IK ZIE NOG VOOR ME
HOE HET WAS
V
O
O
R
W
O
O
R
D
Op 5 mei 1955 werd het Nijmeegs Lyceum opgericht. In een herenhuis aan de Oranjesingel 2a begonnen in september van dat jaar de eerste drieëntwintig leerlingen aan hun lessen. De boreling groeide voorspoedig uit tot een volwassen school. Na een periode van noodhuisvesting verhuisde de school in de zomer van 1963 naar het vertrouwde roodbakstenen gebouw aan de Van Cranenborchstaat 7. De ‘rode school’ was een feit. Het beeld van de school vijftig jaar geleden verschilt in vele opzichten van de NSG nu. Foto’s van destijds ademen een tijdgeest die voorgoed voorbij is. Het gouden jubileum is bij uitstek de gelegenheid om de geschiedenis van de NSG te schetsen door de jaren heen, aan de hand van de hoofdrolspelers, de leerlingen. Zij waren de belangrijkste cultuurbepalers. Samen met hun leraren, de schoolleiding en de overige medewerkers van de school maken vooral de leerlingen de NSG tot de school die zij was, en in de toekomst zal zijn. De zich steeds vernieuwende generaties leerlingen houden de school eeuwig jong. Daarom kozen we het thema ‘jeugdcultuur’ als leidraad voor dit jubileumboek. Historicus Rob Wolf heeft zich een jaar lang verdiept in de geschiedenis van de NSG. Het resultaat van tientallen interviews en intensief speurwerk in het archief van de school is een prachtig plaatjesboek, waarin vijftig jaar ‘jeugdcultuur’ op de NSG kleurrijk in beeld wordt gebracht. Al bladerend, lezend en kijkend in dit boek, ziet de lezer weer voor zich ‘hoe het was’. Wij danken al degenen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek. In de eerste plaats de auteur Rob Wolf en vormgever Jeroen Westen. Verder Hans Satter, oud-rector van de NSG, en Harrie Vleerlaag, die de tekst inhoudelijk hebben doorgenomen. De laatste verzorgde bovendien de eindredactie. Ten slotte danken wij eenieder die tijd vrij heeft gemaakt voor interviews of het opsporen van materiaal.
Jan van den Broek, directeur Hanneke Arpots, plaatsvervangend directeur September 2005
3
Willy Kuiper gymnasium 1956-1962
J E U G D C U L T U R E N De belangrijkste kenmerken waardoor jeugdculturen zich van elkaar onderscheiden, zijn muziek en uiterlijk. Maar wie onder de oppervlakte kijkt, ziet ook wel overeenkomsten. Cultuurpsycholoog Jacques Janssen onderscheidt drie hoofdgroepen: uitdagend machogedrag, stoerheid, met name bij lager opgeleide jongeren (voorbeelden zijn de nozems en de gabbers); politiek verzet (studentenactivisme uit de jaren zestig, antiglobalisten); bohémianisme, artistiek, filosofisch, experimenteren met menselijke ervaringen: religie, transcendentie, drugs en seks (hippies, gothics). Twee van de meest uitgesproken stromingen, punk en kak, zijn niet in dit schema onder te brengen. Punk combineert elementen uit alle drie de stromingen, kak is een bewuste keuze voor volwassen gedrag en wijst de drie stromingen juist af. Uiteindelijk sluit slechts een klein deel van de jongens en een nog kleiner deel van de meisjes zich daadwerkelijk bij zo’n jeugdcultuur aan. Wel voelen veel jongeren zich met een van de stromingen verwant. (Jacques Janssen, Jeugdcultuur, een actuele geschiedenis. 1994)
15
Geen k, maar tsj In 1958 nam het Nijmeegs Lyceum een katholieke leerling aan. Dat gebeurde met tegenzin, maar het was een bijzonder geval: uit een gegoed gezin en vader tijdens de oorlog in Buchenwald vermoord. Op het Canisius College waar hij zat, voelde hij zich een nummer. Daarom meldde zijn moeder hem aan bij het Nijmeegs Lyceum, want ze was er zeker van dat hij daar wel persoonlijke aandacht zou krijgen. Bij wijze van uitzondering nam het bestuur hem aan. De eerste katholieke docente was een invalster die Latijn gaf. Een oud-leerling vond haar uitspraak maar vreemd. Ze sprak de letter c niet uit als k, zoals classici gewoon waren, maar als tsj. Dat was de manier van de katholieke kerk. De eerste katholieke docent die een rol van betekenis binnen de school zou spelen, was Toine Vingerhoeds, die Duits gaf, toneelstukken regisseerde en
22
later conrector vwo bovenbouw werd.
1 9 5 5
50 Jaar
VMBO T HAVO VWO
2 0 0 5
Piet Voswinkel havo 1965-1970
Dit zijn de sixties. Het land wordt opgeschud. Televisies, wasmachines en telefoons die in 1960 nog schaars waren, staan tien jaar later in bijna elk gezin. Het autobezit is verveelvoudigd, buitenlandse vakanties worden normaal. Nederland is een consumptiemaatschappij geworden.
Cause he’s oh, so good And he’s oh, so fine And he’s oh, so healthy 1 9 5 5
In his body and his mind He’s a well respected man about town
VMBO T HAVO VWO
Doing the best things so conservatively
(The Kinks: A well respected man,
DE
‘Je leeft niet om te werken’
JAREN
1965).
Beatles of Stones?
Maaike van Halewijn, havo 1966-1973
De grote meerderheid van de jeugd protesteert weliswaar niet op straat, maar ze voelt wel de hartslag van de nieuwe tijd. Hun voorbeelden komen uit Engeland, waar de beatmuziek in 1963 het levenslicht ziet. In februari scoren the Beatles hun eerste nummer 1-hit: Please please me. Er volgen er nog tientallen. Hun werk ontwikkelt zich van eenvoudige yeah yeah-liedjes als She loves you tot gecompliceerde stukken als Strawberry fields forever.
The Beach Boys
Tientallen Britse beatgroepen, als the Animals, the Kinks en Them, overstromen de wereld met hun hits:
We come on the sloop john b
het hartverscheurende House of the Rising Sun, het relaxte Waterloo Station en het meeslepende Gloria.
My grandfather and me
Een klasse apart zijn de Rolling Stones. Je bent in de jaren zestig voor de Beatles of de Stones. Zij spelen
Around nassau town we did roam
rauwere muziek en zingen explicieter over seks (Let’s spend the night together). Het enige concert dat
Drinking all night
de Beatles in Nederland geven, juni 1964 in Blokker, verloopt ondanks oorverdovend gekrijs vlekkeloos.
Got into a fight
Een optreden van de Rolling Stones, een paar maanden later in het Kurhaus, wordt na een paar nummers
Well I feel so broke up
wegens vechtpartijen gestaakt.
I want to go home
Langs drie wegen leert de Nederlandse jeugd haar idolen kennen: de radio, de televisie en de muziekbla-
So hoist up the john b’s sail
den. Radio Veronica wordt gevolgd door een serie radiopiraten die vanaf zee uitzenden, zoals de Engelse
See how the mainsail sets
Radio Caroline en de Nederlandse Radio Noordzee. Deze zenders zijn het beste in de Randstad te beluis-
Call for the captain ashore
teren. Nijmegen raakt pas goed bij wanneer in 1965 popzender Hilversum 3 haar programma’s begint.
Let me go home, let me go home
Het grootste muziekblad is Muziek Express dat behalve songteksten en artikelen ook grote foto’s voor
I wanna go home, yeah yeah
de fans publiceert. Paul McCartney en Dave Berry sieren duizenden meisjeskamers.
Well I feel so broke up
‘Oorverdovend gekrijs’
I wanna go home
Top-tien van 1966
1 9 5 5
50 Jaar
VMBO T HAVO VWO
2 0 0 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Beach Boys Nancy Sinatra Frank Sinatra Beatles Mama’s & Papa’s Chris Andrews Kinks Sonny & Cher Rolling Stones Barbara Streisand
Sloop John B These boots are made for walking Strangers in the night Michelle Monday Monday To whom it concerns Dedicated follower of fashion Little man As tears go by / 19th nervous breakdown Second hand rose
The first mate he got drunk And broke in the cap’n’s trunk The constable had to come and take him away Sheriff john stone Why don’t you leave me alone, yeah yeah Well I feel so broke up I wanna go home
So hoist up the john b’s sail See how the mainsail sets Call for the captain ashore Let me go home, let me go home 51 I wanna go home, let me go home
& TOLERANT
Herman Sillessen havo 1978-1985
‘respect voor andersdenkenden’
Tekenles bij Jan Boekhoorn, begin jaren zeventig.
‘het gaat niet alleen om de cijfers’
1 9 5 5
50 Jaar
2 0 0 5
VMBO T HAVO VWO
91
ZEIL
KAMP
Punksfeertje ‘Woensdag dobberden we in sloomoosjun in de richting van Sloten. De tijd werd nuttig besteed aan zonnebaden, vliegenvangen en zwemmen. ’s Avonds zetten we de tenten op in ’n weilandje, en werden de diverse verbrande neuzen, wangen en zelfs oren behandeld. De volgende morgen waaide het flink en konden we in volle vaart naar Heeg koersen. We zetten de tenten op. Na het avondmaal werd de discotrend voortgezet en doken we in een heerlijk lugubere tent. Zes luitjes versierden zich met Alice Cooper- en Kiss make-up om de boel een punksfeertje te geven. De sensatie van de avond was een vechtpartij van een stel Friezen. Toen de politie kwam, was de lol er wel een beetje van af en gingen we in een ander horecabedrijf bieren.’
(Uit een verslag van de zeilzwerftocht, Skrump 1980)
et in 1993 gespeelde stuk Montyn, naar het gelijknamige boek van Dirk Ayelt Kooyman, deed veel stof opwaaien. Jet de Jong bewerkte de roman voor toneel, Helga Vrieling deed de regie, Pieter van Doornik ontwierp het decor. Net als de roman was ook het stuk controversieel, omdat het gaat over een Nederlandse jongen die in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers heeft gevochten.
Helga Vrieling: ‘Jet en ik onderzochten in dat toneelstuk samen met de leerlingen hóé iemand, die toen de leeftijd had van onze leerlingen, tot een foute keuze kan komen. En hoe makkelijk het is om hem achteraf te veroordelen. Toen ik een keer over het podium liep, hoorde ik een paar jongens uit de bovenbouw tegen elkaar zeggen dat ze niet gingen kijken ‘naar het verhaal over zo’n nazi’. De moeder van een docente die meespeelde weigerde om dezelfde reden aanvankelijk te komen kijken. Uiteindelijk is ze onder protest wel gekomen.’
‘Een stille getuige’, opgevoerd ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan 1995.
De school leende bij galerie De Verbeelding werk van Montyn, dat werd geëxposeerd. En het meest bijzondere was, dat Jan Montyn zelf die dag op de NSG was. Hij discussieerde met leerlingen van vwo-5 over zijn levensverhaal. ’s Avonds woonde hij samen met zijn zus de première bij. Helga: ‘Ik vond het alles bij elkaar heel spannend. Niet alleen omdat wij een deel uit het leven verbeeldden van iemand die in de zaal zat te kijken, maar ook omdat we stelling namen door dat verhaal te kiezen.’
C U LT U U R S C H O O L De omslag van 1990 heeft ertoe geleid dat de kunstzinnige inslag van de NSG, die er altijd al was, bewust is uitgebouwd tot een wezenskenmerk van de school. Hans Satter: ‘We hebben het heel ver doorgetrokken. Ook de presentatie van de school kreeg een artistiek tintje. Ieder jaar richt een fotograaf een complete studio in en fotografeert een flink aantal leerlingen, die vooraf aangeven waarom en hoe zij op de foto willen. Dat levert bijzondere portretten op voor de schoolgids en het andere voorlichtingsmateriaal. Ouders zeggen daarover op open dagen: “Jullie moeten wel trots op je leerlingen zijn als je zoiets doet”.’
150
1 9 5 5
50 Jaar
2 0 0 5
VMBO T HAVO VWO
VIJFTIG
JAAR JEUGD
CULTUUR OP DE
NSG
Op het Nijmeegs Lyceum bestond een brave jeugdcultuur. Een jongen droeg een terlenka lange broek met daarboven een bloes, een trui en soms een colbertje. Meisjes droegen lange rokken – geen broek! -, een bloesje met een vestje. Bijna niemand reed brommer. ‘Een lyceïst fietst’. Nozems waren een verschijnsel van ver weg.
Maarten van der Post 2004->
Er waren meer subculturen. In de jaren zeventig droegen leerlingen op de mavo vaker dan hun leeftijdgenoten op havo en vwo soulbroeken met wijde pijpen en in de jaren tachtig spijkerpakken. In de jaren negentig zaten daar de gabbers met hun kaalgeschoren hoofden en trainingspakken.
Populaire muziek drong mondjesmaat door tot de lyceïsten. Als ze musiceerden, dan was dat overwegend klassiek. De schoolfuiven - met toneel voor de pauze - waren de belangrijkste uitjes van het jaar.
Midden jaren zestig wierp het Nijmeegs Lyceum zijn stijfheid af. De jeugdrevolte deed zich gelden. Meisjes droegen mini, jongens lang haar. Ze hielden van de Beatles of de Stones, werden hippies en hielden van de Doors, of werden kritisch en hielden van Bob Dylan. Jongeren zetten zich in de tijd van het generatieconflict af tegen hun ouders en het gezag in het algemeen. De jeugdrevolte was zo krachtig dat ze de effecten van de fusie tussen het lyceum en twee mulo’s overschaduwde. Op de nieuwe school, de NSG, werd de rokerskelder een leerlingenvrijplaats waar zich zelden een docent vertoonde.
In de jaren zeventig heette de NSG de rode school. Kinderen van progressieve ouders kregen les van kritische en linkse leraren. De hippiesfeer van de jaren zestig bleef hangen, totdat de punk, de new wave en het doemdenken rond 1980 doordrongen. De hippies die nu jippen heetten, vervingen hun lange haar nu door zwart geverfde pieken of een hanenkam. Sinds 1970 loopt de subcultuur van de hippies, jippen en alto’s als een rode draad door de geschiedenis van de NSG. Zij domineren de redactie van de schoolkrant. De tweede rode draad is die van de kakkers, behoudende leerlingen die door kleding en gedrag volwassenheid willen uitstralen.
‘netjes, cultureel en een beetje alternatief ’
De tweede helft van de jaren tachtig betekende een breuk in de jeugdcultuur op de NSG. De tijd van de hevige protesten was voorbij, de rokerskelder ging dicht en in de popmuziek begonnen de house en de rap aan hun opmars. Op de NSG creëert de schoolleiding begin jaren negentig een specifieke jeugdcultuur: van artistieke leerlingen, vooral uit de bovenbouw van het vwo, die muziek, drama of beeldende vorming beoefenen. Een recent en heel dun draadje is dat van allochtone leerlingen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Zij zitten vooral op het vmbo, enkele meisjes dragen een hoofddoek en zij houden van muziek uit het land van herkomst, zoals raï. De jeugdcultuur op de NSG is die van een witte school, die in een betere wijk in een rustige provinciestad staat: netjes, cultureel en een beetje alternatief. De cirkel is rond: de NSG heeft veel weg van het Nijmeegs Lyceum.
187
1 9 5 5
50 Jaar
2 0 0 5
VMBO T HAVO VWO
NIJMEEGSE SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWOUD VM B OT •
H AV O
•
VWO
Van Cranenborchstraat 7 6525 BM Nijmegen Telefoon (024) 323 44 55 Fax (024) 360 10 41
[email protected] www.groenewoud.nl Brugklasgebouw Schlatmaeckerstraat 10 6525 DH Nijmegen telefoon (024) 324 02 38