Handleiding VEGAFLEX 62 Profibus PA
Document ID: 31839
Geleide Radar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Over dit document 1.1 1.2 1.3
2
. . . . . . . . .
. . . . . . . . .
. . . . . . . . .
. . . . . . . . .
.. .. .. .. .. .. .. .. ..
5 5 5 5 6 6 6 6 6
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
.. .. .. ..
7 8 9 9
Algemene instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10 11
Opbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . Verpakking, transport en opslag
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
Aansluiting voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluitstappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluitschema eenkamerbehuizing . . . . . . . Aansluitschema tweekamerbehuizing . . . . . . Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
.. .. .. .. ..
19 20 21 22 24
Korte beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Bedieningssysteem. . . . . . . . . . . . . . . Inbedrijfnamestappen . . . . . . . . . . . . . Menuschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opslaan van de parameters . . . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
.. .. .. .. .. ..
25 25 27 28 35 37
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
.. .. .. ..
38 39 39 39
In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's De PC aansluiten . . . . . . . . . . Parametrering met PACTware . Parametrering met PDM . . . . . Opslaan van de parameters . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
7.1 7.2 7.3 7.4
2
. . . . . . . . .
In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
7
. . . . . . . . .
Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
6
. . . . . . . . .
Monteren 4.1 4.2
5
. . . . . . . . .
Geautoriseerd personeel . . . . . . . . . . . . Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waarschuwing voor foutief gebruik . . . . Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . Veiligheidsmarkering op het instrument . CE-conformiteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen . . . Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving . Milieuvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . .
Productbeschrijving 3.1 3.2 3.3 3.4
4
4 4 4
Voor uw veiligheid 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
3
Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Doelgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave
8
Service en storingen oplossen 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
9
.. .. .. .. .. ..
40 40 42 44 45 45
Demontagestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47 47
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . Storingen oplossen . . . . . . . . . . Kabel/staaf vervangen of inkorten Elektronica vervangen. . . . . . . . . Software-update . . . . . . . . . . . . . Het instrument repareren . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
Demonteren 9.1 9.2
10 Bijlage 10.1 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2 Profibus PA - dataformaat en statusbyte . . . . . . . . . . 10.3 Afmetingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
48 57 59
Overige documentatie Informatie: Afhankelijk van de bestelde uitvoering hoort aanvullende documentatie tot de levering. Deze vindt u in hoofdstuk "Productbeschrijving". Handleidingen voor toebehoren en reserve-onderdelen Tip: Voor het veilig gebruik van uw VEGAFLEX 62 bieden wij toebehoren en reserve-onderdelen aan. De bijbehorende documentatie is:
31839-NL-100512
l l l l l
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
27720 30207 34296 31088 30391
-
VEGADIS 61 Elektronica VEGAFLEX serie 60 zonnekap Flens conform DIN-EN-ASME-JIS-GOST Centreerster
3
1 Over dit document
1 Over dit document 1.1 Functie Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument.,
1.2 Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel beschikbaar worden gesteld.
1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, instructie Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie. Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen storingen of foutief functioneren ontstaan. Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan. Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument ontstaan. Ex-toepassingen Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. l
à 1
Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsstap Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling. Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
31839-NL-100512
4
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
2 Voor uw veiligheid
2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik De VEGAFLEX 62 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvullende handleidingen gegeven. Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden.
2.3 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of instelling.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de gelden veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden. Het instrument mag alleen in technische optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De operator is verantwoordelijke voor het storingsvrije bedrijf van het instrument.
31839-NL-100512
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en nieuwe voorschriften aan te houden.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
5
2 Voor uw veiligheid
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 CE-conformiteit Dit instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende EGrichtlijnen. Met het aanbrengen van de CE-markering bevestigt VEGE de succesvolle beproeving. De CE-conformiteitsverklaring vindt u in het download-bereik onder www.vega.com.
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen Voor wat betreft de compatibiliteit wordt voldaan aan de NAMURaanbeveling NE 53. Dat geldt ook voor de bijbehorende aanwijs- en bedieningscomponenten. VEGA-instrumenten zijn over het algemeen voor- en achterwaarts compatibel. l l l
Sensorsoftware voor DTM-VEGAFLEX 62 DTM-VEGAFLEX 62 voor bedieningssoftware PACTware Aanwijs- en bedieningsmodule voor sensorsoftware
De parametrering van de basisfuncties van de sensor is afhankelijk van de softwareversie mogelijk. De functionaliteit is afhankelijk van de softwareversie van de afzonderlijke componenten.
2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
2.9 Milieuvoorschriften De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieuinstructies in deze handleiding. l l
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" Hoofdstuk "Afvoeren"
31839-NL-100512
6
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
3 Productbeschrijving
3 Productbeschrijving 3.1 Opbouw Leveringsomvang
De levering bestaat uit: l l
Componenten
Niveausensor VEGAFLEX 62 Documentatie - Deze gebruiksaanwijzing - Gebruiksaanwijzing 27835 "Display- en bedieningsmodule PLICSCOM" (optie) - Aanvullende handleiding "Connector voor continu metende sensoren" (optie) - Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen) - evt. andere certificaten
De VEGAFLEX 62 bestaat uit de componenten: l l l
Procesaansluiting met meetsonde Behuizing met elektronica Deksel behuizing, optioneel met display- en bedieningsmodule
1 2 3
Fig. 1: VEGAFLEX 62 - kabelversie met kunststof behuizing
31839-NL-100512
1 2 3
Typeplaat
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
Deksel behuizing met daaronder liggende display- en bedieningsmodule (optie) Behuizing met elektronica Procesaansluiting
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en toepassing van het instrument:
7
3 Productbeschrijving l l l l
Artikelnummer Serienummer Technische gegevens Artikelnummers documentatie
Met de serienummers is het mogelijk via www.vega.com, "VEGA Tools" en "serial number search" de uitleveringsgegevens van het instrument op te roepen. Naast op de typeplaat op het instrument vindt u het serienummer ook intern in het instrument.
3.2 Werking Toepassingsgebied
De VEGAFLEX 62 is een niveausensor met kabel- of staafmeetsonde voor continue niveaumeting. Deze is ontwikkeld voor industriële toepassing op alle terreinen van de procestechniek en kan in vloeistoffen of vaste stoffen worden toegepast.
Werkingsprincipe
Hoogfrequente microgolfimpulsen worden langs een stalen kabel of staaf geleid. Bij het raken op het productoppervlak worden de microgolfimpulsen gereflecteerd. De looptijd wordt door het instrument berekend en als afstand uitgestuurd.
Voeding en buscommunicatie
De voedingsspanning wordt via een Profibus DP/PA-segmentkoppeling of VEGALOG 571 EP-kaart verzorgd. Een tweedraadskabel conform Profibus-specificatie dient tegelijkertijd als voeding en digitale data-overdracht van meerdere sensoren. Het instrumentprofiel van de VEGAFLEX 62 gedraagt zich overeenkomstig de profielspecificatie versie 3.0. De achtergrondverlichting van de display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed. Voorwaarde is hierbij een bepaald niveau van de bedrijfsspanning. De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". De optionele verwarming vereist een eigen bedrijfsvoeding. Details hieromtrent vindt u in de aanvullende handleiding "Verwarming display- en bedieningsmodule". Deze functie is voor toegelaten instrumenten over het algemeen niet beschikbaar.
GSD/EDD
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
8
De voor de projectering van uw Profibus-DP-(PA)-communicatienetwerk benodigde GSD's (instrumentstambestanden) en bitmap-bestanden vindt u in de downloadomgeving op de VEGA-homepage www.vega.com onder "Services - Downloads - Software - Profibus". Daar zijn ook de bijbehorende certificaten beschikbaar. Voor een PDM-omgeving is voor de volledige sensorfunctionaliteit bovendien een EDD (Electronic Device Description) nodig, die tevens gereed
3 Productbeschrijving staat voor downloaden. U kunt ook een CD met de betreffende bestanden per e-mail onder
[email protected] of telefonisch bij iedere VEGA-vertegenwoordiging onder bestelnummer "DRIVER.S" aanvragen.
3.3 Bediening De VEGAFLEX 62 heeft de volgende bedieningsmogelijkheden: l l l
Met de display- en bedieningsmodule Met de passende VEGA-DTM in combinatie met een bedieningssoftware conform de FDT/DTM-norm, bijv. PACTware en PC Met het bedieningsprogramma PDM
3.4 Verpakking, transport en opslag Verpakking
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door een beproeving conform DIN EN 24180 verzekerd. Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Transport
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade aan het instrument tot gevolg hebben.
Transportinspectie
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
Opslag
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
31839-NL-100512
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de volgende omstandigheden opslaan:
Opslag- en transporttemperatuur
l l l l l
Niet buiten bewaren Droog en stofvrij opslaan Niet aan agressieve media blootstellen Beschermen tegen directe zonnestralen Mechanische trillingen vermijden
l
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische gegevens - Omgevingscondities" Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
l
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
9
4 Monteren
4 Monteren 4.1 Algemene instructies Geschiktheid voor de procesomstandigheden
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces bevinden, in het bijzonder het sensorelement, de procesafdichting en de procesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandigheden. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestemperatuur en de chemische eigenschappen van het medium. De specificaties daaromtrent vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" resp. op de typeplaat.
Montagepositie
Kies de montagepositie zo mogelijk zodanig, dat u het instrument bij het monteren en aansluiten en bij het later inbouwen van een displayen bedieningsmodule goed kunt bereiken. Hiervoor kan de behuizing zonder gereedschap met 330° worden verdraaid. Bovendien kunt u de display- en bedieningsmodule in stappen van 90° verdraaien.
Laswerkzaamheden
Neem voor het uitvoeren van laswerkzaamheden aan de silo de elektronica uit de sensor. U voorkomt daarmee beschadigingen aan de elektronica door inductieve koppeling.
Gebruik
Bij schroefdraaduitvoeringen mag de behuizing niet worden gebruikt voor inschroeven van het instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken. Gebruik voor het inschroeven het daarvoor bedoelde zeskant.
Vochtigheid
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan. U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden. Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op gekoelde resp. verwarmde tanks.
31839-NL-100512
10
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
4 Monteren
Fig. 2: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Meetbereik
Het referentieniveau voor het meetbereik van de sensoren is het afdichtingsvlak van het schroefdraad resp. de flens. Let erop, dat onder het referentievlak en evt. op het uiteinde van de meetsonde een minimale afstand moet worden aangehouden, waarbinnen geen meting mogelijk is (dode band). Let erop, dat vooral de kabellengte niet tot het uiteinde kan worden gebruikt, omdat in de nabijheid van het spangewicht niet kan worden gemeten. Deze dode band vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". Let erop bij de inregeling, dat de fabrieksinregeling is gerelateerd aan het meetbereik in water.
Druk
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen het product en de procestemperatuur. De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
4.2 Montage-instructies Montagepositie
Monteer de VEGAFLEX 62 zodanig, dat de afstand tot ingebouwde tankonderdelen resp. de tankwand min. 300 mm is. De meetsonde mag tijdens bedrijf geen ingebouwde onderdelen of de tankwand aanraken. Indien nodig, moet u het uiteinde van de sonde fixeren.
31839-NL-100512
Bij tanks met conische bodem kan het een voordeel zijn, de sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan tot aan de bodem van de tank mogelijk is. Let erop, dat bij de kabeluitvoering niet
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
11
4 Monteren tot de top van de meetsonde kan worden gemeten. De exacte waarde van de minimale afstand (onderste dode band) vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Fig. 3: Tank met conische bodem
Staafverlengingen
Bij moeilijk inbouwomstandigheden kan de meetsensor ook via de zijkant worden ingebouwd. Daarvoor kunt u de staar met staafverlengingen of bochtsegmenten overeenkomstig aanpassen. Om de daaruit resulterende looptijdveranderingen te compenseren, moet u de sensor opnieuw inregelen.
31839-NL-100512
12
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
4 Monteren
1 2
L
3
x
ø 16 mm (5/8")
Fig. 4: Verlengingsstaaf ø 16 mm 1 2 3 L x
Meetsonde Borgring Verlengingsstaaf Staaflengte 100 … 2000 mm (3.937 … 78.74 in) Schroefdraadlengte 18 mm
31839-NL-100512
Let erop, dat de staaf van de meetsonde min. 300 mm afstand heeft tot de tankwand.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
13
4 Monteren
150 mm (5 29/32")
L
150 mm (5 29/32")
SW 13
≥ 300 mm (11 13/16")
1
Fig. 5: Bochtsegment ø 16 mm 1 L
Type tank
Maximale vulhoogte 150 mm (5.91 in)
Kunststof tank/glazen tank Het meetprincipe van de geleide microgolf vraagt aan de procesaansluiting om een metalen oppervlak. Gebruik daarom in kunststof tanks enz. een instrumentuitvoering met flens (vanaf DN50) of leg bij het inschroeven een metalen plaat (ø > 200 mm) onder de procesaansluiting. Let erop, dat de plaat direct contact heeft met de procesaansluiting. In bypasses van kunststof moet een metalen afscherming buiten worden aangebracht. Daarvoor kunt u bijv. een metalen folie van buiten over de gehele buislengte lijmen. Deze metalen afscherming moet met de massa-aansluiting van het instrument worden verbonden. Bij de inbouw van staaf- of kabelsensoren zonder metalen tankwand, bijv. kunststof tanks, kan de meetwaarde door de inwerking van sterke elektromagnetische velden worden beïnvloed (storingsemissie conform EN 61326, klasse A). Gebruik in dit geval een meetsonde in coaxuitvoering.
31839-NL-100512
14
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
4 Monteren
1
2
Fig. 6: Inbouw in kunststof silo 1 2
Flens Metalen plaat
Betonnen silo Bij de inbouw in dikke betonnen daken moet de VEGAFLEX 62 zo vlak mogelijk met de onderkant worden gemonteerd. In betonnen silo's moet de wandafstand minimaal 500 mm bedragen.
31839-NL-100512
ø >160 mm (ø >6.3")
Fig. 7: Inbouw in betonnen silo
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
15
4 Monteren Sokken
Vermijdt waar mogelijk tanksokken. Monteer de sensor zo mogelijk vlak aan het silodak. Wanneer dit niet mogelijk is, gebruik dan korte sokken met kleine diameter. Sokken, die hoger zijn, of een grotere diameter hebben, zijn over het algemeen mogelijk. U vergroot alleen de bovenste dode band. Controleer of dit voor uw meting relevant is. Voer in dergelijke gevallen na de inbouw altijd een stoorsignaalonderdrukking uit. Meer informatie vindt u onder "inbedrijfnamestappen".
d
d
h £ 150 £ 100
h
DN40 ... DN150 > DN150 ... DN200
Fig. 8: Montagesok
Let er bij het inlassen van de sok op, dat de sok vlak met de tankwand aansluit.
1
2
Fig. 9: Sokken vlak inbouwen
16
31839-NL-100512
1 2
Ongunstige inbouw Sokken vlak - optimale inbouw
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
4 Monteren Standpijp of bypass
Standpijpen of bypasses zijn in de regel metalen pijpen met een diameter van 30...200 mm. Meettechnisch komt een dergelijke pijp overeen met een coaxiale meetsensor. Daarbij is het niet van belang, of de standpijp voor een betere menging is geperforeerd of voorzien is van sleuven. Ook zijwaartse toevoer bij bypasses hebben geen invloed op de meting. De meetsensoren kunnen in bypasses tot DN 200 worden gemonteerd. Wanneer de VEGAFLEX 62 in standpijpen of bypasses wordt toegepast, moet contact met de pijpwand worden voorkomen. Als toebehoren bieden wij daarom centreersterren aan om de meetsensor in het midden van de pijp te fixeren. Afhankelijk van de pijpdiameter of pijplengte kunnen een of meerdere centreersterren worden gemonteerd. Bij kabelsensoren kan de kabel ook worden afgespannen, om contact met de pijp te voorkomen. Let erop, dat op de centreersterren onder bepaalde omstandigheden afzettingen kunnen ontstaan. Sterke aangroei kan de meting beïnvloeden. Microgolven kunnen kunststoffen doordringen. Daarom zijn standpijpen van kunststof meettechnisch problematisch. Wanneer om reden van bestendigheid niets daar tegen is, wordt een standpijp van metaal aanbevolen.
1
31839-NL-100512
Fig. 10: Positie van de centreerster 1
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
Centreerster
17
4 Monteren Opmerking: In producten die sterk neigen tot afzetten, is de meting in een standpijp niet zinvol.
Instromend medium
Let erop, dat de meetsensor niet mag worden blootgesteld aan sterke zijwaartse krachten. Monteer de VEGAFLEX 62 op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden, zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Fig. 11: Zijwaartse belasting
Fixeren
Indien het gevaar bestaat, dat de meetsonde tijdens bedrijf door bewegingen van het product of door roerwerken enz. de tankwand raakt, dan moet de meetsonde worden gefixeerd. In het gewicht is daarom schroefdraad (M12) voor montage van bijv. een ringoog (optie) aanwezig (artikelnr. 2.27423). Let erop dat de meetsondekabel niet te strak wordt gespannen. Voorkom trekbelastingen op de kabel. Vermijdt onbestemde kabel-tank-verbindingen, d.w.z. de verbinding moet ofwel betrouwbaar zijn geaard of betrouwbaar zijn geïsoleerd. Iedere verandering in deze voorwaarde veroorzaakt meetfouten.
31839-NL-100512
18
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5 Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 Aansluiting voorbereiden Veiligheidsinstructies
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies: l l
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten Indien overspanningen kunnen optreden, moeten overspanningsbeveiligingen conform de Profibus-specificaties worden geïnstalleerd.
Tip: Hiervoor wordt gebruik van VEGA-overspanningsbeveiligingen B63-32 In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sensoren en de voedingen worden aangehouden. Voedingsspanning
De voedingsspanning wordt door een Profibus DP/PA-segmentkoppeling of door een VEGALOG 571 EP-ingangskaart verzorgd. Het voedingsspanningsbereik kan afhankelijk van de uitvoering van het instrument variëren. De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Verbindingskabel
De aansluiting wordt met afgeschermde kabel conform Profibusspecificaties uitgevoerd. De voedingsspanning en de overdracht van het digitale bussignaal gebruiken daarbij dezelfde tweedraads aansluitkabel. Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van 5 … 9 mm waarborgt een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt, vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel. Let erop, dat uw installatie conform de Profibus-specificatie wordt uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluitweerstanden is belangrijk.
Kabelwartel ½ NPT
Bij instrumenten met kabelwartel ½ NPT en kunststof behuizing is een metalen ½"-schroefdraad in de kunststof behuizing ingegoten.
31839-NL-100512
Opgelet: Het indraaien van de NPT-kabelwartel resp. de stalen pijp in de schroefdraad moet vetvrij zijn. Standaard vetten kunnen additieven bevatten die de koppeling tussen schroefdraadstuk en behuizing aantasten. Dit zal de stevigheid van de verbinding en de dichtheid van de behuizing nadelig beïnvloeden.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
19
5 Op de voedingsspanning aansluiten Kabelafscherming en aarding
Bij installaties met potentiaalvereffening sluit u de kabelafscherming op het voedingsapparaat, in de aansluitbox en op de sensor direct aan op het aardpotentiaal. Daarvoor moet de afscherming in de sensor direct op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met de potentiaalvereffening zijn verbonden. Bij installaties zonder potentiaalvereffening sluit u de kabelafscherming op het voedingsapparaat en op de sensor direct op het aardpotentiaal aan. In de aansluitbox resp. de T-verdeler mag de afscherming van de korte kabel naar de sensor niet met het aardpotentiaal en niet met een andere kabelafscherming worden verbonden. De kabelafschermingen naar het voedingsapparaat en naar de volgende verdeler moeten onderling worden verbonden en via een keramische condensator (bijv. 1 nF, 1500 V) met het aardpotentiaal worden verbonden. De laagfrequente potentiaalvereffeningsstromen worden nu geblokkeerd, maar de beschermende werking voor de hoogfrequente stoorsignalen blijft behouden. Bij Ex-toepassingen mag de totale capaciteit van de kabel en alle condensatoren niet hoger worden dan 10 nF. Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen potentiaalvereffeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing van een condensator of via een separate potentiaalvereffening.
5.2 Aansluitstappen Ga als volgt tewerk: 1
Deksel behuizing afschroeven
2
Eventueel aanwezige aanwijs- en bedieningsmodule door iets naar links verdraaien uitnemen
3
Wartelmoer van de kabelwartel losmaken.
4
Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca. 1 cm ontdoen van de isolatie.
5
Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
6
Openingshefboom van de klemmen met een schroevendraaier optillen (zie figuur hierna).
31839-NL-100512
20
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
5 Op de voedingsspanning aansluiten 7
Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen steken
Fig. 12: Aansluitstappen 6 en 7
8
Openingshefboom van de klemmen naar beneden drukken, de klemveer sluit hoorbaar.
9
Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door licht hieraan te trekken
10 Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aardklem met de potentiaalvereffening verbinden 11 Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring moet de kabel geheel omsluiten 12 Deksel behuizing vastschroeven De elektrische aansluiting is nu gereed.
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing
31839-NL-100512
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor de Ex-ia-uitvoering.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
21
5 Op de voedingsspanning aansluiten Elektronica- en aansluitruimte
Display I²C
1
4
2
5 6 7 8
1
2
3
Fig. 13: Elektronica- en aansluitruimte bij eenkamerbehuizing 1 2 3 4
Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface). Veerklemmen voor aansluiting van het externe display VEGADIS 61. Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming. Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
Aansluitschema
Display I2C
1
2
5
6
7
8
1
Fig. 14: Aansluitschema eenkamerbehuizing 1
Voedingsspanning/signaaluitgang
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor de Ex-ia-uitvoering.
31839-NL-100512
22
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
5 Op de voedingsspanning aansluiten Elektronicaruimte
1
Display
I²C
1
2
5 6 7 8
2
3 Fig. 15: Elektronicaruimte tweekamerbehuizing 1 2 3
Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface). Interne verbindingskabel naar aansluitruimte Aansluitklemmen voor VEGADIS 61
Display
Aansluitruimte
1
3 1
2
I²C
2
31839-NL-100512
Fig. 16: Aansluitruimte tweekamerbehuizing 1 2 3
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface). Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming. Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
23
5 Op de voedingsspanning aansluiten Aansluitschema
I2C
1
2
1 Fig. 17: Aansluitschema bij tweekamerbehuizing 1
Voedingsspanning/signaaluitgang
5.5 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar Aderbezetting aansluitkabel
+ 1
2 Fig. 18: Aderbezetting aansluitkabel 1 2
br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker. Afscherming
31839-NL-100512
24
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM 6.1 Korte beschrijving Functie/opbouw
De aanwijs- en bedieningsmodule is bedoeld voor meetwaardeaanwijzing, bediening en diagnose. Deze kan in de volgende behuizingsvarianten en instrumenten worden toegepast: l l
Alle sensoren uit de plics®-instrumentfamilie, zowel in één- als tweekamerbehuizing (naar keuze in elektronica- of aansluitruimte) Externe display- en bedieningseenheid VEGADIS 61
Vanaf een hardware-revisie ...-01 of hoger van de PLICSCOM en een hardware-revisie ...-01, 03 of hoger van de bijbehorende sensor is een geïntegreerde achtergrondverlichting via het bedieningsmenu inschakelbaar. U vindt de hardware-revisie op het typeplaat van de PLICSCOM resp. de sensorelektronica. Opmerking: Gedetailleerde informatie omtrent de bediening vindt u in de handleiding "Aanwijs- en bedieningsmodule".
6.2 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Aanwijs- en bedieningsmodule in-/uitbouwen
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor worden geplaatst en weer worden verwijderd. Een onderbreking van de voedingsspanning is hiervoor niet nodig. Ga als volgt tewerk: 1
Deksel behuizing afschroeven
2
Display- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de elektronica plaatsen (vier posities, 90° verdraaid naar keuze)
3
Display- en bedieningsmodule op de elektronica plaatsen en iets naar rechts verdraaien tot deze borgt
4
Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
31839-NL-100512
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed, andere aansluitingen zijn niet nodig.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
25
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Fig. 19: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
Opmerking: Indien u naderhand het instrument met een display- en bedieningsmodule voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan is een verhoogd deksel met venster nodig.
31839-NL-100512
26
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.3 Bedieningssysteem
2 1 1.1
3
Fig. 20: Aanwijs- en bedieningselementen
Toetsfuncties
LC-display Aanwijzing van het menupuntnummer Bedieningstoetsen
l
[OK]-toets: - Naar menu-overzicht gaan - Gekozen menu bevestigen - Parameter wijzigen - Waarde opslaan
l
[->]-toets voor keuze van: - Menuwisseling - Lijstpositie kiezen - Te wijzigen positie kiezen
l
[+]-toets: - Waarde van een parameter veranderen
l
[ESC]-toets: - Invoer onderbreken - Terugkeer naar voorgaand menu
U bedient de sensor via de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule. Op het LC-display worden de afzonderlijke menupunten weergegeven. De functies van de toetsen vindt u hierboven. Ongeveer 10 minuten nadat voor het laatst een toets is bediend keert het instrument automatisch terug naar de meetwaardeaanwijzing. Daarbij gaan de nog niet met de [OK]-toets bevestigde waarden verloren.
31839-NL-100512
Bedieningssysteem
1 2 3
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
27
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.4 Inbedrijfnamestappen Inschakelfase
Na de aansluiting van de VEGAFLEX 62 op de voedingsspanning resp. na terugkeer van de voedingsspanning voert het instrument eerst gedurende ca. 30 seconden een zelftest uit. De volgende stappen worden doorlopen: l l l
Interne test van de elektronica. Aanwijzing van het type instrument, de firmwareversie en het sensor-tagnummer (sensoridentificatie). Statusbyte gaat kort naar storing
Daarna wordt de actuele meetwaarde getoond en het bijbehorende digitale uitgangssignaal wordt via de kabel uitgestuurd.1) Adresinstelling
Voor het eigenlijke parametreren van een Profibus PA-sensor moet eerst het adres worden ingesteld. Een nadere beschrijving hiervan vindt u in de handleiding van de display- en bedieningsmodule of in de online-help van PACTware resp. DTM.
Parametrering
Omdat het bij de VEGAFLEX 62 om een afstandsmeetinstrument gaat, wordt de afstand van de sensor tot het productoppervlak gemeten. Om het eigenlijke niveau te kunnen aanwijzen, moet een toewijzing van de gemeten afstand aan de procentuele hoogte worden gedefinieerd. Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij een volle en bij een lege tank ingevoerd. Wanneer deze waarden niet bekend zijn, kan ook met de afstanden van bijv. 10% en 90% worden ingeregeld. Beginpunt voor deze afstandsinstellingen is altijd het afdichtingsoppervlak van het schroefdraad of de flens. Aan de hand van deze instellingen wordt dan het eigenlijke niveau berekend. Tegelijkertijd wordt daardoor het arbeidsbereik van de sensor van maximum op het benodigde bereik begrensd. Het actuele niveau speelt bij deze inregeling geen rol, de min.-/max.inregeling wordt altijd zonder verandering van het productniveau uitgevoerd. Daarom kunnen deze instellingen al vooraf worden ingevoerd, zonder dat het instrument hoeft te zijn ingebouwd. In het hoofdmenupunt "Basisinstelling" moeten voor de optimale instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeenvolgend worden gekozen en worden voorzien van de juiste parameters. Opgelet: Indien in de tank een scheiding van verschillende vloeistoffen optreedt, bijv. door condensvorming, dan zal de VEGAFLEX 62 altijd het product met de hoogste diëlektrische constante (εr) detecteren.
1)
28
De waarden komen overeen met het actuele niveau en de al uitgevoerde instellingen, bijv. de fabrieksinregeling.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
Let erop, dat scheidingslagen foutieve metingen kunnen veroorzaken.
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM Wanneer u de totale hoogte van de beide vloeistoffen betrouwbaar wilt meten, neem dan contact op met onze service-afdeling of gebruik een instrument voor scheidingslaagmeting. Begin nu uw parametrering met de volgende menupunten van de basisinstelling: Min.-inregeling uitvoeren
Ga als volgt tewerk: 1 ▶
2
Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door [OK] in te drukken. Basic adjustment Display Diagnostics Service Info
Het menupunt "Basisinstelling" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen. Nu wordt het menupunt "Min.-inregeling" getoond. Min. adjustment 0.00 % = 10.000 m(d) 8.000 m(d)
Max.-inregeling uitvoeren
3
Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
4
Voer de bij de procentuele waarde horende afstandswaarde in meters in voor de lege tank (bijv. afstand van de sensor tot aan de tankbodem).
5
Sla uw instellingen op met [OK] en ga met [->] naar max.inregeling.
Ga als volgt tewerk:
31839-NL-100512
Max.-inregeling 100.00 % = 1.000 m(d) 2.000 m(d)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
1
Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
2
Voer de bij de procentuele waarde passende afstandswaarde in meters in voor de volle tank. Let erop dat het maximale niveau niet binnen de dode band mag liggen.
29
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM 3 Toepassing
Sla de instellingen op met [OK].
Ieder product heeft een ander reflectiegedrag. Bij vloeistoffen komen onrustige productoppervlakken en schuimvorming als storende factoren voor. Bij stortgoed zijn dit stofontwikkeling,stortgoedtaluds en stoorecho's door de silowand. Om de sensor aan te passen op deze verschillende meetomstandigheden, moet in dit menupunt eerst onder "medium" de keuze "Vloeistof" of "Stortgoed" worden gemaakt. Application Liquid Standard (DK ≥ 2)
Producten hebben afhankelijk van de diëlektrische constante (DKwaarde of εr) een verschillend sterk reflectiegedrag. Daarom is er een extra keuzemogelijkheid. Onder "Gevoeligheid" kan "Standaard (DK ≥ 2)" of "Verhoogde gevoeligheid (DK < 2)" worden gekozen. Daardoor wordt de sensor optimaal op het product aangepast en wordt de meetzekerheid vooral bij media met slechte reflecterende eigenschappen duidelijk verbeterd. Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Demping
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige mediumoppervlakken te onderdrukken, kan een demping worden ingesteld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop, dat daarmee echter ook de reactietijd van de gehele meting groter wordt en de sensor op snelle meetwaardeveranderingen vertraagd reageert. In de regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om de meetwaarde-aanwijzing verregaand te stabiliseren. Damping 0s
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Linearisatiecurve
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
30
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische tank of een kogeltank - en de aanwijzing of uitsturing van het volume gewenst is. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatiecurves opgenomen. Deze geven de verhouding tussen het procentuele niveau en het tankvolume aan. Door activering van de passende curve
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM wordt het procentuele tankvolume correct aangewezen. Indien het volume niet in procenten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogram moet worden aangewezen, kan ook nog een schaalverdeling onder het menupunt "Display" worden ingesteld. Linearisation curve linear
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Opgelet: Bij toepassing van de VEGAFLEX 62 als onderdeel van een overvulbeveiliging conform WHG moet op het volgende worden gelet: Wanneer een linearisatiecurve wordt gekozen, dan is het meetsignaal niet meer automatisch lineair proportioneel met het niveau. Hiermee moet de gebruiker bij de instelling van het schakelpunt op de niveauschakelaar rekening houden.
Sensor-TAG
In dit menupunt kan aan de sensor een eenduidige naam worden gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties moet voor een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een eenduidige naam worden ingevoerd. Sensor-TAG Sensor
Met dit menupunt is de basisinstelling afgerond en u kunt nu met de [ESC]-toets terugkeren naar het hoofdmenu. Stoorsignaalonderdrukking
Hoge sokken of ingebouwde onderdelen zoals versterkingen of roerwerken, en aanhechtingen of lasnaden in de tankwanden veroorzaken storende reflecties, die de meting beïnvloeden. Een beïnvloeden registreert, markeert en bewaart deze stoorsignalen zodat deze voor de niveaumeting worden genegeerd. Dit moet bij een laag niveau worden uitgevoerd, zodat alle eventueel aanwezige stoorreflecties kunnen worden meegenomen.
31839-NL-100512
Gating out of false signals
Change now?
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM Ga als volgt tewerk: 1
Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door [OK] in te drukken.
2
Het menupunt "Service" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen. Nu wordt het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" weergegeven.
3
Bevestigen van "Stoorsignaalonderdrukking - nu veranderen" met [OK] en het daaronder liggende menu "Nieuw aanmaken" kiezen. De werkelijke afstand van de sensor tot aan het oppervlak van het medium invoeren. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen worden nu na het bevestigen met [OK] door de sensor geregistreerd en opgeslagen.
Opmerking: Controleer de afstand tot het productoppervlak, omdat bij een verkeerde (te grote) opgave het actuele niveau als stoorsignaal wordt opgeslagen. Zo kan in dit bereik het niveau niet meer worden bepaald.
Sensordata kopiëren
Deze functie maakt het uitlezen mogelijk van parametreergegevens en het schrijven daarvan naar de sensor via de display- en bedieningsmodule. Een beschrijving van de functie vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display- en bedieningsmodule". De volgende data worden met deze functie uitgelezen resp. geschreven: l l l l l l l l l l l l l l l
Meetwaardeweergave Inregeling Medium Tankvorm Demping Linearisatiecurve Sensor-TAG Aanwijswaarde Inregeleenheid Taal Gevoeligheid PA-schaaleenheid PV-Out-Scale Channel Aanvullende PA-waarde
De volgende veiligheidsrelevante data worden niet uitgelezen resp. geschreven:
32
Sensoradres PIN Sensorlengte/sensortype Stoorsignaalonderdrukking
31839-NL-100512
l l l l
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Copy sensor data
Copy sensor data?
Reset
Basisinstelling Wanneer de functie "Reset" wordt uitgevoerd, zet de sensor de waarden voor de volgende menupunten terug naar de resetwaarde (zie tabel):2) De volgende waarden worden gereset: Functie
Resetwaarde
Max.-inregeling
Afstand, bovenste dode band
Min.-inregeling
Afstand, uitgeleverde sensorlengte
Min. inregeling - kabeluitvoering
Afstand, onderste dode band
Demping ti
0s
Linearisatie
Lineair
Sensor-TAG
Sensor
Display
PA-Out 1
Channel (PV)
lin %
Aanvullende PA-waarde (PV)
lin %
Out-Scale-eenheid
%
PV-Out-Scale
0.00 lin % = 0.0 % 100.0 lin % = 100 %
De waarden van de volgende menupunten worden bij de "Reset" niet naar de resetwaarden (zie tabel) teruggezet: Functie
Resetwaarde
Sensoradres
Geen reset
Taal
Geen reset
Default-instelling Als basisinstelling, bovendien worden speciale parameters naar de defaultwaarde teruggezet.3)
31839-NL-100512
Sleepaanwijzer De min.- en max.-afstandswaarden worden naar de actuele waarden gereset.
2) 3)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
Sensorspecifieke basisinstelling. Speciale parameters zijn parameters, die met de bedieningssoftware PACTware op serviceniveau klantspecifiek zijn ingesteld.
33
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM Optionele instellingen
Extra instel- en diagnosemogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de schaalinstelling van het display, simulatie of trendcurveweergave zijn in het navolgende menuschema afgebeeld. Een nadere beschrijving van deze menupunten vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display- en bedieningsmodule".
31839-NL-100512
34
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.5 Menuschema Basisinstelling ▶
1
Basic adjustment Display Diagnostics Service Info Sensor address
1.1
000
Channel
1.5
Min. adjustment 0.00 % = 10.000 m(d) 8.000 m(d)
1.2
Damping
1.6 0s
PV lin. value
Max. adjustment 100.00 % = 1.000 m(d) 2.000 m(d)
1.3
Sensor-TAG
1.7
Linearisation curve
1.4
linear
Sensor
Display ▶
2
Basic adjustment Display Diagnostics Service Info Displayed value
2.1
Lighting
2.4
Switched off ▼
Primary Value
Diagnose
▶
3
Basic adjustment Display Diagnostics Service Info Pointer
3.1
OK
3.2
Curve selection Echo curve
3.3
Echo curve
3.4
Presentation of the echo curve
31839-NL-100512
Distance min.: 0.580 m(d) Dist. max.: 16.785 m(d)
Sensor status
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
35
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Service
▶
Basic adjustment Display Diagnostics Service Info
4
4.1
Sensor 5.00 m Staaf
Application Liquid
4.2
Gating out of false signals 4.3
Additional PA value
4.4
Secondary Value 1
Change now? Standard (DK ≥ 2)
Out-Scale-Unit
4.5
4.6
0 % = 0.0 m³ 100 % = 100 m³
Volume hl
Unit of measurement
PV-Out-Scale
4.9
Language
4.7
4.10
Copy sensor data
4.8
Reset
Start simulation?
Deutsch
m(d) select?
Simulation
Select reset?
4.11
Copy sensor data?
4.12
PIN Enable?
Info
▶
Basic adjustment Display Diagnostics Service Info Instrument type
Serial number 12345678
5
5.2
Date of manufacture 4. July 2007 Software version 3.50
5.2
Last change using PC
5.3
Sensor characteristics
5.5
Display now? 4. July 2007
31839-NL-100512
36
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.6 Opslaan van de parameters Het verdient aanbeveling, de ingestelde waarden te noteren, bijv. in deze handleiding, en aansluitend te archiveren. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en zijn beschikbaar voor bijv. servicedoeleinden. Wanneer de VEGAFLEX 62 is uitgerust met een display- en bedieningsmodule, dan kunnen de belangrijkste data uit de sensor in de display- en bedieningsmodule worden ingelezen. De procedure wordt beschreven in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" onder het menupunt "Sensordata worden". De data blijven daar permanent opgeslagen, ook bij uitval van de voedingsspanning.
31839-NL-100512
Wanneer vervanging van de sensor noodzakelijk is, dan wordt de display- en bedieningsmodule in het vervangende apparaat geplaatst en de data worden via het menupunt "Sensorgegevens kopiëren" in de sensor geschreven.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
37
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's 7.1 De PC aansluiten VEGACONNECT direct op sensor
2
1
3
Fig. 21: Aansluiting van de PC via VEGACONNECT direct op de sensor 1 2 3
USB-kabel naar PC VEGACONNECT Sensor
VEGACONNECT extern
1
2
EN
CK LO
OP
TWIST
USB
3 4
38
I²C-Bus (com.)-interface op sensor I²C-aansluitkabel van de VEGACONNECT VEGACONNECT USB-kabel naar PC
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
Fig. 22: Aansluiting via VEGACONNECT extern 1 2 3 4
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's Benodigde componenten: l l l l
VEGAFLEX 62 PC met PACTware en passende VEGA-DTM VEGACONNECT Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
7.2 Parametrering met PACTware De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing "DTMCollection/PACTware" beschreven, die met iedere CD wordt meegeleverd en via de homepage kan worden gedownload. Een aanvullende beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's opgenomen. Opmerking: Let erop dat voor de inbedrijfname van de VEGAFLEX 62 de DTMCollection in de meest actuele versie moet worden gebruikt. Alle momenteel beschikbare VEGA-DTM's zijn in een DTM-collection op CD opgenomen en kunnen tegen vergoeding via uw VEGAvertegenwoordiger worden besteld. De meest actuele PACTwareversie staat ook op de CD. Bovendien kan deze DTM-Collection incl. PACTware in de Basic Version gratis via internet worden gedownload. Ga hiervoor via www. vega.com en "Downloads" naar het punt "Software".
7.3 Parametrering met PDM Voor VEGA-sensoren staan ook instrumentbeschrijvingen als EDD voor het bedieningsprogramma PDM ter beschikking. De instrumentbeschrijvingen zijn in de actuele versie al in PDM opgenomen. Bij oudere versies van PDM kunnen deze gratis via het internet worden gedownload. Ga hiervoor via www.vega.com en "Downloads" naar het punt "Software".
7.4 Opslaan van de parameters Het verdient aanbeveling de parameters te documenteren resp. op te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan voor servicedoeleinden ter beschikking.
31839-NL-100512
De VEGA-DTM-Collection en PACTware in de gelicenseerde, professionele versie biedt u een geschikte tool voor een systematische projectdocumentatie en -opslag.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
39
8 Service en storingen oplossen
8 Service en storingen oplossen 8.1 Onderhoud Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud nodig.
8.2 Storingen oplossen Gedrag bij storingen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie, geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen te nemen.
Oorzaken
De VEGAFLEX 62 biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaarheid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende: l l l l
Sensor Proces Voedingsspanning Signaalverwerking
Storingen oplossen
De eerste maatregelen zijn de controle van het uitgangssignaal en de verwerking van foutmeldingen via de aanwijs- en bedieningsmodule. De procedure wordt hierna beschreven. Meer omvangrijke diagnosemogelijkheden biedt een PC met de software PACTware en de passende DTM. In veel gevallen kunnen de oorzaken op deze manier worden vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
24-uurs service hotline
Wanneer deze maatregelen echter niet tot het gewenste resultaat leiden, neem dan in dringende gevallen contact op met de VEGA Service-Hotline onder tel. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis, alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Profibus PA controleren
De volgende tabel beschrijft mogelijke fouten en helpt bij het oplossen daarvan:
31839-NL-100512
40
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
8 Service en storingen oplossen
Fout
Oorzaak
Oplossing
Bij aansluiting van een volgende instrument valt het segment uit.
Max. voedingsstroom van de segmentkoppeling overschreden.
Stroomverbruik meten, segment reduceren.
Meetwaarde wordt in de Simatic S5 verkeerd weergegeven.
De Simatic S5 Conversiebouwsteen van Siemens kan het getalsfor- toepassen. maat IEEE van de meetwaarde niet interpreteren.
Meetwaarde wordt in de Simatic S7 altijd als 0 weergegeven.
Slechts 4 bytes worden consistent in de PLC geladen.
De meetwaarde op de display- en bedieningsmodule komt niet overeen met die in de PLC
In het menupunt Waarden controleren en eventueel "Display - aan- corrigeren wijswaarde" is niet "PA-Out" ingesteld
Geen verbinding tussen PLC en PA-netwerk.
Busparameter en Data controleren en eventueel corrigeren baudrate afhankelijk van de segmentkoppeling verkeerd ingesteld.
Instrument verschijnt niet in de verbindingsopbouw.
Profibus DP-kabel omgepoold.
Kabel controleren en eventueel corrigeren.
Afsluiting niet correct.
Afsluiting aan begin en einde bus controleren en eventueel conform specificaties uitvoeren.
Functiebouwsteen SFC 14 gebruiken, om 5 bytes consistent te kunnen laden
Instrument niet op Controleren en eventueel corrigeren segment aangesloten, dubbele bezetting van een adres.
31839-NL-100512
Bij Ex/toepassingen moeten de voorschriften voor het schakelen van intrinsiekveilige circuits worden aangehouden.
Foutmeldingen via de display- en bedieningsmodule
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
De display- en bedieningsmodule toont fouten via foutcodes en tekstmeldingen. De volgende tabel beschrijft de foutcodes met status conform NE 107 en geeft instructies voor het lokaliseren en oplossen van de fouten.
41
8 Service en storingen oplossen
Status conform NE 107
Foutcode
Tekstmelding
Oorzaak/oplossing
Uitval (failure)
E013
Geen meetwaarde aanwezig
Sensor in opstartfase
Geen meetwaarde aanwezig
Sensor vindt geen echo bijv. door foutieve inbouw of verkeerde parametrering.
Geen meetwaarde aanwezig
Verkeerde sensorlengte ingevoerd.
E017
Inregelbereik te klein
Inregeling niet binnen specificatie. Inregeling opnieuw uitvoeren, daarbij de afstand tussen min.- en max.inregeling vergroten.
E036
Geen goede software
Mislukte of onderbroken softwareupdate/software-update herhalen
E042
Hardwarefout, elektronica defect
Instrument vervangen resp. ter reparatie verzenden
E043
Hardwarefout, elektronica defect
Instrument vervangen resp. ter reparatie verzenden
E113
Communicatieconflict
Instrument vervangen resp. ter reparatie verzenden
Gedrag na oplossen storing
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroffen maatregelen moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschreven handelingen weer worden uitgevoerd.
8.3 Kabel/staaf vervangen of inkorten Kabel/staaf vervangen
De kabel of de staaf (meetdeel) van de meetsonde kan indien nodig worden vervangen. Voor het losmaken van het meetdeel heeft u twee steeksleutels SW8 nodig. 1
Meetdeel m.b.v. een steeksleutel (SW8) op de tweekantvlakken losdraaien, daarbij met een andere steeksleutel (SW 8) tegenhouden.
2
Losgemaakt meetdeel met de hand afdraaien
3
meegeleverde nieuwe dubbele ring op het schroefdraad plaatsen.
Opgelet: Let erop, dat de beide delen van de dubbele borgring samen blijven. Nieuwe meetdeel met de hand indraaien. Met de tweede steeksleutel tegenhouden en het meetdeel aan de twee vlakken met een draaimoment van 15 Nm vastdraaien.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
42
4 5
8 Service en storingen oplossen
Fig. 23: Kabel resp. staaf vervangen.
Informatie: Houdt het opgegeven draaimoment aan, zodat de maximale trekvastheid van de verbinding behouden blijft.
De kabel resp. de staaf van de meetsensor kan willekeurig worden ingekort. 1
Kabel: de drie tapeinden aan het gewicht (inbus 4) losmaken.
2
Kabel: tapeind uitdraaien
3
Kabel: kabel uit het spangewicht trekken.
4
Kabel/staaf met flex of ijzerzaag aan de onderkant inkorten. Let op de juiste lengte.
5
Kabel: kabel ca. 65 mm in het gewicht schuiven.
6
Kabel: kabel met drie tapeinden fixeren, aandraaimoment 20 Nm
7
Nieuwe meetsensorlengte invoeren en daarna inregeling opnieuw uitvoeren (zie daarvoor "Inbedrijfnamestappen, min. inregeling uitvoeren - max. inregeling uitvoeren").
31839-NL-100512
Kabel/staaf inkorten
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
43
8 Service en storingen oplossen
Fig. 24: Kabelmeetsonde inkorten
8.4 Elektronica vervangen Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervangen. Bij Ex-toepassingen mag slechts één instrument en één elektronica met de betreffende Ex-toelating worden toegepast. Indien ter plekke geen elektronica beschikbaar is, kan deze via uw VEGA-dealer worden besteld. Sensorserienummer
De nieuwe elektronica moet met de opdrachtgegevens van de sensor geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden: l l
Af fabriek door VEGA Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het sensorserienummer nodig. Het serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument, op de binnenwand van de behuizing of op de pakbon. Informatie: Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het internet worden gedownload (zie handleiding "elektronica"). De elektronica is afgestemd op de betreffende sensor en deze verschillen bovendien qua signaaluitgang resp. voeding.
Profibus PA
De elektronica FX-E.60P past op de VEGAFLEX 61, 62, 63, 65, 66 Profibus PA: l l
44
FX-E.60PX (X = zonder toelatingen) FX-E.60PA (A = toelatingen CA, DA conform productlijst)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
Toekenning
8 Service en storingen oplossen l
FX-E.60PC (C = toelatingen XM, CX, CM, CK, GX conform productlijst)
8.5 Software-update De software-versie van de VEGAFLEX 62 kan als volgt worden vastgesteld: l l l
via de typeplaat van de elektronica Via de display- en bedieningsmodule via PACTware
Op onze website www.vega.com vindt u alle softwarehistorie. Gebruik uw voordeel en registreer voor update-informatie via e-mail. Voor update van de sensorsoftware zijn de volgende componenten nodig l l l l l
Sensor Voedingsspanning VEGACONNECT PC met PACTware Actuele sensorsoftware als bestand
Sensorsoftware op PC laden
Ga hiervoor onder "www.vega.com/downloads" naar "Software". Kies onder "plics-instrumenten en -sensoren" de passende instrumentserie. Laadt het zip-bestand via de rechtermuisknop met "Doel opslaan als" bijv. op het bureaublad van uw PC. Pak het zip-bestand uit, bijv. op het bureaublad.
Update voorbereiden
Sluit de sensor aan op de voedingsspanning en maak de verbinding van PC met instrument via VEGACONNECT. Start PACTware en maak de verbinding met de sensor, bijv. via de VEGA-projectassistent. Sluit het parametervenster van de sensor, voor zover geopend.
Software in sensor laden
Ga in de PACTware-menubalk naar "Instrumentgegevens", "Overige functies" en "Instrumentsoftware actualiseren". PACTware controleert nu de actuele hard- en softwareversie van de sensor en toont de data. Deze procedure duurt ca. 60 s. Druk op de knop "Software updaten" en kies het eerder uitgepakte hex-bestand. Daarna kan de software-update worden gestart. De overige data worden automatische geinstalleerd. Deze procedure duurt afhankelijk van de sensor ca. 1 uur.
8.6 Het instrument repareren Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
31839-NL-100512
Via internet kunt u op onze homepage www.vega.com onder: "Downloads - formulieren en certificaten - reparatieformulier" een retourformulier (23 KB) downloaden. U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen uit te voeren.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
45
8 Service en storingen oplossen l l l l
Retour zenden van staafuitvoeringen
Omschrijving van de opgetreden storing. Het instrument schoonmaken en goed inpakken Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen. Vraag het adres voor de retourzending aan bij uw VEGAvertegenwoordiging. Uw vertegenwoordiging vindt u op onze homepage www.vega.com onder: "Onderneming - VEGA wereldwijd"
Bij instrumenten met verwisselbare staaf moet u de staaf voor het transport afschroeven, om transportschade te voorkomen. Verzendt beide onderdelen afzonderlijk ter reparatie. Voor het losmaken van de staaf heeft u twee steeksleutels SW8 nodig. 1
Staaf m.b.v. een steeksleutel (SW8) op de tweekantvlakken losdraaien, daarbij met een andere steeksleutel (SW 8) tegenhouden.
2
Losgemaakte staaf met de hand afdraaien Zie ook hoofdstuk "Service en storingen oplossen"/"kabel/staaf vervangen"
31839-NL-100512
46
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
9 Demonteren
9 Demonteren 9.1 Demontagestappen Waarschuwing: Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische media enz. Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen in omgekeerde volgorde uit.
9.2 Afvoeren Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken recyclebare materialen. WEEE-richtlijn 2002/96/EG Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt. Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
31839-NL-100512
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
47
10 Bijlage
10 Bijlage 10.1 Technische gegevens Algemene specificaties Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435. Materialen, in aanraking met medium - Procesaansluiting
316L en PTFE, Hastelloy C22 (2.4602) en PTFE
-
Procesafdichting instrumentzijde (kabel-/ staafdoorvoer)
FKM (Viton), FFKM (Kalrez 6375), EPDM, siliconen FEP-ommanteld
-
Procesafdichting
Lokaal (bij instrumenten met inschroefdraad: Klingersil C-4400 meegeleverd)
-
Inwendige geleider (tot scheiding kabel/ staaf)
318 S13 (1.4462)
-
Staaf: ø 16 mm (0.63 in)
316L, Hastelloy C22 (2.4602)
-
Kabel: ø 6 mm
316 (1.4401)
-
Spangewicht (optie)
316L
Materialen, niet in aanraking met medium - Behuizing kunststof
Kunststof PBT (polyester)
-
Gietaluminium behuizing
Gietaluminium AlSi10Mg, poedergecoat - basis: polyester
-
RVS-behuizing - fijngietstaal
316L
-
RVS-huis, geëlektropoleerd
316L
-
Afdichting tussen behuizing en deksel behuizing
NBR (RVS-behuizing, fijngietmateriaal), siliconen (aluminium-/kunststof behuizing; RVS-behuizing, elektrolytisch gepolijst)
-
Kijkglas in deksel behuizing (optie)
Polycarbonaat
-
Aardklem
316L
Procesaansluitingen - Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN 3852A)
G¾ A, G1 A, G1½ A
-
Amerikaans pijpschroefdraad, conisch (ASME B1.20.1)
¾ NPT, 1 NPT, 1½ NPT
-
Flenzen
DIN vanaf DN 25, ANSI vanaf 1"
Gewicht - Gewicht instrument (afhankelijk van procesaansluiting)
ca. 0,8 … 8 kg (0.176 … 17.64 lbs)
Staaf: ø 16 mm (0.63 in)
ca. 1600 g/m
Kabel: ø 6 mm
ca. 170 g/m
-
Spangewicht
730 g (26 oz)
Sensorlengte L (vanaf afdichtoppervlak) - Staaf: ø 16 mm (0.63 in)
48
31839-NL-100512
-
tot 6 m (19.69 ft)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
10 Bijlage
-
Inkortnauwkeurigheid - staaf
< 1 mm (0.039 in)
-
Kabel: ø 6 mm
tot 60 m (196.9 ft)
-
Inkortnauwkeurigheid - kabel
±0,05 %
Zijwaartse belasting bij staaf: ø 16 mm
30 Nm (22 lbf ft)
Max trekbelasting bij kabel: ø 6 mm
30 KN (6745 lbf)
Schroefdraad in spangewicht (kabeluitvoering)
M 12
Ingangsgrootheid Meeteenheid
Niveau van vloeistoffen en stortgoederen
Minimale diëlektrische constante van het product
εr > 1,6
1
1
4 4
2
2 3 3
5 5
Fig. 25: Meetbereiken van de VEGAFLEX 62
31839-NL-100512
1 2 3 4 5
Referentievlak Sondelengte L Meetbereik (fabrieksinregeling gerelateerd aan meetbereik in water) Bovenste dode band (zie diagram onder meetnauwkeurigheid - grijs gemarkeerde gebied) Onderste dode band (zie diagram onder meetnauwkeurigheid - grijs gemarkeerde gebied)
Uitgangsgrootheid Uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal, formaat conform IEEE-754
Cyclustijd
min. 1 s (afhankelijk van de parametrering)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
49
10 Bijlage Sensoradres
126 (default-instelling)
Stroomwaarde
10 mA, ±0.5 mA
Demping (63% van de ingangsgrootheid)
0 … 999 s, instelbaar
Aangehouden NAMUR-aanbeveling
NE 43
Meetresolutie digitaal
> 1 mm (0.039 in)
Meetnauwkeurigheid (conform DIN EN 60770-1) Procesreferentie-omstandigheden conform DIN EN 61298-1 - Temperatuur +18 … +30 °C (+64 … +86 °F) -
Relatieve luchtvochtigheid
45 … 75 %
-
Luchtdruk
+860 … +1060 mbar/+86 … +106 kPa (+12.5 … +15.4 psig)
Inbouw-referentie-omstandigheden - Min. afstand tot ingebouwde onderdelen
> 500 mm (19.69 in)
-
Tank
metaal, ø 1 m (3.281 ft), centrale inbouw, procesaansluiting vlak met tankdak
-
Medium
Water/olie (DK-waarde ~2,0)
-
Installatie
Uiteinde meetsonde raakt tankbodem niet
Sensorparametrering
Stoorsignaalonderdrukking uitgevoerd In stortgoedtoepassingen verdient het uitvoeren van een stoorsignaalonderdrukking over het algemeen geen aanbeveling. De meetnauwkeurigheid is bij stortgoedtoepassingen sterk afhankelijk van de toepassing. Bindende nauwkeurigheidsspecificaties zijn daarom niet mogelijk.
Meetafwijking
Zie diagrammen Afhankelijk van de inbouwomstandigheden kunnen afwijkingen ontstaan, die door een aanpassing van de inregeling of een verandering van de meetwaarde-offset in de DTM-servicemodus opgeheven kunnen worden.
31839-NL-100512
50
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
10 Bijlage
L
15 mm (0.591")
3 mm (0.118") 0 -3 mm (-0.118") -10 mm (-0.394")
1 0,08 m (3.15")
0,3 m (11.811")
0,02 m (0.787")
Fig. 26: Meetnauwkeurigheid VEGAFLEX 62 in staafuitvoering in medium water 1 L
Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
L
15 mm (0.591")
5 mm (0.197") 0 -5 mm (-0.197") -10 mm (-0.591")
1
1 0,15 m (5.906")
0,3 m (11.811")
0,07 m (2.756") 0,08 m (3.15")
Fig. 27: Meetnauwkeurigheid VEGAFLEX 62 in staafuitvoering in medium olie Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
31839-NL-100512
1 L
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
51
10 Bijlage
L
15 mm (0.591")
3 mm (0.118") 0 -3 mm (-0.118")
1 15 mm (0.591") 0,08 m (3.15")
0,3 m (11.811")
0,3 m (11.811")
Fig. 28: Meetafwijking VEGAFLEX 62 in kabeluitvoering, meetsondelengte L < 20 m in medium water 1 L
Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
L
15 mm (0.591")
5 mm (0.197") 0 -5 mm (-0.197")
1
1
-15 mm (-0.591") 0,15 m (5.906")
0,3 m (11.811")
0,05 m (1.969")
0,25 m (9.843")
Fig. 29: Meetafwijking VEGAFLEX 62 in kabeluitvoering, meetsondelengte L < 20 m in medium olie 1 L
Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
31839-NL-100512
52
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
10 Bijlage
L
20 mm (0.787”) 15 mm (0.591")
3 mm (0.118") 0 -3 mm (-0.118")
1 0,08 m (3.15")
0,3 m (11.811")
20 m (787.4")
Fig. 30: Meetafwijking VEGAFLEX 62 in kabeluitvoering, meetsondelengte L > 20 m in medium water 1 L
Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
L
20 mm (0.787") 15 mm (0.591")
5 mm (0.197") 0 -5 mm (-0.197")
1
1 0,15 m (5.906")
0,3 m (11.811")
20 m (787.4")
0,25 m (9.843")
Fig. 31: Meetafwijking VEGAFLEX 62 in kabeluitvoering, meetsondelengte L > 20 m in medium olie 1 L
Dode band - in dit bereik is geen meting mogelijk Sondelengte
31839-NL-100512
Invloed van de omgevingstemperatuur op de sensorelektronica Temperatuurdrift
0,03 %/10 K gerelateerd aan het max. meetbereik resp. max. 0,3 %
Temperatuurdrift - digitale uitgang
3 mm/10 K gerelateerd aan het max. meetbereik resp. max. 10 mm
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
53
10 Bijlage
Omgevingscondities Omgevings-, opslag- en transporttemperatuur
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities Procesdruk
-1 … +40 bar/-100 … +4000 kPa (-14.5 … +580 psig), afhankelijk van procesaansluiting
Procestemperatuur (schroefdraad- resp. flenstemperatuur) - FKM (Viton) -40 … +150 °C (-40 … +302 °F) -
EPDM
-40 … +150 °C (-40 … +302 °F)
-
FFKM (Kalrez 6375)
-20 … +150 °C (-4 … +302 °F) De meetfout door de procesomstandigheden ligt in het opgegeven druk- en temperatuurbereik onder 1 %.
1 80 °C (176 °F) 60 °C (140 °F) 40 °C (104 °F) 20 °C (58 °F)
-40 °C (-40 °F)
0 °C (32 °F)
50 °C (122 °F)
100 °C (212 °F)
150 °C (302 °F)
2
Fig. 32: Omgevingstemperatuur - procestemperatuur 1 2
Omgevingstemperatuur Procestemperatuur (afhankelijk van afdichtingsmateriaal)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar Kabeldoorvoer/stekker4) - Eenkamerbehuizing
l
1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x blindplug M20 x 1,5
of: l
1 x afsluitkap M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5
of: l
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
of:
4)
54
1 x connector (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5
Afhankelijk van de uitvoering M12 x 1, conform DIN 43650, Harting, 7/8" FF.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
l
10 Bijlage
-
Tweekamerbehuizing
l
1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optie 1 x stekker M12 x 1 voor VEGADIS 61
of: l
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT, 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optioneel 1 x connector M12 x 1 voor VEGADIS 61
of: l
Veerkrachtklemmen voor aderdiameter
1 x stekker (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optie 1 x stekker M12 x 1 voor VEGADIS 61
> 2,5 mm² (AWG 14)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar) Kabelinvoer - Eenkamerbehuizing -
Tweekamerbehuizing
Verbindingskabel - Aderdiameter
1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5 1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 0,5 mm² (AWG 20) < 0,036 Ω/m
-
Aderweerstand
-
Trekvastheid
< 1200 N (270 lbf)
-
Standaard lengte
5 m (16.4 ft)
-
Max. lengte
1000 m (3280 ft)
-
Min. buigstraal
25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
-
Diameter ca.
8 mm (0.315 in)
-
Kleur - standaard PE
Zwart
-
Kleur - standaard PUR
Blauw
-
Kleur - Ex-uitvoering
Blauw
31839-NL-100512
Display- en bedieningsmodule Voedingsspanning en data-overdracht
Door de sensor
Aanwijzing
LC-display in dotmatrix
Bedieningselementen
4 toetsen
Beschermingsgraad - Los
IP 20
-
Ingebouwd in sensor zonder deksel
Materialen - Behuizing
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
IP 40
ABS
55
10 Bijlage
-
Venster
Polyesterfolie
Voedingsspanning Bedrijfsspanning - Niet Ex-instrument
9 … 32 V DC
-
EEx-ia-instrument
9 … 24 V DC
-
EEx-d-instrument
16 … 32 V DC
Voedingsspanning met verlichte display- en bedieningsmodule - Niet Ex-instrument 12 … 32 V DC -
EEx-ia-instrument
12 … 24 V DC
-
EEx-d-instrument
20 … 32 V DC
Voeding via / max. aantal sensoren - DP/PA-segmentkoppeling -
VEGALOG 571 EP-kaart
max. 32 (max. 10 bij Ex) max. 15 (max. 10 bij Ex)
Elektrische veiligheidsmaatregelen Beschermingsklasse, afhankelijk van huisuitvoering - Behuizing kunststof IP 66/IP 67 -
Aluminium behuizing; RVS behuizing fijngietmateriaal; RVS-behuizing - geëlektropoleerd.
IP 66/IP 68 (0,2 bar)5)
-
Aluminium en RVS behuizing, fijngietmateriaal (optioneel)
IP 66/IP 68 (1 bar)
Overspanningscategorie
III
Veiligheidsklasse
II
Toelatingen Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben. Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met het instrument meegeleverd of kunnen onder www.vega.com via "VEGA Tools" en "serial number search" en via "Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload.
56
Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
5)
10 Bijlage
10.2 Profibus PA - dataformaat en statusbyte Dataformaat van het uitgangssignaal
Byte4 Byte3 Byte2 Byte1 Byte0 Status Value (IEEE-754) Fig. 33: Dataformaat van het uitgangssignaal
Statusbyte: De statusbyte is gecodeerd conform profiel 3,0 "Profibus PA Profile for Process Control Devices". De status "Meetwaarde OK" is als 80 (hex) gecodeerd (Bit7 = 1, Bit6 … 0 = 0). Meetwaarde (Value): De meetwaarde wordt als 32 bits getal met drijvende komma in IEEE-754-formaat overgedragen. Byte n+2 Byte n+3 Byte n Byte n+1 Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit Bit 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 7 6 5 4 3 2 1 0 VZ 27 26 25 24 23 22 21 20 2-1 2-2 2-3 2-4 2-5 2-6 2-7 2-8 2-9 2-10 2-11 2-12 2-13 2-14 2-15 2-16 2-17 2-18 2-19 2-20 2-21 2-22 2-23 Sign Significant Significant Exponent Significant Bit Value = (-1)VZ
2 (Exponent - 127)
(1 + Significant)
Fig. 34: Dataformaat van de meetwaarde
Codering van de statusbyte bij PA-uitgangswaarde
31839-NL-100512
Statuscode
Beschrijving conform Profibusnorm.
Mogelijke oorzaak
0x00
bad - non-specific
Flash-Update actief
0x04
bad - configuration error
l l l l
Inregelfout Configuratiefout bij PV-Scale (PV-Span too small) Maateenheid onjuist Fout in de lineariseringstabel
0x0C
bad - sensor failure
l l l l
Hardware-fout Omvormerfout Lekpulsfout Triggerfout
0x10
bad - sensor failure
l Fout meetwaardeverzameling l Fout temperatuurmeting
0x1f
bad - out of service constant
"Out of Service"-modus ingeschakeld
0x44
uncertain - last unstable value
Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Last value" en al geldige meetwaarde sinds inschakeling)
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
57
10 Bijlage
Statuscode
Beschrijving conform Profibusnorm.
Mogelijke oorzaak
0x48
uncertain substitute set
l Simulatie inschakelen l Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Fsafe value")
0x4c
uncertain - initial value
Failsafe-vervangingswaarde (Failsafe-modus = "Last valid value" en nog geen geldige meetwaarde sinds inschakeling)
0x51
uncertain - sensor; conversion not accurate - low limited
Sensorwaarde < onderste grens
0x52
uncertain - sensor; conversion not accurate - high limited
Sensorwaarde > bovenste grens
31839-NL-100512
58
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
10 Bijlage
10.3 Afmetingen De volgende maattekeningen geven slechts een deel van de mogelijke uitvoeringen weer. Gedetailleerde maattekeningen kunnen via www. vega.com onder "Downloads" en "Tekeningen" worden gedownload. Behuizing kunststof ~ 69 mm (2.72") ø 77 mm (3.03")
~ 87 mm (3.43") ø 84 mm (3.31")
112 mm (4.41")
120 mm (4.72")
M16x1,5
M20x1,5/ ½ NPT M20x1,5/ ½ NPT
1 1 2
2
Eenkameruitvoering Tweekameruitvoering
Aluminium behuizing ~ 87 mm (3.43")
~ 116 mm (4.57")
ø 84 mm (3.31")
ø 84 mm (3.31")
M20x1,5
M20x1,5/ ½ NPT
1
M20x1,5/ ½ NPT
2
Eenkameruitvoering Tweekameruitvoering
31839-NL-100512
1 2
120 mm (4.72")
116 mm (4.57")
M16x1,5
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
59
10 Bijlage Aluminium behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68, 1 bar ~ 105 mm (4.13")
~ 150 mm (5.91")
ø 84 mm (3.31")
ø 84 mm (3.31")
M20x1,5
120 mm (4.72")
116 mm (4.57")
M16x1,5
M20x1,5 M20x1,5/ ½ NPT
1 1 2
2
Eenkameruitvoering Tweekameruitvoering
RVS-behuizing ~ 69 mm (2.72") ø 77 mm (3.03")
~ 59 mm (2.32") ø 80 mm (3.15")
~ 87 mm (3.43") ø 84 mm (3.31")
M20x1,5/ ½ NPT
1 2 2
120 mm (4.72")
112 mm (4.41")
117 mm (4.61")
M16x1,5
M20x1,5/ ½ NPT
1
2
M20x1,5/ ½ NPT
3
Eenkameruitvoering elektrolytisch gepolijst Eenkameruitvoering fijngegoten Tweekameruitvoering fijngegoten
31839-NL-100512
60
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
10 Bijlage
73 mm (2.87")
VEGAFLEX 62
SW 60 mm (2.36")
L
22 mm (0.87")
G1½, 1½ NPT
ø 30 mm (1.18")
12 mm (0.47")
53 mm (2.09")
ø 16 mm (0.63")
150 mm (5.91")
ø 6 mm (0.24")
ø 54 mm (2.13")
ø 30 mm (1.18")
Fig. 39: VEGAFLEX 62 Sensorlengte, zie hoofdstuk "Technische gegevens" Ringoog optioneel
31839-NL-100512
L
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
61
10 Bijlage
10.4 Industrieel octrooirecht VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see http://www.vega.com. Only in U.S.A.: Further information see patent label at the sensor housing. VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte. Nähere Informationen unter http://www.vega.com. Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site http://www.vega. com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web http://www.vega.com. Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте http://www.vega.com. VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。 进一步信息请参见网站
。
10.5 Handelsmerken Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/auteur.
31839-NL-100512
62
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
31839-NL-100512
10 Bijlage
VEGAFLEX 62 • Profibus PA
63
Printing date:
B.V. VEGA Meet-en Regeltechniek Databankweg 18 3821 AL Amersfoort Nederland Tel. 033-4502502 Fax. 033-4561414 E-mail: [email protected] www.vega-nl.com
VEGA N.V. J. Tieboutstraat 67 1731 Zellik Belgie Tel. +3224660505 Fax +3224668891 E-mail: [email protected] www.vega.be
ISO 9001
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het moment van drukken. © VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2010 Wijzigingen voorbehouden
31839-NL-100512