HET MEETJESLAND, STERK IN ONTWIKKELING Tien jaar Streekplatform Meetjesland (1995-2004)
Í
HET MEETJESLAND, STERK IN ONTWIKKELING Tien jaar Streekplatform Meetjesland (1995-2004)
Tekst en redactie Bart Van Herck Bijdragen Jan Willems en Mark Arnaut Prof. Dr. Filip De Rynck en Joris Voets Marc De Buck De Meetjeslandse burgemeesters
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith
Onwillekeurig denk ik wel eens hoe ervaart de colonne dit thuisland opzij van de vluchtweg naar zee? Zouden ze de wiegendruk zien van kavels als smalle repels tussen houtwallen gevat en al de torens van dorpen en stad, het tweeledig gezicht van houtland in het zuiden en polder grenzend aan Zeeland? Uit een gedicht van Robert De Lust
Colofon Het Meetjesland, sterk in ontwikkeling Tien jaar Streekplatform Meetjesland (1995-2004) Uitgave vzw Streekplatform Meetjesland Oostveldstraat 1 9900 Eeklo Tel 09 376 97 38 Fax 09 376 97 39
[email protected] www.meetjesland.be Tekst en redactie Bart Van Herck Bijdragen Jan Willems en Mark Arnaut Prof. Dr. Filip De Rynck en Joris Voets Marc De Buck De Meetjeslandse burgemeesters Tekstcorrectie Paul Van de Woestijne, Eeklo Tekening omslag Tyl Destoop, Wortegem-Petegem Vormgeving Millefeuilles, Gent Druk Sintjoris, Merendree Eeklo, oktober 2004 D/2004/10.349/1 Overname van teksten vereist toestemming van de uitgever
6
Í
INHOUD
> Voorwoord van Minister-president Yves Leterme
9
> Woord vooraf
11
> Het Vlaamse kader voor sociaal-economische streekontwikkeling
15
> Tien jaar dynamiek
20
Streekplatform Meetjesland 1995-2004 > Geen welvaart zonder welzijn
Vijf jaar Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Jan Willems en Mark Arnaut
41
> Voeding Meetjesland
49
> Meerwaarden van het Streekplatform Meetjesland
53
> Getuigenbank
67
De mening van bevoorrechte getuigen > Streekplatform Meetjesland, enkele observaties van buitenstaanders
78
Prof. Dr. Filip De Rynck en Joris Voets, Hogeschool Gent > De provincie als actor in de streekontwikkeling
86
Marc De Buck, eerste gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen > Samen werken of samen ondergaan
89
Pleidooi voor sterke gemeenten, binnen een sterke regio De Meetjeslandse burgemeesters aan het woord > Het Meetjesland, sterk in ontwikkeling
95
Toekomst van de streekwerking in het Meetjesland > De Levende krachten
105
Leden, commissieleden en medewerkers van het Streekplatform
7
“De verdienste van het Streekplatform is niet gering. Het kende een eigen gewilde ontwikkeling en het bekleedt een unieke positie in Vlaanderen. Het Meetjesland is erin geslaagd de economische, sociale en ruimtelijke ontwikkeling van de regio als één geheel te benaderen. De verscheidenheid van dossiers en projecten is illustratief: bedrijventerreinen, Voeding Meetjesland, mobiliteit, windenergie, ouderenbeleid, cultuur, .…”
Í
VOORWOORD
De welvaart van Vlaanderen is de welvaart van zijn regio’s en streken. Dit boek blikt terug op tien jaar werking van het Streekplatform Meetjesland. De verdienste van het Streekplatform is niet gering. Het kende een eigen gewilde ontwikkeling en het bekleedt een unieke positie in Vlaanderen. Het Meetjesland is erin geslaagd de economische, sociale en ruimtelijke ontwikkeling van de regio als één geheel te benaderen. De verscheidenheid van dossiers en projecten is illustratief: bedrijventerreinen, Voeding Meetjesland, mobiliteit, windenergie, ouderenbeleid, cultuur, .… Daarnaast is er ook een belangrijke, meer immateriële meerwaarde van de streekwerking: de samenwerking tussen de gemeenten, de dialoog tussen de betrokken actoren in de regio, de toegenomen erkenning en uitstraling van het Meetjesland naar buiten uit en bovenal het groeiende vertrouwen tussen de partners in de regio. Dit boek over tien jaar Streekplatform verschijnt niet toevallig. Op dit ogenblik vindt er een grondige hertekening plaats van het sociaal-economisch streekbeleid in Vlaanderen. Vanuit een integratie van streekwerking en subregionaal arbeidsmarktbeleid zullen de regio’s over nog meer hefbomen beschikken om te werken aan de sociaal-economische ontwikkeling van hun streek. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de partners in het Meetjesland de nodige creativiteit aan de dag zullen leggen om in het kader van het nieuwe decreet op het sociaal-economisch streekbeleid, te komen tot structuren die op het terrein werken, tot een uitdagend streekpact en tot het mobiliseren van alle actoren. Als minister-president, maar ook als Vlaams minister bevoegd voor plattelandsbeleid kijk ik met belangstelling uit naar de aanpak en de resultaten binnen een landelijke regio als het Meetjesland. Dit boek vormt natuurlijk een prachtig naslagwerk over tien jaar Streekplatform Meetjesland. Maar het zal tevens voor de andere regio’s en voor de toekomstige werking in het Meetjesland zelf de nodige inspiratie leveren voor een tweede adem in het streekverhaal. Mijn welgemeende dank voor alle mensen, bedrijven, besturen en organisaties die hun energie bundelden in één dynamiek en alle succes voor de toekomstige werking.
Yves Leterme Minister-president van de Vlaamse Regering
9
“Efficiënte structuren zijn geen garantie voor succes. Er is meer nodig, inzonderheid gemotiveerde deelnemers. Ik denk dat hierin een van de succesfactoren ligt van de subregionale werking in het Meetjesland. De wil om samen met anderen een gemeenschappelijk doel te realiseren. In het bijzonder ook de gemeenten hebben begrepen dat het efficiënter is voluit te participeren in een beleid waarop ze zelf een grote invloed hebben, dan een subregionaal beleid te moeten ondergaan dat van bovenuit wordt opgelegd.”
Í
WOORD VOORAF
Tien jaar geleden werd in Aalter het Streekplatform Meetjesland opgericht. Doelstelling was het verhogen van de welvaart en het welzijn in de regio op basis van een strategie waaraan alle levende krachten hun goedkeuring verlenen. We kijken tevreden terug. Het Streekplatform heeft de ledematen van de streek losgemaakt, bruggen geslagen, met heel wat realisaties tot gevolg. Er is een klimaat van vertrouwen gegroeid dat voor Meetjeslanders ondertussen als vrij gewoon overkomt, maar het is het allerminst. De verbondenheid van talrijke organisaties, besturen en bedrijven met de bestuursorganen van de streekwerking is uniek. Het blijft verbazen hoe organisaties van verschillende politieke of filosofische gezindheid erin slagen om samen te werken en te streven naar consensus. Er is de wil tot samenwerken, maar ook de behoefte. Zeker in het Meetjesland. De streek heeft het voordeel klein te zijn, maar het nadeel van niet groot genoeg. Door de krachten te bundelen krijgen kleine organisaties of KMO’s meer slagkracht en impact. Ook voor gemeenten is samenwerken het beste middel om proactief in te spelen op de vraag naar meer bestuurskracht (grotere entiteiten) op het lokale niveau. Een netwerk als het Streekplatform brengt ook sociaal heel wat teweeg. Een integrale streekwerking met een actieve deelname van het middenveld verstevigt het sociale bindweefsel, geeft mensen de kans mee te denken over hun omgeving en maakt ze medeverantwoordelijk. Binnen een globaliserende context, vormt de streek een herkenbaar netwerk. Naast vele andere is het Streekplatform een antwoord op negatieve uitingen van individualisme, verzuring, onveiligheid en onzekerheid. Politici doen er goed aan dit participatief model te erkennen en te waarderen. Betrokkenheid komt de kwaliteit van de democratie ten goede en voedt het vertrouwen. Oprechte dank aan iedereen die tien jaar Streekplatform heeft mogelijk gemaakt.
Freddy Bertin voorzitter
11
“In ons streven naar ontwikkeling mogen we niet vergeten dat de open ruimte de belangrijkste troef is van het Meetjesland. Bedenk dat de voorbije tien jaar 1 200 ha of 2,5% van de open ruimte opging aan wonen en industrie. Ik pleit voor een innovatief beleid dat bouwt op onze troeven en locatievoordelen als plattelandsregio in de flank van Gent en Brugge (Meetjesland buitenkans). Er is geen alternatief, als we de urbanisatie sluipend haar werk laten doen, worden we een doorsnee tussenstedelijke regio.”
Í
WOORD VOORAF
Het ziet er naar uit dat het Meetjesland volgend jaar een van de enige regio’s wordt in Vlaanderen waar nog een streekplatform zal bestaan. De andere streekplatformen zetten hun werking integraal verder binnen regionale economische en sociale overlegcomités (RESOC’s) en sociaal economische raden voor de regio’s (SERR’s). Het Meetjesland is een buitenbeentje tegen wil en dank. Er is geen nostalgie of schrik voor verandering. Lang is er gezocht naar mogelijkheden om de huidige streekplatformwerking in te passen in de nieuwe structuren die worden opgericht voor sociaal-economische streekontwikkeling. Maar het wringt in meer dan één opzicht. RESOC’s en integrale streekontwikkeling zijn vooralsnog twee onderscheiden dingen. Ook de aansturing is wezenlijk verschillend. Het Streekplatform Meetjesland kende een andere ontwikkeling dan de meeste collega-platformen in Vlaanderen. Het Streekplatform Meetjesland is spil van het intergemeentelijk overleg in de regio, drager van het Europese plattelandsprogramma Leader+, facilitator van het welzijnsoverleg en van Voeding Meetjesland en portaal van het virtueel huis van de regio. Het Streekplatform is een integraal netwerk dat de samenhang verzekert tussen vele regionale actoren en initiatieven, een server die heel wat werkstations voedt en verbindt. Ook in het Meetjesland zal er een RESOC en een SERR worden opgericht, samen met de zes gemeenten uit de Oost-Vlaamse Leiestreek. Voortaan zullen deze structuren het overleg rond arbeidsmarkt en economie organiseren. Meerwaarde op andere regio’s, is dat deze organen zullen ingebed worden in het brede netwerk van streekactoren en -organisaties, zeg maar Streekplatform, of Streekplatform+ vanaf 2005. Deze op het eerste gezicht eigenzinnige keuze, is minder eigenzinnig dan ze lijkt. Wie er de literatuur op streek- of plattelandsontwikkeling op naleest, vindt vrij snel medestanders voor het model waaraan in het Meetjesland elke dag wordt gewerkt: multi-level, multi-actor en multi-thematisch. Dank voor het vertrouwen de voorbije tien jaar en laat ons samen bewijzen dat we de beste keuze hebben gemaakt.
Bart Van Herck directeur
13
Foto: Ludo Goossens
Grenzen zijn relatief
In discussies over de grenzen van het Meetjesland is het belangrijk tegelijk de relativiteit en de kracht van regio’s te begrijpen. Grenzen zijn relatief. De ‘homogene regio’, als begin- en eindpunt van ruimtelijke of sociaaleconomische processen, bestaat niet. Regio’s als het Meetjesland zijn hooguit een context of een ruimte, met onderliggend allerlei netwerken (sociaal, economisch, ruimtelijk, …) met verschillende gebiedsomschrijvingen. Een regio als het Meetjesland is krachtig, omdat het in verschillende opzichten identiteit heeft, herkenbaar is en gevoelens oproept. Gevoelens die zich kunnen vertalen in energie en inzet. Krachtig ook omdat het in deze complexe en globaliserende samenleving een werkbare en overzichtelijke omschrijving is voor overleg en samenwerking.
Í
HET VLAAMSE KADER VOOR SOCIAAL-ECONOMISCHE STREEKONTWIKKELING
Û START VAN HET VERNIEUWD REGIONAAL ECONOMISCH BELEID (1994-1999) Na een grondig debat (1993-1994) verlaat Vlaanderen het impulsgebiedenbeleid1 voor een vernieuwd regionaal economisch beleid (VREB). Het impulsgebiedenbeleid was zoals het Europese beleid volledig gericht op de ‘achtergebleven gebieden’. Het VREB stelt dat alle streken in aanmerking moeten komen voor een eigen streekbeleid, gesteund op de plaatselijke krachten en gericht op de uitbouw van de troeven van de streek.
Streekplatform Westhoek Streekplatform Oostende Streekplatform Roeselare-Tielt Streekplatform v/h arr. Brugge Regionaal Beleidskomtee arr. Kortrijk
Strategisch Plan arr. Mechelen Maatschappij v/d Vernieuwing en Promotie van Antwerpen Streekplatform Kempen HESOC Streekplatform Hageland
Streekplatform Meetjesland Strategisch Plan Gewest Gent Strategisch Plan Zuid-Oost-Vlaanderen Strategisch Plan regio Dendermonde Strategisch Plan Waasland
Streekplatform Midden-Limburg Streekplatform Noord-Limburg Streekplatform Haspengouw
Op basis van het Besluit van 20 juli 1994 erkent de Vlaamse Gemeenschap 17 Streekplatformen.
1 In de periode 1991-1993 ontvangen acht Vlaamse regio’s, die door de Europese Gemeenschap als probleemregio’s worden erkend, impulssteun van de Vlaamse Regering. Het Meetjesland is een van die acht, met een impulsenveloppe van 148 miljoen BEF voor de periode 1991-1993.
15
Binnen dat vernieuwde kader stimuleert de Vlaamse Regering de oprichting van subregionale samenwerkingsverbanden of streekplatformen (een georganiseerde en duurzame samenwerking tussen organisaties en personen binnen een subregio die gericht is op het bevorderen van economische groei, inkomensvorming en werkgelegenheid in de subregio). Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 preciseert de erkenningsvoorwaarden en legt een maximale jaarlijkse werkingstoelage vast van € 50 000 per streekplatform, met een maximum van 49% van de kosten.1 Verder bepaalt dit besluit dat een streekplatform een streekcharter kan afsluiten met de Vlaamse Regering, op basis van een streekvisie waarrond binnen de regio consensus bereikt wordt. Het streekcharter is een gemeenschappelijke intentieverklaring waarin een streekplatform en de Vlaamse Regering hun medewerking toezeggen aan de verwezenlijking van strategische hefboomacties. (art. 9)
Û EVALUATIE EN AARZELING (1999-2002) Na vijf jaar en na het afsluiten van de eerste streekcharters wordt het model ernstig in vraag gesteld. Vlaams Minister voor Economie Dirk Van Mechelen vraagt in 1999 de sociale partners, het werkveld en zijn eigen administratie om een evaluatie van het vernieuwd regionaal-economisch beleid. Hij stelt een aantal bijsturingen voor die moeten leiden tot een echt streekeigen management (STEM). De STEM-nota van maart 2000 wordt evenwel niet in de praktijk omgezet en ingehaald door nieuwe besprekingen in het kader van het veranderingsproces Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) en het kerntakendebat. Tijdens deze laatstgenoemde besprekingen worden de principes vastgelegd voor de reorganisatie van de structuren voor streekontwikkeling in Vlaanderen: > streekontwikkeling is bestuurlijk in de eerste plaats een aangelegenheid van de
lokale besturen (gemeenten en provincies); > beleidsbepaling m.b.t. streekontwikkeling gebeurt door de democratisch verko-
zen besturen (primaat van de politiek); beleidsuitvoering door de meest geschikte uitvoeringsactor; beleidsvoorbereiding wordt ondergebracht in nieuwe overlegstructuren, geënt op het Vlaamse spiegelmodel SERV / VESOC. Omwille van de onduidelijkheid over de toekomst van de streekplatformen, worden in de periode 2000-2001 geen streekcharters erkend.2
1 Dit besluit wordt gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 27 september 1995, bij Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1997 en bij Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001. 2 Om die reden blijft het streekcharter Meetjesland lange tijd hangen op Ministerieel niveau en wordt het uiteindelijk pas in juni 2002 goedgekeurd.
16
Û PERSPECTIEF IN 2003, DECREET IN 2004 Begin 2003 is er een akkoord binnen de Vlaamse Regering om de streekplatformen en de subregionale tewerkstellingscomités (STC’s) samen te brengen in nieuwe advies- en overlegstructuren met als eenduidige finaliteit overleg en advies. Een goed jaar later, op 29 april 2004, keurt het Vlaamse Parlement het decreet goed betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités. Op basis van het decreet zullen tegen uiterlijk 31 december 2004 de streekplatformen en de STC’s ophouden te bestaan. In de plaats komen maximaal 15 Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV). De ERSV’s zijn nieuwe vzw’s die het subregionaal overleg ondersteunen. Conform het Vlaams stelsel van sociaal-economisch overleg binnen de SERV en het VESOC, zal de vzw ERSV ondersteuning geven aan het overleg: > tussen de sociale partners in de regio enerzijds (binnen de SERR - Sociaal-
Economische Raad van de Regio); > tussen de sociale partners en de gemeenten en de provincie anderzijds (binnen
het RESOC - Regionaal Economisch en Sociaal OverlegComité).
17
HET MEETJESLAND IN KERNCIJFERS MEETJESLAND VLAANDEREN MEETJESLAND (11 GEMEENTEN) VS. VLAANDEREN
Oppervlakte in km2 Aandeel bebouwde oppervlakte op 1/1/2002 Bevolkingsdichtheid (inwoners/km2)
Inwoners op 1/1/2004 0-19 20-64 65+ Bevolking met vreemde nationaliteit Aantal huishoudens Grijze druk (2002) bevolking 60+ versus bevolking 20-59
Inkomen 2001 (aanslagjaar 2002) Gemiddeld inkomen per aangifte Gemiddeld inkomen per inwoner
Aantal bewoonde particuliere woningen (2001) Aandeel woningen zonder bad of douche (2001) Aandeel sociale huurwoningen (2001) Gemiddelde prijs per m2 bouwgrond (1/1/2002) Gemiddelde prijs voor een kleine en middelgrote woning (1/1/2002)
18
571 11%
13 522 16,8%
4,22%
228
445
51,24%
130 147 28 514 (21,9%) 77 835 (59,8%) 23 798 (18,3%) 1 834 (1,4 %) 52 351 41,97
6 016 024 1 342 137 (22,3%) 3 616 913 (60,1%) 1 056 974 (17,6%) 271 023 (4,5 %) 2 413 745 40,48
2,16% 2,12%
€ 25 237 € 11 677
€ 25 565 € 12 542
98,72% 93,10%
50 866 5,8% 3,4% € 59,86 € 95 474
2 399 930 3,5% 5,4% € 76,82 € 97 536
2,12%
2,15% 2,25% 0,68% 2,17%
Beroepsbevolking Werkende beroepsbevolking (2002) Aantal niet-werkende werkzoekenden (juli 2004) Activiteitsgraad (2002) Aandeel beroepsactieven versus bevolking 20-64
54 908 4 214 74,25 %
2 466 098 241 476 73 %
2,23% 1,75%
Tewerkstelling in het Meetjesland (2002) Loon- en weddetrekkenden Zelfstandigen en helpers Zelfstandigen en helpers in bijberoep Werkgelegenheidsgraad Arbeidsplaatsen Meetjesland versus bevolking 20-64
41 005 27 706 10 885 2 414 49,6
2 479 279 1 988 101 395 917 95 261 66,1
1,65% 1,39% 2,75% 2,53%
Tewerkstelling per sector (2002) Land- en tuinbouw Industrie Handel Overheid, onderwijs, welzijn en gezondheid
41 005 3 673 13 085 11 070 13 177
2 479 279 79 353 662 874 950 300 786 752
1,65% 4,63% 1,97% 1,16% 1,67%
3 053 2 748 260 45
151 017 133 462 14 174 3 381
2,02% 2,06% 1,83% 1,33%
379 13 022
22 846 488 381
1,66% 2,67%
Aantal ondernemingen (2002) Van 1 tot 19 werknemers Van 20 tot 99 werknemers Meer dan 99 werknemers
Sociale indicatoren Leefloontrekkers (2003) Aantal WIGW’s (1.1.2003) Weduwen en weduwnaars, invaliden, gepensioneerden, wezen met laag inkomen
Diverse bronnen, bewerking Streekplatform Meetjesland
19
Í
TIEN JAAR DYNAMIEK STREEKPLATFORM MEETJESLAND 1995-2004
Û VOORGESCHIEDENIS Vooraleer in te gaan op de oprichting van het Streekplatform, is het goed de voorgeschiedenis te schetsen.
Promotiebrochure door TIMBO
Op initiatief van de bestendige deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen functioneert tussen 1988 en 1990 het Tewerkstellingsinitiatief Meetjesland (TIM), later opgevolgd door het Tewerkstellingsinitiatief Meetjesland Beleidsgroep Ontwikkeling (vzw TIMBO, 19901994). Met deze werkingen wil het provinciebestuur ondersteuning geven aan streekontwikkeling (overleg en projecten) in het Meetjesland. Het TIMBO-gebied telt acht gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Knesselare, Maldegem, SintLaureins, Waarschoot en Zomergem.
Via TIM en TIMBO - en met de hulp van Vlaamse impulssteun in de periode 19901994 - worden een aantal interessante projecten gerealiseerd waaronder: uitbreiding industrieterreinen Eeklo en Maldegem, oprichting bedrijvencentrum Maldegem, permanent overleg rond vorming en bedrijfsleven (SAS), nieuwe VDAB-initiatieven in Eeklo, gastronomische gids, in stand houden Huysmanhoeve, …. De ervaringen binnen TIM en TIMBO hebben in functie van het Streekplatform een aantal belangrijke verdiensten: > er groeit ervaring in streekoverleg; > het kerngebied van het Meetjesland wordt gevormd; > men ervaart een gemis aan actieve betrokkenheid van bedrijfsmensen in het overleg, wat de aanleiding vormt om het binnen het Streekplatform anders aan te pakken (er wordt een voorzitter vanuit het bedrijfsleven aangezocht).
20
Û OPRICHTINGSFASE (SEPTEMBER 1995 - AUGUSTUS 1996) Op 20 juli 1994 keurt de Vlaamse Regering het Besluit goed houdende de erkenning en betoelaging van streekplatformen in het kader van het regionaal economisch beleid en het afsluiten van streekcharters. Bij de provincie Oost-Vlaanderen, die met TIM en TIMBO de kaart had getrokken van subregionale ontwikkeling, is er ontgoocheling dat de provincie als bestuur geen medeverantwoordelijkheid krijgt in dit Vlaamse initiatief. Niettemin wordt ingespeeld op het Besluit en neemt de vzw TIMBO het initiatief zichzelf om te vormen tot Streekplatform. Na twee voorbereidende bijeenkomsten in oktober 1995, wordt op 16 december 1995 in het auditorium van het gemeentehuis van Aalter de vzw Streekplatform Meetjesland opgericht. Stichtende leden zijn de twintig beheerders1, alsook een afgevaardigde per betrokken gemeente (11). Op de stichtingsvergadering worden Arnold Sevenoo en Geert Van de Woestyne aangesteld tot ondervoorzitters. De voorzitter wordt pas later aangeduid.
Sint-Laureins Assenede Kaprijke Maldegem
Eeklo
Waarschoot Knesselare Zomergem Lovendegem Aalter Nevele
Hoewel de Vlaamse administratie zich afvraagt of de groep van elf gemeenten genoeg kritische massa heeft om vatbaar te zijn voor een specifiek sociaal-economisch beleid, wordt de vzw Streekplatform Meetjesland in zijn voorgestelde omschrijving op 15 oktober 1996 door Vlaams Minister voor Economie Eric Van Rompuy erkend als Streekplatform (met terugwerkende kracht tot 1 januari 1996).
In de statuten wordt de doelstelling van de vereniging als volgt beschreven: de vereniging heeft tot doel strategische actieplannen en projecten te onderzoeken en verwezenlijken en dit enkel voor het omschreven gebied, met name: Maldegem, Eeklo, Kaprijke, Sint-Laureins, Assenede, Zomergem, Waarschoot, Knesselare, Aalter, Lovendegem en Nevele.2 1 Vier vertegenwoordigers van de politieke partijen, vier afgevaardigden van de werkgevers, vier afgevaardigden van de werknemers, één afgevaardigde van respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Oost-Vlaanderen en de VDAB en vijf vertegenwoordigers van de respectieve sectoren onderwijs, milieu, intercommunales, toerisme en non-profit. 2 De woorden “en verwezenlijken” worden geschrapt bij statutenwijziging op 26 oktober 1996.
21
Opvallend is dat het werkingsgebied elf gemeenten omvat, waar TIMBO slechts acht gemeenten telde. De toetreding van de nieuwkomers Aalter, Lovendegem en Nevele is voor een (groot) deel te verklaren vanuit de negatieve motivatie om niet bij het Streekplatform Gent te worden ingedeeld. Op de vergadering van de raad van beheer van 13/04/1996 aanvaardt Luc De Bruyckere het voorzitterschap van de vereniging. Op diezelfde vergadering wordt beslist vier commissies op te richten, die elk op hun domein de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen in kaart moeten brengen: > > > >
Commissie Economie en Tewerkstelling; Commissie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening en Milieu; Commissie Onderwijs, Vorming en Onderzoek; Commissie Recreatie, Toerisme en Cultuur.
S T R U C T U U R I N D E O P R I C H T I N G S FA S E
De structuur van de organisatie is in de oprichtingsfase vrij eenvoudig. Het vast bureau - de ondervoorzitters, later aangevuld met de voorzitter - speelt een belangrijke rol bij het aantrekken van sleutelfiguren (commissievoorzitters) en het vormgeven van de organisatie (huisstijl, kaskrediet, …). De formele vzw-organen bekrachtigen de belangrijke beslissingen.
Voorzitter Ondervoorzitters(2)
Raad van Beheer Algemene vergadering
VOORBEREIDING
FORMELE STURING
22
Û DE ‘KLASSIEKE’ PERIODE (SEPTEMBER 1996 - AUGUSTUS 1998) Op 1 september 1996 wordt het secretariaat geïnstalleerd in het bedrijvencentrum te Maldegem en start de werking van de commissies. Danny Verbeke en Lizzie De Vlieger ondersteunen respectievelijk als directeur en secretaresse het proces. Op een eerste persconferentie op 10 oktober 1996 maakt voorzitter Luc De Bruyckere de ambities van het Streekplatform bekend. Hij noemt het Streekplatform een denktank voor de regio en vraagt tijd om een streekvisie op te bouwen en te werken aan het zelfvertrouwen en de identiteit van de regio.
Van 1 september 1996 tot 31 december 1999 is het secretariaat van het Streekplatform gevestigd in het bedrijvencentrum van Maldegem. Vanaf 2000 krijgt het onderdak in het administratief gebouw van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jan te Eeklo. In de periode 1996-1998 werkt het Streekplatform conform de formele opdracht die vanuit de Vlaamse Regering voor de streekplatformen wordt gedefinieerd, met name de voorbereiding van een streekcharter. In haar Leidraad voor het opstellen van een streekvisie (december 1995) concretiseert de cel regionaal economisch beleid van de Vlaamse Gemeenschap de werkzaamheden als volgt: > beschrijving van de socio-economische situatie; > verklaring van de situatie en omschrijving van de probleemgebieden; > diagnose en oplossingen; > voorstellen van de strategische hefbomen. De inventarisatie en analyse van de regio gebeurt door de vier opgerichte commissies, die inmiddels zijn samengesteld en functioneren onder het voorzitterschap van respectievelijk: > Mil Kooyman, commissie Economie en Tewerkstelling; > Prof. Dr. Georges Allaert, commissie Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu; > Prof. Dr. Aimé Heene, commissie Onderwijs, Vorming en Onderzoek; > Piet Quataert, commissie Recreatie, Toerisme en Cultuur.
23
Eind 1996 en het hele jaar 1997 wordt in de commissies bijzonder druk vergaderd. De coördinatie van het proces vergt dan ook veel tijd en energie. Onder die omstandigheden kondigt Danny Verbeke in mei 1997 zijn ontslag aan als directeur. De werkzaamheden zijn niet meer te combineren met zijn eigen zaak. Op 1 oktober 1997 gaat Bart Van Herck aan de slag als nieuwe directeur in voltijds contractueel verband. Hij heeft onmiddellijk de handen vol met het ondersteunen van de commissies, die op basis van een pak bronnenmateriaal hun eerste conclusies voorbereiden. Onder de titel Kiezen voor het Meetjesland, wordt op 4 december 1997 een synthese voorgesteld van het commissiewerk in het auditorium van het gemeentehuis van Aalter. Het is de eerste publieke manifestatie van het Streekplatform, met 250 aanwezigen. De plenaire presentatie wordt gevolgd door vier hoorzittingen waarop inwoners uit het Meetjesland worden uitgenodigd om van gedachten te wisselen over het geleverde denkwerk in de schoot van het Streekplatform. Uit die ronde volgt indirect ook de oprichting van een nieuwe commissie, met name rond welzijn en gezondheid. Ondanks het maatschappelijk en economisch belang van deze sectoren, kwamen ze in de eerste analyse van het Streekplatform nauwelijks aan bod. In een versneld tempo fietst de commissie Welzijn en Gezondheid haar achterstand op de andere commissies dicht. De invloed van de nieuwe commissie is drie maanden later, in juni 1998, reeds duidelijk voelbaar als - in aanwezigheid van Vlaams Minister voor Economie Eric Van Rompuy - de Missie voor het Meetjesland wordt voorgesteld aan het brede publiek in Den Hoogen Pad te Adegem-Maldegem. De Missie, ook wel streekvisie genoemd, is een evenwichtig geformuleerd groeipad, waar zowel economische, sociale als ecologische overwegingen aan de basis liggen. Tijdens dezelfde bijeenkomst wordt het Portret van het Meetjesland voorgesteld, een socio-economisch vademecum waarin het cijfermateriaal dat door de commissies werd verzameld op een overzichtelijke manier wordt gebundeld. Het boek komt tot stand dankzij de Nationale Bank van België, agentschap Gent, die Kathy Gillis voor deze opdracht een aantal maanden vrijstelt. Door de intensieve vergaderingen wordt in deze periode het netwerk en draagvlak gevormd tussen de protagonisten in de streek. De voorstelling van analyse en visie gaan telkens gepaard met grote bijeenkomsten voor zo’n 200 tot 250 deelnemers. Trouwens ook de eerste Meetjeslandse nieuwjaarsreceptie dateert uit deze periode, namelijk van januari 1998.
24
STRUCTUUR PERIODE 1996 - EERSTE HELFT 1998
In de periode 1996-1998 neemt de structuur van het Streekplatform een belangrijke vlucht. Daarbij de opstart van de commissies: aanvankelijk vier, maar vanaf april 1998 aangevuld met een vijfde commissie Welzijn en Gezondheid. Naast de inhoudelijke commissies worden er twee procesondersteunende groepen gevormd. Vooreerst de commissie Gemeenten (oprichting op 2 juli 1997), als formeel overlegorgaan met de Meetjeslandse gemeentebesturen. Pieter De Crem, burgemeester van Aalter, aanvaardt het voorzitterschap. Bedoeling is de gemeentebesturen nauwer te betrekken bij de opstelling van het strategisch plan voor de regio. Daarnaast het uitgebreid bureau waar over sectoren en politieke partijen heen belangrijke opties worden vastgelegd. De steun van beide structuren zorgt ervoor dat de besluitvorming binnen de raad van beheer en de algemene vergadering van het Streekplatform vlot kan verlopen.
Commissies
Directeur Secretariaat
• Economie en Tewerkstelling • Onderwijs en Vorming • Welzijn en Gezondheid • Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu • Toerisme, Recreatie, Sport en Cultuur
Vast bureau
INHOUDELIJKE VOORBEREIDING
DAGELIJKSE LEIDING
Commissie Gemeenten Uitgebreid Bureau Commissievoorzitters (6) Politiek Comité (4) Vast bureau (4)
PROCESONDERSTEUNING
25
Raad van Beheer Algemene vergadering FORMELE STURING
MISSIE VOOR HET MEETJESLAND Het Streekplatform Meetjesland stelt zich van bij aanvang tot doel te werken aan één integrale streekvisie, die alle domeinen van het maatschappelijke leven omspant. Het basisdocument - ook wel Missie voor het Meetjesland genoemd - wordt gepresenteerd in 1998 en drukt op een kernachtige wijze uit op welke manier het Meetjesland zich socio-economisch wil versterken. De volgende jaren wordt de streekvisie nog op heel wat punten verbreed en verdiept. De streekvisie wordt in de loop van 2001 goedgekeurd door de algemene vergadering van het Streekplatform die een 60-tal mensen verenigt uit de meest diverse verenigingen, de provincieraad van Oost-Vlaanderen en de elf gemeenteraden in het Meetjesland. Medio 2002 neemt ook de voltallige Vlaamse Regering kennis van visie en hefboomprojecten. Het is belangrijk te begrijpen dat de streekvisie een levend gegeven is. De uitdaging bestaat er in om het debat over de toekomst van de regio levend te houden en de krachtlijnen van de visie op een bevattelijke manier te communiceren naar de beleidsmakers en inwoners van het Meetjesland.
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith
26
Kwalitatief versterkte ruimte • Stedelijke structuren optimaal benutten • Buitengebied versterken • Bovenlokale economische activiteiten concentreren in de econ. knooppunten • Vervoersinfrastructuur optimaliseren
binnen
Belangrijke socio-economische activiteiten versterken • Agro- en voedingssector • Recreatie en Toerisme • Bouwsector • Sociale voorzieningen
door
Een duurzame socio-economische ontwikkeling voor het Meetjesland
Gunstige geo-economische ligging valoriseren t.a.v.
door
• De twee omringende maritieme weefsels • De kunststeden en de kuststrook • Zeeland
gebruik maken van
Gunstige arbeidsomgeving • Aanwezig arbeidspotentieel • Arbeidsvriendelijk klimaat • Breed en gediversifieerd aanbod van volwassenenonderwijs
Het Meetjesland stelt zich tot doel een duurzame socio-economische ontwikkeling te realiseren door belangrijke economische activiteiten in de streek te versterken en zijn interessante geo-economische ligging te valoriseren. Deze ontwikkeling dient enerzijds te gebeuren binnen een kwalitatief versterkte ruimte en wil anderzijds gebruik maken van de gunstige arbeidsomgeving.
27
1
3
2
4
5
6
1. Studiebezoek aan de Westhoek op 21 oktober 1997 2. Voorstelling Missie voor het Meetjesland op 30 juni 1998 3. Ministerieel onderhoud op 19 mei 2000 i.f.v. de aanvraag tot gewestplanwijziging 4. Voorstelling Masterplan Toerisme op 6 maart 2001 5. Luc De Bruyckere geeft op 11 december 2002 de voorzittershamer door aan Freddy Bertin 6. Voorstelling studie bosuitbreiding op 14 juli 2003
28
Û VERFIJNEN EN GANGMAKEN VAN DE HEFBOOMPROJECTEN (SEPTEMBER 1998 - DECEMBER 2000) De streekvisie is voor het Streekplatform geen doel op zich, maar een kader voor de actie. Vandaar dat de visie zo snel mogelijk geconcretiseerd wordt in acties. Eind 1998 worden acht hefboomprojecten in ontwerpvorm gedefinieerd: 1 1) realiseren van een agro-voedingscluster; 2) stimuleren van de bouwsector en het verbeteren van de woningkwaliteit; 3) uitbouw van de kwaliteiten van de streek inzake toerisme en recreatie; 4) versterken van de sociale voorzieningen; 5) valorisatie van de geo-economische ligging; 6) kwalitatief versterken van de ruimte; 7) oprichting van een informatie- en adviescentrum volwassenenvorming en opleiding; 8) onthaal van ondernemers en uitbouw aanspreekpunt regionale samenwerking. Om deze hefboomprojecten tot uitvoering te kunnen brengen gaat het Streekplatform over tot het samenbrengen en sensibiliseren van partners en mogelijke promotoren. Zo worden de voedingsbedrijven samengebracht rond de idee voedingscluster, de huisvestingsactoren rond de hefboom woonkwaliteit, worden de ruimtelijke knelpunten van de gemeenten gebundeld, vinden gesprekken plaats met de GOM rond toelevering aan het Gentse, wordt een vergadering belegd rond de oprichting van een call-centrum, …. In deze periode besteedt het Streekplatform ook nogal wat aandacht aan de formele bundeling van de streekvisie en hefboomprojecten in een ontwerp van streekcharter met de Vlaamse Regering. Eind 1999 keurt de algemene vergadering de basisversie goed. Na commentaar van de diverse Vlaamse administraties en Vlaamse Openbare Instellingen worden op 6 juli 2000 de laatste verfijningen toegevoegd. Omwille van de plannen tot omvorming van de streekplatformen (toen al!) duurt het evenwel tot 2002 vooraleer het Meetjesland effectief een streekcharter afsluit met de Vlaamse Regering.
1 Merk op dat de hier geformuleerde hefboomprojecten later nog op essentiële punten worden bijgestuurd: splitsing hefboom 1, hefboom 5 verdwijnt, andere invulling hefbomen 3, 4, 6 en 8.
29
Na drie jaar groeit stilaan ook het ongeduld naar concrete realisaties. Het zijn de burgemeesters (commissie Gemeenten) die de lont aan het kruitvat steken en vragen een concreet dossier op te maken met voorstellen voor een aantal belangrijke ruimtelijke knelpunten in het Meetjesland. Het is de start van een omvattend proces, waaruit een aanvraag volgt tot wijziging van de gewestplannen i.f.v. een 37-tal ruimtelijke knelpunten. Hoewel de voorbereiding en consensusvorming rond het dossier veel energie opeisen, brengen de inspanningen geen direct resultaat, spijts een werkbezoek van Vlaams Minister van Ruimtelijk Ordening Dirk Van Mechelen op 19 mei 2000 aan de regio (Ter Beke). Hoewel het Streekplatform verondersteld wordt de uitvoering van hefboomprojecten aan derden over te laten, neemt zij in sommige gevallen op vraag van de partners een verregaand engagement. In 2000 beslist het Streekplatform om als facilitator op te treden enerzijds voor het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM) en anderzijds voor het samenwerkingsverband Voeding Meetjesland, respectievelijk hefboomproject 5 en hefboomproject 2. Beide structuren vinden zichzelf te klein voor een eigen rechtsvorm en vragen personeels- en juridische ondersteuning aan het Streekplatform. Inhoudelijk functioneren ze evenwel zelfstandig met eigen beheer en werkgroepen. Met deze keuze krijgt het Streekplatform een steeds duidelijker eigen koloriet. Meer dan in andere regio’s wordt het Streekplatform in het Meetjesland als vehikel gebruikt voor het verankeren of opstarten van nieuwe initiatieven op regioniveau. In diezelfde periode ondersteunt en begeleidt het Streekplatform trouwens ook de opstart van het Eduforum Gent-Eeklo en de vzw Logo Meetjesland. Beiden structuren waarin een veelheid van partners zijn betrokken, die in het Streekplatform een neutrale en geloofwaardige partner vinden om de opstart te begeleiden.
30
STRUCTUUR PERIODE TWEEDE HELFT 1998 - 2000
Ook in de periode september 1998 - december 2000 vinden er belangrijke evoluties en verschuivingen plaats binnen de structuur van het Streekplatform: > de uitbreiding van de personeelsbezetting met een staflid welzijn (1/2) en een staflid voeding/communicatie (4/5). Deze uitbreiding is noodzakelijk om in te kunnen gaan op de vraag naar ondersteuning van het RWOM en Voeding Meetjesland. Daarnaast is ze nodig om meer aandacht te kunnen besteden aan communicatie (vier maanden later worden de nieuwsbrief en de website Meetjesland gelanceerd); > gezien het Streekplatform werkt rond hefbomen en specifieke acties, verschuift de inhoudelijke voorbereiding van algemene commissies naar projectgroepen; > de verhuis van het secretariaat van het Streekplatform van Maldegem naar Eeklo; > de commissie Gemeenten is in deze periode niet enkel ondersteunend ten aanzien van de processen binnen het Streekplatform. Nadrukkelijker wordt ze een forum van intergemeentelijke uitwisseling en fungeert zij als aangever en promotor van intergemeentelijke projecten (bv. aanvraag voor gewestplanwijzigingen).
Commissies Project- of themagroepen
Directeur Staf Secretariaat Vast bureau DAGELIJKSE LEIDING
• Overleg bosgebieden • Werkgroep gewestplanwijziging • Werkgroep Masterplan Toerisme • Werkgroep Logo Meetjesland • Werkgroep Eduforum Gent-Eeklo • Werkgroep Boeboekspeelbos INHOUDELIJKE VOORBEREIDING
Commissie Gemeenten PROCESONDERSTEUNING + PROJECTEN
RWO Meetjesland Vast bureau Alg. Vergadering Werkgroepen
Voeding Meetjesland Stuurgroep Werkgroepen
31
Raad van Beheer Algemene vergadering FORMELE STURING
HEFBOOMPROJECTEN STREEKCHARTER MEETJESLAND De toekomstvisie voor het Meetjesland werd door het Streekplatform vertaald in acht hefboomprojecten, waarbinnen verschillende deelprojecten (29 in totaal). Hoever staat de uitvoering ervan?
V w V ©
1. Het ondersteunen van de bedrijfsvoering van de land- en tuinbouwbedrijven in het Meetjesland. 1.1. Uitbouw van een onderwijs- en kenniscentrum voor de land- en tuinbouw. 1.2 Onderzoek m.b.t. waterkwaliteit en –kwantiteit. 1.3 De uitbouw van een commercialisatiestructuur voor de verkoop van hoeveproducten. 1.4. Het verbeteren van het imago van de land- en tuinbouw.
∏ 2. De realisatie van een voedingscluster Meetjesland. 3. De huisvestingsactoren in het Meetjesland willen binnen het Wooncentrum Meetjesland de krachten bundelen om bijkomende sociale huisvesting te realiseren, om de woningkwaliteit te verbeteren en om een (inter)gemeentelijk woonbeleid tot stand te brengen. © 3.1. Realiseren van bijkomende sociale huisvesting in de streek. © 3.2. Verbeteren van de kwaliteit van de woningen. w 3.3. Het tot stand brengen van een intergemeentelijk woonbeleid.
w w V w w w w
4. Het Meetjesland wil een attente gastheer zijn voor zijn inwoners en voor toeristen die de streek willen ontdekken en beleven. De streek wil hen laten genieten van het landelijke leven en de waardevolle cultuurlandschappen in het Meetjesland en van de kunst en cultuur in de directe omgeving. Om het aanbod van de streek te versterken en bekend te maken bij geïnteresseerde doelgroepen, zullen de verschillende toeristische initiatieven samenwerken binnen Toerisme Meetjesland. 4.1. Ontwikkelen van attractiepunten. 4.2. Bundelen en openstellen van de eigen cultuur. 4.3. Ontwikkelen van een aantrekkelijk fietsproduct. 4.4. Uitbreiden van de verblijfsmogelijkheden op het platteland. 4.5. Ontwikkelen van themagerichte dagtrips. 4.6. Doelgericht promoten van het toeristisch-recreatief aanbod. 4.7. Uitbouwen van een professioneel onthaal en management.
5. Het Meetjesland wil een kwalitatief en samenhangend welzijns- en verzorgingsaanbod in het Meetjesland, omwille van het maatschappelijk en economisch belang van de sector. ∏ 5.1. Uitbouw Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland. 2 5.2. Realisatie Streekziekenhuis Meetjesland.
32
∏
w w ! w w 2 2 w
5.3. Uitbouw van LOGO Meetjesland. 6. Het Meetjesland wil de landschapsdifferentiatie in het Meetjesland kwalitatief versterken. 6.1. Afstemming bepleiten tussen bestuursniveaus. 6.2. Oplossing geven aan dringende regionale knelpunten via ruimtelijke uitvoeringsplannen. 6.3. De multifunctionaliteit van de open ruimte organiseren via landinrichting. 6.4. Bescherming en verdere ontwikkeling van het landschap en de landschapselementen in het gebied. 6.5. Verbinding bosstructuren. 6.6. De spoedige omvorming van de N49. 6.7. Een consequente herinrichting van de N9. 6.8. Het optimaliseren van het collectief vervoer in het Meetjesland.
∏ 7. Het Meetjesland wil een onafhankelijk Informatie- en Adviescentrum voor Volwassenenvorming en Opleiding (IVO) waar mensen en bedrijven terecht kunnen voor informatie en advies m.b.t. volwassenenonderwijs en opleiding in de streek. 8. Het Meetjesland wil de inhoudelijke en structurele samenwerking tussen de private en de publieke actoren verbeteren. w 8.1. Uitbouw van het Streekplatform Meetjesland tot een aanspreekpunt regionale ontwikkeling. V 8.2. Bedrijfsvriendelijke gemeenten.
HOEVER STAAT HET MET DE UITVOERING? Behoorlijke balans De 29 projecten kunnen we naar staat van uitvoering als volgt indelen: > 4 projecten zijn volledig afgerond. (∏) > 17 projecten zijn volledig (©) of gedeeltelijk (w) in uitvoering. Vele projecten dreigen trouwens - bij gebrek aan meetindicator of termijn - te blijven hangen in deze categorie. > 4 projecten zullen op de korte termijn in uitvoering gaan. (V) > 3 projecten zullen op de lange termijn in uitvoering gaan. (2) Omvorming N49, consequente inrichting N9 en streekziekenhuis. > Voor 1 project bestaat op dit moment geen perspectief, met name de vraag aan de Vlaamse Landmaatschappij naar een landinrichtingsproject in de corridor Maldegem-Aalter. (!) Het hoeft niet te verwonderen dat de infrastructuurprojecten die aanzienlijke Vlaamse middelen vergen, het minst ver staan in uitvoering.
33
ANKERPUNTEN STREEKPLATFORM MEETJESLAND (1995-2004) 16/12/1995 01/09/1996 02/07/1997 04/12/1997
23/01/1998 20/04/1998 30/06/1998 25/03/1999 02/12/1999
02/12/1999
01/01/2001 06/03/2001 02/07/2002 11/12/2002 13/12/2002
25/06/2003 30/06/2003 16/12/2003 05/05/2004 14/10/2004
Oprichting vzw Streekplatform Meetjesland in het gemeentehuis van Aalter. Installatie management en secretariaat in het bedrijvencentrum van Maldegem. Oprichting commissie Gemeenten als overlegorgaan tussen de Meetjeslandse gemeentebesturen. Kiezen voor het Meetjesland: forum en hoorzittingen. Voorstelling van de sterkte-zwakte analyse over het Meetjesland, voorbereid binnen de commissies van het Streekplatform. Eerste Meetjeslandse nieuwjaarsreceptie. Inmiddels uitgegroeid tot een succesvol jaarlijks treffen van beleidsmakers. Oprichting van de commissie Welzijn en Gezondheid, op 11 mei 1999 omgevormd tot Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland. Voorstelling Missie voor het Meetjesland (streekvisie) en boek Portret van het Meetjesland. In uitvoering van hefboom 2 wordt de Voedingscluster opgericht, later verkort tot Voeding Meetjesland. Aanvraag tot inherzieningstelling van de gewestplannen met betrekking tot het Meetjesland aan de Vlaamse Minister voor Ruimtelijke Ordening. Goedkeuring voorstel van streekcharter door de algemene vergadering van het Streekplatform. Het streekcharter, met streekvisie en acht hefboomprojecten, wordt ingediend bij de Vlaamse administratie. Start (www.)meetjesland.be: regionale website en nieuwsbrief. Voorstelling Masterplan Toerisme i.s.m. Toerisme Meetjesland. Vlaams Minister Jaak Gabriëls ondertekent namens de Vlaamse Regering het Streekcharter Meetjesland. Na zes jaar voorzitterschap van Luc De Bruyckere neemt Freddy Bertin de voorzittershamer over. Op basis van het programmeringsdocument dat door het Streekplatform wordt ingediend, keurt de Vlaamse Regering het Leader+ programma (Europese steun voor plattelandsvernieuwing) goed voor het Meetjesland. Regionale visie bedrijventerreinen. Afronding studie verbinding bosstructuren. Regionaal standpunt windenergie. Oprichting COMEET (Cultuuroverleg Meetjesland) onder de vorm van een intergemeentelijke projectvereniging. Staten-Generaal (Streekplatform) Meetjesland, met overzicht van tien jaar werking en vooruitblik op de toekomst.
34
Û GROEIEN NAAR INTEGRALE STREEKONTWIKKELING (JANUARI 2001 – 2004) In de periode 2001-2004 wordt het werk uit de voorgaande jaren geconsolideerd en verder gezet. Het Streekplatform blijft een scherpe focus houden op de acht hefboomprojecten en ondersteunt de promotoren waar mogelijk. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de hefboom toerisme. Het Streekplatform speelt een hoofdrol in het tot stand komen van een Masterplan Toerisme en bij de omvorming en herfinanciering van de vzw Toerisme Meetjesland. De vzw krijgt op basis van deze inspanningen eindelijk de nodige middelen voor een ernstige werking. Ook de haalbaarheidsstudie voor een Boeboekspeelbos in het Meetjesland, uitgevoerd met steun van de Vlaamse Gemeenschap, kadert in de ambitie om de streek toeristisch-recreatief op de kaart te zetten.
Met de opstart van (www).meetjesland.be kent het Streekplatform een nieuwe fase in zijn ontwikkeling. Het streeft naar meer samenhang op regionaal niveau en positioneert zichzelf als regionaal netwerkmanager. De eerste betrachting is de verschillende regionale organisaties nauwer te laten samenwerken en de basis te leggen voor een virtueel Huis van de Streek (een geïntegreerd netwerk van partners in streekontwikkeling). Met de uitgave van een gezamenlijke nieuwsbrief en website vanaf januari 2001 bevestigen acht verschillende streekorganisaties mee te willen gaan in deze dynamiek.1
Hoewel de ambitie aanvankelijk virtueel is, wordt ze later gekoppeld aan de idee van streekhuizen, zoals geformuleerd door de provincie. Het streekhuis vormt dan - aanvullend op het virtueel netwerk - het fysisch portaal van de regiowerking, de server van waaruit de dispatching naar het brede netwerk van streekactoren en organisaties wordt georganiseerd. In de tweede helft van 2002 stelt het Streekplatform aan het provinciebestuur voor om het Kasteel Heldenpark te Eeklo daarvoor in te richten.
1 Streekplatform Meetjesland, Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland, Logo Meetjesland, Subregionaal Tewerkstellingscomité Gent-Eeklo, Steunpunt Opbouwwerk Meetjesland, Toerisme Meetjesland en MEVOC.
35
MISLUKKEN IS TOEGELATEN Verre van alle voorstellen, ideeën of initiatieven die binnen het Streekplatform worden gelanceerd, worden succesverhalen. Mislukken is inherent aan streekontwikkeling. Ter illustratie drie projecten die in het ei bleven zitten. GEEN CALL-CENTER MEETJESLAND Eind 1998 peilt het Streekplatform in een vergadering met bedrijfsleiders naar de interesse in een regionaal call-centrum, hetzij als gebruiker, hetzij als investeerder. Met z’n ligging tussen Gent en Brugge en de beschikbaarheid van arbeidskrachten, heeft het Meetjesland namelijk belangrijke troeven voor een dergelijk bedrijf. Ondanks een aantal interessante contacten op de bijeenkomst, sterft de idee een stille dood. GEEN BOEBOEKSPEELBOS MEETJESLAND In 1999 breekt het Streekplatform een lans voor een Boeboekspeelbos in het Meetjesland, gebaseerd op boeken van jeugdauteur Marc De Bel. Het concept past binnen de optie om toerisme en recreatie in de streek verder uit te bouwen. In 2001 wordt de idee met steun van de Vlaamse Gemeenschap op zijn haalbaarheid onderzocht door het studiebureau Eurosense Planning en Engineering (afgerond oktober 2002). Uit de studie komt de omgeving van ‘Het Leen’ als beste vestigingsplaats naar voor, temeer omwille van de synergie met het provinciaal Bosinfocentrum. Daarnaast blijkt dat de idee zonder overheidssteun economisch niet haalbaar is. Hoewel de provincie als beheerder van Het Leen open staat voor voorstellen vanuit het Boeboeksteam, blijken deze laatste niet echt bereid te investeren in het project. GEEN GEWESTPLANWIJZIGING MEETJESLAND Met de aanvraag tot inherzieningstelling van de gewestplannen vraagt het Streekplatform in december 1999 een oplossing voor een aantal dringende knelpunten inzake ruimtelijke ordening. Het dossier komt begin 2000 op de tafel van Vlaams Minister voor Ruimtelijke Ordening Van Mechelen terecht, maar leidt niet tot de gevraagde herziening van de gewestplannen. Bij gebrek aan collectieve politieke druk vanuit de regio? Of is het tijdstip ongelukkig? In mei 2000 treedt namelijk het nieuw decreet op de ruimtelijke ordening in werking, waardoor een aantal van de opgenomen knelpunten niet door een Vlaams initiatief, maar door gemeenten of provincie moeten worden aangepakt.
36
Eind 2003 sluit de stad Eeklo als eigenaar van het gebouw daartoe een erfpachtovereenkomst af met het provinciebestuur. Na renovatie zal deze laatste het als streekhuis ter beschikking stellen. Het Streekplatform verzekert de streek in deze periode ook van extra middelen voor plattelandsontwikkeling. Op basis van een gemotiveerde aanvraag wordt het Meetjesland door de Vlaamse Regering en de Europese Commissie op 13 december 2002 erkend als Leader+ regio. Dat betekent concreet dat over de periode 2003-2006 2,16 miljoen euro kan worden besteed aan vernieuwende projecten inzake plattelandsontwikkeling in de gemeenten Aalter, Assenede, Kaprijke, Knesselare, Maldegem, Nevele, Sint-Laureins en Zomergem.1 Formeel hoogtepunt in 2002 is ongetwijfeld de ondertekening van het streekcharter op 2 juli in Aalter. In aanwezigheid van Vlaams Minister voor Economie Jaak Gabriëls wordt de tekst van het streekcharter officieel ondertekend door de Vlaamse Regering, de provincie Oost-Vlaanderen, de Meetjeslandse gemeenten en andere streekactoren (vertegenwoordigd door de voorzitter van het Streekplatform). Dat de ondertekening tot 2002 op zich laat wachten, heeft te maken met de periode van evaluatie van het vernieuwd subregionaal beleid (2000-2001) waarbinnen de Vlaamse Regering geen streekcharters goedkeurt. Dat het streekcharter geen eindpunt vormt, wordt al snel duidelijk de maanden na de ondertekening. Op verschillende punten wordt de tekst later verder aangevuld en verfijnd. Zo worden eind 2002 een aantal principes ingeschreven over de omvorming van de N9. Later, in 2003, zullen ook de studie bosuitbreiding, de studie windenergie en de studie bedrijventerreinen de streekvisie aanvullen met nieuwe en meer concrete visie-elementen.
Ondertekening Streekcharter Meetjesland op 2 juli 2002 te Aalter
1 Het Leader+ gebied mag voor Europa slechts 100.000 inwoners tellen. Eeklo, Lovendegem en Waarschoot vallen om die reden uit de boot. Het zijn de gemeenten die het minst beantwoorden aan de kenmerken van platteland (lage bevolkingsdichtheid en hoge concentratie landbouw).
37
Opvallend in deze periode is ook de toename van intergemeentelijke samenwerking. Zowel buiten als binnen de structuur van het Streekplatform. Concrete initiatieven in streekplatformverband zijn de oprichting van een werkgroep met de personeelsverantwoordelijken van gemeenten en OCMW’s waarbinnen ervaringen worden uitgewisseld m.b.t. personeelsbeleid en gezamenlijke vormingsinitiatieven worden georganiseerd. Daarnaast is er een gezamenlijke aanbesteding van elektriciteit, een dossier waarin Aalter optreedt als pilootbestuur. Het meest recente intergemeentelijke initiatief is de oprichting van een intergemeentelijke projectvereniging cultuur op 5 mei 2004. Tot slot zal het niet verwonderen dat in de periode 2001-2004 ook bijzonder veel aandacht gaat naar de rol en de structuur van het Streekplatform zelf. In het licht van een aantal Vlaamse ontwikkelingen (het proces Beter Bestuurlijk Beleid, het kerntakendebat, de nota Streekeigen Management van Minister Van Mechelen) wordt al sinds 2001 binnen het Streekplatform nagedacht over streekmanagement en de rol van het Streekplatform daarbinnen. De missie van het Streekplatform (als organisatie) dateert trouwens uit die periode. De discussie over nieuwe structuren komt pas later op gang, op het moment dat de Vlaamse Regering op 24 januari 2003 principieel beslist tot de fusie van de streekplatformen en de subregionale tewerkstellingscomités (STC’s). Met het decreet van 29 april 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités, maakt het Vlaamse Parlement deze beslissing een jaar later onomkeerbaar. Het RESOC-decreet zet een definitief punt achter de huidige werking van de streekplatformen en de STC’s in Vlaanderen ten voordele van nieuwe socio-economische structuren vanaf 2005. Voor het Streekplatform Meetjesland geen evidente zaak, gezien de missie van het Streekplatform omvattender is dan de doelstelling die de Vlaamse Regering bepaalt voor de nieuwe subregionale overlegstructuren. Ze vertrekt ook vanuit een andere visie (evenwaardigheid van partners, onafhankelijkheid, …). Vandaar de keuze van het Streekplatform om zich enerzijds in te schrijven in het nieuwe decreet (en zijn structuren), maar anderzijds een eigen vzw te behouden voor het integrale streekoverleg en andere activiteiten die buiten het RESOCdecreet vallen.
38
STRUCTUUR PERIODE 2001-2004
Hoewel er binnen de vzw Streekplatform Meetjesland aan de structuur ogenschijnlijk weinig verandert, functioneert het Streekplatform sinds 2001 binnen een veel bredere context van regionale organisaties en initiatieven. Dit netwerkmanagement beoogt een goede afstemming en samenwerking op regioniveau. Met betrekking tot personeel, wordt vanaf januari 2003 een extra administratief medewerker in dienst genomen, binnen een werkervaringsproject (WEP+, tewerkstelling van een langdurig werkzoekende, met het oog op een reïntegratie op de arbeidsmarkt).
Commissies Project- of themagroepen
Directeur Staf Secretariaat Vast bureau DAGELIJKSE LEIDING
• Verbinding bosstructuren • Regionale visie Bedrijventerreinen • Werkgroep cultuur • Werkgroep windenergie • Redactieraad Meetjesland.be INHOUDELIJKE VOORBEREIDING
Commissie Gemeenten
Raad van Beheer Algemene vergadering FORMELE STURING
PROCESONDERSTEUNING + PROJECTEN
RWO Meetjesland
STC
Voeding Meetjesland
IVO Eduforum
Toerisme Meetjesland
Leader+ Intergem. Samenwerking
SOM Wooncentrum
LOGO Meetjesland
39
RLM
Foto: Jacques Cleppe
Geen grote woorden
“Geen grote woorden, geen flamboyante beelden. Een bescheidenheid die siert maar ook drukt en verdrukt. Mijn grootmoeder had het wellicht met wat lef en ambitie van nu veel verder geschopt. Kwaliteiten te over, ook geloof genoeg in eigen kunnen, maar nooit de behoefte, de branie om er mee uit te pakken zoals de Sinjoren of die van Brussel. Dit soort van bescheidenheid weegt op heel het Meetjesland. Relativeren en doodnivelleren. (…) voor de meesten een niemandsland tussen Antwerpen, Gent en de kust. Vaak bot en nukkig voor wie hier niet vertrouwd is. Vreemdelingen krijgen hier maar moeilijk voet aan de grond. Maar wie zich de moeite getroost door die norsheid heen te priemen, ontdekt een ander Meetjesland, verscholen achter zoveel lagen van zelfrelativering, schroom en onbeholpenheid” Paul Verstraete, AVS-anker in ‘Het Meetjesland, als kreken met populieren praten’ (2000).
Í
GEEN WELVAART ZONDER WELZIJN Vijf jaar Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland, als deelwerking binnen het Streekplatform Meetjesland
Jan Willems en Mark Arnaut Sinds zijn oprichting in 1999 levert het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM) een bescheiden maar structurele bijdrage tot meer samenhang in het landschap van welzijnsen gezondheidsactoren in het Meetjesland. In deze bijdrage een terugblik op vijf jaar welzijnsoverleg en een insteek voor de toekomst.
Û VAN COMMISSIE NAAR VOLWAARDIGE OVERLEGSTRUCTUUR Het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM) ontstaat in 1999 vanuit belangrijke, elkaar versterkende ontwikkelingen op diverse beleidsniveaus. Enerzijds de optie van de streek om haar sociaal weefsel te versterken (cfr. missie voor het Meetjesland), anderzijds Vlaamse en provinciale stimulansen om te komen tot meer regionale samenwerking tussen sociale voorzieningen. 1 In het Meetjesland fungeert de commissie Welzijn en Gezondheid van het Streekplatform als een zogenaamde precursor voor het RWOM. De commissie, die dan een jaar actief is onder het voorzitterschap van Jan Willems, wordt in 1999 door de provincie erkend als regionaal ankerpunt binnen Oost-Vlaanderen. Naast het Meetjesland zijn er ook RWO’s in het Waasland, Dendermonde, Gent, Sint-Niklaas en Oudenaarde-Aalst. Op 11 mei 1999 wordt de commissie Welzijn en Gezondheid officieel opgeheven en vindt in het CC De Herbakker te Eeklo de startmanifestatie van het RWOM plaats. Het werkingsgebied van het RWOM valt samen met de elf gemeenten van het Streekplatform Meetjesland. Û HET RWOM ALS HEFBOOM BINNEN HET STREEKCHARTER Niet toevallig wordt het RWOM opgestart vanuit het Streekplatform Meetjesland. De uitbouw van het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland is een van de acht hefboomprojecten in het streekcharter Meetjesland. Het is gegroeid uit de overtuiging dat het Meetjesland een eigen basisnet van kwalitatieve voorzieningen nodig heeft tussen de meer uitgebouwde verzorgingsweefsels van Gent en Brugge. Ook vanuit het oogpunt van tewerkstelling. De welzijns- en gezondheidssector stelt ongeveer vierduizend personen tewerk en is daarmee de grootste tewerkstellingssector in het Meetjesland. 1 Met het Besluit van de Vlaamse Regering van 19/12/1997 tot ondersteuning van het regionaal overleg en de regionale samenwerking in de welzijnssector, wordt een wettelijk kader geschapen voor regionaal welzijnsoverleg. De provincies krijgen hierin als intermediair bestuursniveau een ondersteunende en coördinerende rol toegemeten.
41
Van bij aanvang zoekt het RWOM contact met alle welzijns- en gezondheidsactoren van het Meetjesland, zo’n 250 organisaties en instellingen in totaal. Zowel private organisaties als openbare besturen, bewust ook welzijns- én gezondheidsvoorzieningen. Het RWOM stelt zichzelf vier basisopdrachten: > Overleg Structureel en occasioneel overleg rond gemeenschappelijke thema’s en problemen. > Ledenwerking Informatieverstrekking, studie – en werkbezoeken voor welzijnswerkers en –organisaties. > Signaalgeving Beleidsadviezen aan instellingen en overheid. > Provinciale sociale kaart Permanente actualisatie van de on-line elektronische sociale kaart.1 Binnen deze basisopdrachten neemt het organiseren van overleg veruit het belangrijkste aandeel. De oorspronkelijke zes ‘sectorale tafels’ zijn in de loop der jaren uitgegroeid tot een tiental werkgroepen (zie schema).
REGIONAAL WELZIJNSOVERLEG MEETJESLAND 2004 ALGEMENE VERGADERING
Alle welzijns- en gezondheidsvoorzieningen van het Meetjesland (ongeveer 250)
VAST BUREAU
WERKGROEPEN
• Arbeidszorg • Ouderenbeleid • Kinderdagverblijven • Integrale jeugdhulp • Personen met een handicap • Drugpreventie • Drughulpverlening • Lokaal sociaal beleid • OCMW-overleg • Vrijwilligerswerk
OVERLEG
• Voorzitters werk-
groepen en sectoren
• Streekplatform
Meetjesland • Provincie OostVlaanderen • OCMW’s • Staffunctionaris (secretaris)
LEDENWERKING
SIGNAALGEVING
SOCIALE KAART AD HOC OVERLEG
Ingebed in het Provinciaal Welzijnsoverleg
1
Streekplatform Meetjesland - Staf- en secretariaatsondersteuning - Inbedding in algemene streekvisie
Zie www.oost-vlaanderen.be/welzijn/sockaart.
42
Voorstelling integraal ouderenbeleidsplan op 11 juni 2002 te Aalter
Û GEREALISEERDE MEERWAARDEN Na vijf jaar welzijnsoverleg is het goed terug te blikken en na te gaan in welke mate het RWOM succesvol was. Bij gebrek aan grondig onderzoek, gaan we hierbij voort op indicaties, opgedaan vanuit ervaringen en gesprekken. Indicaties die enerzijds aanzetten tot bescheidenheid - op de belangrijke maatschappelijke evoluties heeft het RWOM geen vat - anderzijds tendensen die aangeven dat het RWOM een betekenisvolle bijdrage levert in het versterken van de kwaliteit en de samenhang van het welzijns- en verzorgingsaanbod. De meerwaarde situeert zich grosso modo op een viertal terreinen: > Beleidsondersteuning
Binnen het RWOM komen gezamenlijke inzichten tot stand, die worden ter beschikking gesteld van de regio (visie ouderenbeleid, advies m.b.t. lokale subsidies aan welzijns- en gezondheidsinstellingen). Het RWOM verhoogt op een bescheiden manier het beleidsvoerend vermogen van de regio en het zorgstrategisch beleidskader.
43
> Samenhang tussen actoren – afstemming van initiatieven
Het RWOM vervult een belangrijke verbindende functie tussen sectoren en voorzieningen, zowel op het beleidsniveau (afspraken voor opvang van personen met een niet-aangeboren hersenletsel, integrale jeugdhulpverlening, overleg m.b.t. personen met een handicap, …) als op het niveau van de welzijnswerkers (boterhammen in de kring, kennismakingsnamiddagen tussen de sector werkgelegenheid enerzijds en sociaal werk anderzijds). In sommige materies wordt regionaal overleg door de Vlaamse Gemeenschap als vormvereiste opgelegd. De zorgafstemming m.b.t. gehandicapten die binnen het RWOM wordt georganiseerd, maakt deel uit van de procedure die instellingen moeten doorlopen als ze een erkenning of uitbreiding aanvragen bij het Vlaams Fonds voor Gehandicapten. > Informatie en sensibilisatie
Het RWOM informeert welzijns- en gezondheidsinstellingen en stimuleert kennisuitwisseling (studiedag statuut van de vrijwilliger, toelichting beleidsnota van de Vlaamse Minister voor Welzijn en Gezondheid, infobijeenkomst rond lokaal sociaal beleid , …). > Stem en aanspreekpunt van de regio
Het RWOM fungeert als spreekbuis voor regionale dossiers, aanspreekpunt voor nieuwe dossiers en vindplaats voor sociale data over de regio en de voorzieningen daarbinnen (begeleiding opstart onthaalbureau Meetjesland, standpunt m.b.t. de zorgregio’s, regionaal standpunt m.b.t. het terugdringen van de wachtlijst voor gehandicapten, sociale kaart).
44
Û UITDAGINGEN Tot slot willen we ingaan op een aantal uitdagingen voor het regionaal welzijnsoverleg van morgen, niet exhaustief, maar bedoeld als insteek voor een grondiger reflectie. Het RWOM bevindt zich in een snel wijzigend landschap, evoluties waarop het weinig vat heeft. Om er maar twee te noemen: de schaalvergroting binnen een aantal sectoren (ziekenhuizen, mutualiteiten, …) of het decreet lokaal sociaal beleid met de ambitie van de lokale besturen om te komen tot meer coördinatie van het lokale welzijnslandschap, weliswaar binnen diverse bovenlokale werkgebieden. Binnen (en omwille van) deze belangrijke verschuivingen, blijft de basismissie van regionale overlegplatformen als het RWOM bijzonder actueel: streven naar een kwalitatief en dekkend aanbod van voorzieningen in de regio. Om dit waar te maken is een betrokkenheid van de brede sector en alle overheidsniveaus noodzakelijk. Echt alle voorzieningen in het regionaal overleg engageren (de oorspronkelijke ambitie) is wellicht te hoog gemikt, beter en realistischer is te werken met sectoren en sleutelfiguren daarbinnen. Wat de betrokkenheid van de besturen betreft, kunnen zeker de relaties met de OCMW’s nog hechter aangetrokken worden. Het lijkt ons verstandig deze regionale coördinatie niet te strak te institutionaliseren. Om diverse redenen: voor het behoud van de private dynamiek en om te vermijden dat er een al te strikt planningskader zou ontstaan dat de vrijheidsgraden voor de sociale actoren te sterk zou beperken. Het RWOM moet voldoende flexibel en wendbaar blijven om in te spelen op vragen naar overleg, afstemming, nieuwe werkvormen, ….
In functie van een goede afstemming van de lokale en regionale sociale beleidsplanning zullen de OCMW’s en het RWOM de banden nauwer moeten aanhalen
45
Het scala van overlegthema’s is evenwel oneindig. Vandaag heeft het RWOM tien vaste werkgroepen, daarnaast ook ad hoc overleg. En toch blijft de vraag naar meer overleg en initiatief, ondermeer rond opvoedingsondersteuning, preventie van intrafamiliaal geweld, zelfhulp, …. Het antwoord op deze uitdaging is dubbel: enerzijds is er de nood aan een ruimere omkadering. Op dit moment zijn er middelen voor een deeltijdse stafmedewerker (3/5) met secretariaatsondersteuning. Dit moet minstens worden opgetrokken naar een voltijdse functie. De provincie, die haar gebiedsgerichte initiatieven langs de weg van het RWOM initieert, begrijpt dat een volwaardig steunpunt in de regio’s noodzakelijk is. Maar ook de OCMW’s (en gemeenten), die vanuit het kerntakendebat als medeverantwoordelijk worden aangeduid voor de bovenlokale coördinatie, zullen zich over de vraag naar bijkomende middelen voor het RWOM moeten buigen. Vanzelfsprekend binnen een ruimer debat waarbinnen ook de wederzijdse verwachtingen duidelijker worden geëxpliciteerd. Naast een uitbreiding van de omkadering, moet het RWOM anderzijds verder de vaardigheid ontwikkelen om thema’s op te nemen, los te laten, te verzelfstandigen op het juiste moment of door te geven aan andere sectorale platformen op regionaal of provinciaal niveau. Als elke werkgroep afhankelijk is van de personele ondersteuning door het RWOM, is het werkvolume onhoudbaar. Gelukkig is er nu reeds een bijzonder verantwoordelijkheidsgevoel bij de private en publieke actoren en draaien een aantal werkgroepen quasi zelfstandig. Wellicht zal er in de toekomst nog sterker moeten worden over gewaakt dat elke nieuwe overlegronde voor een belangrijk deel gedragen wordt door diegene die er baat bij hebben of vragende partij voor zijn.
Jan Willems en Mark Arnaut zijn respectievelijk voorzitter en coördinator van het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland.
46
BELANGRIJKE MOMENTEN UIT VIJF JAAR RWOM
11/05/1999
28/10/1999 01/06/2000 01/10/2001
09/10/2001 19/10/2001 01/01/2002 01/01/2002
26/03/2002
06/05/2002
11/06/2002
12/09/2002 18/12/2002
16/01/2003 25/02/2003
13/11/2003 17/11/2003 17/12/2003 27/04/2004 06/10/2004
Oprichting Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland in cc De Herbakker in Eeklo. Uitgave eerste editie Sociale Contactgids Meetjesland. Regionaal overleg met (kersvers) Vlaams Minister voor Welzijn en Gezondheid Mieke Vogels. Aanwerving Krista Hostens als halftijds coördinator. Opstart initiatief ‘Boterhammen in De Kring’, tot op heden maandelijks informeel ontmoetingsmoment tussen welzijnswerkers uit de regio. Opstart OCMW-overleg tussen 13 besturen. Erkenning Onthaalbureau Meetjesland door Minister Vogels, op basis van een gezamenlijk dossier van de vzw PICO en het RWOM. Indiensttreding Mark Arnaut als coördinator in opvolging van Krista Hostens. Officiële start van project Integrale Jeugdhulpverlening in de pilootregio Gent-Meetjesland. In het Meetjesland wordt het Netwerk Rechtstreeks Toegankelijke Hulp uitgebouwd. Werkgroep Regionaal Overleg Gehandicapten Meetjesland presenteert een regionaal zorgplan voor vermindering van de wachtlijsten in de sector. Ook in 2003 en 2004 formuleren de Meetjeslandse voorzieningen voorstellen op vraag van de Vlaamse overheid. Lancering tweede generatie on-line elektronische Sociale Kaart Oost-Vlaanderen. Het RWOM beheert en actualiseert de gegevens voor het Meetjesland. De werkgroep Ouderenbeleid stelt zijn visie voor op een integraal en toekomstgericht ouderenbeleid. Alle gemeenten engageren zich om de acties te concretiseren in hun gemeente. Opstart werkgroep Regionaal Overleg Drugpreventie Meetjesland i.s.m. LOGO Meetjesland. Provinciebestuur keurt Meerjarenbeleidsplan 2003-2005 voor de Oost-Vlaamse RWO’s goed. Het provinciebestuur engageert zich tot een financieel groeipad voor de RWO’s. Presentatie van de nieuwe editie Sociale Contactgids Meetjesland. Het RWOM vraagt (tevergeefs) correcties op de zorgregio-indeling. De voorgestelde indeling versnippert het Meetjesland en staat haaks op de uitgebouwde netwerken. Opstart werkgroep Regionaal Netwerk Arbeidszorg GentMeetjesland (i.s.m. RWO regio Gent). Opstart werkgroep Vrijwilligerswerk. Algemene vergadering omtrent lokaal sociaal beleid. Opstart werkgroep regionaal overleg drughulpverlening. Opstart regionaal leernetwerk lokaal sociaal beleidsplan.
47
Foto: Ludo Goossens
Meetjesland voedingsregio
Omwille van de hoge bodemgeschiktheid is er in het Meetjesland een belangrijke concentratie van landbouwbedrijven. Schaalvergroting, innovatie, kwaliteitsverbetering en nieuwe activiteiten in de sfeer van toerisme of natuurbeheer moeten de toekomst van de sector verzekeren. Ook de voedingsindustrie heeft zich genesteld in het Meetjesland. Toonaangevende bedrijven, die in verschillende Europese landen marktleider zijn in hun segment. Op hun initiatief werd eind 1999 Voeding Meetjesland opgericht, om het Meetjesland als voedingssector verder te ontwikkelen.
Í
VOEDING MEETJESLAND Vijf jaar geleden ontstaan onder impuls van het Streekplatform Meetjesland
De voedingssector wordt in het streekcharter Meetjesland een structurele bouwsteen genoemd voor de verdere socio-economische ontwikkeling van het Meetjesland. Het Meetjesland is de thuisbasis van toonaangevende bedrijven die in verschillende Europese landen marktleider zijn in hun segment. De sector staat voor meer dan 2 000 arbeidsplaatsen en 18% van de toegevoegde waarde gerealiseerd in het Meetjesland. Het Streekplatform koppelde deze uitgesproken aanwezigheid van voedingsbedrijven aan de inzichten van Michael E. Porter (Harvard Business School) die stelt dat geografische concentraties van bedrijven, toeleveranciers en onderzoeksinstellingen (clusters) kan leiden tot groei van de productiviteit en tot concurrentievoordeel. In 1999 vindt toenmalig Streekplatformvoorzitter Luc De Bruyckere de grote voedingsbedrijven uit het > Campina (Aalter en Sleidinge) Meetjesland bereid zich te verenigen. > Cavalier (Eeklo) Hefboom 2 uit het streekcharter staat in de > Dufina (Lovendegem) startblokken. > Imperial (Lovendegem) Karel Boone (Lotus Bakeries) aanvaardt het > Lotus Bakeries (Lembeke) voorzitterschap van de cluster en bena> Ter Beke (Waarschoot) drukt in de missie de regionale focus van > Lima (Maldegem) het samenwerkingsverband: “Voeding > Vandemoortele Lipids & Dough Meetjesland wil samen met alle betrokken Division (Eeklo) besturen en organisaties, initiatieven nemen die de ontwikkelingskansen bevorderen van de voedingsnijverheid in het Meetjesland en die de algemene socioeconomische ontwikkeling van de streek ten goede komen”. De bedrijven van Voeding Meetjesland
Wat is er inmiddels gebeurd? De bedrijven van Voeding Meetjesland concentreerden zich vrij pragmatisch op de meerwaarde die van een regionaal netwerk mag worden verwacht: ervaringsuitwisseling en vooral het bewerken van alle lokale en regionale actoren die kunnen bijdragen tot een positief microklimaat waar de voorwaarden aanwezig zijn voor verdere groei van de sector.
49
Meer uitgebreid worden in de impactstudie (juni 2002) vijf actiedomeinen genoemd: communicatie en positieve beeldvorming, ruimte om te ondernemen, arbeidsmarkt, mobiliteit, innovatie en samenwerking. Rond elk van deze actiedomeinen werden werkgroepen gevormd en concrete projecten opgezet. Zowel de voedingsbedrijven als andere partners (Vlaamse Regering, uitzendsector, VDAB, STC, Provinciaal Technisch Instituut Eeklo, voedingsfederatie FEVIA, Instituut voor Professionele Vorming, GOM Oost-Vlaanderen,…) droegen hun steentje bij in de projecten. Meest opvallend waren wellicht de communicatie-initiatieven naar de arbeidsmarkt waar leerlingen en werknemers uit de regio gewezen werden op de variëteit aan jobs in de bedrijven, dicht bij huis, in een sector met toekomst. Eerste balans Voeding Meetjesland heeft de streek een duidelijker profiel gegeven en als voedingsregio op de kaart gezet. Het samenwerkingsverband bewerkt factorvoordelen die ook door Michael Porter als bronnen van concurrentievoordeel worden genoemd (personeel, ruimte, mobiliteit, wetenschappelijke infrastructuur, …). In welke mate dit de competitiviteit van de voedingsbedrijven en de regio ten goede komt en zal leiden tot nieuwe investeringen, moet de toekomst uitwijzen. Ongeduld is in deze een slechte raadgever. Het is Porter zelf die stelt dat clusters doorgaans een decennium of meer vereisen om diepte te ontwikkelen.
Ondertekening Milieucharter (2000)
Karel Boone stelt het logo voor van Voeding Meetjesland (2001)
50
VIJF JAAR VOEDING MEETJESLAND 25/03/1999
Eerste bijeenkomst met de zes stichtende bedrijven van Voeding Meetjesland: Campina, Imperial, Lima, Lotus Bakeries, Ter Beke, Vamix (nu Vandemoortele Lipids & Dough Division).
19/05/2000
Ondertekening Milieucharter De zes bedrijven van Voeding Meetjesland ondertekenen in aanwezigheid van Vlaams Minister Dirk van Mechelen collectief het milieuhandvest van de voedingsfederatie FEVIA. Daarmee onderschrijven zij als sector het belang dat de streek hecht aan kwaliteit van leefomgeving.
07/2000 tot 02/2001
Bezoek van de werkgroep Onderzoek & Ontwikkeling aan de belangrijkste onderzoekscentra m.b.t. voeding in de regio.
29/05/2001
Opstart project ‘Werk in Voeding’. Dit project wil (potentiële) werknemers in het Meetjesland aanspreken over de tewerkstellingsmogelijkheden in de voedingssector en via opleiding hun inzetbaarheid verhogen.
02/07/2002
Voeding Meetjesland presenteert haar impactstudie. Uit het actieplan blijkt duidelijk dat de grote voedingsbedrijven in het Meetjesland belangrijke inspanningen willen doen om het Meetjesland als voedingsregio verder te ontwikkelen. De studie noemt ook de noodzakelijke randvoorwaarden voor verdere groei.
23/05/2003
De zomerinitiatieven voor kinderen worden gebundeld in een overzichtelijke Vakantiegids Meetjesland. Werknemers met kinderen maken er handig gebruik van. Herhaald in 2004.
01/09/2003
Opleiding Productieoperator Voeding (PTI Eeklo) Op 1 september 2003 start het PTI-Eeklo met een opleiding Voedingsoperator in het 5de en 6de jaar beroepssecundair onderwijs. De voedingsbedrijven helpen bij de uitbouw van het praktijklokaal en bieden de leerlingen stageplaatsen aan.
10/01/2004
Deelname aan het vijfde preventiestimulerende programma PRESTI 5 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM).
14/09/2004
Toetreding twee nieuwe leden: Dufina en Cavalier.
51
Foto: Marc Schoonackers
Je eigen dorp
Eerst ontdek je je eigen dorp, dan de omliggende gemeenten en de stad Gent. Als tiener en student kies je ronduit voor de variatie die een grote stad te bieden heeft. Je gaat op reis in binnen- en buitenland. En opnieuw lijkt het elders beter. Tot wanneer je beseft dat je dorp de plaats is waar je altijd terugkeert en waar je leeft. Tot wanneer je aanvoelt dat je dorp geen eiland is, maar verbonden is met de streek. En dan zie je ineens wat vroeger verborgen leek. De schoonheid van de mensen, de taal, de natuur en de stenen. Alles past in elkaar en toch is er zoveel verschil. Het Meetjesland. Waarom heb ik je niet vroeger leren kennen? Jo De Coninck, burgemeester Zomergem
Í
DE MEERWAARDEN IN WOORD EN BEELD Het Streekplatform in concrete realisaties
Wat heeft het Streekplatform Meetjesland teweeggebracht? Welke zijn de belangrijkste meerwaarden? We vroegen het aan de mensen die actief zijn binnen het Streekplatform (leden van de vzw, medewerkers in commissies, personeelsleden) en aan een aantal bevoorrechte getuigen. Zij brachten ons tot volgende conclusies: Û Û Û Û Û Û
Het Streekplatform geeft de regio perspectief Het Streekplatform houdt het Meetjesland een spiegel voor Het Streekplatform bewerkt dialoog, begrip en regiogevoel Het Streekplatform stimuleert intergemeentelijke samenwerking Het Streekplatform is gangmaker van tal van nieuwe initiatieven Het Streekplatform verdedigt de belangen van de streek
We illustreren in dit hoofdstuk de meerwaarden aan de hand van concrete voorbeelden.
53
Foto: Toerisme Oost-Vlaanderen
Centraal en in het zuiden van het Meetjesland bevinden zich belangrijke, maar relatief versnipperde boscomplexen: de Lembeekse bossen, het Leen, het Drongengoed en de bossen rond Maria-Aalter. In de periode 2002 - 2003 wordt in opdracht van het Streekplatform Meetjesland, de Vlaamse administratie AMINAL (afdeling Bos en Groen) en de provincie Oost-Vlaanderen onderzocht op welke manier meer samenhang in deze structuren zou kunnen worden gebracht. Dat jaar van studie en overleg illustreert bijzonder goed hoe op streekniveau de dialectiek wordt gevoerd tussen top-downbeslissingen (de Vlaamse overheid wil 10.000 ha effectieve bosuitbreiding tegen 2007) en bottom-upbetrokkenheid (de streek pleit voor bosuitbreiding op de lange termijn en op basis van vrijwilligheid). De studie bosuitbreiding is ook een mooi praktijkvoorbeeld van multi-level governance (de drie bestuursniveaus waren vertegenwoordigd in de stuurgroep) en participatief werken (de belangengroepen werden gehoord en betrokken).
— Het Streekplatform geeft de regio perspectief Om als regio iets te bereiken is het noodzakelijk in de veelheid van beleidsthema’s prioriteiten te stellen en deze als collectiviteit te willen realiseren. De streekvisie en vooral de hefboomprojecten bevatten een aantal duidelijke opties. Ze focussen op acht concrete beleidsdomeinen: land- en tuinbouw, voeding, wonen, recreatie en toerisme, welzijn en gezondheid, ruimtelijke kwaliteit, volwassenenvorming en regionale samenwerking. Door de jaren heen evolueerden de beleidskaders die binnen het Streekplatform werden ontwikkeld van relatief algemeen (algemene visie, de ruit, landschapsdifferentiatie) naar toegepast en meer specifiek (visie ouderenbeleid, bedrijventerreinen, windenergie). Los van de vraag of de prioriteitenlijst van het Streekplatform volledig is, heeft ze collectief in de hoofden iets bewerkt. Waar het op dit moment voor iedereen duidelijk is dat de regio moet inzetten op voedingssector, volwassenenvorming, plattelandstoerisme, … was dat in 1996 allerminst het geval. De streekvisie breekt ook met het beeld dat het Meetjesland een probleemregio is. Ze benadrukt de sterkten en de potenties van de regio: Het Meetjesland heeft de troeven van een plattelandsregio (open ruimte, recreatie, landbouw, natuur) maar is bovendien vanuit zijn geo-economische ligging en omwille van gunstige arbeidsomstandigheden ook een aantrekkelijke regio voor industrie en diensten. Op die manier sterkt ze in belangrijke mate het zelfvertrouwen van de regionale actoren.
H e t S t r e e k p l a t fo r m g e e ft d e r e g i o p e r s p e c t i e f 55
De ruit met het hoedje De commissie Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu van het Streekplatform – onder voorzitterschap van Professor dr. G. Allaert - typeert het Meetjesland, op basis van het landschap en de wegeninfrastructuur, als ‘de ruit met het hoedje’. De ruit vormt daarbij de omtrek van het kerngebied: de N49 (expresweg) in het noorden, de N44 (Aalter-Maldegem) in het westen, de R4-West in het oosten en de E40 in het zuiden. Het hoedje is het noordelijke Krekengebied, een uitgesproken vlak polderlandschap met landbouw als voornaamste gebruiker.
— Het Streekplatform houdt het Meetjesland een spiegel voor
Zelfkennis is het begin van de wijsheid. Om aan streekontwikkeling te doen, moet je de regio kennen en begrijpen. Met Portret van het Meetjesland (1998) brengt het Streekplatform het Meetjesland voor het eerst op een grondige manier in kaart. Het boek bundelt het bronnenmateriaal dat door de verschillende commissies van het Streekplatform wordt bijeengebracht. Het is een veel gebruikt naslagwerk met cijfers over demografie, ruimtelijke ordening en mobiliteit, economische bedrijvigheid, milieu, welzijn en gezondheid, onderwijs, toerisme en recreatie. Ook de jaren nadien volgt het Streekplatform de welvaart en het welzijn van de streek op de voet. Het inkomensniveau, het aantal zonevreemde woningen, de economische activiteit in de regio, het aantal ouderen, de tewerkstelling binnen de gemeenten, … gegevens die door het Streekplatform worden ingezameld en sinds 2001 publiek beschikbaar worden gesteld via www.meetjesland.be. Om de structuur en het functioneren van de regio te begrijpen is trouwens meer nodig dan cijfermateriaal. Vandaar dat er in elke nieuwsbrief over het Meetjesland (driemaandelijks) duiding wordt gegeven over diverse beleidsthema’s (mobiliteit, arbeidsmarkt, sport, gemeenten, veiligheid, water, …). Ook de schema’s van het Streekplatform bewijzen verhelderend te werken. Denk maar aan de ruit met het hoedje of de visualisatie van de landschapsstructuren (zie p. 76-77).
H e t S t r e e k p l a t fo r m h o u d t h e t M e e t j e sl a n d e e n s p i e g el v o o r 57
De jaarlijkse nieuwjaarsreceptie van het Streekplatform Meetjesland illustreert het brede netwerk dat rond de organisatie is gegroeid. Velen die vandaag het jaarlijks treffen bijwonen, kunnen zich nauwelijks indenken dat het evenement vóór 1998 niet eens bestond. Inmiddels groeide het uit tot een niet te missen ontmoeting van zo’n 400 tot 500 prominenten en beleidsmakers uit verschillende maatschappelijke sectoren.
— Het Streekplatform bewerkt dialoog, begrip en regiogevoel
Het is niet vanzelfsprekend dat mensen uit de diverse maatschappelijke sectoren, met de meest uiteenlopende belangen, met elkaar praten. Nochtans is het een belangrijke voorwaarde voor streekontwikkeling. Regio’s waar men tegelijk aan beide einden van het touw trekt, trappelen ter plaatse. Het Streekplatform stimuleert overleg in maatschappelijk gevoelige dossiers. De aanvraag gewestplanwijziging, het proces bosuitbreiding, de studie bedrijventerreinen of windenergie, stuk voor stuk processen waar de verschillende ruimtegebruikers (landbouwers, natuurverenigingen, bedrijfsleven, …) andere belangen verdedigen. Consensus in dit soort dossiers zal altijd moeizaam tot stand komen. De verdienste van het Streekplatform is dat ze dialoog bewerkt tussen de groepen, waardoor ze elkaar beter leren begrijpen en appreciëren. Het netwerk van het Streekplatform is door de jaren heen, samen met de verruiming van de taakstelling, bijzonder uitgebreid geworden. Illustratief wellicht is de omvang van de databank van het Streekplatform, die inmiddels meer dan 4 000 namen bevat van mensen die op de een of andere manier contact hebben met het Streekplatform.
H e t S t r e e k p l a t fo r m b ewe rk t d i a l o o g, b e g r i p e n r e g i o gevo el 59
Vlaams Minister van Cultuur Paul Van Grembergen bij de oprichting van COMEET op 5 mei 2004 in het stadhuis van Eeklo
COMEET (Cultuuroverleg Meetjesland) Het decreet lokaal cultuurbeleid van 13 juli 2001 stimuleert intergemeentelijke samenwerking. In dat licht werd in het Meetjesland op 5 mei 2004 de projectvereniging cultuur opgericht, afgekort COMEET. COMEET wil de gemeenten meer mogelijkheden geven om hun verantwoordelijkheid inzake lokaal cultuurbeleid in te vullen. Daarbij denken we aan: > het aantrekken van bijkomende middelen voor cultuur. Door de kracht van het getal maakt men aanspraak op nieuwe middelen (regionale bibliotheekwerking, erfgoedconvenant met de Vlaamse Gemeenschap). > meer mogelijkheden tot specialisatie, grotere initiatieven met uitstraling, experimentele projecten of aantrekken van externe deskundigen. > het versterken van de lokale beleidsvoering d.m.v. gezamenlijke dossiervorming, uitwisselen van ervaringen m.b.t. cultuurbeleidsplanning en goede voorbeelden. > meer efficiëntie en kostenvoordeel: afstemming van programmatie, gezamenlijke promotie, gezamenlijk gebruik van infrastructuur en apparatuur.
— Het Streekplatform stimuleert intergemeentelijke samenwerking
Binnen het Streekplatform bestaat een duurzaam overleg tussen vertegenwoordigers van de Meetjeslandse gemeenten. De commissie Gemeenten is de commissie die veruit het meest bijeenkomt. Welgeteld 38 keer op 8 jaar tijd (2 juli 1997 – 18 september 2004). De commissie bestaat uit de burgemeesters van de elf Meetjeslandse gemeenten (voor sommige gemeenten vervangen door de eerste schepen). Dat een overleg op dit niveau stand houdt, bewijst dat het zinvol en noodzakelijk is, zowel voor de individuele gemeenten als voor het Streekplatform. De gemeenten krijgen binnen de commissie de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen over beleidsvraagstukken die meestal niet stoppen aan de gemeentegrens. Voor het Streekplatform is de commissie het forum bij uitstek om het engagement los te weken van de besturen voor regionaal belangrijke dossiers. De hervorming van Toerisme Meetjesland (en zeker de bijdrageverhoging) was een bijzonder moeilijke klus geworden zonder de commissie Gemeenten. Meer en meer lokale besturen komen de laatste jaren tot het inzicht dat in bepaalde aangelegenheden meer efficiëntie of effectiviteit wordt bereikt in partnerschap met een of meerdere buurgemeenten. Het initiatief om in 1999 de ruimtelijke knelpunten te bundelen in één gezamenlijke aanvraag tot gewestplanwijziging of de gezamenlijke aanbesteding van elektriciteit in 2003 bespaarde de gemeenten heel wat tijd. Zeker kleine besturen kunnen niet elke specialisatie zelf in huis halen. Wellicht dringen zich naar de toekomst verdere bovenlokale afspraken op - ook met de private sector - gelet op de beperkte middelen van de lokale besturen versus de kostprijs van bepaalde diensten of infrastructuren (zwembaden, verzorgingsinstellingen, …).
H e t S t r e e k p l a t fo r m s t i m u l e e r t i n t e r ge m e e n t el i j ke s a m e nwe rk i n g 61
Het initiatief van acht streekorganisaties om via een gezamenlijke nieuwsbrief en website te communiceren, drukt de wil uit tot nauwe samenwerking. Het logo waaronder deze communicatie verloopt, verwijst enerzijds naar de ruit met het hoedje, anderzijds naar het netwerk van streekactoren of virtueel ‘Huis van de Streek’.
— Het Streekplatform is gangmaker van tal van nieuwe initiatieven
Het Streekplatform is een broednest voor nieuwe regionale initiatieven en structuren. Als onafhankelijk platform bleek het Streekplatform een aangewezen forum om de opstart van nieuwe overlegvormen te begeleiden. De voorbije jaren ondersteunde of faciliteerde het Streekplatform de opstart van: > > > > > > > > > >
1999 - Regionaal Landschap Meetjesland 1999 - Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM) 1999 - Lokaal Gezondheidsoverleg Meetjesland (LOGO Meetjesland) 1999 - Voeding Meetjesland 2000 - Eduforum Gent-Eeklo (opgeheven in februari 2003) 2001 - Werkwinkel Noord-Meetjesland 2001 - Hervorming Toerisme Meetjesland 2001 - Onthaalbureau Meetjesland (opgestart vanuit RWOM) 2003 - Leader+ Meetjesland 2004 - Cultuuroverleg Meetjesland (COMEET)
Elk van deze structuren bracht een meerwaarde op zijn domein. Toegegeven dat het subregionale landschap met al deze (en andere) structuren nogal complex werd. Om deze complexiteit beter te beheersen werkt het Streekplatform sinds januari 2001 aan een portaal ‘meetjesland.be’, waarbinnen de verschillende regionale organisaties naar de buitenwereld als één netwerk communiceren. De uitbouw van dit virtueel Huis van de Streek is nog volop aan de gang en zal met de steun van de provincie de komende jaren ook een fysiek gezicht krijgen (Kasteel Heldenpark, Eeklo).
H e t S t r e e k p l a t fo r m i s g a n g m a ke r va n t a l va n n i e uwe i n i t i a t i eve n 63
Foto: Eddy Matthijs
Leader+ Meetjesland Op basis van een programmeringdocument dat vanuit het Streekplatform tot stand komt, wordt het Meetjesland op 13 december 2002 door de Vlaamse Regering erkend als Leader+ gebied. Leader+ is een Europees programma voor plattelandsvernieuwing. Vanuit het programma worden toekomstgerichte projecten ondersteund met betrekking tot land- en tuinbouw en voeding alsook initiatieven die de culturele en landschappelijke identiteit van de streek versterken. In de periode 2003-2006 zullen voor in totaal 2,16 miljoen Euro aan vernieuwende plattelandsprojecten kunnen gerealiseerd worden. Het project wordt gecoördineerd vanuit een Plaatselijke Groep met 16 leden, die juridisch functioneert binnen het Streekplatform Meetjesland en praktisch ondersteund wordt door het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.
— Het Streekplatform verdedigt de belangen van de streek
Het Streekplatform vraagt regelmatig de aandacht van hogere overheden voor het Meetjesland. Met zijn tweejaarlijkse mobiliteitsconferenties brengt het Streekplatform regionale mobiliteitsdossiers onder de aandacht van Vlaamse en provinciale administraties en instellingen. Ook in de structuurplanning op provinciaal en Vlaams niveau verdedigt het Streekplatform de ruimtelijke opties die in de streekvisie zijn genomen. In het bijzonder ten aanzien van economische dossiers deed het Streekplatform voorstellen voor bedrijventerreinen aan de Vlaamse en provinciale overheid en wist het voor het landelijk gebied belangrijke opties te verankeren in het charter economie dat eind 2002 op vraag van Minister Gabriëls tot stand kwam. Het Streekplatform weet ook financiële middelen aan te trekken, waar regio’s die minder alert zijn of slechter zijn georganiseerd, vaak niet in slagen. Zo speelde het Streekplatform actief in op middelen die de Vlaamse Overheid beschikbaar stelt voor Regionale Landschappen, integratie van nieuwkomers, gezondheidspreventie, intergemeentelijke samenwerking op het vlak van cultuur, …. Ook de Europese Leader+ middelen kwamen via een aanvraagdossier vanuit het Streekplatform naar het Meetjesland.
H e t S t r e e k p l a t fo r m ve r d e d i g t d e b el a n g e n va n d e s t r e e k 65
Foto: Jacques Cleppe
Í
DE GETUIGENBANK De mening van bevoorrechte getuigen
In het verdere verleden (ik denk dan terug aan de jaren 70-80) zijn meermaals debatten over het Meetjesland verzand in oeverloze discussies over de zgn. ‘identiteit’ van het Meetjesland. Er was geen eendrachtige grensdoorbrekende visie en iedereen beschouwde zijn eigen dorp als het centrum van de wereld. Daarenboven werd de schuld van het toenmalig dreigend ruimtelijk failliet van het zgn. achtergebleven gebied Meetjesland doorgeschoven naar de hogere overheden (van provincie tot gewest). Het is de grote verdienste van het Streekplatform Meetjesland dat ze deze ‘eigengereide’ paraplumentaliteit kon doorbreken. De reden is de systematische manier waarop vanaf het begin is gezocht naar de sterkten van het Meetjesland en waarbij men ook heeft getracht ‘mentale’ beelden over de Meetjeslandse kwaliteiten op het netvlies te krijgen: de missie, de ruit met het hoedje, de landschappelijke troeven van het Meetjesland, de voedingscluster …. Prof. Dr. Georges Allaert, Universiteit Gent, voorzitter commissie Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu van het Streekplatform Meetjesland
à Aanvankelijk stond ik sceptisch tegenover de oprichting van een voedingscluster. Vrij snel ben ik overtuigd geraakt dat het Meetjesland belangrijke locatievoordelen heeft voor de voedingsindustrie en dat zowel de bedrijven als de andere regioactoren er alle belang bij hebben deze locatievoordelen verder uit te diepen. Karel Boone, Lotus Bakeries, voorzitter Voeding Meetjesland
à In juni 2004 organiseerde COMEET, wat staat voor Cultuuroverleg Meetjesland, een bijeenkomst rond kunsten in het cultuurcentrum van Waarschoot. Een proper zaaltje waar op zichzelf niet veel mis mee is, alleen stoorden de bloemengordijnen me mateloos. Dat je die anno 2004 nog aantreft in een culturele infrastructuur! In volle vergadering kon ik het niet nalaten om daarover te schertsen. De aanwezige vrouwelijke Waarschootse cultuurfunctionaris haastte zich om te zeggen dat dit niet haar keuze was en dat “de bejaarden dit graag zagen”. Ik begreep direct wie de voornaamste doelgroep is van dit centrum en waarvoor het vooral wordt gebruikt (koffietafels). Ik zou het gemeentebestuur van Waarschoot willen aanraden eens te gaan luiste-
67
ren bij één van de afgestudeerde binnenhuisarchitecten die hun gemeente ongetwijfeld rijk is. Nu is dat overduidelijk niet gebeurd. Ik raad dat trouwens ook het gemeentebestuur van Maldegem aan, want de kleuren waarin Den Hoogen Pad zijn geschilderd zijn zo flets, zo nietszeggend, zo ‘voor iedereen goed willen doen dat voor niemand goed wordt gedaan’. Alleszins culturele infrastructuur mag (wat mij betreft is het zelfs van moeten!) getuigen van creativiteit. Jan De Boever, muziekclub N9
à De samenwerking in de regio is schuchter begonnen met de oprichting van TIM (Tewerkstellingsinitiatief Meetjesland) in 1988, maar ze is uitgegroeid tot een unieke samenwerking tussen de gemeenten in het Meetjesland. Nu staan we allen samen veel verder. Ik zie het als een gunst dat ik sinds 1988 mocht meebouwen aan dit uitzonderlijk project voor mijn streek “het Meetjesland”. Johan De Roo, burgemeester Maldegem
à Geboren en getogen in een volkse wijk van Gent mag ik mij een kind van de stad noemen. Ik ken de oorzaak niet, maar reeds van mijn achttiende was ik een regelmatige bezoeker van de Lembeekse bossen. De artistieke foto’s die ik toen heb genomen zijn stille getuigen die mij thuis in Lembeke herinneren aan deze mooie periode. Op mijn drieëndertigste kwam ik werkelijk in Lembeke wonen. Dit heeft me ertoe gebracht de streek en de mensen echt te leren kennen. Als voorzitter van Toerisme Meetjesland wil ik deze streek vooruit helpen gaan. De mogelijkheden zijn er. Het Meetjesland laat de bezoeker toe te dromen en te verzuchten. Door het nemen van verschillende initiatieven is momenteel een sterke instroom van bezoekers van andere regio’s bezig. Dit moeten we blijven activeren, maar er tegelijk voor zorgen dat het een gecontroleerd toerisme blijft. De samenwerking met het Streekplatform heb ik ervaren als een sterke meerwaarde en een hefboom naar het werkelijk op gang trekken van deze regio. De beleidsdomeinen zijn dichter bij elkaar gebracht en er is betere communicatie. Bedankt Streekplatform Meetjesland. Jacques De Meyer, schepen Kaprijke, voorzitter Toerisme Meetjesland
à Vier jaar geleden verliet ik het Streekplatform om een eigen zaak op te starten. Toen het Streekplatform tien jaar geleden het licht zag, was ik erbij, in een bescheiden rol, maar vol enthousiasme. Ik hield van het werk, de contacten met de gemeenten en de leden van de algemene vergadering en de commissies, de
68
collega’s, de buren in het bedrijvencentrum. Ik heb er jarenlange vriendschappen aan over gehouden. Lizzie De Vlieger, directieassistente 1997-2000
à Of, hoe en in welke mate het Streekplatform het Meetjesland op een duurzame wijze heeft veranderd zal de geschiedenis wel uitwijzen. Maar wat ik alvast door het bestaan en de uitzonderlijke werking van het Streekplatform heb geleerd is niet mis: > Het Meetjesland zit vol met leuke, creatieve, innovatieve, ondernemende men-
> > > >
>
sen. Ik ben blij dat ik ze heb leren kennen en ik hoop hen in de toekomst nog lang te mogen ontmoeten. Waar een wil is, is een weg; dingen kunnen veranderen, een streek kan zich ontplooien en in zichzelf de kracht vinden om te worden wat ze wil zijn. Visie verzet bergen en trekkers die de visie kunnen verwoorden en uitdragen, kunnen hun omgeving veranderen. Hoop doet leven, pessimisme kan in optimisme worden omgebogen en wie echt gelooft in de eigen toekomst heeft er een. Het Meetjesland heeft heerlijke streekproducten waarvan het telkens weer genieten was op de netwerkactiviteiten die we aan het Streekplatform te danken hadden; het is goed leven in het Meetjesland. Wie teleurgesteld zou zijn in wat het Streekplatform heeft gerealiseerd, weet niet wat er hier de afgelopen 10 jaar allemaal is gebeurd. Wie beslist dat het Streekplatform geen toekomst mag hebben, bewijst het Meetjesland hiermee geen dienst. Jammer, maar we moeten misschien weer ons lot in eigen handen nemen. Prof. Dr. Aimé Heene, Universiteit Gent, voorzitter commissie Onderwijs, Vorming en Onderzoek van het Streekplatform Meetjesland
à De oprichting van de commissie Gemeenten, waar de burgemeesters van de elf gemeenten elkaar regelmatig ontmoeten op zaterdagvoormiddag, was een treffer: op die manier leren wij elkaar en elkaars problemen en opportuniteiten beter kennen; hieruit komen initiatieven en samenwerkingsverbanden tot stand die anders niet mogelijk zouden zijn. In deze commissie kreeg het Meetjesland eigenlijk vorm. Erik Matthijs, burgemeester Eeklo en Vlaams volksvertegenwoordiger
Ã
69
Foto linksboven: Steven Neyrinck - Foto midden onderaan: Jacques Cleppe - Overige: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith
Boeiende diversiteit
Het boeiende aan het Meetjesland is zijn diversiteit: naast oasen van rust en bezinning zijn er locaties die bruisen van dynamiek en bedrijvigheid. Het is de plicht van de beleidsmakers dit harmonieus evenwicht te bestendigen. Philippe De Coninck, burgemeester Assenede
Laten we over de toekomst praten. Wanneer alle organisaties die op streekniveau werken officieel een samenwerkingscharter afsluiten, komt het “virtuele streekhuis” een stapje dichterbij! Het is belangrijk dat dit gebeurt via een plechtig feestmoment om daadwerkelijk banden te smeden. Het virtueel streekhuis is veel meer dan de som van de reeds aanwezige fysische streekhuizen. De regio staat niet naast of onder, maar met de gemeenten, met de provincie, met Vlaanderen en Europa! Het kasteel Heldenpark te Eeklo dient veeleer gezien te worden als een symbool van samenwerking en open communicatie dan een ruimte waar verschillende diensten in worden gehuisvest! Piet Quataert, coördinator vzw Regionaal Landschap Meetjesland, voorzitter van de gewezen commissie Toerisme, Recreatie, Sport en Cultuur van het Streekplatform Meetjesland
à Ik kom uit Brussel. Autostrade, file! Eindelijk de Lembeekse bossen. Eindelijk thuis, waar? Het Meetjesland. Johan Roelandt, ACLVB
à Het is belangrijk dat een streek als het Meetjesland een identiteit ontwikkelt, opkomt voor haar eigen karakter, eigen profiel, eigen mogelijkheden. Hierdoor krijgt het Meetjesland voor zichzelf en voor anderen een gezicht en zet het zichzelf op de kaart. Het Streekplatform heeft de noodzaak ingezien om het Meetjesland een identiteit te geven en de ontwikkeling ervan in de praktijk om te zetten. Het heeft geleid tot een bundeling van levende krachten, die een coherente visie op het Meetjesland hebben tot stand gebracht en er dag aan dag concreet gestalte aan geven. Samenwerking dus, op alle niveaus, tussen alle sectoren voor alle aspecten die het Meetjeslandse spectrum rijk is en die onze streek klaar maakt voor de uitdagingen van morgen. Integrale streekontwikkeling, voorlopig uniek in Vlaanderen, ondersteund door wetenschappelijke inzichten en praktische ervaringen. Dit mag niet ontwricht of stilgelegd worden. Het Meetjesland wil integraal doorgaan. Arnold Sevenoo, ondervoorzitter Streekplatform Meetjesland
à Ons Streekplatform is anders dan de andere. Het is gegroeid van onderuit. Het is gestart met heel veel scepsis, na voorgaande verhalen waarmee de ervaringen
72
niet onverdeeld positief waren. Daarom had ons Streekplatform meer te bewijzen dan de andere, meer twijfel te overwinnen. De ontplooide activiteiten waren bijzonder divers, het Streekplatform zette z’n schouders onder tal van bijzonder belangrijke dossiers. Bovendien waren de acties vaak pro-actief. In plaats van af te moeten wachten wat vanuit hetzij Brussel, hetzij Gent op ons af kwam, namen we voortaan in het Meetjesland zelf het initiatief. Vanuit Natuur en Landschap Meetjesland, de (beleidsmatige) bundeling van alle Vlaamse, lokale en regionale natuur- en milieuverenigingen actief in het Meetjesland, hebben we de werking van het Streekplatform Meetjesland steeds bijzonder geapprecieerd. Zo was er de luisterbereidheid om alle facetten van een probleem goed in kaart te brengen. Daarbij kwamen alle partijen ruim en evenwaardig aan bod. Dit betekent dus niet, dat de krachtsverhoudingen plots aanzienlijk anders lagen. Dit betekende wel dat onze argumenten als niet-economische sector evenwaardig mee in de afweging werden betrokken. Het was omwille van deze werkwijze dat ons Streekplatform door de jaren heen op veel krediet kon rekenen in de streek, gedragen was. Wim Slabbaert, beleidsmedewerker Natuur en Landschap Meetjesland
à De oprichting van streekplatformen in Vlaanderen was een totaal onbekend gegeven. De middelen waren zeker te beperkt om iets groots te presteren. Het Streekplatform Meetjesland heeft dankzij een dynamische directeur, een goed dagelijks bestuur en vooral twee voorzitters met visie en doorzetting veel te betekenen voor het Meetjesland. Als je alles op een rijtje zet, zal wellicht niemand geloven wat het Streekplatform Meetjesland eigenlijk betekent voor onze streek. Hopelijk worden zoveel visie, goede bedoelingen en bereikte doelstellingen niet als het spreekwoordelijke kind met het badwater weggespoeld! Jozef Van Braekel, burgemeester Sint-Laureins
à Eén van de eerste samenkomsten van het Streekplatform Meetjesland was voor mij, voor het vormingscentrum Krekenland (CBK, GWK, Handicum) en voor heel wat mensen uit de welzijnssector een kleine ontgoocheling. We mochten evenwel vlugger dan we dachten ondervinden dat de link tussen economisch welvaren en welzijn vlug werd gelegd. Het Regionaal Welzijnsoverleg in de schoot van het Streekplatform is iets van het beste dat onze sector in het Meetjesland is overkomen. Vele jaren vroeger probeerden wij, Meetjeslanders, onze regio sociaal en cultureel op de kaart te zetten; wij zijn daar nooit echt in geslaagd. Dat heeft het
73
Streekplatform op een meesterlijke wijze, langzaam, beredeneerd en met jeugdig enthousiasme wel voor elkaar gekregen. Urbain Van de Poele, voorzitter vormingscentrum Krekenland (CBK, GWK, Handicum)
à Vanaf het begin van haar bestaan zit LOGO Meetjesland in hetzelfde gebouw als het Streekplatform. De nabijheid van de medewerkers van het Streekplatform heeft ons meer dan ruimtelijke nabijheid geboden. Het Streekplatform helpt een kleine organisatie als LOGO een volwaardige plaats te geven in de streek. Vele contacten en gezamenlijke initiatieven kunnen dit aantonen. De nieuwsbrief en website, we participeren in de werkgroepen ouderenbeleid en drugpreventie en organiseren een gezamenlijk leernetwerk rond lokaal sociaal beleid. Voorbeelden hoe het kan en moet, eenheid realiseren in samenwerking. Het Streekplatform (met het Regionaal Welzijnsoverleg) is een onuitputtelijke bron van ideeën, pluriform en ruimdenkend. We hopen dat het zo blijft. Als valkuilen zich aandienen, moeten we steeds ons Meetjesland voor ogen hebben. Het bindweefsel dat onze gemeenten, instellingen en socio-economische actoren samenhoudt, het opvoedings- en onderwijsaanbod, het toerisme, de agrarische eigenheid in een gezond Meetjesland is te uniek om niet blijvend gewaardeerd te worden. Didier Van de Voorde, voorzitter Lokaal Gezondheidsoverleg Meetjesland
à Het Streekplatform heeft, op een professionele manier, uiteindelijk véél meer gedaan dan we hadden vooropgesteld. Welke organisatie, welk gemeentebestuur, welke belangengroep, … heeft in de afgelopen tien jaar nog geen beroep gedaan op het Streekplatform of heeft nog nooit aan een activiteit van het Streekplatform deelgenomen? Het Streekplatform heeft ervoor gezorgd dat we elkaars belangen en behoeften hebben leren kennen en respecteren, over alle sectoren heen. Dit is een hele evolutie in tien jaar tijd. Er is tien jaar heel hard gewerkt om het zover te krijgen. Er zal evenwel nog harder moeten gewerkt worden om het zo te houden. Geert Van de Woestyne, ACV, ondervoorzitter Streekplatform Meetjesland
Ã
74
Mijn eerste indrukken van het Streekplatform vijf jaar geleden als nieuwe directeur VDAB Gent-Eeklo, waren: verbazingwekkend, dynamiek, enthousiasme, open sfeer, initiatief, .... Vandaag is dit nog steeds zo, maar nu versta ik iets beter waarom die aanpak meer dan nodig was en blijft. Johan Van Oost, directeur VDAB Gent-Eeklo
à Eenheid in verscheidenheid. Evenwicht zoeken tussen de soms (te) grote ego’s en het welbevinden van de streek (provincie/gemeenschap). Daarvoor zou men het Streekplatform steeds opnieuw moeten uitvinden. Dit is de blijvende opdracht voor de levende krachten én de politici als hoeders van het gemeenschapsbelang in deze streek. Alle goeds voor die uitdaging nu en morgen en overmorgen. Jan Willems, voorzitter Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland
Ã
75
Landschappelijke structuren Meetjesland Het Meetjesland wordt gekenmerkt door een grote landschapsdifferentiatie of m.a.w. een korte opeenvolging van verscheiden cultuurlandschappen. De belangrijke structuurbepalende elementen in het Meetjeslandse landschap zijn: > De ruit van het Meetjesland (de belangrijke autowegen die het Meetjesland ont-
sluiten): de A11 in het noorden, de N44 in het westen, de E40 in het zuiden en de R4-west in het oosten. De as E40 wordt versterkt door de spoorlijn GentBrugge-Oostende. > De N9 van Gent over Eeklo naar Maldegem als ruggengraat voor de interne mobiliteit. De as wordt versterkt door de spoorlijn Gent-Eeklo; > De kanalen: het Leopoldkanaal in het noorden (afwatering krekengebied), het kanaal Gent-Brugge in het zuiden en het Schipdonkkanaal dat het Meetjesland diagonaal doorsnijdt. > De grote ecologische structuren: het krekengebied in het noorden (hoedje op de ruit) en de bossengordel in het zuiden. > De verspreide bewoning in de verschillende landelijke kernen, met Eeklo als stedelijk centrum en Maldegem, Aalter en Evergem als belangrijke steunpunten (poorten). Tussen Eeklo en Maldegem is een zekere verlinting ontstaan. > De regionale bedrijventerreinen in Aalter, Eeklo en Maldegem. Dat het in kaart brengen van deze structuren zeer relevant is, werd ten volle ervaren bij de opmaak van de visie rond windenergie in het Meetjesland (2003). Daarbij werd ervan uitgegaan dat voor het inplanten van windturbines zoveel mogelijk synergie moet worden gezocht met het landschap, gezien de visuele impact van de turbines. Windturbines kunnen enkel worden overwogen op overgangen tussen landschapstypes (waar ze de landschapsdifferentiatie kunnen versterken), niet midden erin.
76
Kaart: David Van Eykeren
77
Í
STREEKPLATFORM MEETJESLAND Enkele observaties van buitenstaanders
Prof. Dr. Filip De Rynck en Joris Voets (Hogeschool Gent) Situering Deze nota bevat enkele bedenkingen van Filip De Rynck en Joris Voets (Hogeschool Gent) over het functioneren en de toekomst van het Streekplatform Meetjesland. Dit is niet het resultaat van grondig onderzoek maar van analyse van documenten en van de participatie aan een overlegmoment met de leden van de raad van bestuur en bevoorrechte getuigen (23 januari 2004).
STREEKPLATFORM MEETJESLAND, EEN UITZONDERING IN VLAANDEREN? Na een aanvankelijk redelijk enthousiaste start, toch in een aantal regio’s, lijkt de fut er bij de streekplatformen uit. Een aantal factoren speelt een rol: de voorgeschiedenis van al dan niet al bestaande overlegverbanden, de verscheidenheid op het vlak van de lokale dynamiek, het aanwezig zijn van of het gebrek aan trekkracht en zeker ook de bijzonder wisselvallige belangstelling van de Vlaamse overheid voor het door haar zelf ingestelde instrument. Tot slot speelt (al geruime tijd) de onzekerheid over de effecten van de nieuwe hervorming van het subregionale economische veld met de herpositionering van provincies, POM’s (exGOM’s), STC’s en streekplatformen. Dat moet leiden tot een reeks nieuwe instellingen. Dat zal in elk geval tot een nieuwe structurering leiden van dat veld. Of dat veel zal veranderen aan feitelijke rol, functie en betekenis, is onduidelijk (zie hieronder). Bij het correct beoordelen van een instrument als het Streekplatform is het belangrijk de juiste verhouding te behouden tussen verwachtingen en capaciteiten. Het Streekplatform heeft geen eigen bevoegdheden en is nagenoeg volledig afhankelijk van de samenwerkingsbereidheid tussen actoren in de regio. Het platform heeft een al bij al vrij beperkte bezetting. Het functioneert in een complexe publieke context van bevoegdheden, kleine en grotere gemeenten, provinciebestuur en Vlaamse administraties aan de ene kant en een reeks private organisaties aan de andere kant. Allemaal hebben ze macht of denken ze die te hebben, hebben ze hun eigen agenda, gevoeligheden en territoria. Daardoorheen spelen bovendien de klassieke partijpolitieke scheidingslijnen en de effecten van opeenvolgende verkiezingen. Er zijn met andere woorden wel eenvoudiger plaatsen te bedenken als werkplek.
78
EEN VRIJ POSITIEF BEELD Als we dit alles samen in overweging nemen, blijft een positief beeld over van de werking van het Streekplatform Meetjesland. Dat lijkt ons, in een landschap van zieltogende platformen, stilaan een uitzondering te worden. Voorzichtigheid is evenwel nodig en euforie is misplaatst. De hierboven opgesomde factoren kunnen snel veranderen en een hypotheek leggen op de werking. Interne factoren kunnen snel wijzigen: het Streekplatform is sterk afhankelijk van enkele personen en van de relaties tussen deze personen. Elke wijziging in die fijne netwerkbedrading kan tot effecten leiden voor de werking. In een dergelijke kleine organisatie spelen die effecten zeer sterk door. Welke elementen dragen volgens ons bij tot het relatieve succes? De opsomming kan ook omgekeerd gelezen worden: stel dat bepaalde van deze factoren wijzigen, dan valt daarvan effect op de werking te verwachten. We zien volgende elementen: > het platform is van onderuit gegroeid > het steunt op een relatief ontwikkeld identiteitsgevoel > de keuze om zich als draaischijf op te werpen van andere verzelfstandigde
> > > > > >
samenwerkingsverbanden in een soort netwerkstructuur: 1+1 blijkt inderdaad meer dan twee te zijn een sterke coördinator en een goed team dat professioneel werkt veel aandacht voor communicatie en interpersoonlijke netwerken voldoende vertrouwen tussen sleutelpersonen dat redelijk in balans is met de partijpolitieke scheidingslijnen een provinciebestuur dat zich eerder zwak opstelt een pro-actieve houding ten opzichte van de Vlaamse overheid (niet afwachtend, dossiers opstellen, contacten onderhouden,…) voldoende resultaten en mensen die goed kunnen inschatten wat ‘maar’ de resultaten kunnen zijn (geen overdreven of onrealistische verwachtingen).
We houden rekening met de grote afhankelijkheid van actoren om tot resultaten te komen, met de moeite die het kost om partners samen te brengen, met het ontbreken van harde sturingsinstrumenten om actoren te dwingen of sterk tot samenwerking te kunnen verleiden. Binnen die beperkingen lijkt ons in het algemeen een redelijk goede verhouding tussen kosten en baten te worden bereikt. De resultaten staan in verhouding tot de input en de context. Kritische reflectie Meteen is daarmee wellicht ook een kritisch punt in de werking bereikt. Het zou kunnen dat de voornaamste initiatiefnemers en de staf zelf niet meer tevreden zijn met deze voorzichtige balans en bescheiden resultaten. De neiging bestaat
79
dan meer te willen, een sterkere rol te willen spelen, meer naar besluitvorming te willen groeien op het niveau van het Streekplatform eerder dan deze besluitvorming te beïnvloeden. Het is een logische dynamiek die vanuit professioneel oogpunt te begrijpen is. Het lijkt ons echter dat het Streekplatform dan snel zijn hand overspeelt en in de problemen kan komen. De kunst is dus ook redelijk tevreden te leren zijn met wat het Streekplatform maar kan of mag zijn. DE VERHOUDING MET DE GEMEENTEN Het Streekplatform Meetjesland heeft het voordeel van redelijk vergelijkbare gemeenten te hebben. Ze hebben allemaal ongeveer dezelfde problemen en de concurrentie tussen gemeenten is, hoewel aanwezig, toch binnen de perken te houden. De gemeenten hebben vooral gemeen dat ze zelf, willens nillens, met hun beperkingen worden geconfronteerd en dat ze steeds meer druk voelen om hun besluitvorming op regionale basis af te stemmen of op dat niveau samen te werken. Niet dat ze dat zelf altijd zo graag willen, maar de omstandigheden en de problemen van bestuurskracht laten niet veel keuze meer. Dat is een gunstige voedingsbodem voor organisaties als het Streekplatform. Dat speelt dus bij uitstek, maar zeker niet alleen, in gebieden met plattelandsgemeenten (platteland naar Vlaamse normen dan). De vergelijkbaarheid met de Westhoek is op dit punt groot. Het Streekplatform heeft het voordeel dat de belangrijkste burgemeesters, vaak ook parlementsleden, een trekkersrol willen vervullen en het Streekplatform op de juiste maar delicate balans houden tussen stimuleren, duwen en trekken maar dan op een zodanige manier dat het lijntje met de gemeenten niet breekt. Dat is en zal altijd een delicate oefening blijven. Interessant is dat gemeenten met nagenoeg alle beleidsmateries tezelfdertijd bezig (moeten) zijn en dat er dus voortdurend mogelijkheden zijn om in te spelen op nieuwe kansen of nieuwe vragen bij gemeenten. Die opportuniteiten zien, in de hand werken, versterken of zelf creëren, is wellicht de voornaamste strategische vaardigheid van de staf van het Streekplatform. Het komt er dan vaak op aan enkele mensen mee te hebben, enkele aansprekende voorbeelden te kunnen ontwikkelen. Het Streekplatform Meetjesland doet dat nu al goed maar de mogelijke acties zijn hier zeker nog uit te breiden. Samenwerking moet hier bovendien zelden gezien worden als iets dat alle gemeenten noodzakelijk moet aanbelangen. Samenwerking kan evenzeer tussen enkele gemeenten. Kritische reflectie Ook op dit punt is nu wellicht stilaan een kritisch moment bereikt. De formele intergemeentelijke samenwerking in het Meetjesland is zwak ontwikkeld. Het ontbreekt aan sterke en autonome uitvoeringsinstrumenten. Dat is nu in belang-
80
rijke mate mede de verklaring van het relatieve succes van het Streekplatform: het kan functies vervullen en rollen spelen die niet door formele organisaties worden opgeëist. Maar kan dit zo verder? Het lijkt ons bijna onvermijdelijk dat de gemeentebesturen steeds meer ook formeel zullen moeten samenwerken in bepaalde formules van het decreet op de intergemeentelijke samenwerking aan wie zij bepaalde bevoegdheden toevertrouwen. Samenwerken op basis van vrijblijvende vrijwilligheid zoals nu, in het kader van het Streekplatform, heeft grenzen. In dat verband kan de Kortrijkse regio als voorbeeld dienen: een sterke intercommunale vervult er in feite de staffuncties van het Streekplatform. Het is daar eerder een vehikel voor wat minder past in de klassieke werking van een intercommunaal samenwerkingsverband. De aansturing gebeurt evenwel door de staf van de intercommunale die daarmee zowel intergemeentelijk als bovengemeentelijk actief is. Deze problematiek lijkt ons voor het Streekplatform uitermate belangrijk, ook in het licht van wat we in punt 4 als toekomstperspectief beschrijven. Sterkere formele intergemeentelijke samenwerking kan zowel voor de gemeenten als voor het Streekplatform een nuttige strategie zijn. STRATEGIE EN TOEKOMSTPERSPECTIEF Een werking zoals deze van het Streekplatform Meetjesland moet het altijd hebben van een goede verhouding tussen innoveren, stabiliseren en loslaten. Innoveren is risico nemen: sommige zaken slaan aan, andere niet of nog niet. Soms is resultaat maar vele jaren later merkbaar omdat pas dan een juiste context aanwezig is. Stabiliseren is een fase van het zoeken naar enige continuïteit waarbij het Streekplatform gericht is op tijdig loslaten. Loslaten betekent dat de kans aanwezig is dat het mis gaat. Delicaat: het juiste moment afwachten en niet de neiging hebben alles zelf nog te willen controleren. Dit is een belangrijke fase om te vermijden dat het Streekplatform aan ‘institutional thickness’ ten onder gaat. Het kan paradoxaal klinken: het Streekplatform heeft er alle belang bij klein en wendbaar te blijven. Dat is een belangrijk, meer organisatorisch, deel van de strategie. Op het meer inhoudelijke vlak moet die wendbaarheid en intellectuele frisheid ook bewaard blijven. Het Streekplatform moet altijd net iets voorop lopen. Ook delicaat: te ver voorop lopen leidt tot eenzaamheid, te weinig voorop lopen leidt tot kritiek op het gebrek aan dynamiek. Het is niet aan ons om voor het Streekplatform te bepalen op welke grote assen de klemtoon moet liggen. Toch veroorloven we ons enkele grote richtingen aan te geven waarop innovatief werken wenselijk is. Terwijl we er op staan te kijken, verandert het platteland grondig. We weten dat
81
niet altijd goed en vele evoluties zijn niet zichtbaar genoeg. Wie zijn de nieuwe inwoners die het gebied als woongebied gebruiken, wat betekenen evoluties in de landbouw ruimtelijk en sociaal, hoe zien mensen het gebied waarin zij wonen in het gehele netwerk van plaatsen die zij voor allerlei doeleinden gebruiken, welke nieuwe economische activiteiten groeien in het zog van die vernieuwde positionering van de open ruimte in Vlaanderen en in het zog van de veranderingen in steden als Brugge en Gent en aan Nederlandse zijde? In welke netwerken zijn bedrijven van het gebied betrokken? Het volstaat niet meer om klassieke beelden te gebruiken om de relatie tussen stad en platteland en tussen rand en stad te beschrijven. Toch komen die vaak nog boven, ook in kringen van het Streekplatform. Het zijn veeleer stereotiepen geworden die echter meer naar het verleden dan naar de toekomst verwijzen. De wisselwerking tussen stad en platteland, tussen rand en stad in kaart brengen kan al een bijzonder belangrijke en innovatieve bijdrage zijn van het Streekplatform. Dat begint met een goede kennis van de stille verschuivingen die zich in de regio (wellicht) aftekenen. Het Streekplatform als observatorium. Vanuit een strategie met open vizier is het Meetjesland geen gesloten gebied. Dat laatste kan politiek aantrekkelijk zijn en op vergaderingen veilig klinken, maar buiten die vergaderingen heeft dat beeld nauwelijks nog enige realiteitswaarde. In strategische projecten zou met de steden kunnen worden samengewerkt. Het is een concept dat in het witboek stedenbeleid wordt verdedigd onder de noemer ‘rasterstad’. Het Meetjesland is niet meer maar ook niet minder dan een deel van de rasterstad. Stedelijk beleid en plattelandsbeleid zijn geen gescheiden eenheden, hoe graag dat ook in sommige kringen wordt beweerd. Op de schaal van Vlaanderen en met die aard van steden en ‘platteland’ is dat klinkklare onzin. Vernieuwend stedelijk beleid en vernieuwend plattelandsbeleid hebben uiteraard enkele specifieke eigenschappen maar in de kern hebben ze heel wat gemeenschappelijk en verbindend. In dat perspectief past ook na te gaan hoe de private actoren in de streek zich in de netwerken van de rasterstad en de global-local paradox bewegen. Hoe brengen bedrijven in de regio de wereld binnen en hoe verbinden zij dorp, buurt, stad, streek met die wereld? Ook hier dienen zich projecten aan die blikverruimend en blikopenend kunnen werken. Niet met een vertederende blik over hoe het Meetjesland vroeger was (dat mag natuurlijk ook) maar met een open kijk op wat het is en met een franke blik op de toekomst. Een stevig streekbier kan hier als bindmiddel dienen en de gisting bevorderen. Kritische reflectie De hervorming van het subregionale landschap in Vlaanderen wordt, zoals steeds, gedicteerd door centrale ratio’s en logica’s en, nu nog meer dan vroeger,
82
door de machtspositie van de werkgevers- en werknemersorganisaties. Hoe meer die macht verzwakt op centraal niveau, hoe sterker hun claim op de subregionale structuren. Voor streekplatformen zoals het Meetjesland houdt deze hervorming op een eerste gezicht meer zorgen dan kansen in. Deze top-down uitgetekende hervorming dreigt het breedte-perspectief van de werking, ook in een paar andere plattelandsgebieden, te gaan fnuiken. We stellen voor dat in het Meetjesland wordt nagegaan hoe men, andermaal, het opgelegde institutionele spelletje kan meespelen. Dat wil zeggen, formeel doen wat men van bovenaf verwacht en ondertussen feitelijk doen wat lokaal noodzakelijk is. Dat vergt enige creativiteit in het gegoochel met structuren en personen, maar dat zijn we in Vlaanderen wel gewoon. Daarbij is één troost aanwezig: het verleden leert dat een dergelijke hervorming na een paar maanden geheel uit de belangstelling gaat van centrale overheden. En na een paar jaar is het volgend rondje hervormen toch weer aan de orde met even veel of even weinig resultaat als de vorige. We hebben daar, gelukkig, in de bestuurskunde woorden voor: een institutionele logica domineert op centraal niveau terwijl in de feiten en de streken (in het beste geval) de situationele logica van behoeften in een streek zich door al dat structurele gedoe heen een weg zoekt. We stellen voor dat het Streekplatform Meetjesland resoluut en assertief de blik op dat laatste houdt en die niet laat vertroebelen door een discussie die alleen maar over structuren en zetelverdelingen gaat.
Filip De Rynck is hoogleraar bestuurskunde aan de Hogeschool Gent en deeltijds docent bestuurskunde aan de Universiteit Antwerpen. Hij is voorts coördinator van de Hogeschool Gent in het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV).
[email protected] Joris Voets is onderzoeker aan de Hogeschool Gent in het kader van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV).
[email protected]
83
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniel De Kievith
Í
DE PROVINCIE ALS ACTOR IN DE STREEKONTWIKKELING
Marc De Buck, provincie Oost-Vlaanderen Het provinciebestuur heeft zich van oudsher ingezet om een streekspecifiek beleid te ontwikkelen en te bevorderen in partnerschap met lokale besturen en actoren. In de sfeer van de sociaal-economische ontwikkeling stond het vanuit die visie mee aan de wieg van vrijwel alle streekintercommunales die op zijn grondgebied werden opgericht. In de tweede helft van de jaren tachtig ontwikkelde het via de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen een aantal subregionale tewerkstellingsinitiatieven die qua opzet en finaliteit in wezen voorlopers waren van de latere streekplatformen. Ook ten aanzien van de streekplatformen heeft de provincie zich geëngageerd, ook al was haar in het wettelijk kader daarrond geen plaats toebedeeld. Het provinciaal engagement heeft zich niet beperkt tot de sociaal-economische ontwikkeling in enge zin. Het heeft zich eveneens vertaald in het ter beschikking stellen of financieren van regionale coördinatoren en consulenten in diverse beleidsdomeinen, in het opzetten en coördineren van regionale overlegstructuren, in de creatie van projecten op bovenlokale schaal en in het inrichten van bovenlokale infrastructuur. In het kerntakendebat hebben de provincies zich sterk geprofileerd als streekbestuur. Het provinciaal bestuursniveau, gesitueerd tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid, zag zijn bestuurlijke meerwaarde ten bate van het maatschappelijk gebeuren vooral in de rol als dynamisch gericht bovenlokaal streekbestuur. De nota ‘Provincie Plus’ uit 2001 van de Vereniging van de Vlaamse Provincies verwoordde de rol van de provincie als volgt: “Integrale en gebiedsgerichte werking zijn hun streefdoelen. Provinciebesturen moeten daarbij rond concrete beleidsitems creatief omgaan met gebiedsgerichte differentiatie, schaaldifferentiatie en netwerkvorming.” De provincies als intermediair bestuur zagen daarbij twee grote basisopdrachten. Aan de ene kant het domein van de bovenlokale beleidskeuzes. Het intermediaire niveau moet immers die beleidskeuzen maken die niet gemaakt kunnen worden op lokaal niveau doordat zij de belangen van dat niveau te boven gaan en/of niet zo algemeen zijn en niet in die mate de belangen van de hele gemeenschap raken, dat een centrale beslissingsbevoegdheid wenselijk is. Daarnaast is er de rol in het coördineren van de gebiedsgerichte werking. Gebiedsgerichte werking staat voor een samenwerkingsverband tussen verschillende overheden dat sectoroverschrijdend is en waarbij eventueel samengewerkt
86
wordt met de privé-sector voor het bereiken van een gezamenlijke visie voor de streek. Het coördineren van gebiedsgerichte taken door de provincie betekent dan in de praktijk: samenbrengen van bestuurlijke partners, overlegtafels organiseren, onderlinge afstemming bevorderen. Het bestuurlijk akkoord dat de kerntakendiscussie heeft afgerond, heeft de provincie geen exclusieve rol als regisseur toegekend ten aanzien van de integrale streekontwikkeling, maar heeft provincies en lokale besturen samen verantwoordelijk gemaakt en dit in een co-governance model. Omdat provincie en gemeenten daarbij afhankelijk worden van onderlinge samenwerking om goed te besturen, impliceert dit model ook een verschuiving van het klassieke, formele en hiërarchische overheidsoptreden naar processen van coördinatie en sturing waarbij niet enkel overheidssectoren maar ook private actoren betrokken zijn. Het is aan de meerlagige overheid (gemeenten én provincies) om de verschillende actoren samen te brengen in netwerken en het geheel te sturen. De betrokkenheid van publieke en private actoren kan het draagvlak én de legitimiteit van het ontwikkelde beleid slechts vergroten. De kunst zal zijn om er samen voor te zorgen dat deze complexe oefening in het zoeken naar gedragen en geïntegreerde oplossingen niet ten koste gaat van slagvaardigheid en resultaat. In afwachting van een wettelijke regeling die interbestuurlijke samenwerking mogelijk maakt, zullen feitelijke interorganisatorische samenwerkingsformules soelaas moeten bieden. De provincie meent ondertussen via haar initiatief om ondermeer in het Meetjesland een streekhuis op te richten, de reeds aanwezige dynamiek in zijn verdere ontwikkeling te faciliteren.
Marc De Buck is eerste gedeputeerde, woordvoerder van de provincie Oost-Vlaanderen en bevoegd voor Economie, Buitenlandse betrekkingen, Euregio Scheldemond, Financiën, Begroting, Ruimtelijke ordening, Administratief contentieux gemeentebesturen, Stedelijk beleid en Restbevoegdheden.
87
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith
Í
SAMEN WERKEN OF SAMEN ONDERGAAN Pleidooi voor sterke gemeenten, binnen een sterke regio
Een gezamenlijk artikel van de burgemeesters van het Meetjesland Gemeenten worden de dag van vandaag steeds vaker geconfronteerd met complexe, maatschappelijke uitdagingen. Eerst en vooral de groeiende verwachtingen van de burger, in een steeds complexer wordende omgeving met een onoverzichtelijk kluwen van actoren. Daarnaast worden ze direct of indirect geconfronteerd met het gegeven van de schaalvergroting op domeinen als de economie, het onderwijs en de welzijnsvoorzieningen, om er maar een paar te noemen. Tegelijkertijd is er sprake van een verder doorgedreven decentralisatie met toenemende taken en uitdagingen voor diezelfde gemeenten. Alles samen een moeilijke evenwichtsoefening en een immense uitdaging voor de gemeenten, zeker als we rekening houden met de beperkte middelen die men ter beschikking heeft. Iets wat in het bijzonder geldt voor de gemeenten en de kleine besturen in het Meetjesland. Samen werken of samen ondergaan Lokale besturen kunnen deze uitdaging niet in hun eentje de baas. Vandaar de groeiende nood aan samenwerking op het lokale niveau. Een samenwerking die ruim moet worden opgevat. In de eerste plaats samenwerking tussen buurgemeenten, met onder andere afspraken over onderlinge specialisaties of omtrent het realiseren van grote infrastructuren. Verder is er ook een absolute nood aan samenwerking met de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Denken we in deze optiek maar aan de uitbesteding van beleidsvoorbereidende taken of het uitbesteden van diensten, met of zonder convenanten. Tenslotte mag ook het belang van een nauwe samenwerking met de andere bestuursniveaus niet worden onderschat. De conclusie is dat wie het vandaag heeft over bestuurskracht, niet alleen spreekt over het ‘eigen vermogen’ van de gemeente om zich van haar taken te kwijten. Bestuurskracht heeft vandaag al evenzeer te maken met de vaardigheid om als competente partner te opereren binnen publieke en publiek-private samenwerkingsverbanden. Meer nog, het succes van gemeenten in de toekomst zal vooral van deze laatste vaardigheid afhangen. Enkel op basis van samenwerking zullen kleine gemeenten, onder nader te bepalen voorwaarden, hun bestuurlijke zelfstandigheid kunnen behouden. Wie denkt dat samenwerking de lokale autonomie bedreigt, ziet het immers grondig fout. De lokale autonomie komt pas in het gedrang waar gemeenten deze samenwerking niet weten te realiseren en bijgevolg een deel van hun taakstelling niet kunnen en niet zullen waarmaken.
89
Instrumentarium nog onvoldoende Intergemeentelijk samenwerken kan op velerlei manieren worden georganiseerd. Via convenanten, het delen van personeel of via het decreet op de intergemeentelijke samenwerking. Toch is het voor handen zijnde instrumentarium nog onvoldoende, in het bijzonder voor interbestuurlijke samenwerking of bepaalde vormen van publiek-private samenwerking. Er is nood aan een aanvullend kader waarbinnen de inzichten omtrent ‘multi-level governance’ alsook publiek-privaat samenwerken in de praktijk kunnen worden omgezet. Dit pleidooi sluit nauw aan bij de vraag naar een decreet betreffende interbestuurlijke samenwerking, waarbinnen ook private actoren kunnen participeren. Ervaringen uit het Meetjesland De prototypes en ouderdomsdekens van intergemeentelijke samenwerking zijn de klassieke nuts- en afvalintercommunales. Ook in het Meetjesland is dit het geval. Gezien de infrastructuur die deze samenwerkingsverbanden beheren, is de intercommunale als vorm aangewezen. Recent zijn er naast deze intercommunales tal van andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden gegroeid en dit om verschillende redenen: > Het bereiken van een schaalvoordeel. Via Toerisme Meetjesland bereiken de
gemeenten meer kritische massa om een professionele toeristische communicatie te voeren. > Het delen van expertise. Via het Wooncentrum Meetjesland delen de gemeenten
al geruime tijd deskundigen inzake woonbeleid, wat via het Regionaal Landschap Meetjesland ook gebeurt inzake landschapszorg. > Het aanspreken van hogere overheden. Dit gebeurt in het Meetjesland ondermeer
via het Streekplatform, waar een gezamenlijke aanvraag voor gewestplanherziening werd opgemaakt alsook gemeenschappelijke stappen werden ondernomen in het kader van de politiehervorming. > Het bereiken van meer efficiëntie, wat zich onder andere manifesteerde in een
gezamenlijke aanbesteding inzake elektriciteit. > Een gezamenlijke visievorming. De bundeling van expertise op regioniveau, ver-
hoogt het strategisch vermogen van de individuele gemeenten. De voorbeelden zijn legio: het tot stand komen van het ouderenbeleidsplan binnen het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland, het intergemeentelijk woonbeleidsplan van het wooncentrum of de visies bosuitbreiding, bedrijventerreinen en windenergie van het Streekplatform, …. Het zijn stuk voor stuk processen waar elke gemeente lokaal mee aan de slag kan. Zeer recent is trouwens ook het landbouwontwikkelingsplan voor de regio, tot stand gekomen via Europese Leader+ financiering.
90
foto: Regionaal Landschap Meetjesland
Een gezamenlijk standpunt windenergie moet een wildgroei van turbines in de regio voorkomen
> Het optrekken van de personele kwaliteiten. Denken we in dit opzicht maar aan het
project Creatief Besturen en het oprichten van een werkgroep ‘personeel en vorming’ tussen de verschillende OCMW’s en gemeenten. Wanneer we deze nieuwe intergemeentelijke samenwerkingsverbanden evalueren komen we tot een paar opmerkelijke conclusies. Zo valt meteen de positieve bereidheid op tot samenwerking bij de verschillende besturen. In eerste instantie nog op een relatief voorzichtige basis. Er worden geen grote bedragen op ingezet, behoudens in de klassieke intercommunales. Keerzijde van deze voorzichtige keuze, is dat er weinig op het belang staat en dat er bijwijlen maar matige politieke aandacht is voor bepaalde intergemeentelijke vormen van overleg. Bij sommige bestuurders is er ook een soort moeheid omwille van de veelheid aan initiatieven en vragen die op de gemeenten blijven afkomen. In die zin wordt het initiatief van het Streekplatform verwelkomd om al deze intergemeentelijke en regionale initiatieven te bundelen in één netwerk, dat via het portaal van het Streekplatform tot in zijn verste tentakels aanspreekbaar is. Dit zal zeker bijdragen tot de bevordering van de overzichtelijkheid.
91
BESTUURSKRACHT VERHOGEN DOOR SAMENWERKING VOORBEELDEN UIT DE MEETJESLANDSE PRAKTIJK Gezamenlijke aanbesteding elektriciteit In 2003 beslissen 41 besturen in het Meetjesland (gemeenten, OCMW’s, kerkfabrieken, politiezones en vzw’s) tot een gezamenlijke aanbesteding van elektriciteit. De gemeente Aalter treedt in deze procedure op als pilootbestuur. Deze krachtenbundeling levert niet alleen een groter volume op, wat meestal resulteert in een prijsvoordeel, maar bespaart de deelnemende besturen ook bijzonder veel tijd gezien zij kunnen gebruik maken van de expertise van het pilootbestuur. Creatief Besturen, samen bouwen aan capaciteit Een Europees onderzoek bij achttien plattelandsregio’s toont aan dat ‘human capital’ een belangrijke succesfactor is in streekontwikkeling. De beleidscapaciteit van de lokale besturen is een belangrijk onderdeel van dit ‘menselijk kapitaal’. Om deze beleidscapaciteit te verhogen lanceren de Meetjeslandse gemeenten, onder coördinatie van het Streekplatform Meetjesland, in 2004 het project Creatief Besturen. Bedoeling van het project is ambtenaren en politici van Meetjeslandse gemeenten en OCMW’s vernieuwende ideeën en inzichten aan te reiken, die leiden tot meer innovatie en tot een meer gecoördineerde strategie op regioniveau. Dit project krijgt in het kader van Leader+ Meetjesland de financiële steun van de Vlaamse en Europese Gemeenschap.
Intergemeentelijke samenwerking in de toekomst Wat de toekomst betreft, zijn er een aantal interessante sporen om de intergemeentelijke samenwerking verder uit te bouwen en te versterken. Vooreerst moet er worden doorgedacht op de mogelijkheden van verdere specialisatie van gemeenten, naar personeel, naar functies of naar ruimte toe. Wat de facto reeds een feit is op het vlak van de regionale economie. Er moet wellicht ook gedacht worden in de richting van meer ambitieuze, gezamenlijke projecten die sterk motiverend werken, bijvoorbeeld de aanleg van een gezamenlijk researchpark om maar een idee te geven. Daarnaast dient er ook een duidelijk engagement te worden aangegaan rond regionale problemen en kansen. Dit vanuit het besef dat inwoners van een gemeente gaan werken in een buurgemeente, gaan winkelen in de centrumgemeente en fietsen in de gehele regio. Wat zij kwaliteit van leven noemen, wordt nu eenmaal sterk regionaal gekleurd.
92
Ik wil afsluiten met een bijzonder aandachtspunt en een oproep aan onze bestuurders. Intergemeentelijke initiatieven moeten door de gemeenten als een volwaardige component van de lokale beleidsvoering worden beschouwd. Teveel bestuurders zien intergemeentelijke samenwerking als iets wat buiten de gemeente staat. Een actieve participatie van gemeentelijke mandatarissen binnen intergemeentelijke verbanden is noodzakelijk. Op die manier houden de lokale besturen zelf het heft in handen en wordt de creatie van onherkenbare instituten vermeden. Dit vraagt een volwaardige behandeling in de raden, met name het principe van ‘democratische terugkoppeling’. Het vereist natuurlijk ook een voldoende inzet van middelen en zeker, niet het minst, een voldoende communicatie van de meerwaarde en resultaten van intergemeentelijke samenwerking naar de inwoners.
De burgemeesters van het Meetjesland, Roger Boone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Nevele Jo De Coninck . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Zomergem Philippe De Coninck . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Assenede Pieter De Crem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Aalter Johan De Roo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Maldegem Chris De Wispelaere . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Lovendegem Filip Gijsels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Kaprijke Ghislain Lippens . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Waarschoot Erik Matthijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stad Eeklo Antoine Schrans . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Knesselare Jozef Van Braekel . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemeente Sint-Laureins
93
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith
Í
HET MEETJESLAND, STERK IN ONTWIKKELING Het Streekplatform in een vernieuwde positionering
In de tweede helft van 2003 en de eerste helft van 2004 nam het Streekplatform de tijd voor een grondige evaluatie van de voorbije werking, mede in het licht van het RESOC-decreet.1 Van daaruit werden de krijtlijnen uitgezet voor een toekomstgericht streekbeleid. Û DE EVALUATIE De evaluatie van tien jaar Streekplatform is globaal positief. Uit een bevraging van bevoorrechte getuigen komt naar voren dat er middels het Streekplatform een bijzondere dynamiek tot stand is gekomen en dat er veel resultaat wordt gehaald in verhouding tot de ingezette middelen. Een externe bevestiging van deze perceptie is de vrij gerespecteerde positie die het Streekplatform Meetjesland bekleedt in het Vlaamse landschap van streekplatformen. Interessant daarbij is de vraag: waaraan dankt het Streekplatform zijn goed rapport? Uit de evaluatie komen volgende succesfactoren naar voor: > Een sterke erkenning van de Meetjeslandse identiteit.
Het Meetjesland is overzichtelijk, relatief homogeen en een goede schaal voor operationeel overleg. Bovendien is het herkenbaar en maakt het gevoelens los. Energie die zich vertaalt in inzet. > Een grote betrokkenheid van alle levende krachten.
Het streekoverleg in het Meetjesland wordt gevoerd vanuit een open publiekprivaat partnerschap, met inspraak en respect voor alle deelnemers. > Een integrale benadering van streekontwikkeling, gericht op het bevorderen
van welvaart en welzijn. Dagelijks ervaart het Streekplatform de meerwaarde van een intersectorale benadering waarbij sociale, economische en ruimtelijke ontwikkeling als een verweven dynamiek worden beschouwd. Deze maximale invulling is niet in alle regio’s haalbaar, maar waar mogelijk is het een bijzonder krachtige formule: enge sectorale visies krijgen weinig kans, het gezichtsveld van de partners verruimt, er ontstaan nieuwe verbanden en uitwisselingen (publiek/privaat, profit/non-profit) en het bevordert het vertrouwen tussen de partners. Hoe kan men bijvoorbeeld een constructieve houding verwachten van de sector natuur en milieu als er in het overleg enkel over economie en werkgelegenheid wordt gesproken? 1
Decreet betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités (29 april 2004).
95
> Een onafhankelijke bestuursvorm en een neutrale bemiddeling in dossiers.
Om de onpartijdigheid te benadrukken en geloofwaardig te zijn voor alle partners in het overleg, moet streekmanagement op een onafhankelijke manier worden ingebed. Het Streekplatform Meetjesland heeft dit concreet vertaald in een onafhankelijke bestuursvorm (vzw), een onafhankelijk secretariaat met deskundige procesbegeleiders en een gedragen voorzitterschap. > Een gedreven managementperspectief, waarbij op een flexibele manier kan
ingespeeld worden op noden en kansen in de regio. Het Streekplatform kan werken binnen een flexibel kader (Besluit op de streekplatformen, vzw-structuur) en beschikt over een gedreven personeelsploeg. Onder deze voorwaarden kan dynamiek worden gegenereerd. De vijf genoemde succesfactoren zijn fundamenteel. In die mate dat het succes van de organisatie wordt bedreigd als een van deze peilers onderuit wordt gehaald. Dat is gebleken uit tien jaar Streekplatform, maar ook uit de jaren die eraan vooraf gingen (Tim, Timbo). Al is de teneur van de evaluatie positief, er zijn vanzelfsprekend belangrijke werkpunten voor de toekomst. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de streekvisie die beter dient te worden gecommuniceerd, bepaalde thema’s die onderbelicht blijven, hefbomen zonder meetindicatoren, het vrijblijvend engagement van sommige partners of de terugkoppeling naar de besturen die beter kan worden gevoerd. Û NIEUW RESOC-DECREET Laat ons nu inzoemen op het RESOC-decreet. In welke mate laat dit decreet toe het bescheiden succes van de voorbije jaren verder te ontwikkelen? Meer concreet, kunnen de vijf genoemde succesfactoren verder worden bestendigd? Voor een goed begrip nog even de essentie van het decreet in een notendop. De streekplatformen en STC’s in Vlaanderen worden gefuseerd binnen nieuwe vzw’s, Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV’s) genoemd. Deze vzw’s die op provinciale schaal zijn georganiseerd, stellen middelen en mensen ter beschikking aan het sociaal-economisch overleg in de subregio’s (bv. Meetjesland-Leiestreek). Het overleg in de subregio’s verloopt binnen twee raden: de SERR enerzijds (Sociaal-Economische Raad van de Regio, enkel sociale partners) en het RESOC anderzijds (Regionaal Economisch en Sociaal OverlegComité, sociale partners en lokale besturen).
96
Samen voeren ze het overleg over economie en arbeidsmarkt. Laat ons maar meteen met de deur in huis vallen. De werking van het Streekplatform in zijn huidige evolutie kan niet volledig worden overgenomen door het RESOC. Slechts voor een deel, met name het overleg rond economie en arbeidsmarkt. Dat is althans de mening van de leden van het Streekplatform Meetjesland. Deze conclusie is zeker niet evident. Wie zich niet tenvolle inschrijft in het nieuwe kader, belandt namelijk in een decretaal vacuüm. Vanaf 2005 vervalt het Besluit op de streekplatformen en is er enkel nog het nieuwe RESOC-decreet. Het RESOC-decreet voorziet nochtans openingen voor een brede invulling zoals die door het Streekplatform Meetjesland wordt voorgestaan. Het hanteert een brede definitie van sociaal-economische streekontwikkeling, zodat ook leefmilieu, welzijn, onderwijs, mobiliteit en ruimtelijke ordening in het vizier zitten. Daarnaast is het mogelijk de basissamenstelling van het RESOC (sociale partners en lokale besturen) te verruimen met een ongelimiteerd aantal andere partners. Maar een aantal uitgangspunten blijven fundamenteel anders en daar wringt het schoentje. Juridisch is de nieuwe structuur voor streekontwikkeling – via het vehikel van het Erkend Regionaal Samenwerkingsverband – volledig in handen van de sociale partners en de lokale overheden (gemeenten en provincie). Door de andere partners geen medeverantwoordelijkheid te geven in dit orgaan, wordt de basis gelegd voor een mindere betrokkenheid van deze actoren. Bij voorbaat het voorzitterschap toewijzen aan gemeenten of provincie is al evenmin een goed vertrekpunt. Daarnaast stipuleert het decreet dat ERSV, RESOC en SERR zich (enkel) kunnen bezighouden met beleidsvoorbereiding en -overleg inzake de sociaal-economische streekontwikkeling of inzake alle bovenlokale en lokale beleidsaangelegenheden die een sociaal-economische dimensie hebben. Bepaalde taken die het Streekplatform op dit moment waarneemt zijn niet langer vervat in deze taakomschrijving. Het ondersteunen van de algemene streekwerking, het initiëren van de intergemeentelijke samenwerking, projectondersteuning op vraag van derden (Voeding Meetjesland)…, passen niet meer binnen de taakopdrachten van de nieuwe structuren. Het standpunt van het Streekplatform is niet alleen een gevolg van de letterlijke tekst van het decreet, maar indirect ook van de invulling ervan. Zo is er binnen Oost-Vlaanderen een consensus gegroeid om het ERSV op het niveau van de provincie te organiseren en een gezamenlijke RESOC te vormen voor de elf Meetjeslandse gemeenten en de zes Oost-Vlaamse Leie-gemeenten samen.1 1
Onder Leie-gemeenten wordt hier verstaan: Deinze, De Pinte, Gavere, Nazareth, Sint-Martens-Latem en Zulte.
97
Goede dingen bestaan uit drie. Ook het succes van het Streekplatform. Er is vooreerst het brede draagvlak dat zich rond het Streekplatform heeft gevormd. Een netwerk van mensen uit verschillende sectoren, die verantwoordelijkheid dragen in de streek. Een netwerk dat er niet vanzelf kwam, maar waaraan hard werd gebouwd. Daarnaast het vertrouwen tussen de partners. Binnen deze geest kan het netwerk zijn meerwaarde ontplooien en kunnen gezamenlijke initiatieven groeien. Tot slot ook de gemotiveerde manier waarop dit proces dagelijks wordt ondersteund. Vanuit een management met bijzonder grote inzet en gevoeligheid voor de maatschappelijke context. Wanneer ik als gewezen voorzitter het nieuwe decreet op de sociaaleconomische streekontwikkeling (2004) evalueer, vrees ik dat een aantal van deze positieve ervaringen in het gedrang komen. Meest fundamenteel lijkt me de verenging van het draagvlak (enkel de besturen en de sociaal-economische partners), het verleggen van de juridische aansturing buiten de streek en de installatie van het zgn. primaat van de politiek. Mijn vrees is dat dit zal leiden tot minder betrokkenheid en een bureaucratisering van het overleg. Ik begrijp dan ook dat het Streekplatform zijn integraal model van streekontwikkeling, waarin dagelijks zoveel energie wordt gestoken, binnen een meer aangepaste structuur wil verder zetten. Luc De Bruyckere Voorzitter Streekplatform Meetjesland 1996-2002
98
De beslissingen omtrent streekontwikkeling worden in beide gevallen niet meer genomen op Meetjeslands niveau. Dit betekent minder focus op het Meetjesland, minder autonomie en minder betrokkenheid van de streekactoren, terwijl dit een essentiële succesfactor is in het huidige Streekplatform (bottom up). Om al deze redenen is het RESOC-decreet geen voldoende sokkel om de huidige werking van het Streekplatform Meetjesland verder te zetten. Û STREEKPLATFORM+ Hoe kan de integrale streekwerking van het Meetjesland dan wel worden verdergezet? De oplossing ligt voor de hand: binnen de bestaande vzw Streekplatform, weliswaar met gewijzigde statuten en samenstelling én zonder Vlaamse erkenning. Gemakshalve noemen we het Streekplatform+. Dit Streekplatform+ zal zich sterker concentreren op de globale ontwikkelingsstrategie voor de regio, het intersectoraal overleg, de samenhang van het brede netwerk en het overleg rond economie en arbeidsmarkt overlaten aan de nieuwe decretale structuren RESOC en SERR. Het Streekplatform+ zal zich verder profileren als een onafhankelijke netwerkmanager in de regio. Een soort ‘server’ die aanspreekbaar is, het netwerk overziet en wegwijst naar de juiste partner; een aantal algemene functies waarneemt op streekniveau (bv. algemene communicatie over de regio, …); zich verantwoordelijk voelt, onafhankelijk is en flexibel kan inspelen op noden die zich aandienen, die kan opnemen wat nog niet geregeld is in de streek (zoals het Streekplatform nu de intergemeentelijke samenwerking ondersteunt bij gebrek aan intercommunale, of ondersteuning geeft aan Voeding Meetjesland). Het nieuwe Streekplatform+ moet tevens meer eenheid brengen in een juridisch en organisatorisch versnipperd landschap op het subregionaal niveau (het virtueel Huis van de Regio).1 Uiteindelijk werken alle regionale structuren aan dezelfde finaliteit: het bevorderen van de welvaart en het welzijn in de regio. Het is dan ook wenselijk dat zij sterker als één netwerk functioneren. De werking van het Streekplatform+ moet berusten op een breed, interbestuurlijk en intersectoraal draagvlak: de overheden op de verschillende bestuursniveaus en de vertegenwoordigers van de verschillende maatschappelijke sectoren: economie en arbeidsmarkt, cultuur, welzijn, toerisme, onderwijs, natuur en landschap, wonen, ….
1 Een korte opsomming van bestaande intergemeentelijke of subregionale structuren: Subregionaal Tewerkstellingscomité Gent-Eeklo, Steunpunt Opbouwwerk Meetjesland, Intercommunale Veneco 2 , Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland, Intergemeentelijke Vereniging voor Huisvuilverwerking, Streekplatform Meetjesland, Voeding Meetjesland, Lokaal Gezondheidsoverleg Meetjesland, projectvereniging jeugd (Meetjesman), Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland, Meetjeslandse Leerwerkbedrijven, Kringcentrum Meetjesland, projectvereniging Cultuur (inclusief bibliotheekoverleg Meetjesland), Regionaal Landschap Meetjesland, projectvereniging Kale-Leie Archeologische Dienst, Onthaalbureau Meetjesland, Toerisme Meetjesland, Wooncentrum Meetjesland, Burensportdienst Meetjesland. 99
Naast de gemeente- en OCMW-besturen en het provinciebestuur zal ook de Vlaamse Gemeenschap gevraagd worden in het overleg, aangezien zij in vele streekdossiers een onmisbare partner is. Wat de lokale besturen betreft zal ook aan Evergem en Zelzate de vraag worden gesteld of zij willen deel uitmaken van de werking. Aangezien beide gemeenten participeren in een aantal Meetjeslandse samenwerkingsverbanden, komen zij daarvoor in aanmerking. De middelen voor het functioneren van het Streekplatform+ kunnen ten dele bij de private partners worden gezocht, maar zullen in hoofdzaak moeten komen van de lokale besturen en het provinciebestuur die binnen het kerntakendebat worden aangeduid als de verantwoordelijke besturen voor streekontwikkeling. Û BELANG VAN EEN STERKE RESOC Door nogal sterk te focussen op de rol die het Streekplatform vervult als integraal platform, zou men bijna uit het oog verliezen dat het Streekplatform ook prioritair het overleg rond economie en arbeidsmarkt organiseert. Dat er hierboven minder aandacht naar gaat, heeft niet te maken met het minder belang ervan, maar vooral met het feit dat de verderzetting ervan organisatorisch zo goed als geen enkel probleem stelt. Het nieuwe RESOC-decreet voorziet het kader om tussen besturen en sociale-economische actoren overleg te voeren rond alles met betrekking rond economie en arbeidsmarkt. Aangezien de Leie-gemeenten nogal wat affiniteit voelen en sociaal-economische verwantschap vertonen met het Meetjesland, werd in een arrondissementeel overleg beslist een gezamenlijk RESOC-gebied te maken Meetjesland-Leiestreek (17 gemeenten samen). Het belang van een sterke en dynamische RESOC is groot. In de toekomst zal het RESOC de voortrekker zijn in belangrijke dossiers als bedrijventerreinen, bedrijfsmobiliteit, sociale economie, tewerkstelling, e.d.. Ook de formele adviesbevoegdheid ten aanzien van Vlaanderen in de materies economie en arbeidsmarkt komt bij het RESOC te liggen. Vandaar dat het Streekplatform+ de vorming ervan van kortbij zal opvolgen. Eens opgericht, zal het Streekplatform+ als integrale structuur graag het overleg blijven opvolgen en inspireren en zal het de samenhang met andere beleidsdomeinen verzekeren. Om te vermijden dat er rolconflicten zouden ontstaan tussen RESOC en Streekplatform+ dient een convenant te worden uitgewerkt met duidelijke taakomschrijving en wederzijdse verwachtingen. Afspraken die het Streekplatform+ trouwens met alle betrokkenen in het model van integrale streekontwikkeling moet maken (zie verder).
100
Voorstel nieuwe structuren sociaal-economisch overleg en streekontwikkeling (2005) RESOC - SERR
STREEKPLATFORM+
Gebiedsomschrijving
Meetjesland-Leiestreek (17 gemeenten)
Meetjesland (11 gemeenten)
Rechtspersoon
Feitelijke vereniging
vzw
Taakstelling
> Advies
m.b.t. economisch beleid en/of inzake arbeidsmarktbeleid, op vraag of op eigen initiatief > (Sociaal) overleg over alle lokale en bovenlokale beleidsaangelegenheden die een sociaal-economische dimensie hebben > Overleg m.b.t. sociaal-economische streekontwikkeling
> Formuleren
Samenstelling
SERR: werkgevers / werknemers RESOC: sociale partners, gemeenten en provincie, eventueel uitgebreid met derden
Breed interbestuurlijk (Vlaanderen, provincie, lokale besturen) en intersectoraal draagvlak (economie, welzijn, cultuur, toerisme, onderwijs, natuur en milieu, ...)
Personeel
Ter beschikking gesteld vanuit het ERSV vzw
Eigen personeel, in dienst van de vzw
Financiële middelen
Ter beschikking gesteld vanuit het ERSV vzw, dat op zijn beurt gefinancierd wordt door de Vlaamse Gemeenschap en de provincie
De vzw ontvangt subsidies van gemeenten en provincie, bijdragen van leden en sponsors, projectmiddelen (vb. Creatief Besturen) en vergoedingen voor opdrachten t.a.v. derden (RWOM, Voeding, COMEET)
Decretaal kader
RESOC-decreet 29/04/2004
Geen
101
en opvolgen van een integrale ontwikkelingsstrategie > Onthaal: dispatching van vragen t.a.v. de regio > Afstemmen van beleidsvoering en bewerken van synergie d.m.v. overleg > Ondersteunen intergemeentelijk overleg > Projectuitvoering en/of -coördinatie op vraag > Algemene communicatie en promotie van de regio > Regionale belangenbehartiging > Verhogen capaciteit van de regionale actoren > Netwerkbevordering
Û DE UITDAGINGEN De uitdagingen voor het Streekplatform+ en voor het RESOC Meetjesland zijn legio. Het Streekplatform+ moet zich vooreerst waarmaken als integrale netwerkstructuur. Wat de voorbije jaren door het Streekplatform is ingezet, dient verder geformaliseerd te worden in een convenant waar alle besturen en representatieve sectoren het model van integrale streekontwikkeling onderschrijven. In datzelfde convenant dient ook beschreven te worden op welke manier het Streekplatform zijn rol als spelverdeler zal opnemen in de regio: de verhouding met de besturen, de andere regionale structuren, …. In de nabije toekomst dient zich voor de gemeenten van het Meetjesland ook een reflectie aan over de schaal van een aantal diensten en voorzieningen. Besturen zullen tegelijk moeten inzetten op enerzijds binnengemeentelijke decentralisatie (dichter bij de burger, de buurt) en anderzijds intergemeentelijke samenwerking en specialisatie. Het Streekplatform+ kan dit reflectieproces ondersteunen en mee zoeken naar de best mogelijke organisatievormen. Het brede partnerschap van Streekplatform+ zal zich ook moeten inlaten met de actualisatie en bijwerking van de streekvisie en de hefboomprojecten. Daarbij wordt o.a. vanuit het RESOC een sterke insteek verwacht. In de huidige streekvisie gaat bijvoorbeeld te weinig aandacht naar handel en diensten, ondanks het groeipotentieel van de tertiaire sector. Meer algemeen moet ook sterker ingezet worden op de economische valorisatie van het plattelandskarakter van de streek. Specialiseren m.a.w. op basis van de troeven van het buitengebied. Dat betekent investeren in sectoren als natuur, cultuur, recreatie en toerisme, maar ook kenniseconomie of distributie. Op korte afstand van Gent is het Meetjesland een interessante leefomgeving en vestigingsplaats voor kenniswerkers die veel belang hechten aan leefomgeving en kwaliteit. Om aantrekkelijk te zijn voor kenniswerkers moet de regio zich progressief profileren, een creatieve regio zijn waar vernieuwers zich thuis voelen.1 Innovatie stimuleren in alle opzichten en investeren in capaciteit (human capital). Binnen die visie is Gent een belangrijke bondgenoot. Het is aangewezen om in de toekomst sterker in partnerschap te denken dan in concurrentietermen. Kritische succesfactor in het ganse verhaal is de verantwoordelijkheid en het engagement van de partners: in het Streekplatform+, de RESOC en andere streekorganisaties (deelname, financiering, …), in de strategievorming (handelen naar gezamenlijke strategie), in de communicatie (achterban informeren) en in de realisatie van de geformuleerde doelstellingen. 1
In het verlengde van de ideeën van Prof. Richard Florida, ‘The rise of the creative class’ (2002)
102
Met de ervaring van de voorbije jaren hebben we goede hoop. Nergens in Vlaanderen bestaat een even intense samenwerking tussen sectoren. Met het Streekplatform+ staat een model van netwerkmanagement in de steigers dat naadloos aansluit bij de inzichten die in de recente literatuur rond streekontwikkeling naar voren worden geschoven: interbestuurlijk (multi-level), publiekprivaat (multi-actor) en integraal (multi-thematisch). Het Meetjesland is sterk in ontwikkeling.
103
Freddy Bertin
Luc De Bruyckere
Geert Van de Woestijne
Arnold Sevenoo
Bart Van Herck
104
Í
DE ‘LEVENDE KRACHTEN’ Leden van de vzw, commissieleden en medewerkers
Het Streekplatform verzamelt de sleutelfiguren en representatieve organisaties uit de regio. In vakjargon wordt gesproken over ‘de levende krachten’. Zoals mag blijken uit volgend overzicht zijn een pak mensen vrijwillig geëngageerd in de beheersorganen en commissies van het Streekplatform.1 Op vandaag zijn vijf personeelsleden in dienst om de werking te ondersteunen. RAAD VAN BEHEER De samenstelling van de raad van beheer is vastgelegd in het Besluit op de streekplatformen van 20 juli 1994. Dat bepaalt dat de raad van beheer maximaal 20 leden mag tellen waaronder: > minstens één en maximum vier vertegenwoordigers van in de subregio wonende politieke mandatarissen; > minstens één en maximum vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand en de landbouw; > minstens één en maximum vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werknemers; > één vertegenwoordiger van de Vlaamse administratie voor economie; > één vertegenwoordiger per Subregionaal Tewerkstellingscomité in het gebied; > één vertegenwoordiger per Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij in het gebied. De vzw Streekplatform Meetjesland vult dit kader in als volgt: vier afgevaardigden van de politieke partijen (CD&V, Sp.a, VLD en Groen!), vier afgevaardigden van de werknemers (2 x ACV, ABVV, ACLVB) vier afgevaardigden van de werkgevers (2 x Kamer van Koophandel, UNIZO, Boerenbond) en de vertegenwoordigers van respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) en het Subregionaal Tewerkstellingscomité (STC). De vijf resterende mandaten worden gebruikt om de economisch georiënteerde samenstelling te verruimen met de sector toerisme, de sector onderwijs en vorming, de sector milieu en natuur, de sector welzijn en gezondheid en de intercommunale Veneco2.
1 Leden en commissieleden worden vermeld met de organisatie waarvan ze deel uitmaken in de periode dat ze geëngageerd zijn in het Streekplatform. Inmiddels kan dit gewijzigd zijn.
105
Leden in de periode 1995-2004 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Luc De Bruyckere (voorzitter 1996-2002) Freddy Bertin (voorzitter 2002-2004) Albert Blondeel Maurits Brugge (H) Antoine De Boever Eric De Bruyckere Marc De Frenne Robert De Lust Jacques De Meyer Johan De Paepe Johan De Roo Michel De Sutter Freddy De Vilder Griet Dejonghe Jan Himschoot Mil Kooyman Paul Lambert Koen Loete Eddy Matthijs Filip Meuris Johan Roelandt Walter Ronsse Arnold Sevenoo (ondervoorzitter) Wim Slabbaert Guido Steenkiste Jef Tavernier Geert Van de Woestyne (ondervoorzitter) Johan Van Oost
VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen en Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen en Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling Boerenbond Toerisme Meetjesland VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen Vlaamse administratie voor economie Sector milieu en natuur Sector toerisme VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen CD&V UNIZO Meetjesland Sp.a Vlaamse administratie voor economie ACLVB ABVV Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling Sector toerisme Boerenbond Vlaamse administratie voor economie ACLVB GOM Oost-Vlaanderen Sector onderwijs en vorming
1996-2002
1997-1999 1995-1997 1995-2000 1999-2004 1995-1999 1995-1998 2002-2004 1995-1999 1995-2004 1995-2004 1995-2004 2002-2004 1998-2000 1995-2004 1995-1997 2000-2002 1997-2004 1999-2001 2000-2004 1995-2004 1995-2004
Sector milieu Sector milieu GROEN! ACV
1999-2004 1998-1999 1995-2004 1995-2004
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling Subregionaal Tewerkstellingscomité Gent-Eeklo Intercommunale Veneco2 ACLVB ACV Vlaamse administratie voor Economie VLD Sector social profit
1999-2004
Hans Vandewalle Jimmy Vanrumste Urbain Vanwolleghem Koen Vermoesen Paul Wille Jan Willems
106
2002-2004
1995-2004 1995-1998 1995-2004 2004 1995-2004 1995-2004
Waarnemers NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Georges Allaert
Commissie Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu Voeding Meetjesland Provincie Oost-Vlaanderen Commissie Gemeenten Commissie Onderwijs, Vorming en Onderzoek Commissie Toerisme, Recreatie, Sport en Cultuur
1996-2004
Karel Boone Marc De Buck Pieter De Crem Aimé Heene Piet Quataert
2002-2004 2003-2004 1997-2004 1996-2004 1996-2004
ALGEMENE VERGADERING Via de algemene vergadering verzekert het Streekplatform Meetjesland zich van een breed draagvlak in de regio. Leden in de periode 1995-2004 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Luc De Bruyckere (voorzitter 1996-2002) Freddy Bertin (voorzitter 2002-2004) Albert Blondeel Gilbert Bolmain (H) Marc Boone Roger Boone Jürgen Braeckevelt Maurits Brugge (H) Henri Cambier Ann Coopman Jean-Pierre Daman Gaston Dauwe Charles De Block Antoine De Boever Eric De Bruyckere Paul De Bruyckere Andrea De Cock Roland De Craene Pieter De Crem Marc De Frenne
VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen en Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen en Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling Economische Raad voor Oost-Vlaanderen Natuurpunt Gemeente Nevele ACW Boerenbond Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Gemeente Waarschoot KBC Bank en Verzekeringen Stedelijke Meubelraad Eeklo Gemeente Waarschoot Toerisme Meetjesland VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen CM Midden-Vlaanderen Koninklijk Atheneum Maldegem ING Federaal parlement Vlaamse administratie voor economie
1996-2002
107
1998-2004 1997-1999 1996-2004 1996-2004 1995-2004 1997-2004 1995-1997 1996-1997 2001-2004 2002 1996-2003 1995-2001 1995-2000 1999-2004 1996-2004 1996-1999 1996-2004 1995-2004 1995-1999
Remi De Jaeger Robert De Lust Jacques De Meyer Nicole De Munter Johan De Paepe André De Poorter Erik De Puydt Johan De Roo Nicole De Smet Michel De Sutter Freddy De Vilder Michel De Vriendt Chris De Wispelaere Griet Dejonghe Paul Demedts Sonia den Tijn Ronny Dhont Jos Evers Evelyn Fiers Jurgen Foré Antoon Geers Jerry Goethals
Gemeente Maldegem Natuur en Landschap Meetjesland Toerisme Meetjesland (Economische Raad) Stad Eeklo VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen Comelco groep (nu Campina) Integral CD&V Virgo Sapientiae Instituut Unizo Meetjesland Sp.a, provincie Oost-Vlaanderen Fortis Gemeente Lovendegem Vlaamse administratie voor economie Fortis Bank Provinciaal Technisch Instituut Eeklo Roxell KBC Bank en Verzekeringen Gemeente Kaprijke Stad Eeklo Provinciale Kamer voor Ambachten en Neringen Ziekenfonds Bond Moyson
Filip Gijssels Jan Himschoot Rony Hoebeke Patrick Hoste Luc Joos Mil Kooyman Marc Laceur Marc Lahaut Paul Lambert Roger Lambert Koen Loete Eddy Matthijs Erik Matthijs Patrick Meire Filip Meuris Katrien Nachtergaele Daniël Nuytinck Luc Nys August Persyn Michel Robberechts Johan Roelandt
Gemeente Kaprijke ACLVB Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Gemeente Aalter Steunpunt Opbouwwerk Meetjesland ABVV Scheldeland College O.-L.-V.-ten-Doorn Eeklo Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling Gemeente Zomergem Sector Toerisme Boerenbond Stad Eeklo, Vlaams Parlement CLB Gemeenschapsonderwijs Vlaamse administratie voor economie Fortis Bank Gemeente Assenede Fortis Bank Eeklo Provincie Oost-Vlaanderen Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden ACLVB
108
1999-2001 1995-2003 2002-2004 1996-2004 1995-1999 1995-1998 1996-2004 1995-2004 1996-2004 1995-2004 1995-2004 1996-2004 1995-2001 2002-2004 1996-2000 2000-2004 1996-2004 2002-2004 2001-2004 1995-2001 1996-2001 1995-2000 2003-2004 1995-2001 1998-2000 2004 2001-2004 1996-2004 1995-2004 1996-2002 2000-2004 1995-1997 1995-2001 2000-2002 1997-2004 1996-2004 1996-2004 1999-2002 2000-2004 1995-1999 2004 1996-2001 1997-2000 2000-2004
Walter Ronsse Jean Rotsart De Hertaing Philippe Saelens Arnold Sevenoo Wim Slabbaert Hubert Staelens Filip Standaert Guido Steenkiste Luc Stolle Bernard Strosse Valerie Taeldeman Freddy Tanghe Jef Tavernier Emile Torck Ignace Van Belle Jozef Van Braekel Urbain Van de Poele Didier Van de Voorde Geert Van de Woestyne Paul Van de Woestyne Lieven Van Eeghem Karel Van Gassen Francine Van Hamme Filip Van Hoorebeke Antoon Van Hulle Johan Van Oost Luc Van Walleghem Gilbert Van Zele Dany Vandecasteele Hans Vandewalle Jimmy Vanrumste Urbain Vanwolleghem Koen Vermoesen Etienne Verstraete Paul Wille Jan Willems
GOM Oost-Vlaanderen Gemeente Maldegem ACW Sector onderwijs en vorming Sector milieu Gemeente Assenede Lotus Bakeries Sector milieu Jonge Kamer Meetjesland Syntra Midden-Vlaanderen Gemeente Maldegem Gemeente Knesselare GROEN! ECA Gemeente Zomergem Gemeente Sint-Laureins CBK-GWK – Handicum Vrij CLB – LOGO Meetjesland ACV Regionaal Landschap Meetjesland CLB Gemeenschapsonderwijs Koninklijk Atheneum Maldegem College O.-L.-V.-ten-Doorn Eeklo Bond Moyson Provincie Oost-Vlaanderen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling MEVOC Gemeente Assenede Provinciaal Technisch Instituut Eeklo Intercommunale Veneco2 ACLVB ACV Houtland Vlaamse administratie voor economie Gemeente Lovendegem VLD Sector social profit
109
1995-2004 1995-1999 1996-1997 1995-2004 1999-2004 2001-2004 1996-2004 1996-2004 1996-2004 2001-2004 2001-2004 1995-2004 1995-2004 1996-2004 1996-2004 1995-2004 2000-2004 1996-2004 1995-2004 2002-2004 2004 1999-2004 2002-2004 2000-2003 1996-2001 1999-2004 1996-2004 1999-2001 1996-2000 1995-2004 1995-1998 1995-2004 2004 2001-2004 1995-2004 1995-2004
Karel Boone
Mil Kooyman
Pieter De Crem
Aimé Aimé Heene Heene
Piet Quataert
Jan Willems
Georges Allaert
110
COMMISSIES Het overzicht van commissies wordt beperkt tot de vaste commissies. Tijdelijke projectwerkgroepen zijn niet opgenomen in dit overzicht. COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING, INFRASTRUCTUUR EN MILIEU De commissie positioneert zich van bij de oprichting op 27 november 1996 vrij sterk met standpunten rond het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het zgn. Noorderkanaal (verbinding Zeebrugge-Gent). Tussen 1997 en 1999 is de commissie druk doende met de analyse van het Meetjesland als ruimte en het formuleren van de ruimtelijke kwaliteiten. Het dossier Aanvraag tot wijziging van de gewestplannen Meetjesland, eist in diezelfde periode bijzonder veel aandacht op. Vanaf 2000 fungeert de commissie – uitgebreid met deskundigen en vertegenwoordigers van de gemeenten – als klankbord en gangmaker voor adviezen ten aanzien van hogere overheden (bv. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan), regionale ruimtelijke processen (bosuitbreiding, bedrijventerreinen, windenergie) en studiedagen rond mobiliteit. Leden in de periode 1996-2004 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Georges Allaert (voorzitter) Bart De Cock Hans Dusselier Luc Joos Paul Meyvaert Piet Quataert Caroline Rijckaert Wim Slabbaert Herbert Smitz
Universiteit Gent GOM Oost-Vlaanderen UNIZO Meetjesland Steunpunt Opbouwwerk Meetjesland Fortis Bank Regionaal Landschap Meetjesland Boerenbond Oost-Vlaanderen Natuur en Landschap Meetjesland Vlaamse Gemeenschap, afdeling Havens, Waters en Zeewezen Lotus Bakeries Natuur en Landschap Meetjesland Intercommunale Veneco2
1996-2004 1996-2002 2002-2004 1996-2004 1996-2004 2002-2004 1999-2004 1999-2004 1996-2004
Filip Standaert Guido Steenkiste Hans Vandewalle
1996-2004 1996-1999 1996-2004
COMMISSIE ECONOMIE EN TEWERKSTELLING De commissie komt voor het eerst bijeen op 2 december 1996. In de jaren 1996 en vooral 1997 wordt bijzonder druk vergaderd (10 bijeenkom-
111
sten) in functie van een correcte analyse van de regio en het stellen van prioriteiten voor de toekomst. In 1998 en 1999 gaat meer aandacht naar de uitwerking van de hefboomprojecten huisvesting en landbouw. De ideeën buurtdiensten en call-centrum worden verkend maar niet weerhouden. Na vier jaar rust, vindt in 2004 een hersamenstelling plaats van de commissie om uitwerking te geven aan de thema’s handel, arbeidsmarkt en sociale economie. Omwille van de omvorming van het Streekplatform blijft dit voornemen beperkt tot een eerste verkennende bijeenkomst. Leden in de periode 1996-2004 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Mil Kooyman (voorzitter) Bart De Cock Pascal De Meyer Erik De Puydt Jacques De Rijcke Joris Deconinck Jan Depestele Philippe Desmet Kathy Gillis Katrien Neyt Caroline Rijckaert Johan Roelandt Daniël Van de Velde Joeri Van Hullebusch Dirk Van Lersberghe Dirk Vandenbussche Philippe Verleyen Jan Victor
ABVV Scheldeland GOM Oost-Vlaanderen Provincie Oost-Vlaanderen Integral Universiteit Gent Ter Beke Fresh Food Group Heilig-Hartkliniek Eeklo Doppersatelier Eeklo Economische Raad voor Oost-Vlaanderen Subregionaal Tewerkstellingscomité Gent-Eeklo Boerenbond ACLVB UNIZO Meetjesland Werkwinkel Noord-Meetjesland ACV VOKA - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen Gemeente Aalter Nationale Bank van België
1996-2004 1996-2002 2004 1996-1999 1997-2004 1996-2003 1996-2004 1996-2004 2004 2004 1997-2004 2004 2004 2004 2004 2004 2004 1996-1999
COMMISSIE ONDERWIJS, VORMING EN ONDERZOEK De eerste bijeenkomst van de commissie vindt plaats op 26 november 1996. Ze begint met een grondige bevraging en analyse van het dagonderwijs, de volwassenenvorming en de communicatie-infrastructuur. Op 19 maanden tijd vinden 15 commissiebijeenkomsten plaats, los van tussentijdse voorbereidende contacten. In 1998 wordt meegewerkt aan het concept voor een Informatie- en adviescen-
112
trum voor Volwassenenvorming en Opleiding (IVO). Een voorstel voor een communicatie- en kwaliteitsproject voor het secundair onderwijs komt niet van de grond, ook niet na een tweede poging in 2001. De commissie komt voor het laatst bijeen op 9 februari 2001. Leden in de periode 1996-2001 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Aimé Heene (voorzitter) Hilde Aesaert Patrick Coene Bernard Cosaert Rony Hoebeke Marc Laceur Jan Permentier Herman Reynaert Arnold Sevenoo Dominique Van Damme Geert Van de Woestyne Luc Van Walleghem Jan Willems
Universiteit Gent Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling College O.-L.-V.-ten-Doorn Eeklo Electrabel Lotus Bakeries College O.-L.-V.-ten-Doorn Eeklo De Waai Provinciaal Centrum voor Volwassenenvorming CLB Gemeenschapsonderwijs Eeklo Electrabel Meetjeslands Vormings- en Opleidingscentrum VIZO, Meetjeslands Vormings- en Opleidingscentrum Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland
1996-2004 1996-2001 1996-2001 1996-1998 1996-2001 1998-2001 1996-2001 1998-2001 1996-2001 1998-2001 1996-2001 1998-2001 1996-2001
COMMISSIE TOERISME, RECREATIE, SPORT EN CULTUUR Eerste bijeenkomst van de commissie op 29 november 1996. De bijeenkomsten verlopen in een opvallend informele sfeer. Eind 1997 presenteert de commissie haar analyse van de recreatieve en toeristische troeven en kansen. Vanaf 1998 worden meer actiegerichte ideeën verkend, die later in vele gevallen tot concrete initiatieven leiden: valorisatie van het godshuis Sint-Laureins, opwaardering sportcentrum Boerenkreek Sint-Laureins, oprichting Regionaal Landschap, realisatie Boeboekspeelbos en regionale evenementenhal. In de periode 1999-2001 speelt de commissie een bijzonder belangrijke rol in de totstandkoming van het Masterplan Toerisme en de omvorming van Toerisme Meetjesland. Eind 2002 werd de commissie opgeheven, gezien de nieuwe dynamiek en hersamenstelling van Toerisme Meetjesland.
113
Leden in de periode 1996-2002 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Piet Quataert (voorzitter) Jan De Boever Julien De Soete Véronique Eeckhout Arsène Goossens Erik Hennes Liesbeth Huysman-Misseghers Wim Slabbaert Emile Torck Paul Van de Woestijne Urbain Vanwolleghem Gilbert Verleye
Regionaal Landschap Meetjesland Muziekclub N9 Vakantiegenoegens Toerisme Oost-Vlaanderen Generale Vrije Polders Toerisme Oost-Vlaanderen Toerisme Meetjesland Natuur en Landschap Meetjesland ECA Heemkundige Kring Meetjesland ACV GOM Oost-Vlaanderen
1996-2002 1996-2002 1996-2002 1996-1999 1996-2002 2000-2002 1996-2002 1996-2002 1996-2002 1996-2002 1996-2002 1996-2002
COMMISSIE GEMEENTEN De commissie Gemeenten wordt opgericht op 2 juli 1997 als overlegorgaan met en tussen de gemeentebesturen. Ze bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten, in bepaalde gevallen een plaatsvervangend schepen. Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2000, is er een hersamenstelling op 1 januari 2001. Leden in de periode 1997-2004 NAAM
BESTUUR
PERIODE
Pieter De Crem (voorzitter) Wilfried Blondeel Roger Boone Charles De Block Jo De Coninck Philippe De Coninck Johan De Roo Marc De Waele Chris De Wispelaere Roger Lambert Ghislain Lippens Erik Matthijs Daniël Nuytinck Jean Rotsart de Hertaing
Gemeente Aalter Gemeente Kaprijke Gemeente Nevele Gemeente Waarschoot Gemeente Zomergem Gemeente Assenede Gemeente Maldegem Gemeente Kaprijke Gemeente Lovendegem Gemeente Zomergem Gemeente Waarschoot Stad Eeklo Gemeente Assenede Gemeente Maldegem
1997-2004 1997 1997-2004 1997-2000 2001-2004 2001-2004 1998-2004 1998-2004 1997-2004 1997-2000 2001-2004 1997-2004 1997-2000 1997
114
Antoine Schrans Freddy Tanghe Jozef Van Braekel
Gemeente Knesselare Gemeente Knesselare Gemeente Sint-Laureins
1997 1998-2004 1997-2004
COMMISSIE WELZIJN EN GEZONDHEID (1998-1999) VAST BUREAU RWOM (1999-2004) Op 20 april 1998 wordt de commissie Welzijn en Gezondheid opgericht. In een blitstempo brengt zij het aanbod van welzijns- en gezondheidsvoorzieningen in kaart. Naar aanleiding van het Besluit van de Vlaamse Regering tot ondersteuning van regionaal overleg en regionale samenwerking in de welzijnssector (19/12/1997) en de oprichting van een provinciale ondersteuningsstructuur, verzelfstandigt deze commissie op 11 mei 1999 in het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM). Het vast bureau van het RWOM wordt geïnspireerd op de samenstelling van de commissie Welzijn en Gezondheid. Leden in de periode 1998-2004 NAAM
ORGANISATIE
PERIODE
Jan Willems (voorzitter) Rufij Baeke Annemie Boone Gilbert Cocquyt Cyriel Craeghs Paul De Bruyckere Marc De Jaeger Jerome De La Rivière Gilbert De Meester Antoine De Pau Jan De Poorter Marc De Roo Jan Depestele Emiel Devogelaere Luc Joos Luc Maenhout Denise Matthijs Laurent Osaer Erik Roegis Danny Smessaert Annick Terryn Urbain Van de Poele
Sector non profit Sector huisartsen Kind en Gezin OCMW Nevele Sector kinderen, jeugd en gezinnen Sector gezondheid OCMW Zomergem OCMW Waarschoot Sector thuiszorg OCMW Knesselare OCMW Waarschoot Sector vrije rustoorden Sector algemene ziekenhuizen OCMW Nevele Sector opbouwwerk en huisvesting OCMW Eeklo OCMW Zomergem OCMW Maldegem OCMW Assenede OCMW Eeklo Sector ouderenzorg Sector gehandicapten
1998-2004 1998-1999 1998-1999 1998-2000 1999-2004 1998-2004 2001-2004 1998-2000 1998-1999 2001-2004 2001-2004 1998-2004 1998-2004 1998-2004 1998-2004 1998-2003 1998-2000 1998-2000 2001-2004 2003-2004 2002-2004 1998-2002
115
Didier Van de Voorde Geert Van de Woestyne Steven Van de Woestyne Freddy Van Peteghem Bart Van Herck Gilbert Van Heyste Dirk Van Hoye Karin Van Maldergem Nadine Van den Bossche Marleen Van den Bussche Carine Van Deynse Marc Vanhauwenhuyse Gilbert Verleye Godfried Vermeire Annick Willems
Sector gezondheidspromotie Sector opleiding en tewerkstelling Provinciaal Welzijnsoverleg OCMW Lovendegem Streekontwikkeling en -overleg OCMW Knesselare Sector gehandicapten Sector algemene sociale dienstverlening OCMW Kaprijke OCMW Maldegem OCMW Eeklo Sector geestelijke gezondheidszorg Provinciaal Welzijnsoverleg OCMW Aalter OCMW Sint-Laureins
1998-2004 1999-2004 2003-2004 1998-2004 1998-2004 1998-2000 2002-2004 1998-2004 1998-2004 2001-2004 2001-2004 1998-2004 1998-2003 1998-2004 1998-2000
STUURGROEP VOEDING MEETJESLAND De stuurgroep van Voeding Meetjesland komt de eerste keer bijeen op 25 maart 1999. Er zijn zes stichtende bedrijven. In 2004 treden twee nieuwe leden toe. Leden in de periode 1999-2004 NAAM
BEDRIJF
PERIODE
Karel Boone (voorzitter) Paul Bekaert Freddy Bertin Luc De Bruyckere Eddy De Mûelenaere Rik Jacob Patricia Mestdagh Charles Van Damme Catheline Verdegem Philippe Woitrin
Lotus Bakeries Imperial Meat Products Campina Ter Beke Fresh Food Group Vandemoortele Lipids & Dough Division Imperial Meat Products Dufina Vandemoortele Lipids & Dough Division Cavalier Lima
1999-2004 1999-2000 1999-2004 1999-2004 2002-2004 2001-2004 2004 1999-2002 2004 1999-2004
PERSONEEL Het personeelskader kende in de periode 1996-2004 een vrij logische uitbreiding in functie van de verruiming van de taakstelling van het Streekplatform Meetjesland.
116
Van 1 full-time equivalent (FTE) op 1 september 1996 tot 4,2 FTE in 2004. Belangrijke scharniermomenten: > September 1996: indiensttreding eerste personeelsleden (directeur op zelfstan-
dige basis en directieassistente); > Oktober 1997: indiensttreding voltijdse directeur in loondienst; > September 2000: aanwerving twee stafmedewerkers in functie van communica-
tie en ondersteuning van het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland en Voeding Meetjesland; > Januari 2003: opstart WEP+ project (werkervaringsproject voor langdurig werkzoekenden) voor één administratief bediende. NAAM
FUNCTIE
PERIODE
Danny Verbeke Bart Van Herck Lizzie De Vlieger Patricia De Keyser Krista Hostens Mark Arnaut Anja Lefever Luc Feusels Ann Van Wynsberghe Géraldine De Coene Nancy Willems Caroline Spittael
Directeur Directeur Directieassistente Directieassistente Coördinator Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Coördinator Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Adjunct-directeur Stafmedewerker Consulent Voeding Administratief bediende (Wep+ verband) Administratief bediende (Wep+ verband) Administratief bediende (Wep+ verband)
1996-1997 1997-2004 1996-2000 2000-2004 2000-2002 2002-2004 2000-2003 2003-2004 2001-2002 2003-2004 2004 2004
117
Foto: Toerisme Meetjesland, Daniël De Kievith