Herman Snijders en David Hidajattoellah
LEERNETWERK – VRAGEN EN WENSEN INVENTARISATIE
2013 NetCliënten Keizersgracht 252 020-6253111
Inventarisatie van de vragen en wensen van potentiële deelnemers aan het leernetwerk en het daaraan verbonden onderwijs.
Inhoud OPZET ...................................................................................................................................................... 3 PR............................................................................................................................................................. 6 DOELEN.................................................................................................................................................... 6 DIENSTEN............................................................................................................................................... 10 PROFIEL.............................................................................................................................................. 11 ONDERWIJS ....................................................................................................................................... 12 FORUM .................................................................................................................................................. 14 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ........................................................................................................ 14 LITERATUUR........................................................................................................................................... 16 BIJLAGE 1 VRAGEN PRESENTATIE .......................................................................................................... 16 BIJLAGE 2 FORUM ONDERWERPEN....................................................................................................... 21
2
OPZET Sloep et al. (2011) stelt dat het van essentieel belang is om het leernetwerk zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften van de deelnemers. Omwille hiervan is bij de ontwikkeling van het leernetwerk behoefte-onderzoek gedaan. Dit onderzoek vindt voor een deel al plaats voorafgaande aan de subsidieaanvraag. Aan de hand van literatuuronderzoek, interviews en reacties is in de keuzehulp ervaringsdeskundig weergegeven welke winstpunten ervaringswerkers brengen en welke weerstanden zij tegenkomen in praktijksituaties. Daaruit komt naar voren dat er behoefte is om het vak van ervaringswerker te professionaliseren. Opleidingen tot ervaringsdeskundigheid zijn er wel, maar de praktijk vraagt vaak om nieuwe vaardigheden. In die praktijk ontbreekt het soms aan mogelijkheden tot intervisie. Ook zijn de competenties en rollen van ervaringswerkers niet altijd duidelijk. Daardoor schikken zij zich naar de aanpak van reguliere hulpverleners. Zo ontstaat er geen duidelijke ontwikkeling van de eigen beroepsidentiteit. Vanuit dit vooronderzoek is rekening gehouden met het doel van en diensten in het leernetwerk. Bijvoorbeeld de database projecten waardoor cliëntgestuurde projecten van elkaar weten. Gekoppeld aan de dienst werkbezoeken kunnen projecten zo van elkaar leren. Andere diensten die zijn opgenomen: - Agenda - Database onderzoek; hierin is onderzoek te vinden rondom ervaringsdeskundigheid - Database projecten; beschrijvingen van cliëntgestuurde projecten. - Vacaturegids - Opleidingsgids - Uit de media; internetbronnen, zoals filmpjes, slideshare’s ed. - Columns - Werkbezoeken Een specifieke vraag kwam vanuit HVO-Querido, een van de geldgevers aan het project. Zij wilden graag hun projecten meer cliëntgestuurd maken, omdat dit een positieve invloed zou kunnen hebben op herstel en ervaringsdeskundigheid. Vanuit deze wens is 3
het idee van de opleiding ‘Wek je idee tot leven’ ontstaan die gekoppeld wordt aan het leernetwerk. Dit beschrijft alle stappen die nodig zijn om vanuit eigen ervaringen een sociale onderneming op te zetten, zoals een projectplan schrijven en fondsen werven. Medewerkers van SCIP kunnen modules uit deze opleiding volgen, gekoppeld aan hun eigen werkpraktijk. Specifieke vragen kunnen zij in het leernetwerk kwijt. Om andere wensen te inventariseren worden focusmeetings georganiseerd. Daarbij is het wel zo dat wensen met betrekking tot de indeling en vormgeving van het leernetwerk zich meer lenen voor gebruikersonderzoek. Hier wordt daarom in de focusmeetings niet te diep op ingegaan. Er wordt met name ingegaan op de inhoud en diensten die we willen aanbieden: welke discussieonderwerpen vinden mensen belangrijk. Daarmee kunnen de categorieën in het forum aangemaakt worden en het onderwijsaanbod afgestemd. Daarnaast is het belangrijk om na te gaan of er nog behoefte is aan extra ondersteunende diensten. Verder wordt gevraagd of mensen nog extra doelen zien van het leernetwerk, naast professionalisering. Behalve het inventariseren van de behoeften, is ook uitleg over het leernetwerk een belangrijk doel van de bijeenkomsten. Mensen kunnen pas goed hun mening geven, als ze begrijpen wat een leernetwerk inhoudt. Uitleg is daarom een belangrijk nevendoel van de bijeenkomsten. Daarbij wordt expliciet nagegaan wat de vragen zijn die mensen missen in de promotie van het leernetwerk, zodat hierin een verbeterslag gemaakt kan worden. Een ander belangrijk nevendoel is om binding te creëren met de toekomstige deelnemers. Sloep noemt sense of community en sense of belonging belangrijke succesfactoren voor het slagen van leernetwerken. Een focusgroep telt idealiter acht tot tien deelnemers. Ketelaar (2011) vergelijkt focusonderzoek met een casino met meerdere speeltafels, waarvan elke tafel een thema of onderwerp symboliseert. Daarmee wil hij zeggen dat focusonderzoek vooral een open, onderzoekende vraagmethode is. Er wordt niet gewerkt met een vragenlijst, maar met een checklist. Die is geen opsomming, maar een leidraad voor de inhoud en richting van het gesprek. ‘Je moet er achterkomen hoe deelnemers hun wereld inrichten.’ en ‘Een succesfactor is het kunnen stellen van nieuwe vragen.’
4
De checklist wordt ingedeeld in themablokken. Per blok wordt het doel en een tijdsindicatie genoemd. Belangrijk is om afwisseling in vragen, zoals vrije associatie, foto, rollenspel, kaartjes, zelf laten schrijven, vinger opsteken. Confrontatie met onderzoeksmateriaal, bv advertenties, filmpjes en dergelijke kan deel uitmaken van de checklist. In dit onderzoek wordt gewerkt volgen de methode van de ‘rolling interviewguide’: er is dan niet een standaardlijst met telkens dezelfde vragen, maar de vragen worden aan de hand van de antwoorden bijgesteld voor de nieuwe groep. Zo verbeter je telkens de kwaliteit. Nadeel is dat achteraf vergelijking niet goed mogelijk is. Voor ons doel is dat echter minder belangrijk. De opbouw van het onderzoek is uiteindelijk als volgt: 1. Rollenspel waarbij het leernetwerk wordt nagespeeld aan de hand van praktijkproblemen. De problemen die worden besproken, worden meegenomen als topics die interessant kunnen zijn voor in het forum. 2. Powerpointpresentatie van het leernetwerk en onderwijsmogelijkheden, waarbij mensen worden opgeroepen om vragen te stellen. Zo worden vragen geïnventariseerd om de promotie te verbeteren. 3. Gevraagd wordt welke doelen mensen in het leernetwerk zien, welke diensten men daarvoor nodig heeft en welke onderwerpen men zou willen bespreken. Verdiepende vragen zijn: wat in het profiel moet staan, de sfeer die het leernetwerk zou moeten uitstralen, de mate van technische ingewikkeldheid en vragen met betrekking tot onderwijs. 4. Context van het leernetwerk. De site van ervaringswijzer en de daarop geboden diensten worden getoond. Elk blok duurt drie kwartier met daartussen een kwartier pauze. De onderzoeksperiode vindt plaats in maart en april 2013. Er worden aanvankelijk drie focusmeetings georganiseerd in Amsterdam, maar door de grote belangstelling zijn er nog twee extra bijeenkomsten georganiseerd in Utrecht en Haarlem. In totaal nemen circa zestig mensen deel aan deze bijeenkomsten. Daarnaast wordt informatie verzameld tijdens een presentatie van het leernetwerk in het Psychiatrie café. Ook is er een gesprek met deelnemers van SCIP die zich als groep willen aansluiten met een eigen 5
forum, naast het algemene forum. Verder worden in de aanschrijving van deelnemers de mogelijkheid geboden om ook per mail te reageren. Aanvullend op de focusmeetings worden er interviews gehouden met cliënten die zelf een bedrijfje hebben opgezet of anderszins ondernemend zijn. Deze ervaringsverhalen moeten illustratiemateriaal opleveren voor de opleiding ‘Wek je idee tot leven’. Tevens wordt nader ingegaan op de vraag in hoeverre het ondernemen ondermijnend dan wel bevorderlijk is voor het eigen herstel. Dit moet input opleveren voor de module zelfmanagement. In relatie met deze vraag wordt in de focusmeeting gevraagd naar wat belemmerend en bevorderlijk is voor het tot bloei komen van de eigen kwaliteiten. PR Om te demonstreren wat een leernetwerk is, wordt een rollenspel gespeeld. Daarmee wordt gepoogd om een beleving te bieden bij het abstracte begrip leernetwerk. Mensen stellen een vraag of uitdaging die zij in hun werk als ervaringswerker ondervinden en anderen antwoorden daarop. Af en toe wordt de tijd ‘bevroren’ om inzichtelijk te maken welke interactieve processen zich voordoen. Ook wordt de rol van de moderator en diverse functies gespeeld, zoals de kennisbank. Hierna wordt via een PowerPoint verder getoond hoe een leernetwerk werkt. Mensen worden uitgedaagd om te brainstormen over vragen die zijn nog hebben over het leernetwerk, om zodoende de promotie te verbeteren. Aan de hand hiervan kan een FAQ worden opgenomen. In bijlage 1 zijn de vragen te vinden die naar voren kwamen tijdens de presentaties. DOELEN Vanuit het vooronderzoek is duidelijk dat er behoefte is aan professionalisering. Dit is de belangrijkste doelstelling van het leernetwerk. De vraag is welke doelen het leernetwerk nog meer kan hebben. Na deze algemene vraag volgen er verdiepende vragen. Deze verschillen per bijeenkomst. Welke doelen kan het leernetwerk hebben? Het uitgangspunt om het leernetwerk te starten was de waarneming dat het beroep van ervaringswerkers moeilijk uit de verf komt. Het belangrijkste doel werd hiermee: 6
professionaliseren. Hierop wordt het leernetwerk in eerste instantie ingericht. Het kan echter zijn dat mensen ook andere mogelijkheden zien in het leernetwerk, waarop we het leernetwerk kunnen aanpassen. De genoemde mogelijkheden zijn onder een aantal noemers gebracht. Bestaand De meeste kernwoorden vielen onder de bestaande doelen: samenvatten, uitwisselen, stimuleren, activeren, innoveren, ordenen, duidelijkheid verschaffen, informatie bundelen, ideeën uitwisselen, onderzoeksliteratuur verzamelen, vacatures plaatsen, intervisie, eigen profiel versterken, netwerken, uitwisselen, ordenen, komen tot een profiel van ervaringsdeskundigheid, je idee voorleggen, brainstormen, sollicitatie mogelijkheden, krachten bundelen. Verder werden er niet nieuwe doelen genoemd. Wel sprongen er een aantal doelen uit waaraan een extra betekenis werd gegeven: Samenwerken. Hiermee wordt meer bedoeld dan het uitwisselen van kennis. Het gaat om samenwerken binnen projecten en doelen van de deelnemers. Tijdens het rollenspel ontstond samenwerking tussen iemand die meer aandacht wilde voor nazorg en een ander persoon die in een project werkte dat zich daarmee bezig hield. Verbinden. Hiermee werd in eerste instantie het versterken van contacten tussen cliëntorganisaties genoemd. ‘duidelijkheid verschaffen naar onszelf wat we willen, waar we voor staan.’Daarnaast ging het ook om een handreiking of uitwisseling naar de hulpverlening: ‘bruggen bouwen’ en ‘neuzen van hulpverleners richting herstelgericht’ en ‘voorlichting geven over wat ervaringswerkers bezighoudt’. Verder ook naar de samenleving; transparantie naar buiten toe, begrip vinden. Pr. Een aantal mensen zag het leernetwerk als een mogelijkheid om eigen producten of kennis te promoten: vraag en aanbod bij elkaar brengen. Ook ‘elkaar promoten’ werd genoemd. En ‘werven voor cursussen’. Actievoeren werd gesuggereerd door de gespreksleider. Dit vond echter weinig weerklank. Specifiek Voor veel mensen was deelname aan het leernetwerk vanwege werk van belang: ik wil meer uren, naar wat ik kan betaald krijgen, ik wil meer gewaardeerd 7
worden, ik wil iets anders doen, ik wil promoveren, groeimogelijkheden. Daarnaast weren er een aantal specifieke kernwoorden: juridische kennis: samenwerking met arbeidsjuristen. Verder was de algehele mening: het ontwikkelt zichzelf wel. Na deze vraag over het doel van het leernetwerk, waren er specifieke vragen. Deze verschilden per groep. Zij hadden als doel om te kijken of er niks over het hoofd is gezien met betrekking tot de inrichting van het leernetwerk. Moet de doelgroep van het leernetwerk in de toekomst breder worden? In het algemeen vond men het goed om het leernetwerk met andere groepen uit te breiden, bijvoorbeeld voor mensen met lichamelijke beperkingen. Een verrassing was dat de meesten het geen probleem vinden als er hulpverleners op het leernetwerk komen: geen probleem, ik geloof niet meer in wij/zij, psychiater kan zich laten uitnodigen, het selecteert zich uit, zonde om bepaalde mensen niet toe te laten. Welke eisen stel je aan toegankelijkheid? Meer dan de helft zegt moeite te hebben met de vele functies die in deze media worden aangeboden. Er is duidelijk behoefte aan uitleg bij knoppen en functies. Men wil de omgeving simpel houden en zelf aan kunnen passen. Genoemd werden: Jip en Janneke taal, geen reclames, uitleg hoe iets werkt, tutorial of rondleiding, je eigen scherm kunnen samenstellen, je eigen omgeving kunnen maken, een rustige versie van je omgeving maken, bv alleen maar tekst, suggestieknop op elk scherm, uitlegknop, iconen, iconen ipv knopjes, het moet simpeler dan facebook zijn, makkelijker te navigeren, spellingchecker, ‘facebook is te open’ versus ‘facebook gebruik ik om te anti-stigmatiseren’, niet teveel info op de site, makkelijk, evaluatie en suggesties kunnen geven. Wat is nodig voor een goede sfeer? Er werden elementen genoemd qua gedragsregels en inrichting. De antwoorden leverde geen nieuwe inzichten op waardoor we het systeem anders zouden inrichten. De 8
belangrijkste kwestie leek de vraag in hoeverre het leernetwerk een formele dan wel een informele uitstraling moest hebben. In het gedrag leek dat fifty-fifty te zijn. Wat betreft de inrichting was er de voorkeur om het simpel te houden. Gedrag: veilig, open minded zijn, gastvrij, antwoorden op je vragen, respectvol taalgebruik, gedragscode, respect, gedragsregels: niet vloeken, elkaar in waarde laten, laten groeien, opbouwend, positieve feedback, goede gespreksleider, iets van jezelf laten zien, erbij horen, humor, begrip, een motto, gedragsregels: geen gevloek, je of u? verschilt afhankelijk van context, het geeft houvast als het een beetje gestuurd wordt, hulp vragen bij wat je nodig hebt, eerlijkheid, gezellig, niet stijf, kennis van zaken, gastheer, persoonlijke informatie, welke boeken lees je, wat drijft je, CV. Inrichting: kleur, iconen, smilies, prettig, rustig, niet teveel knoppen, geen grapjes, tekeningetjes, rustig qua prikkels, geen zogenaamde leuke dingen zoals clowns, niet teveel functionaliteiten, overzicht, skypen, dat je elkaar kunt aankijken, als je iemand ziet heb je ook lichaamstaal, het gaat mij juist puur voor de inhoud en niet om iemand te zien, je moet de keuze hebben tussen iemand zien of niet zien, zelf vacatures plaatsen, functioneel, overzichtelijk, mood aangeven, iemand een gastaccount kunnen aangeven voor een dag, dat je met je eigen dingen aan de slag kunt. Wat is nodig om problemen op je werk op te lossen? Deze vraag is zo gesteld om mensen praktisch en vanuit eigen beleving te laten denken. De meeste wensen zitten al in het systeem van het leernetwerk vervat: inzicht, weten waar hulpbronnen zijn, brainstormen, het idee bij de ander leggen, draagvlak, scholing, steun, les, prettige collega’s, iedereen meekrijgen in projectmatig denken, van onder af naar de top. Voor de moderators is van belang: begrip, kern van je vraag formuleren, helder communiceren, functioneel boos worden, juist kalm blijven, relativeren, confronteren, een goede leidinggevende. Wat is goede informatie? Dit leverde geen verrassende zaken op: helder, bereikbaar, geen moeilijke woorden, up 9
to date, bronvermelding, deskundigheid kunnen peilen, positief kunnen benoemen, dat je er iets aan hebt, betrouwbaar, dat het je inspireert, aangeven waar je het antwoord wel kunt vinden, kunnen bepalen vanuit welke hoek je de antwoorden wilt hebben- dat je bijvoorbeeld beleidskennis wil of vanuit hetzelfde vakgebied. Wanneer wil je informatie delen? Dit leverde ook weinig verrassends op. Wel een aansporing om een gedragscode op te stellen. Genoemd werden: zit in mijn natuur, kennis moet je delen, vanuit visie, uitleg zorgt ook voor begrip, veiligheid, erkenning, herkenning, op elke vraag een antwoord, respectvol taalgebruik, gedragscode, weten wie online is, weten hoeveel mensen er zijn, bijdrage kunnen verwijderen en aanpassen, gedeeld kennis of gedeelde vraag, humor, hangt af van mijn bui, als ik lid ben wil ik delen, je moet zelf regie hebben wat je wilt delen, dat gaat automatisch, als inlogt wil je eerst een prikkelende vraag krijgen, je eigen niveau tegenkomen, het gaat om kennis- niet een sociale site te worden, veiligheid. DIENSTEN Gevraagd wordt of mensen nog meer diensten in het leernetwerk willen zien. Wat mensen noemden is grotendeels een herhaling in andere woorden van wat al opgenomen is of wordt: forum en daaraan gekoppelde mogelijkheden: netwerk creëren, methodiek hoe doen anderen het, formele ondersteuning, een gastaccount voor 24 uur omdat je iemand tijdelijk aan een gesprek wilt laten deelnemen, bv een deskundige van een professionele organisatie, skype, mensen op de hoogte houden, oproepen, ondersteuning bv wie kent een goede boekhouder, diensten uitwisselen bv sollicitatiebrief schrijven in ruil voor boekhouden, actievoeren- nu wordt veel over de rug van mensen met beperking uitgespeeld, oproepjes plaatsen, stellingen, dilemma’s, ervaringen met werk, Je bijdrage kunnen verwijderen, weten wie online is. nieuwsrubriek, links naar pubmed, digitaal prikkelbord, deelfunctie met facebook, poll agenda: een agenda waar alle symposia/congressen over ervaringsdeskundigheid worden, happenings in de ED, waar is wat te doen?, waar is wat te doen: per provincie, agenda met symposia, workshops evenementen, juridische dingen- klopt mijn salarisschaal wel. 10
kennisbank: zoekfunctie kennisbank, infobewaarbak, database, Metingen/ analyses: hoe snel cliënten herstellen, evidence based info, informatiemap, grafieken, een bieb, artikelen zoals in MvGG, literatuur. opleidingsgids: cursussen overzicht: waar kan ik leren met Publisher werken multimedia: filmpjes van sprekers, filmpjes met thema's en een webinar, bibliotheek, te downloaden folders, boekbesprekingen, filmpjes zoals TEDx, what else is new, boekbesprekingen. Vacaturebank: je hebt een specifiek type ervaringsdeskundigheid nodig werkbezoeken: stage: gluren bij de buren, bij elkaar kijken ‘hoe doe jij het’, aanbod van snuffelstages. onderwijs: lifestream- dat je bijvoorbeeld het gesprek nu ook live thuis kunt volgen, testjes- bv waar ben ik goed in, intervisie, samen dingen opzetten, leermateriaal uitwisselen, presentatiestukken, bijeenkomsten- psychiatrie café voor ervaringsdeskundigheid met wisselende locaties in het land, themamiddag ervaringsdeskundigheid. Verder werden nog een aantal zaken genoemd die niet specifiek zijn opgenomen, maar waarvan het de vraag is of ze in het leernetwerk thuishoren: donatieknop, games, telezorg, online begeleiding en therapie, positieve woordsuggesties (om te voorkomen dat je negatief over jezelf denkt of een probleem negatief benadert), soort marktplaats, bemiddeling bij contract werkgevers, informatie voor potentiële werkgevers. PROFIEL Een dienst waar specifiek op is ingegaan is het profiel. Dit is een belangrijk onderdeel van het leernetwerk, vanwege het feit dat men zich veilig moet voelen binnen een gemeenschap. Wat moet er wel en niet in het profiel van iemand staan? Dit binnen de structuur zoals de Open Universiteit die aanbiedt. Er waren mensen die vonden dat zoveel mogelijk optioneel moest zijn in het profiel. De meerderheid had echter geen probleem om hun profiel in te vullen en vond dat anderen dat ook moesten doen. Genoemd werden: Wie ben je: Men vond over het algemeen wel dat dit de echte naam moest zijn en niet een nickname. Verder ook man/vrouw, leeftijd. Foto hoeft niet per se, wel graag een 11
plaatje waaraan je iemand herkend. Burgerlijke staat willen sommige wel, anderen juist niet. Het noemen van de diagnose wordt niet al te positief ontvangen: ‘ ik vind de mens belangrijk, wat is je passie.’, ‘de vraag kan beter zijn: waar voel je je kwetsbaar in’. Anderen wilden weer niet vanuit de eigen worsteling naar voren treden. Wel was iedereen het er mee eens dat het ging om de ervaring. Wat kun je. Je kwaliteiten als ervaringsdeskundige. Wees duidelijk in wat voor ervaringswerker je bent. Er zijn verschillende soorten ervaringswerker afhankelijk van competentieontwikkeling, ervaringsdeskundigheid, onderwijstalent, enz. ‘Ik hoef niet het ervaringsverhaal te weten, maar waar je staat als ervaringsdeskundige.’ Persoonlijk: De meesten vonden het wel leuk om iets persoonlijks te weten van iemand. Wat voor boeken lees je en dergelijke. Het idee van een levensmotto werd enthousiast ontvangen. Een enkeling: ‘Ik hoef niets te weten van iemands achtergrond.’ Wat wil je wel/niet. Er ontstond een discussie over of je moet aangeven hoe je aangesproken wilt worden. Sommigen vinden het prettig met u aangesproken te worden. ‘Niet uit beleefdheid, maar om afstand te houden als je iemand nog niet goed kent’. En ‘dat ben ik meer gewend vanuit mijn cultuur’. Sommigen vond het belangrijk om aan te geven hoe men wel en niet met hen moest omgaan. De meesten vonden dat men moest uitgaan van algemene beleefdheidsvormen. Verder vonden sommigen het handig om een aantal functionele zaken aan te geven: of je wilt skypen. ONDERWIJS Een andere belangrijke diensten waar specifiek op is ingegaan is het onderwijs. De behoefte hieraan zijn goed te halen uit de genoemde discussieonderwerpen in het forum, zie bijlage2. Daarom zijn hieronder alleen de verdiepende vragen genoemd. Het gaat daarbij niet alleen om kennis maar ook om wat nodig is om kwaliteiten tot bloei te brengen. Daarom is ingegaan op wat deze kwaliteiten belemmert en bevordert. Wat vond je goed in ervaringsdeskundige opleidingen die je hebt gevolgd? Samengevat: basiskennis opdoen en naar jezelf leren kijken. Basiskennis: theoretische kennis, agogische kennis, geschiedenis cliëntenbeweging, theoretisch kader, basiskennis SPH, cliënten ondersteunen vanuit HOZ/ED, cliënten ondersteunen/begeleiden volgens traditionele methodieken/behandelplannen Zelfinzicht: je leert goed naar jezelf kijken, boven je aandoening staan, niet getriggered 12
worden en terugzakken, competenties en talenten ontwikkelen, weten wat je kunt, inzicht in jezelf, feedback van medecliënten, dat je zelfstandig gemaakt werd, door portfolio kreeg je inzicht in eigen kunnen en kwaliteiten, weten hoe je bent gekomen waar je nu bent, uitwisseling, intervisie, empowerment van eigen persoon Specifiek: hoe leid je groepen, hoe ga je om met mensen die botsen. Wat miste je in deze opleiding? Belangrijkste was wel dat het onderwijs algemeen was en dat de aansluiting mistte op de praktijk: Bij sommige ga je op hulpverleningsstoel zitten, onderwijs loopt achter op de werkelijkheid, hoe verhoudt zich de opleiding tot de praktijk, je haalt eruit wat je zelf nodig hebt, het was toegespitst op zelfstandig werken en niet in een team, meer maatwerk. Een andere opmerking die naar voren kwam is dat het moeilijk is om te beoordelen of een opleiding goed is. ‘Hoe haal je de beste opleidingen er uit.’ Heb je nog behoefte aan opleiding? Meer dan de helft wil verder leren vanuit verschillende motivaties: niet zozeer om mezelf op te leiden maar wel om mezelf te ontwikkelen, kunnen plukken, het is een karaktertrek, ik wil altijd verder, ik wil er achter te komen waar ik goed in ben. Heb je behoefte aan (meer) diploma’s? De overgrote meerderheid zegt hier behoefte aan te hebben: een keurmerk, maatschappelijk erkend zijn. Wil je weer/anders aan het werk? Ook hieraan is veel behoefte: Ik wil mijn kwaliteiten professioneel inzetten, ik wil betaald krijgen. Een enkeling: als vrijwilliger heb je meer vrijheid. Wil je ondernemen? Een derde wil dat: je kunt dan sneller iets verwezenlijken, onafhankelijkheid, eigen geld. Wat blokkeert de bloei van je kwaliteiten? Dit hing met name samen met functionele beperkingen en onzekerheid: onthouden, concentratie, geen geloof in jezelf, ramen en deuren dicht- ik dwing mezelf naar buiten 13
te gaan, achterdocht, stigma, geld, niet begrepen worden, niet serieus genomen worden, vooroordelen, omgaan met beperking, acceptatie, schaamte, onzekerheid, angst Wat bevordert de bloei van je kwaliteiten? Dit kom vooral neer op een positieve ondersteunende houding: uitdagingen, assertiviteitscursus volgen, rustige omgeving, anderen hebben vertrouwen in je, niet alleen zijn, respect, jezelf kunnen zijn, accepteren, rekening houden met de ander, prettige bejegening, waardering, als iets is gelukt, zelfvertrouwen, inzicht, aanmoedigen, motivatie, doorzetting, loonstrookje, iets gewoon doen, ervoor gaan, geloven in eigen kunnen, gehoord worden, groot durven denken, drive, passie, eager, geloven in jezelf, verantwoording nemen voor jezelf, vertrouwen van een ander, het spiegelen, ik zou het niet alleen kunnen, open staan, kritisch zijn, respect vanuit docent dat mensen anders zijn, begrip voor culturele verschillen, grenzen aangeven.
FORUM Geïnventariseerd is welke onderwerpen mensen zouden willen bespreken op het leernetwerk. Wat zijn de vragen waarmee men zit. De genoemde onderwerpen zijn te vinden in bijlage twee. Wat opvalt is dat veel onderwerpen gericht zijn op de ervaringswerker als hulpverlener, terwijl de functies veel breder zijn. Dit duidt ook weer op een beperkte beroepsidentiteit. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De inventarisatie van PR vragen leverde nuttige informatie op voor uitbreiding van de FAQ. Ondanks het rollenspel en de Powerpointpresentaties bleken twee misverstanden over het leernetwerk hardnekkig: 1. Een deel ziet het verschil tussen het leernetwerk en een gewoon forum niet. 2. Een deel denkt dat het elkaar in levende lijve ontmoeten beter werkt dan het uitwisselen via een digitaal medium. ‘Als je iemand ziet, weet je of je die kunt vertrouwen’, ‘Ik ken genoeg mensen in mijn eigen omgeving met wie ik een probleem kan oplossen. Daar heb ik zo’n digitaal forum niet voor nodig. ‘
14
In de Pr zal hier extra aandacht besteed moeten worden. Temeer daar de navigatie van het leernetwerk ingewikkelder is dan mensen wenselijk achten (zie de vraag naar toegankelijkheid). Dit komt omdat we vastzitten aan de structuur van de Open Universiteit. Met betrekking tot de doelen van het leernetwerk zijn er geen verrassende zaken naar voren gekomen. Deze waren dan ook al duidelijk geworden in het vooronderzoek. Ook met betrekking tot de diensten waren de wensen al meegenomen. Uit de focusmeetings blijkt dat hierbij geen belangrijke zaken over het hoofd zijn gezien. Bijna alle genoemde wensen zijn al gerealiseerd bij de inrichting van het leernetwerk. Wel verrassend was dat velen er geen moeite mee zouden hebben om hulpverleners in het leernetwerk toe te laten. Dit terwijl uit het eerdere onderzoek juist blijkt dat ervaringswerkers geneigd zijn om zich aan te passen aan de methodieken van reguliere hulpverleners. Blijkbaar zijn veel ervaringswerkers zich niet bewust van deze protoprofessionalisering. Daaruit blijkt extra het belang van het leernetwerk als instrument tot professionalisering en het ontwikkelen van een eigen beroepsidentiteit. Met betrekking tot de dienst onderwijs blijkt dat de opleiding ‘Wek je idee tot leven’ in goede aarde valt. In de inventarisatie is ingegaan op factoren die het ontwikkelen van eigen kwaliteiten belemmeren en bevorderen. Men ziet in het meer ondernemend zijn mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen en te werken aan eigen herstel. Het nut wordt ingezien voor het beter kunnen werken in een cliëntgestuurd project. De inventarisatie van forumonderwerpen leverde aanwijzingen op om categorieën aan te maken in het forum. Naast deze uitkomsten is het behoefte-onderzoek nuttig geweest als voorlichting, pr en als binding tussen toekomstige deelnemers van het leernetwerk. Eindconclusie is dat er geen belangrijke zaken over het hoofd zijn gezien bij het inrichten van het leernetwerk. Wel zal er in de PR aandacht moeten zijn voor een aantal misverstanden ten aanzien van het leernetwerk.
15
LITERATUUR Leernetwerken. Kennisdeling, kennisontwikkeling en de leerprocessen. auteur: Peter Sloep, Marcel van der Klink, Francis, Brouns, Jan van Bruggen, Wim Didderen. ISBN 9789031389209 Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2011 Groepen In Focus: In Vier Stappen Naar Toegepast Focusgroeponderzoek Auteur Paul Ketelaar, Felix Hentenaar Co-auteur Marloes Kooter ISBN10 9059316983 Boom Uitgevers, Den Haag 2011
BIJLAGE 1 VRAGEN PRESENTATIE - is het alleen voor ervaringsdeskundigen -> overwegend wel. Ervaringsdeskundigen moeten zich er thuis voelen. We willen protoprofessionalisering voorkomen - Ben je anoniem op het leernetwerk? -> We willen dat je je eigen naam gebruikt. Iedereen die op het leernetwerk zit is in principe ervaringsdeskundig. Waarom zou je voor hen iets willen verbergen. Daarom gaan we er voorlopig van uit dat mensen zich aanmelden met echte gegevens. Het forum is afgeschermd van de rest van internet. Wel kun je blogs delen via social media. - Is er een toetsing van de deelnemers of ze ervaringsdeskundig zijn -> we hebben geen redenen om aan te nemen dat iemand onder vals voorwendselen op het leernetwerk wil. Pas als blijkt dat daar misbruik van wordt gemaakt, nemen we maatregelen. - Willen we een landelijke standaard van ervaringsdeskundigheid -> Dat is een inhoudelijke vraag aan de deelnemers zelf. Wij bieden alleen een structuur voor discussie en kennisverwerving
16
- Is het leernetwerk alleen voor ervaringswerkers -> in eerste instantie wel. De aanvraag is gesubsidieerd op grond van het feit dat deze in vergelijking met reguliere hulpverleners minder mogelijkheden hebben om het beroep vorm te geven. Het leernetwerk is daar een instrument voor. Wanneer groepen zich aansluiten willen we niet al te streng zijn. Zo is Scip grotendeels cliëntgestuurd. Als zij een eigen forum op het leernetwerk willen, dan is het logisch dat die paar niet ervaringsdeskundigen er ook op kunnen. We willen echter wel dat deze groepen dan grotendeels cliëntgestuurd zijn. - Waarom is het leernetwerk alleen voor ervaringswerkers en niet voor reguliere hulpverleners -> Ervaringswerkers hebben nog niet een duidelijk beroepsidentiteit. In de praktijk blijkt dat ervaringswerkers die in een team van reguliere hulpverleners komt, zich vaak gaat aanpassen. Om erbij te horen. Daarbij verliezen ze het eigene van ervaringsdeskundigheid. Temeer daar die nog niet duidelijk beschreven is. Het leernetwerk moet er juist toe bijdragen dat die eigen identiteit groeit. - kost het geld? -> het leernetwerk is gratis zolang de pilot loopt. Vanaf mei 2014 rekenen we lidmaatschapsgeld. Ook kun je gratis gebruik maken van een kennisbank met onderzoek naar evk en de database cliëntgestuurde projecten. Alleen de opleiding kost vanaf het begin geld vanwege ontwikkelkosten. De kosten zijn geen probleem. Er is een verdienmodel en HVO neemt de exploitatiekosten op zich na afloop van de pilot. - waarom blijft lidmaatschap aan het leernetwerk niet gratis. -> omdat er kosten zijn en omdat we niet willen dat mensen zomaar op het leernetwerk komen voor de gezelligheid. Een bijdrage kan dan een drempel vormen. Het zorgt dat mensen het meer serieus nemen. - Blijft de software intact als het contract/licentie is afgelopen? -> we kunnen in contract blijven, maar eventueel ook zelf ontwikkelen. Met de licentie krijgen we echter updates en een helpdesk. Het gaat om open source. Er is geen eigenaar. - Zakt het project niet in elkaar als de pilot is afgelopen -> Het project wordt financieel door HVO ondersteund na afloop van de pilot - Wat koop je voor een licentie van de Open Universiteit-> hosting, aantal deelnemers, 17
serverruimte (geen limiet). Je koopt kennis en service. Het is gebaseerd op technische ondersteuning, netwerk, en filtertechnieken. Je hebt een eigen database. Je mag van alles wat de OU ontwikkeld gebruik maken. - Kun je het op een eigen server neerzetten. -> dan maak je niet meer gebruik van Open Universiteit. Het gevaar is dan wel vendor locking; je blijft afhankelijk van de OU. Je zou na twee jaar ergens anders meenemen. De filtertechnieken kun je echter niet meenemen. Als je dat zelf moet maken, moet je wel gespecialiseerd zijn. - moet je technisch zijn om gebruik te maken van het leernetwerk? -> we willen het zo simpel mogelijk houden. Net als google. Je kunt zoeken, maar ook allerlei andere dingen doen. In het leernetwerk gaat het in eerste instantie om antwoord te krijgen op een vraag. Maar je kunt ook intervisie doen en leren. We doen ook gebruikersonderzoek: kunnen mensen er makkelijk mee werken. En behoefte onderzoek: welke onderwerpen wil men op het leernetwerk - kan ik al kijken hoe het eruit ziet -> Via http://portal.ou.nl/ kun je het leernetwerk bekijken, je moet dan inloggen als nieuwe gebruiker. - is er ook een chatfunctie -> je kan er van alles inhangen. Het gaat om je behoefte. - Welke functies kunnen niet -> synchronisatie van documenten kan niet. Dat kan alleen in de clowd. Je kunt het niet terug aanpassen. Je kan het eruit en erin gooien maar niet bijwerken en wordt gesynchroniseerd. - Kun je er makkelijk software inzetten -> Dat ligt aan de structuur. Het is open source. Het is afhankelijk van wat je er in wilt hebben. - kunnen we zelf een groep aanmaken als organisatie -> Ja. Het is een kwestie van rechten toekennen op een inlog. Je kunt een inlog maken die zowel toegang geeft tot een eigen groep als het leernetwerk in het algemeen. Dit is echter iets voor de lange termijn. We willen nieuwe mogelijkheden successievelijk invoeren en beginnen met een algemeen forum - Is onze organisatie groot genoeg om een apart forum binnen het leernetwerk te maken? Dat ligt eraan hoeveel gebruik men denkt ervan te maken. Wat wil je eruit halen. 18
- We hebben nu een sociaal netwerk via andere media. Kun je dat koppelen? -> in principe is het mogelijk dat dingen worden uitgewisseld. Dat is afhankelijk van hoe systemen met elkaar communiceren. Een issue is veiligheid. Vraag is of je het moet willen. -Kun je je eigen groepsforum afsluiten van andere bezoekers, zodat je een onderwerp eerst in je eigen groep kunt bespreken? -> De gebruiker bepaalt wie wat ziet. Er is een scheiding qua rechten. Je hebt zelf de vrijheid wat je erin stopt. Alles wat van extern komt kun je intern erin plakken. Je kunt eerst een onderwerp in je eigen groep bespreken. Daarna kan je het onderwerp op het algemene forum plaatsten. - Kunnen we zoiets doen als een prikkelbord [vraag vanuit organisatie die zelf bezig was met een forum waarin ze ideeën wilden uitwisselen]-> we maken een aparte pagina waarop je je idee of project kunt presenteren. Wie er naar kijkt is afhankelijk van wie je als vrienden instelt. - kan iemand die bijvoorbeeld een meditatiemiddag wil organiseren dit promoten -> je bepaalt zelf of je dit alleen binnen je eigen groepsforum doet, maar als je het op het algemene leernetwerk of op de site van ervaringswijzer zet, heb je een groter bereik. - is een eigen groep in het leernetwerk ook geschikt als je maar een klein idee hebt -> het leernetwerk is niets meer dan een vraag intypen en mensen die erop reageren. Daarnaast zijn er allerlei extra functies, maar daar hoef je geen gebruik van te maken. Je moet je wel afvragen of er genoeg uitwisseling is. Als je er met tien mensen op zit en er zijn er maar drie die actief reageren, dan loopt het snel dood. - waar vind ik meer informatie -> alles wat je altijd wilde weten, maar nooit durfde te vragen vind je op de startpagina van ervaringswijzer bij ‘over ons’ en dan ‘ontwikkelen’ -Moet je de opleiding volgens een bepaalde tijdsvolgorde doorlopen?-> Bij een module als creatieve denktechnieken is er ook een fysieke bijeenkomst. Je kunt dit echter op vaste tijdstippen organiseren. 19
- Is de opleiding ook geschikt als je niet per se iets wilt doen met je ervaringsdeskundigheid?. -> prima juist. Wel zijn er modules zoals vrijwilligersbeleid die er een beetje op inhaken. - Krijg je een certificaat voor het afronden van een onderwijsmodule? Of een diploma bij een opleiding? -> Daar werken we aan. Een hbo-certificering is misschien niet haalbaar omdat HVO-Querido niet aan eisen van een onderwijsinstellingen voldoet. Het is wel mogelijk dat verschillende modulen gecertificeerd kunnen worden als bedrijfsopleiding. - Mag een niet ervaringsdeskundige zich ook aanmelden; ik zou graag een plaats willen waar niet-ervaringsdeskundigen hun uitdagingen en dilemma’s kwijt kunnen? > In de toekomst komt er mogelijk ook een aparte ruimte voor hulpverleners. In ‘tussenkamers kunnen hulpverleners en ervaringswerkers elkaar ontmoeten. - Krijgt dit ook een plaats in het onderwijs van sociale beroepen van de Hogeschool van Amsterdam -Is een discussie de hele dag open, hoe lang duurt een discussie? > onbeperkt -Word het geleid? >de Moderator begeleidt/ vat samen -Is het een gesloten netwerk? > discussie blijven binnen het leernetwerk - Er zijn heel veel nepervaringsdeskundigen: regels, wie moeten jullie toelaten? > Aanvankelijk niet, todat we misbruik vermoeden. Wij zien niet echt redenen op dit moment om mensen te weren. Als het ‘nep’ deskundigen zijn zullen ze niet zoveel relevants te melden hebben. In het algemeen is het zo dat in forums de groep zelf corrigeert. Indien iemand zich misdraagt kunnen we de toegang ontzeggen. - Wanneer mag je kennis overdragen? > dat wijst zich vanzelf. Als je minder te vertellen hebt over een onderwerp, zul je minder uitgebreid reageren. - Mag t leernetwerk lidmaatschapsgeld vragen? > Dat moet wel, anders komen we niet rond. Daarnaast denken we de dit ervoor zorgt dat er mensen komen die een zekere commitment hebben. Mensen die bij de club willen horen en daarom ook bijdragen. - wat is een redelijke prijs om lid te worden - wordt t niet teveel kletsen ipv leren? > een leernetwerk is gericht op het oplossen van problemen in de werk praktijk. 20
- Waar geef je je op? > Zodra het leernetwerk online is en je krijg je de link http://portal.ou.nl/web/wijzer-door-ervaring/startpagina
daar kun je je registreren.
- Kun je de site indelen naar regio? > dit is een wens vanuit de regio’s van het LPGGZ. - Is er technische ondersteuning > zoveel mogelijk wordt verklaard en ingeleid via hulpfuncties en een FAQ. Daarna kunnen moderators ondersteunen. - Hoe weet je dat de moderator op een juiste manier samenvat? > Wij leiden de moderators op. Daarnaast kun je natuurlijk altijd aangeven dat je dingen mist. - Hoe zal de informatie gestructureerd worden? > De kracht van het leernetwerk is de organische ontwikkeling van kennis. De structuur wordt aangebracht via het systeem middels tags en door moderators.
BIJLAGE 2 FORUM ONDERWERPEN -Hoe volg je een middenweg tussen ervaringsdeskundigheid en professionaliteit? (het is vaak 100% ervaringsdeskundigheid t.o.v. 100% professionaliteit. - Hoe behoud je de kwaliteit van E.D. naast professionalisering? -functiewaarderingen en beroepstyperingen - hoe kan ik naamsbekendheid krijgen, hoe verkoop ik mezef, -Hoe kom ik te weten of hetgeen ik doe al bestaat, hoe ga je samenwerkingen aan - wat is goed in opvang/opname. - Wat is een goede hulpverlener. Strategieën verzamelen om een goede hulpverlener te zijn. - vergelijkingen praktijk met informatie van psychiaters - succesverhalen beschrijven, maar ook mislukkingen - ervaringsdeskundigheid positioneren binnen het wijkgericht werken en onderwijs - ik mis relativering door ervaringswerkers zelf - als ervaringswerker zit je nog steeds in de cliëntrol. Je mag meedoen als je het maar op de manier van de hulpverleningsorganisatie doet - samen op ontdekking gaan en gebruik maken van de ervaringen die jezelf hebt opgedaan en deze te delen waardoor je samen gaat groeien tot een krachtig mens - vooroordelen over verslaafden van een andere kant laten zien: positief stigma - buitensperspectief op bewoners versus binnenperspectief als bewoner - ervaring door werken en persoonlijke ervaring (waarheid) 21
- mogelijke uitglijder of terugval signaleren en bespreekbaar maken - rolverwarring in samenwerking (werkgever – werknemer, collega’s ondersteuner, bewoner, hulpverlener cliënt) - kwetsbaarheid van ED, draagkracht/draaglast - Vanuit ggz slecht implementatie van ed functie, geen erkenning vanuit organisatie/management, fwg, geen draagvlak, complexe functie - in groepen kom ik tegen dat iemand niet functioneert (luistert niet, is egocentrisch), maar die persoon zelf denkt van wel. Hoe ga ik daar mee om. - zingeving - cliëntenperspectief overbrengen naar professionals - mijn kwetsbaarheid inbrengen/delen met collega’s, cq deel laten uitmaken van mijn werk. - empathie omzetten in hulpvaardigheid - omgaan met loyaliteitsconflict waarin de ervaringswerker terecht komt als hij als professioneel werker met de doelgroep moet gaan werken - profileer ik mij als onderzoeker of als ervaringsdeskundige tot nietervaringsdeskundige collega’s - Gelijken voldoende motivatie en kennis meegeven om gezamenlijk doelen te bereiken -Is mijn kennis genoeg -mijn eigen onderneming opzetten -pionier zijn als ervaringswerker -wat wordt er van FACT ervaringswerkers verwacht -overtuigen van cliëntenraden, raad van bestuur en wmo-raad -niet stil blijven staan/blijven, maar kennis ontwikkelen -meer zelfkennis en vertrouwen -hulpverleners neuzen richting herstelgericht krijgen -waar vind ik een goede boekhouder -organisaties die trainingen en projecten ‘vasthouden’ en niet willen delen -Hoe ga je om met een bekende op de werkvloer (buurvrouw) - nazorg - Hoe begin je als e.d. - Hoe kom je aan betaald werk 22
- Blijf je dichtbij je eigen ervaringen? - Wat is E.D. (standpunt leernetwerk) - Wat verwacht een professional van je, maatschappij (rollen) - Samen krachten bundelen - Integreren: ervaringswerkers- professionals? - Wat kom je brengen - Valkuilen -Welke ervaringsdeskundigheid is relevant? - Hoe blijf je de cliënt volgen - Hoe kom je uit de rol van cliënt - Doen ipv praten (bv. in ‘t verleden bij cliëntgestuurde projecten) - Wat maak je mee als ervaringswerker - Binnen of buiten de ggz of welzijn? Heb je wel een keus? - Wat verdient een ervaringsdeskundige? - wie weet leuke energizer oefeningen - spreken voor groepen - Onderzoeksvragen formuleren voor studenten - Stigma, zelfstigma - ik zoek naar een werkgever die mijn WSW werk contract van 19 uur of minder over wil nemen en waar ik als ervaringsdeskundig trainer/coach aan de slag kan en ambassadeur van herstelondersteunende zorg en aanverwante projecten. - voor mij ligt de nadruk op herstel. Zowel op individueel en persoonlijk herstel als op herstelondersteuning. En dan op welke ondersteuning mensen nodig hebben en hoe dat in de praktijk vorm krijgt. - hoe verwerf ik mijn plek binnen het team. Leerpunten voor mij zijn “opkomen voor mezelf”, het team durven aanspreken op hun blinde vlekken, me niet laten overrulen door hun standpunten, mijn niet in de hulpverleningsrol laten duwen. -wat is mijn taak als ervaringsdeskundige, er is geen goede taakomschrijving en nu zit ik te pionieren. -hoe behoud ik mijn grenzen als ervaringsdeskundige t.o.v. de cliënten. - Wat ik moeilijk vindt is de kennis van de psychiatrische ziektebeelden vanuit cliëntperspectief. 23
- Je moet “nee” kunnen zeggen. Soms vind ik dat lastig als een cliënt mij na werktijd belt. - Samenwerking met ander medewerkers. Vooral opkomen voor mijn mening vind ik moeilijk - durven kritisch te zijn, dat vind ik lastig omdat ik in een team werk die erg extravert zijn, ze gooien alles eruit wat in hun opkomt. Daar kan ik nog weleens voor terug deinzen. - Aansluiting vinden bij het team en toch je eigen rol bewaken, is een punt waarop ik heel alert moet blijven. Wordt weleens in de hulpverlenerrol geduwd of ik wordt snel ingezet bij cliënten waar de hulpverleners op stuk zijn gelopen. Dat vind ik soms lastig om daarin mijn grenzen aan te geven. - Omdat ik erg sterk overkom ondersteunt mijn jobcoach me niet in datgene wat ik werkelijk nodig heb omdat ze denkt dat het goed gaat. - Erkenning vanuit de organisatie (bv gesprekken verstommen als ik binnen kom) - Casusonderzoek/bespreking - Het is emotioneel moeilijk om met eigen ervaringen te werken. - Switchen van rollen, geen gelijke collega's, ondersteuning, erkenning vanuit de organisatie (niet in de laatste plaats wb loonschaal) - hoe kom ik weer in het werk als ED, hoe geef ik daar vorm aan. - Beter weten wat je vaardigheden en competenties zijn. - Het ontwikkelen van ervaringsdeskundigheid is nog steeds een zoektocht. Wat zet ik wel en niet in. Wat houdt ervaringsdeskundigheid in. - Deskundigheidsbevordering is een thema. - In mijn werk mis ik ondersteuning. Ik moet het zelf uitvogelen. - erkenning: ik zit in schaal 40 terwijl ik een ervaringsdeskundigheid opleiding heb. Het gaat niet om het bedrag maar om de erkenning. Ik ben Cono geregistreerd. De meeste organisaties moeten bezuinigen, zo proberen ze kosten omlaag te krijgen. Ed is de laatste in de rij. - Ik geef trainingen die anders psychologen doen. Wordt niet voor vol aangezien. Ik werk nu via een gesubsidieerde baan. - Doe veel dingen solistisch, geen feedback maar vrijheid is ook wel fijn. - Zit niet op een lijn zit met collega’s. Ik zit meer met cliënten op een lijn. - Intervisie als ervaringsdeskundigen onder elkaar zou steunend zijn. Beroep is nog 24
nieuw. Hoe invulling geven. Je leert het pas als je het meemaakt. - Ik wil mijn ervaringen inzetten. Dat is een zoektocht. Hoe kom ik er weer in. - hoe geef je vorm aan je werk als ervaringswerker. - Hoe houd ik me als eenling staande in de organisatie. Ze zijn de enige en voelen zich krimpen in het team. Hoe kun je die kracht vasthouden. -rolverwarring; dat je te dicht bij de cliënten zit. Hoe blijf je stevig in een rol waar je zelf nog niet goed in zit. Je hebt ook je kwetsbaarheid nog. Je krijgt alleen feedback van je cliënten, maar hebben zijn ook niet altijd helder. - GGznld is met een competentieprofiel bezig. Daar zijn nog veel vragen over. Er is heel veel verwarring. Je moet echt verslaafd zijn geweest. Ik heb echter niet in gesloten setting gezeten. - Tegenstrijdigheden in het vak. Je mag niet terugvallen anders ben je typische cliënt. Als je niet terugvalt ben je niet echt cliënt. Je moet het alleen draaien terwijl je wel kwetsbaar bent. - onderzoeksvragen in het leernetwerk, bv wat is ziekteverzuim. -Er wordt heel veel over ervaringsdeskundigheid onderzocht door niet ervaringsdeskundigen -Hoe houd je de auteursrechten van door ervaringsdeskundigheid opgerichte zaken. - Discussie over terminologie. - Hoe kun je het negatieve van je ervaringen als cliënt omdraaien naar positief. - Verbeteren van de nazorg. Je valt in gat. Als je opgenomen bent geweest op medicatie naar huis. -hoe begin je als zelfstandige ervaringsdeskundige - vooroordelen. Zo is er bij ons best een vooroordeel dat een Ervaringsdeskundige altijd vaker ziek zou zijn. Of dat je alleen maar ervaringsdeskundigheid kan ontwikkelen als je op een BW hebt gewoond. - hoe kom ik aan betaald werk -hoe zorg je dat je dicht bij je ervaring blijft - wat is ervaringsdeskundigheid. Dit speelt al jaren. Kan het leernetwerk daar een standpunt over innemen? - wat verwacht een reguliere hulpverlener van een ervaringsdeskundige - hoe kunnen we samen de krachten bundelen (regulier en ervaringsdeskundig) 25
- hoe kun je ervaringsdeskundigheid zodanig integreren in de hulpverlening dat de inbreng vanuit de kant van reguliere en ervaringsdeskundige hulp helder blijft - welke aspecten van ervaringsdeskundigheid zijn relevant - hoe voorkom ik dat ik in de cliëntstoel blijf zitten als ervaringswerker - hoe voorkom je dat ervaringsdeskundigheid een beleid wordt met jargon - wil ik binnen of buiten de GGZ werken - wat verdient een ervaringsdeskundige - Profileer ik mij als onderzoeker of als ervaringsdeskundige ten opzichte van nietervaringsdeskundige collega’s - als coördinator: om kunnen gaan met loyaliteitsconflict. Waarin de ervaringswerker terecht komt als hij als professioneel werker met de doelgroep moet gaan werken - de middenweg vinden tussen ervaringsdeskundigheid en professionaliteit - cliëntperspectief overbrengen naar ‘professionals’ - Gelijken voldoende motivatie en kennis meegeven om doelen te kunnen bereiken - Beter mijn idee, voorstel of boodschap kunnen overbrengen - het aangaan van een nieuwe baan die binnen de organisatie een nieuwe functie is en waar ik de enige ervaringswerker ben. - gelijkwaardige salariëring, Je mag meedoen als je het maar op de manier van de hulpverleningsorganisatie doet. - vooroordelen, niet serieus genomen worden, schaamte - uitdaging is mijn kwetsbaarheid inbrengen/delen, zodat mijn collega’s beter weten wat ik wel en niet kan - Wat is de Evidenced based basis van evk - alleen tussen professionele hulpverleners. niet als e.d. niet betrokken bij IBS (en rechterlijke machtiging). mag alleen signaleren - Zeggenschap of juist alleen maatje zijn, contact leggen, gesprekken voeren, wandelen, boodschappen... Je moet je niet als hulpverlener gaan gedragen. Dilemma’s van een niet ervaringsdeskundige: - ‘buitenperspectief’ als ondersteuner vs. ‘binnenperspectief’ bewoner - ervaring door werk en persoonlijke ervaring (‘waarheid’) - bespreekbaar maken van eigen onzekerheid - mogelijke uitglijder of terugval signaleren en bespreekbaar maken 26
- rolverwarring in samenwerking: werkgever-werknemer, collga’s: ondersteuner – bewoner; hulpverlener-client, vriendschap - erbij horen als ‘niet ervaringsdeskundige’
27