Les V2
������������������
�
����������������������������������������������������������
Grafische technieken en Illustratief tekenen zijn “gebonden” vormen van tekenen: er is altijd een meer of minder strak omschreven opdracht, waar de tekening onderdeel van uitmaakt. In de module Vrij Tekenen gaan we als ongebonden kunstenaars in de dop aan het werk. Bij de huiswerkopdrachten bent u dan ook behoorlijk vrij om uw eigen ideeën op papier te zetten. U bent na een paar lessen ook heel vrij in de materiaalkeuze. U zult merken, dat twee zaken belangrijk zijn:
Zien: hoe kijk je naar het onderwerp dat je wilt tekenen en hoe zet je dat vervolgens goed op papier. Dit heeft alles met techniek en kennis van perspectief en ruimtelijke vormen te maken. Interpretatie: de emotionele waarde die u toevoegt aan wat u ziet. Wat je tekent, is jouw beeld van de werkelijkheid. Slechts heel zelden zal dat beeld een exacte, fotografische, weergave van het onderwerp zijn. Los van techniek kan je werk heel boeiend worden als je weet hoe je met kleur, lijnvoering en vormen die eigen inbreng, expressie, uit kan beelden.
Beide zaken gaan we in deze les meteen in de praktijk brengen bij het opzetten (schetsen) van een landschap/ stadsgezicht. We gaan er van uit, dat iedereen die deze lessen volgt, voldoende kennis heeft op het gebied van perspectief tekenen, basisvormen en licht/schaduw werking. Dit zijn belangrijke
zaken die in de Basiscursus van onze school uitgebreid zijn behandeld. nog eens op nalezen. Materialen. In deze les beperken we ons voor de vaste opdrachten tot (kleur)potlood. De facultatieve opdrachten mag u uitwerken in het materiaal wat u het liefste gebruikt. Houtskool en conté tekeningen moeten gefixeerd worden ingestuurd; met deze materialen werkt u zo groot mogelijk op een groot vel papier. Het begin. Als eerste kiest u de plek die u wilt tekenen. Dat kan uw lievelingsplekje zijn aan de rand van het bos, in een park, aan zee, in de polder, net waar uw voorkeur naar uitgaat. Het stadsgezicht komt later in deze les aan de orde. Het mooiste is natuurlijk om gewapend met schetsboek en tekenmateriaal naar buiten te gaan en de eerste schetsen op uw uitgekozen plek te tekenen. Zien. U zult merken, dat er zoveel is te zien dat u dat nooit allemaal op papier kan zetten. U moet een keuze maken en uzelf in die eerste schetsen tot de hoofdlijnen beperken. Belangrijk is om in uw landschap te zoeken naar een hoofdonderwerp. Een vorm, die belangrijk is ten opzichte van de omgeving en waar, in de tekening, de aandacht naar toe geleid wordt. U bepaalt vervolgens, hoe groot uw hoofdonderwerp op het beeldvlak wordt geplaatst en waar: in het midden zodat je er meteen naar kijkt, of juist uit het centrum, zodat je blik er naar toe wordt geleid via andere beeldelementen. De kijkrichting is bij een landschap erg belangrijk. Een tekenaar brengt duidelijke
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
In de eerste drie lessen van de Vervolgcursus maakte u kennis met drie verschillende disciplines binnen het tekenen: Vrij tekenen Grafische technieken Illustratief tekenen, strips en cartoons
1
Dit begint bij het bepalen van de compositie op het vel papier. Nu is het –zeker in het begin- erg moeilijk om, als je in het open veld zit en automatisch heel veel indrukken op doet, te bepalen wat er wel en wat niet – en hoe precies- op papier moet komen. Uw eigen camera obscura. Veel kunstenaars, die stillevens tekenen, hebben altijd een luciferdoosje op zak. Want om alleen de beelduitsnede van een landschap (de compositie) te bepalen, kan je heel eenvoudig door het doosje kijken en de compositie bepalen.
Stoere tekenaars schetsen vervolgens de hoofdlijnen snel op papier om daarna ter plekke of terug in het atelier aan de uitwerking te beginnen. Anderen gebruiken hulpmiddelen, maar daarover later. U weet wat u wilt gaan schetsen en hoe het op papier moet komen. Zoek nu de horizon en geef de hoofdrichtingen aan.
Bepaal hoe ver de belangrijkste vluchtpunten buiten het beeldvlak vallen.
U ziet in het voorbeeld naast de horizontale richtingen ook verticale markeringen. De hegafscheidingen bijvoorbeeld, maar ook van de gebouwen. Leg ook de plaats van de belangrijkste verticale lijnen vast.
Op het patroon dat nu ontstaan is, kunt u al een eerste schetsmatige uitwerking van uw tekening maken door de gebouwen en huizen, de heggen etc. herkenbaar te maken.
De volgende stap is het afmaken en uitwerken van de tekening. Het resultaat kan er zo uitzien:
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
richtingen aan, zodat de kijker deze onbewust herkent en volgt en zo door het landschap heen wordt geleid naar het hoofdonderwerp.
2
Hulpmiddelen. Al ver voor de middeleeuwen werden hulpmiddelen gebruikt om stillevens en landschappen goed op papier te zetten.
tweede lens valt het beeld op een matglazen plaat, waar de tekenaar zijn calqueerpapier op legde en zo de compositie eenvoudig kon overnemen.
De camera obscura is eeuwenlang het meest populaire instrument geweest. In zijn eenvoudigste vorm is het een doos ( de donkere kamer) met een lens –of een gatwaardoor het beeld van een object buiten wordt geprojecteerd op de tegenoverliggende wand. Deze achterwand is meestal van matglas (of calqueerpapier) zodat het geprojecteerde beeld buiten de doos kan worden gezien en simpelweg kan worden overgetrokken. Een eenvoudige uitvoering zonder lenzenstelsel projecteert het beeld overigens op zijn kop.
Drie vormen van de camera obscura Gravure uit Alexandre Savérien,Dictionnaire Universel de Mathematique et de Physique (Parijs 1753).
De camera. U kent dat wel; je laat een geslaagde tekening aan familie of kennissen zien . Zodra je zegt dat je een foto hebt gebruikt zie je aan hun blik of hoor je aan hun stem: dit is geen kunst, dit is een kunstje. Maar in de wetenschap, dat kunstenaars eeuwenlang hulpmiddelen gebruikten om de stillevens en landschappen te tekenen, die nu in de grote musea hangen, kan je anno 2008 echt niet moeilijk doen over het gebruik van een (digitale) camera. De moderne variant van de camera obscura maakt het je als tekenaar makkelijk: je schiet een aantal foto’s op je locatie en maakt later, in het atelier de uitwerkingen en tekeningen.
Hierboven een foto van de camera obscura van de Engelsman William Storer. Hij kreeg in 1778 patent op dit model, dat hij 'Royal Accurate Delineator' noemde. Door een rechthoekige lens in het uitschuifbare gedeelte valt het beeld op een schuin geplaatste spiegel. Via een
De foto’s helpen je daarbij net zoals de beelden van de camera obscura dat in het verleden voor vrijwel alle belangrijke kunstschilders deden.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Geschiedenis De camera obscura was al bekend bij de oude Grieken en Chinezen. Arabische wetenschappers gebruikten ze in de 10e eeuw om de zon te bestuderen, zonder gevaar voor de ogen. In de renaissance periode was de camera obscura heel populair bij kunstenaars om accurate tekeningen te maken. Er verschenen vanaf de 16e eeuw draagbare uitvoeringen, van hele tentconstructies tot handzame kastjes. Een stelsel van lenzen en spiegels zorgt voor duidelijke, rechtopstaande beelden.
3
De oude camera obscura en de digitale camera hebben veel met elkaar gemeen. Bijvoorbeeld het feit, dat ze een exacte weergave van de werkelijkheid tonen. In een tekening voeg je een waarde toe: je eigen interpretatie van de werkelijkheid. Je mag het sfeer, emotie of expressie noemen. Het is iets, dat niet op zo’n wijze met een camera vastgelegd kan worden.
De compositie. Kies uit uw schetsen (of fotomateriaal) de schets, waarvan uzelf vindt, dat deze het onderwerp het beste laten zien. Hier gaat u mee werken. Een van onze studenten twijfelde tussen deze twee houtskool schetsen:
Interpretatie en de kunst van het weglaten. In de uitwerking van de schetsen kan je het onderwerp extra accentueren, door dat heel gedetailleerd uit te werken en de overige elementen minder nauwkeurig, meer als vlekken, te tekenen. Juist door bepaalde zaken minder belangrijk te maken of details zelfs helemaal weg te laten, wordt een tekening interessant voor de kijker.
Er zijn maar weinig mensen, die buiten op locatie een hele uitgewerkte tekening maken. De meesten maken wat snelle schetsen en beperken zich tot de hoofdvormen en werken alles verder thuis uit. We gaan er van uit, dat de meeste van onze studenten ook liever thuis de uitwerkingen maakt. Dan kan – ook als u als stoere tekenaar “in het veld” schetsen hebt gemaakt- een aantal foto’s als geheugensteuntje werken. Lichtomstandigheden wisselen elk uur van de dag. Een landschap ziet er heel anders uit als er een donkere lucht boven hangt dan bij stralende zon. Om 11 uur ’s ochtends is het licht heel anders dan om 4 uur ’s middags. Met de camera legt u de lichtomstandigheden vast om thuis de juiste kleuren en licht/donker nuances in uw tekening te verwerken. Wat we natuurlijk NIET doen is foto’s overtrekken.
Beide schetsen zijn gemaakt in hetzelfde landschap, alleen op verschillende plaatsen. Voor de uitwerking werd gekozen voor de tweede schets. De compositie met heuvels in de achtergrond en als blikvanger de balen hooi in het centrum geeft een sterke ruimtelijke indruk. Let ook op het verloop van donkere tinten in de voorgrond naar hele lichte tinten in de achtergrond. Er werd ook een foto gemaakt als voorbeeld voor de kleuren en de lichtinval.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
U merkt het: wij zijn er zeker niet op tegen als u uw tekeningen baseert op fotomateriaal. Die foto’s maakt u op precies dezelfde manier als wanneer u buiten gaat schetsen. U zoekt een hoofdonderwerp en bepaalt de compositie. Let net zoals bij het schetsen op de richtingen in de compositie.
4
Opdracht: probeer aan de hand van de foto dit landschap op een schetsvel op te zetten. Begin met de horizon, de lijnen die de richtingen aangeven en de grote vlakken.
Dit is een uitwerking in krijt en kleurpotlood. Er werd getekend op grijs papier.
U kunt op de videopresentatie zien, hoe dit landschap opgezet wordt met de horizonlijn, vluchtpunten en zichtlijnen.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
We hebben deze schetsen en de foto als voorbeeld genomen, omdat zo heel mooi de horizon en de verdwijnpunten terug te vinden zijn.
5
Als je in een open landschap werkt of een landschap, zoals op pagina 2 en 3, zijn horizon en verdwijnpunten nog vrij gemakkelijk te traceren. Zeker als je van de luciferdoos methode gebruik maakt om je compositie te bepalen. Anders wordt het met een stadsgezicht. Door de vele gebouwen is een horizon niet of nauwelijks te zien. Maar hij valt gelukkig wel te bepalen. Als je recht voor je uitkijkt, in horizontale kijkrichting, dan ligt de horizon in het midden van het tekenpapier.
Kijk je omhoog, dus in een hoek met het horizontale vlak, dan zie je meer van de lucht en zal de horizonlijn onder het midden liggen. En hoe meer je omhoogkijkt, hoe lager die horizonlijn is. Kijk je naar de grond, dan is de horizon hoger dan het midden van het papier. Op deze pagina zie je schematisch de verschillende situaties. We gaan er verder in dit deel van de les van uit, dat je wilt tekenen, wat je op ooghoogte ziet. Dit is de meest gebruikelijke situatie.
Kijk je omlaag, dan zie je weinig lucht en veel van de grond.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Kijk je omhoog: er is meer van de lucht te zien dan van de grond.
6
We gaan eens experimenteren met het kijk standpunt. In de eerste schets hieronder is de kijker/tekenaar midden in het beeld geplaatst. Je staat als het ware midden op de lange rechte weg die je ziet en kijkt recht vooruit. Het beeld is wat statisch.
worden. Die hoofdrichtingen komen altijd “ergens” op de horizonlijn uit in het vluchtpunt.
Vluchtpunten buiten het papier
Dat kan (ver) buiten het formaat van het tekenpapier zijn, als het object niet in het verlengde van de kijkrichting, maar bijna dwars op de kijkrichting staat. Bedenk, dat wat in de voorgrond staat, altijd groter is dan wat verder weg staat.
Als er in het beeldvlak elementen als gebouwen of een bomenrij voorkomen, dienen de hoofdrichtingen daarvan bepaald te
Riet
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Dat wordt anders, als je een andere kijkpositie inneemt.
Extreem gesteld: een grashalm in de voorgrond kan in te tekening groter zijn dan een boom die ver weg op de achtergrond staat. Door dit goed te gebruiken, kan een tekening een enorme ruimtewerking krijgen.
7
We halen het plaatje van pagina 7 er nog even bij. Voor een lange rechte weg , of een spoorbaan gebruik je eenpuntsperspectief. Alle lijnen lopen naar één vluchtpunt midden op de horizon, het oogpunt.
Stel je voor, dat dit een spoorlijn is en je staat in het midden van de rails. Behalve de rails, die naar de horizon toe verdwijnen, zie je de dwarsliggers/spoorbielzen. De werkelijke afstand tussen de bielzen is gelijk. Maar het lijkt, alsof de tussenliggende afstand steeds kleiner wordt.
Het visuele effect dat de bielzen steeds dichter bij elkaar lijken te liggen, heet verkorting. Omdat de bielzen steeds op gelijke afstand van elkaar liggen, is hier sprake van en regelmatige verkorting. De regelmatige verkorting is meetbaar: Je kunt de verkorting van de opvolgende bielzen van voor naar achter toe zo vinden: Trek een diagonale lijn van het snijpunt van de onderste biels(1) met de rail door het snijpunt (2) van de op een na onderste biels met de rail. Trek deze lijn helemaal door naar de horizonlijn. Je hebt nu het vluchtpunt van de diagonale lijnen op de horizonlijn bepaald.
Het nieuw gevonden snijpunt met de rails is het beginpunt rechts van de volgende biels.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Kenmerkend voor perspectief is dat lijnen die in werkelijkheid evenwijdig lopen, naar een punt lijken te gaan. We noemen dat punt het vluchtpunt of verdwijnpunt. Van alle horizontale lijnen liggen de vluchtpunten op de horizonlijn.
8
Op deze manier kan je alle bielzen op gelijke afstand met een juiste verkorting tekenen.
Lijnen die in een vertikaal vlak liggen, zoals die van een tekening op een muur of een raam, hebben hun vluchtpunt op een verticale lijn, die door het vluchtpunt op de horizonlijn ligt.
Elk stel evenwijdige lijnen gaat naar een vluchtpunt.
Bij en stadsgezicht kom je al deze zaken tegen. De beste methode om een stadsgezicht op te zetten, is dan ook heel goed kijken naar de verticale en horizontale lijnen en deze heel licht op papier te schetsen. Dat geeft je houvast bij de verdere uitwerking.
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Horizontale lijnen, van verschillende richtingen, hebben hun vluchtpunten op een rechte lijn, de horizon.
9
Schets in houtskool
Die situatie verandert natuurlijk als je de tekening opzet vanaf een grotere hoogte, zoals een toren of vanaf je balkon op de tweede verdieping. Je kijkt dan meer naar beneden en in verhouding kijkje meer op het straatbeeld.
Opdrachten bij deze les. Opdracht 1. Op de volgende pagina’s staan een aantal foto’s afgebeeld. Kies er een of twee uit om te tekenen. Niet overtrekken en ook niet met een liniaal alles gaan nameten, maar de richtingen opzoeken en uit de losse hand schetsen. Als de verhoudingen kloppen, een uitwerking maken op een vel tekenpapier formaat A4 of groter. Denk ook aan de presentatie van je tekeningen: hou een witrand van ca. 1,5 cm rondom over maar maak je tekening zo groot mogelijk in het vlak. Opdracht2: Teken het uitzicht uit het raam van je eigen (woon)kamer. Dat begint natuurlijk met een aantal schetsen om te bepalen, wat je wilt tekenen en eventueel maak je een foto van uit dat standpunt die je als geheugensteuntje gebruikt. Uitwerkingen mogen in materiaal van je keuze gemaakt worden. Stuur met het huiswerk ook de schetsjes mee! Veel tekenplezier!
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Omdat bij een stadsgezicht meestal de horizon niet zichtbaar is, door de bebouwing, gaan we uit van de ooghoogte situatie: ongeveer evenveel lucht als grond en ligt de horizonlijn in het midden van het papier.
1 0
1 1
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
1 2
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
1 3
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
1 4
De Gelderse School - Vervolgcursus - module Vrij Tekenen - Les V2
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.
Een project van PubliConcept, Hogenakker 29, 6903 ZR Zevenaar (Nederland) Tel. +31(0)316340763 www.de-gelderse-school.nl
[email protected]