WAT VOORAFGING De dorpsraad besloot een jaar geleden om een monument op te richten voor de vliegers die in de oorlog waren omgekomen toen hun vliegtuig neerstortte bij het Kalfhoeksepad. Dit besluit werd ook ingegeven omdat de raad ieder jaar € 2000.- mag verspijkeren voor een doel dat het dorp ten goede komt. Er kwam een comité om het plan handen en voeten te geven: Pieter Horst nam het ontwerp en de bouw van een maquette en de sponsoring van materieel voorzijn rekening, Ton Verhulst onderhield de contacten met de gemeente en zorgde voor financiële sponsors. Hans Nonnekes werd betrokken voor de administratieve ondersteuning en als 'achtervang' terwijl Huub Willems zou zorgen voor het opsporen van familieleden en nabestaanden van de vliegers zodat die aanwezig zouden kunnen zijn bij de onthulling van het monument. En niet onbelangrijk voor de toekomst: kinderen van de groepen 7 en 8 van beide basisscholen werden bij het project betrokken. Zij zullen het monument adopteren, dat wil zeggen dat zij actief zijn bij de onthulling van en de kranslegging bij het monument en samen met de dorpsraad de verantwoording nemen voor een jaarlijkse herdenking. Het comité verzekerde zich van de steun van de Stichting 'Wings to Victory' – een club op het vliegveld Midden-Zeeland dat enorm veel kennis en materiaal in huis heeft over de luchtacties boven Zeeland in de oorlog. De heer León Dewitte – voorzitter van de Stichting Steun Bevrijders Walcheren werd gevraagd zijn medewerking te verlenen en als ceremoniemeester bij de onthulling van het monument op te treden. Vol goede moed toog het comité aan de slag en gaandeweg nam het enthousiasme om er ook iets moois van te maken toe: er werden leuke succesjes geboekt. De gemeente werkte mee , de Rabobank zegde een mooi bedrag toe en ook mag 'de Parel' hier niet onvermeld blijven en – niet te vergeten – er kwamen ook sponsors uit de plaatselijke middenstand en omgeving. Want al snel werd duidelijk dat de €2000.- van de dorpsraad bij lange na niet genoeg zou zijn om alles te bekostigen. Nadat de gemeente de plek waar het monument moest komen bouwrijp had gemaakt werkte een flink aantal vrijwilligers onder leiding van Pieter Horst aan de totstandkoming van het monument. Veel materiaal werd kosteloos ter beschikking gesteld en dat resulteerde in het monument dat op 22 oktober aanstaande zal worden onthuld. Dan is het op de dag af zeventig jaar geleden dat het vliegtuig werd neergeschoten. Met medewerking van de Franse ambassade in Den Haag, de Nederlandse ambassade in Brazilië en de gemeente Boulogne-sur-Mer in Frankrijk lukte het om nabestaanden te vinden van de vier vliegers. Velen van hen hebben toegezegd aanwezig te zijn bij de onthulling van het monument en zij komen uit alle windstreken - uit Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland, Engeland, Frankrijk, Tahiti, Brazilië en Israël – totaal meer dan 25 nabestaanden en familieleden. We kwamen ook steeds meer aan de weet over de vier vliegers en daarover wordt gerept in het verhaal dat als titel een uitspraak van één van de nabestaanden meekreeg: “Het vieren van het leven”.
“HET VIEREN VAN HET LEVEN” OOGGETUIGEN Het is vrijdag 22 oktober 1943 en de twintigjarige Betje Maljaars is met haar zus van een bruiloft op weg naar huis.
Het is oorlog maar daarvan is in Aagtekerke, behalve dat er in de buurt Duitse soldaten zijn gelegerd, weinig te merken. Maar als zij om een uur of drie over het Kalfhoeksepad fietst komt de oorlog plots heel dichtbij. Vlakbij was een vliegtuig neergestort en twintig jaar geleden vertelde zij hierover: “Dat vliegtuig was neergekomen waar nu het gemeenteterrein is, de vlammen sloegen eruit en de scherven vlogen om je oren. Dat waren de kogels aan boord van dat vliegtuig en branden dat het deed! Ik voelde de hitte in m'n rug. Het was een leven van jewelste. De vlieger had het overleefd, z'n maat niet”. Maar ook boer Piet Kodde – hij was toen 24 jaar - zag het vliegtuig neerstorten.
Hij verhaalde vorig jaar in de PZC hierover want hij was toen het vliegtuig crashte met twee karrevrachten zand op weg van Domburg naar zijn boerderij. Hij vertelde aan de krant: “Ik was daar met m'n arbeider, dat was Willem Louws, op de Roosjesweg, ieder met een span paarden. Om uit het gevaar te blijven, rolden we in de sloot, de leidsels nog in de hand, want je moet niet hebben dat je paarden gaan lopen. En toen kwam ineens dat vliegtuig' in glijvlucht over ons. Het scheerde door de boomtoppen van een boerderij, en crashte rechts van de Roosjesweg. Die lag toen nog verder naar het oosten. Het duurde heel even, en toen was er een geweldige klap. Waren we vijf minuten eerder geweest, dan hadden we er onder gezeten. Toen we uit de sloot kropen, lag aan de overkant een schaap dood, getroffen door een kogel. We zijn toen omgedraaid, om via een omweg thuis te komen. Want we durfden er niet meer voorbij."
Burgemeester Bosselaar van Aagtekerke maakte een proces- verbaal van wat er was gebeurd en we lezen:
In het proces-verbaal is sprake van vier inzittenden en dat waren vier jonge Franse vliegers. Maar wie waren die vier vliegers, wat was de taak van dit vliegtuig en waar was het op weg naar toe? Daarover kunnen we het volgende vertellen.
De vlucht Op 22 oktober 1943 werd vanuit Engeland een aanvalsvlucht gevlogen naar Courcelles in België. Daar moest een vliegtuigfabriek gebombardeerd worden. Drie squadrons leverden 38 vliegtuigen van het type Boston-Douglas. Het was een zogenaamde “low-level” raid, een aanval op zeer lage hoogte. Belangrijk was het nauwkeurig vliegen om zo op de juiste plek te komen als men bezet gebied naderde, dit om Duits vuur zoveel mogelijk te vermijden. Het naderen van het vasteland was gepland tussen Walcheren en Schouwen. Waarschijnlijk door een fout kwamen de vliegtuigen tussen Westkapelle en Domburg boven het vasteland. Hierop draaiden ze richtingVeere om de route weer op te pakken. In de omgeving van Veere stond veel FLAK(Flugzeugabwehrkanone – luchtafweergeschut) opgesteld en er speelde zich in korte tijd een drama af. Vijf vliegtuigen werden binnen een tijdsbestek van 5 minuten neergeschoten. Vanwege de lage hoogte hadden de bemanningen weinig kans om te overleven. Dertien van de in totaal vijftien bemanningsleden van de vijf vliegtuigen kwamen hierbij om het leven. Eén van de vliegtuigen was de Boston met serienummer BZ393 van het 342 squadron Free French Air Force(FFAF) oftewel van de Forces Aériennes Françaises Libres (FAFL). Het 342 squadron voerde de naam 'Groupe Lorraine', en maakte deel uit van de Luchtmacht van de Vrije Fransen.
Die Vrije Fransen waren Franse mannen die vanuit Frankrijk en van over de hele wereld naar Engeland waren gevlucht of overgestoken om tegen de Duitsers te vechten. De bemanning van de BZ 393 bestond uit: sergeant Julien Allain - boordschutter KIA - begraven te Kapelle luitenant Charles Lang – waarnemer KIA - begraven te Boulogne-sur-Mer Frankrijk sergeant Georges Schteinberg – marconist KIA - begraven te Kapelle luitenant Simon Stoloff – piloot. Hij heeft het neerstorten van het vliegtuig overleefd en zich over Julien Allain ontfermd. Deze had door de crash beide benen verloren en is in zijn armen gestorven. Daarna is hij uit het brandende vliegtuig dat nog vol zat met explosieven gesprongen en door de inmiddels gearriveerde en stomverbaasde Duitsers krijgsgevangen genomen. KIA = Killed in action (gesneuveld tijdens gevechtshandelingen)
DE VIER VLIEGERS Maar wie waren nu deze vier Franse vliegers, waarvan er drie zijn omgekomen in de strijd voor onze vrijheid? En hoe is het de overlevende vlieger die krijgsgevangen werd genomen vergaan? We zijn daarom op zoek gegaan naar nabestaanden en familieleden om meer over deze vliegers te weten te komen en om hen aanwezig te laten zijn bij de onthulling van het monument. De zoektocht heeft vele maanden geduurd en ging over alle werelddelen: van Amerika tot Frankrijk en van Israël tot Brazilië. We willen iets over deze vier vliegers vertellen waarvan er één – zoals gezegd - de crash heeft overleefd. Die vlieger – Simon Stoloff – is 84 jaar geworden. Dat betekent dat hij een heel leven heeft kunnen leven wat de andere vliegers door dit vreselijke ongeluk is onthouden. We beginnen met de vlieger van wie we het meest weten omdat hij vlak voordat hij omkwam was getrouwd en zijn vrouw enkele maanden nadat hij was omgekomen een kind kreeg. We beginnen met:
SERGEANT JULIEN ALLAIN
Sergeant Julien Allain We kwamen nabestaanden van Julien Allain tamelijk makkelijk op het spoor via de Franse ambassade. Die wist ons te vertellen dat hij een dochter had die in 1944 was geboren, nu in Amerika woonde en we kregen haar e-mail adres. We namen contact met haar op en we kwamen van haar en met behulp van internet het volgende aan de weet. Julien Allain wordt op 6 februari in 1918 geboren in Uturoa Tahiti - een Frans overzees eiland - in de Stille Oceaan. Hij was student en meldt zich in september 1940 in Papeete bij de Strijdkrachten van het Vrije Frankrijk. Hij wordt ingedeeld bij de Forces Aériennes Françaises Libres (FAFL - de Luchtmacht van de Vrije Fransen) en hij wordt in mei 1942 naar het Midden-Oosten, naar Damascus gestuurd voor een eerste militaire opleiding. De Fransen hadden het daar toen voor het zeggen. Vandaar gaat hij naar Kenia – waar de Engelsen toen de baas waren - voor een vervolgopleiding en dan is hij klaar om naar Engeland te gaan om zijn opleiding af te ronden. Hij vaart met het s.s. Mendoza van Kenia naar Engeland maar dit schip wordt op 1 november 1942 zeventig mijl uit de kust ter hoogte van Durban getorpedeerd. Van de vierhonderd opvarenden verdronken er 150, maar de groep van 33 man waar Julien deel van uitmaakte overleefde dit in z'n geheel. Van hen zouden er 29 het einde van de oorlog niet meemaken. Zij dobberden drie dagen rond in reddingsloepen alvorens zij Durban konden bereiken. Eind december 1942 kan hij vandaar per schip naar Londen reizen – een overtocht die zonder problemen verloopt. Hij wordt bij de Engelse luchtmacht – de RAF – opgeleid tot boordschutter. Tijdens die opleiding maakt hij een oefenvlucht mee waarbij het vliegtuig door ijsafzetting een
noodlanding moet maken. Het toestel vliegt in brand en hij gaat weer het vliegtuig in om zijn kameraad-boordschutter te redden. Hij loopt hierbij ernstige verwondingen op aan zijn handen en zijn gezicht. In die periode leert hij de verpleegster Mary Hart kennen en zij trouwen in juli 1943
Uit dit huwelijk wordt begin 1944 een dochter geboren die haar vader echter nooit heeft mogen kennen, want enkele maanden voor haar geboorte komt haar vader in ons dorp bij het Kalfhoeksepad om het leven. Die dochter, die luistert naar de naam Lovika, gaat later naar Amerika, en wordt moeder van vier kinderen. Ook deze kinderen hebben weer kinderen en van de familie zal een vijftiental aanwezig zijn bij de onthulling van het monument. Deze mensen komen uit Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland en Engeland*) en hun aanwezigheid bij de onthulling van het monument heeft voor hen een speciale betekenis, want zoals Lovika schreef in een van haar berichten : “We are calling it: A CELEBRATION OF LIFE, because without my father, Julien Allain, none of us would be here. He left me with his greatest gift: his DNA.” (“We noemen onze aanwezigheid: HET VIEREN VAN HET LEVEN, omdat zonder mijn vader, Julien Allain, geen van ons hier zou zijn. Hij gaf ons zijn mooiste gave: zijn DNA.”) Deze zin krijgt nog meer betekenis wanneer we weten dat Mary Hart haar dochter ter wereld moest brengen, terwijl haar man enkele maanden daarvoor was omgekomen. Zij maakte daardoor hezelfde mee als haar moeder tijdens de Eerste Wereldoorlog was overkomen: haar man sneuvelde in Ieperen enkele maanden voor de geboorte van zijn dochter Mary. Lovika, die nu Lovika De Koninck heet en de 'mater familias' is van de Julien Allain familie zal het monument op 22 oktober onthullen in aanwezigheid van nabestaanden van luitenant Lang KIA en Sgt. Georges Schteinberg KIA P.S. *)De dag voor de onthulling bleek dat ook drie familieden afkomstig uit Tahiti en Frankrijk de onthulling zouden bijwonen
Sergeant Julien Allain is postuum onderscheiden met de Medaille Militaire en de Médaille de la Résistance – Verzetsmedaille.
LUITENANT CHARLES LANG
Luitenant Charles Lang Na lang zoeken hebben we een nabestaande van Charles Lang gevonden in Boulogne-surMer, waar Charles Lang ligt begraven. We wisten dat hij op 9 maart 1920 geboren was in Auberive dus het leek een makkie om nabestaanden te vinden want Auberive is een gehucht van 200 inwoners. Maar de burgemeester liet weten dat in zijn register niemand voorkwam die op die datum was geboren. Het spoor leek dood te lopen. Maar opeens werd duidelijk dat er nog een ander plaatsje met dezelfde naam Auberive was, 240 kilometer verderop dus de hoop vlamde op, omdat dat plaatsje ook nauwelijks 200 inwoners telde. Het contact met die burgemeester verliep stroef en teleurstellend. Hij antwoordde niet op de e-mail en toen we telefonisch contact opnamen antwoordde hij laconiek dat Charles Lang nooit getrouwd was geweest en dus geen kinderen had en dat hij het verder ook niet wist. Toen werd een laatste kans gegrepen: de gemeente Boulogne-sur-Mer waar Lang begraven ligt. Tot onze verrassing kregen we een positief antwoord: ze hadden een neef van Charles Lang gevonden: Michel Lang. Het is kennelijk al een wat ouder iemand want hij heeft laten weten dat zijn vrouw met enkele familieleden aanwezig zal zijn. Charles Lang was soldaat in het Franse leger, gewond geraakt bij Duinkerken en 4 juli 1940 met het Britse leger naar Engeland geëvacueerd. Hij werd daar verpleegd en voegde zich in de zomer van 1941 bij de FAFL – de Luchtmacht van de Vrije Fransen. Hij ging voor zijn opleiding evenals Julien Allain ook naar het Midden-Oosten en daarna naar Kenia. Hij maakte daarna hetzelfde mee als wat Julien Allain overkwam met het s.s. Mendoza. Weer in Engeland aangekomen voltooide hij zijn opleiding tot navigator (waarnemer) en werd hij ingedeeld bij squadron 342 van de FAFL. De navigator is de vlieger die de piloot vertelt hoe hij de goede koers moet vliegen om het doel te bereiken. Nadat hij is omgekomen bij de crash aan het Kalfhoeksepad wordt hij in Vlissingen begraven en later in Boulogne-sur-Mer herbegraven. Luitenant Charles Lang is postuum onderscheiden als Chevalier Légion d'Honneur – Ridder in het Legioen van Eer en het Croix de Guerre 39-45 avec palme – Oorlogskruis 39-45 met palm.
LUITENANT SIMON STOLOFF
Luitenant Simon Stoloff
Met behulp van de Franse ambassade kwamen we aan de weet dat een zoon van Simon Stoloff – Bernard Stoloff - in Straatsburg woont en toen was het vrij gemakkelijk hem te vinden. Na een eerste telefonisch contact met Bernard ontstond er een e-mailwisseling waaruit we – ook met de hulp van internet – het volgende leerden. Simon Stoloff is de piloot van het vliegtuig, de man achter de stuurknuppel. Hij is op 21 juni 1917 in Parijs geboren en wordt op 16 september 1939 – vlak nadat de oorlog in Europa was uitgebroken - gemobiliseerd. Hij wordt voor een eerste vliegopleiding naar de School voor de Luchtmacht in Bordeaux gestuurd. Hij vlucht op 18 juni 1940 naar Engeland en landt op diezelfde dag in Londen. Hij stelt zich ter beschikking van generaal De Gaulle die de bevelhebber was van de Strijdkrachten van de Vrije Fransen. Dat waren Fransen die vanuit Frankrijk en van over de hele wereld naar Engeland waren gekomen om tegen de Duitsers te kunnen vechten. Stoloff wordt ingedeeld bij de FAFL en gaat evenals Allain en Lang naar het Midden-Oosten en deelt de lotgevallen aan boord de Mendoza. Ook hij wordt ingedeeld bij squadron 342 een voert meer dan tien aanvalsvluchten uit boven bezet gebied. Tot zijn vliegtuig op 22 oktober 1943 wordt neergeschoten aan het Kalfhoeksepad. Hij overleeft de crash en loopt brandwonden op. In een aantal documenten wordt beweerd dat hij de crash heeft overleefd door met zijn parachute uit het vliegtuig te springen, maar dat is niet juist. Hij is met het vliegtuig neergestort, heeft Julien Allain, die zijn beide benen had verloren, in zijn armen genomen en 'gewiegd' tot Julien stierf . Ook heeft hij vlak voor het neerstorten in een reflex nog een ruk aan de stuurknuppel gegeven om een Duitse soldaat die op de grond in een mitrailleursnet zat, te ontwijken. Deze soldaat heeft hem een paar keer in het veldhospitaal bezocht. Hij wordt – na te zijn verpleegd – overgebracht naar een Wehrkreis, dat is een militaire zone, ten noorden van Berlijn. Hij slaagt er in om in zijn 'luftlag' in de periode november 1944-maart 1945 een verzetseenheid te organiseren en berichten naar Frankrijk te sturen. Het liep tegen het eind van de oorlog en kennelijk hadden hij en zijn medegevangenen in die maanden van ineenstorting van het Duitse Rijk nogal wat vrijheid van bewegen. Hoe dan ook: hij trok na door het Sovjetleger te zijn bevrijd in de dagen daarna met zijn mensen op met het Sovjetleger om concentratiekampen – o.a. kamp Ravensbrück – te bevrijden, Duitsers te ontwapenen en een bestuur in de Russische zone van Duitsland op te zetten. Terug in Frankrijk weigerde hij in 1946 zijn militaire loopbaan voort te zetten vanwege het
gewelddadige optreden in mei 1945 door het Franse leger in Algerije. De Algerijnen waren in opstand gekomen tegen de Franse overheersers en die hadden die opstand met veel geweld de kop ingedrukt. Hij trouwde in 1946 met Viviane Dreyfus en uit dat huwelijk werden twee kinderen geboren – Bernard en Jean. Simon werd een succesvol zakenman en invloedrijk politicus en overleed in 2001 op 84-jarige leeftijd. Zoon Bernard schrijft over zijn vader en moeder dat “het twee prachtige mensen waren, zeer intellectueel, grote liefhebbers van literatuur, theater en muziek – actief op velerlei spiritueel terrein”.
Luitenant Simon Stoloff is onderscheiden met de Médaille de la Résistance – Verzetsmedaille, Croix de Guerre avec palmes – Het Oorlogskruis met palm en Officier de la Légion d'Honneur – Officier in het Legioen van Eer.
SERGEANT GEORGES SCHTEINBERG
Sergeant Georges Schteinberg Het zoeken naar nabestaanden van Georges Schteinberg leek een welhaast onmogelijke. Van hem was alleen bekend dat hij op 27 december 1922 was geboren was in Parijs en dat hij zich op 1 december 1942 vanuit Brazilië gemeld had bij de FAFL. Kennelijk was hij met zijn ouders in de jaren 1920/1930 naar Brazilië geëmigreerd. Navraag in Parijs leverde niks op en navraag bij de RAF – waar hij zijn opleiding had gevolgd - leverde ook niets op: hij kwam niet eens voor in het kaartsysteem! Maar we hadden ook gezien dat op zijn graf in Kapelle een grafsteen stond met een Davidsster, hij had dus ouders van Joodse komaf. We zijn navraag gaan doen bij de Braziliaanse ambassade en Israëlische ambassade in Den Haag en bij de Frans-Joodse gemeenschap in Israël. Er werd een account geplaatst op de website van de Joodse gemeenschap in Nederland en navraag gedaan bij de afdeling Geschiedkunde van het Franse ministerie van Defensie. Dit alles zonder enig resultaat. Als laatste mogelijkheid wendden we ons tot de Nederlandse Ambassade in Brazilië en toen kregen we eindelijk beet. We kregen bericht dat er een boek was verschenen over de FransJoodse mannen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Brazilië hadden deelgenomen aan de strijd in Europa: 'Soldaten die van verre kwamen' van Israël Blajberg. We kwamen met Israël Blajberg in contact en in dat boek waren twee pagina's gewijd aan Georges Schteinberg.
Daar kunnen we het volgende lezen: “Georges Schteinberg
“Sergeant in de FAFL. Omgekomen tijdens actie op 22 oktober 1943 Georges Schteinberg was sergeant in de groep Lorraine. Zijn familie emigreerde van Rusland naar Frankrijk, waar Georges werd geboren. Daarna ging zijn familie naar Brazilië vanwaar Georges zich meldde bij de FAFL in Engeland. Sergeant Georges Schteinberg van de FAFL is postuum gedecoreerd met het Croix de Guerre met Palm bij decreet van 12 januari 1945 door generaal De Gaulle. De oorkonde bij de medaille omschrijft Georges als een uitstekend mitrailleurschutter, die vanaf het eerste uur betrokken was bij de Franse Luchtmacht in het 1e squadron van de 20e Vluchteenheid – Lorraine. Zijn toestel werd bij de Hollandse kust getroffen door zwaar afweergeschut toen het op lage hoogte een bomardementsvlucht uitvoerde boven Holland. Na het uitvoeren van een bomardement op een vliegtuigfabriek bij Rotterdam boven bezet gebied stortte het op 22 oktober met een brandende motor neer. Het post-mortem diploma bij de Médaille Militaire is eigenhandig door generaal De Gaulle ondertekend. Het document rept over een heldhaftige dood in het oog van de vijand. Gedurende enkele tientallen jaren stond er op de Franse militaire begraafplaats in Holland een grafsteen met een kruis boven zijn graf, maar dat is inmiddels vervangen door een Davidsster. Vanuit Brazilië zijn tussen februari 1941 en september 1944 zo'n 140 Fransen, waaronder 20 á 30 van Joodse komaf, vertrokken om deel te nemen aan de Tweede Wereldoorlog. Op de derde verdieping van het Maison de France is een gedenkplaat die de gesneuvelden in die strijd memoreert en daar staat Georges Schteinberg op vermeld. De namen die zijn opgenomen in het boekje Actions des Comités France Libre au Brésil, 1940-1945 opent met een portret van generaal Charles de Gaulle en bevat een handgeschreven tekstje: “ Au comité des françaises du Brésil, (onleesbaar) C. De Gaulle 25/ 06/42”. (Aan het comité van de Fransen in Brazilië............C.De Gaulle 25/06/42) Een broer van Georges, Octave Schteinberg woonde enige tijd in de Joodse kolonie in Resende die verlaten werd vanwege de lage opbrengst van de landbouw. Dit gebied werd onteigend door president Getulio Vargas zodat er een militaire school kon worden gevestigd .Aangezien in de kolonie een synagoge stond kunnen we vaststellen dat sprake is van heilige grond die een goede invloed moet hebben op de vorming van officieren voor het leger van Brazilië. Octave Schteinberg woonde in Tijuca waar hij in 2007 is gestorven en hij heeft documenten over zijn broer Georges ter beschikking gesteld van de AFAC, Association Française des Anciens Combattants de Rio de Janeiro, documenten die duidelijk maken wie Georges was, wiens naam ook prijkt op gedenkstenen op het Franse Consulaat en op het MAUSOLEUM der Fransen op de begraafplaats Johannes de Doper, zodat zijn offer in herinnering blijft”.
Maar Israël Blajberg ging onverdroten door met het zoeken naar nabestaanden van Georges Schteinberg en via diverse contacten kwam hij erachter dat een broer van Georges nog in leven was en in Israël woont en dat een nicht van hem – een oomzegger – in Rio de Janeiro woont.*) Via haar kwamen we het adres van de broer in Israël aan de weet: Salomon Schteinberg. Die heeft ons laten weten dat zijn gezondheid hem waarschijnlijk niet toestaat de onthulling van het monument bij te wonen. Maar hij heeft twee zoons en een van hen is als eerbetoon vernoemd naar 'onze' Georges Schteinberg. Die zoon zal de onthulling van het monument waarbij ook zijn oom – sergeant Georges Schteinberg KIA - wordt herdacht bijwonen. P.S. *)Vlak voor de onthulling van het monument lieten twee nichten van Georges Schteinberg KIA weten dat zij vanuit Rio de Janeiro de ceremonie zouden bijwonen.
Sergeant Georges Schteinberg is postuum onderscheiden met het Croix de Guerre 39-45 en de Médaille de la Résistance.
SLOTWOORD We hebben een korte beschrijving willen gegeven van de vier Franse vliegers van de Boston BZ 393 waarvan er drie het offer van hun leven hebben gebracht. Één van hen – Simon Stoloff – heeft de crash overleefd en hij heeft tot zijn 84e levensjaar een rijk en vruchtbaar leven gehad. Een dergelijk rijk en vruchtbaar leven is aan de omgekomen vliegers niet gegund geweest en zij hebben geen getuige kunnen zijn van hoe het hun dierbaren of nabestaanden is vergaan. Dat stemt tot weemoed maar ook tot grote dankbaarheid aan allen die het offer van hun leven brachten in de strijd voor onze vrijheid waarin wij de getuigen kunnen zijn van de wereld waarin wij leven. Of zoals Lt Laurent Laloup van het Lorraine-squadron die de oorlog heeft overleefd in een 'In Memoriam' in 2007 schreef:
“De tous mes camarades morts pour la France, je garde en mémoire leur silhouette éclatante de jeunesse, ceux qui ne vieilliraient jamais, et je leur demande pardon de ma chance qui n’a pas voulu que je reste jeune avec eux. " “Van al mijn kameraden die gesneuveld zijn voor Frankrijk houd ik het stralende beeld van hun jeugdigheid voor ogen, het beeld van hen die nooit oud zouden worden en ik vraag hen pardon voor het lot dat niet heeft gewild dat ik samen met hen [in de herinnering] jong heb mogen blijven”
DANKWOORD
Naast alle instanties, sponsors , dorpsbewoners die hun verhaal vertelden en vrijwilligers , die wij dankbaar zijn, willen we 1 persoon speciaal voor het voetlicht halen. Het idee om aandacht te geven aan deze ingrijpende gebeurtenis in het leven van 4 jonge mensen, die meewerkten aan de strijd van ons land in de 2e wereldoorlog komt van Huub Willems. Na het vormgeven van de Dorpsraad van Aagtekerke in 2006 trad hij terug als voorzitter, maar bleef altijd met ons meedenken. Als fervent fietser houdt hij onze omgeving nauwlettend in de gaten en voorziet ons met alle raad en daad. Toen we als Dorpsraad hoorden van het idee om een bescheiden monument op te richten, waren we meteen enthousiast. Maar zonder de niet aflatende speurneus van Huub waren we nooit zover gekomen. Zijn interesse voor alles wat verband houdt met de 2e Wereldoorlog en de bevlogenheid waarmee hij zich inzet om deze gebeurtenis levend te houden voor de komende generatie is buitengewoon waardevol. De gegevens uit dit boekje en het naspeuren van de nabestaanden hebben we aan hem te danken. Ook het schrijven van dit boekje heeft hij gedaan om het herdenkingsmonument in alle gedachten van de jeugd van Aagtekerke en omgeving een blijvende plek te geven. Huub: Hartelijk dank voor alle inzet en we hopen van harte dat je ons nog heel lang kan voorzien van raad en daad.
Huub Willems
Dorpsraad Aagtekerke