DE HAVEN
I
N dit Havenjaar, 1963, waarin op velerlei wijze aandacht is besteed aan de totstandkoming, honderd jaar tevoren, van de wet tot verbetering van de Waterweg van Rotterdam naar zee, markeren twee getallen de voortdurende groei van de haven. Op Eerste Kerstdag liep, zonder veel ceremonieel vertoon, de 281 brt metende Nederlandse kustvaarder 'Albion' de haven binnen als 26.OOOste schip, een aantal dat nog niet eerder werd bereikt. Voor het eerst ook werd in het goederenverkeer ter zee (inclusief bunkermateriaal) de 100 miljoen ton bereikt en overschreden. Rotterdam streefde hiermede New York voorbij en kon zich in dit opzicht 'eerste wereldhaven' noemen. Dat de activiteiten van de haven per saldo zulk een gunstig resultaat zouden vertonen in dit jaar, mocht aanvankelijk nauwelijks verwacht worden. De uitzonderlijk strenge winter 1962/3 deed zich, gelijk overal elders in den lande, in de haven ten sterkste voelen. Rivier en havenbekkens bleven door de inspanning van het Comité voor IJsbestrijding en de Havendienst weliswaar bevaarbaar, doch midden januari werd de vaart op de Rijn geheel onmogelijk. Reeds eerder waren de andere rivieren en kanalen voor het overgrote deel onbevaarbaar geworden, al bleven olietransporten mogelijk over de Lek naar Vreeswijk en over de Noord in de richting van Den Bosch. Het uitvallen van het vervoer door Rijn- en binnenvaart kon ten dele worden opgevangen door een intensivering van weg- en rail ver voer. Aangezien op deze wijze slechts in het dringendste vervoer kon worden voorzien, ontstond er al vrij spoedig een ernstig gebrek aan opslagruimte. Door het benutten van alle denkbare mogelijkheden - zo werd de gehele vloot van binnenschepen in de haven, rond 3000 schepen met een gezamenlijke inhoud van 150.000 ton, geïnventariseerd en voor zover mogelijk voor opslag gemobiliseerd - lukte het toch aan de moeilijkheden het hoofd te bieden. Het totale goederenverkeer ter zee, inclusief bunkermateriaal, steeg tot 103,3 miljoen ton, 7 % meer dan in 1962. Het leeuwedeel viel toe aan de minerale oliën, nl. 56,5 miljoen ton, hetgeen een stijging betekende van 14 % ten opzichte van 1962 (49,6 miljoen ton). De vooruitzichten voor ertsvervoer, overwegend aangewezen 108
op de Rijn, waren aanvankelijk somber door de belemmeringen van de winter. Per saldo bleek er toch slechts een achterstand van 2 % te bestaan (1963: 10,9 miljoen ton; 1962: 11,1 miljoen ton). Het vervoer van granen liep terug van 5,7 miljoen ton in 1962 tot 5 miljoen ton: de gunstige oogst van 1962 in West-Europa speelde hier mede een rol. Het kolenvervoer steeg van 6 miljoen ton in 1962 tot 6,6 miljoen ton, hoofdzakelijk onder invloed van de aanvoer van Amerikaanse kolen voor Nederland en het achterland. Het stukgoedvervoer nam toe met 1 % tot 15,9 miljoen ton. In de cijfers van het internationale vervoer van en naar het Rotterdamse achterland komt de invloed van de winter 1962/3 eveneens duidelijk tot uiting. Voor de binnenvaart was er in het begin van het jaar een enorme achterstand, die weliswaar ten dele werd ingelopen, doch per saldo nog 2,5 miljoen ton bedroeg, vergeleken met 1962. Voor 1963 was het jaartotaal 35,2 miljoen ton. Het internationale spoorvervoer groeide met 35 % ten opzichte van 1962 tot 2,1 miljoen ton. Het wegvervoer over de grenzen nam toe met 30 % en kwam op 2,4 miljoen ton. Per pijpleiding tenslotte werd 7,9 miljoen ton vervoerd, 13 % meer dan in 1962. Het totale aantal binnengekomen zeeschepen in 1963 bedroeg 26.351 tegenover 25.636 in 1962. In de klasse van de grootste scheepstypen (diepgang meer dan 14 m) viel een relatief aanzienlijke vooruitgang waar te nemen. Waren dit er 5 in 1962, in 1963 waren het er al 28. De grootste tot dusver in Rotterdam ontvangen schepen, die in 1963 binnenliepen, waren de in dat jaar tewatergelaten tanker 'Esso Den Haag', 91.000 dwt, diepgang 14,63 m, en de 'Esso Deutschland', metende 91.600 dwt, diepgang 14,59 m, die ligplaats kozen langs de Caltex-Esso steiger in Europoort. Het aantal lijndiensten nam in geringe mate toe (274 in 1962 en 278 in 1963). Het aantal afvaarten bleef wederom nagenoeg gelijk op ongeveer 12.500. Ten aanzien van de verbetering en uitbreiding van de havenaccommodatie zij vermeld dat in de Waalhaven ruim 500 m kademuur gereed kwam, waardoor de totale lengte kademuur, die effectief voor de zeevaart in gebruik is, groeide tot 24.9 km. Hiervan is ongeveer 21.1 km zeekade bestemd voor de overslag van stukgoed. 109
Ca. 200 m kademuur voor de binnenvaart werd in gebruik genomen. Het belegbaar oppervlak in loodsen en pakhuizen werd uitgebreid met 18.453 m^ zodat dit in totaal, met inbegrip van koelhuizen en fruit- en huidenloodsen, kwam te bedragen 653.193 m^. De opslagruimte in koel- en vrieshuizen onderging dit jaar een aanmerkelijke uitbreidingmet 45.000 m^ door ingebruikneming van het nieuwe koel- en vrieshuis van Blaauwhoed aan de Waalhaven z.z. Voorts kwam in gebruik een nieuwe loods van 37.000 m^, geschikt voor de opslag van fruit, bij Wambersie op Pier 1 in de Waalhaven. De gezamenlijke capaciteit van de koelhuizen en fruitloodsen steeg door deze twee uitbreidingen tot 267.200 m^. Voorts kwamen dit jaar zeven stukgoedloodsen gereed. Afgebroken werd één loods. De opslagcapaciteit van granen bleef ongewijzigd (216.000 ton). Met de bouw van een graansilo aan de Rijnhaven (capaciteit 30.000 ton) werd begonnen. Voor de minerale oliën steeg de totale opslagcapaciteit ia het gehele havengebied langs de Rotterdamse Waterweg met 585.490 ton tot 8.832.150 ton. Deze toename van de opslagcapaciteit moet in belangrijke mate worden toegeschreven aan de verdere uitbreidingen van de tankinstallaties rondom de Derde Petroleumhaven in het Botlekgebied en in Europoort, waar thans resp. 2.283.855 ton en 812.550 ton ruwe olie en olieprodukten in tanks kunnen worden opgeslagen. De opslagcapaciteit voor plantaardige oliën bleef gelijk. Het kranenpark werd uitgebreid met tien nieuwe stukgoedkranen met een hefvermogen variërend van 2Vg tot 8 ton en een maximum vlucht van 40 m bij de particuliere bedrijven en met vier van dergelijke kranen bij de Gemeentelijke Handelsinrichtingen. Het totaal aantal walkranen in het Rotterdamse havengebied kwam hiermede per ultimo 1963 op 425. De drijvende outillage verminderde met vijf stukgoedkranen en zes massagoedkranen, terwijl twee massagoedkranen aan het park werden toegevoegd, zodat de haven eind 1963 derhalve nog over 58 drijvende kranen beschikte, waarvan 35 stukgoedkranen. Het totale aantal drijvende bokken voor zware lasten tot 250 ton bedroeg eind 1963: 36. De drijvende bokken 'Goliath' en 'Ajax' voor het heffen van lasten van resp. 100 ton en 250 ton maximaal kwamen er dit jaar bij. De bouw van het vaste dok voor schepen tot 130.000 dwt bij Wilton Fijenoord, dat medio 1964 zal gereed110
komen, wordt voortgezet, terwijl de verlenging van het drijvende dok nr. 5 voltooid werd. Bij Boele's Scheepswerven en Machinefabriek N.V. te Bolnes werd in november een nieuw drijvend dok voor schepen tot 20.000 dwt in gebruik genomen. Het aantal vaste dokken bedraagt thans zes (onveranderd) en het aantal drijvende 31. De laatste in een serie van vijf havendienst-brand blusboten, de 'Havendienst XV', werd op 9 oktober opgeleverd aan de Gemeentelijke Havendienst. Deze dienst beschikte daarmede over 13 havendienstboten, waarvan er 8 dienst kunnen doen als brandweerboot. . Op 24 april was het wrak 'Faustus' gebracht op een diepte van 22 m beneden het laagste springtij, zodat er geen belemmeringen meer in de weg lagen om volbeladen schepen van 100.000 ton de Nieuwe Waterweg te laten binnenkomen. De monding van de vaarweg was over een gemiddelde breedte van 400 m bevaarbaar voor de grootste schepen. De uitbreiding van het olie-pijpleidingennet van de N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Mij met ca. 150 km kwam dit jaar gereed en werd op 6 oktober in gebruik gesteld. Het nieuwe deel van de leiding loopt nu tot de raffinaderij van Caltex Deutschland te Raunheim bij Frankfurt a/M, zodat de totale lengte van het net nu ca. 460 km bedraagt. Er zijn nu 4 raffinaderijen op het net aangesloten.
In de raadszitting van 3 januari 1963 ging de Gemeenteraad accoord met een voorstel van Burgemeester en Wethouders om te geraken tot onteigening van een voor haven- en industriegebied bestemd terrein met een oppervlakte van ongeveer 650 ha op Midden-Rozenburg. De verwervingskosten worden geraamd op f 25 miljoen. In de vergadering van 31 januari heeft de Gemeenteraad een krediet goedgekeurd voor de uitvoering van het Europoortproject Midden-Rozenburg. In hoofdzaak omvat dit project het verder oostelijk doortrekken van het Calandkanaal, dat reeds gegraven was tot de oostelijke grens van het aan de Gulf Oil Raffinaderij verhuurde perceel, tot aan het terrein van de Imperial Chemical Industries, zodat de aldaar te graven havens op dit kanaal kunnen worden aangesloten; het project omvat mede het tot ontwikkeling 111
brengen van de aan dit kanaal grenzende industrieterreinen. De kosten worden geraamd op f 25.386.000,—. Tot eind 1963 werd ca. f 286,4 miljoen aan kredieten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van diverse werkzaamheden. Van dit bedrag was ultimo 1963 ca. f 140 miljoen verwerkt. De eerste aanbesteding voor het maken van havendijken aan de landzijde voor de aanleg van de zeehavens op de Maasvlakte en De Beer werd door de Dienst van Gemeentewerken op 16 september gehouden. Op 14 september is op De Beer in Europoort het baggerwerk begonnen aan het Beerkanaal. Met de aanleg van de Brittanniëhaven werd begonnen. Met de cutterzuiger 'Sliedrecht XVIF van Adriaan Volker werd - na doorgraving van de dijk langs het Brielse Meer op Rozenburg - een stuk Hartelkanaal gegraven, vervolgens de Langeweg doorgestoken, waarna het eigenlijke werkterrein werd bereikt. Het ligt in de bedoeling de terreinen langs de haven alsmede de haven zelf medio 1964 gereed te hebben. De verdere ontwikkeling van de in Europoort gevestigde bedrijven werd in het afgelopen jaar krachtig voortgezet. Enkele belangrijke feiten waren: Op 18 mei, Opbouwdag, gaf mr. dr. K. P. van der Mandele het startsein voor de bouw van vier reusachtige olieopslagtanks, die gebouwd zullen worden bij Shell in Europoort. Elke tank zal een inhoud krijgen van 100.000 m^. Op 2 augustus maakte de Gulf Oil Raffinaderij bekend dat zij de capaciteit van haar raffinaderij in Europoort - op dat moment nog in aanbouw - wilde verdubbelen zodat de jaarlijkse capaciteit ca. 3 miljoen ton zal gaan belopen. Deze raffinaderij is op 3 november in bedrijf gesteld, nadat tevoren de 'Gulf Hollander' (42.600 dwt) op 12 oktober als eerste tanker aan de Gulf zeesteiger afmeerde. Op 15 november werd bij Imperial Chemical Industries de eerste productie-eenheid gedeeltelijk in bedrijf gesteld. In principe werd overeenstemming bereikt met de volgende bedrijven over het verhuren van nieuwe terreinen: met de Cementfabriek Rozenburg N.V. over een terrein ter grootte van 7 ha; met de Gebr. Broere N.V. over een terrein ter grootte van ca. 35 ha. 112
a; -Si
o -Si
N
1
•
v • j <**•«' •
Bij de behandeling van de begroting voor 1964 deelden Burgemeester en Wethouders mede dat over het voormalige hoogoventerrein op Rozenburg met verschillende gegadigden onderhandelingen werden gevoerd. Het College sprak de verwachting uit dat in 1964 over de uitgifte van een deel van de percelen definitieve beslissingen zouden kunnen worden genomen. Een voorlopig onderzoek had aangetoond, dat binnen het kader van de ontwikkelingen op Rozenburg en de Maasvlakte mogelijkheden voor de aanwijzing van een nieuw terrein voor een hoogovenbedrij f aanwezig zijn. Het College achtte het in dit stadium evenwel inopportuun een terrein voor een staalbedrijf te reserveren. Per eind oktober 1963 was er in Europoort-West 910 ha netto verhuurbaar terrein; 418 ha waren verhuurd; er waren aanvragen ontvangen voor ca. 765 ha terrein. In Europoort-Oost, waarvan de begrenzing nog niet geheel vaststond, zodat de juiste grootte nog niet nauwkeurig was aan te geven, was netto verhuurbaar ca. 325 ha. Daarvan was uitgegeven 135 ha, terwijl aanvragen zijn ontvangen voor ca. 48 ha. Er was nog ongeveer 142 ha terrein vrij, waarbij moet worden opgemerkt, dat deze terreinen ten dele nog moesten worden onteigend, vrijwel geheel moesten worden opgehoogd en dus voorlopig nog niet beschikbaar waren.
De in het Botlekgebied gevestigde bedrijven breidden zich in 1963 verder uit, terwijl nieuwe industrieën een aanvang maakten met de bouw van hun fabrieksinstallaties of daarmede gereed kwamen. De Aluminium en Chemie Rotterdam N.V. is met de bouw begonnen van haar metallurgisch-chemisch bedrijf. Voorts is Sulexco met de bouw gestart. Dit bedrijf is de Nederlandse vertegenwoordiging van het Amerikaanse bedrijf Sulphur Export Corporation, dat vier zwavelproducenten in zich verenigt. Het doel van deze vestiging is het vormen van een distributie-depot voor (vloeibare) zwavel. Voor de opslag zullen drie tanks worden gebouwd met een gezamenlijke capaciteit van 36.000 ton. In principe werd overeenstemming bereikt met de volgende ondernemingen over het verhuren van nieuwe terreinen: met Gulf Menhaden - vismeelbedrijf - over een terrein ter grootte van 5,7 ha; met Sulexco over een terrein ter grootte van 5,5 ha. 113
In het Botlekgebied was per eind oktober 1963 bij de huidige vormgeving aan netto verhuurbaar industrieterrein 787 ha beschikbaar. Hiervan was 696 ha uitgegeven. Er waren besprekingen gaande over ca. 74 ha, zodat nog vrij beschikbaar was ca. 16 ha. Per ultimo 1963 waren voor het Botlekgebied kredieten beschikbaar gesteld tot een bedrag van f 164 miljoen, waarvan toen ca. f 130.8 miljoen was verwerkt voor de aanleg van havens en i ndustr ieterreinen. Op 22 juni werd in de mond van de Tweede Petroleumhaven een aanvang gemaakt met het plaatsen van de apparatuur voor het aanbrengen van een luchtbellengordijn. Met dit gordijn zal naar gehoopt wordt - de aanslibbing aldaar verminderen. De eerste metingen werden inmiddels uitgewerkt. Op 17 januari is op het terrein van de Shell in Pernis de nieuwe fabriek voor de productie van polypropeen van de Rotterdamse Polyolefinen Mij in gebruik gesteld. In de maand augustus is bij Shell Nederland Chemie N.V. te Pernis de eerste paal geslagen voor de bouw van een fabriek waarin een grondstof voor schuimplastic kan worden vervaardigd. De Caltex Raffinaderij te Pernis gaat ca. f 5 miljoen investeren voor de uitbreiding van haar raffinage-capaciteit tot 4 miljoen ton per jaar. De Gemeenteraad ging op 17 januari accoord met een krediet op begroting 1962 van f 555.000,— voor de bouw van een zestal steigers met afmeerinrichtihgen voor de Rijn- en binnenvaart in de Tweede Eemhaven. Voorts verleende de Gemeenteraad in de vergadering van 14 maart goedkeuring aan een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaar stellen van een krediet van f 34.677.000,— voor de bouw van 850 m kademuur langs de Tweede Eemhaven z.z. en van 450 m kademuur langs de Prinses Margriethaven n.z. Op 8 mei van dit jaar besteedde de Dienst van Gemeentewerken aan het maken van ca. 3517 m kademuur langs de noord- en zuidzijde van de Prinses Beatrixhaven en langs de Centrale Geul van de Eemhaven, eventueel uit te breiden tot ca. 4756 m kademuur 114
langs de zuidzijde van de Tweede Eemhaven, de noord- en zuidzijde van de Prinses Beatrixhaven, de noordzijde van de Prinses Margriethaven en langs de Centrale Geul van de Eemhaven. In de loop van augustus werden door de Gemeentelijke Handelsinrichtingen nog twee loodsen van elk 4000 m^ belegbaar oppervlak in gebruik genomen aan de Eerste Eemhaven. Bij raadsbesluit werden de volgende nieuwe verhuringen goedgekeurd: op 17 oktober aan N.V. Wm. H. Muller en Co. kade- en binnenterreinen aan de Prinses Beatrixhaven, met een oppervlakte van ca. 3,1 ha met ingang van 1 januari 1963; op 31 oktober aan Stevedore Company Quick Dispatch N.V. een terrein van ca. 5,3 ha aan de Prinses Beatrixhaven met ingang van 1 januari 1962; op 31 oktober aan de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Mij N.V. kade- en binnenterreinen: aan de Prinses Beatrixhaven 6,9 ha met ingang van 1 januari 1962; aan de Prinses Margriethaven 4 ha met ingang van 1 januari 1963.
Op 26 september werd de loods Maris (4200 m^) op het terrein van Wambersie op Pier 1 in de Waalhaven geopend. Tevens werd bij deze gelegenheid het gehele havencomplex van Wambersie officieel in gebruik gesteld. Op de kop van Pier 2 in de Waalhaven kwam dit jaar 500 m kademuur gereed t.b.v. het stuwadoorsbedrijf Pakhuismeesteren N.V. Voorts werd door Pakhuismeesteren op Pier 2 de loods De Roos 1 (2946 m^) in gebruik genomen. Op 18 mei, Opbouwdag, werd, eveneens op Pier 2, bij dit bedrijf de eerste steen gelegd voor de bouw van het nieuwe veempand Hercules. Met de werkzaamheden voor het slopen van de voormalige duikbootbasis in de Waalhaven werd ook dit jaar voortgegaan. Bij de Co-op Nederland aan de Rjjnhaven werd op 4 november de eerste paal geslagen voor de bouw van een nieuwe graansilo, die een capaciteit van 30.000 ton zal krijgen.
In de Entrepöthaven werd de nieuwe twee-verdiepingen-loods 115
Texel gebouwd. Deze loods met een belegbaar oppervlak van 1791 m^ werd op 9 september in gebruik genomen. Loods 33 en een gedeelte van loods 31 werden afgebroken.
Het Havenjaar werd officieel ingeluid met een plechtige avondbijeenkomst in de Groote of St. Laurenskerk op 24 januari, tijdens welke de burgemeester, mr. G. E. van Walsum, en de voorzitter van Roterodamum, mr. W. F. Lichtenauer, het woord voerden. Op 14 mei werd de Nationale Havendag gevierd. Hare Majesteit Koningin Juliana en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard bezochten Rotterdam en maakten aan boord van de 'Pieter Caland' een vaartocht door de haven, welke tocht eindigde in Europoort. Voor de jeugd werd aan boord van het langs de Parkkade liggende m.s. 'Waterman' een jeugdfestival gehouden, dat vereerd werd met een bezoek van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix. Op 18 mei werd een Haven-Opbouwdag gevierd. Vele autoriteiten maakten een tocht langs de nieuwe industrieën en havens in Botlek en Europoort. Eveneens in het kader van het Havenjaar werd op 14 en 15 juni de jaarvergadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in het Hilton Hotel gehouden. Burgemeester mr. G. E. van Walsum, ir. J. van de Kerk, directeur-generaal van Rijkswaterstaat, en ir. J. A. C. Tillema, hoofddirecteur van Gemeentewerken, hielden voordrachten over het Waterweggebied, waarna aan de deelnemers een rondvaart door de havens en een excursie naar het Botlek- en Europoortgebied werd aangeboden. De Jeugdhavendag op 27 juni opende met een bijeenkomst van de leerlingen van de hoogste klassen van middelbare scholen in de Ahoy'-hal. Daarna werden de Rotterdamse havens en diverse industrieën bezocht. De tentoonstelling '100 jaar mens en haven' werd op 4 juli door de Burgemeester op het Stadhuisplein geopend. Tussen 10 en 17 augustus werd een havenweek gehouden, welke werd geopend met een kranslegging door de Burgemeester bij het Caland-monument aan de Veer kade en een toespraak van mr. dr. K. P. van der Mandele. De Internationale Havendag, georganiseerd door de Stichting Havenbelangen, werd 20 september gehouden. 116