v a k a R t i k e l
ingangsdata aoW en pensioen lopen straks uiteen Het was decennialang in politiek Den Haag not done om te spreken over een herziening van de AOW. Laat staan over het opschuiven van de ingangsdatum van de AOW. Denk alleen maar aan de enorme afstraffing die het CDA kreeg tijdens de verkiezingen in 1994 toen die partij de mogelijke bevriezing van AOW-uitkeringen opperde. Hoe anders is het nu.
nr. 10 2012
13
Net voor het zomerreces is het parlement akkoord gegaan met een Drs e.a.p. schouten cpc is adviseur bij AEGON Adfis
wetsvoorstel dat de AOW-ingangsleeftijd met ingang van volgend jaar
(Adviesgroep Juridische en Fiscale Zaken) en promovendus
opschuift. Ook de ingangsdatum van het aanvullend pensioen1 moet eraan
aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
geloven: deze gaat ook omhoog. Deze twee data, die tot nu toe vrijwel synchroon liepen, gaan uit de pas lopen. Is dit een probleem voor werknemers, werkgevers en/of pensioenuitvoerders?
De Algemene Ouderdomswet (AOW) werd in 1957 geïntroduceerd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Suurhoff. De AOW was de opvolger van de door minister-president Drees ingevoerde Noodwet Ouderdomsvoorziening.2 Sinds die tijd zijn gepensioneerden gemiddeld vijf jaar langer blijven leven, maar de ingangsdatum van de AOW blijft onveranderd op 65 jaar. Tussen nu en 2040 zal de levensverwachting nog verder toenemen. De betaalbaarheid van het huidige stelsel komt steeds meer onder druk te staan door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening.3 Tegenover één AOW-gerechtigde stonden in 1957 nog ruim zes mensen in de leeftijd van twintig tot 64 jaar. Inmiddels is de verhouding één op vier. En op het hoogtepunt van de vergrijzing zal de verhouding bijna één op twee zijn.4 De groei van het aantal ouderen zorgt ervoor dat de kosten van de AOW sterk stijgen: van 4,9% bbp5 in 2010 naar 8,5% bbp in 2040.6
P&P_12_10.indd 13
NOODzaak tOt aaNpassiNg Niet Nieuw
Nationaal en internationaal is Nederland diverse keren gewezen op de noodzaak tot een snelle verhoging van de pensioenleeftijd. In 1987 concludeerde de commissie Financiering Oudedagsvoorziening dat de AOW alleen onder bepaalde voorwaarden betaalbaar kon blijven, waaronder een verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar.7 De regering nam toen geen enkele van de conclusies over. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wees in 1999 op het probleem van de houdbaarheid.8 Het Centraal Planbureau (CPB) heeft dit herhaald aangegeven in publicaties in 2000, 2006 en 2010.9 Het IMF pleitte onder meer in 2006 voor een verhoging van de AOW-leeftijd omdat de overheidsfinanciën anders niet langer houdbaar zouden zijn.10 De interdepartementale Studiegroep begrotingsruimte toonde aan dat door de vergrijzing de kosten van de AOW en zorg uit de hand lopen.11 De Europese Commissie (EC) heeft in 2009 gewezen op de houdbaar-
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
heidsproblemen die het gevolg zijn van de vergrijzing en gepleit voor een aanpassing van de AOW.12 De EC heeft Nederland in 2011 zelfs een formele aanbeveling gegeven om de pensioenleeftijd te verhogen.13 peNsiOeNakkOOrD
nr. 10 2012
14
Politici liepen jarenlang met een grote boog om een herziening van de AOW heen. Het CDA leed in 1994 een historische verkiezingsnederlaag nadat CDA-lijsttrekker Elco Brinkman het verkiezingsprogramma presenteerde waarin mogelijke bevriezing van de AOW-uitkeringen genoemd werd. Pas in 2008 verscheen een wetsvoorstel om de ingangsdatum van de AOW uit te stellen.14 In 2009 volgde een tweede wetsvoorstel om de AOW-leeftijd te verhogen.15 Door de val het kabinet Balkenende IV zijn deze wetsvoorstellen niet in het parlement behandeld. Nadat de eerste discussie over Pensioenakkoord in september 2009 vastloopt in de SER omdat de FNV een verhoging van de AOW-leeftijd blokkeert, dreigt de regering met ingrijpen. Minister Donner schrijft op 16 oktober 2009 aan de Tweede Kamer dat hij wetgeving voorbereidt om de AOW-ingangsdatum uit te stellen en het Witteveenkader aan te passen naar leeftijd 67 jaar. De sociale partners wachten de ontwikkelingen in de politiek niet langer af en voeren overleg in de Stichting van de Arbeid (STAR) over de toekomst van pensioenen in Nederland. Op 4 juni 2010 komen zij tot een akkoord over de AOW en de aanvullende pensioenen: het pensioenakkoord.16 De kernpunten van het akkoord met betrekking tot de AOW luiden als volgt: • De AOW-leeftijd gaat omhoog in twee stappen: in 2020 naar 66 jaar, in 2025 naar 67 jaar. Deze stap wordt in 2015 definitief vastgesteld en vastgelegd. • Elke vijf jaar wordt bekeken of een verdere aanpassing aan de ontwikkeling van de levensverwachting noodzakelijk is. • Flexibilisering van de AOW-ingangsdatum is mogelijk. Bij het vervroegen van de AOW-datum wordt de AOW gekort met 6,5% per jaar; bij het uitstellen wordt de AOW verhoogd met 6,5% per jaar. De AOW-datum mag niet vroeger worden dan 65 jaar en de verlaging mag niet leiden tot recht op bijstand. • De AOW-uitkering wordt met ingang van 2011 gekoppeld aan de ontwikkeling van de verdiende lonen. De kernpunten van het akkoord met betrekking tot aanvullende pensioenen luiden: • Door de stijgende levensverwachting moeten de pensioencontracten met ingang van 2011 aangepast worden. Dit moet premieneutraal plaats te vinden op grond van de fondsspecifieke situatie. De pensioenleeftijd en de AOWleeftijd moeten op elkaar zijn afgestemd. • Uitgangspunt moet zijn een reële pensioenambitie. Dat wil zeggen: een jaarlijks aan de hand van de inflatie aangepaste pensioenaanspraak. Om dit financierbaar te houden, zal de aanspraak niet gegarandeerd zijn en wordt het beleggingsrisico verschoven naar de deelnemers.
P&P_12_10.indd 14
wetsvOOrstel i: wet verhOgiNg peNsiOeNleeFtiJD Naar 66 Jaar
De verdere uitwerking van het pensioenakkoord heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Omdat overeenstemming tussen de sociale partners op zich liet wachten, heeft de regering op 13 mei 2011 overeenkomstig de afspraken in het regeerakkoord17 een wetsvoorstel ingediend met als doel de AOWleeftijd te verhogen van 65 jaar naar 66 jaar.18 Bovendien wordt de pensioenrichtleeftijd verhoogd en de opbouwpercentages in het Witteveenkader beperkt. uitwerkiNgsMeMOraNDuM
Wellicht onder druk van dit wetsvoorstel hebben de sociale partners na bijna een jaar overleg op 10 juni 2011 toch overeenstemming weten te bereiken over de uitwerking van het pensioenakkoord in het zogenaamde Uitwerkingsmemorandum.19 Het bevat vier kernelementen: koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting, de mogelijkheid om de AOW eerder op te nemen, het verhogen van het AOWpensioen en het toekomstbestendig maken van het stelsel van collectieve aanvullende pensioenen. Op 21 juni 2011 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit akkoord uitgewerkt in een voorontwerp van de wet.20 In de zomer van 2011 begonnen de protesten tegen het Pensioenakkoord toe te nemen, in het bijzonder door enkele vakbonden binnen de FNV. Om het Pensioenakkoord te redden deed de minister van Sociale Zaken een aantal concessies en bereikte op 13 september 2011 overeenstemming met de sociale partners over een aantal wijzigingen in het Pensioenakkoord.21 wetsvOOrstel ii: wet verhOgiNg peNsiOeNleeFtiJD, extra verhOgiNg aOw eN FlexiBiliseriNg iNgaNgsDatuM aOw
Door de overeenstemming met de sociale partners kon het hiervoor genoemde wetsvoorstel Wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar worden ingetrokken.22 Op 17 oktober 2011 is het wetsvoorstel Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW23 door de regering bij de Tweede Kamer ingediend. catshuisBeraaD
Door tegenvallende economische situatie moet de regering vanaf 2012 extra bezuinigen. De regeringspartijen VVD en CDA overleggen weken lang met gedoogpartner PVV om deze extra bezuinigingen in te kunnen vullen. Nadat de PVV zijn gedoogsteun opzegde en de regering zijn ontslag moest indienen, werden de plannen bekend.24 Op het gebied van sociale zekerheid en pensioenen waren het de volgende voorstellen. • De AOW leeftijd wordt versneld verhoogd naar 66 in 2015. Een overgangsregeling kan de omvang van de inkomensgevolgen beperken voor mensen die weinig tijd hebben om
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
Jaar
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
verhoging met
1 mnd
1 mnd
1 mnd
2 mnd
2 mnd
2 mnd
3 mnd
aOw-leeftijd
65 + 1 mnd
65 + 2 mnd
65 + 3 mnd
65 + 5 mnd
65 + 7 mnd
65 + 9 mnd
66 jaar
tabel 1
zich op de wijziging voor te bereiden en die weinig mogelijkheden hebben om het tijdelijke inkomensgemis te compenseren door te werken of te sparen. • De omkeerregel vervalt gedeeltelijk voor pensioenen die hoger zijn dan drie keer modaal (ongeveer € 100.000). Dit betekent dat niet langer fiscaal gefaciliteerd kan worden gespaard voor een aanvullend pensioen vanaf dit inkomensniveau. Daarnaast worden de maximale jaarlijkse opbouwpercentages (Witteveenkader) aangepast. • Via een aanpassing van de rekenrente wordt de onderdekking van veel pensioenfondsen opgelost waardoor het afstempelen (korten op pensioenen) in veel gevallen niet meer nodig is. leNteakkOOrD
De noodzaak om met een begroting 2013 te komen was groot. Europa dreigde Nederland met financiële sancties. Na het mislukken van het Catshuisoverleg is in twee dagen tijd een begrotingsakkoord door VVD, CDA, D66, Groen Links en ChristenUnie gesloten, het Kunduz- of Lenteakkoord. Op 26 april 2012 is dit akkoord door de Tweede Kamer aangenomen. Enkele van deze maatregelen: • De AOW-leeftijd wordt in stappen verhoogd tot een pensioengerechtigde leeftijd van 66 jaar uiterlijk in 2019 en 67 jaar uiterlijk in 2024. Een eerste stap wordt al in 2013 gezet, door de AOW-leeftijd in dat jaar met één maand te verhogen. In de jaren daarna zal de AOW-leeftijd - in grotere stappen verder worden verhoogd. Na 2024 wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. Een overgangsregeling kan de omvang van de inkomensgevolgen beperken voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het verlies te compenseren. • De pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen zal in 2014 worden verhoogd naar 67 jaar. De fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen worden neerwaarts aangepast. • De pensioenmaatregelen uit het Lenteakkoord zijn vervolgens in een recordtijd omgezet in een wetsvoorstel (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd25) dat vervolgens in een sneltreinvaart door het Parlement is geloodst. wetsvOOrstel iii: wet verhOgiNg aOw- eN peNsiOeNrichtleeFtiJD Parlementaire behandeling
Het wetsontwerp Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd is op 5 juni 2012 ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsontwerp komt in de plaats van het op dat moment
P&P_12_10.indd 15
Jaar
2020
2021
2022
2023
verhoging met
3 mnd
3 mnd
3 mnd
3 mnd
aOw-leeftijd
66 + 3 mnd
66 + 6 mnd
66 + 9 mnd
67
tabel 2
bestaande wetsvoorstel (Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW) dat al bij de Eerste Kamer ter behandeling lag en later is ingetrokken. Op 21 juni hebben de partijen die het Lenteakkoord hebben gesloten gesteund door de SGP ingestemd met het wetsvoorstel. Op 10 juli heeft de Eerste Kamer ingestemd.
nr. 10 2012
15
Verhoging AOW-leeftijd
Van 2013 tot en met 2019 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd naar 66 jaar. In 2013 bedraagt de verhoging één maand. De AOW-leeftijd bedraagt dan 65 jaar en één maand. Zie voor het tempo van de verhoging van de AOW-leeftijd tabel 1. Vanaf 2020 tot en met 2023 gaat de AOW-leeftijd in stappen van drie maanden per jaar omhoog naar 67 jaar, zoals zichtbaar in tabel 2. kOppeliNg aOw-leeFtiJD aaN leveNsverwachtiNg
Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting. Jaarlijks bepaalt de overheid of de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting aanleiding geeft om de AOW-leeftijd met drie maanden te verhogen. Een verhoging van de AOW-leeftijd wordt minimaal vijf jaar van tevoren aangekondigd. Dit betekent dat de overheid vanaf 2019 bepaalt of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft voor een verhoging van de AOW-leeftijd vijf jaar later. Uiterlijk 1 januari 2019 is duidelijk of de AOW-leeftijd met ingang van 1 januari 2024 moet worden verhoogd. Het aanpassen van de AOW-leeftijd aan de gemiddelde resterende levensverwachting gebeurt aan de hand van een formule die is vastgelegd in de wet. De benodigde ramingen voor de levensverwachting worden door het CBS gemaakt. Die ramingen laten vooralsnog ieder jaar opnieuw een grotere stijging van de levensverwachting zien dan verwacht. In de berekening wordt de toekomstige levensverwachting steeds afgezet tegen de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd zoals die gold in de referentieperiode
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
2000–2009. Deze resterende levensverwachting bedraagt volgens berekeningen van het CBS 18,26 jaar. De formule luidt:
pensioneringsjaar hoeveelmaanden kan men
V = (L – 18,26) – (P – 65) Waarbij: V = verhoging van de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar (in 2019 is dat 2024) ten opzichte van de daarvoor geldende AOW-leeftijd. L = geraamde macro gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd zoals die verwacht wordt in het aanpassingsjaar. 18,26 = door CBS geraamde macro gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in de referentie periode 2000–2009. P = geldende AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar vóór de verhoging geldende AOW-leeftijd in de referentieperiode 2000–2009. nr. 10 2012
16
Als de formule als uitkomst heeft dat V groter of gelijk is aan 0,25 (een kwart jaar), dan gaat de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar met drie maanden omhoog. Als V kleiner is dan 0,25 (een kwart jaar) dan blijft de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar gelijk. Wanneer de macro gemiddelde levensverwachting niet langer stijgt of zelfs daalt, komt uit de formule een gelijkblijvend of negatief getal. In de wet is vastgelegd dat in deze situatie de AOW-gerechtigde leeftijd gelijk blijft. Voorbeeld: volgens een prognose van het CBS bedraagt in 2024 de resterende levensverwachting bij 65 jaar 20,85 jaar. De formule werkt nu als volgt: V = (20,85 – 18,26) – (67 – 65) = 0,59. De uitkomst van de formule (0,59) is groter dan 0,25 wat betekent dat de AOW-leeftijd in 2024 met drie maanden zou worden verhoogd. De AOW-leeftijd zou dan dus 67 jaar en 3 maanden bedragen. geeN FlexiBele aOw-DatuM
De mogelijkheid om de AOW flexibel of in deeltijd op te nemen, was onderdeel van het wetsvoorstel II Wet Verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW. In het Lenteakkoord is de flexibele AOW gesneuveld. Deze mogelijkheid is dan ook niet in de huidige wet opgenomen. Is de deeltijd- of flexibele AOW dan helemaal van de baan? Voor dit moment wel. Maar volgens de regering is het stelsel naar verwachting niet ongeschikt om op een later moment een flexibele AOW of een deeltijd-AOW in te voeren. Gelet op de huidige budgettaire situatie en de vooruitzichten is het volgens de regering echter onverstandig om nu een perspectief te schetsen voor deeltijd-AOW en flexibele AOW. Het is wenselijk dat mensen langer doorwerken en het verhogen van de AOW-leeftijd draagt volgens het kabinet bij aan een heldere norm hiervoor. Een flexibele AOW en deeltijd-AOW doen afbreuk aan deze norm. De Tweede Kamer wil nog wel dat minister Kamp uitzoekt of mensen meer keuzevrijheid kunnen krijgen om tussen hun 65e en 70e jaar hun pensioendatum te kunnen kiezen.26
P&P_12_10.indd 16
een voorschot ontvanges? hoeveeljaar om terug te betalen?
2013
2014
2015
1
2
3
½
1
1½
tabel 3
OvergaNgsregeliNg
De verhoging van de AOW-leeftijd wordt geleidelijk ingevoerd om mensen die dicht tegen hun pensioen aanzitten, tegemoet te komen. Daarnaast zijn er overgangsmaatregelen voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het verlies aan inkomen te compenseren. Zo kunnen AOW’ers een voorschot krijgen om een eventueel inkomensgat te overbruggen. Deze voorschotregeling geldt tot en met 2015. Het voorschot moet over een vastgestelde termijn worden terugbetaald, volgens tabel 3 dat aansluit bij het aantal maanden verhoging dat in de genoemde jaren aan de orde is. Verder kunnen mensen een beroep doen op de bijstand als ze onder het sociaal minimum dreigen te komen. Ook zal de AOW-partnertoeslag enkele maanden langer doorlopen omdat de AOW-uitkering van de jongere partner een paar maanden later ingaat. Op 1 januari 2015 vervalt de AOW-partnertoeslag. Voor mensen die geboren zijn in november en december 1949 wordt een uitzondering gemaakt: voor hen wordt het vervallen van de partnertoeslag uitgesteld. witteveeNkaDer aaNgepast
De fiscale regels voor het aanvullend pensioen (ook wel Witteveenkader genoemd) worden als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd ook gewijzigd. De pensioenleeftijd gaat naar 67 jaar in 2014. Vervolgens wordt deze pensioenrichtleeftijd op vergelijkbare wijze als de AOW-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Dat wil zeggen dat jaarlijks wordt bezien of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft om de pensioenrichtleeftijd te verhogen. Een verhoging van de pensioenrichtleeftijd vindt, anders dan bij de AOW-leeftijd, steeds plaats in stappen van een jaar. De maximale opbouwpercentages gaan in 2014 van jaarlijks 2 naar 1,9 procent (eindloonregelingen) en van 2,25 naar 2,15 procent (middelloonregelingen). De beschikbare premiestaffels zijn aangepast. Opgebouwde pensioenrechten blijven intact. Volgens het Centraal Aanspreekpunt Pensioen (CAP) mag na het invoeren van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd een pensioenrichtleeftijd worden opgenomen die lager is dan 67 jaar.27 Volgens de Wet op de loonbelasting moet het pensioen dat ingaat vóór 67 dan actuarieel worden herrekend. Die herrekening kan plaatsvinden in de opbouwfase of op de ingangsdatum van het pensioen. Voor de
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
pensioenleeftijd volgens pensioenregeling
Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in een eindloonstelsel
Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in een middelloonstelsel
pensioenleeftijd problemen op voor de werknemer, de werkgever en/of de pensioenuitvoerder? Gevolgen voor de werknemer
De snelle invoering van de verhoging van de AOW-leeftijd heeft direct gevolgen voor de mensen die volgend jaar een 66 1,76 1,99 AOW-uitkering gaan ontvangen. Zij ontvangen deze uitke65 1,63 1,84 ring een maand later dan waar zij tot voor kort rekening mee hebben gehouden. De Eerste Kamer stelde vragen over de 64 1,52 1,72 effecten voor de verschillende groepen die in 2013 een maand 63 1,41 1,60 later recht krijgen op AOW. Volgens het kabinet28 zijn dit de volgende effecten: 62 1,32 1,49 • Voor personen die een uitkering ontvangen verandert er 61 1,23 1,39 weinig. De uitkeringen lopen door tot de nieuwe AOW60 1,15 1,30 leeftijd. • Zij die werken, kunnen door blijven werken tot de nieuwe tabel 4 AOW-leeftijd en hebben daardoor geen inkomensgat. • Personen zonder eigen inkomen kunnen veelal een beroep blijven doen op het inkomen van de partner. Zij missen wel opbouwfase heeft het CAP het volgende overzicht van de een maand AOW-inkomen. Voor een gehuwde/samenwoherrekende percentages gepubliceerd. De maximale nende gaat dit om eenmalig circa € 750 netto. opbouwpercentages voor ouderdomspensioen zijn zicht• Personen met een vut- en prepensioenregeling kunnen in baar in tabel 4. bepaalde gevallen te maken krijgen met een inkomensgat; zij missen een maand AOW-inkomen. In veel gevallen kunnen Tabel 4 is in alle situaties te gebruiken. Een andere mogelijkzij dit echter zelf opvangen door de zelf maatregelen te heid met een iets hoger opbouwpercentage volgt als er naast nemen. Veel ouderen hebben relatief veel vermogen. Een ouderdomspensioen ook een maximaal partnerpensioen is deel van de ouderen zal daarop een beroep kunnen doen; of toegezegd op basis van art. 18b Wet LB, dat wil zeggen een een beroep doen op het inkomen opbouw-partnerpensioen. Hiervoor ~ van de partner; of de komende verwijs ik naar Vraag & Antwoord maanden sparen; of hun aanvul12-004 van 17 juni 2012. Vanaf 2013 lopen de lend pensioen naar voren halen. Het wetsvoorstel verplicht werkgeDegenen die niet beschikken over vers dus niet om de pensioeniningangsdata van de AOW een partner met een inkomen, gangsdatum in pensioenregelingen geen vermogen hebben en geen te verhogen naar 67 jaar. Aanpassing en pensioen uit elkaar aanvullend pensioen dat naar van een regeling vanaf 1 januari 2014 voren kan worden gehaald, kunis alleen (fiscaal) noodzakelijk wan~ nen een beroep doen op de (bijneer het opbouwpercentage in de zondere) bijstand. Omdat de huidige pensioenregeling hoger is bijstandsbedragen iets onder de AOW-bedragen liggen, is dan het door het CAP herrekende percentage bij de betrefer een negatief inkomenseffect van netto eenmalig ca € 150 fende pensioenleeftijd en de franchise minimaal is. voor alleenstaanden en € 160 voor gehuwden en samenwonenden. iNgaNgsData aOw eN peNsiOeN lOpeN uit • Personen die niet voldoen aan de voorwaarden voor de bijelkaar stand, maar wel moeite hebben om op korte termijn het Vanaf 2013 lopen de ingangsdata van de AOW en pensioen inkomensverlies op te vangen, kunnen een beroep doen op uit elkaar. Immers: in 2013 gaat de AOW-leeftijd in op 65 jaar de voorschotfaciliteit. Hiermee kunnen zij een eventueel plus een maand terwijl de pensioenleeftijd nog 65 jaar is. Een inkomensgat overbruggen door een voorschot op te nemen jaar later schuift de AOW-leeftijd een maand op en de pensiop het ouderdomspensioen, dat in de maanden daarna oenleeftijd gaat ineens naar 67 jaar. En ook in de toekomst is wordt terugbetaald. Hiermee wordt het inkomensverlies de kans erg klein dat beide data gelijk gaan lopen. Het aanover meerdere maanden gespreid. passingsmechanisme aan de ontwikkeling van de levensverWanneer een werknemer zijn AOW- en pensioenuitkering wachting is verschillend. Na gebruik te maken van een op één moment in zou willen laten gaan, heeft hij verschilidentieke formule (zie pagina XX) kan de AOW-leeftijd met lende mogelijkheden. Het zou mooi zijn als de ingangsdatum drie maanden opschuiven, maar de pensioenleeftijd schuift van de AOW flexibel zou zijn om deze af te kunnen stemmen met een jaar op. Levert dit uit elkaar lopen van AOW- en 67
P&P_12_10.indd 17
1,90
2,15
nr. 10 2012
17
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
nr. 10 2012
18
P&P_12_10.indd 18
moet daarvoor tevens de verplichtstelling of uitvoeringsoverop de ingangsdatum van zijn pensioen, maar dat is (vooralseenkomst worden gewijzigd. Het ministerie van SZW wil nog) niet mogelijk. Een logisch alternatief zou het verschuihet recht op langer doorwerken wettelijk gaan regelen.34 ven van de pensioenleeftijd zijn om zo aan te kunnen sluiten bij de AOW-leeftijd. Hierin zijn er twee mogelijkheden: • Vervroegen van de pensioendatum. Onder de huidige wetgevOlgeN vOOr De werkgever geving is dat mogelijk29 indien er een actuariële herrekening Werkgevers en werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor plaatsvindt. het in lijn brengen van individuele en collectieve arbeids• Uitstellen van de pensioendatum. Ook dat is mogelijk onder overeenkomsten (cao) met de wet- en regelgeving. Volgens de huidige wetgeving30, onder de voorwaarde dat de deelde regering hebben partijen voldoende tijd om individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten nog voor 1 januari nemer na die pensioendatum nog blijft werken (het door2014 aan te passen.35 Cao-bepalingen die een ontslagbepawerkvereiste).31 Daarnaast moet de mogelijkheid van uitstel in de pensioenregeling zijn opgenomen. Het op elkaar ling kennen die eerder ingaat dan de AOW-gerechtigde leefafstemmen van de ingangsdata wordt door deze eis niet eentijd, kunnen strijdig zijn met de Wet gelijke behandeling op voudiger. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL). Ontslag uitsluiEerste Kamer is een motie van tend gebaseerd op het bereiken de heer Noten aangenomen32 van een bepaalde leeftijd mag niet, ~ tenzij die leeftijd de AOWwaarin hij constateert dat het om gerechtigde leeftijd is; en bij een fiscale redenen niet mogelijk is Ontslag uitsluitend gebaseerd lagere leeftijd, daar waar een om per 1 januari 2013 het pensiobjectieve rechtvaardiging voor is. oen gelijktijdig te laten ingaan op het bereiken van een Die objectieve rechtvaardiging zal met de ingangsdatum van de er niet zijn als een werknemer AOW. Hij verzoekt de regering bepaalde leeftijd mag niet wordt ontslagen, omdat in de cao om het per 2013 mogelijk te of individuele arbeidsovereenmaken dat het aanvullend pensi~ komst nog steeds sprake is van oen tegelijk ingaat met de AOW, ontslag bij 65 uitsluitend omdat zonder dat er doorgewerkt hoeft men de betreffende overeenkomst niet heeft aangepast aan te worden. In het Belastingplan 2013 heeft het kabinet de stijging van de AOW-leeftijd. Als een werknemer desinvulling gegeven aan deze motie.33 Het kondigt aan in een ondanks bij 65 wordt ontslagen, is dat ontslag vernietigbaar. beleidsbesluit goed te keuren dat het tot en met maart 2015 Extra complicatie is dat de AOW nu ingaat op de 65ste vermogelijk wordt het aanvullend pensioen, zonder dat doorjaardag en het aanvullende pensioen doorgaans op de eerste gewerkt wordt, uit te stellen tot de in dat jaar geldende van de maand waarin de 65ste verjaardag valt. AOW-leeftijd (65 jaar en drie maanden). Met deze maatregel worden volgens het kabinet niet alleen de mensen die in 2013 de AOW-leeftijd bereiken, maar de hele groep die gevOlgeN vOOr peNsiOeNuitvOerDers nog onder het VPL-overgangsrecht valt, in de gelegenheid De aanpassing van het Witteveenkader – waaronder de vergesteld het aanvullende pensioen uit te stellen tot de voor hoging van de pensioenrichtleeftijd – ziet slechts op nieuw hen geldende AOW-leeftijd. Het kabinet acht een structuop te bouwen pensioenaanspraken. Al opgebouwde pensirele aanpassing van het doorwerkvereiste niet nodig, omdat oenaanspraken worden gerespecteerd. Vooral de Pensioenfevoor de mensen die niet onder het VPL-overgangsrecht deratie heeft aangedrongen om het in de Pensioenwet vallen de pensioeningangsdatum in de regeling vanaf 2014 mogelijk te maken dat pensioenuitvoerders de bevoegdheid aangepast zal zijn aan de verhoogde fiscale pensioenrichthebben om de opgebouwde aanspraken, gebaseerd op 65 jaar leeftijd van 67 jaar. Onder de huidige regelgeving mag het of een eerdere leeftijd (vroegpensioen), per 2014 voor het pensioen in dat geval al uitgesteld worden tot de op dat collectief om te zetten in aanspraken met een leeftijd van 67 moment gehanteerde pensioeningangsdatum. jaar. Zonder de deelnemer of slaper vooraf in de gelegenheid • Het probleem is echter niet blijvend opgelost. Na 2023 kan te stellen bezwaar te maken.36 In de Memorie van Antwoord een situatie ontstaan dat de AOW drie maanden later ingaat is het kabinet op deze wens ingegaan.37 Om de pensioenuitdan het aanvullende pensioen. Namelijk als de eerder voerders fiscaal gezien wel de mogelijkheid te bieden om alle genoemde formule een uitkomst geeft > 0,25 en < 1. bestaande pensioenaanspraken om te zetten in aanspraken • Uitstellen van de pensioendatum waarbij de werknemer ook op basis van de nieuwe pensioenrichtleeftijd, is aan artikel langer wil doorwerken. Dan krijgt hij vanaf die latere pensi18d, eerste lid, Wet LB 1964 een onderdeel e toegevoegd. oendatum een hoger pensioen (op basis van actuariële herHiermee wordt onder meer bewerkstelligd dat een – actuaberekening). Dat vergt echter wel een aanpassing van de rieel neutrale – collectieve aanpassing van opgebouwde penpensioenregeling door de sociale partners. In veel gevallen sioenaanspraken aan de nieuwe pensioenrichtleeftijd niet
16/10/12 11:55 AM
v a k a R t i k e l
wordt verhinderd door de zogenoemde 100%-begrenzing in artikel 18a van de Wet LB 1964. Het kabinet wil in aanvulling daarop nog de mogelijkheden en risico’s onderzoeken van een dusdanige aanpassing van de Pensioenwet dat mogelijk wordt dat pensioenuitvoerders voor zowel bestaande als nieuwe aanspraken – onder actuarieel neutrale herrekening – één pensioenrichtleeftijd kunnen hanteren zonder tussenkomst van de individuele pensioendeelnemers. Een en ander neemt overigens niet weg dat pensioenuitvoerders in hun communicatie via het Uniform Pensioenoverzicht aan individuele deelnemers zichtbaar kan maken welk pensioeninkomen resulteert bij pensionering 67-jarige leeftijd. Complicatie hierbij is dat de actuarieel neutrale factoren voor het totale deelnemersbestand van een pensioenuitvoerder, op grond waarvan de verhoging wordt berekend bij uitstel, andere zijn dan de actuarieel neutrale factoren voor het bestand van 65-jarigen dat twee jaar wil vervroegen. Er treedt dus altijd ‘snijverlies’ op, tenzij er wettelijk voorgeschreven factoren komen. Of de uitvoerders moeten bij gaan houden op welke factoren er indertijd is uitgesteld. En dat lijkt voor de uitvoeringspraktijk niet wenselijk. cONclusie
Het is duidelijk dat het uiteen lopen van de AOW-leeftijd en de pensioeningangsdatum problemen oplevert, voor zowel de werknemer, de werkgever als de pensioenuitvoerder. Maatregelen om deze problemen blijvend op te lossen zijn er nog niet. De tijd begin te dringen voor werknemers, want het is zo 2013! Noten 1 Wanneer ik in dit artikel spreek ik over ingangsdatum van pensioen, bedoel ik hiermee de ingangsdatum van het aanvullend pensioen, in de tweede pijler. 2 Zie ook http://www.kb.nl/galerie/kalender/jaar_2011/januari/pagina/02.xml 3 Bij de invoering van de AOW in 1957 was overigens al de suggestie gedaan om de AOW-leeftijd te koppelen aan de stijgende levensverwachting om de AOW betaalbaar te houden. Kamerstukken II, 1954-1955, 4009, nr. 3. 4 Zie bijvoorbeeld Memorie van Toelichting Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, Kamerstukken II 2011/12, 33 290, nr. 3, pagina 3. 5 Bruto binnenlands product, de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een jaar. 6 Zie voetnoot 3. 7 Rapport “Gespiegeld in de tijd; de AOW in de toekomst”, Commissie Financiering Oudedagsvoorziening, 2 oktober 1987. 8 WRR (1999), “Generatiebewust Beleid”, SDU, Den Haag. 9 A. van der Host et. al. (2010), “Vergrijzing verdeeld: Toekomst van de Nederlandse Overheidsfinanciën”, CPB, Den Haag, nr. 86. C. van Ewijk et. al. (2006), “Ageing and the Sustainability of Dutch Public Finances”, CPB, Den Haag. C. van Ewijk et. al. (2000), “Ageing in the Netherlands”, CPB, Den Haag. 10 J. Kähkönen and M.T. Hadjimichael (2006), “Kingdom of the Netherlands Staff Report for the 2006 article IV consultation”, IMF, Washington D.C. 11 Rapport Vergrijzing en houdbaarheid, Kamerstukken II 2005/06, 30 300, nr. 65.
P&P_12_10.indd 19
12 European Commission (2009), “2009 Ageing Report: Economic and budgetairy projections for the EU-27 Member States (2008–2060)”, European Economy 2, Office for Official Publications of the European Communities, Luxembourg. 13 Council of the European Union (2011). “Council Recommendation July 12”, (2011/C 212/04), Official Journal of the European Union, Brussels. 14 Wetsvoorstel van kabinet-Balkenende IV om vanaf 2010 de ingangsdatum van de AOW geheel of gedeeltelijk uit te stellen met maximaal vijf jaar. Kamerstukken II 2008-2009, 31 774. 15 Wetsvoorstel ‘verhoging AOW-leeftijd’ om AOW-leeftijd in twee stappen te verhogen: naar 66 in 2020 en naar 67 in 2025. Kamerstukken II 2009-2010, 32 247. 16 Stichting van de Arbeid, “Pensioenakkoord voorjaar 2010”, 4 juni 2010. 17 Regeerakkoord tussen VVD en CDA: ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’, 30 september 2010, pagina 43. 18 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging van de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat van 65 naar 66 jaar (Wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar), Kamerstukken II 2010/11, 32 767. 19 Stichting van de Arbeid, “Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord van 4 juni 2010”, 10 juni 2011. Zie ook de reactie van het kabinet op het uitwerkingsmemorandum: Kamerstukken II 2010/11, 30413, nr. 157. 20 “Verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW”, Kamerstukken II 2010/11, 32 043, nr. 62. 21 Vastgelegd in een brief van minister Kamp aan de Tweede Kamer van 14 september 2011, Kamerstukken II 2010/11, 32 043, nr. 66. 22 Brief van Minister Kamp aan de Tweede Kamer van 9 december 2011, Kamerstukken II 2011/12, 32 767, nr. 10 23 De volledige titel van het wetsvoorstel luidt: “Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling van de levensverwachting van de pensioenleeftijd, extra verhoging van het AOW-ouderdomspensioen en introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen desgevraagd geheel of gedeeltelijk eerder of later te laten ingaan.” 24 Bijlage bij de aanbiedingsbrief ontslag van het kabinet aan koningin Beatrix, 23 april 2012. 25 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd), Kamerstukken II 2011/12, 33 290. 26 Kamerstukken II 2011/12, 33 290, nr. 14. 27 Vraag & Antwoord 12-004 van 17 juni 2012, www.belastingdienstpensioensite.nl 28 Memorie van Antwoord, Kamerstukken I 2011/12, 33 290, C, pagina 5. 29 Artikel 18a, lid 6 Wet LB 1964. 30 Artikel 18a, lid 5 Wet LB 1964. 31 V&A 08-045 op www.belastingdienstpensioensite.nl 32 Kamerstukken I 2011/12, 33 290, I. 33 Memorie van Toelichting, Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013), p. 15. 34 In het Burgerlijk Wetboek wordt opgenomen dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van rechtswege eindigt bij het bereiken van de AOW-leeftijd of hogere overeengekomen pensioengerechtigde leeftijd, tenzij (cao)partijen schriftelijk andere afspraken hebben gemaakt. Het betreffende wetsvoorstel Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd, ligt momenteel bij de Raad van State. 35 Kamerstukken I 2011/12, 33 290, G, pag. 3-4. 36 Inbreng voor de informatiebijeenkomst over de Wet Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, Pensioenfederatie, 9 juli 2012. 37 Kamerstukken I 2011/12, 33 290, G
nr. 10 2012
19
16/10/12 11:55 AM