Handleiding Webhosting Online Linux Versie maart 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding
4
Hoofdstuk 2. Installatie van de dienst
5
2.1 2.2 2.3
Toegang tot de Zelfservice Cloud Beginscherm Zelfservice Cloud Snel aan de slag
Hoofdstuk 3. Gebruik van Webhosting Online 2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.9.1 2.9.2 2.10 2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3 2.12 2.13 2.13.1 2.13.2 2.13.3 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32
14
Uploaden via File Manager Uploaden via FTP Wijzigen FTP-gebruikersnaam en wachtwoord Additionele FTP gebruikers beheren FTP- gebruikers toevoegen FTP- gebruikersnaam en -wachtwoord wijzigen FTP- gebruikers verwijderen Uw website maken met Web Presence Builder Activeren van Web Presence Builder Web Presence Builder starten Web Presence Builder gebruiker Uw website opslaan, herstellen en publiceren Meer hulpmiddelen Beschermde directories (mappen) aanmaken Aanmaken gebruikers beschermde directory Webstatistieken Website configuratie CGI-bin WAP Foutendocumenten MIME types Geavanceerde instellingen Apache handlers Hotlink-bescherming Manager IP Weigeren SSL Hosting Instellen van Website (Apache) hosting Aanmaken sub-domein Verwijderen subdomein(en) Toevoegen wildcard domein Aanmaken wildcard domein Wijzigen of verwijderen wildcard domein DNS Beheer Nieuwe DNS-records toevoegen Databases Aanmaken van een MySQL-database Beheren van een MySQL database Gebruikers van MySQL-database beheren Back-up maken Nieuwe back-up maken Back-up terugzetten Verbruik van bronnen Upgraden van uw webhosting
Hoofdstuk 4. Uitleg bij eventuele problemen 4.1
5 6 7
14 16 17 18 18 19 20 22 22 22 23 25 26 26 28 29 31 32 33 33 34 37 37 37 39 41 42 44 47 49 50 50 52 55 56 58 58 60 61 62 62 63 64 65
67
Beveiligingsmaatregelen
67
2 van 69
Hoofdstuk 5. 5.1
Meer informatie
68
Gebruikte definities en afkortingen
68
3 van 69
Hoofdstuk 1. Inleiding Hartelijk dank voor uw keuze voor de Cloud-diensten van KPN. In deze handleiding vindt u informatie over Webhosting Online van KPN op het Linuxplatform en de bijbehorende Zelfservice Cloud. Via Zelfservice Cloud beheert u eenvoudig de instellingen van uw Cloud- diensten. Ondersteuning Wij raden u aan deze handleiding vooraf aandachtig door te lezen. Hebt u daarna nog vragen, raadpleeg dan onze FAQ’s (veel gestelde vragen) op kpn.com/zakelijk/service/clouddiensten/Cloud.htm. De Business Servicedesk van KPN biedt u uitsluitend ondersteuning indien er technische problemen zijn op het platform en bij de online toegang tot de Zelfservice Cloud. Incidenten, problemen en andere meldingen meldt u of uw beheerder bij een online adviseur via de live chat op kpn.com/cloudservice. In de vorm van FAQ’s worden handreikingen gegeven voor extra informatie met betrekking tot Webhosting en het publiceren van uw website. De software die u gebruikt om de website te bouwen valt geheel onder uw eigen verantwoordelijkheid, met uitzondering van Sitebuilder. Sitebuilder wordt door KPN via Zelfservice Cloud aangeboden en ondersteund. Mogelijkheden van Webhosting Online Met Webhosting Online van KPN publiceert u eenvoudig een website op internet. U krijgt de mogelijkheid om zelf snel en eenvoudig uw eigen website te maken en te beheren met behulp van Web Presence Builder. Het is mogelijk uw website uit te breiden met een database. Daarnaast voert u met Webhosting Online ook het beheer van uw domeinnaam en eventuele sub-domeinen uit. Zelfservice Cloud Uw websites zijn eenvoudig te beheren via het Zelfservice Cloud. De Zelfservice Cloud wordt automatisch aangepast aan de mogelijkheden van uw abonnement en is te bereiken onder kpn.com/zelfservicecloud. Bijbestellen extra webruimte Voor het bijbestellen van extra webruimte, maakt u gebruik van de winkel. Als er nieuwere versies van dit document zijn verschenen, dan worden deze door KPN gepubliceerd. Wij wensen u veel succes en gebruiksgemak met Webhosting Online van KPN.
4 van 69
Hoofdstuk 2. Installatie van de dienst
In deze handleiding worden alle beheerszaken toegelicht van de Webhosting Online omgeving. Alle instellingen worden via de Zelfservice Cloud uitgevoerd. 2.1
Toegang tot de Zelfservice Cloud
Om toegang te krijgen tot de Zelfservice Cloud gaat u naar kpn.com/zelfservicecloud. U krijgt onderstaand loginscherm te zien.
Afbeelding 1: vul uw gegevens in om toegang te krijgen
Hier moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invullen. Deze inloggegevens vindt u in de e-mails over uw beheeraccount die u van KPN ontvangen hebt. Eventueel kunt u ook de taal van de Zelfservice Cloud aanpassen. Standaard staat deze op Dutch/Nederlands.
5 van 69
2.2
Beginscherm Zelfservice Cloud
Na het inloggen ben u aangekomen in het hoofdmenu van de Zelfservice Cloud, in de menubalk aangeduid als Home. In dit hoofdscherm hebt u een overzicht van de beschikbare opties. Enkele van deze opties zijn ook te benaderen via de menubalk bovenin uw scherm.
In het beginscherm ziet u dat de Zelfservice Cloud in meerdere gedeelten is opgebouwd. Rechtsboven kunt u bij Abonnement kiezen welk abonnement u wilt beheren. Standaard hebt u de keuze uit uw gekozen domeinnaam en Webhosting Online Linux. Service-informatie: hier ziet u hoeveel en welke bronnen er beschikbaar zijn voor uw abonnement. Verder is inzichtelijk hoeveel schijfruimte u in gebruik hebt en. Tenslotte bestelt u hier eenvoudig extra schijfruimte. Websites: dit onderdeel leidt u naar de verschillende onderdelen waarmee u uw website beheert. Ook vindt u hier webstatistieken, FTP toegang en websiteconfiguratie Meer Diensten: Winkel: Gebruikers:
bij dit onderdeel vindt u de toegang tot Back-ups en Databases.
dit onderdeel geeft toegang tot de winkel om extra schijfruimte aan te kopen. dit onderdeel geeft toegang tot het beheerportaal voor de gebruikers.
Domeinen: dit onderdeel geeft u toegang tot de beheeromgeving van uw domein. Ook kunt u hier elders geregistreerde domeinen toevoegen en subdomeinen aanmaken. Alle onderdelen worden in deze handleiding beschreven.
6 van 69
2.3
Snel aan de slag
Met Web Presence Builder start u direct met het bouwen van uw site. Met deze krachtige applicatie hebt u in een handomdraai een website online staan. Om de Web Presence Builder te installeren gaat u naar ‘Meer‘, onder het kopje Websites.
Afbeelding 2: klik op Meer onder websites om verder te gaan
Hierna kunt u direct kiezen voor het inschakelen van de Web Presence Builder via ‘Contentmanagement inschakelen’.
Afbeelding 3: schakel contentmanagement in.
Na het inschakelen, wijzigt u uw website direct via het contentmanagementsysteem.
7 van 69
Afbeelding 4: klik op Wijzigen in Parallels Presence Builder
Vervolgens kiest u een template vanuit 1 van de beschikbare categorieën.
Afbeelding 5: Kies een template
Vul de website vooraf met informatie, en kies hierna voor ‘Site Aanmaken’
8 van 69
Afbeelding 6: vul uw gegevens in
Zodra u klaar bent met de informatie voor uw website, verschijnt uw website met de informatie die u hebt ingevuld. U ziet dat de website al grotendeels is neergezet en dat u de mogelijkheid hebt elke gewenste optie naar eigen wens aan te passen.
9 van 69
Afbeelding 7: Een voorbeeld van een website
10 van 69
U krijgt rechtsboven in uw scherm de content beheertool voor uw website. Met deze tool beheert u uw gehele website: de inhoud, het design, de pagina’s, documenten en de geavanceerde instellingen. 2.3.1 Teksten of afbeeldingen plaatsen Om een nieuwe teksten of afbeeldingen te plaatsen op uw website gaat u naar ‘Inhoud’ en selecteert u hier ‘Teksten & Afbeeldingen’.
Afbeelding 8: Kies voor Teksten & Afbeeldingen om een afbeelding of tekst te plaatsen.
Hierna sleept u het icon naar de plaats waar u een nieuwe afbeelding wilt plaatsen. Dit ziet eruit zoals in de afbeelding hieronder.
Afbeelding 9: Sleep het blokje naar de gewenste plek op uw pagina.
U bepaalt zelf wat u in het geselecteerde blok plaatst. Met de beheertools in het content managementsysteem past u het blok helemaal naar uw wens aan.
11 van 69
Afbeelding 10: bepaal hier de opmaak van uw teksten
2.3.2 Design veranderen Voor het selecteren van een ander design van uw website, kiest u voor de knop ‘Design’ in uw beheertool. Hier kunt u navigeren door elk design dat beschikbaar is. Zodra u een design selecteert, past de site zich direct aan. Als u tevreden bent met het nieuwe design, kunt u rechts bovenin kiezen voor ‘Publiceren’. Dan zal de site met het nieuwe design direct online staan.
Afbeelding 11: kies een template
2.3.2 Pagina’s aanpassen Bij het tabblad Pagina’s past u de pagina-indeling aan, voegt u nieuwe pagina’s toe of verwijdert u deze, of past u de hiërarchie aan.
12 van 69
Afbeelding 12: klik op pagina’s
De huidige navigatiebalkindeling staat bovenin uw website. U past de volgorde eenvoudig zelf aan. Gebruik hiervoor de pijltoetsen zoals in onderstaand voorbeeld.
Afbeelding 13: bepaal de volgorde van de navigatiebalk op uw website
13 van 69
Hoofdstuk 3. Gebruik van Webhosting Online
U hebt verschillende methoden om uw website zichtbaar te maken op internet: Via de File Manager Via FTP toegang Website maken via Web Presence Builder Het gebruik van Web Presence Builder wordt verderop in deze handleiding behandeld (paragraaf 2.4). 2
Uploaden via File Manager
De File Manager vindt u door bij het onderdeel Overzicht te klikken op ‘File Manager’.
Afbeelding 14: klik op File Manager
Hier krijgt u een overzicht met mappen en bestanden.
14 van 69
Afbeelding 15: het overzicht van mappen en bestanden
In de File Manager vindt u de volgende opties:
Vernieuwen Directory aanmaken Bestand aanmaken Bestanden uploaden Kopiëren naar Informatie Verplaatsen naar Verwijderen Verveelvoudig Hernoemen Uitpakken van archief Archief creëren
-> Vernieuwen van de File Manager -> Aanmaken van een map -> Aanmaken van een bestand -> Uploaden van bestanden -> Bestanden kopiëren naar een andere locatie of map -> Bestands informatie en rechten van het bestand. -> Bestanden verplaatsen naar een andere locatie of map -> Het verwijderen van mappen of bestanden -> Hetzelfde bestand nogmaals aanmaken -> Geselecteerd bestand hernoemen -> Archief uitpakken in de huidige directory (gzip, zip, tar) -> Archief van geselecteerde bestanden maken (gzip, zip, tar)
U navigeert door de File Manager door te klikken op de gewenste map. Om weer terug te gaan naar de bovenliggende map klikt u op het icoon . Het komt vaak voor dat u de rechten van een map of bestand moet aanpassen, dit in verband met de beveiliging van uw bestanden. Hier kunt u de bestanden en mappen onzichtbaar maken voor het internet en andere gebruikers. Klik op het icoon
om de bestandsrechten te kunnen aanpassen.
15 van 69
2.1
Uploaden via FTP
Om uw bestanden via FTP te uploaden dient u eerst een zogenaamde FTP-client op uw computer te hebben geïnstalleerd. Op internet zijn tal van programma’s te vinden. De meest gebruikte zijn CoreFTP en FileZilla. Beide programma’s zijn gratis te gebruiken en eenvoudig te downloaden als u op de naam klikt. Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u inloggen met de ftp-gegevens die u vindt in de Zelfservice Cloud. De inloggegevens vind u door te klikken op ‘Overzicht’. Vervolgens klikt u op ‘FTP toegang’. U krijgt dan onderstaand scherm te zien.
Afbeelding 16: hier stelt u de ftp-toegang in
Om een verbinding via FTP tot stand te brengen, hebt u de volgende gegevens nodig:
IP-adres DocumentRoot (dit is altijd /webspace/httpdocs) FTP-loginnaam FTP-wachtwoord
In dit pad moet een index bestand worden geplaatst. Zonder een index bestand zal uw site niet zichtbaar zijn. Voor meer informatie over het instellen van de ftp-software raadpleegt u de handleiding of de website van de leverancier. KPN biedt hier geen ondersteuning voor.
16 van 69
2.2
Wijzigen FTP-gebruikersnaam en wachtwoord
Om uw FTP-gegevens te wijzigen, klikt u op ‘Bewerken’.
Afbeelding 17: klik op bewerken om gebruiksnaam en wachtwoord te wijzigen
Hierna kunt u uw FTP-gegevens wijzigen. Vul bij ‘FTP-loginnaam’ de gewenste naam in. Vul bij wachtwoord uw nieuwe wachtwoord in. Bevestig het wachtwoord in het tweede veld.
17 van 69
Afbeelding 18: vul de gewenste gegevens in
Klik op ‘aanpassen’ om de nieuwe FTP-gegevens actief te maken.
2.3
Additionele FTP gebruikers beheren
U kunt er voor kiezen om extra FTP-gebruikersaccounts aan te maken. Via deze accounts kunnen de andere FTP-gebruikers bestanden plaatsen of ophalen in een gespecificeerde map op uw hostingruimte. Zo geeft u bijvoorbeeld een medewerker van uw bedrijf toegang tot de map /uwdomeinnaam.nl/folders/. Uw medewerker plaatst daar dan zelf zijn gemaakte PDF-folders. 2.3.1 FTP- gebruikers toevoegen Klik op het tabblad ‘Gebruikers’ en kies vervolgens ‘voeg nieuwe gebruiker toe’.
Afbeelding 19: voeg een nieuwe gebruiker toe
Vul de gewenste loginnaam en wachtwoord in. In dit voorbeeld is dat f137142.Gebruiker2. Geef in het veld ‘Pad’ de locatie op waar de gebruiker toegang tot hebt. Indien u hier niets invult, heeft de gebruiker toegang tot alle mappen.
18 van 69
Afbeelding 20: vul de gewenste gegevens in
Klik op ‘aanpassen’ om de gebruiker toe te voegen. De nieuwe gebruiker ‘Gebruiker2’ is nu toegevoegd.
Afbeelding 21: de toegevoegde gebruiker in het overzicht
2.3.2 FTP- gebruikersnaam en -wachtwoord wijzigen Om de gebruikersgegevens of de map van de FTP gebruiker aan te passen, gaat u als volgt te werk: klik in het overzicht van FTP-gebruikers op de gebruikersnaam.
Afbeelding 22
19 van 69
Klik vervolgens op ‘bewerken’.
Afbeelding 23
Pas de gegevens aan die u wilt wijzigen en klik op ‘aanpassen’.
Afbeelding 24: vul de gewenste gegevens in
De gebruiker heeft nu toegang met deze aangepaste gegevens. 2.3.3 FTP- gebruikers verwijderen Om een FTP-gebruiker te verwijderen gaat u als volgt te werk. Zet in het overzicht van FTP-gebruikers een vinkje voor de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op ‘verwijderen’.
20 van 69
Afbeelding 25
Er verschijnt een pop-up. Klik op ‘OK’ om door te gaan. De gebruiker wordt dan verwijderd.
Afbeelding 26
De door u geselecteerde gebruikers(s) zijn nu verwijderd.
Afbeelding 27
21 van 69
2.4 Uw website maken met Web Presence Builder Webhosting Online stelt u in staat met behulp van de unieke SiteBuilder eenvoudig en snel uw eigen website te maken en aan te passen. Het programma biedt een groot aantal sjablonen (templates) waarmee u uw website eenvoudig een professionele uitstraling geeft. Daarnaast maakt u met SiteBuilder ook een blog of fotogalerij aan. 2.5 Activeren van Web Presence Builder Web Presence Builder moet voor het eerste gebruik worden geactiveerd. U bepaalt per website of u gebruik van Presence Builder wilt maken.
Afbeelding 28
Klik in het menu bovenin op Websites. Hier ziet u een overzicht van de beschikbare websites met daarachter de mogelijkheid Contentmanagement inschakelen. Wanneer uw website niet in de lijst staat is er mogelijk geen webhosting geactiveerd voor uw domein. Hoe u webhosting toevoegt vindt u in hoofdstuk 6.2 van deze handleiding.
Afbeelding 29
Klik op de knop inschakelen parallels web presence builder om de installatie van deze module te starten. 2.6 Web Presence Builder starten Nadat de Web Presence Builder geïnstalleerd is start u de toepassing door in de menubalk naar Applicaties te gaan en daar te klikken op Parallels Web Presence Builder. Eventueel past u, door op uw domeinnaam te klikken, enkele instellingen aan.
Afbeelding 30
22 van 69
Om de Web Presence Builder direct te starten klikt u, achter uw domeinnaam, op Login. U kunt de Web Presence Builder ook direct starten vanaf de Thuispagina door onder Websites te kiezen voor uw website en te klikken op Wijzigen in Parallels Web Presence Builder. 2.7 Web Presence Builder gebruiker Wanneer u voor het eerst gebruikt maakt van de Web Presence Builder krijgt u direct na het inloggen een overzicht van beschikbare categorieën en onderwerpen waar uw website onder kan vallen. Aan de hand van uw keuze zal een sjabloon gebruikt worden dat hier het beste bij past. Het is natuurlijk altijd mogelijk aanpassingen te doen, maar dit sjabloon geeft u in ieder geval een basisopzet van uw website. Wanneer u geen geschikte categorie kunt vinden, kunt u kiezen voor Generieke website onder de categorie Overig.
Afbeelding 31: kies hier een template
Bij stap 3 kunt u de naam en taal van uw website opgeven en vervolgens kiezen voor Site aanmaken. Nadat u daarop hebt geklikt kan er nog om aanvullende informatie worden gevraagd. Die informatie wordt, als u dat wilt, gebruikt voor het aanmaken van informatiepagina. Wanneer deze informatie ingevuld is wordt de eerste opzet van uw website getoond. U ziet de pagina en een verplaatsbare menubalk met een vijftal tabbladen.
23 van 69
Afbeelding 32
Inhoud: Hier kunt u onderdelen aan een bestaande pagina toevoegen. In eerste instantie wordt er enkel een Startpagina aangemaakt, dus wanneer u onderdelen van Inhoud toe wilt voegen aan een andere pagina moet u deze eerst aanmaken. Er zijn verschillende onderdelen beschikbaar. Om deze aan een pagina toe te voegen navigeert u naar de juiste pagina en sleept u de module naar de gewenste plek op de pagina. Design: Dit betreft de opmaak van de pagina zoals de menustructuren, lettertypen, kleuren en afmetingen. Pagina’s: Hier kunt u nieuwe pagina’s aanmaken en verwijderen. Met behulp van de pijltjes bepaalt u de hiërarchie van de pagina’s. U kunt bijvoorbeeld een subpagina onder een hoofdpagina maken door deze onder de hoofdpagina te plaatsen en met behulp van de pijltjes naar rechts te bewegen. In het onderstaande voorbeeld is ‘Subpagina’ onder ‘Hoofdpagina’ gehangen en krijgt deze in het menu ook plek onder ‘Hoofdpagina’ in plaats van ernaast. Uiteraard is dit afhankelijk van het type menu dat u kiest, maar het concept blijft hetzelfde.
Documenten: Hiermee beheert u documenten die nu op uw PC staan online zetten en die u wilt gebruiken op uw website. Hou er rekening mee dat wanneer u deze op een openbare locatie zet deze voor iedereen in te zien zijn. Instellingen: Onder dit laatste tabblad beheert u de geavanceerde site-instellingen en koppelingen. Hier koppelt u ook uw account van Google Analytics om uitgebreide statistieken van uw website te bekijken. Dit is een dienst van Google waarop KPN geen ondersteuning kan leveren. De code waar om wordt gevraagd bij het koppelen is te vinden in uw account van Google Analytics. Onder instellingen definieert u meta-trefwoorden voor uw website. Dit zijn trefwoorden die zoekmachines zoals Google en Bing gebruiken om uw website te indexeren. Over de exacte werking en hoe u hier optimaal gebruik van kunt maken zijn vele handleidingen en websites geschreven.
24 van 69
2.8 Uw website opslaan, herstellen en publiceren Natuurlijk wilt u uw website op kunnen slaan zodat gemaakte wijzigingen niet verloren gaan. U kunt dan later terugkeren naar de Web Presence Builder en verder gaan waar u gebleven was. Wanneer u de website tussentijds opslaat zal deze nog niet zichtbaar zijn op het internet. Om uw site te publiceren moet u kiezen voor de optie Publiceren. Dit wordt later in deze handleiding uitgelegd. Het opslaan van de website gebeurt door het maken van zogeheten ‘snapshot’, ofwel een momentopname van de website. U vindt de optie in de menubalk onder ‘Opslaan’.
Afbeelding 33: overzicht van back-ups van uw website
Als u op Opslaan klikt zal er automatisch een snapshot gemaakt worden zoals in de afbeelding hierboven genaamd ‘Automatisch opgeslagen snapshot’. Daarnaast hebt u de mogelijkheid om 6 afzonderlijke snapshots handmatig op te slaan en een eigen naam te geven. Deze worden niet overschreven wanneer u vervolgens weer kiest voor het automatisch opslaan. Als u verschillende versies van uw website met elkaar wilt vergelijken of wilt behouden is dit een nuttige toevoeging. Achter deze snapshots staan enkele icoontjes met verschillende functies: Een snapshot uploaden: hiermee uploadt u snapshots die u eerder gedownload hebt zodat deze in de lijst zichtbaar worden. Dit snapshot downloaden: het geselecteerde snapshot wordt dan via de browser gedownload en als ssb-bestand opgeslagen op uw computer. Wij raden aan om dit bestand ergens veilig op te slaan. Mocht er onverhoopt iets gebeuren met uw webhosting en de website verdwijnen uit de Web Presence Builder, dan herstelt u deze weer herstellen met uw gedownloade snapshot. Dit snapshot verwijderen: Hiermee verwijdert u de geselecteerde snapshot definitief uit de lijst. Wanneer u uw website online wilt brengen kiest u voor de ‘Publiceren’, rechtsboven in de menubalk.
Vervolgens wordt uw website gepubliceerd en is deze te benaderen via uw domeinnaam. Wanneer u volledig opnieuw wilt beginnen met het bouwen van een website in de Web Presence Builder kiest u in de menubalk voor Meer en vervolgens voor ‘Opnieuw beginnen’.
25 van 69
Als u besluit opnieuw te beginnen, worden het visuele ontwerp en de inhoud van uw huidige website verwijderd. 2.9
Meer hulpmiddelen
Bij ‘Meer hulpmiddelen’ hebt u de beschikking over de volgende opties:
Beschermde directories (mappen) Webstatistieken Webalizer
De optie ‘Beschermde directories’ biedt u de mogelijkheid om bepaalde mappen voor publiek te beveiligen met een wachtwoord, zodat bepaalde pagina’s niet direct toegankelijk zijn. Dit kan handig zijn als u een aparte pagina wilt maken voor leden of web applicaties die niet iedereen mag benaderen. De optie ‘Webstatistieken Webalizer’ geeft u een overzicht van wie of wat uw website bezoekt. 2.9.1 Beschermde directories (mappen) aanmaken Om de beschermde directories te benaderen, klikt u bij het onderdeel Websites op ‘Beheer website’.
Afbeelding 34
In onderstaand voorbeeld klikt u op ‘Meer hulpmiddelen…’ Hierna verschijnt de optie ‘Beschermde directories’. Klik hierop om door te gaan.
Afbeelding 35: maak een bescherme directory aan
26 van 69
Om een beschermde directory aan te maken, klikt u op de button ‘Voeg nieuwe beschermde directory toe’.
Afbeelding 36
Vul de volgende gegevens in: Directorynaam: de naam van de map met de beveiligde inhoud Header directory: een korte omschrijving die de gebruiker ziet SSL Ondersteuning kunt u aanvinken als u van de map een beveiligde map wilt maken en wilt afzonderen van het internet (zoals met configuratiebestanden).
Afbeelding 37: bepaal de naam en header van uw veilige map
Door op ‘aanpassen’ te klikken wordt de beschermde directory aangemaakt en ziet u onderstaand scherm.
Afbeelding 38
27 van 69
2.9.2 Aanmaken gebruikers beschermde directory Om toegang te krijgen tot de beveiligde directory op uw website, moet u nu als gebruiker rechten krijgen om de map de bekijken.. Klik op de naam van de directory die u tijdens het aanmaken hebt opgegeven. In dit voorbeeld is de map ‘veilig’ gebruikt.
Afbeelding 39: overzicht van uw beveiligde directories
Klik op tabblad ‘Gebruikers’
Afbeelding 40
Klik op ‘Voeg nieuwe gebruiker toe’
Afbeelding 41: maak een nieuwe gebruiker aan
Vul het veld ‘Login’ met de gewenste gebruikersnaam en geef een wachtwoord op dat u wilt gebruiken. U kunt ook een wachtwoord door het systeem laten genereren. Klik op ‘aanpassen’ om de gebruiker aan te maken.
28 van 69
Afbeelding 42: vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in
Hierna ziet u direct een overzicht met de gebruiker(s).
Afbeelding 43: overzicht van gebruikers met toegang tot de veilige directory
Als u nu op uw website naar de map veilig gaat, zal een melding komen waarin wordt gevraagd om een gebruikersnaam en wachtwoord.
Belangrijk! Het is niet mogelijk om achteraf het wachtwoord aan te passen. Wilt u een ander wachtwoord, zult u de gebruiker moeten verwijderen en opnieuw aanmaken. Die geeft u dan een nieuw wachtwoord. Om de gebruiker te verwijderen, zet u een vinkje voor de gebruikersnaam waardoor de button ‘Verwijderen’ beschikbaar komt, klik op deze button en bevestig de melding.
2.10 Webstatistieken Om de webstatistieken te benaderen, klikt u bij het onderdeel Websites op ‘Beheer website’. .
29 van 69
Afbeelding 44
In onderstaand voorbeeld klikt u op ‘Meer hulpmiddelen…’ Hierna verschijnt de optie ‘Webstatistieken Webalizer’. Klik hierop om door te gaan.
Afbeelding 45: bekijk de statistieken van uw website
Hierna krijgt u een pagina waarin de link en de inloggegevens staan. Klik op de link ‘In browser openen’ om naar de pagina te gaan. U krijgt een melding waarin wordt gevraagd om in te loggen. Gebruik hiervoor de inloggegevens die vermeld staan.
Afbeelding 46: Gebruik de gebruiksnaam en wachtwoord die u te zien krijgt
30 van 69
2.11
Website configuratie
Op deze pagina beheert u onderstaande opties:
CGI-ondersteuning SSI Support PHP5 ondersteuning Foutdocumenten Aan of uitzetten Webalizer webstatistieken WAP-ondersteuning
Om de genoemde instellingen aan te passen klikt u aan de rechterkant op ‘Domeinoverzicht’ vervolgens klikt u op uw domeinnaam. Klik vervolgens op ‘Website configuratie’.
Afbeelding 47
Klik in het onderstaand scherm op ‘Bewerken’.
Afbeelding 48
31 van 69
Standaard staan alle opties aangevinkt. Door vinkjes te plaatsen of weg te halen zet u opties aan of uit.
Afbeelding 49: bepaal hier welke instellingen u aan of uit zet
Wij adviseren om de opties aan te laten staan. Het uitzetten van de opties kan resulteren in het niet goed functioneren van uw website. Klik op ‘aanpassen’ als u klaar bent en de instellingen wilt opslaan. Bent u niet zeker of u wilt terug, klik dan op ‘annuleren’.
2.11.1 CGI-bin Dit tabblad is handig als u scripttaal gebruikt voor het versturen van webformulieren. Hier vindt u een overzicht van de instellingen zoals deze standaard door KPN zijn ingesteld. Tevens vindt u onderaan de pagina een testlink om te kunnen testen. Overzicht instellingen: Perl Versie Pad naar Perl GID Ondersteunde Extenties Python Versie Pad naar Python Ondersteunde Extentie Pad naar Verzonden email Bestuuringssysteem CGI Directory
: 5.8.1. : /usr/bin/perl : 48 : .pl, .cgi : 2.2.3 : /usr/bin/python : .py : /usr/sbin/sendmail : RedHat Linux : /cgi-bin/
32 van 69
2.11.2 WAP De bedoeling van WAP (Wireless Application Protocol) is internetinhoud op draadloze cliënten zoals mobiele telefoons, te tonen. WML (Wireless Markup Language) wordt gebruikt om pagina’s aan te maken die in een WAP browser kunnen worden weergegeven. Hier is een voorbeeld van een index.wml bestand: <wml>
Hello wireless world!
De directory bedoeld voor het bewaren van bestanden voor WAP is webspace/httpdocs/l. Vervang de index.wml met uw bestand door gebruik te maken van File Manager. Om te controleren of WAP-support al dan niet beschikbaar is, probeert u uw site te bezoeken met uw mobiele telefoon. 2.11.3 Foutendocumenten Bij Webhosting Online Linux hebt u de mogelijkheid om error-pagina’s aan te passen, te vervangen met uw eigen foutpagina’s of te laten verwijzen naar een andere pagina. Een veel voorkomende foutpagina zoals een 404-error-pagina (pagina niet gevonden), kunt u geheel aanpassen naar het webdesign van uw hoofdpagina. Dit is mogelijk voor alle foutpagina’s.
Afbeelding 50: een overzicht van de errorpagina’s
Om een foutpagina aan te passen klikt u op de cijfer van de ‘foutcode’ Voorbeeld: We gaan een eigen 404- pagina instellen.
33 van 69
Afbeelding 51: klik op bewerken om aanpassingen te doen
Om de huidige foutmeldingstekst aan te passen klikt u op “bewerken”.
Afbeelding 52: bepaal de tekst van de foutpagina of verwijs naar een html-bestand dat u wilt tonen
U hebt zelf een pagina gemaakt met dezelfde vormgeving als uw hoofdpagina. Dit bestand heet bijvoorbeeld “aangepaste_404.html” en staat in de map webspace/httpdocs. Klik op ‘aanpassen’ om verder te gaan. Hierna zullen klanten die een pagina opvragen die niet bestaat, de aangepaste versie krijgen van de 404 pagina.
Belangrijk! Het aanpassen of het aanmaken van nieuwe foutdocumenten vereist enige kennis over HTML en scripting. U zult deze pagina’s zelf moeten bouwen en/of ontwerpen. KPN biedt hier GEEN ondersteuning op.
2.12
MIME types
Webhosting Online Linux biedt u de mogelijkheid om zelf ‘MIME types’ toe te voegen indien u extensies gebruikt die niet standaard door ons worden aangeboden.
34 van 69
Voorbeeld: U wilt op uw website een video plaatsen waarvan de extensie eindigt op .mp4 Omdat deze extensie niet voorkomt zal deze video niet werken of kan niet worden weergegeven. In dit geval kunt u zelf een MIME-type aanmaken met de extensie .mp4 Wilt u een overzicht van de reeds aanwezige MIME-types, klikt u op het sub tabblad ‘Systeem’.
Afbeelding 53: overzicht van MIME-types
Wilt u een nieuw type MIME aanmaken, klikt u op de button ‘bepaal nieuw mime type’.
Afbeelding 54
35 van 69
In het veld ‘MIME-type’ geeft u aan welk type bestand het is. Bijvoorbeeld ‘Video’. In het veld ‘Extensies’ geeft u de extensie op. In dit voorbeeld is dat mp4. U klikt hierna op ‘Versturen’ om het nieuwe MIME-type aan te maken.
Afbeelding 55: bepaal welke bestandstypen moeten worden ondersteund
Als resultaat ziet u:
Afbeelding 56: overzicht van door u gedefinieerde MIME-types
Vanaf dit moment kunt u MP4 bestanden embedden op uw pagina, en zullen deze worden afgespeeld door de MP4 speler die bij de klant op het systeem staat geïnstalleerd.
36 van 69
2.13
Geavanceerde instellingen
2.13.1 Apache handlers Apache Handlers vertellen Apache wat te doen met bepaalde types van files. Bijv: de bestanden .cgi en .pl worden verwerkt met Perl. U kunt Apache process .scr files maken met Perl bij gebruik van de juiste handlers. Om een handler toe te voegen typt u de handler in en de extensie in (dit zonder punt) en klikt op ‘aanpassen’. :.
2.13.2 Hotlink-bescherming Hotlink-bescherming voorkomt dat andere websites directe links aanmaken naar bestanden op uw website. Andere sites kunnen nog wel links maken naar bestandstypes die u niet zelf benoemt (d.w.z. html-bestanden). Een voorbeeld van hotlinking is het gebruiken van een
tag om een afbeelding op uw website te tonen van een andere plaats op internet. Het resultaat is dan dat de andere website uw beschikbare data verbruikt . U moet ervoor zorgen dat alle sites waarnaar u directe links wenst, opgenomen zijn in de lijst van toegestane URL’s. Voorbeeld: Stel u bent fotograaf en wilt voorkomen dat anderen de afbeeldingen op uw website op een andere website tonen middels hotlinking. Dit wilt u doen omdat op uw afbeeldingen auteursrechten rusten. Klik in Website configuratie op Geavanceerd. Kies vervolgens Hotlink bescherming en klik op ‘bewerken’.
37 van 69
Afbeelding 57
Vervolgens voert u in het invulveld ‘Niet toegestane bestandsextensies’, de meest voorkomende afbeeldingsextensies in (Let op: zet geen punt voor de extensie). Klik daarna op ‘aanpassen’. URL waarnaar wordt doorverwezen is de vangpagina die klanten krijgen te zien als er een pagina van uw website wordt gehotlinked, in plaats van de echte pagina.
Afbeelding 58: toevoegen van extensies met hotlinkbescherming
U krijgt nu onderstaand overzicht te zien. Door op ‘inschakelen’ te klikken, wordt de hotlink bescherming actief.
38 van 69
Afbeelding 59: hier schakelt u uw hotlinkbescherming in
Afbeelding 60
2.13.3 Manager IP Weigeren Deze functie kan een enkel IP-adres of een bereik van IP-adressen die toegang hebben tot uw site te blokkeren. Volledig gekwalificeerde domeinnamen (FQDN), of gedeelten daarvan, kunnen ook worden verboden. Zie de Begrippenlijst voor meer informatie over FQDN-namen. Om IP-weigering in te schakelen, dient u eerst 403 ErrorDoc uit te schakelen. Dit doet u door op de knop ‘zet 403 errordoc uit’ te klikken.
39 van 69
Afbeelding 61: zet de 403-errorcode uit om IP-adressen te blokkeren
Er verschijnt een pop-up. Klik op ‘OK’ om door te gaan.
Afbeelding 62
Klik vervolgens op ‘nieuw regel toevoegen’.
Afbeelding 63
U kunt nu een nieuwe regel definiëren. Als voorbeeld wordt IP-adres 213.75.10.20 de toegang tot de website geweigerd. Selecteer ‘IP-adres’ en vul bij ‘IP-adres of hostnaam’ het IP-adres in.
40 van 69
Afbeelding 64: bepaal welke IP-adressen moeten worden geblokkeerd
Klik op ‘aanpassen’ om de regel actief te maken.
Afbeelding 65: overzicht van geblokkeerde IP-adressen
Uw website accepteert nu geen bezoeken meer van gebruikers die via het IP-adres 213.75.10.20 uw site proberen te bezoeken. Belangrijk! Ga uiterst secuur te werk met deze optie. Enige kennis van netwerken en IP-adressen is vereist. Het verkeerd instellen van deze optie kan ertoe leiden dat uw website niet meer benaderbaar is.
2.14
SSL
Ondanks dat er een tabblad SSL beschikbaar is in de Zelfservice Cloud, biedt KPN hier geen ondersteuning voor. Het SSL-certificaat dat op de Linux-server is geïnstalleerd is een zogenaamd zelfgetekend certificaat. Dit zelfgetekend certificaat is bedoeld voor testdoeleinden op uw website.
41 van 69
Het is NIET mogelijk om zelf een certificaat te installeren of te plaatsen op de webhosting. Wel kunt u de SSL uitschakelen door te klikken op de button ‘SSL uitschakelen’.
2.15
Hosting
Een van de belangrijkste onderdelen van de Zelfservice Cloud is het instellen van de hosting. Hierbij zijn de volgende punten van belang:
Een webhostingpakket is bij oplevering altijd actief Een webhostingpakket heeft bij oplevering altijd de juiste instellingen De standaardwaarde bij oplevering is altijd ‘Website (Apache)’
Wanneer u een abonnement hebt op Domeinnaam Online en dit uitbreidt met Webhosting, zal het domein op ‘Geparkeerd’ staan. Hierdoor is uw website niet zichtbaar wanneer u deze uploadt. In deze paragraaf leert u hoe u de hosting van uw website instelt. Via de Zelfservice Cloud zijn er verschillende mogelijkheden om in het hostinggedeelte te komen van uw website.
Afbeelding 66
42 van 69
U bereikt de hostingpagina via zowel het tabblad ‘Web’ als de link ‘Details bekijken’. Als u op één van beide klikt, komt u uit op de pagina waar u de hostinginstellingen bekijkt en aanpast.
Afbeelding 67
In bovenstaand voorbeeld staat de hosting correct ingesteld. Met de button ‘bewerken’ past u het URL-pad aan. U moet er rekening mee houden dat bij het aanpassen van het URL-pad, wijzigingen in uw website naar dit nieuwe pad worden geüpload. Als u klikt op ‘hosting wijzigen’ ziet u onderstaand scherm. U hebt dan 2 opties. Klik op het rood gemarkeerde pijltje in onderstaande afbeelding om de opties voor hosting te bekijken.
Afbeelding 68: hier kiest u de instelling van uw hosting
Uitleg van deze opties: Domein parkeren Hierbij wordt uw domein geparkeerd. De website zal niet meer bereikbaar zijn en bezoekers komen uit op een landingspagina. Deze optie wordt niet vaak gebruikt en komt voornamelijk voor bij Domeinnaam Online en Exchange Online. Single-page website Bij deze optie kunt u alleen tekst invoeren, eventueel met html code, die zichtbaar wordt bij het bezoeken van uw website. Deze optie wordt bij webhosting weinig gebruikt en komt voornamelijk voor bij Domeinnaam Online en Exchange Online. Standaard forwarding Bij deze optie kunt u een andere link/URL opgeven waarnaar gewezen moet worden. Uw eigen website zal dan niet getoond worden en zal direct worden doorgelinkt naar het opgegeven web adres.
43 van 69
Bij een standaard forwarding verandert de URL in de browser mee naar het opgegeven web adres. Frame forwarding Hetzelfde als een standaard forwarding met het verschil dat het getypte adres in de adresbalk van uw browser niet mee verandert. Website (Apache) Deze optie activeert uw website waardoor uw website zichtbaar zal worden voor internetgebruikers. Als u de hosting wilt wijzigen, kiest u het type hosting dat u wilt en volgt u de instructies op het scherm. 2.16
Instellen van Website (Apache) hosting
Het is mogelijk wijzigingen aan te brengen aan de instellingen van Websitehosting (Apache). Dit hebt u nodig wanneer er geen hosting is ingesteld, of wanneer er een verkeerde hosting ingesteld is. 2.16.1 Geen host i ng i ngest el d.
In dit geval klikt u op ‘Hosting toevoegen’.
Afbeelding 69
Kies bij hosting voor ‘Website (Apache)’ en klik op ‘volgende’.
Afbeelding 70
Het ‘URL pad’ is reeds ingevuld. Klik op ‘volgende’. Let op Indien u het URL pad leeg laat, kunt u geen Web Presence Builder gebruiken. Web Presence Builder moet namelijk in een sub directory geïnstalleerd worden.
44 van 69
Afbeelding 71
Klik op ‘klaar’ om door te gaan.
Afbeelding 72
Eindresultaat:
Afbeelding 73: de oranje uitroeptekens verdwijnen als de server is gesynchroniseerd
U ziet vaak in eerste instantie een oranje uitroepteken bij de DNS-hosting. Dit is normaal omdat door het toevoegen van webhosting ook DNS-records zijn aangemaakt. De DNS-server hebt landelijk 1 tot 2 uur nodig om de nieuwe DNS-records te synchroniseren met andere servers. 2.16.2 Het wijzigen van de webhosting Om de hosting te wijzigen klikt u op ‘Details bekijken’.
45 van 69
Afbeelding 74
Klik vervolgens op ‘Hosting wijzigen’.
Afbeelding 75
Kies bij Hosting voor de optie ‘Website (Apache)’ en klik op ‘Volgende’.
Afbeelding 76
Het ‘URL pad’ is reeds ingevuld. Klik op ‘volgende’. Let op Indien u het URL pad leeg laat, kunt u geen Web Presence Builder gebruiken. Web Presence Builder moet namelijk in een sub directory geïnstalleerd worden.
46 van 69
Afbeelding 77
Klik op ‘Klaar’ om door te gaan.
Afbeelding 78
Eindresultaat:
Afbeelding 79: de oranje uitroeptekens verdwijnen als de server is gesynchroniseerd
U ziet vaak in eerste instantie een oranje uitroepteken bij de DNS-hosting. Dit is normaal omdat door het toevoegen van webhosting ook DNS-records zijn aangemaakt. De DNS-server hebt landelijk 1 tot 2 uur nodig om de nieuwe DNS-records te synchroniseren met andere servers. 2.17
Aanmaken sub-domein
Naast uw hoofddomein hebt u de mogelijkheid om subdomeinen aan te maken. Dit is zinvol als u bijvoorbeeld een webshop maakt en deze via een subdomein wilt benaderen, bijvoorbeeld via webshop.domein.nl
47 van 69
Om een subdomein toe te voegen, klikt u bij het onderdeel Websites op ‘Nieuwe website toevoegen’.
Afbeelding 80: kies voor het maken van een subdomein voor nieuwe website toevoegen
Daarna vult u in het veld ‘Naam subdomein’ de gewenste naam in. Daarnaast stelt u, net als op uw hoofddomein, hosting in zodat u op uw sub-domein een website en webapplicaties kunt installeren. Kies de gewenste hosting-optie en klik op ‘Volgende’. Als u een website wilt plaatsen op uw sub-domein, kiest voor ‘Website (Apache)’.
Afbeelding 81: kies de gewenste hostingopties
Klik op ‘Klaar’ om verder te gaan.
Afbeelding 82
Nu is het sub-domein aangemaakt. Aan de hand van uw domeinnaam en de DNS instellingen, kan dit tot 72 uur duren.
48 van 69
2.18
Verwijderen subdomein(en)
Om een subdomein te verwijderen klikt u in het hoofdscherm in de linker kolom op ‘Domeinoverzicht’. Vervolgens klikt u op het gewenste subdomein dat u wilt verwijderen. In dit voorbeeld kiezen wij voor subdomein.wollinux.nl
Afbeelding 83: het subdomein staat in het overzicht
In het scherm dat volgt klikt up op verwijderen.
Er verschijnt een pop-up. Klik op ‘OK’ om door te gaan.
Afbeelding 84
Hierna is het sub-domein verwijderd.
49 van 69
2.19
Toevoegen wildcard domein
KPN biedt u de mogelijkheid naast sub-domeinen ook een zogenaamd wildcarddomein aan te maken. Als iemand uw website bezoekt via een subdomein, maar een typefout maakt, zorgt dit wildcarddomein ervoor dat de bezoeker toch opgevangen worden. Op deze pagina verwijst u vervolgens naar de beschikbare subdomeinen. Het is niet mogelijk het wildcarddomein aan te maken door handmatig een DNS-record in te stellen. Hiermee maakt u alleen een DNS-record aan en zal er geen verwijzing plaatsvinden naar een pagina waar uw bezoekers opgevangen worden. 2.20
Aanmaken wildcard domein
Om een wildcarddomein aan te maken, klikt u bij het onderdeel Websites op ‘Beheer website’.
Afbeelding 85: maak een wildcardomein aan via beheer website
U komt uit in het overzichtsscherm. Hier klikt u op ‘Nieuw wildcarddomein toevoegen’.
Afbeelding 86
50 van 69
Vul in het veld ‘URL pad’ de naam van de map in waar bezoekers van uw website terecht moeten komen. In dit voorbeeld gebruiken wij de map ‘vangnet’. Klik vervolgens op ‘Volgende’ om door te gaan.
Afbeelding 87: bepaal het URL pad
U krijgt eerst een overzichtsscherm. Klik op ‘Klaar’ om door te gaan.
Afbeelding 88
Hierna ziet u onderstaand scherm. Omdat er een DNS-record is aangemaakt, zult u in eerste instantie een oranje uitroepteken zien staan. Dit zal binnen 1 à 2 uur verdwijnen.
51 van 69
Afbeelding 89 de oranje uitroeptekens verdwijnen als de server is gesynchroniseerd
Belangrijk: Als u een wildcarddomein wilt aanmaken en deze optie ontbreekt, dan is het wildcarddomein reeds aangemaakt. In dit geval gaat u naar het hoofdstuk ‘Wijzigen of verwijderen wildcard domein’.
2.21
Wijzigen of verwijderen wildcard domein
Als u op een later tijdstip de instellingen wilt wijzigen van uw wildcarddomein, bijvoorbeeld als u een andere map wilt instellen, klikt u in het onderdeel Domeinen binnen ‘Uw domeinen’.
Afbeelding 90
U krijgt dan onderstaand scherm te zien:
Afbeelding 91
Klik vervolgens op het wildcarddomein.
52 van 69
Afbeelding 92
Wilt u uw wildcarddomein verwijderen? Klik dan op ‘Verwijderen’. Voor het wijzigen van het wildcarddomein, klikt u op ‘Details bekijken’ of klikt u bovenaan op het tabblad ‘Web’. Klik op ‘Bewerken’ om de instellingen te wijzigen.
Afbeelding 93
In onderstaand scherm kunt u het URL-pad aanpassen. Als u deze instelling hebt aangepast, klikt u op ‘versturen’.
53 van 69
Afbeelding 94
Een wildcarddomein biedt vrijwel dezelfde mogelijkheden als een website op uw hoofddomein. Het is mogelijk op een wildcarddomein een volledig website of een webapplicatie te installeren.
54 van 69
2.22
DNS Beheer
KPN stelt standaard de juiste DNS gegevens in voor uw webhosting. U hebt de mogelijkheid om deze gegevens naar eigen wens aan te passen. Om de DNS gegevens van uw domeinen te beheren klikt u op de Thuis-pagina op Uw domeinen. Uit de lijst van domein die u onder uw beheer staan klikt u op het domein dat u wilt wijzigen.
Afbeelding 95
In het tabblad bovenin kiest u vervolgens voor DNS.
Afbeelding 96
Daaronder ziet u vervolgens weer 3 tabbladen. Onder DNS Hosting staan de gegevens zoals de nameservers, het geselecteerde abonnement en of u de hosting intern of extern afhandelt. De afhandeling staat standaard op intern, zodat de DNS beheerd wordt door KPN. De optie extern wordt niet ondersteund. Wanneer u hiervoor kiest zal uw domein niet meer bereikbaar zijn van buitenaf. Het tabblad DNS-records is van belang voor het aanpassen van uw DNS-records. Hier laat u bijvoorbeeld uw domein verwijzen naar andere servers.
55 van 69
Afbeelding 97: een overzicht van de DNS-instellingen van uw website
KPN voegt automatisch 3 A-records toe die nodig zijn voor uw webhosting. De records wollinux.nl en www.wollinux.nl zorgen er voor dat uw website te benaderen is door in de browser te surfen naar webhostingwindows.nl of www.webhostingwindows.nl. De aanwezige NS-records verwijzen naar de DNS-nameservers van KPN. Deze zijn niet te wijzigen en ook KPN zal dit niet voor u kunnen doen. In dit scherm kunt u zelf verschillende DNS-records toevoegen door op de knop nieuw dns record toevoegen te klikken. Wanneer u op een bestaand record klikt kunt u deze deactiveren of verwijderen. Wanneer u een record deactiveert wordt deze volledig uitgeschakeld, maar kunt u deze achteraf weer inschakelen zonder opnieuw de gegevens in te hoeven voeren. 2.23
Nieuwe DNS-records toevoegen
Bij het aanmaken van DNS-records hebt u de volgende mogelijkheden.
A-Record AAAA-Record CNAME MX SRV TXT
(IP versie 4) (IP versie 6)
Voor het toevoegen van een nieuw DNS-record, klikt u op ‘Nieuw dnsrecord toevoegen’.
56 van 69
Afbeelding 98
Kies het type record wat u wilt aanmaken
Afbeelding 99: kies het juiste recordtype
Als voorbeeld maken wij een nieuw A-record aan.
Afbeelding 100: voer de gevraagde gegevens in
Het veld ‘Domein’ laat u leeg wanneer u een A-record voor het hele domein aanmaakt. Houd er wel rekening mee dat deze standaard al aangemaakt zijn door KPN om uw webhosting te laten functioneren. Dubbele A-records voor hetzelfde domein gaan conflicteren, dus u moeten zorgen dat 1 van de records uitgeschakeld of verwijderd is.
57 van 69
In het veld ‘IP-adres’ kunt u het gewenste IP-adres opgeven. In dit voorbeeld zal na het aanmaken van de A-record het domein voorbeeld.webhostingwindows.nl wijzen naar IP-adres 213.75.21.13. Als dit bijvoorbeeld het IP-adres zou zijn van uw eigen server thuis, zullen bezoekers die het subdomein voorbeeld.webhostingwindows.nl bezoeken, uitkomen op uw server thuis. Deze optie is nuttig wanneer u op een ander locatie een server hebt die u via uw domein wilt benaderen. Zo kunt u ook bijvoorbeeld een MX-record aanmaken naar een andere server als u uw e-mail elders wilt ophalen. Niet iedere mailserver is bekend in de DNS. Wilt u gebruik maken van een eigen mailserver? Houdt u dan rekening met het volgende. 1. 2.
Maak een A-record dat verwijst naar het juiste IP-adres Maak een MX-record die op zijn beurt wijst naar het A-record
KPN biedt geen support op eigen mail- of webservers. Het beheer hiervan ligt geheel bij u. Voor de overige type DNS-records dient u zelf voldoende kennis te hebben over de werking hiervan. 2.24
Databases
Deze optie is bedoeld voor de gevorderde gebruiker. KPN veronderstelt dat u ervaring hebt met het werken met MySQL-database(s). MySQL is een databasemanagementsysteem dat gebruik maakt van de meest gestandaardiseerde databasetaal ter wereld. Met een database beheert u gemakkelijk (zelf) vanaf elke pc met internetaansluiting informatie: opslaan, updaten en opvragen is allemaal mogelijk. Via deze optie kunt u zelf een of meer MySQL-databases aanmaken en beheren. Hierdoor voorziet u uw website van dynamische (wisselende) gegevensbestanden. Deze handleiding helpt u op weg bij het aanmaken van de database. Voor geavanceerde opties kunt u gebruik maken van de gebruikersdocumentatie van de leveranciers via de helpfunctie in de databasemanager. 2.25
Aanmaken van een MySQL-database
Voor het aanmaken of het beheren van een database klikt op de Thuispagina onder Meer diensten op Databases. Wanneer u, in het verleden, al databases aangemaakt hebt zijn die in het overzicht zichtbaar. U verwijdert ze door de database te selecteren en te klikken op de knop ‘verwijderen’.
Afbeelding 101: maak een nieuwe database aan
58 van 69
Klik op de knop nieuwe database toevoegen. In het daaropvolgende scherm dient u onderstaande gegevens in te vullen.
Afbeelding 102: voer de gegevens van de database en de gebruiker in
Naam database: De naam van de database die volgt op de standaard prefix van 10 symbolen. Deze prefix in combinatie met wat u als naam invult wordt de volledige naam van de database. Deze mag niet langer zijn dan 128 symbolen. Hiervan zijn er 10 gebruikt door de prefix. Naam databasegebruiker: De naam van de gebruiker van de database die volgt op de standaard prefix van 9 symbolen. Deze prefix in combinatie met wat u als naam invult wordt de volledige naam van de gebruiker. Die mag niet langer zijn dan 128 symbolen. Hiervan zijn er 9 gebruikt door de prefix. Met deze gebruiker maakt u de uiteindelijke verbinding met de database. Wachtwoord (bevestigen): Een wachtwoord gekoppeld aan de databasegebruiker. De minimale lengte van wachtwoord is 7 karakters van verschillende types (hoofd- en kleine letters, cijfers, speciale karakters). Indien het wachtwoord op een woord is gebaseerd of er minder dan drie verschillende types karakters zijn, is de minimale lengte 12. Minimale lengte voor op een woord gebaseerde wachtwoorden met maar twee karakterklassen is 24. Het is ook mogelijk een willekeurig wachtwoord te laten genereren. Klik daarvoor op genereer nieuw wachtwoord. Om de te gebruiken hostnaam/servernaam in te zien van de aangemaakt database klikt u op de naam.
59 van 69
Afbeelding 103
De hostnaam is te vinden achter ‘Interne hostnaam’.
2.26
Beheren van een MySQL database
Voor het beheren van uw database gaat u naar Databases op de Thuispagina. Klik op de database die u wilt beheren. Onder het tabblad ‘Algemeen’ staat een link naar de databasemanager.
Afbeelding 104: overzicht van instellingen in de database
Wanneer u daarop klikt wordt de beheeromgeving in een aparte pagina geopend. Er wordt gebruik gemaakt van het populaire phpMyAdmin. Hierin wijzigt u specifieke instellingen van uw database. Wij gaan er vanuit dat u hier voldoende kennis van hebt. KPN geeft hier geen ondersteuning op.
Tip! U dient de databasemanager altijd via de URL van de Control Panel te openen vanwege de single sign-on instellingen van de webserver naar phpMyAdmin.
60 van 69
2.27
Gebruikers van MySQL-database beheren
Om databasegebruikers toe te voegen aan een database of het wachtwoord van een bestaande gebruiker aan te passen, klikt u op de Thuis-pagina op Databases, vervolgens op de database waarvan u de gebruiker(s) wilt aanpassen en daarna op de tabblad Gebruikers. Hier kunt u een nieuwe gebruiker toevoegen, een bestaande gebruiker verwijderen of het wachtwoord aanpassen.
Afbeelding 105: overzicht van gebruikers in een database
Om het wachtwoord aan te passen klikt u op de gebruiker en in het volgende scherm op de knop ‘bewerken’.
Afbeelding 106: overzicht voor aanpassen database gebruiker
KPN biedt enkele veelgebruikte pakketten ter installatie aan. Voorbeelden hiervan zijn de content managementsystemen Wordpress en Joomla. Voor een volledig overzicht kunt u in het bovenste menu kiezen voor Applicaties.
Afbeelding 107
Klik op de applicatie voor meer informatie. Hier zal ook een knop zichtbaar zijn om de applicatie te installeren. Vervolgens worden enkele controles uitgevoerd en wordt u mogelijk verzocht informatie in te vullen. Deze informatie is nodig voor de applicatie die u wilt installeren. Waar mogelijk vult KPN dit automatisch voor u in. Belangrijk: KPN biedt geen ondersteuning op deze webapplicaties. U dient zelf de werking van de applicatie te begrijpen en de applicatie goed toe te passen.
Behalve de applicaties die wij via onze Zelfservice Cloud aanbieden, mag u uiteraard ook andere versies of applicaties installeren als u bijvoorbeeld een eigen CMS gebruikt. Zo is Wordpress
61 van 69
beschikbaar via de applicaties, maar mag u deze ook zelf uploaden en installeren. Aangezien het dan om software van derden gaat die niet getest is door KPN kunnen wij de werking hiervan niet garanderen. Controleer dus eerst de eisen van deze applicaties en ga na of uw webhostingpakket hieraan voldoet. 2.28
Back-up maken
Via deze optie maakt u back-ups van uw website en eventueel uw database. De back-ups worden opgeslagen op de hostingserver van KPN. U plaatst opgeslagen back-ups terug wanneer u dat wilt. Indien gewenst verwijdert u de gemaakte back-up volledig. Back-ups zijn een belangrijk hulpmiddel bij het veiligstellen van uw gegevens. U herstelt bijvoorbeeld fouten in nieuwe versies van uw website door een oudere versie terug te plaatsen. Wanneer back-ups niet langer van belang zijn kunt u ze altijd verwijderen. Let op! U bent zelf verantwoordelijk voor het maken van back-ups. Wij raden u aan om in elk geval voor elke belangrijke wijziging aan uw website een back-up te maken.
Tip! Maak niet alleen een back-up op de hostingserver, maar maak hier ook altijd een kopie van en bewaar die op uw eigen computer (of externe opslag). Dit doet u eenvoudig via FTP.
2.29
Nieuwe back-up maken
Om het back-up systeem te benaderen klikt u op de thuis-pagina onder ‘Meer diensten’ op backups. Wanneer u back-ups gemaakt hebt worden deze in het daarop volgende scherm weergegeven. Nu zullen er geen items aanwezig zijn.
Afbeelding 108: klik op Back-ups om een back-up te maken
U kunt maximaal 2 back-ups maken voor uw webruimte. Wanneer u dus in het verleden een backup hebt gemaakt moet u deze eerst verwijderen door de back-up te selecteren en op de knop ‘verwijderen’ te klikken. Om een nieuwe back-up aan te maken klikt u op de knop ‘voeg nieuwe back-up toe’.
Afbeelding 109
62 van 69
Afbeelding 110: bepaal wat er in de back-up moet worden meegenomen
Hier geeft u vervolgens een naam aan uw back-up en selecteert u welke onderdelen u in de backup mee wilt nemen. Wanneer u enkel een website hebt draaien zonder database zal hier de ‘Webruimte’ getoond worden. Indien u ook een MySQL-database hebt aangemaakt, wordt deze hier ook zichtbaar. Met behulp van de selectievakjes geeft u aan welke onderdelen u in de back-up meegenomen wilt hebben. Klik op ‘klaar’ wanneer u alles naar wens hebt ingesteld.
Afbeelding 112
Hierna zal de backup direct worden gemaakt en is direct te zien in het overzicht.
2.30
Back-up terugzetten
Tip! Maak eerst een handmatige back-up van de meest recente gegevens van uw website alvorens u een eerder gemaakte back-up terugplaatst. Zo kunt u altijd weer terug naar de situatie voordat u de back-up hebt teruggeplaatst.
Wanneer u een eerder gemaakte back-up terug wilt zetten klikt u op de ‘Thuis-pagina’ op ‘Backups’ waarna u uw eerder gemaakte back-up zult zien.
63 van 69
Afbeelding 111: klik op terugplaatsen om de back-up terug te zetten.
Selecteer deze back-up en klik op de knop ‘terugplaatsen’. U krijgt een pop-up te zien waarin u deze actie nogmaals moet bevestigen.
Afbeelding 112
Na het klikken op ‘OK’ zal het terugplaatsen van de back-up gestart worden. Afhankelijk van de grootte van de back-up kan dit enkele minuten duren.
Afbeelding 1135: wanneer de status Opgeslagen is, is de back-up succesvol teruggeplaatst
In uw back-up overzicht ziet u de status van het terugplaatsen. U kunt dit scherm verversen door in de rechterbovenhoek op de knop ‘Vernieuwen’ te klikken. Wanneer de status ‘Opgeslagen’ is, is de back-up teruggeplaatst en zijn de bestanden en databases hersteld.
2.31
Verbruik van bronnen
Hiermee krijgt u een overzicht van hoeveel data u in gebruik hebt op uw webhosting. Tevens hebt u een overzicht van eventueel gebruikte licenties. Zo kunt u bijvoorbeeld eenmaal de Web Presence Builder installeren, omdat per webhosting er maximaal 1 licentie aan is gekoppeld.
64 van 69
Om uw bronverbruik te kunnen inzien, klikt u op de Thuis-pagina onder Service-informatie op Verbruik van alle bronnen. Vervolgens wordt het overzicht van alle bronnen weergegeven.
Afbeelding 114
Overzicht ‘Resource gebruik’
Afbeelding 115
In bovenstaand voorbeeld kunt u zien dat het scherm is opgebouwd uit meerdere kolommen. Scroll in uw scherm naar beneden om alles te kunnen bekijken. Kolom Resource Verbruik Limiet maken. Beschikbaar 2.32
Betekenis In deze kolom staat de naam van het onderdeel. In deze kolom staat het verbruik aangegeven. De waarde in deze kolom bepaalt hoe vaak of hoe veel hier u gebruik van kunt Hierin wordt aangegeven hoeveel er nog beschikbaar is.
Upgraden van uw webhosting
Op dit moment is het mogelijk de webruimte te upgraden. Dit is de hoeveelheid ruimte die u hebt op onze webservers. Standaard is dit 250 MB, maar u hebt de mogelijkheid dit per blok van 250 MB te verhogen. Meer informatie over de tarieven vindt u op kpn.com/cloudtarieven.
65 van 69
Afbeelding 116
U verhoogt uw datalimiet via de Winkel. Dit vindt u op de Thuis-pagina door te klikken op Koop additionele bronnen. U komt dan in een overzicht van uw abonnementen. U selecteert hier het abonnement waarvan u de webruimte wilt uitbreiden en klikt op volgende.
Afbeelding 1179: bepaal de hoeveelheid extra ruimte die uw wilt afnemen
Hier geeft u vervolgens aan hoeveel extra schijfruimte u wilt bijkopen. Standaard staat dit op 0 omdat u geen extra ruimte hebt. Onder Nieuwe limiet geeft u aan hoeveel extra blokken van 250 MB bij wilt kopen. Vul de gewenste hoeveelheid in en klik op volgende en vervolgens op order plaatsen. Deze ruimte is vrijwel direct beschikbaar en de kosten worden bij de eerstvolgende facturatie aan u berekend. Op dezelfde manier maakt u deze bestelling ongedaan door de limiet naar beneden bij te stellen. Zorg er dan wel voor dat u voldoende ruimte overhoudt op uw server. U dient mogelijk ruimte vrij te maken via een FTP verbinding of via de File Manager.
66 van 69
Hoofdstuk 4. Uitleg bij eventuele problemen
4.1
Beveiligingsmaatregelen
U kunt zelf ook een belangrijke bijdrage leveren aan het beveiligen van uw informatiestromen en (elektronische) persoonsgegevens. Denk hierbij bijvoorbeeld aan uw gebruikersnaam en wachtwoord of het beveiligen van uw interne draadloze netwerk. Wij adviseren u daarom om zelf ook effectieve beveiligingsmaatregelen te treffen. Dit kan bijvoorbeeld door een erkende installateur in te schakelen. Voor tips en aanvullende informatie kunt u terecht op kpn.com/zakelijkveiliginternetten.
67 van 69
Hoofdstuk 5.
Meer informatie
5.1 Gebruikte definities en afkortingen Browser Een computer programma om webpagina’s te bekijken op het internet, een aantal populaire browsers zijn: Internet Explorer, Google Chrome, Mozilla Firefox en Safari. CGI (Common Gateway Interface) Een methode om een verbinding tot stand te brengen tussen een computerprogramma en een html-pagina. CGI-programma’s worden geschreven voor uiteenlopendedoeleinden, zoals het tellen van de bezoekers van uw website, het verwerken van gegevens in online formulieren en het maken van eenvoudige animaties. DNS (Domain Name Server) Een computersysteem dat de vertaalslag maakt tussen de gebruikte domeinnaam en het unieke internetadres (IP-adres). Bijvoorbeeld www.mijndomeinnaam.nl = 195.121.10.140 Domeinnaam Naam waaronder een bedrijf, organisatie of particulier herkenbaar is op internet, bijvoorbeeld www.bedrijfsnaam.nl . Hierbij is bedrijfsnaam.nl de domeinnaam. Kenmerk van een domeinnaam is dat deze moet worden aangevraagd bij een Registratie-organisatie. ErrorDocs ErrorDocs (foutmeldingen) bieden webbeheerders de mogelijkheid om foutmeldingen door te geven bij onjuist of oneigenlijk gebruik van de website. Bij een Linux abonnement moet dit ingesteld worden via een zogenaamd .htaccessbestand. FTP (File Transfer Protocol) Het protocol voor bestandsoverdracht via het internet FQDN (Fully Qualified Domain Name) Een Fully Qualified Domain Name (FQDN) is een domeinnaam die alle hoger gelegen domeinnamen bevat, inclusief de naam van een eventuele service domeinnaam, top level domeinnaam en eventuele sub domeinnamen. Voorbeelden zijn "webzegel.pkioverheid.nl" en "www.pkioverheid.nl". Met een FQDN is het mogelijk een server op het Internet uniek te identificeren. Hostingserver De server (computer) waarop KPN ruimte reserveert voor uw websitebestanden. HTML (HyperText Markup Language) Bestandsformaat voor weergave van documenten op het Word Wide Web (WWW). Html voegt aan platte tekst layout codes toe. Html-pagina’s zijn gewone tekstbestanden waarin de tekst van de pagina staat, samen met speciale tags, omsloten door een ‘<’ en een ‘>’. Een html- bestand dat
68 van 69
uiteindelijk een kleurrijke websitepagina vol grafische afbeeldingen wordt - is niet meer dan een tekstbestand op de server dat wacht tot een browser het ophaalt en op het scherm weergeeft volgens de aanwijzingen in de html-code. HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) Het standaardprotocol voor communicatie via het internet. Hiermee kunnen browsers en hostingservers met elkaar communiceren en websitepagina’s op uw scherm vertonen.Http maakt standaard gebruik van poort 80. HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol Secure) Een uitbreiding op http, die beveiligde verzending van bestanden mogelijk maakt. Het kan voorkomen dat dit protocol niet door alle browsers en servers worden ondersteun. Https maakt gebruik van poort 443. Hyperlinks Links naar andere pagina’s zijn soms woorden die in een andere kleur of onderstreept worden weergegeven (en soms ook in plaatjes staan). Elke link bevat het adres van een andere websitepagina. Wanneer u op een van deze links klikt, wordt het verzoek om de nieuwe pagina naar de juiste server gezonden. Deze server zendt vervolgens de html-pagina naar uw browser. IP-adres (Internet Protocol) Uniek adres van een computer die op het internet is aangesloten. LAN (Local Area Network) De aaneenschakeling van meerdere computers binnen een organisatie of gebouw door middel van een netwerk. MySQL Een database server geleverd door het bedrijf Oracle. In het verleden werd MySQL door Sun Microsystems geleverd, op 16 januari 2008 is MySQL door het bedrijf Oracle overgenomen. NAT (Network Address Translation) Protocol dat publieke IP-adressen en poortnummers vertaalt naar de computers in het interne netwerk. Open Source Deze software verwijst naar programma’s waarvan de broncode beschikbaar is voor het publiek, zonder dat daar kosten aan zijn verbonden. Open Source in ontstaan als reactie op specifieke software in eigendom van bedrijven waar licenties betaald voor moeten worden. Voorbeelden van Open Source software zijn Linuxdistributies en PHP-software. SQL (Structured Query Language) Universele taal om vragen aan een database te stellen. TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) Verzameling protocollen die ten grondslag liggen aan alle datacommunicatie via het internet. Upload Account Combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord, speciaal bedoeld voor het plaatsen of onderhouden van een website. URL (Uniform Resource Locator) Algemeen adres van een website.
69 van 69