Beste collega’s In deze bundel vinden jullie allerlei handvaten voor de nabespreking van de pestpreventiecampagne van de leerlingenraad. En meer. Naast concrete vragen die je kan stellen bij het filmpje, vind je hierbij ook 7 andere werkvormen rond pesten, die je kan gebruiken wanneer je maar wilt. In de les SA, als titularis... Het staat je volledig vrij te “shoppen” tussen de verschillende voorstellen en zelf variaties te bedenken. Belangrijk om weten is het volgende: elke school heeft te kampen met pestproblemen. En ja, ook bij ons komen die voor, daar moeten we niet flauw over doen. Als we alle gemelde pestsituaties optellen, bevinden we ons in de onderhelft van de 3 tot 8% leerlingen die in een gemiddelde Vlaamse school zwaar worden gepest. Weinig pestproblemen geraken opgelost zonder ingrijpen van externen, en zeer vaak zijn de gevolgen van onopgeloste pestsituaties groot. Deze bundel gaat alvast over bewustmaking en preventie over deze problematiek. Op de brainstormavond rond pesten van 17 februari kwam vanuit de leerkrachten de vraag hoe ze op pesten moeten/kunnen reageren, zonder nog meer schade aan te richten. Die vraag laten we in de toekomst zeker niet onbeantwoord. Succes met de medewerking.
nabespreking,
en
bedankt
voor
de
massale
Jan In samenwerking met het sensibiliseringsteam van de leerlingenraad
1. NABESPREKING FILMPJE LEERLINGENRAAD. Achtergrond De leerlingenraad maakte een filmpje van een (geënsceneerde) pestsituatie, gefilmd met GSM. Het werd gefilmd aan de kloostertuin door de vertegenwoordigers van het vierde jaar. Ze plaatsen het filmpje op zondagavond 27 februari om 20u online via Facebook en Netlog. Bedoeling is om na te gaan hoe snel het zich verspreidt, wie erop reageert en hoe. Voor sommige leerlingen, die op dit filmpje aanmoedigend reageren op het internet, zal dit een confrontatie zijn. Maar laat dat nu net de beste manier zijn om hen tot reflectie aan te zetten. De inhoud is in eerste instantie niet zo belangrijk, wel het principe van openbaarheid dat heerst op het internet. In tweede instantie kan je de folder nabespreken met veelgestelde vragen over pesten en cyberpesten. De beelden werden bewust vaag en onduidelijk gehouden om enerzijds zo goed mogelijk de sfeer van een GSM-filmpje weer te geven, maar anderzijds ook om de privacy van de acteurs niet te schenden.
a. Toon het filmpje dat verspreid werd via internet (Facebook, Netlog...): http://www.youtube.com/watch?v=qXjvjstVvVk (de link staat ook in een bericht op Smartschool) Bevraag de leerlingen: - Eerste reacties? - Wat gebeurt er in dit filmpje? - Wie herken je? - Waar speelt het zich af? - Wat maakt dat het zo onduidelijk is? - Gebeurt dit vaak? - Wie is dit op het internet tegengekomen? Waar? Op wiens profiel? Hoe kwam het daar terecht? - Wanneer ben je het tegengekomen? - Wie heeft het erop gezet? - Hoe heb je daarop gereageerd?
b. Toon het volgende filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=jf94S8TpZ2o (de link staat ook in een bericht op Smartschool) -
Eerste reacties? Wie had niet door dat dit filmpje in scène was gezet? Hoe verklaar je dat je dit (niet) door had? Waarin verschilt het filmpje van een “echt” pestfilmpje op het internet? Wat maakt dat het realistisch lijkt? Kom je vaak soortgelijke filmpjes tegen? Hoe reageer je daar nu op? Bestaan er betere manieren om daarop te reageren? Snap je het schoolbeleid wat betreft de GSM? Ga je hiermee akkoord? Waarom (niet)?
Hierna kan je: - de folder uitdelen, en overlopen met de leerlingen. - Ofwel overgaan naar een van de volgende werkvormen rond pesten. Vermeld in elk geval dat het deze week Vlaamse Week tegen het Pesten is, en dat de school met deze campagne de “Pesten-kan-nietprijs” won in de categorie jongeren. De prijs werd uitgereikt door het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten, een samenwerking tussen alle organisaties die werken rond deze problematiek.
2. KWIS OVER PESTEN Op Smartschool vind je in de map “Anti-pest-campagne” een Powerpoint met meerkeuzevragen over pesten. De kwis bevat twee fragmenten internetaansluiting is vereist.
van
Het
Journaal.
Een
3. PESTEN IS MEER DAN PESTEN Volgende filmpjes kunnen aanleiding geven tot verder debat over pesten in de maatschappij: Het Journaal, reportage over cyberpesten http://www.youtube.com/watch?v=2nrlfhueCnU (de link staat ook in een bericht op Smartschool) Het Journaal, reportage over zelfdoding van eenvolwassene na pesterijen op het werk http://www.youtube.com/watch?v=W5yT8BZZgks (de link staat ook in een bericht op Smartschool)
4. SPEEDDATING OVER PESTEN Zie verder voor stellingen en achtergrond.
De leerlingen zitten per 2 tegenover elkaar en spreken gedurende 5 minuten over een stelling. Eventueel verplicht je de ene leerling pro, en de andere contra te zijn. Na elke ronde vraag je even welke argumenten van de tegenpartij hen het meest verbaasd/verrast hebben. Wat maakt deze antwoorden zo opmerkelijk? De leerkracht argumenten.
overloopt
op het
einde even de belangrijkste
Na elke ronde (stelling) wisselen de leerlingen van gesprekspartner.
5. ACTIEF STELLINGENSPEL Minder geschikt voor groepen met uitgesproken leidersfiguren. Volgzamere leerlingen gaan snel meningen overnemen. Zie verder voor stellingen en achtergrond.
Twee muren die tegenover elkaar staan, zijn elk het uiterste van de schaal “100% akkoord – 100% niet akkoord”. De leerkracht lanceert een stelling. De leerlingen positioneren zich tussen de 2 muren, naargelang ze eerder akkoord of niet akkoord zijn. De leerkracht vraagt aan de leerlingen waarom ze hun positie hebben ingenomen. Tijdens het gesprek mogen de leerlingen steeds een andere positie innemen. Indien het debat uitblijft, lanceert de leerkracht een kritische vraag of zet hij zichzelf in een extreme positie als “advocaat van de duivel”. Tip: begin met de (twijfelende) middenmoot, en laat dan de “uitersten” de groep bespelen om hun blik te verruimen. Na elke stelling rondt de leerkracht het debat af, door de belangrijkste argumenten te herhalen.
6. RUSTIG STELLINGENSPEL Rustige variant op vorige werkvorm. Stimuleert iedereen tot actief nadenken.
De leerkracht schrijft een paar stellingen op bord (stellingen: zie verder). Verdeel de klas in groepen. Laat de leerlingen van een bepaalde groep allemaal individueel op dezelfde stelling reageren (schriftelijk). Alle reacties worden verzameld. De leerlingen van groep A lezen beurtelings een reactie van groep B voor. Daarna wordt aan de ganse klas gevraagd (eventueel met gesloten ogen, om beïnvloeding tegen te gaan) om bij handopsteking aan te geven of ze helemaal akkoord, eerder akkoord, eerder niet akkoord of helemaal niet akkoord zijn. De score wordt per stelling op bord genoteerd. De leerlingen mogen hierop reageren. De leerkracht herhaalt op het einde de belangrijkste argumenten (zie verder voor meer duiding). Indien blijkt dat er een echt probleem is in de klas, kan je overgaan tot 7.
7. DE TOEKOMST BEGINT NU! Anno XXXX. De klas die voor je zit studeert af, en mevrouw Van Petegem looft de leerlingen in een speech die speciaal aan hen is gericht, vol mooie woorden voor de belangrijke rol die ze de afgelopen jaren speelden op school. Laat de leerlingen in kleine groepjes deze speech schrijven. Stimuleer hen om minstens drie kwaliteiten uit te spelen. Belangrijk om te vermelden: dit zijn niét de kenmerken van de klas op dit moment, maar van de klas die ze op het einde van hun studies willen zijn. Een afgevaardigde van elke groep kruipt in de huid van mevrouw Van Petegem en brengt de speech. Ondertussen noteert de leerkracht de belangrijkste kernwoorden/ kwaliteiten op bord. Na alle speeches stemt de klas over welke nu echt de 3 belangrijkste kwaliteiten zijn die ze zou moeten ontwikkelen in de toekomst. Daarna zetten de kleine groepjes zich weer samen om per kwaliteit een actiepunt te formuleren. Dit moet héél concreet zijn. Bijvoorbeeld: Kwaliteit: “sociale klas” Actiepunt: “op maandag samen gaan sporten onder de middag” Per kwaliteit wordt het meest gedragen actiepunt verkozen. Vraag welke leerlingen eindverantwoordelijke willen zijn in de uitwerking ervan, en volg dit naar de toekomst op (of geef dit door aan de titularis).
8. DROMEN! DURVEN! DOEN! Het sensibiliseringsteam van de leerlingenraad won een versie van het spel “Dromen, durven, doen”. Dit is een interactief bordspel waarbij jongeren gestimuleerd worden om te reflecteren over welbevinden, en hoe ze daar concreet mee kunnen omgaan. Zeer de moeite. Je kan het spel komen inkijken/afhalen in de Viavia. Reserveren is wel een must. Dit kan door een bericht te sturen naar Jan.
BIJLAGE Voorbeelden van stellingen: • • • • • • •
Pesten is een uiting van zwakte. Pesters moeten onmiddellijk worden gestraft. Pesten hoort bij het leven. Gepest worden maakt je sterk. Iemand die gepest wordt, lokt dit zelf uit. Op Paridaens wordt veel gepest. Cyberpesten (pesten via gsm of internet) speelt zich af in de “virtuele” wereld, en is dus niet “echt”. Als je niet ingrijpt bij een pestsituatie in de klas, ben je ook een pester.
Pesten is een uiting van zwakte. Zeer vaak hebben zowel pesters als gepesten een gebrek aan zelfvertrouwen en zitten ze met een persoonlijk probleem. Pesters zijn verbaal sterk genoeg om iemand anders te viseren om zo de aandacht af te wenden van hun eigen problemen en/of zwakte. Ze oefenen invloed uit op de groep rondom hen. De gepesten zijn vaak niet weerbaar genoeg om zich tegen de pesterij te verdedigen en komen steeds meer alleen te staan. Vaak is ook de groep niet sterk genoeg om hierop te reageren. Belangrijk is dan om een positieve dynamiek tot stand te brengen en aanspraak te maken op het emfatische vermogen van de groep.
Pesters moeten onmiddellijk worden gestraft. In een ideaal scenario, ziet een pester in dat hij een fout heeft gemaakt en kan hij zelf de situatie terug goedmaken. Als hij onmiddellijk gestraft wordt zonder dat er met hem wordt gepraat om te polsen naar zijn motieven, kan het gebeuren dat hij begint te broeden op wraak en kan hij achteraf veel radicaler toeslaan. Dat neemt niet weg dat er overal regels heersen omtrent beleefdheid en respect. Het is logisch dat de leerkracht berispt of straft als iemand in de les handelt op een manier die niet overeenstemt met de leefregel. Zolang je als leerkracht duidelijk stelt waarom je straft, valt jezelf niets te verwijten. Het moeilijke aan pesten is ook juist dat het niet altijd even zichtbaar is. Een leerling die steevast met z’n ogen rolt als een andere leerling antwoordt in de les, terwijl die andere dat ziet, begeeft zich op de grens met pestgedrag. Al staan er in de leefregel natuurlijk geen straffen op “met je ogen rollen”. Belangrijk is hier om het gesprek aan te gaan, de pester tot inzicht proberen te brengen, en de evolutie op te volgen.
Indien het niet betert, is dit natuurlijk niet meer gewoon “met de ogen rollen”, maar een flagrant gebrek aan respect.
Pesten hoort bij het leven. Gepest worden maakt je sterk. Langdurig pesten leidt in bijna alle gevallen tot een radicale afname van het zelfvertrouwen, neerslachtigheid, depressie, en in zeer extreme gevallen tot zelfverminking (krasjes...) en zelfmoordgedachten. Op latere leeftijd kan een pestverleden zich wreken in complexen, nachtmerries of psychoses. Het is inderdaad zo dat gepesten soms weerbaarder moeten worden. Maar door iemand die weinig weerbaar is hardhandig te behandelen, doe je juist meer kwaad dan goed. De gepeste moet in dit geval juist ondersteuning en positieve aanmoediging krijgen, in plaats van harde opmerkingen die hem kraken. Ook met de groep moet dus steeds gewerkt worden, om een positieve, stimulerende dynamiek tot stand te brengen.
Iemand die gepest wordt, lokt dit zelf uit. Iedereen is een potentiële pester. Iedereen een potentiële gepeste. Sommigen zijn beide, afhankelijk van de context, situatie en/of voorgaande ervaring. Alles hangt af van hoe goed jij in een groep je eigen gebreken kan camoufleren, en de aandacht kan afleiden naar iemand anders zijn/haar tekorten. Pestsituaties zeggen niet direct iets over de gepeste zelf, ook niet zozeer over de pester, maar wel over de groep waarin ze zich bevinden. Iedereen draagt hiervoor verantwoordelijkheid. Leerlingen moeten vooral gestimuleerd worden zich niet neer te leggen bij onaangename situaties, maar er iets mee te doen. Belangrijk is om bij de pester te kijken vanwaar zijn haantjesgedrag komt. Dit gedrag komt bijna steevast voort uit compensatiedrang voor een eigen gebrek. Hij moet hierin worden begeleid. Indien dit hem niet tot inzicht brengt en hij zijn gedrag dus niet bijstuurt, moet klare taal gesproken worden. Niemand heeft het recht om het welbevinden van anderen in het gevaar te brengen. Bij de gepeste moet vaak gewerkt worden aan weerbaarheid en zelfvertrouwen. Naarmate een pestsituatie vordert, neemt dit pijlsnel af, en verliest de gepeste vaak alle moed om iets te ondernemen en terug toenadering te zoeken tot de groep. Wordt de gepeste gepest omwille van gedrag of kenmerken die indruisen tegen een norm die algemeen aanvaard wordt binnen de klas/school (zowel door leerlingen, leerkrachten als directie), dan moet met de gepeste gewerkt worden rond het afzwakken van dit gedrag of kenmerk (bvb: storend gedrag in de les, agressieaanvallen, onhygiënische toestanden...).
Op Paridaens wordt veel gepest. Gemiddeld wordt op een Vlaamse school 3 tot 8% van de leerlingen gepest. Dat is bij ons op school niet anders. Er wordt vooral gepest in het eerste, maar zeker in het tweede en derde jaar. Vanaf het vierde jaar neemt dit af.
Dit betekent niet dat je als 4e, 5e of 6e jaar niet eens kritisch naar je klas moet kijken. Of meer nog: als je ziet dat leerlingen van jongere jaren elkaar pesten, in welke mate spreek jij je verantwoordelijkheidszin dan aan? En op welke manier?
Cyberpesten (pesten via gsm of internet) speelt zich af in de “virtuele” wereld, en is dus niet “echt”. Fout. Cyberpesten levert gedrukt of geschreven bewijs. Herhaaldelijk cyberpesten wordt door de politie gezien als “stalking”. Ook bij jongeren. Interpreteert iemand je boodschap verkeerd? Jammer, dan had je ze beter moeten verwoorden. Jij hebt ze verstuurd, en bent verantwoordelijk voor je eigen berichten. De bal ligt in jouw kamp om de situatie terug goed te maken. Weet je niet goed hoe je dat kan doen? Vraag raad aan een medeleerling, je titularis, een vakleerkracht of een leerlingbegeleider. Denk dus 2 keer na voor je een bericht post onder een foto op Facebook of iets dergelijks. Internet en/of je gsm zijn geen speelgoed.
Als je niet ingrijpt bij een pestsituatie in de klas, ben je ook een pester. Durf vooral kritisch te kijken naar jezelf: waarom grijp je niet in? -
Omdat je bang bent om zelf pestslachtoffer te worden? Omdat je geen band hebt met de gepeste? Omdat de pesters je vrienden zijn?
Dan heeft de groep dringend een nieuwe, positieve dynamiek nodig waarin verschillen aanvaardt worden. Stap op z’n minst naar je titulairs om dit te melden. Weet je niet hoe je moet reageren? Praat erover, met medeleerlingen, je titularis, vakleerkracht, leerlingbegeleider... In elke groep draagt elk lid verantwoordelijkheid over de sfeer die er hangt. Door je terug te trekken verandert er niets. Spreek jezelf vertrouwen in, en laat je ongenoegen blijken tegenover iemand waarmee je het kan vinden. Niet altijd gemakkelijk, wel groots.
Deze bundel kwam tot stand dankzij het sensibiliseringsteam van de leerlingenraad, in samenwerking met de leerlingbegeleiders.