Grey Matters Impact van de neurowetenschappen op een vergrijzende samenleving in 2025
Colofon
Grey Matters Impact van de neurowetenschappen op een vergrijzende samenleving in 2025 Deze uitgave is ook beschikbaar in het Frans onder de titel : ‘Grey matters : quel impact auront les neurosciences sur le vieillissement à l’horizon 2025?’ Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting - Brederodestraat 21 te B-1000 Brussel Auteurs Karin Rondia en Peter Raeymaekers, wetenschappelijk journalisten Vertaling Patrick De Rynck Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting Gerrit Rauws, directeur Brigitte Duvieusart, programma-adviseur Greet Massart, assistente Grafische vormgeving en druk Tilt Factory Illustraties Cécile Bertrand Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Deze uitgave kan (gratis) besteld worden : on line via www.kbs-frb.be, per e-mail naar
[email protected] of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32-70-233 728, fax + 32-70-233-727 Wettelijk depot D/2005/2893/29 ISBN 90-5130-516-8 NUR 743 December 2005
I
Grey Matters 02 & 03
Met de steun van de Nationale Loterij
Koning Boudewijnstichting de levensomstandigheden van de bevolking helpen verbeteren www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting is een stichting van openbaar nut, die in 1976 -toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was- werd opgericht. De Stichting is onafhankelijk en pluralistisch. We zetten ons in om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren.
De Stichting spendeert jaarlijks zo’n 38 miljoen euro. Met dat geld kunnen we heel wat realiseren in dienst van de samenleving. Maar we kunnen niet alles doen. Daarom leggen we accenten en passen we onze centrale werkthema’s aan aan de steeds veranderende noden van de samenleving. Onze kernprogramma’s de komende jaren zijn : Sociale rechtvaardigheid, Burgersamenleving, Governance, en Fondsen & Eigentijdse filantropie. Het programma ‘Sociale rechtvaardigheid’ steunt projecten die kwetsbare of gediscrimineerde mensen meer autonomie geven. Met het programma ‘Burgersamenleving’ stimuleren we het engagement van burgers en willen we het verenigingsleven versterken. Het programma ‘Governance’ betrekt burgers nauwer bij beslissingen over de manier waarop goederen en diensten worden geproduceerd en geconsumeerd, en bij de evoluties in de medische wetenschappen. Met het programma ‘Fondsen & Eigentijdse filantropie’ wil de Stichting moderne vormen van vrijgevigheid aanmoedigen. Naast de vier kernprogramma’s heeft de Koning Boudewijnstichting ook een aantal ‘Structurele en Specifieke initiatieven’. Zo werkt ze mee aan een project voor de herinrichting van de Europese wijk in Brussel, ondersteunt ze Child Focus en ging ze een strategisch partnerschap aan met het European Policy Centre. Tot slot nog dit: al onze programma’s en projecten hechten bijzonder veel waarde aan culturele verscheidenheid en aan een evenwichtige man-vrouwbenadering. Om onze doelstelling te realiseren, combineren we verschillende werkmethodes : we steunen projecten van derden, we organiseren studiedagen en rondetafels met experts en burgers, we zetten denkgroepen op rond actuele en toekomstige thema’s, we brengen mensen met heel verschillende visies rond de tafel, we bundelen de vergaarde informatie in (gratis) publicaties en rapporten,… Als Europese stichting in België is de Koning Boudewijnstichting actief op lokaal, regionaal, federaal, Europees en internationaal niveau. Vanzelfsprekend benutten we het feit dat we gehuisvest zijn in Brussel, de hoofdstad van Europa, van België en van de twee grote Gemeenschappen van ons land. Meer info over onze projecten en publicaties vindt u op www.kbs-frb.be. Vragen kan u mailen naar
[email protected] of u kan bellen naar +32-70-233 728 Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel +32-2-511 18 40, fax +32-2-511 52 21 Giften op onze rekening 000-0000004-04 zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro.
De Stichting
Inhoud - GREY MATTERS, een project dat vooruitkijkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
- Wat verstaan we onder ‘neurowetenschappen’? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
- Fase 1 : Wat weten we? Een stand van zaken. Opinies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Kunnen de neurowetenschappen iets doen aan de problemen van de vergrijzing? - Diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
- Behandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 - Preventie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 En nog veel meer … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Grey Matters
- Fase 2 : Drijvende krachten en belangrijke onzekerheden . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 - Fase 3 : Mogelijke scenario’s voor de toekomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 - Fase 4 : Conclusies van de denkoefening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 - Fase 5 : En nu bent u aan de beurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
I
Grey Matters 04 & 05
Bijlage: Deelnemers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
GREY MATTERS een project dat vooruitkijkt Wat kan de invloed zijn van de neurowetenschappen op de vergrijzing tegen 2025 ? Zo lang mogelijk leven in een goede gezondheid, daar droomt toch iedereen van! Een droom die steeds dichter aansluit bij de realiteit want uit talrijke onderzoeken blijkt dat de levensverwachting blijft toenemen.
Maar hoe zullen we dat langer leven beleven? In de studies, denkpistes en actieplannen die inspelen op de uitdagingen en de problemen verbonden aan een verouderende bevolking, wordt tot nu toe het aspect van de groeiende kennis van het menselijk brein weinig belicht. Terwijl dit aspect nochtans cruciaal is. Maar tegelijk ook complex en onzeker. Daarom staat deze vraag in dit toekomstgericht project centraal. De neuro- of hersenwetenschappen zijn veelbelovend. Ze beleven vandaag de dag een boom. Die wettigt de hoop dat er weldra doeltreffende oplossingen zullen worden gevonden voor neurodegeneratieve ziekten als de ziekte van Alzheimer of de ziekte van Parkinson. Beide zijn nauw verbonden met het verouderingsproces. Anderzijds koesteren we misschien te veel verwachtingen in de wetenschap. Wat als de ontdekking van de ‘magische pil’ op zich laat wachten? En als die pil er dan toch komt, hoe zal die dan ons leven veranderen? In januari 2005 startte de Koning Boudewijnstichting met het project ‘Grey matters’. Wetenschappelijke experts en decision makers hebben zich gezamenlijk de toekomst in het jaar 2025 voor ogen gehouden en ze hebben zich afgevraagd welke impact de vooruitgang in de neurowetenschappen kan hebben op die toekomstige samenleving. Een samenleving waarin vergrijzing een steeds belangrijker thema wordt.
‘Scenariokaders’ Het uitwerken van wat we ‘scenariokaders’ noemen, is een benadering die is gebaseerd op toekomstprojecties. Het belangrijkste doel van de oefening is een anticiperende strategische reflectie te hebben over de toekomst en de belangrijkste drijvende krachten en onzekerheden te identificeren die daarin een rol zullen spelen. De deelnemers aan het project GREY MATTERS werden verzocht te beschrijven welke diverse richtingen we mogelijk in de toekomst inslaan. Dat gebeurde op een geleidelijke, gestuurde en omkaderde wijze. Vervolgens werden op die toekomstprojecties ‘retroanalyses’ uitgevoerd. Enerzijds om de sleutelfasen te bepalen, anderzijds om te kijken welke acties we nu moeten ondernemen om de toekomst in een gewenste richting te sturen. Deze methode heeft haar nut al bewezen voor complexe problemen waarbij er sprake is van veranderingen die zich met een hoge mate van waarschijnlijkheid zullen voordoen, in combinatie met een algemeen toekomstperspectief dat mogelijk ongunstig is. Ze draagt bij tot de ontwikkeling van gedeelde visies over de beslissingen die we moeten nemen met het oog op collectieve en duurzame oplossingen. Het project GREY MATTERS verliep in diverse fasen : z Er vonden individuele interviews plaats met twaalf topexperts in de neurowetenschappen. In deze gesprekken kwam de evolutie in hun subdisciplines ter sprake en werd gepeild naar de mogelijke verwachtingen die zij hebben in het wetenschappelijk onderzoek; z deze experts en specialisten in de menswetenschappen kwamen vervolgens samen in een residentiële workshop. Daarin werd bepaald welke de belangrijkste onzekerheden en de drijvende krachten zijn waarvan we mogen aannemen dat ze de evoluties in de neurowetenschappen zullen sturen; z die fase werd gevolgd door een breder opgezette residentiële workshop. Op basis van de sleutelonzekerheden en drijvende krachten schetste die diverse mogelijke kaders van toekomstscenario’s. Deze brochure stelt op beknopte wijze de resultaten van de diverse fasen voor: welk zijn de ontwikkelingen in de neurowetenschappen? Wat zijn de belangrijkste onzekerheden? Welke krachten drijven de toekomst? En hoe ziet die mogelijke toekomst er uit?
Een project dat vooruitkijkt
Wat verstaan we onder ‘neurowetenschappen’? Het begrip ‘neurowetenschappen’ zoals het hier wordt gebruikt, omvat alle wetenschapsdomeinen die zich bezighouden met het functioneren van de hersenen. Ziek of gezond, de hersenen als orgaan of als ‘geest’, op microscopische of macroscopische schaal, als zetel van emoties en gedachten van het individu, of als basis van de menselijke communicatie en de capaciteit om een complexe samenleving op te bouwen. De neurowetenschappen bestaan uit een breed palet van overlappende subdisciplines. Zelden beoefent de individuele neurowetenschapper ALLE takken van de neurowetenschappen, even zelden is zijn of haar kennisgebied beperkt tot één enkele subdiscipline. Bovendien spelen de neurowetenschappen voortdurend ‘leentjebuur’ bij andere kennisgebieden. Kortom, neurowetenschappen zijn een dynamisch en complex studieveld dat voortdurend onderhevig is aan veranderingen. Om toch enigszins zicht te krijgen op dat veld, hebben we getracht een aantal domeinen te beschrijven die, allemaal samen genomen, min of meer een weergave voorstellen van de neurowetenschappen in hun geheel. Het is ook binnen deze subdisciplines dat een selectie werd gemaakt van de twaalf geïnterviewde experts.
Grey Matters
Farmacologie, ontwikkeling geneesmiddelen
ComputerMedische wetenschappen, beeldvorming, elektronica elektrofysiologie Neurowetenschappen Genetica, moleculaire biologie, celbiologie
Neurochirurgie
I
Grey Matters 06 & 07
Neurologie Psychologie, psychiatrie
Cognitieve wetenschappen
Beeldvorming van de hersenen (hersenscans) : laat toe om ons brein in werking te zien zonder dat we daarvoor de schedel moeten openen. Dat kan dankzij scanners en MR-toestellen. Daarmee kan men niet alleen de structuur van de hersenen bestuderen, ze kunnen ook tonen welke zones van de hersenen aan het werk zijn als we een bepaalde mentale taak uitvoeren of welke zones juist niet functioneren als gevolg van een aandoening. Daarnaast bestaan er elektrofysiologische technieken (zoals EEG en MEG - elektro-encefalografie of magneto-encefalografie) die het elektromagnetisch functioneren van de hersenen in beeld brengen. Celbiologie : bestudeert het functioneren van de cellen waaruit onze hersenen zijn samengesteld (de neuronen en gliacellen). Bepaalde ziekten, zoals de ziekte van Parkinson en Alzheimer, zijn te wijten aan een degeneratie van deze cellen. Een veelbelovende onderzoekspiste in de strijd tegen deze ziekten is die van de stamcellen. Deze cellen kunnen misschien ooit als ‘wisselstukken’ fungeren om deficiënte cellen te vervangen en hun verloren functies herstellen. Moleculaire biologie en genetica gaan na uit welke (bio)moleculen de hersenen zijn opgebouwd, welke genen daarvoor worden gebruikt en hoe die biomoleculen met elkaar in interactie treden. Sommige hersenaandoeningen houden verband met de aanwezigheid van bepaalde genvarianten. Andere zijn te wijten aan een verstoorde interactie van de genen en de eiwitten binnen de cellen. Neurofarmacologie : hersencellen communiceren met elkaar via chemische boodschappers, zogenaamde neurotransmitters (dopamine, serotonine enz.). Als het niveau van deze neurotransmitters in sommige hersenzones abnormaal is, kan de communicatie van informatie tussen de cellen problematisch verlopen. Dat leidt tot het abnormaal functioneren van de hersenen. De meeste medicijnen voor de hersenen die vandaag in het apotheekkastje staan, werken in op de receptoren van neurotransmitters. Cognitieve psychologie : is een onderzoeksdomein dat het mechanisme van de intelligente functies van onze hersenen bestudeert: het geheugen, de taal, de waarneming, het redeneren, de leervaardigheden... De cognitieve psychologie werkt met ‘neuropsychologische tests’ die erg specifiek zijn. Eventueel zijn deze gekoppeld aan hersenscans, waardoor de zones van de hersenen die bij een bepaald mechanisme aan het werk zijn, in beeld worden gebracht. Elektronica en informatica : bepaalde aspecten van het functioneren van onze hersenen verlopen analoog met die bij de computer (gelukkig niet allemaal!). Sommige wetenschappers bestuderen onze hersenen intensief omdat ze hopen met die kennis betere computers te bouwen. Omgekeerd kunnen micro-elektronica en informatica op een dag misschien onze deficiënte hersenen te hulp komen. De eerste experimenten om een verbinding tot stand te brengen tussen levende cellen en elektronische chips zijn aan de gang. Neurochirurgie : wordt in de eerste plaats aangewend bij de behandeling van hersentumoren. De laatste jaren wordt er met neurochirurgie grote vooruitgang geboekt bij aandoeningen als epilepsie. Dankzij de neurochirurgie kunnen we ook elektroden inplanten om deficiënte neuronen elektrisch te stimuleren in zones die slecht functioneren. Dat is onder meer het geval bij de ziekte van Parkinson. Neurologie en psychiatrie : zijn twee klinische disciplines. Neurologen en psychiaters behandelen mensen met een ziekte van het brein. De neuroloog ziet de hersenen vooral in hun hoedanigheid van het orgaan dat de lichaamsfuncties regelt. De psychiater van zijn kant houdt zich vooral bezig met de werking van de psyche, de ‘geest’. Het onderscheid tussen de twee domeinen is niet altijd even helder als men op het eerste gezicht zou denken.
Fase 1
Fase 1
Wat weten we? een stand van zaken. Opinies Twaalf hoogstaande Belgische experts, actief in diverse takken van de neurowetenschappen, werden tijdens individuele gesprekken bevraagd over hun onderzoek en de mogelijke impact ervan op de vergrijzing. Elke geïnterviewde kreeg de volgende vragen voorgelegd: z wat zijn de belangrijkste vormen van vooruitgang die we in uw domein mogen verwachten en die in verband staan met het verouderingsproces van de hersenen? z wat zijn de factoren (positieve en negatieve) die mee zullen bepalen of die vooruitgang zich al dan niet zal voordoen? z wat zijn volgens u de grote onzekerheden voor de toekomst? Deze gesprekken vormden het basismateriaal voor het vervolg van het project. Op de volgende bladzijden vindt u een beknopte synthese van de oogst aan informatie die deze gesprekken hebben opgeleverd.
Grey Matters
De twaalf geïnterviewde experts :
I
Grey Matters 08 & 09
Prof. Patrick Cras, Neuroloog, Universiteit Antwerpen Prof. Bart De Strooper, Neurobioloog, Katholieke Universiteit Leuven Dr. Didier de Chaffoy de Courcelles, Directeur onderzoek voor J&J PRD in Europa Dr. Bert Gyselinckx, Ingenieur elektronica, Interuniversity MicroElectronics Center (IMEC) Prof. Jerzy Hildebrand, Neuroloog, Université Libre de Bruxelles Prof. Philippe Meire, Gerontologisch psychiater, Université Catholique de Louvain Prof. Xavier Seron, Cognitief neuropsycholoog, Université Catholique de Louvain Prof. Eric Salmon, Neuroloog, Clinique de la mémoire et imagerie cérébrale, Université de Liège Prof. Patrick Santens, Neuroloog, Universiteit Gent Prof. Christine Van Broeckhoven, Moleculair geneticus, Universiteit Antwerpen Prof. Philippe van den Bosch de Aguilar, Celbioloog, Université Catholique de Louvain Prof. Catherine Verfaillie, Celbioloog, Katholieke Universiteit Leuven
Hoe kunnen neurowetenschappen ingrijpen op verouderen? Diagnose : De diagnose van hersenaandoeningen zal hoogstwaarschijnlijk grote vooruitgang boeken dankzij z de verdere evolutie van de medische beeldvorming en elektrofysiologische meettechnieken z het op punt stellen van steeds specifiekere neuropsychologische tests om precies na te gaan wat de deficiëntie van bepaalde cognitieve functies inhoudt z het identificeren van nieuwe biologische en genetische merkers die in het bloed meetbaar zijn “De komende jaren zal onze ‘toolbox’ exploderen. De ontwikkeling van nieuwe moleculaire merkers, de vooruitgang van de medische beeldvorming, verbeterde klinische modellen, nieuwe inzichten in denk- en geheugenprocessen… Als we dat allemaal kunnen integreren, dan is er echt wel hoop op een betere diagnostiek.” (Didier de Chaffoy de Courcelles)
Dit zal leiden tot: z
z
een vroegtijdige diagnose, soms zelfs nog voor de eerste symptomen van de aandoening tot uiting komen. Ook het opsporen van een verhoogd risico om een aandoening te krijgen – hetzij omwille van genetische of omgevingsfactoren – zal mogelijk worden. Daardoor kan een vroegtijdige en zelfs preventieve behandeling worden ingesteld. een diagnose die objectiever, beter meetbaar en dus kwantificeerbaar is. Dat is onder meer belangrijk voor tal van psychiatrische aandoeningen waar de diagnose tot op heden eerder op basis van een (subjectieve) interpretatie van symptomen en/of observeerbaar gedrag gebeurt.
“Op termijn zullen we hersenaandoeningen beschrijven aan de hand van expressiepatronen van eiwitten of andere biochemische merkers. Dat leidt ongetwijfeld tot betere classificatie en diagnose. Die benadering lijkt me een correctere manier om hersenaandoeningen – neurologische en psychische – te benaderen, dan nu vaak het geval is.”. (Christine Van Broeckhoven) z
z
z
een diagnose die zekerder is. Voor veel aandoeningen zijn we vandaag de dag nog in het stadium van de ‘waarschijnlijke’ diagnoses. een diagnose die preciezer is, wat vermoedelijk zal leiden tot het identificeren van subclassificaties voor ziekten en tot meer specifieke behandelingen. een diagnose die permanent wordt bijgesteld, dankzij technieken van ‘monitoring op afstand’, sensoren die permanent worden gedragen op het lichaam of ergens in de kleren en die alarm slaan in geval van nood.
“Bij IMEC ontwikkelen wij sensoren voor zogenaamde ‘body area networks’. Die sensoren zitten op of in het lichaam of in de kleding, en daarmee kunnen we tal van lichaamsparameters meten: temperatuur, bloeddruk, bewegingsintensiteit… Dat is een basistechnologie die we op korte termijn kunnen ontwikkelen.” (Bert Gyselinckx) De integratie van deze nieuwe technologieën en nieuwe diagnosemogelijkheden zullen volgens de meeste specialisten een grote weerslag hebben op de manier waarop we in de toekomst ‘ziek zijn’ en ‘gezond zijn’ zullen benaderen. Heel het klinisch denken zal veranderen. Niet alleen de indeling van hersenaandoeningen, maar ook de grens tussen ziek zijn en gezond zijn. Dat zal zich natuurlijk vertalen in de klinische praktijk: welke tests gaan wij uitvoeren, wanneer voeren we die uit, welke vragen zullen wij stellen … het zal er allemaal anders uitzien in de toekomst. (Patrick Santens)
Fase 1
Behandeling : In vergelijking met andere ziekten worden hersenaandoeningen vaak nog ‘stiefmoederlijk behandeld’. Vaak bestaat de therapie slechts uit het verminderen van de symptomen of het vertragen van het verloop van de aandoening. Zelden is een behandeling ‘genezend’ in de echte zin van het woord. Toch koesteren een aantal experts hoge verwachtingen in het onderzoek naar nieuwe therapieën. “Voor de belangrijkste ziektebeelden zullen er volgens mij echt wel farmacologische oplossingen uit de bus komen. Dat gold tot nu toe ook voor alle andere indicatiegebieden. Ik zie dan ook geen reden waarom dat ook niet voor de psychiatrie en neurologie zou gelden.” (Didier de Chaffoy de Courcelles) “Beleidsmakers moeten inzien dat de ziekte van Alzheimer over twintig jaar op een andere manier behandeld zal worden dan nu. Ik verwacht echt dat er uit het wetenschappelijk onderzoek ook nieuwe behandelingen, nieuwe technieken voor diagnose en zelfs nieuwe methoden ter preventie zullen komen.” (Bart De Strooper)
- het op punt stellen van nieuwe medicijnen Grey Matters
Een groot deel van de geneesmiddelen die we vandaag gebruiken om hersenziekten te behandelen, zijn gericht op de receptoren voor neurotransmitters. Dit zijn de chemische stoffen die hersencellen gebruiken om met elkaar te communiceren. De identificatie van nieuwe receptoren zal toelaten om nieuwe moleculen te ontwikkelen die op een specifiekere en ‘meer verfijnde’ manier inwerken op de hersenen dan het geval is met de medicijnen die er nu zijn. Zo mogen we hopen op medicijnen die het geheugen, het leervermogen, de emotionele stabiliteit… doeltreffender zullen verbeteren. Genetisch onderzoek brengt steeds duidelijker aan het licht dat bepaalde genvarianten de manier beïnvloeden waarop medicijnen in het lichaam werken: een bepaald medicijn zal bij de ene patiënt beter werken dan bij de andere. In de toekomst wordt het wellicht mogelijk om voor sommige aandoeningen behandelingen op punt te stellen die meer ‘gepersonaliseerd’ zijn waardoor de efficiëntie van een geneesmiddel toeneemt en het gevaar op schadelijke bijwerkingen afneemt. Het onderzoek naar factoren die zenuwcellen beschermen tegen degeneratie of die hun groei bevorderen in geval van een letsel, kan nieuwe perspectieven openen in de behandeling van degeneratieve ziekten (Alzheimer, Parkinson…) of voor het herstellen van schade veroorzaakt door een trombose of andere vasculaire hersenaandoeningen.
I
Grey Matters 10 & 11
Tot slot is er een heel gamma van moleculen die geschikt zijn om cellen te beschermen tegen de nefaste effecten van afvalstoffen van hun eigen functioneren (onder meer vrije radicalen). Theoretisch bieden deze stoffen bescherming tegen veroudering in het algemeen. Of ze ook hersencellen kunnen beschermen, blijft een open vraag omdat ze moeite hebben om de bloed-hersenbarrière te overbruggen. Toch uitten een aantal experts ook hun bezorgdheden. In de eerste plaats omdat het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen een dure aangelegenheid is geworden. Anderzijds stellen sommigen zich vragen bij het ongelimiteerde en langdurige gebruik van geneesmiddelen.
“De kostprijs om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen, blijft onrustbarend sterk stijgen. De manier waarop wij vandaag geneesmiddelen (moeten) ontwikkelen, is onhoudbaar in de toekomst.” (Didier de Chaffoy de Courcelles)
“Wij dragen een grote verantwoordelijkheid voor wat betreft de langetermijneffecten van medicijnen. Neem nu dat men al vroeg deze medicijnen begint te nemen en dat men honderd jaar oud wordt: wat kan er dan niet allemaal gebeuren?” (Eric Salmon)
- het inplanten van stamcellen Stamcellen zijn heel bijzondere cellen. Enerzijds kunnen zij gedurende een lange periode delen en ‘ongespecialiseerd’ blijven. Aan de andere kant kunnen ze onder invloed van groei- en differentiatiefactoren zich op eender welk ogenblik specialiseren. Ze hebben de potentie om uit te groeien tot eender welk celtype van ons lichaam: huid, lever, hartspier of zelfs zenuwcellen. Dat opent perspectieven om ze te gebruiken als ‘wisselstukken’ om weefsels te vervangen die door een aandoening werden getroffen. Er zijn experimenten gaande om cellen afkomstig van stamcellen in te planten bij patiënten met de ziekte van Parkinson of Huntington. Beide aandoeningen worden veroorzaakt door het aftakelen van welbepaalde populaties van neuronen in afgelijnde hersengebieden. Bij de ziekte van Alzheimer treedt een diffusere degeneratie van neuronen op over het ganse hersenweefsel. Hier lijken de mogelijkheden van celtherapie minder voor de handliggend. Stamcellen krijgen tegenwoordig veel media-aandacht, wat soms tot overspannen verwachtingen leidt. De onderzoekers die zelf werkzaam zijn op dit domein, zijn veel voorzichtiger… “Of het ooit mogelijk wordt om hersenziekten met stamcellen te behandelen, blijft ook voor mij een onbeantwoorde vraag. Ik denk dat stamcellen in de eerste plaats nuttig zullen zijn om ziektes te modelleren en om de verschillende fasen van stamcel tot volwassen hersencel te bestuderen. Voor de meeste aandoeningen zullen stamcellen slechts een middel zijn om een beter inzicht te krijgen en om meer klassieke behandelingen op punt te stellen.” (Catherine Verfaillie) “Alles wat zich binnen de fundamentele hersenwetenschappen afspeelt, vertaalt zich ook onmiddellijk in het verwachtingspatroon van patiënten. Mensen komen nu al met de vraag wanneer ze een afspraak kunnen maken voor een stamcelbehandeling. Dat leeft, patiënten en hun familieleden hebben daar een zekere verwachting rond.” (Patrick Santens)
- vaccinatie De jongste jaren is er ook veel belangstelling voor de ontwikkeling van vaccins. Bijvoorbeeld tegen de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers slaagden erin om het afweersysteem van proefdieren te activeren tegen het eiwitfragment dat de hersenletsels bij de ziekte van Alzheimer veroorzaakt. De hersenen van de dieren vertoonden niet langer deze letsels, evenzo bleven hun cognitieve capaciteiten op peil. Deze positieve resultaten wekten de hoop dat een vaccin misschien ook bij mensen zou werken. Aanvankelijk zagen de resultaten er veelbelovend uit, maar het onderzoek werd abrupt afgebroken nadat bij een aantal patiënten ernstige bijwerkingen optraden. Onder meer ontstekingen van de hersenen. “De eerste vaccinatie-experimenten tegen de ziekte van Alzheimer moesten worden stopgezet. Dat was een serieuze opdoffer. Maar dat hoort nu eenmaal bij risicovol onderzoek. Alleen door dergelijk onderzoek uit te voeren, kan je een stap voorwaarts zetten naar een nieuwe behandeling. Ondertussen hebben veel mensen de vaccinatiestrategie tegen de ziekte van Alzheimer afgeschreven. Ten onrechte, want de oorspronkelijke problemen zijn opgelost … vaccinatie lijkt mij nog lang niet ten dode opgeschreven.” (Bart De Strooper)
Fase 1
- gentherapie Bij gentherapie wordt in een ‘zieke’ cel een ‘genezend gen’ ingebracht. Dit gen codeert voor een eiwit dat de cel terug normaal doet functioneren. Tot nu toe is het bijzonder moeilijk gebleken om de nieuwe genen in voldoende cellen aan te brengen of er voor te zorgen dat er geen interferenties optreden met de talrijke andere functies die de cel uitoefent. Dat verklaart waarom deze techniek tot veel ontgoochelingen heeft geleid. Toch lijken recente experimenten in het domein van hersentumoren tot bemoedigende resultaten te leiden. “De vraag rijst ook wie toegang mag krijgen tot deze vormen van vooruitgang. Waar legt men voor dure behandelingen de grens om te bepalen wie ze al dan niet mag krijgen? Als men een behandeling aanvaardt voor iemand van zestig, zal men dat dan ook doen voor iemand van tachtig?” (Eric Salmon)
- diepe hersenstimulatie Al sinds enkele jaren worden patiënten met de ziekte van Parkinson behandeld door een zeer fijne elektrode in te brengen in de hersenzone die betrokken is bij de ziekte. Deze elektrode is verbonden met een ‘pacemaker’-achtig toestel dat de hersencellen stimuleert. Dit mildert de vervelende symptomen van de ziekte. De arts en de patiënt kunnen de stimulatie naar believen uitschakelen of activeren.
Grey Matters
Deze techniek is vandaag voorbehouden voor mensen met de ziekte van Parkinson bij wie medicijnen niet langer doeltreffend zijn. Omwille van het succes hebben neurochirurgen de technologie nu ook toegepast voor andere ziektebeelden zoals obsessief-compulsieve stoornissen (OCS) of vormen van zware depressie. Inmiddels worden ook andere methoden bestudeerd om de hersenen te stimuleren. Elektromagnetische stimulatie bijvoorbeeld. Die biedt het voordeel dat ze kan worden toegediend van buiten uit zonder chirurgische ingreep. De eerste experimenten wijzen uit dat magnetische stimulatie cognitieve vaardigheden (geheugen, leervaardigheden, concentratie) bevorderen en bepaalde vormen van depressie milderen. Het is echter nog te vroeg om daarover nu al definitieve conclusies te trekken. “De functionele neurochirurgie is aan een opmars bezig. Het inplanten van elektrodes in hersengebieden die minder goed functioneren, zoals bij de ziekte van Parkinson, wordt bijna een routinezaak. Maar in feite blijft dat toch een zuiver symptomatische en geen genezende behandeling.” (Patrick Santens)
“Diepe hersenstimulatie met elektroden is niet alleen een populair onderzoeksonderwerp, het heeft ook op korte tijd ingang gevonden als behandeling. Er worden toch wel wat mensen behandeld met diepe hersenstimulatie. Vooral patiënten met de ziekte van Parkinson. Ik schat dat het om een honderd tot honderd vijftig patiënten per jaar gaat. Die behandeling verloopt met wisselend succes. Men ontdekt ook steeds meer subtiele bijwerkingen. Zo zouden er bij sommige patiënten problemen optreden met het geheugen, de reactiesnelheid enzovoort.” (Patrick Cras)
I
Grey Matters 12 & 13
- nieuwe modellen voor cognitieve revalidatie Het verlies aan cognitieve mogelijkheden verloopt niet bij alle dementerenden gelijk. Als we deze interindividuele verschillen begrijpen, dan wordt het misschien mogelijk om specifieke en geïndividualiseerde revalidatieschema’s op te stellen die uitgaan van de overblijvende capaciteiten van de patiënt.
Tevens kan men de leefomgeving van de patiënt aanpassen waardoor de impact van zijn tekorten op het alledaagse functioneren wordt gereduceerd (aangepaste telefoon, geheugensteuntjes…). “Bij de revalidatie van volwassenen die het slachtoffer zijn geworden van hersenletsels, is het niet de vooruitgang van het fundamenteel onderzoek, of medicijnen of chirurgische interventies die het welzijn van deze mensen bevorderen. Wat er wel toe doet, zijn de geïntegreerde revalidatieprogramma’s waarbij de persoon ‘in zijn geheel’ wordt betrokken: taaltherapie, cognitieve therapie, beweging enz. Volgens mij gaat dat ook op voor dementie. Je moet die problematiek globaal aanpakken. Men kan dat niet even in orde brengen met pilletjes die je bij de apotheker kunt kopen.” (Xavier Seron)
- hersenen en computer verbinden Zullen pc’s ooit slecht functionerende hersenen kunnen ondersteunen? Of is dat een overbodige vraag omdat het antwoord overduidelijk is! Elektronische agenda’s doen immers nu al dienst als geheugenprothese, rekentoestelletjes maken hoofdrekenen overbodig en computers verbeteren schrijf- en stijlfouten in teksten. Allemaal ICT-middeltjes om onze falende hersenen te ondersteunen. Vergelijkbare elektronische hulpmiddelen zullen de komende jaren een hoge vlucht nemen… op voorwaarde dat ze voldoende eenvoudig te gebruiken zijn door mensen bij wie de cognitieve functies afnemen. Of we echter ook evolueren naar de cyborg, waar mens en computer één geheel vormen, waar er een fysische connectie tussen zenuwcellen en chip bestaat, lijkt veel minder zeker. De meeste experts doen het in ieder geval af als ‘Hollywoodiaanse sciencefiction’. “Met de eeuw van de fysica achter ons en die van de biotechnologie voor ons denk ik dat we aan het prille begin staan van een nieuwe samengevoegde wetenschap van elektronica, fysica en life sciences.” (Bert Gyselinckx)
- intelligente omgeving Hier gaat het erom dat de dagelijkse omgeving van functiebeperkte senioren uitgerust wordt met diverse elektronische sensoren die in staat zijn om hun gezondheidstoestand te ‘bewaken’ en die hen kunnen helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. “Mensen met dementie kunnen gemakkelijk sociaal geïsoleerd geraken. Daarom trachten ingenieurs en computerwetenschappers om de omgeving aan te passen aan hun noden en capaciteiten. Als er bijvoorbeeld iemand telefoneert, dan wordt via een display de foto getoond van de persoon aan de andere kant van de lijn. Of op vaste tijdstippen worden deze mensen er via de televisie aan herinnerd dat ze een medicijn moeten innemen. Dergelijke intelligente omgeving kan een hulp zijn voor iemand met een cognitief probleem.” (Bert Gyselinckx)
Fase 1
Preventie : We beginnen steeds beter de mechanismen te begrijpen die aan de basis liggen van veroudering, ook veroudering van de hersenen. Daarom is het niet ondenkbaar dat we op korte termijn maatregelen kunnen uitwerken die de ‘vergrijzing’ van de hersenen tegengaan.
Een gezonde geest in een gezond lichaam Het gezond houden van het lichaam draagt in hoge mate bij tot het behoud van de vitaliteit van de hersenen. De standaard preventiemaatregelen die leiden tot een gezond en lager leven komen ook het brein ten goede. Deze maatregelen zijn : z Onderdrukken van een te hoog plasmacholesterolgehalte, een te hoge bloeddruk en tijdige behandeling van diabetes z Excessief alcoholgebruik vermijden z Het promoten van een gezonde –calorisch armere- voeding die rijk is aan vitaminen z Het verminderen van de blootstelling aan toxische stoffen uit de leefomgeving (oa. via roken en vervuiling).
Specifieke maatregelen Grey Matters
Wetenschappers zoeken eveneens naar maatregelen die meer specifiek het verouderen van de hersenen tegengaan. We weten dat we elke dag neuronen verliezen. Dit verlies wordt bij de zogeheten ‘neurodegeneratieve ziekten’ (Alzheimer, Parkinson…) drastisch versneld. Volgens sommige experts is het daarom belangrijk om al van bij het begin van het leven een ruime ‘voorraad’ zenuwcellen aan te leggen. Bovendien zouden we die zenuwcellen zodanig moeten structureren dat ze een maximum aan plasticiteit (= de capaciteit om zich te herorganiseren) aan de dag leggen. Uit wetenschappelijk onderzoek komen de eerste resultaten bovendrijven dat dagdagelijkse handelingen wel degelijk een invloed hebben op de structurering van onze hersenen. Het gerichter toepassen van deze specifieke handelingen zou de dynamiek en plasticiteit van onze hersenen ten goede kunnen komen. Dit onderzoek staat nog in de kinderschoenen, maar veel experts zien het als het cruciale onderzoeksthema tijdens de komende decennia. “Hoe kunnen we neurodegeneratie tijdens het ouder worden tegengaan? Dat vormt de centrale vraag in het hele verouderingsproces.” (Didier de Chaffoy de Courcelles) “Het grote overkoepelende thema is de plasticiteit, de dynamiek van de hersenen. Als we dat begrijpen… Daar ligt de toekomst!” (Christine Van Broeckhoven)
I
Grey Matters 14 & 15
- Intellectuele activiteit Jonge ratten die in een complexe omgeving opgroeien – met veel voorwerpen en speeltjes om zich heen – ontwikkelen meer vaardigheden om te leren en te memoriseren. Anderzijds blijken hun hersenen ook anders gestructureerd te zijn waardoor ze beter gewapend zijn tegen veroudering. Zo verliezen ze minder neuronen bij het verouderen. Uiteraard zijn vergelijkbare experimenten met mensen omwille van ethische redenen uitgesloten. Maar toch zijn er aanwijzingen dat vroeg begonnen en aangehouden intellectuele activiteit voordelen biedt tijdens het verouderen. Zo is het bekend dat mensen met hoge studieniveaus beter
beschermd zijn tegen de ziekte van Alzheimer. Er bestaat een zeer befaamd onderzoek dat bij Amerikaanse nonnen een verband legt tussen de literaire kwaliteit van hun intentiebrieven om in te treden in het klooster, en het risico om - goed vijftig jaar later – de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. De zusters van wie de teksten blijk gaven van een goede opleiding bleken veel minder gevoelig voor de ziekte dan degenen die slechts een basisopleiding hadden genoten. Experts zijn vandaag van mening dat intellectuele activiteit in de hersenen duurzame veranderingen op het moleculaire en cellulaire vlak teweegbrengt. Die aanpassingen zijn des te duurzamer naarmate de intellectuele activiteit langer wordt voortgezet. “Het voortzetten van intellectuele activiteit doet dienst als bescherming tegen aftakeling van de hersenen. We stoten hiermee op een belangrijk sociaal probleem. Als we in onze samenleving mensen op hun 53ste met pensioen sturen, is het belangrijk dat zij intellectueel actief blijven.” (Jerzy Hildebrand) “Intellectuele oefeningen zijn belangrijk voor senioren: kaartspelen, kruiswoordraadsels oplossen of zelfs gewoon kletsen. Kortom, alle mogelijke vormen van mentale stimulatie. De enige voorwaarde is dat ze betekenisvol zijn. Hersenen moeten niet ‘in het luchtledige’ actief zijn. Alleen maar kleuren tonen bijvoorbeeld volstaat niet. Er moet sprake zijn van het bevorderen van de perceptie en van een respons. Er moet zich in de hersenen een ‘vrijwillige’ daad voordoen. Die moet een ‘antwoord’ bieden op een stimulatie.” (Philippe van den Bosch de Aguilar) - Fysieke activiteit Hetzelfde geldt voor fysieke activiteiten, die niet alleen uitstekend zijn voor het hart en de spieren maar ook voor de hersenen! Ook daarover zijn de resultaten van studies met proefdieren ondubbelzinnig: muizen die zich kunnen oefenen in het lopen of ratten die mogen zwemmen, presteren ‘intellectueel’ veel beter dan dieren die loom in hun kooi blijven. Epidemiologische studies die werden uitgevoerd bij grote groepen senioren geven hetzelfde beeld weer. “Het begrip ‘fysieke cultuur’ moet weer op de voorgrond treden. Met het ‘bewaren van een goed evenwicht’, in de letterlijke betekenis van het woord, moet men niet beginnen als men tachtig wordt en de eerste valpartijen meemaakt!” (Eric Salmon) - Stress vermijden Omgekeerd kunnen factoren die verbonden zijn met de levensstijl, nefast zijn voor de hersenen. Volgens een aantal experts vormt een sereen en evenwichtig leven een goede preventieve maatregel tegen het verouderen in het algemeen en het aftakelen van de hersenen in het bijzonder. Zo zou negatieve stress een voorbeeld zijn van een negatieve factor voor het gezonde behoud van de hersenen. “Wat is de psychologische impact als mensen op non-actief worden gesteld? Aan mensen zeggen ‘U bent sociaal volstrekt nutteloos’ moet naar mijn idee wel depressies veroorzaken en u weet tot op welke hoogte depressies het cognitieve functioneren kunnen beïnvloeden.” (Jerzy Hildebrand)
“We moeten de culturele blik op de oude dag ombuigen. Senioren zijn vaak het slachtoffer van een stereotiep beeld. Ze zouden niet langer in staat zijn om aan allerlei soorten activiteiten deel te nemen, aan sport te doen, zich aan nieuwe technologieën aan te passen enz. Als iedereen rondom hen zegt dat ze niet meer meekunnen, gaan ze daar automatisch ook zelf van overtuigd raken.” (Philippe Meire)
Fase 1
Maar er is meer… Sommige van de geïnterviewde wetenschappers kijken ook behoorlijk kritisch naar de wijze waarop de hedendaagse samenleving met senioren omgaat. Kennen we de reële noden van deze mensen wel, vragen ze zich af. Teveel zien we de oude dag als een optelsom van tekorten – ziektes, verlies aan rendabiliteit, geringer prestatievermogen, intellectuele neergang…. Daardoor wordt het idee in stand gehouden dat verouderen een ‘ziekte’ is waarvoor men kost wat kost ‘genezing’ moet vinden. Op die manier wordt uitsluitend gefocust op wat er niet meer gaat, in plaats van te kijken naar alles wat wél nog goed ‘functioneert’. “Discriminerende stereotypen die gebaseerd zijn op de leeftijd behoren tot het soort uitsluiting dat we in het Frans ‘âgisme’ noemen. De psycho-neurowetenschappen kunnen daar onbewust toe bijdragen door de veroudering uitsluitend te zien als een probleem waarvoor zij een oplossing moeten aandragen. Sommigen hebben er economisch belang bij om dit idee te verspreiden, maar het beantwoordt niet aan de realiteit. Integendeel, we moeten ouderen helpen om zich bewust te worden van hun mogelijkheden en van wat ze kunnen bijbrengen, met name bij het doorgeven van waarden van generatie tot generatie.” (Philippe Meire)
Grey Matters
Volgens sommige gesprekspartners leidt de pessimistische blik op het fenomeen ‘veroudering’ tot een logica van medische en technologische consumptie. Die slorpt middelen op die op een meer doordachte manier zouden kunnen worden ingezet. De verwachtingen die men koestert ten aanzien van het farmaceutisch onderzoek en de technologische uitrusting leidt misschien wel de aandacht af van andere, reële noden, waar dan niet aan wordt beantwoord. Wat zijn die noden? Men kan ze schematisch onderverdelen in twee grote categorieën: z sociale maatregelen voor de ouderen van vandaag z preventieve maatregelen voor de ouderen van morgen
1. Sociale maatregelen voor de ouderen van vandaag De grote meerderheid van de senioren wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen en daar, in hun natuurlijke omgeving, genieten van hulp en aangepaste begeleiding. Er worden reeds tal van initiatieven daar rond genomen, maar volgens sommige van de geïnterviewde experts zijn ze nog in hoge mate ontoereikend in verhouding tot de vraag. Er is volgens hen overigens een stuitend gebrek aan informatie over wat er al bestaat.
I
Grey Matters 16 & 17
Een zorgpolitiek die zich richt op thuisverzorging en ambulante zorg, zou ook een uitbreiding van de maatregelen moeten inhouden ten gunste van de mantelhulpverleners. Betere vakantie- en financiële regelingen om voor een bejaarde ouder te kunnen zorgen, dagcentra voor senioren waardoor de mantelverzorger op adem kan komen enz. En dan is er ook het financiële plaatje. Zo is de medicatie die het verloop van de dementie bij de ziekte van Alzheimer vertraagt, erg duur. Toch vormt de kostprijs daarvan lang niet de zwaarste last voor families van een demente bejaarde. Enkele geïnterviewde wetenschappers klagen daarom aan dat de overheid zich al te vaak op een gemakkelijke manier ‘een goed geweten’ koopt door de terugbetaling van deze geneesmiddelen te verhogen. Zij onderstrepen dat dergelijke partiële maatregelen ons niet kunnen ontslaan van alle andere manieren om het probleem te benaderen. Die benaderingen zijn veel complexer en dringender om in overweging te nemen.
“Tot voor kort werd dementie gezien als een normaal en onontkoombaar verschijnsel als je ouder wordt. De tijd dat seniele mensen als een oud stuk meubilair achter het gordijn zaten, ligt niet zo lang achter ons. Nu hebben we gelukkig een netwerk van bejaarden- en dementenzorg…” (Christine Van Broeckhoven)
“Het is uiteraard makkelijker te zeggen dat men het arme oudje verward heeft aangetroffen in zijn wijk om hem of haar vervolgens in een instelling te plaatsen. Cognitieve aftakeling is een van de belangrijkste redenen om mensen in een instelling te laten opnemen, maar daar bestaat verder geen enkele vorm van preventie rond. Er zijn zelfs geen studies beschikbaar om te bepalen wat men zou kunnen doen.” (Xavier Seron) “Het onthaal en de begeleiding van demente mensen vormt een gigantische uitdaging. Het is vandaag de dag al moeilijk om opvang te vinden en dat probleem zal alleen maar groter worden.” (Patrick Cras)
“Het is natuurlijk belangrijk dat er budgetten gaan naar biologisch onderzoek. Maar men mag de financiële middelen die nodig zijn voor de non-profit sector en voor de psychosociale begeleiding niet opofferen aan de hypothetische verwachting dat er ooit wel eens een neurobiologische doorbraak komt.” (Philippe Meire)
2. Preventieve maatregelen voor de ouderen van morgen - Niet-medisch maar net zo goed belangrijk onderzoek Veel van de gesprekspartners pleiten voor een meer globale en geïntegreerde aanpak van de problemen die met vergrijzing hebben te maken. Daarmee bedoelen ze dat de invalshoek niet louter medisch mag zijn. Dat er in de eerste plaats wordt gefocust op de bewaarde capaciteiten van de senior in plaats van op zijn tekortkomingen. Dat er rekening wordt gehouden met de natuurlijke omgeving van de oudere en met zijn netwerk van relaties. Aan de andere kant zijn zij van oordeel dat een dergelijke benadering niet haalbaar is zonder een betere structurering van het niet-medische wetenschappelijk onderzoek (psychosociaal, cognitief e.a.). Dat moet een grotere financiële armslag krijgen, maar tegelijk met evenveel striktheid worden gevoerd als het biomedische onderzoek. Hierdoor zullen er objectieve criteria moeten worden vastgelegd om de reële efficiëntie van dit onderzoek te evalueren en van de mogelijke maatregelen die hieruit te voorschijn komen. “Het mag niet zo zijn dat de opvang van demente mensen, onder het mom van ‘een menselijke aanpak’ en ‘goede bedoelingen’, evolueert naar een netwerk van slecht georganiseerde vrijgevigheid. Een onderbouwde psychologische en sociologische benadering van dementie is onmisbaar en daar zijn competente en professionele mensen voor nodig. Het is echter niet nuttig en evenmin interessant om de wetenschappelijke en neurobiologische benadering lijnrecht tegenover een maatschappelijke aanpak te plaatsen. Het gaat er juist om dat we deze diverse niveaus van analyse tot een geheel integreren.” (Xavier Seron)
“De sociale, psychologische en culturele dimensies zullen belangrijk blijven in de omgang met de vergrijzing die collectief en solidair is. Er zijn in dit domein onderzoeksacties nodig die goed gecoördineerd zijn en voldoende stabiel in de tijd, waardoor ze niet bij elke wisseling van kabinet weer ter discussie worden gesteld.” (Philippe Meire)
Fase 1
- Het behoud van een echt sociaal nuttigheidsgevoel Nog een punt waar vaak de nadruk op werd gelegd, is de nood voor senioren om naast waardevolle sociale contacten ook een gevoel van nuttigheid en zelfs van verantwoordelijkheid te behouden. Dat moet hen stimuleren om hun intellectuele activiteiten voort te zetten. In samenlevingstermen zou dit vertaald kunnen worden in het bevorderen van een werkelijke solidariteit tussen de generaties. En dat veronderstelt dan weer dat de organisatie van een aantal sleutelsectoren voor senioren grondig moet worden herdacht : z werken : de overgang van werk naar inactiviteit moet geleidelijker verlopen. Senioren moeten ‘aan de slag’ kunnen blijven, in een aangepast ritme. Er moeten formules worden bedacht die het voor hen beter mogelijk maken om hun ervaring met jongeren te delen. Maar ook omgekeerd, senioren zouden meer moeten kunnen profiteren van de creativiteit van jongeren. z wonen : systemen waardoor senioren, zolang als ze dat zelf wensen, thuis blijven wonen, moeten worden bevorderd. Intergenerationele oplossingen moeten worden begunstigd en sociale banden versterkt. “Mensen moeten een radertje kunnen blijven in het geheel, hoe klein ook.” (Jerzy Hildebrand)
Grey Matters
“Nu worden actieve mensen gescheiden van niet-actieve, jongeren van ouderen, en vervolgens moeten er complexe systemen worden bedacht om te komen tot een min of meer kunstmatige vorm van intergenerationaliteit. Het overbruggen van generaties moet veel vroeger gehandhaafd blijven, bijvoorbeeld op de werkvloer.” (Philippe Meire) - Onderwijs moet gebruikmaken van de vooruitgang in de neurowetenschappen Onderzoek lijkt steeds meer uit te wijzen dat de mogelijkheid om als ouder wordende volwassene zoveel mogelijk te genieten van de potentie van je brein, in de kinderjaren worden gelegd. Hersenen van kinderen beschikken immers over de grootste leermogelijkheden en plasticiteit. Daarom is het belangrijk om al vanaf de kleuterschool nieuwe inzichten uit de neurowetenschappen te integreren. Het gaat er niet zozeer om dat kinderen moeten worden ‘gedresseerd’ om kennis te verwerven, maar eerder dat hun geest zich openstelt en dat hun competenties opbloeien. “Hoeveel wetenschapsteams zijn er wereldwijd niet bezig met het verouderingsproces van de hersenen? De fundamenten om vooruitgang te boeken zijn er. Men moet echter wel het maatschappelijke terrein effenen om alles wat uit deze nieuwe wetenschappelijke kennis voortkomt, een plaats te geven.”
I
Grey Matters 18 & 19
(Ph. Van den Bosch de Aguilar)
- Nadenken over het levenseinde De problematiek van het levenseinde wordt in onze moderne samenleving vaak uit de weg gegaan. Een louter biomedische benadering van de neurowetenschappen houdt het risico in dat de mythe van de eeuwige jeugd verder in stand wordt gehouden. Geen enkele wetenschappelijke doorbraak zal echter kunnen vermijden dat we op een dag toch moeten sterven. Dat kunnen we beter met de nodige sereniteit onder ogen zien. De experts nodigen ons daarom uit om ook het debat rond het recht op sterven te voeren. Maar ook over de bescherming die moet worden geboden aan hen die niet meer in staat zijn om voor zichzelf te beslissen.
“Als men het sterven nog verder kan uitstellen, kan men dan tevens beletten dat mensen door een periode van biologisch verval moeten? Het is best mogelijk dat de hoop op een leven zonder ernstige pathologie nog kan toenemen, maar dat mensen oud worden is onontkoombaar.” (Philippe Meire)
“Een ander gevaar op ethisch vlak is dat je mensen niet meer toelaat om te sterven.” (Patrick Santens)
“De medische vooruitgang zal ieder van ons ongetwijfeld een steeds langer leven laten leiden, doodgewoon omdat onze vitale systemen voldoende functioneel zullen blijven. De kwaliteit van dat ‘verlengde leven dat bijstand behoeft’ wordt echter een belangrijk ethisch thema. Elke burger zal in vrijheid kunnen beslissen of hij al dan niet een beroep doet op die vormen van bijstand om te garanderen dat hij blijft leven. Volgens mij zullen we dan ook niet alleen worden geconfronteerd met de vraag hoe we de vergrijzing van de bevolking zullen beheren, maar we zullen ook het beslissingsrecht van mensen over het levenseinde moeten behandelen. Hoe lang wil iemand leven en tot welke prijs wil hij of zij zo oud worden?” (Xavier Seron)
“Zolang mensen leven en de indruk hebben dat ze sociaal nuttig zijn, moet men ze helpen. En als dementie maakt dat ze niet langer sociaal nuttig kunnen zijn, moet de samenleving ze beschermen. Als men de zwakken niet meer beschermt, is er geen sprake meer van beschaving.” (Jerzy Hildebrand)
Fase 1
Drijvende krachten die de evolutie van de neurowetenschappen zullen bepalen Omvang van de potentiële medische behoeften Aantal ouderen in de populatie z Verhoogde vraag naar een neurologische behandeling van mensen die in een minder goede gezondheid verkeren z
Omvang van de noden die verbonden zijn met de verwachtingen van het publiek Beschikbaarheid van ‘vrije tijd’ tussen het ophouden met werken en het tijdstip van overlijden (van 55 tot 80 en ouder) z Invloed van tendensen en mode(grillen) (bv. wellness) z Individuele perceptie/waardering van de neurowetenschappen in de mate waarin ze aan ‘mijn’ behoeften tegemoetkomen z Stijgende verwachting van individuen om hun levenskwaliteit te verbeteren, en de spanningen die dit teweegbrengt tussen individu en maatschappij z
Grey Matters
Maatschappelijke visie op veroudering Levenskwaliteit tegenover vergrijzing als opeenstapeling van gebreken z Politieke wil om voor ouderen te zorgen/te betalen, of ‘stervensplicht’ z Politieke wil om nieuwe inzichten uit de neurowetenschappen te integreren in domeinen als het onderwijs enz. z Maatschappelijk antwoord op de stijging van de levensverwachting z Veroudering gezien als een continuüm van het leven (continuümvisie of –model) z Mate van persoonlijke betrokkenheid van individuen z
z
de informatie kan benutten in functie van de noden Onaangepaste van sociale mechanismen in de samenleving
Beschikbaarheid van externe compenserende middelen om met deficiënties om te gaan z
Verbinding brein-computer
z Ontwikkelen z Nieuw
therapeutische ontdekkingen – zowel om de symptomen te behandelen als om de ziekte bij de wortel aan te pakken (bv. stamcellen)
Begrijpen van mechanismen die bijdragen tot succesvolle veroudering z
Capaciteit om de ontwikkeling van de hersenen reeds op jeugdige leeftijd te beïnvloeden (in de opvoeding)
z Nieuwsgierigheid z Verbetering
De kostprijs om de levenskwaliteit van ouderen hoog te houden z Mate waarin behandelingen beschikbaar zijn voor de bevolking z Financiering van het onderzoek z ‘Return on investment’-principe z
I
Grey Matters 20 & 21
z
Ontwikkeling van sociale zekerheidssystemen
Individuele en maatschappelijke capaciteit om zich aan te passen aan de toenemende complexiteit van de wereld Individuele capaciteit bij het omgaan met de kwantiteit en complexiteit van de informatie z Capaciteit om de informatiemaatschappij zo te organiseren dat men haar complexiteit kan beheren en
van het functioneren van de hersenen
(stimulatie) z Medische
behandeling gericht op het behoud van levenskwaliteit (waarbij rekening wordt gehouden met emotionele en gedragscomponenten)
z Leren
van (psychische en cognitieve) verschillen tussen individuen bij het verouderen
Multidisciplinariteit in neurowetenschappen z Mate
van multidisciplinariteit en interactie van verschillende kennisdomeinen in neurowetenschappen
z Meer
Onderliggende financiële logica en keuze z Wie zorgt voor wat?
van intelligente omgevingen
‘holistische’ en geïntegreerde benaderingen
Maatschappelijke perceptie van neurowetenschappen z Maatschappelijke
perceptie van neurowetenschap-
pen z Rol
van de media en de communicatie
De evolutie van de familiale structuren en het sociale weefsel Visie en planning van de Europese Unie en de overheden op de diverse niveaus in verband met de verouderende bevolking
z
Bruuske verandering in prioriteiten (door een catastrofe, een onverwachte gebeurtenis)
Fase 2
Drijvende krachten en belangrijke onzekerheden Fase 2 bestond uit een residentiële workshop in mei 2005 waar de groep van geïnterviewde experts werd aangevuld met andere neuro- en menswetenschappers. Gedurende een volledige dag bepaalden zij collectief de belangrijkste drijvende krachten die enerzijds de toekomstige evolutie in de neurowetenschappen zullen bepalen en anderzijds de impact ervan op het verouderen. Deze eerste ontmoeting had nog een tweede doel: experts uit diverse disciplines samenbrengen die niet vaak de gelegenheid krijgen elkaar te ontmoeten. We wilden de gedachtewisseling bevorderen over wat hun gemeenschappelijke belangstelling geniet: de vergrijzing van de bevolking en haar gevolgen. z
Drijvende krachten kunnen we omschrijven als factoren van allerlei aard – politiek, economisch, sociaal, milieu, technologisch, wetenschappelijk en andere – die invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop neurowetenschappen al dan niet een impact zullen hebben op de vergrijzing van onze samenleving. De horizon waarnaar we ons richten is 2025.
De drijvende krachten die in de loop van dit proces werden geïdentificeerd, maken geen aanspraak op volledigheid. Ze vormen een weerspiegeling van de samenstelling van de werkgroep en van het ideeëngoed van haar leden. Daarom zijn ze representatief voor een project dat voornamelijk is gebaseerd op expertise in de neurowetenschappen en dat zich richtte op vragen van een algemene orde. Die worden hier in feite uitsluitend onderzocht vanuit de invalshoek van de neurowetenschappen.
DRIJVENDE KRACHTEN Politiek
Economisch
Impact van de neurowetenschappen op een vergrijzende samenleving in 2025
Sociaal Ecologisch Technologisch en wetenschappelijk
Fase 2
z
Uitgaande van de lijst van drijvende krachten hebben de deelnemers afgeleid wat zij beschouwden als de twee belangrijkste sleutelonzekerheden die bepalend zijn voor de impact van de neurowetenschappen op de veroudering.
Sleutelonzekerheden zijn de drijvende krachten die zowel de hoogste graad van onzekerheid inhouden als potentieel de grootste impact kunnen hebben op de evolutie van het thema dat wordt onderzocht. Uitgaande van deze twee sleutelonzekerheden zullen ‘scenariokaders’ geschetst worden die als leidraad dienst doen bij het vervolg van deze toekomstgerichte denkoefening.
Grey Matters
Onzekerheid
SLEUTELONZEKERHEDEN
Drijvende kracht 8 Drijvende kracht 4
Drijvende kracht 3
Drijvende kracht 2
Drijvende kracht 6
I
Grey Matters 22 & 23
Drijvende kracht 1
Impact
De twee sleutelonzekerheden die door de deelnemers aan de workshop in Brugge werden weerhouden, kunnen als volgt worden omschreven: de mate waarin de neurowetenschappen er in slagen de mechanismen te ontrafelen die bijdragen tot een ‘geslaagde veroudering’ én waarin de toepassing van die inzichten ook werkelijk efficiënt en nuttig zijn. Naast de groei van de wetenschappelijke kennis op zich, zal ook de manier belangrijk zijn waarop die kennis doeltreffend wordt toegepast ten gunste van iedereen. Het laagste niveau is een status-quo, de situatie zoals we die vandaag kennen. z
de manier waarop de samenleving omgaat met veroudering. De as gaat van ‘een visie op senioren als steeds deficiënter wordende organismen’ tot ‘een visie op senioren als individuen met specifieke noden’. De deelnemers wilden hiermee tot uitdrukking brengen dat er een spanningsveld bestaat tussen enerzijds een biomedische en anderzijds een geïntegreerde logica. De biomedische logica richt zich op het behandelen van tekortkomingen van het menselijk lichaam. In die optiek wordt de senior beschouwd als een optelsom van organen en functies die meer en meer deficiënt raken en die behandeld moeten worden. De geïntegreerde logica beschouwt de vergrijzing als een voortzetting van het leven. Ouderen zijn volwaardige individuen weliswaar met specifieke noden. In deze tweede optie wordt de biomedische kennis in de eerste plaats gebruikt in een preventieve aanpak, eerder dan in een curatieve aanpak. z
C
Fase 2
Fase 3
Mogelijke scenario’s voor de toekomst Tijdens de residentiële workshop in oktober 2005 hebben experts en decision makers zich gebogen over diverse mogelijke toekomstscenario’s. De basis hiervoor bestond uit de twee grote sleutelonzekerheden en de diverse drijvende krachten die in de Brugse bijeenkomst werden vastgelegd. Het denkwerk gebeurde in vier groepen. Elke groep ontwikkelde één van de vier scenariokaders. Ze moesten daarbij binnen de grenzen van de sleutelonzekerheden blijven. Doel was uit te komen bij een beschrijving van vier hypothetische ‘toekomstige werelden’. Die vier ‘werelden’ ontdekt u op de volgende bladzijden. Zij zijn de vrucht van de verbeelding van de deelnemers die allemaal ‘het spel hebben meegespeeld’. Onafhankelijk van hun persoonlijke overtuiging of waardeoordeel. Geen van de vier werelden heeft een overwicht; ze zijn in principe allemaal even waarschijnlijk of onwaarschijnlijk. Elk van die werelden heeft zijn zonnige zijden, maar ook zijn schaduwkanten. Toegegeven, het zijn karikaturale werelden. Wellicht zijn de typische kenmerken van elke wereld te sterk in de verf gezet, en de kenmerken van andere werelden te zeer onder de mat geschoven. Maar toch. Ze schetsen een beeldend kader dat duidelijk maakt in welke mate de toekomst anders zal zijn naargelang de waarden waarvoor we vandaag opteren en de bijbehorende keuzes die we maken.
I
Grey Matters 24 & 25
Grey Matters
Biomedische logica Focus op technologie, lichamelijke, orgaanfunctie
tekortkomingen
3
lijke visie op verouderen
2
Beperkte toepasbaarheid (status quo)
4
Belgische maatschappe-
1 Kennis van
Personen met
de hersenen
Grote toepasbaarheid
Fase 3
Actieve veroudering, preventieve logica Focus op cognitieve functie, cognit. Omgeving, ‘whole body wellness’
Personen met eigen mogelijkheden en behoeften
I
Grey Matters 26 & 27
Grey Matters
1 3
- Hersenwetenschappen dragen niet substantieel bij tot een succesvolle veroudering - Externe dramatische gebeurternissen hinderen de ontwikkeling van hersenwetenschappen - Intelligente omgeving integreert de kennis die er bestaat over de emotionele en affectieve noden van de ouderen - Aan het individu wordt de mogelijkheid gegeven om te blijven functioneren in zijn/haar sociale omgeving (relationele focus) - Bestaande hersenwetenschappen richten zich voornamelijk op de verbetering van de levenskwaliteit
Actieve veroudering, preventieve logica Focus op cognitieve functie, cognit. Omgeving, ‘whole body wellness’
Personen met eigen mogelijkheden en behoeften
- Hersenwetenschappen dragen in belangrijke mate bij tot succesvolle veroudering - Hersenwetenschappen produceren oplossingen voor een actieve en gezonde veroudering - Medisch en niet-medisch gericht hersenonderzoek worden gelijkwaardig behandeld en gefinancierd - De focus ligt bij preventie (onderwijs, gezondheid ... ) - Beschikbaarheid van nieuwe methoden gericht op ‘whole body wellness’ - Raakvlak tussen mens en computer is gericht op behoud en stimulering van cognitieve functies
lijke visie op verouderen
2
Beperkte toepasbaarheid (status quo)
4
Belgische maatschappe-
- Vooruitgang in hersenonderzoek is teleurstellend (blijft steken in de ‘kinderschoenen’) en draagt niet substantieel bij tot een succesvolle veroudering - Wetenschappers zijn gefrustreerd (nog steeds op zoek naar de ‘steen van Rosetta’) - Verwachtingen zijn overspannen (‘magische pil’) - Medische behandelingen blijven vooral gericht op symptoombestrijding - Hoge nood aan sociale opvang
Biomedische logica Focus op technologie, lichamelijke, orgaanfunctie
tekortkomingen
Personen met
Grote toepasbaarheid
de hersenen Kennis van
- Hersenwetenschappen dragen in belangrijke mate bij tot succesvolle veroudering - Hersenwetenschappen produceren vooral producten om aandoeningen te genezen - Prestatie van lichaam en hersenen is de belangrijkste drijvende kracht - Producten om te ‘verbeteren’, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, overspoelen de markt (product push) - EU-visie en –beleid bepalen Belgische visie - Externe dramatische factoren dragen bij tot veranderende prioriteiten in het voordeel van hersenwetenschappen
Fase 3
1 4
Grey Matters
2 3
Wereld 1: de biomedische benadering / hoog kennisniveau Met de vergrijzing van de bevolking, kregen hersenaandoeningen een steeds grotere impact op de volksgezondheid. De overheid – met inbegrip van de Europese Unie – maakte van het wetenschappelijk onderzoek naar hersenaandoeningen een prioriteit. Ook de farmaceutische en de medische industrie investeerden fors. Dit alles resulteerde in een enorme verbetering van de medische behandeling voor diverse hersenaandoeningen. Een diversiteit aan nieuwe technologieën (hersenscans, moleculaire tests…) laten toe om hersenziektes in een vroeg stadium te detecteren, nog voor er onomkeerbare symptomen optreden. Nieuwe geneesmiddelen en medische ingrepen komen in toenemende mate op de markt. Ze zijn in staat om hersenschade al vroeg in het ziekteproces te herstellen. Zo worden patiënten met de ziekte van Parkinson succesvol behandeld met stamcellen. Mensen die lijden aan de ziekte van Alzheimer doen hun voordeel met een cocktail van medicijnen die hun tanende geheugen stimuleert en vaccins die de voortgang van de ziekte stoppen. Angststoornissen en depressies worden onderdrukt met een nieuwe generatie antidepressiva die veel specifieker is dan de vorige. Diverse toepassingen – farmacologische, technologische maar ook cognitieve - afgeleid uit de neurowetenschappen zijn aanwezig in alle sectoren van de samenleving : in de opvoeding van kinderen opdat zij hun hersencapaciteiten maximaal zouden benutten. In de wereld van de arbeid om de productiviteit te verhogen. In de stedenbouw om de kwaliteit van de huisvesting en de leefomgeving te verbeteren. De politie verbetert de doeltreffendheid van zijn werking dankzij neurowetenschappen. In de justitie om steviger bewijsmateriaal te verkrijgen en behandelingen voor afwijkend gedrag toe te passen. In de kunst om de creativiteit te stimuleren. In de sport om de prestaties te verhogen. In de marketing om consumenten te beïnvloeden. In de politiek om beslissingen in een bepaalde richting te sturen en… in de wetenschap om de productiviteit van onderzoeker nog op te drijven. De hoop op een leven in een goede gezondheid is fabuleus toegenomen, maar de sociale zekerheid is niet in staat om de aanzienlijke toename van de kosten voor de gezondheidszorgen te volgen. De bevolking wordt daarom aangespoord om privé-verzekeringen aan te gaan die de kosten voor de medische zorgen moeten dekken. Voor de meesten vormt dit niet echt een probleem. Omdat ze in een betere gezondheid verkeren, zowel fysiek als geestelijk, gaan ze op latere leeftijd met pensioen. Daardoor blijft hun financiële basis gezond, ondanks de dure premies.
I
Grey Matters 28 & 29
Al deze nieuwe – en erg dure – therapieën worden echter niet alleen ingezet om ‘echte’ ziekten te behandelen. Senioren die daar de middelen voor hebben, aarzelen niet om producten te gebruiken die hun geheugen, leervaardigheden, seksuele prestaties, fysieke verschijning enz. verbeteren. Ze bevinden zich op de top van hun kunnen, en doen er alles aan om daar te blijven. De mensen die niet over de middelen beschikken om zich deze luxetherapieën te veroorloven, zijn de echte ‘oudjes’, en dat is een stigmatiserend begrip voor een populatie die niet langer een stem in het kapittel heeft. Door deze samenleving heen lopen dan ook tal van breuklijnen: tussen mensen in goede gezondheid en zieken, tussen rijken en armen, tussen ‘jongere’ en ‘oude mensen’. Er is sprake van een toenemend maatschappelijk ongenoegen tegen de arrogantie van de Grey Power.
Wereld 2: de geïntegreerde benadering / hoog kennisniveau Het hersenonderzoek boekte de voorbije jaren een enorme vooruitgang. Onder meer dankzij grote investeringen door de overheid. Het samenbrengen van kennis uit moleculair en cellulair onderzoek, medische beeldvorming en cognitieve wetenschappen hebben geleid tot een diepgaand en geïntegreerd begrip van de mechanismen die aan de grondslag liggen van de veroudering van de hersenen.
1
2
4
3
Dat leidde tot het uitwerken van nieuwe preventieve strategieën. Die zijn deels gebaseerd op voedingssupplementen en deels op mentale stimulatie: intellectuele oefeningen, fysieke activiteiten, bevordering van sociale contacten… Die strategieën worden ook zodanig toegepast dat ze de hele bevolking ten goede te komen. Al van in de kindertijd hebben ze hun plaats verworven: in crèches en peutertuinen worden de allerkleinsten op een adequate manier gestimuleerd, aangepast aan hun mogelijkheden en leeftijd. In de lagere school hanteren de leerkrachten nieuwe leermethoden die de hersenen beter structureren en die geheugenmechanismen consolideren. Deze nieuwe trainingstechnieken om de hersenen voor te bereiden op een ‘lang en gezond’ leven, maken veelvuldig gebruik van ICT. Verouderen wordt beschouwd als de voortzetting van de volwassenheid en senioren staan in de samenleving in hoog aanzien. Omdat hun cognitieve functies bewaard zijn gebleven, worden ze aangemoedigd om opleidingen te blijven volgen. Scholen en universiteiten krijgen zowel ‘jongeren’ als ‘ouderen’ over de vloer. Ook culturele activiteiten worden bezocht door een populatie die qua leeftijd gemengd is. Zowel de professionele sector als het verenigingsleven doen veelvuldig een beroep op oudere mensen om uiteenlopende taken te verrichten. Daarbij wordt volop beroep gedaan op hun ervaring en beschikbaarheid. Vanzelfsprekend houden de senioren zich ook regelmatig bezig met hun kleinkinderen en achterkleinkinderen. In deze wereld ligt de nadruk bij senioren op het verenigingsleven en op het participeren in de maatschappij. De vormen van interactie tussen de generaties versterken de intergenerationele solidariteit. In het Parlement zijn alle leeftijden vertegenwoordigd en er wordt net zo goed gezorgd voor de vertegenwoordiging van jongeren als voor die van ouderen. Het resultaat hiervan is een gezamenlijke manier om aan politiek te doen. Zo worden senioren geraadpleegd als het gaat om de organisatie van de huisvesting en de zorg voor hoogbejaarden. Dit zal ertoe leiden dat hun oude dag zich zal kunnen afspelen in omstandigheden waar zij zelf over hebben beslist.
Fase 3
1
2 Wereld 3: de geïntegreerde benadering / beperkt kennisniveau
4
3
De grieppandemie, die de wereld in zijn greep hield, haalde de biomedische onderzoeksagenda grondig door elkaar. Onderzoek van de hersenen zakte op de prioriteitenlijst van de overheid en de medische industrie. Bijgevolg breidde de kennis over onze hersenen zich slechts mondjesmaat uit. De neurowetenschappers hebben geen oplossingen aangedragen voor aandoeningen die veroorzaakt worden door ouder wordende hersenen. Maar omdat verouderen wordt beschouwd als een continu en levenslang proces, is er geen echte drempel meer die bepaalt op welke leeftijd men ‘oud’ is. De organisatie van de arbeid is herzien: men moet voortaan dertig jaar werken, maar men kan die werkjaren op vrije basis over een heel leven spreiden. De nadruk ligt niet langer exclusief op economische rendabiliteit, maar op de bijdrage naar ieders vermogen en kunnen. Mensen volgen permanent opleidingen op hun maat en verspreid in de tijd. ‘Levenslang leren’ is voor iedereen vanzelfsprekend geworden. Ouderen staan in hoog aanzien. De ‘anciens’ die op rust zijn, worden op hun vroegere werkplek steevast warmhartig met een kop koffie onthaald, ook al zijn ze niet altijd meer helemaal ‘goed bij hun hoofd’. De tolerantie is groot.
Grey Matters
De huisvesting is helemaal herdacht. Intergenerationele contacten worden bevorderd. De weldoende effecten daarvan worden gezien als vanzelfsprekend. Zowel voor de jongeren als ouderen. De last voor mensen die bedlegerig zijn of aan dementie lijden, wordt op die manier over de gemeenschap verdeeld. Er is belangrijke vooruitgang geboekt op het vlak van de ‘intelligente omgeving’. Hierdoor worden tekortkomingen van ouderen, zowel fysiek als intellectueel, gecompenseerd. Deze nieuwe technologieën zijn gebaseerd op wat men weet van de emotionele en affectieve behoeften van ouder wordende mensen. Ze staan tot ieders beschikking en zorgen ervoor dat senioren binnen de samenleving relatief functioneel en actief kunnen blijven. Hierdoor zijn zij verzekerd van een bevredigende levenskwaliteit in hun natuurlijke omgeving. Valide bejaarden organiseren zich in ‘actieve seniorenclubs’ en verdelen hun tijd tussen het verrichten van kleine diensten voor de samenleving en vrijetijdsactiviteiten die zijn aangepast aan hun interesses. De overheid steunt hen daarbij financieel.
I
Grey Matters 30 & 31
Kortom, de generaties leven harmonieus samen en nemen actief aan de samenleving deel.
1
2
4
3
Wereld 4: de biomedische benadering / beperkt kennisniveau Door de verhoging van de levensverwachting en de vergrijzing van de bevolking zijn neurodegeneratieve aandoeningen fors in impact toegenomen. Hersenonderzoekers zijn er echter niet in geslaagd om de strijd tegen deze ouderdomskwalen te winnen. Wetenschappers zijn gefrustreerd omdat ze de verwachtingen van het publiek niet kunnen waarmaken. Al beseffen zij dat die verwachtingen vaak onrealistisch zijn. Artsen doen hun best om de voortgang van deze aandoeningen te stoppen, maar ‘de magische pil’, waarop zo velen hun hoop hadden gevestigd, blijkt een illusie. Ouderen worden aanzien als de vleesgeworden uitdrukking van de mislukking van de geneeskunde. Een minderheid van de senioren verkeert nog in een relatief goede gezondheid. Zij genieten van een goede familiale context en/of zijn bemiddeld genoeg om zo goed en zo kwaad mogelijk het geleidelijke verlies van hun zelfstandigheid te compenseren. Maar de meerderheid van de bejaarden leeft geïsoleerd en moet een groot deel van haar inkomsten besteden aan uitgaven voor gezondheidszorg en sociale diensten. De verzekeringen weigeren bepaalde risico’s te blijven verzekeren, des te meer omdat men dankzij de genetische diagnostiek bepaalde ziekten kan voorspellen. Er zijn diverse zorgdiensten tot stand gekomen: sommige op vrijwillige basis en uitgaande van nieuwe vormen van ‘solidariteit’, andere onder impuls van de overheid. Maar over het algemeen worden de contacten met de wereld van de zorg bepaald door financiële aspecten. Het risico op sociale desintegratie is groot voor degenen die niet over voldoende financiële middelen beschikken. Het is niet uitzonderlijk dat er een hoogbejaarde wordt aangetroffen dat thuis in zijn eentje is gestorven. Contacten tussen mensen worden hoe langer hoe meer virtueel. De televisie en de computer zijn in de plaats gekomen. Het aantal depressies ligt hoog; er is een stijging van het aantal zelfdodingen en ouderen verzoeken steeds vaker om euthanasie. Zij ervaren een gevoel van nutteloosheid en hebben schuldgevoelens over hun afhankelijkheid. In een dergelijke duale samenleving sluimert het generatieconflict voortdurend. .
Fase 3
Fase 4
Conclusies van de denkoefening De experts, decision makers en diverse belanghebbende partijen die aan de workshop deelnamen, werden vervolgens uitgenodigd om na te denken over de implicaties die deze toekomstige werelden retrospectief konden hebben voor hun eigen vakgebied of bevoegdheidsdomein. De resultaten van deze denkoefeningen werden in beknopte vorm samengevat. Het zijn veeleer individuele bespiegelingen die moeten gezien worden als een startpunt voor verdere reflectie. De verdere uitdieping van deze reflecties behoort echter niet meer tot de doelstellingen van dit project zelf. We hopen wel dat anderen, bijvoorbeeld beleidsmakers, deze reflecties meenemen in hun besluitvorming waardoor deze toekomstgerichte denkoefening haar vruchten kan afwerpen…
Grey Matters
Enkele aandachtspunten waar de deelnemers op wezen: Hoe organiseer je de communicatie over neurowetenschappen tussen experts, decision makers en belanghebbende partijen om te komen tot een beter begrip van hun impact op de ethische en samenlevingsvragen en om een democratisch debat mogelijk te maken? z Hoe gebruik je de kennis van de neurowetenschappen (ook al blijven die beperkt) om tot preventieve maatregelen te komen en preventieprogramma’s op te starten waardoor we aandoeningen kunnen voorkomen en de sociale integratie bevorderen? Hoe kom je tot een correcte evaluatie van die programma’s? z Hoe bewaar je de solidariteit tussen de generaties en tussen gezonde en zieke mensen? z Hoe blijf je er zeker van dat de werkelijke noden en prioriteiten van senioren centraal blijven staan in de politieke beslissingen die hen aanbelangen? z Hoe verzeker je het evenwicht tussen de technologische en de ‘affectieve’ middelen om de levenskwaliteit te verhogen? Hoe breng je er de neurowetenschappen toe om zich ook te bekommeren om de diepere betekenis van het leven? z Hoe cultiveer je openheid van geest en het actief participeren van mensen aan de samenleving? z Hoe blijf je aandacht hebben voor de individuele noden van mensen in een samenleving die zich op de collectieve dimensie richt? z Hoe verhinder je dat ‘echte’ contacten tussen individuen verloren gaan en virtuele contacten die dankzij de technologie mogelijk worden, de overhand nemen? z Hoe heroriënteer je de besteding van overheidsmiddelen naar die wereld die voor senioren het meest waardevol is en waarin een evenwicht is gevonden tussen de noden van alle leeftijdsgroepen?
I
Grey Matters 32 & 33
z
Fase 5
En nu bent u aan de beurt …
Nu is het ogenblik gekomen dat u aan zet bent. Beeldt u zich in dat u op het kruispunt van de twee assen staat. Werp een blik op de vier toekomstige werelden die binnen uw bereik liggen. Vraag uzelf af in welke van de vier werelden u wilt oud zijn of worden. Denk na wat u, op uw niveau, kunt ondernemen om die gewenste wereld tot stand te brengen. Laat u niet hinderen door de beperkingen waarmee u dagelijks wordt geconfronteerd. Denk voorbij de grenzen van het dagelijkse. Ook de experts hebben tijdens de interviews en de workshops in Brugge en Leuven hun conventionele begrenzingen doorbroken. Wees creatief! Wij wensen u bijzonder mooie dromen toe… en de kracht om die vervolgens ook waar te maken!
Fase 5
Enkele reacties van de deelnemers : De uitdaging aangaan van een geslaagde vergrijzing, betekent niet alleen dat je gaat kijken naar wat de neurowetenschappen kunnen bijdragen om medische problemen op te lossen. Je moet ook kijken wat de senioren voor de samenleving kunnen bijdragen! Ik ben erg onder de indruk van de multidisciplinariteit van het werk dat we deze twee dagen hebben verricht. Het eenvoudige feit dat je experts samenbrengt uit diverse horizonten was een bijzonder verrijkende ervaring. We hebben ons blikveld kunnen verruimen en zijn op vragen gestoten die we gewoonlijk vanuit een heel andere invalshoek bekijken. Dat zou vaker moeten gebeuren! Het is ongemeen verontrustend vast te stellen hoezeer de wereld van morgen al deels aanwezig is in de (pessimistische) wereld die onze groep heeft beschreven. Voor mij was het de eerste keer dat ik in contact kwam met deze methode om zicht te krijgen op de toekomst. Het was een echte revelatie. Ik ben erg onder de indruk van de ontdekking van de vier werelden die we ons hebben voorgesteld… en nog meer van het feit dat ik in elk van de vier herkenbare toestanden heb aangetroffen. Het is voor mij verrassend om te zien hoezeer we ons focussen op de negatieve aspecten van de vergrijzing. Het accent ligt steevast op dementie en op medische behandelingen. We mogen de ouderen niet vergeten die het goed stellen.
Grey Matters
Als specialist in de menswetenschappen ben ik verbaasd te zien hoe de biomedische wetenschappers in staat zijn zich vragen te stellen over de impact van hun onderzoek op de samenleving. Het is voor het eerst dat ik dat tegenkom (knipoog). We zijn uitgekomen op vier wel heel uiteenlopende werelden. In de werelden 2 en 3 zijn de mensen gelukkig, onafhankelijk van de wetenschappelijke vooruitgang. Dat komt omdat er sprake is van een globale en geïntegreerde politiek voor de ouderen. Men moet erop bedacht blijven dat de vooruitgang in de neurowetenschappen de individuele vrijheid niet in de weg staat, noch de mogelijkheden die mensen hebben om levenskeuzes te maken. Ik heb het ‘spelelement’ erg op prijs gesteld. Spelend nadenken over ernstige aangelegenheden geeft een meerwaarde. Maar ik pleit er ernstig voor om de aanpak te verdiepen door meer concrete scenario’s te ontwerpen.
I
Grey Matters 34 & 35
Het was leuk om te vertoeven in het land van de virtuele werelden. Natuurlijk zal de echte wereld in 2025 niet aansluiten bij één van de vier werelden die we ons vandaag hebben voorgesteld. De echte wereld zal elementen bevatten van alle vier de virtuele werelden en bovendien zullen nog tal van andere factoren een rol spelen. Toch heeft de oefening zin gehad. Omdat ze aantoont dat de waarden die we vandaag aanhangen de wereld van morgen sturen.
Lijst van de deelnemers aan het project GREY MATTERS : Beka Paulette, Directrice Générale f.f., Ministère Région Wallonne Borghs Gustaaf, IMEC, Professor KULeuven Braeckman Johan, Professor, Vakgroep wijsbegeerte, Universiteit Gent Bronckaers Jean-Pierre, Adviserend Geneesheer, Adjunct bij de medische directie, Landsbond van Liberale Mutualiteiten Cras Patrick, Professor, UZAntwerpen, Afdeling Neurologie de Beer Hadelin, Service public fédéral de programmation développement durable de Chaffoy de Courcelles Didier, Senior Vice President, Research and Early Development Europe, Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development De Coster Christiaan, Directeur generaal, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu De Smedt Jan, Secretaris, Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling De Strooper Bart, Professor, KULeuven en Vlaams interuniversitair instituut voor biotechnologie Feyereisen Pierre, Responsable unité CODE Cognition et développement, UCL Gyselinckx Bert, Human ++ program director, IMEC Hertecant Jan, Voorzitter, Ligue Nationale Alzheimer Liga asbl vzw VoG Hildebrand Jerzy, Prof. Emérite, ULB Jacobs Thérèse, Professor in Sociologie, Universiteit Antwerpen Lambrecht Micheline, Premier Chargé de mission, Bureau fédéral du Plan Meire Philippe, Psychogériatre, SSM Louvain-la Neuve, Professeur UCL Moerenhout Mie, Directeur, Vlaams Ouderen Overleg Komitee vzw Moulin Madeleine, Sociologue, Professeur ordinaire ULB Neves Herc, Principal Scientist, Biomedical Microsystems, IMEC vzw Pieck Adrienne, Afdelingshoofd, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Radermecker Alphonse, Président, Conseil des Personnes Agées, Rat der Seniorinnen und Senioren der Deutschsprachigen Gemeinschaft Rigaux Nathalie, Professeur de Sociologie, Facultés Universitaires ND de la Paix Namur Salmon Eric, Professeur, Service de Neurologie, CHU du Sart Tilman - ULg Santens Patrick, Professor, Dienst Neurologie Universitair ziekenhuis Gent Seron Xavier, Professeur, UCL, Faculté de Psychologie et de sciences de l’éducation Steckler Thomas, M.D., Biology Head & Therapeutic Area Leader Psychiatry, Research & Early Development Europe, Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development Van Broeckhoven Christine, Professor, Universiteit Antwerpen en Vlaams interuniversitair instituut voor biotechnologie van den Bosch de Aguilar Philippe, Professeur, UCL, laboratoire de biologie cellulaire Van Hoeyweghen Raf, Voorzitter, Belgische Vereniging voor Gerontologie en Geriatrie Verfaillie Catherine, Professor, KULeuven, Stamcelinstituut Leuven en University of Minnesota, Stem Cell Institute Verschraegen Jurn, Projectcoördinator, Expertisecentra Dementie Vlaanderen
Projectteam Brigitte Duvieusart, Programma-adviseur, Koning Boudewijnstichting Greet Massart, Assistente, Koning Boudewijnstichting Peter Raeymaekers, Wetenschappelijk journalist Karin Rondia, Wetenschappelijk journalist Philippe Vandenbroeck, Co-facilitator Myriam Van Espen, Consulente, Cabinet-Conseil SeniorInnovation Alain Wouters, coördinator en facilitator, WS
De lijst
Samenvatting
GREY MATTERS is een toekomstgericht visieproject waarin de Koning Boudewijnstichting onderzoekt welke impact de neurowetenschappen in het jaar 2025 op een verouderende samenleving zullen hebben. Een dertigtal experts in neurowetenschappen en sociale en menswetenschappen, stakeholders en overheidsverantwoordelijken namen deel aan deze oefening waarin scenariokaders werden opgebouwd die een mogelijk beeld geven van de wereld in 2025. Deze benadering maakt een anticiperende strategische reflectie mogelijk die bijdraagt tot het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op de beslissingen die moeten worden genomen met het oog op duurzame collectieve oplossingen. In de eerste fase van het project werd, met de hulp van experts in de neurowetenschappen, een overzicht geschetst van wat het onderzoek in de eerstvolgende 20 jaar zal kunnen bijdragen aan het ‘gezond’ ouder worden. De tweede fase bestond uit het inventariseren van de belangrijkste politieke, economische, sociale, ecologische en technologische krachten die een invloed hebben op de ontwikkelingen en toepassingen van de neurowetenschappen. Daaruit werden de twee belangrijkste krachten geselecteerd (de zogenaamde sleutelonzekerheden). Deze kunnen als volgt worden omschreven: - de mate waarin de neurowetenschappen erin slagen om de fysiologische mechanismen die bijdragen tot een ‘geslaagd’ ouder worden te identificeren; - de visie die de samenleving zal hebben op veroudering en op ouderen.
Grey Matters
In de derde fase werden vier mogelijke werelden uitgedacht door deze twee fundamentele variabelen met elkaar te combineren. Deze wereldenbeelden, elk enigszins karikaturaal, maar alle vier even mogelijk, laten duidelijk zien dat de maatschappelijke keuzes die we vandaag maken, de wereld van morgen zullen sturen.
I
Grey Matters 36 & 37
In de vierde fase heeft elke deelnemer vastgelegd welke hefbomen hij in zijn professionele wereld in werking moet stellen om de toekomst een bepaalde richting te doen inslaan. Een oefening die overigens niet af is, want in de laatste fase wordt u, als lezer van dit document, gevraagd om ook deel te nemen aan de oefening en uw rol te spelen...
Summary
GREY MATTERS is a forward looking project led by the King Baudouin Foundation to explore the potential impact of neurosciences on an ageing population by 2025. Some 30 neuroscience and human science experts, stakeholders and public policy-makers helped to develop scenario frameworks. The aim of this exercise was to encourage strategic and forward thinking, helping to create common ground regarding the decisions needed to move towards sustainable collective solutions. The first stage of the project consisted of establishing an overview, with the help of neuroscience experts, of what research will be able to contribute to ‘successful ageing’ in the 20 years to come. The second stage involved assembling the main political, economic, social, environmental and technological driving forces that will govern the development of neuroscience and the applications of it on ageing. According to the participants, the two most important issues (called ‘key uncertainties’) were identified as: - level of understanding of the neurobiological and psychological mechanisms contributing to ‘successful ageing’; - the image that society will have on ageing and the elderly. The third stage consisted of imagining four possible worlds by combining the two fundamental variables. The four worlds – all of which are possible, even though they might seem somewhat caricatural at first sight -- give a clear idea of just how different the future could be depending on the values we focus on today. In the fourth stage each participant determined what action he needs to take today in his professional environment in order to guide the future in a given direction. This exercise is far from finished, because we invite you, the reader of this report, to take part in this mind game and to play your role ...
Samenvatting Summary
I
Grey Matters 38 & 39
Grey Matters
Nota’s
Nota’s
Nota’s