B.W.:............................................................... 231 Art. 2267 B.W.:............................................................... 231 Art. 2268 B.W.:............................................................... 231 Art. 2269 B.W.:............................................................... 231 Art. 2270 B.W.:............................................................... 232 Algemene termijnen van verjaring......................................... 232 Art. 2262 B.W.: (zakelijke rechtsvordering):.................... 232 Art. 2262bis B.W.: (persoonlijke rechtsvorderingen):....... 232 Art. 2263 B.W.:............................................................... 232 Art. 2264 B.W.:............................................................... 232 Berekeningswijze................................................................... 233 Bijzondere verjaringstermijnen.............................................. 233 Art. 2271 B.W.: (meesters in kunst en wetenschap, onderwijzers, hotelhouders, tafelhouders, arbeiders en werlieden):............................................................................ 233 Art. 2272 B.W.: (gerechtsdeurwaarders, kooplieden, kostschoolhouders, andere meesters en dienstboden):...... 233 Art. 2273 B.W.: (verhuurders en huurders):..................... 233 Art. 2274 B.W.:............................................................... 234 Art. 2275 B.W.:............................................................... 234 17
UW RECHTEN TEGENOVER DE GERECHTSDEURWAARDER EN UW SCHULDEISERS
Art. 2276 B.W.: (bewaring stukken rechters, pleitbezorgers, gerechtsdeurwaarders):............................................. 234 Art. 2276bis B.W.: (advocaten):....................................... 234 Art. 2276ter B.W.: (dekundigen):.................................... 234 Art. 2276quater B.W.: (schuldbemiddelaars):.................. 235 Art. 2276quinquies B.W.: (notarissen):............................ 235 Art. 2277 B.W.: (aangroeiende sommen):........................ 235 Art. 2277bis B.W.: (medische en paramedische zorgen):.. 235 Art. 2277ter B.W.: (milieuschade):.................................. 236 Art. 2278 B.W.: (minderjarigen en onbekwaamverklaarden):................................................................................ 236 Art. 2279 B.W.: (bezit als titel van eigendom):................. 236 Art. 2280 B.W.:............................................................... 236 K.B. 23.11.2006 – artikel 1 – B.S. 30.11.2006 met betrekking tot het begrip kind ten laste in het beslagrecht...................................... 237 Wet continuïteit ondernemingen.................................................... 269 TITEL 1. – Algemene bepalingen.............................................. 269 TITEL 2. – De gegevensverzameling en de handelsonderzoeken............................................................................................. 272 HOOFDSTUK 1. – De gegevensverzameling...................... 272 HOOFDSTUK 2. – De kamers voor handelsonderzoek....... 274 HOOFDSTUK 3. – Bewarende maatregelen........................ 275 TITEL 3. – Het minnelijk akkoord........................................... 276 TITEL 4. – De gerechtelijke reorganisatie.................................. 276 HOOFDSTUK 1. – Algemene bepalingen........................... 276 Afdeling 1. – Doel van de procedure................................ 276 Afdeling 2. – Het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie en de daarop volgende procedure..................................... 277 Afdeling 3. – Voorwaarden voor de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie............................... 280 Afdeling 4. – Het vonnis over het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie en de gevolgen ervan............................... 280 Afdeling 5. – Gevolgen van de beslissing tot reorganisatie.................................................................................... 283 Afdeling 6. – Verlenging van de opschorting.................... 286 Afdeling 7. – Wijziging van het doel van de procedure.... 286 Afdeling 8. – Voortijdige beëindiging en sluiting van de procedure........................................................................ 287 HOOFDSTUK 2. – De gerechtelijke reorganisatie door een minnelijk akkoord................................................................ 288 HOOFDSTUK 3. – De gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord.................................................................. 289 18
INHOUD
HOOFDSTUK 4. – Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag............................................. 295 TITEL 5. – Diverse bepalingen.................................................. 301 TITEL 6. – Strafrechtelijke bepalingen...................................... 302 TITEL 7. – Wijzigende bepalingen............................................ 302 TITEL 8. – Opheffings- en overgangsbepalingen....................... 305 K.B. 27.03.2009 inwerkingtreding wet continuïteit ondernemingen.................................................................................................. 305 Faillissementswet............................................................................. 306 TITEL II. – faillissement........................................................... 307 HOOFDSTUK I. – Aangifte, faillietverklaring en staking van betaling.......................................................................... 307 HOOFDSTUK II. – Gevolgen van het faillissement............ 312 HOOFDSTUK III. – Beheer en vereffening van de failliete boedel................................................................................... 316 Afdeling I. – Algemene bepalingen.................................. 316 Afdeling 2. – Formaliteiten en beheer van het faillissement................................................................................ 321 HOOFDSTUK IV. – Aangifte en verificatie van de schuldvorderingen........................................................................... 329 HOOFDSTUK IVbis. – Over de verklaring van de personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ........................................................................ 334 HOOFDSTUK V. – Summiere rechtspleging tot sluiting van het faillissement.............................................................. 334 HOOFDSTUK VI. – Vereffening van het faillissement........ 336 HOOFDSTUK VII. – Soorten schuldeisers en hun rechten. 340 Afdeling I. – Medeschuldenaars en borgen....................... 340 Afdeling II. – Pandhoudende schuldeisers en schuldeisers op roerende goederen bevoorrecht................................... 341 Afdeling III. – Rechten van hypothecaire schuldeisers en van op onroerende goederen bevoorrechte schuldeisers.... 341 Afdeling IV. – Gevolgen van het faillissement van de ene echtgenoot ten opzichte van de andere............................. 342 HOOFDSTUK VIII. – Uitdeling aan schuldeisers............... 343 HOOFDSTUK IX. – Verkoop van de onroerende goederen van de gefailleerde................................................................. 343 HOOFDSTUK X. – Terugvordering.................................... 344 TITEL III. – Rehabilitatie......................................................... 346
19
UW RECHTEN TEGENOVER DE GERECHTSDEURWAARDER EN UW SCHULDEISERS
TITEL IV. – Diverse bepalingen die verband houden met het faillissement............................................................................... 347 HOOFDSTUK I. – Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek...................................................................................... 347 HOOFDSTUK II. – Wijzigingen in de strafwetten.............. 348 HOOFDSTUK III. – Wijzigingen in de fiscale wetten......... 351 HOOFDSTUK IV. – Wijzigingen van verschillende aard..... 352 TITEL V. – Bepalingen waarvan de draagwijdte het faillissementsrecht overstijgt.................................................................. 354 HOOFDSTUK I. – Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek...................................................................................... 354 HOOFDSTUK II. – Wijzigingen in de strafwetten.............. 355 HOOFDSTUK III. – Wijzigingen in de wetten op de handelsvennootschappen............................................................ 356 HOOFDSTUK IV. – Opheffingsbepaling en inwerkingtreding...................................................................................... 358 Omzendbrief nr. COL 3/99 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep inzake het vervolgingsbeleid in faillissementen......................................................................................... 359 1. Inleiding................................................................................ 359 2. Inhoud van het gemeenschappelijk beleid.............................. 360 3. Het voorkomen van de faillissementen................................... 360 4. Het eigenlijke faillissement..................................................... 363 5. De inbreuken verbonden met het faillissement....................... 364 5.1. Het leggen van prioriteiten rekening houdend met de aard van de gepleegde feiten.................................................. 364 5.1.1. Frauduleuze faillissementen die het resultaat zijn van een georganiseerd systeem......................................... 364 5.1.2. Verduistering van één of meer welbepaalde actiefbestanddelen.................................................................... 365 5.1.3. Inbreuken die verband houden met de boekhouding van de onderneming................................................ 365 5.1.4. Inbreuken begaan “met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stellen”.............................................. 366 5.1.5. Onvoorzichtige operaties opgezet in de verdachte periode............................................................................ 367 5.1.6. Niet nakomen van bepaalde verplichtingen die de faillissementswet oplegt aan de gefailleerde (art. 489, 2°, S.W. en art. 489bis, 4°, pro parte, S.W.).......................... 367 5.1.7. Inbreuken gepleegd door derden (art. 489quinquies S.W.)........................................................................... 368 20
INHOUD
5.1.8. Ontrouw in het beheer in hoofde van de curator (art. 489sexies S.W.)........................................................ 368 5.2. Individuele evaluatie van elk strafdossier........................ 369 5.3. De memorie van de curator........................................... 369 5.3.1. Wettelijke verplichting........................................... 369 5.3.2. Belang van de memorie.......................................... 369 5.3.3. Vertraging in het overleggen van de memorie......... 370 5.4. Verplichte kennisgevingen aan de curator en de rechtercommissaris.......................................................................... 371 5.5. Keuze van de politiedienst.............................................. 372 5.6. Opvolging van het strafonderzoek.................................. 372 5.7. Beroepsverbod Toepassing van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934.................................................. 374 Bijlage 1..................................................................................... 376 Bijlage 2..................................................................................... 377 Bijlage 3..................................................................................... 378 Memorie inzake faillissement................................................ 378 Memorie inzake faillissement vennootschappen............... 379 Bijlage 3bis................................................................................ 385 Memorie inzake faillissement natuurlijke personen.......... 385 Rechtspraak inzake beslag................................................................ 392 Beslag roerende goederen........................................................... 392 Beslagbaarheid van roerende goederen........................................ 392 Onbeslagbaarheid................................................................. 392 Art. 1526bis Ger.W.: verkoop in der minne.......................... 397 Beslag onder derden................................................................... 399 Procedure.............................................................................. 399 Beslagbaarheid van loon en andere inkomsten...................... 401 Verklaring van derde-beslagene............................................. 409
21