In groep 3 is het leren lezen en het plezier in het lezen erg belangrijk. We gebruiken hiervoor de methode Veilig leren lezen.
In groep 3 werken we voor taal, lezen en spelling met de methode Veilig leren lezen. De methode bestaat uit 12 kernen ieder met een eigen thema. Het eerste thema is ‘de school’, het tweede thema heet ‘ mijn lichaam’ Om het thema betekenisvol te laten zijn voor de kinderen start ieder thema met een verhaal.
In iedere kern leren de kinderen om de twee tot drie dag een nieuw woord. Van dat woord staat één letter centraal dat extra aandacht krijgt bij het leren lezen. Om de letters goed te leren lezen oefenen we dagelijks met de letters en woorden. Zo oefenen we met:
- de letters op de letterlijn Juf wijst de letters aan en de kinderen zeggen de letter. We doen dit klassikaal, maar ook individueel.
- het klik-klak-boekje waarin de aangeboden letters worden opgeborgen. Met de letters uit het klik-klak-boekje kunnen nieuwe woorden gemaakt worden. In hun klik-klak-schriftje maken de kinderen eerst een tekening bij de aangeboden letter. Daarna schrijven ze er een paar woorden bij die ze met hun klik-klak-boekje hebben gemaakt. Zo maken ze hun eigen woordenboek. - het werkboekje. Hierin oefenen we verder met de letters die we hebben geleerd. De kinderen moeten goed kijken naar de letters om zo het goede woord te vinden. Goed luisteren naar een woord om te horen wat: “de letter vooraan,” “de middelste letter,” en “de letter achteraan” is. Nog wat later gaan we zinnen lezen en komen daar vragen over.
- De woordendoos, waarmee we met de letters daarin ook nieuwe woorden leren maken. Goed luisteren naar wat de juf zegt “v” “aa” “r” En dan zelf het plaatje ‘vaar’ pakken. De “letter vooraan” pakken of “de letter achteraan”
- Veilig en vlot Met de aangeleerde letters leren we hiermee op tempo lezen. De woorden worden steeds een beetje moeilijker om te lezen. Tempo lezen is belangrijk en wordt veel getoetst. Ook voor begrijpend lezen is het belangrijk. Als je moeite hebt met lezen en/of langzaam leest, ben je al vergeten wat je gelezen hebt voordat je de vraag leest. En dat is lastig. Tempo lezen is dus belangrijk voor het tekstbegrip. - Ringboekje. De kinderen lezen het woord, ernaast staat een plaatje. Daarna lezen ze het woord zonder dat ze het plaatje kunnen zien. Dan begint voor de kinderen het leuke werk. Ze plakken een sticker in hun “ringboekschrift” en schrijven ze zonder te kijken in het boekje het woord op. Tot slot zelf nakijken. Ook een goede oefening voor spelling. - Spelletjes zoals: lettermemorie, woordenmemorie, woordenmaker, zinnenmaker, Tip- Top, letter/woordenbingo, losse letters… Tip-Top - Computer. Hierop staat een programma van Veilig leren lezen waarmee de kinderen per kern kunnen oefenen.
In de klas kijken we naar het filmpje dat hoort bij het woord dat we die dag leren. Heel leuk. U kunt dat thuis ook doen. Klik op de link bij de startpagina van groep 3. Een verzoek: kijkt u niet naar woorden die we nog niet geleerd hebben. Dit voor de motivatie van de kinderen. We houden ze graag nieuwsgierig. - Boeken lezen. Bij de methode zijn boekjes die op de kern aansluiten en waarin de kinderen kunnen lezen. Kinderen die al goed kunnen lezen mogen ook lezen in boekjes met een hoger (AVI) niveau. Een boek waarin we met de hele klas lezen en … een boek waarin we lekker zelf kunnen lezen op ons eigen leesniveau.
De aangeboden nieuwe letter leren gaan de kinderen oefenen om te leren schrijven m.b.v. de methode Novoscript. Eerst leren de kinderen de letter als “stoplichtletter.” Groen is het begin van de letter. Oranje is even wachten Stoplichtletter regenboogletter en Rood is het einde van de letter. Dit oefenen we eerst op het bord. Daarna oefenen we op het bord de “regenboogletter.”
Dan doet juf de letter voor op het bord en dan mogen de kinderen de letter eindelijk zelf als “regenboogletter” overtrekken. Daarna schrijven ze de letter met hun schrijfpotlood om de regenboogletter heen. Tot slot oefenen met “op de lijn” schrijven en “tegen de lijn” schrijven. Daarna wordt de letter nogmaals geschreven in het schrijfschriftje van de schrijfmethode Pennenstreken. In deze methode worden de aangeboden letters regelmatig herhaald, zodat de kinderen deze goed leren schrijven.
Tot februari leren de kinderen de zogeheten’ m-k-m’ woorden bijv. vuur, reus, weg, geit Vanaf februari leren ze de ‘mm-k-mm’ woorden bijv. kring, maar ook heks
In de komende periode komen de volgende rakenvaardigheden aan bod: Getalbegrip Telrij t/m 6 Hoeveelheden bepalen en weten de symbolen erbij en kunnen deze noteren.
Rekentaal: kunnen de begrippen meer, minder, evenveel hanteren. Getalbegrip: Hoeveelheden t/m 10 Ontbrekende getallen op de getallenlijn t/m 20 invullen Basisvaardigheden: Aan de hand van concrete voorbeelden splitsen t/m 20 Meetkunde/ruimtelijke splitssommen oriëntatie: Blokkenbouwsels
Getalbegrip Verder tellen vanaf 5 als hoeveelheden t/m 20 een duidelijke 5 structuur hebben (noppy’s) Basisvaardigheden Van telbare hoeveelheden t/m 20 groepjes van 5 afsplitsen Meten, tijd: Informele maten voor tijd verbinden met een “tijdverhaal”
Getalbegrip Hoeveelheden vergelijken en aangeven wat meer of minder is Basisvaardigheden M.b.v. het busmodel optellen en aftrekken met getallen t/m 12 met overschrijding van de 10 Getallen kleuren die samen 10 zijn Splitsingen uitvoeren via “vleksommen” en het “splitsmachientje
Getalbegrip Ongestructureerde hoeveelheden t/m 30 tellen Bij hoeveelheden t/m 20 het juiste symbool aanwijzen en noteren Rekentaal Begrippen meer, minder, evenveel toepassen Basisvaardigheden Rekenen t/m 20 m.b.v. het busmodel Aan de van concrete situaties (telbare voorwerpen) hoeveelheden t/m 20 splitsen Wereldoriëntatie: We maken kennis met de wereld om heen m.b.v. het schoolprogramma ‘Huisje, Boompje, Beestje.’
Aansluitend op ‘Huisje, Boompje, Beestje.’
Diversen materialen om bijv. voertuigen mee te bouwen, een knikkerbaan, smartgames zoals bijv. ‘Het brandweerspel.’
Kinderboekenweek “Klaar voor de start!” Sint-Maarten, Sinterklaas, Kerst