Infobrochure
2. Je zwangerschap
Dienst: materniteit en neonatologie Tel. 011 826 281
mensen zorgen… mensen voorzorgen… mensen voor mensen
Welkom! Dag (toekomstige) ouder. Weldra wordt je gezin uitgebreid. Je leven en dat van je partner krijgt daardoor een andere wending, en gaat een intense periode tegemoet. Een periode van geluk en blijdschap, die ook gepaard kan gaan met de nodige vragen en onzekerheden. Veel zal immers nieuw en onbekend zijn. Met deze brochure willen we voor jou en je partner alvast enkele praktische vragen beantwoorden. Ons deskundig team zal jullie tijdens het verblijf verder opvangen en met raad en daad bijstaan.
2
Bereikbaarheid Onze afdeling materniteit bestaat uit een verloskwartier, een kraamafdeling en een afdeling neonatologie. Overdag zijn we rechtstreeks bereikbaar via de hoofdingang van het ziekenhuis. Je vindt ons op de eerste verdieping, blok A. Op de kraamafdeling meld je je aan de balie. Als er niemand in de buurt is mag je drukken op de bel die op de balie ligt.
Niveau +1
1ste verdieping 1. verloskwartier 2. materniteit 3. poliklinisch operatiekwartier 4. operatiekwartier 5. centrale sterilisatie 6. daghospitaal 7. logement 8. pediatrie hoofdtrap en liften noodtrappen
Opnames tussen 21 uur en 7 uur gebeuren via de spoedgevallendienst. Je kunt de auto hier parkeren. Vanuit spoed begeleidt een verpleegkundige je naar onze afdeling.
Wie zijn wij? Ons professionele team bestaat uit gynaecologen, kinderartsen, anesthesisten, vroedvrouwen, pediatrische verpleegkundigen, kinesisten, diëtisten en logistieke assistenten. Ieder van ons heeft als doel je verblijf zo aangenaam mogelijk te laten verlopen.
3
Onze gynaecologen: Dr. Kaat Verbeke Dr. Lieve Schops Dr. Anne François Dr. Bart Bollen Dr. Annick Corremans Dr. Elke Stevens Secretariaat gynaecologie: Tel. 011 826 100
Onze kinderartsen:
Breng steeds je moederboekje mee. Dat is je persoonlijke dossier met waardevolle en nuttige informatie voor ons.
Dr. Luc Vandenbossche Dr. Jos Christens Dr. Miet Jamers Dr. Suzanne Gal Secretariaat pediatrie: Tel. 011 826 180
Onze afdeling Diensthoofd: Tel. 011 826 282 Kraamafdeling: Tel. 011 826 281 Verloskamer: Tel. 011 826 289 (overdag), 011 826 290 (‘s nachts) Vroedkundige consultatie: Tel. 011 826 286
Voor meer algemene informatie verwijzen we je graag naar de algemene onthaalbrochure van het Mariaziekenhuis. Ook kan je terecht op onze website: www.mariaziekenhuis.be.
4
Borstvoeding, een bewuste keuze Jij en je partner groeien naar de geboorte van jullie baby toe en willen je kindje de best mogelijke start in het leven geven. Daarom is het belangrijk om je nu al te informeren over borstvoeding. Zo ben je straks ook beter voorbereid. Nadenken over borstvoeding leidt soms tot tegenstrijdige gevoelens. Enerzijds is het bijzonder dat je als moeder je kindje op natuurlijke wijze kan voeden. De band die je zo met je baby hebt, is enig. Anderzijds schrikt het altijd paraat staan voor je baby je misschien af, wil je je partner niet uitsluiten. Praat over je gevoelens ten opzichte van borstvoeding, zowel over de positieve als over de negatieve. Tijdens je zwangerschap heb je de tijd om alles eens op een rijtje te zetten. Praat eventueel eens met een ervaringsdeskundige (iemand uit je directe omgeving die al eens borstvoeding gaf), een borstvoedingsvereniging of met professionelen (vroedvrouwen, lactatiekundigen). Ons ziekenhuis organiseert 2 keer per maand een infoavond rond borstvoeding. De vroedvrouwen van onze vroedkundige consultatie helpen je graag bij het maken van de juiste voedingskeuze. Ook de brochure van Kind & Gezin, ‘Borstvoeding, de ideale start’ kan een hulpmiddel zijn. Deze brochure kan je bekomen via je gynaecoloog of de vroedkundige consultatie. Moedermelk is de beste voeding die je je baby kan geven. Ze is gedurende de volledige borstvoedingsperiode afgestemd op de behoefte, de groei, het afweersysteem en de omgeving van je baby. Is borstvoeding om een of andere reden niet mogelijk is, of niet voor jou weggelegd? Flesvoeding is een goed alternatief. Ons team zal je voedingskeuze respecteren en bij de keuze van flesvoeding je wegwijs maken in het bereiden en geven van flesvoeding.
De grootte en vorm van de tepel en van de borsten zijn niet van belang voor het slagen van borstvoeding.
5
Vermijd toxoplasmose! Toxoplasmose (kattenziekte) wordt veroorzaakt door een parasiet. Deze parasiet, Toxoplasmose gondii, kan voorkomen in rauw vlees en in de stoelgang van vooral jonge poezen. Wanneer jij deze infectie oploopt, bestaat er voor jezelf geen gevaar. De symptomen zijn zoals bij een griep: koorts, vermoeidheid en lusteloosheid, maar soms zijn ze amper aanwezig. Wanneer je deze infectie oploopt tijdens je zwangerschap, loopt je baby gevaar om ook geïnfecteerd te geraken. De gynaecoloog controleert in het begin van de zwangerschap of je immuun bent tegen deze parasiet. Ben je niet immuun, dan moet je tijdens je zwangerschap elke besmetting vermijden.
Hoe vermijden?
Eet geen rauw vlees.
Eet geen rauwe eetwaren van dierlijke afkomst (zoals rauwe eieren, rauwe
melk, …) Bij gepasteuriseerde eetwaren is er geen gevaar.
Reinig grondig keukengerei dat in contact is geweest met rauw vlees.
Was je groenten (4 tot 5 keer) en was of schil je fruit.
Als je in contact gekomen bent met een poes, was dan nadien goed je handen.
De kattenbak reinigen, laat je best over aan iemand anders. Is dat niet
mogelijk, draag degelijke wegwerphandschoenen.
6
Draag wegwerphandschoenen als je in de tuin werkt. Vermijd hierbij zeker hand-mond contact en zorg voor een goede handhygiëne.
Kinkhoestvaccinatie Kinkhoest (pertussis) is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen en wordt gekenmerkt door hevige en aanhoudende hoestbuien. Kinkhoest komt de laatste jaren in toenemende mate voor hoewel er een goede vaccinatiegraad is voor kinkhoest. De afweerstoffen dalen en verdwijnen zelfs 5 tot 10 jaar na de laatste kinkhoestvaccinatie. Maar ook na het doormaken van een natuurlijke kinkhoestinfectie is een levenslange immuniteit tegen de ziekte niet gegarandeerd. Als gevolg daarvan ontstaat een groter wordende groep van adolescenten en volwassenen die niet of onvoldoende beschermd zijn. Hierdoor kan de ziekte makkelijk doorgegeven worden aan jonge zuigelingen die nog niet (volledig) gevaccineerd zijn. Op jonge leeftijd kan de ziekte ernstig tot zelfs dodelijk zijn. Beschermen tegen kinkhoest De hoge gezondheidsraad van België doet de volgende aanbevelingen over de vaccinatie tegen kinkhoest: • Alle volwassenen wordt de toediening van één dosis dTpa aanbevolen, ongeacht de voorgeschiedenis van een (volledige of onvolledige) kinkhoestvaccinatie. En zeker degenen die in contact komen met jonge zuigelingen (ouders, grootouders, verzorgend personeel, onthaalmoeders) = cocoonvaccinatie. • Vaccinatie tijdens de zwangerschap zorgt ervoor dat hoge concentraties afweerstoffen door de placenta worden doorgegeven aan de foetus (liefst tussen 24 en 32 weken zwangerschap) en zo de pasgeborene beschermen vanaf de geboorte. • Indien de vaccinatie niet tijdens de zwangerschap werd gegeven, wordt ze zo snel mogelijk na de bevalling toegediend als onderdeel van de cocoonvaccinatie. Concreet zullen alle vaders/partners (en bij uitbreiding alle volwassenen die instaan voor de zorg van of geregeld contact hebben met de baby) eenmaal moeten worden gevaccineerd tijdens zwangerschap in het kader van coccoonvaccinatie. Alle moeders zullen bij ELKE zwangerschap opnieuw worden gevaccineerd. Het vaccin is een combinatievaccin tegen kroep, klem en kinkhoest (difterie-tetanuspertussis), dat gratis ter beschikking wordt gesteld van de zwangere en haar omgeving. De arts zal vragen om je te laten vaccineren tegen kinkhoest tijdens je zwangerschap. Denk er dan ook alvast eens over na indien je hier vragen bij zou hebben.
7
De opvolging bij een 1ste zwangerschap Termijn
Wat te doen?
Door wie?
6 – 10 weken
Zwangerschapsboekje opmaken met medische
Huisarts
vragenlijst en informatie over algemene levenshygiëne Uitleg eerste trimester screening en eerste bloedname 7 – 9 weken
Indien belaste voorgeschiedenis vaginale echo
Gynaecoloog
(vb. tweeling, miskraam, buitenbaarmoederlijke zwangerschap) 12 weken
Echo I: bepalen zwangerschapsduur, aantal baby’s, eerste
Gynaecoloog
screening naar afwijkingen en nekplooimeting bij de baby + eventueel gepaard met PAPP-A-test (beide testen zijn een screening naar risico’s o.a. downsyndroom) 12 – 16 weken
Mogelijkheid tot informatief gesprek met medewerker van de
Medewerker sociale
sociale dienst in het kader van eventuele administratieve be-
dienst
geleiding; aanvragen kraamgeld/kinderbijslag; uitzoeken van kraamzorg/thuiszorgmogelijkheden, … Afspraak te maken bij voorkeur via
[email protected] of via het nummer 011 826 085. (13-17 weken)
Tripple test als PAPP-A test niet meer mogelijk is
Gynaecoloog
(Geen nekplooimeting meer mogelijk) Enkel na voldoende info! 16 weken
Controle bloeddruk, urine en hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
20-22 weken
Echo II: screening naar orgaanafwijkingen
Gynaecoloog
(niet voor 20 weken!) Info rond navelstrengbloeddonatie (indien je geïnteresseerd bent, kan je de nodige documenten in orde maken tijdens een vroedvrouwenconsultatie tussen 20 en 34 weken zwangerschap)
8
Op medische indicatie wordt mogelijk van deze opvolgingsplanning afgeweken.
Termijn
Wat te doen?
Door wie?
25 weken
Controle bloeddruk, urine en hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
Tweede bloedname met Glucose Challenge test = KORTE suikertest) (50gr suikersiroop drinken, 60 minuten later bloedname) + toxoplasmose indien nodig. Voor deze test mag je normaal eten. 30 – 32 weken
Klinisch onderzoek
Gynaecoloog
Echo III: controle ligging en groei van baby (Eventueel een inspuiting (Rhogam®) bij rhesus negatieve mama’s, om zo de eventuele aanmaak van antistoffen tegen de baby te voorkomen) 33 weken
Controle bloeddruk, urine, hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
35 weken
Klinisch onderzoek, controle bloeddruk, urine
Gynaecoloog
Afname vaginale wisser : screening naar GBS (1) 36 weken
Controle vroedkundige consultatie Mariaziekenhuis
Vroedvrouw
(controle bloeddruk, urine, hartactiviteit, 30 minuten monitor en uitleg over verloop arbeid en bevalling) 37 weken
Controle bloeddruk, urine, hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
38 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Gynaecoloog
hartactiviteit 39 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Huisarts of vroedvrouw
hartactiviteit 40 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Gynaecoloog
hartactiviteit 41 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Gynaecoloog
hartactiviteit Bespreken evt. inleiding vanaf 41 weken 3 dagen (1) GBS: een onschuldige bacterie in de vagina, die de baby kan infecteren bij de bevalling; indien aanwezig wordt de kiem preventief behandeld met antibiotica tijdens de arbeid
9
De opvolging bij een 2de of volgende zwangerschap Termijn
Wat te doen?
Door wie?
6 – 10 weken
Zwangerschapsboekje opmaken met medische
Huisarts
vragenlijst en informatie over algemene levenshygiëne Uitleg eerste trimester screening en eerste bloedname 7 – 9 weken
Indien belaste voorgeschiedenis vaginale echo
Gynaecoloog
(vb. tweeling, miskraam, buitenbaarmoederlijke zwangerschap) 12 weken
Echo I: bepalen zwangerschapsduur, aantal baby’s, eerste
Gynaecoloog
screening naar afwijkingen en nekplooimeting bij de baby + eventueel gepaard met PAPP-A-test (beide testen zijn een screening naar risico’s o.a. downsyndroom) 12 – 16 weken
Mogelijkheid tot informatief gesprek met de sociale dienst in
Medewerker sociale
het kader van eventuele administratieve begeleiding; aanvra-
dienst
gen kraamgeld/kinderbijslag; uitzoeken van kraamzorg/thuiszorgmogelijkheden, … Afspraak te maken bij voorkeur via
[email protected] of via het nummer 011 826 085 (13-17 weken)
Tripple test als PAPP-A test niet meer mogelijk is
Gynaecoloog
(Geen nekplooimeting meer mogelijk) Enkel na voldoende info! 16 weken
Controle bloeddruk, urine en hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
20-22 weken
Echo II: screening naar orgaanafwijkingen
Gynaecoloog
(niet voor 20 weken!) Info rond navelstrengbloeddonatie (indien je geïnteresseerd bent, kan je de nodige documenten in orde maken tijdens een vroedvrouwenconsultatie tussen 20 en 34 weken zwangerschap)
10
Op medische indicatie wordt mogelijk van deze opvolgingsplanning afgeweken.
Termijn
Wat te doen?
Door wie?
25 weken
Controle bloeddruk, urine en hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
Tweede bloedname met Glucose Challenge test = KORTE suikertest) (50gr suikersiroop drinken, 60 minuten later bloedname) + toxoplasmose indien nodig 30 – 32 weken
Klinisch onderzoek
Gynaecoloog
Echo III: controle ligging en groei van baby [Eventueel een inspuiting (Rhogam®) bij rhesus negatieve mama’s, om zo de eventuele aanmaak van antistoffen tegen de baby te voorkomen] 33 weken
Controle bloeddruk, urine, hartactiviteit
Huisarts of vroedvrouw
+34 weken
Controle vroedkundige consultatie Mariaziekenhuis
Vroedvrouw
(controle bloeddruk, urine, hartactiviteit, 30 minuten monitor en uitleg over verloop arbeid en bevalling) 36 weken
Klinisch onderzoek, controle bloeddruk, urine
Gynaecoloog
Afname vaginale wisser : screening naar GBS (1) 38 weken
Klinisch onderzoek
Huisarts of vroedvrouw
Controle bloeddruk, urine en hartactiviteit 40 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Gynaecoloog
hartactiviteit 41 weken
Klinisch onderzoek, bloeddruk, urine en
Gynaecoloog
hartactiviteit Bespreken evt. inleiding vanaf 41 weken 3 dagen
(1) GBS: een onschuldige bacterie in de vagina, die de baby kan infecteren bij de bevalling; indien aanwezig wordt de kiem preventief behandeld met antibiotica tijdens de arbeid
11
Versie: 28 januari 2016
12
Mariaziekenhuis vzw Tel. +32 11 826 000
Maesensveld 1 3900 Overpelt Fax +32 11 826 001
[email protected]
www.mariaziekenhuis.be