Hoe diep is de crisis? D. PARA
1. De Amerikaanse huizencrisis 2. De huizencrisis wordt wereldwijde kredietcrisis 3. Kredietcrisis wordt bank- en beurscrisis 4. Krediet- en bankcrisis wordt dollarcrisis 5. Een recessie op komst 6. De verschuiving van de economische macht 7. Scenario's
1. De Amerikaanse huizencrisis FED brengt rente op 1%. Goedkope leningen voor aankoop huizen. Variabele rente na 2 jaar. −
Positief zolang huismarkt stijgt + rente laag blijft 'Subprimes' aan arme, niet kredietwaardige gezinnen (2-28; B, A, AA ipv AAA, stijging variabele rente met meer dan helft) Huizen als onderpand voor nieuwe leningen
–
Negatief als huismarkt daalt en rente stijgt (begin 2007) Rente en leningen kunnen niet betaald worden Verkoop huizen en ineenstorting huizenmarkt 6 miljoen subprime leningen - 2 à 3 miljoen slachtoffers – 'executieverkopen'
2. Wereldwijde kredietcrisis Subprimes worden valuta die verhandeld worden onder banken en verkocht aan zakenbanken. Zakenbanken maken pakketjes volgens risico. –
Positief wanneer alles goed loopt Smeerolie voor economie en spreiding risicoleningen Financiële sector schat zelf risico's in
–
Negatief wanneer mechanisme spaak loopt Leningen met hoogste risico verliezen snel waarde Subprimes zijn wereldwijd verspreid Staten zonder controle – banken vertrouwen mekaar niet
Prime loans, mezzanises & subprimes Gezin 1 (OK)
Gezin 2 (intermediair)
emprunts
Gezin 3 (risico) emprunts
Bank Financiële markten cession des titres Financieringsvehikel vente de titres Investeerder 1
vente de titres
Investeerder 2
Investeerder 3
Evolution du taux de propriété aux Etats-Unis (en %)
L’historique de la crise
70 69 68 67 66 65 64 63 62 61 60 1964
1969
1974
1979
Source: US Census Bureau.
1984
1989
1994
1999
2004
Evolution de la hausse des prix du logement comparée au taux hypothécaire pratiqué (en %)
L’historique de la crise
16 14 12 10 8 6 4 2 0 1964
1969
1974
1979
1984
Taux hypothèques
Source: US Census Bureau.
1989
1994
Hausse des prix
1999
2004
Evolutie Samenstelling van de activa van Amerikaanse gezinnen tussen 1950 en 2006 (in %)
Onroerende activa Financiële activa Andere activa Totaal % schuld van totale activa
50-73 73-80 80-90 29,7 33,6 30,5
90-95 95-00 00-06 15,8 24,1 49,6
62,0
57,5
61,6
78,5
71,7
45,4
8,3 100,0
8,9 100,0
7,9 100,0
5,8 100,0
4,2 100,0
5,0 100,0
14,2
13,8
17,4
15,4
14,5
29,3
Source : Federal Reserve, Flow of Funds Accounts of the United States, 8 mars 2007: http://www.federalreserve.gov/releases/z1/20070308/
Evolution des bénéfices des 50 plus grandes sociétés financières mondiales 1994-2006 (en milliards de dollars)
L’historique de la crise
400 356,3
350 300
289,8
250
230,9 200,2
200 150
146,7
100 50
51,7
69,2
86,4
99,4
110,9
163,2 112,7
126,6
0 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Source: Calculs sur base des rapports annuels.
Geschiedenis crisis In 2006 ontploft de « bubble ».Meer en meer mensen kunnen niet terugbetalen. Banken worden bedreigd, want hebben geleend aan « hedge funds » die de financiële producten gekocht hebben met subprime leningen in Hedge funds publiceren geen jaarrekeningen en zijn geregistreerd in de Bermudes, e.d.m. Geen regulering, geen controle
Geschiedenis van de crisis Gezin 1 (prime loan)
Gezin 2 (mezzanine)
emprunts
Gezin 3 (subprime) emprunts
Bank Financiële markten cession des titres leningen Financieringsvehikels vente de titres Hedge fund 1
leningen
vente de titres
Hedge fund 2
Hedge fund 3
Oorsprong van de crisis Ten gronde heeft de crisis een basis in de productie. Zij toont een stijgend onevenwicht tussen de stijging van de productiecapaciteit en de begrenzing van koopkracht van de bevolking. Een voorbeeld.
Oorsprong van de crisis Onderscheid tussen twee grote sectoren in de economie: productie goederen en consumptie goederen. De eerste wordt gevoed door investeringen (en afschrijvingen). Het betreft grondstoffen, machines, intermediaire goederen, etc. De tweede is de consumptie van finale goederen. Er moet een evenwicht zijn tussen de sectoren, tussen investeringen en consumptie.
Oorsprong van de crisis Stel dat de productie gelijk is aan 220: 200 voor consumptiegoederen, 20 voor productiegoederen (bijv. machines). De inkomsten zijn als volgt verdeeld: - 110 voor de lonen; - 90 kapitaal. Deze inkomsten kunnen gebruikt worden voor consumptie. Gereserveerde winst en afschrijvingen zijn gelijk aan 20 (voor aankoop machines).
Oorsprong van de crisis
Lonen 110 Kapitaal 90 Winst bedrijven 5 Afschrijvingen 15
Finale consumptie 200
Machines 20
Oorsprong van de crisis Stel dat deze situatie een evenwicht inhoudt op een bepaald ogenblik. Maar aandeelhouders willen investeren en winst opdrijven. Stel dat ze 5 willen toevoegen voor de aankoop van extra machines. Hiermee creëert men een onevenwicht.
Oorsprong van de crisis
Lonen 110 Kapitaal 90 Winst 5 Afschrijvingen 15
195 Finale consumptie 195 5
20
Machines 25
Oorsprong van de crisis Als het kapitaal meer investeert, deelt het aandeel voor de consumptie: van 200 naar 150. De productie stijgt met 25%, maar de consumptiemarge daalt. De productiecapaciteit stijgt tot 250. De consumptiecapaciteit daalt naar 195. Er is overproductie.
Oorsprong van de crisis Banken komen tussen!
Evolution des achats d'actifs et de l'endettement des ménages américains rapportés au PIB (en %)
Les déterminants de la crise
25 20 15 10 5 0 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 Actifs fin/PIB
Hausse dettes/PIB
Source: Calculs sur base de Federal Reserve, Flow of Funds Accounts.
3a. Bankcrisis Banken trekken interbanken-rente op en schrijven waardeloze leningen af (400 md $ ?). Banken in moeilijkheden. New Century (US) failliet. Bear Stearns, Northern Rock (UK), IKB en WestLB (Du) gered van failliet. Zware verliezen voor UCB (Zw), Citigroup, Merrill Lynch, Morgan Stanley, Crédit Agricole, BNP-Paribas (Fr), ING, ABN-Amro, Rabobank (Nl), Fortis...
Centrale banken komen massaal tussen met goedkoop geld voor banken (dec.2007) ECB 350 md €, FED, Bank of England, Duitse NB... Kapitaalverhogingen Midden-Oosten, Aziatische en Chinese fondsen (Morgan Stanley, Citigroup, UCB, Credit Suisse...) Nationalisatie Northern Rock (17 febr.)
3b. Beurscrisis Maart 2007: Dow Jones – 2% Juli : Europese en Aziatische beurzen onder druk November: scherp dalende beurskoersen Januari: beurzen lijken in vrije val Dow Jones index
4. Dollarcrisis De subprimes-bubble tegen achtergrond van dollar-bubble 1971: val Bretton-Woods - loskoppeling $/goud – $ reservemunt – betaling petroleum in $ Dollarkraan open – consumptie VS wordt betaald door buitenland Lopende rekening in het rood vanaf jaren '80 Elk ander land met lopend tekort zou munt zien ontwaarden. VS-status als reservemunt en wereld-handelsmunt verhindert dit. Hoelang nog? $ = 86% van handel in deviezen $ = 55% van buitenlandse handel (70% in 2004) $ = 64% deviezenreserves van centrale banken
5. Recessie op komst Crisis overproductie komt naar boven IMF en Wereldbank voorspellen lagere groei Vertraging groei VS (4e trim: -0,6%), stijging werkloosheid tot 5%. Bouwsector -25%. Amerikaanse consumptie motor voor 70% groei VS en 30% groei wereld. Beursdaling, waarde immobiliën, bankverliezen, pensioenfondsen,... Herziening groeiprognoses Europese Unie Dreigende inflatie – optrekken rente LT, rem op groei ?