INFORMATIEBROCHURE
EETSTOORNISSEN • ANOREXIA NERVOSA • BOULIMIA NERVOSA • EETBUISTOORNIS
2
Inleiding Deze brochure beschrijft kort de belangrijkste eetstoornissen: anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetbuistoornis. Deze eetstoornissen komen voornamelijk voor bij vrouwen; ongeveer 10% van de patiënten is man. De duur van deze stoornissen kan sterk wisselen, van een half jaar tot dertig jaar. De weg naar genezing is vaak lang. Afhankelijk van de ernst en de duur van de eetstoornis enerzijds en de toegepaste behandelingen anderzijds zal ook het verloop erg verschillend zijn van de ene patiënt tot de andere. Ongeveer 40% van de patiënten herstelt volledig, 40% herstelt gedeeltelijk en 20% herstelt niet. Ongeveer 5% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van een eetstoornis. De slankheidswens wordt door vele meisjes en vrouwen aangegrepen als antwoord op het gevoel niet goed genoeg te zijn. ‘Als ik slanker ben, zal ik me beter voelen’ is de valse verwachting die kan uitmonden in allerlei vermageringspogingen of overdreven lijnen. Dit is wel een risicofactor maar niet de enige oorzaak voor de ontwikkeling van een eetstoornis. Mensen met eetstoornissen zijn, zeker in de beginfase, geneigd hun problemen te ontkennen, te verbergen of te minimaliseren. Hierdoor kan herkenning moeilijk zijn. Slechts een klein gedeelte van de patiënten met een eetstoornis komt in de geestelijke gezondheidszorg terecht. Belangrijk is dat hulp zoeken bevorderd wordt en dat een betere herkenning van eetstoornissen wordt mogelijk gemaakt. Samenleven met een eetstoornispatiënt is niet gemakkelijk en vergt veel van de emotionele en financiële draagkracht van het gezin. Het taboe rond de psychische problematiek en de psychologische hulpverlening verhindert nog te vaak dat patiënten en gezinnen tijdig de noodzakelijke hulp gaan zoeken.
Deze brochure wordt u aangeboden door de Vereniging AN-BN. De vereniging tracht zich in te zetten voor mensen met anorexia nervosa (AN), boulimia nervosa (BN), eetbuistoornis (EBS) en hun omgeving. 3
Wat is anorexia nervosa? Letterlijk vertaald betekent het: 'gebrek aan eetlust door nerveuze oorzaken'. De mensen die hieraan lijden hebben echter geen gebrek aan eetlust, maar proberen juist hun eetlust en hongergevoel te onderdrukken. Beter zouden we het 'magerzucht' kunnen noemen, want de patiënten ervaren een onweerstaanbare drang om af te vallen. Ze lijken eraan verslaafd en gaan ermee door, zelfs als zij al een uitgesproken ondergewicht vertonen. Eten, gewicht en lichaamsomvang zijn een obsessie voor anorexiepatiënten. Ze tellen voortdurend calorieën en tobben over wat zij zichzelf wel of niet toestaan te eten. Voedsel wordt slechts als 'gezond' beschouwd als het weinig calorieën bevat; vooral suikers en vetten zijn taboe. Vaak eten anorexiepatiënten iedere dag dezelfde dingen volgens een vast schema of zichzelf opgelegd ritueel. Iedere afwijking van dit patroon kan paniek oproepen en wordt daarom op alle mogelijke manieren vermeden. Sommige patiënten kunnen dit regime niet volhouden en hebben bij tijd en wijlen last van eetbuien, waarbij ze in korte tijd veel eten naar binnen werken. Na zo'n eetbui voelen ze zich erg wanhopig en willen het eten zo snel mogelijk weer kwijt. Dit doen ze dan vaak door zelf opgewekt braken of door het gebruik van laxeermiddelen. Om nog meer af te vallen dwingen anorexiepatiënten zichzelf vaak tot overmatige lichamelijke activiteit. Sommige patiënten beoefenen bijvoorbeeld twee uur per dag aerobics, joggen dagelijks 10 kilometer of doen iedere avond op hun kamer 500 buikspieroefeningen.
Officiële criteria voor de diagnose van anorexia nervosa • Weigeren het lichaamsgewicht te handhaven op of boven een voor de leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht. • Intense angst om in gewicht toe te nemen of “dik” te worden terwijl er juist sprake is van ondergewicht. • Stoornis in de manier waarop iemand zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm beleeft; een onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht of lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf; of ontkenning van de ernst van het huidig laag lichaamsgewicht. • Afwezigheid van ten minste drie achtereenvolgende menstruele cycli. Er worden twee typen onderscheiden: Beperkende type: er komen geen periodes voor van eetbuien, zelf-opgewekt braken of gebruik van laxeermiddelen. Purgerend type: er komen geregeld eetbuien voor gevolgd door zelf-opgewekt braken en/of gebruik van laxeermiddelen.
4
Wat zijn de gevolgen van anorexia nervosa? De lichamelijke gevolgen Door de ondervoeding en vermagering kunnen veel lichamelijke klachten optreden. • Bij vrouwen stopt de menstruatie, want de hormonen die voor de menstruatiecyclus zorgen nemen af tot het niveau van vóór de puberteit. Dit gaat gepaard met tijdelijke onvruchtbaarheid. • De ademhaling en de hartslag worden trager. Ook de bloeddruk daalt. Dit komt doordat het lichaam bij dalend gewicht en verminderde voedselinname zoveel mogelijk overschakelt op besparing in de stofwisseling. Als gevolg hiervan voelen de patiënten zich dikwijls moe, duizelig, lusteloos of depressief (al zullen ze dat in het begin niet toegeven). • Doordat er weinig eten wordt verbrand, daalt de lichaamstemperatuur en hebben de patiënten last van koude, vaak blauwe handen en voeten. Ook kan, als gevolg van de lage lichaamstemperatuur, een donsachtige beharing in het gezicht, op de armen, borst en rug ontstaan. • De conditie van het gebit en de haren verslechtert. Er kan haaruitval optreden. • De huid wordt droog en schilferig en verslapt. • Door de beperking van de voedselinname kan verstopping (obstipatie) optreden. Hierdoor kan een anorexiepatiënt in paniek raken en toevlucht zoeken in laxeermiddelen. • Bij extreme vermagering ontstaat vaak een vochtophoping (oedeem) in de onderbenen. • Als patiënten sterk vermageren wordt spierweefsel afgebroken. • Het honger- en verzadigingsmechanisme raakt volkomen verstoord. De patiënten voelen op den duur niet meer wanneer ze honger hebben. • Anorexiepatiënten slapen vaak moeilijk in of zijn al vroeg wakker. Dit leidt ertoe dat zij 's ochtends al vroeg met werk, studie of andere activiteiten bezig zijn. • Door het ontoereikende of eenzijdige dieet kunnen tekorten aan bepaalde mineralen en vitamines ontstaan. • Het ondergewicht in combinatie met het uitblijven van de menstruatie kan ook leiden tot botafbraak (osteoporose) met een toenemend gevaar op botbreuken. • Bij patiënten die laxeer- en/of plasmiddelen gebruiken en/of regelmatig braken kunnen ernstige stoornissen in de elektrolytenhuishouding ontstaan, in het bijzonder een tekort aan kalium. Dit kan leiden tot nier- en leverbeschadigingen, spierkrampen, hartritmestoornissen en zelfs hartstilstand.
5
Bijna alle lichamelijke symptomen verdwijnen wanneer de patiënten weer een stabiel, normaal gewicht hebben bereikt. Als de ziekte echter vele jaren duurt, kan onherstelbare schade aangericht worden. Omdat anorexiepatiënten zelf vaak de ernst van hun lichamelijke toestand ontkennen, is dit risico zeker aanwezig. Al met al blijkt hieruit dat anorexia nervosa geen onschuldige modegril is maar een ernstige bedreiging betekent zowel van de gezondheid als van een normale ontwikkeling.
De psychosociale gevolgen Mensen met anorexia voelen zich vaak geïsoleerd en verlaten. De omgeving begrijpt niet dat de patiënten hun lichaam heel anders ervaren dan anderen het zien. De vermagering en het abnormale eetgedrag roepen veel onbegrip en bezorgdheid op bij familie en vrienden. Daarom proberen zij hun eetstoornis zo veel mogelijk verborgen te houden en zullen zij allerlei smoesjes en uitvluchten verzinnen. Hierdoor kunnen zij door hun omgeving als leugenachtig of onbetrouwbaar worden ervaren. Anorexiepatiënten zijn vaak bezig met het plannen en geheimhouden van hun eetgedrag. Ze moeten van zichzelf aan een heleboel regels voldoen en worden in hun denken en doen erg in beslag genomen door hun ziekte. Dit veroorzaakt veel stress. Een gezellige bezigheid als een etentje of een verjaardagsfeestje kan hen erg gespannen maken. Bij reacties op hun voorkomen of gedrag voelen ze zich snel gekwetst, onbegrepen en reageren prikkelbaar, zelfs agressief. Anorexiepatiënten gaan zich hoe langer hoe meer afzonderen van de mensen om hen heen. Ze zijn uiteindelijk alleen nog maar bezig met wel of niet eten, met dik of dun zijn, of met hardlopen, fietsen of zwemmen. Hoewel ze vaak grote moeite doen om zich zo ‘normaal’ of aangepast mogelijk te gedragen, zijn zij zo door hun ziekte geobsedeerd, dat niets of niemand anders hen nog interesseert. Zij komen daardoor al gauw in een sociaal isolement. Aanvankelijk doen deze patiënten zich nog levenslustig en energiek voor. Ze gaan zelfs extra presteren op school, werk of sport. Maar met de toenemende vermagering blijkt dat ze lustelozer worden, zich meer afzonderen en in hun ‘eigen wereld’ opgesloten raken. Ze hebben het echter moeilijk hun echte gevoelens te laten blijken, want dat is in hun ogen ‘zwakheid’. Ze nemen dan ook weinig mensen echt in vertrouwen, hetgeen ook maakt dat ze lang wachten vooraleer ze hulp vragen.
6
Wat is boulimia nervosa? Letterlijk betekent het: 'eetlust als een os door nerveuze oorzaken'. Soms ook vraatzucht genoemd. Dit klopt niet helemaal, omdat er sprake is van eetbuien die worden afgewisseld met perioden van (bijzonder) matig eten. Centraal staat een onweerstaanbare drang om grote hoeveelheden te eten, gekoppeld aan de angst hierdoor te verdikken. Tijdens een eetbui worden grote hoeveelheden eten naar binnen gewerkt en hebben de patiënten het gevoel dat zij de controle over hun eetgedrag kwijt zijn. Zij kunnen niet meer stoppen met eten. Het voedsel is dikwijls calorierijk en wordt vaak zonder proeven doorgeslikt. Meestal betreft het voedsel dat de patiënten zich buiten de eetbuien niet toestaan. De drang tot eetbuien is vaak zo groot dat patiënten deze gaan plannen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gedurende de dag, op hun werk, nauwelijks iets eten, om ’s avonds extra inkopen te doen en dan thuis wanneer ze alleen zijn een eetbui te hebben. Maar een eetbui kan ook ontstaan wanneer patiënten het gevoel hebben 'over de schreef' te zijn gegaan, omdat zij iets meer gegeten hebben dan zij zichzelf hadden toegestaan. De frequentie van de eetbuien varieert van persoon tot persoon. De ene heeft nu en dan een eetbui, de andere heeft er vele per dag. Na een eetbui proberen boulimiepatiënten het eten zo snel mogelijk weer kwijt te raken uit angst hierdoor te verdikken. Vaak gebeurt dit door zelf-opgewekt braken en/of het gebruik van laxeermiddelen en/of plasmiddelen. Het kan ook zijn dat er geen gebruik wordt gemaakt van deze middelen, maar dat na een periode van eetbuien een periode van streng vasten en/of overdreven bewegen volgt. Als reactie op het hongergevoel dat door het vasten ontstaat, kunnen weer nieuwe eetbuien volgen. Net als anorexiepatiënten zijn boulimiepatiënten dus geobsedeerd door voedsel, gewicht en lichaamsomvang. De meeste boulimiepatiënten hebben echter een normaal gewicht, al komen schommelingen met onder- en overgewicht ook voor. Heel snel voelen zij zich te dik en proberen dan ook voortdurend slanker te worden of strikt op hetzelfde gewicht te blijven. Boulimiepatiënten schamen zich vaak erg voor hun eetbuien en proberen deze voor de buitenwereld verborgen te houden. Omdat ze een min of meer normaal gewicht hebben is er uiterlijk niets aan hen te merken. Ook kunnen ze in gezelschap normaal mee-eten, maar gaan dan vaak achteraf stiekem braken of laxeren. Zij zijn meesters in het verbergen van hun eetstoornis.
7
Officiële criteria voor de diagnose van boulimia nervosa § Herhaalde episodes van eetbuien gekarakteriseerd door de volgende kenmerken: - binnen een beperkte tijd eten van een hoeveelheid voedsel die groter is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten. - het gevoel de beheersing over het eten tijdens deze episodes kwijt te zijn. § Herhaald onaangepast compensatiegedrag om gewichtstoename te voorkomen zoals zelf-opgewekt braken, misbruik van laxeermiddelen, plaspillen of andere geneesmiddelen, vasten of overmatige lichaamsbeweging. § De eetbuien en het compensatiegedrag komen ten minste tweemaal per week gedurende drie maanden voor. § Het zelfbeeld wordt in onevenredige mate beïnvloed door de lichaamsvorm en het gewicht. § De stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens episodes van anorexia nervosa. Er worden twee typen onderscheiden: Purgerend type: vooral gekenmerkt door zelf-opgewekt braken of het misbruik van laxeermiddelen of plaspillen. Niet-purgerend type: gaat gepaard met ander compensatiegedrag zoals vasten of overmatige lichaamsbeweging.
8
Wat zijn de gevolgen van boulimia nervosa? De lichamelijke gevolgen Bij boulimia nervosa kunnen als gevolg van het onregelmatige eetpatroon, het braken en het laxeren een groot aantal klachten en afwijkingen optreden. • Verstoring van het honger- en verzadigingsmechanisme. De patiënten weten niet meer wanneer zij honger hebben of voldaan zijn. • Door veelvuldig braken komen de slokdarm en de mondholte voortdurend in contact met het maagzuur. Hierdoor wordt het glazuur van het gebit aangetast (cariës) en kunnen de speekselklieren gaan zwellen. Ook keelpijn en langdurige heesheid kunnen door het braken ontstaan. • Door braken of het gebruik van laxeermiddelen kan een tekort aan kalium ontstaan, wat kan leiden tot nier- en leverbeschadigingen, spierkrampen, hartritmestoornissen en hartstilstand. • Er kan een tekort aan vitaminen en mineralen ontstaan. Ook kan bloedarmoede optreden. • De menstruatie kan onregelmatig zijn. • Bij patiënten die regelmatig veel eten, rekt de maag uit. In het ernstigste geval kan de maagwand scheuren door het plotselinge uitzetten van de maag • Patiënten kunnen verslaafd raken aan de laxeermiddelen. De meeste lichamelijke symptomen kunnen zich herstellen als de eetstoornis verdwijnt. Dit kan echter wel enige tijd duren. Omdat veel mensen met boulimie een normaal lichaamsgewicht hebben, is het door anderen vaak moeilijk te zien dat zij een eetstoornis hebben. Omdat de patiënten zich doorgaans over hun eet- en purgeergedrag schamen, spreken zij vaak niet over hun lichamelijke klachten, waardoor deze onopgemerkt blijven. Dit maakt boulimia nervosa tot een lichamelijk gevaarlijke ziekte.
De psychosociale gevolgen Boulimiepatiënten stellen, net als anorexiepatiënten, hoge eisen aan zichzelf. Daarom beschouwen zij het feit dat zij hun eetgedrag niet in de hand kunnen houden als gebrek aan wilskracht en zelfbeheersing. Hierdoor voelen ze zich schuldig en krijgen ze vaak een hekel aan zichzelf. Als ze er daarnaast ook nog niet in slagen het, in hun ogen, ideale lichaamsgewicht te handhaven, verergert dit nog hun negatieve zelfbeeld. 9
Omdat ze zich zo schamen en bang zijn om afgewezen te worden, proberen boulimiepatiënten vaak hun eetbuien voor anderen verborgen te houden. Het braken en het gebruik van laxeermiddelen houden zij uiteraard ook geheim. Zo lijden velen van hen jarenlang een soort 'dubbel leven', waarbij zelfs een levenspartner, ouders of een beste vriendin soms jarenlang niet op de hoogte zijn van hun problematiek. Boulimiepatiënten voelen zich dan ook vaak erg eenzaam in de worsteling met hun probleem. Ze zoeken pas hulp als de wanhoop te groot is om mee verder te leven. Als ze er uiteindelijk toe zijn gekomen hun probleem aan anderen te vertellen, voelen ze zich nog vaak alleen. Het is moeilijk om aan buitenstaanders duidelijk te maken wat het betekent om met zo'n eetstoornis te moeten leven. Boulimiepatiënten zijn in gedachten veelvuldig bezig met eten en piekeren vaak over hun uiterlijk en gewicht. Hierdoor kunnen ze zich moeilijk op andere dingen concentreren, zoals studie en het onderhouden van relaties. Het maken van afspraken is moeilijk, want ze weten vaak niet van tevoren wanneer een eetbui toeslaat. Als ze laxeermiddelen gebruiken, kunnen ze last hebben van enorme darmkrampen, waardoor ze vaak weer afspraken moeten afzeggen. Mensen met boulimie komen daarom op den duur in een sociaal isolement terecht. De eetbuien en de laxeermiddelen kosten veel geld. Boulimiepatiënten komen daarom niet zelden in financiële problemen. Dit versterkt hun isolement, want hierdoor wordt het ook weer moeilijker om iets met anderen te ondernemen. Uitgaan kost immers ook weer geld. Als de financiële zorgen groot worden, komt het ook voor dat de patiënten voedsel gaan stelen uit de winkel. Hier voelen ze zich dan weer erg schuldig over.
10
Eetbuistoornis Naast anorexia en boulimia is er de laatste jaren sprake van een derde stoornis: de eetbuistoornis (EBS), in het Engels bekend als 'Binge Eating Disorder'. Over de diagnose bestaat nog geen eensgezindheid in de wetenschappelijke wereld. Het lijkt wel in veel opzichten op boulimia nervosa met het belangrijke verschil dat er weinig of geen compensatie voor de eetbuien wordt toegepast. Het gaat dus om mensen die herhaaldelijk eetbuien hebben (zoals boulimiepatiënten) maar daarna niet gaan braken, laxeren of vasten. Uiteraard betekent dit dat hun gewicht gaat toenemen en er snel een overgewicht tot zelfs zwaarlijvigheid kan ontstaan. Wat is het verband met zwaarlijvigheid? Dit is nog moeilijk te beantwoorden. Men vermoedt dat er onder de zwaarlijvige mensen zeker een derde lijdt aan een vorm van eetbuistoornis. Soms bestond de zwaarlijvigheid of het overgewicht al op jongere leeftijd en is men door vermageringspogingen de controle over het eten kwijt geraakt. Dit kan dan bij sommigen leiden tot boulimia nervosa en bij anderen tot een eetbuistoornis. Ook kan er lange tijd geen gewichtsprobleem geweest zijn en treden de eetbuien pas later op in reactie op allerlei stressfactoren, spanningen, tegenslagen of conflicten. Maar EBS is veel meer dan alleen wat frustraties ‘weg eten’. Het kan het hele leven overheersen en gaat vaak gepaard met depressieve episoden.
11
Wat is er bekend over eetstoornissen bij mannen? Eetstoornissen komen 10 tot 20 keer minder voor bij mannen dan bij vrouwen. Verklaringen die vaak worden genoemd zijn het overheersende slankheidsideaal voor vrouwen, de hoge eisen die de maatschappij stelt ten aanzien van vrouwen, en mogelijke biologische verschillen in aanleg tussen mannen en vrouwen. De oorzaken van een eetstoornis bij mannen verschillen echter niet fundamenteel van die bij vrouwen. Dit betekent ook dat er geen aparte behandelingsmethoden zijn voor mannen. Wel is het zo dat mannen met een eetstoornis vaak anders worden bekeken door hun omgeving, mede omdat het als een typisch vrouwenprobleem wordt gezien. Dit maakt ook dat het vaak niet als zodanig wordt erkend en herkend, zowel door de omgeving als door artsen/hulpverleners. Ook speelt schaamte over het gedrag vaak een grote rol.
12
Wat hebben eetstoornissen gemeenschappelijk? In eerste instantie lijkt er een tegenstelling te bestaan tussen 'hongeren' en 'overeten'. Toch hebben anorexia, boulimia en eetbuistoornis veel overeenkomsten. De patiënten hebben dan ook een aantal kenmerken gemeenschappelijk. De stoornissen kunnen zelfs afwisselend bij dezelfde persoon optreden. Het komt regelmatig voor dat anorexiepatiënten op den duur boulimie ontwikkelen. De oorzaken zijn ook vaak dezelfde. Voor de meeste mensen met een eetstoornis geldt: •
• •
•
Ze zijn geobsedeerd door alles wat te maken heeft met eten, gewicht en lichaamsomvang. In hun gedachten zijn ze voortdurend bezig met wat ze wel of niet zullen eten en met de gevolgen die dit op de weegschaal of voor de spiegel zal hebben. Ze zijn extreem bang om aan te komen. Afvallen of hetzelfde gewicht weten te houden stelt hen gerust. Ze zijn vervreemd geraakt van hun lichaam. Ze hebben een hekel aan hun lijf en ervaren zichzelf veel dikker dan ze in werkelijkheid zijn. Hierdoor luisteren ze niet naar de signalen van hun lichaam, wanneer dit behoefte heeft aan voedsel. Op den duur zijn ze niet meer in staat om deze signalen te voelen. Ze hebben weinig zelfvertrouwen en een sterke behoefte om gewaardeerd te worden door anderen. Ze zijn bang om te falen en stellen hoge eisen aan zichzelf om zo waardering te krijgen. Ze hebben vaak het gevoel dat ze tekort schieten en niets goed genoeg doen. Hierdoor voelen ze zich erg machteloos. De eetstoornis is hier een reactie op. Wanneer patiënten in de ban zijn geraakt van hun eetstoornis, wordt dit gevoel van machteloosheid steeds meer versterkt.
13
Wat zijn de oorzaken van eetstoornissen? Er is niet één oorzaak voor het ontstaan van eetstoornissen aan te wijzen. Een combinatie van factoren speelt een rol. Omdat anorexia en boulimia overwegend bij vrouwen en meisjes voorkomen, hebben cultureel-maatschappelijke en sociale verklaringen zich tot nu toe grotendeels toegespitst op hun situatie. Maar ook jongens en mannen lijden aan eetstoornissen. Het zal daarom duidelijk zijn dat geen van de afzonderlijke factoren op zichzelf de doorslag geeft. Het gaat altijd om een samenspel, waarbij de invloed van de specifieke factoren bij elke patiënt weer enigszins anders kan liggen. Globaal kunnen de volgende factoren worden onderscheiden.
Lichamelijke factoren Tot nu toe zijn er geen ondubbelzinnige aanwijzingen dat eetstoornissen een puur lichamelijke oorzaak hebben. Naar zaken als erfelijkheid, zinktekort en de invloed van stoffen in de hersenen (neurotransmitters) wordt onderzoek gedaan, maar vooralsnog zonder doorslaggevend resultaat. Wel lijkt het erop dat overdreven lijnen een belangrijke risicofactor is. Mensen die zichzelf het voedsel ontzeggen dat zij nodig hebben, gaan automatisch aan eten denken - daar zorgt het lichaam wel voor. Een vermageringsdieet of eenzijdige voeding (o.a. onevenwichtig vegetarisch eten) kan dus het begin vormen van een obsessie met eten en een verstoring van het honger- en verzadigingsmechanisme. Zijn mensen eenmaal op deze weg, dan kunnen zij doorslaan naar steeds strenger vasten. Ook kan hongeren tot gevolg hebben dat er eetbuien ontstaan, die meestal uitmonden in een steeds chaotischer eetpatroon. De patiënten komen dan in een vicieuze cirkel terecht. Soms kan een ziekte of operatie de aanleiding zijn tot vermagering. Deze was aanvankelijk ongewild maar het gewichtsverlies wordt toch als positief ervaren en daarna gaat men zelf de vermagering doorzetten. Sommige patiënten gebruiken lichamelijke klachten (‘maaglast’, ‘voedselallergie’) als excuus voor het weinig eten.
14
Cultureel-maatschappelijke factoren De toename van het aantal vrouwen met eetproblemen kan in verband gebracht worden met de veranderende rol van vrouwen in de westerse samenleving. Aan de ene kant moeten vrouwen nog teveel het ideaal van de zorgende, zachtaardige en aantrekkelijke echtgenote en moeder naleven; aan de andere kant worden ook steeds meer traditioneel 'mannelijke' activiteiten van hen verwacht, zoals presteren in studie of carrière maken. Deze vaak tegenstrijdige verwachtingen kunnen leiden tot het onmogelijke streven om op alle vlakken 'perfect' te zijn of tot verwarring over de eigen identiteit als vrouw. Eén eis die aan vrouwen in de westerse cultuur wordt gesteld speelt daarbij een centrale rol: slank zijn. Het slankheidsideaal lijkt een belangrijke factor in het ontstaan van eetstoornissen. Het 'ideale' vrouwelijke figuur, zoals dat in de media veelvuldig wordt getoond, is steeds minder vrouwelijk, dat wil zeggen: heeft steeds minder heupen en billen. Het gewicht van modellen ligt dikwijls ruim onder de grens waarbij een vrouw kan menstrueren. Onder invloed van deze 'ideaalbeelden' doen veel vrouwen dan ook 'aan de lijn', soms een leven lang. Meisjes blijken steeds jonger ontevreden te zijn met hun uiterlijk en proberen hun voedselinname te beperken. Op dieet gaan vormt een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van eetstoornissen. Voor anorexiepatiënten geldt dat zij doorschieten in hun lijngedrag; voor boulimiepatiënten geldt dat het lijngedrag het ontstaan van eetbuien in de hand werkt.
Sociale factoren De invloed van het westerse slankheidsideaal dringt uiteraard niet alleen door via de media, maar manifesteert zich ook in de sociale omgeving. Ongezond lijngedrag van bijvoorbeeld een ouder kan leiden tot ongezond lijngedrag van een kind. Herhaalde, kritische opmerkingen over lichaamsomvang, uiterlijk en gewicht door familieleden, partners, vrienden, klasgenoten, medestudenten of collega's kunnen aanleiding geven tot onnodig lijngedrag, dat zich weer kan ontwikkelen tot anorexia, boulimie of eetbuistoornis. Maar kritische opmerkingen hoeven niet eens aan een persoon zelf gericht te zijn om een negatief effect te hebben. Waar mensen op hun uiterlijk worden beoordeeld (modebladen, omroepsters, miss-verkiezingen ), zal men de heersende normen al snel op zichzelf gaan toepassen. Wanneer lichamelijke perfectie van groot belang wordt geacht (zoals in het ballet, de modellenwereld en in de sport), lopen vrouwen/mannen het risico om de pedalen te verliezen in hun streven om aan die norm te voldoen.
15
Behalve de druk uit de directe omgeving om aan het slankheidsideaal te voldoen, kan de omgeving ook nog op een andere manier aanleiding geven tot het ontwikkelen van eetproblemen. Vaak komt het voor dat patiënten binnen het gezin niet voldoende geleerd hebben om hun gevoelens te uiten of conflicten op te lossen. De patiënten kunnen dan niet omgaan met emoties, zoals boosheid en verdriet, en vinden in het niet of teveel eten een uitlaatklep of verdoving. Ook ingrijpende traumatische ervaringen, zoals seksueel misbruik, lichamelijk geweld of psychische vernedering, kunnen leiden tot het ontstaan van een eetstoornis.
Psychologische factoren Hoewel cultureel-maatschappelijke en sociale factoren voor het ontstaan van eetproblemen zeker een rol van betekenis spelen, kunnen ook meer persoonlijke factoren van belang zijn. Mensen met eetstoornissen zijn over het algemeen meer kwetsbaar en gevoelig dan anderen. Ze willen alles erg goed doen, maar slagen hier in hun eigen ogen bijna nooit in. Wanneer vanuit deze onzekerheid conclusies worden getrokken die vervolgens het denken gaan bepalen ('Alleen als ik tien kilo afval, zullen mensen mij aardig vinden'), komen patiënten in een neerwaartse spiraal terecht met als resultaat dat het succes of het falen in verband gebracht wordt met het lichaamsgewicht. Een vertekend lichaamsbeeld, lage zelfwaardering en veeleisendheid of perfectionisme zijn dan ook kenmerkend voor patiënten met anorexia en boulimia. Het feit dat eetproblemen vaak in de puberteit ontstaan, wijst erop dat juist de grote lichamelijke en psychologische veranderingen van die periode tot een groter risico leiden. Zeker meisjes in de puberteit laten een grote daling in zelfvertrouwen zien. Onzekerheid over de nieuwe rol als vrouw kan leiden tot de behoefte om het meisjeslichaam 'in de hand te houden'. Ook kan het eetgedrag een manier zijn om een besef van eigenheid of identiteit te ontwikkelen. Beheersing van het lichaam wordt dan synoniem met controle over het eigen leven. Eetstoornissen kunnen echter ook na de puberteit ontstaan. In dat geval spelen soms bijzondere gebeurtenissen een rol die kennelijk niet goed verwerkt kunnen worden, zoals een verbroken relatie, het overlijden van een geliefd persoon, het huis uit gaan, seksueel misbruik, een zwaar examen moeten doen of het krijgen van een kind.
16
Hoe kunnen eetstoornissen behandeld worden? Zoals we beschreven hebben zijn de lichamelijke en psychosociale gevolgen van eetstoornissen ernstig. De weg naar genezing is vaak lang. Naarmate een eetstoornis langer duurt, wordt het moeilijker deze met succes te behandelen. De drempel naar de hulpverlening is echter hoog, omdat vrouwen en mannen met een eetstoornis moeilijk erkennen dat zij hulp nodig hebben. Als zij die stap eenmaal gezet hebben, is het belangrijk dat zij het gevoel hebben dat zij ernstig genomen worden door de hulpverlener. Zij moeten vertrouwen hebben in hun behandeling, wil deze succes kunnen hebben. Een goede behandeling gaat altijd in op zowel het eetgedrag als de onderliggende problemen. In de Vlaamse gezondheidszorg speelt de huisarts een centrale rol. Hier komt de eerste hulpvraag dan ook vaak binnen. De huisarts kan doorverwijzen naar het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, naar een psycholoog of psychiater, een psychiatrisch ziekenhuis, de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of naar een gespecialiseerd behandelcentrum voor eetstoornissen. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. Welke vorm van therapie gekozen wordt is afhankelijk van de aard van de onderliggende problematiek, de leeftijd en de sociale situatie van de patiënten. Ook speelt de voorkeur van de behandelaar voor een bepaald behandelmodel een rol. De hulp kan bestaan uit individuele therapie, groepstherapie of gezinstherapie (of een combinatie hiervan). Soms kunnen geneesmiddelen deel uit maken van de behandeling van patiënten met eetstoornissen. Voor anorexia zijn er op dit moment geen echt werkzame medicijnen bekend. Zogenaamde eetlustopwekkende middelen zijn zinloos omdat het niet om een gebrek aan eetlust gaat. Bij voedingstekorten kan het wel nodig zijn om bepaalde vitaminen of mineralen extra in te nemen. Voor boulimie worden soms bepaalde antidepressiva voorgeschreven. Deze verbeteren niet alleen de stemming maar kunnen ook de drang tot eten tijdelijk doen afnemen. Dit effect is echter voorbijgaand en bovendien lossen pillen de onderliggende problemen niet op. Daarom moet medicatie gecombineerd worden met psychologische begeleiding. Soms zal het nodig zijn patiënten op te nemen in het ziekenhuis of te verwijzen naar een gespecialiseerde afdeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit hangt af van de ernst van de lichamelijke of geestelijke problemen. Bij zeer ernstig vermagerde patiënten kan een opname in een algemeen ziekenhuis, meestal op de afdeling interne geneeskunde of kindergeneeskunde, noodzakelijk zijn. Als zij daar niet door zelfstandig eten aankomen, kan het, om hun leven te redden, nodig zijn kunstmatige voeding (via een sonde of een infuus) toe te dienen. 17
Voor een goede psychotherapeutische behandeling is het nodig dat de patiënten in een redelijke lichamelijke conditie verkeren. Ernstige ondervoeding leidt tot stoornissen in het gevoelsleven. Sterk vermagerde patiënten voelen vaak niet veel of weten niet meer wat ze voelen. Ze zien de ernst van hun problematiek niet meer voldoende in of voelen zich volkomen onmachtig iets aan hun situatie te veranderen. Het zo vroeg mogelijk starten van een behandeling vanuit een motivatie van de patiënt tot genezen en met steun van zijn/haar omgeving is uitermate belangrijk voor het welslagen van het genezingsproces. De Vereniging AN-BN beschikt over meer informatie over de verschillende behandelingsmogelijkheden in Vlaanderen.
18
Vanuit een voelbaar tekort aan opvang/begeleiding voor A.N. en B.N. patiënten en hun omgeving werd deze Vlaamse vereniging in 1980 opgericht om dit tekort aan te vullen .
De doelstellingen en activiteiten van de vereniging zijn: • het verbeteren van de noodsituaties door de betrokkene en naaste omgeving telefonisch op te vangen. • lotgenoten in contact brengen met elkaar via Chat & Klembord en Forum. • het verstrekken van informatie aangaande professionele hulpverlening. • het stimuleren van dit contact door het inrichten van ontmoetingsdagen. • het verspreiden van informatie om in een zo breed mogelijke kring A.N., B.N. en E.B.S. beter bekend, herkenbaar en bespreekbaar te maken. • het geven van spreekbeurten aan personen, diensten of instellingen die zich daavoor openstellen. • het aanleggen van een mediatheek rond eetstoornissen.
19
Vereniging Anorexia Nervosa - Boulimia Nervosa Fr. Schoevaersstraat 24 1910 Kampenhout Telefoon: 0486 18 80 56 Emailadres:
[email protected] Internet website: www.anbn.be
20