16
WETENSCHAP
& O N D E R ZO E K
Delftse eredoctoraten tussen 1906 en 2006 Hoewel de Technische Universiteit Delft officieel is opgericht in 1842, is ze nog maar net een eeuw een échte universiteit. Pas sinds 1906 immers heeft ze promotierecht.
Sjaak Priester
Precies honderd jaar geleden werd de Polytechnische School omgedoopt tot Technische Hoogeschool Delft en kon de instelling voor het eerst de doctorsbul verstrekken. Sinds 1906 zijn er nu ruim vierduizend mensen in Delft gepromoveerd. Maar behalve gewone doctores levert een beetje universiteit natuurlijk ook eredoctores af. Een proefschrift hoeft een eredoctor niet te schrijven: hij of zij krijgt de doctorstitel op grond van bewezen verdiensten. Een eredoctoraat is een onderscheiding. Daarnaast is het wel degelijk een echte academische graad. Er zijn dezelfde rechten aan
verbonden als aan de gewone doctorstitel, en er hoort een diploma bij. Of het puur toeval is, dan wel te danken is aan het kundig sturen van de loop der dingen door het College voor Promoties, behoort tot het Geheim van de Mekelweg. Maar feit is dat de TU Delft onlangs precies haar honderdste eredoctoraat verleende. Honderd eredoctores in honderd jaar, dat is een uitgelezen gelegenheid om ze eens allemaal onder elkaar te zetten. Want niet iedereen zal weten dat de baas van het Britse kernwapenprogramma erbij zit, maar de ontdekker van LSD al evenzeer.
Honderd maal honoris causa 1907 Abraham Kuyper 1837-1920 Technische verdiensten had de in Leiden gepromoveerde theoloog niet, maar het kabinet-Kuyper (1901-1905) had ervoor gezorgd dat Delft promotierecht kreeg. Kuyper had al een eredoctoraat uit Princeton (1898) en zou er in 1909 ook een uit Leuven krijgen.
Johannes Bosscha 1831-1911 Bosscha was van 1878 tot 1885 directeur van de Polytechnische School, de voorloper van de Technische Hogeschool Delft. Hij had als natuurkundige in Leiden gestudeerd en was daar in 1854 gepromoveerd. Hij adviseerde Thorbecke over het middelbaar onderwijs. Hij was ook betrokken bij de vervaardiging van de Nederlandse standaardmeter.
studeerde in 1875 af als civiel ingenieur aan de Polytechnische School. Hij werd al op 36-jarige leeftijd minister van waterstaat, handel en nijverheid (1891-1894) en opnieuw in 1897 en 1913. Lely was van 1927 tot 1929 ook president-curator van de Technische Hogeschool.
1912
Jakob Kraus 1861-1951
1913
De laatste directeur van de Polytechnische School en de eerste rector van de Technische Hogeschool. Kraus was van 1905-1908 voor de liberale unie ook minister van waterstaat.
Jacobus L. Cluysenaer 1843-1932
Petrus Cuypers 1827-1921 De architect van onder meer het Rijksmuseum (1876) en het Centraal Station (1881) in Amsterdam had in 1886 al een eredoctoraat van de Utrechtse universiteit gekregen.
Gerrit van Diesen 1826-1916
Jacobus van ‘t Hoff 1852-1911
Bouwer van de spoorbrug bij Culemborg, die toen hij in 1868 in gebruik werd genomen verreweg de grootste ter wereld was. Hij werkte onder andere ook aan de aanleg van de Rijkstelegraaflijnen. Vanaf 1881 viel het beheer over de Nederlandse rivieren onder hem.
De eerste ontvanger van de Nobelprijs voor scheikunde (1901). De uitvinder van de ruimtelijke structuurformule studeerde van 1869 tot 1871 ‘technologie’ (scheikunde) in Delft, en daarna ook in Leiden en Utrecht, waar hij in 1874 promoveerde. Hij werd in 1878 hoogleraar scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam, en in 1896 in Berlijn.
Cornelis Lely 1854-1929
1909
Nederlands grootste waterbouwkundige
Rogier Verbeek 1845-1926
‘Eigen kweek’, eredoctor die is afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft of een van haar voorgangers.
Geoloog en hoofdingenieur van het mijnwezen in Nederlands-Indië.
2006.1
Jan Lorié 1852-1924 Grondlegger van het geologisch onderzoek van Nederland.
Spoorwegingenieur en bouwer van onder meer de Moerdijkbrug. Vanaf 1890 was hij directeur van Staatsspoor, in de tijd dat de NS werd gevormd. Vanaf 1893 was hij betrokken bij de OranjeNassaumijn in Limburg. Cluysenaer zou van 1914 tot 1921 president-curator van de TH Delft worden.
1917 Alphonse C.Ch.G. van Hemert 1857-1926 In 1900 de oprichter van de ‘Hollandsche Maatschappij tot het maken van Werken in Gewapend Beton’. Hij was daarmee de eerste die met het bouwmateriaal overweg kon. Van Hemert bouwde onder meer in 1906 de Middensluis in IJmuiden.
George W. van Heukelom 1870-1952 Ontwierp de stations van onder meer Hengelo, Breda, Roosendaal, Eindhoven en Weert. Zijn interessantste station is dat van Maastricht (1915). Ook het ‘miljoenenlijntje’ Schaesberg-Kerkrade-Simpelveld is van zijn hand (1925-1928). Zijn belangrijkste gebouw zou hij na zijn erepromotie bouwen: het hoofdkantoor
Honderd maal honoris causa
WETENSCHAP
17
& O N D E R ZO E K
van links naar rechts: Blom, Roederer, Stassen, Calatrava, Ligthart, Jansen, Eigler, Piano, Tapely.
Ziegler, Crouwel, Lorentz, Heukelom, Deterding, Kraus, Blocq van Kuffeler, Berlage, Tegelen
Le Pair, Rutan, Agema, Van Andel, Wormmeester, Sassen
knipsel CGB, Rinia, Hollander
van de spoorwegen in Utrecht (1921).
Gerard L.F. Philips 1858-1942 De eerste onderneming, Philips & Co, werd opgericht in 1891. Toen hij het eredoctoraat kreeg, was de NV Philips Gloeilampenfabrieken al een groot bedrijf met meer dan vijfduizend werknemers. Gerard zou tot aan 1922 de technische leiding van Philips houden.
1918 Hendrik Antoon Lorentz 1853-1928 Een van de grootste Nederlandse natuurkundigen. Hij was vanaf 1878 hoogleraar theoretische natuurkunde in Leiden. In 1902 kreeg Lorentz samen met Pieter Zeeman de Nobelprijs. De TH Delft lauwerde hem vooral voor zijn bijdragen aan de theoretische elektriciteitsleer.
1919 Jan Schroeder van der Kolk 1851-1938 Theoreticus en experimentator op het gebied van bruggenbouw.
1922
Coenraad F. Stork 1865-1934
Constantijn P. Holst Gilliszoon 1852-1928
De directeur van de door zijn vader opgerichte machinefabriek in Hengelo studeerde van 1885 tot 1888 werktuigbouwkunde.
Hoogleraar mechanica in Delft , befaamd om zijn didactische gaven.
Sir Henri W.A. Deterding 1866-1939
1925
De directeur van de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en de grote man achter de samenvoeging met Shell (1907). De opstelling die de ‘Napoleon van de olie’ later innam tegenover het nazi-regime zou niet onomstreden zijn.
Hendrik P. Berlage 1856-1926 De architect van de Beurs (1898) in Amsterdam, en nog veel meer, studeerde van 1875 tot 1878 bouwkunde aan de ETH in Zúrich. In 1914 had de universiteit in Groningen hem ook al een eredoctoraat gegeven.
1930 Frederik K.Th. van Iterson 1877-1957
François G. Waller 1860-1935
Van 1913 tot 1941 directeur van de Staatsmijnen. Hij legde met het stikstofbindingsbedrijf de basis voor de chemische tak die later DSM zou worden.
President-directeur van de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek NV te Delft. Waller was vanaf 1929 ook curator van de Technische Hogeschool.
Pieter Joosting 1867-1942
1928
Ontwerper van de beroemde Hef van Rotterdam (1927).
1920
Nicolaas Wing Easton 1859-1937
Heike Kamerlingh Onnes 1853-1926
Mijnbouwkundige, vooral werkzaam op Borneo. Hij was de eerste die het mineraal ‘billitoniet’ onderzocht, een steensoort die alleen op Billiton voorkomt (1922).
De ‘gentleman du zéro absolu’ woonde, studeerde en werkte in Leiden, maar had ook een Delftse connectie. Van 1878 tot 1881 was hij de assistent van J. Bosscha, de directeur van de toenmalige Polytechnische School. Kamerlingh Onnes kreeg
1929
in 1913 de Nobelprijs. Hij was ook eredoctor in Berlijn.
Johannes A. Ringers 1885-1965 Studeerde van 1902 tot 1906 weg- en waterbouw in Delft. Ringers ontwierp verschillende sluizen, onder meer de Noordersluis in IJmuiden. In de Tweede Wereldoorlog ging Ringers in het verzet en werd hij gevangen genomen. Direct na de oorlog werd hij als partijloos liberaal minister van openbare werken en wederopbouw. Hij kon
2006.1
18
WETENSCHAP
zich echter niet verenigen met het Indië-beleid en stapte daarom na een jaar op.
& O N D E R ZO E K
De titel van dit artikel
Zwitsers biochemicus, hoogleraar in Múnchen. In 1917 richtte hij de farmaceutische tak op van het chemiebedrijf Sandoz in Bazel. Samen met Albert Hofmann synthetiseerde Stoll in 1938 het hallucinogene middel LSD.
1934 Gilles Holst 1886-1968
1949
De oprichter van het befaamde Philips Natuurkundig laboratorium (1914). Eerder was hij assistent van Kamerlingh Onnes in Leiden. Hij studeerde van 1904 tot 1908 aan de ETH in Zúrich in promoveerde daar ook (1914). Van 1946 tot 1956 zou hij (president-)curator van de Technische Hogeschool Delft worden.
V.J.P. de Blocq van Kuffeler 1878-1963 Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken. Het grootste gemaal in Nederland, bij Almere, is naar hem genoemd (1967).
1950
1938
Pieter Verhagen 1882-1950
Marinus Damme 1876-1966
Stedenbouwkundige en landschapsarchitect. In 1946 werd hij aangesteld als supervisor voor de wederopbouw van alle in de oorlog verwoeste stadsen dorpskernen in Nederland.
Van 1925 tot 1941 de directeur-generaal van de PTT. Hij studeerde werktuigbouwkunde. Damme werd in 1939 minister van sociale zaken in het vijfde kabinet-Colijn, dat echter na zeventien dagen al viel. Op zijn opstelling in de Tweede Wereldoorlog kwam later veel kritiek.
Jacob C. van Staveren 1889-1979 Vanaf 1927 directeur van de Kema in Arnhem. Van Staveren was de man achter de koppeling van de vele provinciale en stedelijke elektriciteitsnetten tot een groter en stabieler geheel. Van 1930 tot 1955 was hij hoogleraar in Utrecht.
(In de oorlogsjaren verleenden de Nederlandse universiteiten geen eredoctoraten.)
1947 Willem Harmsen 1886-1954
1951
De directeur-generaal van Rijkswaterstaat kreeg een eredoctoraat wegens verdiensten ‘ten aanzien van het spoedige herstel van oorlogsschade aan de Waterstaatswerken’. Later had Harmsen zitting in de Deltacommissie.
Z.K.H. Prins Bernhard 1911-2004 De considerans, de officiële motivering van een eredoctoraat, is meestal een lange en wollige zin, met veel ‘in het bijzonder’ en ‘alsmede’ erin. Bernhard kreeg zijn eredoctoraat echter zonder omhaal van woorden ‘wegens zijn uitstekende verdiensten’. De prins-gemaal kreeg ook eredoctoraten van de VU en Nijenrode en uit Utrecht, Montreal, British Columbia, Michigan en Bazel.
Willem Hupkes 1880-1965 Toen de president-directeur van de NS Goudriaan in oktober 1940 door de Duitsers werd gearresteerd, werd Hupkes waarnemer. Hij was dus de hoogste man van de spoorwegen in oorlogstijd. Pas in de jaren zestig werd duidelijk dat de oproep tot de spoorwegstaking van het kabinet-Gerbrandy vanuit Londen (17 september 1944) geheel buiten Hupkes om tot stand was gekomen. Met de kennis van nu zou dit eredoctoraat dan ook mogelijk niet zijn verleend.
1953 Hubert (Hub) J. van Doorne 1900-1979 Toen Van Doorne zijn eredoctoraat kreeg, moesten hij en zijn broer Wim het legendarische Dafje nog op de markt brengen (1958).
Albert Plesman 1889-1953
1954
De legendarische oprichter (1919) en eerste directeur van de KLM kreeg zijn eredoctoraat vooral vanwege de voortvarendheid waarmee hij ‘Royal Dutch’ na de oorlog weer in de lucht kreeg.
Lambertus Neher 1889-1967 Directeur-generaal van de PTT. Opgeklommen van monteur tot ingenieur eerste klasse (1919). Neher was onder de schuilnaam Dijkstra belangrijk in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was ook korte tijd weinig succesvol minister van wederopbouw en volkshuisvesting voor de PvdA.
Daniël P. Ross van Lennep 1888-1949 Waarnemend algemeen directeur van de Staatsmijnen. Hij weigerde in 1943 namen van stakende mijnwerkers aan de Duitse autoriteiten te leveren.
1955 Jacobus Oud 1890-1963
Arthur Stoll 1887-1971
De architect van onder andere de Koopmansbeurs in Rotterdam was opgeleid als tekenleraar. In 2006.1
1910 en 1911 volgde hij als toehoorder een aantal colleges in Delft.
Franciscus Q. den Hollander 1893-1982 De bekendste president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen (van 1947 tot 1958). Tijdens de Tweede Wereldoorlog benoemde de regering in Londen Den Hollander in het College van Vertrouwensmannen dat na de bevrijding het bewind zou waarnemen.
Steef (Th.S.G.J.M.) van Schaik 1888-1968 Van Schaik was directeur van de Algemene Kunstzijde Unie (later Akzo) in Arnhem en twee jaar minister van Verkeer en Energie in het kabinetSchermerhorn-Drees (1945-1946).
Hendrik A. Hidde Nijland 1885-1962 Studeerde in 1908 af als elektrotechnisch ingenieur en werd in 1916 oprichter van de Utrechtse firma Coq, vooraanstaand op het gebied van hoogspanningstechniek. In Delft is nog steeds een stichting naar hem vernoemd.
Hendrik Bloemgarten 1893-1966 Mijnbouwkundige, werd in 1935 vice-president van Shell Oil in de VS. Van 1948 tot 1956 was hij directeur van de Koninklijke/Shell Groep. Bloemgarten bevorderde fundamenteel onderzoek naar olie-exploratie en zette daartoe in Houston een nieuw laboratorium op. Vanaf 1956 tot 1964 was hij (president-)commissaris van de Koninklijke.
1956 Theodore von Kármán 1881-1963 Hongaarse ingenieur en natuurkundige, pionier in de aërodynamica. Von Ka’rma’n studeerde in 1902 als ingenieur in Boedapest en promoveerde in 1908 in Göttingen. In 1930 vluchtte hij naar de Verenigde Staten en werd daar hoogleraar aan het California Institute of Technology.
1959 Sir John Douglas Cockcroft 1897-1967 Het lukte Cockcroft samen met Ernest Walton lithium te splitsen in helium . de eerste kunstmatige kernsplijting (1932). Ze kregen daarvoor in 1951 de Nobelprijs. Na de oorlog werd Cockcroft de eerste directeur van het Britse kernwapenprogramma.
1963 Albert Bouwers 1893-1972 Een van de eerste medewerkers van het Philips Natuurkundig Laboratorium. Bouwers geldt als een van de uitvinders van röntgenfotografie. Van 1941 tot 1968 was hij directeur van NV Optische Industrie ‘De Oude Delft’ en van 1949 tot 1954 buitengewoon hoogleraar in de natuurkundige
De titel van dit artikel
instrumentenbouw aan de TH Delft. Bouwers vond in 1963 ook nog de infraroodkijker uit, en had op het eind van zijn leven 140 patenten.
1964 Gerrit Th. Rietveld 1888-1964 Van alle Delftse eredoctores had de grote man van de Nederlandse vormgeving de meest bescheiden opleiding. Rietveld had immers alleen lagere school.
1965 Johan Diedrich Fast 1905-? Fast was onderzoeker aan het Philips Natuurkundig Laboratorium. Hij bestudeerde las- en soldeerverbindingen en bezat een patent dat later de grondslag zou zijn voor metaalhydridebatterijen. Van 1955 tot 1961 was hij buitengewoon hoogleraar metaalkunde aan de TH Delft. Hij schreef in 1962 Entropy, dat over de hele wereld beschouwd wordt als standaardwerk. Hij was ook bekend als wetenschapspopularisator en auteur van enkele bestsellers op dat gebied.
1966 Johannes G. van der Corput 1890-1975 Directeur van het Mathematisch Centrum in Amsterdam. Hij studeerde en promoveerde in Leiden (1919). Van der Corput was hoogleraar wiskunde in Freiburg (Zwitserland) en Groningen.
1967 Jacob (Jaap) P. den Hartog 1901-1989
grote lijnen uit voor de compact disc uit 1986. Een troetelkind van hem was de stirlingmotor.
Scheikundige, opgeklommen vanaf de mts. Hij studeerde in Amsterdam en promoveerde in Groningen (1934). Na zijn promotie werkte hij op het Philips Natuurkundig Laboratorium aan allerlei kwesties op het gebied van de oppervlaktechemie.
1973 Wim van Tijen 1894-1974 Architect en ‘geëngageerd socialist’. Opgeleid aan de TH in Bandoeng, waar hij Soekarno leerde kennen, hielp hij al in 1916 de lokale bevolking van toenmalig Nederlands-Indië met irrigatieprojecten. Hij vond zichzelf een ‘neo-ambachtsman’ en moest niets hebben van kunstenaars-architecten. Samen met S.J. van Embden ontwierp hij de campus van de TH Twente.
1968 Theodoor Ph. Tromp 1903-1984 Vice-president van Philips (1957 tot 1967). Hij studeerde in 1926 af in de werktuigbouwkunde. Tromp was gedurende drie maanden in 1945 als partijloos liberaal minister van Waterstaat in het laatste oorlogskabinet (Gerbrandy-III).
1974 Jan Jacobus Went 1907-1986
1969
Gaf bij Kema leiding aan het onderzoek naar de suspensiekernreactor en was van 1965 tot 1973 directeur van de ‘Arnhemse instellingen’ (waaronder Kema) voor de elektriciteitsvoorzieningen.
Alexander Drijver 1904-? Drijver kreeg zijn doctoraat honoris causa ‘als ingenieur-ontwerper en als leider van de technische afdeling van een groot bedrijf.’
1975
Hendrik Cornelis (Kees) van Meerten 1907-1995
1970
Hoofdconstructeur van de Fokker F27 ‘Friendship’, en later lid van de hoofddirectie van Fokker.
Klaas Posthumus 1902-1990
1976
Niemand minder dan de uitvinder van de magnetronoven (1934). Het magnetron, een speciale radiobuis, was al in 1921 uitgevonden (door A.W. Hull), maar werd pas door Posthumus goed begrepen. Van hem is ook het idee van toepassing voor verhitting. Posthumus vond voor zijn werkgever Philips eerder al het principe van de tegenkoppeling uit (1927, tegelijk met en onafhankelijk van de Amerikaan Harold S. Black).
Bernard D.H. Tellegen 1900-1990
Gerardus H. Bast 1903-1987
1971
Hoofddirecteur telefonie en telegrafie (1954) en directeur-generaal (1959-1968) van de PTT. Van 1948 tot 1957 was hij buitengewoon hoogleraar draaggolftelefonie aan de TU Delft. Er is een kabelschip geweest dat naar hem vernoemd was.
Dennis Gabor 1900-1979
Scheikundige en pionier in de kristallografie met behulp van röntgendiffractie. Hij kreeg ook eredoctoraten aan de ETH in Zúrich (1970) en in Bristol (1971).
19
& O N D E R ZO E K
Evert J.W. Verwey 1905-1981
Studeerde van 1919 tot 1924 elektrotechniek in Delft. Onmiddellijk na zijn studie emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij zich ontpopte als werktuigbouwkundige en een belangrijke autoriteit werd in het bestrijden van ongewenste trillingen van bijvoorbeeld motoren. Hij werd in 1930 genaturaliseerd tot Amerikaan. In 1932 werd hij hoogleraar aan Harvard, in 1945 aan het MIT. Als vrijwillig militair maakte Den Hartog deel uit van het team dat na de capitulatie Duitse technici en wetenschappers ondervroeg. Hij kreeg ook eredoctoraten van Carnegie, Salford University, Newcastle-Upon-Tyne, en Gent.
Johannes M. Bijvoet 1892-1980
WETENSCHAP
Walter M.J. Soete 1912-2002 Hoogleraar aan de Universiteit Gent, specialist op het gebied van lastechniek.
1977 Lylke Schepers 1910-1992 Schepers was van 1968 tot 1978 directeur van de Koninklijke-Shell Groep.
Nog een belangrijke Philipsuitvinder. Hij werkte van 1924 tot aan zijn pensionering in 1963 aan het Natuurkundig Laboratorium. Daar vond hij onder veel meer de penthode uit, een radiobuis met vijf elektroden (1926). Een andere vondst is de gyrator, een synthetische spoel (1948). Hij had 57 octrooien op zijn naam. Tellegen was van 1947 tot 1968 de eerste (buitengewoon) hoogleraar netwerk- en regeltheorie in Delft. De ‘Wet van Tellegen’ speelt een voorname rol in de netwerktheorie.
Gustav Lorentzen 1915-1995 Hoogleraar in de koudetechniek aan de Noorse TH in Trondheim. Hij deed veel voor de verspreiding van kennis naar de derde wereld.
Robert Byron Bird 1924 Hoogleraar chemische technologie aan de University of Wisconsin in Madison, vooral bekend van zijn veelgebruikte studieboeken over chemische transportverschijnselen. Bird kreeg in 1999 ook een eredoctoraat van Texas A&M University.
Hongaars-Britse uitvinder van de holografie. Eveneens in 1971 kreeg hij de Nobelprijs voor de natuurkunde. Gabor was ook eredoctor in Southampton (1970).
1978
Herre Rinia 1905-1985
Hoogleraar civiele techniek aan Technion, de Israëlische technische universiteit in Haifa. Bear studeerde daar ook, maar promoveerde in Berkeley (1960). Hij is een autoriteit op het gebied van stroming van vloeistoffen door poreuze grond-
Jacob Bear 1929
Van 1968 tot 1971 was Rinia algemeen directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium. In de jaren zestig zette hij al de 2006.1
20
WETENSCHAP
& O N D E R ZO E K
De titel van dit artikel
lagen. Bear is ook eredoctor aan de ETH in Zúrich (1988).
aan zijn pensionering in 1976 bij Rijkswaterstaat, vanaf 1969 als hoofd van de Deltadienst.
1979
Gerrit J. Wormmeester 1932
Adriaan (Aad) van Wijngaarden 1916-1987
Pionier van de containeroverslag. Hij zette samen met Frans Swarttouw het Rotterdamse overslagbedrijf ECT op. Van 1992 tot 2000 was hij aan de TU Delft bijzonder hoogleraar grootschalige transportsystemen.
De aartsvader van de Nederlandse informatica. Van Wijngaarden bouwde in 1952 de Arra, de ‘Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam’, die voor een optelling van twee getallen slechts een achtste seconde nodig had. Hij ontwierp ook de computertaal Algol68. Van Wijngaarden had ook een ‘gewone’ Delftse doctorsbul. Op 12 december 1945 promoveerde hij cum laude. Van 1952 tot 1958 was de van origine werktuigbouwkundige hoogleraar numerieke wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam.
1990 Aldo E. van Eyck 1918-1999 De architect van het Burgerweeshuis in Amsterdam (1960) studeerde aan de ETH in Zúrich. Van 1966 tot 1976 was hij buitengewoon hoogleraar in Delft.
1982
Elbert (Burt) L. Rutan 1943
Willem F. Schut 1920
De ontwerper van de Voyager, het prachtige lichtgewichtvliegtuig dat in december 1986 als eerste non-stop en zonder bij te tanken rond de wereld vloog. Opgeleid aan de California Polytechnic University. Rutan staat sinds 1982 aan het hoofd van zijn eigen bedrijf, Scaled Composites. In oktober 2004 zou hij met de ‘SpaceShipOne’ de ‘X-prijs’ van tien miljoen dollar voor de eerste geslaagde particuliere ruimtevlucht veroveren.
Stedenbouwkundige, voor de ARP minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in het kabinet-De Jong (1967-1971). Hij kwam met de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening.
Alexandre ‘Sacha’ Horowitz 1904-1982 De uitvinder van de Philishave (1939). Horowitz werd geboren in Antwerpen maar vluchtte met zijn ouders voor de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. Behalve de Philishave bedacht hij een grasmaaier volgens hetzelfde principe, maar die werd nooit een succes. Vanaf 1958 was hij hoogleraar productontwerp en constructie in Eindhoven.
1991 Andries Rinse Miedema 1923-1992 Vanaf 1972 adjunct-directeur van Philips Natuurkundig Laboratorium. Hij studeerde natuurkunde in Leiden en was hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (1954).
1984 Dirk W. van Krevelen 1914-2001
Thomas B. Sheridan 1929
Researchdirecteur bij DSM en Akzo. Onder het pseudoniem Laurens D. Vancreven was hij ook actief als literator.
Sheridan werd in 1984 hoogleraar ontwerpen en toegepaste psychologie aan het Massachusetts Institute of Technology en in 1993 bovendien in de luchtvaart- en ruimtevaarttechniek.
1985 Suyono Sosrodarsono 1926
1992
Afgestudeerd en gepromoveerd in civiele techniek aan de technische universiteit in Bandoeng. Hij werd in 1966 directeur-generaal van irrigatie in Indonesië en in 1983 minister van openbare werken en waterbeheer.
Jan F. Agema 1919 Begonnen als timmerman in Hoorn en binnen Rijkswaterstaat opgeklommen tot ‘Mister Deltawerken’. Agema haalde pas op zijn vijftigste het diploma civiele techniek in Delft, en was daar van 1979 tot 1984 ook hoogleraar. Hij introduceerde de kansrekening in het beoordelen van de kwaliteit van dijken.
1987 Wisse Dekker 1924
Pieter Winsemius 1942
Philips-president van 1982 tot 1986. Dekker studeerde economie in Tilburg en werkte vanaf 1948 bij Philips.
De VVD-minister die in het eerste kabinetLubbers zo’n goede indruk maakte met zijn inzet voor het milieu. Van hem komt onder meer de milieu-effectrapportage. Tegenwoordig is hij voorzitter van Natuurmonumenten.
Herman A. Ferguson 1911-1997 Ferguson leidde het dichten van de dijken na de Watersnoodramp in 1953. Hij werkte van 1939 tot 2006.1
Renzo Piano 1937 De grote architect (Centre Pompidou, Nemo) kwam niet zelf naar Delft om de kappa en het diploma in ontvangst te nemen maar liet zich vertegenwoordigen door de wetenschappelijk attaché van de Italiaanse ambassade.
Johanna (Anneke) M.H. Levelt Sengers 1929 De eerste vrouw die in Delft eredoctor werd. Zij studeerde en promoveerde (1958) in de natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam en werkte van 1963 tot 1995 bij het National Bureau of Standards in de VS. Ze houdt zich bezig met de thermodynamica van vloeistofmengsels rond hun kritieke punten.
Jan V. Sengers 1931 De echtgenoot van Anneke Levelt Sengers. Hij werkte als hoogleraar aan de University of Maryland op hetzelfde vakgebied. Ze publiceerden veel samen.
1994 Wim H. Crouwel 1928 Grafisch ontwerper van onder meer de telefoongids en de cijferfrankeerzegels van de PTT. In 1973 werd hij bijzonder, en vanaf 1981 tot 1993 gewoon hoogleraar industriële vormgeving in Delft. Hij was vanaf 1985 tevens hoogleraar kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit en directeur van Boijmans-Van Beuningen in Rotterdam.
John W. Geus 1933 Hoogleraar anorganische scheikunde aan de Utrechtse universiteit, specialist in heterogene katalyse.
1997 Santiago Calatrava (Valls) 1951 Opgeleid in Valencia als architect en stedenbouwkundige en aan de ETH gepromoveerd als civiel ingenieur (1979). Vooral beroemd vanwege zijn bruggen overal ter wereld. Het verhaal wil dat de ontwerper van de Rotterdamse Erasmusbrug gioed gekeken heeft naar een eerder brugontwerper van zijn “meester’in Sevilla. De befaamde architect beschikt overigens over nog twaalf andere eredoctoraten.
Neville J. Hogan 1949 Hogan is sinds 1989 MIT-hoogleraar in de werktuigbouwkunde en sinds 1990 bovendien in de neuroen cognitieve wetenschappen. Hij is een topper op het gebied van kunstmatige spier- en skeletsystemen in de robotica en revalidatietechniek.
De titel van dit artikel
WETENSCHAP
21
& O N D E R ZO E K
1998
2004
2006
Byron D. Tapley 1933
Saskia Sassen 1949
Donald (Don) A. Norman 1935
Hoogleraar aan de universiteit van Texas in Austin. Hij is bekend om zijn baanberekening van satellieten, zoals voor de Apollo.
Hoogleraar urbane planning en sociologie aan de universiteit van Chicago.
Hoogleraar in de cognitieve psychologie en de informatica aan de Northwestern University in Evanston, Illinois. Norman bestudeert de interactie tussen mens en techniek. In 1995 kreeg hij ook een eredoctoraat van de universiteit in Padua.
Gerrit Blom 1928 Vanaf 1989 directeur-generaal van Rijkswaterstaat. Hij hield zich onder meer bezig met de bescherming van de waterkwaliteit van de Noordzee.
2005 Antoine G. Roederer 1943
Matthias Reuss 1941
Onderzoeker op het gebied van antennes en de toepassing ervan op aarde en in de ruimte, werkzaam bij ESA-Estec in Noordwijk.
Hoogleraar en directeur van het Institute of Biochemical Engineering aan de universiteit van Stuttgart.
2000 Else Kooi 1932-2001 Uitvinder van een belangrijke techniek (Locos, 1966) om veel transistors op een chip te krijgen. Kooi studeerde scheikunde in Groningen en werkte vanaf 1956 op het Natuurkundig Laboratorium van Philips. In 1979 verhuisde hij naar Los Altos in Californië om Philips Research Laboratories Sunnyvale op te zetten.
Cornelis (Kees) le Pair 1936 Oprichter en directeur van de Stichting voor de Technische Wetenschappen, die onderzoekers van universiteiten en bedrijven bij elkaar brengt. Hij is ook bekend als publicist.
2001 Floris Takens 1940 Deskundige op het gebied van de chaostheorie. Hij introduceerde in 1971 samen met de Belgische natuurkundige David Ruelle het begrip ‘vreemde aantrekker’. Van 1972 tot 1999 was hij hoogleraar in Groningen.
Peter A. Ziegler 1928 Zwitserse geoloog die van 1958 tot 1988 verbonden was aan Shell. In 1982 publiceerde hij de Geologische Atlas van West- en Centraal Europa. Hij is ook eredoctor in Moskou (1997).
Honoris causa elders Delft deelt eredoctoraten uit, maar Delft ontvangt
Eén van de meest gelauwerde Delftenaren was onge-
ze ook. Aan de TU lopen en liepen verschillende
twijfeld de vooroorlogse hoogleraar landmeetkunde
eredoctores rond.
en naoorlogse sociaal-democratische premier
Zo is de inmiddels geëmeriteerde werktuig-
prof.ir. Willem Schermerhorn (1894-1977). Hij was
bouwkundige prof.dr.ir. Henk G. Stassen sinds 1995
eredoctor van de Rijksuniversiteit Gent (1946), de ETH
eredoctor aan de universiteit van het Roemeense
in Zürich (1963), het Politechnicum in Milaan (1964),
Craiova, waarmee zijn vakgroep samenwerkt. Emeritus
de universiteit van Glasgow (1965) en de Technische
prof.dr.ir. Simon Middelhoek van de vakgroep
Hochschule te Hannover (1967).
elektronische instrumentatie werd in 1997 eredoctor
Warner Tjardus Koiter (1914 - 1997), de alom zeer
van de Eidgenössische Technische Hochschule (ETH)
gerespecteerde hoogleraar technische mechanica
in Zúrich, en de technische universiteit van Moskou
van 1949 tot 1979, is vermoedelijk echter de Delftenaar
lauwerde in 1999 radardeskundige prof.dr.ir. Leo P.
met de meeste eredoctoraten. Koiter was één van
Ligthart. In 2002 kreeg emeritus deeltijdhoogleraar
de boegbeelden van de technische mechanica wereldwijd in de twintigste eeuw. Hij verrichtte
‘duurzaamheid’ van de TU Delft en oud-TweedeKamerlid prof.dr. Leo Jansen van de PPR een
baanbrekend werk op het gebied van de stabiliteit van
eredoctoraat van de Open Universiteit in Heerlen.
het elastisch evenwicht, de theorie van de vervorming
Vorig jaar werd ir. Hans de Ruiter, hoofddocent
van schaalconstructies en de leer van de plasticiteit.
grondstoffentechnologie, eredoctor aan de TU van
Zijn wetenschappelijk werk en zijn gezaghebbende
Helsinki.
persoonlijkheid hebben bovendien sturing gegeven
De Universiteit van Amsterdam (UvA), die sinds
aan de International Union of Theoretical and
1897 bijna tweehonderd eredoctoraten verleende,
Applied Mechanics (IUTAM), het meest prestigieuze
verstrekte er drie waarbij de gedachte moeilijk te
gezelschap ter wereld op het gebied van de mechanica.
onderdrukken valt dat Delft kansen gemist heeft. In
Onder andere daarvoor ontving hij eredoctoraten
1932 werd de Delftse hoogleraar en grondlegger van
van de University of Leicester (1969), University of
de wiskundige mechanica Cor Biezeno eredoctor in
Glasgow (1978), Ruhr-Universität Bochum (1978),
Amsterdam, al moet er worden bijgezegd dat de UvA
Rijksuniversiteit Gent (1979) en Université de Liège
in dat jaar ook maar liefst 38 anderen lauwerde. De
(1986).
Delftse ingenieur Simon van der Meer kreeg in 1984
Koiter ontving bovendien drie uiterst prestigieuze
2002
een Amsterdams eredoctoraat en deelde in hetzelfde
medailles: de Von Kármán-medaille (1965), de
jaar met de Italiaan Carlo Rubbia de Nobelprijs voor
Timoshenko-medaille (1968) en - inderdaad - de Koiter
Don M. Eigler 1953
natuurkunde. En in 2001 volgde de onorthodoxe
medaille (1996). De American Society of Mechanical
uitvinder-ingenieur Noor van Andel.
De ‘godfather van de nanotechnologie’, die in 1989 opzien baarde door met een scanning tunnelmicroscoop individuele xenonatomen op een plaatje nikkel te verplaatsen en zo de letters ‘IBM’ op te bouwen.
Om het lijstje onderscheidingen-van-elders voorlopig
worden deze internationale medailles zeer hoog
compleet te maken: in 2000 kreeg prof.dr. Joop
aangeslagen, minimaal gelijkwaardig aan een
Schoonman een eredoctoraat van de Universiteit
eredoctoraat van een zeer prestigieuze universiteit.
Richard de Neufville 1939
Engineers (ASME) heeft haar hoogste onderscheiding zelfs speciaal naar Koiter vernoemd. Door vakkenners
van Transsylvanië. Ook zijn collega-scheikundig
Koiter komt daarmee op vijf plus drie is in total acht
technoloog prof.dr. Jacob Moulijn ontving nog recent
eerbetuigingen van topniveau.
een eredoctoraat.
De Neufville begon in de jaren zeventig als hoogleraar aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) met onderwijs in technische bestuurkunde en wordt beschouwd als grondlegger van het vakgebied. 2006.1
<<