Een uitgewerkt voorbeeld van hoe jullie de opdracht kunnen oppakken. Werkwijze Als groep studenten formuleer je -het liefst met een echte opdrachtgever- een probleem of knelpunt uit de werkelijke praktijk. Daar ga je mee aan de slag. Ga dus op zoek naar een opdrachtgever uit de praktijk in de voor jullie relevante sector. Ongetwijfeld heb je in jouw /jullie onderwijspraktijk tot nu toe wel eens een knelpunt ervaren en dat je dacht “dat moet toch beter kunnen?” Lukt dit echt niet, overleg dan met je docent of jullie een hypothetisch probleem mogen formuleren. Doel: informatie verzamelen over achtergrond, aard en omvang van het probleem. Uiteindelijk schrijven jullie hier een advies over en presenteren dat -ook weer het liefst- bij de opdrachtgever.
Hierbij een volledig uitgewerkt voorbeeld van een verslag; zo zouden jullie deze opdracht ook kunnen doen. Dit voorbeeld is willekeurig gekozen en is van inmiddels een groep hbo studenten die een SociaalPedagogische opleiding volgen.
In dit voorbeeld is de schoolnaam eruit gehaald; verder zijn er qua stijl, structuur en spelling geen correcties in aangebracht. Het spreekt voor zich dat jullie een onderwerp kiezen uit jullie sector.
Zoals je leest is de omvang van dit totaal: 18 pagina’s. Dat is prima. Een richtlijn is dat het totaal tussen de 10-20 pagina’s telt, inclusief voorblad en inhoudsopgave.
Het voorblad is weggelaten…daar kun je zelf iets bij bedenken.
Inhoud Inleiding ...................................................................................................................................................3 Onderzoeksplan.......................................................................................................................................4 Schets van de organisatie.....................................................................................................................4 Beschrijving van het knelpunt ..............................................................................................................5 Wat is het probleem? .......................................................................................................................5 Wie heeft te kampen met het probleem? ........................................................................................5 Wanneer treedt het probleem op? ..................................................................................................5 Waarom is het een probleem? .........................................................................................................5 Waar doet het probleem zich voor? .................................................................................................5 Hoe is het probleem ontstaan? ........................................................................................................5 Plaatsing van het knelpunt en de aanpak in een kwaliteitsmodel.......................................................6 Doelstelling van het onderzoek en formulering van hoofdvraag en deelvragen Onderzoeksdoel ................................................................................................................................7 Onderzoeksvraag met eventuele deelvragen ...................................................................................7 Beschrijving en verantwoording van de onderzoekspopulatie ............................................................8 Verantwoording van de onderzoeksmethode en onderbouwing van het meetinstrument ...............8 Inhoud en vormgeving van het meetinstrument .................................................................................9 Verbeterplan ........................................................................................................................................ 11 Hypothetische onderzoeksresultaten ............................................................................................... 11 Beschrijving van de doelen ............................................................................................................... 11 Beschrijving van concrete aanbevelingen met relatie tot een kwaliteitsmodel ............................... 12 Algemeen.............................................................................................................................................. 15 Reflectie met behulp van de PDCA-cyclus ........................................................................................ 15 Verantwoording bronnen ................................................................................................................. 16 Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 17 Bewijs van voldoende aanwezigheid.................................................................................................... 18
Inleiding (= probleembeschrijving…zie ook bijlage 3) Vanuit de christelijke scholen gemeenschap XYZ is er een vraag gekomen en dat betreft een cursus aanbod over homoseksualiteit. Ook zouden ze mogelijke afspraken omtrent dit aspect willen aanpassen. De vraag die zij aan ons stelden, is hoe zij ervoor konden zorgen dat de leerlingen op hun school zich veiliger zouden voelen om uit te komen voor hun seksuele geaardheid. De school heeft deze vraag naar aanleiding van een melding van één van hun mentoren. Deze mentor heeft gehoord dat een leerling niet voor zijn seksuele geaardheid durft uit te komen. Wij zijn in aanraking gekomen met XYZ , doordat wij hen zelf hebben benaderd met de vraag of zij omtrent het onderwerp homoseksualiteit ook ergens tegenaan liepen. Dit was inderdaad het geval. In samenspraak met de school hebben we een onderzoek opgestart. Wij vonden dit onderzoek erg interessant en dit is ook de reden waarom we dit onderzoek hebben opgestart. Daarnaast willen we graag de leerlingen helpen om veilig uit de kast te kunnen komen. De resultaten die uit het onderzoek voort komen, moeten bijdragen aan het maken van betere afspraken omtrent de omgang met pesterijen, o.a. rondom geaardheid.
Gaan jullie hiermee ook aan de slag, dan is een probleembeschrijving verplicht en de lengte van deze inleiding (10-15 regels) is prima.
Onderzoeksplan Schets van de organisatie Doelgroep De Christelijke Scholengemeenschap XYZ, locatie ABC, in XXX, biedt onderwijs aan ………..havo- en atheneumleerlingen. Er wordt onderwijs gegeven aan leerlingen, zowel jongens als meisjes, vanaf de eerste klas t/m de vijfde klas. De leerlingen zijn in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Doelen De school heeft als doel om de havoleerlingen door middel van het onderwijsaanbod voor te bereiden op een hbo-opleiding. De school heeft als doel om de atheneumleerlingen door middel van het onderwijsaanbod voor te bereiden om een universitaire opleiding en de atheneumleerlingen hun onderzoekvaardigheden te laten ontwikkelen. Taken De school verzorgt een onderwijsaanbod voor havo- en atheneumleerlingen, wat aansluit op de interesses en talenten van de leerlingen en bereiden de leerlingen voor op een vervolgopleiding en/of hun toekomstige baan. Daarnaast rekent de school het overdragen en ontwikkelen van normen en waarden ook tot één van hun taken binnen het onderwijsaanbod. De school staat open voor andere wereldgodsdiensten en treedt op tegen pesten, discriminatie en racisme. Visie “ Persoonlijke aandacht, wederzijds respect en geloof in ieders talent zijn de kernwaarden van school XYZ . Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich goed ontwikkelen en hun eigen plek vinden in de samenleving. Daarbij maakt het niet uit of iemand een kei is in leren of liever met z'n handen werkt. Iedere leerling verdient de zorg en aandacht die nodig zijn om zijn of haar talenten te ontwikkelen. “ Gehanteerd kwaliteitssysteem In eerste instantie hebben wij via internet onderzoek gedaan naar het kwaliteitszorgsysteem dat de school hanteert. Van verschillende scholen die voortgezet onderwijs aanbieden, staat het gehanteerde kwaliteitszorgsysteem op de website van de school. Dit is bij XYZ niet van toepassing. Vervolgens hebben wij contact gezocht door een e-mail te sturen naar de Stafmedewerker onderwijs en kwaliteitszorg, met daarin de vraag of zij het gehanteerde kwaliteitszorgsysteem aan ons konden vrijgeven. Hierop hebben wij geen reactie gekregen. Als laatste redmiddel hebben wij telefonisch contact gemaakt met de school. Hierin zijn wij niet verder geholpen om het gehanteerde kwaliteitszorgsysteem te ontvangen.
Beschrijving van het knelpunt De school kampt met een praktijkprobleem. Leerlingen voelen zich nl. niet veilig genoeg om uit de kast te komen.
Wat is het probleem ? De Christelijke scholen gemeenschap XYZ kwam bij ons met vraag of wij kunnen onderzoeken hoe de school kan bijdragen aan een veilige omgeving voor leerlingen om voor hun seksuele diversiteit uit te komen. Op de school wordt regelmatig gescholden met het de woorden: flikker, homo, pot of mietje. Dit zorgt ervoor dat de school als onveilige omgeving kan worden ervaren door mensen met homoseksuele gevoelens. Onlangs is op die school een jongen bij zijn mentor uit de kast gekomen en die heeft aangegeven dit niet met zijn klasgenoten te willen delen omdat hij bang is gepest of geslagen te worden. Hij gaf hierbij als argument dat hij dat veel hoort op internet en televisie.
Wie heeft te kampen met het probleem? Op school hebben voornamelijk de leerlingen te kampen met de problemen maar ook leraren en ouders van de leerlingen geven aan dit vervelend te vinden. De leerlingen nemen hun gevoelens mee naar huis en delen dit soms met ouders, die vervolgens ook last hebben van het probleem. Hun kind voelt zich niet prettig of is bang en zij merken dat thuis ook.
Wanneer treedt het probleem op? Het probleem is elke dag op de school aan de orde. Het schelden gebeurt het meest in de pauzes.
Waarom is het een probleem? Leraren geven aan dat zij zich geen raad weten met het gescheld van de jongeren omdat het in grote aantallen gebeurd. De leraren zijn hierdoor soms erg gefrustreerd. De jongeren die worden uitgescholden vinden het natuurlijk erg vervelend. Dit wordt soms gemeld bij de mentor, vervolgens heeft de mentor een gesprek met de leerling. Helaas helpt niet op de lange termijn niet en gaat de leerling weer verder met pesten na 1 of 2 dagen.
Waar doet het probleem zich voor? Het probleem doet zich voor op school in de klaslokalen maar voornamelijk op de gangen en het schoolplein.
Hoe is het probleem ontstaan? Jongeren weten niet alleen te weinig over seksuele diversiteit, ze praten er ook te weinig over. Er heerst nogal een taboe op homoseksualiteit, zelfs nu nog in 2015. Sinds jongeren ermee aan het schelden zijn is dit al een probleem voor zowel de school als de leerlingen.
Plaatsing van het knelpunt/probleem De knelpunten zullen in het PDCA-cyclus worden geplaatst. PDCA staat voor plan, do, check en act. Het kwaliteitsmodel wordt gebruikt als instrument om een proces te verbeteren (Terhürne, 2005). Plan Binnen de school XYZ worden er voorlichtingen geven over seksuele diversiteit. Het doel van deze voorlichtingen is om de leerlingen te informeren en het bespreekbaar te maken en hierdoor ervoor te zorgen dat er minder wordt gepest. Do De voorlichtingen worden gegeven vanuit het COC ………….. (COC ……………..). Scholen zijn verplicht deze voorlichtingen aan te bieden (D66, 2014). Tijdens de voorlichtingen valt het op dat de leerlingen erg lacherig zijn. De begeleiders krijgen het idee dat dit komt, doordat de leerlingen zich niet zeker genoeg voelen om erover te kunnen praten. Check Binnen het docenten team vindt er een evaluatie moment plaats waarin ze hun bevindingen delen. Er is een mentor die aankaart dat een jongen bij hem is gekomen en heeft gemeld dat hij zich niet veilig voelt op school om voor zijn seksuele geaardheid uit te komen. Dit heeft te maken met het feit dat op de school veel gescholden wordt met homo-gerelateerde scheldwoorden. Ze hebben ervoor gekozen om externe onderzoekers in te schakelen om hun huidige beleid omtrent seksuele diversiteit te onderzoeken en verbeteren. Act Er komen onderzoekers die een onderzoek gaan uitvoeren. Het doel is het verbeteren van het huidige beleid van de school omtrent seksuele diversiteit. Plan Uit het onderzoek kwam dat leerlingen zich niet veilig voelen om voor hun seksuele geaardheid uit te komen, met als voornaamste reden pesterijen binnen school. Hierop moet gereageerd worden. Er worden mentor gesprekken gehouden met leerlingen en er wordt een anti-pest campagne gehouden binnen de mentorklassen. Daarnaast zullen in de lessen man- vouwrelaties vervangen worden met voorbeelden van andere seksuele geaarde relaties. Ook zal er meer over dit onderwerp worden gesproken tijdens de biologie lessen. Do Binnen het docenten team worden de aanbevelingen van de onderzoekers geïntegreerd binnen het mentoruur en de lessen. Check Tijdens de teamvergadering wordt er teruggeblikt op de nieuwe aanpak. Er wordt gesproken over goede punten en punten die verbeterd kunnen worden. Act De verbeter punten worden doorgevoerd.
Onderzoeksdoel Specifiek Door middel van dit onderzoek zal de school een advies (aanbeveling) krijgen op welke manier de school een veiligere omgeving kan creëren voor LHBT-jongeren die voor hun seksuele geaardheid uit willen komen. Met dit onderzoek wordt er gewerkt aan het bevorderen van de veiligheid voor LHBTjongeren om op hun middelbare school voor hun seksuele geaardheid uit te komen. Meetbaar De huidige afspraken omtrent seksuele diversiteit van de school zal onderzocht worden. Daarnaast zal er een literatuuronderzoek gedaan worden naar andere mogelijkheden en/of activiteiten om de veiligheid voor LHBT-jongeren te bevorderen. Uiteindelijk zal er een enquête uitgereikt worden aan alle leerlingen van de school over het ervaren van de huidige veiligheidssituatie betreft het uiten van seksuele diversiteit. Acceptabel/Realistisch De school wil leerlingen een veiligere omgeving bieden, waarin de leerlingen kunnen werken en leren. Dit verhoogt namelijk de goede leer- en werkprestaties van de leerlingen. Hierdoor is het van belang van de school dat ook de LHBT-jongeren het gevoel krijgen dat zij in een veilige omgeving kunnen werken en leren. (Handboek Veilig Rond en In School, 2011) Tijdsgebonden Dit onderzoek is op 2 februari 20…… gestart. Op 10 april 20……zullen de onderzoeksresultaten en de aanbevelingen aangereikt worden aan het bestuur en het docententeam van de school. Onderzoeksvraag met eventuele deelvragen De vraag die wij hebben opgesteld is: hoe kan de christelijke havo/vwo school XYZ ervoor zorgen dat er voor LHBT jongeren een veiligere omgeving wordt gecreëerd om voor hun seksuele diversiteit uit te komen. Daarbij hebben we deze deelvragen opgesteld:
Wat is het huidige beleid van de school omtrent het onderwerp “seksuele diversiteit”. Wat wordt er verstaan onder LHBT jongeren. Wat wordt er verstaan onder een veilige omgeving. Wie kunnen en moeten eraan bijdragen om dit doel te bereiken. Zijn er aspecten van de school die bijdragen aan de onveilige situatie voor LHBT’s om uit te komen voor hun seksuele diversiteit.
Beschrijving van de onderzoekspopulatie Het knelpunt waar de school tegen aanloopt ligt bij de gehele school. Daarom hebben wij ervoor gekozen om bij ons praktijk onderzoek ook de gehele school erbij te betrekken. Dit bedraagt ongeveer ……….leerlingen, waarbij we een enquête willen afnemen. Door ons onderzoek over een populatie van ……..leerlingen te verdelen zullen de uitkomsten realistisch zijn, in tegenstelling tot een steekproef, waar je mogelijk dingen kan missen. Verantwoording van onderzoeksmethode en onderbouwing van het meetinstrument Als onderzoeksmethode zullen wij de leerlingen van de school bevragen door middel van een enquête. Deze enquête zullen wij aan alle leerlingen van de school uitdelen. De enquête zal bestaan uit vragen betreft de veiligheid voor LHBT-jongeren op de school . We zullen de enquête niet te lang maken, want dan is de kans groot dat de leerlingen minder nauwkeurig de vragen zullen invullen, naarmate er veel vragen zijn ingevuld. De enquête zal voornamelijk uit gesloten vragen bestaan. De gesloten vragen zullen enkele keuzevragen zijn. Dit is namelijk voor ons als onderzoekers handiger om de antwoorden te analyseren, aangezien we verwachten dat we rond de…………. ingevulde enquêtes terugkrijgen. Als we open vragen zouden formuleren in de enquête, kan je diverse antwoorden krijgen en deze zijn lastig te analyseren. (Van der Donk & Van Lanen, 20…..). Als meetinstrument hebben wij ervoor gekozen om een enquête op te stellen. De enquête is anoniem en zal onder het wekelijkse mentoruur tijdens de les ingevuld worden. Op deze manier hebben wij de grootste kans dat de enquêtes naar alle waarheid ingevuld zal worden, omdat de leerlingen niet met elkaar kunnen overleggen over wat zij invullen en aan elkaar hoeven laten zien wat zij invullen. Hiermee willen we voorkomen dat wanneer een leerling zich niet hoeft te schamen voor wat hij of zij invult. In de enquête worden gesloten vragen gesteld, maar er zal ruimte aangeboden worden om het ingevulde antwoord verder toe te lichten, wanneer dit nodig is. We hebben er voor gekozen om vragen op te stellen waar de leerlingen ook als antwoord ‘weet ik niet’ kunnen invullen. Hiermee willen we voorkomen dat er vragen worden opengelaten en we een compleet ingevulde enquête terugkrijgen. Daarnaast is het ook een manier om erachter te komen of er bij de leerlingen weinig inzicht of kennis is bij een bepaald onderwerp. Dit is tevens nieuwe informatie en kunnen wij er als onderzoekers uitspraken over doen. (Van der Donk & Van Lanen, 20….).
Inhoud van het meetinstrument Deze enquête heeft 16 vragen omtrent seksuele diversiteit. In de enquête wordt het woord homoseksualiteit gebruikt als verzamelnaam voor: homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (mensen die zich identificeren met het andere geslacht. Bv. een meisje die een jongen wil zijn). Dit is een anonieme enquête, de antwoorden uit deze enquête zullen gebruikt worden voor het vaststellen en verbeteren van de veiligheid op school. Per vraag 1 antwoord invullen.
1. o o o
Wat is je geslacht? Man Vrouw Anders, namelijk _____________________________________________________
2.
Wat is je leeftijd?
_________ jaar.
3. o o
Welke opleiding volg je? Havo Vwo
4. o o o o o o
In welk jaar zit je? 1 2 3 4 5 6
5. o o o o o
Wat is je seksuele geaardheid? Heteroseksueel Homoseksueel Lesbienne Biseksueel Anders, namelijk_____________________________________________________
6. o o o o o o o o
Wat is je religie? Christendom Islam Jodendom Jehova’s getuigen Boeddhisme Hindoeïsme Niet gelovig Anders, namelijk_____________________________________________________
7. o o
Ken je mensen die homoseksueel zijn? Ja Nee
8.
Accepteer jij homoseksualiteit?
Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
9.
Denk je dat homoseksualiteit is geaccepteerd op jouw school?
Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
10. Zou je er moeite mee hebben als je les zou krijgen van een homoseksuele docent? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
11. Zou je een vriendschap verbreken als je vriend of vriendin homoseksueel zou zijn? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
12. Wordt er op jouw school gescholden met homoseksuele getinte scheldwoorden? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
13. Zou je voor een klasgenoot opkomen als hij of zij wordt gepest met zijn of haar homoseksualiteit? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
14. Vind je dat de school voldoende werkt aan de veiligheid van LHBT leerlingen? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
15. Voel jij je veilig op school? Absoluut – Ja – Een beetje – Weet ik niet – Niet echt – Nee – Absoluut niet
16. Is er iemand bij wie jij op school terecht kan als je ergens tegen aan loopt? Ja – nee – af- en toe – weet ik niet Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!
Verbeterplan Hypothetische onderzoeksresultaten Wij vermoeden dat er een aantal jongeren zullen zijn die vinden dat er meer aandacht moet worden besteed aan homoseksualiteit in de lessen, naast de voorlichtingen vanuit het COC. Bij Biologie wordt het soms tijdens seksuele voorlichting kort besproken, maar het is ook van belang dat kinderen voorbeelden krijgen uit hun boek of van leraren waarin niet altijd het verhaal over een man – vrouw relatie gaat maar ook over een man – man relatie of een vrouw – vrouw relatie tijdens lessen als Nederlands, Engels, Maatschappijleer, enz. Als we kijken naar ons literatuuronderzoek kunnen we concluderen dat op de christelijke scholengemeenschap XYZ een deel van de leerlingen religieus zijn. Vaak hebben religieuze mensen moeite met homoseksualiteit en dit kan ook een reden zijn voor mensen om met hun seksuele geaardheid uit te komen, kijkend naar het religieuze aspect van de school. Daarnaast zijn het allemaal jonge kinderen waarbij de leeftijd tussen de 11 en de 16 ligt. In deze leeftijd zitten jongeren vaak in de puberteit en kunnen ze veel last ervaren van groepsdruk, het erbij willen horen. Dit kan ervoor zorgen dat jongeren gaan schelden met woorden die homoonvriendelijk zijn, aangezien dit op het moment veel voorkomt. Natuurlijk is het ook zo dat er met andere woorden wordt gescholden waardoor jongeren onzeker kunnen worden en zo min mogelijk de aandacht op zichzelf willen focussen. Wat er ook weer in kan resulteren dat zij zelf mee gaan doen met het pesten. Op die manier wordt het in stand gehouden. Beschrijving van de doelen 1. Specifiek Tijdens alle lessen zullen voorbeelden over man- met vrouwrelatie met regelmaat vervangen worden met voorbeelden over man- met manrelatie en vrouw- met vrouwrelatie. Als voorbeeld: Tijdens de Engelse les moeten de leerlingen een verhaaltje vertalen van het Nederlands naar het Engels. In dit verhaaltje gaat het over gebeurtenis die tijdens een vakantie gebeurd van een man genaamd Jan die getrouwd is met een man genaamd Kees. Meetbaar De docenten zullen zich hiervan bewust moeten maken en voor zichzelf een afspraak maken dat ze minstens één keer per dag een voorbeeld noemen waarin een homoseksuele relatie in voorkomt. Acceptabel Voor de doelgroep, docententeam en het schoolbestuur zal het vanzelfsprekend worden dat er tijdens de lessen voorbeelden gebruikt worden waar homoseksuele relaties in voorkomen. Realistisch De docenten zullen de voorbeelden met homoseksuele relatie moeten integreren in hun lessen en dit op dezelfde manier overbrengen als op de manier hoe zij een voorbeeld geven waarin een heteroseksuele voorkomt. Tijdsgebonden Op 10 april 20……zullen de onderzoeksresultaten van dit onderzoek overhandigd worden aan het schoolbestuur. Het schoolbestuur zou een bijeenkomst kunnen plannen voor het docententeam om de doelen en aanbevelingen te presenteren. Vanaf deze bijeenkomst kan afgesproken worden om per direct de voorbeelden met homoseksuele relaties te integreren in de lessen.
Beschrijving van concrete aanbevelingen (advies) Met de onderstaande aanbevelingen leggen wij een relatie met het PDCA-cyclus die op pagina ….. van dit onderzoek weergegeven staat. 1. De docenten moeten in alle lessen, ongeacht welk vak dan ook, meer voorbeelden gebruiken waarin homoseksuele relaties en dergelijke in voorkomen. Dit zal een ‘gewoonte’ moeten worden. Als voorbeeld: Tijdens de Engelse les moeten de leerlingen een verhaaltje vertalen van het Nederlands naar het Engels. In dit verhaaltje gaat het over gebeurtenis die tijdens een vakantie gebeurd van een man genaamd Jan die getrouwd is met een man genaamd Kees. 2. Elke docent met een zogenoemde mentorklas zal met deze klas een antipestcontract opstellen. De hele klas zal samen met de mentor afspraken maken en deze formuleren in het antipestcontract. De leerlingen van de klas en de mentor zullen dit antipestcontract ondertekenen. Het antipestcontract zal in de klas worden opgehangen. Door middel van het antipestcontract ondertekenen kan de mentor de klas bewust maken van de gevolgen van pesten. Daarnaast is er een kans dat, doordat de leerlingen zelf het antipestcontract hebben ondertekent, de leerlingen zich meer verantwoordelijk gaan voelen en alerter worden op pestgedrag van zichzelf en in hun omgeving. 3. Er zal een GSA (Gay-Straight Alliance) opgezet worden binnen de school. Een GSA is een groep leerlingen en docenten, waarvan de meerderheid heteroseksueel is en die voor hun homoseksuele leerlingen- en docenten opkomen. Dit doen ze door allerlei activiteiten te organiseren betreft het onderwerp seksuele diversiteit. Een GSA is vrij in wat zij organiseren. Tevens kunnen zij ervoor dienen om een vertrouwenspersoon aan te wijzen, waar homoseksuele leerlingen naar toe kunnen gaan voor vragen en/of hun verhaal te doen. (GayStraight Alliance, z.j.).
Algemeen Reflectie met behulp van de PDCA-cyclus Net als bij het knelpunt zullen we ook de reflectie in een PDCA-cylcus zetten. Zo kunnen we het proces goed visualiseren. Plan In de eerste week van de p-taak was de opdracht een onderzoek op te starten samen met een klasgenoot. Dit onderzoek zou je met zijn tweeën uitvoeren. De week daarop kregen we er nog een groepsgenoot bij. We begonnen dus een week later met het opstarten van het onderzoek. We hadden al gauw een onderwerp: seksuele diversiteit. Eén van ons doet vrijwilligerswerk bij het COC en via haar hebben we het onderwerp van ons onderzoek gevonden. We hadden taken verdeeld en een deadline gesteld voor na de vakantie, omdat we dan ons onderzoek moesten presenteren in de klas. Do We hebben onze planning uitgevoerd.
Check Tijdens de vakantie hoorden we van opleidingsgenoten dat de p-taak drastisch zou veranderen. Dit zou onder andere betekenen dat we niet meer hoefden te presenteren en ook de p-taak niet in de week na de vakantie in te leveren. Dit hadden we echter niet van onze docent gehoord en daarom hebben we ervoor gekozen toch de presentatie voor te bereiden en het onderzoek af te ronden. De laatste dagen van de vakantie kregen we de mail van onze docent Marleen waarin stond dat de ptaak inderdaad drastisch werd veranderd. Ze was echter ziek en daarom hebben we gewacht met onze p-taak aan te passen. Toen ze weer beter was en alles opgehelderd was gingen we weer aan de slag. Act We hebben opnieuw de taken verdeeld, maar nu aan de hand van de nieuwe criteria. Plan We hadden de p-taak in principe al af aan de hand van de oude criteria. Doordat deze zijn veranderd werden we enigszins neerslachtig. We hebben eerst gekeken wat er van de oude p-taak overgenomen kon worden en vervolgens gekeken wat we nog moesten doen om de p-taak compleet te maken. Dit hebben we onderling verdeeld. Do We hebben allemaal onze individuele onderdelen geschreven. Check Nadat onze geschreven stukken af waren hebben we deze naar elkaar toegestuurd zodat hij door iedereen nagekeken kon worden. Ook tussen door hebben we elkaar feedback gevraagd. Act Na aanleiding van de feedback hebben we onze stukken aangepast.
Verantwoording bronnen Bij het uitwerken van deze taak hebben wij veel gebruik gemaakt van diverse bronnen. Hierbij zijn een aantal websites van groot belang geweest. Allereerst de websites van het COC Nederland. Hieronder vallen ook de COC’s in de provincies. COC heeft veel nieuws op haar websites staan en verwijst veel door naar andere onderzoeken. Die gegevens hebben wij goed kunnen gebruiken. De website van de politieke partij D66 hebben wij gebruikt. D66 is de meest ‘roze partij’ in Nederland en heeft veel informatie over LHBT’s online staan. Voor informatie over school XYZ hebben wij de website van de school gebruikt, omdat wij deze informatie het betrouwbaarst vinden, want de school is daar zelf de auteur van.
Kennisbanken als Movisie en Sozio hebben ons ook een bijdrage geleverd aan het winnen van informatie. Bij informatie uit deze kennisbanken, kan je er vanuit gaan dat dit betrouwbare informatie is, omdat de informatie evidence-based is. De website Gay-Straight Alliance gaat over het opzetten van een GSA op een school en over in het actie komen voor LHBT’s in het voortgezet onderwijs. Deze website heeft uitgebreide informatie over het opzetten van een GSA en de doelen van een GSA. Het opzetten van een GSA op deze school is één van onze aanbevelingen, vandaar kan wij deze informatie goed konden gebruiken. Daarnaast hebben wij gebruik gemaakt van boeken en een brochure. Het Handboek Veilig Rond en In School bevatte informatie over onderzoekresultaten over waarom het belangrijk is om een veilige omgeving te bieden op school in het voortgezet onderwijs Dit heeft tevens met ons onderzoek te maken. De brochure Gewoon homo in het voortgezet onderwijs van Gay&School heeft bijgedragen aan het creëren van aanbevelingen. Via de brochure kwamen wij achter de website van Gay-Straight Alliance en het opstellen van een antipestcontract in de klas. Het boek Praktijkzorg in zorg en welzijn is een leidraad geweest in ons onderzoek. Het boek heeft ons geholpen om een onderzoeksplan op te zetten. Daarnaast heeft het ons geholpen om een enquête op te stellen en erachter te komen wat belangrijk is als je volgens de onderzoeksmethode ‘bevragen’ gaat onderzoeken. Literatuurlijst. Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (20….). Handboek Veilig Rond en In School: Stapsgewijs naar een veiligere middelbare school. Utrecht: Auteur. COC Amsterdam (20….). Acceptatie homoseksualiteit verbetert niet. Geraadpleegd op 12-03-…. via: https://www.cocamsterdam.nl/2014/12/08/acceptatie-homoseksualiteit-verbetert-niet/ COC Friesland (n.d.). Wat doen wij. Geraadpleegd op 22-03-20…. via: http://cocfriesland.nl/wat_doen_wij/ COC Nederland (20…..). CBS-veiligheidscijfers lesbiennes, homo’s en bi’s ernstig. Geraadpleegd op 12-03-…..via: http://www.coc.nl/veiligheid-2/veiligheidscijfers-lhbts-ernstig COC Nederland (20….). Nieuwe cijfers over LHBT-jongeren alarmerend. Geraadpleegd op 12-03-…. via: http://www.coc.nl/jong-school/nieuwe-cijfers-over-lhbt-jongeren-alarmerend Enz…
Nu zelf aan de slag….geef duidelijk aan wie in dit geheel welke rol heeft. Ieders bijdrage moet nl. zichtbaar zijn.