Inhalt 1. Verkehr
S. 2
2. Im Freizeitpark
S. 9
3. Restaurant
S. 14
4. Kleidunggeschäft
S. 18
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Verkehr Gespräch 1 “Den Weg fragen” Schüler
Native
1) Je groet en vraagt om hulp
Ja, bitte?
2Je vraagt hoe je bij het station kunt komen 3)Je vraagt of degene langzamer wil praten. 4) Je vraagt hoe lang het ongeveer duurt 5) Je zegt, dat het te lang duurt en vraagt of je ook met de bus kunt. 6) Je vraagt welke bus je moet nemen. 7) Je vraagt om herhaling van het gezegde. 8) Je bedankt. 9) Je groet.
Du gehst geradeaus und dann die dritte Straße links. Natürlich. Du gehst geradeaus und dann die dritte Straße links. Etwa eine Viertelstunde. Ja, dort drüben ist eine Bushaltestelle. Linie 7 fährt direkt zum Hauptbahnhof. Ja, Linie 7 fährt direkt zum Hauptbahnhof. Gern geschehen. Tschüs und eine gute Reise!
Gespräch 2 “Am Schalter” Schüler 1) Je groet en zegt dat je een kaartje naar Stuttgart wil. 2) Je zegt dat je een enkeltje wilt en vraagt of je je fiets mee kunt nemen. 3) Je vraagt hoe laat de trein vertrekt. 4) Je vraagt of je moet overstappen. 5) Je vraagt waar je je fiets kunt neerzetten. 6) Je vraagt hoeveel het kost. 7) Je geeft geld. 8) Je bedankt en groet.
Native Eine Rückfahrkarte oder einfach? Ja das geht. Abfahrt 5.58 Uhr von Gleis 4. Ja, in Köln und in Mainz. Im letzten Wagen bitte. Das macht € 47,60. Und zwei Euro vierzig zurück. Auf Wiedersehen. Gute Reise!
2
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Redemittel Verkehr Entschuldigung, können Sie/kannst du mir helfen? Ja, bitte Können Sie mir sagen, wie ich zum Bahnhof komme? Natürlich. Du gehst geradeaus und dann die dritte Straße links. Können Sie etwas langsamer sprechen? Wie lange dauert das ungefähr? Etwa eine Viertelstunde Das dauert zu lange. Kann ich auch mit dem Bus zum Bahnhof fahren? Ja, dort drüben ist eine Bushaltestelle. Welchen Bus muß ich nehmen? Linie 7 fährt direkt zum Hauptbahnhof. Können Sie das wiederholen? Gern geschehen. Auf Wiedersehen und eine gute Reise. Entschuldigung, wissen Sie ob hier ein Internet-Café ist? Wo ist hier eine Bäckerei? Hier links geht es zu einer Bäckerei. Sehen Sie das Kaufhaus? Da gehen Sie nach rechts. Du möchtest zum Bahnhof? Moment mal. Wo finde ich das Krankenhaus? Wie bitte? Tut mir Leid, das weiß ich auch nicht. Darf ich Sie etwas fragen? Ja, natürlich. Aber klar. Aber sicher Wissen Sie, wo die Schillerstraße ist? Können Sie/kannst du mir dann sagen, wo ich den Marktplatz finden kann? Zuerst geradeaus, dann nach 200 m rechts ... Richtig, und dann an der Ecke/an der Kreuzung direkt links. Vielen Dank Bitte sehr. Bei den Ampeln links und dann wieder links. Mal nachdenken. Siehst du den Imbiss? Ja, da drüben. Da gehst du nach rechts und dann kommt eine Kreuzung
Pardon, kunt U/kan jij mij helpen? Ja, zeg het maar. Kunt u mij zeggen hoe ik bij het station kom? Natuurlijk. Je gaat rechtdoor en dan de derde straat links afslaan. Kunt U iets langzamer praten? Hoe lang duurt dat ongeveer? Ongeveer een kwartier. Dat duurt te lang. Kan ik ook met de bus naar het station komen? Ja, daarginds is een bushalte. Welke bus moet ik nemen? Lijn 7 rijd direct naar het centraalstation. Kunt U dat herhalen? Graag gedaan. Tot ziens en een goede reis. Pardon, weet u of er hier een internetcafé is? Waar is hier een bakkerij? Hier links ga je naar een bakkerij. Ziet u het warenhuis? Daar gaat u naar rechts. Je wilt graag naar het station? Een momentje. Waar vind ik het ziekenhuis? Pardon? Het spijt me, dat weet ik ook niet. Mag ik u iets vragen? Ja, natuurlijk. Weet u waar de Schillerstraat is? Kunt u/kan jij me dan zeggen waar ik de marktplaats kan vinden? Eerst rechtdoor, dan na 200 m. rechts. Juist, en dan op de hoek/bij de kruising direct links. Bedankt. Alstublieft! Bij de verkeerslichten links en dan weer links. Even nadenken. Zie je die snackbar? Ja, daarginds. Daar ga je naar rechts en dan komt een kruising. 3
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung Nein, zuerst rechts, dann über die Kreuzung und dann nach 300 m links. Wie bitte? Ich möchte zum Postamt. Du fährst zurück, dann die dritte Straße links, dann wieder rechts ... Nicht so schnell bitte. Also zurück, dritte links, wieder rechts und da kannst du das Postamt schon sehen. Du fährst hier links, an der Kreuzung rechts und dann siehst du den Bahnhof. Wie komme ich zu einer Tankstelle? Sie fahren immer geradeaus. Bei den Ampeln nach links. Da ist Aral. Genau. Entschuldigung, ich suche das Museum für Geschichte. Fahren Sie über die Brücke, und dann ... ... ist links ein Kaufhaus, dann ... ... im Kreisverkehr die zweite rechts. Da finden Sie das Museum. Schau mal. Da drüben siehst du……. Geradeaus, nach ungefähr 500 m seht ihr dann….. Ich bin auch fremd hier. Wo bin ich jetzt? Das weiß ich nicht. Nein, ich bin nicht von hier. Wie lange dauert die Reise? Etwas früher, ist das möglich? Muss ich umsteigen? Ja, in Osnabrück und Deventer musst du umsteigen. Was kostet eine Fahrkarte nach Arnhem? Rückfahrkarte oder einfach? Einfach. Kann ich das Rad mitnehemen? Ja, das geht. Was kostet das? Von welchem Gleis fährt der Zug? Von Gleis 7. Wann fährt der nächste Bus nach Frankfurt? Moment mal. Ich sehe nach. Um 9.12
mei 2011 Nee, eerst rechts, dan over de kruising en dan na 300 m. links. Wat zeg je? / Wat zegt u? Ik wil graag naar het postkantoor. Je rijdt terug, dan de derde straat links en dan weer rechts ... Niet zo snel graag. Dus terug, dan de derde straat links, weer rechts daar kun je het postkantoor al zien. Je rijdt hier links, op de kruising rechts en dan zie je het station. Hoe kom ik bij een tankstation? U rijdt steeds rechtdoor. Bij de verkeerslichten naar links. Daar is Aral. Precies. Pardon, ik zoek het museum voor geschiedenis. Rijdt u over de brug en dan ... ... is links een warenhuis, dan ... ... bij de rotonde de tweede straat rechts. Daar vindt u het museum. Kijk eens. Daarginds zie je …... Rechtdoor, na ongeveer 500 m zien jullie dan….. Ik ben hier ook niet bekend. Waar ben ik nu? Dat weet ik niet. Nee, ik kom hier niet vandaan. Hoe lang duurt de reis? Iets eerder, is dat mogelijk? Moet ik overstappen? Ja, in Osnabrück en Deventer moet je overstappen. Wat kost een treinkaartje naar Arnhem? Retour of enkel? Enkel. Kan ik de fiets meenemen? Ja, dat kan. Wat kost dat? Van welk spoor vertrekt de trein? Van spoor 7. Wanneer gaat de volgende bus naar Frankfurt? Momentje. Ik kijk het na. Om 9.12 uur. 4
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung Uhr. Dann bin ich also um 10.20 Uhr in Frankfurt. Stimmt. Wo ist hier ein Fahrkartenautomat? Da drüben. Wie spät kommt der Zug aus Bonn? Um ungefähr ein Uhr. Wann kommt der Bus aus Kassel? Der hat 15 Minuten Verspätung. Vielen Dank für die Informationen. Gern geschehen. Gute Fahrt. Wo kann ich mein Fahrrad abstellen? Wann fährt der Zug ab?
mei 2011
Dan ben ik dus om 10.20 uur in Frankfurt. Dat klopt. Waar is hier een kaartjesautomaat? Daarginds. Hoe laat komt de trein uit Bonn? Om ongeveer een uur. Wanneer komt de bus uit Kassel? Die heeft 15 minuten vertraging. Hartelijk dank voor de informatie. Graag gedaan. Goede reis. Waar kan ik mijn fiets neerzetten? Wanneer vertrekt de trein?
5
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Lernliste Verkehr der Bahnhof abfahren Von welchem Gleis das Gleis der Bahnsteig um Viertel nach zehn umsteigen die Rückfahrkarte Gern geschehen früher Moment ma Stimmt Wie spät fährt der Bus? die Verspätung wiederholen Gute Fahrt! da drüben Entschuldigung wiederholen die Fahrkarte einmal einfach Fahrrad/Rad mitnehmen Wie spät? der Zug Abfahrt abstellen Die dritte Straße rechts ungefähr geradeaus Kreisverkehr die Bäckerei die Metzgerei die Tankstelle das Kaufhaus die Kirche das Postamt die Konditorei der Imbiss das Geschäft das Krankenhaus die Apotheke das Museum in der Nähe von Wie komme ich zum Postamt? suchen
het station vertrekken Van welk spoor? het spoor het perron om kwart over tien overstappen het retourtje Graag gedaan vroeger Momentje Klopt Hoe laat vertrekt de bus? de vertraging herhalen Goede reis! daarginds Pardon/excuus herhalen het kaartje een enkeltje fiets meenemen Hoe laat? de trein vertrek stallen De derde straat rechts ongeveer rechtdoor rotonde de bakkerij de slagerij het benzinestation het warenhuis de kerk het postkantoor banketbakkerij (met lunchroom) de snackbar de winkel het ziekenhuis de apotheek het museum in de buurt van Hoe kom ik bij het postkantoor? zoeken
dann über die Brücke also
dan over de brug dus 6
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung nach 300 m gehst du rechts bei den Ampeln Darf ich Sie/dich etwas fragen? Können Sie/kannst du mir helfen? fahren Du fährst zurück Tut mir Leid! zuerst an der Ecke Mal nachdenken die Kreuzung an der Kreuzung Da siehst du es schon Nicht so schnell bitte genau Ich bin auch fremd hier! Ist das möglich? wie lange? Was kann ich für dich tun? der Stadtplan einige Ich möchte Informationen über Bremen umsonst/gratis Ich möchte/ich hätte gern nochmal die Bushaltestelle Wir sind in die Stadt gefahren
mei 2011 na 300 m ga je rechts bij de stoplichten Mag ik u/jou iets vragen? Kunt u/kan jij mij helpen? rijden Jij rijdt terug Het spijt me! eerst op de hoek Even nadenken het kruispunt op bij de kruising Daar zie je het al Niet zo snel a.u.b. precies/juist Ik ben hier niet bekend! Is dat mogelijk? hoe lang? Wat kan ik voor jou doen? de plattegrond enkele Ik wil graag informatie over Bremen gratis ik zou graag willen(hebben) nog eens de bushalte Wij zijn naar de stad gereden
7
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Notizen Verkehr __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
8
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
im Freizeitpark Gespräch 1 Kunde Je groet en je zegt, dat je 3 kaartjes wilt. 2 voor volwassenen en 1 voor een kind. Je vraagt om een plattegrond. Je vraagt of kinderen in alle attracties mogen.
Je zegt dat je het begrijpt en bedankt.
Mitarbeiter Für Erwachsene? Bitte, das macht 63 Euro. Ja, die liegen hier, bitte Nein, da gibt es ein paar die nicht für kleine Kinder geeignet sind. Die stehen im Plan deutlich angegeben. Sehen Sie: mit diesem Symbol. Bitte sehr. Einen schönen Tag.
Gespräch 2 Kunde Je zegt tegen je broertjes dat jullie naar het spookslot gaan… Je zegt dat je broertjes 12 en 9 jaar zijn. Je vraagt waarom Je vraagt je nu af wat jullie nu zullen gaan doen. Je vraagt de weg naar de snackbar. Je zegt tegen je broertjes, dat jullie dan eerst maar patat gaan eten. Je groet. •
Mitarbeiter Entschuldigung, darf ich fragen, wie alt sind die Kinder? In dieser Attraktion dürfen nur Kinder ab 12 Jahre alt. Für die Kleinen ist es zu gefährlich. Es tut mir Leid, es ist nicht erlaubt Da drüben links und dann siehst du ihn an der rechten Seite. Viel Spaß noch.
vetgedrukte woorden ook door andere woorden vervangen
9
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Gespräch 3 Je groet en vraagt of je geholpen kunt worden. Je zegt, dat je broertje is weggelopen en dat je hem nergens meer kunt vinden.. Je zegt dat je al een half uur hebt gezocht. Je zegt dat hij 4 jaar is, een spijkerbroek draagt en een rood jasje met een zwarte muts. Je zegt, dat dat bij de draaimolen was en dat je daarvoor bij de wildwaterbaan was. Je zegt dat hij …………………..heet.
Je zegt dat je verder wilt zoeken, omdat hij nu vast bang is Zeg dat je je mobiele nummer opschrijft en dat ze je dan kunnen bellen. Je geeft je nummer en leest dat even hardop voor. Je bedankt voor de moeite.
Ja bitte, was ist los? Wie lange ist er schon weg?
Wie alt ist er und wie sieht er aus? Ich kann das mal durchsagen. Wo hast du ihn zuletzt gesehen ? Moment mal. Und wie heißt er?
Einen Augenblick bitte.(Durchsage) Ich denke, du kannst am besten hier bleiben. Aber wenn jemand ihn findet, wie können wir dich dann erreichen? Gute Idee. Ich rufe dich an und du suchst weiter. Danke. Hoffentlich findest du ihn schnell. Viel Glück.
10
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Redemittel im Freizeitpark Deutsch Ich möchte 3 Eintrittskarten, bitte Für Erwachsene oder auch für Kinder? Für eine Erwachsene und 2 Kinder. Was kostet das zusammen? Das macht einmal 27 und zweimal 18, also zusammen 63 Euro, bitte. Hier haben Sie 100 Euro, bitte 37 zurück und einen schönen Tag. Ich habe noch eine Frage: haben Sie einen Plan von dem Park? Aber natürlich, bitte. Und gibt es heute noch besondere Aktivitäten? Ja sicher. Ich gebe Ihnen einen Prospekt in dem alles steht. Großartig. Vielen Dank! Gibt es noch Attraktionen, die nicht für kleine Kinder geeignet sind? Ja, die stehen auch alle im Prospekt, ich glaube auf Seite 5. Aber es ist auch bei jeder Attraktion angegeben. Viel Spaß. Können Sie mir sagen wo hier die Achterbahn ist? Wo ist das Restaurant? Ich habe Hunger. Wo sind die Toiletten? Müssen wir hierfür auch noch bezahlen! Vielen Dank für die Mühe/Ihre Hilfe Ich kann meine Handynummer aufschreiben. Sie können mich anrufen. Er/Sie trägt……..(kledingstuk+ kleur) Er wird wohl ängstlich sein.
Niederländisch Ik wil graag 3 entreekaartjes aub. Voor volwassenen of ook voor kinderen? Voor 1 volwassene en 2 kinderen. Hoeveel is dat samen? Dat is 1 x 27 en 2 x 18, dus samen 63 euro, aub. Hier heeft u 100 euro, aub. 37 euro terug en een fijne dag. Ik heb nog een vraag: heeft u een plattegrond van het park? Ja natuurlijk, aub. En zijn er vandaag nog bijzonder activiteiten? Jazeker. Ik zal u een folder geven, waarin alles staat. Heel fijn, dank u wel. Zijn er nog attracties die niet voor kleine kinderen geschikt zijn? Ja, die staan ook inde folder, ik geloof op pagina 5. Maar het is ook bij elke attractie aangegeven. Veel plezier. Kunt u mij zeggen waar hier de achtbaan is? Waar is het restaurant? Ik heb honger. Waar zijn de toiletten? Moeten we hier ook nog voor betalen! Bedankt voor de moeite/uw hulp. Ik kan mijn mobiele nummer opschrijven. U kunt mij bellen. Hij/zij draagt……. Hij is vast bang.
11
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung •
mei 2011
vetgedrukte woorden ook door andere woorden vervangen
Lernliste im Freizeitpark Deutsch die Wildwasserbahn die Stuntshow die Bobbahn die Wackelbrücke das Riesenrad das Geisterschloss das Karusell die Eisshow die Eintrittskarte der Parkplan der Imbiss müde ausruhen der Spielplatz verlieren-verlor-verloren besorgt ängstlich Angst haben rot, blau, gelb, grün, schwarz, braun, rosa, null, eins, zwei drei, vier fünf, sechs, sieben, acht neun, zehn die Hose die Jacke die Mütze der Pullover das Kleid die Stiefel mein kleiner Bruder/meine kleine Schwester weglaufen - weggelaufen suchen nirgend
Niederländisch de wildwaterbaan de stuntshow de bobsleebaan de kettingbrug het reuzenrad het spookkasteel de draaimolen de ijsshow het entreekaartje de plattegrond de snackbar moe uitrusten de speeltuin verliezen-verloor-verloren bezorgd bang bang zijn rood, blauw, geel, groen, zwart, bruin, rose 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 de broek het jack de pet de trui de jurk de laarzen mijn broertje, mijn zusje weglopen - weggelopen zoeken nergens
12
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Notizen im Freizeitpark __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
13
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
im Restaurant Gespräch 1 Kunde Je roept de ober. Je zegt dat je een tafel voor 4 personen wilt. Je zegt dat dat niet zo is. Je verontschuldigt je. Je vraagt om de menukaart. Je zegt dat je dat graag wilt en bestelt 2 bier en 1 mineraalwater. Je roept de ober en zegt dat je iets te eten wilt bestellen. Zweimal Pizza und einmal Bratkartoffeln mit Apfelmus und Blumenkohl und einmal einen Fischteller mit Karotten und Zwiebeln, bitte. Je zegt dat het uitstekend heeft gesmaakt en bedankt. Je zegt dat je geen toeje meer wilt en dat je de rekening wilt hebben. Je bedankt en neemt met een groet afscheid.
Ober Ja bitte, was wünschen Sie? Haben Sie reserviert? Da beim Fenster ist noch ein Tisch frei. Möchten Sie schon etwas zum Trinken? Mache ich. Ja bitte. Wird geschehen.
Hat es geschmeckt? Möchten Sie noch eine Nachspeise? Hier ist die Rechnung, bitte. Sie können bei der Kasse bezahlen. Wiedersehen.
Gespräch 2 Kunde Je roept de ober. Je bestelt 2 koffie met taart. Je zegt dat je met slagroom wilt. Je vraagt om de menukaart en zegt dat je iets te eten wilt bestellen. Je zegt, dat je dat jammer vindt en bestelt alleen dan de koffie. Je vraagt hoeveel het kost. Je geeft 7 euro en geeft aan dat het wisselgeld als fooi kan worden gehouden.
Ober Ja, bitte. Aber natürlich. Mit oder ohne Sahne? Entschuldigung, die Küche ist schon geschlossen. Es ist schon halb neun. Mach’ ich. Bitte, wollen Sie gleich zahlen? 5,90 Euro, bitte. Danke, auf Wiedersehen.
* Let op: de schuingedrukte woorden moeten ‘vervangbaar’ voor je zijn!!!
14
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Redemittel im Restaurant Deutsch Herr Ober! Was wünschen Sie? Ich möchte gern die Speisekarte! Haben Sie schon gewählt. Zum Essen möchte ich…….und zum Trinken…. Ich hätte gern einen gemischten Salat.. Ich nehme eine Pizza. Habt ihr Durst? Ich möchte zwei Cola, bitte. Kann ich noch einen Hamburger bekommen? Die Hamburger sind alle. Darf es eine Bratwurst sein? Mit viel Curry bitte Mit oder ohne Ketchup? Ich möchte gern Pfeffer und Salz. Nehmen wir noch einen Nachtisch? Ich nehme einen Eisbecher. Schmeckt die Torte? Ich möchte einen kleinen Löffel, bitte. Wo liegt das Messer? Guten Appetit! Danke, gleichfalls. Hat es geschmeckt? Danke, sehr gut. Ausgezeichnet. Ich möchte zahlen, bitte. Die Rechnung, bitte. Wie viel macht das zusammen? Bitte, hier sind 50 Euro. Stimmt so! Vielen Dank. Auf Wiedersehen
Niederländisch Ober! Wat wenst u? Mag ik de menukaart, aub. Heeft u al gekozen? Ik wil graag…… eten en ……drinken. Ik wil graag een gemengde salade Ik neem een pizza. Hebben jullie dorst? Ik wil graag 2 cola, aub. Kan ik nog een hamburger krijgen? De hamburgers zijn op. Mag het een braadworst zijn? Met veel curry, aub. Met of zonder ketchup? Ik wil graag peper en zout . Nemen we nog een toetje? Ik neem een sorbet. Smaakt de taart? Ik wl graag een kleine lepel, aub. Waar ligt het mes? Eet smakelijk. Dank u, insgelijks. Heeft het gesmaakt? Dank u, heel goed. Uitstekend. Ik wil graag betalen. De rekening, aub. Hoeveel is het samen? Aub, hier zijn 50 euro. Het is goed zo. ( bij geven van fooi) Dankuwel. Tot ziens.
* Let op: de schuingedrukte woorden moeten ‘vervangbaar’ voor je zijn!!!
15
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Lernliste im Reataurant Deutsch
Niederländisch
Deutsch
Entschuldigung! Herr Ober!
Pardon! Ober!
die Pizza die Nudeln
etwas zum Essen bestellen. der Kaffee Milch und Zucker
iets te eten bestellen. de koffie melk en suiker
ein Tisch(m) für ….Personen die Pommes rot oder weiß
der Tee die Cola das Wasser
de thee de cola het water
die Mayo der Gulasch die Bratkartoffeln
der Wein das Bier die Limo das Messer der Löffel die Gabel das Glas der Teller der Salat der Hamburger das Kotelett Fisch die Bratwurst
de wijn het bier de limonade het mes de lepel de vork het glas het bord de salade de hamburger de karbonade vis de braadworst
die Currywurst
de curryworst
der Fischteller
de visplate
die Karotten die Bohnen die Käsesoße der Reis die Suppe das Brot der Blumenkohl das Apfelmus der Spinat der Rotkohl vegetarisch das Schnitzel der Pfannkuchen(die Pfannkuchen) aber natürlich= aber klar Ich bin satt.
Zwiebeln
uien
Tut mir Leid.
Niederländisch de pizza de macaroni(alle soorten) een tafel voor….personen de patat met ketchup of met mayo? de mayonaisse de goulash de gebakken aardappelen de worteltjes de bonen de kaassaus de rijst de soep het brood de bloemkool de appelmoes de spinazie de rode kool vegetarisch de schnitzel de pannekoek(de pannekoeken) maar natuurlijk Ik heb genoeg gehad. Het spijt me.
16
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Notizen - im Restaurant __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
17
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Kleidungsgeschäft Gespräch 1 Verkäufer(in) Was kann ich für dich tun? Was für einen Pullover, einen sportlichen? Hast du schon eine bestimmte Farbe in Gedanken Im Moment sind die helleren Farben in, wie gelb, rot und hellblau. Aber natürlich, bitte. Ja, da drüben sind die Umkleidekabinen. Natürlich. Bitte schön.
Kunde Zeg dat je een trui zoekt. Je zegt dat je inderdaad die zoekt. Je vraagt welke kleuren er op het moment in de mode zijn. Je vraagt of je even mag kijken. Je vraagt of je de rode mag aanpassen. Je zegt, dat je hem toch niet zo mooi vindt en vraagt of je nog even mag rondkijken. Je bedankt en groet.
Gespräch 2 Verkäufer(in)
Kunde
Kann ich Ihnen helfen? Welche Größe haben Sie? Sind die Schuhe für eine bestimmte Gelegenheit? Na, schauen Sie sich hier mal um, hier stehen die Schuhe Ihrer Größe
Je zegt dat je nieuwe schoenen wilt. Je denkt, dat je maat 39 hebt. Je zegt dat ze voor dagelijks gebuik zijn en dus makkelijk moeten zitten. Je zegt dat je deze schoenen wilt passen en vraagt of ze ook de linkerschoen erbij willen pakken. Je zegt dat ze passen en vraagt hoe duur deze schoenen zijn. Je zegt dat je ze nogal duur vindt en vraagt of er nog soortgelijke schoenen zijn die goedkoper zijn.
Selbstverständlich. Und was finden Sie? Mal sehen. 179, 50 Euro
Da muss ich mal nachgucken. Ja, hier habe ich ein Paar. Diese habe ich auch noch in braun. Die kosten 95 Euro Dort bei der Kasse können Sie zahlen.
Je zegt dat je zwart leuk vindt en dat je ze wil passen. Je zegt dat ze goed zitten en dat je deze schoenen neemt. Je bedankt en groet.
18
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Gespräch 3 Verkäufer(in) Womit kann ich Ihnen dienen? Was ist der Grund? Möchten Sie eine größere anprobieren?
Kunde Je zegt dat je deze broek wilt omruilen. Je zegt dat hij te klein is. Je zegt dat die er waarschijnlijk niet meer is. Tenminste gisteren was die er niet Ach so. Wollen Sie sich dann noch etwas meer. umsehen? Je zegt, dat je liever je geld terugwilt. Okay. Das ist dann 39,50 Euro, bitte. Können Sie bitte diesen Zettel für mich Je zegt, dat je dat wel wilt doen. ausfüllen. Vielen Dank. Auf Wiedersehen. Je groet.
19
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Redemittel - Kleidungsgeschäft Deutsch
Niederländisch
Kann ich dir helfen? Ich möchte/suche eine Jeans
Kan ik je helpen Ik wil graag/zoek een spijkerbroek.
Welche Größe hast du? Das weiß ich nicht genau. Können Sie mir helfen? Ich denke, du hast Größe 38 Haben Sie Jeans von Only? Welche Farbe und welches Modell? Dunkelblau und weit Mal sehen… Nein, tut mir Leid, die habe ich nicht mehr. Wohl von Angels Kann ich die/den/das mal anprobieren? Aber natürlich. Da drüben sind die Umkleidekabinen. Ich nehme sie/es/ihn. Wo ist die Kasse? Das macht 49 Euro 95 Kann ich hier pinnen? Ja das geht, bitte Darf ich mal sehen. Kann ich den roten Pullover anprobieren? Ich finde ihn doch nicht so cool. Ich möchte mich noch ein bisschen umsehen. Kann ich/ Ich möchte mein Geld zurückbekommen. Was ist jetzt in? Auf Wiedersehen.
Welke maat heb je? Dat weet ik niet precies. Kunt u mij helpen? Ik denk, dat je maat 38 hebt. Heeft u spijkerbroeken van Only? Welke kleur en welk model? Donkerblauw en wijd. Even kijken… Nee, het spijt me, die heb ik niet meer. Wel van Angels. Kan ik die passen? Ja natuurlijk. Daar zijn de paskamers. Ik neem em. Waar is de kassa? Dat is 49,95 euro. Kan ik hier pinnen? Ja dat kan. Gaat uw gang. Mag ik even kijken. Mag ik de rode trui aanpassen? Ik vind hem toch niet zo leuk. Ik wil nog graag even rondkijken. Kan ik/ Ik wil graag mijn geld terugkrijgen. Wat is er op moment in de mode? Tot ziens.
*de schuin- en vetgedrukte woorden kun je vervangen door woorden uit de Lernliste
20
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Lernliste - Kleidungsgeschäft Deutsch
Niederländisch
Deutsch
Niederl:andisch
die Jeans(die Jeans) der Pullover(die Pullover)
de spijkerbroek
umtauschen
omruilen
de trui
Ich möchte etwas umtauschen rot, blau, gelb, grün, braun, schwarz, orange, rosa, weiß die Farbe
Ik wil graag iets ruilen
der Gürtel(die Gürtel)
de riem
das Preisschild(die Preisschilder) die Umkleidekabine (die Umkleidekabinen) die Hose(die Hosen) das T-Shirt(die TShirts) das Hemd(die Hemden) der Schuh(die Schuhe) fein
het prijskaartje
chic
gekleed
zu klein/zu groß nicht mehr vorhanden jedenfalls
te klein/te groot niet meer op voorraad
rood, blauw, geel, groen, bruin, zwart, oranje, rose, wit de kleur
de paskamer
vierunddreißig, vierzig, zweiundvierzig
34, 40, 42
de broek
teuer, billig
duur, goedkoop
het t-shirt
bezahlen
afrekenen
het hemd
bequem
makkelijk
de schoen
sportliche
sportief
netjes
Ich möchte/ich hätte das Schaufenster gestern neue Schuhe
Ik wil graag
für den täglichen Gebrauch der linke Schuh den linken Schuh holen
voor dagelijks gebruik
in ieder geval
etwas im Angebot iets in de aanbieding ziemlich tamelijk, nogal derartige soortgelijke
de etalage gisteren nieuwe schoenen
de linker schoen de linker schoen halen.
21
Sprachstadt Deutsch Vorbereitung
mei 2011
Notizen - Kleidungsgeschäft __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
22
